IN EEN OOGOPSLAG EXTERIEUR. Panoramadak. Instapverlichting. Bochtverlichting. Lane Departure Warning System (LDWS)

Transcriptie

1 IN EEN OOGOPSLAG EXTERIEUR Instapverlchtng Deze extra buten- en ntereurverlchtng, de met de afstandsbedenng wordt ngeschakeld, vergemakkeljkt op donkere plaatsen het lokalseren van de auto en het nstappen. 79, 86 Panoramadak Dt dak vergroot de lchtnval en het zcht n het ntereur op ongeëvenaarde wjze. 75 Bochtverlchtng Deze verlchtng bedt u automatsch extra zcht n bochten. 81 Lane Departure Warnng System (LDWS) Dt systeem waarschuwt u wanneer u per ongeluk de rjstrookmarkerng overschrjdt

2 IN EEN OOGOPSLAG OPENEN Sleutel met afstandsbedenng Volledg of selectef ontgrendelen van de auto (de rchtngaanwjzers knpperen even). Brandstoftank Als een sensor vaststelt dat het buten donker s, gaan de dm- en parkeerlchten branden om het lokalseren van de auto te vergemakkeljken. 79 A. Utklappen/nklappen van de sleutel. Normale vergrendelng (één keer drukken) (de rchtngaanwjzers bljven even branden). 1. Openen van de brandstofvulklep. 2. Openen en ophangen van de brandstofvuldop. Inhoud van de tank: ongeveer 60 lter. of Supervergrendelng (twee keer achter elkaar drukken) (de rchtngaanwjzers bljven even branden). Ook de ntereurverlchtng (o.a. plafonners, dorpelverlchtng en beenrumteverlchtng) gaat dan branden

3 IN EEN OOGOPSLAG INTERIEUR Sfeerverlchtng De gedempte ntereurverlchtng verbetert het zcht n de auto als deze zch n een donkere omgevng bevndt. 86 Parfumeur De n het ventlatesysteem opgenomen parfumeur zorgt voor de verspredng van een aangename geur (naar keuze) n het ntereur. 5 Gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen Deze versnellngsbak combneert de voordelen van zowel een volautomatsche stand, een handgeschakelde stand en een auto-sequentële stand. 116 Audo- en communcatesystemen Deze utvoerngen kunnen zjn voorzen van de neuwste technologe: de MP- compatble autorado RD4, de Bluetooth handsfree set, de autorado/telefoon RT4 met wegklapbaar dsplay, JBL audosysteem, AUX-aanslutngen. RT4 171 RD

4 IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Schakelaar snelhedsregelaar/- begrenzer. 2. Hendel stuurwelverstellng.. Schakelaar verlchtng en rchtngaanwjzers. 4. Instrumentenpaneel. 5. Arbag bestuurder. Claxon. 6. Versnellngshendel. 7. Handrem. 8. Schakelaar zonnescherm panoramadak. 9. Hendel motorkapontgrendelng. 10. Schakelaars butenspegels. Schakelaars rutbedenng. 11. Zekerngkast. 12. Handmatge koplampverstellng. Schakelaar Lane Departure Warnng System (LDWS). 1. Verstelbaar en afslutbaar zjventlaterooster. 14. Zjrutontwasemng. 15. Ludspreker (tweeter). 16. Voorrutontwasemng. 7

5 IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 8 1. Contact-/stuurslot. 2. Stuurkolomschakelaar autorado.. Schakelaar rutenwssers/ rutensproeers/boordcomputer. 4. Verstelbare en afslutbare mddelste ventlateroosters. 5. Parfumeur. 6. Multfunctoneel dsplay. 7. Zonnesensor. 8. Arbag aan passagerszjde. 9. Utschakelng arbag aan passagerszjde. 10. Dashboardkastje/Aanslutngen audo/vdeo. 11. Schakelaar stoelverwarmng. 12. Aansteker. 1. Asbak vóór. 14. Bedenngspaneel verwarmng/ arcondtonng. 15. CD-wsselaar. 16. Autorado RD4 of autorado/ telefoon/gps RT Schakelaar alarm. Schakelaar centrale vergrendelng. Schakelaar alarmknpperlchten. Schakelaar elektronsch stabltetsprogramma (ESP/ASR). Schakelaar parkeerhulp.

6 IN EEN OOGOPSLAG COMFORT Bestuurdersstoel verstellen In lengterchtng In hoogte Rugleunngverstellng Handmatg 54 Elektrsch 55 9

7 IN EEN OOGOPSLAG COMFORT Handmatge en extra verstelmogeljkheden van de voorstoel Hoogte- en hoekverstellng van de hoofdsteun En verder... Toegang tot de achterztplaatsen (-deurs). Stoelverwarmng. Opslaan van de ztpostes (elektrsch verstelbare stoel). Armleunng vóór Stuurwel verstellen Lendensteun 1. Ontgrendelen van het stuurwel met de hendel. 2. Verstellen n hoogte en depte.. Vergrendelen van het stuurwel met de hendel

8 IN EEN OOGOPSLAG COMFORT Handmatge en extra verstelmogeljkheden van de voorstoel Hoogte- en hoekverstellng van de hoofdsteun En verder... Toegang tot de achterztplaatsen (-deurs). Stoelverwarmng. Opslaan van de ztpostes (elektrsch verstelbare stoel). Armleunng vóór Stuurwel verstellen Lendensteun 1. Ontgrendelen van het stuurwel met de hendel. 2. Verstellen n hoogte en depte.. Vergrendelen van het stuurwel met de hendel

9 IN EEN OOGOPSLAG COMFORT Butenspegels verstellen Bnnenspegel nstellen Velghedsgordel vóór A. Selecteren van de butenspegel. B. Verstellen van de butenspegel. C. In de mddenstand zetten van de selecteschakelaar. 60 En verder... D. Inklappen/utklappen. Automatsch omlaag bewegen bj het nschakelen van de achterutversnellng. 1. Selecteren van de dagstand van de spegel. 2. Verstellen van de bnnenspegel Vastmaken. 2. In hoogte verstellen

10 IN EEN OOGOPSLAG ZICHT Verlchtng Rchtngaanwjzer Rutenwssers Rng A Rng B Ut. Automatsch nschakelen verlchtng. Parkeerlcht. Dmlcht/grootlcht. Mstachterlcht. of Mstlampen vóór en mstachterlcht. Functe "autosnelweg" Beweeg de hendel kort omhoog of omaag tot aan het zware punt. De rchtngaanwjzers aan de desbetreffende zjde knpperen dre keer. 104 Hendel A: rutenwssers vóór 82 Inschakelen van de stand "AUTO" Beweeg de hendel omlaag en laat deze los. Utschakelen van de stand "AUTO" Beweeg de hendel omhoog en zet deze vervolgens n de stand "0". 84 Rng B: rutenwsser achter Ut. Interval. Rutensproeer

11 IN EEN OOGOPSLAG VENTILATIE Aanbevolen nstellngen Verwarmng of handbedende arcondtonng Gewenste werkng Luchtverdelng Luchtopbrengst Luchtrecrculate/ toevoer van butenlucht Temperatuur Handbedende arcondtonng WARM KOUD ONTWASEMEN ONTDOOIEN Automatsche arcondtonng: het s raadzaam de volautomatsche werkng te selecteren met de toets "AUTO". 1

12 IN EEN OOGOPSLAG CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Instrumentenpaneel Verklkkerlampjes Rj drukschakelaars 14 A. Als het contact wordt aangezet, moet de wjzer van de brandstofmeter de resterende hoeveelhed brandstof aangeven. B. Bj draaende motor moet het verklkkerlampje laag brandstofnveau utgaan. C. Als het contact wordt aangezet, moet de motorolenveaumeter enkele seconden de meldng "OIL OK" weergeven. Ga nden nodg tanken of vul ole bj Als het contact wordt aangezet, gaan de oranje en rode verklkkerlampjes branden. 2. Bj draaende motor moeten deze lampjes weer utgaan. Raadpleeg de desbetreffende bladzjde als er lampjes bljven branden. 19 Het branden van een lampje geeft de staat van de desbetreffende functe aan. A. Utschakelng nbraakalarm. 68 B. Centrale vergrendelng. 7 C. Utschakelng ESP/ASR. 107 D. Utschakelng parkeerhulp achter met graf sche weergave en geludssgnalen. 128

13 IN EEN OOGOPSLAG VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN Arbag voorpassager Velghedsgordels en arbag vóór aan passagerszjde Elektrsch knderslot 1. Steek de sleutel n de schakelaar. 2. Selecteer de stand: "OFF" (utschakelen) wanneer een knderztje "met de rug n de rjrchtng" s bevestgd, "ON" (nschakelen) wanneer een passager op de voorstoel zt of een knderztje "met het gezcht n de rjrchtng" s bevestgd.. Verwjder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen. 111 A. Verklkkerlampje velghedsgordels voor en/of achter net vastgemaakt of weer losgemaakt. B. Verklkkerlampje velghedsgordel lnks voor. C. Verklkkerlampje velghedsgordel rechts voor. D. Verklkkerlampje velghedsgordel rechts achter. E. Verklkkerlampje velghedsgordel mdden achter. F. Verklkkerlampje velghedsgordel lnks achter. G. Verklkkerlampje utschakelng arbag vóór aan passagerszjde. H. Verklkkerlampje arbag vóór aan passagerszjde actef. 108, 112 Het branden van een lampje geeft de status van de desbetreffende functe aan. A. Elektrsch knderslot geactveerd

14 IN EEN OOGOPSLAG RIJDEN Snelhedsbegrenzer "LIMIT" Snelhedsregelaar "CRUISE" Weergave op het nstrumentenpaneel Selecteren/deactveren van de snelhedsbegrenzer. 2. Verlagen van de ngestelde snelhed.. Verhogen van de ngestelde snelhed. 4. Snelhedsbegrenzer aan/ut. Het nstellen van de snelhed s alleen mogeljk bj draaende motor Selecteren/deactveren van de snelhedsregelaar. 2. Instellen van een snelhed/ Verlagen van de ngestelde snelhed.. Instellen van een snelhed/ Verhogen van de ngestelde snelhed. 4. Snelhedsbegrenzer ut/hervatten snelhedsbegrenzer. Het nstellen van een snelhed en het actveren van de snelhedsregelaar s alleen mogeljk bj een wagensnelhed hoger dan 40 km/h, vanaf de verde versnellng bj een handgeschakelde versnellngsbak (tweede bj een gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen of automatsche transmsse). 125 Als de snelhedsregelaar of -begrenzer s ngeschakeld, verschjnen de nstellngen van het systeem op het nstrumentenpaneel. Snelhedsregelaar Snelhedsbegrenzer

15 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Dsplay De klokken en verklkkerlampjes op het nstrumentenpaneel geven nformate over de werkng van de auto. Klokken 1. Toerenteller Geeft het motortoerental aan (x t/mn). 2. Koelvloestoftemperatuurmeter. Geeft de koelvloestoftemperatuur aan ( Celsus).. Brandstofnveaumeter. Geeft de resterende hoeveelhed brandstof n de tank aan. 4. Snelhedsmeter. Geeft de wagensnelhed aan (km/h of mph). 5. Dsplay. 6. Knop nulstellng. Knop voor de nulstellng van de geselecteerde functe (dagteller of onderhoudsndcator). 7. Dmmer dashboardverlchtng. Knop voor de nstellng van de lchtsterkte van de dashboardverlchtng. Raadpleeg voor meer nformate over de werkng en de weergave van een bepaalde functe de desbetreffende paragraaf. A. Snelhedsbegrenzer of Snelhedsregelaar. (km/h of mph) B. Dagteller. (km of mles) Deze dre functes worden achtereenvolgens weergegeven als het contact wordt aangezet. C. Onderhoudsndcator. (km of mles), vervolgens: Motorolenveaumeter. vervolgens: Klometerteller. (km of mles) 17

16 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK, GESTUURDE HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK MET 6 VERSNELLINGEN OF AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Dsplay 18 De klokken en verklkkerlampjes op het nstrumentenpaneel geven nformate over de werkng van de auto. Klokken 1. Toerenteller Geeft het motortoerental aan (x t/mn). 2. Koelvloestoftemperatuurmeter. Geeft de koelvloestoftemperatuur aan ( Celsus).. Brandstofnveaumeter. Geeft de resterende hoeveelhed brandstof n de tank aan. 4. Snelhedsmeter. Geeft de wagensnelhed aan (km/h of mph). 5. Klen dsplay. 6. Groot dsplay. 7. Knop CHECK/nulstellng. Actveert een handmatge CHECK. Nulstellng van de geselecteerde functe (dagteller of onderhoudsndcator). 8. Dmmer dashboardverlchtng. Knop voor de nstellng van de lchtsterkte van de dashboardverlchtng. Raadpleeg voor meer nformate over de werkng en de weergave van een bepaalde functe de desbetreffende paragraaf. A. Dagteller. (km of mles) B. Klometerteller. (km of mles) Deze twee functes worden achtereenvolgens weergegeven als het contact wordt aangezet. C. Onderhoudsndcator. (km of mles), vervolgens: Motorolenveaumeter. De volgende functes worden ljk van de geselecteerde functe weer- afhankegegeven. - Waarschuwngspctogrammen/ CHECK. - Detecte te lage bandenspannng. - Snelhedsbegrenzer/-regelaar. - Gestuurde hangeschakelde ver- snellngsbak met zes versnellngen of automatsche transmsse. - Informate computer. navgatesysteem/boord-

17 Verklkkerlampjes De verklkkerlampjes geven de bestuurder nformate over de werkng van een systeem (ngeschakeld of utgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder n het geval van een storng (waarschuwngslampje). Bj het aanzetten van het contact Als het contact wordt aangezet, gaan de waarschuwngslampjes enkele seconden branden. Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer utgaan. Als het lampje bljft branden, controleer dan voordat u gaat rjden welke functe het betreft. Bjbehorende waarschuwngen Sommge verklkkerlampjes kunnen gaan branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Verklkkerlampjes tjdens het rjden De volgende verklkkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functe s ngeschakeld. Gemeenschappeljke verklkkerlampjes tjdens het rjden Rchtngaanwjzer lnks. Dmlcht. Grootlcht. Handrem aangetrokken. 1 Rchtngaanwjzer rechts.! Verklkkerlampjes kunnen constant branden of knpperen. Een aantal verklkkerlampjes heeft bede mogeljkheden. Of het constant branden of knpperen van een verklkkerlampje dudt op een storng, s afhankeljk van de werkngsfase van de auto. Mstlampen vóór. Mstachterlcht. Voorgloeen deselmotor. Wacht tot dt pctogram s verdwenen voordat u de motor start. 19

18 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Specfeke verklkkerlampjes tjdens het rjden Voet op het rempedaal. Houd, wanneer uw auto s utgerust met een gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen of een automatsche transmsse, het rempedaal ngetrapt om de motor te starten. De overge pctogrammen verschjnen op het grote dsplay centraal n het nstrumentenpaneel. Automatsche vergrendelng. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u het tjdens het rjden automatsch vergrendelen van de porteren en de achterklep hebt geactveerd. Automatsche rutenwssers. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de automatsche stand van de rutenwssers hebt geactveerd. Automatsche verlchtng. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de automatsche stand van de verlchtng hebt geactveerd. Snelhedsbegrenzer. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de snelhedsbegrenzer hebt ngeschakeld. Wanneer dt pctogram wordt weergegeven, kunt u de snelhedslmet van de snelhedsbegrenzer nstellen. Snelhedsregelaar. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de snelhedsregelaar hebt ngeschakeld. Wanneer dt pctogram wordt weergegeven, kunt u de snelhed van de snelhedsregelaar nstellen. Gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen. Dt pctogram geeft de geselecteerde stand van de selectehendel aan (R, N, A of M). Dt pctogram geeft de ngeschakelde versnellng n de automatsche of handgeschakelde stand aan (1 t/m 6). Dt pctogram geeft het geselecteerde programma aan (automatsch of sport). Automatsche transmsse. Dt pctogram geeft de geselecteerde stand van de selectehendel aan (P, R, N of D). Dt pctogram geeft de ngeschakelde versnellng n de automatsche of handgeschakelde stand aan. Dt pctogram geeft het geselecteerde programma aan (automatsch, sport, sneeuw of handmatg). 20

19 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 Pctogrammen utgeschakelde functes De volgende pctogrammen geven aan dat de desbetreffende functe handmatg s utgeschakeld. Gemeenschappeljke pctogrammen utgeschakelde functes Utschakelng arbag aan passagerszjde. De arbag aan passagerszjde s na het starten van de auto automatsch ngeschakeld. De arbag kan met een specale schakelaar de zch aan de passagerszjde op het dashboard bevndt, worden utgeschakeld. Dt wordt aangegeven door de permanente weergave van dt pctogram op het nstrumentenpaneel of op het pctogrammendsplay velghedsgordels/arbag aan passagerszjde. Utschakelng elektronsch stabltetsprogramma (ESP/ASR). De systemen ESP en ASR worden automatsch ngeschakeld als de motor wordt gestart. Met een specale toets n het mdden van het dashboard kunnen deze systemen worden utgeschakeld. Dt wordt bevestgd door dt verklkkerlampje en het lampje van de toets, de bljven branden. Specfeke pctogrammen utgeschakelde functes De overge pctogrammen verschjnen op het grote dsplay centraal n het nstrumentenpaneel. Automatsche rutenwssers. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de automatsche stand van de rutenwssers vóór hebt utgeschakeld. Automatsche verlchtng. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de automatsche stand van de verlchtng hebt utgeschakeld. Snelhedsbegrenzer. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de snelhedsbegrenzer hebt utgeschakeld. Snelhedsregelaar. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u de snelhedsregelaar hebt utgeschakeld. Automatsche vergrendelng. Dt pctogram wordt weergegeven wanneer u het tjdens het rjden automatsch vergrendelen van de porteren en de achterklep hebt utgeschakeld. 21

20 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Waarschuwngslampjes Als bj draaende motor of tjdens het rjden een van de volgende verklkkerlampjes gaat branden, wjst dt op een storng n het desbetreffende systeem en moet de bestuurder acte ondernemen. Gemeenschappeljke waarschuwngslampjes Centraal waarschuwngslampje. Dt waarschuwngslampje brandt n combnate met een ander waarschuwngslampje: - lekke band, - remsysteem, - stuurbekrachtgng, - oledruk, - koelvloestoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Remsysteem. Dt lampje gaat branden n het geval van een storng n het remsysteem: - te laag remvloestofnveau, - storng elektronsche remdrukregelaar (REF) (het verklkkerlampje ABS brandt n dat geval ook). Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Controleer tjdens het rjden of de handrem net s aangetrokken. 22! In het geval van een storng waarbj een waarschuwngslampje gaat branden, moet de aanvullende nformate va een meldng op het multfunctonele dsplay worden gelezen. Raadpleeg nden nodg een PEUGEOT-servcepunt. Servce. Het verklkkerlampje servce gaat branden n het geval van een storng n een systeem zonder specf ek verklkkerlampje. De meldng op het multfunctonele dsplay geeft aan welke functe het betreft. Controleer: - of alle porteren, de achterklep en motorkap gesloten zjn, - het motorolenveau, - het nveau van de rutensproeervloestof, - de batterj van de afstandsbedenng, - de bandenspannng, - of het roetf lter net s vervuld (desel). Raadpleeg n andere gevallen een PEUGEOT-servcepunt. Antblokkeersysteem (ABS). Dt lampje gaat branden n het geval van een storng n het antblokkeersysteem. De normale remwerkng met rembekrachtgng bljft echter behouden. Elektronsch stabltetsprogramma (ESP/ASR). De systemen ESP en ASR worden automatsch ngeschakeld als de motor wordt gestart. Als de systemen net zjn utgeschakeld en dt verklkkerlampje en het lampje n de schakelaar constant branden, wjst dt op een storng n het systeem ESP of ASR of de hll holder.

21 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 Specfeke waarschuwngslampjes Zelfdagnosesysteem motor. Dt lampje gaat branden n het geval van een storng n het motormanagementsysteem. Als het lampje knppert, wjst dt op een storng n de emsseregelng. Arbags. Dt lampje gaat branden n het geval van een storng n één van de arbags of de pyrotechnsche gordelspanners. Laag brandstofnveau. Dt lampje gaat branden op het moment dat u met de resterende hoeveelhed brandstof nog ongeveer 50 km kunt rjden. De nhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 60 lter. Maxmum temperatuur koelvloestof. Dt lampje gaat branden n het geval van een te hoge koelvloestoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Motoroledruk. Dt lampje gaat branden n het geval van een storng n het smeersysteem van de motor. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Laden van de accu. Dt lampje gaat branden n het geval van een storng n het laadcrcut van de accu (gecorrodeerde of losgeraakte accupolen, dynamorem slap of gebroken,...). Velghedsgordel net vastgemaakt/weer losgemaakt. Dt lampje gaat branden als de bestuurder en/of voorpassager zjn velghedsgordel net heeft vastgemaakt of weer heeft losgemaakt. Dt lampje gaat ook branden als de velghedsgordels van één of meer achterpassagers zjn losgemaakt. Water n brandstofflter. Dt lampje gaat branden n het geval van de aanwezghed van water n het brandstoff lter (desel). Er bestaat kans op schade aan het nsputsysteem bj deselmotoren. Geopend porter. Een porter, de achterklep of de motorkap* s nog geopend: - bj een snelhed lager dan 10 km/h brandt dt lampje constant, - bj een snelhed hoger dan 10 km/h brandt dt lampje constant, n combnate met een geludssgnaal. * Utslutend bj auto s met alarmsysteem. 2

22 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Specfeke waarschuwngslampjes Bochtverlchtng. Dt pctogram knppert n het geval van een storng n het systeem van de bochtverlchtng. De overge pctogrammen verschjnen op het grote dsplay centraal n het nstrumentenpaneel. Afhankeljk van de ernst van de storng kan een pctogram oranje of rood worden weergegeven. De weergave van een pctogram wordt soms gecombneerd met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay.! Sommge pctogrammen kunnen worden gekoppeld aan verklkkerlampjes op het nstrumentenpaneel. Als een pctogram wordt weergegeven n combnate met het pctogram STOP, moet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats worden stlgezet. Servce. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n een van de volgende systemen: - het motormanagementsysteem, - de emsseregelng, - het Lane Departure Warnng System (LDWS). Zelfdagnosesysteem motor. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n het motormanagementsysteem. Laden van de accu. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n het laadcrcut van de accu (gecorrodeerde of losgeraakte accupolen, dynamorem slap of gebroken,...). Motoroledruk. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n het smeersysteem van de motor. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Motorolepel. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een te laag motorolepel. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Koelvloestoftemperatuur. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een te hoge koelvloestoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Koelvloestofnveau. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een te laag koelvloestofnveau. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. 24

23 Rutensproeervloestofnveau. Dt pctogram wordt weergegeven als bj het bedenen van de rutenwsserschakelaar het nveau van de rutensproeervloestof te laag s. Vul het reservor van de ruten- en koplampsproeers bj de eerstvolgende gelegenhed bj. Laag brandstofnveau. Dt pctogram wordt weergegeven op het moment dat u met de resterende hoeveelhed brandstof nog ongeveer 50 km kunt rjden. De nhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 60 lter. Elektronsche startblokkerng. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n de elektronsche startblokkerng of wanneer de batterj van de afstandsbedenng leeg s. Geopend porter. Een porter, de achterklep of de motorkap* s nog geopend: - bj een snelhed lager dan 10 km/h wordt dt pctogram oranje weergegeven, - bj een snelhed hoger dan 10 km/h wordt dt pctogram rood weergegeven. Arbags. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n één van de arbags of de pyrotechnsche gordelspanners. Remsysteem. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n het remsysteem: - te laag remvloestofnveau, - storng elektronsche remdrukregelaar (REF) (het verklkkerlampje ABS brandt n dat geval ook). Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Controleer tjdens het rjden of de handrem net s aangetrokken. Handrem. Dt pctogram wordt tjdens het rjden weergegeven als de handrem nog (ets) s aangetrokken. Antblokkeersysteem (ABS). Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n het antblokkeersysteem. De normale remwerkng met rembekrachtgng bljft echter behouden. CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Elektronsch stabltetsprogramma (ESP/ASR). De systemen ESP en ASR worden automatsch ngeschakeld als de motor wordt gestart. Als de systemen net zjn utgeschakeld en dt verklkkerlampje en het lampje n de schakelaar constant branden, wjst dt op een storng n het systeem ESP of ASR of de hll holder. Waarschuwng kans op gladhed. Dt pctogram waarschuwt u voor weersomstandgheden waarbj gladhed kan ontstaan (butentemperaturen lager dan C). Rjd voorzchtg. Stuurbekrachtgng. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n de stuurbekrachtgng. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. 1 * Utslutend bj auto s met alarmsysteem. 25

24 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen of automatsche transmsse. Dt pctogram verschjnt n het geval van een storng n de gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen of de automatsche trans- msse. Een noodprogramma voor dat de e zorgt er dan versnellng ngeschakeld bljft. Stand P of N. Dt pctogram wordt weergegeven om aan te geven dat de selectehendel n de stand P of N moet worden gezet om de motor te kunnen starten. Ongeldge waarde. Dt pctogram verschjnt n het geval van een storng n het programma van de gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen of de automatsche transmsse. Parkeerhulp met grafsche weergave en/of geludssgnalen. Dt pctogram wordt, tjdens het voorut- en/of achterutrjden, weergegeven n het geval van een storng n de parkeerhulp. Te lage bandenspannng. Dt pctogram wordt weergegeven als de bandenspannng van één of meer banden te laag s. Controleer zo snel mogeljk de bandenspannng. Lekke band. Dt pctogram wordt weergegeven als één of meer banden lek zjn. Zet de auto zo snel mogeljk op een velge plaats stl. Verwssel de lekke band en laat deze repareren door een PEUGEOT-servcepunt. Detecte te lage bandenspannng. Dt pctogram wordt ven als een of meer banden- spannngssensoren afwezg of defect zjn of n het geval van een storng n weergege- het detectesysteem. Het pctogram kan ook worden weergegeven wanneer het reservewel, dat net van een sensor s voorzen, op de plaats van het wel met de lekke band s gemonteerd. Automatsche verlchtng. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n de automatsche verlchtng. Schakel de verlchtng n met de lchtschakelaar. Automatsche koplampverstellng. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van een storng n de automatsche koplampverstellng. Water n brandstofflter. Dt pctogram wordt weergegeven n het geval van de aanwezghed van water n het brandstofflter (desel). Er bestaat kans op schade aan het nsputsysteem bj deselmotoren. Roetflter (desel). Dt pctogram wordt n combnate met het pctogram servce weergegeven als het roetf lter vervuld s of als het brandstofaddtefreservor bjna leeg s. Ga om het roetf lter te regenereren, als de omstandgheden het toelaten, met een snelhed van meer dan 60 km/h rjden tot het pctogram verdwjnt. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt als het pctogram servce nog steeds wordt weergegeven. 26

25 Handmatge CHECK Systeem dat de bestuurder nformate geeft over aanwezge storngen en de status van functes (ngeschakeld of utgeschakeld). Koelvloestoftemperatuurmeter De koelvloestoftemperatuurmeter geeft de bestuurder tjdens het rjden nformate over de koelvloestoftemperatuur. CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN De temperatuur en de druk n het koelcrcut begnnen na enkele mnuten rjden te stjgen. Om koelvloestof bj te vullen: wacht tot de motor s afgekoeld, draa de dop twee omwentelngen los om de druk te laten dalen, verwjder vervolgens de dop, vul bj tot aan het merkteken "MAXI". 1 Druk bj draaende motor op de knop "CHECK/000" van het nstrumentenpaneel om de check handmatg te actveren. Als er geen enkele "ernstge" storng wordt gesgnaleerd, verschjnt de melop het grote dsplay dng "CHECK OK" van het nstrumentenpaneel. Als er een "klene" storng wordt naleerd, verschjnen de desbetreffende pctogrammen en vervolgens de mel- gesgdng "CHECK OK" op het grote dsplay van het nstrumentenpaneel. Raadpleeg zodra mogeljk een PEUGEOTservcepunt. Als een "ernstge" storng wordt gesg- naleerd, verschjnen alleen de treffende waarschuwngspctogrammen desbeop het grote dsplay van het nstrumen- tenpaneel. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOT-servcepunt. Als bj draaende motor de wjzer zch bevndt n: - zone A, s de temperatuur n orde, - zone B, s de temperatuur te hoog. Het verklkkerlampje te hoge koelvloestoftemperatuur 1 gaat branden n combnate met het verklkkerlampje STOP, een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Stop zo snel mogeljk op een velge plaats. Wacht enkele mnuten voordat u de motor afzet. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. 27

26 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Onderhoudsndcator De onderhoudsntervalndcator geeft aan hoeveel klometer u nog verwjderd bent van de eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het onderhoudsschema van de fabrkant. Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstellng van de onderhoudsntervalndcator op bass van twee parameters: - het aantal afgelegde klometers, - de verstreken tjd snds de laatste onderhoudscontrole. De afstand tot de eerstvolgende beurt s meer dan 000 km Als het contact wordt aangezet, verschjnt er geen onderhoudsnformate op het dsplay. De afstand tot de eerstvolgende beurt s tot 000 km Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel branden. De klometerteller geeft de resterende klometers tot de eerstvolgende onderhoudscontrole aan. Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt km. Als het contact wordt aangezet, geeft het dsplay gedurende 5 seconden het volgende aan: De afstand tot de eerstvolgende beurt s mnder dan km Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 900 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het dsplay gedurende 5 seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de klometerteller weer n werkng en bljft de sleutel branden om aan te geven dat er bnnenkort onderhoudswerkzaamheden utgevoerd moeten worden. 5 seconden na het aanzetten van het contact verdwjnt de sleutel; de teller geeft weer de klometerstand en de stand van de dagteller aan. 28

27 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 De afstand tot de eerstvolgende beurt s overschreden Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de sleutel knpperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedg mogeljk utgevoerd moeten worden. Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt met 00 km overschreden. Als het contact wordt aangezet, geeft het dsplay gedurende 5 seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de klometerteller weer n werkng en bljft de sleutel branden. Op 0 zetten van de onderhoudsndcator Als u na deze handelng de accu wlt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht mnmaal 5 mnuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsndcator zal anders net worden opgeslagen. Opneuw weergeven van de onderhoudsnformate U kunt op elk moment de onderhoudsnformate weergeven. Druk op de knop voor nulstellng van de dagteller. De onderhoudsnformate wordt enkele seconden weergegeven en verdwjnt vervolgens weer. De factor tjd kan worden meegewogen bj de nog af te leggen klometers, afhankeljk van de rjgewoonten van de bestuurder. De sleutel kan ook gaan branden als het nterval van twee jaar s overschreden. De onderhoudsndcator moet na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet worden. Voer dt als volgt ut: zet het contact af, druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ngedrukt, zet het contact aan; de klometerteller begnt terug te tellen, laat de knop los als het dsplay "=0" aangeeft; de sleutel verdwjnt. 29

28 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Motorolenveaumeter De motorolenveaumeter geeft aan of het motorolepel n orde s. Olenveau correct Storng motorolenveaumeter Te weng ole Als de aandudng "OIL --" knppert, dudt dt op een storng n de motorolenveaumeter. Raadpleeg een PEUGEOTservcepunt. Bj het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsndcator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolenveau. Een controle van het olenveau s alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horzontale ondergrond staat en de motor mnstens 15 mnuten net heeft gedraad. Als de aandudng "OIL" knppert n combnate met het verklkkerlampje servce, een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, s het motorolenveau te laag. Controleer het olenveau met de pelstok. Als bljkt dat het olenveau te laag s, moet ole worden bjgevuld om te voorkomen dat ernstge motorschade ontstaat. Olepelstok Raadpleeg het hoofdstuk "Controles" voor de plaats van de pelstok en het bjvullen van motorole voor het motortype van uw auto. 2 merktekens op de pelstok: - A = max; het olepel mag noot boven het nveau A utkomen, - B = mn; als het olepel net boven het nveau B utkomt, moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorole worden bjgevuld va de vuldop. 0

29 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 Klometerteller De klometerteller geeft de totale klometerstand van de auto aan. Dmmer dashboardverlchtng U kunt de lchtsterkte van de dashboardverlchtng handmatg aanpassen aan het lcht van de omgevng. Inactef De dashboardverlchtng kan net worden ngesteld als de verlchtng van de auto s utgeschakeld of, bj auto s met verlchtng overdag, n de dagstand staat. De klometerteller en dagteller worden gedurende 0 seconden weergegeven bj het afzetten van het contact, bj het openen van het bestuurdersporter en bj het vergrendelen en ontgrendelen van de auto. Dagteller De dagteller geeft het aantal gereden klometers weer nadat de bestuurder de teller op 0 heeft gezet. Druk bj aangezet contact op de knop tot de dagteller op 0 staat. Actef Als de verlchtng van de auto s ngeschakeld: druk op de knop om de sterkte van de dashboardverlchtng te varëren, als de verlchtng de zwakste stand heeft berekt, laat de knop dan los en druk hem opneuw n om de verlchtng weer feller te maken, of als de verlchtng de sterkste stand heeft berekt, laat de knop dan los en druk hem opneuw n om de verlchtng weer zwakker te maken, laat de knop los zodra de gewenste lchtsterkte s berekt. 1

30 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS MONOCHROOM DISPLAY A (zonder autorado RD4) Toetsen Algemeen menu Weergave op het dsplay Dt dsplay kan de volgende nformate weergeven: - de tjd, - de datum, - de butentemperatuur* (de temperatuur knppert bj kans op gladhed), - controle van te openen carrosseredelen (porteren, achterklep,...), - nformate van de boordcomputer (ze het ende van dt hoofdstuk). Het dsplay kan tjdeljk waarschuwngsmeldngen (bjv.: "Storng emsseregelng") of nformate (bjv.: "Achterklep open") weergeven. Deze kunnen worden gewst door op de toets "ESC" te drukken. Het dsplay kan met behulp van dre toetsen worden bedend: - "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken, - "MENU" om een overzcht van de menu s of hulpmenu s weer te geven, - "OK" om het gewenste menu of hulpmenu te selecteren. Druk op de toets "MENU" om een overzcht van de dverse menu s n het algemene menu weer te geven: - conf gurate van de auto, - optes, - nstellngen dsplay, - talen, - eenheden. Druk op de toets "OK" om het gewenste menu te selecteren. 2 * Utslutend bj auto s met arcondtonng.

31 Confgurate van de auto Optes Als het menu "Optes" s geselecteerd, kan de status van de verschllende functes worden weergegeven (geactveerd, gedeactveerd, storng). Instellngen dsplay Als het menu "Instellngen dsp." s geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden ngesteld: - jaar, - maand, - dag, - uren, - mnuten, - tjdsaandudng n 12 of 24 uur. MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Talen Als het menu "Talen" s geselecteerd, kan de taal van de weergave van het dsplay worden gewjzgd (Franças, Italano, Nederlands, Portugues, Portugues-Brasl, Deutsch, Englsh, Español). Eenheden Als het menu "Eenheden" s geselecteerd, kunnen de eenheden van de volgende parameters worden gewjzgd: - temperatuur ( C of F), - brandstofverbruk (l/100 km, mpg of km/l). 2 Als het menu "Confg. auto" s geselecteerd, kunnen de volgende functes geactveerd of gedeactveerd worden: - selectef ontgrendelen (ze het hoofdstuk "Toegang tot de auto"), - het nschakelen van de rutenwsser achter als de achterutversnellng wordt ngeschakeld (ze het hoofdstuk "Zcht"), - de follow-me-home verlchtng en nstapverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"), - verlchtng overdag (ze het hoofdstuk "Zcht"). Selecteer een parameter en druk op de toets "OK" om de waarde te wjzgen. Wacht ongeveer 10 seconden tot de gewjzgde waarde s opgeslagen of druk op de toets "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken. Vervolgens keert het dsplay terug naar het vorge scherm.! Om velghedsredenen mag de bestuurder het multfunctonele dsplay utslutend bedenen als de auto stlstaat.

32 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS MONOCHROOM DISPLAY A Toetsen Algemeen menu 4 Weergave op het dsplay Dt dsplay kan de volgende nformate weergeven: - de tjd, - de datum, - de butentemperatuur* (er verschjnt een meldng bj kans op gladhed), - controle van te openen carrosseredelen (porteren, achterklep,...), - nformate van de autorado (rado, CD,...), - de boordcomputerfunctes (ze het ende van dt hoofdstuk). Het dsplay kan tjdeljk waarschuwngsmeldngen (bjv.: "Storng emsseregelng") of nformate (bjv.: "Achterklep open") weergeven. Deze kunnen worden gewst door op de toets "ESC" te drukken. * Utslutend bj auto s met arcondtonng. Druk op het bedenngspaneel van de autorado RD4: op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu, op de toets " " of " " om door de tems op het dsplay te scrollen, op de toets "MODE" om de permanent weergegeven toepassng te wjzgen (boordcomputer, audo,...), op de toets " " of " " om de waarde van een nstellng te wjzgen, op de toets "OK" om te bevestgen, of op de toets "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken. Druk op de toets "MENU" om het algemene menu weer te geven en op de toets " " of " " om door de tems op het dsplay te scrollen: - rado-cd, - conf gurate van de auto, - optes, - nstellngen dsplay, - talen, - eenheden, Druk op de toets "OK" om het gewenste menu te selecteren. Rado-CD Als de autorado RD4 s ngeschakeld en het menu "Rado-CD" s geselecteerd, kunnen de functes van de rado (RDS, REG), de CD-speler of de CD-wsselaar (ntroscan, wllekeurg afspelen, herhalen van CD) worden geactveerd of gedeactveerd. Raadpleeg voor meer nformate over de rado/cd-speler het gedeelte "RD4" van het hoofdstuk "Audo en telematca".

33 Confgurate van de auto Instellngen dsplay Als het menu "Instellngen dsp." s geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden ngesteld: - jaar, - maand, - dag, - uren, - mnuten, - tjdsaandudng n 12 of 24 uur. MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Talen Als het menu "Talen" s geselecteerd, kan de taal van de weergave van het dsplay worden gewjzgd (Franças, Italano, Nederlands, Portugues, Portugues-Brasl, Deutsch, Englsh, Español). Eenheden Als het menu "Eenheden" s geselecteerd, kunnen de eenheden van de volgende parameters worden gewjzgd: - temperatuur ( C of F), - brandstofverbruk (l/100, mpg of km/l). 2 Als het menu "Confg. auto" s geselecteerd, kunnen de volgende functes geactveerd of gedeactveerd worden: - selectef ontgrendelen (ze het hoofdstuk "Toegang tot de auto"), - het nschakelen van de rutenwsser achter als de achterutversnellng wordt ngeschakeld (ze het hoofdstuk "Zcht"), - de follow-me-home verlchtng en nstapverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"), - verlchtng overdag (ze het hoofdstuk "Zcht"). Optes Als het menu "Optes" s geselecteerd, kan de status van de verschllende functes worden weergegeven (geactveerd, gedeactveerd, storng). Selecteer een parameter en druk op de toets " " of " " om de waarde te wjzgen. Druk op de toets " " of " " om de vorge of volgende parameter te selecteren. Druk op de toets "OK" om de gewjzgde waarde op te slaan en terug te keren naar het vorge scherm of druk op de toets "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken.! Om velghedsredenen mag de bestuurder het multfunctonele dsplay utslutend bedenen als de auto stlstaat. 5

34 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS MONOCHROOM DISPLAY C EN KLEURENDISPLAY C Toetsen Algemeen menu 6 Weergave op het dsplay Dt dsplay kan de volgende nformate weergeven: - de tjd, - de datum, - de butentemperatuur* (de temperatuur knppert bj kans op gladhed), - controle van te openen carrosseredelen (porteren, achterklep,...), - audofunctes (rado, CD,...), - nformate van de boordcomputer (ze het ende van dt hoofdstuk). Het dsplay kan tjdeljk waarschuwngsmeldngen (bjv.: "Storng emsseregelng") of nformate (bjv.: "Automatsche verlchtng actef") weergeven. Deze kunnen worden gewst door op de toets "ESC" te drukken. * Utslutend bj auto s met arcondtonng. Druk op het bedenngspaneel van de autorado RD4: op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu, op de toets " " of " " om door de tems op het dsplay te scrollen, op de toets "MODE" om de permanent weergegeven toepassng te wjzgen (boordcomputer, audo,...), op de toets " " of " " om de waarde van een nstellng te wjzgen, op de toets "OK" om te bevestgen, of op de toets "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken. Druk op de toets "MENU" om het algemene menu weer te geven: - audofunctes, - dagnose auto, - persoonljke nstellngen-conf gurate, - telefoon (handsfree set). Druk op de toets " " of " " om het gewenste menu te selecteren en bevestg door op de toets "OK" te drukken. Menu "Audofunctes" Als de autorado RD4 s ngeschakeld en dt menu s geselecteerd, kunnen de functes van de rado (RDS, REG, RadoText), de CD-speler of de CD-wsselaar (ntroscan, wllekeurg afspelen, herhalen van CD) worden geactveerd of gedeactveerd. Raadpleeg voor meer nformate over de audofunctes het gedeelte "RD4" van het hoofdstuk "Audo en telematca".

35 Druk op de toets "MENU" om het algemene menu weer te geven. Druk op de pjlen en vervolgens op de toets "OK" om het menu "Dagnose auto" te selecteren. MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Menu "Persoonljke nstellngen-confgurate" 2 Menu "Dagnose auto" Va dt menu kunt u verschllende nformate met betrekkng tot de auto raadplegen, zoals het logboek waarschuwngsmeldngen. Logboek waarschuwngsmeldngen Deze functe herhaalt de acteve waarschuwngsmeldngen door ze achtereenvolgens op het multfunctonele dsplay te laten verschjnen. Selecteer n het menu "Dagnose auto" de volgende functe: Als dt menu s geselecteerd, kunnen de volgende functes worden geselecteerd: - parameters van de auto, - conf gurate van het dsplay, - taalkeuze. Parameters van de auto nstellen Va dt menu kunnen verschllende systemen van de auto geactveerd of utgeschakeld worden: - selectef ontgrendelen (ze het hoofdstuk "Toegang tot de auto"), - het nschakelen van de rutenwsser achter als de achterutversnellng wordt ngeschakeld (ze het hoofdstuk "Zcht"), - follow-me-home verlchtng en nstapverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"), - sfeerverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"), - verlchtng overdag (ze het hoofdstuk "Zcht"). 7

36 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Menu "Telefoon" Voorbeeld: nstellen van de tjdsduur van de follow me home-verlchtng Druk op de toets " " of " " en vervolgens op "OK" om het gewenste menu te selecteren. Druk op de toets " " of " " en vervolgens op "OK" om het tem "Follow me home" te selecteren. Druk op de toets " " of " " en vervolgens op "OK" om "OK" te selecteren en bevestgen of op de toets "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken. Confgurate dsplay Als dt menu s geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden geselec- teerd: - nstellen lchtsterkte-vdeo, - nstellen datum en tjd, - kezen van eenheden. Taalkeuze Als dt menu s geselecteerd, kan de taal van de weergave van het dsplay worden gewjzgd (Deutsch, Englsh, Español, Franças, Italano, Nederlands, Portugues, Portugues-Brasl). Als de autorado RD4 s ngeschakeld en dt menu s geselecteerd, kunt u uw Bluetooth handsfree set conf gureren (koppelen), de verschllende ndexen van de telefoon raadplegen (ljst gesprekken, densten,...) en uw gesprekken beheren (opnemen, ophangen, wsselgesprek, dscretefuncte,...). Raadpleeg voor meer nformate over de telefoonfuncte het gedeelte "RD4" n het hoofdstuk "Audo en telematca". Druk op de toets " " of " " om de gewenste waarde n te stellen (15, 0 of 60 seconden) en druk op de toets "OK" om te bevestgen.! Om velghedsredenen mag de bestuurder het multfunctonele dsplay utslutend bedenen als de auto stlstaat. 8

37 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS 2 WEGKLAPBAAR KLEURENDISPLAY 16x9 Algemeen menu Toetsen Weergave op het dsplay Als het dsplay s utgeklapt, geeft het automatsch en drect de volgende nformate weer: - tjd, - datum, - butentemperatuur (bj kans op gladhed wordt u gewaarschuwd door een meldng). Het dsplay kan tjdeljk waarschuwngsmeldngen (bjv.: "Brandstofnveau laag") of de status van functes van de auto (bjv.: "Automatsche verlchtng actef") weergeven. Deze kunnen worden gewst door op de toets "ESC" te drukken. Als de autorado/telefoon GPS RT4 s ngeschakeld en dt menu s geselecteerd, hebt u toegang tot de volgende functes: - navgatesysteem, - navgate met kaart, - verkeersnformate, - audofunctes (rado, CD,...), - telefoonfunctes en ndexen, - nstellngen van het dsplay en conf - gurate van de utrustng van de auto, - vdeoweergave, - dagnose van de auto. Op het bedenngspaneel van de autorado/telefoon GPS RT4: druk op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu, draa aan de knop om een tem te selecteren, druk op de draaknop om de selecte te bevestgen, of druk op de toets "ESC" om de utgevoerde handelng af te breken en terug te keren naar het vorge scherm. Raadpleeg voor meer nformate over deze functes het gedeelte "RT4" n het hoofdstuk "Audo en telematca". 9

38 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Wanneer u het dsplay laat nklappen terwjl de autorado/telefoon s ngeschakeld, zal het dsplay automatsch weer utklappen bj een utgaand telefoongesprek, het geven van een gesproken commando of het ontvangen van een waarschuwngsmeldng de gekoppeld s aan het pctogram STOP. Afstellen van het dsplay 40 Toegang tot het dsplay Dt dsplay wordt automatsch ut- en ngeklapt. Het s echter ook mogeljk om het dsplay ut te klappen, n te klappen of af te stellen met de volgende knoppen: - utklappen of nklappen met de knop A, - afstellen van de hoek met de knop B. Het dsplay s ook voorzen van een bevelgng tegen beknellen. Utklappen van het dsplay Druk als het dsplay s ngeklapt op de knop A om het ut te klappen. Het dsplay klapt automatsch ut bj het aanzetten van het contact, het nschakelen van de autorado/telefoon, een utgaand telefoongesprek, het geven van een gesproken commando en het ontvangen van een waarschuwngsmeldng de gekoppeld s aan het pctogram STOP. Inklappen van het dsplay Druk als het dsplay s utgeklapt op de knop A om het n te klappen. Als de autorado/telefoon s utgeschakeld, wordt het dsplay ongeveer dre seconden na het afzetten van het contact automatsch ngeklapt. Bevelgng tegen beknellen Als het dsplay bj het utklappen of nklappen op een obstakel stut, stopt het dsplay onmddelljk met bewegen en beweegt het vervolgens enkele mllmeters terug. Druk na het verwjderen van het obstakel nogmaals op de knop om het dsplay ut of n te klappen. Wanneer u wenst dat het dsplay altjd automatsch wordt ut- of ngeklapt als de autorado wordt n- of utgeschakeld, mag het dsplay net worden ngeklapt gedurende de werkng van de autorado/telefoon. Als het dsplay s utgeklapt, kunt u het op verschllende maneren nauwkeurg afstellen: druk op het besbetreffende gedeelte van de knop B om het dsplay naar u toe of rchtng de voorrut te bewegen, of beweeg het dsplay voorzchtg met de hand n de gewenste rchtng. Opslaan van de stand van het dsplay In het systeem zjn ver voorkeursstanden voor het dsplay opgeslagen. Als het scherm wordt ngeklapt, slaat het systeem de laatste stand van het scherm op. Als het dsplay weer wordt utgeklapt, kest het systeem de voorkeursstand de het dchtst bj de opgeslagen stand van het dsplay komt.

39 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS 2 Vanut dt menu hebt u toegang tot de volgende functes: Voorbeeld: nstellen van de tjdsduur van de follow me home-verlchtng Draa aan de knop om het menu "Confgurate verlchtng" te selecteren en druk op de knop om te bevestgen. Menu "Confgurate" Druk op de toets "MENU" van de autorado/telefoon GPS RT4 voor toegang tot het algemene menu. Draa aan de knop om het menu "Confgurate" te selecteren en druk op de knop om te bevestgen. Parameters van de auto nstellen Va het menu "Parameters van de auto nstellen" kunnen verschllende systemen van de auto geactveerd of utgeschakeld worden: - selectef ontgrendelen (ze het hoofdstuk "Toegang tot de auto"), - nschakelen van de rutenwsser achter als de achterutversnellng wordt ngeschakeld (ze het hoofdstuk "Zcht"), - follow-me-home verlchtng en nstapverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"), - sfeerverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"), - verlchtng overdag (ze het hoofdstuk "Zcht"), - bochtverlchtng (ze het hoofdstuk "Zcht"). Selecteer het tem "Tjdsduur follow me home" en bevestg. Selecteer de tjdsduur en druk op de knop. Draa aan de knop om de tjdsduur n te stellen (15, 0 of 60 seconden) en druk op de knop. Selecteer "OK" en bevestg. 41

40 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Confgurate van het dsplay Taalkeuze Als het menu "Taalkeuze" s geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden geselecteerd: - keuze van de taal van de weergave (Franças, Englsh, Italano, Portugues, Español, Deutsch, Nederlands), - keuze van de taal van de nformate en de gesproken commando s (Franças, Englsh, Italano, Portugues, Español, Deutsch, Nederlands). Als het menu "Confgurate dsplay" s geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden geselecteerd: - selecteren van het voor de weergave beschkbare kleurenpalet, - nstellen van de lchtsterkte en de helderhed van het dsplay, - nstellen van de datum en tjd (weergave n 12 of 24 uur, nstellen mnuten va GPS), - nstellen van eenheden (temperatuur n Celsus of Fahrenhet; brandstofverbruk n l/100 km, mpg of km/l). Geluden Als dt menu s geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden geselecteerd: - nstellen van de gesproken commando s, - nstellen van de spraaksynthese (volume, manneljke of vrouweljke stem), - actveren van de AUX-ngang.! Om velghedsredenen mag de bestuurder de conf gurate van de multfunctonele dsplays utslutend utvoeren als de auto stlstaat. 42

41 Selecteer n het menu "Dagnose auto" een van de volgende functes: MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS 2 Menu "Dagnose auto" Druk op de toets "MENU" om het hoofdmenu weer te geven. Draa aan de knop en druk erop om het menu "Dagnose auto" te selecteren. Logboek waarschuwngsmeldngen Deze functe herhaalt de acteve waarschuwngsmeldngen door ze achtereenvolgens op het multfunctonele dsplay te laten verschjnen. Toestand van de functes Deze functe geeft aan of de verschllende functes van de auto zjn n- of utgeschakeld. 4

42 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS BOORDCOMPUTER De boordcomputer geeft tjdens het rjden verschllende nformate (acteradus, brandstofverbruk,...). Monochroom dsplay A De boordcomputer kan de volgende nformate weergeven: - acteradus, Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar de oorspronkeljke weergave. Op 0 stellen Weergave van de nformate - momenteel brandstofverbruk, - afgelegde afstand, Druk herhaaldeljk op de toets op het utende van de rutenwsserschakelaar om de verschllende nformate van de boordcomputer weer te geven. - gemddeld brandstofverbruk, - gemddelde snelhed. Druk langer dan 2 seconden op de toets om de afgelegde afstand, het gemddelde brandstofverbruk en de gemddelde snelhed op 0 te zetten. 44

43 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Enkele defntes... Acteradus (km of mles) De acteradus geeft aan hoeveel klometer u nog met de resterende hoeveelhed brandstof kunt rjden, berekend op bass van het gemddelde verbruk over de laatste afgelegde klometers.! Het kan voorkomen dat u de weergegeven waarde zet toenemen door een gewjzgde rjstjl of het afdalen van een hellng, waardoor het momentele brandstofverbruk aanzenljk gunstger wordt. Als de acteradus mnder dan 0 km bedraagt, verschjnen streepjes op het dsplay. Na het tanken van mnmaal 5 lter brandstof wordt de acteradus opneuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt als tjdens het rjden de streepjes voortdurend worden weergegeven. Momenteel verbruk (l/100 km, km/l of mpg) Dt s het gemddelde brandstofverbruk over de laatste seconden. Deze functe wordt alleen weergegeven bj snelheden vanaf 0 km/h. Gemddeld verbruk (l/100 km, km/l of mpg) Dt s het gemddelde verbruk snds de laatste nulstellng van de boordcomputer. Gemddelde snelhed (km/h of mph) Dt s de gemddelde snelhed snds de laatste nulstellng van de boordcomputer (contact aan). Afgelegde afstand (km of mles) Deze afstand wordt berekend snds de laatste nulstellng van de boordcomputer. Nog af te leggen afstand (km of mles) Dt s de nog af te leggen afstand tot de endbestemmng. Deze afstand wordt op elk moment tjdens het navgeren berekend of wordt ngevoerd door de gebruker. Bj het ontbreken van de afstand verschjnen er streepjes n plaats van cjfers. 46

44 BOORDCOMPUTER De boordcomputer geeft tjdens het rjden verschllende nformate (acteradus, brandstofverbruk,...). Monochroom dsplay C en kleurendsplay C Weergave van de nformate MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS - traject "2": afgelegde afstand, gemddeld brandstofverbruk, gemddelde snelhed, voor het tweede traject. Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het vorge scherm. 2 Traject op 0 zetten Groot dsplay op het nstrumentenpaneel Druk herhaaldeljk op de toets op het utende van de rutenwsserschakelaar om de verschllende standen van de boordcomputer weer te geven: - de momentele nformate: acteradus, momenteel brandstof-verbruk, nog af te leggen afstand, Afhankeljk van de utrustng van uw auto verschjnt de nformate van de boordcomputer op het monochrome of kleurendsplay, of op het grote dsplay op het nstrumentenpaneel. - traject "1": afgelegde afstand, gemddeld brandstofverbruk, gemddelde snelhed, voor het eerste traject. Druk de toets langer dan 2 seconden n zodra het gewenste traject wordt aangegeven. De trajecten "1" en "2" zjn onafhankeljk en hebben dezelfde egenschappen. Traject "1" kan bjvoorbeeld gebrukt worden voor een dageljks verbruk en traject "2" voor een maandeljks verbruk. 45

45 2 MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS Enkele defntes... Acteradus (km of mles) De acteradus geeft aan hoeveel klometer u nog met de resterende hoeveelhed brandstof kunt rjden, berekend op bass van het gemddelde verbruk over de laatste afgelegde klometers.! Het kan voorkomen dat u de weergegeven waarde zet toenemen door een gewjzgde rjstjl of het afdalen van een hellng, waardoor het momentele brandstofverbruk aanzenljk gunstger wordt. Als de acteradus mnder dan 0 km bedraagt, verschjnen streepjes op het dsplay. Na het tanken van mnmaal 5 lter brandstof wordt de acteradus opneuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt als tjdens het rjden de streepjes voortdurend worden weergegeven. Momenteel verbruk (l/100 km, km/l of mpg) Dt s het gemddelde brandstofverbruk over de laatste seconden. Deze functe wordt alleen weergegeven bj snelheden vanaf 0 km/h. Gemddeld verbruk (l/100 km, km/l of mpg) Dt s het gemddelde verbruk snds de laatste nulstellng van de boordcomputer. Gemddelde snelhed (km/h of mph) Dt s de gemddelde snelhed snds de laatste nulstellng van de boordcomputer (contact aan). Afgelegde afstand (km of mles) Deze afstand wordt berekend snds de laatste nulstellng van de boordcomputer. Nog af te leggen afstand (km of mles) Dt s de nog af te leggen afstand tot de endbestemmng. Deze afstand wordt op elk moment tjdens het navgeren berekend of wordt ngevoerd door de gebruker. Bj het ontbreken van de afstand verschjnen er streepjes n plaats van cjfers. 46

46 COMFORT Stel de luchtverdelng n: de lucht wordt va de gewenste utstroomopenngen over het ntereur verdeeld. Stel de luchtopbrengst n: de aanjagersnelhed wordt verhoogd of verlaagd. Bedenngspaneel Het systeem wordt bedend va het bedenngspaneel A van de mddenconsole. Volgens utvoerng zjn de volgende functes aanwezg: - temperatuurregelng, - luchtopbrengstregelng, - regelng luchtverdelng, - ontdooen en ontwasemen, - handbedende of automatsche arcondtonng. Luchtverdelng VENTILATIE De ventlate zorgt voor een optmaal comfort n het ntereur. Luchttoevoer De lucht n het ntereur wordt geflterd en wordt van butenaf toegevoerd va het luchtrooster onder de voorrut, of n het ntereur gerecrculeerd. Luchtgeledng De lucht kan afhankeljk van de nstellngen van de bestuurder va verschllende crcuts worden toegevoerd: - rechtstreekse toevoer naar het ntereur (toevoer van butenlucht), - toevoer va het verwarmngscrcut, - toevoer va het crcut van de arcondtonng. Stel de temperatuurregelng n: de lucht van de verschllende crcuts wordt gemengd om het gewenste comfortnveau te bereken. 1. Utstroomopenngen voor het ontdooen of ontwasemen van de voorrut. 2. Utstroomopenngen voor het ontdooen of ontwasemen van de zjruten.. Afslutbare en verstelbare zjventlateroosters. 4. Afslutbare en verstelbare mddelste ventlateroosters. 5. Utstroomopenngen beenrumte voorpassagers. 6. Afslutbare en verstelbare ventlateroosters voor de achterpassagers. 7. Utstroomopenngen beenrumte achterpassagers. 47

47 COMFORT GEBRUIKSADVIEZEN VOOR DE VERWARMING, VENTILATIE EN AIRCONDITIONING Neem voor een optmale werkng van de verwarmng, ventlate en arcondtonng de volgende gebruksadvezen n acht: Als de bnnentemperatuur zeer hoog bljft nadat de auto lang n de zon heeft gestaan, kunt u het passagerscompartment kort ventleren. Zet de knop van de luchtopbrengst zodang dat de ntereurlucht goed ververst wordt. Let erop dat voor een geljkmatge verdelng van de lucht naar het ntereur de utstroomopenng onder de voorrut, de verschllende luchtkanalen, ventlateroosters en overge utstroomopenngen en de ventlateopenng n de bagagerumte vrj bljven. Let erop dat de zonnesensor op het dashboard net wordt afgedekt. Deze sensor dent voor de regelng van de arcondtonng. Zet de arcondtonng 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 mnuten aan om het systeem n perfecte staat te houden. Controleer regelmatg de staat van het ntereurf lter en laat de f lterelementen perodek vervangen (ze het hoofdstuk "Controles"). Wj raden u een gecombneerd ntereurf lter aan. Dankzj het specale toegevoegde acteve flter draagt het bj tot een gezuverde lucht voor de nzttenden en een schoon ntereur (vermnderng van allergsche reactes, stank en vetaanslag). Laat de arcondtonng regelmatg controleren om het systeem n perfecte staat te houden. Gebruk de arcondtonng net als deze net koelt en raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. Bj een zware belastng van de motor (trekken van een aanhanger op een stele hellng bj een hoge butentemperatuur) kan de arcondtonng tjdeljk worden utgeschakeld voor een optmale trekkracht van de motor. Condensvormng n de arcondtonng kan ertoe leden dat er zch een klen plasje water onder de auto vormt. Dt s een normaal verschjnsel. Het arcondtonngssysteem s chloorvrj en s net schadeljk voor de ozonlaag. 48

48 VERWARMING/VENTILATIE 1. Temperatuurregelng Draa de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte n te stellen. 2. Luchtopbrengstregelng Draa de knop n één van de vjf standen om de gewenste luchtopbrengst te verkrjgen. COMFORT Beenrumte. (gesloten ventlateroosters) Mddelste ventlateroosters en zjventlateroosters. De luchtstroom kan worden gevareerd door de knop n een mddenstand te zetten. HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING De verwarmng/ventlate en arcondtonng werken utslutend bj draaende motor. Wanneer de knop van de luchtopbrengstregelng n de stand 0 staat (utschakelng van het systeem), wordt het thermsche comfort net meer geregeld. Er bljft door de rjwnd echter nog wel een klene luchtstroom gehandhaafd.. Luchtverdelng Voorrut en zjruten. Voorrut, zjruten en beenrumte. 4. Toevoer van butenlucht/ luchtrecrculate De toevoer van butenlucht voorkomt het beslaan van de voorrut en zjruten. De recrculatestand dent om de luchttoevoer af te sluten bj stank en stofoverlast. Schakel zo snel mogeljk de toevoer van butenlucht weer n om te voorkomen dat de luchtkwaltet n het ntereur achterutgaat en de ruten beslaan. Druk op deze toets om de lucht n het ntereur te laten recrculeren. Het lampje brandt om aan te geven dat de luchtrecrculate s ngeschakeld. Druk nogmaals op de toets om de toevoer van butenlucht weer n te schakelen. Het lampje gaat ut. 49

49 COMFORT Ontdooen - Ontwasemen Ga voor het snel ontdooen en ontwasemen van de voorrut en zjruten als volgt te werk: zet de knop van de luchttoevoerregelng 4 n de stand "Toevoer van butenlucht", draa de knop van de luchtverdelng n de stand "Voorrut", draa de knoppen van de temperatuurregelng 1 en de luchtopbrengst 2 n de maxmale stand, slut de mddelste ventlateroosters, schakel bj een temperatuur boven 0 C de arcondtonng n door op de toets "A/C" te drukken. 5. Arcondtonng aan/ut De arcondtonng kan tjdens alle sezoenen effectef gebrukt worden, mts de ruten zjn gesloten. Het systeem stelt u n staat: - de temperatuur n het ntereur s zomers te verlagen, - n de wnter bj temperaturen boven 0 C beslagen ruten snel te ontwasemen. Aan Druk op de toets "A/C". Het lampje van de toets gaat branden. De arcondtonng werkt net als de aanjagerknop 2 n de stand "0" staat. ACHTERRUITVERWARMING Aan De achterrutverwarmng kan worden ngeschakeld met de toets op het bedenngspaneel van de verwarmng of arcondtonng. De achterrutverwarmng werkt utslutend bj draaende motor. Druk op deze toets om de achterrut en de butenspegels te ontwasemen. Het verklkkerlampje van de toets gaat branden. Ut De achterrutverwarmng wordt automatsch utgeschakeld om onnodg brandstofverbruk te voorkomen. U kunt de achterrutverwarmng ook eerder utschakelen door nogmaals op de toets te drukken. Het verklkkerlampje van de toets gaat ut. Als de motor wordt afgezet voordat de achterrutverwarmng automatsch wordt utgeschakeld, wordt de achterrutverwarmng weer ngeschakeld als de motor weer wordt gestart. Schakel, zodra de omstandgheden het toelaten, de achterruten butenspegelverwarmng ut omdat een gerng stroomverbruk ledt tot een verlagng van het brandstofverbruk. 50 Ut Druk nogmaals op de toets "A/C". Het lampje van de toets gaat ut.

50 COMFORT Ontdooen - Ontwasemen Ga voor het snel ontdooen en ontwasemen van de voorrut en zjruten als volgt te werk: zet de knop van de luchttoevoerregelng 4 n de stand "Toevoer van butenlucht", draa de knop van de luchtverdelng n de stand "Voorrut", draa de knoppen van de temperatuurregelng 1 en de luchtopbrengst 2 n de maxmale stand, slut de mddelste ventlateroosters, schakel bj een temperatuur boven 0 C de arcondtonng n door op de toets "A/C" te drukken. 5. Arcondtonng aan/ut De arcondtonng kan tjdens alle sezoenen effectef gebrukt worden, mts de ruten zjn gesloten. Het systeem stelt u n staat: - de temperatuur n het ntereur s zomers te verlagen, - n de wnter bj temperaturen boven 0 C beslagen ruten snel te ontwasemen. Aan Druk op de toets "A/C". Het lampje van de toets gaat branden. De arcondtonng werkt net als de aanjagerknop 2 n de stand "0" staat. ACHTERRUITVERWARMING Aan De achterrutverwarmng kan worden ngeschakeld met de toets op het bedenngspaneel van de verwarmng of arcondtonng. De achterrutverwarmng werkt utslutend bj draaende motor. Druk op deze toets om de achterrut en de butenspegels te ontwasemen. Het verklkkerlampje van de toets gaat branden. Ut De achterrutverwarmng wordt automatsch utgeschakeld om onnodg brandstofverbruk te voorkomen. U kunt de achterrutverwarmng ook eerder utschakelen door nogmaals op de toets te drukken. Het verklkkerlampje van de toets gaat ut. Als de motor wordt afgezet voordat de achterrutverwarmng automatsch wordt utgeschakeld, wordt de achterrutverwarmng weer ngeschakeld als de motor weer wordt gestart. Schakel, zodra de omstandgheden het toelaten, de achterruten butenspegelverwarmng ut omdat een gerng stroomverbruk ledt tot een verlagng van het brandstofverbruk. 50 Ut Druk nogmaals op de toets "A/C". Het lampje van de toets gaat ut.

51 COMFORT AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING Om bj koude motor de toevoer van koude lucht te beperken, wordt de aanjagerregelng geledeljk op het optmale nveau gebracht. Bj koud weer wordt de warme lucht utslutend naar de voorrut, de zjruten en de beenrumte van de passagers verdeeld. Als de temperatuur n de auto bj het nstappen veel lager of hoger s dan de ngestelde waarde, heeft het geen zn om voor het gewenste comfort de ngestelde waarde te wjzgen. Het systeem compenseert automatsch en zo snel mogeljk het temperatuurverschl. De arcondtonng werkt utslutend bj draaende motor. Automatsche werkng 1. Automatsch programma "comfort" Druk op de toets "AUTO". Het lampje van de toets gaat branden. Het s raadzaam deze stand te gebruken: het systeem regelt de temperatuur, de luchtopbrengst, de luchtverdelng naar de luchtroosters en de luchtrecrculate automatsch en optmaal aan de hand van de door u ngestelde waarde. Het systeem kan tjdens alle sezoenen effectef gebrukt worden, mts de ruten zjn gesloten. 2. Regelng bestuurderszjde. Regelng passagerszjde De bestuurder en de voorpassager kunnen de temperatuur afzonderljk naar wens nstellen. De op het dsplay weergegeven waarde heeft betrekkng op een bepaald comfortnveau en net op de werkeljke temperatuur n graden Celsus of Fahrenhet. Draa de knop 2 of naar lnks of naar rechts om deze waarde te verlagen of te verhogen. Voor een optmaal comfort wordt de waarde 21 aanbevolen. Nettemn s afhankeljk van uw wensen een afstellng tussen 18 en 24 gebrukeljk. Voor een optmaal comfort s het raadzaam de temperatuur lnks en rechts zo n te stellen dat het verschl net meer dan bedraagt. 4. Automatsch programma "zcht" In sommge gevallen kan het programma "comfort" net toerekend bljken om de ruten condens- en jsvrj te houden (vocht, veel nzttenden, vorst...). Kes n dat geval het automatsche programma "zcht". Het systeem regelt automatsch de arcondtonng, de luchtopbrengst, de luchttoevoer en de luchtverdelng naar de luchtroosters voor een optmale ontwasemng van de voorrut en zjruten. Druk nogmaals op de toets "zcht" of op de toets "AUTO" om dt programma af te sluten. Het lampje van de toets "zcht" gaat ut en dat van de toets "AUTO" gaat branden. 51

52 52 Handmatg verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatsche bedenng van het systeem handmatg aanpassen. De overge functes worden automatsch geregeld. Druk op de toets "AUTO" om het systeem weer volledg automatsch te laten functoneren. COMFORT Om het ntereur maxmaal te verkoelen of te verwarmen s het mogeljk de mnmale waarde 14 of de maxmale waarde 28 te overschrjden. Draa de knop 2 of naar lnks totdat LO verschjnt of naar rechts totdat HI verschjnt. 5. Arcondtonng aan/ut Druk op deze toets om de arcondtonng ut te schakelen. Als de arcondtonng wordt utgeschakeld, wordt het thermsche comfort net meer geregeld (vocht, beslagen ruten). Druk de toets nogmaals n zodra dt mogeljk s om de automatsche werkng van de arcondtonng te hervatten. Het lampje van de toets "A/C" gaat branden. 6. Regelng luchtverdelng Druk op één of meer toetsen om de luchtstroom te verdelen naar: - de voorrut en de zjruten (ontwasemen of ontdooen), - de voorrut, de zjruten en de ventlateroosters, - de voorrut, de zjruten, de ventlateroosters en de beenrumte van de passagers, - de ventlateroosters en de beenrumte van de passagers, - de ventlateroosters, - de beenrumte van de passagers, - de voorrut, de zjruten en de beenrumte van de passagers. 7. Regelng luchtopbrengst Draa deze knop naar lnks om de luchtopbrengst te vermnderen of naar rechts om deze te verhogen. De lampjes van de luchtopbrengst, tussen de twee propellers, gaan afhankeljk van de ngestelde waarde geledeljk branden. 8. Toevoer van butenlucht/ luchtrecrculate Druk op deze toets om de lucht n het ntereur te laten recrculeren. Het lampje van de toets gaat branden. De luchtrecrculate dent om de toevoer van butenlucht bj stank en stofoverlast af te sluten. Druk de toets, zodra de luchtrecrculate net meer nodg s, nogmaals n om de toevoer van butenlucht te hervatten en het beslaan van de ruten te voorkomen. Het lampje van de toets gaat ut.! Utschakelen van het systeem Draa de knop van de luchtopbrengst naar lnks tot alle lampjes utgaan. Alle functes van de arcondtonng worden dan utgeschakeld. De temperatuur wordt dan net meer geregeld, maar er bljft een klene luchtstroom gehandhaafd. Draa de knop van de luchtopbrengst naar rechts of druk op de toets "AUTO" om het systeem weer met de laatst ngestelde waarden n te schakelen.! Gebruk de luchtrecrculate alleen als dt echt nodg s (om te voorkomen dat de ruten beslaan en de luchtkwaltet n het ntereur achterutgaat). 9. Centrale regelng/gescheden regelng Druk op deze toets om de nstellngen van de passagerszjde af te stemmen op de van de bestuurderszjde (centrale regelng). Het lampje van de toets gaat branden. Het s raadzaam om net langdurg te rjden terwjl het systeem s utgeschakeld.

53 COMFORT PARFUMEUR De parfumeur zorgt voor een aangename geur n de auto en kan met een draaknop naar wens worden ngesteld. Het geurelement s n verschllende geuren leverbaar. Geurelement Het geurelement kan zeer eenvoudg worden vervangen. U kunt het geurelement op elk moment verwsselen en buten de auto bewaren, dankzj de houder waarmee het element kan worden afgesloten als het reeds s gebrukt. Bj de PEUGEOT-servcepunten zjn verschllende geuren leverbaar. Geurelement verwjderen Draa het element een kwart omwentelng naar lnks. Verwjder het element ut het dashboard. Slut het element af met de houder. Regelknop Met behulp van deze knop kunt u de sterkte van de geur nstellen. Draa de knop naar rechts om de geur n de auto te verspreden (horzontale stand). Draa de knop naar lnks om de parfumeur af te sluten (vertcale stand). Houd de mddelste ventlateroosters geopend. De geursterkte s mede afhankeljk van de nstellngen van de ventlate en de arcondtonng.! Goo het orgnele element net weg, dt moet worden gebrukt om het systeem af te sluten als de geurelementen net worden gebrukt. Draa de knop voor een langere levensduur van het geurelement naar lnks zodra de sterkte van de geur n het ntereur voldoende s. Voer om velghedsredenen handelngen met het geurelement utslutend ut bj stlstaande auto. Haal geurelementen net ut elkaar. Probeer de parfumeur of de geurelementen net bj te vullen. Gebruk utslutend orgnele PEUGEOT-geurelementen. Vermjd elk contact met de hud en met de ogen. Houd de geurelementen buten het berek van knderen en husderen. Geurelement plaatsen Verwjder de houder van het element. Plaats het element n het dashboard (met de bloem rechtsboven). Druk de knop n en draa deze een kwart omwentelng naar rechts. 5

54 COMFORT VOORSTOELEN De zttng, de rugleunng en de hoofdsteun zjn verstelbaar voor een optmale ztposte. Handmatg verstellen Verstellng n lengterchtng Tl de beugel op en schuf de stoel n de gewenste stand. Hoogteverstellng bestuurders- en passagersstoel Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand berekt s. Rugleunngverstellng Duw de handgreep naar achteren. 54

55 COMFORT VOORSTOELEN De zttng, de rugleunng en de hoofdsteun zjn verstelbaar voor een optmale ztposte. Elektrsch verstelbare bestuurdersstoel Verstellen n lengterchtng Duw de schakelaar naar voren of naar achteren om de gewenste stand te verkrjgen. Hoogte- en hoekverstellng van de zttng Duw de achterzjde van de schakelaar omhoog of omlaag om de gewenste hoogte te verkrjgen. Duw de voorzjde van de schakelaar omhoog of omlaag om de gewenste hoek te verkrjgen. De elektrsche nstellngen kunnen tot 1 mnuut na het afzetten van het contact worden utgevoerd. Zet het contact aan om de elektrsche verstellng weer te actveren. Rugleunngverstellng Duw de schakelaar naar voren of naar achteren om de gewenste hoek te verkrjgen. 55

56 COMFORT Aanvullende nstellngen Hoogte- en hoekverstellng hoofdsteun Trek de hoofdsteun geljktjdg naar voren en omhoog om hem hoger te zetten. Druk op de pal A en trek de hoofdsteun omhoog om hem te verwjderen. Steek om de hoofdsteun terug te zetten de pennen van de hoofdsteun recht n de openngen van de rugleunng tot de hoofdsteun op zjn plaats bljft. Druk geljktjdg op de pal A en op de hoofdsteun om deze lager te zetten. Beweeg om de hoek van de hoofdsteun te verstellen de onderzjde van de hoofdsteun naar voren of naar achteren.! Voor de velghed s het frame van de hoofdsteun gekarteld om te voorkomen dat de hoofdsteun zakt n het geval van een aanrjdng. De juste stand van de hoofdsteun s als de bovenzjde van de hoofdsteun zch ter hoogte van de bovenzjde van het hoofd bevndt. Ga noot rjden als de hoofdsteunen zjn verwjderd. De hoofdsteunen moeten zjn geplaatst en correct zjn afgesteld. Lendensteun verstellen Draa aan de knop om de lendensteun n de gewenste stand te zetten. Toegang tot de achterbank (-deurs) Trek de hendel omhoog om de rugleunng naar voren te klappen en schuf de stoel voorut. Als de stoel wordt teruggeduwd, komt deze automatsch weer n de oorspronkeljke stand terug. Laat de steun B, n de hendel, zakken om velghedsgordel herop te laten rusten. Deze steun zorgt ervoor dat de velghedsgordel bnnen handberek s wanneer u deze weer moet omdoen.! Zorg ervoor dat het terugschuven van de stoel n de oorspronkeljke stand net wordt verhnderd; deze stand s noodzakeljk om de stoel te vergrendelen n de lengterchtng. 56

57 Knop stoelverwarmng Bj draaende motor s de stoelverwarmng voor elke voorstoel apart regelbaar. Met de draaknop naast de voorstoel kan de stoelverwarmng ngeschakeld worden en kan een verwarmngsstand worden geselecteerd: 0: Ut. 1: Laag. 2: Gemddeld. : Hoog. Opslaan van ztpostes n het geheugen Dt systeem slaat de elektrsche nstellngen van de bestuurdersstoel en de butenspegels op. U kunt twee standen opslaan met de toetsen aan de zjkant van de bestuurdersstoel en nog twee andere standen met behulp van de twee sleutels met afstandsbedenng. Opslaan van een ztposte Met de toetsen M/1/2 Zet het contact aan. Zet uw stoel en de butenspegels n de gewenste stand. Druk op de toets M en vervolgens bnnen 4 seconden op de toets 1 of 2. Een geludssgnaal geeft aan dat de ztposte s opgeslagen. Oproepen van een opgeslagen ztposte Bj het ontgrendelen van de auto nemen de bestuurdersstoel en de butenspegels de n het geheugen van de sleutel met afstandsbedenng opgeslagen stand n.! COMFORT Met de afstandsbedenng op de sleutels Als de auto met de afstandsbedenng wordt vergrendeld, wordt de stand van de bestuurdersstoel en de butenspegels opgeslagen n de sleutel. In elke sleutel met afstandsbedenng kan een specfeke ztposte worden opgesla- gen. Het opslaan van een andere stand annuleert de vorge, n het geheugen opgeslagen stand. Contact aan Druk kort op de toets 1 of 2 om de desbetreffende ztposte op te roepen. Een geludssgnaal geeft aan dat de opgeslagen ztposte s ngenomen. Tjdens het rjden Houd de toets 1 of 2 ngedrukt tot het geludssgnaal aangeeft dat de ztposte s ngenomen. Als bj afgezet contact een opgeslagen stand een aantal keer achter elkaar s opgeroepen, zal om het ontladen van de accu te voorkomen de functe worden utgeschakeld totdat de motor wordt gestart. 57

58 COMFORT ACHTERBANK U kunt het lnkerdeel (2/) en/of het rechterdeel (1/) van de achterbank neerklappen om de bagagerumte te vergroten. Hoofdsteunen achter De hoofdsteunen hebben twee standen, een hoge stand (comfort en velghed) en een lage stand (zcht naar achteren). Verwjderen van de zttng Schuf de voorstoel aan de desbetreffende zjde naar voren. Trek de handgreep 1 naar voren om de zttng 2 omhoog te trekken. Kantel de zttng 2 volledg tegen de rugleunng van de voorstoel. Verwjder de zttng 2 ut de bevestgngen door de zttng omhoog te trekken. Terugplaatsen van de zttng Plaats de zttng 2 n vertcale rchtng n de bevestgngen. Klap de zttng 2 omlaag. Druk de zttng vast. De hoofdsteunen kunnen ook worden verwjderd: trek de hoofdsteunen geljktjdg naar voren en omhoog tot aan de aanslag, druk vervolgens de pal A n.! Ga noot rjden als de hoofdsteunen zjn verwjderd; de hoofdsteunen moeten zjn geplaatst en n de hoge stand staan als er passagers op de achterbank ztten. 58

59 COMFORT Neerklappen van de achterbank Kantel om beschadgng van de achterbank te voorkomen altjd eerst de zttng naar voren voordat u de rugleunng neerklapt: schuf de voorstoel nden nodg naar voren, trek de handgreep 1 naar voren om de zttng 2 omhoog te trekken. kantel de zttng 2 volledg tegen de rugleunng van de voorstoel, controleer of de velghedsgordel langs de rand van de rugleunng loopt, verwjder de hoofdsteunen, trek de hendel naar voren om de rugleunng 4 te ontgrendelen, klap de rugleunng 4 neer. De zttng 2 kan worden verwjderd voor extra laadrumte. Terugplaatsen van de achterbank Bj het terugplaatsen van de achterbank: zet de rugleunng 4 rechtop en vergrendel deze, klap de zttng 2 terug. plaats de hoofdsteunen terug.! Let erop dat bj het terugplaatsen van de achterbank de velghedsgordels net klem komen te ztten en dat de gesphouders op de juste plek komen te ztten. 59

60 COMFORT SPIEGELS Verstellen Inklappen van butenaf: vergrendel de auto met de afstandsbedenng of de sleutel. vanut het ntereur: trek bj aangezet contact de schakelaar A naar achteren. Als de butenspegels zjn ngeklapt met behulp van de schakelaar A, worden ze net automatsch utgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek nogmaals de schakelaar A naar achteren om de butenspegels ut te klappen. Butenspegels De verstelbare butenspegels zorgen voor het benodgde zcht naar achteren bj een nhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto. De butenspegels kunnen ook worden ngeklapt voor het parkeren n een smalle straat. Zet de knop A naar lnks of rechts om de desbetreffende spegel te selecteren. Duw de knop B n de 4 rchtngen om de spegel af te stellen. Zet de knop A weer n het mdden.! De weergegeven objecten n de butenspegels ljken verder af dan ze n werkeljkhed zjn. Hermee moet rekenng worden gehouden om de afstand ten opzchte van achteropkomend verkeer goed n te schatten. Utklappen van butenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbedenng of de sleutel. vanut het ntereur: trek bj aangezet contact de schakelaar A naar achteren. Het automatsch n- en utklappen van de butenspegels kan worden gedeactveerd door een PEUGEOTservcepunt. 60

61 COMFORT Automatsch kantelen butenspegels bj het achterutrjden De butenspegels kunnen bj het achterut nparkeren naar de grond worden gercht. Utschakelen Haal de versnellngsbak ut de achterutversnellng en wacht 20 seconden. of Zet de schakelaar A n de mddelste stand. De butenspegel keert terug naar de oorspronkeljke stand. De butenspegel keert ook terug naar de oorspronkeljke stand: - zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h, - als de motor wordt afgezet. Bnnenspegel Verstelbare spegel voor het zcht recht achter de auto. Handmatge bnnenspegel De bnnenspegel s voorzen van een nachtstand (antverblndng). Programmeren Schakel bj draaende motor de achterutversnellng n. Selecteer en verstel achtereenvolgens de lnker en rechter butenspegel. De ngestelde standen worden drect opgeslagen. Inschakelen Schakel bj draaende motor de achterutversnellng n. Beweeg de schakelaar A naar rechts of lnks om de desbetreffende butenspegel te selecteren. De geselecteerde butenspegel wordt n de geprogrammeerde stand gercht. Verstellen Stel de spegel af als deze n de dagstand staat. Dag-/nachtstand Trek aan het hendeltje om de spegel n de nachtstand te zetten. Duw het hendeltje naar voren om de spegel terug te zetten n de dagstand.! Stel de spegels om velghedsredenen zo af, dat de dode hoek mnmaal s. 61

62 COMFORT Automatsch kantelen butenspegels bj het achterutrjden De butenspegels kunnen bj het achterut nparkeren naar de grond worden gercht. Utschakelen Haal de versnellngsbak ut de achterutversnellng en wacht 20 seconden. of Zet de schakelaar A n de mddelste stand. De butenspegel keert terug naar de oorspronkeljke stand. De butenspegel keert ook terug naar de oorspronkeljke stand: - zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h, - als de motor wordt afgezet. Bnnenspegel Verstelbare spegel voor het zcht recht achter de auto. Handmatge bnnenspegel De bnnenspegel s voorzen van een nachtstand (antverblndng). Programmeren Schakel bj draaende motor de achterutversnellng n. Selecteer en verstel achtereenvolgens de lnker en rechter butenspegel. De ngestelde standen worden drect opgeslagen. Inschakelen Schakel bj draaende motor de achterutversnellng n. Beweeg de schakelaar A naar rechts of lnks om de desbetreffende butenspegel te selecteren. De geselecteerde butenspegel wordt n de geprogrammeerde stand gercht. Verstellen Stel de spegel af als deze n de dagstand staat. Dag-/nachtstand Trek aan het hendeltje om de spegel n de nachtstand te zetten. Duw het hendeltje naar voren om de spegel terug te zetten n de dagstand.! Stel de spegels om velghedsredenen zo af, dat de dode hoek mnmaal s. 61

63 COMFORT Automatsch dmmende bnnenspegel De bnnenspegel verstelt geledeljk en automatsch van de dag- n de nachtstand. Aan Zet het contact aan en druk op de schakelaar 1. Het verklkkerlampje 2 gaat branden en de bnnenspegel werkt automatsch. STUURWIELVERSTELLING Het stuurwel kan n hoogte en depte worden versteld voor een optmale zthoudng van de bestuurder. Ut Druk op de schakelaar 1. Het verklkkerlampje 2 gaat ut en de spegel bljft n de dagstand staan. Zodra de achterut wordt ngeschakeld, wordt de spegel n de dagstand gezet voor een maxmaal zcht naar achteren. Om verblndng te voorkomen, wordt de spegel automatsch donker, afhankeljk van de hoeveelhed lcht de vanaf de achterzjde van de auto op de spegel valt. Zodra de hoeveelhed lcht (bjvoorbeeld verlchtng van achteropkomend verkeer, zonneschjn...) vermndert, wordt het spegelbeeld weer helder voor een optmaal zcht. Verstellen Zorg dat de auto stlstaat en trek aan de hendel om het stuurwel te ontgrendelen. Verstel het stuurwel n hoogte en depte. Druk de hendel goed vast om het stuurwel te vergrendelen.! Voer deze handelngen om velghedsredenen utslutend ut bj stlstaande auto. 62

64 COMFORT Automatsch dmmende bnnenspegel De bnnenspegel verstelt geledeljk en automatsch van de dag- n de nachtstand. Aan Zet het contact aan en druk op de schakelaar 1. Het verklkkerlampje 2 gaat branden en de bnnenspegel werkt automatsch. STUURWIELVERSTELLING Het stuurwel kan n hoogte en depte worden versteld voor een optmale zthoudng van de bestuurder. Ut Druk op de schakelaar 1. Het verklkkerlampje 2 gaat ut en de spegel bljft n de dagstand staan. Zodra de achterut wordt ngeschakeld, wordt de spegel n de dagstand gezet voor een maxmaal zcht naar achteren. Om verblndng te voorkomen, wordt de spegel automatsch donker, afhankeljk van de hoeveelhed lcht de vanaf de achterzjde van de auto op de spegel valt. Zodra de hoeveelhed lcht (bjvoorbeeld verlchtng van achteropkomend verkeer, zonneschjn...) vermndert, wordt het spegelbeeld weer helder voor een optmaal zcht. Verstellen Zorg dat de auto stlstaat en trek aan de hendel om het stuurwel te ontgrendelen. Verstel het stuurwel n hoogte en depte. Druk de hendel goed vast om het stuurwel te vergrendelen.! Voer deze handelngen om velghedsredenen utslutend ut bj stlstaande auto. 62

65 SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING U kunt om de auto te ontgrendelen of ver- grendelen de centrale vergrendelng denen met de sleutel n het porterslot of met de afstandsbedenng. De sleutel met afstandsbedenng dent tevens voor de be- lokalsate en het starten van de auto en maakt deel ut van de defstalbevelgng. Openen van de auto Ontgrendelen met de sleutel Draa de sleutel lnksom n het slot van het bestuurdersporter om de auto te ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestgd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knpperen van de rchtngaanwjzers. Tegeljkertjd worden, afhankeljk van de utvoerng van de auto, de butenspegels utgeklapt. Selecteve ontgrendelng met de afstandsbedenng Druk één keer op het geopende hangslot om alleen het bestuurdersporter te ontgrendelen. Druk nogmaals op het geopende hangslot om de overge porteren en de achterklep te ontgrendelen. TOEGANG TOT DE AUTO Het ontgrendelen wordt bevestgd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel knpperen van de rchtngaanwjzers. Tegeljkertjd worden, volgens utvoerng, bj de eerste ontgrendelng de butenspegels utgeklapt. Sluten van de auto Het volledg of selectef ontgrendelen kan worden ngesteld met behulp van het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. Standaard s de volledge ontgrendelng geactveerd. 4 Utklappen van de sleutel Druk op de knop A om de sleutel ut te klappen. Ontgrendelen met de afstandsbedenng Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen. Selecteve ontgrendelng met de sleutel Draa de sleutel één keer lnksom n het slot van het bestuurdersporter om alleen het bestuurdersporter te ontgrendelen. Draa de sleutel nogmaals lnksom om de overge porteren en de achterklep te ontgrendelen. Normale vergrendelng met de afstandsbedenng Druk op het gesloten hangslot om de auto te vergrendelen. Druk langer dan 2 seconden op het gesloten hangslot om ook de ruten automatsch te sluten. 6

66 4 TOEGANG TOT DE AUTO Normale vergrendelng met de sleutel Draa de sleutel rechtsom n het slot van het bestuurdersporter om de auto te vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestgd door het gedurende ongeveer 2 seconden branden van de rchtngaanwjzers. Tegeljkertjd worden, afhankeljk van de utvoerng van de auto, de butenspegels ngeklapt. Supervergrendelng met de afstandsbedenng Druk op het gesloten hangslot om de auto volledg te vergrendelen of druk langer dan 2 seconden op het gesloten hangslot om ook de ruten te sluten. Druk bnnen 5 seconden nogmaals op het gesloten hangslot om de supervergrendelng van de auto n te schakelen.! De supervergrendelng blokkeert het van butenaf en van bnnenut openen van de porteren. Als de supervergrendelng s ngeschakeld, s ook de vergrendelngsschakelaar n het ntereur buten werkng. Schakel daarom noot de supervergrendelng n als er zch emand n de auto bevndt. Als één van de porteren of de achterklep geopend s, werkt de centrale vergrendelng net. Als de auto s vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat bnnen 0 seconden een van de porteren wordt geopend, wordt de auto automatsch weer vergrendeld. Supervergrendelng met de sleutel Draa de sleutel rechtsom n het slot van het bestuurdersporter om de auto volledg te vergrendelen en houd de sleutel langer dan 2 seconden n deze stand om ook de ruten te sluten. Draa bnnen 5 seconden de sleutel nogmaals rechtsom om de supervergrendelng van de auto n te schakelen. Het n- en utklappen van de butenspegels met de afstandsbedenng kan worden utgeschakeld door een PEUGEOT-servcepunt. De supervergrendelng wordt bevestgd door het gedurende ongeveer 2 seconden branden van de rchtngaanwjzers. Tegeljkertjd worden de butenspegels ngeklapt (volgens utvoerng). Inklappen van de sleutel Druk op de knop A om de sleutel n te klappen. 64

67 Lokalseren van de auto Druk op het gesloten hangslot om de eerder vergrendelde auto te lokalseren op een parkeerplaats. De plafonner en het dmlcht gaan branden en de rchtngaanwjzers knpperen gedurende enkele seconden. Codekaart TOEGANG TOT DE AUTO 4 Defstalbevelgng Elektronsche startblokkerng In de sleutel s een chp aangebracht de over een specfeke code beschkt. Om te kunnen starten, moet bj het aanzetten van het contact de code van de sleutel worden herkend door de startblokkerng. Deze elektronsche startblokkerng blokkeert het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo het starten van de motor bj een nbraak. De codekaart wordt u bj afl everng van de auto samen met de twee sleutels overhandgd. Op deze kaart staat de dentf catecode de uw PEUGEOT-servcepunt nodg heeft bj werkzaamheden aan de elektronsche startblokkerng. De code s afgedekt, verwjder de f lm alleen als dt strkt noodzakeljk s. Bj een storng n het systeem wordt u gewaarschuwd door dt verklkkerlampje n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. De auto kan dan net gestart worden. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOT-servcepunt.! Bewaar de kaart op een velge plaats buten de auto. Bewaar de kaart bj uw persoonljke documenten. 65

68 4 TOEGANG TOT DE AUTO Starten van de motor Storng afstandsbedenng Batterj vervangen Steek de sleutel n het contactslot. Het systeem herkent de code van de startblokkerng. Draa de sleutel rechtsom n de stand (Starten). Laat zodra de motor draat de sleutel los. Afzetten van de motor Zet de auto stl. Draa de sleutel lnksom n de stand 1 (Stop). Verwjder de sleutel ut het contactslot. Na het losnemen en weer aansluten van de accukabels, het vervangen van de batterj van de afstandsbedenng of een storng n de afstandsbedenng kan de auto net meer met de afstandsbedenng ontgrendeld, vergrendeld en gelokalseerd worden. Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel n het slot. Synchronseer vervolgens de afstandsbedenng. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOT-servcepunt als de storng net s verholpen. Synchronseren Zet het contact af. Zet de sleutel n de stand 2 (Contact). Druk zo snel mogeljk gedurende enkele seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbedenng. Zet het contact af en verwjder de sleutel ut het contactslot. De afstandsbedenng werkt nu weer. Batterj ref.: CR1620/ V. Als de batterj van de afstandsbedenng leeg s, wordt u gewaarschuwd door dt verklkkerlampje, een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Wp het hus met een muntstuk bj het oog los. Verwjder de lege batterj. Schuf de neuwe batterj n de juste rchtng op zjn plaats. Klk het hus vast. Synchronseer de afstandsbedenng. 66 Waarschuwngssgnaal sleutel Als het bestuurdersporter wordt geopend terwjl de sleutel nog n het contact zt, klnkt er een geludssgnaal.

69 TOEGANG TOT DE AUTO 4! Sleutels Noteer de sleutelnummers zorgvuldg. De sleutelcode s als streepjescode aangegeven op het label bj de sleutel. Een PEUGEOT-servcepunt kan bj verles snel voor neuwe sleutels zorgen. Afstandsbedenng De radograf sche afstandsbedenng s een systeem met een groot berek. Het s raadzaam om net met de knop van de afstandsbedenng te spelen om te voorkomen dat de porteren per ongeluk ontgrendeld worden. Druk noot op de knoppen van uw afstandsbedenng buten het berek en het zcht van uw auto. De afstandsbedenng kan dan onbrukbaar worden en moet n dat geval opneuw worden gesynchronseerd. De afstandsbedenng kan net functoneren als de sleutel n het contactslot zt, zelfs als het contact utstaat, behalve voor het synchronseren. Vergrendelen van de auto Het rjden met vergrendelde porteren kan n geval van nood de toegang tot het ntereur belemmeren. Neem ut velghedsoverwegngen (knderen n de auto) de sleutel met afstandsbedenng mee als u de auto verlaat, zelfs al s dt voor korte duur. Defstalbevelgng Breng geen wjzgngen aan n de elektronsche startblokkerng, dt kan tot storngen leden. Bj het aanschaffen van een gebrukte auto Controleer of u n het bezt bent van de codekaart. Laat uw sleutels door een PEUGEOT-servcepunt n het elektronsche geheugen opslaan, zodat u er zeker van kunt zjn dat de n uw bezt zjnde sleutels de enge zjn waarmee de auto kan worden gestart. Goo de lege batterjen van de afstandsbedenng net weg, ze bevatten metalen de schadeljk zjn voor het mleu. Lever lege batterjen n bj een specaal verzamelpunt. 67

70 Lokalseren van de auto Druk op het gesloten hangslot om de eerder vergrendelde auto te lokalseren op een parkeerplaats. De plafonner en het dmlcht gaan branden en de rchtngaanwjzers knpperen gedurende enkele seconden. Codekaart TOEGANG TOT DE AUTO 4 Defstalbevelgng Elektronsche startblokkerng In de sleutel s een chp aangebracht de over een specfeke code beschkt. Om te kunnen starten, moet bj het aanzetten van het contact de code van de sleutel worden herkend door de startblokkerng. Deze elektronsche startblokkerng blokkeert het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo het starten van de motor bj een nbraak. De codekaart wordt u bj afl everng van de auto samen met de twee sleutels overhandgd. Op deze kaart staat de dentf catecode de uw PEUGEOT-servcepunt nodg heeft bj werkzaamheden aan de elektronsche startblokkerng. De code s afgedekt, verwjder de f lm alleen als dt strkt noodzakeljk s. Bj een storng n het systeem wordt u gewaarschuwd door dt verklkkerlampje n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. De auto kan dan net gestart worden. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOT-servcepunt.! Bewaar de kaart op een velge plaats buten de auto. Bewaar de kaart bj uw persoonljke documenten. 65

71 TOEGANG TOT DE AUTO 4! Sleutels Noteer de sleutelnummers zorgvuldg. De sleutelcode s als streepjescode aangegeven op het label bj de sleutel. Een PEUGEOT-servcepunt kan bj verles snel voor neuwe sleutels zorgen. Afstandsbedenng De radograf sche afstandsbedenng s een systeem met een groot berek. Het s raadzaam om net met de knop van de afstandsbedenng te spelen om te voorkomen dat de porteren per ongeluk ontgrendeld worden. Druk noot op de knoppen van uw afstandsbedenng buten het berek en het zcht van uw auto. De afstandsbedenng kan dan onbrukbaar worden en moet n dat geval opneuw worden gesynchronseerd. De afstandsbedenng kan net functoneren als de sleutel n het contactslot zt, zelfs als het contact utstaat, behalve voor het synchronseren. Vergrendelen van de auto Het rjden met vergrendelde porteren kan n geval van nood de toegang tot het ntereur belemmeren. Neem ut velghedsoverwegngen (knderen n de auto) de sleutel met afstandsbedenng mee als u de auto verlaat, zelfs al s dt voor korte duur. Defstalbevelgng Breng geen wjzgngen aan n de elektronsche startblokkerng, dt kan tot storngen leden. Bj het aanschaffen van een gebrukte auto Controleer of u n het bezt bent van de codekaart. Laat uw sleutels door een PEUGEOT-servcepunt n het elektronsche geheugen opslaan, zodat u er zeker van kunt zjn dat de n uw bezt zjnde sleutels de enge zjn waarmee de auto kan worden gestart. Goo de lege batterjen van de afstandsbedenng net weg, ze bevatten metalen de schadeljk zjn voor het mleu. Lever lege batterjen n bj een specaal verzamelpunt. 67

72 4 TOEGANG TOT DE AUTO Starten van de motor Storng afstandsbedenng Batterj vervangen Steek de sleutel n het contactslot. Het systeem herkent de code van de startblokkerng. Draa de sleutel rechtsom n de stand (Starten). Laat zodra de motor draat de sleutel los. Afzetten van de motor Zet de auto stl. Draa de sleutel lnksom n de stand 1 (Stop). Verwjder de sleutel ut het contactslot. Na het losnemen en weer aansluten van de accukabels, het vervangen van de batterj van de afstandsbedenng of een storng n de afstandsbedenng kan de auto net meer met de afstandsbedenng ontgrendeld, vergrendeld en gelokalseerd worden. Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel n het slot. Synchronseer vervolgens de afstandsbedenng. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOT-servcepunt als de storng net s verholpen. Synchronseren Zet het contact af. Zet de sleutel n de stand 2 (Contact). Druk zo snel mogeljk gedurende enkele seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbedenng. Zet het contact af en verwjder de sleutel ut het contactslot. De afstandsbedenng werkt nu weer. Batterj ref.: CR1620/ V. Als de batterj van de afstandsbedenng leeg s, wordt u gewaarschuwd door dt verklkkerlampje, een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Wp het hus met een muntstuk bj het oog los. Verwjder de lege batterj. Schuf de neuwe batterj n de juste rchtng op zjn plaats. Klk het hus vast. Synchronseer de afstandsbedenng. 66 Waarschuwngssgnaal sleutel Als het bestuurdersporter wordt geopend terwjl de sleutel nog n het contact zt, klnkt er een geludssgnaal.

73 4 ALARM! TOEGANG TOT DE AUTO Dt systeem bevelgt uw auto tegen nbraak en defstal. Het systeem bestaat ut een omtrek- en een ntereurbevelgng en s voorzen van een ant-nbraakfuncte. Omtrekbevelgng Dt systeem houdt de te openen carrosseredelen van de auto n de gaten. Het alarm gaat af als emand probeert n te breken door een porter, de achterklep of de motorkap te forceren. Intereurbevelgng Dt systeem treedt n werkng als er bewegngen n het ntereur worden waargenomen. Het alarm gaat af als er een rut wordt ngeslagen of als ets of emand n de auto beweegt. Schakel de ntereurbevelgng ut als u tjdens uw afwezghed een rut een stukje open wlt laten of als er een der n de auto hus- achterbljft. Ant-nbraakfuncte Dt systeem treedt n werkng als emand probeert het alarm te saboteren. Het alarm gaat af als emand probeert de kabels van de srene, de bedenngseenhed of de accu door te knppen. Breng geen wjzgngen aan het alarmsysteem aan, dt kan leden tot storngen. Vergrendelen van de auto met volledg ngeschakeld alarm Inschakelen Zet het contact af en verlaat de auto. Vergrendel de auto of schakel de supervergrendelng n met de vergrendelknop van de afstandsbedenng. Het alarm s geactveerd; het verklkkerlampje van de knop A zal één keer per seconde knpperen. Utschakelen Ontgrendel de auto met de ontgrendelknop van de afstandsbedenng. Het alarm wordt utgeschakeld; het verklkkerlampje van de knop A gaat ut. Vergrendelen van de auto met alleen de omtrekbevelgng Utschakelen van de ntereurbevelgng Zet het contact af. Druk bnnen 10 seconden op de knop A tot het verklkkerlampje bljft branden. Verlaat de auto. Vergrendel de auto of schakel de supervergrendelng n met de vergrendelknop van de afstandsbedenng. Alleen de omtrekbevelgng wordt ngeschakeld; het verklkkerlampje van de knop A zal één keer per seconde knpperen. De ntereurbevelgng wordt utslutend utgeschakeld als deze procedure wordt utgevoerd na het afzetten van het contact. Inschakelen van de ntereurbevelgng Ontgrendel de auto met de ontgrendelknop van de afstandsbedenng. Vergrendel de auto met de afstandsbedenng. Het alarm wordt weer ngeschakeld met twee bevelgngsnveaus; het verklkkerlampje van de knop A gaat ut. 68

74 TOEGANG TOT DE AUTO 4 Actverng Als het alarm afgaat, treedt de srene n werkng en knpperen de rchtngaanwjzers ongeveer dertg seconden. Nadat het alarm s gestopt, zjn de omtrek- en ntereurbevelgng weer actef.! Als het alarm 10 keer achter elkaar s afgegaan, wordt het bj de elfde keer utgeschakeld. Als het lampje van de knop A snel knppert, betekent dt dat het alarm tjdens uw afwezghed s afgegaan. Het lampje stopt met knpperen als het contact wordt aangezet. Om te voorkomen dat tjdens het wassen van uw auto het alarm afgaat, s het raadzaam de auto n dat geval met de sleutel af te sluten. Schakel voordat u de accukabels losneemt het alarm ut om te voorkomen dat de srene afgaat. Storng afstandsbedenng Ontgrendel de auto met de sleutel n het slot van het bestuurdersporter. Open het porter; het alarm gaat af. Zet het contact aan; het alarm stopt. Vergrendelen van de auto zonder het alarm n te schakelen Vergrendel de auto of schakel de supervergrendelng n met de sleutel n het slot van het bestuurdersporter. Storng Als bj het aanzetten van het contact het verklkkerlampje van de knop A gedurende 10 seconden bljft branden, dudt dt op een storng n de verbndng met de srene. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOT-servcepunt. Automatsch nschakelen* Afhankeljk van de wetgevng n uw land s het volgende van toepassng: - het alarm wordt 45 seconden nadat de auto met behulp van de afstandsbedenng s vergrendeld geactveerd, ongeacht de toestand van de porteren en de achterklep. - het alarm wordt 2 mnuten nadat het laatste porter of de achterklep s gesloten, geactveerd. Om het afgaan van het alarm bj het openen van een porter of de achterklep te voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop van de afstandsbedenng worden gedrukt. * Volgens land van bestemmng. 69

75 4 TOEGANG TOT DE AUTO ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN U kunt de ruten handmatg of automatsch volledg openen en sluten. De ruten zjn voorzen van een bevelgng tegen beknellen en de elektrsch bedenbare ruten achter kunnen worden geblokkeerd voor de velghed van knderen op de achterbank. Eentraps rutbedenng U hebt twee mogeljkheden: - handmatg Duw of trek de schakelaar tot het zware punt. De rut stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten. - automatsch Duw of trek de schakelaar voorbj het zware punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten, opent of slut de rut volledg. Beden de schakelaar opneuw om het openen of sluten te stoppen.! Om defect raken van de motoren van de rutbedenng te voorkomen, treedt wanneer een rut ten keer n korte tjd volledg wordt geopend en gesloten een bevelgng n werkng de alleen het sluten van de rut toestaat. Als de rut n dat geval wordt gesloten, zal de rutbedenng na ongeveer 40 mnuten weer beschkbaar zjn. Bevelgng tegen beknellen Als de rut slut en tegen een obstakel stut, stopt de rut en gaat deze gedeelteljk weer open. 1. Schakelaar rutbedenng bestuurderszjde. 2. Schakelaar rutbedenng passagerszjde.. Schakelaar rutbedenng rechts achter. 4. Schakelaar rutbedenng lnks achter. 5. Blokkeerschakelaar elektrsch bedenbare ruten achter. Nadat het afzetten van het contact kunnen de ruten nog ongeveer 45 seconden worden bedend, tenzj bnnen deze 45 seconden een porter wordt geopend en de auto wordt vergrendeld Probeer een rut, wanneer deze net met het bedenngspaneel van het bestuurdersporter kan worden bedend, te bedenen met het bedenngspaneel van het desbetreffende porter. Als de rut net kan worden bedend met het bedenngspaneel van het desbetreffende porter, probeer het dan met het bedenngspaneel van het bestuurdersporter. Als de rut bjvoorbeeld bj vorst net wl sluten, voer dan drect het volgende ut: druk op de schakelaar tot de rut volledg s geopend, trek vervolgens drect de schakelaar omhoog tot de rut volledg s gesloten, houd de schakelaar na het sluten nog ongeveer 1 seconde vast. Tjdens deze handelngen s de bevelgng tegen beknellen utgeschakeld. 70

76 Resetten Als een rut net automatsch kan worden gesloten, moet de rutbedenng worden gereset: trek de schakelaar omhoog tot de rut stopt met bewegen, laat de schakelaar los en trek hem opneuw omhoog totdat de rut volledg s gesloten, houd de schakelaar na het sluten nog ongeveer 1 seconde vast, druk op de schakelaar om de rut automatsch te openen, druk als de rut volledg s geopend nogmaals op de schakelaar en houd deze nog ongeveer 1 seconde vast. Tjdens deze handelngen s de bevelgng tegen beknellen utgeschakeld. Blokkeren van de rutbedenng en de portergrepen achter Druk, voor de velghed van uw knderen, op de schakelaar 5 om de rutbedenng achter, ongeacht de stand van de ruten, te blokkeren. Als het lampje brandt, s de rutbedenng geblokkeerd. Als het lampje ut s, s de rutbedenng net geblokkeerd. TOEGANG TOT DE AUTO! Neem bj het verlaten van de auto, zelfs voor een korte perode, altjd de sleutel ut het contact. Wanneer tjdens het bedenen van de rut ets tussen de rut en de sponnng bekneld raakt, moet de rut weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffende schakelaar. Wanneer de bestuurder de rut aan passagerszjde bedent, moet deze ervan verzekerd zjn dat nets het correcte sluten van de rut verhndert. De bestuurder moet ervan verzekerd zjn dat de passagers op de juste maner gebruk maken van de elektrsche rutbedenng. Zorg ervoor dat knderen zch tjdens het bedenen van de rut net kunnen bezeren. 4! Met deze schakelaar worden ook de bnnenportergrepen van de achterporteren geblokkeerd (ze het hoofdstuk "Velghedsvoorzenngen voor knderen- Elektrsch knderslot"). Als het lampje een andere staat heeft, wjst dt op een storng n het elektrsche knderslot. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren. 71

77 4 TOEGANG TOT DE AUTO PORTIEREN Openen Van butenaf Van bnnenut! De porteren kunnen net van bnnenut worden geopend als de supervergrendelng s ngeschakeld. Ontgrendel de auto met de afstandsbedenng of de sleutel en trek aan de portergreep. Trek aan de portergreep van het voorporter om het te openen; de auto wordt dan volledg ontgrendeld. Trek aan de portergreep van het achterporter om het te openen; alleen het desbetreffende porter wordt ontgrendeld. Sluten Als een porter net goed s gesloten: - bj draaende motor, gaat dt lampje branden n combnate met een meldng de enkele seconden op het multfunctonele dsplay verschjnt, - tjdens het rjden (snelhed hoger dan 10 km/h), gaat dt lampje branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng de gedurende enkele seconden op het multfunctonele dsplay verschjnt. Als het selectef ontgrendelen s geactveerd en één keer op de ontgrendelknop van de afstandsbedenng wordt gedrukt, kan alleen het bestuurdersporter worden geopend. Als het selectef ontgrendelen s geactveerd: - met de portergreep van het bestuurdersporter wordt alleen het bestuurdersporter ontgrendeld. - met de overge portergrepen worden de overge porteren en de achterklep ontgrendeld. 72

78 TOEGANG TOT DE AUTO 4 Handmatge centrale vergrendelng Deze functe bedt de mogeljkhed de porteren en de achterklep van bnnen- ut handmatg en volledg te len of te vergrende- ontgrendelen. Als de auto van butenaf s vergrendeld of de supervergrendelng s ngeschakeld, knppert het rode lampje en s de knop A nactef. Gebruk n dat geval de afstandsbedenng of de sleutel om de auto te ontgrendelen. Inschakelen Vergrendelen Druk op de knop A om de auto te vergrendelen. Het rode lampje van de knop gaat branden. Als één van de porteren s geopend, werkt de centrale vergrendelng van bnnenut net. Automatsche centrale vergrendelng Deze functe zorgt ervoor dat de porteren en de achterklep tjdens het rjden automatsch en volledg worden vergrendeld. U kunt de functe desgewenst nschakelen of utschakelen. Vergrendelen Zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h, worden de porteren en de achterklep automatsch vergrendeld.! De automatsche centrale vergrendelng werkt net als een van de porteren s geopend. Als de achterklep s geopend, s de automatsche centrale vergrendelng van de porteren actef. Druk langer dan 2 seconden op de knop A. Op het multfunctonele dsplay verschjnt een meldng ter bevestgng, n combnate met een geludssgnaal. Utschakelen Druk nogmaals langer dan 2 seconden op de knop A. Op het multfunctonele dsplay verschjnt een meldng ter bevestgng, n combnate met een geludssgnaal. Ontgrendelen Druk nogmaals op de knop A om de auto te ontgrendelen. Het rode lampje van de knop gaat ut. Ontgrendelen Druk als sneller wordt gereden dan 10 km/h op de knop A om de porteren en de achterklep tjdeljk te ontgrendelen. 7

79 4 TOEGANG TOT DE AUTO Noodbedenng Functe de het mogeljk maakt om de porteren mechansch te vergrendelen en ontgrendelen bj een lege accu of n het geval van een storng n de centrale vergrendelng. Vergrendelen van het bestuurdersporter Steek de sleutel n het slot en draa deze rechtsom. Ontgrendelen van het bestuurdersporter Steek de sleutel n het slot en draa deze lnksom. Vergrendelen van de overge porteren ACHTERKLEP Openen Ontgrendel de auto volledg met de afstandsbedenng of de sleutel, trek aan de handgreep en trek de achterklep omhoog. Als het selectef ontgrendelen s geactveerd, kan de achterklep worden geopend nadat de ontgrendelknop op de afstandsbedenng voor de tweede keer s ngedrukt. Noodbedenng Hermee kan bj een lege accu of een eventuele storng n de centrale vergrendelng de achterklep mechansch ontgrendeld worden. 74 Steek de sleutel n de slotplaat n de zjkant van het porter en draa de sleutel een achtste omwentelng. Ontgrendelen van de overge porteren Trek aan de portergreep aan de bnnenzjde. Sluten Trek de achterklep omlaag met behulp van de handgreep aan de bnnenzjde. Als de achterklep net goed s gesloten: - bj draaende motor gaat het verklkkerlampje branden n combnate met een meldng op het multfunctonele dsplay gedurende enkele seconden, - tjdens het rjden (snelhed hoger dan 10 km/h) gaat het verklkkerlampje branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay gedurende enkele seconden. Ontgrendelen Klap de achterbank naar voren om bj het slot n de bagagerumte te komen, Steek een klene schroevendraaer n de openng A van het slot om de achterklep te ontgrendelen.

80 4 TOEGANG TOT DE AUTO Noodbedenng Functe de het mogeljk maakt om de porteren mechansch te vergrendelen en ontgrendelen bj een lege accu of n het geval van een storng n de centrale vergrendelng. Vergrendelen van het bestuurdersporter Steek de sleutel n het slot en draa deze rechtsom. Ontgrendelen van het bestuurdersporter Steek de sleutel n het slot en draa deze lnksom. Vergrendelen van de overge porteren ACHTERKLEP Openen Ontgrendel de auto volledg met de afstandsbedenng of de sleutel, trek aan de handgreep en trek de achterklep omhoog. Als het selectef ontgrendelen s geactveerd, kan de achterklep worden geopend nadat de ontgrendelknop op de afstandsbedenng voor de tweede keer s ngedrukt. Noodbedenng Hermee kan bj een lege accu of een eventuele storng n de centrale vergrendelng de achterklep mechansch ontgrendeld worden. 74 Steek de sleutel n de slotplaat n de zjkant van het porter en draa de sleutel een achtste omwentelng. Ontgrendelen van de overge porteren Trek aan de portergreep aan de bnnenzjde. Sluten Trek de achterklep omlaag met behulp van de handgreep aan de bnnenzjde. Als de achterklep net goed s gesloten: - bj draaende motor gaat het verklkkerlampje branden n combnate met een meldng op het multfunctonele dsplay gedurende enkele seconden, - tjdens het rjden (snelhed hoger dan 10 km/h) gaat het verklkkerlampje branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay gedurende enkele seconden. Ontgrendelen Klap de achterbank naar voren om bj het slot n de bagagerumte te komen, Steek een klene schroevendraaer n de openng A van het slot om de achterklep te ontgrendelen.

81 TOEGANG TOT DE AUTO 4 PANORAMADAK U hebt de beschkkng over een panoramadak met getnt glas, waardoor de lchtnval en het zcht n het ntereur worden vergroot. Het elektrsch bedenbare zonnescherm zorgt voor een beter thermsch en geludscomfort n het ntereur. Elektrsch zonnescherm met eentrapsbedenng Zowel het openen als het sluten s op twee maneren mogeljk: - handmatg Duw of trek de schakelaar A tot het zware punt. Het scherm stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten. - automatsch Duw of trek de schakelaar A tot voorbj het zware punt. Beden de schakelaar één keer om het scherm volledg te openen of sluten. Beden de schakelaar nogmaals om het openen of sluten te stoppen. Bevelgng tegen beknellen Als het zonnescherm tjdens het automatsch sluten bjna volledg s gesloten en op een obstakel stut, stopt het scherm en gaat het gedeelteljk weer open.! Wanneer de elektrsche voedng van het zonnescherm onderbroken s geweest, moet u de bevelgng tegen beknellen resetten: druk op de schakelaar tot het scherm volledg s gesloten. Meteen nadat het scherm tjdens het sluten stopt en weer opengaat: trek aan de schakelaar tot het scherm volledg s geopend, druk op de schakelaar tot het scherm volledg s gesloten. Tjdens deze handelngen werkt de bevelgng tegen beknellen net. Wanneer tjdens het bedenen van het scherm ets bekneld raakt, moet het scherm weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffende schakelaar. Wanneer de bestuurder het scherm bedent, moet deze ervan verzekerd zjn dat nets het correcte sluten van het scherm verhndert. De bestuurder moet ervan verzekerd zjn dat de passagers op de juste maner gebruk maken van het zonnescherm. Zorg ervoor dat knderen zch tjdens het bedenen van het scherm net kunnen bezeren. 75

82 4 TOEGANG TOT DE AUTO BRANDSTOFTANK Inhoud van de tank: ongeveer 60 lter Tanken Op een label aan de bnnenzjde van de vulklep staat de voorgeschreven soort brandstof voor uw auto aangegeven. Laag brandstofnveau Als het mnmale nveau n de brandstoftank s berekt, brandt dt verklkkerlampje op het nstrumentenpaneel n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. U kunt nog ongeveer 50 km met de resterende hoeveelhed brandstof rjden. Raadpleeg nden u strandt met een lege tank het hoofdstuk "Praktsche nformate". Storng In het geval van een storng n de brandstofnveaumeter gaat de wjzer terug naar 0. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. Velg tanken: zet altjd de motor af, open de brandstofvulklep, steek de sleutel n de dop en draa de sleutel lnksom, verwjder de dop en bevestg deze aan de haak aan de bnnenzjde van de klep, tank de auto af, maar laat het vulpstool noot meer dan keer afslaan; nden dt wel gebeurt, kunnen er storngen optreden, Zolang de brandstofvuldop net s vastgedraad, kan de sleutel net ut de dop worden verwjderd. Na het tanken: breng de dop aan, draa de sleutel naar rechts en verwjder deze vervolgens ut de dop, slut de brandstofvulklep. 76

83 ZICHT 5 LICHTSCHAKELAAR Met de lchtschakelaar kunt u de verlchtng van de auto selecteren en nschakelen. Hoofdverlchtng De lchtschakelaar heeft verschllende standen om de zchtbaarhed van de auto en het zcht van de bestuurder aan te passen aan de omgevng: - parkeerlcht: om gezen te worden, - dmlcht: voor een optmaal zcht zonder medeweggebrukers te verblnden, - grootlcht: voor een optmaal zcht op wegen waar het omgevngslcht onvoldoende s. - bochtverlchtng: voor een optmaal zcht n bochten. Aanvullende verlchtng Uw auto s voorzen van aanvullende verlchtng voor specfeke rjomstandgheden: - mstachterlcht: om van ver gezen te worden, - mstlampen vóór: voor een nog beter zcht, - verlchtng overdag: voor gebruk overdag. Instellngen Het verlchtngssysteem van uw auto heeft verschllende extra automatsche functes de afzonderljk kunnen worden ngesteld: - follow me home verlchtng, - automatsche verlchtng, - bochtverlchtng. Utvoerng zonder automatsche nschakelng Utvoerng met automatsche nschakelng Handbedende functes De lchtschakelaar bestaat ut de rng A en de hendel B. A. rng voor de selecte van de stand van de hoofdverlchtng: ut, automatsche verlchtng, alleen parkeerlcht, B. trek de hendel naar u toe om over te schakelen van dm- naar grootlcht en terug. Als de verlchtng s utgeschakeld of alleen de parkeerlchten zjn ngeschakeld, kunt u een lchtsgnaal geven door de hendel naar u toe te trekken. Verklkkerlampjes dmlcht of grootlcht. Een verklkkerlampje op het nstrumentenpaneel geeft aan dat de geselecteerde verlchtng s ngeschakeld. 77

84 5 ZICHT Utvoerng met één mstachterlcht Utvoerng met mstlampen vóór en mstachterlcht C. rng voor de selecte van de mstverlchtng. De mstlampen werken n combnate met dmlcht en grootlcht. mstachterlcht Draa de rng C naar voren om het mstachterlcht n te schakelen. Wanneer de verlchtng automatsch wordt utgeschakeld (utvoerngen met de stand AUTO), bljven het mstachterlcht en het dmlcht branden. Draa de rng C naar achteren om de verlchtng volledg ut te schakelen. mstlampen vóór en mstachterlcht Draa de rng C naar voren om de mstverlchtng n te schakelen. Draa de rng C twee keer naar achteren om het mstachterlcht ut te schakelen. Als de verlchtng automatsch wordt utgeschakeld (utvoerngen met de stand AUTO) of als het dmlcht handmatg wordt utgeschakeld, bljven de mstverlchtng en het parkeerlcht branden. Draa de rng naar achteren om de mstverlchtng ut te schakelen. Het parkeerlcht wordt dan ook utgeschakeld.! Bj helder of regenachtg weer, zowel overdag als s nachts, zjn de mstlampen vóór en het mstachterlcht verblndend voor medeweggebrukers en daarom net toegestaan. Vergeet net de mstlampen ut te zetten zodra ze net meer nodg zjn. Vergeten verlchtng Als het contact s afgezet, de verlchtng handmatg s ngeschakeld en één van de voorporteren wordt geopend, klnkt een geludssgnaal om aan te geven dat de verlchtng nog brandt. Het geludssgnaal stopt zodra de verlchtng wordt utgeschakeld. Als de dmlchten bj afgezet contact bljven branden, worden deze na 0 mnuten automatsch utgeschakeld om het ontladen van de accu te voorkomen. 78

85 ZICHT 5 Verlchtng overdag Bj utvoerngen met verlchtng overdag wordt de desbetreffende verlchtng ngeschakeld als de auto wordt gestart*. De verlchtng van de cockpt (nstrumentenpaneel, multfunctoneel dsplay, bedenngspaneel arcondtonng,...) gaat net branden, behalve wanneer de automatsche stand van de verlchtng wordt ngeschakeld of wanneer de verlchtng handmatg wordt ngeschakeld. Programmeren De functe kan worden ngeschakeld of utgeschakeld va het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. Follow me home Deze functe zorgt ervoor dat na het afzetten van het contact de dmlchten nog even bljven branden om het utstappen n het donker te vergemakkeljken. Instapverlchtng butenzjde Als de automatsche verlchtng s geactveerd, kan deze verlchtng met de afstandsbedenng worden ngeschakeld om op donkere plaatsen het lokalseren van de auto en het nstappen te vergemakkeljken. Inschakelen Druk op het geopende hangslot van de afstandsbedenng. Het dmlcht en parkeerlcht gaan branden en uw auto wordt geljktjdg ontgrendeld. Utschakelen De nstapverlchtng butenzjde gaat na een bepaalde tjd automatsch ut of gaat ut na het afzetten van het contact of het vergrendelen van de auto. In landen waar verlchtng overdag verplcht* s, s deze functe standaard ngeschakeld. De parkeerlchten en de kentekenplaatverlchtng gaan geljktjdg branden. In andere landen s deze functe standaard utgeschakeld. Als de functe s geactveerd, wordt alleen de met de gloelamp van het parkeerlcht geïntegreerde verlchtng overdag ngeschakeld. Inschakelen Geef bj afgezet contact een "lchtsgnaal" met de hendel B. Geef nogmaals een "lchtsgnaal" om de functe te deactveren. Utschakelen Na het vergrendelen van de auto wordt de follow me home-verlchtng na een bepaalde tjd automatsch utgeschakeld. Programmeren De duur van het branden van de nstapverlchtng kan worden geselecteerd va het conf guratemenu van het multfunctonele dsplay. De duur van het branden van de nstapverlchtng s gekoppeld en geljk aan de van de automatsche follow-me-home verlchtng. * Volgens land van bestemmng. 79

86 5 ZICHT Automatsche verlchtng Het parkeerlcht en het dmlcht worden automatsch ngeschakeld als de lchtsterkte van de omgevng onvoldoende s of n bepaalde gevallen dat de rutenwssers worden ngeschakeld. De verlchtng wordt utgeschakeld als de lchtsterkte van de omgevng weer voldoende s of nadat het wssen s gestopt. Koppelng met follow me home-verlchtng De koppelng van dt systeem aan de automatsche verlchtng bedt de volgende extra mogeljkheden: - nstellen van de duur van de follow me home-verlchtng (15, 0 of 60 seconden) va het conf guratemenu van de auto op het multfunctonele dsplay, - automatsche nschakelng van de follow me home-verlchtng als de automatsche verlchtng s ngeschakeld. KOPLAMPEN HANDMATIG VERSTELLEN 80 Inschakelen Draa de rng A n de stand "AUTO". Het nschakelen wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Utschakelen Draa de rng A n een andere stand dan de stand "AUTO". Het utschakelen wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Storng Bj een storng n de lchtsensor gaat de verlchtng branden, wordt dt pctogram weergegeven op het nstrumentenpaneel en/of verschjnt een meldng op het multfunctonele dsplay, n combnate met een geludssgnaal. Raadpleeg n dat geval een PEUGEOT- servcepunt.! Als de lchtsensor bj mst of sneeuw voldoende lcht waarneemt, wordt de verlchtng net automatsch ngeschakeld. Dek de met de regensensor gecombneerde lchtsensor de zch n het mdden van de voorrut achter de bnnenspegel bevndt, net af. De aan de sensor gekoppelde functes kunnen dan net meer worden bedend. Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankeljk van de beladng van uw auto om verblndng van medeweggebrukers te voorkomen of 2 personen op de voorstoelen. -. personen personen personen + maxmaal toegestane beladng.. Bestuurder + maxmaal toegestane beladng. Stand "0": bassnstellng.

87 ZICHT 5 Verlchtng overdag Bj utvoerngen met verlchtng overdag wordt de desbetreffende verlchtng ngeschakeld als de auto wordt gestart*. De verlchtng van de cockpt (nstrumentenpaneel, multfunctoneel dsplay, bedenngspaneel arcondtonng,...) gaat net branden, behalve wanneer de automatsche stand van de verlchtng wordt ngeschakeld of wanneer de verlchtng handmatg wordt ngeschakeld. Programmeren De functe kan worden ngeschakeld of utgeschakeld va het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. Follow me home Deze functe zorgt ervoor dat na het afzetten van het contact de dmlchten nog even bljven branden om het utstappen n het donker te vergemakkeljken. Instapverlchtng butenzjde Als de automatsche verlchtng s geactveerd, kan deze verlchtng met de afstandsbedenng worden ngeschakeld om op donkere plaatsen het lokalseren van de auto en het nstappen te vergemakkeljken. Inschakelen Druk op het geopende hangslot van de afstandsbedenng. Het dmlcht en parkeerlcht gaan branden en uw auto wordt geljktjdg ontgrendeld. Utschakelen De nstapverlchtng butenzjde gaat na een bepaalde tjd automatsch ut of gaat ut na het afzetten van het contact of het vergrendelen van de auto. In landen waar verlchtng overdag verplcht* s, s deze functe standaard ngeschakeld. De parkeerlchten en de kentekenplaatverlchtng gaan geljktjdg branden. In andere landen s deze functe standaard utgeschakeld. Als de functe s geactveerd, wordt alleen de met de gloelamp van het parkeerlcht geïntegreerde verlchtng overdag ngeschakeld. Inschakelen Geef bj afgezet contact een "lchtsgnaal" met de hendel B. Geef nogmaals een "lchtsgnaal" om de functe te deactveren. Utschakelen Na het vergrendelen van de auto wordt de follow me home-verlchtng na een bepaalde tjd automatsch utgeschakeld. Programmeren De duur van het branden van de nstapverlchtng kan worden geselecteerd va het conf guratemenu van het multfunctonele dsplay. De duur van het branden van de nstapverlchtng s gekoppeld en geljk aan de van de automatsche follow-me-home verlchtng. * Volgens land van bestemmng. 79

88 5 ZICHT Automatsche verlchtng Het parkeerlcht en het dmlcht worden automatsch ngeschakeld als de lchtsterkte van de omgevng onvoldoende s of n bepaalde gevallen dat de rutenwssers worden ngeschakeld. De verlchtng wordt utgeschakeld als de lchtsterkte van de omgevng weer voldoende s of nadat het wssen s gestopt. Koppelng met follow me home-verlchtng De koppelng van dt systeem aan de automatsche verlchtng bedt de volgende extra mogeljkheden: - nstellen van de duur van de follow me home-verlchtng (15, 0 of 60 seconden) va het conf guratemenu van de auto op het multfunctonele dsplay, - automatsche nschakelng van de follow me home-verlchtng als de automatsche verlchtng s ngeschakeld. KOPLAMPEN HANDMATIG VERSTELLEN 80 Inschakelen Draa de rng A n de stand "AUTO". Het nschakelen wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Utschakelen Draa de rng A n een andere stand dan de stand "AUTO". Het utschakelen wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Storng Bj een storng n de lchtsensor gaat de verlchtng branden, wordt dt pctogram weergegeven op het nstrumentenpaneel en/of verschjnt een meldng op het multfunctonele dsplay, n combnate met een geludssgnaal. Raadpleeg n dat geval een PEUGEOT- servcepunt.! Als de lchtsensor bj mst of sneeuw voldoende lcht waarneemt, wordt de verlchtng net automatsch ngeschakeld. Dek de met de regensensor gecombneerde lchtsensor de zch n het mdden van de voorrut achter de bnnenspegel bevndt, net af. De aan de sensor gekoppelde functes kunnen dan net meer worden bedend. Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankeljk van de beladng van uw auto om verblndng van medeweggebrukers te voorkomen of 2 personen op de voorstoelen. -. personen personen personen + maxmaal toegestane beladng.. Bestuurder + maxmaal toegestane beladng. Stand "0": bassnstellng.

89 AUTOMATISCHE VERSTELLING VAN DE KOPLAMPEN MET BOCHTVERLICHTING Om verblndng van andere weggebrukers te voorkomen corrgeert dt systeem bj stlstaande auto automatsch de hoogte van de lchtbundel van de xenonlampen, afhankeljk van de beladng van de auto. BOCHTVERLICHTING Als het dmlcht of grootlcht s ngeschakeld, zorgt deze functe ervoor dat de lchtbundels de rchtng van de weg volgen. Deze functe, de utslutend aanwezg s bj utvoerngen met xenonlampen, zorgt voor een aanzenljke verbeterng van het zcht n bochten. met bochtverlchtng Confgurate Storng ZICHT Deze functe kan worden geactveerd of gedeactveerd va het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. In het geval van een storng knppert dt pctogram op het dsplay n combnate met een meldng op het multfunctonele dsplay. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. 5 In het geval van een storng verschjnt dt pctogram en/of het pctogram servce op het nstrumentenpaneel, n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Het systeem zet n dat geval de koplampen n de lage stand.! Raak de xenonlampen net aan. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. zonder bochtverlchtng Als de auto stlstaat, stapvoets rjdt of n de achterutversnellng staat, s deze functe utgeschakeld. De status van de functe bljft na het afzetten van het contact n het geheugen opgeslagen. 81

90 5 ZICHT RUITENWISSERSCHAKELAAR Met behulp van de rutenwsserschakelaar kunt u de rutenwssers voor en achter nschakelen om regen en vul van de rut te wssen. De rutenwssers voor en achter zorgen voor een optmaal zcht voor de bestuurder, ongeacht de weersomstandgheden. Instellen Volgens utvoerng zjn de volgende automatsche functes van de rutenwssers mogeljk: - automatsche werkng rutenwssers vóór, - automatsch nschakelen rutenwsser achter bj nschakelen achterutversnellng. Utvoerng met ntervalstand Utvoerng met automatsche rutenwssers Handmatge functes De rutenwsserschakelaar bestaat ut de hendel A en de rng B. Rutenwssers vóór A. selecteer de wssnelhed met de hendel: hoge snelhed (hevge neerslag), normale snelhed (matge regenval), nterval (wssnelhed aangepast aan de wagensnelhed), ut, één keer wssen (duw de hendel omlaag), of automatsch, vervolgens één keer wssen (ze volgende bladzjde). 82

91 ZICHT 5 Rutenwsser achter B. rng voor de selecte van de rutenwsser achter: Rutensproeers vóór en koplampsproeers ut, nterval, wssen en sproeen (gedurende enge tjd).! Schakel de automatsche werkng van de rutenwsser achter ut bj sneeuwval of strenge vorst en bj montage van een fetsendrager op de achterklep. Dt kan worden utgevoerd va het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. Achterutversnellng Als de rutenwssers vóór zjn ngeschakeld op het moment dat u de achterutversnellng nschakelt, wordt automatsch de rutenwsser achter ngeschakeld. Instellen Deze functe kan worden geactveerd of gedeactveerd va het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. Deze functe s standaard geactveerd. Trek de rutenwsserschakelaar naar u toe. De rutensproeers treden n werkng, waarna enge tjd de rutenwssers worden ngeschakeld om de rut schoon te wssen. Als de dmlchten branden, worden tegeljk ook de koplampsproeers geactveerd. Te laag nveau ruten-/ koplampsproeervloestof Als uw auto s voorzen van koplampsproeers en het nveau van het reservor te laag s, verschjnt dt pctogram en/of het pctogram servce op het nstrumentenpaneel n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Vul het ruten-/koplampsproeerreservor bj of laat het bjvullen. Het pctogram verschjnt als het contact wordt aangezet of als de schakelaar wordt bedend, zolang het reservor net gevuld s. 8

92 5 ZICHT Automatsche rutenwssers vóór De rutenwssers worden automatsch ngeschakeld als de sensor achter de bnnenspegel regen detecteert. De snelhed van de rutenwssers wordt aangepast aan de hoeveelhed neerslag. Als het contact meer dan 1 mnuut afgezet s geweest, moet de automatsche werkng van de rutenwssers opneuw worden geactveerd door de hendel A kort omlaag te duwen. Specale stand van de rutenwssers voor Inschakelen Duw de hendel A naar de stand "AUTO". Dt wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Utschakelen Beweeg de hendel A omhoog en vervolgens n de stand "0" om de rutenwssers handmatg te bedenen. Dt wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Storng In het geval van een storng n de automatsche werkng van de rutenwssers werken deze n de ntervalstand. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren.! Dek de regensensor, de zch gecombneerd met de lchtsensor n het mdden van de voorrut achter de bnnenspegel bevndt, net af. Schakel de automatsche werkng van de rutenwssers ut als de auto wordt gewassen n een wasstraat. Wacht s wnters met het nschakelen van de automatsche rutenwssers tot de voorrut ontdood s. Als de rutenwsserschakelaar bnnen één mnuut nadat het contact s afgezet wordt bedend, bewegen de rutenwssers naar het mdden van de voorrut. Deze stand kan worden gebrukt voor s wnters parkeren en het vervangen of het rengen van de rutenwsserbladen. Zet het contact aan en beden de rutenwsserschakelaar om de rutenwssers na de werkzaamheden weer n de ruststand te zetten. Voor een optmale werkng en levensduur van de flat-blade rutenwssers raden wj u aan: - voorzchtg met de rutenwssers om te gaan, - de rutenwssers regelmatg te rengen met zeepsop, - de rutenwsserbladen ongeveer elke 6 maanden te vervangen, - de rutenwssers net te gebruken om een stuk karton op de voorrut te houden. 84

93 5 ZICHT Automatsche rutenwssers vóór De rutenwssers worden automatsch ngeschakeld als de sensor achter de bnnenspegel regen detecteert. De snelhed van de rutenwssers wordt aangepast aan de hoeveelhed neerslag. Als het contact meer dan 1 mnuut afgezet s geweest, moet de automatsche werkng van de rutenwssers opneuw worden geactveerd door de hendel A kort omlaag te duwen. Specale stand van de rutenwssers voor Inschakelen Duw de hendel A naar de stand "AUTO". Dt wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Utschakelen Beweeg de hendel A omhoog en vervolgens n de stand "0" om de rutenwssers handmatg te bedenen. Dt wordt bevestgd door een meldng op het multfunctonele dsplay. Storng In het geval van een storng n de automatsche werkng van de rutenwssers werken deze n de ntervalstand. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren.! Dek de regensensor, de zch gecombneerd met de lchtsensor n het mdden van de voorrut achter de bnnenspegel bevndt, net af. Schakel de automatsche werkng van de rutenwssers ut als de auto wordt gewassen n een wasstraat. Wacht s wnters met het nschakelen van de automatsche rutenwssers tot de voorrut ontdood s. Als de rutenwsserschakelaar bnnen één mnuut nadat het contact s afgezet wordt bedend, bewegen de rutenwssers naar het mdden van de voorrut. Deze stand kan worden gebrukt voor s wnters parkeren en het vervangen of het rengen van de rutenwsserbladen. Zet het contact aan en beden de rutenwsserschakelaar om de rutenwssers na de werkzaamheden weer n de ruststand te zetten. Voor een optmale werkng en levensduur van de flat-blade rutenwssers raden wj u aan: - voorzchtg met de rutenwssers om te gaan, - de rutenwssers regelmatg te rengen met zeepsop, - de rutenwsserbladen ongeveer elke 6 maanden te vervangen, - de rutenwssers net te gebruken om een stuk karton op de voorrut te houden. 84

94 PLAFONNIERS Va de plafonners kunt u de ntereurverlchtng nstellen en nschakelen. 1. Plafonner vóór 2. Kaartleeslampjes. Leeslampjes achter opzj 4. Plafonner achter Plafonners vóór en achter In deze stand gaat de ntereurverlchtng geledeljk branden: - als de auto wordt ontgrendeld, - als de sleutel ut het contact wordt verwjderd, - als een porter wordt geopend, - als op de ontgrendelknop van de afstandsbedenng wordt gedrukt om de auto te lokalseren. De ntereurverlchtng gaat geledeljk ut: - als de auto wordt vergrendeld, - als het contact wordt aangezet, - 0 seconden na het sluten van het laatste porter. Permanent ut. Permanent aan. Als de ntereurverlchtng permanent s ngeschakeld, bljft deze gedurende een bepaalde tjd branden: - bj afgezet contact: ongeveer 10 mnuten, - n de eco-mode: ongeveer 0 seconden, - bj draaende motor: onbeperkt. Kaartleeslampjes! ZICHT Als de plafonner vóór n de stand "permanent aan" staat, brandt de plafonner achter ook, behalve als deze n de stand "permanent ut" staat. Zet de plafonner achter n de stand "permanent ut" om deze ut te schakelen. Druk bj aangezet contact op de desbetreffende schakelaar. Leeslampjes achter opzj Als het contact s aangezet en één keer op de schakelaar van een lees- lampje wordt gedrukt, wordt het betreffende leeslampje ngeschakeld desn de stand "permanent aan". Als nogmaals op de schakelaar wordt gedrukt, gaat het leeslampje branden: - als de auto wordt ontgrendeld, - als de sleutel ut het contact wordt genomen, - bj het openen van een porter, - bj het lokalseren van uw auto met de ontgrendelknop van de af- standsbedenng. Het leeslampje gaat geledeljk ut: - na het vergrendelen van de auto, - als het contact wordt aangezet, - 0 seconden na het sluten van het laatste porter. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen tegen de leeslampjes aan komen. 5 85

95 5 ZICHT SFEERVERLICHTING De gedempte ntereurverlchtng verbetert het zcht n de auto als deze zch n een donkere omgevng bevndt. Inschakelen Als het buten donker s, worden de beenrumteverlchtng en de sfeerverlchtng A van de plafonner vóór automatsch ngeschakeld zodra de parkeerlchten gaan branden. Utschakelen De sfeerverlchtng gaat automatsch ut als de dmlchten worden utgeschakeld. Programmeren Deze functe kan worden n- of utgeschakeld va het confguratemenu van het multfunctonele dsplay. Deze functe s standaard ngeschakeld. INSTAPVERLICHTING INTERIEUR Als de automatsche verlchtng s geactveerd, kan de ntereurverlchtng met de afstandsbedenng worden ngeschakeld om op donkere plaatsen het lokalseren van de auto en het nstappen te vergemakkeljken. Inschakelen Druk op het geopende hangslot van de afstandsbedenng. De dorpelverlchtng voor en achter, de beenrumteverlchtng en de plafonners gaan branden en uw auto wordt geljktjdg ontgrendeld. Utschakelen De nstapverlchtng ntereur gaat na een bepaalde tjd automatsch ut of gaat ut als een van de porteren wordt geopend. Programmeren De duur van het branden van de nstapverlchtng kan worden geselecteerd va het conf guratemenu van het multfunctonele dsplay. De duur van het branden van de nstapverlchtng s gekoppeld en geljk aan de van de automatsche follow-me-home verlchtng. VERLICHTING BAGAGERUIMTE De verlchtng van de bagagerumte gaat automatsch branden zodra de bagagerumte wordt geopend en dooft zodra deze wordt gesloten. De verlchtng van de bagagerumte kan verschllende peroden bljven branden: - bj afgezet contact: ongeveer 10 mnuten, - n de eco-mode: ongeveer 0 seconden, - bj draaende motor: onbeperkt. 86

96 INDELINGEN INDELING INTERIEUR 1. Brllenvak 2. Zonneklep (ze de volgende bladzjde voor meer nformate). Handgreep met klednghaak 4. Vensters voor parkeer-/tolkaarten (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 5. Opbergvak 6. Opbergvakje 7. Tashaak 8. Verlcht dashboardkastje (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 9. Portervakken 10. Verlchte asbak (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 11. Opbergvak met antslpmat 12. Aansteker/12 V-aanslutng (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 1. Bekerhouder 14. Armleunng vóór (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 15. Opbergvak 6 87

97 6 INDELINGEN ZONNEKLEP De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzj worden geklapt en s voorzen van een make-upspegel met verlchtng. VENSTERS VOOR PARKEER-/ TOLKAARTEN Hern kunt u parkeer- en/of tolkaarten plaatsen. VERLICHT DASHBOARDKASTJE 88 Open als het contact aan s het afdekkapje. De verlchtng van de make-upspegel gaat automatsch branden. De zonneklep bevat tevens een mogeljkhed voor het opbergen van pasjes. Deze vensters bevnden zch aan weerszjden van de voet van de bnnenspegel op de voorrut. Op deze plaatsen s de thermsch solerende voorrut net-refl ecterend. De thermsch solerende voorrut beperkt de opwarmng van het ntereur door zonnestralen (ultravolette stralng) te f lteren. De voorrut bevat bovenden een refl ecterende laag de radogolven tegenhoudt (bjvoorbeeld bj tolpoorten met elektronsche betalng). Het dashboardkastje bestaat ut specale rumtes voor het opbergen van een fl es mneraalwater, het nstructeboekje van de auto,... In het deksel zjn specale rumtes gecreëerd voor een pen, een brl, klengeld, kaarten, een blkje, geurelementen voor de parfumeur,... Trek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen. De verlchtng van het dashboardkastje treedt n werkng zodra het deksel wordt geopend. Als uw auto s utgerust met arcondtonng, bevat het dashboardkastje een afslutbare ventlatebus A, va welke het dashboardkastje wordt voorzen van dezelfde arcondtonng als het ntereur.

98 TASHAAK ASBAK MET VERLICHTING INDELINGEN AANSTEKER/12 V-AANSLUITING 6 Druk op het onderste gedeelte van de haak om deze ut te klappen. Hang uw tas er met het hengsel aan vast. Trek de lade open voor toegang tot de asbak. Open de asbak en druk op de borglp om de asbak ut te nemen en deze te legen. Druk wanneer u de aansteker wlt gebruken, deze n en wacht enkele seconden tot de aansteker ut zchzelf terugsprngt. Verwjder wanneer u een accessore van 12 V wlt aansluten, de aansteker en slut een geschkte adapter aan. 89

99 6 INDELINGEN ARMLEUNING VÓÓR Voor het comfort en als opbergmogeljkhed voor de bestuurder en voorpassager. OPBERGVAK Het deksel van de armleunng s n hoogte en lengterchtng verstelbaar voor een optmaal ztcomfort. Verstellng n lengterchtng Schuf de armleunng volledg naar voren of naar achteren. Opbergvak Open om het opbergvak te legen het deksel en druk op de borglp om het opbergvak ut te nemen. Hoogteverstellng Tl het deksel op tot de gewenste stand (laag, tussenn of hoog). Trek de armleunng n de hoogste stand ets verder omhoog en beweeg hem vervolgens naar de laagste stand. Het opbergvak van de armleunng bedt rumte voor 6 CD s. Trek de handgreep 1 omhoog. Trek het deksel helemaal open. 90

100 INDELINGEN 6 MATTEN De matten zjn utneembaar en beschermen de vloerbedekkng van de auto tegen vul van butenaf. Bevestgen Gebruk wanneer u een neuwe mat bevestgt utslutend de bevestgngen ut het bjgeleverde zakje. Terugplaatsen Terugplaatsen van de mat aan de bestuurderszjde: leg de mat goed op zjn plaats, druk de bevestgngen vast, controleer of de mat goed vastzt. OPBERGLADEN* Verwjderen Verwjderen van de mat aan de bestuurderszjde: zet de stoel n de achterste stand, maak de bevestgngen los, verwjder vervolgens de mat.! Om te voorkomen dat de pedalen bljven hangen: - gebruk utslutend matten de op de bevestgngen van de auto passen, het gebruk van deze bevestgngen s verplcht. - gebruk noot meer dan één mat per plaats. Openen Tl de lade aan de voorzjde op en schuf de lade open. Verwjderen Trek de lade helemaal open. Druk op de utenden van de geleders. Tl de lade op en verwjder hem ut de geleders. Terugplaatsen Plaats de lade n de geleders. Schuf de lade dcht en druk op de lade om hem te vergrendelen.! Berg geen zware voorwerpen op n de laden. * Net bj elektrsch verstelbare stoelen. 91

101 6 INDELINGEN ARMLEUNING ACHTER Voor het comfort en als opbergmogeljkhed voor de achterpassagers. SKILUIK Het skluk kan worden gebrukt voor het vervoeren van lange voorwerpen. Klap de armleunng achter omlaag voor een optmaal ztcomfort. Tl het deksel op voor toegang tot de opbergrumte. U vndt hern een opbergvak, twee bekerhouders en twee pennenhouders. Openen Klap de armleunng achter omlaag. Trek de handgreep van het skluk omlaag. Laat het skluk zakken. Steek voorwerpen vanut de bagagerumte door het skluk. 92

102 INDELINGEN 6 INDELING VAN DE BAGAGERUIMTE 1. Tafeltje achter of tafeltje met geïntegreerd opbergvak (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 2. Haken (ze de volgende bladzjde voor meer nformate). 12 V-aanslutng (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 4. Sjorogen 5. Bagagenet (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 6. Utneembare remen (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 7. Rem 8. Afgesloten opbergvak 9. Open opbergvak 10. Opbergbak (ze de volgende bladzjde voor meer nformate) 9

103 6 INDELINGEN Hoedenplank Hoedenplank met geïntegreerd opbergvak In dt opbergvak kunnen spullen worden opgeborgen zonder dat deze zchtbaar zjn van butenaf en het zcht naar achteren hnderen. Haken 94 Verwjderen van de hoedenplank: maak de twee koorden los, tl de hoedenplank ets op en verwjder hem. Er zjn meerdere mogeljkheden om de hoedenplank op te bergen: - rechtop achter de voorstoelen, - rechtop achter de achterbank, bevestgd met een van de utneembare remen. Verwjderen van de hoedenplank: maak de twee koorden los, tl de hoedenplank ets op en verwjder hem. Er zjn meerdere mogeljkheden om de hoedenplank op te bergen: - rechtop achter de voorstoelen, - rechtop achter de achterbank, bevestgd met een van de utneembare remen. Gebruk een van de twee handgrepen om het deksel vanut het ntereur of vanut de bagagerumte te openen. Trek de handgreep omhoog alvorens het deksel te sluten. Trek bede handgrepen geljktjdg omhoog om het deksel te verwjderen. Heraan kunt u een boodschappentas ophangen. Bj het verwsselen van een wel Bevestg bj het verwsselen van een wel het koord van de vloermat van de bagagerumte aan de extra haak onder de hoedenplank voor een optmale toegang tot het reservewel.

104 Aanslutng 12 V Bagagenet Gebruk de sjorogen om uw bagage stevg vast te zetten met het bagagenet. Opbergbak INDELINGEN 6 Om een accessore van 12 V aan te sluten (maxmaal vermogen: 100 W), verwjdert u de dop en slut u een geschkte adapter aan. Zet het contact aan. Utneembare remen Tl de vloerbekledng van de bagagerumte op voor toegang tot de opbergbak. Hern vndt u verschllende rumtes waarn o.a. een lampenset, een EHBOtas, een noodreparateset voor een lekke band, twee gevarendrehoeken kunnen worden opgeborgen. Bevestg de remen aan de sjorogen om uw bagage vast te zetten. Het bagagenet kan op dre maneren worden bevestgd: - plat op de vloer van de bagagerumte, - horzontaal ter hoogte van de hoedenplank, - vertcaal achter de voorstoelen. 95

105 7 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES Hoewel PEUGEOT bj het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan velghedsvoorzenngen voor uw knderen, s hun velghed natuurljk ook afhankeljk van uzelf. Volg voor een optmale velghed de volgende advezen op: - conform Rchtljn 200/20 denen knderen jonger dan 12 jaar of klener dan 1,50 m n gehomologeerde, aan het lchaamsgewcht aangepaste knderztjes op met velghedsgordels of ISOFIX-bevestgngen utgeruste plaatsen te worden vervoerd*, - de velgste plaats voor het vervoeren van een knd s volgens de statsteken een plaats op de achterbank van uw auto, - knderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achtern met de rug n de rjrchtng worden vervoerd. BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDEL "Met de rug n de rjrchtng" Wanneer een knderztje met de rug n de rjrchtng op de passagersstoel voor wordt geplaatst, moet de arbag aan passagerszjde zjn utgeschakeld. Anders kan het knd bj het afgaan van de arbag levensgevaarljk gewond raken. "Met het gezcht n de rjrchtng" Wanneer een knderztje met het gezcht n de rjrchtng op de passagersstoel voor wordt geplaatst, moet de stoel van de auto n de mddelste stand met de rugleunng rechtop worden gezet en mag de arbag aan passagerszjde net worden utgeschakeld. Mddelste stand 96 PEUGEOT beveelt u aan knderen op de achterztplaatsen van uw auto te vervoeren: - met de rug n de rjrchtng tot 2 jaar, - met het gezcht n de rjrchtng vanaf 2 jaar. * De regels voor het vervoeren van knderen zjn per land verschllend. Raadpleeg hervoor de wetgevng n uw land.

106 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES PEUGEOT levert een complete reeks knderztjes met een artkelnummer van Automobles PEUGEOT de met een drepunts velghedsgordel kunnen worden vastgemaakt: 7 Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg Groep 0+: vanaf de geboorte tot 1 kg Groep 1, 2 en : van 9 tot 6 kg Arbag aan passagerszjde OFF L1 "RÖMER Baby-Safe Plus Wordt met de rug n de rjrchtng geplaatst. L2 "KIDDY Lfe" Omwlle van de velghed van jonge knderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruken. Groep 2 en : van 15 tot 6 kg L "RECARO Start". L4 "KLIPPAN Optma" Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruk alleen de ztverhogng. 97

107 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES PEUGEOT levert een complete reeks knderztjes met een artkelnummer van Automobles PEUGEOT de met een drepunts velghedsgordel kunnen worden vastgemaakt: 7 Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg Groep 0+: vanaf de geboorte tot 1 kg Groep 1, 2 en : van 9 tot 6 kg Arbag aan passagerszjde OFF L1 "RÖMER Baby-Safe Plus Wordt met de rug n de rjrchtng geplaatst. L2 "KIDDY Lfe" Omwlle van de velghed van jonge knderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruken. Groep 2 en : van 15 tot 6 kg L "RECARO Start". L4 "KLIPPAN Optma" Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruk alleen de ztverhogng. 97

108 7 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL Overeenkomstg de Europese wetgevng (Rchtljn 2005/40) geeft dt overzcht de mogeljkheden aan voor het bevestgen met de velghedsgordel van een unverseel gehomologeerd knderztje (a) n uw auto, gerangschkt naar het gewcht van het knd en de plaats n de auto. Gewcht van het knd/leeftjdsndcate Plaats Tot 1 kg (groep 0 (b) en 0+) Tot 1 jaar 9 tot 18 kg (groep 1) Van 1 tot jaar 15 tot 25 kg (groep 2) Van tot 6 jaar 22 tot 6 kg (groep ) Van 6 tot 10 jaar Passagersstoel vóór (c) - vast U (R1) U (R1) U (R1) U (R1) - n hoogte verstelbare stoel U (R2) U (R2) U (R2) U (R2) Butenste ztplaatsen achter U U* U* U* Mddelste ztplaats achter U U* (behalve L2) U* L U* L 98 (a) Unverseel knderztje: knderztje dat n alle auto s met de velghedsgordel kan worden bevestgd. (b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. (c) Raadpleeg de wetgevng n uw land alvorens een knderztje op deze plaats te bevestgen. U: plaats geschkt voor het bevestgen van een unverseel goedgekeurd knderztje met de velghedsgordel. Knderztje geplaatst met de rug n de rjrchtng of het gezcht n de rjrchtng. U (R1): als U, waarbj bovenden de stoel van de auto n de mddelste stand moet staan. U (R2): als U, waarbj bovenden de stoel van de auto n de hoogste stand moet staan. L-: alleen de aangegeven knderztjes mogen op de desbetreffende plaats worden bevestgd (volgens land van bestemmng). * De hoofdsteun van de desbetreffende ztplaats moet verwjderd en opgeborgen worden.

109 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN 7! ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES De onjuste bevestgng van een knderztje brengt de velghed van het knd n gevaar bj een aanrjdng. Zorg ervoor dat de velghedsgordels of het tugje van het knderztje, zelfs bj korte rtten, worden vastgemaakt waarbj de spelng ten opzchte van het lchaam van het knd zoveel mogeljk moet worden beperkt. Zorg er voor een optmale bevestgng van het knderztje "met het gezcht n de rjrchtng" voor dat de rugleunng van het ztje tegen de rugleunng van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmerng vormt. Als de hoofdsteun verwjderd moet worden, berg deze dan zorgvuldg op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vlegt bj krachtg afremmen. Knderen jonger dan 10 jaar mogen net met het gezcht n de rjrchtng op de passagersstoel voor worden vervoerd, behalve als de achterztplaatsen al bezet zjn door andere knderen of als de achterbank net brukbaar, neergeklapt of verwjderd s. Schakel de arbag aan passagerszjde ut zodra een knderztje met de rug n de rjrchtng op de voorstoel wordt geplaatst. Het knd kan anders bj het afgaan van de arbag levensgevaarljk gewond raken. Plaatsen van een stoelverhoger Het bovenste gedeelte van de velghedsgordel moet over de schouder van het knd lggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het knd lgt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleunng te gebruken voorzen van een gordelgeleder ter hoogte van de schouder. Laat ut velghedsoverwegngen: - geen knderen zonder toezcht achter n een auto, - noot een knd of een der n een auto achter wanneer alle ruten gesloten zjn en de auto n de zon staat, - de sleutels noot bnnen berek van de knderen achter n de auto. Gebruk de kndersloten om te voorkomen dat de porteren en de porterruten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de porterruten achter net verder dan voor 1/ deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge knderen tegen de zon te beschermen. 99

110 7 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN ISOFIX-BEVESTIGINGEN Uw auto voldoet aan de neuwe ISOFIXnormen. De heronder aangegeven ztplaatsen zjn utgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestgngen: Elke ztplaats s voorzen van dre bevestgngsrngen: De ISOFIX-bevestgngen zorgen voor een velge, degeljke en snelle montage van het knderztje n uw auto. De ISOFIX-knderztjes beschkken over twee sloten de eenvoudg aan de twee bevestgngsrngen A kunnen worden verankerd. Sommge knderztjes zjn bovenden voorzen van een bovenste bevestgngsrem de kan worden vastgemaakt aan de bevestgngsrng B. - twee bevestgngsrngen A, de zch tussen de rugleunng en de zttng van de ztplaats bevnden, aangegeven met een stcker, Zet om de bovenste bevestgngsrem vast te maken de hoofdsteun van de ztplaats omhoog en steek de haak tussen de hoofdsteun en de rugleunng door. Bevestg de haak aan de bevestgngsrng B en trek de rem aan.! Bj een onjust geplaatst knderztje kan het knd bj een aanrjdng ernstg letsel oplopen. 100 Raadpleeg het overzcht voor de bevestgng van ISOFIX-knderztjes n uw auto, waarn staat vermeld welke knderztjes voor uw auto zjn goedgekeurd. - één bevestgngsrng B, voor de bevestgng van de bovenste rem, TOP TETHER genoemd.

111 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN ISOFIX-KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GOEDGEKEURD VOOR UW AUTO 7 Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-knderztje (gewchtsgroep B1) Groep 1: van 9 tot 18 kg Wordt met het gezcht n de rjrchtng geplaatst. Voorzen van een bovenste rem voor verankerng aan de bovenste ISOFIX-bevestgng, de TOP TETHER. Dre standen: rechtop, ruststand en lgstand. Dt knderztje kan ook worden bevestgd op ztplaatsen de net zjn voorzen van ISOFIX-bevestgngen. Het s n dat geval verplcht het knderztje met de normale drepunts velghedsgordel op de ztplaats van de auto te bevestgen. Volg bj het plaatsen van het knderztje de gebruksaanwjzng van de fabrkant van het ztje. 101

112 7 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES Overeenkomstg de Europese wetgevng (ECE 16) geeft het overzcht de mogeljkheden aan voor het bevestgen van een ISOFIX-knderztje op een plaats n de auto voorzen van ISOFIX-bevestgngen. Bj unversele en sem-unversele ISOFIX-knderztjes wordt de ISOFIX-maat op het knderztje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G). Gewcht van het knd/leeftjdsndcate Tot 10 kg (groep 0) Tot ca. 6 maanden Tot 10 kg (groep 0) Tot 1 kg (groep 0+) Tot ca. 1 jaar Van 9 tot 18 kg (groep 1) Van ca. 1 tot ca. jaar Type ISOFIX-knderztje Resweg "rug n de rjrchtng" "rug n de rjrchtng" "gezcht n de rjrchtng" ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1 ISOFIX-knderztjes unverseel en sem-unverseel geschkt voor bevestgng op: - de passagersstoel vóór X IL-SU IL-SU IUF - de butenste ztplaatsen achter IL-SU* IL-SU IL-SU IUF IUF: ztplaats geschkt voor de bevestgng van een unverseel gehomologeerd ISOFIX-knderztje met het gezcht n de jrchtng en een bovenste rem ("Top Tether" bevestgng). r- IL-SU: ztplaats geschkt voor de bevestgng van een sem-unverseel gehomologeerd ISOFIX-knderztje: - rug n de rjrchtng voorzen van een bovenste rem ("Top Tether" bevestgng) of een steun, - gezcht n de rjrchtng voorzen van een steun, - resweg voorzen van een bovenste rem ("Top Tether" bevestgng) of een steun. Raadpleeg het hoofdstuk "Isof x-bevestgngen" voor meer nformate over de bevestgng van de bovenste rem ("Top Tether" bevestgngen). X: ztplaats net geschkt voor de bevestgng van een knderztje ut de aangegeven ISOFIX-maat. * De ISOFIX-resweg, de wordt bevestgd aan de onderste ISOFIX-bevestgngen van een ztplaats, neemt twee ztplaatsen achter n beslag. 102

113 MECHANISCH KINDERSLOT Bede achterporteren zjn voorzen van een knderslot om het openen van bnnenut te verhnderen. De knop bevndt zch op de zjkant van bede achterporteren. Vergrendelen VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN ELEKTRISCH KINDERSLOT Het elektrsche knderslot voorkomt dat bede achterporteren van bnnenut kunnen worden geopend en blokkeert de bedenng van de achterporterruten. De schakelaar bevndt zch bj de schakelaars van de rutbedenng op het bestuurdersporter. Utschakelen Druk nogmaals op de knop A. Het verklkkerlampje van de knop A gaat ut en er verschjnt een meldng op het multfunctonele dsplay. Het lampje bljft ut zolang het elektrsche knderslot s utgeschakeld. 7 Inschakelen! Als het lampje een ander sgnaal geeft, wjst dt op een storng n het elektrsche knderslot. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren. Draa de rode knop een kwart omwentelng naar rechts met de contactsleutel. Ontgrendelen Draa de rode knop een kwart omwentelng naar lnks met de contactsleutel. Druk op de knop A. Het verklkkerlampje van de knop A gaat branden en er verschjnt een meldng op het multfunctonele dsplay. Het lampje bljft branden zolang het elektrsche knderslot s ngeschakeld.! Dt systeem werkt onafhankeljk van de centrale vergrendelng; gebruk het noot n plaats daarvan. Controleer bj het aanzetten van het contact altjd de stand van het knderslot. Neem vóór het verlaten van de auto altjd de sleutel ut het contact, zelfs voor korte perodes. Bj een ernstge aanrjdng wordt het elektrsche knderslot automatsch utgeschakeld, zodat de achterpassagers de auto ongehnderd kunnen verlaten. 10

114 8 VEILIGHEID RICHTINGAANWIJZERS Gebruk de rchtngaanwjzers om een veranderng van rjrchtng of rjstrook aan te geven. ALARMKNIPPERLICHTEN Gebruk de alarmknpperlchten om het overge verkeer te waarschuwen n het geval van f le, pech, slepen of een ongeval. CLAXON Gebruk de claxon om medeweggebrukers te waarschuwen bj gevaar. Lnks: duw de hendel helemaal omlaag. Rechts: duw de hendel helemaal omhoog. Wanneer bj een snelhed van meer dan 60 km/h de rchtngaanwjzers na meer dan 20 seconden nog net zjn utgeschakeld, wordt automatsch het knppergelud versterkt. Druk de knop A n, de rchtngaanwjzers knpperen tegeljkertjd. De alarmknpperlchten werken ook als het contact s afgezet. Automatsche ontstekng van de alarmknpperlchten Bj een noodstop schakelen de alarmknpperlchten, afhankeljk van de remvertragng de optreedt, automatsch n. De alarmknpperlchten bljven knpperen totdat er opneuw gas wordt gegeven. U kunt de alarmknpperlchten echter ook utschakelen door de knop A n te drukken. Schakel omwlle van de velghed de alarmknpperlchten n als u de staart van een f le nadert. Druk op een van de spaken van het stuurwel. Gebruk de claxon alleen wanneer het echt nodg s en n de volgende gevallen: - onmddelljk gevaar, - naderen van een onoverzchteljke bocht. 104

115 VEILIGHEID 8 CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING Dt systeem controleert automatsch de bandenspannng tjdens het rjden. Lekke band Het verklkkerlampje STOP en/ of dt verklkkerlampje gaat/gaan branden op het nstrumentenpaneel n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay de aangeeft welke band(en) het betreft. Stop onmddelljk, maar vermjd abrupte manoeuvres met het stuur en de remmen. Vervang de beschadgde band (lekke band of veel te lage bandenspannng) en laat de bandenspannng zo snel mogeljk controleren.! Alle reparates aan een wel dat met dt systeem s utgerust en het vervangen van een band moeten worden utgevoerd door een PEUGEOT-servcepunt. Wanneer bj het verwsselen een wel s gemonteerd dat net door uw auto wordt gedetecteerd (voorbeeld: montage van wnterbanden), dent het systeem door een PEUGEOT-servcepunt opneuw geïntalseerd te worden. Elk ventel s voorzen van een sensor, de een waarschuwngssgnaal utzendt als de bandenspannng te laag s (snelhed hoger dan 20 km/h). Het bandenspannngscontrolesysteem s net meer dan een hulpmddel, hetgeen nhoudt dat de waakzaamhed en verant- woordeljkhed van de bestuurder net door het systeem kunnen worden vervangen. Te lage bandenspannng Dt pctogram verschjnt op het nstrumentenpaneel en/of er ver- schjnt een meldng op het functonele dsplay, n combnate met een geludssgnaal, om aan te geven welke band(en) het betreft. mult- Controleer zo snel mogeljk de ban- denspannng. Dt dent te worden utgevoerd bj koude banden. Sensor(en) net gedetecteerd of defect Dt pctogram verschjnt op het nstrumentenpaneel en/of er verschjnt een meldng op het multfunctonele dsplay, n combnate met een geludssgnaal, om aan te geven van welk(e) wel(en) de bandenspannng net meer gecontroleerd wordt of om aan te geven dat er een storng n het systeem zt. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om de defecte sensor(en) te vervangen. Deze meldng wordt ook weergegeven als één van de welen net op de auto aanwezg s (bj reparate) of als er één of meerdere welen zonder sensor op de auto worden gemonteerd. Het reservewel s net voorzen van een sensor. Ondanks dt systeem moet de bandenspannng (ze de paragraaf "Identfcate") nog regelmatg worden gecontroleerd. De bandenspannng heeft een belangrjke nvloed op het weggedrag van de auto en de sljtage van de banden, vooral onder zware rjomstandgheden (zware ladng, hoge rjsnelheden). De bandenspannng dent mnmaal één keer per maand gecontroleerd te worden, bj koude banden. Denk eraan ook de bandenspannng van het reservewel te controleren. Het bandenspannngscontrolesysteem kan tjdeljk worden verstoord door radogolven n hetzelfde frequentegebed. 105

116 8 VEILIGHEID HULPSYSTEMEN BIJ HET REMMEN Uw auto s voorzen van dre systemen de u helpen om de auto n een noodstuate velg tot stlstand te brengen: - het antblokkeersysteem (ABS), - de elektronsche remdrukregelaar (REF), - de noodremassstente (AFU). Antblokkeersysteem (ABS) en elektronsche remdrukregelaar (REF) Deze systemen zorgen tjdens het remmen voor een betere stabltet en bestuurbaarhed van uw auto en voor een betere controle n scherpe bochten, vooral op een slecht of glad wegdek. Inschakelen Het antblokkeersysteem treedt automatsch n werkng zodra één van de welen dregt te blokkeren. De normale werkng van het antblokkeersysteem kan merkbaar zjn door het trllen van het rempedaal. Storng Als dt verklkkerlampje gaat branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, dudt dt op een storng n het antblokkeersysteem. Door deze storng zou u tjdens het remmen de controle over uw auto kunnen verlezen. Als dt verklkkerlampje gaat branden n combnate met het verklkkerlampje STOP en ABS, een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, dudt dt op een storng n de elektronsche remdrukregelaar. Door deze storng zou u tjdens het remmen de controle over uw auto kunnen verlezen. Stop op een velge plaats. Raadpleeg n bede gevallen een PEUGEOT-servcepunt. Zorg er bj vervangng van de welen (banden en velgen) voor dat er welen worden gemonteerd de aan de voorschrften van de constructeur voldoen. Noodremassstente Dt systeem zorgt ervoor dat n noodgevallen de optmale remdruk sneller wordt berekt, zodat de remafstand klener wordt. Inschakelen Het systeem wordt ngeschakeld als het rempedaal sneller wordt ngetrapt dan een bepaalde grenswaarde. Het systeem zorgt er dan voor dat de benodgde bedenngskracht mnder wordt en dat de effectvtet van het remmen wordt vergroot.! Trap het rempedaal bj een noodstop krachtg en volledg n en laat het net los. 106

117 STABILITEITSCONTROLESYSTEMEN Uw auto s voorzen van twee systemen de voor zover dt mogeljk s ngrjpen als de koers van de auto afwjkt van de door de bestuurder gewenste rchtng: - antspnregelng (ASR), - elektronsch stabltetsprogramma (ESP). Utschakelen In bjzondere omstandgheden (als de auto vastzt n de modder, sneeuw, n mulle grond,...) kan het nuttg zjn de systemen ASR en ESP ut te schakelen, zodat de welen kunnen spnnen en weer grp kunnen krjgen. Storng VEILIGHEID Als dt verklkkerlampje gaat branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, dudt dt op een storng n deze systemen. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om de systemen te laten controleren. 8 Antspnregelng en elektronsch stabltetsprogramma De antspnregelng past de aandrjfkracht van de welen aan om het doorspnnen te voorkomen door de aangedreven welen en de motor af te remmen. Het elektronsch stabltetsprogramma grjpt n va de remmen van één of meerdere welen en het motorkoppel om de auto weer n de juste koers te brengen. Inschakelen De systemen worden automatsch ngeschakeld zodra de motor wordt gestart. De systemen worden geactveerd zodra de welen te weng grp hebben of de koers van de auto afwjkt van de door de bestuurder gewenste rchtng. In dat geval gaat dt verklkkerlampje op het nstrumentenpaneel knpperen. Druk op de knop "ESP OFF", de zch n het mdden van het dashboard bevndt. Als dt verklkkerlampje op het nstrumentenpaneel en het verklkkerlampje van de knop branden, zjn de systemen ASR en ESP utgeschakeld. Opneuw nschakelen: Deze systemen worden automatsch weer ngeschakeld als het contact opneuw wordt aangezet of vanaf 50 km/h. Druk nogmaals op de knop "ESP OFF" om de systemen handmatg weer n te schakelen.! De systemen ASR en ESP zorgen voor meer velghed tjdens het rjden. De bestuurder mag zch echter noot laten verleden tot het nemen van meer rsco s of het te hard rjden. De goede werkng van de systemen wordt verzekerd door de nalevng van de voorschrften van de constructeur op het gebed van welen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem, elektronsche onderdelen alsmede de montageprocedure en het utvoeren van werkzaamheden door een PEUGEOT-servcepunt. Laat de systemen na een aanrjdng controleren door een PEUGEOTservcepunt. 107

118 8 VEILIGHEID VEILIGHEIDSGORDELS Omdoen Hoogteverstellng 108 Velghedsgordels vóór De velghedsgordels vóór zjn voorzen van een pyrotechnsche gordelspanner en een gordelkrachtbegrenzer. Deze systemen zorgen voor extra beschermng van de bestuurder en passager n het geval van een frontale aanrjdng. Bj een krachtge aanrjdng zorgen de pyrotechnsche gordelspanners ervoor dat de velghedsgordels stevg tegen de lchamen van de nzttenden worden getrokken. De pyrotechnsche gordelspanners zjn actef zodra het contact wordt aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen het lchaam van de nzttenden getrokken wordt. Laat bj de -deurs utvoerng de steun op de hendel zakken om het schoudergedeelte van de velghedsgordel terug te plaatsen. Deze steun zorgt ervoor dat de velghedsgordel bnnen handberek s wanneer u deze weer moet omdoen. Trek aan de gordel en steek de gesp n de gordelslutng. Controleer of de gordel goed s vastgemaakt door even aan de rem te trekken. Losmaken Druk op de rode knop van de gordelslutng. Knjp de knop A n en schuf deze omlaag om het bevestgngspunt lager te plaatsen. Schuf de knop A omhoog om het bevestgngspunt hoger te plaatsen. Verklkkerlampje velghedsgordel losgemaakt/net vastgemaakt Als het contact wordt aangezet, gaat dt verklkkerlampje op het nstrumentenpaneel of op het pctogrammendsplay voor de velghedsgordels en de arbag aan passagerszjde branden om aan te geven dat de bestuurder en/of voorpassager zjn gordel nog net heeft vastgemaakt. Als de wagensnelhed hoger s dan 20 km/h, knppert het verklkkerlampje gedurende 2 mnuten n combnate met een steeds sterker wordend geludssgnaal. Na deze 2 mnuten bljft het verklkkerlampje branden zolang de bestuurder en/ of voorpassager zjn velghedsgordel net heeft vastgemaakt.

119 Pctogrammendsplay velghedsgordel losgemaakt/net vastgemaakt Velghedsgordels achter De ztplaatsen achter zjn voorzen van een drepunts velghedsgordel met oprolautomaat en gordelkrachtbegrenzer (behalve de mddelste ztplaats). VEILIGHEID Pctogrammendsplay velghedsgordels losgemaakt 8 1. Pctogram velghedsgordels voor en/of achter losgemaakt/net vastgemaakt. 2. Pctogram velghedsgordel lnks voor.. Pctogram velghedsgordel rechts voor. 4. Pctogram velghedsgordel rechts achter. 5. Pctogram velghedsgordel mdden achter. 6. Pctogram velghedsgordel lnks achter. Op het pctogrammendsplay van de velghedsgordels en de arbag aan passagerszjde gaat het verklkkerlampje 1 of 2 rood branden als de velghedsgordel net s vastgemaakt of weer s losgemaakt. Omdoen Trek aan de gordel en steek de gesp n de gordelslutng. Controleer of de gordel goed s vastgemaakt door even aan de rem te trekken. Losmaken Druk op de rode knop van de gordelslutng. Verklkkerlampje velghedsgordel Als een achterpassager zjn gordel losmaakt, gaat dt verklkkerlampje branden op het nstrumentenpaneel of verschjnt dt pctogram op het pctogrammendsplay velghedsgordels/arbag aan passagerszjde. Als de wagensnelhed hoger s dan 20 km/h, knppert het verklkkerlampje gedurende twee mnuten n combnate met een steeds sterker wordend geludssgnaal. Na deze 2 mnuten bljft het verklkkerlampje branden zolang de achterpassagers hun gordels net hebben vastgemaakt. Als het contact wordt aangezet, worden de pctogrammen, 4 en 5 ongeveer 0 seconden rood weergegeven als de desbetreffende gordel net s vastgemaakt. Als bj draaende motor het pctogram, 4 of 5 rood wordt weergegeven n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, s de gordel van de desbetreffende achterpassager weer losgemaakt. 109

120 8 VEILIGHEID Zorg ervoor dat alle nzttenden tjdens het rjden hun velghedsgordel dragen, ook al betreft het een korte rt. Draa de gespen van de velghedsgordels net om; de gordels zjn dan net voldoende effectef. De velghedsgordels zjn voorzen van een oprolautomaat de ervoor zorgt dat de lengte van de gordel automatsch wordt aangepast aan uw lchaamsbouw. De gordel wordt automatsch opgerold als deze net wordt gebrukt. Controleer zowel voor en na het gebruk van de gordel of deze goed s opgerold. De heupgordel moet zo laag mogeljk op het bekken worden geplaatst. De schoudergordel moet langs het holle gedeelte van de schouder worden geplaatst. De oprolautomaten zjn voorzen van een automatsche blokkeernrchtng de n werkng treedt bj een aanrjdng, een noodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeernrchtng deblokkeren door kort aan de rem te trekken en deze weer los te laten. Voor een effecteve werkng van de velghedsgordel: - dent deze strak om het lchaam te worden gedragen, - mag deze door net meer dan één persoon, mnmaal zo groot als een volwassene, worden gedragen, - mag deze geen beschadgngen of rafels vertonen, - moet deze n een vloeende bewegng naar voren worden getrokken, om te voorkomen dat de gordel gedraad raakt, - mag er om te voorkomen dat de gordel net goed werkt nets aan worden gewjzgd. Vanwege de wetteljke velghedsvoorschrften moeten werkzaamheden en controles aan de velghedsgordels worden utgevoerd door een PEUGEOTservcepunt, de tevens voor de garante zorgt en de werkzaamheden volgens de voorschrften utvoert. Laat de velghedsgordels van uw auto regelmatg controleren door een PEUGEOT-servcepunt, vooral als de gordels beschadgngen vertonen. Reng de velghedsgordels met zeepsop of een rengngsmddel voor textel, verkrjgbaar bj een PEUGEOTservcepunt. Controleer na het neerklappen of verstellen van een stoel of de achterbank of de gordel zch op de juste plaats bevndt en goed s opgerold. Voorschrften voor knderen Maak voor knderen tot 12 jaar of klener dan 1,50 m gebruk van een geschkt knderztje. De velghedsgordel mag door net meer dan één persoon gedragen worden. Laat noot een knd op schoot ztten tjdens het rjden. De gordelspanners kunnen, afhankeljk van de aard en de kracht van de aanrjdng, vóór en onafhankeljk van de arbags afgaan. Het actveren van de gordelspanners gaat gepaard met wat onschadeljke rook en een knal, als gevolg van de actverng van de pyrotechnsche ladng de n het systeem s geïntegreerd. In alle gevallen gaat het verklkkerlampje van de arbag branden. Laat het systeem na een aanrjdng controleren en eventueel vervangen door een PEUGEOT-servcepunt. 110

121 AIRBAGS De arbags zjn specaal ontworpen voor een betere velghed van de nzttenden (utgezonderd de mddelste passager achter) bj ernstge aanrjdngen. Ze vormen een aanvullng op de werkng van de velghedsgordels met gordelkrachtbegrenzers (behalve bj de mddelste passager achter). De elektronsche schoksensoren regstreren n dat geval de frontale en zjdelngse aanrjdngen waaraan de regstratezones voor een aanrjdng worden blootgesteld: - bj een ernstge aanrjdng worden de arbags onmddelljk opgeblazen en beschermen ze de nzttenden van de auto (utgezonderd de mddelste passager achter). Drect na de aanrjdng ontsnapt het gas snel ut de arbags, zodat het zcht net wordt belemmerd en de nzttenden de auto eventueel kunnen verlaten, - bj een mnder ernstge aanrjdng of een aanrjdng van achteren en n bepaalde gevallen waarbj de auto over de kop slaat, treden de arbags net n werkng. De velghedsgordels zorgen n deze stuates voor een afdoende beschermng.! De arbags werken alleen als het contact aan s. De arbags werken slechts eenmaal. Als er een tweede aanrjdng plaatsvndt (tjdens hetzelfde of een volgend ongeval), werken de arbags net meer. Regstratezones voor een aanrjdng A. Impactzone vóór B. Impactzone opzj Het actveren van de arbags gaat gepaard met wat onschadeljke rook en een knal, als gevolg van de actverng van de pyrotechnsche ladng de n het systeem s geïntegreerd. De rook s net schadeljk, maar kan voor personen de her gevoelg voor zjn rrterend zjn. De knal de bj het afgaan wordt geproduceerd, kan het gehoor gedurende een korte perode engszns vermnderen. Arbags vóór VEILIGHEID De arbags vóór beschermen de bestuurder en voorpassager bj een ernstge frontale aanrjdng, om de kans op hoofd- en borstletsel te verklenen. De bestuurdersarbag s geïntegreerd n het stuurwel en de passagersarbag n het dashboard boven het dashboardkastje. Actverng De arbags worden geljktjdg opgeblazen, behalve als de arbag aan passagerszjde s utgeschakeld, bj een ernstge frontale aanrjdng bnnen (een gedeelte van) de mpactzone vóór (A), n de lengterchtng van de auto en vanaf de voorzjde rchtng de achterzjde van de auto, de zch op een horzontale ondergrond moet bevnden. De arbag vóór wordt opgeblazen tussen de nzttende vóór en het dashboard om te verhnderen dat deze naar voren wordt geslngerd

122 8 VEILIGHEID 112 Utschakelen Alleen de arbag aan passagerszjde kan worden utgeschakeld: zet het contact af, steek de sleutel n de schakelaar voor utschakelen van de arbag aan passagerszjde 1, draa deze n de stand "OFF", verwjder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen. Afhankeljk van de utvoerng van uw auto brandt dt verklkkerlampje hetzj op het nstrumentenpaneel, hetzj op het dsplay voor de verklkkerlampjes van de velghedsgordels en de arbag aan passagerszjde, bj aangezet contact en zolang de arbag s utgeschakeld.! Schakel voor de velghed van uw knd de arbag aan passagerszjde altjd ut als u een knderztje met de rug n de rjrchtng op de voorstoel plaatst. Anders kan een knd bj het afgaan van de arbag levensgevaarljk gewond raken. Opneuw nschakelen Als u het knderztje hebt verwjderd, zet dan de schakelaar 1 weer op "ON" om de arbag opneuw n te schakelen en zo de velghed van uw passager te garanderen. Als het contact s aangezet en de arbag aan passagerszjde opneuw wordt ngeschakeld, gaat dt verklkkerlampje op het dsplay van de verklkkerlampjes van de velghedsgordels en de arbag aan passagerszjde gedurende ongeveer 1 mnuut branden. Storng Als dt verklkkerlampje op het nstrumentenpaneel gaat branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, laat het systeem dan controleren door een PEUGEOT-servcepunt. De kans bestaat dat de arbags bj een ernstge aanrjdng net worden geactveerd. * Volgens land van bestemmng. Als dt verklkkerlampje knppert, raadpleeg dan een PEUGEOTservcepunt. De kans bestaat dat de arbag aan passagerszjde bj een ernstge aanrjdng net wordt geactveerd.! Plaats geen knderztje op de voorstoel als mnmaal één van bede verklkkerlampjes van de arbags permanent bljft branden. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. Kne-arbag* De kne-arbag beschermt bj een ernstge frontale aanrjdng de kneën van de bestuurder. Deze arbag bevndt zch n het dashboard, onder de stuurkolom. Actverng De kne-arbag wordt geljktjdg met de arbags vóór opgeblazen.

123 VEILIGHEID 8 Zj-arbags De zj-arbags beschermen de bestuurder en de passagers (behalve de mddelste achterpassager) bj een ernstge zjdelngse aanrjdng, om de kans op borstletsel te verklenen. De zj-arbags zjn aangebracht: - voor: aan de zjde van de porteren n de rugleunngen van de voorstoelen, - achter: n de zjpanelen (behalve bj de -deurs). De zj-arbag wordt opgeblazen tussen de nzttende vóór en het desbetreffende porterpaneel. Regstratezones voor een aanrjdng Actverng De wndow-arbag wordt geljktjdg met de zj-arbag aan de desbetreffende zjde opgeblazen bj een ernstge zjdelngse aanrjdng bnnen (een gedeelte van) de mpactzone opzj (B), loodrecht op de lengte-as van de auto en vanaf de butenzjde rchtng de bnnenzjde van de auto. De wndow-arbag wordt opgeblazen tussen de nzttende vóór en achter en de ruten. A. Impactzone vóór. B. Impactzone opzj.! Bj een lchte zjdelngse aanrjdng of bj over de kop slaan, kan het zjn dat de arbag net wordt geactveerd. Bj een aanrjdng van achteren of een frontale aanrjdng wordt de arbag net geactveerd. Actverng De zj-arbags worden aan de desbetreffende zjde opgeblazen bj een ernstge zjdelngse aanrjdng bnnen (een gedeelte van) de mpactzone opzj (B), loodrecht op de lengteas van de auto en vanaf de butenzjde rchtng de bnnenzjde van de auto. Wndow-arbags De wndow-arbags beschermen de bestuurder en passagers (utgezonderd de mddelste passager achter) bj een ernstge zjdelngse aanrjdng, om de kans op hoofdletsel te verklenen. De wndow-arbags zjn aangebracht n de stjlen en n de hemelbekledng. In het geval van een storng Als dt verklkkerlampje gaat branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, raadpleeg dan een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren. De kans bestaat dat de arbags bj een ernstge aanrjdng net worden geactveerd. 11

124 8 VEILIGHEID! Houd u aan de volgende velghedsvoorschrften voor een maxmale effectvtet van de arbags: Maak er een gewoonte van om normaal rechtop n de voorstoelen te ztten. Draag altjd een correct afgestelde velghedsgordel. Zorg dat er zch nets bevndt tussen de arbag en de nzttenden (knderen, husderen, objecten...). Dt kan de goede werkng van de arbag belemmeren en/of de nzttende bj het opblazen van de arbag verwonden. Laat na een aanrjdng of defstal van uw auto de arbagsystemen controleren. Het s beslst net toegestaan om werkzaamheden ut te voeren aan arbagsystemen, alleen een PEUGEOT-servcepunt heeft hervoor gekwalfceerd personeel. Zelfs als alle bovenstaande voorschrften worden nageleefd, bljft de kans bestaan op letsel of lchte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de arbag wordt geactveerd. De arbag wordt nameljk zeer snel opgeblazen (bnnen enkele mllseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbj de warme gassen va de daarvoor bestemde openngen naar buten stromen. Arbags vóór Houd het stuurwel net aan de spaken vast en laat uw handen net op het stuurwelkussen rusten. Laat aan passagerszjde uw voeten net op het dashboard rusten. Het s raadzaam net te roken n de auto. Als de arbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sgaretten of een pjp brandwonden of ander letsel veroorzaken. Verwjder het stuurwel noot, maak geen gaten n de stuurwelbekledng en sla er net op. Kne-arbags* Houd uw kneën net te dcht bj het stuurwel. Zj-arbags Bedek de stoelen utslutend met de daarvoor bestemde stoelhoezen. Deze belemmeren het actveren van de zj-arbags net. Raadpleeg een PEUGEOTservcepunt. Bevestg noot ets aan de rugleunng van de stoelen, dt zou bj het afgaan van de arbags kunnen leden tot verwondngen aan armen of mddel. Ga net onnodg dcht tegen het porterpaneel ztten. Wndow-arbags Bevestg noot ets op de hemelbekledng, dt zou bj het afgaan van de wndowarbags kunnen leden tot hoofdletsel. Demonteer noot de handgrepen van het dak; deze maken deel ut van de bevestgng van de wndow-arbags. 114 * Volgens land van bestemmng.

125 RIJDEN 9 HANDREM Mechansch systeem om de auto velg stl te zetten. Loszetten Trek aan de hefboom, druk de knop A n en duw de handrem geheel omlaag. Als tjdens het rjden dt verklkkerlampje en het verklkkerlampje STOP branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, geeft dt aan dat de handrem nog (ets) s aangetrokken. HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK MET 6 VERSNELLINGEN Inschakelen van de achterutversnellng Trek de rng onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellngshendel eerst naar lnks en dan naar voren Aantrekken Trek, als de auto volledg stlstaat, de handrem aan.! Verdraa bj het parkeren van de auto op een hellng de welen om ze tegen het trottor vast te zetten. Trek vervolgens de handrem aan en schakel een versnellng n.! Schakel de achterutversnellng alleen n als de auto stlstaat en de motor statonar draat. Voor uw velghed en om het starten van de motor te vergemakkeljken: - zet de versnellngshendel altjd n de neutraalstand, - trap het koppelngspedaal n. 115

126 9 RIJDEN 116 GESTUURDE HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK MET 6 VERSNELLINGEN Bj de gestuurde handgeschakelde versnellngsbak met zes versnellngen kunt u kezen tussen automatsche bedenng en handmatg schakelen. Deze transmsse heeft dre gebruksmogeljkheden: - een automatsche stand om automatsch te schakelen, - een handmatge stand om zelf te schakelen, - een auto-sequentële stand, waarmee u n de automatsche stand op eder moment zelf kunt schakelen, bjvoorbeeld voor een nhaalmanoeuvre. In de automatsche en de handmatge stand s een programma Sport beschkbaar, waarn een meer dynamsche rjstjl mogeljk s. Met deze versnellngsbak profteert u tevens van een andere handge functe: de hll holder. Selectehendel R. Achterut Trap het rempedaal n en beweeg de selectehendel naar voren om deze stand te selecteren. N. Neutraalstand. Trap het rempedaal n en selecteer deze stand om de motor te kunnen starten. A. Automatsche stand. Beweeg de selectehendel omlaag om deze stand te selecteren. M. +/- Handmatg schakelen. Beweeg de selectehendel omlaag en vervolgens naar lnks om deze stand te selecteren en: - beweeg de selectehendel kort naar voren om op te schakelen, - of beweeg de selectehendel kort naar achteren om terug te schakelen. S. Programma Sport. Druk op deze toets om dt programma n of ut te schakelen. Stuurbedenng +. Opschakelen (rechts van het stuurwel). Druk op de achterzjde van de stuurbedenng "+" om op te schakelen. -. Terugschakelen (lnks van het stuurwel). Druk op de achterzjde van de stuurbedenng "-" om terug te schakelen. Met de stuurbedenng s het net mogeljk om de neutraalstand of de achterutversnellng te selecteren.

127 RIJDEN 9 Weergave op het nstrumentenpaneel Starten van de auto Hll holder Selecteer de stand N. Houd het rempedaal ngetrapt. Start de motor. Op het dsplay van het nstrumentenpaneel verschjnt de aandudng N. Deze aan de versnellngsbak gekoppelde aanvullende functe kan uw auto enge tjd op zjn plaats houden. De remmen worden korte tjd bedend om u de tjd te geven uw voet van het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen. Standen van de selectehendel N. Neutral (neutraalstand) R. Reverse (achterutversnellng) 1, 2,, 4, 5, 6. Versnellngen n de handgeschakelde stand AUTO. Verschjnt bj de selecte van de automatsche stand en verdwjnt weer als de handbedende stand wordt geselecteerd. S. Sport (programma Sport) Trap het rempedaal n als dt pctogram verschjnt (bjv.: starten van de motor). De aandudng N op het dsplay knppert als u de motor probeert te starten zonder dat de selectehendel n de stand N staat. Als bj het starten het rempedaal net wordt ngetrapt, knppert op het nstrumentenpaneel de aandudng voet op het rempedaal n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Selecteer de eerste versnellng (stand M of A) of de achterutversnellng (stand R). Zet de handrem los. Neem uw voet van het rempedaal en geef gas. Als de auto op een hellng stlstaat, wordt deze even op zjn plaats gehouden als het rempedaal wordt losgelaten: - als de auto bergopwaarts stlstaat en de selectehendel n de stand A of M staat, - als de auto bergafwaarts stlstaat en de selectehendel n de stand R staat. Houd de auto net op zjn plaats met behulp van het gaspedaal. Bj het nschakelen van de achterutversnellng klnkt een geludssgnaal. Op het dsplay van het nstrumentenpaneel verschjnen de aandudngen AUTO en 1 of R.! Stap noot ut op het moment dat de hll holder actef s. 117

128 9 118 RIJDEN Handbedende stand Beweeg na het starten van de auto de selectehendel n de stand M om de handbedende stand n te schakelen. De aandudng AUTO verdwjnt en de ngeschakelde versnellngen verschjnen achtereenvolgend op het dsplay. Het schakelen naar een andere versnellng s alleen mogeljk als de snelhed van de auto en het motortoerental dt toestaan. Het s net noodzakeljk om bj het schakelen het gaspedaal los te laten. Bj het remmen of het vermnderen van de snelhed schakelt de versnellngsbak automatsch terug, zodat de juste versnellng s geselecteerd op het moment dat u het gaspedaal weer ntrapt. Als bj stapvoets rjden de achterutversnellng wordt geselecteerd, wordt deze pas ngeschakeld als de auto volledg tot stlstand s gekomen. De aandudng voet op het rempedaal kan gaan knpperen op het nstrumentenpaneel om aan te geven dat u moet remmen. Als de achterutversnellng bj hoge snelhed wordt geselecteerd, knppert het verklkkerlampje N en gaat de versnellngsbak automatsch over n de neutraalstand. Beweeg de selectehendel terug n de stand A of M om weer n een versnellng verder te rjden.! Bj krachtg accelereren wordt de hoogste versnellng net ngeschakeld zonder tussenkomst van de bestuurder met behulp van de selectehendel of de stuurbedenng. Selecteer de neutraalstand N noot tjdens het rjden. Selecteer de achterutversnellng (stand R) utslutend als de auto volledg stlstaat en de voet op het rempedaal wordt gehouden. Automatsche stand Selecteer vanut de handbedende stand de stand A om terug te keren naar de automatsche stand. Op het dsplay van het nstrumentenpaneel verschjnen de aandudng AUTO en de ngeschakelde versnellng. De versnellngsbak werkt dan automatsch, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De versnellngsbak kest voortdurend de meest geschkte versnellng, afhankeljk van de volgende parameters: - de rjstjl, - het profel van de weg. Trap om krachtg te accelereren (bjvoorbeeld voor een nhaalmanoeuvre) het gaspedaal met kracht n, tot voorbj het zware punt. Auto-sequentële stand In de automatsche stand kunt u, bjvoorbeeld voor een nhaalmanoeuvre, op eder moment de functes van de handbedende stand gebruken. Druk op de stuurbedenng "+" of "-". De versnellngsbak wordt dan n de desbetreffende versnellng geschakeld, als de snelhed van de auto en het motortoerental dt toestaan. De aandudng AUTO bljft op het dsplay staan. Als de stuurbedenng enge tjd net meer gebrukt wordt, gaat de transmsse weer over op de automatsche stand.

129 Programma Sport Druk na het selecteren van de handbedende of auto-sequentële stand op de toets S om het programma Sport te actveren, waarn een meer dynamsche rjstjl mogeljk s. De aandudng S verschjnt naast de ngeschakelde versnellng op het dsplay van het nstrumentenpaneel. Druk nogmaals op de toets S om het programma ut te schakelen. De aandudng S verdwjnt van het dsplay van het nstrumentenpaneel. Het programma Sport wordt na het afzetten van het contact net automatsch opneuw ngeschakeld als het contact weer wordt aangezet. Stlzetten van de auto Voordat u de motor afzet, kunt u: - de selectehendel n de stand N bewegen om de neutraalstand te selecteren, - een versnellng ngeschakeld laten. In dat geval kan de auto net worden verplaatst. Trek n bede gevallen altjd de handrem aan om de auto volledg stl te zetten. Storng RIJDEN Als bj aangezet contact dt verklkkerlampje gaat branden en de aandudng AUTO gaat knpperen n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, dudt dt op een storng n de versnellngsbak. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOTservcepunt. Als bj aangezet contact het bovenstaande en dt verklkkerlampje gaan branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, dudt dt op een storng n de hll holder. Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOTservcepunt. 9! Selecteer wanneer u de auto met draaende motor stlzet altjd de neutraalstand N. Controleer voordat u werkzaamheden onder de motorkap utvoert altjd of de selectehendel n de neutraalstand N staat en de handrem s aangetrokken.! Houd bj het starten van de motor altjd het rempedaal ngetrapt. Trek altjd de handrem aan om de auto volledg stl te zetten. 119

130 9 RIJDEN AUTOMATISCHE TRANSMISSIE MET "TIPTRONIC TECHNIEK SYSTEEM PORSCHE" Bj de automatsche transmsse met ver of zes versnellngen kunt u kezen ut automatsche bedenng, aangevuld met de programma s Sport en Sneeuw. U kunt met de selectehendel ook handmatg schakelen. Deze transmsse heeft ver gebruksmogeljkheden: - automatsch schakelen: het schakelen wordt elektronsch aangestuurd door de transmsse, - programma Sport: dt schakelprogramma maakt een meer dynamsche rjstjl mogeljk, - programma Sneeuw: dt schakelprogramma vereenvoudgt het rjden op een ondergrond met weng grp, - handmatg schakelen: deze stand maakt het zelf schakelen met de selectehendel mogeljk. Schakelpatroon 1. Selectehendel. 2. Toets "S" (Sport).. Toets " " (Sneeuw). 120 Selectehendel P. Parkeerstand. - Stlzetten van de auto, met of zonder aangetrokken handrem. - Starten van de motor. R. Achterutversnellng. - Achterutrjden, stlstaande auto, statonar toerental. N. Neutraalstand. - Stlzetten van de auto, met aangetrokken handrem. - Starten van de motor. D. Automatsche werkng. M. +/- Zelf schakelen tussen de ver of zes versnellngen. Beweeg de selectehendel kort naar voren om op te schakelen. of Beweeg de selectehendel kort naar achteren om terug te schakelen. Weergave op het nstrumentenpaneel Wanneer u de selectehendel door het schakelpatroon beweegt, verschjnt het desbetreffende pctogram op het nstrumentenpaneel. P. Parkng (parkeerstand) R. Reverse (achterutversnellng) N. Neutral (neutraalstand) D. Drve (automatsch schakelen) S. Programma Sport. Programma Sneeuw 1 t/m 4. Ingeschakelde versnellng bj 1 t/m 6. handmatg schakelen -. Ongeldge waarde bj handmatg schakelen Intrappen van het rempedaal Als dt pctogram knppert, trap dan het rempedaal n (bjv.: starten van de motor).

131 Wegrjden Trek de handrem aan. Selecteer de stand P of N. Start de motor. Als net aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, klnkt een geludssgnaal en verschjnt een meldng op het multfunctonele dsplay. Trap bj draaende motor het rempedaal n. Zet de handrem los. Selecteer de stand R, D of M, Laat het rempedaal geledeljk los. De auto begnt te rjden.! Als tjdens het rjden per ongeluk de stand N wordt geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken tot statonar toerental, zet de selectehendel n de stand D en trap het gaspedaal weer n. Als de motor statonar draat, het rempedaal s losgelaten en de stand R, D of M s geselecteerd, zet de auto zch zelfs al n bewegng als het gaspedaal net s ngetrapt. Laat bj draaende motor daarom geen knderen alleen n de auto achter. Trek de handrem aan en selecteer de stand P nden er onderhoudswerkzaamheden moeten worden utgevoerd bj draaende motor. Automatsch schakelprogramma Selecteer de stand D om automatsch te laten schakelen tussen de ver of zes versnellngen. De versnellngsbak werkt dan n de auto-adapteve stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De versnellngsbak kest voortdurend de meest geschkte versnellng, afhankeljk van de rjstjl, het profel van de weg en de beladng van de auto. Voor een maxmale accelerate zonder de stand van de selectehendel te wjzgen, moet het gaspedaal volledg worden ngetrapt (kckdown). De versnellngsbak schakelt automatsch terug of handhaaft de ngeschakelde versnellng totdat de motor het maxmum toerental berekt. Bj het remmen schakelt de versnellngsbak automatsch terug om sterker op de motor af te remmen. Om de velghed te verbeteren schakelt de versnellngbak net naar een hogere versnellng als u het gaspedaal plotselng loslaat.! Zet de selectehendel noot n de stand N als de auto rjdt. Zet de selectehendel noot n de stand P of R als de auto net volledg stlstaat. Programma Sneeuw " " RIJDEN Programma s Sport en Sneeuw Deze twee specf eke programma s vullen de automatsche werkng aan onder bjzondere rjomstandgheden. Programma Sport "S" Druk op de toets "S" als de motor s gestart. Het schakelprogramma maakt dan automatsch een dynamsche rjstjl mogeljk. Op het nstrumentenpaneel verschjnt de aandudng S. Druk op de toets " " als de motor s gestart. De transmsse past zch aan voor het rjden op gladde wegen. Het schakelprogramma zorgt ervoor dat u gemakkeljker kunt rjden op een ondergrond met weng grp. Op het nstrumentenpaneel verschjnt de aandudng. Terugkeren naar het automatsche programma Om terug te keren naar het automatsche programma kunt u het programma Sport of Sneeuw op elk gewenst moment utschakelen door opneuw op de desbetreffende toets te drukken

132 9 RIJDEN Handmatg schakelen Selecteer de stand M om sequenteel te schakelen n de ver of zes versnellngen. Duw de selectehendel naar het symbool + om één versnellng op te schakelen. Trek de selectehendel naar het symbool - om één versnellng terug te schakelen. Het schakelen naar een andere versnellng kan alleen als de snelhed van de auto en het toerental van de motor dt toestaan, anders wordt er tjdeljk overgegaan op de automatsche bedenng. Op het nstrumentenpaneel verdwjnt de aandudng D en verschjnen achtereenvolgens de ngeschakelde versnellngen. Als het motortoerental te laag of te hoog s, knppert de geselecteerde versnellng enkele seconden en vervolgens wordt de werkeljk ngeschakelde versnellng weergegeven. Er kan elk moment van de stand D (rjden n de automatsche stand) naar de stand M (rjden n de handbedende stand) worden geschakeld. Als de auto stopt of langzaam rjdt, kest de automatsche transmsse automatsch de stand M1. De programma s Sport en Sneeuw kunnen net worden ngeschakeld n de handbedende stand. Onjuste waarde bj handmatge bedenng Parkeren van de auto Voordat u de motor afzet, kunt u de selectehendel n de stand P of N bewegen om de neutraalstand te selecteren. Trek n bede gevallen de handrem aan om de auto stl te zetten. Dt symbool verschjnt als een versnellng net goed s ngeschakeld (de selectehendel bevndt zch tussen twee standen n). Als de selectehendel net n de stand P staat, klnkt bj het openen van het bestuurdersporter of na ongeveer 45 seconden een geludssgnaal en verschjnt een meldng op het dsplay. Zet de selectehendel n de stand P; het geludssgnaal stopt en de meldng verdwjnt. Storng Als bj aangezet contact dt verklkkerlampje gaat branden n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay, dudt dt op een storng n de transmsse In dt geval werkt de transmsse een noodprogramma en bljft de met e versnellng ngeschakeld. U kunt dan een hevge schok waarnemen bj het selecteren van R vanut de stand P, of R vanut de stand N. Dt heeft geen gevaar voor de transmsse. Rjd net harder dan 100 km/h (afhankeljk van de geldende snelhedslmet). Raadpleeg zo snel mogeljk een PEUGEOTservcepunt.! Als de accu geen stroom levert en de selectehendel n de stand P staat, s het onmogeljk om naar een andere stand te schakelen. Forceer n geen geval de selectehendel; herdoor kan de automatsche transmsse beschadgd raken. 122

133 SNELHEIDSBEGRENZER De snelhedsbegrenzer voorkomt dat de wagensnelhed de door de bestuurder ngestelde maxmumsnelhed overschrjdt. Als de ngestelde maxmumsnelhed s berekt, heeft het deper ntrappen van het gaspedaal geen effect. Het nschakelen van de snelhedsbegrenzer geschedt handmatg: de ngestelde snelhed dent mnmaal 0 km/h te bedragen. Het utschakelen van de snelhedsbegrenzer geschedt eveneens handmatg met de hendel. Door het gaspedaal tot voorbj het zware punt n te trappen, kan de ngestelde snelhed tjdeljk worden overschreden. Als het gaspedaal vervolgens geledeljk weer wordt losgelaten en de wagensnelhed onder de ngestelde maxmumsnelhed komt, wordt de snelhedsbegrenzer weer geactveerd. De ngestelde maxmumsnelhed bljft na het afzetten van het contact opgeslagen n het geheugen. Stuurkolomschakelaars De bedenng van de snelhedsbegrenzer s ondergebracht n de hendel A. 1. Knop voor het selecteren van de snelhedsbegrenzer 2. Toets voor het verlagen van de ngestelde snelhed. Toets voor het verhogen van de ngestelde snelhed 4. Toets voor het n-/utschakelen van de snelhedsbegrenzng RIJDEN Weergave op het dsplay De nformate van de snelhedsbegrenzer wordt weergegeven op het dsplay van het nstrumentenpaneel. 5. Snelhedsbegrenzng AAN/UIT 6. Snelhedsbegrenzer geselecteerd 7. Ingestelde snelhed 9 Bj het gebruk van de snelhedsbegrenzer moet de bestuurder te allen tjde de snelhedslmet n acht nemen, zjn aandacht op het verkeer bljven vestgen en zjn verantwoordeljkhed nemen. 12

134 9 RIJDEN Programmeren Draa de knop 1 n de stand "LIMIT": de snelhedsbegrenzer s geselecteerd, maar nog net ngeschakeld (OFF). Er kan een snelhed worden ngesteld zonder de begrenzer n te schakelen. Storng In het geval van een storng n de snelhedsbegrenzer wordt de ngestelde snelhed gewst en knpperen de streepjes op het dsplay. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren. Stel de snelhed n door op de toets 2 of te drukken (bjv.: 90 km/h). U kunt de ngestelde snelhed vervolgens wjzgen met de toetsen 2 en : - +/- 1 km = kort ndrukken, - +/- 5 km = lang ndrukken, - +/- n stappen van 5 km = ngedrukt houden. Inschakelen van de snelhedsbegrenzer: druk op de toets 4. Utschakelen van de snelhedsbegrenzer: druk nogmaals op de toets 4: het utschakelen wordt bevestgd op het dsplay (OFF). 124 Weer nschakelen van de snelhedsbegrenzer: druk nogmaals op de toets 4. Overschrjden van de ngestelde snelhed Als het gaspedaal geledeljk wordt ngetrapt, wordt de snelhed net verhoogd. Als het gaspedaal met kracht wordt ngetrapt, tot voorbj het zware punt, wordt de begrenzer tjdeljk utgeschakeld en gaat de ngestelde snelhed op het dsplay knpperen. Het knpperen van de ngestelde snelhed stopt automatsch als het gas wordt losgelaten. Utschakelen van de functe Draa de knop 1 n de stand "0": de selecte van de snelhedsbegrenzer wordt ongedaan gemaakt. Op het dsplay wordt weer de klometerteller weergegeven.! Bj een stele afdalng of bj het krachtg ntrappen van het gaspedaal kan de snelhedsbegrenzer net voorkomen dat de ngestelde snelhed wordt overschreden. Om te voorkomen dat de pedalen bljven hangen: - controleer of de mat goed op zjn plaats lgt, - gebruk noot meer dan één mat per plaats.

135 SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelhedsregelaar kan de bestuurder met een constante ngestelde snelhed rjden zonder gas te hoeven geven. Het nschakelen van de snelhedsregelaar geschedt handmatg. Om de snelhedsregelaar te kunnen nschakelen, moet de ngestelde snelhed mnmaal 40 km/h bedragen en moet aan een van de onderstaande voorwaarden worden voldaan: - bj auto s met handgeschakelde versnellngsbak moet mnmaal de verde versnellng zjn ngeschakeld, - moet bj auto s met gestuurde handgeschakelde versnellngsbak of met automatsche transmsse mnmaal de tweede versnellng zjn ngeschakeld, - moet de stand A van de gestuurde handgeschakelde versnellngsbak of de stand D van de automatsche transmsse zjn geselecteerd. Het utschakelen van de snelhedsregelaar geschedt handmatg met de hendel, door het rem- of koppelngspedaal n te trappen of om velghedsredenen door actverng van het ESP. Door het gaspedaal n te trappen, kan de ngestelde snelhed tjdeljk worden overschreden. Om weer terug te keren naar de ngestelde snelhed s het voldoende het gaspedaal los te laten. Na het afzetten van het contact worden alle ngestelde snelheden gewst. Stuurkolomschakelaars De bedenng van de snelhedsregelaar s ondergebracht n de hendel A. 1. Knop voor het selecteren van de snelhedsregelaar 2. Toets voor het programmeren van een snelhed en het verlagen van de ngestelde snelhed. Toets voor het programmeren van een snelhed en het verhogen van de ngestelde snelhed 4. Toets voor het utschakelen/ hervatten van de snelhedsregelng Bj het gebruk van de snelhedsregelaar moet de bestuurder te allen tjde de snelhedslmet n acht nemen, zjn aandacht op het verkeer bljven vestgen en zjn verantwoordeljkhed nemen. RIJDEN Weergave op het dsplay De nformate van de snelhedsregelaar wordt weergegeven op het dsplay van het nstrumentenpaneel. 5. Snelhedsregelaar utschakelen/ hervatten van de snelhedsregelng 6. Snelhedsregelaar geselecteerd 7. Ingestelde snelhed 9 125

136 9 RIJDEN Programmeren Draa de knop 1 n de stand "CRUISE": de snelhedsregelaar s geselecteerd, maar nog net ngeschakeld (OFF). Stel de snelhed n door de wagensnelhed op het gewenste nveau te brengen en vervolgens op de toets 2 of te drukken (bjv.: 110 km/h). U kunt de ngestelde snelhed vervolgens wjzgen met de toetsen 2 en : - +/- 1 km = kort ndrukken, - +/- 5 km = lang ndrukken, - +/- n stappen van 5 km = ngedrukt houden. Storng In het geval van een storng n de snelhedsregelaar wordt de ngestelde snelhed gewst en knpperen de streepjes op het dsplay. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt om het systeem te laten controleren. 126 Utschakelen van de snelhedsregelaar: druk op de toets 4: het utschakelen wordt bevestgd op het dsplay (OFF). Weer nschakelen van de snelhedsregelaar: druk nogmaals op de toets 4. Overschrjden van de ngestelde snelhed Als de ngestelde snelhed wordt overschreden, gaat de ngestelde snelhed op het dsplay knpperen. Het knpperen van de ngestelde snelhed stopt automatsch als de snelhed weer s gedaald tot de ngestelde snelhed. Utschakelen van de functe Draa de knop 1 n de stand "0": de selecte van de snelhedsregelaar wordt ongedaan gemaakt. Op het dsplay wordt weer de klometerteller weergegeven.! Let tjdens het gebruk van de snelhedsregelaar op wanneer u de snelhed met de toetsen nstelt; dt kan een plotselnge veranderng van de wagensnelhed veroorzaken. Gebruk de snelhedsregelaar net op gladde wegen of bj zeer druk verkeer. Bj een stele afdalng kan de snelhedsregelaar net voorkomen dat de ngestelde snelhed wordt overschreden. Om te voorkomen dat de pedalen bljven hangen: - controleer of de mat goed op zjn plaats lgt, - gebruk noot meer dan één mat per plaats.

137 RIJDEN 9 LANE DEPARTURE WARNING SYSTEM (LDWS) Dt systeem regstreert wanneer de bestuurder onvrjwllg een rjstrookmarkerng (doorgetrokken of onderbroken streep) overschrjdt. Op bass van de sgnalen van sensoren n de voorbumper wordt de bestuurder gewaarschuwd als de auto de markerng overschrjdt (bj een wagensnelhed hoger dan 80 km/h). Dt systeem werkt optmaal op snelwegen en autowegen. Actverng Druk op de knop A. Het lampje gaat branden. Utschakelen Druk nogmaals op de knop A. Het lampje gaat ut. Detecte U wordt gewaarschuwd door het trllen van de zttng van de bestuurdersstoel: - rechts: als de rechter rjstrookmarkerng wordt overschreden, - lnks: als de lnker rjstrookmarkerng wordt overschreden. Als de rchtngaanwjzer s ngeschakeld, en ongeveer 20 seconden nadat deze s utgeschakeld, wordt er geen enkele waarschuwng gegeven. Het s mogeljk dat een waarschuwng wordt gegeven bj het overschrjden van een pjl op de weg of een net-off cële markerng (bjv. graff t). Storng Als het systeem s ngeschakeld en het lampje van de knop utgaat, wjst dt op een storng. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. Het LDWS s een hulpmddel voor de bestuurder de desondanks waakzaam moet bljven en verantwoordeljk s. De status van het systeem bljft na het afzetten van het contact n het geheugen opgeslagen. Er kunnen storngen n de detecte optreden: - als de sensoren vul zjn (modder, sneeuw,...), - als de rjstrookmarkerngen weggesleten zjn, - als er weng contrast s tussen het wegdek en de markerngen. 127

138 9 RIJDEN PARKEERHULP VOOR EN/OF ACHTER MET GRAFISCHE WEERGAVE EN GELUIDSSIGNALEN Dt systeem bestaat ut ver afstandssensoren de zjn aangebracht n de voor- en/of achterbumper. Het systeem wordt ngeschakeld: - zodra de achterutversnellng wordt ngeschakeld, - bj voorutrjden met een snelhed lager dan 10 km/h. Dt wordt aangegeven door een geludssgnaal en/of door de weergave van de auto op het multfunctonele dsplay. De afstand tot het obstakel wordt aangegeven door: - geludssgnalen, de elkaar sneller opvolgen naarmate de auto dchter bj het obstakel komt, - een graf sche weergave op het multfunctonele dsplay, met blokjes de steeds dchter bj de auto komen. De plaats van het obstakel wordt aangegeven door de ludsprekers de het geludssgnaal weergeven (voor/achter en lnks/rechts). Als de auto mnder dan ongeveer 25 centmeter van het obstakel verwjderd s, s het geludssgnaal contnu hoorbaar en/of verschjnt het symbool "Gevaar", afhankeljk van het type multfunctoneel dsplay. Het systeem waarschuwt de bestuurder voor elk obstakel (persoon, auto, boom, hek, ) dat zch achter de auto bevndt. Het waarschuwt u echter net voor objecten de zch drect onder de bumper bevnden. De parkeerhulp wordt utgeschakeld: - als de achterut wordt utgeschakeld, - als bj het voorutrjden de wagensnelhed hoger dan 10 km/h s, - als de auto langer dan seconden stlstaat. Paaltjes, ponnen bj wegwerkzaamheden of geljksoortge voorwerpen worden waargenomen bj aanvang van de aanrjmanoeuvre, maar net meer wanneer de auto te dcht genaderd s. De parkeerhulp s een hulpmddel voor de bestuurder de desondanks waakzaam moet bljven en verantwoordeljk s. 128

139 Deactveren Storng In het geval van een storng zal bj het nschakelen van de achterutversnellng dt pctogram worden weergegeven op het nstrumentenpaneelen/of een meldng op het multfunctonele dsplay verschjnen, n combnate met een geludssgnaal (kort pepje). Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt. RIJDEN 9 Druk op de toets A. Het verklkkerlampje gaat branden en het systeem s volledg utgeschakeld. Het systeem zal automatsch worden utgeschakeld bj het trekken van een aanhangwagen of de montage van een fetsendrager (auto utgerust met een door PEUGEOT aanbevolen trekhaak of fetsendrager). Zorg ervoor dat de sensoren n de wnter of bj slecht weer net bedekt zjn met modder, js of sneeuw. Als de sensoren vul zjn, wordt dt bj het nschakelen van de achterutversnellng aangegeven door een geludssgnaal (lange pep). Actveren Druk nogmaals op de toets A. Het verklkkerlampje gaat ut en het systeem s weer ngeschakeld. 129

140 CONTROLES 10 MOTORKAP De motorkap bedt toegang tot de motorrumte, zodat u de verschllende nveaus kunt controleren. Openen Open het lnker voorporter. Trek de hendel A aan de onderzjde van het porterkader naar u toe. De plaats van de ontgrendelngshendel n het ntereur zorgt ervoor dat de motorkap net geopend kan worden als het lnker voorporter s gesloten. Duw de velghedshaak B naar lnks en tl de motorkap op. Neem de motorkapsteun C ut de houder. Bevestg de motorkapsteun n de utsparng om de motorkap geopend te houden. Sluten Haal de motorkapsteun ut de utsparng. Bevestg de motorkapsteun n de houder. Laat de motorkap voorzchtg zakken en laat deze aan het ende van de slag n het slot vallen. Trek aan de motorkap om te controleren of deze goed s vergrendeld. 11

141 10 CONTROLES BRANDSTOFTANK LEEG (DIESEL) Bj auto s met HDI-motor s het n het geval van een lege brandstoftank noodzakeljk om het brandstofsysteem te ontluchten. Het ontluchtngssysteem bestaat ut een handopvoerpomp, een transparante slang en een ontluchtngsnppel onder de motorkap (ze de desbetreffende afbeeldng). 1,6 lter 16V HDI turbodeselmotor Vul de brandstoftank met mnmaal 5 lter desel. Open de motorkap. Verwjder de afdekkap van de motor voor toegang tot de opvoerpomp. Beden de handopvoerpomp tot u brandstof door de transparante slang met de groene aanslutng zet stromen. Beden de startmotor tot de motor aanslaat. Breng de afdekkap van de motor aan. Slut de motorkap. 2 lter 16V HDI turbodeselmotor Vul de brandstoftank met mnmaal 5 lter desel. Open de motorkap. Verwjder de afdekkap van de motor voor toegang tot de opvoerpomp. Draa de ontluchtngsnppel los. Beden de handopvoerpomp tot u brandstof door de transparante slang met de groene aanslutng zet stromen. Draa de ontluchtngsnppel vast. Beden de startmotor tot de motor aanslaat. Breng de afdekkap van de motor aan. Slut de motorkap. Als de motor net drect aanslaat, beëndg dan uw startpogngen. Beden de opvoerpomp nogmaals en probeer de motor vervolgens opneuw te starten. Als de motor net drect aanslaat, beëndg dan uw startpogngen. Beden de opvoerpomp nogmaals en probeer de motor vervolgens opneuw te starten. 12

142 CONTROLES 10 BENZINEMOTOREN Dt overzcht s een hulpmddel bj het controleren van de verschllende vloestofnveaus en het vervangen van bepaalde onderdelen. 1. Reservor stuurbekrachtgng. 4. Reservor remvloestof. 7. Luchtf lter. 2. Reservor ruten- en koplampsproeers. 5. Accu. 8. Olepelstok.. Reservor koelvloestof. 6. Zekerngkast. 9. Motorole (bj) vullen. 1

143 10 CONTROLES DIESELMOTOREN Dt overzcht s een hulpmddel bj het controleren van de verschllende vloestofnveaus, het vervangen van bepaalde onderdelen en het ontluchten van het brandstofcrcut. 1. Reservor stuurbekrachtgng. 4. Reservor remvloestof. 8. Olepelstok. 2. Reservor ruten- en koplampsproeers.. Reservor koelvloestof Accu. 6. Zekerngkast. 7. Luchtf lter. 9. Motorole (bj) vullen. 10. Handopvoerpomp. 11. Ontluchtnppel*. * Volgens motorutvoerng.

144 NIVEAUS CONTROLEREN Controleer de onderstaande nveaus regelmatg en vul nden nodg bj, tenzj anders aangegeven. Laat n het geval van een sterk gedaald nveau het desbetreffende crcut controleren door een PEUGEOT-servcepunt. Motorolenveau Een controle van het motorolenveau s alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horzontale ondergrond staat en de motor mnstens 15 mnuten net heeft gedraad. Het motorolenveau kan bj aangezet contact worden gecontroleerd va de motorolenveaumeter op het nstrumentenpaneel, of met de olepelstok. Het motoroleverbruk mag gedurende het verversngsnterval net meer dan 0,5 lter per km bedragen. Ole verversen Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het verversngsnterval voor uw auto. Om een vermnderde betrouwbaarhed van de motor en de emsseregelng te voorkomen, s het gebruk van addteven n de motorole net toegestaan. Type motorole Gebruk de door de fabrkant aanbevolen motorole voor uw auto en motorutvoerng. Remvloestofnveau Het remvloestofnveau dent zch zo dcht mogeljk bj het merkteken "MAXI" te bevnden. Controleer nden dt net het geval s of de remblokken van uw auto zjn versleten. Remvloestof verversen Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het voorgeschreven verversngsnterval. Type remvloestof Gebruk de door de fabrkant voorgeschreven remvloestof de voldoet aan de DOT4-norm. Stuurbekrachtgngsvloestofnveau Het stuurbekrachtgngsvloestofnveau dent zch zo dcht mogeljk bj het merkteken "MAXI" te bevnden. Draa bj koude motor de dop open om het nveau te controleren. Koelvloestofnveau Het koelvloestofnveau dent zch zo dcht mogeljk bj het merkteken "MAXI" te bevnden, maar mag beslst net hoger zjn. Als de motor warm s, wordt de temperatuur van de koelvloestof geregeld door de koelventlateur. Deze kan ook bj afgezet contact werken. Bj utvoerngen voorzen van een roetflter kan de motor bj afgezet contact nog (gaan) werken, zelfs bj koude motor. CONTROLES Wacht bovenden alvorens werkzaamheden aan het koelsysteem ut te voeren ten mnste 1 uur nadat de motor gedraad heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat. Draa om brandwonden te voorkomen de dop eerst 2 omwentelngen los om de druk te laten dalen. Verwjder, als de druk eenmaal gedaald s, de dop en vul koelvloestof bj. Koelvloestof verversen De koelvloestof behoeft net te worden ververst. Type koelvloestof Gebruk de door de fabrkant voorgeschreven koelvloestof. Nveau ruten- en koplampsproeervloestof Wanneer uw auto s voorzen van koplampsproeers, wordt een te laag vloestofnveau van de ruten- en koplampsproeers aangegeven door een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Vul bj de eerstvolgende gelegenhed het reservor bj. Type ruten- en koplampsproeervloestof Voor een optmale rengng en om het bevrezen van de sproeers te voorkomen s het (bj)vullen van het reservor met water net toegestaan

145 10 CONTROLES Nveau brandstofaddtef (desel met roetflter) Een te laag addtefnveau wordt aangegeven door het verklkkerlampje servce n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Bjvullen Laat het bjvullen zo spoedg mogeljk utvoeren door een PEUGEOT-servcepunt. Afgewerkte producten! Vermjd langdurg hudcontact met afgewerkte ole en andere vloestoffen. De meeste van deze vloestoffen zjn bjtend en schadeljk voor de gezondhed. Goo afgewerkte ole en andere vloestoffen net n het rool, n het water of op de grond. Deponeer afgewerkte ole n de daarvoor bestemde contaners bj een PEUGEOT-servcepunt. CONTROLES Raadpleeg, tenzj anders aangegeven, de bladzjden n het onderhoudsboekje, de betrekkng hebben op de motorutvoerng van uw auto, voor het laten controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur. Laat de controles eventueel utvoeren door een PEUGEOT-servcepunt. Accu De accu s onderhoudsvrj. Nettemn s het raadzaam om regelmatg te controleren of de accupolen en -klemmen schoon zjn, vooral bj warm weer en n de wnter. Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt het hoofdstuk "Praktsche nformate" voor meer nformate over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Luchtflter en ntereurflter Laat de f lters perodek vervangen volgens de n het onderhoudsboekje aangegeven ntervallen. Als de omgevng (veel stof...) en het gebruk (veel stadsverkeer...) daartoe aanledng geven, moeten de flters twee keer zo vaak worden vervangen (ze paragraaf "Motoren"). Een verstopt ntereurf lter kan de prestates van de arcondtonng verstoren en onaangename geuren veroorzaken. Oleflter Roetflter (desel) Het onderhoud van het roetflter moet worden utgevoerd door een PEUGEOTservcepunt. Laat bj het ole verversen tevens het olef lter vervangen. Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het vervangngsnterval. Als langdurg met zeer lage snelhed wordt gereden of de motor langdurg statonar draat, kan bj gasgeven soms rook ut de utlaat waargenomen worden. Dt heeft geen nvloed op de prestates en heeft geen gevolgen voor het mleu. 16

146 10 CONTROLES Nveau brandstofaddtef (desel met roetflter) Een te laag addtefnveau wordt aangegeven door het verklkkerlampje servce n combnate met een geludssgnaal en een meldng op het multfunctonele dsplay. Bjvullen Laat het bjvullen zo spoedg mogeljk utvoeren door een PEUGEOT-servcepunt. Afgewerkte producten! Vermjd langdurg hudcontact met afgewerkte ole en andere vloestoffen. De meeste van deze vloestoffen zjn bjtend en schadeljk voor de gezondhed. Goo afgewerkte ole en andere vloestoffen net n het rool, n het water of op de grond. Deponeer afgewerkte ole n de daarvoor bestemde contaners bj een PEUGEOT-servcepunt. CONTROLES Raadpleeg, tenzj anders aangegeven, de bladzjden n het onderhoudsboekje, de betrekkng hebben op de motorutvoerng van uw auto, voor het laten controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur. Laat de controles eventueel utvoeren door een PEUGEOT-servcepunt. Accu De accu s onderhoudsvrj. Nettemn s het raadzaam om regelmatg te controleren of de accupolen en -klemmen schoon zjn, vooral bj warm weer en n de wnter. Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt het hoofdstuk "Praktsche nformate" voor meer nformate over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Luchtflter en ntereurflter Laat de f lters perodek vervangen volgens de n het onderhoudsboekje aangegeven ntervallen. Als de omgevng (veel stof...) en het gebruk (veel stadsverkeer...) daartoe aanledng geven, moeten de flters twee keer zo vaak worden vervangen (ze paragraaf "Motoren"). Een verstopt ntereurf lter kan de prestates van de arcondtonng verstoren en onaangename geuren veroorzaken. Oleflter Roetflter (desel) Het onderhoud van het roetflter moet worden utgevoerd door een PEUGEOTservcepunt. Laat bj het ole verversen tevens het olef lter vervangen. Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het vervangngsnterval. Als langdurg met zeer lage snelhed wordt gereden of de motor langdurg statonar draat, kan bj gasgeven soms rook ut de utlaat waargenomen worden. Dt heeft geen nvloed op de prestates en heeft geen gevolgen voor het mleu. 16

147 CONTROLES 10 Handgeschakelde versnellngsbak De versnellngsbak s onderhoudsvrj (ole verversen net noodzakeljk). Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het nterval van de nveaucontrole. Handgeschakelde versnellngsbak met 6 versnellngen De versnellngsbak s onderhoudsvrj (ole verversen net noodzakeljk). Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het nterval van de nveaucontrole. Automatsche transmsse Remblokken De sljtage van de remblokken s sterk afhankeljk van de rjstjl, vooral bj stadsverkeer en veel korte rtten. Herdoor kan het noodzakeljk bljken om de remblokken vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, te laten controleren. Als het remsysteem vrj s van lekkages, dudt een te laag remvloestofnveau erop dat de remblokken versleten zjn. Staat van remschjven/ remtrommels Raadpleeg een PEUGEOTservcepunt voor nformate over het controleren van de sljtage van de remschjven en/of remtrommels.! Gebruk utslutend door PEUGEOT aanbevolen producten of geljkwaardge kwaltetsproducten. Om de werkng van belangrjke organen als het remsysteem te optmalseren, selecteert en bedt PEUGEOT specfeke producten aan. Vanwege de kans op beschadgng van het elektrsch systeem s het rengen van de motorrumte met een hogedrukrenger net toegestaan. De automatsche transmsse s onderhoudsvrj (ole verversen net noodzakeljk). Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het nterval van de nveaucontrole. Handrem Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem mnder goed werkt, moet de handrem zelfs tussen twee onderhoudscontroles door worden afgesteld. Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-servcepunt. 17

148 11 PRAKTISCHE INFORMATIE WIEL VERWISSELEN In het geval van een lekke band kunt u het wel met het bj de auto geleverde gereedschap verwsselen volgens de onderstaande procedure. Beschkbaar gereedschap 5. Centreerpen. Hermee kunnen lchtmetalen velgen op de naaf worden geplaatst. Toegang tot het gereedschap Overge accessores 6. Afneembaar sleepoog. Ze de paragraaf "Slepen van uw auto". Het gereedschap bevndt zch onder de vloer van de bagagerumte: open de achterklep, tl de vloerplaat op, bevestg het koord van de vloerplaat met de haak aan de steun van de hoedenplank, verwjder de polystyreen opbergbak, maak de houder met het gereedschap los en verwjder deze. 1. Welsleutel. Hermee kan de weldop worden verwjderd en kunnen de welbouten worden losgedraad. 2. Krk met geïntegreerde slnger. Hermee kan de auto worden opgekrkt.. Gereedschap voor het verwjderen van serdoppen. Hermee kunnen bj lchtmetalen velgen de serdoppen van de welbouten worden verwjderd. 4. Dop voor het verwjderen van s lotbouten (n het dashboardkastje). Hermee kunnen met behulp van de welsleutel de specale slotbouten worden verwjderd. Wel met weldop Demonteren: verwjder eerst de weldop door deze met behulp van de welsleutel 1 bj de ventelopenng los te wppen en vervolgens los te trekken. Monteren: Plaats de weldop, begn bj de ventelopenng en druk de weldop rondom met de hand vast. 18

149 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 Toegang tot het reservewel Verwjderen van het reservewel Draa de gele centrale bout los. Tl het reservewel aan de achterzjde op en trek het naar u toe. Verwjder het wel ut de bagagerumte. Het reservewel bevndt zch onder de vloer van de bagagerumte. Afhankeljk van het land van bestemmng, s er een stalen reservewel, een lchtmetalen reservewel of noodreservewel aanwezg. Ze de paragraaf "Toegang tot het gereedschap" voor meer nformate. Terugplaatsen van het reservewel Leg het reservewel n de reservewelbak. Draa de gele centrale bout een aantal omwentelngen los en plaats de bout n het hart van het reservewel. Draa de centrale bout vast tot deze klkt en het reservewel goed vastzt. Bevestgng van het stalen reservewel of noodreservewel Inden uw auto s voorzen van lchtmetalen velgen s het normaal dat bj het monteren van het stalen reservewel of noodreservewel de rngen van de bouten de velg net raken. Als de bouten volledg zjn aangedraad, zorgt het consche draagvlak van de bouten voor de bevestgng van het reservewel. Plaats de houder met het gereedschap n het hart van het reservewel en maak de houder vast. Plaats de polystyreen opbergbak terug. Detecte te lage bandenspannng Het reservewel s net voorzen van een bandenspannngssensor. Laat het repareren van de lekke band utvoeren door een PEUGEOTservcepunt. 19

150 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Demonteren van het wel Procedure Verwjder de chromen serdop van de welbouten met het gereedschap. Bevestg de dop 4 op de welsleutel 1 en draa de slotbout een omwentelng los. Draa de overge welbouten een omwentelng los met alleen de welsleutel 1. Stlzetten van de auto Zet de auto op een plaats waar het verkeer net gehnderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een vlakke en bj voorkeur horzontale, stabele en stroeve ondergrond staat. Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste versnellng* n om de welen te blokkeren. Plaats nden nodg een welblok onder het wel kruslngs tegenover het te verwsselen wel. Ga noot onder een auto lggen de alleen op de krk steunt; gebruk een bok. * stand R van de gestuurde handgeschakelde versnellngsbak of stand P van de automatsche transmsse. Plaats de krk 2 onder één van de twee steunpunten aan de voorzjde A of achterzjde B (bj het te verwsselen wel). Draa de krk 2 ut tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk zch loodrecht onder het gebrukte steunpunt A of B bevndt. Krk de auto op tot er voldoende rumte tussen het wel en de grond s om het (net lekke) reservewel te monteren. Verwjder de welbouten en leg ze op een schone plaats weg. Verwjder het wel. 140

151 Monteren van het wel Procedure Plaats het wel op de naaf. Draa de welbouten met de hand vast. Draa de slotbout met de welsleutel 1 en de dop 4 engszns vast. Draa de overge welbouten engszns vast met alleen de welsleutel 1. PRAKTISCHE INFORMATIE 11 Laat de krk zakken. Vouw de krk 2 op en verwjder hem. Na het verwsselen van het wel Verwjder de naafdop van het wel om het op de juste maner n de bagagerumte op te bergen. Rjd met een noodreservewel net sneller dan 80 km/h. Laat zo snel mogeljk het aanhaalmoment van de welbouten en de bandenspannng van het reservewel controleren door een PEUGEOT-servcepunt. Laat de lekke band zo spoedg mogeljk repareren en verwssel hem met het reservewel. Draa de slotbout vast met de welsleutel 1 en de dop 4. Draa de overge welbouten vast met alleen de welsleutel 1. Bevestg de verchroomde doppen op de overge welbouten. Berg het gereedschap op n de houder. 141

152 11 PRAKTISCHE INFORMATIE LAMPEN VERVANGEN Een defecte lamp kan volgens de onderstaande procedure zonder gereedschap worden vervangen. Koplampen Utvoerng met xenonlampen en bochtverlchtng Bj bepaalde weersomstandgheden (lage temperatuur, vocht), kan aan de bnnenzjde van de koplampen enge condensvormng ontstaan. Deze verdwjnt zodra de lampen enge tjd branden. Utvoerng met halogeenlampen 1. Rchtngaanwjzers (PY 21 W amberkleurg). 2. Dmlcht (H7-55 W).. Grootlcht (H1-55 W). 4. Verlchtng overdag*/ parkeerlcht (P 21/5 W). 5. Mstlampen (H8-5 W). 1. Rchtngaanwjzers (PY 21 W SV zlverkleurg). 2. Dmlcht/grootlcht (D1S-5 W).. Extra grootlcht (H1-55 W). 4. Verlchtng overdag*/parkeerlcht (P 21/5 W). 5. Mstlamp (H8-5 W).! Raak de lampen utslutend met een droge doek aan. De koplampunts zjn voorzen van glas van polycarbonaat met een specale vernslaag: reng de koplampen noot met een droge of schurende doek en gebruk geen oplosmddelen, gebruk een spons en zeepsop, probeer vul net van de koplampen en omgevng te verwjderen met een hogedrukrenger, om te voorkomen dat de vernslaag en de afdchtrubbers beschadgd raken. * Volgens land van bestemmng. 142! Elektrocutegevaar Het vervangen van een xenonlamp (D1S-5 W) moet worden utgevoerd door een PEUGEOT-servcepunt.

153 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 Lamp van rchtngaanwjzer vervangen Draa de lamphouder een kwart omwentelng en verwjder het geheel. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren n de omgekeerde volgorde ut.! De amber- of zlverkleurge lampen, zoals de van de rchtngaanwjzers, moeten worden vervangen door lampen met dezelfde kleur en egenschappen. Slut bj het monteren uterst zorgvuldg de plastc kap om ervoor te zorgen dat de lamp goed wordt afgedcht. Lampen dmlcht vervangen Trek aan de borglp om de plastc beschermkap te verwjderen. Neem de stekker van de lamp los. Druk de veren n om de lamp te kunnen verwjderen. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. Lampen grootlcht vervangen Trek aan de borglp om de plastc beschermkap te verwjderen. Neem de stekker van de lamp los. Druk de veren n om de lamp te kunnen verwjderen. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. Lampen verlchtng overdag/ parkeerlcht vervangen Trek aan de borglp om de plastc beschermkap te verwjderen. Neem de stekker van de lamp los. Draa de lamphouder een kwart omwentelng en verwjder het geheel. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. 14

154 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Geïntegreerde zjknpperlchten Lampen van mstlampen vervangen Stuur het wel volledg naar bnnen voor gemakkeljke toegang tot het deksel. Open het deksel n de welkast. Steek ter hoogte van het mdden van het zjknpperlcht een schroevendraaer tussen het zjknpperlcht en de voet van de butenspegel. Wp het zjknpperlcht met de schroevendraaer los. Neem de stekker van het zjknpperlcht los. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. Een neuw zjknpperlcht s verkrjgbaar bj een PEUGEOT-servcepunt. Neem de stekker van de lamphouder los. Draa de lamphouder een kwart omwentelng en verwjder het geheel. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. Voor het vervangen van deze lampen kunt u ook een PEUGEOT servcepunt raadplegen. 144

155 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 Achterlchten 1. Remlcht/parkeerlcht (P 21/5 W). 2. Parkeerlcht (P 21/5 W).. Mstachterlcht lnks (P 21 W). Achterutrjlcht rechts (P 21 W). 4. Rchtngaanwjzers (P 21 W). Lampen vervangen Deze vjf lampen kunnen van butenaf worden vervangen: verwjder het deksel aan de rechterzjde, draa aan de lnkerzjde de bevestgngsschroef een kwart omwentelng en verwjder het deksel van het opbergvak, maak het opbergvak los, verwjder de twee bevestgngsschroeven van de lamp, verwjder voorzchtg de lamp va de butenzjde, neem de stekker van de lamp los, Verwjder bj een auto met JBL-audosysteem eerst de dre bevestgngsbouten rechts n de bagagerumte en verplaats vervolgens de opbergbak. druk de ver borglppen n en verwjder de lamphouder, draa de lamp een kwart omwentelng en vervang de lamp. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. 145

156 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Lamp derde remlcht vervangen (4 lampen W 5 W) Lampen kentekenplaatverlchtng vervangen (W 5 W) 146 Verwjder de bekledng aan de bovenzjde van de achterklep van lnks naar rechts. Draa de twee bevestgngsmoeren A van de lamp los. Maak de mddelste pen van de lamp los. Verwjder de lamp va de butenzjde. Neem de stekker van de lamphouder en de slang van de rutensproeer los. Maak de lamphouder los door op de twee borglppen B te drukken. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp. Voer het monteren ut n de omgekeerde volgorde. Druk net op de lamp bj het vastdraaen van de moeren. Steek een klene schroevendraaer n een van de butenste gaten van het lampglas. Duw de schroevendraaer naar buten om het lampglas los te maken. Verwjder het lampglas. Trek de lamp ut de lamphouder en vervang de lamp.

157 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 ZEKERINGEN VERVANGEN In het geval van een storng n een bepaalde functe kunt u de desbetreffende defecte zekerng vervangen volgens de onderstaande procedure. Vervangen van een zekerng Voordat u een zekerng vervangt, dent u de oorzaak van de storng op te sporen en te (laten) verhelpen. U kunt aan de draad van een zekerng zen of deze defect s. Montage van elektrsche accessores Bj het ontwerp van het elektrsche crcut van uw auto s reeds rekenng gehouden met de montage van zowel de standaardutrustng als eventuele optes. Raadpleeg een PEUGEOT-servcepunt voordat u andere elektrsche voorzenngen of accessores n de auto monteert of laat monteren. Toegang tot het gereedschap De tang voor het verwjderen van zekerngen bevndt zch aan de bnnenzjde van het deksel van de zekerngkast dashboard: draa de schroef een kwart omwentelng naar lnks, trek het deksel rechts boven los, Goed Defect Gebruk de specale tang om de zekerng ut de zekerngkast te verwjderen. Vervang een defecte zekerng altjd door een zekerng met dezelfde stroomsterkte. Selecteer de zekerng aan de hand van het nummer op de zekerngkast, de op de zekerng aangegeven stroomsterkte en het onderstaande overzcht.! PEUGEOT s net aansprakeljk voor kosten de voortvloeen ut storngen veroorzaakt door het monteren van extra accessores de net door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden, of door voorzenngen de net volgens de voorschrften van PEUGEOT zjn gemonteerd. Dt geldt met name voor apparatuur met een stroomverbruk van meer dan 10 mllampère. verwjder het deksel volledg, maak de tang los. 147

158 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Zekerngen dashboard De zekerngkast bevndt zch aan de onderzjde van het dashboard (lnkerzjde). Overzcht zekerngen Zekerng Ampère Functes G6 0 A Stoelverwarmng bestuurder en voorpassager. G7 5 A Servcecentrale trekhaakaanslutng. G8 0 A Geheugeneenhed poste bestuurdersstoel. G9 0 A Voedng servcecentrale trekhaakaanslutng. G40 0 A Hf -versterker. Zekerng Ampère Functes F1 15 A Rutenwsser achter. Toegang tot de zekerngen ze de paragraaf "Toegang tot het gereedschap". F2 - Net gebrukt. F F4 5 A 10 A Elektronsche eenhed arbags en pyrotechnsche gordelspanners. Schakelaar koppelngspedaal en rempedaalschakelaar met twee functes, automatsch dmmende bnnenspegel, arcondtonng, sensor verdraang stuurwel, automatsche transmsse, eenhed velghedsschakelng. F5 0 A Eentraps elektrsche rutbedenng vóór, voedng nklapbare butenspegels, zonnescherm panoramadak. F6 0 A Eentraps elektrsche rutbedenng achter. 148 F7 5 A Plafonners voor en achter, kaartleeslampjes, leeslampjes achter, verlchtng zonneklep, verlchtng dashboardkastje.

159 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 Zekerng Ampère Functes F8 20 A Autorado, autorado/telefoon, CD-wsselaar, multfunctoneel dsplay, detecte te lage bandenspannng. F9 0 A 12 V-aanslutng vóór, aansteker. F10 15 A Stuurkolomschakelaars, srene alarm, elektronsche eenhed alarm. F11 15 A Contactslot met crcut lage stroomsterkte. F12 F1 F14 15 A 5 A 15 A Instrumentenpaneel, pctogrammendsplay velghedsgordels/arbag aan passagerszjde, arcondtonng, geheugeneenhed poste bestuurdersstoel, lesautomodule. Servcecentrale motor, arbags, selectehendel gestuurde handgeschakelde versnellngsbak. Multfunctoneel dsplay, versterker, handsfree set, regen-/lchtsensor, elektronsche eenhed parkeerhulp, servcecentrale trekhaakaanslutng, Lane Departure Warnng System (LDWS). F15 0 A Vergrendelng en supervergrendelng. F17 40 A Achterrut- en butenspegelverwarmng. SH - Shunt tjdens opslag. 149

160 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Zekerngen motorrumte De zekerngkast bevndt zch onder de motorkap, naast de accu (lnks). Overzcht zekerngen Zekerng Ampère Functes F1 20 A Voedng elektronsche eenhed motor, elektrokleppen nsputpomp en UGR (2.0 lter HDI 16V), verstuvers (2.0 lter HDI 16V). F2 15 A Claxon. F 10 A Rutensproeers voor en achter. F4 20 A Koplampsproeers. Toegang tot de zekerngen Maak het deksel los. Vervang de zekerng (ze de desbetreffende paragraaf). Slut na het vervangen van de zekerng zorgvuldg het deksel voor een goede afdchtng van de zekerngkast. F5 F6 F7 15 A 10 A 10 A Brandstofpomp (benzne), elektrokleppen absorptevat, wastegate en drukregelng turbocompressor (1,6 lter THP 16V), verwarmngselement oledampen (1.6 lter THP 16V), voorverwarmng brandstof (1.6 lter HDI 16V). Wagensnelhedssensor, elektronsche eenhed ABS/ESP. Elektronsche eenhed stuurbekrachtgng, automatsche transmsse, nveaucontact koelvloestof. F8 25 A Bedenng startmotor. F9 F10 10 A 0 A Dagnoseaanslutng, bochtverlchtng, luchthoeveelhedsmeter (desel), pomp roetf lter (desel). Regelorganen elektronsche eenhed motor (benzne: bobnes, elektrokleppen, lambdasondes, verstuvers, verwarmngselementen, brandstofpomp, elektronsche thermostaat) (desel: elektrokleppen, verwarmngselementen). F11 40 A Aanjager arcondtonng. 150

161 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 Zekerng Ampère Functes F12 0 A Lage/hoge snelhed rutenwssers vóór. F1 40 A F14 0 A Luchtpomp. F15 10 A Grootlcht rechts. F16 10 A Grootlcht lnks. F17 15 A Dmlcht lnks. F18 15 A Dmlcht rechts. F19 15 A Voedng ntellgente servcecentrale (BSI) (+ na contact). Verwarmngselement oledampen (1.4 lter 16V en 1.6 lter VT 16V), elektroklep absorptevat (1.4 lter 16V en 1.6 lter VT 16V), lambdasondes (benzne), elektrokleppen nlaatluchtkoelng (desel). F20 F21 10 A 5 A Elektronsche thermostaat, elektrokleppen varabele dstrbute, elektroklep turbodrukregelng (Desel), nveaucontact koelvloestof (Desel). Voedng relas motorventlateurgroep, voedng relas Valvetronc (1.4 lter 16V en 1,6 lter VT 16V), koelng turbocompressor (1.6 lter THP 16V), luchthoeveelhedsmeter (1.6 lter HDI 16V). 151

162 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Overzcht mnzekerngen en tussenmaat zekerngen boven de accu Zekerng Ampère Functes F1 15 A Versnellngsbak (gestuurd handgeschakeld of automatsch). F2 15 A Dagnoseaanslutng, verlchtng overdag. F 5 A Rempedaalschakelaar met twee functes. F4 - Net gebrukt. F5* 80 A Elektropompgroep stuurbekrachtgng. F6* 70 A Kachelunt (desel). F7* 100 A Eenhed velghedsschakelng. F8 - Net gebrukt. F9* 0 A Elektropompgroep gestuurde handgeschakelde versnellngsbak. F10* 0 A Elektromotor Valvetronc (1.6 lter THP 16V). Overzcht hoofdzekerngen Zekerng Ampère Functes 152 * De hoofdzekerngen zorgen voor een extra bevelgng van de elektrsche nstallate. Werkzaamheden aan de hoofdzekerngen denen door een PEUGEOT-servcepunt utgevoerd te worden. MF1* 50 A Motorventlateurgroep. MF2* 50 A Zekerngkast ntereur. MF* 80 A Intellgente servcecentrale (BSI). MF4* - Net gebrukt. MF5* 50 A Elektronsche eenhed ABS/ESP. MF6* 0 A Elektronsche eenhed ABS/ESP. MF7* 80 A Intellgente servcecentrale (BSI). MF8* - Net gebrukt.

163 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 ACCU Procedure voor het opladen van de accu en het gebruk van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels. Toegang tot de accu Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels Slut de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu A en vervolgens op de (+) pool van de hulpaccu B. De accu bevndt zch n de motorrumte. Toegang tot de accu: open de motorkap met de hendel n het ntereur en vervolgens de velghedshaak aan de butenzjde, bevestg de motorkapsteun, verwjder de kunststof afdekkap voor toegang tot de twee accupolen. maak nden nodg de zekerngkast los om de accu te verwjderen. Slut de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu B. Slut het andere utende van de groene of zwarte kabel aan op een massapunt C van de auto. Stel de startmotor n werkng en laat de motor draaen. Wacht tot de motor statonar draat en neem dan de kabels los. 15

164 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Laden met behulp van een acculader Maak de accupoolklemmen los. Volg de aanwjzngen van de fabrkant van de acculader. Slut de accukabels weer aan, te begnnen met de (-) kabel. Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zjn. Inden ze bedekt zjn met een (wtte of groene) oxdatelaag, neem dan de accukabels los en reng de polen en klemmen. Accu s bevatten schadeljke stoffen, zoals zwavelzuur en lood. Accu s moeten volgens de wetteljke voorschrften worden afgevoerd en mogen n geen geval bj het husvul terechtkomen. Lever lege batterjen en accu s n bj een specaal afvalstoffendepot. Het s raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buten gebruk s.! Maak de accupoolklemmen net los bj draaende motor. Laad de accu net op zonder de accupoolklemmen los te nemen. Het aanduwen van een auto met de gestuurde handgeschakelde zesversnellngsbak om de motor te starten s net toegestaan. Vóór het loskoppelen van de accukabels Wacht 2 mnuten na het afzetten van het contact. Slut de ruten en de voorporteren voordat u de accukabels loskoppelt. Na het weer aansluten van de accukabels Zet het contact aan en wacht 1 mnuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronsche systemen geïntalseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-servcepunt als er zch na deze handelng toch nog problemen voordoen. Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor het zelf opneuw ntalseren van: - de sleutel met afstandsbedenng, - het zonnescherm van het panoramadak, - het GPS navgatesysteem. SPAARFASE De spaarfase stuurt de elektrsche functes van de auto aan om het ontladen van de accu te voorkomen. Tjdens het rjden kunnen n verband met de laadtoestand van de accu enkele functes (arcondtonng, achterrutverwarmng,...) tjdeljk worden utgeschakeld. Deze functes worden automatsch ngeschakeld zodra de laadtoestand van de accu dt toelaat.! De utgeschakelde functes kunnen tevens handmatg weer worden ngeschakeld. Herbj bestaat het rsco dat de accu ontladen raakt. 154

165 11 PRAKTISCHE INFORMATIE Laden met behulp van een acculader Maak de accupoolklemmen los. Volg de aanwjzngen van de fabrkant van de acculader. Slut de accukabels weer aan, te begnnen met de (-) kabel. Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zjn. Inden ze bedekt zjn met een (wtte of groene) oxdatelaag, neem dan de accukabels los en reng de polen en klemmen. Accu s bevatten schadeljke stoffen, zoals zwavelzuur en lood. Accu s moeten volgens de wetteljke voorschrften worden afgevoerd en mogen n geen geval bj het husvul terechtkomen. Lever lege batterjen en accu s n bj een specaal afvalstoffendepot. Het s raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buten gebruk s.! Maak de accupoolklemmen net los bj draaende motor. Laad de accu net op zonder de accupoolklemmen los te nemen. Het aanduwen van een auto met de gestuurde handgeschakelde zesversnellngsbak om de motor te starten s net toegestaan. Vóór het loskoppelen van de accukabels Wacht 2 mnuten na het afzetten van het contact. Slut de ruten en de voorporteren voordat u de accukabels loskoppelt. Na het weer aansluten van de accukabels Zet het contact aan en wacht 1 mnuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronsche systemen geïntalseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-servcepunt als er zch na deze handelng toch nog problemen voordoen. Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor het zelf opneuw ntalseren van: - de sleutel met afstandsbedenng, - het zonnescherm van het panoramadak, - het GPS navgatesysteem. SPAARFASE De spaarfase stuurt de elektrsche functes van de auto aan om het ontladen van de accu te voorkomen. Tjdens het rjden kunnen n verband met de laadtoestand van de accu enkele functes (arcondtonng, achterrutverwarmng,...) tjdeljk worden utgeschakeld. Deze functes worden automatsch ngeschakeld zodra de laadtoestand van de accu dt toelaat.! De utgeschakelde functes kunnen tevens handmatg weer worden ngeschakeld. Herbj bestaat het rsco dat de accu ontladen raakt. 154

166 PRAKTISCHE INFORMATIE 11 ECO-MODE De eco-mode bepaalt de maxmale gebruksduur van een aantal functes om te voorkomen dat de accu ontladen raakt. Nadat de motor s afgezet, kunt u een aantal elektrsche functes zoals rado, rutenwssers, dmlchten, plafonners,... nog n totaal maxmaal 0 mnuten gebruken. Inschakelen van de eco-mode Na deze 0 mnuten geeft een meldng op het multfunctonele dsplay aan dat de eco-mode s ngeschakeld en de acteve functes worden n de ruststand gezet. Als u op het moment dat de ecomode wordt ngeschakeld aan het telefoneren bent: - kan het gesprek nog 5 mnuten worden voortgezet met de handsfree set van de autorado RD4, - kan het telefoongesprek gewoon worden voortgezet met de radotelefoon GPS RT4. Utschakelen van de eco-mode De functes worden automatsch weer ngeschakeld als de motor gestart wordt. Start om de functes drect weer te kunnen gebruken de motor en laat deze gedurende enge tjd draaen. De beschkbare tjd bedraagt het dubbele van de tjd dat de motor heeft gedraad. Deze tjd zal echter altjd tussen de 5 en 0 mnuten bedragen.! Als de accu ontladen s, kan de motor net gestart worden (ze de desbetreffende paragraaf). WISSERBLADEN VERVANGEN De rutenwsserbladen kunnen zonder gereedschap worden vervangen. Voordat u een wsserblad demonteert Beden de rutenwsserschakelaar bnnen één mnuut na het afzetten van het contact om de rutenwssers naar het mdden van de voorrut te verplaatsen. Demonteren van een wsserblad vóór of achter Tl de desbetreffende rutenwsserarm op. Maak het wsserblad los en verwjder het. Monteren van een wsserblad vóór of achter Controleer bj de rutenwssers vóór de lengte van het wsserblad, omdat het kortste blad aan de rechterzjde van de auto gemonteerd moet worden. Breng het neuwe wsserblad aan en klk het vast. Zet de rutenwsserarm voorzchtg terug. Na het monteren van een wsserblad vóór Zet het contact aan. Beden nogmaals de rutenwsserschakelaar om de rutenwssers n de ruststand te zetten. 155

167 11 PRAKTISCHE INFORMATIE SLEPEN VAN UW AUTO U kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog. Slepen van uw auto Slepen van een andere auto Toegang tot het gereedschap Het sleepoog bevndt zch onder de vloerplaat van de bagagerumte: open de achterklep, tl de vloerplaat op, bevestg het koord van de vloerplaat met de haak aan de steun van de hoedenplank, verwjder de polystyreen opbergbak, neem het sleepoog ut de houder. Maak het klepje n de voorbumper los door op de onderkant ervan te drukken. Draa het sleepoog vast tot de aanslag. Bevestg de sleepstang. Schakel de alarmknpperlchten van uw auto n. Zet de versnellngshendel n de neutraalstand (stand N bj de gestuurde handgeschakelde versnellngsbak of automatsche transmsse). Maak het klepje n de achterbumper los door op de onderkant ervan te drukken. Draa het sleepoog vast tot de aanslag. Bevestg de sleepstang. Schakel de alarmknpperlchten van de te slepen auto n.! Gebruk voor het slepen van een auto met de ver welen op de grond altjd een sleepstang. Laat het takelen van de auto (met twee welen op de grond) utslutend utvoeren door een professoneel takelbedrjf. Bj het slepen van de auto met stlstaande motor zjn de rem- en stuurbekrachtgng utgeschakeld. 156

168 TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN... De trekhaak bestaat ut een mechansch systeem voor het aankoppelen van een aanhanger of caravan en een elektrsche aanslutng voor de verlchtng en sgnalerng. Advezen Gewchtsverdelng Verdeel het gewcht n de caravan/ aanhanger geljkmatg en houd u aan de toegestane kogeldruk. Door een gerngere luchtdchthed nemen de prestates van de motor af als men op grotere hoogte boven de zeespegel komt. Trek boven de m 10 % van het maxmum aanhangergewcht af en herhaal dt voor elke volgende m. Raadpleeg het hoofdstuk "Technsche gegevens" voor de gewchten en aanhangergewchten de voor uw auto van toepassng zjn. PRAKTISCHE INFORMATIE Let n elk geval goed op de aanwjzng van de koelvloestoftemperatuurmeter. Als het verklkkerlampje van de koelvloestoftemperatuur gaat branden n combnate met het verklkkerlampje STOP, stop dan zo snel mogeljk en zet de motor af. Remmen Het trekken van een aanhanger vergroot de remweg. Banden Controleer de bandenspannng van de auto en de aanhanger en breng deze nden nodg op de juste waarde. 11 Uw auto s hoofdzakeljk bedoeld voor het vervoer van personen en bagage, maar s tevens geschkt voor het trekken van een aanhanger. Wj raden u aan gebruk te maken van een specaal door PEUGEOT geteste en goedgekeurde trekhaak en deze door een PEUGEOT-servcepunt te laten monteren. Het rjden met een aanhanger heeft veel nvloed op het rjgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder. Zjwnd Houd er rekenng mee dat de zjwndgevoelghed van de auto groter s. Koelng Het trekken van een aanhanger op een hellng veroorzaakt een hogere koelvloestoftemperatuur. De koelventlator wordt elektrsch bedend en s net afhankeljk van het motortoerental. Pas uw snelhed aan om het toerental te beperken. Het maxmum aanhangergewcht s afhankeljk van het hellngspercentage en de temperatuur van de butenlucht. Verlchtng Controleer de verlchtng van de aanhanger. De parkeerhulp wordt bj het aankoppelen van een aanhanger automatsch utgeschakeld. 157

169 11 PRAKTISCHE INFORMATIE SNEEUWSCHERM* Het afneembare sneeuwscherm wordt op het onderste gedeelte van de voorbumper geplaatst om een opeenhopng van sneeuw bj de koelventlateur van de radateur te voorkomen. 158 ALLESDRAGERS MONTEREN Gebruk bj het monteren van dwarsdragers de ver hervoor bestemde bevestgngspunten: open de afdekplaatjes, open de afdekkapjes van de bevestgngspunten van bede allesdragers met de sleutel, breng de bevestgngspunten van de allesdragers aan en vergrendel ze één voor één op het dak, slut de afdekkapjes van bede allesdragers met de sleutel. Max. toegestane daklast op allesdrager, bj een maxmale laadhoogte van 40 cm (m.u.v. f etsendrager): 80 kg. Pas bj een beladng hoger dan 40 cm de rjsnelhed aan aan de rjomstandgheden om schade aan de allesdragers en de bevestgngsplaatsen op het dak te voorkomen. Raadpleeg de wetgevng van uw land met betrekkng tot het vervoeren van voorwerpen de langer zjn dan de auto. * Volgens land van bestemmng. Plaatsen Breng het afneembare sneeuwscherm aan op het onderste gedeelte van de voorbumper. Zet het scherm vast door de bevestgngsclps op de omtrek één voor één aan te drukken. Verwjderen Wp met een schroevendraaer de ver bevestgngsclps één voor één los. Vergeet net het sneeuwscherm te verwjderen: - als de butentemperatuur hoger s dan 10 C, - als de auto moet worden gesleept, - bj snelheden hoger dan 120 km/h.

170 ACCESSOIRES Het PEUGEOT-netwerk bedt u een rume keuze aan accessores en orgnele onderdelen. Deze accessores en onderdelen zjn getest en goedgekeurd ten aanzen van bedrjfszekerhed en velghed. Ze zjn volledg aangepast aan uw auto, voorzen van een artkelnummer van PEUGEOT en worden geleverd met PEUGEOT garante. Het aanbod van PEUGEOT Boutque s onderverdeeld n 5 groepen: PROTECT - CONFORT - AUDIO - DESIGN - TECNIC: "Protect": nbraakalarm, graveren van ruten, welbouten met slot, EHBO-trommel, gevarendrehoek, velghedsvest, lokalsatesysteem gestolen auto, sneeuwkettngen. "Comfort": matten*, kunststof bak bagagerumte, bagagenet, klednghanger voor bevestgng aan de hoofdsteun, alumnum of PVC dorpelljsten, geurelementen parfumeur. Voor de vrjetjdsbestedng: allesdragers, fetsendrager voor bevestgng op de trekhaak, f etsendrager voor bevestgng op de allesdragers, skdragers, dakkoffers, ztverhogngen en knderztjes, zonneschermen opzj en zonnescherm achter, mddenarmsteun vóór, opbergbox voor CD s, opbergrumte onder hoedenplank. Trekhaak. Deze moet bj een PEUGEOTservcepunt worden gemonteerd. PRAKTISCHE INFORMATIE "Audo": autorado s, audo-/telefoonsysteem, versterkers, navgatesystemen, handsfree set, CD-wsselaar, ludsprekers, DVD-speler, kt voor de aanslutng van een MP- of draagbare CD-speler, parkeerhulp. Installeren van radocommuncatezenders Raadpleeg voordat u een radocommuncatezender met butenantenne n uw auto laat nstalleren een vertegenwoordger van het merk PEUGEOT. Het PEUGEOT-netwerk stelt u de technsche gegevens (frequenteband, maxmaal utgangsvermogen, poste antenne, specf eke nstallatevoorschrften) van de voor montage geschkte zenders ter beschkkng, volgens de Rchtljn Elektromagnetsche Compatbltet (2004/104/EG). 11 * Om te voorkomen dat pedalen bljven hangen: - controleer of de mat goed op zjn plaats lgt en goed s bevestgd, - leg noot meerdere matten op één plaats. 159

171 11 PRAKTISCHE INFORMATIE "Desgn": stoelhoezen geschkt voor stoelen met zj-arbags, alumnum pookknop, mstlampen vóór, schuf-/kanteldak**, achterklepspoler, gestyleerde spatlappen, lchtmetalen velgen, weldoppen, sportutlaat. Afhankeljk van het land van bestemmng zjn velghedsvesten, een gevarendrehoek en een set reservelampen verplcht aan boord van de auto. "Tecnc": rutensproeervloestof, rengngs-/onderhoudsmddelen voor ntereur en extereur. Met behulp van de ombouwpakketten "Entreprse" kan de auto worden omgebouwd naar een bedrjfsutvoerng.! Het monteren van elektrsche utrustngen of accessores de net onder een artkelnummer n het assortment van PEUGEOT voorkomen, kan storngen n het elektronsch systeem van uw auto veroorzaken. Houdt u rekenng met deze bjzonderhed en wj raden u aan contact op te nemen met een vertegenwoordger van het merk PEUGEOT om u te laten nformeren over het assortment utrustngen en accessores voorzen van een artkelnummer van PEUGEOT. 160 ** Montage van een schuf-/kanteldak s utslutend toegestaan bj een PEUGEOT-servcepunt.

172 TECHNISCHE GEGEVENS 12 UITVOERINGEN: Type varant utvoerng: 4C 4A 4G... MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN 8FS-C 5FW-C 5FW-F 5FX-C 5FX-F BENZINEMOTOREN 1,4 lter 16V 95 pk 1,6 lter VT 16V 120 pk 1,6 lter THP 16V 150 pk Clndernhoud (cm ) Borng x slag (mm) 77 x x 85,8 77 x 85,8 Max. vermogen: ECE-norm (kw) Toerental bj max. vermogen (/mn) Max. koppel: ECE-norm (Nm) Toerental bj max. koppel (t/mn) Brandstof Loodvrj Loodvrj Loodvrj Katalysator Ja Ja Ja VERSNELLINGSBAK Handgeschakeld (5 versnellngen) Handgeschakeld (5 versnellngen) Automaat (4 versnellngen) Handgeschakeld (5 versnellngen) Automaat (4 versnellngen) INHOUD CARTER (n lter) Motor (met vervangen f lter) 4,25 4,25 4,25 4,25 4,25 Versnellngsbak - dfferenteel 1,9 1,9-1,9-4C...: 5-deurs. 4A...: -deurs. 4G...: -deurs "Socété". 161

173 12 TECHNISCHE GEGEVENS VERBRUIKSCIJFERS Volgens rchtljn 80/1268/ECE Benznemotoren Type varant utvoerng 4C... 4A... 4G... Bnnen bebouwde kom (lter/100 km) Buten bebouwde kom (lter/100 km) Versnellngsbak Gecombneerd (lter/100 km) CO 2-emsse (g/km) 1,4 lter 16V 95 pk 1,6 lter VT 16V 120 pk 1,6 lter THP 16V 150 pk 8FS-C FW-C 9, 5,2 6,7 159 Automaat 5FW-F Handgeschakeld Handgeschakeld Handgeschakeld 5FX-C 9,8 5,6 7,1 167 Automaat 5FX-F De aangegeven verbrukscjfers zjn de laatstbekende waarden ten tjde van het drukken van dt boekje. Deze verbrukscjfers zjn gebaseerd op metngen de zjn utgevoerd onder wetteljk voorgeschreven gebruksomstandgheden (rchtljn 80/1268/ECE) en kunnen varëren afhankeljk van de rjstjl van de bestuurder, de verkeersomstandgheden, de weersomstandgheden, de beladng van de auto, de staat van onderhoud van de auto en het gebruk van accessores.

174 TECHNISCHE GEGEVENS 12 GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (n kg) Benznemotoren 1,4 lter 16V 95 pk 1,6 lter VT 16V 120 pk Versnellngsbak Handgeschakeld Handgeschakeld Automaat Type varant utvoerng: 4C... 4A... 4G... 8FS-C 5FW-C 5FW-F - Ledg gewcht Gewcht rjklaar Nuttg laadvermogen Maxmum technsch toegestane massa totaal - Maxmum toegestaan trengewcht hellng max. 12 % Aanhanger geremd (bnnen max. toegestaan trengewcht) hellng max. 10 % of 12 % Aanhanger geremd* (met vermnderde beladng auto, bnnen max. toegestaan trengewcht) Aanhanger ongeremd Aanbevolen kogeldruk * Het totale gewcht van de aanhanger kan, bnnen het maxmum toegestane trengewcht, worden verhoogd nden de beladng van de auto wordt vermnderd. Houd er n dat geval rekenng mee dat het trekken van een aanhanger met een lcht beladen auto een negateve nvloed heeft op het weggedrag. Het maxmum toegestane trengewcht en de aanhangergewchten gelden tot een hoogte van maxmaal meter; het opgegeven aanhangergewcht dent voor elke extra meter met 10 % te worden vermnderd. Bj het trekken van een aanhanger mag net harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatseljk geldende snelhedslmet (n Nederland wetteljk 80 km/h). Bj hoge butentemperaturen kunnen de prestates van de auto mnder worden om de motor te beschermen. Als de butentemperatuur meer dan 7 C bedraagt, moet het trengewcht worden vermnderd. 16

175 12 TECHNISCHE GEGEVENS GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (n kg) Benznemotoren 1,6 lter THP 16V 150 pk 164 Versnellngsbak Handgeschakeld Automaat Type varant utvoerng: 4C... 4A... 5FX-C 5FX-F - Ledg gewcht Gewcht rjklaar Nuttg laadvermogen Maxmum technsch toegestane massa totaal - Maxmum toegestaan trengewcht hellng max. 12 % Aanhanger geremd (bnnen max. toegestaan trengewcht) hellng max. 10 % of 12 % Aanhanger geremd* (met vermnderde beladng auto, bnnen max. toegestaan trengewcht) Aanhanger ongeremd Aanbevolen kogeldruk * Het totale gewcht van de aanhanger kan, bnnen het maxmum toegestane trengewcht, worden verhoogd nden de beladng van de auto wordt vermnderd. Houd er n dat geval rekenng mee dat het trekken van een aanhanger met een lcht beladen auto een negateve nvloed heeft op het weggedrag. Het maxmum toegestane trengewcht en de aanhangergewchten gelden tot een hoogte van maxmaal meter; het opgegeven aanhangergewcht dent voor elke extra meter met 10 % te worden vermnderd. Bj het trekken van een aanhanger mag net harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatseljk geldende snelhedslmet (n Nederland wetteljk 80 km/h). Bj hoge butentemperaturen kunnen de prestates van de auto mnder worden om de motor te beschermen. Als de butentemperatuur meer dan 7 C bedraagt, moet het trengewcht worden vermnderd.

176 TECHNISCHE GEGEVENS 12 UITVOERINGEN: Type varant utvoerng: 4C... 4A... 4G... MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN 9HX-C 9HZ-C 9HZ-H/P RHR-H RHR-J DIESELMOTOREN 1,6 lter Turbo HDI 16V 90 pk 1,6 lter Turbo HDI 16V 110 pk 2 lter Turbo HDI 16V 16 pk Clndernhoud (cm ) Borng x slag (mm) 75 x 88, 75 x 88, 85 x 88 Max. vermogen: ECE-norm (kw) Toerental bj max. vermogen (/mn) Max. koppel: ECE-norm (Nm) Toerental bj max. koppel (t/mn) Brandstof Desel Desel Desel Katalysator Ja Ja Ja Roetf lter Nee Ja Ja VERSNELLINGSBAK INHOUD CARTER (n lter) Handgeschakeld (5 versnellngen) Handgeschakeld (5 versnellngen) Gestuurd handgeschakeld (6 versnellngen) Handgeschakeld (6 versnellngen) Automaat (6 versnellngen) Motor (met vervangen f lter),75,75,75 5,25 5,25 Versnellngsbak - dfferenteel 1,9 1,9-2,4-4C...: 5-deurs. 4A...: -deurs. 4G...: -deurs "Socété". 165

177 12 TECHNISCHE GEGEVENS VERBRUIKSCIJFERS Volgens rchtljn 80/1268/ECE Deselmotoren Type varant utvoerng 4C... 4A... 4G... Bnnen bebouwde kom (lter/100 km) Buten bebouwde kom (lter/100 km) Versnellngsbak Gecombneerd (lter/100 km) CO 2 -emsse (g/km) 1,6 lter Turbo HDI 16V 90 pk Handgeschakeld 9HX-C ,6 lter Turbo HDI 16V 110 pk 2 lter Turbo HDI 16V 16 pk Handgeschakeld 9HZ-C 6,2 4,1 4,9 10 Gestuurd Handgeschakeld 9HZ-H/P Handgeschakeld RHR-H 7,2 4,5 5,5 146 Automaat RHR-J De aangegeven verbrukscjfers zjn de laatstbekende waarden ten tjde van het drukken van dt boekje. Deze verbrukscjfers zjn gebaseerd op metngen de zjn utgevoerd onder wetteljk voorgeschreven gebruksomstandgheden (rchtljn 80/1268/ECE) en kunnen varëren afhankeljk van de rjstjl van de bestuurder, de verkeersomstandgheden, de weersomstandgheden, de beladng van de auto, de staat van onderhoud van de auto en het gebruk van accessores.

178 TECHNISCHE GEGEVENS 12 GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (n kg) Deselmotoren 1,6 lter Turbo HDI 16V 90 pk 1,6 lter Turbo HDI 16V 110 pk Versnellngsbak Handgeschakeld Handgeschakeld Gestuurd handgeschakeld Type varant utvoerng: 4C... 4A... 4G... 9HX-C 9HZ-C 9HZ-H/P - Ledg gewcht Gewcht rjklaar Nuttg laadvermogen Maxmum technsch toegestane massa totaal - Maxmum toegestaan trengewcht hellng max. 12 % Aanhanger geremd (bnnen max. toegestaan trengewcht) hellng max. 10 % of 12 % Aanhanger geremd* (met vermnderde beladng auto, bnnen max. toegestaan trengewcht) Aanhanger ongeremd Aanbevolen kogeldruk * Het totale gewcht van de aanhanger kan, bnnen het maxmum toegestane trengewcht, worden verhoogd nden de beladng van de auto wordt vermnderd. Houd er n dat geval rekenng mee dat het trekken van een aanhanger met een lcht beladen auto een negateve nvloed heeft op het weggedrag. Het maxmum toegestane trengewcht en de aanhangergewchten gelden tot een hoogte van maxmaal meter; het opgegeven aanhangergewcht dent voor elke extra meter met 10 % te worden vermnderd. Bj het trekken van een aanhanger mag net harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatseljk geldende snelhedslmet (n Nederland wetteljk 80 km/h). Bj hoge butentemperaturen kunnen de prestates van de auto mnder worden om de motor te beschermen. Als de butentemperatuur meer dan 7 C bedraagt, moet het trengewcht worden vermnderd. 167

179 12 TECHNISCHE GEGEVENS GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (n kg) Deselmotoren 2 lter Turbo HDI 16V 16 pk 168 Versnellngsbak Handgeschakeld Automaat Type varant utvoerng: 4C... 4A... RHR-H RHR-J - Ledg gewcht Gewcht rjklaar Nuttg laadvermogen Maxmum technsch toegestane massa totaal - Maxmum toegestaan trengewcht hellng max. 12 % Aanhanger geremd (bnnen max. toegestaan trengewcht) hellng max. 10 % of 12 % Aanhanger geremd* (met vermnderde beladng auto, bnnen max. toegestaan trengewcht) Aanhanger ongeremd Aanbevolen kogeldruk * Het totale gewcht van de aanhanger kan, bnnen het maxmum toegestane trengewcht, worden verhoogd nden de beladng van de auto wordt vermnderd. Houd er n dat geval rekenng mee dat het trekken van een aanhanger met een lcht beladen auto een negateve nvloed heeft op het weggedrag. Het maxmum toegestane trengewcht en de aanhangergewchten gelden tot een hoogte van maxmaal meter; het opgegeven aanhangergewcht dent voor elke extra meter met 10 % te worden vermnderd. Bj het trekken van een aanhanger mag net harder worden gereden dan 100 km/h of de plaatseljk geldende snelhedslmet (n Nederland wetteljk 80 km/h). Bj hoge butentemperaturen kunnen de prestates van de auto mnder worden om de motor te beschermen. Als de butentemperatuur meer dan 7 C bedraagt, moet het trengewcht worden vermnderd.

180 AFMETINGEN (n mm) 08 -/5-deurs TECHNISCHE GEGEVENS 12 * -deurs. ** 5-deurs. 169