Installation instructions, accessories - Extra naar achteren gerichte bank

Transcriptie

1 Car / V70 Section Group Weight(Kg/Pounds) Year Month / Replaces issue: M Page 1 of 22

2 Required tools A A A A IMG A M Page 2 of 22

3 M M Page 3 of 22

4 M M Page 4 of 22

5 M IMG Page 5 of 22

6 INLEIDING Auto's uitgerust met SRS/SIPS (Airbag) OPMERKING! Lees eerst de hele tekst voordat u met de werkzaamheden begint. Op de voorpagina staat de datum van deze uitgave en van de uitgave die wordt vervangen Op de tweede pagina staan de gereedschappen die nodig zijn voor de montage en de inhoud van de montageset Waarschuwing! Wees extra voorzichtig als u werkzaamheden verricht aan auto's die zijn uitgerust met SRS/SIPS-airbags. U voorkomt zo: 1. Persoonlijk letsel 2. Schade aan of storingen in het SRS-/SIPS-systeem. In de afbeeldingen wordt de methode beschreven in volgorde van handeling. Deze volgorde van handeling wordt in het tekstgedeelte herhaald Knip de tekstpagina uit om de afbeeldingen en tekst tegelijkertijd te kunnen raadplegen. Werkzaamheden aan het SRS/SIPS-systeem of onderdelen hiervan moeten altijd worden uitgevoerd door een officiële Volvo-werkplaats. Is de auto uitgerust met SRS? Bij auto's die zijn uitgerust met een bestuurdersairbag staan de letters "SRS" op het middenpaneel van het stuurwiel gedrukt. Bij auto's die zijn uitgerust met bestuurders- en passagiersairbags staat "SRS" op zowel het middenpaneel van het stuurwiel als op het dashboard dicht bij de airbag. Als de auto is uitgerust met SIPS zit er een "SIPS" sticker op beide voorstoelen. Auto's die zijn uitgerust met opblaasbare gordijnen hebben de markering "SRS" op een van de panelen langs de stijlen aan de binnenzijde van de auto. Auto's die zijn uitgerust met SRS hebben ook een "SRS" sticker op de voorruit. Beschadig de SRS-bedrading niet! De SRS-bedrading mag niet worden afgeklemd, beschadigd of doorgesneden. SRS-bedrading heeft oranje isolatie en/of is gevlochten. Stuurinrichting en voorwielophanging De contactrol in het SRS-systeem kan gemakkelijk beschadigd raken als er werkzaamheden worden verricht aan het stuurwiel, de stuuras of de stuurinrichting. Zie het SRS Servicehandboek of service-aanwijzingen in VIDA voor informatie over de uitvoering van zulke werkzaamheden. Zo voorkomt u beschadigingen. SRS-waarschuwingslampje Breng de auto naar een erkende Volvo-werkplaats als het SRSwaarschuwingslampje brandt nadat er reparaties zijn verricht. Regeleenheid SRS-aanrijdingssensor S60 / V70 (00-) / S80 / XC90 Page 6 of 22

7 De regeleenheid van de aanrijdingssensor bevindt zich voor de handrem op de versnellingsbaktunnel in de middenconsole. WAARSCHUWING! De ontplooiingsgebieden van de airbag mogen niet belemmerd worden. Plaats nooit voorwerpen, zoals bekleding of accessoires, binnen deze gebieden. De panelen moeten op de juiste manier en op het juiste moment kunnen activeren anders bestaat er kans op persoonlijk letsel in het geval van een aanrijding. WAARSCHUWING! Het contact moet in stand "0" staan en de sleutel moet uit het contact zijn als u connectors in het SRS-systeem gaat ontkoppelen. Wacht vervolgens ten minste één minuut. Ontkoppel vervolgens de minkabel van de accu voordat u een connector los haalt. Wanneer de werkzaamheden zijn voltooid moet de contactsleutel in stand "I" worden gedraaid voordat de minkabel van de accu weer wordt aangesloten. Extra naar achteren gerichte bank Opmerking! De slotcilinder voor de achterklep moet apart besteld worden. Page 7 of 22

8 1 Verwijder de twee vloerluiken in de bagageruimte. Til eerst bij de achterste randen, en haal vervolgens de vloerluiken naar achteren. Het achterste vloerluik zit stevig vast. Maak één zijde tegelijk los. Til het vloerluik ongeveer cm (5") omhoog. Maak één hoek per keer los. Leg de vloerluiken opzij. De vloerluiken worden niet meer gebruikt. M Verwijder de inklapbare zijpanelen aan de linkeren rechterzijde van de bagageruimte. M Verwijder het opbergvak onder het achterste vloerluik door de clip aan de linkeren de rechterkant met 90 te draaien. Til het vak naar buiten. Dit zal niet meer worden gebruikt. M Klap het kussen van de achterbank aan de rechteren linkerzijde naar voren. Klap de rugleuning van de achterbank aan de rechteren linkerzijde naar voren. M Page 8 of 22

9 5 Verwijder de Torx-schroef uit de achterste rand van de linker en rechter zijpanelen van de hemelbekleding in de bagageruimte. Verwijder de hemelbekleding aan de linkeren rechterzijde. Trek het paneel vervolgens omlaag. Begin bij de achterste rand tot alle clips loskomen. Verwijder het paneel. Leg het paneel opzij. Nieuwe panelen bevinden zich in de set. M Verwijder de afdekking en dan de schroef uit de voorste randen van de linker en rechter zijpanelen in de bagageruimte. Verwijder de zijpanelen van de linkeren rechterzijde. Trek de bovenzijde van het paneel naar buiten totdat de clips vrijkomen. Indien de auto is uitgerust met een 12V-elektrisch contact bij het rechter zijpaneel: Verwijder eerst de connector van het elektrisch contact van 12V. M Klap het paneel naar binnen. Til het paneel naar buiten. 7 Verwijder het isolatiepaneel van de bagageruimte. M A Afbeelding A Draai het isolatiepaneel ondersteboven. Plaats het isolatiepaneel op een ondergrond. Snijd het midden van de reliëfs uit zoals afgebeeld. Afbeelding B M Draai het isolatiepaneel zodanig dat de zwarte zijde omhoog gericht is. Page 9 of 22

10 8B Snijd het midden van de reliëfs uit zoals afgebeeld. M Verwijder de twee bevestigingen (1) voor het voorste vloerluik aan de rechteren linkerzijde. Het voorste vloerluik wordt niet meer gebruikt. M Scheur een stukje van de vloerbekleding af volgens de aanwezige perforaties aan de rechteren linkerzijde naast de schokdemperophangingen. M Verwijder de twee schroeven van de beugel voor de achterste vloerluikbevestiging. Verwijder de beugel. Leg de beugel opzij. De beugel zal niet meer worden gebruikt. Herhaal de handeling aan de andere zijde. M Page 10 of 22

11 12 Verwijder de schroef aan de linkerzijde van de achterkleplijst. Verwijder de drie schroeven van de linker vloersteun. Als de auto is uitgerust met CD of RTI, verwijder dan de drie schroeven voor de Cd-beugel. Til de voorste rand van de vloersteun op. Trek de vloersteun naar voren. M Herhaal de handeling aan de andere zijde. 13 Draai de vloersteun ondersteboven. Boor en vijl de aanwezige reliëfs uit in de voorste en achterste randen van de vloersteun. Boor en vijl ook in het midden. Opmerking! Vijl niet meer uit dan wat de reliëfs aan de onderzijde van het paneel aangeven. Herhaal de handeling aan de andere zijde. M Druk de clips (uit de set) in de kleine gaten aan de voor- en achterranden van de twee vloersteunen zoals afgebeeld. M Wrik de linker kabelgoot voorzichtig omhoog. Gebruik een schroevendraaier. Verwijder de kabelgoot links uit de bevestigingspunten (1). Herhaal de handeling aan de andere zijde. M Page 11 of 22

12 16 Til de kabelgoot voorzichtig een beetje omhoog. Plaats een afstelring tussen de kabelgoot en de vloer om de kabelgoot te ondersteunen. Plaats een bevestiging (uit de set) onder de kabelgoot in het geleidingsgat en over de lasmoer in de vloer. Neem een kraagbout uit de set en zet de bevestiging aan de vloer vast. Aanhalen met 50 Nm (37 ft.lbf). IMG Druk de kabelgoot weer op zijn plaats. Herhaal de handeling aan de andere zijde. 17 Plaats de linkeren rechtervloersteunen terug. Draai de vloersteunen vast met behulp van de drie schroeven in de vloer en de schroef door het paneel voor de achterkleplijst. Indien de auto is uitgerust met CD of RTI, plaats dan de drie schroeven voor de Cd-beugel terug. M Verwijder de afdekplaatjes voor de gaten (1) vóór de reservewielholte. Neem de gordelsluitingen (2) uit de set en monteer deze met twee kraagbouten (3) uit de set in de aanwezige gaten voor de kuip van het reservewiel. Aanhalen met 50 Nm (37 ft.lbf). Opmerking! Verwijder de gele transportbeveiliging en gooi deze weg. M Neem het stoelkussen uit de set. Plaats de bevestigingen in de bevestigingen voor de vloersteun aan de rechteren linkerzijden. Neem twee kraagbouten met ring uit de set en zet het zitkussen vast aan de bevestigingen. Stel tegelijkertijd het passtuk tussen het paneel van de bagageklepdorpel en de achterkant van het zitkussen goed af. Haal de schroeven aan met 50 Nm (37 ft.lbf). M Page 12 of 22

13 20 Plaats het uitgesneden isolatiepaneel in de voorste rand van de bagageruimte terug onder de gordelverankeringen. M Geldt niet voor de V70 XC (00-) Plaats de nieuwe "grondplaat" (uit de set) ondersteboven. Verwijder voorzichtig de sticker voor de trekhaak (indien van toepassing) - de sticker zal opnieuw worden gebruikt. M Geldt niet voor de V70 XC (00-) Neem de houtschroef uit de set. Maak markeringen voor het boren van de vier gaten zoals afgebeeld. Boor de gaten uit met een boor met een diameter van Ø2,5 mm (3/32") aan de hand van de gemarkeerde gaten. M Geldt niet voor de V70 XC (00-) Positioneer de "grondplaat" als tegenhouder. Lijn de nieuwe houten plaat uit met de aanwezige plaat. Draai de houten plaat vast met behulp van de vier houtschroeven uit de set. Er zitten twee stickers op de houten plaat. Verwijder de sticker die niet overeenkomt met het aandrijfsysteem van de auto (2WD/AWD). Lijm de eerder verwijderde sticker voor de trekhaak stevig vast. M Page 13 of 22

14 24 Plaats de nieuwe grondplaat (1) (uit de set) op de plaats waar zich eerder het opbergvakje bevond. Vergrendel de grondplaat met behulp van de twee knoppen (2). Druk de grondplaat op zijn plaats bij de achterrand in de aanwezige gaten in het drempelpaneel van de achterklep. Gebruik de clips (3). M Verwijder de clips (1) uit de voorranden van de isolatiepanelen aan de rechteren linkerzijde bij de achterwielholtes, achter de C-stijlen. Snijd het voorste gedeelte van het paneel af bij de perforaties (2). M Verwijder de schroef (1) in de dakrandlijst bij de bevestigingen voor het bagagenet aan de linkeren rechterzijde van de bagageruimte. M Neem de linker gordelhaspel (1). Verwijder de gele kunststof vulring op de schroef. Plaats de haspel in het aanwezige gat in de onderste / voorste rand van het zijportier achter zoals afgebeeld. Opmerking! De paspen aan de achterzijde van de haspel. M Zet het oprolmechanisme vast en haal aan met 50 Nm (37 ft.lbf). Druk het oprolmechanisme tegelijkertijd naar voren. Verwijder de gele kunststof vulring van de schroef op de bovenste geleider van de veiligheidsgordel (2). Page 14 of 22

15 Zet de geleider met de schroef (3) in het aanwezige gat vast. Aanhalen met 50 Nm (37 ft.lbf). Opmerking! Beschadig de gele kabel voor de SRS niet. Herhaal de handeling aan de andere zijde. 28 Verwijder de transportbeveiliging op de rugleuningscharnieren aan de rechteren linkerzijde. M Neem het rugleuningkussen uit de set. Positioneer de bevestigingen over de drie bevestigingsgaten aan de binnenkant van de bovenste bevestigingen voor de achterste schokdempers. Controleer of het isolatiepaneel zich niet tussen de beugels voor de vloer en het rugleuningkussen bevindt. Steek de vier flensschroeven en vulringen (uit de set) in de voorste en achterste gaten aan de linkeren rechterzijde. Draai nog niet helemaal aan. M Neem de veiligheidsgordel links (op het oppervlak van de gordelhaspel met een L gemarkeerd) uit de set. Verwijder de gele borgring die zich op de schroef in de bevestiging aan één uiteinde van de veiligheidsgordel bevindt. Bevestig de bevestiging (1) in het overgebleven gat bij de schokdemperophanging links. Herhaal de handeling met de veiligheidsgordel rechts. Stel het rugleuningkussen af zodat deze uitgelijnd is in de uitsparing in het stoelkussen. Haal alle zes schroeven aan met een koppel van 50 Nm (37 ft.lbf). Page 15 of 22

16 30 Neem de linker beschermkap voor de bevestigingen van de veiligheidsgordel uit de set. Bevestig zoals afgebeeld. Steek de paspen voor de beschermkap in de corresponderende bevestiging onder het rugleuningkussen. Klap de beschermkap naar beneden. Draai aan met behulp van de schroef uit de set. Herhaal de handeling aan de andere zijde. M Druk het voorste vloerpaneel (uit de set) in de drie clips (1). M Neem de zijpanelen uit de set. Boor het midden van de zes bevestigingspunten uit. Gebruik een boor met een diameter van Ø8 mm (5/16"). Beschadig het onderste gedeelte van het paneel niet, want dit wordt opnieuw gebruikt. Verwijder het bovenste gedeelte van het onderste gedeelte. Leg deze aan één kant. M Herhaal de handeling aan de andere zijde. 33 Neem een nieuw bovengedeelte van het paneel uit de set. Druk het nieuwe bovengedeelte van het paneel in de gaten in het ondergedeelte van het paneel. Neem zes stalen moeren uit de set. Draai het bovengedeelte van het paneel vast. Herhaal de handeling aan de andere zijde. M Page 16 of 22

17 34A Afbeelding A Bevestig een nieuw linker dakrandlijstpaneel (uit de set). Afbeelding B Plaats het linker zijpaneel terug. Zorg dat de isolatie niet in de gordelhaspel blijft steken - scheur zo nodig een stuk van de isolatie af. Druk de afdekking van de veiligheidsgordel (1) in het zijpaneel. M Herhaal de handeling aan de andere zijde. 34B M Plaats het inklapbare linkerpaneel terug. Bevestig een nieuw vloerluik links (uit de set) in de clips in de vloersteun. Herhaal de bovenstaande handeling aan de andere zijde. Klap het zitkussen en het rugleuningkussen van de achterbank aan beide zijden naar achteren. M Bevestig de kleine gele waarschuwingssticker (uit de set) op de achterklep zoals afgebeeld. IMG Page 17 of 22

18 37 Verwijder de vier schroeven (1) van het onderste gedeelte van het paneel op de achterklep. Pak de randen van het paneel vast. Trek het paneel voorzichtig los. Het paneel is met acht clips bevestigd. M Verwijder de drie schroeven waarmee het slot op de achterklep vastzit. Verwijder de verbindingsstang (1) uit de bovenste bevestiging op de hefboom onder de wissermotor. Draai de kunststof clip. Trek de verbindingsstang naar buiten. M Verwijder de connector (1) van het achterklepslot. M Verwijder de verbindingsstang (1) van de bevestiging in het achterklepslot. Draai de verbindingsstang een kwartslag. Trek de verbindingsstang omhoog. Verplaats tegelijkertijd het losse achterklepslot om het verwijderen te vergemakkelijken. Verwijder het aanwezige slot. Deze zal niet meer gebruikt worden. M Page 18 of 22

19 41 Boor een gat met een diameter van Ø5 mm (13/64") in de buitenkant van de achterklep rechts van de kentekenplaatverlichting bij de aanwezige markeringen voor de slotcilinder voor de extra naar achter gerichte bank. Zorg dat u de lak niet beschadigt. Gebruik een veiligheidsbril. Boor van binnenuit voorzichtig een gat van Ø38 mm (1 1/2"). Gebruik een gatzaag. Vijl de rand van het gat met een fijne ronde vijl. M Verwijder het slijpsel van de boor en de vijl. Verwijder eventueel boorstof met behulp van een vochtige spons. Breng bijwerklak aan indien het lakwerk rondom de randen van het gat geschuurd is. 42 Bevestig de twee veermoeren (1) (uit de set), voor zover deze nog niet zijn aangebracht, zoals afgebeeld. De clips zetten de slotcilinder vast aan de achterklep. M Bevestig de twee kleine veermoeren (1) (uit de set) om de binnenste handgreep voor de achterklep vast te zetten. M Bevestig het nieuwe slot voor de achterklep (uit de set). Plaats de drie schroeven terug. Draai nog niet aan. Plaats de verbindingsstang (1) tussen het slot en de hefboom onder de wissermotor terug (zie punt 40). Draai het slot vast. M Sluit de connector (2) aan. Page 19 of 22

20 45 Bevestig de slotcilinder (1) samen met de versteviging (uit de set) op de twee veermoeren. Bevestig de twee schroeven (2) (uit de set). Draai de slotcilinder en de versteviging vast. Bevestig de verbindingsstang (3) (uit de set) tussen de slotcilinder en het slot. M Geldt voor de VS Bevestig de slotknop en de verbindingsstang (4) in het slot. 46 Haal de binnenste opener (1) voor de achterklep uit de set. Plaats de binnenste opener op de twee veermoeren bij het achterklepslot. Haal tegelijkertijd de verbindingsstang (2) omlaag vóór de veer (3). Neem twee schroeven (4) uit de set. Draai de opener aan. Controleer de werking van de opener. M Geldt alleen voor USA en alleen voor auto's zonder verstevigingsrail aan de binnenkant van het paneel Boor met een stappenboor een gat van Ø18 mm (45/64") in de bovenkant van het paneel, voor de kunststof doorvoer naar de vergrendelknop. Vijl het vierkante deel van het gat (zie maatschets). Maak de randen van het gat vlak en verwijder boor en vijlsel. IMG Geldt alleen voor USA en alleen voor auto's met verstevigingsrail aan de binnenkant van het paneel Druk de verstevigingsrail met een schroevendraaier zover mogelijk naar boven vanaf het punt waar het gat moet worden geboord. Maak de clip (1) los als dat nodig is. IMG Page 20 of 22

21 49A Afbeelding A Geldt alleen voor USA en alleen voor auto's met verstevigingsrail aan de binnenkant van het paneel Markeer het gat volgens punt 47. Boor nu het gat met een stappenboor tot Ø18 mm (45/64") en vijl volgens punt B IMG Afbeelding B Schuif de rail terug en plaats de evt. verwijderde clip terug. IMG Geldt alleen voor USA en alleen voor auto's met verstevigingsrail aan de binnenkant van het paneel Vijl nu de verstevigingsrail, zodat het gat hierdoor niet geblokkeerd wordt. Maak de randen van het gat vlak en verwijder boor en vijlsel. IMG Geldt alleen voor de VS Neem de kunststof ring voor de slotknop uit de set. Druk de kunststof ring in het paneel. M Page 21 of 22

22 52 Zaag een gat met behulp van de aanwezige markeringen in het achterkleppaneel. Het gat is voor de achterklepopener. Rond de randen af. M Plaats het achterkleppaneel terug. Zorg dat de slotknop juist is geplaatst. Haal het achterklepopenerpaneel (1) uit de set. Haak het paneel aan het binnenste paneel aan de achterklepopener. Druk deze op zijn plaats zoals afgebeeld. M Haal de kunststof afdichtring (1) uit de set. Bevestig de kunststof afdichtring in het gat voor de slotcilinder. M Page 22 of 22