Beleidsplan Plusklas Cluster Oudenbosch-Bosschenhoofd-Zegge Versie 2.0, juni 2017 Gwynn van Veldhoven en Manfred Werger

Transcriptie

1 Beleidsplan Plusklas Cluster Oudenbosch-Bosschenhoofd-Zegge Versie 2.0, juni 2017 Gwynn van Veldhoven en Manfred Werger Voor leerlingen die meer kunnen ontdekken Inleiding Gedurende de hele basisschool leggen wij een stevige basis waarvan onze leerlingen later profijt hebben. Hierbij gaan wij uit van de vraag: Wat hebben de leerlingen nodig om over jaar zelfstandig in de maatschappij te functioneren? Soms zijn er leerlingen, die meer kunnen dan zij aangeboden krijgen. Dit stimuleren wij graag. Dit is één van de redenen waarom de Oudenbossche Borgesiusscholen samen met de Borgesius-basisscholen in Zegge en Bosschenhoofd* een Plusklas gevormd hebben In dit beleidsplan worden de achtergrond en werkwijze van de plusklas uiteengezet. Dit beleidsplan is opgesteld door de directeuren in samenspraak met de Talentvaardig-begeleiders, de intern begeleiders van de scholen en hun medezeggenschapsraden. * in dit beleidsplan zal binnen de samenwerking van deze vijf scholen in het vervolg gesproken worden over de Clusterscholen

2 Visie Het onderwijsaanbod en pedagogische aanpak van de Clusterscholen zijn afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden en leerbehoeften van de leerlingen. Het onderwijsaanbod wordt zodanig vormgegeven, dat het maximale uit de leerling kan worden gehaald. Het onderwijsaanbod en de begeleiding in de groepen kunnen soms ontoereikend zijn voor de hele sterke leerlingen. Voor hen is er binnen de Clusterscholen een extra voorziening: de plusklas. Het aanbod in de plusklas sluit aan op de eigen ontwikkeling van de leerling, is een verbreding op het onderwijs, dat de leerlingen in de klassen krijgen en kent een sterke samenhang met de 21 ste eeuwse vaardigheden. Speerpunten De speerpunten voor Clusterscholen zijn: Aandacht voor leerlingen met bovengemiddelde mogelijkheden Uitdagende lessen en projecten Een flinke stap in de 21 ste eeuwse vaardigheden, die de leerling met ontwikkelingsgelijken zet Aandacht voor de leer- en ontwikkeldoelen van de individuele leerlingen Verlichting van de leerkrachten Afstemming op de klassensituatie De plusklas en het Passend Onderwijs Passend Onderwijs zorgt ervoor dat Clusterscholen het schoolondersteuningsprofiel verder ontwikkelen. Daarnaast zorgt deze wetgeving ervoor dat zoveel mogelijk leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen binnen de school moeten worden opgevangen. In het kader van Passend Onderwijs is het besef gegroeid dat er voor meer- en hoogbegaafde leerlingen een specifiek aanbod noodzakelijk is. Doelstellingen De doelstelling van de Plusklas is tegemoet komen aan de specifieke behoeften van (hoog)begaafde leerlingen in de leeftijd van 7 (groep 4) tot 12 (groep 8) jaar, zowel op intellectueel als op sociaal-emotioneel en creatief gebied. Ook het leren plannen en taakgericht werken worden verder ontwikkeld: het gebied van kennis en vaardigheden. Er wordt uitdaging in het leerstofaanbod en ondersteuning bij het aanleren van executieve en onderzoekende vaardigheden geboden. kennis over speciale thema s (cognitief aspect). e

3 herkenning tot stand kan brengen en ondersteuning biedt bij de sociale en emotionele ontwikkeling van (hoog)begaafde leerlingen, hun zelfbeeld en welbevinden. eventuele sociale en/of emotionele problemen bij (hoog)begaafde leerlingen. kunnen ontplooien (creativiteitsaspect). Doelgroep De plusklas wordt gevormd door een groep leerlingen die bovengemiddeld (kunnen) presteren in de klas en waarbij uit intelligentieonderzoek of intern onderzoek blijkt dat er sprake is van (hoog)begaafdheid of een sterk vermoeden hiervan. Het betreft leerlingen die door hun meer- of hoogbegaafdheid meer nodig hebben dan wat binnen het reguliere schoolwerk en het verrijkingsaanbod binnen de groep geboden kan worden. Indicaties kunnen zijn: en krijgt op deze manier niet voldoende mogelijkheden geboden om goede leer- en werkstrategieën te ontwikkelen. - of mindsetproblemen. Selectie Ten eerste moet er een gefundeerd vermoeden van meer- of hoogbegaafdheid zijn, ook als dit niet tot uiting komt bij Citoscores. De fundering bestaat zowel uit ondersteunende harde gegevens, zoals cijfers/resultaten afkomstig uit toetsen en onderzoeken, als ondersteunende informatie afkomstig van ouders en leerkrachten. De leerling is besproken binnen groeps- en leerlingbesprekingen. De uitkomsten hiervan zijn ondersteunend voor het vermoeden. Ondersteunende informatie is, bijvoorbeeld: De leerling bezit cognitieve en persoonlijkheidskenmerken, die op (hoog)begaafdheid wijzen. Deze kenmerken zijn door de leerkracht vastgelegd en besproken in de groeps- en/of leerlingbespreking. De leerling heeft behoefte aan meer uitdaging en ontwikkeling dan redelijkerwijze in de eigen klas geboden kan worden. Het aanbod gericht op uitdaging en ontwikkeling heeft voorafgaande aan de aanvraag in de eigen klas plaatsgevonden. Na de aanmelding voor de plusklas wordt deze aanpak voortgezet. De leerling mist gelijkgestemden/ontwikkelingsgelijken in de eigen klas. De leerling kan functioneren in een groep en stoort het onderwijsproces van medeleerlingen niet. De leerling is gemotiveerd om deel te nemen aan de Plusklas en is bereid om plustaken uit te voeren. Toelating kan direct plaatsvinden na een capaciteiten- en/of hoogbegaafdheidsonderzoek waaruit gebleken is dat een kind een intelligentie van >120 heeft in combinatie met een sterke motivatie en een zekere mate van creatief denkvermogen. Het onderzoek mag niet ouder zijn dan twee jaar. Toelating kan ook plaatsvinden na afname van de NSCCT waaruit de intelligentieschatting van een kind >120 blijkt te zijn. Dit geeft geen directe toelating. De CITO-scores op het gebied van begrijpend lezen en rekenen moeten tenminste een I-score zijn, op de overige vakgebieden moet een voldoende (I, II of III) worden gescoord. Indien er aan deze criteria wordt voldaan, wordt de diagnoselijst van SIDI

4 ingevuld door de leerkracht en door ouders. Als deze het vermoeden geeft van een ontwikkelingsvoorsprong, wordt het kind toegelaten tot de plusklas. Ouders dienen toestemming te geven voor deze toelating. Opmerking: Leerlingen met een aangetoonde dyslexie scoren op de relevante taalaanverwante CITO-scores minder goed. Het is van belang dat aan de overige selectiecriteria en voorwaarden voor toelating voldaan wordt. De leerkrachten (en indien nodig de Plusklascoördinatoren) bespreken dergelijke leerlingen door met de IB-ers van de Clusterscholen voorafgaande aan de voordracht. In de tussenevaluaties worden de criteria m.b.t. de CITO-scores van het Leerlingvolgsysteem van elke plusklasleerling doorgelicht door de leerkracht. Een terugval van deze scores op schoolniveau, maar ook een gebrek aan progressie, motivatie en inzet bij de plusklaslessen kunnen leiden tot een gesprek over het te volgen programma van de plusklas. De kerngroepleden gaan in dat geval met de ouders van de plusklasleerling het gesprek aan. Aanmelding Op grond van de selectiecriteria wordt de leerling voorgedragen. De voordracht wordt met de leerkracht, de intern begeleider/talentbegeleider van de school en later met de ouders van de leerling besproken. De IB-er meldt de leerling aan bij de kerngroep Plusklas. De aanmelding en instroom kunnen ná elk nieuw project of na de zomervakantie plaatsvinden. Voorafgaande aan de mogelijke toestemming van de ouders kan een proefles worden afgesproken. Na toestemming van de ouders is de leerling toegelaten tot de plusklas. De leerkracht van de plusklasleerling verzorgt na de toelating een schriftelijke, korte weergave van de leerlingkenmerken van de leerling. Hij vermeldt tevens de vorderingen op methodisch gebied en een eventuele specifieke aanpak van de leerling. De kerngroep speelt deze informatie door aan de begeleiding van de plusklas. Locatie De plusklas heeft een eigen ruimte. De leerlingen komen bij elkaar in het Sinelab, of in een lesruimte van één van de Oudenbossche scholen. Rolverdeling plusklas De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor: het signaleren van de (hoog)begaafde leerlingen; het formuleren van de onderwijsbehoeften van de leerlingen; het uitvoeren van de onderwijsaanpassingen in de groep (compacten en verrijken); het bespreekbaar maken van de eventuele handelingsverlegenheid bij de intern begeleider tijdens de groeps- en/of leerlingbesprekingen; het nemen van initiatief voor een aanmelding van een leerling bij de Plusklas; terugkoppeling evaluaties vanuit de Plusklas naar de ouders; bewaken en monitoren van de leerresultaten van de leerling; bespreken vorderingen van de leerling met de ouders; ruimte bieden aan de leerling om plusklastaken uit te werken. De intern begeleider is verantwoordelijk voor: het begeleiden en ondersteunen van de leerkrachten bij het vormgeven van de onderwijsaanpassingen in de groep (vanuit een hulpvraag, vooral tijdens groeps- en/of leerlingbesprekingen); bewaken en het monitoren van leerresultaten en deze bespreken met de groepsleerkracht; input leveren voor het optimaliseren van het beleid van de plusklas; toetsing NSCCT / SIDI en de gesprekken n.a.v. de uitslagen NSCCT en de mogelijke follow-up. De plusklasleerkracht/talentvaardigbegeleider is verantwoordelijk voor: de praktische uitvoering van de Plusklas, inclusief het opstellen van doelen, plannen en evaluaties; bewaken ontwikkeling en voortgang van de plusklasleerling. De kerngroep plusklas is verantwoordelijk voor: jaarlijkse evaluatie van het proces met de betrokkenen; informatieverschaffing procedure Plusklas aan nieuwe ouders; ondersteuning bij stagnatie in individuele gevallen; bewaken van de inhoudelijke lijn en de beleidsvoering t.b.v. de bovenschoolse plusklas;

5 het vaststellen van het plusklasprogramma en het beleid per schooljaar. Modulaire opzet / Jaarplanning De plusklas kent een drietal modules van tien weken. In de elfde week vindt er een gesprek met de leerlingen plaats. Rapportage zal ook in de elfde week plaatsvinden. In de tweede schoolweek worden de ouders, de leerlingen en hun leerkrachten geïnformeerd over deze modules en het tijdspad. De leerlingen krijgen daarna één week de tijd om twee modules te kiezen, die gevolgd gaan worden. De leerlingen kunnen bij dit keuzeproces hun voorkeuren aangeven. De modules worden op donderdag door SINE verzorgd. Daarnaast bieden de scholen de plusklas de mogelijkheid om ook een eigen project te verzorgen of vorm te geven. De toetsing (NSCCT) voor de aanwas van mogelijk nieuwe plusklasleerlingen vindt plaats vanaf de derde schoolweek. De toetsing wordt verzorgd door de intern begeleider van de school. Contact met ouders De lesgevenden van Sine informeren de groepsleerkrachten voor de oudergesprekken over de ontwikkeling van de leerlingen in de plusklas. Er wordt per leerling een verslag door de lesgevenden van Sine gemaakt. De groepsleerkracht draagt zorg voor een terugkoppeling van deze informatie naar de ouders tijdens het oudergesprek. Contact met school de voortgang van de modules en projecten (lesgevenden SINE) de plusklas-communicatie en de website van de scholen (lesgevenden SINE, Kerngroep Plusklas, leerkrachten) de vorderingen en vaardigheden van de leerlingen (lesgevenden SINE) de evaluaties van het proces, presentaties van de leerlingen en dergelijke (lesgevenden SINE, Kerngroep Plusklas) de berichten naar de ouders, de informatie naar de ouders (Kerngroep Plusklas, leerkrachten) de planning van de plusklaslessen (Lesgevenden SINE, Kerngroep Plusklas) Twee tot driemaal per schooljaar worden hiertoe bespreekmomenten vastgesteld. Vervoer Elke Clusterschool draagt zorg voor het vervoer. Binnen de kernen van de gemeenten kunnen de vervoerswijzen verschillen. Contactpersonen: Kerngroep Plusklas Cluster Oudenbosch Zegge - Bosschenhoofd: Gwynn van Veldhoven en Manfred Werger Borgesius-Werkgroep Meer-en Hoogbegaafdheid Oudenbosch Zegge Bosschenhoofd: Gwynn van Veldhoven, Wendy Suijkerbuijk, Alexia Dekkers, Jelle Oomen, Jan van de Lindeloof en Manfred Werger Sinelab: Christel Evers en Hans Braakmann Contactpersonen scholen: Gwynn van Veldhoven, Alexia Dekkers (De Klinkert), Wendy Suijkerbuijk (De Schittering), Jelle Oomen (Mariadonk), Jan van de Lindeloof (Het Bossche Hart) en Manfred Werger (De Bukehof)