de zon. De stokroos is in diverse kleuren te krijgen. Bijen bezoeken de bloem vooral om het stuifmeel. De hoogte varieert van 50 cm tot 2 meter.



Vergelijkbare documenten
Februari Jaargang 37, Nummer 1

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)

De teelt van zonnebloemen

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 21 april Beste natuurliefhebber/- ster,

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

Soortenkennis O43. Bloemplanten

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Plantenfamilies leren herkennen

Determineren van planten

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Voorjaarsweekend Tuinplezier EEN TUIN VOL LEVEN. De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht maart Drachtplanten - Bijenplanten

De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma. Ecotreffen 2011

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

tekst, tekeningen en foto's Arjen Neve

De Wiershoeck, woensdag 18 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

Tobi en. de wilde bijen

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

Boomspiegels; stiekem houden we allemaal van groen.

Bestuivingsinformatie

1 NAtuur & Milieu help de bijen! help de bijen! PLAATS EEN NATUUR & MILIEU BIJENHOTEL

Groep 4 t/m 8. De regio zit vol energie! Informatieblad + Docentenhandleiding. Bijen.

Workshop. Bijenhotel

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 24 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Herderstasje. Achtergrondinformatie

Voortplanting bij planten

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

Bijen en hun leefomgeving. Lezing door Arie Koster d.d

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia

Wilde bijen in de betuwe

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Bijen en hommels. Tijdstip: mei, juni, juli, augustus wanneer er veel bloemen in bloei staan

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december Beste natuurliefhebber/-ster,

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 26 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

De grond waarop wij wonen

Bijen en hommels. En alles dat je moet weten om ze te beschermen. John Smit EIS Kenniscentrum Insecten

Bijlage VMBO-GL en TL

Plantensoorten kiezen

Groen Blauw Stimuleringskader Zaaikaart

Rupsklaver (Medicago)

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april Metselbijen

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 maart Beste natuurliefhebber/-ster,

Wilde bijen in en rond Leiden

Onkruid herkennen. Onkruid herkennen. Gewild onkruid

Bloemen en hun bezoekers

Hoe gaat het met de wilde bijen?

Aan de slag voor wilde bijen in je tuin. Infoavond - 12 april

Bijlage VMBO-GL en TL

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

PVM AKKERRANDENMENGSELS MATERIALEN. Telefoon Telefax

preview uit NIET ZONDER ELKAAR BLOEMEN EN INSECTEN verspreiding verboden Copyrights: Uitgeverij Natuurmedia/de fotografen, 2014

Bloemen en hun bezoekers

De grond waarop wij wonen.

NME-leerroute Kleine inwoners van de stad 8

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp

Hoe maken we bijenhotels?

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, woensdag 1 april Beste natuurliefhebber/- ster,

nectarplanten gesorteerd op bloeitijd

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015

Wat hebben bijen nodig?

Dit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint.

Cursus Natuur-in-zicht

Peterselie is een kruidachtige plant die in de winter in leven blijft, maar de plant kan maar twee jaar leven.

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

sommige onderzoekers. Maar dan moet daar natuurlijk wel wat te halen zijn. Met een tuin vol tegels zijn bijen niet geholpen.

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,

zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april

Voorjaarsweekend Tuinplezier EEN TUIN VOL LEVEN. De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht maart 2017.

Nee, dat is normaal. Het is te verwachten dat ongeveer 90% van de cocons uitkomt.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders

Dovenetel (Lamium) ALGEMENE SLEUTEL

Wilde planten voor wilde bijen

Boterbloemen in het gras

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat?

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 17 juni Beste natuurliefhebber/- ster,

WORKSHOP BIJENFOTOGRAFIE

Toorts (Verbascum) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens

Tuinen groot en klein. Met de steun van de Vlaamse minister van Cultuur, Natuur en Milieu

De zonnebloemen waren erg in trek bij de honingbijen (en hommels).

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

LEERLINGENBLAD 7 NECTAR EN STUIFMEEL vlag 2

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Antwoorden Biologie Planten

Smeerwortel (Symphytum)

Bijen en volkstuinen

Transcriptie:

bijenplanten inleiding In Nederland leven 300 soorten bijen. Dertig soorten zijn sociale insecten die in een volk leven. De honingbij is hier een mooi voorbeeld van. De overige soorten bijen leven solitair. Deze bijen leven alleen, hun grootte varieert van enkele millimeters tot ruim twee centimeter. De vrouwtjes leggen de eitjes in bestaande holletjes, ze graven een gang in het zand of bouwen een nest van klei. Enkele voorbeelden zijn de zandbij, de metselbij, de wolbij en de behangersbij. Alle bijen verzamelen nectar en stuifmeel voor zichzelf, maar ook om hun larven van voedsel te voorzien. De tong is stevig, meestal lang, en eindigt in een punt. Bijen zijn onmisbaar voor de bevruchting van planten en dus voor het voortbestaan van de plantensoort. keus genoeg Er is voor de bijen een ruime keuze aan planten die ze aantrekkelijk vinden. Voor honingbijen geldt wel de voorwaarde dat er een drachtgebied is. Dat betekent dat in de omgeving van de bijenkorf een gebied moet zijn waar de bijen voldoende bloemen van één soort kunnen vinden of een gebied met diverse geschikte soorten bloemen. Niet elke bloem is voor bijen geschikt. Ook moeten de kleur en de geur aantrekkelijk zijn. Tot slot is de bouw van de bloem belangrijk. Deze moet zodanig zijn dat de bij de bloem kan binnenkomen om het voedsel tot zich te nemen en gelijktijdig de bloem kan bestuiven. De bloemen waar bijen op afkomen, zijn vaak helder gekleurd (geel of blauw) en hebben dikwijls een honingmerk. Een honingmerk is een gedeelte op de bloem dat het insect door middel van ultraviolet licht kan waarnemen. Hiermee wordt de bij naar de bloem gelokt. Bijen met een korte tong kunnen alleen bloemen met een korte bloembuis bezoeken, terwijl bijen met een lange tong ook bloemen met een lange bloembuis kunnen bezoeken. nestje bouwen Deze verscheidenheid aan bloemen betekent dat er voor ons een ruime keuze is om de tuin naar eigen smaak én die van de bijen in te richten. Daarnaast kunnen we de solitaire bijen ook lokken door te zorgen voor nestgelegenheid. Neem bijvoorbeeld een blok hout en boor daar gaatjes in van verschillende diameters (5 8 mm). Ook kan een bamboestok vlak achter de knopen in 1.

stukjes gezaagd worden. Bind ze tezamen tot een bundeltje. Let er wel op dat de stokjes aan één kant dicht zijn. bloemen waar bijen van houden: klokjesfamilie (campanulaceae) In deze familie zijn wel driehonderd soorten te vinden. In Nederland zijn er zes inheems. De klokjes zijn in ons land wettelijk beschermd. Veel inheemse en uitheemse klokjes worden als sierplant in de tuin gebruikt. Voorbeelden zijn: breed klokje, rapunzel, prachtklokje, grasklokje en het zandblauwtje. De meeste klokjes hebben een penwortel, een wortelrozet, en de bladeren zitten verspreid aan de steel. De bloemen hebben een klokvormige kroon. De rijping van de bloem gaat in fasen. Eerst wordt het stuifmeel rijp, later de stempel. Zo kan stuifmeel alleen overgebracht worden op stempels van oudere bloemen en is kruisbestuiving gegarandeerd. ruig klokje (campanula trachelium) Deze behaarde vaste plant heeft een blauwe/lila bloemkroon, die midden in de zomer bloeit. Zij groeit het best op halfbeschaduwde plekken. De hoogte wordt 60 tot 90 cm. vlinderbloemenfamilie (fabaceae) De naam vlinderbloem slaat op de vorm van de bloem en niet op de bestuivers. Het zijn juist bijen die met kracht op de zijdelingse kroonbladen, de zwaarden, kunnen drukken om bij de nectar te komen. Het onderste kroonblad wordt kiel genoemd. Hier zitten ook de stamper en meeldraden. Het bovenste vrije kroonblad heet vlag en staat recht of schuin omhoog. De vlag lokt de bijen. Vaak leidt een honingmerk de bijen naar de nectar. Tijdens het drinken, komt het stuifmeel op de buik van de bijen. Er zijn een aantal manieren waarop de vlinderbloemigen bestoven kunnen worden. Het klapstoelmechanisme, het springveermechanisme en het pompmechanisme. Het verschil zit hem vooral in de bouwwijze waarop kiel en zwaarden al dan niet met elkaar verbonden zijn. Voorbeelden van deze familie zijn brem, gouden regen, robinia, kattedoorn, lathyrus, klaver, wikke, sperzieboon en hazenpootje. De vrucht is een peul. 2. vaste lupine (lupinus polyphyllus) Dit is een hoge (50-150 cm) overblijvende plant. De bladeren zijn handvormig samengesteld. De bloemen die voornamelijk paarsblauw van kleur zijn, bloeien van juni tot augustus. Bestuiving gaat door middel van het pompmechanisme. De éénjarige gele lupine (Lupinus luteus) is van oorsprong een Zuid-Europese plant. Zij wordt 30 tot 60 cm hoog en bloeit van juni tot september. Lupinen kunnen goed tegen schaduw. De gele lupine is vooral geschikt als groenbemester. Aan de wortelszitten stikstofknolletjes. Hierin zitten bacteriën die de stikstof uit de lucht kunnen omzetten in voedzame nitraten. lipbloemenfamilie (lamiaceae) Veel planten van deze familie staan bekend om hun geur- en smaakstoffen en zijn of worden er voor de broodwinning om verbouwd. De specifieke bouw van deze bloemenfamilie is aangepast aan de bestuiving door insecten. Bij ons zijn dat vooral de bijen. Sommige bloemen hebben een brede onderlip waar de bij mooi op kan landen. Ook heeft de onderlip vaak een honingmerk. De nectar bevindt zich onderin de betrekkelijk lange, niet nauwe buis. De lengte van de tong moet minimaal 1 cm zijn om bij de nectar te komen. De bijen komen met hun rug in aanraking met de geopende helmhokjes. Omdat de stempel in ontwikkeling iets achterloopt bij de ontwikkeling van het stuifmeel, wordt het stuifmeel meegenomen naar een oudere bloem waar de stempel al wel ontvankelijk is voor het stuifmeel. Tot deze familie behoren diverse kruiden zoals tijm, rozemarijn, marjolein, verder diverse dovenetel- en andoornsoorten. Vooral solitaire bijen, zoals de metselbij en de wolbij, houden van deze bloemen. De wolbij dankt haar naam aan het feit dat ze de nestholten bekleedt met de wol van behaarde planten. Op munt en salie komen vooral honingbijen af. lavendel (lavandula angustifolia) Deze vaste struikvormige plant wordt 30 tot 60 cm hoog. De lila bloemen bloeien van juni tot augustus. Ze houden van een zonnige, droge plek. composieten (asteraceae) Van deze familie zijn de bladstand en de vorm van het blad heel gevarieerd. De bloemen vormen een hoofdje doordat ze dicht bij elkaar op de bloembodem zitten. Voorbeelden zijn paardebloem, distel, margriet, aster, kamille, kruiskruid, leeuwentand, melkdistel en muizenoor. Veel bijensoorten zijn op bloemen van 3.

deze familie te vinden. Het zijn vooral de roetbij, wespbij, tronkenbij, pluimvoetbij, zijdebij en metselbij, die op composieten af komen. koninginnekruid (eupatorium cannabinum) Deze plant wordt ook wel leverkruid genoemd. Het is een hoge (1 1,50 meter) overblijvende zomerbloeier. Uit de wortelstok komen enkele forse rode stengels. Vlakbij de roze bloeiwijze vertakt de stengel zich pas. De bloemhoofdjes hebben buisbloemen van een halve cm lengte. Koninginnekruid groeit op allerlei grondsoorten, maar is vooral op vochtige plekken te vinden. Zware klei en voedselarm zand wordt echt niet verdragen. De pluisvruchten kunnen zich over een groot oppervlak verspreiden. kleine klit (arctium minus) Dit is een tweejarige plant die zowel van zon als van een half beschaduwde plek houdt. De plant bloeit van juni tot september met groenig, paarse bloemen. De hoogte reikt van 50 cm tot 2 meter. de zon. De stokroos is in diverse kleuren te krijgen. Bijen bezoeken de bloem vooral om het stuifmeel. De hoogte varieert van 50 cm tot 2 meter. chrysant (chrysantemum) Er zijn diverse soorten chrysanten. Kleur en hoogte variëren. Ze bloeien van september tot november. De bijen halen er zowel nectar als stuifmeel uit. engels gras (armeria maritima) Deze vaste plant wordt 10 tot 40 cm hoog. Ze houdt van zon en bloeit van mei tot in de herfst met roze bloemen. Het zijn net ronde hoofdjes. Engels gras is vooral geschikt voor een rotstuin. Wie het niet erg vindt even terug te gaan naar grootmoederstijd, kan boekweit (Fagopyrum esculentum) uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae) zaaien. De bloemen zijn wit tot roze en de bloeitijd is van juni tot augustus. De hoogte wordt 15 tot 60 cm. Drommen bijen zullen u dankbaar zijn! papaverfamilie (papavaraceae) Van deze familie is de voorjaarshelmbloem (Corydalis solida) een echte bijenplant. Het is een kleine overblijvende plant, die in het voorjaar bloeit. De plant heeft een knol waar één bloeistengel uitkomt. De geurige bloemen zijn paarsrood. Kruisbestuiving is noodzakelijk voor de zaadvorming. De bijen gaan op de zijdelingse kroonbladen zitten. Deze veren dan omlaag, waarop de stamper en meeldraden tegen de buik van de bij klappen. Hierbij wordt stuifmeel van het vorige bloembezoek afgegeven aan de stempel. Als cultuurplant moet phacelia (phacelia tanacetifolia) genoemd worden. Deze eenjarige plant wordt speciaal gekweekt als bijenplant. Ze wordt daarom ook wel bijenvoer genoemd. De plant wordt 20 tot 80 cm hoog en bloeit van mei tot september met aartjes van blauwe bloemen. Phacelia is ruigbehaard en houdt van zonnige, zandige grond. stokroos(alcea rosea) Deze geliefde tuinplant komt van oorsprong uit Azië en het Middellandse Zeegebied. Zij bloeit van juli tot september. Het is een tweejarige, behaarde plant met grote bladeren. De stokroos staat graag wat beschut tegen een muur of heg in copyright: Carry Pot oorspronkelijke uitgave van het AVVN (groentje) vormgeving voor Vlijpark: Marleen Oud (tuin 58) 4. 5.