Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid voltijd en deeltijd. Hogeschool Utrecht



Vergelijkbare documenten
Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid Voltijd en deeltijd Hogeschool Leiden

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid voltijd en deeltijd Hogeschool van Amsterdam

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid voltijd/deeltijd. De Haagse Hogeschool

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Management & Organisatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

REGELING EN BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE BIJSCHOLINGSPROGRAMMA S GGZ AGOOG

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam

Adviesrapport accreditatie

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

hbo-bachelor Sociaal-Juridische Dienstverlening (240 ECTS) 22 oklober 2012 voltijd, deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd en deeltijd. Haagse Hogeschool

Informatie werkplekleren

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Toegepaste Wiskunde van de Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Fontys Hogescholen

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt.2014, nr. 9832).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Integrale Veiligheidskunde voltijd en deeltijd. Saxion Hogeschool, Enschede

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleiding Personeel & Arbeid Voltijd en deeltijd Saxion

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Personeel en Arbeid

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

AVANS Hogeschool. Personeel & Arbeid s-hertogenbosch

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuw Associatedegreeprogramma. : Sales en Accountmanagement

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Algemene Operationele Technologie Voltijd Deeltijd - Duaal

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Rapport ten behoeve van accreditatie hbo bachelor opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd en deeltijd

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Adviesrapport Accreditatie

Besluit. Aan het bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen b.v. (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Management & Organisatie

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Journalistiek voltijd. INHOLLAND Select Studies

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO Psychologie voltijd - deeltijd. Hogeschool Saxion Next

De NVAO heeft op 11 april 2005 een gesprek gevoerd met de LOI om over een aantal aspecten van de opleiding een nadere toelichting te krijgen.

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Facility Management voltijd. Hogeschool INHolland

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Transcriptie:

Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid voltijd en deeltijd Hogeschool Utrecht

Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid voltijd en deeltijd Hogeschool Utrecht Croho-nummer: 34609 Hobéon Certificering BV Datum 14 december 2010 Auditteam Drs W.G. van Raaijen Prof. dr. F. Kluijtmans Drs. R. van Kampen M. van Vliet Secretaris R.G. Peters

INHOUDSOPGAVE DEEL 1 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1 1.1. Integraal advies 1 1.2. Samenvattende beoordeling 1 2. INLEIDING 3 2.1. Functie van het rapport 3 2.2. De audit 3 3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING 5 4. VORIGE ACCREDITATIE 7 DEEL 2 9 5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 9 1. Doelstellingen opleiding 9 Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen 9 Facet 1.2. Niveau: bachelor 11 Facet 1.3. Oriëntatie hbo 12 2. Programma 13 Facet 2.1. Eisen hbo 13 Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 15 Facet 2.3. Samenhang programma 17 Facet 2.4. Studielast 18 Facet 2.5. Instroom 20 Facet 2.6. Duur 21 Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 22 Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 23 3. Inzet van personeel 25 Facet 3.1. Eisen hbo 25 Facet 3.2. Kwantiteit personeel 26 Facet 3.3. Kwaliteit personeel 27 4. Voorzieningen 28 Facet 4.1. Materiële voorzieningen 28 Facet 4.2. Studiebegeleiding 29 5. Interne kwaliteitszorg 30 Facet 5.1. Evaluatie resultaten 30 Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering 31 Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 32 6. Resultaten 33 Facet 6.1. Gerealiseerd niveau 33 Facet 6.2. Onderwijsrendement 35 6. OORDEELSCHEMA 37 7. BIJLAGEN 39 BIJLAGE I Programma en gesprekspartners 41 BIJLAGE II Kwantitatieve gegevens van de opleiding 45 BIJLAGE III Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen 47 BIJLAGE IV Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels 53 BIJLAGE V Geraadpleegde documenten 55

DEEL 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1.1. Integraal advies Hobéon Certificering adviseert de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de hboopleiding Personeel & Arbeid, verzorgd door de Hogeschool Utrecht, croho-nummer 34609 in de varianten voltijd en deeltijd op de locaties Utrecht en Amersfoort te accrediteren. Dit advies wordt in dit rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen: Hogeschool Utrecht Personeel & Arbeid voltijd, voltijd-compact en deeltijd-concurrency en -nonconcurrency Utrecht en Amersfoort Naam VBI: Hobéon Certificering b.v. Datum visitatie: 26 en 27 oktober 2010 Datum adviesrapport: 14 december 2010 Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: Drs. W.G. van Raaijen, lead auditor en partner bij Hobéon Certificering; Prof. dr. F. Kluijtmans, hoogleraar Strategisch HRM Open Universiteit, Heerlen, vakdeskundige; Drs. R. van Kampen, directeur BAM Utiliteitsbouw, regio Amsterdam, werkvelddeskundige; M. van Vliet, tweedejaars student P&A bij de Hogeschool van Amsterdam, studentauditor. Als secretaris is opgetreden R.G. Peters, associé bij Hobéon Certificering. 1.2. Samenvattende beoordeling Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Personeel & Arbeid op de volgende overwegingen: Algemeen beeld De Hogeschool Utrecht biedt de opleiding Personeel & Arbeid aan in de varianten voltijd, voltijd-compact (drie jaar), deeltijd-concurrency (drie jaar) en deeltijd-non-concurrency op de locaties Utrecht en Amersfoort. Er is sprake van brede beroepsgerichte opleidingsvarianten, die zijn gebaseerd op het landelijke beroepsprofiel Format 2008+ en worden verzorgd door een docentencorps dat een stevige relatie heeft met het werkveld. Daarbij is sprake van een goede inhoudelijke bijdrage van vertegenwoordigers van het werkveld bij de ontwikkeling van het curriculum. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid, Hogeschool Utrecht, 1.0 1

De hogeschool ontwikkelt zich als University of Applied Sciences en de opleiding wil zich versterken in het bieden van maatwerk, flexibele leertrajecten, ontwikkelen van een onderzoekende houding bij studenten en verstevigen van de internationale samenwerking met andere instituten. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Er is sprake van een brede opleiding met een curriculum dat is gevalideerd door de beroepenveldcommissie, die duidelijke inbreng heeft. Ook het lectoraat en de kenniskring hebben duidelijk inbreng in het programma. Het actuele curriculum leidt op tot een stevig hboniveau. Het onderwerp krijgt de extra aantekening goed. Onderwerp Programma: voldoende Het programma is gestructureerd langs drie kennislijnen: personeelsmanagement en management & organisatie (PMO), human resource accounting (HRA) en mens en arbeid (M&A). De opleiding hanteert het didactisch principe van vier leerlijnen, waarbij in de integrale leerlijn projecten in opvolgende mate van complexiteit worden aangeboden en elk studiejaar wordt afgesloten met een aan de beroepspraktijk ontleend project. Het werkveld is voldoende betrokken bij de ontwikkeling van het curriculum en de interactie met het beroepenveld is voldoende. Er wordt gebruikgemaakt van de inzet van alumnitrainers, assessment beoordelaars, gastdocenten etc. De opleiding doet veel aan voorlichting van aspirant studenten maar mag meer aandacht hebben voor de kwaliteit van de intake. De driejarige voltijdcompactvariant staat open voor getalenteerde studenten. De deeltijdvariant voor studenten met een relevante functie duurt door vrijstellingen in principe drie jaar; de vierjarige deeltijdvariant voor studenten zonder relevante functie vergt wel een werkomgeving waarin projecten kunnen worden uitgevoerd. Er is goede inhoudelijke samenhang in de curricula en de programma s ook die van de driejarige voltijd-compactvariant zijn studeerbaar en kennen een acceptabele studielast. Toetsing is gedurende de studie voldoende uitgewerkt tot op het eindniveau. Onderwerp Inzet van personeel: voldoende De opleiding heeft voldoende goede, in de beroepspraktijk verankerde docenten. Deze zijn van een goed niveau van scholing in de relevante wetenschapsgebieden. Het onderwerp krijgt de extra aantekening goed. Onderwerp Voorzieningen: voldoende De huisvesting, ict-omgeving en bibliotheek/mediatheek in Utrecht en Amersfoort zijn goed op orde. De bibliotheek in Amersfoort is s avonds niet opengesteld, zodat deeltijdstudenten er dan geen gebruik van kunnen maken. De studiebegeleiding is goed ontwikkeld voor zowel de voltijd als deeltijdvarianten. Het onderwerp krijgt de extra aantekening goed. Onderwerp Interne kwaliteitszorg: voldoende De pdca-cyclus wordt doorlopen. Tussen studenten en opleidingsvarianten in Utrecht en Amersfoort zijn korte lijnen, die waarborgen dat veranderingen snel kunnen worden doorgevoerd. Alle stakeholders zijn bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding betrokken; de rol van de beroepenveldcommissie is inhoudelijk sterk en alumni gebruiken social media voor hun onderlinge contacten. Het onderwerp krijgt de extra aantekening goed. Onderwerp Resultaten: voldoende De opleiding realiseert een duidelijk hbo-niveau bij haar studenten, wat blijkt uit portfolio s van voltijd en adviesnota s en eindwerkstukken van deeltijd studenten. Het werkveld is hierover tevreden. De rendementen van de opleiding zijn hoog en beter dan de cijfers van vergelijkbare opleidingen. Het onderwerp krijgt de extra aantekening goed. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 2

2. INLEIDING 2.1. Functie van het rapport Het onderhavige rapport bevat het advies aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dat Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) heeft opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid, verzorgd door Hogeschool Utrecht, croho-nummer 34609. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd, voltijd-compact, en deeltijd-concurrency en deeltijd-non-concurrency op de locaties Utrecht en Amersfoort. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland (14 februari 2003). 2.2. De audit De audit is gehouden op 26 en 27 oktober 2010. Het auditteam heeft op 26 oktober de locatie Utrecht en op 27 oktober de locatie Amersfoort bezocht. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door de heren drs. Willem van Raaijen, professor dr. Frits Kluijtmans, drs. Rob van Kampen en mevrouw Maiken van Vliet. Rob Peters ondersteunde dit auditteam als secretaris. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld vakgebied onder wijs kwaliteitszorg /audit voorzitter drs. Willem van Raaijen, partner Hobéon x x Certificering werkvelddeskundige drs. Rob van Kampen, directeur BAM X Utiliteitsbouw regio Amsterdam vakdeskundige prof. dr. Frits Kluijtmans, hoogleraar x x Strategisch HRM, Open Universiteit student Maiken van Vliet, tweedejaars P&A, HvA secretaris Rob Peters, associé Hobéon Certificering X x studentperspectief x CV s van de auditoren en secretaris zijn opgenomen in Bijlage III. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 3

Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 4

3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING Positionering van de opleiding De opleiding Personeel & Arbeid (P&A) van de Hogeschool Utrecht (HU) is organisatorisch ondergebracht bij de Faculteit Maatschappij & Recht (FMR). Binnen de faculteit bestaan instituten en centra. De voltijdopleiding P&A is organisatorisch ondergebracht bij het Instituut Arbeid & Organisatie, de deeltijdvarianten bij het Centrum Arbeid & Organisatie. Instituut en Centrum worden aangestuurd door een directeur. De voltijd- en deeltijdvariant kennen elk een opleidingmanager, die samen met de directeur en de logistiek manager het managementteam vormen. De opleiding wordt aangeboden in vier varianten: Vierjarige voltijdvariant in Utrecht; Driejarige voltijdvariant in Amersfoort (voltijd compact); Vierjarige non-concurrency-deeltijdvariant in Amersfoort. Deze variant kent geen eis van een relevante functie in het hrm-domein; Driejarige concurrency-deeltijdvariant in Utrecht, met de eis van een relevante functie in het hrm-domein. De opleiding telt per oktober 2009 657 voltijd en 204 deeltijdstudenten, totaal 861. Vanwege de geringe instroom heeft het managementteam van het Centrum Arbeid & Organisatie besloten dat de concurrency- en non-concurrencydeeltijdvarianten per september 2011 worden samengevoegd. Over de locatie waar vanaf dat moment het deeltijdonderwijs zal worden gegeven, wordt nog beslist. De HU kent een lectoraat Organisatieconfiguraties en Arbeidsrelaties (OCA), dat is ingebed in het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de FMR. Speerpunt van het lectoraat is onder andere de professionaliteit van de P&O-functie en de P&A-docent. Het lectoraat levert een bijdrage aan het ontwikkelen van de onderzoeksattitude, levert casuïstiek voor de curriculumontwikkeling en biedt studenten gelegenheid tot participeren in onderzoeksprojecten. Profiel van de opleiding Omdat het domein van de hrm-professional breed is, is het curriculum breed van opzet. Het curriculum is beroepsgericht en gebaseerd op het beroepsprofiel Format 2008+ van het Landelijk Overleg P&A (LOPA). De opleiding onderscheidt vier leerlijnen: (i) de kennis- (ii) en vaardighedenlijn, (iii) de integrale lijn en (iv) de reflectie-/slb-lijn en maakt gebruik van een variëteit aan leer- en werkvormen. De opleiding heeft intensieve contacten met het werkveld, wat zich vertaalt in een actueel curriculum met verdiepende en verbredende minoren. Hierdoor kunnen studenten zich profileren. Meer dan de helft van de docenten komt uit het werkveld en werkvelddeskundigen leveren hun bijdrage aan de curriculumontwikkeling. 90 procent van de docenten heeft een mastergraad terwijl twee van hen bezig zijn met hun promotie. Acht van de tien docenten zijn betrokken bij contractactiviteiten en onderzoek. Toekomst De HU heeft de ambitie om zich te ontwikkelen tot een University of Applied Sciences met een positie in het uitvoeren van toegepast onderzoek en verzorgen van hoogwaardig initieel onderwijs. De opleiding P&A heeft in het verlengde hiervan als doelstelling om de kwaliteit van het onderwijs te handhaven en te verbeteren. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 5

Enkele thema s voor de komende jaren zijn: maatwerk leveren bij de deeltijdopleiding in relatie tot het EVC-centrum en afstandsleren, verdere curriculumaanpassing met aandacht voor flexibilisering van het programma en het ontwikkelen van een onderzoekende houding bij studenten, uitbouw van de contractactiviteiten, versterken van de samenwerking met internationale hogescholen en universiteiten en het ontwikkelen en uitvoeren van een masteropleiding. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 6

4. VORIGE ACCREDITATIE Bij de accreditatie in 2004 zijn verschillende verbeterpunten genoemd, die de opleiding in de afgelopen jaren heeft opgepakt. Gerealiseerd zijn: Zorgdragen voor een representatieve beroepenveldcommissie; Versterken van de bedrijfsmatige inhoud van het curriculum; Inrichten van een competentiegericht curriculum; Structuur aanbrengen in het relatiebeheer met het werkveld; Verbeteren van de voorlichting aan aspirant studenten; Formuleren van prestatiecriteria voor individuele docenten en teams; Vormgeven van competentiemanagement voor docenten. Bij deze audit heeft het auditteam bij een aantal van de bovengenoemde onderwerpen kunnen vaststellen dat de opleiding daarmee bezig is. Te noemen zijn: Invoeren van nieuwe systemen voor het beheer van ken- en stuurgetallen (hogeschoolbreed). Nieuwe systemen en aanpassen van bestaande programma s moeten leiden tot structurele verbetering in de managementinformatie; Archivering en beheer van documenten op clusterniveau. Door centrale (her)inrichting van de server is de vindbaarheid van documenten al sterk verbeterd. De opleiding werkt nu aan verbeteren van de opslag van hard-copymaterialen; Vergroten van de toetsvaardigheden van docenten. Docenten hebben een training Toetsvaardigheden gevolgd. In 2010-2011 zal dit zijn vervolg krijgen met een training Toetsconstructie; Versterken van de functie van slb en mentoraat. De opleiding heeft al een scheiding aangebracht tussen studiebegeleiding en beroepsoriëntatie/loopbaanbegeleiding. Hogeschoolbreed wordt gewerkt aan de verdere professionalisering van studieloopbaanbegeleiding. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 7

Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 8

DEEL 2 5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk) Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Beroepsprofiel Het landelijke beroepsprofiel Format 2008+ vormt de basis voor de eindtermen van de opleiding, terwijl de tien hbo-kernkwalificaties de richtlijn zijn voor het hbo-niveau. (Zie verder hiervoor facet 1.2). Het landelijke beroepsprofiel is gevalideerd door het Landelijk Overleg P&A (LOPA) en de Landelijke Werkveld Adviesraad P&A. De kring van lectoren HRM overlegt met het LOPA op landelijk niveau. Opleidingsprofiel Het opleidingprofiel is geënt op het beroepsprofiel. De opleiding in Utrecht en Amersfoort leidt op voor een hr-professional die functies kan vervullen in het hele beroepsdomein, zoals personeelsfunctionaris, personeelsconsulent, personeelsadviseur, P&O-adviseur, loopbaanbegeleider en loopbaanadviseur. De eindkwalificaties zijn gevalideerd door de beroepenveldcommissie van de opleiding met tien representatieve hr-professionals uit (internationale) profit- en non-profitorganisaties, door evaluaties onder alumni en stagebegeleiders en via contacten met de beroepsvereniging NVP. In het gesprek dat het auditteam met vertegenwoordigers van het werkveld voerde, melden zij, dat zij daadwerkelijk invloed hebben op het curriculum en dat de opleiding in voldoende mate de ramen naar buiten heeft openstaan. Het auditteam is opgevallen dat de betrokkenen met wie het auditteam sprak elkaar niet kenden. De discussie met het werkveld over gemeenschappelijk normbesef alsook de wijze waarop de HU zich wenst te ontwikkelen tot een University of Applied Sciences mag nog sterker worden gevoerd. Het Utrechtse lectoraat HRM heeft invloed op de inhoud van het curriculum. In het gesprek met het auditteam geven de lector en kenniskringleden hiervan voorbeelden. Studenten worden betrokken bij het doen van onderzoek binnen de kenniskring. De aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk is, blijkens de score uit de HBO-Monitor goed (83 procent). Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 9

De opleiding houdt het curriculum voortdurend actueel. Op basis van onderwijsevaluaties had de opleiding de abstract geformuleerde competenties al vervangen door concrete en herkenbare taaksituaties. Bij het verschijnen van Format 2008+ heeft de opleiding de in kerntaken geformuleerde eindtermen vergeleken met de in het curriculum opgenomen cursussen en die cursussen gerelateerd aan de verschillende kerntaken. Het auditteam heeft dit tijdens de visitatie kunnen verifiëren. Vanaf het studiejaar 2009-2010 worden de leerdoelen, gebaseerd op Format 2008+ gefaseerd ingevoerd. Internationale referentie Het LOPA heeft een internationale vergelijking gemaakt van bacheloropleidingen HRM. In Utrecht zijn, in samenwerking met het lectoraat, contacten ontwikkeld met Leuven, waar studenten aan een internationale week kunnen deelnemen, waarin uitwisselingen tussen zes Euro-landen plaatsvinden. Onderzoekscompetenties In het curriculum wordt aandacht gegeven aan kwantitatief onderzoek. Doen van kwalitatief onderzoek wordt de komende jaren versterkt in het curriculum; een werkgroep is hiermee bezig. Toekomst Hogeschool Utrecht wil zich ontwikkelen tot een University of Applied Sciences (UoAS). De opleiding staat aan de vooravond van het vertalen van deze missie van de hogeschool naar de opleiding. Dit zal erin resulteren dat het ordeningsprincipe van het curriculum overeind blijft maar op onderdelen meer complexiteit wordt ingebracht. De opleiding zal daartoe keuzes maken in speerpunten en aandacht geven aan onderwijs, toegepast onderzoek en zakelijke dienstverlening. Het motief dat de arbeidsmarkt in toenemende mate een hoger niveau aan afstuderen vraagt is hierbij een belangrijke drijfveer. Overwegingen Het auditteam heeft het programma en de daarmee beoogde eindkwalificaties bestudeerd en gezien dat de opleiding in zowel de voltijd- als deeltijdvarianten het programma actueel houdt. Er is goede afstemming met het werkveld over het te bereiken niveau en over de inhoud van de eindkwalificaties. Het auditteam beoordeelt het facet Doelstellingen opleiding voor alle varianten als goed. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 10

Facet 1.2. Niveau: bachelor De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Oordeel: goed, non-concurrency variant: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarneming Toetsing van de eindkwalificaties aan de Dublin Descriptoren De opleiding P&A heeft de eindkwalificaties uit het landelijke opleidingsprofiel overgenomen. Deze eindkwalificaties zijn omschreven als kerntaken van het beroep van een hr-professional. Deze kerntaken zijn daarmee de eindkwalificaties van de Utrechtse opleiding. Deze kerntaken zijn gerelateerd aan de tien generieke hbo-kernkwalificaties, die weer zijn gerelateerd aan de Dublin Descriptoren. De opleiding heeft de eindkwalificaties, gerelateerd aan de Dublin Descriptoren uitgewerkt en vastgelegd. Een voorbeeld van deze uitwerking is het volgende: DD: Toepassing van kennis en inzicht komt tot uitdrukking in probleemgericht werken. De student leert een complex hr-probleem, waarbij verscheidene van elkaar afhankelijke variabelen een rol spelen, op te lossen. Een dergelijk probleem is bijvoorbeeld een te kostbare werving- en selectieprocedure in een bedrijf. Door het toepassen van relevante kennis, inzichten, vaardigheden en een juiste houding dient hij het probleem te analyseren en op te lossen. Overweging Het auditteam heeft de relatie tussen de Dublin Descriptoren en de hbo-kernkwalificaties gezien en beoordeelt deze als adequaat en goed uitgewerkt. Door op consistente wijze de relatie te leggen tussen de eindkwalificaties en de internationaal geaccepteerde Dublin Descriptoren wordt duidelijk dat deze eindkwalificaties opleiden tot het niveau bachelor. Het auditteam beoordeelt daarom het facet Niveau bachelor voor de voltijd, de voltijd-compact en de deeltijd-concurrency als goed. Bij de deeltijd non-concurrency heeft het auditteam gezien dat veel studiepunten worden gegeven op basis van het werk dat de student verricht in zijn werkomgeving. Bij de deeltijd non-concurrency heeft de student een niet-relevante functie voor P&A, maar wel een functie die het mogelijk maakt om opdrachten van de opleiding uit te voeren. Er is dus sprake van het verwerven van competenties in de praktijk, doch de eerste jaren nog niet in een relevante P&Afunctie. De eindkwalificaties van de non-concurrency opleiding sluiten daarom naar oordeel van het auditteam in voldoende mate aan bij de kwalificaties van een bachelor. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 11

Facet 1.3. Oriëntatie hbo De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel goed derhalve identiek is. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 12

2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Vakliteratuur; interactie met de beroepspraktijk Docenten vertalen actuele en relevante kennisontwikkeling in cursusmateriaal met bijbehorende literatuur. Zij zijn daartoe ingedeeld in drie kennislijnen en kennisgroepen: (i) personeelsmanagement en management en organisatie, (ii) human resource accounting en (iii) mens en arbeid. Zij beoordelen literatuur op de toepasbaarheid in het onderwijs en schrijven deze voor. Het auditteam heeft deze literatuur gezien en vastgesteld dat dit actuele, relevante, internationale vakliteratuur op hbo-niveau is. De opleiding maakt gebruik van aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek. Voltijdstudenten behandelen in de integrale leerlijn praktijkopdrachten, simulaties en opdrachten die in de praktijk en stage moeten worden uitgevoerd. Deze casuïstiek is actueel en relevant. Het auditteam heeft tijdens de audit een demonstratie gezien van casuïstiek die voortkwam uit een promotieonderzoek van een van de docenten. Deeltijdstudenten brengen casuïstiek in uit hun eigen werkomgeving. Bij deeltijdstudenten met relevante werkervaring (concurrency) wordt aan de hand van criteria via een intakegesprek bepaald of de werkplek en functie relevant is en de kerntaken uitgevoerd kunnen worden. Bij de vierjarige non-concurrencyvariant voert de deeltijdstudent opdrachten uit in zijn organisatie, maar nog niet binnen een relevante functie. Uit cijfers blijkt overigens dat tegen het eind van de studie 70 procent van de non-concurrencystudenten een functie in het hrdomein heeft. Aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen 60 procent van de voltijdstudenten heeft een hr-gerelateerde bijbaan. In de afstudeerfase voeren studenten een project uit met een externe opdrachtgever. Deeltijdstudenten gebruiken hun werkplek om praktijkopdrachten uit te voeren. Het werkveld is via stages, alumnitrainers, (gast)docenten, afstuderen en via de bvc direct betrokken bij de opleiding en brengt voortdurend nieuwe ontwikkelingen in. Docenten hebben zelf netwerken en zijn (deels) afkomstig uit het beroepenveld en deels daarin nog werkzaam. Beroepsvaardigheden De ontwikkeling van beroepsvaardigheden geschiedt in de vaardighedenlijn via trainingen. Deze worden onder meer gegeven door alumni van de opleiding. Ontwikkeling van de beroepsvaardigheden bij de deeltijd-concurrency-opleiding geschiedt grotendeels gedurende het werk van de deeltijdstudent. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 13

Toegepast onderzoek De opleiding kent voornamelijk kwantitatief toegepast onderzoek. Kwalitatief onderzoek wordt ten tijde van de audit versterkt in het curriculum ingebracht. Studenten voeren toegepast onderzoek in hun afstudeerfase bij een externe opdrachtgever. Dit onderzoek mondt in veel gevallen uit in een advies, waarmee de student zijn hbo-niveau aantoont. Oordeel studenten Uit het Studenttevredenheidsonderzoek 2009 (STO 2009) blijkt dat voltijd- en deeltijdstudenten in Utrecht en Amersfoort zeer tevreden zijn over de gerichtheid op de beroepspraktijk, het aansluiten bij actuele ontwikkelingen en de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal (scores van 3,8 tot 4,0 op een vijfpuntsschaal). Toekomst De opleiding heeft vanaf 2009 een HR-Expertisecentrum, dat tot doel heeft de contractactiviteiten te bundelen en studenten mee te laten draaien in die activiteiten. Vanaf het studiejaar 2010-2011 start de opleiding met het vernieuwen en verdiepen van de curricula in de speerpunten die het gevolg zijn van de University of Applied Sciences-filosofie. Overwegingen Het auditteam heeft gezien dat de opleiding de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van studenten vormgeeft door relevante actuele literatuur aan te bieden en projecten uit te laten voeren. Goede verbinding met het werkveld biedt garanties voor de actualiteit van casuïstiek en voor het zicht hebben op de eisen die het werkveld stelt ten aanzien van beroepsvaardigheden. Het auditteam beoordeelt het facet Eisen hbo daarom voor alle varianten als goed. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 14

Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Concretisering van de eindkwalificaties De opleiding is per jaar opgedeeld in vier perioden van tien weken. In deze perioden wordt onderwijs aangeboden in cursussen. Het auditteam heeft het overzicht van de curricula en de cursusbeschrijvingen van de vier varianten (voltijd, voltijd-compact, deeltijd-concurrency en deeltijd-non-concurrency) gezien. De kennisbasis van de opleiding wordt gevormd door de drie kennislijnen in het hr-domein (zie facet 2.1). Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen De voltijdvariant De opleiding onderscheidt bij de cursussen drie niveaus: propedeuse, major en eindfase. Voor elke cursus is vastgelegd aan welke kerntaak deze een bijdrage levert, wat de studiebelasting in uren en studiepunten is en welke werkvormen en toetsvormen worden gebruikt. Aan het einde van het derde jaar kan de student zich profileren door te kiezen voor een verdiepende minor. De opleiding biedt zes verdiepende minoren aan die aspecten van het hrdomein bestrijken. Daarnaast volgen de studenten een verbredende of een tweede verdiepende minor. De voltijd-compactvariant De HU kent de voltijd-compactvariant, die drie jaar beslaat en een studieprogramma heeft van 80 EC s per jaar. Deze variant staat open voor studenten met een vwo-diploma of hbo of universitaire propedeuse en eventueel andere studenten die de intellectuele capaciteit en sterke motivatie hebben om een bacheloropleiding in drie jaar af te ronden. De eindtermen van deze driejarige opleiding zijn gelijk aan die van de vierjarige opleiding, maar het programma is gecomprimeerd en het tempo ligt hoger. Ook studenten van de voltijd-compactvariant lopen stage en volgen twee minoren. Een specifieke minor is de premaster. Deze minor geeft directe toegang tot een universitaire vervolgstudie. Een aantal daarvoor gekwalificeerde studenten volgt deze premaster. De deeltijdvarianten De deeltijdstudent in de concurrencyvariant voert tijdens zijn werk kerntaken en opdrachten uit en reflecteert daarop. Studenten van de non-concurrencyvariant zonder relevante werkplek hebben de mogelijkheid om kerntaken binnen hun organisatie uit te voeren, zij het dat dit geschiedt naast hun eigen werk. In een startgesprek gaat de opleiding na of de werkplek van de non-concurrencystudent hiervoor voldoende mogelijkheden biedt: in het tweede studiejaar moet de student een opdracht van 50 uur in zijn werkorganisatie kunnen uitvoeren. De deeltijdstudent volgt één minor en profileert zich in het afstudeerprogramma. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 15

Vanaf september 2011 zullen de concurrency- en non-concurrencyvariant in elkaar zijn geschoven. Er is dan sprake van een vierjarige deeltijdopleiding met vrijstellingen voor díé studenten die een relevante functie hebben in het hr-domein. Aanleiding tot dit besluit is de daling van het studentenaantal en wijziging in de bekostigingssystematiek. Het curriculum ondergaat daarbij, volgens informatie van de opleiding, geen wijziging. Mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te behalen De opzet van het onderwijs in cursussen met flankerend daaraan studieloopbaanbegeleiding, een gelijke studielast verdeeld binnen elk jaar en over de jaren (zie hiervoor facet 2.4) leidt ertoe dat studenten in staat zijn de eindkwalificaties te halen. De studenten zijn, blijkens STO 2009, positief over de inhoud van de voltijd- en deeltijdopleiding in Utrecht en Amersfoort. (Scores tussen 3,9 en 3,6 op een vijfpuntsschaal). Het gesprek dat het auditteam heeft gehad met de studenten van de voltijd-compactvariant heeft het auditteam tot de overtuiging gebracht dat deze driejarige opleiding voor een geselecteerd gezelschap van talentvolle studenten de gelegenheid biedt om het diploma bachelor P&A in drie jaar te behalen. Overwegingen Het auditteam heeft de programma s van de voltijd, de voltijd-compact en van de deeltijdconcurrency- en -non-concurrencyvarianten bestudeerd. Het auditteam ziet dat in alle vier de genoemde gevallen sprake is van een adequate concretisering van de eindkwalificaties, uitgewerkt in leerdoelen en dat de opzet en inhoud van het programma zodanig is dat de studenten deze leerdoelen kunnen behalen. Begeleiding van de studenten draagt daartoe bij (zie ook facet 4.2). Het feit dat de premaster directe toegang geeft tot een universitaire master bewijst volgens het auditteam eveneens het eindniveau dat studenten (kunnen) bereiken met dit programma. Het auditteam beoordeelt het facet Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma voor alle varianten als voldoende. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 16

Facet 2.3. Samenhang programma Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Verticale en horizontale samenhang De opleiding realiseert samenhang in het programma door het gebruik van leerlijnen, de inhoudelijke kennislijnen en de drie niveaus die zijn gekoppeld aan de opleidingsfase. Door de studieloopbaanbegeleiding (hierna: slb) krijgt de student zicht op deze samenhang. De verticale samenhang organiseert de opleiding door cursussen aan te bieden op de drie niveaus: propedeuse, major en eindfase. In de loop van de opleiding neemt de complexiteit van opdrachten en bestudeerde stof toe. Na een half jaar stage in het derde jaar kiezen de studenten voor minoren of projectstages, waarmee zij zich profileren. Het curriculum van de voltijdopleiding kent een verdiepende minor op hrm-gebied en een verbredende minor. Bij de keuze van deze laatste minor moet de examencommissie toestemming geven; deze minor moet aanvullend zijn op het vakgebied hrm. Veel studenten kiezen overigens voor twee verdiepende hrm-minoren. De horizontale samenhang realiseert de opleiding door de drie kennislijnen. Binnen deze kennislijnen maken de studenten zich de body of knowledge eigen door cursussen te volgen. Deeltijdstudenten voeren praktijkopdrachten uit binnen hun werkorganisatie of werken in een relevante functie en ontwikkelen daarbinnen hun kerntaken van het beroep. De opleiding onderscheidt twee typen opdrachten: (i) praktijkopdrachten en (ii) het uitvoeren van kerntaken binnen de context van het werk. De beoordeling van het uitvoeren van de kerntaken geschiedt doordat de student bewijzen daarvoor aanlevert, die worden beoordeeld door de slb er. Het auditteam heeft hiervan voorbeelden gezien in portfolio s. De opbouw van het programma van de vier varianten is schematisch opgenomen in de studiegids. De voorzitters van de kennisgroepen bewaken de samenhang en het voorkómen van overlap in cursussen. Samenhang tussen het binnen- en buitenschoolse programma De studenten met wie het auditteam heeft gesproken, melden dat zij goed voorbereid op stage gaan. De begeleiding daarvan vanuit de opleiding is goed en vooral gericht op het ontwikkelen van de professionele beroepshouding. Zij onderkennen duidelijk samenhang tussen wat zij vooraf aan de stage hebben geleerd en in de stagepraktijk tegenkomen. Samenhang programma Studenten over de samenhang De studenten beoordelen de samenhang van de voltijd- en deeltijdopleiding in Utrecht en Amersfoort als goed. Scores van 3,9 tot 3,6 op een vijfpuntsschaal. Overwegingen Het auditteam ziet een opbouw van het curriculum in drie kennislijnen en indeling in vier leerlijnen. Er is duidelijke samenhang tussen theorie en praktijk en tussen de binnen- en buitenschoolse programmadelen. Het auditteam beoordeelt de samenhang van het programma voor alle varianten als goed. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 17

Facet 2.4. Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Studielast In elke studiehandleiding is het aantal studie-uren vermeld en bij roostering zorgt de opleiding ervoor dat het programma studeerbaar blijft. De studielast van een voltijdstudent is gebaseerd op 40 uur per week; die van een deeltijdstudent op 20 uur per week. De propedeuse bestaat uit 60 EC s. In het eerste studiejaar moet de voltijdstudent 49 EC s en de deeltijdstudent 46 EC s halen om een positief bindend studieadvies te krijgen. Daarbinnen dient de student ten minste alle EC s van de slb-cursussen te hebben behaald. De hoofdfase bestaat uit 180 EC s, waarvan de voltijdstudenten in het laatste studiejaar twee keer 30 EC s gebruiken om zich te profileren via twee minoren. Deeltijdstudenten profileren zich via een afstudeerprogramma van 30 EC s dat bestaat uit een adviesopdracht en een werkstuk. In het voltijd-compactprogramma omvat het programma 80 EC s per jaar. Zeer gemotiveerde studenten die met minder contacttijd toekunnen, zijn daardoor in staat om hun bachelor P&A in drie jaar te behalen. Dezelfde stof wordt dan in een hoog tempo gegeven. In het gesprek met het auditteam melden de voltijdstudenten dat hun studielast varieert. Een student die bezig is met het premaster-traject, besteedt gemiddeld 35 tot 40 uur per week; andere studenten in andere fasen van hun studie besteden 20 tot 25 uur. Van de voltijd-compactstudenten geeft 43 procent aan dat zij tussen de 26 en 30 uur aan de studie besteden en 37 procent dat hun studielast ligt tussen de 31 en 35 uur per week. 20 procent besteedt tussen de 21 en 25 uur per week aan de studie. De deeltijdstudenten besteden naar hun zeggen naast de lessen op school circa 20 uur per week aan thuisstudie. Hierbij is geen onderscheid tussen de concurrency- en nonconcurrencyvariant. Studievoortgang Studenten worden via slb gecoacht in hun studie. De wijze waarop dit geschiedt, is beschreven bij facet 4.2. Studenten met een handicap kunnen een beroep doen op extra begeleiding en voorzieningen. Studenten hebben de mogelijkheid om éénmaal per studiejaar een toets te herkansen. Contacturen Contacturen zijn de uren dat de student van een docent, trainer of studentassistent les of begeleiding krijgt in een lesweek. Het aantal contacturen in de voltijdvariant is in het eerste en tweede jaar tussen de 12 en 15 per week. De voltijd-compactvariant kent 10 tot 12 contactuur per week. De deeltijdstudenten hebben 7 tot 8 contacturen in de twee dagdelen dat zij per week op de opleiding zijn. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 18

Studenten over de studielast en studeerbaarheid De voltijdstudenten in Utrecht en Amersfoort zijn tevreden over de studielast (score 3,6 en 3,4) en spreiding daarvan (score 3,2 en 3,5) en vinden dat de opleiding te doen is in de tijd die ervoor staat (score 4,0 en 4,1). De studenten van de voltijd-compactvariant beamen dit; zij geven aan dat de studie behoorlijk wat zelfdiscipline vergt, maar zeker te doen is. De deeltijdstudenten zeggen eveneens dat de opleiding te doen is in de tijd die ervoor staat. Ontevredenheid over de spreiding van de studielast heeft de opleiding in overleg met hen meteen opgelost. Het evenwicht in het programma qua contacturen blijft een punt van aandacht voor de opleiding. Overwegingen Het auditteam heeft in de gesprekken met de studenten uit de vier varianten beluisterd dat de studielast redelijk is. Er zijn voldoende contacturen en de contacten met docenten zijn voldoende. Factoren die de studie (dreigen te) belemmeren, worden weggenomen. De opleiding bewijst dit door de maatregelen bij klachten over onbalans in roosters. Het auditteam beoordeelt het facet Studielast voor alle varanten als voldoende. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 19

Facet 2.5. Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Instroom en toelating De opleiding kent vier varianten, gericht op de kwalificaties van instromende studenten. De vierjarige voltijd: vooral havo- en mbo4-studenten; De driejarige voltijd: vooral vwo-studenten en studenten in bezit van een hbo- of wopropedeuse; Deeltijd-concurrency: voor studenten met een relevante baan in het hr-domein; Deeltijd-non-concurrency: studenten die een werkplek hebben met voldoende potentieel om daar projecten te kunnen uitvoeren. Zij die niet aan het diplomavereiste voldoen en ouder zijn dan 21 jaar kunnen via een intakeprocedure instromen. Studenten die geen vwo of hbo of wo-propedeuse bezitten maar toch opteren voor de driejarige voltijd-compactvariant kunnen via een intakeprocedure met overleggen van bewijzen van eerdere studieopdrachten en werkervaring toegang krijgen. Alleen de zeer gemotiveerde studenten komen hiervoor in aanmerking. Studenten voor de deeltijd-concurrency-opleiding voeren een gesprek met een gecertificeerde assessor, die optreedt als intakefunctionaris. De FMR kent een eigen gecertificeerd EVCcentrum. Dit centrum hanteert EVC-procedures en geeft ervaringscertificaten af voor instroom in de deeltijdopleiding. Het ervaringscertificaat is de basis voor het verkrijgen van vrijstellingen. De beslissing daarover ligt bij de examencommissie. De opleiding wil de mogelijkheden voor maatwerk op basis van dergelijke certificaten verder vergroten. Studenten over aansluiting op vooropleiding De voltijd- en deeltijdstudenten in Utrecht en Amersfoort beoordelen de aansluiting op de vooropleiding als goed (score 3,6 tot 3,9). Overwegingen Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat het programma in alle vier varianten aansluit bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bij de intake zou de opleiding meer aandacht kunnen besteden aan de motivatie van de aanstaande student, bijvoorbeeld door een intakegesprek. Dit is al de praktijk bij de deeltijd-concurrencyvariant. Voor de voltijdopleiding staat dit in de planning voor dit jaar. Het auditteam beoordeelt het facet Instroom voor alle varianten als voldoende. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 20

Facet 2.6. Duur De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum van een hbo-bachelor. Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Duur De vierjarige voltijdvariant heeft een omvang van 240 EC s verdeeld over vier jaar en kent een studielast van 60 EC s per jaar De voltijd-compactvariant heeft een omvang van 240 EC s verdeeld over drie jaar en kent een studielast van 80 EC s per jaar. De deeltijd-concurrencyvariant voor studenten met een baan in het hr-domein heeft een omvang van 240 EC s. Daarbinnen wordt een vrijstelling van 60 EC s gegeven op basis van een intake, gekoppeld aan een EVC-procedure. De deeltijd-non-concurrency-opleiding heeft een omvang van 240 EC s. Beide deeltijdvarianten kennen daarmee een studielast van 60 EC s per jaar. Overwegingen Alle varianten van de opleiding voldoen aan de formele eis met betrekking tot de omvang van het curriculum van een hbo-bacheloropleiding. Derhalve beoordeelt het auditteam het facet Duur als voldoende. Wat betreft de spreiding van studiepunten over de jaren merkt het auditteam op dat de voltijdcompactvariant de norm van 60 EC s per jaar, zoals genoemd in de WHW art 7.4, overschrijdt. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat die overschrijding echter geen invloed op de inhoud, noch op de kwaliteit van de opleiding heeft. Sterker nog: de studenten met wie het auditteam heeft gesproken lieten een uitstekende indruk achter! Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 21

Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Didactisch concept De visie van de HU op onderwijs is: competentiegericht, vraaggestuurd en bieden van een krachtige leeromgeving. De opleiding heeft dit als volgt vertaald: Een brede kennisbasis; Integrale praktijkopdrachten met een directe relatie met de beroepspraktijk; Gedurende de opleiding van docent- naar student-gestuurd en van eenvoudig naar complex; Kennis, vaardigheden, houding en reflectie worden zowel apart als integraal onderwezen en getoetst; Veel keuzemogelijkheden voor studenten in varianten en eigen profilering. Werkvormen De opleiding hanteert een scala aan werkvormen, bijvoorbeeld: hoor- en werkcolleges, projecten, praktijkopdrachten, simulaties en rollenspelen in groepen. Studenten worden, om hen voor te bereiden op de praktijk, benaderd als werknemer: zij ondergaan functionerings- en beoordelingsgesprekken, maken een POP, en doen mee aan assessments en dergelijke. Tijdens de visitatie heeft het auditteam kennisgenomen van verschillende projecten, die in de loop van de studie complexer worden. Het meest complexe integrale project Adina is geprogrammeerd aan het eind van de majorfase. In dit project wordt een simulatie gegeven van een groot bedrijf, waarbinnen verschillende complexe hr-opdrachten moeten worden uitgevoerd. Dit project, dat is voortgekomen uit een promotieonderzoek van een P&A-docent, beschouwt het auditteam als een mooi voorbeeld van een integraal project in het hr-domein waarin allerlei facetten uit het werkveld aan de orde komen en als een goed voorbeeld van informatie-uitwisseling tussen onderzoek en onderwijs. Werkplekleren De opleiding beoordeelt vooraf aan een stage de stageplaats. De stageverlenende organisatie garandeert dat de praktijkbegeleiding wordt verricht door een gekwalificeerde hr-professional. De kwaliteit van de praktijkbegeleiders en stageplaatsen wordt bewaakt door de stagesupervisoren. Feedback van studenten vormt daarvoor een bron van informatie. Studenten over afwisseling in werkvormen De studenten waarderen de afwisseling in de werkvormen als goed en ruim voldoende. (voltijdstudenten 3,9; deeltijdstudenten 3,6). Overwegingen Het auditteam heeft gezien dat de opleiding een didactisch concept gebruikt met vier leerlijnen met daarbij aansluitende werkvormen. De integrale leerlijn is belangrijk en deze wordt in de laatste fase van de studie ingevuld met het integrale project Adina. Het auditteam beschouwt dit als een mooi voorbeeld van integraal leren. Daarmee voldoet de afstemming tussen vormgeving en inhoud aan de basiskwaliteit. Het auditteam beoordeelt het facet Afstemming tussen vormgeving en inhoud voor alle varianten als voldoende. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 22

Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande waarnemingen en overwegingen. Waarnemingen Toetscommissie en Examencommissie De toetscommissie beoordeelt de kwaliteit van de toetsen en onderzoekt of de niveaus per opleidingsfase voldoende worden getoetst. In het afgelopen jaar heeft de toetscommissie het hbo-niveau van minors en afstudeerprogramma geëxpliciteerd. De Examencommissie delegeert het hierboven omschreven werk aan de toetscommissie en beslist over de invoering van toetsen. De commissie ziet toe op de correcte uitvoering van de WHW en de OER en op de uitvoering van het toetsbeleid van de opleiding. De commissie is met het MT en de toetscommissie in gesprek over de nieuwe, meer uitgebreide taak van deze commissie als gevolg van wijziging van de WHW. Kwaliteit van toetsen De opleiding heeft vastgelegd aan welke criteria summatieve en formatieve toetsen moeten voldoen. Belangrijke noties daarbij zijn (i) dat de vorm, inhoud en niveaus van toetsen zijn afgeleid van de niveaus van de kerntaken en dat beoordelingscriteria eenduidig en in meetbare criteria zijn geformuleerd, (ii) welk gewicht wordt toegekend aan onderdelen van een toets en (iii) hoe onvoldoendes gecompenseerd kunnen worden. Toetsen worden altijd door tenminste twee docenten gezamenlijk ontworpen. Elk studiejaar wordt afgesloten met een integrale kennis- en vaardigheden toets. Deze integrale toetsen nemen in het verloop van de studie toe in complexiteit. Het auditteam heeft intensief met docenten gesproken over de normen die zij hanteren bij toetsen van het majorniveau en het hbo-niveau aan het einde van de opleiding. Duidelijk is geworden dat de docenten gemeenschappelijk hebben vastgelegd welke kenniselementen, vaardigheden en gedrag overeenkomen met major- en met hbo-niveau. Het werkveld is betrokken geweest bij de discussie welk gedrag hbo-niveau reflecteert en welke beroepshandelingen overeenkomen met het gewenste gedrag op het hbo-niveau. In het gesprek met de vertegenwoordigers van het werkveld bevestigen deze dit. Het bezitten van competenties wordt vooral getoetst in de vaardighedenlijn en slb-leerlijn en de professionele ontwikkeling van de student in de slb-leerlijn door middel van POP-verslagen. De competentieontwikkeling moet in het propedeusejaar voldoende zijn, wil de student een positief studieadvies krijgen. Bij onvoldoende competentieontwikkeling in de hoofdfase struikelt de student op vaardigheidstoetsen, integrale opdrachten en in assessments en de stage. Na het bereiken van het major-niveau volgt de fase van de minoren en afstuderen. Via een verdiepende minor en het afstudeerprogramma worden aan het eind van de studie tenminste twee kerntaken op hbo-niveau getoetst. Volgt een student twee verdiepende minoren wat veelal het geval is- dan worden vier kerntaken getoetst op hbo-niveau. Indien twee (of vier) kerntaken op hbo-niveau blijken te worden uitgevoerd, dan gaat de opleiding er in een analoge redenering ervan uit dat de andere kerntaken ook op hbo-niveau kunnen worden uitgevoerd. Het niveau van kennis en generieke hr-vaardigheden dat in de cursussen in de majorfase wordt getoetst, waarborgt dit. Het auditteam kan deze redenering volgen. Hobéon Certificering Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding P&A, Hogeschool Utrecht, 1.0 23