Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen?"

Transcriptie

1 Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? Mr. J.P. Hellinga in zijn arrest van 1 mei heeft het gerechtshof s-hertogenbosch geoordeeld dat art. 2:11 BW van toepassing is bij aansprakelijkheid van bestuurders uit onrechtmatige daad (externe bestuurdersaansprakelijkheid). 2 in dit artikel staat de vraag centraal of art. 2:11 BW wel van toepassing kan zijn bij externe bestuurdersaansprakelijkheid. De literatuur is verdeeld over het antwoord op deze vraag. 3 Dit weerhoudt de lagere rechtspraak er evenwel niet van om art. 2:11 BW geregeld toe te passen bij externe bestuurdersaansprakelijkheid. 4 inmiddels heeft dus ook het gerechtshof s-hertogenbosch geoordeeld dat art. 2:11 BW van toepassing is bij bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW. inleiding Bij externe bestuurdersaansprakelijk zijn tal van casusposities denkbaar. In dit artikel ga ik uit van de casuspositie die ten grondslag lag aan voornoemd arrest van het Gerechtshof s-hertogenbosch. In het hierna volgende zal ik eerst voornoemde casus schetsen en de meest relevante rechtsoverweging van het hof bespreken. Vervolgens zal ik het leerstuk van de externe 1 Gerechtshof s-hertogenbosch 1 mei 2012, LJN BW5200 (voortzetting van Gerechtshof s-hertogenbosch 8 november 2011, RO 2012/10, of LJN BU4062). 2 Met externe bestuurdersaansprakelijkheid wordt in dit artikel dus louter bedoeld de persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder ex art. 6:162 BW en niet (ook) de aansprakelijkheid ex art. 2:138/248 BW. 3 Dat art. 2:11 BW van toepassing is bij externe bestuurdersaansprakelijkheid wordt onder meer verdedigd door Van Schilfgaarde/Winter 2009/49; Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II 2009/476; J.B. Huizink, GS Rechtspersonen, art. 11 Boek 2 BW, aantekening 6.5; en S.M. Bartels in zijn noot onder Rb. Maastricht 1 juni 2011, JOR 2011/357 of LJN BR0410. Anders H. de Groot, Bestuurdersaansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2011, p. 142 en verder; M.L. Lennarts, Concernaansprakelijkheid (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 1999, p. 262 en verder; H.J.M.N. Honée, Aansprakelijkheid in concernverhoudingen, in: P. van Schilfgaarde e.a., De nieuwe misbruikwetgeving, Deventer: Kluwer 1986, p. 103; en J.B. Wezeman, Aansprakelijkheid van bestuurders (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 1998, p Vergelijk onder meer Rb. s-hertogenbosch 20 december 1996, TVVS 1997, p , m.nt. LT; Rb. s-gravenhage 18 maart 1998, «JOR» 1998/132 of LJN AG3195 (Ontvanger/Moonen); Rb. Arnhem 6 december 2006, «JOR» 2007/109 of LJN BA5029; Rb. Utrecht 30 juli 2008, «JOR» 2009/32 m.nt. Groffen of LJN BD8730; Rb. Dordrecht 10 februari 2010, RO 2010/33 of LJN BL3185; Rb. Maastricht 1 juni 2011, «JOR» 011/357 of LJN BR0410; en Rb. s-gravenhage 28 maart 2012, «JOR» 2013/52 of LJN BW2957. bestuurdersaansprakelijkheid kort uiteenzetten en dit toepassen op de casus. Daarna zal ik kort ingaan op doel en strekking van art. 2:11 BW. Vervolgens zal ik nagaan of het toepassen van art. 2:11 BW bij externe bestuurdersaansprakelijkheid wel strookt met doel en strekking van art. 2:11 BW. Daarna ga ik na of het de bedoeling van de wetgever is geweest om art. 2:11 BW ook bij externe bestuurdersaansprakelijkheid van toepassing te laten zijn. Ik sluit af met een conclusie. gerechtshof s-hertogenbosch 1 mei 2012, ljn BW5200 De casus was zeer verkort weergegeven en voor zover hier relevant de volgende. De heren Y en Z zijn bestuurders van X BV. X BV is op haar beurt bestuurder van B&P BV. Naast X BV is ook de heer A (direct) bestuurder van B&P BV. De bestuurlijke structuur was derhalve als volgt: De heer Y X BV B&P BV De heer Z De heer A 82 SDU UITGEVERS / NUMMER 3, MEI 2013 TIJDSCHRIFT FINANCIERING, ZEKERHEDEN EN INSOLVENTIERECHTPRAKTIJK

2 Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? B&P BV heeft op grond van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis een vordering op een derde geïncasseerd. De verzekeraar van deze derde heeft de vordering voldaan en is zodoende gesubrogeerd in de rechten van de derde. Het vonnis van de rechtbank werd echter in hoger beroep vernietigd. Omdat B&P BV inmiddels was ontbonden en geen verhaal bood voor de vordering van de verzekeraar, heeft de verzekeraar zowel de directe bestuurders (X BV en de heer A) als de indirecte bestuurders (de heren Y en Z, hierna gezamenlijk met X BV en de heer A: de bestuurders ) in rechte betrokken. De verzekeraar houdt de bestuurders persoonlijk aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW voor de schade die zij lijdt doordat zij haar vordering niet meer op B&P BV kan verhalen. De rechtbank wijst de vordering af, maar het hof wijst de vordering toe. Het overweegt daartoe: ( ) Gezien het feit dat B&P ( ) geen activiteiten meer ontplooide en technisch failliet was, vermag het hof niet in te zien welk belang B&P nog bij het incasseren van genoemde vordering kon hebben. ( ) Dat de bestuurders van B&P daarbij getracht hebben de restschuld aan de Rabobank tot een minimum te beperken, kan hen in het algemeen niet worden verweten. In het onderhavige geval hadden [Y.] en [A.] echter ook een eigen belang bij beperking van de restschuld aan de Rabobank. Zij stonden voor die schuld immers persoonlijk borg. Het ter beperking van de restschuld laten executeren van een nog niet onherroepelijk geworden vonnis, in de wetenschap dat de vennootschap een eventuele vordering na vernietiging van het vonnis niet meer zal kunnen en niet meer zal gaan voldoen, is in dit licht naar het oordeel van het hof als een onrechtmatige daad aan de bestuurders van B&P die dit bewerkstelligd hebben persoonlijk toe te rekenen, nu deze daarmee (welbewust) bevorderd hebben dat TVM (JPH: de verzekeraar) in haar verhouding tot B&P een (restitutie)risico op zich nam dat groter was dan TVM (gelet op wat het hof onder 4.9. overwoog) kon overzien ( ). 5 X BV en de heer Z hebben aangevoerd dat hen geen verwijt valt te maken, nu zij zich met de feitelijke gang van zaken binnen B&P BV niet bemoeid zouden hebben. 6 In zijn arrest van 1 mei 2012 heeft het hof geoordeeld dat X BV wel aansprakelijk is, omdat X BV bestuurder was van B&P BV en in die hoedanigheid onrechtmatig heeft gehandeld. 7 De verzekeraar heeft met een beroep op het bepaalde in art. 2:11 BW aangevoerd dat naast de heer Y ook de heer Z als formeel bestuurder van de rechtspersoon/bestuurder (X BV) aansprakelijk is. Dienaangaande heeft het hof in rechtsoverweging 8.5 als volgt geoordeeld: Art. 2:11 BW bepaalt dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder (de zogenoemde tweedegraadsbestuurder) is. Anders dan [geïntimeerde sub 2.] c.s. aanvoeren, is het hof van oordeel dat art. 2:11 BW ook van toepassing is op de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, zoals blijkt uit de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken I, , , nr. 27b, p. 22). Dat de bestuurders zich niet verweren met de bedoeling zich achter de rechtspersoon te verschuilen maakt dat niet anders. ( ) externe bestuurdersaansprakelijkheid: Ontvanger/roelofsen De Hoge Raad heeft zijn jurisprudentie omtrent externe bestuurdersaansprakelijkheid samengevat in het Ontvanger/ Roelofsen-arrest. 8 Het arrest ziet verkort weergegeven op een eventuele aansprakelijkheid van de bestuurder in een situatie waarin een schuldeiser van de vennootschap wordt benadeeld door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat van onrechtmatig handelen door de bestuurder slechts sprake zal kunnen zijn wanneer hem persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt diens vordering op de vennootschap, ingeval de bestuurder (i) namens de vennootschap een verbintenis is aangegaan dan wel (ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. In deze gevallen is voor aansprakelijkheid van de bestuurder vereist dat hem persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het gaat derhalve om situaties waarin de vennootschap jegens een schuldeiser tekortschiet in een op haar rustende verbintenis. In zijn arrest van 23 november heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de maatstaf uit Ontvanger/Roelofsen ook op zijn plaats is bij beantwoording van de vraag of een bestuurder aansprakelijk is voor onrechtmatig handelen van de vennootschap. Ook daarvoor kan de bestuurder slechts (naast de vennootschap) persoonlijk aansprakelijk gehouden worden, indien hem ter zake van het onrechtmatig handelen van de vennootschap persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt op de grond dat hij dat handelen in verband met de kenbare belangen van de 5 Vergelijk rechtsoverweging 3.10 van Gerechtshof s-hertogenbosch 8 november 2011, RO 2012/10 of LJN BU Vergelijk rechtsoverweging 3.12 van Gerechtshof s-hertogenbosch 8 november 2011, RO 2012/10 of LJN BU Vergelijk Gerechtshof s-hertogenbosch 1 mei 2012, LJN BW HR 8 december 2006, NJ 2006, 659 en «JOR» 2007, 38 (Ontvanger/Roelofsen), voor overige vindplaatsen zie LJN AZ HR 23 november 2012, «JOR» 2013/40 m.nt. W.J.M. van Andel en K. Rutten, of LJN BX5881. TIJDSCHRIFT FINANCIERING, ZEKERHEDEN EN INSOLVENTIERECHTPRAKTIJK NUMMER 3, MEI 2013 / SDU UITGEVERS 83

3 benadeelde had behoren te voorkomen. 10 Overigens werd de bestuurder in dit arrest niet aansprakelijk gehouden voor een tekortkoming of onrechtmatig handelen van de vennootschap, maar op grond van het in strijd handelen met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting. 11 Ik laat dit verder rusten. 12 De grondslag bij externe bestuurdersaansprakelijkheid zoals in dit artikel bedoeld is art. 6:162 BW. 13 Derhalve moet worden voldaan aan de voorwaarden die art. 6:162 BW en 6:163 BW stellen: er moet sprake zijn van een onrechtmatige daad (hierna (ook) kortweg: een fout), toerekening aan de dader, schade, causaal verband tussen de fout en de schade, en de geschonden norm moet strekken tot bescherming van de schade zoals de benadeelde deze heeft geleden. Uit voormelde arresten van de Hoge Raad blijkt dat van onrechtmatig handelen door de bestuurder slechts sprake Toepassing van art. 2:11 BW zou ertoe leiden dat voor bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW niet langer persoonlijke ernstige verwijtbaarheid is vereist zal kunnen zijn wanneer hem persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. 14 Uitgangspunt van art. 6:162 BW is immers dat eenieder alleen voor zijn eigen daden of nalatigheden aansprakelijk kan zijn en dat uitzonderingen daarop in de wet moeten zijn verankerd. 15 In het Ontvanger/Voorsluijs-arrest 16 heeft de Hoge Raad dit uitgangspunt expliciet genoemd: gezien het in het aansprakelijkheidsrecht geldende uitgangspunt dat eenieder in beginsel alleen voor zijn eigen daden en nalatigheden aansprakelijk is te houden, behoudens welomschreven, op de wet gebaseerde, uitzonderingen Vergelijk rechtsoverweging van HR 23 november 2012, «JOR» 2013/40 m.nt. W.J.M. van Andel en K. Rutten, of LJN BX Vergelijk rechtsoverweging van HR 23 november 2012, «JOR» 2013/40 m.nt. W.J.M. van Andel en K. Rutten, of LJN BX Zie voor een nadere uitzeenzetting F.M.J. Verstijlen, NJB 2013/ Vergelijk voetnoot Vergelijk HR 8 december 2006, NJ 2006, 659 en «JOR» 2007, 38 (Ontvanger/Roelofsen), voor verdere vindplaatsen zie LJN AZ0758; en HR 23 november 2012, «JOR» 2013/40 m.nt. W.J.M. van Andel en K. Rutten, of LJN BX Vergelijk onder meer K.J.O. Jansen, Groene Serie, Onrechtmatige daad, art. 162 Boek 6 BW, aantekening HR 11 november 2005, NJ 2007/231, m.nt. J.B.M. Vranken of «JOR» 2006/90 (Ontvanger/Voorsluijs) voor overige vindplaatsen zie LJN AT Voor dergelijke uitzonderingen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan art. 6:169 BW (aansprakelijkheid van ouders voor schadeveroorzakend gedrag van hun kinderen) of aan art. 6:170 BW (aansprakelijkheid van werkgevers voor schadeveroorzakend gedrag van hun ondergeschikten). De benadeelde zal derhalve per bestuurder moeten stellen en (zo nodig) moeten bewijzen dat deze bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt treft. Beoordeling gerechtshof s-hertogenbosch 1 mei 2012, ljn BW5200 Toegepast op de hiervoor besproken casus zal de verzekeraar ten aanzien van de heren Y, Z en A moeten stellen en zo nodig moeten bewijzen dat hen persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Alhoewel op de wijze waarop het hof tot de aansprakelijkheid van de heren Y en A komt het nodige valt aan te merken, 18 ga ik in het hierna volgende als werkhypothese ervan uit dat de heren Y en A persoonlijk een ernstig verwijt treft. Rest de aansprakelijkheid van X BV en die van de heer Z, derhalve de partijen die hebben aangegeven dat zij zich niet met de gang van zaken hebben bemoeid. Ten aanzien van X BV is het maar zeer de vraag of X BV überhaupt een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Een rechtspersoon/bestuurder (zoals X BV) kan immers niet zelf, fysiek, een onrechtmatige daad plegen. 19 Ik laat dit verder rusten en ga in het hierna volgende wederom als werkhypothese ervan uit dat ook X BV onrechtmatig jegens de verzekeraar heeft gehandeld. Dat X BV onrechtmatig heeft gehandeld, kan mijns inziens niet ertoe leiden dat ook de heer Z door toepassing van art. 18 In zijn arrest 8 februari 2002, NJ 2002, 196 of LJN AD7326 (Beverwijk/ Maarssens Bouwbedrijf BV) heeft de Hoge Raad immers verkort weergegeven geoordeeld dat van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder ter zake van het op eigen risico executeren van een vonnis door de vennootschap die na vernietiging van het vonnis geen verhaal meer biedt, slechts sprake is wanneer de bestuurder persoonlijk een verwijt ervan gemaakt kan worden dat de geëxecuteerde geen verhaal meer had op de vennootschap. Vast moet komen te staan dat de bestuurder rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de bestuurder wist of althans ernstig rekening ermee had moeten houden dat de vennootschap niet in staat zou zijn tot restitutie. Tot slot moet worden beoordeeld of in de gegeven omstandigheden aan de bestuurder kan worden verweten dat hij desondanks zijn eigen vordering op de vennootschap met verwaarlozing van de belangen van de geëxecuteerde heeft geïnd. Gerechtshof s-hertogenbosch lijkt niet aan al deze vereisten te toetsen. Vergelijk ook de Wenk bij Gerechtshof s-hertogenbosch 8 november 2011 in RO 2012/10 (onder redactie van M.L. Lennarts en J. Roest), zie voor het arrest ook LJN BU Wel kan een door een bestuurder gepleegde onrechtmatige daad als onrechtmatige daad aan een rechtspersoon worden toegerekend, wanneer zij in het maatschappelijk verkeer als een gedraging van die rechtspersoon heeft te gelden (vergelijk HR 6 april 1979, NJ 1980, 34 (Kleuterschool Babbel); en HR 11 november 2005, NJ 2007, 231 of «JOR» 2006/90). Toerekening is volgens de Hoge Raad gerechtvaardigd doordat de in feite handelend persoon en de rechtspersoon vanuit het perspectief van de benadeelde met elkaar zijn te vereenzelvigen (vergelijk HR 11 november 2005, NJ 2007, 231 of «JOR» 2006/90). Voorts is het mogelijk dat de onrechtmatige gedraging van een bestuurder wordt toegerekend aan de instrumentele rechtspersoon, zie HR 13 oktober 2000, NJ 2000, 698; zie ook A.J. Tekstra, Handboek fiscaal insolventierecht, s-gravenhage: SDU 2011, p. 283 en verder. 84 SDU UITGEVERS / NUMMER 3, MEI 2013 TIJDSCHRIFT FINANCIERING, ZEKERHEDEN EN INSOLVENTIERECHTPRAKTIJK

4 Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? 2:11 BW aansprakelijk kan worden gehouden. Toepassing van art. 2:11 BW zou er dan immers toe leiden dat voor bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW niet langer persoonlijke ernstige verwijtbaarheid (dat wil zeggen schuld en causaal verband) is vereist. Immers, de heer Z is dan via art. 2:11 BW aansprakelijk voor een gedraging van zijn medebestuurder waar hij zelf part noch deel aan had. Dit zou in strijd zijn met het oordeel van de Hoge Raad dat een bestuurder jegens een schuldeiser van de vennootschap alleen onrechtmatig kan hebben gehandeld wanneer hem persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt 20 en dus zou dit tevens in strijd zijn met het uitgangspunt van art. 6:162 BW inhoudende dat eenieder alleen aansprakelijk kan zijn voor zijn eigen daden of nalatigheden. 21 Bovendien zou dit betekenen dat niet langer hoeft te worden voldaan aan alle voor aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW (wettelijk en constitutief) vereiste criteria en zou derhalve in strijd zijn met de wet. Immers, schuld en causaal verband zijn dan voor aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW niet langer wettelijke en constitutieve vereisten. Bovendien kan men zich de vraag stellen of toepassing van art. 2:11 BW bij externe bestuurdersaansprakelijkheid niet ook in strijd is met doel en strekking van art. 2:11 BW. Doel en strekking van art. 2:11 BW Art. 2:11 BW is ingevoerd in het kader van de derde antimisbruikwet (of Wet bestuurdersaansprakelijkheid in geval van faillissement) van 16 mei Deze wetgeving is gericht op de bestrijding van misbruik. 23 In de parlementaire geschiedenis wordt art. 2:11 BW dan ook steeds behandeld in het kader van voornoemde antimisbruikwetgeving. Art. 2:11 BW komt erop neer dat als het ware wordt heengezien door de rechtspersoon-bestuurder en dat naast de rechtspersoon ook haar bestuurders (natuurlijke personen) aansprakelijk worden in de gevallen waarin de wet de aansprakelijkheid van bestuurders regelt. Is een van die bestuurders weer een rechtspersoon, dan geldt voor die rechtspersoon hetzelfde enz. 24 De bepaling beoogt te voorkomen dat een bestuurder de op hem rustende aansprakelijkheid kan ontlopen doordat hij het bestuurderschap door een (door hem gecontroleerde) rechtspersoon laat vervullen. 25 Het doel van art. 2:11 BW is derhalve duidelijk: uiteindelijk 20 HR 8 december 2006, NJ 2006, 659 en «JOR» 2007, 38 (Ontvanger/Roelofsen), voor overige vindplaatsen zie LJN AZ Vergelijk HR 11 november 2005, NJ 2007/231, m.nt. J.B.M. Vranken of «JOR» 006/90 (Ontvanger/Voorsluijs), voor verdere vindplaatsen zie LJN AT Stb. 1986, 275; Kamerstukken nr Tweede Kamer, Kamerstukken, , nr. 6, p Tweede Kamer, Kamerstukken, , nr. 3, p Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II* 2009, nr moet er een natuurlijk persoon zijn aan te wijzen die de bestuursverantwoordelijkheid draagt. 26 De strekking van art. 2:11 BW is ook duidelijk: het voorkomen van misbruik van rechtspersoonlijkheid. Zulks is ook expliciet door de Hoge Raad bevestigd in zijn arrest van 14 maart waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld: Art. 2:248 lid 7 en art. 2:11 hebben voorts beide de strekking misbruik van rechtspersoonlijkheid te voorkomen. Toepassing van art. 2:11 BW bij externe bestuurdersaansprakelijkheid zou gelet op het voorgaande in strijd zijn met doel en strekking van art. 2:11 BW. Immers, misbruik van rechtspersoonlijkheid kan bij een aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW niet het geval zijn (strekking), omdat de schuldeiser bij een aansprakelijkstelling ex art. 6:162 BW zijn pijlen al rechtstreeks richt op de natuurlijke persoon die uiteindelijk bestuursverantwoordelijkheid draagt (doel). De schuldeiser kan ook niet anders. Alleen de bestuurder die de verweten gedraging persoonlijk heeft verricht, kan daar volgens de Hoge Raad en de wettekst van art. 6:162 BW immers aansprakelijk voor worden gehouden (schuld en causaal verband). Dit ligt anders bij de aansprakelijkheden uit Boek 2 BW, zoals die van art. 2:9 BW en/of art. 2:138/248 BW. Deze richten zich immers tot de directe bestuurder (in deze artikelen wordt namelijk steeds over de aansprakelijkheid van de bestuurder gesproken). Is deze bestuurder een andere rechtspersoon die geen verhaal biedt, dan zou eenvoudig aan de aansprakelijkheid van art. 2:9 BW en/of art. 2:138/148 BW kunnen worden ontkomen, waardoor er nimmer een natuurlijk persoon aan te wijzen zou zijn die uiteindelijk de bestuursverantwoordelijkheid draagt. Zoals hiervoor uiteengezet, is ter voorkoming daarvan art. 2:11 BW ingevoerd. Ten overvloede Los van het voorgaande geldt bovendien dat wanneer art. 2:11 BW wel van toepassing zou zijn bij externe bestuurdersaansprakelijkheid er minst genomen een merkwaardige situatie ontstaat. Immers, de gedragingen van de heer Y worden aan X BV toegerekend en vervolgens kan de heer Z via art. 2:11 BW persoonlijk aansprakelijk worden gehouden, terwijl de heer Z aan de onrechtmatige gedragingen van de heer Y part noch deel had. Kortom, toepassing van art. 2:11 BW op situaties als de onderhavige leidt ertoe dat de heer Z enkel en alleen door het bestaan van X BV aansprakelijk zou zijn. Waren de heren Y en Z immers niet bestuurders geweest van X BV, maar (direct) 26 Vergelijk J.B. Huizink, GS Rechtspersonen, art. 11 Boek 2 BW, aantekening HR 14 maart 2008, «JOR» 2008/152 of LJN BC1231 (rechtsoverweging 4.2). TIJDSCHRIFT FINANCIERING, ZEKERHEDEN EN INSOLVENTIERECHTPRAKTIJK NUMMER 3, MEI 2013 / SDU UITGEVERS 85

5 van B&P BV, dan zou art. 2:11 BW sowieso niet van toepassing zijn en zou door de verzekeraar per bestuurder moeten worden gesteld en (zo nodig) moeten worden bewezen dat die betreffende bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt, terwijl diezelfde bestuurder enkel door het bestaan van X BV ineens (hoofdelijk) aansprakelijk is voor onrechtmatige gedragingen van andere bestuurders. Wat was de bedoeling van de wetgever? Ook uit de parlementaire geschiedenis lijkt te volgen dat art. 2:11 BW louter betrekking heeft op de bestuurdersaansprakelijkheden van Boek 2 BW. Uit de memorie van toelichting 28 blijkt namelijk dat art. 2:11 BW betrekking Of het de bedoeling van de wetgever is geweest om art. 2:11 BW ook betrekking te laten hebben op de aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW, blijkt niet duidelijk uit de parlementaire geschiedenis heeft op gevallen van aansprakelijkheid waarin de wet aansprakelijkheid van bestuurders regelt, derhalve (onder meer) de art. 2:9 BW en 2:138/148 BW, nu deze artikelen louter de aansprakelijkheid van bestuurders regelen. Of het de bedoeling van de wetgever is geweest om art. 2:11 BW ook betrekking te laten hebben op de aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW, blijkt niet duidelijk uit de parlementaire geschiedenis. De minister merkt ten aanzien van art. 6:162 BW slechts op: Waarom de aansprakelijkheid ex art (thans art. 6:162, steller dezes) tegenover de schuldeisers en die uit art. 8 (thans art. 2:9, steller dezes) ( ) Boek 2 BW zouden zijn uitgesloten, is mij niet duidelijk. 29 De auteurs die menen dat art. 2:11 BW ook van toepassing is op een aansprakelijkstelling ex art. 6:162 BW leiden uit dit citaat (vaak) af dat art. 2:11 BW ook van toepassing zou zijn op aansprakelijkheid ex art. 6:162 BW. 30 Met Lennarts ben ik van oordeel dat het argument dat kan worden ontleend aan het hiervoor aangehaalde citaat uit de parlementaire geschiedenis niet erg sterk is, aangezien de minister niet meer verklaart dan dat hij niet inziet waarom art. 2:11 BW in dit geval niet van toepassing zou zijn. 31 De wil van de wetgever is derhalve allesbehalve duidelijk. Bij onduidelijkheid omtrent de wil van de wetgever tot uitbreiding van aansprakelijkheid (zoals bij het toepassen van art. 2:11 BW bij externe bestuurdersaansprakelijkheid) past een terughoudende interpretatie. 32 nuancering In het geval dat zich voordeed bij het Gerechtshof s-hertogenbosch werd de soep overigens niet zo heet gegeten als op het eerste gezicht lijkt. Het hof oordeelde namelijk als volgt: Naar het oordeel van het hof moet art. 2:11 BW in het geval van aansprakelijkheid als hier aan de orde is zo worden begrepen dat de aansprakelijkheid in elk geval tevens hoofdelijk rust op iedere tweedegraadsbestuurder, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem/haar ter zake van het onrechtmatig handelen geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. Door aldus te oordelen, heeft het hof de bewijslast ten nadele van de tweedegraadsbestuurder omgekeerd: de tweedegraadsbestuurder (in casu de heer Z) dient, wanneer art. 2:11 BW aan de orde is, zélf aan te voeren dat hem geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. Ook dit omkeren van de bewijslast lijkt mij onwenselijk 33 en bovendien weinig praktisch. Onwenselijk om de hiervoor genoemde redenen. Bovendien bestaat hier geen enkele rechtvaardiging voor. Weinig praktisch omdat de aangesproken bestuurder zal stellen dat hij part noch deel had aan de gewraakte handeling. Hij kan dit in beginsel echter niet c.q. lastig bewijzen (bewijs van een negatief feit), zodat het weer aan de benadeelde is om te bewijzen dat de betreffende bestuurder wel onrechtmatig heeft gehandeld. Conclusie Art. 2:11 BW kan naar mijn mening niet van toepassing zijn bij externe bestuurdersaansprakelijkheid. Voor externe bestuurdersaansprakelijkheid is immers vereist dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt treft. Daaraan wordt bij toepassing van art. 2:11 BW niet langer voldaan. Bovendien lijkt toepassing van art. 2:11 BW in strijd met doel en strekking van art. 2:11 BW en is het maar zeer de vraag of het de bedoeling van de wetgever is geweest om art. 2:11 BW daadwerkelijk van toepassing te laten zijn bij externe bestuurdersaansprakelijkheid. Bij zo veel twijfel past een terughoudende interpretatie c.q. toepassing. Over de auteur Mr. J.P. Hellinga is advocaat bij AKD N.V. 28 Tweede Kamer, Kamerstukken, , nr. 3, p Tweede Kamer, Kamerstukken, , nr. 27b, p Vergelijk Van Schilfgaarde/Winter 2009/49; Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II 2009/476; en J.B. Huizink, GS Rechtspersonen, art. 11 Boek 2 BW, par M.L. Lennarts, Concernaansprakelijkheid (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 1999, p. 262 en verder. 32 Vergelijk A-G Langemeijer in zijn conclusie bij HR 28 april 2000, «JOR» 2000/128 of LJN AA In diezelfde zin J.B. Wezeman, Aansprakelijkheid van bestuurders (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 1998, p SDU UITGEVERS / NUMMER 3, MEI 2013 TIJDSCHRIFT FINANCIERING, ZEKERHEDEN EN INSOLVENTIERECHTPRAKTIJK

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW

Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW M r. Y. A. W e h r m e i j e r e n m r. J. P. W. M. v a n H e i j n i n g e n * 1 Inleiding Aanleiding voor

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid: de te hanteren norm voor extreme handelingen van de bestuurder

Bestuurdersaansprakelijkheid: de te hanteren norm voor extreme handelingen van de bestuurder Bestuurdersaansprakelijkheid: de te hanteren norm voor extreme handelingen van de bestuurder In het arrest Spaanse zomerhuisjes (HR 23 november 2012) overweegt de Hoge Raad dat het in dit specifieke geval

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Juridisch Document ZORG

Juridisch Document ZORG Juridisch Document ZORG Wanneer ben je als bestuurder van een rechtspersoon in de zorg persoonlijk aansprakelijk? 14 maart 2014 Zorg Zaken Groep Mr. W. Wickering Mr. M.N. Minasian Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann. Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold

Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann. Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold 4 april 2013 Seminar Bestuurdersaansprakelijkheid Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold Plan

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Enkele belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid. art. 6:162 BW belicht

Enkele belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid. art. 6:162 BW belicht 1344 Wetenschap Enkele belangrijke aspecten van bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW belicht Myrthe Stolp 1 Het Spaanse villa-arrest heeft heel wat beroering teweeggebracht. De Hoge Raad zou ten

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37707

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald. looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende

Nadere informatie

Een te weinig benutte grond voor (groeps)aansprakelijkheid van de rechtspersoon, zijn functionarissen en aandeelhouders

Een te weinig benutte grond voor (groeps)aansprakelijkheid van de rechtspersoon, zijn functionarissen en aandeelhouders Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade, Artikel 6:166 BW: onbekend maakt onbemind? Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: AV&S 2012/21 Bijgewerkt tot: 20-11-2012 Auteur:

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht

Nadere informatie

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid 7 oktober 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Wie ben ik? Introductie Onderwerpen Interne bestuurdersaansprakelijkheid Externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover een crediteur;

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564

JAR 2012/33 27-12-2011, 200.065.076/01, LJN BU9564 Informatie 2012 afl. 2 Gerechtshof Amsterdam 27 december 2011 200.065.076/01 LJN BU9564 mr. Kingma mr. Smit mr. Van der Kwaak Appellant te (...), appellant, advocaat: mr. W.A. van Veen te Utrecht, tegen

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid Auteur: mr. J.P.D. van de Klift 1 In: Bb 2008, 52 1. Inleiding Nadat in een eerdere aflevering de doelstellingen, karakteristieken en hoofdrolspelers van het nieuwe Voorontwerp

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Artikel 2:9 BW, enkele observaties

Artikel 2:9 BW, enkele observaties Artikel 2:9 BW, enkele observaties prof. mr. J.B. Huizink 1. Het huidige art. 2:9 BW Het huidige art. 2:9 BW lijkt mij als volgt te moeten worden uitgelegd. In geval van een éénhoofdig bestuur is een bestuurder

Nadere informatie

JIN 2014/107, Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie)

JIN 2014/107, Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie) JIN 2014/107 JIN 2014/107, Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Bestuurdersaansprakelijkheid, Voldoende ernstig persoonlijk verwijt, Overdracht activa GA DIRECT

Nadere informatie

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

»Samenvatting. Aflevering 2015 afl. 6. Financiering, zekerheden en insolventie. Rechtbank 's-gravenhage. Datum 11 maart 2015. Rolnummer F.

»Samenvatting. Aflevering 2015 afl. 6. Financiering, zekerheden en insolventie. Rechtbank 's-gravenhage. Datum 11 maart 2015. Rolnummer F. Aflevering 2015 afl. 6 Rubriek College Financiering, zekerheden en insolventie Rechtbank 's-gravenhage Datum 11 maart 2015 Rolnummer F.10/15/123 Rechter(s) Partijen Noot mr. Don mr. Cats mr. Smelt Mr.

Nadere informatie

«JA» Bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid. [Eiser] te [woonplaats], eiser tot cassatie,

«JA» Bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid. [Eiser] te [woonplaats], eiser tot cassatie, Bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid Hoge Raad 23 november 2012, nr. 11/03296, LJN BX5881 (mr. Bakels, mr. Van Buchem-Spapens, mr. Van Oven, mr. Streefkerk, mr. Drion) (Concl. A-G Timmerman) Noot mr.

Nadere informatie

Essentie. Samenvatting

Essentie. Samenvatting RO 2013/46: Volstorting aandelen. Heeft volstorting van de aandelen als bedoeld in art. 2:191 BW plaatsgevonden nu het bedrag kort na oprichting aa... Klik hier om het document te openen in een browser

Nadere informatie

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Inleiding Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn in Nederland vele honderden, mogelijk zelfs duizenden

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/175837

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

De (wan)beherend vennoot

De (wan)beherend vennoot De (wan)beherend vennoot M r. B. N. M w a n g i e n m r. B. J. M. v a n d e W e t e r i n g * Inleiding De commanditaire vennootschap (hierna: de CV) is een veelgebruikt vehikel voor private equity-fondsen.

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Vertaling C-310/14-1 Zaak C-310/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juni 2014 Verwijzende rechter: Helsingin hovioikeus (Finland)

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak

» Samenvatting. » Uitspraak JA 2007/129 Rechtbank 's-hertogenbosch 14 februari 2007, 42982/HA ZA 06-1098; LJN BA1541. ( Mr. Brouwer ) 1. [Eiser sub 1], 2. [eiser sub 2], gezamenlijk handelend als wettelijke vertegenwoordigers van

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

280. De curator en verzet ex artikel 10 Fw: een bruikbaar instrument?

280. De curator en verzet ex artikel 10 Fw: een bruikbaar instrument? JURISPRUDENTIE 280. De curator en verzet ex artikel 10 Fw: een bruikbaar instrument? MR. S. JANSEN EN MR. M.W.M. NIJLAND- VAN OORSOUW In dit artikel wordt de positie van de curator nader in kaart gebracht

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 155 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie

Nadere informatie

De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt

De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt Mr. J.E. van Nuland* De aansprakelijkheidspositie van de (mede)beleidsbepaler: art. 2:11 BW en het ernstig verwijt Naar aanleiding van het arrest HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275 bespreekt de auteur

Nadere informatie

Jutd 2016/0117 Bestuurder en aandeelhouder aansprakelijk voor gevolgen turboliquidatie?

Jutd 2016/0117 Bestuurder en aandeelhouder aansprakelijk voor gevolgen turboliquidatie? Jutd 2016/0117 Bestuurder en aandeelhouder aansprakelijk voor gevolgen turboliquidatie? Jutd 2016/0117 Bestuurder en aandeelhouder aansprakelijk voor gevolgen turboliquidatie? Jutd 2016/0117 d.d. 07-10-2016

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder

Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder Bestuurdersaansprakelijkheid en de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder Mr. drs. P.A. Brandsma In de ondernemingsrechtpraktijk komt het regelmatig voor dat een buitenlandse rechtspersoon fungeert als

Nadere informatie

Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet. Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M. Geven eerbiedig te kennen:

Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet. Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M. Geven eerbiedig te kennen: Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M Geven eerbiedig te kennen: 1. mr. Ronald Wilhelmus Franciscus Heijmeriks, wonende te s-gravenhage,

Nadere informatie

Geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instantiën, te begroten volgens het gebruikelijke tarief. "

Geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instantiën, te begroten volgens het gebruikelijke tarief. Cogas geïntimeerde DomJur 2002-136 Gerechtshof Leeuwarden Zaak-/rolnummer: 0000379 Datum: 19-09-2001 Arrest in de zaak van: de naamloze vennootschap Centraal Overijsselse Nuts Bedrijven N.V., gevestigd

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW

De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW WETENSCHAP De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW 1. In deze bijdrage zal ik kort de werking van art. 2:11 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bespreken, ingaan op enkele vermeende knelpunten, en zal

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Datum 28-02-2014 1 WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Jurisprudentie Actualiteiten Datum 28-02-2014 2 Rb. Gelderland 15 oktober 2014, C/05/253886 / HA ZA 13-753 (Zurich-Gem. Nijmegen)(niet

Nadere informatie

Artikel 2:11 BW doorbraak van aansprakelijkheid bij de rechtspersoon-bestuurder

Artikel 2:11 BW doorbraak van aansprakelijkheid bij de rechtspersoon-bestuurder Artikel 2:11 BW doorbraak van aansprakelijkheid bij de rechtspersoon-bestuurder De preventie van misbruik van rechtspersoonlijkheid vs. Het waarborgen der rechtszekerheid M.R.H.M. Plasmans Studentnummer:

Nadere informatie

Wetsbepaling(en): Burgerlijk Wetboek Boek 1 BW BOEK 1 Artikel 88 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBMNE:2014:2221, RO 2014/64

Wetsbepaling(en): Burgerlijk Wetboek Boek 1 BW BOEK 1 Artikel 88 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBMNE:2014:2221, RO 2014/64 JOR 2014/307 Borgtochtovereenkomst, Uitzondering ex art. 1:88 lid 5 BW ook van toepassing op buitenlandse rechtspersoon, indien deze met Nederlandse vennootschap kan worden gelijkgesteld, Aangaan lening

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP U I T S P R A AK

CENTRALE RAAD VAN BEROEP U I T S P R A AK CENTRALE RAAD VAN BEROEP 97/524 WW U I T S P R A AK in het geding tussen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, appellant, en A, wonende te B, gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Met

Nadere informatie

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ONDERWERPEN Recht vóór inwerkingtreding titel 7.17 BW Recht bij inwerkingtreding titel 7.17 BW Verjaringstermijn van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4574, JOR

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4574, JOR Annotatie bij Hof Leeuwarden 10 februari 2009, ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4574, JOR 2009/148 (Tepper/Niezink q.q.) Causaal verband beslagleggingen en faillissement. Schade volledig voor rekening van failliet

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37027

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L.

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L. Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Eigen Schuld (1) Art. 7:952 BW bepaalt voor de schadeverzekering

Nadere informatie

Klik om de s+jl te bewerken

Klik om de s+jl te bewerken Derde niveau Presenta+e Vierde niveau Mr D.E.A.F. Aertssen Masterclass NASH 22 mei 2013 6411 ET, Nederland 6221 BT, Nederland 1 Slide 1 Inleiding Aansprakelijkheid bestuurder wegens onjuiste toepassing

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 1 - Mr. L.F. Kloppenburg is advocaat bij Groenendijk & Kloppenburg Advocaten te Leiden. 30 Magna Charta ~ Leergang contractenrecht

Nadere informatie

Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium

Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Persoonlijke aansprakelijkheid advocaat ECLI:NL:HR:2015:2745 Client vraagt advies (risico s afdekken) over

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

R.A. Wolf Steins Bisschop & Schepel Advocaten Universiteit Leiden en Universiteit Maastricht (ICGI)

R.A. Wolf Steins Bisschop & Schepel Advocaten Universiteit Leiden en Universiteit Maastricht (ICGI) 218 Ondernemingsrecht «JIN» Jurisprudentie in Nederland december 2014, afl. 10 1172 2010 zowel de Stichting als de BV partij waren, zo leid ik uit het vonnis af (r.o. 2.8). In deze vaststellingsovereenkomst

Nadere informatie

progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement

progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement Welkom progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement 21:15 Vragen 21:30 Borrel en napraten 22:00

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:4392

ECLI:NL:GHSHE:2016:4392 ECLI:NL:GHSHE:2016:4392 Instantie Datum uitspraak 29-09-2016 Datum publicatie 15-12-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.194.732/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Insolventierecht

Nadere informatie

MEMO. Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari Introductie

MEMO. Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari Introductie MEMO Onderwerp: Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari 2018 Referentie: White paper 1. Introductie Steeds meer mensen starten hun eigen onderneming. Dit brengt verschillende voordelen met zich

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54061

Nadere informatie

JOR 2017/224, Gerechtshof Amsterdam, , ECLI:NL:GHAMS:2017:2172, (annotatie)

JOR 2017/224, Gerechtshof Amsterdam, , ECLI:NL:GHAMS:2017:2172, (annotatie) Over dit document: Jurisprudentie, gepubliceerd Bron: JOR JOR 2017/224 Gerechtshof Amsterdam, 07-06-2017, 23-003027-16, ECLI:NL:GHAMS:2... Wetsbepaling(en): BW BOEK 2 artikel 394, BW BOEK 2 artikel 395A,

Nadere informatie

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen M r. P. v a n d e r V e l d * Inleiding Op dit moment liggen ter behandeling bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal het wetsvoorstel Vereenvoudiging

Nadere informatie

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Lezing LWV Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Casus 1: Een bestuurder van een BV beseft, dat het faillissement van de BV onvermijdelijk is. Hij laat de BV nog enkele

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief

Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor DVDW Advocaten Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief Inleiding Ceteco N.V. (hierna: Ceteco)

Nadere informatie

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Onrechtmatig beslag. Spraakverwarring. 10 september 2013. Onrechtmatig beslag 10 september 2013. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag

Onrechtmatig beslag. Spraakverwarring. 10 september 2013. Onrechtmatig beslag 10 september 2013. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag Gijs Molkenboer Senior adviseur JZ SNS REAAL www.gijsmolkenboer.nl Onrechtmatig beslag 10 september 2013 Spraakverwarring. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag Academie voor de rechtspraktijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:8790

ECLI:NL:RBROT:2014:8790 ECLI:NL:RBROT:2014:8790 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-09-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer 2726743 CV EXPL 14-3653 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

De processuele positie van de aansprakelijk gestelde bestuurder

De processuele positie van de aansprakelijk gestelde bestuurder WETENSCHAP De processuele positie van de aansprakelijk gestelde bestuurder 1 Inleiding Met enige regelmaat loopt men in de ondernemingsrechtelijke aansprakelijkheidspraktijk aan tegen ogenschijnlijk eenvoudig

Nadere informatie

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent Artikel 7:952 B.W. De verzekeraar vergoedt geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt.

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link: ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele

Nadere informatie