Memorandum. Leden Provinciale Staten Overijssel & Leden Gemeenteraad Enschede Tjeerd Koopmans (AkzoNobel)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Memorandum. Leden Provinciale Staten Overijssel & Leden Gemeenteraad Enschede Tjeerd Koopmans (AkzoNobel)"

Transcriptie

1 Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. Salt Memorandum Aan Van Leden Provinciale Staten Overijssel & Leden Gemeenteraad Enschede Tjeerd Koopmans (AkzoNobel) Datum 8 januari 2015 Onderwerp Toelichting AkzoNobel n.a.v. expertmeeting gasolieopslag Enschede 17 december 2014 CC College van B&W Enschede, Jan Dijk (Gem. Enschede), Jos Mol (Gem. Enschede), Bert Meijer (Gem. Hengelo) Inleiding Op 17 december 2014 heeft de expertmeeting over de gasolieopslag te Enschede plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst konden de gemeenteraad Enschede en Provinciale Staten zich door verschillende deskundigen van TNO, de Commissie MER, de RijksUniversiteit Groningen, Staatstoezicht op de Mijnen en de Vrije Universiteit Amsterdam laten informeren over de voorgenomen gasolieopslag in zoutcavernes in het gebied De Marssteden in Enschede. In een drietal rondes hebben de deskundigen vragen beantwoord van zowel de gemeenteraad Enschede en Provinciale Staten als andere belangstellenden. AkzoNobel, een van de initiatiefnemers en de milieu- en mijnbouwvergunninghouder van de gasolieopslag, was de gehele bijeenkomst aanwezig als toehoorder, maar heeft, op een drietal verduidelijkingen na, geen bijdrage aan de bijeenkomst zelf geleverd, om het onafhankelijke karakter daarvan in stand te houden. Wel konden tijdens de eerste pauze bij een aantal informatieposters vragen worden gesteld aan AkzoNobel. Tijdens de bijeenkomst zijn er door de raads- en statenleden en de belangstellenden echter wel diverse vragen gesteld die op enkele punten om enige aanvulling, uitleg of toelichting van de kant van AkzoNobel vragen. In voorliggende memorandum treft u derhalve, in chronologische volgorde, enige aanvullende toelichting en uitleg aan. Inleiding door dhr. Ko van Huissteden Ten eerste is het nodig een aantal zaken uit de inleiding van de heer Van Huissteden te corrigeren. De heer van Huissteden stelde dat zoutafzettingen in Nederland over het algemeen tussen de en jaar oud zijn. Dit moet echter tussen de 150 miljoen en 300 miljoen jaar zijn. Het in Twente gewonnen Röt-zout is ca. 245 miljoen jaar oud. Verder stelde hij dat schaliegas in afzettingen uit het Jura voorkomt. Elders in Nederland (m.n. onder Zuid-Holland en Brabant) is dat inderdaad het geval (de zogenaamde Posidonia Schalie Formatie), maar juist in Twente en de Achterhoek komt schaliegas mogelijk voor in het dieper gelegen en veel oudere Geverik Laagpakket uit het Carboon (ouderdom ca. 320 miljoen jaar). De Posidonia Schalie Formatie uit het Jura is in Twente afwezig. Dhr. Van Huissteden stelde ook dat zout mechanisch en chemisch niet stabiel is, omdat het onder hoge druk en temperatuur vervormt en oplost in water. Hierbij is enige nuancering op zijn plaats. Op geologische tijdschaal is vrijwel niets stabiel (denk aan gebergtevorming onder invloed van plaattektoniek en stuwwalvorming oonder invloed van gletschers) en vrijwel alle gesteenten lossen op in water of worden erdoor aangetast (chemische verwering en erosie). Tenslotte stelde hij dat er eventueel drinkwater wordt gewonnen in het bekken van Hengelo. Echter de dichtstbijzijnde stroomafwaarts gelegen drinkwaterwinning bevindt zich in Goor, ruim 15 km ten westen van De Marssteden. Daar wordt water gewonnen uit bodemlagen die in Enschede niet aanwezig zijn. De Twentse drinkwatervoorziening is dus geenszins afhankelijk van drinkwaterwinning die door de gasolieopslag kan worden beïnvloed. Waterwinning (voor beregening van landbouwgrond) uit dunne, ruimtelijk beperkte watervoerende lagen dichtbij het oppervlak vindt dichterbij de Marssteden wel plaats. 1

2 Inleiding door mevr. Smal en dhr. Hack In hun inleiding stelden mevr. Smal en dhr. Hack van de Commissie MER dat, bij een tussentijdse toetsing van het concept MER voor stabilisatie zoutcavernes de Commissie enkele tekortkomingen was tegengekomen. Hoewel ook al gesteld door mevr. Smal moet nogmaals en wellicht ten overvloede benadrukt worden dat dit een concept-mer betrof van een ander project dan het gasolieopslagproject. Over het MER van de gasolieopslag was de Commissie MER positief 1, zoals mevr. Smal in haar presentatie ook verwoordde: Geologie goed beschreven en rond de cavernes stabiel; Mogelijkheden van lekkage naar het grondwater adequaat beschreven, ook gezien de stabiliteit van de ondergrond en de eigenschappen van gasolie; Adequaat monitoringsprogramma (sonar, druk, dagelijkse fysieke controle water in annulaire ruimte boorgaten). Vragen en antwoorden blok 1 Geologie 1. Aanwezigheid breuken Een belangrijke vraag die tijdens het eerste blok aan de orde kwam betrof de aanwezigheid van enkele breuken ter plaatse en ter hoogte van de voor olieopslag te gebruiken cavernes. Hierbij werd gesproken over een geheim rapport dat hier meer informatie over zou geven. AkzoNobel wil benadrukken dat er geen geheime rapporten zijn of andere zaken zijn die geheim zouden moeten blijven. In het kader van het voor de milieuvergunning en het Inpassingsplan opgestelde MER 2 (m.n. voor bijlage 5: bodem, grondwater & ondergrond) en het in het kader van de Mijnbouwwet opgestelde Opslagplan 3 heeft AkzoNobel uitgebreid onderzoek gedaan naar de geologie in het gebied van de Marssteden en de geselecteerde cavernes in het bijzonder (o.a. bijlagen 11 en 12 bij het Opslagplan). In deze documenten wordt op diverse plekken verwezen naar vertrouwelijke rapporten. Deze zijn wél in het bezit van het Ministerie van Economische Zaken (t.b.v. de vergunningverlening), maar zijn bij de ter inzage legging niet openbaar gemaakt, bijvoorbeeld omdat deze bedrijfsgevoelige informatie bevatten over de geologische zoutreserves van AkzoNobel in Twente. De Commissie MER heeft, bij haar toetsing van het MER, gevraagd om zowel de openbare als de vertrouwelijke geologische achtergronddocumenten te ontvangen zodat deze bij de geologische beoordeling van het MER meegenomen konden worden. Daarop zijn diverse niet vertrouwelijke rapporten met de Commissie MER gedeeld (zoals bijlagen 11 en 12 bij het Opslagplan), alsmede één vertrouwelijk document, dat nader ingaat op de aanwezigheid van breuken in de nabijheid van de opslagcavernes. Dit vertrouwelijke achtergronddocument, dat aan de commissie MER gestuurd is, is het memorandum Aanwezigheid breuken in de Marssteden, 8 februari 2011, en geeft een samenvatting van eentechnisch rapport: Geological Analysis of The Marssteden Area Twente Region, Geowulf Laboratories, December 2010, dat overigens niet aan de Commisie MER verstrekt is. Beide documenten maken deel uit van het Opslagplan (respectievelijk bijlage 3 en bijlage 2). Op basis van de geleverde informatie concludeerde de Commissie MER dat de beschikbare documenten voldoende informatie geven om een gefundeerd oordeel over de conclusies in het MER te formuleren. Zoals mevr. Smal tijdens de hoorzitting reeds aangaf zijn die conclusies positief. 1 Zie 2 Zie Twente/Fase1/4_MER/MER_Gasopslag_Twente_%28incl.%20bijlagen%29.pdf 3 Zie Twente/Fase1/2_Aanvragen/1_Aanvraag_instemming_Opslagplan_en_Bijlagen_1-11.pdf en Twente/Fase1/2_Aanvragen/2_Bijlagen_12-20%20%28verkleind%29.pdf 2

3 De conclusies van het betreffende vertrouwelijke document zijn later tijdens de hoorzitting ook nog bebestigd door mevr. Muntendam-Bos van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), die aangaf dat het verzet van eventuele breuken in de lagen boven of onder het zout dermate gering is en dat de ouderdom ervan dermate groot is dat enig negatief effect op de stabiliteit of de dichtheid van de cavernes niet te verwachten is. Zoals toegezegd tijdens de hoorzitting zal AkzoNobel de inhoud van het vertrouwelijke memorandum waarover gesproken is alsnog met u delen. Deze is als bijlage bij deze notitie gevoegd, waarbij eventuele bedrijfsgevoelige informatie of informatie over andere dan de beoogde opslagcavernes onleesbaar is gemaakt. 2. Analyse incidenten met opslagcavernes Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Huissteden over het hoge percentage ongevallen met opslagcavernes zijn diverse vragen gesteld. Zoals reeds op 18 december aan de griffie van Enschede en Overijssel gemeld, is het RIVM momenteel, op verzoek van de Veiligheidsregio Twente, bezig met een inventarisatie van ongevallen met opslagcavernes, o.a. voortbordurend op het door de heer Van Huissteden aangehaalde onderzoek van Evans uit Dit RIVM-onderzoek zal mogelijk de door raad en staten gewenste duidelijkheid geven. Voor zover bekend komt er in januari 2015 een eerste concept gereed. Meer informatie over dit onderzoek is te krijgen bij de projectleider namens de Veiligheisregio, Hans Kleintjens (h.kleintjens@brandweertwente.nl). Vooruitlopend op het rapport van het RIVM hierbij alvast enige informatie over incidenten met opslagcavernes op basis van twee rapporten van Evans uit en Wat in deze rapporten opvalt is dat het erg lastig is om goed onderscheid te maken in type opslag, type opgeslagen stof en type incident en dat de data niet erg consistent zijn. Dit maakt het lastig om eenduidige conclusies te trekken. Uit Evans (2008) blijkt wel dat de door de heer Van Huissteden genoemde 9% incidentkans (namelijk 36 incidenten op 396 opslagcavernes) niet geheel correct is. De 36 incidenten betreffen incidenten met zoutcavernes waarin brandstoffen zijn opgeslagen (waarvan geen enkele met gasolie overigens), terwijl het getal van 396 juist uitsluitend de gasopslagcavernes zijn. Het rapport van Evans uit 2009 geeft een vollediger beeld van het aantal incidenten met opslagcavernes. Hieruit blijkt dat er wereldwijd duizenden zoutcavernes in gebruik zijn voor de opslag van brandstoffen, waarvan alleen al in de VS meer dan duizend. Bij deze opslagcavernes (en de bijbehorende bovengrondse installaties) zijn sinds het midden van de vorige eeuw in totaal 167 incidenten geweest, variërend van incidenten met zeer geringe effecten (zoals een verbogen buis doordat een brok zout uit het dak viel; bijna de helft van de incidenten) tot enkele grote incidenten met gasexplosies en gewonden/doden tot gevolg. Van de 167 incidenten vonden er 121 plaats in de VS, waar zoals gezegd meer dan duizend cavernes in gebruik zijn voor opslag van brandstoffen. In Europa, waar het aantal opslagcavernes enkele honderden bedraagt, zijn uit de periode zes incidenten met opslagcavernes bekend, waarvan meer dan de helft gasopslag betreft. 4 Evans, D.J., Accidents at UFS sites and risk relative to other areas of the energy supply chain, with particular reference to salt cavern storage. SMRI Fall 2008 Technical Conference. 5 Evans, D.J., A review of underground fuel storage events and putting risk into perspective with other areas of the energy supply chain. In: Evans, D.J. & Chadwick, R.A. (eds.) Underground Gas Storage: Worldwide Experiences and Future Development in the UK and Europe. The Geological Society, Londen, Special Publications, 313,

4 3. Verschil ruwe olie en gasolie Op de vraag of het verschil maakt of ruwe olie of gasolie wordt opgeslagen, werd door de heer Van Huissteden een niet volledig antwoord gegeven, waaruit te concluderen zou kunnen zijn dat opslag van gasolie grotere veiligheidsrisico s met zich mee zou brengen dan opslag van ruwe olie. Dit is nadrukkelijk niet het geval. Zoals bekend zal er in Enschede gasolie worden opgeslagen. Gasolie is de verzamelnaam voor drie specifieke olieproducten, namelijk dieselolie, huisbrandolie en mariene olie, alle relatief zuivere producten afkomstig uit het raffinageproces van ruwe olie. Ruwe olie daarentegen kan meer dan honderd verschillende soorten koolwaterstoffen bevatten, vallend onder de categorieën alkanen (paraffinen), cycloalkanen (naftenen), aromaten en bitumen. Door kraken en raffinage wordt ruwe aardolie omgezet in allerlei brandstoffen en grondstoffen, zogenaamde oliefracties, met zeer uiteenlopende eigenschappen. Gasolie is een van deze fracties. Andere fracties zijn bijvoorbeeld benzine en nafta (beide zeer lichte, vluchtige en licht ontvlambare fracties) en zware stookolie en bitumen (zware fracties). De producten die onder de verzamelnaam gasolie vallen zijn dus veel zuiverder dan ruwe olie. Ze hebben alle een vlampunt boven de 55 C, waardoor ze een relatief ongevaarlijke brandstof zijn, een zogenaamde K3-vloeistof. Dit wil zeggen dat ze brandbaar zijn en dus niet explosief of ((zeer) licht) ontvlambaar. Ruwe olie bevat wel die lichte, explosieve, licht ontvlambare fracties, alsmede zeer giftige fracties (zoals benzenen). Derhalve kan gesteld worden dat in geval van lekkage gasolie veel minder schadelijk is voor mens en milieu dan ruwe olie. Tenslotte geldt dat het zwavelgehalte in gasolie veel lager is dan in ruwe olie, waardoor het minder schadelijk is voor de stalen putverbuizing. 4. Invloed van bodemdaling en instorting Zowel vanuit de aanwezige raads- en statenleden als vanuit de zaal werden vragen gesteld over de invloed van bodemdaling of instorting, zowel aan maaiveld als op nabije cavernes. In reactie hierop kan gesteld worden dat de geselecteerde cavernes stabiel zijn en dat deze ook ver weg gelegen zijn (enkele kilometers) van alle door AkzoNobel geïdentificeerde potentieel instabiele cavernes, zoals mevr. Smal ook al aangaf.een eventuele instorting van een dergelijke potentieel instabiele caverne heeft alleen effect direct boven de caverne (ontstaan sinkhole) en dus niet op de geselecteerde gasolieopslagcavernes. Bodemdaling, die ook optreedt boven stabiele cavernes, heeft een invloedsgebied tot enkele honderden meters van een caverne. Deze is echter dermate gering en geleidelijk (ordegrootte van enkele centimeters per honderd jaar) dat deze geen effecten heeft op gebouwen, infrastructuur, etc. 5. Lekdichtheidstesten Tenslotte werd eveneens tijdens het eerste blok een vraag gesteld over de uit te voeren dichtheidstesten van de opslagcavernes. Deze vraag werd doorgeschoven naar het tweede blok, maar kwam daarin eigenlijk niet meer aan de orde. Daarom hierbij enige toelichting daarop. Voordat een caverne in gebruik wordt genomen voor gasolieopslag wordt de lekdichtheid van het deel waar olie in komt te staan inderdaad getest. Dit gebeurt onder een vooraf vastgestelde druk, die aanmerkelijk hoger is dan de hoogst mogelijke druk die er tijdens het vullen van de caverne in een worst-case situatie mogelijk op kan treden. Deze hoge druk wordt gedurende vier dagen vastgehouden, terwijl die in de genoemde worst-case situatie slechts zeer kort (seconden tot hooguit minuten) op zou treden. Door deze testwijze ontstaat, ondanks dat de test slechts enkele dagen duurt, toch een betrouwbaar inzicht in de dichtheid van de caverne en dit type testen is algemeen geaccepteerd als betrouwbaar. De testen worden onder toezicht van SodM door een externe adviseur uitgevoerd. De procedure en resultaten worden tevens onderworpen aan een second opinion van een andere externe adviseur en worden tenslotte ter instemming voorgelegd aan SodM, alvorens met de daadwerkelijke ombouw van de cavernes wordt gestart. 4

5 Inleidingen door dhr. Breunese en mevr. Muntendam-Bos De heer Breunese toonde enkele figuren m.b.t. bodemdaling boven zoutcavernes (sheet 15 en 16), die AkzoNobel heeft opgesteld op verzoek van SodM, om het verschil toe te lichten tussen de bodemdaling boven de cavernes in Enschede en in Epe. De tweede figuur die hij hierover toonde (sheet 16) betrof echter niet de situatie in Enschede, maar juist die in Epe, en gaf een benadering van de bodemdaling aan maaiveld en de daling op diepte aldaar. Om eventuele onduidelijkheid hierover weg te nemen, hebben we de memo die hier in augustus 2014 over is opgesteld toegevoegd als bijlage bij deze notitie. Deze memo bevat een toelichting op de bodemdaling door de zoutwinning in Twente en de daaruit volgende rek op de vertikale buis, alsmede een benadering van de situatie in Epe. Deze notitie legt nog eens duidelijk uit dat de bodemdaling aan maaiveld in Enschede ordergrootte centimeters per 100 jaar bedraagt en ter hoogte van het cavernedak ordergrootte decimeters per 100 jaar. Deze waarden zijn zowel modelmatig als middels bodemdalingsmetingen vastgesteld. In Epe zijn beide parameters een factor 10 à 20 groter, wat een belangrijk verschil is tussen Epe en Enschede. Vragen en antwoorden blok 2 Techniek 1. Kwantitatieve risicoanalyse Tijdens de vragenronde in blok 2 werd de vraag gesteld of er een kwantitatieve risicoanalyse is gemaakt m.b.t. de gasolieopslag. Hierop antwoordde mevr. Muntendam-Bos dat dit niet het geval was. In het kader van de het MER is echter wél een kwantitatieve risicoanalyse (QRA; quantative risk analysis) gemaakt, die is opgenomen als bijlage 6 van het MER 2 (Achtergrondrapport Externe Veiligheid). Middels deze QRA zijn onder andere externe veiligheidscontouren vastgesteld, waarvan de zogenaamde contour de bekendste is. Deze QRA is tevens opgenomen in het opgestelde Veiligheidsrapport dat noodzakelijk is omdat de locatie, net als bovengrondse tankopslag, een BRZO-inrichting betreft, vallend onder de BRZO 99 (Besluit Risico s Zware Ongevallen). In dit Veiligheidsrapport komt naast technisch falen ook menselijk falen uitgebreid aan de orde als potentiële oorzaak voor het ontstaan van onveilige situaties. Dit Veiligheidsrapport wordt beoordeeld door zowel de Veiligheidsregio Twente als SodM. 2. Onnauwkeurigheid monitoringsmaatregelen Verder werd gevraagd naar de onnauwkeurigheid van de verschillende monitoringsmaatregelen, zoals de drukmetingen en de olie-pekelspiegelmetingen. Dit onderwerp behoeft enige toelichting. De monitoring van de gasolieopslag bestaat uit een samenstel van veel verschillende metingen die tezamen bezien worden, zoals mevr. Muntendam-Bos al duidelijk maakte. In het licht van hetgeen in Epe gebeurd is, waarbij lekkage is opgetreden vanuit de vertikale buis, is de permanente drukmeting in de annulaire ruimte (de afgesloten ruimte tussen de binnen- en de buitenbuis) cruciaal. Die drukmeting is zéér nauwkeurig, waardoor de kleinste lekkage van de binnen- of buitenbuis direct wordt waargenomen. Bovendien kent deze meting door de permanente bewaking van de samenstelling van de annulaire vloeistof een hoogwaardige back-up. De drukmeting in de caverne zelf is minder nauwkeurig door externe invloeden (zoals temperatuur, luchtdruk, getijden, etc). Daar staat echter tegenover dat lekkage uit de caverne zelf door het dikke zoutdak en de dikke zoutwanden, vele malen minder waarschijnlijk is. Bovendien wordt de dichtheid van de caverne voorafgaand aan opslag goed getest (onder toezicht van SodM; zie de toelichting op de lekdichtheidstesten bij blok 1) en vindt maandelijks een bepaling plaats van de olie-pekelspiegel. Hoewel deze laatste een nauwkeurigheid heeft van ca. 50 m 3 (afhankelijk van het oppervlak van de caverne), geeft het gehele samenstel van permanente en periodieke metingen, de voorafgaande testen en de dichtheid van zout voor gasolie gezamenlijk voldoende zekerheid en veiligheid. Zoals mevr. Muntendam-Bos aangaf heeft 5

6 het Ministerie van Economische Zaken op basis daarvan in december 2014 ingestemd met het Monitoringsplan. 3. Aanleiding en aantal transportbewegingen Tevens werd in dit blok (en later ook nog in relatie tot de transportbewegingen) gevraagd naar de frequentie van vullen en legen. Hiervoor wil ik graag verwijzen naar enerzijds het MER en anderzijds het Vervoersplan. In hoofdstuk 4 van het MER 2 zijn de verwachte vervoersbewegingen toegelicht, nodig voor vullen en legen van de vijf vergunde cavernes in een worst-case scenario (i.e. een jaar met een oliecrisis) en in een destijds bedachte gemiddelde situatie. Zoals daar gesteld, kan legen (en later weer vullen) van cavernes gerelateerd zijn aan een oliecrisis, aan noodzakelijke verversingen (bijvoorbeeld door veroudering of aanpassing van specificaties) en aan commerciële handel. In een later stadium zijn de verwachte vervoersbewegingen in die gemiddelde situatie herzien door Argos, o.a. omdat commerciële opslag minder waarschijnlijk is en verversing minder frequent nodig lijkt. Dit is vastgelegd in het Vervoersplan, waarin naast verwachte vervoersbewegingen ook de te rijden route, de tijden dat er niet gevuld wordt (caverne 381; t.b.v. voorkomen van overlast voor omwonenden) en andere operationele zaken zijn vastgelegd. Dit vervoersplan is een bijlage bij het (vastgestelde) Inpassingsplan en is ondertekend door enerzijs Argos en anderzijds de burgemeesters van Enschede en Hengelo 6. Ook het Vervoersplan gaat uit van vijf cavernes. Hierin kan in totaal m 3 gasolie worden opgeslagen, waarvan m 3 voor strategische opslag en m 3 voor commerciële opslag. Zoals ook tijdens de hoorzitting reeds gemeld, wordt voorlopig echter gestart met opslag in twee cavernes, gezamenlijk m 3, en betreft dit uitsluitend strategische opslag. 4. Deformatie cavernedak Tenslotte werd m.b.t. bodemdaling gevraagd hoe men zich de daling van het cavernedak door zoutvloei moest voorstellen. Hierbij werd door de dhr. Breunese een beeld geschetst van een doorbuigende overspanning. Dit beeld is echter niet geheel correct omdat dat elastische deformatie betreft (i.e. doorbuiging die bij wegnemen van de kracht weer zou terugveren) terwijl hier sprake is van onomkeerbare, plastische deformatie. Het dichtdrukken van een caverne gebeurt doordat het zout zich overal rondom de caverne (zowel in het cavernedak als in de cavernewand) verplaatst ( kruipt ) naar waar de druk het geringst is, dus naar de overgang zout-caverne. In de praktijk betekent dit dat het cavernedak, met een dermate geringe snelheid en grootte dat dit nauwelijks zichtbaar is, min of meer rechtstandig omlaag beweegt. Figuur 1: Ongedeformeerde zoutkern (links) en plastisch gedeformeerde zoutkern (rechts). 6 Zie: /r_NL.IMRO.0000.EZip13Gasolieopsl-3000.html 6

7 Bijlage 1 - Memorandum Aanwezigheid breuken in de Marssteden, 8 februari 2011

8 Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. Memorandum To From Pnb, TmP MHtg Date 8 februari 2011 Subject Copies to Aanwezigheid breuken in De Marssteden Remarks Om bedrijfseconomische redenen niet openbaar. CONFIDENTIAL Inleiding Op dit moment werkt AkzoNobel in samenwerking met de North Sea Group aan ondergrondse opslag van gasolie in De Marssteden bij Enschede. Omdat AkzoNobel op een integere en duurzame manier wil werken, willen we voor mogelijke olieopslagcavernes aan kunnen tonen dat de risico s op lekkage minimaal zijn. Ook voor het verkrijgen van de benodigde vergunning wordt van AkzoNobel verwacht dat we de (olie)dichtheid van de cavernes aantonen. Uit alle risico inventarisaties blijkt dat de aanwezigheid van breuken een mogelijk risico voor de dichtheid betekent. Daarom heeft AkzoNobel aan Geowulf opdracht gegeven de geologie van De Marssteden zo gedetailleerd mogelijk in kaart te brengen. Hiermee kan de ligging en het verzet van eventueel aanwezige breuken zo precies mogelijk in kaart gebracht worden. Deze memo behandelt het onderzoek van Geowulf. Om de betekenis van de resultaten voor mogelijke olieopslag cavernes in De Marssteden te kunnen bepalen wordt ook eerder onderzoek meegenomen. Tot slot volgt een conclusie met aanbevelingen. Beschrijving onderzoek Geowulf Figuur 1. Onderzoeksgebied Geowulf studie (Geowulf Laboratories, 2010). 1

9 Van elke geboorde put wordt standaard voor aanvang van de productie een gamma meting uitgevoerd over het gehele traject, de zogenaamde nulmeting. Gedurende de productie worden tijdens onderhoudsbeurten nieuwe metingen gedaan. Alle meetdata van alle op De Marssteden aanwezige putten (61, Fig. 1) is aan Geowulf ter beschikking gesteld. Daarnaast zijn de boorlogboeken van alle putten, de ROP (boorsnelheid) diagrammen, de cuttingsbeschrijvingen en eventuele kernbeschrijvingen en modelleerstudies op basis van seismische data aan Geowulf ter beschikking gesteld. In eerder onderzoek heeft Geowulf aan de hand van reference well TWR-480, die in het studiegebied is opgenomen, op basis van cutting- en kernmonsters een zeer gedetailleerde stratigrafie voor het boorterrein Hengelo vastgesteld [1]. De gamma metingen worden door Geowulf per put stratigrafisch geïnterpreteerd. Hierbij kunnen breuken die door het put traject lopen worden geïdentificeerd, ook bij een verzet van slechts een circa één meter. Vervolgens worden de interpretaties van de verschillende putten met elkaar gecorreleerd. Hiermee kan worden vastgesteld of zich een breuk tussen twee putten bevindt. Binnen een serie zit er 40 meter tussen twee putten (Fig. 1). Tussen twee series is de afstand 160 tot 500 meter. Omdat er in een gebied van 4 km 2 61 putten uitgewerkt en gecorreleerd zijn, is de locatie, de strekking en het verzet van individuele breuken nauwkeurig te bepalen. Resultaten onderzoek Geowulf Op basis van de interpretaties en correlaties van alle putgegevens, heeft Geowulf structureel geologische kaarten kunnen maken [2]. Er zijn vooral kleine normal faults aangetroffen. Normal faults zijn afschuivingsbreuken met een steile helling (tussen 45 en 75 graden). Ze ontstaan vaak als gevolg van rek in de ondergrond. Figuur. 2. Breuken in De Marssteden, met hun ouderdom (Geowulf Laboratories, 2010). 2

10 In bovenstaande kaart (Fig. 2) worden de door Geowulf Laboratories aangetroffen breuken weergegeven. In het centrum van de Marssteden is een kleine breuk te zien tussen caverne 469 en 472, deze dooft volledig uit richting caverne 299 en 369. Verder bevinden zich vooral in het zuidwesten enkele breuken. In onderstaande tabel staan de resultaten per serie voor de beoogde cavernes in De Marssteden (Tabel 1). Serie (TWR) Resultaat Geen breuken, gedeelte basis Altena Group (Jura) hoort misschien bij Muschelkalk (Trias). Log kwaliteit niet heel goed Geen breuken, 373 heeft matige kwaliteit log langs Röt Claystone sectie Zout A duidelijk dikker in 375 (41,3 m) vergeleken bij 376 (34,6 m) en 377. Daarnaast is zout D afwezig in 375, terwijl het goed ontwikkeld is in de andere twee boringen heeft een normal fault in de Intermediate Röt Claystone (direct boven Main Röt Evaporite) met een verzet van 3 meter. Log kwaliteit was erg matig in deze put. Mogelijk is er ook een normal fault in het bovenste deel van Muschelkalk-A, maar de log kwaliteit laat hierover geen specifiekere uitspraken toe heeft een log over alleen de Main Röt Evaporite. 381 heeft een normal fault in de Muschelkalk-A sectie, verzet 2,1 m. 382 heeft een normal fault met circa 2 meter verzet in Muschelkalk-A Geen breuken heeft een normal fault in Muschelkalk-B, verzet 3,3 meter en 477 hebben een matige kwaliteit logs langs delen van de Röt Claystone C-D member. 475 heeft een betere log langs Röt Claystone, maar minder goed langs Muschelkalk en Niedersachsen intervallen. 477 heeft mogelijk een breuk in de Röt Claystone, waarbij 2 tot 3 meter van de sectie is verdwenen. De precieze positie van de breuk is niet bepaald vanwege de matige log kwaliteit, maar zou zich in Röt Claystone C-D moeten bevinden. Tabel 1. Resultaten en opmerkingen per serie. De resultaten houden in dat drie series breukvrij zijn: 367, 372 en 469. De forse verschillen in zoutdikte in 375 lijken met zoutvloei door breukwerking te maken te hebben. In serie 378 (boring 380) zit een kleine breuk vlak boven de zoutlaag. In serie 381, 472 en 475 komen kleine breuken voor in de overburden, op tientallen meters boven de zoutlaag. Alle aangetroffen breuken hebben een verzet van minder dan 3,5 meter, echter dikte verschillen in het zout kunnen lokaal oplopen tot 10 meter, dit is vooral gerelateerd aan verzet in de onderliggende Solling Formatie. Eerder onderzoek naar breukwerking in het zout Schléder and Urai [3] hebben microscopische analyses uitgevoerd op monsters van boring TWR-382. Er zijn zowel sedimentaire- als (tektonische) deformatiestructuren aangetroffen. De sedimentaire structuren bestaan uit chevron-vormige zones in de kristalstructuur die rijk zijn aan kristalgebonden water, gevormd in de groeirichting van de kristallen. Daarnaast zijn ook synsedimentaire oplossings- en rekristallisatie patronen aangetroffen langs de randen van de chevron-vormige kristallen. De tektonische structuren bestaan uit kristallen, gevormd door rekristallisatie langs de kristalgrenzen (fig. 3). De deformatie in het zout vond gedurende het Jura en het Krijt plaats, toen de zoutlaag zich op een diepte tussen 500 en 1500 meter bevond [4]. Het waargenomen proces leidt onder deze omstandigheden in geen geval tot het ontstaan van scheuren of openingen in de zoutformatie die permeabiliteit zouden kunnen creëren. 3

11 Figuur 3. Ontwikkeling van het Rötzout in Hengelo (Schléder & Urai, 2005). Fase a: Haliet kristal groei tijdens de verdampingsconcentratie stap in de zoutpan indampcyclus. Kristalgroei volgt een chevron patroon met banden rijk aan kristalgebonden water. Fase b: Overstromingsfase tijdens welke onverzadigd water een oplossingsvlak veroorzaakt waarbij oplossing preferentieel langs de kristalgrenzen plaatsvindt en een grillig oppervlak creëert met holtes. Fase c: Na verzadiging precipiteert bij een volgende indampfase eerst gips en daarna haliet. De in de voorgaande fase gevormde holtes worden gevuld met amorfe haliet zonder kristalgebonden water. Fase d: Het eindproduct van meerdere zoutpan cycli is een gelaagd pakket haliet met gips banden. Fase e: (Tektonische) deformatie van het zoutpakket veroorzaakt een migratie van de bestaande kristalgrenzen. Deze migratie wordt veroorzaakt door het onder druk oplossen van de bestaande kristallen en het rekristalliseren van de zo ontstane verzadigde oplossing. Dit proces vindt plaats op moleculaire schaal langs de kristalgrenzen. De nieuw gevormde kristallen vertonen geen sporen meer van de oorspronkelijke structuur. Betekenis onderzoeksresultaten voor de beoogde cavernes Door Geowulf Laboratories zijn in de lagen direct onder en boven de zoutlaag breuken aangetroffen met een verzet van maximaal 10 meter. In het zout zelf zijn deze breuken niet te traceren. Dit kan verklaard worden uit het feit dat ten tijde van de breukwerking (tijdens het Krijt) de zoutformatie zich op een diepte bevond waar deze doormiddel van zoutvloei of -kruip kon deformeren. Dit blijkt ook uit het onderzoek van Schléder en Urai [3]. Daarnaast was de hoeveelheid fluid inclusions in het originele zout voldoende om pressure solution en grain boundary migration recrystallization mogelijk te maken, wat ook bevestigd wordt door andere gerenommeerde experts [5]. Verzet werd binnen de zoutlaag dus door wijzigingen in de kristalstructuur geaccommodeerd, niet door het ontstaan van traceerbare discrete breukvlakken. Er is dus geen enkele aanwijzing voor brittle deformation. Aangezien 10 meter verzet onvoldoende is om zoutlaag A (30m dik) te 4

12 doorsnijden, bevinden de cavernes zich in een continue zoutlaag die enkel door kruip gedeformeerd is. Tevens bevat het zout beduidend minder dan 15% insluitsels, zodat de percolation threshold voor insluitsels niet overschreden wordt. Al met al kunnen we met vertrouwen concluderen dat de gunstige eigenschappen van zout betreffende porositeit en permeabiliteit hierdoor niet wezenlijk veranderd zijn [5]. Geowulf Laboratories heeft in de overburden ook enkele breuken aangetroffen met een verzet van minder dan 10 meter (tabel 1). Omdat de beoogde cavernes zich alle in zout A bevinden, hebben de cavernes daarboven nog een dicht zoutdak (zoutlaag B en C) en een doorlopende anhydrietlaag (dikte 15m). Hierdoor kan contact tussen breuken in de overburden en zoutcavernes uitgesloten worden. Indien het boorgat een breuk in de overburden snijdt, worden mogelijke lekkages uitgesloten door de aanwezigheid van een technisch goede casing. Conclusies en aanbevelingen De volgende conclusies kunnen op basis van onderzoek van Geowulf worden getrokken: Er zijn in het zuidwesten en midden van het onderzochte gebied enkele breuken direct onder en boven de zoutlaag aangetroffen, vooral normal faults In het zout zijn deze breuken niet te traceren, omdat deformatie werd geaccommodeerd door wijzigingen in de kristalstructuur. Deze zoutvloei/-kruip was mogelijk omdat het zout zich ten tijde van de breukwerking op voldoende diepte bevond (>500m) om deze processen mogelijk te maken. Het maximaal aangetroffen verzet (10m) in lagen direct onder en boven het zout is lang niet voldoende om het gesteente onder het zout in contact te brengen met het gesteente boven het zout. Zelfs de continuïteit van zoutlaag A (30m dikte), waarin zich de cavernes bevinden, is bij een dergelijk verzet nog steeds gewaarborgd. De cavernes bevinden zich daarom in een impermeabele continue zoutlaag. De dichtheid van deze zoutlaag wordt door de aangetroffen breuken niet gecompromitteerd. Tevens zijn in de overburden enkele breuken aangetroffen met een verzet van minder dan 10 meter. Vanwege de dikte van het aanwezige zoutdak kan contact tussen breuken in de overburden en cavernes worden uitgesloten. Geen van de aangetroffen breuken in het gebied De Marssteden leveren een risico op voor de dichtheid van de cavernes Wanneer een boorgat een breuk in de overburden snijdt kan een mogelijke lekkage worden uitgesloten door de aanwezigheid van een technisch goede casing. De aangetroffen breuken in De Marssteden vormen geen risico voor het containment. Daarom hoeft de aanwezigheid van een breuk in dit gebied geen criterium te zijn voor de selectie van cavernes voor mogelijke olie opslag. Referenties [1] Lithological Study Cutting Samples Well B480 Cutting Samples & Core Samples. Geowulf Laboratories GL & GL , June [2] Geological Analysis of The Marssteden Area Twente Region. Geowulf Laboratories, GL , December [3] Microstructural evolution of deformation-modified primary halite from the Middle Triassic Röt Formation at Hengelo, The Netherlands, Schléder, Z. & Urai, J., June [4] Geological atlas of the subsurface of The Netherlands, explanation to map sheet X: Almelo-Winterswijk. Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, 1998 (p. 143). [5] Persoonlijke communicatie met Chris Spiers (Universiteit Utrecht), februari

13 Bijlage 2 - Memorandum Berekening rek op casing bij olieopslag Twente n.a.v. olielekkage Epe (Duitsland), 18 augustus 2014

14 Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. Memorandum To From Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) Tjeerd Koopmans (AkzoNobel) en Tobias Pinkse (AkzoNobel) Date 18 augustus 2014 Subject Copies to Berekening rek op casing bij olieopslag Twente n.a.v. olielekkage Epe (Duitsland) Hans de Waal (SodM) en Annemarie Muntendam-Bos (SodM), Nils van der Plas (AkzoNobel), Jan van Herk (SodM) Remarks Doel Op 3 juli 2014 is er op operationeel niveau overleg geweest tussen Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en AkzoNobel over de Bowtie risicoanalyse die is opgesteld n.a.v. de olielekkage bij SGW in Epe (Duitsland) en de vraag hoe het risico van hetgeen in Epe gebeurd lijkt te zijn bij de opslag in Twente geminimaliseerd wordt. Één van de mogelijke oorzaken van de olielekkage in Epe is dat de casing uit elkaar getrokken is door de grote rek die is opgetreden door het verschil in daling van het maaiveld (geringe daling) en de bovenzijde van het zoutpakket (grote daling). AkzoNobel stelt dat dit bij de Twentse opslagcavernes geen risico vormt omdat daar dit verschil veel kleiner is door de veel geringere daling van de bovenzijde van het zoutpakket. Dit is een gevolg van de ondiepere ligging van de cavernes (lagere druk en lagere temperatuur), waardoor de Twentse cavernes nauwelijks worden dichtgedrukt. In het overleg van 3 juli j.l. heeft SodM aan AkzoNobel verzocht deze rek te kwantificeren en zo te onderbouwen dat dit inderdaad geen risico vormt. Dichtdrukken cavernes en optreden van daling van de bovenliggende horizons Steenzout gedraagt zich bij toenemende druk en temperatuur plastischer dan het omliggende gesteente en vertoont in die situatie kruip. Doordat tijdens zoutwinning het drukevenwicht ter plaatse wordt verstoord als gevolg van onttrekking van het zout ontstaat er een deviatorische spanning. De optredende deviatorische spanning is echter zeer beperkt, omdat de verzadigde pekel waarmee de caverne altijd gevuld is zorgt voor enige tegendruk. Ook in de olieopslagsituatie is deze tegendruk aanwezig omdat de olie onder iets hogere druk wordt opgeslagen dan de pekel (+18 bar), zodat de geomechanische situatie tijdens olieopslag gelijk is aan die wanneer de caverne gevuld is met verzadigde pekel (zoutwinningssituatie; zie het Opslagplan). De resterende deviatorische spanning rondom de caverne wordt herverdeeld door de kruip van het zout. De caverne wordt als het ware langzaam dichtgedrukt, doordat zout van alle kanten toestroomt. Door het gewicht van het bovenliggende gesteentepakket, zal de bovenzijde van de zoutlaag hierdoor iets inzakken en zakken ook alle daarboven gelegen lagen iets in. Hierbij zal het invloedsgebied naar boven toe steeds groter worden en de daling in het centrum van de deflectie steeds kleiner (omdat het dalingsvolume zich over een steeds groter oppervlakte verspreidt; zie figuur 1). Doordat de cavernes in Twente relatief ondiep liggen (ca. 460 m-mv), is de optredende deviatorische spanning, die afhankelijk is van het gewicht van het bovenliggende gesteente, relatief beperkt. Ook is de temperatuur op deze diepte relatief laag (ca. 20 à 22 C). Hierdoor gedraagt het zout zich maar nauwelijks plastisch en vindt er nauwelijks kruip plaats. Uit analyses van de afname van het volume van cavernes en analyses van de optredende bodemdaling boven oude cavernes blijkt de volumeafname circa 0,008% per jaar te zijn (Respec, 2008). Een caverne van m 3 wordt per jaar dus ca. 8 m 3 kleiner. 1

15 Figuur 1: Schematische weergave van de daling van de bovenzijde van het zout als gevolg van het dichtdrukken van de caverne en de daaruit volgende daling aan maaiveld. De dalingen zijn sterk overdreven en bedragen slechts 14 cm (bovenzijde zout) en ca. 2 cm (aan maaiveld) over een periode van 50 jaar. Kwantificering van de optredende rek op de casing boven een olieopslagcaverne Om de optredende rek op de casing boven een olieopslagcaverne te kunnen kwantificeren zijn de volgende uitgangspunten van toepassing en zijn de volgende aannames gedaan: - Steady state closure rate (V C (t)/dt) = 0,008% per jaar (Respec, 2008) - Caverne volume (V cav ) = m 3 - Caverne straal (r cav ) = 60 m - Caverne dakoppervlak (Opp cav ) = m 2 - Tijd (t) = 50 jaar (de cavernes zijn ca. 20 jaar geleden geboord en gaan 30 jaar voor opslag gebruikt worden; het volume is, in de 20 jaar dat de caverne ontwikkeld is, echter geleidelijk toegenomen tot m 3, dus het is een worst-case aanname dat het dichtdrukken al reeds 20 jaar in de volledige mate aan de gang is) - Diepte top Zout (d TZ ) = ca. 400 m De afname van het cavernevolume met de tijd bedraagt dan: V C (t)/dt * V cav * t = 0,008% * m 3 * 50 jaar = 800 m 3. Deze volumeafname zal van alle kanten van de caverne komen, maar grotendeels van de zijkant en de bovenkant (omdat zich onder de caverne nauwelijks zout bevindt). Als worstcase wordt, ook vanweg de platte vorm van de cavernes, aangenomen dat deze volumeafname volledig voor rekening van het dak komt. Dit dak zal, door het plastische gedrag van het zout min of meer rechtstandig inzakken. Voor een dakoppervlak van m 2 betekent dit een daling van 7,1 cm. Wederom wordt echter voor een worst-case benadering gekozen, waarbij het dak in het midden iets doorbuigt, waardoor het daar een twee maal zo grote inzakking vertoont. h top_zout bedraagt dus maximaal 14,2 cm. 2

16 Aan het maaiveld treedt boven de cavernes ook enige bodemdaling op (maximaal 5 cm per 100 jaar; zie het Opslagplan). Over een periode van 50 jaar zou dat dus ca. 2,5 cm bedragen. Dit is echter de cumulatieve bodemdaling van de elkaar overlappende bodemdalingskommen van meerdere dichtbij elkaar gelegen cavernes. Per caverne is de daling geringer (ordegrootte minder dan 2 cm in 50 jaar). h mv bedraagt dus minder dan 2 cm. Om een worst-case benadering van de optredende rek op de casing te krijgen wordt echter aangenomen dat de bodemdaling aan maaiveld nihil is. De rek op de casing wordt veroorzaakt door het verschil tussen de daling van de top van het zout enerzijds (ruim 14 cm in bovenstaande worst-case benadering) en de bodemdaling aan maaiveld anderzijds (worst-case aanname: nihil). Uitgaande van een casinglengte van 400 meter betekent dit het volgende: rek op casing = 0,142 / 400 = 0,36. Dit kom neer op minder dan 0,4 mm per meter lengte. Hoewel niet bekend is hoeveel oprekking de casing zelf kan accommoderen, kan ervan worden uitgegaan dat de rek van de casing door daling van de bovenzijde van het zout vele malen (minimaal een factor 5 tot 10) kleiner is dan de rek die de casing probleemloos kan accommoderen. Conclusies Wat betreft de opslag van gasolie in Enschede kan geconcludeerd worden dat de rek die ontstaat door het verschil tussen de daling van de bovenzijde van het zout en de daling van het maaiveld (ca. 14 cm in het allerslechtste geval) probleemloos geaccommodeerd kan worden door geringe oprekking van de casing (minder dan 0,4 ). 3

Olieopslag in zoutcavernes Informatiesessie n.a.v. Epe (DL) Tjeerd Koopmans Projectleider gasolieopslag

Olieopslag in zoutcavernes Informatiesessie n.a.v. Epe (DL) Tjeerd Koopmans Projectleider gasolieopslag Olieopslag in zoutcavernes Informatiesessie n.a.v. Epe (DL) Tjeerd Koopmans Projectleider gasolieopslag Inhoud 1. Wat, wie, waarom, waar en hoe? 2. Olielekkage Epe i.r.t. gasolieopslag Enschede 3. Vervolgacties

Nadere informatie

Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

Pilot Stabilisatie Cavernes Twente Pilot Stabilisatie Cavernes Twente Tussentijds toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 augustus 2013 / rapportnummer 2655 98 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Sinds 1933 wint AkzoNobel

Nadere informatie

3 mei 2018, uur uur Slochteren Zaal, SodM, Leidschenveen Nedmag: WEP: SodM:

3 mei 2018, uur uur Slochteren Zaal, SodM, Leidschenveen Nedmag: WEP: SodM: Datum 2 mei 2018 Kenmerk Kopie aan Bijlage(n) Omschrijving Voorzitter Vergaderdatum en -tijd Locatie Aanwezig Drukval Cavernestelsel 3 mei 2018, 14.00 uur - 16.00 uur Slochteren Zaal, SodM, Leidschenveen

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Maandrapportage December 2014 Sign. Datum 22-jan-2015 Sign. Datum 22-jan-2015 D. Nieuwland B. Teuben Author Project Director Prepared Authorized INHOUD Het

Nadere informatie

Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: januari 2015

Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: januari 2015 Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: januari 2015 1. Algemeen 1.1 Waarom? AkzoNobel en Argos willen een strategische en duurzame opslag van olieproducten realiseren in ondergrondse zoutholtes

Nadere informatie

Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: mei 2014

Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: mei 2014 Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: mei 2014 1. Algemeen 1.1 Waarom? AkzoNobel en Argos willen een strategische en duurzame opslag van olieproducten realiseren in ondergrondse zoutholtes (cavernes)

Nadere informatie

Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda

Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda Zoutpijlers mogelijk geschikt voor cavernes >300m hoog Mogelijk geschikt voor aanleg lage cavernes 0 15 30 60 km Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Maandrapportage Januari 2015 Sign. Datum 26-feb-2015 Sign. Datum 26-feb-2015 T.T. Scherpenhuijsen Author Prepared B. Teuben Project Director Authorized INHOUD

Nadere informatie

Hoogeveen zoutpijler. Hoogeveen

Hoogeveen zoutpijler. Hoogeveen Hoogeveen zoutpijler Hoogeveen Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch overzicht van individuele zoutpijlers binnen de Zechstein Groep in Noord Nederland. Per zoutpijler, waarbij de

Nadere informatie

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6 Quantitatieve risico analyse Nedmag VE 5/6 Veendam VDM-05 & VDM-06 Auteurs: Goedgekeurd: Versie: 2.0 Datum: 22-03-2018 1 Referentie documenten 1. Handleiding Risicoberekeningen Bevi versie 3.3, 1 juli

Nadere informatie

21 MEI 2014. Onderwerp: Statenvragen ex artikel 59 Reglement van Orde betreffende olielekkage uit zoutcavernes in Duitsland

21 MEI 2014. Onderwerp: Statenvragen ex artikel 59 Reglement van Orde betreffende olielekkage uit zoutcavernes in Duitsland PROVINCIALE STÄTEN VAN OVERIJSSEL Provinciale Staten van Overijssejl Reg.nr. r2>/ OM /M10 Dat. 21 MEI 2014 ontv.: Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88

Nadere informatie

Staatstoezicht op de Mijnen Akzo Nobel Salt B.V. t.a.v. mevrouw Postbus AS AMSTERDAM. Uw kenmerk uw d.d.

Staatstoezicht op de Mijnen Akzo Nobel Salt B.V. t.a.v. mevrouw Postbus AS AMSTERDAM. Uw kenmerk uw  d.d. '.J Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hj h"'* CO > Retouradres Postbus 24037 2490 AA Den Haag Akzo Nobel Salt B.V. t.a.v. mevrouw Postbus 75730 1070 AS AMSTERDAM Bezoekadres Henri Faasdreef 312

Nadere informatie

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant 1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en

Nadere informatie

Hooghalen zoutpijler Hooghalen Legenda

Hooghalen zoutpijler Hooghalen Legenda Hooghalen zoutpijler Hooghalen Legenda Zoutpijlers mogelijk geschikt voor cavernes >300m hoog Mogelijk geschikt voor aanleg lage cavernes 0 15 30 60 km Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Maandrapportage Januari 2016 Sign. Datum 9-3-2016 Sign. Datum 9-3-2016 T.T. Scherpenhuijsen Author Prepared W.J. Plug Subsurface Team Lead Authorized INHOUD

Nadere informatie

Informatiebladen zoutwinning

Informatiebladen zoutwinning Informatiebladen zoutwinning Voorwoord, disclaimer 1. Beschrijving a. Ontstaansgeschiedenis b. Zoutwinning door oplosmijnbouw c. Cavernes 2. Potentieel in Nederland a. Vergunningen b. Geotechnische randvoorwaarden

Nadere informatie

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Aanleiding en planning

Aanleiding en planning Aanleiding en planning AkzoNobel wint sinds 1933 zout in het huidige gebied Winbare reserves in het huidige gebied beginnen na 80 jaar zoutwinning uitgeput te raken Nieuw boorterrein in Haaksbergen om

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1: Onderzoeksgebied in paars

Samenvatting. Figuur 1: Onderzoeksgebied in paars Samenvatting Geothermie duurzame energiebron De lat voor verduurzaming in de woningbouw, tuinbouw en industrie ligt hoog. Het blijkt uit onderzoek en praktijk dat geothermie een zeer kosteneffectieve manier

Nadere informatie

WATERINJECTIE >>> ZOUTOPLOSSEN >>> EXTREME GEVOLGEN!

WATERINJECTIE >>> ZOUTOPLOSSEN >>> EXTREME GEVOLGEN! Technische Beschrijving : maart 2016 WATERINJECTIE >>> ZOUTOPLOSSEN >>> EXTREME GEVOLGEN! Inhoud beschrijving : 2. Extreem Gevaarlijk (beschrijving). 3. Platte grond van de 3 Twente gasvelden. 4. Groote

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus EC DEN HAAG 2500EC. Geachte heer Jongerius,

Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus EC DEN HAAG 2500EC. Geachte heer Jongerius, Retouradres: Postbus 80015, 3508 TA Utrecht Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG 2500EC Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Winschoten zoutpijler. Winschoten

Winschoten zoutpijler. Winschoten Winschoten zoutpijler Winschoten Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch overzicht van individuele zoutpijlers binnen de Zechstein Groep in Noord Nederland. Per zoutpijler, waarbij

Nadere informatie

2. Geologie - Het zoutvoorkomen in kaart gebracht

2. Geologie - Het zoutvoorkomen in kaart gebracht Ontwikkeling boorterrein Ganzebos 1 Aanleiding Uitbreidingsmogelijkheden in het boorterrein Hengelo zijn beperkt (na ruim 75 jaar productie Ontwikkeling nieuw boorterrein bij Haaksbergen medio 2015 Ter

Nadere informatie

Aardbevingen en gaswinning. Bernard Dost KNMI

Aardbevingen en gaswinning. Bernard Dost KNMI Aardbevingen en gaswinning Bernard Dost KNMI Aardbevingen in Nederland (1300-2013) Natuurlijke aardbevingen Rood: 1980-2013 Roze: 1904-1980 Licht roze: 1986

Nadere informatie

Inleiding. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Inleiding. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport b I J age 3721 Risico s van opslag gasolie in zoutcavernes Literatuuronderzoek A. van Leeuwenhoeklaan 9 MA

Nadere informatie

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5 Van : Aan : Copy : (WEP) Datum : 7 juni 2018 Onderwerp : Voorziene bodemdaling bij afbouwen van pekelproductie uit de Nedmag pekelcluster ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? De p90 onzekerheid staat in het kader van de garantieregeling voor aardwarmte

Nadere informatie

Gasselte-Drouwen zoutpijler. Gasselte-Drouwen

Gasselte-Drouwen zoutpijler. Gasselte-Drouwen Gasselte-Drouwen zoutpijler Gasselte-Drouwen Gasselte-Drouwen: Geografische ligging Gasselte-Drouwen: Vergunningen, Boringen, Cavernes De zoutpijler onder Gasselte-Drouwen is relatief klein, smal en spits

Nadere informatie

Vermilion Energy Netherlands B.V. Aanvraag Instemming Winningsplan. Addendum Winningsplan d.d. 15 december Zuidwal. Datum: 29 September 2016

Vermilion Energy Netherlands B.V. Aanvraag Instemming Winningsplan. Addendum Winningsplan d.d. 15 december Zuidwal. Datum: 29 September 2016 untilmi mil IIHIurn 1» mil urnuhiurnmi m B000018395 Vermilion Energy Netherlands B.V. Aanvraag Instemming Winningsplan Addendum Winningsplan d.d. 15 december 2015 Datum: 29 September 2016 V E R M I L I

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2014 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Technische commissie l[jqjgpp (jg^ggjpg

Technische commissie l[jqjgpp (jg^ggjpg 03 l[jqjgpp (jg^ggjpg M cn > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Ministerie van Economische Zaken Directie Energie en mgeving T.a.v. Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Postadres Postbus 20401 2500 EK

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag. Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft 0 4 DEC 2012 Instemming gewijzigd opslagplan Zuidwending Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag

Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag Datum: 27 Januari 2015 Plaats: Café De Knyp, De Knipe Inleiding De informatieavond vond plaats in het café De Knyp te De Knipe. De avond werd geopend

Nadere informatie

Geachte mevrouw Franke,

Geachte mevrouw Franke, Retouradres:, Aan de griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw & Innovatie T.a.v. mevrouw drs. M.C.T.M. Franke Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 2500EA Onderwerp Rondetafelgesprek inzake

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Datum 5 februari 2019 Betreft Vragen naar aanleiding van het bericht 'Schadelijke lekkage dreigt bij duurzame aardwarmte'

Datum 5 februari 2019 Betreft Vragen naar aanleiding van het bericht 'Schadelijke lekkage dreigt bij duurzame aardwarmte' > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Datum 18 juni 2018 Betreft Beantwoording vragen naar aanleiding van ontwerpinstemmingsbesluit winningsplan Pieterzijl Oost

Datum 18 juni 2018 Betreft Beantwoording vragen naar aanleiding van ontwerpinstemmingsbesluit winningsplan Pieterzijl Oost > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart Voorwoord In december 2012 constateerde ik in het besluit van de burgemeester over preventief fouilleren

Nadere informatie

Aanleiding voor dit project

Aanleiding voor dit project Aanleiding voor dit project Waarom is een nieuw gebied nodig? De grenzen van het vergunningsgebied tussen Hengelo en Enschede komen snel in zicht. Vanaf 2018 kan het boorterrein in Hengelo niet meer de

Nadere informatie

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging.

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging. Staatstoezicilt op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 24037 2490 AA Den Haag Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG Bezoekadres

Nadere informatie

Hierbij bieden wij u het rapport Recent developments on the Groningen field in 2015 aan (rapportnummer TNO-2015 R10755, dd. 28 mei 2015).

Hierbij bieden wij u het rapport Recent developments on the Groningen field in 2015 aan (rapportnummer TNO-2015 R10755, dd. 28 mei 2015). Retouradres: Postbus 80015, 3508 TA Utrecht Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus 20401 2500 EC DEN HAAG 2500EC Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: mei 2014

Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: mei 2014 Q&A - OLIEOPSLAG TWENTE DE MARSSTEDEN Versie: mei 2014 1. Algemeen 1.1 Waarom? AkzoNobel en Argos willen een strategische en duurzame opslag van olieproducten realiseren in ondergrondse zoutholtes (cavernes)

Nadere informatie

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Van Schoonebeek tot schaliegas. Jan Dirk Jansen Leidse Winterlezing Naturalis, 13 december 2015

Van Schoonebeek tot schaliegas. Jan Dirk Jansen Leidse Winterlezing Naturalis, 13 december 2015 Van Schoonebeek tot schaliegas Jan Dirk Jansen Leidse Winterlezing Naturalis, 13 december 2015 Aardbevingen in Groningen Van Schoonebeek tot schaliegas Jan Dirk Jansen Leidse Winterlezing Naturalis, 13

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Maandrapportage April 2016 Sign. Datum 25-5-2016 Sign. Datum 25-5-2016 T.T. Scherpenhuijsen Author Prepared W.J. Plug Subsurface Team Lead Authorized INHOUD

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Maandrapportage Januari 2017 Sign. 20-2-2017 Sign. 20-2-2017 T.T. Scherpenhuijsen Author Prepared W.J. Plug Subsurface Team Lead Authorized INHOUD Het Bergermeer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen)

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1541 Vragen van het lid

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Winningsplannen Opeinde en Opeinde-Zuid/Middelburen

Winningsplannen Opeinde en Opeinde-Zuid/Middelburen Winningsplannen Opeinde en Opeinde-Zuid/Middelburen Geografische ligging Winningsplannen Opeinde en Opeinde-Zuid/Middelburen Algemeen De winningsplannen zijn beide geactualiseerd om verschillende redenen:

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Statenvoorstel nr. PS/2015/867 Gebruik van de diepe ondergrond Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 17.11.2015 2015/0361062 mw. ME. Sicco Smit, telefoon 038 4997838 e-mail me.siccosmit@overijssel.nl hr. F. Stam, telefoon 038 4997853 e-mail:

Nadere informatie

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Notitie Ons kenmerk: Z-2015-15661 / 15945 Behandeld door: mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Onderwerp: Aantal pag. 5 Bijlagen: Concept notitie reikwijdte en detailniveau planmer Structuurvisie Ondergrond

Nadere informatie

1- ZOUTKOEPELS ALS ONDERZOEKSOBJECT

1- ZOUTKOEPELS ALS ONDERZOEKSOBJECT 1- ZOUTKOEPELS ALS ONDERZOEKSOBJECT In Nederland komen volgens verschillende onderzoeken nu nog zeven zoutkoepels in aanmerking voor de berging van radioactief afval: Ternaard in Friesland, Pieterburen

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2016 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

kijk Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle

kijk Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle 13-3-2019 1 Geothermie Proces tot nu toe 6 juni 2018: informatiebijeenkomst omwonenden kansrijk

Nadere informatie

Technische commissie. Datum 25 APR 2017 Tcbb-advies winningsplan Pieterziji-Oost. Geachte Minister,

Technische commissie. Datum 25 APR 2017 Tcbb-advies winningsplan Pieterziji-Oost. Geachte Minister, Postbus Technische commissie > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Techrnsche commissie Aan de Minister van Economische Zaken Directie Energie en Omgeving Postadres T.a.v. V 20401 Postbus 20401

Nadere informatie

Voortgangsmeeting Drukval Cavernestelsel. 17 mei 2018, uur uur Teleconference Nedmag: SodM:

Voortgangsmeeting Drukval Cavernestelsel. 17 mei 2018, uur uur Teleconference Nedmag: SodM: Datum 23 mei 2018 Kenmerk Kopie aan Bijlage(n) Omschrijving Voorzitter Vergaderdatum en -tijd Locatie Aanwezig Voortgangsmeeting Drukval Cavernestelsel 17 mei 2018, 16.00 uur - 17.45 uur Teleconference

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie. Door: Afdeling Beleid en Advies

Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie. Door: Afdeling Beleid en Advies Kwantitatieve Risicoanalyse Zuivelhoeve toekomstige situatie Door: Afdeling Beleid en Advies Samenvatting De Zuivelhoeve heeft het voornemen om haar activiteiten, die nu nog verspreidt over verschillende

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Zuidwending zoutpijler. Zuidwending

Zuidwending zoutpijler. Zuidwending Zuidwending zoutpijler Zuidwending Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch overzicht van individuele zoutpijlers binnen de Zechstein Groep in Noord Nederland. Per zoutpijler, waarbij

Nadere informatie

Datum 27 september 2018 Betreft Reactie op rapport 'Staat van de sector zout' van Staatstoezicht op de Mijnen

Datum 27 september 2018 Betreft Reactie op rapport 'Staat van de sector zout' van Staatstoezicht op de Mijnen > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Toepassing van wet- en regelgeving voor de diepe ondergrond

Toepassing van wet- en regelgeving voor de diepe ondergrond Toepassing van wet- en regelgeving voor de diepe ondergrond Pieter Jongerius De Mijnbouwwet 2 1 De Mijnbouwwet Invloedssfeer Wat is de diepe ondergrond? 100 m 500 m ~ 5 km 3 De Mijnbouwwet Vergunningen

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17 DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17 Groningen, 12 april 2013 74102436- GCS 13.R.53691 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding Z-517-17

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan: ft ARCADIS Infrastructuur - Water- Milieu - Gebouwen MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Piet Mondriaanlaan 26 Postbus 220 3800 AE Amersfoort Tel 033 4771 000 Fax 033 4772 000 www.arcadis.nl Onderwerp: Kwalitatieve

Nadere informatie

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Even voorstellen. Auke Barnhoorn

Even voorstellen. Auke Barnhoorn Even voorstellen Auke Barnhoorn Universitair Docent in Petrofysica Department of Geoscience and Engineering Faculteit van Civiele Techniek en Geowetenschappen TU Delft 8 jaar in buitenland gewoond Nu 5

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

VEENDAM NEDMAG - VE-5 en VE- 6 Maximale initiele cavernevolume (Memo)

VEENDAM NEDMAG - VE-5 en VE- 6 Maximale initiele cavernevolume (Memo) Aan @ Datum 10 januari 2018 Kenmerk VEENDAM NEDMAG - VE-5 en VE- 6 Maximale initiele cavernevolume (Memo) Kopie aan Bijlage(n) Bodemdalingsbudget Initiële budget Bodemdalingsprognose in het winningsplan

Nadere informatie

Risicoanalyse Avia tankstation. Drievogelstraat in Kerkrade. Adviseurs voor de externe veiligheid

Risicoanalyse Avia tankstation. Drievogelstraat in Kerkrade. Adviseurs voor de externe veiligheid Adviseurs voor de externe veiligheid AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Risicoanalyse Avia tankstation Drievogelstraat in Kerkrade Status : notitie Project : 071207 Datum : 17 september 2008 Projectdoc.

Nadere informatie

Trillingen in het Noorden: De oorzaak van bodemdaling en aardbevingen in Groningen

Trillingen in het Noorden: De oorzaak van bodemdaling en aardbevingen in Groningen Leidse Winterlezing 11 November, 2018 Trillingen in het Noorden: De oorzaak van bodemdaling en aardbevingen in Groningen Prof. Chris Spiers Hoge Druk en Temperatuur Laboratorium (HPT Lab) Faculteit Geowetenschappen

Nadere informatie

Risico's en veiligheid

Risico's en veiligheid Risico's en veiligheid Nationaal Symposium Schoon Fossiel voor Nederland Mart van Bracht, Directeur Kennis, TNO B&O Infrastructuur voor schoonfossiele energie Risicobeheersing Operationele fase Post-operationele

Nadere informatie

Bodemdaling door grondwaterwinning

Bodemdaling door grondwaterwinning Bodemdaling door grondwaterwinning Grondwaterwinning in en nabij Groningen Op de rand van het Drents plateau wordt op een viertal locaties grondwater gewonnen ten behoeve van de drinkwatervoorziening:

Nadere informatie

Addendum Waterinjectie Management Plan

Addendum Waterinjectie Management Plan Addendum Waterinjectie Management Plan Protocol seismische activiteit door waterinjectie kenmerk EP201502216336, d.d. 26 februari 2015 Seismische activiteit door waterinjectie Het productiewater dat vrijkomt

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan AkzoNobelChemicals BV voor: intrekking terreindeel Salt activiteiten locatie: kenmerk bevoegd gezag: gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning Oosterhorn 4 te Farmsum

Nadere informatie

Monitoring waterinjectie Borgsweer jaarrapportage 2015

Monitoring waterinjectie Borgsweer jaarrapportage 2015 Monitoring waterinjectie Borgsweer jaarrapportage 2015 kenmerk EP201602200675 d.d. 31 maart 2016 Dit rapport geeft invulling aan de rapportage-eisen uit de volgende vergunningen: - Milieuvergunning Borgsweer

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. p S \ tc3^ I fc^ Dat. ontv.: Q 1 SEP 2015

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. p S \ tc3^ I fc^ Dat. ontv.: Q 1 SEP 2015 PRVINCIALE STATEN VAN VERIJSSEL Reg.nr. p S \ tc3 I fc Dat. ontv.: Q 1 SEP 2015 Luttenbergstraat 2 Postbus 1007 000 GB Zwolle Telefoon 03 4 Fax 03 425 4 overijssel.nl postbusoverijssel. nl 1 Provinciale

Nadere informatie

Datum 15 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de informatievoorziening over de gasboring in Heerenveen

Datum 15 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de informatievoorziening over de gasboring in Heerenveen > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Leeswijzer Actualisatie Winningsplan Bergen II

Leeswijzer Actualisatie Winningsplan Bergen II Leeswijzer Actualisatie Winningsplan Bergen II Oktober 2017 Inhoud 1. TAQA in de regio Alkmaar... 2 2. Winning aardgas sinds 1972: het winningsplan... 2 3. Trillingen... 3 4. Bodemdaling... 4 5. Overige

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN De minister van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Energie en Omgeving Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding W-533-19 Kromslootpark te Almere Groningen, 12 december 2012 74101463-GCS 12.R.53340 Kwantitatieve Risicoanalyse

Nadere informatie

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V. Opdrachtgever: Project: QRA Gastransportleidingen Gasunie Projectnummer: I.013262.01 Gasunie Projectnaam: Verl. W-535-01 RLR KP5 Valkenburg Duyfrak QRA Gastransportleiding Verlegging W-535-01 RLR KP5 Valkenburg

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE GRONDWATERWINNING IN DE SOKKEL TE GENT u.z. Affl> 111111 RIJKSUNIVERSITEIT GENT GRONDWATERWINNING IN DE SOKKEL TE GENT u.z. 111111 RIJKSUNIVERSITEIT

Nadere informatie

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Sinds eind december worden de grondwaterpeilen geregistreerd in 22 peilputten in de Zwinomgeving. Door het continu opvolgen van de schommelingen

Nadere informatie

Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Aardgasproductie Langezwaag. Langezwaag 21 februari 2012

Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Aardgasproductie Langezwaag. Langezwaag 21 februari 2012 Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Aardgasproductie Langezwaag Langezwaag 21 februari 2012 2 Inhoud presentatie Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Terugblik Resultaat proefboring Vervolg Activiteiten (Milieu-)aspecten

Nadere informatie

GEOHEAT app Toelichting Activiteit 1 Geologische potentieel

GEOHEAT app Toelichting Activiteit 1 Geologische potentieel 17/06/2014 GEOHEAT app Toelichting Activiteit 1 Geologische potentieel D. Lagrou, S. Loveless, V. Harcouët Menou, B. Rombaut, B. Laenen (VITO) J.C. (H.) Doornenbal, M.P.D. Pluymaekers, J. ten Veen, L.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 MEMO aan RVB van Ko Hage (TTE Consultants) datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 Inleiding Ter plaatse van de voormalige

Nadere informatie