Slaagkansen aan Vlaamse universiteiten tijd om het beleid bij te sturen?
|
|
- Gerda van den Broek
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Slaagkansen aan Vlaamse universiteiten tijd om het beleid bij te sturen? Koen Declercq en Frank Verboven 1 Centrum voor Economische Studiën, K.U.Leuven 12 oktober Centrum voor Economische Studiën, K.U.Leuven. Onderzoek gefinancierd door de Interuniversitaire Attractiepool (IUAP) van Federaal Wetenschapsbeleid (P5/26). De auteurs danken medewerkers van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming voor het ter beschikking stellen van de databank, Stijn Kelchtermans en Tess Schooreel voor hulp bij de organisatie van de databank, en Christophe Croux, Luc Lauwers, Brenda Van Heghe, Ton Van Weel en vele anderen voor nuttige commentaren bij het voorbereiden van de tekst. 1
2 1 Lage slaagkansen van eerstejaarsstudenten aan universiteiten De slaagkansen van eerstejaarsstudenten aan Vlaamse universiteiten zijn reeds lange tijd bijzonder laag, en de situatie lijkt de laatste jaren niet te verbeteren. Van de ruim studenten die aan een universitaire studie begonnen gedurende de academiejaren tot slaagde nauwelijks de helft in de eerste of tweede zittijd. 2 Het valt vooral op dat de slaagkansen sterk variëren tussen verschillende goed identificeerbare groepen van studenten. Tabel 1 geeft een gedetailleerd overzicht van het aantal studenten en de verschillen in slaagkansen aan universiteiten. 3 Meisjes hebben 10% meer kans op slagen in het eerste jaar dan jongens (54% tegen 44%). Leerlingen uit een vrije (meestal katholieke) school hebben zelfs een 18-22% hogere slaagkans dan leerlingen uit het officieel- of het gemeenschapsonderwijs (53% tegen 31-35%). De slaagkansen verschillen nog sterker met het leertraject en het behaalde diploma in het secundair onderwijs. Studenten die hun secundair diploma behaalden op de normale leeftijd hebben een slaagkans van 54%, tegen slechts 21% voor studenten die een jaar moesten overdoen en minder dan 10% voor studenten die twee jaar moesten overdoen in het basis- of secundair onderwijs. Studenten uit het beroeps- en kunstonderwijs hebben een universitaire slaagkans van respectievelijk 2% en 14%. De slaagkansen van studenten uit het technisch onderwijs schommelen rond de 10%, variërend van 4% voor Secretariaat - Talen tot 27% voor Industriële Wetenschappen. 4 Ook de grote groepen studenten met een ASO diploma in de richting Menswetenschappen of Economie - Moderne Talen hebben lage slaagkansen, tussen 25% en 28%. Tegen deze lage slaagcijfers staan beduidend hogere slaagkansen voor studenten met een sterke component wiskunde of klassieke talen in hun ASO diploma. Zo is de slaagkans 60% voor studenten met een diploma Wetenschappen - Wiskunde, 68% voor studenten met een diploma Latijn Wiskunde, tot zelfs 78% voor studenten met een diploma Grieks - Wiskunde. De lage slaagkansen voor studenten uit de ASO richtingen Menswetenschappen of Economie Moderne Talen gelden voor de meeste universitaire studierichtingen, zelfs voor studierichtingen die in het verlengde lijken te liggen van het ASO diploma. Zo hebben studenten uit Menswetenschappen een slaagkans van 23% in Politieke en Sociale Wetenschappen en 30% in Psychologie, en studenten uit Economie Moderne Talen een slaagkans van 22% in Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen. Voor meer informatie hierover, zie Tabel 2 in de Annex waar we de slaagkansen per secundair diploma en per universitair studiegebied tonen. De nodige voorzichtigheid is nodig bij het interpreteren van de grote verschillen in slaagkansen. Zo is het niet verantwoord uit de cijfers te besluiten dat een secundair diploma Latijn - Wiskunde aan een katholieke school noodzakelijk een grotere garantie tot succes biedt op de universiteit. We stellen geen 2 Door het flexibiliseringdecreet krijgt de definitie van geslaagd sinds het academiejaar een andere betekenis. We beschouwen een student hier als geslaagd indien het aantal verworven studiepunten gelijk is aan het aantal te behalen studiepunten. 3 Voor interessant recent werk dat zich concentreert op hogescholen verwijzen we naar Cottenie (2007). 4 Omdat het aantal universiteitsstudenten uit niet-aso richtingen relatief klein is, nemen we alleen de richtingen met minstens 200 studenten over de periode als aparte groepen op. De andere studenten worden opgenomens als overige TSO, BSO en KSO. 2
3 oorzakelijk verband vast. Het is bekend dat er belangrijke selectie-effecten optreden tijdens het secundair onderwijs. Zo beginnen veel leerlingen volgens het watervalsysteem in de zgn. sterkere secundaire richtingen om geleidelijk af te dalen naar de zgn. zwakkere richtingen. Eveneens trekken katholieke scholen een proportioneel hoger aandeel leerlingen aan uit de sterkere richtingen en mogelijk ook uit gemiddeld hogere sociale klassen. Studenten hebben in de realiteit dus typische meerdere karakteristieken die tegelijk bijdragen tot hun slaagkans op de universiteit. We schatten daarom een econometrisch logit model, dat de verschillen in slaagkansen tussen studentengroepen blootlegt, na te controleren voor een reeks andere geobserveerde karakteristieken van de studenten. 5 De derde en vierde kolom van Tabel 1 tonen de ongezuiverde en gezuiverde verschillen in slaagkansen ten opzichte van een referentiegroep. De ongezuiverde verschillen volgen eenvoudig uit de tweede kolom. De gezuiverde verschillen controleren voor alle andere karakteristieken in de tabel, maar zijn nog niet volledig zuiver indien er nog andere weggelaten karakteristieken zijn, bijvoorbeeld sociale klasse. Uit de gezuiverde verschillen trekken we o.m. de volgende besluiten: - Meisjes hebben een significant hogere slaagkans dan jongens, zelfs na rekening te houden met andere karakteristieken: +10,2%. - Buitenlandse studenten hebben een significant lagere slaagkans dan Belgen: 4,5%. - Studenten uit het gemeenschaps- of het officiëel onderwijs hebben een significant lagere slaagkans dan studenten uit het vrij onderwijs: respectievelijk 13,8% en 8,4%. Dit verschil is minder groot dan het ongezuiverde verschil ( 18,3% en 22,0%) omdat ermee rekening gehouden wordt dat het vrij onderwijs meer studenten uit sterkere secundaire richtingen aflevert. Het nog resterende verschil kan te verklaren zijn door verschillen in sociale achtergrond of verschillen in vorming tussen de netten. Verder onderzoek is noodzakelijk om dit te achterhalen. - Studenten die één of twee jaren overdeden in het secundair hebben een significant lagere slaagkans: respectievelijk 22,1% en 30,1%. Die verschillen zijn minder uitgesproken dan de ongezuiverde verschillen ( 33,6% en 44,4%) omdat studenten met een jaar vertraging veelal ook uit zwakkere secundaire richtingen komen. - Er zijn sterke verschillen in universitaire studiegebieden. De ongezuiverde verschillen suggereren geen duidelijk patroon, met bijvoorbeeld hogere slaagkansen in Toegepaste Wetenschappen (+2,6%) en lagere slaagkansen in Wijsbegeerte ( 10,1%), ten opzichte van de referentiegroep Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen. Maar de gezuiverde verschillen, die rekening houden met de verschillende instroom van studenten, tonen systematisch lagere slaagkansen in exacte wetenschappen dan in humane wetenschappen, bijvoorbeeld 6,3%.voor 5 Er zijn enkele andere studies die determinanten van slaagkansen analyseren. Het ministerie van Onderwijs en Vorming (2009) gaf recent een korte update voor studiesucces in , met vooral aandacht voor geslacht, type SO en instelling HO. Daarnaast zijn er de studies van Rombaut et al. (2006) en Ortiz en Dehon (2008). Deze studies kijken alleen naar eerstejaarsstudenten, hebben een beperktere steekproef en minder details over de opgenomen controlevariabelen. Maar ze controleren wel voor sociale achtergrond (opleiding/beroep ouders) op basis van case studies voor de Universiteit Antwerpen en de Université Libre de Bruxelles. Daaruit blijkt dat verschillen ook blijven bestaan na correctie voor sociale achtergrond. 3
4 Toegepaste Wetenschappen en +6,7% voor Wijsbegeerte ten opzichte van de referentiegroep. De enige studiegebieden uit de exacte wetenschappen met een hoge slaagkans zijn Tandheelkunde en Geneeskunde (+18,4% en 29,0%), waar een toelatingsproef voor selectie zorgt. - Er zijn belangrijke regionale verschillen. Studenten uit West-Vlaanderen hebben een significant hogere slaagkans: +21,6% t.o.v. de referentiegroep (Wallonië), maar ook nog +7.2% t.o.v. Oost- Vlaanderen (de groep met de tweede hoogste slaagkans). - Er zijn ook verschillen per instelling, vooral na uitzuivering van andere factoren. In vergelijking met de referentiegroep (VUB, LUC en KUB) zijn de slaagkansen lager aan de Universiteit Antwerpen ( 8,2%), K.U.Leuven ( 12,4%) en Universiteit Gent ( 18,8%). 6 - De slaagkansen nemen af in de recentere jaren, bv -3,9% in ten opzichte van Dit hangt mogelijk samen met de invoering van het flexibiliseringdecreet. Zie ook het Ministerie van Onderwijs en Vorming (2007) voor een gedetailleerde analyse van deze effecten. 6 Het beduidend lagere percentage voor de Universiteit Gent is verrassend. Het volgt ten dele doordat deze universiteit veel West-Vlaamse studenten heeft die op zich een hoge slaagkans hebben. Zonder te controleren voor de provincie geldt een vergelijkbaar lager slaagpercentage voor de K.U.Leuven als de Universiteit Gent (ca - 10% t.o.v. de referentiegroep). 4
5 Opleiding SO Vertraging SO Net SO Tabel 1: Slaagkansen van eerstejaarsstudenten aan Vlaamse universiteiten Aantal studenten Slaagkans Verschil slaagkans met referentiegroep Ongezuiverd Gezuiverd man ,3% 0,0% 0,0% vrouw ,2% 9,9% 10,2% buitenlander ,6% -19,4% -4,5% Belg ,0% 0,0% 0,0% Gemeenschapsonderwijs ,5% -18,3% -13,8% Officieel onderwijs ,8% -22,0% -8,4% Vrij Onderwijs ,8% 0,0% 0,0% + 3 jaar in SO 346 8,7% -45,4% -28,4% + 2 jaar in SO ,7% -44,4% -30,1% + 1 jaar in SO ,5% -33,6% -22,1% + 0 jaar in SO ,1% 0,0% 0,0% -1 jaar in SO ,1% 5,0% 1,1% -2 jaar in SO 25 56,0% 1,9% -5,4% Secr. - Talen 208 3,8% -24,4% -38,5% BSO 176 1,7% -26,5% -38,2% Soc.&Techn. Wet ,0% -20,2% -28,7% Handel 540 8,0% -20,2% -26,6% L.O. & Sport 208 8,7% -19,5% -19,8% Overig TSO ,2% -19,0% -19,3% Boekh. - Inform ,8% -17,4% -17,0% KSO ,5% -13,7% -15,2% Mens ,3% -2,9% -0,2% Econ. - Mod. Talen ,2% 0,0% 0,0% Steiner ,1% -5,1% 0,8% Techn. - Wet ,2% -7,0% 3,3% Industr. Wet ,4% -0,8% 15,4% Mod. Talen - Wet ,3% 12,1% 15,5% Sportwetenschappen ,5% 5,3% 16,4% Latijn - Mod. Talen ,9% 19,7% 19,1% Mod. Talen - Wiskunde ,0% 21,8% 22,1% Econ. - Wiskunde ,5% 22,3% 25,0% Latijn - Wet ,3% 33,1% 31,4% Grieks - Latijn ,9% 39,7% 33,7% Grieks - Wet ,8% 43,6% 36,6% Wet. - Wiskunde ,3% 32,1% 36,9% Latijn - Wiskunde ,0% 39,8% 38,9% Grieks - Wiskunde ,7% 49,5% 41,1% (vervolg op volgende bladzijde) 5
6 Academiejaar Woonplaats Naam univ Studiegebied universiteit Tabel 1 (vervolg): Slaagkansen van eerstejaarsstudenten aan Vlaamse universiteiten Aantal studenten Slaagkans Verschil slaagkans met referentiegroep Ongezuiverd Gezuiverd Verkeerskunde 51 35,3% -15,6% -15,6% Biomedische wet ,2% -3,7% -13,3% Diergeneeskunde ,1% -9,8% -12,6% Wetenschappen ,1% -6,8% -11,1% Toegepaste wet ,5% 2,6% -6,3% Toeg. bio. wet ,8% 3,9% -5,6% Farmaceutische wet ,2% 6,3% -4,2% Beweg.- en reval. wet ,5% -4,4% -2,0% Econ. en toeg. econ ,9% 0,0% 0,0% Taal- en letteren ,6% -2,3% 1,3% Soc. gezondheidswet ,8% 6,9% 2,3% Rechten en crim. wet ,6% -5,3% 2,7% Pol. en soc ,4% -8,5% 4,0% Arch. en kunstwet ,8% -9,1% 5,7% Psych. en pedagogie ,2% -0,7% 6,2% Wijsbegeerte ,8% -10,1% 6,7% Geschiedenis ,0% -2,9% 9,9% Gecombineerde ,1% -3,8% 10,3% Tandheelkunde ,7% 26,8% 18,4% Godgeleerdheid ,2% 11,3% 21,6% Geneeskunde ,2% 36,3% 29,0% Universiteit Gent ,1% -3,9% -18,8% K.U.Leuven ,1% 2,1% -12,4% Universiteit Antwerpen ,7% -4,3% -8,2% V.U.B./L.U.C./K.U.B ,0% 0,0% 0,0% Waalse provincie ,4% 0,0% 0,0% Brussel ,9% -2,5% 0,6% Limburg ,7% 8,3% 4,7% Vl. Brabant ,9% 10,5% 10,8% Antwerpen ,4% 9,0% 11,8% Oost-Vlaanderen ,5% 8,1% 14,4% West-Vlaanderen ,8% 18,4% 21,6% ,5% 0,0% 0,0% ,8% 1,3% 2,1% ,9% 2,4% 2,9% ,7% 0,2% 1,7% ,9% -1,6% -0,2% ,0% -5,5% -3,9% Pseudo R-kwadraat 14,0% Fractie correct voorspeld 67,4% Noot: De ongezuiverde verschillen in slaagkans (derde kolom) zijn het eenvoudige verschil ten opzichte van de referentiegroep (tweede kolom). De gezuiverde verschillen zijn geschat met een multivariaat logit model, dat controleert voor alle opgenomen karakteristieken in Tabel 1. Verschillen van meer dan 2% zijn meestal statistisch significant (5% niveau). Bron: Databank Hoger Onderwijs ( tot ) en eigen berekeningen. 6
7 2 Slaagkansen: hogescholen en tweedejaarsstudenten De lage slaagkansen van studenten uit de zwakkere richtingen blijken vooral een fenomeen bij eerstejaarsstudenten aan de universiteiten. Ze gelden in veel mindere mate aan hogescholen en bij tweedejaarsstudenten. Figuur 1 vergelijkt de slaagkansen van eerstejaarsstudenten aan universiteiten en hogescholen volgens het diploma secundair onderwijs. 7 De blauwe balken zijn de slaagkansen aan de universiteiten; de rode balken zijn de slaagkansen aan de hogescholen. Figuur 1 toont dat studenten uit het BSO, TSO en KSO, en uit het ASO richting Menswetenschappen en Economie Moderne Talen een bijna 23% hogere slaagkans hebben aan hogescholen dan aan universiteiten. Studenten uit ASO richtingen met een sterke wiskunde component en/of klassieke talen hebben slechts een 7% hogere slaagkans aan de hogeschool. 8 Deze cijfers suggereren dat het vooral de studenten uit de zwakkere richtingen zijn die teveel voor de universiteit kiezen in plaats van voor de hogeschool. Vooral opvallend zijn de hoge slaagkansen van de TSO-richting Industriële Wetenschappen aan de hogescholen. Deze groep doet het bijna even goed als bijvoorbeeld Latijn Moderne Talen, en beter dan verschillende andere ASO richtingen, waaronder de omvangrijke groepen Menswetenschappen en Economie Moderne Talen. 7 De globale slaagkans van eerstejaarsstudenten is lager aan hogescholen dan aan universiteiten (45% tegen 50%), maar dat komt door de andere instroom. Omwille van dit selectie-effect is het meer gepast een vergelijking te maken voor een gegeven diploma secundair onderwijs. 8 Studenten uit de sterkste ASO richting (Grieks Wiskunde) hebben zelfs een lagere slaagkans aan de hogeschool. Dit kan toegeschreven worden aan een selectie-effect: zoals alle richtingen is de richting Grieks Wiskunde geen homogene groep en kiezen de sterkere studenten binnen de groep eerder voor de universiteit. 7
8 Figuur 1: Slaagkansen van eerstejaarsstudenten: universiteiten versus hogescholen Grieks - Wiskunde Latijn - Wiskunde Grieks - Latijn Latijn - Wet. Wet. - Wiskunde Econ. - Wiskunde Mod. Talen - Latijn - Mod. Talen Mod. Talen - Wet. Sportwetenschappen Econ. - Mod. Talen Industr. Wet. Mens Steiner Techn. - Wet. KSO Boekh. - Inform. Overig TSO L.O. & Sport Soc.&Techn. Wet. Handel Secr. - Talen BSO Hogeschool Universiteit Noot: Standaardfouten van de slaagkansen zijn kleiner dan 1%. Bron: Databank Hoger Onderwijs ( tot ) en eigen berekeningen. Figuur 2 toont de slaagkansen van de tweedejaarsstudenten aan de universiteiten. We maken een onderscheid tussen de groep die in het eerste jaar onmiddellijk slaagde (blauwe balken) en de groep die het eerste jaar moest overdoen (rode balken). De eerste vaststelling is dat de slaagkansen van tweedejaarsstudenten met een gemiddelde van 80% beduidend hoger zijn dan die van de eerstejaarsstudenten (50%). Een tweede vaststelling is dat de slaagkansen veel minder verschillen naargelang het diploma in het secundair onderwijs. De derde vaststelling is dat studenten die onmiddellijk slaagden in het eerste jaar een beduidend hogere slaagkans hebben dan de overige studenten (90% versus 70%). We besluiten hieruit dat de selectie van studenten voornamelijk in het eerste jaar gebeurt, en dat de problemen van niet geslaagde studenten in het eerste jaar blijven doorwerken in het volgende jaar. 8
9 Figuur 2: Slaagkansen van tweedejaarsstudenten: geslaagd versus niet geslaagd in het eerste jaar Grieks - Wiskunde Latijn - Wiskunde Grieks - Latijn Latijn - Wet. Wet. - Wiskunde Econ. - Wiskunde Mod. Talen - Wiskunde Latijn - Mod. Talen Mod. Talen - Wet. Sportwetenschappen Econ. - Mod. Talen Industr. Wet. Mens Steiner Techn. - Wet. KSO Boekh. - Inform. Overig TSO L.O. & Sport Soc.&Techn. Wet. Handel Secr. - Talen BSO Niet geslaagd 1e jaar Geslaagd 1e jaar Noot: Standaardfouten van de slaagkansen zijn kleiner dan 1%. Bron: Databank Hoger Onderwijs ( tot ) en eigen berekeningen. De studenten van academische bachelors aan hogescholen zijn niet opgenomen. 3 Sociale kosten van studievertraging De bovenstaande feiten zijn een gevolg van het jarenlange beleid in Vlaanderen waarbij iedere leerling met een diploma secundair onderwijs zonder beperking toegang heeft tot bijna alle universitaire opleidingen. Het is een beleid van ex post screening (op het einde van het eerste jaar) in plaats van ex ante screening (bij het begin van het eerste jaar). De lage slaagkansen in het eerste jaar gaan gepaard met belangrijke sociale kosten. De rechtstreekse studiekosten betaald door de overheid lopen al gauw op tot per student en per jaar, en mogelijk zelfs tot , afhankelijk van de studierichting. 9 De studenten (of hun ouders) betalen daarbovenop wellicht een vergelijkbaar bedrag per jaar. Maar de belangrijkste sociale kosten volgen uit het uitstel van 9 Voor een raming van de studiekosten verwijzen we naar CHEPS (2005), en ook Kelchtermans en Verboven (2010a,b). 9
10 toetreding tot de arbeidsmarkt. Dit uitstel betekent niet alleen een gederfd netto-inkomen voor de student maar ook gederfde belastingsinkomsten en bijdragen tot de sociale zekerheid voor de overheid. Deze kosten zijn niet onbelangrijk in het licht van de inspanningen die de overheid wil leveren om de arbeidsparticipatie te vergroten en de duur van de actieve loopbaan te verlengen. Tegen deze achtergrond is het misschien verrassend vast te stellen dat de Vlaamse overheid zich niet actiever opstelt ten aanzien van het probleem van de lage slaagkansen van eerstejaarsstudenten. Sinds 2008 wordt het hoger onderwijs gefinancierd op basis van het aantal studenten dat effectief slaagt (outputfinanciering), maar er wordt een uitzondering gemaakt voor het eerste jaar (de eerste 60 studiepunten). Voor het eerste jaar blijft in essentie het oude systeem van inputfinanciering bestaan en krijgen universiteiten en hogescholen hun middelen op basis van het aantal ingeschreven studenten ongeacht of zij effectief slagen. De uitzondering voor het eerste jaar was het resultaat van een compromis, en beoogde de universitaire instellingen voldoende aan te zetten om nieuwe studenten uit alle sociale groepen te rekruteren of deze tenminste niet te ontmoedigen. Hoewel goed bedoeld, gaat de maatregel voorbij aan de realiteit dat de studieachtergrond van een grote groep studenten ruim onvoldoende is om te slagen aan de universiteit, zelfs na rekening te houden voor verschillen in de sociale achtergrond De ervaring met toelatingsproeven in Vlaanderen In vele landen worden studenten gescreend vooraleer ze toegelaten worden tot de universiteit, soms op basis van studieresultaten in het secundair onderwijs en soms via een toelatingsproef. Vlaanderen kent geen systeem dat studenten screent op basis van verworven vaardigheden in het secundair onderwijs (hoewel de bovenstaande cijfers suggereren dat hierdoor heel wat informatie verloren gaat). Er is wel een beperkte ervaring met de toelatingsproef aan universiteiten, m.n. voor de studierichtingen Burgerlijk Ingenieur en Geneeskunde/Tandheelkunde. 11 Maar deze beperkte ervaring levert toch al enkele interessante inzichten op. De toelatingsproef voor studenten Burgerlijk Ingenieur werd afgeschaft vanaf het academiejaar , in de hoop de dalende trend van het aantal studenten tegen te gaan. Maar volgens de cijfers steeg het aantal nieuwe inschrijvingen slechts in beperkte mate (met ca. 11%) en daalde de slaagkans gevoelig, van 62% voor de afschaffing tot 46% erna. 12 De dalende trend van het aantal geslaagde eerstejaarsstudenten zette zich dus gewoon verder, maar met een bijkomende sociale verspilling door de gedaalde slaagkans na de afschaffing van de toelatingsproef. 10 Dit wordt bevestigd door de hoger vermelde case studies van Rombaut et al. (2006) en Ortiz en Dehon (2008) voor de Universiteit Antwerpen en Université Libre de Bruxelles, die beiden aantonen dat de slaagkansen sterk afhangen van de opleiding in het secundair onderwijs, zelfs na te controleren voor de sociale achtergrond. 11 Er is ook beperkte ervaring met toelatingsproeven op hogescholen, bv. Muziek en dramatische kunst en Nautische wetenschappen. Omdat dit artikel zich concentreert op universiteiten, gaan we hier niet verder op in. 12 Deze cijfers zijn gebaseerd op een vergelijking tussen de laatste drie jaren voor en de eerste drie jaren na de afschaffing. 10
11 De toelatingsproef voor studenten Geneeskunde bestaat al sinds het midden van de jaren 90. Het is dus niet zo eenvoudig om de situatie voor en tijdens het systeem van de toelatingsproef met elkaar te vergelijken. Maar volgens Tabel 2 hebben studenten Geneeskunde de hoogste slaagkans van alle universitaire richtingen (87%), en hun slaagkans is hoog voor alle diploma s secundair onderwijs. Dit staat in schril contrast met bijvoorbeeld de studenten Diergeneeskunde, die geen toelatingsproef moeten afleggen. De slaagkansen bedragen hier slechts 41%, en er zijn veel grotere verschillen tussen de diploma s secundair onderwijs. 13 De toelatingsproef lijkt dus tot op zekere hoogte in staat de bekwaamheid van studenten te screenen, los van de vooropleiding in het secundair onderwijs. Maar men kan op basis van de zeer grote slaagkansen wel de kanttekening maken dat de toelatingsproef Geneeskunde misschien te streng is en tot ongewenste neveneffecten leidt. 5 Nood aan een actievere screening van eerstejaarsstudenten? We kunnen de belangrijkste inzichten als volgt samenvatten: 1. Eerstejaarsstudenten aan Vlaamse universiteiten hebben een lage slaagkans. Dit geldt in het bijzonder voor de relatief grote groep studenten uit de zgn. zwakkere richtingen van het secundair onderwijs, met slaagkansen van minder dan 25%. 2. De slaagkansen van de eerstejaarsstudenten uit de zwakkere richtingen van het secundair onderwijs zijn beduidend hoger aan hogescholen. Ook tweedejaarsstudenten hebben beduidend hogere slaagkansen. 3. De lage slaagkansen van eerstejaarsstudenten gaan gepaard met belangrijke sociale kosten, niet alleen de rechtstreekse studiekosten maar vooral ook de kosten door het uitstel van toetreding tot de arbeidsmarkt. 4. De beperkte ervaring met toelatingsproeven aan Vlaamse universiteiten suggereert dat deze effectief zijn en de slaagkansen substantieel verhogen, zonder dat het totaal aantal geslaagde studenten daardoor noodzakelijk afneemt. Het probleem van de lage slaagkansen van eerstejaarsstudenten zal mogelijk nog sterker worden in de nabije toekomst door het nieuwe systeem van de diplomaruimte (waarbij er slechts één beraadslaging meer is op het einde van de opleiding). Deze vaststellingen leiden tot de vraag of het huidige beleid ten aanzien van de instroom in het hoger onderwijs niet moet worden bijgesteld. Dit zou kunnen via een aanpassing van het nog recent vernieuwde financieringssysteem, in combinatie met andere begeleidende maatregelen. Het huidige systeem van inputfinanciering van eerstejaarsstudenten creëert weinig stimulansen om studenten actief te begeleiden bij een geschikte studiekeuze, aangepast aan hun vooropleiding en kwalificaties. Een alternatief beleid zou het systeem van outputfinanciering ook al toepassen voor de eerstejaarsstudenten, samen met begeleidende maatregelen om studenten actiever te screenen bij de 13 De vergelijking in Tabel 2 is gebaseerd op alle universiteiten. Omdat Diergeneeskunde alleen wordt aangeboden aan de Universiteit Gent en Antwerpen, is de vergelijking zuiverder wanneer alleen deze universiteiten worden beschouwd. We hebben ook deze vergelijking gemaakt en dit geef vergelijkbare inzichten (85% tegen 41%). 11
12 aanvang van de universitaire studies. Een van de opties bestaat erin om sommige afstudeerrichtingen van het secundair onderwijs niet automatisch toegang te garanderen tot de universiteiten. Dit kan werken indien de afstudeerrichtingen voldoende homogene leerlingengroepen afleveren, en de recente hervormingsplannen van het secundair onderwijs zouden hierop kunnen inspelen. Een andere optie is om een ruimere toepassing van de toelatingsproef in te voeren (niet noodzakelijk even streng als deze in Geneeskunde). Dit heeft het voordeel dat sommige leerlingengroepen niet bij voorbaat uitgesloten worden, maar het nadeel dat een proef slechts een momentopname weergeeft. Een derde, minder verregaande optie is de organisatie van een veralgemeende, maar niet-bindende oriëntatieproef. Deze optie is dan louter informatief, maar leidt misschien ook al tot een beter overwogen studiekeuze. Verder onderzoek, debat of kleinschalige nieuwe experimenten zijn nodig om de effecten van deze of andere opties te evalueren. Een beleid van actievere screening van eerstejaarsstudenten hoeft allerminst asociaal te zijn. De positieve efficiëntie-effecten (besparing op studiekosten, sneller doorstroming tot de arbeidsmarkt) creëren ruimte voor extra sociale maatregelen, bijvoorbeeld bijkomende financiële middelen voor het aantrekken van studenten uit kansarme groepen of het verder stimuleren van een latere overgang van de hogeschool naar de universiteit. Het creëert ook budgettaire ruimte voor de uitbouw van het hoger beroepsonderwijs, waar nu nog een beperkt aanbod geldt. Maar wellicht nog belangrijker is dat een actievere screening bij de aanvang van de hogere studies nuttige, nieuwe informatie over slaagkansen biedt en zo twijfelende studenten kan aanzetten de stap naar de universiteit te zetten. 6 Referenties CHEPS (2005). Bekostigingstarieven in het Hoger Onderwijs een Vergelijking tussen 7 Landen. Studie i.o.v. de Vlaamse Gemeenschap, Universiteit Twente. Cottenie, P. (2007), Aansluiting secundair onderwijs - hogescholen. Aandeel en studieresultaten van TSO-BSO-studenten in het academiejaar , Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, Kelchtermans, S. en F. Verboven (2010), Participation and Study Decisions in a Public System of Higher Education, Journal of Applied Econometrics 25(3), Kelchtermans, S. en F. Verboven (2010), Program Duplication in Higher Education is not Necessarily Bad, Journal of Public Economics, 94(5-6),
13 Ministerie van Onderwijs en Vorming (2007), Impact van het Flexibiliseringsdecreet, 16p. m.pdf Ministerie van Onderwijs en Vorming (2009), Studiesucces Generatiestudenten in , 12p. es%20generatiestudenten%20in% pdf Ortiz, E. en C Dehon (2008), What are the Factors of Success at University? A Case Study in Belgium, CESifo Economic Studies 54(2), Rombaut, K., B. Cantillon en G. Verbist (2006), Determinanten van de Differentiële Slaagkansen in het Hoger Onderwijs, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. 13
14 7 Annex Tabel 2: Slaagkansen aan Vlaamse universiteiten volgens secundair diploma en studiegebied: tot BSO TSO KSO Mens EcMod Sport ModWet LatMod ModWis EcWis WetWis LatWet GrLat LatWis GrWis* Totaal Arch. en kunstwet. 0 10,6 17,3 21, ,3 38,9 56,1 53,2 47,7 46,7 73,6 66,7 77,5 69,2 41,8 Pol. en soc. 0 10,5 17,1 22,8 30,4 29,1 46,1 46, ,5 61,6 63,4 66,9 70,2 87,5 42,4 Rechten en crim. wet. 3,2 7,8 11,4 24,2 30,4 34,4 41,9 47,5 48,6 51,5 55,9 66,5 67,8 72,1 76,6 45,6 Gecombineerde 0 5,8 21,7 22,5 29,3 48,2 55,5 36,7 61,3 57,4 64,2 77,6 79,8 85,7 47,1 Geschiedenis 0 9,1 21,1 30,4 36, ,9 52,7 57,4 53,5 66,5 74,9 73, Taal- en letteren 0 4, ,9 29,1 31,3 39,6 50,2 46,2 40, ,1 70,4 71,4 75,7 48,6 Psych. en pedagogie 0 8,2 4,8 30,4 31,3 32,8 50,6 49,6 63,6 58,3 68,3 72,8 66,7 75,5 81,6 50,2 Econ. en toeg. econ. 0 10,9 0 14,7 21,5 7,1 28,7 28,4 51,8 53, ,2 57, ,3 50,9 Diergeneeskunde ,3 8, ,6 24,1 45,5 25,5 54,3 49, ,1 54,5 41,1 Wetenschappen 0 14,8 7,1 1,9 7,7 26,9 30,3 22,2 30,5 26,2 51, ,1 69,3 44,1 Beweg.- en rev. wet. 0 13,2 0 23,4 21,2 37,5 44,2 26,8 43,9 41,4 61, ,4 78,6 46,5 Biomedische wet. 33,3 20,2 0 6,1 10,9 37,3 30,8 13,6 32, ,1 49,4 31,3 55,6 53,2 47,2 Toegepaste wet. 0 33,5 33, ,3 7,1 16,7 33,8 28,9 54,3 44, ,9 71,1 53,5 Toeg. bio. wet. 13, , , ,9 42,4 66,7 59, ,8 Farmaceutische wet. 0 18,9 0 5,3 7,7 32,9 12,5 33,3 23,1 65,5 50,5 45, ,6 57,2 Geneeskunde ,5 65, ,3 81,3 86,8 86, ,2 91,5 87,2 Totaal 1, ,5 25,3 28,2 33,5 40,3 47, ,5 60,3 61,3 67, ,5 49,8 Noot: De standaardfout van de slaagkans is meestal kleiner dan 2% wanneer de slaagkans berekend werd op meer dan 500 studenten, en meestal groter dan 6% wanneer de slaagkans berekend werd op minder dan 50 studenten. (Voor het aantal studenten zie Tabel 3.) Groepen met minder dan 100 studenten (ASO diploma Sport en Steiner en de studiegebieden Godgeleerdheid, Tandheelkunde, Verkeerskunde en Wijsbegeerte) zijn niet apart opgenomen, maar wel bij de berekening van het totaal. Bron: Databank Hoger Onderwijs ( tot ) en eigen berekeningen. Illustratie: een student met een ASO diploma Wetenschappen Wiskunde heeft een slaagkans van 68,3% voor het studiegebied Psychologie. 14
15 Tabel 3: Studentenaantallen aan Vlaamse universiteiten volgens secundair diploma en studiegebied: tot BSO TSO KSO Mens EcMod Sport ModWet LatMod ModWis EcWis WetWis LatWet GrLat LatWis GrWis* Totaal Arch. en kunstwet Pol. en soc Rechten en crim. wet Gecombineerde Geschiedenis Taal- en letteren Psych. en pedagogie Econ. en toeg. econ Diergeneeskunde Wetenschappen Beweg.- en rev. wet Biomedische wet Toegepaste wet Toeg. bio. wet Farmaceutische wet Geneeskunde Totaal Noot: Groepen met minder dan 100 studenten (ASO diploma Sport en Steiner en de studiegebieden Godgeleerdheid, Tandheelkunde, Verkeerskunde en Wijsbegeerte) zijn niet apart opgenomen, maar wel bij de berekening van het totaal. Bron: Databank Hoger Onderwijs ( tot ) en eigen berekeningen. Illustratie: er begonnen 1043 studenten met een ASO diploma Wetenschappen Wiskunde aan het studiegebied Psychologie in
16 16
Slaagkansen aan Vlaamse universiteiten: tijd om het beleid bij te sturen? Koen Declercq en Frank Verboven
Naamsestraat 61 - bus 3550 B-3000 Leuven - BELGIUM Tel : 32-16-326661 vives@econ.kuleuven.be VIVES Briefings 2010 27 September Augustus Slaagkansen aan Vlaamse universiteiten: tijd om het beleid bij te
Nadere informatieEerder stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr 510 van 16 juli 2015) over de eerste sessie van het toelatingsexamen in juli 2015.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 557 van ANN BRUSSEEL datum: 9 september 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts -
Nadere informatieStudiesucces generatiestudenten in
Studiesucces generatiestudenten in 2007-2008 Inleiding Naar aanleiding van de nieuwe databank DHO hebben we besloten om de klemtoon niet langer voornamelijk op het registreren van gegevens te leggen. Ook
Nadere informatieHoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven
1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,
Nadere informatieEen goede opleiding werkt baanbrekend
Een goede opleiding werkt baanbrekend Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2007-2008 Persconferentie 19 mei 2009 Een goede opleiding werkt baanbrekend Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen
Nadere informatieDeterminanten van de differentiële slaagkansen in het hoger onderwijs
Determinanten van de differentiële slaagkansen in het hoger onderwijs Kristel Rombaut o.l.v. Bea Cantillon en Gerlinde Verbist Mei 2006 CENTRUM VOOR SOCIAAL BELEID HERMAN DELEECK UNIVERSITEIT ANTWERPEN-
Nadere informatieGeef je opleiding een STEM
Geef je opleiding een STEM Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen - Limburg 2011-2012 Onderzoek naar de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Alle schoolverlaters van 2011 worden 1 jaar lang gevolgd (tot
Nadere informatieANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX Leerlingen BSO Slaagkansen hoger
Nadere informatieOVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...
HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - BEKNOPT /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ACADEMIEJAAR 2016-2017 OVERZICHT Inleiding...
Nadere informatieaantal zorg- STEM aantal lichte STEM
Indicatoren I. Instroom (studiekeuze) a. Secundair onderwijs Indicator I.S: Studiekeuze voor in secundair onderwijs. Percentages leerlingen die studiekeuze maken en percentage meisjes in de categorie 1
Nadere informatieBASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten
HOGER ONDERWIJS Studenten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding (1) 1 inschrijvingen naar finaliteit (1)(2) go vgo ogo Totaal cursisten
Nadere informatieVlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147-
Vlaams Parlement Vragen en Antwoorden Nr.2 November 2008 47 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTERPRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS
Nadere informatieJe wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt.
EEN OPLEIDING KIEZEN Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt. Wat moet je doen? 1. Lees de instructie en de zoektips
Nadere informatieSTEM monitor april 2015 RITA DUNON
STEM monitor 2015 30 april 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEM-opleidingen en richtingen
Nadere informatieBASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten
BASISONDERWIJS Leerlingen HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding van het volwassenenonderwijs
Nadere informatieDE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS
Het hoger onderwijs in Vlaanderen kent twee soorten onderwijs: het hoger professioneel onderwijs en het academisch onderwijs. Je kan een opleiding volgen aan een hogeschool of aan een universiteit. Bron:
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieDe vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).
In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.
Nadere informatiePeiling wiskunde in de derde graad secundair onderwijs
Peiling wiskunde in de derde graad secundair onderwijs Voorstelling resultaten 22 oktober 2015 Overzicht Peiling wiskunde eerste graad A-stroom Peiling wiskunde tweede graad aso Peiling wiskunde derde
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 426 van 9 april 2014 van ANN BRUSSEEL
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 426 van 9 april 2014 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht
Nadere informatieANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN Hoger onderwijs Werkstudenten Onder
Nadere informatieVraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht
Nadere informatieSTEM monitor Juni 2016
monitor Juni 2016 Inleiding In het -actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien dat de doelstellingen van het -actieplan worden opgevolgd aan de hand van een indicatoren. Hiervoor werd de
Nadere informatieFiguur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht
Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?
Nadere informatieIngenieur in de huidige maatschappij Karen Maex Vicerector Exacte Wetenschappen
Ingenieur in de huidige maatschappij Karen Maex Vicerector Exacte Wetenschappen Inleiding - Studentenaantallen - Slaagkansen - Vrouwelijke/mannelijke studenten - In Vlaanderen en internationaal - Eerste
Nadere informatienr. 510 van ANN BRUSSEEL datum: 16 juli 2015 aan HILDE CREVITS Toelatingsexamen arts en tandarts - Slaagpercentages
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 510 van ANN BRUSSEEL datum: 16 juli 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Toelatingsexamen arts en tandarts - Slaagpercentages
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieBreek taboe omtrent kansarme
ITINERA INSTITUTE FLASH Breek taboe omtrent kansarme versus kansrijke diploma s 03 07 2013 MENSEN WELVAART BESCHERMING De Europese leiders hebben een actieplan tegen jeugdwerkloosheid aangekondigd. Uiteraard
Nadere informatieHet is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen.
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht
Nadere informatiePERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS
PERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS DUIDING BIJ DE SLIDES 1 STUDENTEN ALGEMENE DUIDING - In de tabellen en grafieken is enkel informatie opgenomen over initiële bachelor- en masteropleidingen. Het
Nadere informatieBASISONDERWIJS Leerlingen. ALGEMEEN Schoolbevolking. 1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs. 2 Evolutie schoolbevolking per onderwijsniveau
ALGEMEEN Schoolbevolking 1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs basisonderwijs (1) Voltijds onderwijs Kleuteronderwijs 271.239 Lager onderwijs 428.036 Totaal 699.275 Secundair onderwijs (1) Voltijds
Nadere informatieSterktes en zwaktes uit de peilingen wiskunde - mogelijke verklaringen. Patricia De Grande AHOVOKS
Sterktes en zwaktes uit de peilingen wiskunde - mogelijke verklaringen Patricia De Grande AHOVOKS Resultaten per studierichting aso ET reële functies exponentiële functies goniometrische functies afgeleiden
Nadere informatieTechnisch onderwijs West-Vlaanderen Werkt 3, 2009
West-Vlaanderen Werkt 3, 2009 in West-Vlaanderen dr. Marie Van Looveren sociaaleconomisch beleid, WES Jongeren uit het gewone secundair onderwijs kunnen na de eerste graad kiezen voor één van de volgende
Nadere informatieKan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 168 van GRIET COPPÉ datum: 23 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Bachelor in de Verpleegkunde - In- en
Nadere informatieVRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Toelatingsvoorwaarden tot de masters ACADEMIEJAAR
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Toelatingsvoorwaarden tot de masters ACADEMIEJAAR 2011-2012 Studiegebied Wetenschappen Master in de Wiskunde (120 SP) Bachelor in de Wiskunde Master in de Fysica en de Sterrenkunde
Nadere informatieTer voorbereiding van het academiejaar waren de resultaten als volgt:
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Vraag nr. 26 van 10 september 2014 van ANN BRUSSEEL Toelatingsexamen arts
Nadere informatieBesluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet
Nadere informatieInhoud info-avond. 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen
1 2 Inhoud info-avond 1. Hervorming secundair onderwijs 2. Huidige structuur secundair onderwijs 3. Hoe kiezen? 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen 4. Inschrijven 5. Waar vind ik verdere informatie?
Nadere informatieGenderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs
Genderspecifieke studiekeuze in het hoger onderwijs Ilse Laurijssen & Ignace Glorieux Onderzoeksgroep TOR - Vrije Universiteit Brussel Studiedag SSL: 'Hoger onderwijs: kiezen en winnen? X www.steunpuntssl.be
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieKatholieke Universiteit Brussel
Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2002-2003 ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit Katholieke Universiteit
Nadere informatieUNIVERSITEITEN IN VLAANDEREN
UNIVERSITEITEN IN VLAANDEREN In Vlaanderen is er een universiteit in elke provincie, maar je kan niet alle opleidingen aan elke universiteit volgen. Wat kan je waar studeren? Bron: www.ond.vlaanderen.be
Nadere informatieModernisering secundair onderwijs
Modernisering secundair onderwijs Prof. dr. Lieven Boeve Directeur-generaal Naam van de spreker of dienst 1 Om de kwaliteit van onderwijs te bewaken en te verbeteren Onderwijs is niet in crisis maar er
Nadere informatieHogescholen denken aan verhoging studiegeld
De Morgen Hogescholen denken aan verhoging studiegeld Miljoen euro is het bedrag waar de hogescholen naar op zoek zijn. Oorzaak is het recordaantal inschrijvingen Nooit eerder studeerden er zo veel jongeren
Nadere informatie2003-2004 UNIVERSITAIR ONDERWIJS
Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Aantal generatiestudenten per provincie en arrondissement van woonplaats van de student, per studiegebied, nationaliteit en geslacht ingedeeld Belgische studenten
Nadere informatieSteunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting
Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieEffecten van toelatingsvoorwaarden in hoger onderwijs: Implicaties voor de lerarenopleiding
Effecten van telatingsvrwaarden in hger nderwijs: Implicaties vr de lerarenpleiding Ken Declercq 1 en Frank Verbven 2 Centrum vr Ecnmische Studiën KU Leuven 1 KU Leuven en FWO Vlaanderen 2 KU Leuven en
Nadere informatieInhoud. 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen. 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen?
Overgang LO - SO 2 Inhoud 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen? 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen 4. Inschrijven 5. Waar vind ik verdere
Nadere informatieONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.
ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt
Nadere informatieZijn toelatingsvoorwaarden in het hoger onderwijs wenselijk?
LEUVENSE ECONOMISCHE STANDPUNTEN 2014/140 Koen Declercq koen.declercq@kuleuven.be Frank Verboven frank.verboven@kuleuven.be 30 september 2014 Zijn toelatingsvoorwaarden in het hoger onderwijs wenselijk?
Nadere informatieSTEM monitor 2015. 9 juni 2015 RITA DUNON
STEM monitor 2015 9 juni 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEMopleidingen en richtingen die
Nadere informatieCLB werkdomeinen. leren en studeren. psycho-sociaal functioneren. schoolloopbaanbegeleiding. preventieve gezondheidszorg.
1 2 CLB werkdomeinen leren en studeren psycho-sociaal functioneren schoolloopbaanbegeleiding preventieve gezondheidszorg 3 2 delen: algemene info rond secundair onderwijs aanbod scholen binnen - het Meetjesland
Nadere informatieBijlage 3 bij het verslag POC LO&BW 15/10/2014. Doorstroom binnen de bachelor LO&BW
Bijlage 3 bij het verslag POC LO&BW 15/10/2014 Doorstroom binnen de bachelor LO&BW Vooraf: enkele citaten De instroom van scholieren uit het ASO en TSO bij de Vlaamse universiteiten blijft stijgen, maar
Nadere informatieWat na campus Collegestraat?
De informatie die u in dit bundeltje terugvindt, is een samenvatting van de gegevens die voor heel verzameld zijn in verband met het verder studeren én de gegevens die wij voor de leerlingen van het Sint-Jozefscollege
Nadere informatieAantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2003-2004 ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit
Academiejaar 2004-2005 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2003-2004 ingedeeld per cyclus, studiegebied, en geslacht - per universiteit Katholieke universiteit Brussel
Nadere informatieONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.
ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieVraag nr. 746 van 9 augustus 2013 van PAUL DELVA
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 76 van 9 augustus 0 van PAUL DELVA Academische Inschrijvingen Brussel Ik verwijs
Nadere informatieEFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT
EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &
Nadere informatieAanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen
AANVRAAGFORMULIER TOELATINGSPROCEDURE FACULTEIT THEOLOGIE EN RELIGIEWETENSCHAPPEN NEDERLANDSTALIG PROGRAMMA 2014-2015 Bachelor met verminderde studieomvang Certificaat voor het godsdienstonderwijs Rechtstreekse
Nadere informatieWerkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen
Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Onderzoek naar de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Alle schoolverlaters van 2013 worden 1 jaar lang gevolgd (tot en met juni 2014) Succes wordt
Nadere informatieHet taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen
. Taalbeleid hoger onderwijs Ronde 8 Sibo Kanobana Universiteit Gent Contact: sibo.kanobana@ugent.be Het taalbeleid aan de Universiteit Gent 2009-2011: resultaten en bevindingen 1. Inleiding In deze bijdrage
Nadere informatieDe aanvangsjaren in het secundair onderwijs. Een eerste bundeling van resultaten van het LOSO-project
De studieloopbaan van Vlaamse jongeren. Het secundair-onderwijssysteem doorgelicht op basis van longitudinaal onderzoek. (Project nr. 89.10)(LOSO-project) Onderzoeksproject op initiatief van de Vlaamse
Nadere informatieKatholieke Universiteit Brussel. Katholieke Universiteit Leuven
Academiejaar 2002-2003 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar 2001-2002 per universiteit Katholieke Universiteit Brussel Taal- en letterkunde Germaanse talen eerste cyclus
Nadere informatieVlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober 2009-465- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 6 van 19 augustus
Nadere informatieOnderwijs SAMENVATTING
Onderwijs SAMENVATTING 88.343 leerlingen basis- en secundair onderwijs schooljaar 2016-2017 In verhouding meer leerlingen TSO (bijna 1 op 4 van de lln. SO) en BSO (1 op 5) dan Vlaanderen 17.820 studenten
Nadere informatieSTEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN
STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft
Nadere informatieBesluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, bekrachtigd bij het decreet
Nadere informatieDe wederzijdse onderwijsparticipatie van Nederlanders aan het Vlaams onderwijs
De wederzijdse onderwijsparticipatie van Nederlanders aan het Vlaams onderwijs schooljaar 2010-2011 Toelichting Situering Dit rapport geeft een analyse van de mate waarin Nederlandse leerlingen en studenten
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieOverzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen 7 Juli 2010 Stéphane THYS Coördinator Opzet van de presentatie Studenten in wetenschappelijke
Nadere informatieKwalitatieve prestatieverschillen in de peiling wiskunde tweede graad algemeen secundair onderwijs Daniël Van Nijlen, Hanne Damen en Rianne Janssen
Kwalitatieve prestatieverschillen in de peiling wiskunde tweede graad algemeen secundair onderwijs Daniël Van Nijlen, Hanne Damen en Rianne Janssen Inhoud Inleiding Theoretisch kader Methode Resultaten
Nadere informatieTweede en derde graad ASO
Tweede en derde graad ASO Economie Eigenheid: wordt in twee paketten aangeboden: met meer moderne talen of met meer wiskunde het vak economie bestaat uit algemene economie en bedrijfswetenschappen (daar
Nadere informatieStudieaanbod binnen het studiegebied Fotografie
Studieaanbod binnen het studiegebied Fotografie Screening van de studierichtingen in het studiegebied Fotografie in het voltijds secundair onderwijs 23 april 2015 Inhoudstafel Inleiding... 4 1 Beeld van
Nadere informatieSteeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatieVAKGROEP <... > ONDERZOEKSGROEP <... > NIET GESLAAGD VOOR TOELATINGSEXAMEN: WAT NU?
VAKGROEP ONDERZOEKSGROEP NIET GESLAAGD VOOR TOELATINGSEXAMEN: WAT NU? 1 DOELSTELLING Informeren over de verschillende opties in een duidelijke context, met oog voor alle voor- en nadelen
Nadere informatieBRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. VLOR 24 oktober 2018
BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN VLOR 24 oktober 2018 Samenvatting 1. De structuur van het hoger onderwijs 2. Aspecten van de onderwijsloopbaan: Flexibilisering
Nadere informatieVlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei 2008-179- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS
Nadere informatieTABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN
TABELLEN Deel 1. LEERLINGEN Hoofdstuk 1 : Algemeen overzicht van de schoolbevolking Onderwijs met volledig leerplan naar inrichtende macht... 33 Onderwijs met volledig leerplan naar provincie... 34 Onderwijs
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieDe regionale impact van de economische crisis
De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale
Nadere informatieIjkingstoets voor toekomstige
Ijkingstoets voor toekomstige wetenschapsstudenten Carolien Van Soom Lerarendag Faculteit Wetenschappen 7 mei 2014 Ijkingstoets voor toekomstige wetenschapsstudenten 1. Achtergrond 2. Opzet ijkingstoets
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieASO ECONOMIE LATIJN WETENSCHAPPEN HUMANE WETENSCHAPPEN
ASO ECONOMIE LATIJN WETENSCHAPPEN HUMANE WETENSCHAPPEN ASO 2DE GRAAD 24 Profiel Na de eerste graad maak je een duidelijke keuze. In het derde jaar kies je een studierichting en onderwijsvorm (ASO, TSO,
Nadere informatieEen bachelordiploma behalen in het Vlaams hoger onderwijs Een verkennend onderzoek betreffende de generatiestudenten van 2004-2005 en 2005-2006
E bachelordiploma behal in het Vlaams hoger onderwijs E verknd onderzoek betreffde de geratiestudt van 2004-2005 2005-2006 Diane Smedts, Georges Van Landeghem & Jan Van Damme T E bachelordiploma behal
Nadere informatie2 Overgang van het 3 de leerjaar naar het 4 de leerjaar
2 Overgang van het 3 de leerjaar naar het 4 de leerjaar 2.1 Van 3ASO naar 4ASO 2.1.1 Gebruikte afkortingen EC GR GL HW Economie met 4 of 5 uur Grieks Grieks-Latijn Humane LA MO SP WE Latijn Moderne Sport
Nadere informatieAandachtspunten schooljaar
Aandachtspunten schooljaar 2013-2014 Oorspronkelijk meegedeeld in Actualisering Bekwaamheidsbewijzen gewoon secundair onderwijs vanaf 1 september 2013 referentie : SO/2013/03 Publicatiedatum : (29/07/2013,
Nadere informatie7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs
7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/
Nadere informatieWat na het secundair onderwijs?
Wat na het secundair onderwijs? WICO Campus Sint- Hubertus 15 oktober 2013 Inleiding Ø Verder studeren: een noodzaak na ASO. Een diploma Hoger Onderwijs verhoogt je kansen aanzienlijk op de arbeidsmarkt.
Nadere informatieOp stap naar het secundair onderwijs. VCLB Leieland 056/
Op stap naar het secundair onderwijs met accent op Kennismaking met onze BaSo-fiche Ba = basisonderwijs So = secundair onderwijs Document met alle relevante informatie over het kind om zo vlot de overgang
Nadere informatieOp stap naar de tweede graad
Op stap naar de tweede graad Inhoud van deze avond 1. 2. Structuur gewoon secundair onderwijs Goed kiezen 1. Structuur secundair onderwijs Structuur Secundair onderwijs VHO Se-n-Se Se-n-Se VHO 7 de spec.
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december
Nadere informatieVraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER
VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER Erasmusprogramma Evaluatie Het Erasmusprogramma
Nadere informatieASO ECONOMIE LATIJN WETENSCHAPPEN HUMANE WETENSCHAPPEN
ASO ECONOMIE LATIJN WETENSCHAPPEN HUMANE WETENSCHAPPEN ASO 2DE GRAAD 24 Profiel Na de eerste graad maak je een duidelijke keuze. In het derde jaar kies je een studierichting en onderwijsvorm (ASO, TSO,
Nadere informatieTabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996
Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met
Nadere informatienr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 289 van KRIS VAN DIJCK datum: 23 februari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Nederlandstalig onderwijs Brussel
Nadere informatiePhD's per Faculteit. Enkele Onderzoeksindicatoren Versie 23.08.2007 Jan Cornelis, Nadine Rons
ES Enkele Onderzoeksindicatoren Versie.8.7 Jan Cornelis, Nadine Rons 7// Herhaling titel van presentatie PhD's per Faculteit Evolutie van het aantal doctoraten aan de VUB per faculteit LW (studiegebieden
Nadere informatieDe belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O.
VFO-dag 18 september 2014 De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O. Jan Van Damme en Bieke De Fraine i.s.m. Ellen Deprez en Maarten Pinxten 1 Overzicht Uitgangspunt Samenhang tussen
Nadere informatie