De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever"

Transcriptie

1 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever Opdrachtgever: Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbare Lichamen Bonaire, St. Eustatius, Saba en ROA CN Rotterdam, 29 mei 2013

2

3 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever Opdrachtgever: Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbare Lichamen Bonaire, St. Eustatius, Saba en ROA CN Peter Donker van Heel (Ecorys) Lisa van Beek (Ecorys) m.m.v. Rob van den Berg (Curconsult) m.m.v. Eva van der Boom (MOOZ Onderzoek) Rotterdam, 29 mei 2013

4 Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema s. Wij bieden wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en not-forprofit sectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze 80-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurrentiekracht; regio s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid, bestuur, arbeidsmarkt, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid, integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen, milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO2-uitstoot af, stimuleren we het OV-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSCof PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO2-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80% afgenomen. ECORYS Nederland BV Watermanweg GG Rotterdam Postbus AD Rotterdam Nederland T F E netherlands@ecorys.com K.v.K. nr W 2 PDvH/OV NL012645eindrap

5 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Conclusies en aanbevelingen 7 1 Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Achtergrond Doel onderzoek Onderzoeksvragen Leeswijzer 12 2 Knelpunten in de personeelsvoorziening Knelpunten personeelsvoorziening RCN Knelpunten personeelsvoorziening openbare lichamen 18 3 De kwaliteit van de arbeid volgens werkgevers en werknemers Inleiding Arbeidsvoorwaarden Arbeidsomstandigheden Arbeidsinhoud Arbeidsverhoudingen 25 4 Personeelsbeleid volgens werkgevers en werknemers Personeelsbeleid RCN Personeelsbeleid openbare lichamen Personeelsbeleid volgens de werknemers 28 5 Tevredenheid van de werknemers verklaard Binding van werknemers met het werk (de werkgever) Factoren die de heid van werknemers bepalen 31 6 Het imago van de overheid in Caribisch Nederland als werkgever Het imago volgens werknemers Het imago bij potentiële werknemers in de regio Het imago bij potentiële werknemers in Europees Nederland Wel of niet willen werken bij de overheid in Caribisch Nederland Verschillen naar achtergrondkenmerken van potentiële werknemers Motieven om wel of niet te gaan werken in Caribisch Nederland 36 7 De toekomstige personeelsbehoefte Externe factoren die van invloed zijn op de toekomstige personeelsbehoefte RCN Externe factoren die van invloed zijn op de toekomstige personeelsbehoefte OL Knelpunten in de personeelsvoorziening op de langere termijn 39 Bijlage1. Opzet onderzoek 41 Bijlage 2. Resultaten personeelsbeleid 43 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 3

6 Bijlage 3. Resultaten heid werknemers 45 4 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

7 Voorwoord Het onderzoek naar de positie en het imago van de overheid als werkgever is uitgevoerd door Ecorys in samenwerking met Curconsult en MOOZ Onderzoek, in opdracht van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), de openbare lichamen Bonaire, St. Eustatius en Saba en ROA CN. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode januari tot en met maart De begeleidingscommissie van het onderzoek heeft bestaan uit de volgende personen: mevrouw Nathaly Cabrera (RCN, voorzitter), mevrouw Renate Toxopeus (RCN), mevrouw Yajaira Nicolaas (OLB), mevrouw Stefanie Tsonos (Saba), mevrouw Elyane Paul (ROA CN), de heer Sybren van Dam (RCN), de heer Huub Bouwen (RCN) en de heer Leo Tigges (RCN). De onderzoekers zijn de leden van de commissie veel dank verschuldigd voor de prettige en constructieve wijze waarop zij het onderzoek hebben begeleid. Het onderzoek zou nooit zijn geslaagd zonder de medewerking van 245 werknemers van RCN en de openbare lichamen, die hebben meegedaan aan het werknemersheidsonderzoek en vele tientallen deskundigen en betrokkenen met wie wij een persoonlijk gesprek hebben kunnen voeren. Ruim 650 bewoners van Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius en Saba hebben belangeloos hun medewerking gegeven aan een telefonisch onderzoek en ruim 200 grotendeels hoger opgeleiden in Europees Nederland hebben meegedaan aan een quick scan. Kortom, de bereidheid bij de bevolking een succes te maken van dit onderzoek was erg groot. Een speciaal woord van dank geldt mevrouw Elyane Paul (ROA CN), mevrouw Marja Rix (RCN) en mevrouw Rianda Sacré (OLB), die zich naast hun inhoudelijke bijdrage - zeer hebben ingespannen om de medewerking van zo velen te realiseren. Aanbevolen wordt om naast deze rapportage ook te lezen De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland Hierin wordt de context beschreven en worden aanbevelingen gepresenteerd die ook van belang zijn voor de overheid als werkgever. De onderzoekers hopen dat hiermee een positieve bijdrage is geleverd aan de personele factor van RCN en de openbare lichamen. Het onderzoek laat zien dat er in de afgelopen jaren belangrijke stappen voorwaarts zijn gezet en ook dat er ruimte is voor verdere ontwikkeling van het personeelsbeleid, wat iedereen ten goede komt. Peter Donker van Heel Ecorys Projectleider Rotterdam, 29 mei 2013 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 5

8

9 Conclusies en aanbevelingen Conclusies De eerste onderzoeksvraag is in hoeverre RCN en OL een aantrekkelijke werkgever zijn voor potentiële werknemers. Het antwoord daarop is positief voor mensen op de eilanden zelf en in mindere mate voor mensen in de regio. Voor mensen uit Europees Nederland inclusief remigranten zijn er verschillende belemmeringen: 1. Het werken bij de Rijksoverheid in Caribisch Nederland heeft duidelijk positieve aantrekkingskrachten, die door de omgeving worden herkend. Het werk is inhoudelijk aantrekkelijk en er kan in een dynamische en een goed georganiseerde omgeving worden gewerkt aan de toekomst van het eiland en de bevolking. Daarnaast zijn de arbeidsvoorwaarden goed in relatie tot de marktsector en de regio. Wellicht dat de zorgsector (Mariadal op Bonaire) een beter imago heeft, mede vanwege de grote aandacht voor interne opleidingen en de overduidelijke investeringen die worden gedaan in het ziekenhuis. Het onderwijs heeft een minder sterke status, wat voor een deel wordt verklaard door de zwaarte van het vak (wat tot uitdrukking komt in een groot verloop). Ook de arbeidsomstandigheden bij de overheid zijn voor veel mensen aantrekkelijk (bijvoorbeeld het werken in gekoelde ruimtes). Het inhoudelijke argument speelt meer bij hoger opgeleiden en het financiële argument meer bij lager opgeleiden. 2. Voor mensen op de eilanden is de overheid een gewilde werkgever, vanwege de goede arbeidsvoorwaarden (pensioen, kinderbijdrage, vakantiedagen). Het werken bij de overheid heeft status en biedt een veilige haven. De lonen zijn veelal beter dan in de marktsector. 3. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste mensen op Curaçao en de andere vijf eilanden liever op het eigen eiland blijven werken en ook meestal voldoende zijn met hun werk en hun eigen arbeidsvoorwaarden. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat mensen van St. Maarten meer genegen zijn om bij de overheid op Bonaire, St. Eustatius en Saba te gaan werken, dan mensen van Aruba en Saba. Desalniettemin wordt door de overheid regelmatig actief geworven op de andere eilanden en bieden mensen van de andere eilanden zich aan. De hogere kosten van levensonderhoud op Bonaire in vergelijking met Curaçao kunnen een belemmering vormen. Volgens werkgevers en P&O-medewerkers speelt dit aspect steeds meer een rol bij werving en selectie van mensen van Curaçao. 4. Voor mensen in Europees Nederland geldt altijd de belemmering dat het overstappen naar een andere baan gepaard gaat met pensioenbreuk. Bij vertrek vanuit Nederland is verkoop van een eventueel eigen huis een belemmering, vanwege de lage huizenprijzen op dit moment in combinatie met een hypotheek. Ook de onzekerheid van de arbeidsmarktpositie van een eventuele partner in Caribisch Nederland speelt mee. Een deel van de Bonairianen die in Europees Nederland gestudeerd heeft voelt een verminderde band met het eiland en is vaak te verbonden met zijn nieuwe omgeving om te (willen) repatriëren, de voorzieningen in Europees Nederland worden door hen kwalitatief beter beoordeeld dan de voorzieningen op Bonaire (zorg, onderwijs voor kinderen, cultuur) en het nieuwe salaris in Caribisch Nederland is in vergelijking met het salaris in Europees Nederland veelal onvoldoende aantrekkelijk om de stap uiteindelijk te maken. Voor Europese Nederlanders geldt dit evenzeer en daarnaast vallen de woonlasten en kosten van kinderopvang vaak tegen. Wanneer een kostenvergelijking onvoldoende kan worden gemaakt neemt men het zekere voor het onzekere en kiest men niet De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 7

10 voor emigratie. Het eerste beeld dat het werken op een tropisch eiland overeenkomt met een strandvakantie moet bijgesteld worden. Algemeen bestaat er veel onduidelijkheid bij geïnteresseerde remigranten en emigranten in Europees Nederland over verblijfs- en werkvergunningen. 5. Uit het werknemersonderzoek komt duidelijk naar voren dat de heid en de binding met de werkgever vooral wordt verklaard door het personeelsbeleid. De heid is niet afhankelijk van persoonskenmerken. Ook is er geen statistisch significant verschil in heid tussen RCN en OL. Het werken op onregelmatige dagen en tijden, het beschikbaar moeten zijn buiten werktijd, het werken in gebroken diensten en het werken op zaterdagen en zondagen, leidt niet tot meer onheid. Het moeten werken op feestdagen en veel overwerk leidt wel tot minder werknemers. De kwaliteit van de arbeid en vooral de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden hebben invloed op de algehele heid van de werknemers. 36 Procent van de werknemers is (zeer) over het salaris, 28 procent is neutraal en 36 procent is (zeer) on met het salaris. Doorslaggevend is echter een goed personeelsbeleid en specifiek beleid gericht op de ontwikkeling van de werknemers, wat tot meer (en mogelijk meer productieve) werknemers leidt. Dit verklaart voor een deel mogelijk ook waarom werknemers met een vast contract minder zijn dan werknemers met een tijdelijk contract. Het imago van de overheid als werkgever kan dan ook worden verbeterd door meer te investeren in personeelsbeleid, wat vanzelf snel bekend wordt op de eilanden. Aanbevelingen De tweede vraag is wat er aan kan worden gedaan om de instroom van voldoende goed gekwalificeerd personeel voor de korte en de middellange termijn veilig te stellen. Op basis van het onderzoek naar de positie van de overheid in Caribisch Nederland als werkgever worden de volgende aanbevelingen gedaan, in volgorde van belangrijkheid: 1. Voorkomen is beter dan genezen. Knelpuntvacatures kunnen worden voorkomen door meer aandacht te besteden aan het zittende personeel (zie hieronder). Concreet betekent dit het deels verleggen van de aandacht van werving naar personeelsbeleid, van aantrekken van nieuwe mensen naar behoud van zittende mensen. 2. Het verhogen van de productiviteit per medewerker verdient de hoogste aandacht. Dit komt niet alleen de dienstverlening en de overheidsfinanciën ten goede, maar vermindert ook de druk om extra (duur) personeel te werven. Dit vraagt om verbetering van de interne efficiency, dat wil zeggen organisatie en planning van werkzaamheden, nakomen van afspraken, waarbij het ontwikkelen van een feed back cultuur behulpzaam kan zijn. Ten tweede vraagt dit om ontwikkeling van competenties, vooral het schrijven in de Nederlandse taal en het spreken van Papiaments zijn van groot belang (een gemeenschappelijke spreektaal kan de interne efficiency vergroten). Concreet dient er te worden geïnvesteerd in scholing en training van zittend personeel, gebaseerd op de door de werkgever gevraagde en bij de werknemers aanwezige competenties. 3. Het verminderen van de werkdruk verdient hoge prioriteit. Specifieke aandacht is nodig voor psychosociale druk die een zeer groot deel van de werknemers ondervindt van burgers en bedrijven. Hiervoor is deskundige hulp nodig, niet alleen op het preventieve vlak, maar ook op het curatieve vlak. Taakroulatie bij belastende functies biedt uitkomst. Ook een kortere 8 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

11 werkweek en flexibele werktijden kunnen de druk op werknemers voor een deel wegnemen. Uit het onderzoek blijkt dat hieraan duidelijk behoefte bestaat. 4. Het verder ontwikkelen van een professioneel personeelsbeleid is een noodzakelijke randvoorwaarde. De moderne visie die binnen het management bestaat ten aanzien van de factor arbeid dient te worden uitgedragen en leidend te zijn voor de verdere invulling van het personeelsbeleid. In aanmerking genomen dat er op het terrein van personeelsbeleid sinds grote stappen voorwaarts zijn gezet blijft er ruimte voor verdere ontwikkeling. Functionerings- en beoordelingsgesprekken dienen jaarlijks systematisch met alle werknemers te worden gevoerd. Scholing dient meer vraaggericht te zijn en te passen binnen de directieplannen. Er dient meer aandacht te bestaan voor individuele ontwikkeling, waarbij het behulpzaam kan zijn om jaarlijks een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op te stellen door werkgever en werknemer samen. Taakroulatie, stages en detacheringen van eigen personeel kunnen een bijdrage leveren aan verdere ontwikkeling van medewerkers. 5. Het is sterk aan te bevelen te werken aan een ouderenbeleid. Het personeelsbestand is redelijk grijs (veel ouderen). Ook werken veel jongere mensen al lange tijd (20 jaar of meer) in zeer zware functies, zowel fysiek als mentaal. Mede gezien de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 60 naar 65 jaar is het extra hard nodig om maatregelen te nemen om ouderen duurzaam aan het werk te houden. Hiermee kan de productiviteit van ouderen zo lang mogelijk hoog blijven en kunnen (langdurig) ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid mogelijk voor een deel worden voorkomen. Concrete mogelijkheden zijn een kortere werkweek en aanpassing van de werktijden voor ouderen. Een goede mogelijkheid is verandering van functie zonder achteruitgang in inkomen. 6. Een meer professioneel personeelsbeleid leidt tot meer werknemers. Tegelijkertijd kan niet genegeerd worden dat het salaris voor een deel van de werknemers (ruim een derde) een dissatisfier is. Maatregelen om de koopkracht te verbeteren van ambtenaren en van werknemers inde marktsector - nopen tot maatregelen op macroniveau (zie: De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013). Eventuele salarisverhogingen bij de overheid kunnen mogelijk worden gekoppeld aan productiviteitsafspraken, wat direct aansluit bij het functionerings- en beoordelingssysteem en persoonlijke ontwikkelingsplannen. 7. Parttime werk komt weinig voor, maar daaraan bestaat wel behoefte. Een belemmering is voor veel werknemers de achteruitgang in inkomen. Desondanks wil een deel van de werknemers graag korter werken, maar is bang dat het werk niet goed door anderen kan worden opgevangen, of dat de werkgever er geen prijs op stelt. Mogelijk dat werving van personeel makkelijker gaat wanneer meer parttime werk wordt aangeboden bij de overheid. Het bespreekbaar maken van parttime werk is een eerste stap in de goede richting. 8. Naast een ouderenbeleid dient er ook een jongerenbeleid te zijn en met name voor high potentials. Het is het van belang om high potentials te identificeren en te ondersteunen bij hun ontwikkeling. Dit verhoogt de heid en de binding van deze belangrijke groep werknemers. Het voorkomt tevens ongewenste uitstroom (die er op dit moment nog niet is). Mede vanwege de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd zal de instroom van jonge mensen bij de overheid worden afgeremd. Wellicht dat door middel van flexibele arbeidscontracten toch kan worden geprobeerd meer jongeren werkervaring te laten opdoen binnen de overheid. 9. De duur dat vacatures open staan bij het OLB dient drastisch te worden teruggebracht van soms 24 maanden tot maximaal drie maanden. Dientengevolge vermindert ook het aantal De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 9

12 openstaande vacatures, wat op dit moment hoog is. Productie en werving dienen zo veel mogelijk met elkaar in de pas te lopen. De bestaande werkdruk kan hiermee worden tegengegaan. 10. Het werven van personeel voor hbo- en wo-functies gebeurt altijd eerst op de eilanden, vervolgens in de regio en pas dan onder mogelijke remigranten in Europees Nederland. Het beheersen van het Papiaments is een vereiste. Pas in allerlaatste instantie kan worden overgegaan tot het werven van Europese Nederlanders, aan wie de strikte eis gesteld moet worden om binnen een jaar Papiaments te spreken. Dit is zoals het nu gaat en hieraan dient vooral te worden vastgehouden. Een totale doorlooptijd (vacatieduur) van maximaal drie hooguit vier maanden dient voor dergelijke functies als richtlijn te worden genomen. 11. Het inrichten van een fysiek aanspreekpunt in Europees Nederland (werving en selectie, promotie eiland, informatie en voorlichting) is zeer aan te bevelen. Samenwerking van RCN en de openbare lichamen ligt zeer voor de hand, ook bij uitwisseling van personeel (voor een verdere behandeling zie de rapportage Arbeidsmarkt Caribisch Nederland 2013). 12. De overheid dient zich als werkgever nadrukkelijk te manifesteren in de discussies over de aansluiting van de arbeidsmarkt en het beroepsonderwijs. De behoefte aan overheidspersoneel dient met regelmaat (jaarlijks) inzichtelijk te worden gemaakt en een rol te spelen bij het inrichten van het beroepsonderwijs. ROA CN vormt hiervoor een platform. 13. Externe factoren zijn op de korte en middellange termijn van minder grote invloed op de aard en omvang van de werkgelegenheid van de overheid dan interne factoren. De sterk veranderende omgeving vraagt echter wel om een flexibele overheid, met flexibele werknemers. Dit onderstreept het belang van (omgevingsgerichte) scholing van werknemers. 14. De aantrekkingskracht en het imago van de overheid als werkgever kan sterk worden verbeterd door te laten zien dat er resultaten worden geboekt. Wanneer de werknemers trots zijn op hun werk en wat zij samen bereiken, dan wordt deze boodschap doorgegeven. Op kleine eilanden gaat dit zeer snel. Een goed personeelsbeleid met ontwikkelingsmogelijkheden voor de werknemers draagt hieraan bij. Dit geldt zowel voor hoger als voor lager opgeleiden. 10 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

13 1 Achtergrond, doel en onderzoeksvragen 1.1 Achtergrond Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) heeft in samenwerking met Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius, Openbaar Lichaam Saba (OL) en de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt Caribisch Nederland (ROA CN) een arbeidsmarktonderzoek laten uitvoeren. De belangen van de betrokken partijen bij het onderzoek zijn specifiek, maar liggen geheel in elkaars verlengde. RCN en de openbare lichamen hebben als werkgever - behoefte aan inzicht in de aantrekkingskracht en het imago van (werken bij) de Rijksoverheid op Caribisch Nederland en de openbare lichamen van de drie eilanden. Het betreft hierbij alle departementen, directies en units, inclusief alle uitvoerende diensten. Voor de korte en lange termijn bestaat er een concrete behoefte aan goed opgeleid personeel en de vraag is of, waar en hoe dat personeel is te rekruteren en welke randvoorwaarden daarbij een rol spelen. Voor ROA CN is het van groot belang kwantitatief en kwalitatief inzicht te hebben in de verhouding van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en specifiek de aansluiting van het (beroeps)onderwijs op de behoeften van de arbeidsmarkt. Ook deze onderwerpen zijn voor RCN en de openbare lichamen beleidsmatig van essentieel belang. Daarnaast geeft inzicht in de personeelsbehoefte van RCN en de OL, ROA CN mogelijkheden het beroepsonderwijs hier op af te stemmen. 1.2 Doel onderzoek Het totale onderzoek heeft een drieledig doel, ten eerste een gedegen kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in Caribisch Nederland (CN), ten tweede inzicht te geven in de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt en ten derde inzicht te geven in de positie en het imago van Rijksdienst Caribisch Nederland en Openbare Lichamen als werkgever om zodoende voor elk van deze onderwerpen realistische oplossingen aan te dragen. Feitelijk gaat het om drie deelonderzoeken die geïntegreerd zijn uitgevoerd. Er zijn twee aparte rapportages opgeleverd, waarbij het eerste rapport de onmisbare context levert voor het tweede rapport: De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013, waarin de eerste twee hoofdvragen zijn beantwoord (separaat rapport, rapport I); De positie van de overheid in Caribisch Nederland als werkgever 2013, waarin de derde deelvraag is beantwoord (dit rapport, rapport II). 1.3 Onderzoeksvragen De centrale probleemstelling van dit onderdeel van het onderzoek de overheid als werkgever - is al volgt: In hoeverre zijn RCN en OL een aantrekkelijke werkgever voor potentiële werknemers en wat kan er aan worden gedaan om de instroom van voldoende goed gekwalificeerd personeel voor de korte en de middellange termijn veilig te stellen? De centrale probleemstelling valt uiteen in de volgende sterk met elkaar samenhangende onderzoeksvragen: 1. Wat is de aantrekkingskracht en wat is het imago van (werken bij) Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 11

14 Lichaam Saba? Gaarne uiteenzetting per opleidingsniveau en per eiland, regio en Europees Nederland; 2. Wat kunnen Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar Lichaam Saba doen ter verbetering van de aantrekkingskracht en het imago? Gaarne uiteenzetting per opleidingsniveau en per eiland, regio en Europees Nederland; 3. Hoe is de positie van Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar Lichaam Saba ten opzichte van de marktsector, de semicollectieve sector (onderwijs en zorg) en elkaar? Gaarne uiteenzetting per soort werkgever, per opleidingsniveau en per eiland; 4. Wat zijn push en pull factoren voor arbeidskrachten van en naar Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar Lichaam Saba? Gaarne uiteenzetting enerzijds opleidingsniveau en anderzijds financiële factoren (bijv. salarisniveau ten opzichte van andere werkgevers op Bonaire, Saba en St. Eustatius) en niet-financiële factoren (bijv. duur traject werving). Gaarne uiteenzetting per eiland; 5. Wat zijn push en pull factoren voor arbeidskrachten van en naar Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar Lichaam Saba ten opzichte van (soortgelijke organisaties/instanties in) de regio? Welke drempels zijn er om in Caribisch Nederland te werken? Gaarne uiteenzetting financiële factoren en niet-financiële factoren. Gaarne uiteenzetting per regio; 6. Wat zijn push en pull factoren voor arbeidskrachten van en naar Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar Lichaam Saba ten opzichte van (soortgelijke organisaties/instanties in) Europees Nederland? Welke drempels zijn er om in Caribisch Nederland te werken? Gaarne uiteenzetting enerzijds opleidingsniveau en anderzijds financiële factoren en niet-financiële factoren; 7. Wat zijn de push en pull factoren voor arbeidskrachten, die vanuit (de regio van) Caribisch Nederland zijn geëmigreerd naar Europees Nederland, om terug te gaan en te gaan werken bij Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbaar Lichaam Bonaire, Openbaar Lichaam St. Eustatius en Openbaar Lichaam Saba? Gaarne uiteenzetting enerzijds opleidingsniveau en anderzijds financiële factoren en niet-financiële factoren; 8. Wat zijn mogelijke oplossingen voor het opheffen van de belemmeringen en wat zijn mogelijke oplossingen voor het bevorderen van interne (binnen eiland) en externe mobiliteit? Gaarne uiteenzetting financiële maatregelen (bijv. concurrerende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, maatregelen werving en behoud) en niet-financiële maatregelen (bijv. aanpassing procedure werving en selectie, scholing/studiefaciliteiten, lerend werken). Gaarne uiteenzetting: eiland, regio en Europees Nederland. 1.4 Leeswijzer Het volgende hoofdstuk gaat in op de knelpunten in de personeelsvoorziening bij RCN en de openbare lichamen (hoofdstuk 2). De kwaliteit van de arbeid wordt geanalyseerd vanuit het perspectief van de werkgevers en van de werknemers. Dit onderwerp is van belang, omdat de kwaliteit van de arbeid voor een belangrijk deel het imago van een werkgever bepaalt (hoofdstuk 3). Daarna komt het personeelsbeleid aan bod. Dit is niet alleen van belang voor zittende werknemers, maar ook voor het beeld dat buitenstaanders hebben van de werkgever (hoofdstuk 4). In het daarop volgende hoofdstuk wordt de heid van zittende werknemers verklaard. In hoeverre wordt dat verklaard door persoonskenmerken, het arbeidscontract, de kwaliteit van de arbeid of het personeelsbeleid? (hoofdstuk 5). In het daarop volgende hoofdstuk komen alle onderwerpen bij elkaar, waar het gaat om het imago dat RCN en openbare lichamen hebben als 12 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

15 werkgever, bij verschillende doelgroepen (hoofdstuk 6). Het laatste hoofdstuk geeft een blik in de toekomst: welke knelpunten zijn te verwachten? (hoofdstuk 7). De conclusies en aanbevelingen zijn niet aan het eind, maar aan het begin van dit rapport opgenomen. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 13

16

17 2 Knelpunten in de personeelsvoorziening 2.1 Knelpunten personeelsvoorziening RCN De personeelsvoorziening voor Bonaire, St. Eustatius en Saba wordt centraal geregeld door RCN op Bonaire. Gesprekken hebben plaatsgevonden met vrijwel alle directeuren van verschillende departementen inclusief medewerkers van P&O van RCN, zowel op Bonaire als op St. Eustatius en Saba, maar vooral op Bonaire. Over de gehele breedte zijn er op dit moment knelpunten in de personeelsvoorziening bij de departementen, dan wel zijn deze op de korte termijn te verwachten. Een heel enkel departement vormt hierop een uitzondering. In de volgende segmenten zijn er nu knelpunten in de personeelsvoorziening, dan wel zijn deze in de nabije toekomst te verwachten: HBO, over de gehele linie, specifiek voor maatschappelijk werk, welzijn, jeugdhulpverlening, juridisch, penitentiaire inrichting, sport, medisch en opsporing; MBO 3 en 4, specifiek juridisch; Inkooppersoneel; IT-personeel (alle functies en specifiek systeembeheer, systeembeveiliging); Gespecialiseerd personeel: landmeters en personen die kunnen werken met Geografische Informatie Systemen; Technisch personeel; Financieel personeel (fiscaal); Leidinggevend personeel; Alles boven schaal 10 ; Personeel met een specifieke beroepshouding: mensen met ruime rolopvatting (initiatief, pro actief); Mensen die goed in staat zijn om in zowel in het Nederlands als in het Papiaments te spreken en te rapporteren. Vacatures die niet snel genoeg kunnen worden opgevuld hebben op dit moment soms negatieve gevolgen. Tekorten leiden in sommige gevallen tot een hogere werkdruk en overwerk voor het zittende personeel. Bepaalde wettelijke taken moeten uitgevoerd blijven worden, ook al is er een tekort aan personeel. Op dit moment is daarvan sprake bij een aantal departementen. Andere consequenties zouden kunnen zijn meer ziekteverzuim en mogelijk ongewenst vertrek van goede medewerkers, maar daarvan is niet of nauwelijks melding gemaakt. Het komt vrij systematisch voor dat een tekort van geschikt personeel wordt opgevangen door de opleidingseisen bij zittend en nieuw personeel naar beneden bij te stellen. Deze aanpak wordt door de directeuren als suboptimaal beschouwd. De wens is juist meer upgrading van het personeelsbestand, wat gezien de taken noodzakelijk is in de komende jaren. Er wordt in principe altijd eerst geworven op de eilanden zelf, vervolgens in de regio (specifiek het Caribisch deel van Nederland, mede vanwege taal en erkenning van onderwijsdiploma s) en tenslotte in Europees Nederland, waar eerst wordt gezocht naar potentiële remigranten. Inmiddels is de ervaring dat er vanaf mbo-niveau 3 tot in Europees Nederland moet worden gezocht naar geschikt personeel en dit is zeker het geval vanaf hbo-niveau. Tot en met mbo-niveau 2 is voldoende arbeidspotentieel aanwezig, in elk geval op Bonaire, en eventueel de regio. De mis match is er in de eerste plaats dan ook op de hogere opleidingsniveaus. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 15

18 De werving en selectie geschiedt zeer professioneel, onder meer door gebruik van advertenties in gedrukte media, vacatures op het internet, gebruik van sociale media, gebruik van netwerken, open sollicitaties, via scholen, zowel op de eilanden als in de regio en Europees Nederland. Bij de laatste wervingsactie voor gevangenispersoneel op Bonaire is gebruik gemaakt van stands op twee plaatsen, met flyers en veel lokale publiciteit, wat een groot succes is geweest. De selectie voor vitale functies is grondig, waarbij gebruik wordt gemaakt van assessments en psychologische tests. De potentiële kandidaten wordt een zo realistisch mogelijk beeld geschetst van het werken en wonen in Caribisch Nederland, zodat het risico op voortijdig uitval zo beperkt mogelijk is. Werving en selectie in Europees Nederland wordt bemoeilijkt door de geografische afstand en het gebrek aan financiële middelen voor persoonlijke selectiegesprekken. Skype vormt dan het alternatief wat als suboptimaal wordt beschouwd, maar nog niet tot echte missers heeft geleid. Persoonlijke werving en selectie in Nederland gebeurt niet 1. Soms kunnen werving- en selectieprocedures wegens een complex van oorzaken - lang duren, soms langer dan zes maanden. De oorzaken van personele knelpunten moeten dan ook niet worden gezocht in de werving- en selectieprocedures. Een oorzaak is wel de latente vervangingsvraag, omdat een (beperkt) deel van het personeel onder gekwalificeerd is, ook na intensieve competentieontwikkeling. Dit lijkt echter op dit moment een beheersbaar probleem te zijn. De vervangingsvraag wordt niet of nauwelijks gevoed door ongewenst vertrek van personeel, meer door langdurig ziekteverzuim en vooral door het tijdelijke karakter van arbeidscontracten (meestal 1 tot maximaal 3 jaar). De belangrijkste oorzaken van de knelpunten hebben te maken met a) de braindrain die kennelijk nog steeds niet tot staan is gebracht en b) de mis match tussen hetgeen door RCN geboden kan worden en wat door potentiële kandidaten wordt verwacht en gevraagd. Het werken bij de rijksoverheid in Caribisch Nederland heeft duidelijk positieve aantrekkingskrachten (zie volgende paragraaf). Samengevat, een belangrijke pull factor is dat het werk inhoudelijk aantrekkelijk is en dat er in een dynamische en goed georganiseerde omgeving kan worden gewerkt aan de toekomst van het eiland en de bevolking. Voor de lokale bevolking geldt dat het imago van de overheid als werkgever de laatste jaren is verbeterd, mede vanwege de verbetering van de dienstverlening en ook de grotere transparantie van het wervings- en selectieproces. Het voordeel werven in de regio (nabijgelegen eilanden) is dat potentiële werknemers over het algemeen het Papiaments beheersen. Een belemmering is veel meer dat mensen graag op het eigen eiland willen blijven wonen en zonder specifieke reden niet emigreren, ook al zijn de goede arbeidsvoorwaarden bij de overheid aantrekkelijk (zie hoofdstuk 6). Volgens alle geïnterviewden in dit onderzoek zijn de kosten van levensonderhoud op Bonaire op dit moment hoger dan op Curaçao, wat mogelijk een negatieve invloed heeft op emigratie van Curaçao naar Bonaire. Werkgevers en P&O-medewerkers die werven in Europees Nederland ervaren daarbij bepaalde knelpunten. Algemeen speelt pensioenbreuk bij sollicitanten die een nieuwe stap willen maken een rol. Bij emigratie vanuit Nederland is een belemmering de verkoop van een eventueel eigen huis, wat op dit moment extra lastig is vanwege de lage huizenprijzen gekoppeld aan hypotheken. Bij emigratie vanuit Nederland spelen mee de onzekere arbeidsmogelijkheden voor een eventuele partner. De laatste jaren is er volgens de grote werkgevers wel een hernieuwde belangstelling geconstateerd van Bonairianen die uit Europees Nederland of Curaçao terugkeren naar het eiland. 1 Op 9 en 10 februari 2013 waren medewerkers van Ban Boneiru Bek aanwezig op de Emigratiebeurs in Houten in Europees Nederland ( bezoekers), met als doel actief mensen vooral eigen eilandkinderen - te enthousiasmeren voor emigratie naar Bonaire. Dit jaar was er daarbij ondersteuning door de KvK Bonaire. 16 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

19 Maar het aantrekken van remigranten vanuit Europees Nederland verloopt desondanks niet altijd even gemakkelijk. Volgens de experts en werkgevers en P&O-medewerkers die rechtstreeks te maken hebben met werving en selectie van remigranten spelen de volgende factoren een rol: Een deel van de Bonairianen die in Europees Nederland gestudeerd heeft voelt een verminderde band met zijn eiland en is vaak te zeer verbonden met zijn nieuwe omgeving om te (willen) repatriëren (goede baan, gezin, hypotheek); Het is voor Bonairianen vaak moeilijk om terug te keren naar een `klein` eiland met in hun ogen strenge sociale controle, in plaats van de fysieke en sociale ruimte in Europees Nederland. De voorzieningen op Bonaire worden beoordeeld als kwalitatief minder goed dan de voorzieningen op Bonaire (zorg en onderwijs voor eventuele kinderen). Dit geldt ook voor de culturele voorzieningen (het eiland wordt door sollicitanten veelal als saai gezien, er is weinig te doen, er is geen bioscoop ); Werkgevers en P&O-medewerkers binnen RCN en OL geven zonder uitzondering aan dat de arbeidsvoorwaarden niet altijd tegemoet komen aan de wensen van sollicitanten in Europees Nederland. Bij concrete werving en selectie in Europees Nederland is het salaris regelmatig een breekpunt, zeker wanneer geschikte kandidaten een teruggang in het bestaande salaris zouden moeten accepteren. Dit probleem speelt specifiek wanneer het gaat om schaars gespecialiseerd personeel met goede salarissen in Europees Nederland. Hoger belonen is over het algemeen geen optie. Het management is zich er over de volle breedte van doordrongen dat de salarissen van RCN-personeel niet (of niet te veel) kan uitstijgen boven het loon in de marktsector en dat het salaris van nieuw aan te trekken personeel uit Europees Nederland niet (of niet te veel) mag uitstijgen boven het salaris van zittende ambtenaren. Specifiek voor Europese Nederlanders spelen daarnaast andere factoren mee, zoals wordt ervaren door werkgevers en P&O-medewerkers in sollicitatieprocedures: Het eerste beeld dat het werken op een tropisch eiland overeenkomt met een strandvakantie moet bijgesteld worden. De realiteit is dat er hard moet worden gewerkt; Het eerste beeld dat het leven op Bonaire goedkoop is wordt door sollicitanten bijgesteld nadat bepaalde kosten zijn bekeken (specifiek de kosten van huisvesting). Een volledige kostenvergelijking kan meestal niet worden gemaakt, waardoor sollicitanten dan vaak het zekere voor het onzekere kiezen en uiteindelijk niet ingaan op de beschikbare vacature; 2 In bepaalde gevallen betreft het kandidaten die in Europees Nederland minder kansrijk zijn en waarbij de push factoren een belangrijkere rol spelen dan de pull factoren. Behoefte bestaat veel meer aan mensen die gemotiveerd zijn om iets voor het eiland te doen, dan voor zichzelf. Er bestaat algemeen veel onduidelijkheid bij geïnteresseerde remigranten en emigranten in Europees Nederland over verblijfs- en werkvergunningen, bij mensen van verschillende nationaliteiten inclusief Curaçao. Ook over de sociale zekerheid en de verschillen met Europees Nederland bestaan veel belangrijke vragen. Er bestaan veel vragen over de veranderingen sinds en de implicaties voor migratie naar Caribisch Nederland. Dit is onder meer gebleken tijdens de Emigratiebeurs in Houten op 9 februari Deze onduidelijkheden leveren concrete belemmeringen op, in elk geval bij mensen die wel willen emigreren vanuit Europees Nederland, maar nog niet besloten hebben waar naar toe. Duidelijk is dat als bijvoorbeeld de Zweedse overheid het beter kan uitleggen, de keuze eerder valt op Zweden. Voor het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs geldt de bijzondere situatie dat alleen leerkrachten uit Europees Nederland aangenomen kunnen worden, omdat alleen daar de opleiding tot docent gegeven wordt welke leidt tot een lesbevoegdheid op een van de scholen op Bonaire en Sint Eustatius. 2 Een concrete vergelijking, waarin ook de verschillende belastingsystemen, ziektekostensystemen en lokale lasten zijn meegenomen ontbreekt echter. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 17

20 De belemmeringen werken voor de bovenwindse eilanden soms nog sterker dan voor Bonaire. Het blijkt extra moeilijk te zijn om (alleenstaande) vrouwen te interesseren voor een baan op Saba en St. Eustatius, zeker als er geen eigen sociale binding met het eiland bestaat. De verdeling van de formatie (allocatie van personeel) over de drie eilanden vormt mede om deze reden een specifiek punt van aandacht. Uitwisseling en doorstroming tussen de drie eilanden is voor alle drie de eilanden van groot belang. Overigens zijn er verschillende benaderingen en nuances ten aanzien van dit onderwerp: de vraag is in hoeverre is de kandidaten zich moeten aanpassen aan de situatie in Caribisch Nederland dan wel andersom. Ondanks de strenge selectie gaan in Europees Nederland geworven mensen toch te vaak nog vroegtijdig weer terug. Voor een deel heeft het te maken met specifieke en persoonsgebonden redenen en het aflopen van tijdelijke contracten, maar in sommige gevallen valt het werk, het leven en/of de kosten van levensonderhoud in Caribisch Nederland achteraf toch tegen. Om teleurstellingen te voorkomen worden deze aspecten door werkgevers en P&O-medewerkers zo objectief mogelijk tijdens sollicitatiegesprekken naar voren gebracht. 2.2 Knelpunten personeelsvoorziening openbare lichamen De omstandigheden van St. Eustatius en Saba zijn onderling min of meer vergelijkbaar, maar sterk verschillend van Bonaire. Op St. Eustatius en Saba is sprake van een grote reorganisatie van het overheidsapparaat, waarbij er verschuivingen van werknemers plaatsvinden op basis van gevraagde en aangeboden competenties. Er zijn op dit moment vacatures bij de OL op de bovenwindse eilanden, maar het betreft een beperkt aantal. Wervingsproblemen zijn er altijd bij functies voor hoger opgeleiden (hbo-plus). De functie-eisen worden soms bijgesteld: recent is op Saba voor een dergelijke functie iemand aangenomen op mbo-niveau. Per saldo heeft het personeelsprobleem meer betrekking op het zittende personeel, dat veelal onder gekwalificeerd is. Bij-, om- en herscholing is hard nodig. Voorts speelt het probleem van thuiszittende en zieke ambtenaren, wat de werkdruk voor de andere werknemers vergroot. Op Bonaire is de situatie geheel anders. De vacaturequote (het aantal openstaande vacatures ten opzichte van het aantal werknemers) is bij directies van het OLB extreem hoog (genoemd zijn percentages van 13 tot 21 procent). In Europese landen is de quote gemiddeld 1,5 procent en nooit veel hoger dan vier procent. De vacatieduur de duur dat een vacature open staat is eveneens extreem lang. Genoemd zijn perioden van 9 tot 24 maanden. Ter vergelijking: het Europees gemiddelde is ongeveer twee maanden. De gevolgen van de knelpunten zijn binnen alle directies van OL Bonaire te merken: hoge werkdruk, verminderde kwaliteit van het werk, werk blijft liggen, men raakt achterop en onvrede over de eigen output. Deze gevolgen worden versterkt door een factor van een geheel andere orde: inefficiënties in de werkprocessen. Deze worden mede veroorzaakt door een bepaalde werkmentaliteit: afspraken worden niet goed gemaakt of niet goed nagekomen, waardoor anderen in de problemen komen. De hoge werkdruk komt soms voort uit afwezigheid of geringe productiviteit van bepaalde groepen werknemers. Een deel van het personeel is overcompleet, dat wil zeggen is wel aanwezig maar dat er eigenlijk geen geschikt werk voor is. En deel van het personeel functioneert niet optimaal, zit soms thuis of is ziek. Volgens werkgevers en P&O-medewerkers binnen het OL komt het regelmatig voor dat werknemers afwezig zijn vanwege nevenactiviteiten buiten en tijdens het werk. 18 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

21 Deze nevenactiviteiten zijn veelal noodzakelijk om bij te verdienen om te kunnen overleven. Deze omstandigheden worden ook binnen RCN herkent. De productiviteit blijft hierdoor achter, wat weer leidt tot extra werkdruk voor de andere werknemers. Verder spelen voor de openbare lichamen op alle drie eilanden dezelfde belemmeringen bij werving en remigratie van hbo-plussers, zoals deze door RCN worden ervaren (zie 2.1). Een niet optimale mix van wervingskanalen speelt bij de openbare lichamen wellicht ook een rol, maar dit is niet doorslaggevend. Waarschijnlijk kan het mandateren van personeelszaken op een lager beslissingsniveau een stap vooruit zijn, waardoor in elk geval de vacatieduur drastisch kan worden teruggebracht en (daarmee) ook de vacaturequote. Ook het officieel extern openstellen van vacatures kan hierbij helpen. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 19

22

23 3 De kwaliteit van de arbeid volgens werkgevers en werknemers 3.1 Inleiding De kwaliteit van de arbeid is sterk van invloed op de heid van werknemers en op ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en ongewenst vertrek. Ook het imago van een werkgever bij potentiële werknemers (en de kosten die gemaakt moeten worden bij werving) wordt beïnvloed door de kwaliteit van de arbeid. Het concept van de kwaliteit van de arbeid valt uiteen in vier componenten: Arbeidsvoorwaarden; Arbeidsomstandigheden; Arbeidsverhoudingen; Arbeidsinhoud. 3.2 Arbeidsvoorwaarden Arbeidsvoorwaarden RCN De arbeidsvoorwaarden van de medewerkers van RCN zijn formeel geregeld in het Rechtspositiebesluit Ambtenaren BES (16 maart 2012 en 18 juni 2012). In totaal 34 procent van alle fulltime medewerkers heeft een netto salaris van minder dan dollar en 67 procent heeft een hoger salaris (zie onderstaande tabel). Tabel 3.1 Verdeling fulltime medewerkers RCN naar hoogte netto salaris Netto salaris ($) aantal aandeel Minder dan $ % tussen $ en $ % Meer dan $ % Alle fulltime medewerkers RCN % Bron: Personeelsregistratie RCN. De salarissen bij de overheid zijn naar de mening van de geïnterviewden concurrerend voor Bonairiaanse begrippen, dat wil zeggen in vergelijking met de marktsector. Mensen woonachtig op een van de drie eilanden willen graag bij de rijksoverheid werken, mede vanwege de goede arbeidsvoorwaarden (pensioen, kinderbijdrage, vakantiedagen). De doorgroeimogelijkheden zijn over het geheel genomen beter dan enkele jaren geleden. Arbeidsvoorwaarden openbare lichamen De arbeidsvoorwaarden zijn voor de eilanden goed te noemen. Zeker op St. Eustatius en Saba wordt de overheid gezien als een veilige haven. Op Bonaire zijn de arbeidsvoorwaarden goed, maar niet concurrerend met de regio. Voor geen van de eilanden zijn de salarissen voldoende om een redelijke levensstandaard te hebben. Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn er eigenlijk niet. Het is niet zo dat bepaalde groepen werknemers duidelijk onderbetaald of overbetaald worden. Er zijn zeker groepen ambtenaren die niet kunnen rondkomen van het salaris (zie hierboven de cijfers van RCN). Het komt regelmatig voor dat ambtenaren afwezig zijn vanwege een tweede baan, noodzakelijk om rond te komen. Verder bestaat er soms onduidelijkheid over de status van het De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 21

24 arbeidscontract en kan het voorkomen dat tijdelijke contracten soms worden verlengd over een periode (veel) langer dan drie jaar. De arbeidsvoorwaarden volgens werknemers De mening van de werknemers is gepeild via een online enquête onder alle werknemers van RCN en de openbare lichamen (MTO) 3. Het blijkt dat 36 procent (zeer) is met het salaris en 36 procent (zeer) on; 28 procent is neutraal (zie tabel 2.1). Uit de toelichtingen die de werknemers geven blijkt over het algemeen dat men het salaris te laag vindt voor het werk dat men moet doen, in termen van aantal uren, werkdruk en verantwoordelijkheid. Ook over de salarisontwikkeling over een langere periode is men niet altijd. Een enkeling geeft aan dat het salaris in elk geval beter is dan elders. Tabel 3.2 Tevredenheid met salaris, secundaire arbeidsvoorwaarden en type dienstverband (n=205) Percentage Salaris Secundaire Type dienstverband arbeidsvoorwaarden Zeer Tevreden Niet /niet on On Zeer on Bron: werknemersonderzoek. Van de medewerkers is 38 procent (zeer) met de secundaire arbeidsvoorwaarden en 23 procent (zeer) on. Werknemers zijn onder andere over de kinderkorting en het pensioen. De perceptie is dat de secundaire arbeidsvoorwaarden slechter zijn in vergelijking met Aruba, Curaçao en St. Maarten. Verbeterpunten die worden gesuggereerd zijn het uitruilen van tijd en geld, meer vakantiedagen en een betere overwerkvergoeding. Bijna een derde van de werknemers die overwerken (31%) ontvangt een beloning daarvoor, waarmee 90 procent is. 62 Procent van alle werknemers moet beschikbaar zijn voor het werk (niet altijd), ook buiten werktijd om, en twee derde ontvangt daarvoor geen vergoeding. Van de mensen die een vergoeding ontvangen voor het beschikbaar zijn buiten werktijd is 15 procent er mee en 44 procent niet (de anderen zijn neutraal). Een deel werkt (niet altijd) op afwijkende dagen en tijden: gebroken diensten (24%), zaterdagen (50%), zondagen 45%) en feestdagen (40%). Iets meer dan de helft van de werknemers die op afwijkende dagen en tijden werkt ontvangt hiervoor een vergoeding. Twee derde van de werknemers die een vergoeding ontvangen voor afwijkende dagen en tijden is hier (zeer) over. In totaal heeft 75 procent van de medewerkers een vast dienstverband en 19 procent een tijdelijk dienstverband met uitzicht op een vast dienstverband. Van de werknemers met een tijdelijk contract heeft 25 procent een contract van een jaar of langer. De meeste werknemers werken in hun eerste contract (79%), bij 15 procent is het één keer verlengd en bij zes procent twee keer. In de bovenstaande tabel is te zien 71 Procent van alle medewerkers is (zeer) met het type 33 Verder te noemen MTO 2013 (medewerkers-heidsonderzoek). Hieraan hebben 245 werknemers meegedaan, meer dan een kwart van alle mensen die bij RCN en OLB werken. Het responspercentage is voor RCN en OLB ongeveer hetzelfde. Medewerkers van alle directies van RCN en medewerkers van alle directies van OLB hebben gerespondeerd. Het betreft een zeer brede spreiding van functies. De deelname van ambtenaren op St. Eustatius en Saba was te beperkt om er apart over te kunnen rapporteren. Voor Bonaire geven de cijfers een betrouwbaar beeld van de deelnemers. Er is mogelijk wel sprake van selectieve deelname aan het onderzoek, in de zin dat hoger opgeleiden zijn oververtegenwoordigd. In bijlage 1 is de opzet en werkwijze van dit onderzoek beschreven. 22 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

25 dienstverband (vast of tijdelijk) en acht procent (zeer) on. De toelichtingen die de medewerkers geven bij het type dienstverband zijn over het algemeen positief, ook van de medewerkers met een tijdelijk contract. Een deel van de werknemers wil na afronding van het tijdelijke contract gewoon weer terug naar Nederland. Aan de andere kant zouden sommige werknemers meer zekerheid willen hebben, bijvoorbeeld om een lening bij een bank te kunnen afsluiten. Vrijwel alle contracten zijn fulltime, dat wil zeggen 32 uur of meer (94%). Er zijn geen contracten van minder dan 12 uur. Voor twee derde van de werknemers komt de afgesproken werkweek overeen met hun wensen. Bijna een kwart (23%) wil liever minder uren per week werken en zeven procent juist meer uren per week. Van alle werknemers denken de meesten (80%) dat zij waarschijnlijk niet minder uren kunnen gaan werken wanneer zij dit zouden willen, voornamelijk omdat er te weinig geschikt personeel is om het werk over te nemen (41%) en omdat men dan te veel in inkomen achteruit gaat (39%). Een kwart (24%) denkt dat de werkgever er geen prijs op zal stellen. 3.3 Arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden RCN Onder het management bestaat een goed oog voor de arbeidsomstandigheden. Er wordt groot belang gehecht aan veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers. Op diverse plaatsen zijn ergonomische verbeteringen aangebracht volgens Nederlandse normen (stoelen, tafels, computers) om rugklachten te voorkomen. De gebouwen zijn uitzonderingen daargelaten - schoon en de werkplekken hebben over het algemeen voldoende daglicht. Specifieke maatregelen zijn er bijvoorbeeld genomen bij de IND, waar een buizenstelsel is aangebracht voor het verwerken van contant geld, mede uit veiligheidsoverwegingen. Ondanks de recente verbeteringen betekent dit niet dat alles al goed is geregeld. Een aspect van aandacht is de hoge werkdruk, wat vrij regelmatig is genoemd. Managers die ervaring hebben met werken in Europees Nederland geven aan dat er bij de overheid in Caribisch Nederland harder moet worden gewerkt. Voor een deel wordt werkdruk weggenomen, doordat veel indirecte werkzaamheden worden verzorgd door RCN Centraal. De door RCN Centraal geboden faciliteiten en ondersteuning worden heel positief beoordeeld, zeker in vergelijking met de periode voor Belangrijk is dat de werkprocessen bij de departementen nu (grotendeels) op orde zijn, waardoor er geen achterstanden meer zijn of ontstaan. Hieraan is de afgelopen periode prioriteit gegeven. Burgers en bedrijven kunnen nu sneller en adequater worden geholpen. Dit heeft het aantal klachten verminderd en het vertrouwen van het publiek vergroot, wat prettiger werkt voor de ambtenaren. Een specifiek probleem dat bij verschillende directies naar voren komt is de sociale en fysieke veiligheid. Ambtenaren moeten vaak (zeer) vervelende en ingrijpende beslissingen nemen over mensen direct of indirect in hun omgeving. De schaalgrootte op de eilanden is zodanig dat het er toe leidt dat sommige ambtenaren continu en letterlijk over hun schouder moeten kijken. Dit leidt voor de betrokken medewerkers tot soms zware psychische belasting. Arbeidsomstandigheden openbare lichamen Over de arbeidsomstandigheden zijn de meningen verdeeld (soms goed en soms niet goed), maar over de werkdruk is men eensgezind: die is (veel) te hoog. De gebouwen en het meubilair beantwoorden soms wel en soms niet aan de behoefte. Er zijn geen beleidsregels op het gebied van arbo; daaraan bestaat wel behoefte. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 23

26 De arbeidsomstandigheden volgens werknemers Een op elke drie werknemers (33%) is van mening dat hij/zij (te) veel heeft moeten overwerken in het afgelopen jaar (7% te veel en 26% veel). Uit de persoonlijke interviews is naar voren gekomen dat juist de sociale druk op het (kleine) eiland - waar iedereen elkaar kent heel sterk kan zijn. Het blijkt dat meer dan één van elke vier werknemers bij de overheid (27%) (heel) veel last van heeft van druk van burgers of bedrijven. 38 Procent geeft aan hiervan geen of weinig last te hebben. Bijna de helft van de werknemers heeft zich naar eigen zeggen in het afgelopen jaar een keer ziek gemeld (46%). Van alle werknemers heeft vijf procent zich in het afgelopen jaar langer dan twee maanden ziek gemeld. Tabel 3.3 Tevredenheid met arbeidsomstandigheden (n=192) Arbeidsomstandigheden Mee oneens Niet mee Mee eens eens/ niet mee oneens Mijn werkomstandigheden (veilig, gezond en prettig werken) zijn goed Ik pieker weinig over mijn werk Ik kan mijn werk altijd goed zelf indelen Ik kan voldoende pauze nemen wanneer ik dat wil Ik hoef niet vaak over te werken op werkdagen Ik hoef niet vaak over te werken in de avonden en weekenden Ik kan op vakantie gaan wanneer ik dat wil Ik kan vrij nemen wanneer ik dat wil Mijn werk is veilig Bron: werknemersonderzoek. 3.4 Arbeidsinhoud Arbeidsinhoud RCN Over het algemeen beschikt het personeel over de juiste competenties (kennis, vaardigheden en beroepshouding) om het werk aan te kunnen, maar niet altijd de juiste diploma s. Tegelijkertijd is het nodig om hard te werken aan scholing van zittend personeel, vooral kennisontwikkeling is van belang. De interne opleidingen gebeuren over het algemeen binnen het eigen budget, hoewel sommige departementen gebruik kunnen maken van capaciteit uit Europees Nederland. Scholing is bij sommige departementen al zeer sterk in ontwikkeling en bij andere departementen nog maar net begonnen en beperkt tot basisvaardigheden (tekstverwerking, spreadsheets, klantvriendelijkheid, schrijfvaardigheid Nederlands). Bepaalde scholing moet on the job worden gegeven (wet- en regelgeving, grensbewaking, schietlessen). Enkele directeuren geven aan meer zicht te willen hebben op het scholingsaanbod op het eiland en de prijsstelling. Bij een aantal directies bestaat behoefte aan een EVC-achtige benadering of systeem (Erkenning Verworven Competenties), wegens het ontbreken van de benodigde diploma s bij diverse personeelsleden. Het werk bij de overheid is uitdagend. Er wordt gewerkt aan een nieuwe organisatie, er zijn snelle ontwikkelingen en de faciliteiten zijn goed. Dit is voor veel (nieuwe) werknemers aantrekkelijk. Diverse managers geven aan dat de inhoud van het werk voor veel nieuwe en zittende werknemers belangrijker is dan de arbeidsvoorwaarden, in elk geval voor de hoger opgeleiden. Voor lager opgeleiden van het eiland is het motief vaak primair van financiële aard. 24 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

27 Als voorbeeld, een interessante aanpak is te zien bij de IND, waar het werk van Bonaire, St. Eustatius en Saba sinds kort centraal is georganiseerd. Dat houdt in dat collega s van de bovenwinden dossiers kunnen behandelen (via Skype) voor Bonaire en vice versa. Deze werkwijze leidt niet alleen tot meer efficiëntie, maar ook tot verhoging van de kwaliteit van de inhoud van het werk, omdat men van elkaar leert. Arbeidsinhoud openbare lichamen De inhoud van het werk vormt een duidelijke aantrekkingskracht: het werk is interessant en uitdagend en is maatschappelijk van belang. Tegelijkertijd bestaan er geen duidelijke mogelijkheden voor ontwikkeling of doorgroei, ook niet van high potentials. Begeleiding en coaching verdient eveneens meer aandacht. Volgens WICSU (St. Eustatius) behoeft vooral het opleiden ( upgrade ) van het zittend personeel aandacht. De arbeidsinhoud volgens werknemers De werknemers bij de overheid zijn van mening dat het werk inhoudelijk aantrekkelijk is. Men is over de eigen werkzaamheden, de afwisseling in het werk en de uitdagingen in het werk. Minder zijn de werknemers over de mogelijkheden die zij hebben om door te groeien in het eigen werk en over de begeleiding die zij krijgen op het werk. Tabel 3.4 Tevredenheid met arbeidsinhoud (n=192) Arbeidsinhoud Mee oneens Niet mee Mee eens eens/ niet mee oneens Ik ben over mijn werkzaamheden Ik ben over de begeleiding die ik krijg op mijn werk Mijn werk is afwisselend Mijn werk is uitdagend Ik heb voldoende mogelijkheden om door te groeien in mijn werk Bron: werknemersonderzoek. 3.5 Arbeidsverhoudingen Arbeidsverhoudingen RCN Er is duidelijk veel aandacht voor goede arbeidsverhoudingen. Het management is modern en onderkent het belang van en goed gemotiveerde werknemers en een goede sfeer. De onderlinge verhoudingen tussen de werknemers en de relatie tussen de werknemers en de werkgever lijken zonder meer goed te zijn. Het woord teambuilding is in vrijwel alle gesprekken spontaan gevallen. De sociale activiteiten variëren van een wekelijks koffiekwartiertje met het voltallige personeel, bedrijfsuitjes, familiedagen, gezamenlijke kerkdiensten, vieren van dies natalis , eindejaarbijeenkomst en kerstdiners. Soms beschikken afdelingen over een eigen budget om sociale activiteiten te organiseren. Positief hierbij is de stijl van leiding geven, die over het algemeen meer persoonsgericht dan bureaucratisch is. Onderlinge spanningen als gevolg van cultuurverschillen zijn volgens de werkgever zo goed als afwezig. Alleen in extreme omstandigheden kunnen er soms enige wrijvingen ontstaan, wanneer er soms verschillend wordt gehandeld vanuit het eigen cultuurpatroon (bijvoorbeeld bij dreigende situaties in de gevangenis). Er is bij het management sprake van een evident respect voor cultuurverschillen. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 25

28 De arbeidsvoorwaarden liggen vast, wat de mogelijkheden te sturen met behulp van financiële incentives limiteert. Een beperkt aantal directeuren heeft behoefte aan meer variabilisering van de beloning. Voor andere directeuren heeft dit onderwerp nu geen prioriteit. Een punt van aandacht is de mate waarin ambtenaren meer eigen regelmogelijkheden zouden kunnen hebben. De gedachte is dat een optimale motivatie en productie van werknemers gebaat is bij een juiste balans met mogelijkheden om het eigen werk te organiseren. Dit kan uiteraard in teamverband. Op het punt van regelmogelijkheden zou in de komende jaren wellicht winst kunnen worden geboekt. Arbeidsverhoudingen openbare lichamen De arbeidsverhoudingen lijken goed te zijn. Er zijn geen duidelijke knelpunten naar voren gekomen. Teambuilding wordt als positief gezien en daaraan wordt zeker gewerkt. Binnen de openbare lichamen komt naar voren dat er behoefte bestaat aan meer regelmogelijkheden op een lager niveau en meer ruimte om eigen beslissingen te nemen. Dit zou de verhoudingen ten goede komen. De arbeidsverhoudingen volgens werknemers De arbeidsverhoudingen zijn volgens de werknemers over het algemeen goed. De werknemers kunnen goed met elkaar en met de werkgever opschieten. De betrokkenheid van de werkgever met de werknemers is voor verbetering vatbaar. Het onderzoek geeft verder geen aanknopingspunten waar dit precies in zit. Het positief stimuleren (waarderen) is een punt van aandacht. Tabel 3.5 Tevredenheid met arbeidsverhoudingen (n=192) Arbeidsverhoudingen Mee oneens Niet mee Mee eens eens/ niet mee oneens Ik ben over mijn werkgever Ik krijg waardering voor mijn werk De sfeer binnen het bedrijf is goed Ik kan goed met mijn werkgever opschieten Ik kan goed met mijn collega s opschieten Mijn werkgever is betrokken bij het personeel Bron: werknemersonderzoek. 26 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

29 4 Personeelsbeleid volgens werkgevers en werknemers 4.1 Personeelsbeleid RCN Tijdens de interviews is aan de directeuren gevraagd het personeelsbeleid van het departement te plaatsen op een schaal: Fase1. Er is sprake van personeelsbeheer: het salaris wordt uitbetaald; Fase 2: Bepaalde personeelsinstrumenten worden ingezet (functionerings- en beoordelingsgesprekken, cursussen); Fase 3: Er staat een scholingsbeleid op papier, iemand is specifiek bezig om het beleid uit te voeren (bijvoorbeeld een afdeling P&O) en er is sprake van personeelsplanning; Fase 4: Er is sprake van strategisch personeelsbeleid, dat wil zeggen dat het organisatiebeleid en het personeelsbeleid geïntegreerd zijn, het is lange termijn beleid, personeel wordt niet gezien als een kostenfactor maar als een asset en het personeelsbeleid en de uitvoering daarvan heeft een tweezijdig karakter (relatie werkgever-werknemer). Vanwege de ondersteuning door P&O van RCN zou een positionering in fase 3 terecht zijn. De meeste directeuren plaatsen het eigen personeelsbeleid echter in fase 2 of tussen fase 2 en 3 in. De reden is dat het personeelsbeleid op zichzelf nog niet altijd uitgewerkt op papier staat. Bij een enkel departement is de personeelsadministratie in individuele gevallen nog niet geheel op orde (fase 1), maar zijn andere personeelszaken weer wel goed geregeld. Een voorbeeld van gedetailleerde personeelsplanning (fase 3) is te vinden bij de politie. Diverse directeuren onderschrijven de onderliggende visie van het strategisch personeelsbeleid, maar dit scenario wordt gezien als een streefdoel (fase 4). Bij specifieke departementen - bijvoorbeeld KMAR - is het personeelsbeleid van oudsher volledig ingebed in de strategie van de organisatie. De afdeling P&O van RCN speelt een centrale rol in alle departementen. Vanuit de afdeling P&O worden alle personeelszaken gecoördineerd en uitgevoerd. Het betreft onder meer de salarisadministratie, de administratie van de functionerings- en beoordelingsgesprekken (die door de leidinggevenden worden gevoerd) en ondersteuning bij de werving- en de selectiegesprekken en exitgesprekken. Tevens wordt ondersteuning geboden op het gebied van scholing, ziekteverzuim en integriteit. De medewerkers van de afdeling P&O fungeren als een sparringpartner van de directeuren. De ondersteunende rol van de afdeling P&O wordt door de directeuren hoog gewaardeerd, niet alleen inhoudelijk, maar ook de klantgerichtheid. Het enige punt van kritiek heeft te maken met de soms vele wisselingen van de contactpersonen. Een aantal directeuren geeft aan dat er aandacht moet komen voor de problematiek van ouderen. Het werk is in sommige gevallen zeer belastend. Mensen die bepaald zwaar werk langere tijd hebben gedaan zouden begeleid moeten worden naar ander werk binnen de organisatie, dan wel zouden er ontziemaatregelen moeten komen. Dit zou niet alleen moeten gelden voor 55-plussers, maar ook voor jongere mensen die bepaald zwaar werk al 20 jaar doen. Dit is niet alleen in het belang van de werknemer maar het is tevens belangrijk vanuit de optiek van de werkgever. Werkgevers hebben belang bij de vergoeding van loonderving en een zo laag mogelijke premie Wet Ziekteverzekering BES. Tevens is de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd van 60 naar 65 jaar. Mede om deze redenen is volgens een aantal directeuren nu al aandacht nodig voor duurzame inzetbaarheid van (oudere) werknemers. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 27

30 De dagelijkse aansturing van de medewerkers geschiedt door de directeuren en andere leidinggevenden. De managementstijl van de directeuren is modern (zie hierboven). De deuren staan open. In een enkel geval is een medewerkers heidsonderzoek (MTO) uitgevoerd. Op dit moment wordt nog weinig gedaan aan het ontwikkelen van leidinggevende vaardigheden en intercultureel management. Een eenvoudige oplossing is het opzetten van intervisiegroepen, waarbij leidinggevenden op informele wijze van gedachten kunnen wisselen met collega s en leidinggevenden van bedrijven en instellingen. 4.2 Personeelsbeleid openbare lichamen Er bestaat op het hoogste niveau een duidelijke visie waarop het personeelsbeleid gericht moet zijn, namelijk op het ontwikkelen van zelfreflectie, accountability, klantgerichtheid en dienstbaarheid. Een gezonde feed back cultuur is een ideaalplaatje. Hierbij moet de productiviteit omhoog. Dit vereist investeringen in upgrading van het gehele personeelsbestand. Deze visie wordt breed gedeeld door de respondenten. Ondanks het bestaan van deze visie is het personeelsbeleid bij de drie openbare lichamen op dit moment nog te plaatsen in fase 2, wat betekent dat er nog ruimschoots ontwikkelingsmogelijkheden zijn, ook wat betreft de personeelsinstrumenten die nu worden ingezet. Een systematiek van functionerings- en beoordelingsgesprekken dient te worden ontwikkeld. Afstemming van de gesprekken met de medewerkers en de directieplannen is van belang, evenals afstemming met een duidelijk FUWA-systeem (functiewaardering). Scholing dient meer vraaggericht te gebeuren, dat wil zeggen uitgaande van het werk dat moet gebeuren (schrijven in de Nederlandse taal, WORD, Excel). Scholing van werknemers is nu te aanbodgericht en te vrijblijvend, wat niet efficiënt is. Beleid, organisatie en financieel toezicht is een knelpunt. De HRM-functie is nu gecentraliseerd bij een bepaalde afdeling, die voor alle directies de werving en de personeelszaken verzorgd. Deze opzet heeft veel (efficiency-)voordelen. De gedachte leeft tegelijkertijd dat de HRM-functie voor specifieke zaken wellicht effectiever kan worden verzorgd op directieniveau, zoals bijvoorbeeld de werving en selectie. 4.3 Personeelsbeleid volgens de werknemers Aan alle werknemers is gevraagd in hoeverre bepaalde personeelsinstrumenten naar hun mening wel of niet voldoende zijn geregeld. In totaal zijn 33 verschillende personeelsinstrumenten aan de werknemers voorgelegd (zie bijlage 2). De leidt tot de volgende onderzoeksresultaten: 1. Instrumenten die hoog scoren, dat wil zeggen dat meer dan 30 procent van de werknemers vindt dat het voldoende is geregeld: a. Functioneringsgesprekken (48%); b. Beoordelingsgesprekken (45%); c. Bedrijfsgerichte scholing en cursussen (31%). 2. Instrumenten die laag scoren, dat wil zeggen dat meer dan 40 procent van de werknemers vindt dat het onvoldoende is geregeld: d. Verminderen psychosociale belasting (51%); e. Bevorderen gezonde levensstijl werknemers (fitness, anti-roken) (50%); f. Stages of detachering van eigen personeel (48%); g. Taakroulatie (44%); 28 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

31 h. Loopbaanscan (44%); i. Kortere werkweek en aanpassing werktijden ouderen (42%). De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 29

32

33 5 Tevredenheid van de werknemers verklaard 5.1 Binding van werknemers met het werk (de werkgever) Naast de specifieke vragen over de heid met de kwaliteit van het werk (zie hoofdstuk 2) zijn er algemene vragen gesteld die de mate van binding met het werk aangeven. Deze variabelen hebben een zeer sterke samenhang met de heidsvragen. Tabel 5.1 Binding van werknemers met het werk (de werkgever) Nee (weet niet/ Ja misschien) Het werk bij RCN/OL aanbevelen aan familie, vrienden en kennissen Tot pensioen bij het RCN/OL willen werken Actief op zoek geweest naar een andere baan in Op dit moment op zoek naar een andere baan In een nieuwe baan weer bij de overheid werken Bron: werknemersonderzoek. 5.2 Factoren die de heid van werknemers bepalen Op basis van een heidscore is nagegaan in hoeverre de heid van werknemers samenhangt met persoonskenmerken, organisatiekenmerken (RCN of OL), contractkenmerken, of personeelsbeleid (zie bijlage 2 voor een toelichting op de berekening van de heidscore). Voor alle vragen die zijn gesteld aan 192 werknemers is nagegaan hoe groot de groep meer en minder werknemers is. Hierbij is nagegaan in hoeverre de samenhang wel of niet statistisch significant is (zie bijlage 3 voor alle tabellen). Deze analyse leidt tot de volgende conclusies: 1. Er is geen statistisch significant verschil in heid tussen werknemers van RCN en van het openbaar lichaam Bonaire 4 ; 2. Persoonskenmerken spelen een beperkte, tot helemaal geen rol om verschillen in heid van de werknemers te verklaren. Er is geen statistisch significante verschil in heid naar leeftijd, geslacht, eiland (voor St. Eustatius en Saba waren de aantallen sowieso te klein om apart weer te geven), naar opleidingsniveau, naar thuissituatie (alleenstaand en woonachtig bij de ouders, alleenstaand en alleenwonend en getrouwd of vaste partner), naar functie, al of niet leidinggevend, arbeidsmarktpositie voorafgaande aan de baan bij de overheid en woonplaats; 3. De contractvorm (vast of tijdelijk) speelt een rol van betekenis. Werknemers met een tijdelijk contract zijn meer dan werknemers met een vast contract. Deze uitkomst is omgekeerd aan de verwachtingen, omdat een vast contract meer zekerheid biedt en daarom tot meer heid zou stemmen. Waarschijnlijk zijn er achterliggende factoren die te maken hebben met het type contract. Vooruitlopend op de analyse van het personeelsbeleid: vermoedelijk verwachten mensen met een vaste baan meer investeringen in personeelsbeleid (waarover men minder is) en zijn mensen met een tijdelijke baan daarin minder geïnteresseerd; 4. Het salaris en de secundaire arbeidsvoorwaarden spelen een belangrijke rol. De algehele heid hangt statistisch significant samen met de heid over het salaris en met de 4 Er is te weinig respons om uitspraken te doen voor St. Eustatius en Saba. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 31

34 secundaire arbeidsvoorwaarden. De hoogte van het salaris maakt daarbij niet uit. De heid van werknemers over hun salaris is hetzelfde bij werknemers onder schaal 8 en vanaf schaal 8; 5. De algehele heid hangt samen met de kwaliteit van de arbeid. Als men is over arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud en arbeidsverhoudingen dan is men in het algemeen 5 ; 6. Het moeten werken op onregelmatige dagen en tijden geeft geen aanleiding tot meer of minder heid. Het beschikbaar moeten zijn buiten werktijd, het werken in gebroken diensten, het werken op zaterdagen zondagen leidt evenmin tot minder heid; 7. Wat wel uitmaakt is het werken op feestdagen. In de groep die (wel eens) op feestdagen moet werken zijn relatief veel werknemers on. Ook het te veel moeten overwerken gaat samen met meer onheid; 8. De belangrijkste verklarende factor voor heid is het personeelsbeleid. Heel duidelijk blijkt meer inzet van personeelsinstrumenten samen te hangen met een hogere mate van heid. Onder de groep werknemers met een beneden gemiddeld aantal personeelsinstrumenten is 35 procent en onder de groep werknemers met een boven gemiddeld aantal personeelsinstrumenten is 71 procent. In bijlage 3 is te zien dat de heid over de gehele linie groter is bij de inzet van personeelsinstrumenten. Belangrijke instrumenten die de heid kunnen vergroten zijn de volgende 6 : a. Calamiteitenverlof; b. Extra verlof en vakantie oudere werknemers; c. Persoonlijke inzetbaarheidsscan of periodiek medisch onderzoek; d. Verbeteren arbeidsomstandigheden; e. Loopbaangesprekken; f. Persoonlijke ontwikkelingsplannen; g. Loopbaanscan; h. Employability cursussen; i. EVC-trajecten; j. Stages of detachering van eigen personeel elders; k. Taakroulatie; l. Interne mobiliteitspool. 5 6 Bij deze specifieke analyse moet rekening worden gehouden met een methodologische zwakte. De algemene heidsscore is opgebouwd uit drie van de vier componenten van de kwaliteit van de arbeid (omstandigheden, inhoud en verhoudingen) en binding. Dat betekent dat er om die reden sowieso een statistische relatie bestaat met de afzonderlijke componenten, wat voor een deel de totale relatie verklaart. Wij hebben deze aanpak moeten volgen, omdat we de feitelijke omstandigheden niet hebben gemeten. Desalniettemin zijn er sterke aanwijzingen dat de kwaliteit van de arbeid van invloed is op de algehele heid van de werknemers. Geselecteerd zijn de personeelsinstrumenten waarbij minimaal 75 procent van alle werknemers zijn (bij een gemiddelde van 49%). 32 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

35 6 Het imago van de overheid in Caribisch Nederland als werkgever 6.1 Het imago volgens werknemers In totaal is 28 procent van de werknemers van RCN en OLB van mening dat de eilandbewoners op Bonaire (heel) positief aankijken tegen RCN en OLB als werkgevers en 40 procent denkt dat het (heel) negatief is. Een derde (32%) is neutraal. Dit blijkt uit het MTO Het imago bij potentiële werknemers in de regio Nagegaan is in hoeverre mensen op Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius en Saba eventueel zouden willen werken bij RCN of een openbaar lichaam op Bonaire, St. Eustatius en Saba. Vervolgens is gevraagd waarom men dat wel of niet zou willen, waarbij specifiek is gevraagd naar financiële motieven. Hiervoor zijn at random netto 691 mensen van 18 jaar en ouder telefonisch benaderd (zie bijlage 1 voor een toelichting op de opzet), ruim 100 per eiland. De meeste mensen willen niet naar een ander eiland (73%) en ongeveer een kwart wel (27%). Gevraagd waarom men niet naar een ander eiland wil is het antwoord van de meeste werkende mensen dat zij tot zeer zijn met het werk dat zij nu hebben en ook (zeer) zijn met de arbeidsvoorwaarden. Voor studerenden en gepensioneerden is vertrekken op dit moment geen optie. Van alle ondervraagden geeft 32 procent aan wel bij de overheid te willen werken, al of niet op het eiland waar men nu woont. En 20 procent wil eventueel wel werken bij de overheid (RCN of OL) op Bonaire, St. Eustatius of Saba. De kenmerken van de mensen in de regio die eventueel wel bij de overheid in Caribisch Nederland zijn de volgende (statistisch significant): Meer mensen woonachtig op St. Maarten willen wel bij de overheid in Caribisch Nederland werken en minder mensen van Aruba en Saba; Mensen met baan hebben meer interesse dan mensen zonder baan; Van de werkenden hebben mensen met een vast dienstverband minder interesse dan mensen zonder vast dienstverband; Meer mensen met een havo-, vwo- en mbo-diploma hebben interesse en mensen met alleen funderend onderwijs en hbo minder; Mensen met verantwoordelijkheid voor kinderen hebben juist meer interesse dan mensen zonder kinderen; Ouderen willen vaker dan jongeren; Mensen die geboren zijn in het Caribisch gebied of Latijns Amerika hebben meer interesse dan mensen die geboren zijn in Europees Nederland en de VS; Spaans sprekende mensen hebben relatief veel interesse en mensen die Papiaments spreken minder; Mannen en vrouwen hebben even veel interesse. Een duidelijke voorkeur voor een bepaald eiland is er niet. Aruba wordt van alle Caribische eilanden nog het meest genoemd, maar ook niet veel. Mensen van Bonaire die eventueel elders willen werken willen het liefst naar Curaçao of Europees Nederland. Mensen van St. Eustatius De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 33

36 kiezen ook in de eerste plaats voor Curaçao. Mensen van Saba hebben geen echte behoefte om elders te werken, maar voor zover die er is dan is het in de Verenigde Staten. De redenen waarom men wel bij RCN of een openbaar lichaam zou willen werken is in de eerste plaats dat men denkt dat de arbeidsvoorwaarden goed zijn en in de tweede plaats voor de ontwikkelingsmogelijkheden. Een kwart van de mensen die wel bij de overheid in Caribisch Nederland zouden willen werken heeft geen duidelijke reden en maakt het niet uit waar men werkt. Andere redenen die zijn genoemd zijn - maar minder vaak - zijn de volgende: de sfeer is goed, het lijkt mij een fijne werkgever om voor te werken en stabiele baan, veiligheid en zekerheid. De redenen waarom men niet bij RCN of een openbaar lichaam zou willen werken zijn niet eenduidig, maar het meest wordt aangegeven dat men is met de huidige situatie. De conclusie is dat er bij bewoners van alle zes eilanden sterke pull factoren zijn, waardoor men bij voorkeur op het eigen eiland blijft. De heid met de eigen situatie, werk, werkloos of schoolgaand is zodanig dat men er niet aan denkt om te vertrekken. Dit is de belangrijkste belemmering. Er zijn verder veel verschillende redenen genoemd om niet te willen, voor een groot deel pullfactoren. Ongeveer een van elke vijf inwoners is bereid om er over na te denken om eventueel bij de overheid op Bonaire, St. Eustatius en Saba te werken. De overheid als werkgever en de daaraan gekoppelde arbeidsvoorwaarden bepaalt de aantrekkingskracht. Er lijkt in elk geval een doelgroep van jonge mbo-ers aanwezig op alle eilanden, die geïnteresseerd is. 6.3 Het imago bij potentiële werknemers in Europees Nederland Wel of niet willen werken bij de overheid in Caribisch Nederland De quick scan onder voornamelijk hoger opgeleiden in Europees Nederland laat zien dat er bij deze doelgroep wel bereidheid bestaat om bij de overheid te komen werken in Caribisch Nederland, ook wanneer er minder kan worden verdiend dan in Europees Nederland. Het betreft een selectieve groep respondenten, waarvan 29 procent wel eens op een van de zes eilanden is geweest, 13 procent op een van de eilanden is geboren en 14 procent redelijk tot goed Papiaments spreekt. Het zijn vooral hoger opgeleiden in de leeftijdscategorie 18 tot en met 23 jaar (52%). Bijna twee derde (64%) is studerend, 29 procent is werkend en zes procent is werkloos. De groep is gekozen, omdat het op voorhand als een groep potentiële werknemers wordt gezien, rekening houdend met de vraag naar werknemers met een opleiding op het niveau van hbo-plus (zie bijlage 1). Tabel 6.1 Zou je op een van de volgende eilanden willen werken? (meer dan één keuze mogelijk) (n=203) Werken op het eiland Percentage (multiple response) Bonaire 24 St. Eustatius 9 Saba 8 Weet het niet 37 Geen van bovenstaande Bron: Bevolkingsonderzoek. 34 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

37 Tabel 6.2 Zou je op het eiland/de eilanden ook bij de overheid willen werken?(n=121)* Overheid Percentage Ja 23 Ja, misschien 36 Nee 24 Weet niet Bron: Bevolkingsonderzoek. * Deze vraag is alleen gegeven aan de mensen die hebben aangegeven (misschien) op een van de eilanden te willen werken. Tabel 6.3 Zou je daar ook willen werken als je minder verdient dan in Nederland? (n=121)* Minder verdienen Percentage Ja 10 Ja, misschien 53 Nee 23 Weet het niet Bron: Bevolkingsonderzoek. *Deze vraag is alleen gegeven aan de mensen die hebben aangegeven (misschien) op een van de eilanden te willen werken. In totaal 62 procent van de respondenten zou wel op een van de drie eilanden willen werken. Daarvan zou 59 procent (misschien) bij de overheid willen werken op een van de eilanden. Voor deze laatste groep vormt een lager salaris dan in Europees Nederland (misschien) geen bezwaar (63%). De aandelen van de bovenstaande drie tabellen kunnen met elkaar worden vermenigvuldigd. Het blijkt dan dat één procent van alle respondenten in Europees Nederland zeker wil werken bij de overheid in Caribisch Nederland, ook tegen een lager salaris. Wanneer de twijfelaars worden meegenomen is de groep veel groter (23%). Er is nog een groep die het niet weet, maar het niet uitsluit. Als deze groep ook wordt meegenomen dan is 36 procent van alle respondenten een potentiële doelgroep Verschillen naar achtergrondkenmerken van potentiële werknemers Het willen werken op een van de drie eilanden geldt in gelijke mate voor mensen die op een van de drie eilanden zijn geboren, dan wel al eens op een van de drie eilanden zijn geweest. Leeftijd is niet van invloed, jongeren en ouderen zijn even sterk aangetrokken door het werken op een van de eilanden. Evenmin zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen en naar opleidingsniveau. Dit is opvallend, omdat de onderzoekers vooraf verwachtten dat mensen met een directe relatie met een van de eilanden zich meer aangetrokken zouden voelen om te gaan werken in Caribisch Nederland dan anderen. Bij een nadere analyse van de groep potentiële werknemers die wel op een van de eilanden zouden willen werken blijkt dat er duidelijke verschillen zijn als het gaat om het eventueel willen werken bij de overheid. Het blijkt dat mensen die geboren zijn op een van de eilanden veel liever bij de overheid willen werken dan anderen (89% versus 67%). Ook leeftijd speelt een rol, jongeren (18-23 jaar) zouden meer dan ouderen bij de overheid in Caribisch Nederland willen werken. Geslacht en opleiding maakt op dit punt geen verschil. Concessies doen op het gebied van salaris geldt meer voor mensen die geboren zijn op een van de eilanden (89% versus 70%) en meer voor ouderen (24 jaar en ouder) dan voor jongeren (83% versus 62%). Ook bij dit punt speelt geslacht en opleiding geen rol van betekenis. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 35

38 Deze uitkomsten lijken er op te duiden dat de eerste beslissing voor iedereen de belangrijkste en de moeilijkste is: wel of niet gaan werken aan de andere kant van de wereld. Kennelijk maakt de afkomst niet uit en zijn er andere (extra) argumenten nodig om mensen te overreden om in Caribisch Nederland te gaan werken Motieven om wel of niet te gaan werken in Caribisch Nederland Bij de mensen die (misschien) wel in Caribisch Nederland willen werken bestaat over het algemeen een positief beeld van het werken op de eilanden. De belangrijkste reden is dat het een fijn eiland lijkt om te werken (49%). Een tweede motief is het klimaat (15%). Opvallend is dat driekwart van alle motieven te maken hebben met de aantrekkingskracht van Caribisch Nederland (pull factoren) en een kwart met redenen om eventueel weg te willen uit Europees Nederland (push factoren). Motieven van de laatste categorie zijn bijvoorbeeld het maakt mij niet uit waar ik werk, ik ben niet waar ik nu woon, er is geen werk waar ik nu woon en er is geen geschikt werk waar ik nu woon. Diverse mensen gaven aan alleen tijdelijk te willen gaan werken in Caribisch Nederland. De redenen om niet in Caribisch Nederland te willen werken is vooral de binding met Europees Nederland: men is waar men nu woont (48%) en men is met het werk dat men nu heeft (14%). De helft van de mensen die niet willen heeft geen push om te vertrekken naar elders. Voor de andere helft geldt dat er ook geen aantrekkingskracht is (geen pull): onbekendheid met de eilanden (24%), de perceptie dat er geen geschikt werk is (18%), de perceptie dat er überhaupt geen werk is (10%). Er zijn mensen die het eiland/de eilanden wel kennen en er niet zouden willen werken (8%). Mensen van Curaçao geven soms aan niet op Bonaire, St. Eustatius of Saba te willen werken, maar wel op Curaçao. Een student van de Erasmus Universiteit Rotterdam had gewoond op Bonaire en gaf aan er niet willen werken, omdat ze onvoldoende Papiaments sprak ( Je voelt je dan echt een outsider ). Een remmende factor voor veel mensen is ook de familie, vrienden en bekenden in Europees Nederland, die men niet wil verlaten. Een enkeling percipieert het arbeidsethos in Caribisch Nederland als laag en wil er daarom niet gaan werken: Men werkt om te werken en niet om iets te bereiken. Opvallend is dat veel respondenten niet weten van de positie van Bonaire, St. Eustatius en Saba binnen het koninkrijk sinds De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

39 7 De toekomstige personeelsbehoefte 7.1 Externe factoren die van invloed zijn op de toekomstige personeelsbehoefte RCN Het is niet duidelijk hoe de werkgelegenheid van RCN zich zal ontwikkelen. De meeste geïnterviewde personen verwachten een stabilisatie van de werkgelegenheid in de komende drie jaar. Diverse externe factoren zijn mogelijk van invloed op de toekomstige personeelsbehoefte. De effecten zijn niet altijd duidelijk. De mate van waarschijnlijkheid verschilt per factor. Voor een deel zijn deze factoren door RCN beïnvloedbaar en voor een deel niet. De belangrijkste factoren die tijdens de gesprekken met vertegenwoordigers van RCN zijn genoemd zijn in de onderstaande tabel samengevat. Tabel 7.1 Externe factoren die van invloed kunnen zijn op de toekomstige personeelsbehoefte van het rijk (laatste twee kolommen toegevoegd door Ecorys) Externe factor Mogelijk effect Mate van Beïnvloedbaarheid waarschijnlijkheid Automatisering, outsourcing IT-naar Europees Nederland. Minder personeel nodig. Redelijk zeker. Ja, maar aantrekken geschikt personeel minder goed beïnvloedbaar. Bezuinigingen. Onduidelijk, niet Onduidelijk. Niet. voorzien tot en met Politiek, centrale afspraken. Onduidelijk. Onduidelijk. Niet. Toenemende vraag naar zorg. Meer werk. Redelijk zeker. Niet. Conjunctuur. Bij economische Redelijk zeker. Niet. teruggang meer werk op sociaal terrein en minder op economisch terrein (bijvoorbeeld bouw- en horecagerelateerd). Complexiteit van het werk. Ander werk, meer knelpunten in de personeelsvoorziening. Redelijk zeker. Beperkt, aantrekken van geschikt personeel minder beïnvloedbaar. Uitbreiding keten, verdichting netwerk overheid. Meer werk. Beperkt. Redelijk beïnvloedbaar. Uitbreiding taken, bijvoorbeeld Meer werk. Zeker. Niet. gevangenis St. Eustatius, nieuwe (belasting)wetten. Meer controle en handhaving. Neutraal, minder ontwikkelingscapaciteit Redelijk zeker. Redelijk beïnvloedbaar. nodig. Nieuwe arbeidswetgeving. Onduidelijk. Onduidelijk. Niet/deels. Bevolkingsgroei. Wellicht meer administratie (Cedula, enz.). Vrij zeker. Niet. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 37

40 Externe factor Mogelijk effect Mate van Beïnvloedbaarheid waarschijnlijkheid Verandering sfeer op het eiland Onduidelijk. Redelijk zeker. Niet. (meer nachtleven, enz.). Mogelijke verhuizing RCN en OL. Tijdelijk meer werk i.v.m. transitie en Redelijk zeker. Geheel beïnvloedbaar. uiteindelijk meer efficiëntie. Bron: persoonlijke interviews RCN en OL en desk research. 7.2 Externe factoren die van invloed zijn op de toekomstige personeelsbehoefte OL Ook voor de openbare lichamen is niet duidelijk hoe de werkgelegenheid zich binnen de eigen organisatie zal ontwikkelen. De meeste geïnterviewde personen verwachten een stabilisatie van de werkgelegenheid in de komende drie jaar en spreken de hoop uit dat de openstaande vacatures in die tijd zullen worden vervuld. Diverse externe factoren zijn mogelijk van invloed op de toekomstige personeelsbehoefte. De effecten zijn niet altijd duidelijk. De mate van waarschijnlijkheid verschilt per factor. Voor een deel zijn deze factoren door de openbare lichamen beïnvloedbaar en voor een deel niet. De belangrijkste factoren die tijdens de gesprekken met vertegenwoordigers van de openbare lichamen zijn genoemd zijn in de onderstaande tabel samengevat. Tabel 7.2 Externe factoren die van invloed kunnen zijn op de toekomstige personeelsbehoefte van de openbare lichamen (laatste twee kolommen toegevoegd door Ecorys) Externe factor Mogelijk effect Mate van waarschijnlijkheid Beïnvloedbaarheid Verschuiving van publieke taken naar de marktsector, verzelfstandiging en uitbesteding van bepaalde taken (bijvoorbeeld bibliotheek, sport en cultuur). Mogelijke verhuizing RCN en OL. Bezuinigingen. Conjunctuur. IT outsourcen is geen optie, omdat de OL niet afhankelijk willen zijn van derden. Efficiencyverbeteringen: op termijn van 2-5 jaar wanneer Minder werkgelegenheid. Redelijk zeker. Beïnvloedbaar. Tijdelijk meer werk Redelijk zeker. Geheel i.v.m. transitie en beïnvloedbaar. uiteindelijk meer efficiëntie. Onduidelijk, niet Onduidelijk. Niet. voorzien tot en met Bij economische Redelijk zeker. Niet. teruggang meer werk op sociaal terrein en minder op economisch terrein (bijvoorbeeld bouwen horecagerelateerd). Geen. Redelijk zeker. Beïnvloedbaar. Minder werk. Redelijk zeker. Beïnvloedbaar. 38 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

41 Externe factor Mogelijk effect Mate van Beïnvloedbaarheid waarschijnlijkheid werkprocessen genormaliseerd zijn kan worden gedacht aan verdere rationalisering. Nieuwe taken door decentralisatie Meer werk. Zeker. Beïnvloedbaar. van taken van het rijk naar de OL. Jeugdzorg en problematiek van mensen met een laag IQ. Meer werk. Zeker. Redelijk beïnvloedbaar. Bron: persoonlijke interviews RCN en OL en desk research. 7.3 Knelpunten in de personeelsvoorziening op de langere termijn Externe factoren zijn op de korte en middellange termijn van minder grote invloed op de aard en omvang van de werkgelegenheid van de overheid dan interne factoren. Heel duidelijk blijkt dat het management van organisatie en werkprocessen, inclusief van het zittende personeel alle aandacht vraagt. Ten aanzien van de knelpunten in de personeelsvoorziening in de periode kunnen de volgende verwachtingen worden geformuleerd, gebaseerd op het gehele onderzoek: - Er is geen substantiële groei in omvang van de werkgelegenheid en de personeelsbehoefte te verwachten, met uitzondering dan bij investeringen in een gevangenis op St. Eustatius. Het werven van grote groepen ambtenaren zal in de komende periode dan ook niet of nauwelijks voorkomen. De werving van gevangenispersoneel is op dit moment zeer goed mogelijk in Europees Nederland, vanwege de op handen zijnde sluiting van vele gevangenissen. Wellicht dat er remigranten zijn te vinden onder de vele honderden werknemers die in de komende periode in Europees Nederland hun baan (dreigen te) verliezen; - Voor specifieke functies zullen de komende drie tot vijf jaar knelpunten blijven bestaan en vooral op hbo- en wo-niveau (juridisch, welzijn, financieel), voor technische functies (mbo 2 tot en met 4) en vooral ICT-functies (alle niveaus); - De knelpunten bij RCN zijn beheersbaar, zeker nu zich steeds meer aanbod vanuit Europees Nederland aandient. Bij de openbare lichamen is de situatie ernstiger: wanneer niet op korte termijn vacatures worden vervuld en de duur dat vacatures open staan drastisch wordt bekort, zal dit bij sommige onderdelen van de organisatie leiden tot achteruitgang van de productie, overbelasting van bepaalde groepen personeel, meer ziekteverzuim en mogelijk tot arbeidsongeschiktheid en ongewenst vertrek van goede medewerkers. Deze negatieve spiraal dient op korte termijn te worden doorbroken, zodat werving en productie gelijke tred kunnen gaan houden; - De meeste aandacht gaat uit naar het managen van het zittende personeel (upgrading, ontwikkeling, allocatie, motiveren, training, taaltrainingen, weerbaarheid, et cetera). Hiermee kunnen knelpunten in de werving worden voorkomen; - Knelpunten ontstaan bij zeer belastende functies, niet alleen fysieke belasting maar vooral ook psychische belasting. Dit betreft bijvoorbeeld functies bij jeugdzorg, voogdij en in mindere mate de gevangenis en politie. Door taakroulatie kan belastbaar werk over meerdere personen worden verdeeld. Ook curatieve zorg is een mogelijkheid. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 39

42

43 Bijlage1. Opzet onderzoek Persoonlijke interviews vertegenwoordigers RCN en OL Persoonlijke gesprekken zijn gevoerd met directeuren van 12 departementen van RCN op Bonaire, P&O-medewerkers en de algemeen directeur. Samen vertegenwoordigen deze departementen 85 procent van de totale werkgelegenheid van RCN in Fte s. De uitkomsten van deze gesprekken geven daarmee een representatief beeld van de mening van de werkgeversvisie van RCN. Bij de openbare lichamen is gesproken zijn zes gesprekken voor OL Bonaire, zeven voor OL St. Eustatius en zes voor OL Saba. Het betreft gezagvoerders, eilandsecretarissen, directeuren en P&Omedewerkers. De verslaglegging hierover is een op hoofdlijnen - zo feitelijk mogelijke weergave van wat er is gezegd. Tijdens de persoonlijke gesprekken is alleen in kwalitatieve zin ingegaan op de diverse onderwerpen. Door middel van een telefonische survey onder alle departementen is een kwantitatief beeld gegeven. Elektronische enquête werknemers RCN en OL (werknemersonderzoek) In de maanden februari en maart 2013 is en elektronische vragenlijst uitgezet onder alle ongeveer werknemers van RCN en alle werknemers van de openbare lichamen. In totaal zijn er ruim werknemers elektronisch benaderd en hebben er 245 werknemers positief gereageerd. Het responspercentage bij RCN en OLB was vrijwel gelijk. Helaas is de deelname van OL St. Eustatius en OL Saba sterk achtergebleven bij de verwachtingen, waardoor voor deze twee eilanden geen aparte analyse kan worden uitgevoerd. De werknemers van deze twee eilanden bleken niet significant anders te hebben geantwoord dan hun collega s van Bonaire en zijn daarom meegenomen in de totale analyse, mede omdat het om slechts enkele werknemers ging. Quick scan in Europees Nederland: imago werken bij de overheid in Caribisch Nederland In Europees Nederland is een imago-onderzoek uitgevoerd in de vorm van een korte enquête, grotendeels onder hoger opgeleiden. De centrale vraag is: Zou u willen werken in Caribisch Nederland, zo ja waarom wel en zo nee waarom niet? De grootste groep respondenten bestaat uit studenten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, de op één na grootste groep bestaat uit HBO studenten, en de op twee na grootste groep uit werkenden. De uitkomsten van dit onderzoek zijn daarom niet representatief voor de Nederlandse bevolking, maar geven wel goede indicaties hoe hoger opgeleiden in Europees Nederland aankijken tegen het werken bij de overheid in Caribisch Nederland. De netto respons van deze enquête is 203 respondenten. Tabel BI.1 Kenmerken respondenten Verdeling Percentage Man 60 Vrouw Op een van de eilanden geweest 29 Niet op een van de eilanden geweest Geboren op een van de eilanden 13 Niet geboren op een van de eilanden Spreekt Papiaments 14 Spreekt geen Papiaments De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 41

44 Verdeling Percentage jaar jaar en ouder Arbeidsmarktsituatie Schoolgaand/studerend 64 Werkend 29 Werkloos Tabel BI.2 Al of niet geboren op een van de eilanden Geboren Percentage N Aruba 1 3 Bonaire 0 1 Curaçao St. Maarten 0 0 St. Eustatius 0 0 Saba 0 0 Geen van bovenstaande De kenmerken van de respondenten is samengevat als volgt: 60% is man, 40% vrouw; Van de respondenten is 71% nog nooit op een van de eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius, Saba) geweest, 29% is wel eens op een van de genoemde eilanden geweest. 14% is in Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius, Saba) geweest; Van de respondenten is 13% op een van de eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius, Saba) geboren. 11% is geboren op Curaçao; 14% van de respondenten spreek redelijk tot goed Papiaments; 52% van de groep respondenten heeft een leeftijd tussen de 18 en 23 jaar. 48% van de respondenten is 24 jaar of ouder; 64% van de respondenten is studerend. 29% is werkend en 6% van de respondenten is werkloos. Telefonische survey bevolking Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius en Saba In de maand februari 2013 is een telefonisch bevolkingsonderzoek gehouden, waarbij at random netto 691 mensen van 18 jaar en ouder op Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius en Saba telefonisch zijn benaderd. Het doel hiervan is een beeld te krijgen van de bereidheid om eventueel te gaan werken op een ander eiland en specifiek op Bonaire, St. Eustatius en Saba. Vervolgens is nagegaan in hoeverre men bij de overheid (RCN of OL) zou willen werken, wat de redenen zijn om het eventueel wel te doen en wat de redenen zijn om het niet te willen. Het veldwerk is uitgevoerd door het bureau Curconsult vanuit Curaçao. 42 De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

45 Bijlage 2. Resultaten personeelsbeleid Tabel B2.1 Stellingen met betrekking tot het personeelsbeleid (n=181) Personeelsinstrumenten Onvoldoende Neutraal Geregeld geregeld Sociaal plan Zorgverlof Ouderschapsverlof Calamiteitenverlof Extra vrije dagen in ruil voor avondwerk of nachtwerk Extra vrije dagen in ruil voor overwerk Extra verlof en vakantie oudere werknemers Studieverlof Oudere werknemers vrijstellen onregelmatig werk, ploegen of weekend Kortere werkweek en aanpassing werktijden ouderen Deeltijdpensioen Verwijzing naar veiligheidsvoorschriften Persoonlijke inzetbaarheidscan of periodiek medisch onderzoek Verbeteren arbeidsomstandigheden Bevorderen gezonde levensstijl werknemers (fitness, anti-roken) Verminderen psychosociale belasting (werkdruk, stress, agressie) Aanpassen werkplekken Stapje terug of opzij ouderen Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken Loopbaangesprekken Persoonlijke ontwikkelingsplannen Loopbaanscan Bedrijfsgerichte scholing/cursussen Employability cursussen Informele scholing EVC-trajecten Stages of detachering van eigen personeel elders Persoonlijk opleidingsbudget Functieverbreding Taakroulatie Aanbieden andere functie intern Interne mobiliteitspool De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 43

46

47 Bijlage 3. Resultaten heid werknemers Tevredenheidsscore Om na te gaan welke van de vele variabelen van invloed zijn op de heid is de volgende werkwijze gevolg. Met alle stellingen over heid en binding is voor elke respondent een samengestelde heidscore gecreëerd. Elke respondent krijgt een 1 voor een negatief antwoord, een 2 voor een neutraal/gemiddeld antwoord en een 3 voor een positief antwoord. Er zijn 25 vragen gebruikt voor het maken van de berekening. Een werknemer kan een score krijgen variërend van 25 (lage heid op alle 25 vragen) tot en met 75 punten (hoge heid op alle 25 vragen). Het gemiddelde is 57,14 en de mediaan is bijna 58 punten. We hebben bij 58 een grens getrokken om twee even groten groepen te maken van beneden gemiddeld (51% van alle werknemers) en bovengemiddeld werknemers (49% van alle werknemers). Vervolgens is voor alle andere vragen nagegaan hoe groot de groep van meer en minder werknemers is. Op deze wijze is nagegaan of de heid samenhangt met persoonskenmerken, organisatiekenmerken (RCN of OL), contractkenmerken of personeelsbeleid. Figuur B3.1 Verdeling van de heidsscore over 192 werknemers van RCN en OL De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 45

48 Kruistabellen heid werknemers Tevredenheid naar persoonskenmerken Tabel B3.1 Kruistabel leeftijd naar heid (n=179) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Tot en met 35 jaar tot en met 45 jaar tot en met 55 jaar jaar en ouder Tabel B3.2 Kruistabel geslacht naar heid (n=179) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Man Vrouw Tabel B3.3 Kruistabel opleidingsniveau naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Lager tot en met middelbaar onderwijs Hoger onderwijs Tabel B3.4 Kruistabel thuissituatie naar heid (n=167) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Alleenstaand en woonachtig bij ouders Alleenstaand en alleenwonend Getrouwd-Vaste partner Tabel B3.5 Kruistabel werkzaam bij RCN of OL naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld RCN OL De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

49 Tabel B3.6 Kruistabel leiding geven naar heid (n=187) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Ja Nee Tabel B3.7 Kruistabel arbeidsmarktsituatie voor baan naar heid (n=108) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Baan bij de overheid Baan niet bij overheid Student Werkloos Tabel B3.8 Kruistabel woonplaats voor baan naar heid (wanneer groter dan 10) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Bonaire Curaçao Europees Nederland Tevredenheid naar kwaliteit van het werk Tabel B3.9 Kruistabel contract naar heid (n=189) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Vast contract Tijdelijk contract Sig. bij Tabel B3.10 Kruistabel contractduur tijdelijke contracten naar heid (n=40) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld T/m 12 maanden Langer dan 12 maanden Sig. bij Tabel B3.11 Kruistabel heid dienstverband naar heid naar (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Tevreden On De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 47

50 Tabel B3.12 Kruistabel hoeveelste contract naar heid (n=133) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Eerste Tweede of meer Tabel B3.13 Kruistabel contract uren naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Tot en 32 uur uur of meer Tabel B3.14 Kruistabel gewenste contract uren naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Minder dan huidige contract Gelijk aan mijn huidige contract Meer dan mijn huidige contract Tabel B3.15 Kruistabel heid salaris naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Tevreden On Sig bij 0,05. Tabel B3.16 Kruistabel heid secundaire voorwaarden naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Tevreden On Sig bij 0,05. Tabel B3.17 Kruistabel regelingen arbeidsvoorwaarden naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Beneden gemiddeld arbeidsvoorwaarden Boven gemiddeld arbeidsvoorwaarden Sig bij De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

51 Tabel B3.18 Kruistabel regelingen arbeidsomstandigheden naar heid (n=192) Beneden Boven gemiddeld gemiddeld Beneden gemiddeld arbeidsomstandigheden Boven gemiddeld arbeidsomstandigheden Sig bij Tabel B3.19 Kruistabel regelingen arbeidsinhoud naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Beneden gemiddeld arbeidsinhoud Boven gemiddeld arbeidsinhoud Sig bij Tabel B3.20 Kruistabel regelingen arbeidsverhoudingen naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Beneden gemiddeld arbeidsverhoudingen Boven gemiddeld arbeidsverhoudingen Sig bij Tabel B3.21 Kruistabel beschikbaar moeten zijn buiten werktijd naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Ja, altijd Ja, maar niet altijd Nee Tabel B3.22 Kruistabel werken in gebroken diensten naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Ja Nee De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 49

52 Tabel B3.23 Kruistabel werken op zaterdagen naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Ja (n=95) Nee (n=97) Tabel B3.24 Kruistabel werken op zondagen naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Ja Nee Tabel B3.25 Kruistabel werken op feestdagen naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Ja Nee Sig bij 0,10. Tabel B3.26 Kruistabel overwerken naar heid (n=192) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Te veel Veel Niet veel/ niet weinig Weinig Niet overgewerkt Sig bij 0,10. Tabel B3.27 Kruistabel overwerken naar heid (n=156) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Tot en met salarisschaal Salarisschaal 8 tot en met De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

53 Tevredenheid naar personeelsbeleid (dichotoom) Tabel B3.28 Kruistabel personeelsbeleid naar heid (n=181) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld Beneden gemiddeld personeelsbeleid Boven gemiddeld personeelsbeleid Sig. bij Tabel B3.29 Kruistabel heid naar personeelsbeleid (n=181) Beneden gemiddeld Boven gemiddeld geregeld personeelsbeleid geregeld personeelsbeleid Beneden gemiddelde heid Boven gemiddeld Sig. bij Toelichting bovenstaande tabel: score personeelsbeleid Om de mate van ontwikkeling van het personeelsbeleid per werknemer vast te stellen is een totaalscore ontwikkeld, op basis van alle stellingen. Elke werknemer krijgt een score 1 voor een negatief antwoord, een score 2 voor een neutraal/gemiddeld antwoord en een score 3 voor een positief antwoord. Er zijn 33 vragen gebruikt voor het maken van de berekening, zodat de minimale score 33 is en de maximale score 99. Het gemiddelde is 59,3 en de mediaan is bijna 60 punten. We hebben de werknemers in twee groepen van gelijke omvang verdeeld, dat wil zeggen onder de mediaan (beneden gemiddeld geregeld) en vanaf de mediaan (boven gemiddeld geregeld). Vervolgens is de samenhang bekeken van deze score en de mate van heid van werknemers. De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever 51

54 Figuur B3.2 Score personeelsinstrumenten per werknemer (ontwikkeling personeelsbeleid) Tevredenheid naar personeelsbeleid (rijpercentages)(per cluster) Tabel B3.30 Kruistabel regelingen personeelsbeleid naar heid (Cluster Arbeidsvoorwaarden) (n=181) Beneden Boven gemiddeld gemiddeld Sociaal plan* Onvoldoende Neutraal Voldoende geregeld Zorgverlof** Onvoldoende Neutraal Voldoende geregeld Ouderschapsverlof* Onvoldoende Neutraal Voldoende geregeld Calamiteitenverlof* Onvoldoende Neutraal Voldoende geregeld Extra vrije dagen in ruil voor Onvoldoende avondwerk of nachtwerk* Neutraal Voldoende geregeld Extra vrije dagen in ruil voor Onvoldoende overwerk** Neutraal De positie van de overheid Caribisch Nederland als werkgever

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo

Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting Opdrachtgever: Bouwend Nederland Rotterdam, april 2013 Beroepenveldcommissies voor de bouwsector in het mbo en hbo Samenvatting

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013

De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013 De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013 Inclusief aanbevelingen voor beleid Opdrachtgever: Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbare Lichamen Bonaire, St. Eustatius, Saba en ROA CN Rotterdam, 29 mei

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013

De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013 De arbeidsmarkt in Caribisch Nederland 2013 Inclusief aanbevelingen voor beleid Concept Opdrachtgever: Rijksdienst Caribisch Nederland, Openbare Lichamen Bonaire, St. Eustatius, Saba en ROA CN Rotterdam,

Nadere informatie

15 manieren om goed personeel te vinden én te behouden

15 manieren om goed personeel te vinden én te behouden 15 manieren om goed personeel te vinden én te behouden Hoe trek je goede werknemers aan maar vooral ook: hoe behoud je ze? 15 tips INTRODUCTIE De arbeidsmarkt wordt krapper en krapper. Bedrijven ondervinden

Nadere informatie

Kengetallen voor kosten overheidstransacties

Kengetallen voor kosten overheidstransacties Kengetallen voor kosten overheidstransacties Een toets op de Deense kengetallen voor bruikbaarheid in de Nederlandse situatie Samenvatting Opdrachtgever: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Nadere informatie

Kansen voor topsector HTSM:

Kansen voor topsector HTSM: Kansen voor topsector HTSM: Nederlands-Aziatische samenwerking in high-tech clusters Sound analysis, inspiring ideas Nederlands-Aziatische samenwerking biedt kansen voor topsector HTSM Het Nederlandse

Nadere informatie

Tevredenheid uitzendkrachten

Tevredenheid uitzendkrachten Tevredenheid uitzendkrachten Opdrachtgever: Algemene Bond Uitzendondernemingen ECORYS Peter Donker van Heel Martin van der Ende Rotterdam, 8 juli 2009 ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD Rotterdam

Nadere informatie

Werving van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt UITKOMSTEN ENQUÊTE

Werving van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt UITKOMSTEN ENQUÊTE Werving van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt UITKOMSTEN ENQUÊTE 1 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Respons 5 3. Ervaring met werving via gemeenten en UWV 6 4. Waardering en tips 7 4.1 Waardering

Nadere informatie

Werken in de schoonmaak- en glazenwassersbranche

Werken in de schoonmaak- en glazenwassersbranche Werken in de schoonmaak- en glazenwassersbranche Een arbeidsmarktonderzoek naar knelpunten en oplossingen Eindrapport Een onderzoek in opdracht van Raad van Arbeidsverhoudingen voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

Nadere informatie

Draagvlak onderzoek Parkeerbeleid

Draagvlak onderzoek Parkeerbeleid St Anna, Nijmegen Opdrachtgever: gemeente Nijmegen Amsterdam, augustus 2014 Draagvlak onderzoek Parkeerbeleid St Anna, Nijmegen Opdrachtgever: gemeente Nijmegen Arvid Toes Marco Martens Amsterdam, augustus

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat de reactie van de Sociaal-Economische Raad op de adviesaanvraag over het voorkómen van arbeidsmarktknelpunten in de collectieve sector. Hierover hebben de ministers van

Nadere informatie

HAALT MEER UIT ONDERWIJS. Uw partner in onderwijs personeelsdiensten

HAALT MEER UIT ONDERWIJS. Uw partner in onderwijs personeelsdiensten HAALT MEER UIT ONDERWIJS Uw partner in onderwijs personeelsdiensten WAT DOET DIT IS WIJS? Bij DIT IS WIJS kunt u terecht voor vervanging van onderwijzend personeel al vanaf één dag. Heeft u behoefte aan

Nadere informatie

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT) 1. Opzet van het onderzoek 2. Resultaten en conclusies 3. Discussie Vraagstelling 1. Welke omvang heeft intersectorale

Nadere informatie

Personeelsvoorziening van de toekomst

Personeelsvoorziening van de toekomst Personeelsvoorziening van de toekomst een transitienetwerk voor Noordoost-Brabant Food & Feed Noordoost-Brabant Wie doet over tien jaar het werk? Waar staat uw bedrijf over tien jaar? De crisis voorbij,

Nadere informatie

Arbeidsmarktonderzoek Akkerbouw en Diervoeder 2010

Arbeidsmarktonderzoek Akkerbouw en Diervoeder 2010 Arbeidsmarktonderzoek Akkerbouw en Diervoeder 2010 Managementsamenvatting Opdrachtgever: Productschap Akkerbouw en Productschap Diervoeder Rotterdam, 30 september 2011 Arbeidsmarktonderzoek Akkerbouw

Nadere informatie

Cao enquête. Cao 2017 enquête. Algemene Onderwijsbond

Cao enquête. Cao 2017 enquête. Algemene Onderwijsbond Cao 2017 enquête 1 Algemene Onderwijsbond Cao 2017 enquête 2 Algemene Onderwijsbond Cao 2017 enquête AOb-leden: prioriteit bij werkdruk en salaris Eén op de acht werknemers in het onderwijs is actief op

Nadere informatie

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid

Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Evaluatie Van Werk Naar Werk beleid bij de Rijksoverheid Jose Gravesteijn Jaap de Koning Kim Weistra Presentatie voor een bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar en Recht, 14 april 2016 Inhoud Hoofdpunten

Nadere informatie

Informatie voor werkgevers

Informatie voor werkgevers Informatie voor werkgevers Werk en Perspectief op de toekomst Werk en perspectief op de toekomst In uw organisatie is er geen plaats meer voor een of meer werknemers. Er is dan grote behoefte aan duidelijkheid.

Nadere informatie

Wij streven er naar om in ieder geval een gezamenlijke inzetbrief te maken met de overige partners in het CAO-overleg.

Wij streven er naar om in ieder geval een gezamenlijke inzetbrief te maken met de overige partners in het CAO-overleg. S Aan de werkende leden werkzaam bij de Gemeenten 070-416 06 90 INTERNET www.mijnvakbond.nl E-MAIL denhaag@cnvpubliekezaak.nl AFDELING PLAATS ONS KENMERK Gemeenten Den Haag Coll.0170/JS/DD DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeel Juni 2010 I 6 december 2010 3.2 Mobiliteitsbeleid Personeel/Mobiliteitsbeleid Inhoudsopgave 1. Beleidsinhoud 3 2. Beleidsuitwerking 5 2.1

Nadere informatie

De plannen zijn gericht op werving, begeleiding en uitstroom. (nieuw personeel, behouden personeel en afvloeiing personeel.)

De plannen zijn gericht op werving, begeleiding en uitstroom. (nieuw personeel, behouden personeel en afvloeiing personeel.) Samenvatting door K11 1101 woorden 29 oktober 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H8; Personeelsbeleid 8.1 Sociaal beleid In een organisatie treffen we verschillende soorten beleid aan.

Nadere informatie

14 december 2018

14 december 2018 Healthcare@Work 14 december 2018 Vacturegraad Déja vu Zijn personeelstekorten groter dan tien jaar geleden? Beveridge curve 3,5 3,0 2008 2007 2018 2,5 2,0 2009 2011 2006 2017 2005 2016 2015 1,5 1,0 2010

Nadere informatie

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Watersportindustrie / HISWA

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Watersportindustrie / HISWA Samenvatting rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Watersportindustrie / HISWA In samenwerking met: Rijnland Advies 1 Inleiding Even terugkijken.. De komende jaren verandert de

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

Bureau BERGS. Re-integratie Outplacement Loopbaanadvies. Noloc Erkend & Gecertificeerd

Bureau BERGS. Re-integratie Outplacement Loopbaanadvies. Noloc Erkend & Gecertificeerd Bureau BERGS Re-integratie Outplacement Loopbaanadvies Noloc Erkend & Gecertificeerd 1 2 Voorwoord Over Bureau BERGS Re-integratie, Outplacement & Loopbaanadvies De flexibiliteit binnen organisaties wordt

Nadere informatie

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa Tabellenboek Datum 13 november 2003 Kenmerk SZW012 MuConsult B.V. Postbus 2054 3800 CB Amersfoort Tel. 033 465 50 54 Fax 033 461 40 21 E-mail Internet

Nadere informatie

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Arbeidsmarkt & mobiliteit Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Recreatie

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Recreatie Samenvatting rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Recreatie In samenwerking met: Rijnland Advies 1 Inleiding Even terugkijken.. De komende jaren verandert de arbeidsmarkt door

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering

Samenvatting rapportage. Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid. Contractcatering Samenvatting rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Contractcatering In samenwerking met: Rijnland Advies 1 Inleiding Even terugkijken.. De komende jaren verandert de arbeidsmarkt

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND Inleiding U leest een samenvatting van de vijfde Rapportage Mensenrechten in Nederland van het College voor

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties Tess Poppe 26 maart 205 Inhoud DEEL I Knelpuntberoepen OCMW s... 2. Overzicht functies... 2.. Verpleegkundige... 3..2 Hoofdverpleegkundige...

Nadere informatie

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting

Personeelsmonitor 2011 Samenvatting Jaarlijks brengt het A+O fonds Gemeenten de Personeelsmonitor uit. Dit rapport geeft de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van HRM en arbeidsmarktontwikkelingen bij gemeenten weer. In deze samenvatting

Nadere informatie

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 Zorgen voor Anderen WOMEN Inc Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 5-12-2014 Inhoudsopgave Klik op icoon om naar het hoofdstuk te gaan

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT

WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT WERVEN EN TRAINEN IN CUSTOMER CONTACT DE IDEALE OPZET ONDERZOCHT De recessie loopt ten einde. De markt trekt aan en het aantal vacatures

Nadere informatie

Zuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Drenthe

Zuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Drenthe Zuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Managementsamenvatting Arbeidsmarktinformatie is belangrijk voor de zorg-

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Onderzoek Lerarentekort Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:

Nadere informatie

Een eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN?

Een eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN? Een eigentijdse HRM- scan door Gidsen HR advies WAT IS HET DOEL EN INHOUD VAN DEZE SCAN? Met behulp van deze scan wordt de stand van zaken van het Personeelsbeleid in kaart gebracht. De HRM - scan is met

Nadere informatie

Bert van Trirum info@intelligence-group.nl. Werving: de kandidaat centraal (?)

Bert van Trirum info@intelligence-group.nl. Werving: de kandidaat centraal (?) Bert van Trirum info@intelligence-group.nl Werving: de kandidaat centraal (?) 2 Werkgevers gaan steeds verder. 3/140 .. en de politiek volgt 4/140 Intelligence Group Internationaal onderzoeks- en adviesbureau

Nadere informatie

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008 Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008 Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang Huidige uitdagingen voor organisaties Veranderd werknemersperspectief

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers.

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers. BIJLAGEN Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers Inhoud Bijlage A Gebruikte databestanden. 2 Bijlage B Tabellen en figuren.

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk 14 februari 2019 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER UTRECHT MIDDEN DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER Doel van de Participatiewet De Participatiewet vervangt de bijstandswet, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong. Het doel van de

Nadere informatie

Duurzame Inzetbaarheid. Plan van Aanpak. Verstarring erger dan vergrijzing

Duurzame Inzetbaarheid. Plan van Aanpak. Verstarring erger dan vergrijzing Duurzame Inzetbaarheid Plan van Aanpak Verstarring erger dan vergrijzing Energiek zijn en blijven is motivatie x competenties x conditie Definitie: Duurzame inzetbaarheid is de mate, waarin medewerkers

Nadere informatie

Werving en selectieprocedure medewerkers

Werving en selectieprocedure medewerkers Werving en selectieprocedure medewerkers STATUS: VASTGESTELD 17 APRIL 2007 Inleiding Met deze regeling wordt invulling gegeven aan artikel 11.8 uit de CAO Primair Onderwijs 2006-2008. Dit artikel is als

Nadere informatie

Een personeelsadvertentie is een instrument dat gebruikt wordt om sollicitanten te werven. PdL kan voor u deze werkzaamheden uit handen nemen.

Een personeelsadvertentie is een instrument dat gebruikt wordt om sollicitanten te werven. PdL kan voor u deze werkzaamheden uit handen nemen. HRM ondersteuning Werving en selectie U heeft vaak geen tijd om nieuw personeel te werven. Door de kennis en ervaring in de logistiek kunnen wij de vacatures goed invullen (de juiste man/vrouw op de juiste

Nadere informatie

URGERSCHAP ORGANISATIES. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen.

URGERSCHAP ORGANISATIES. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. URGERSCHAP - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters

Nadere informatie

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland MOBILITEITSPLAN Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Inleiding Mobiliteit is één van de instrumenten voor integraal personeelsbeleid. Mobiliteit geeft medewerkers mogelijkheden om op

Nadere informatie

Hoofd Werken & Leren, Vrije Tijd & Dagbesteding

Hoofd Werken & Leren, Vrije Tijd & Dagbesteding Hoofd Werken & Leren, Vrije Tijd & Dagbesteding Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen Functieomschrijving Wij zijn op zoek naar een hoofd voor de afdeling die kennis heeft

Nadere informatie

Status quo: werven, binden, ontwikkelen van personeel en werkgever aantrekkelijkheid Vragenlijst

Status quo: werven, binden, ontwikkelen van personeel en werkgever aantrekkelijkheid Vragenlijst Status quo: werven, binden, ontwikkelen van personeel en werkgever aantrekkelijkheid Vragenlijst Blok A: Werving van personeel (1) Aantal verwachte aan te nemen werknemers (korte-, middellang- en lang

Nadere informatie

Payrollkrachten. Een onderzoek naar kenmerken van payrollkrachten. Jena de Wit Peter Donker van Heel. 6 december 2011

Payrollkrachten. Een onderzoek naar kenmerken van payrollkrachten. Jena de Wit Peter Donker van Heel. 6 december 2011 Payrollkrachten Een onderzoek naar kenmerken van payrollkrachten Jena de Wit Peter Donker van Heel 6 december 2011 Vraagstelling: Bekendheid met payrolling Herkomst Persoonskenmerken Kenmerken payrollbaan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 81, onder a, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 81, onder a, van de Wet materieel ambtenarenrecht BES; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9411 15 juni 2011 Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 mei 2011, nr. 2011-2000111221,

Nadere informatie

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld)

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) Effecten op winkelgebieden in omgeving Opdrachtgever: Wyckerveste Adviseurs BV. Rotterdam, 4 november 2010 Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren

Nadere informatie

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS Instructie voor het invullen van de vragenlijst: Deze vragenlijst bestaat uit vijf modules: Module 1: De samenwerking tussen medewerkers en collega s binnen het eigen team

Nadere informatie

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken Personeelsgesprekken Het personeelsgesprek (ook wel functioneringsgesprek) is een belangrijk instrument dat ingezet kan worden voor een heldere arbeidsverhouding

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Waterbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dit medewerkerstevredenheidsonderzoek bestaat uit een aantal standaard onderwerpen die vaak gebruikt worden in medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Afhankelijk van de

Nadere informatie

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf Werken leer je door te werken De aanpak van Inclusief Groep werkt! Als toeleider van de arbeidsmarkt hebben we veel aandacht voor onze kandidaten. Door af te stemmen met werkgevers verlagen we drempels

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête Belangrijkste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2013, uitgesplitst voor het voortgezet onderwijs. De volgende onderwerpen komen in deze uitgave aan bod: Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Nieuwe kansen voor intermediairs

Nieuwe kansen voor intermediairs 1 Bemiddeling van werkzoekenden met een arbeidsbeperking Nieuwe kansen voor intermediairs De komende jaren is het aan werk helpen van werkzoekenden met een arbeidsbeperking een groot thema. In 2026 moet

Nadere informatie

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d. Notitie Aan Sectorcommissie Boomkwekerijproducten Van Jan Kees Boon Kenmerk Behoort bij Agendapunt 10, vergadering d.d. 9-5-2007 Totaal aantal pagina s 7 27 april 2007 SAMENVATTING ARBEIDSMARKTMONITOR

Nadere informatie

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2017 Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga maart 2016 MTO-CQI www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Loonwaarde meting hoe werkt dat (in de regio)?

Loonwaarde meting hoe werkt dat (in de regio)? Loonwaarde meting hoe werkt dat (in de regio)? Desiree Curfs Directeur Patijnenburg Evert-Jan Slootweg Programmaraad (Divosa) Opbouw Even voorstellen Achtergrond Loonwaardemeting Regio Ervaringen Hoe werkt

Nadere informatie

Reikwijdte: vacatures voor bestuurders in 2011 en 2012 (aangevuld met 1e maanden van 2013)

Reikwijdte: vacatures voor bestuurders in 2011 en 2012 (aangevuld met 1e maanden van 2013) Vragenlijst Raad van Toezicht/Bevoegd gezag Reikwijdte: vacatures voor bestuurders in 2011 en 2012 (aangevuld met 1e maanden van 2013) De vragen hebben betrekking op het College van Bestuur/Bevoegd gezag.

Nadere informatie

Vragenlijst Samen Werken

Vragenlijst Samen Werken TNO Arbeid TNO-vragenlijst 01830254 V0312563.v2 Vragenlijst Samen Werken Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum Februari 2003 Auteurs Aukje

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Kansen voor jongeren bij u op de werkvloer Menukaart voor werkgevers

Kansen voor jongeren bij u op de werkvloer Menukaart voor werkgevers Kansen voor jongeren bij u op de werkvloer Menukaart voor werkgevers Voorwoord Een wereld van verschil maken voor jong talent én voor uzelf. Wie wil dat nu niet? Niet iedereen heeft hiertoe de mogelijkheid.

Nadere informatie

De ICT-Academy: Van werkzoekende tot ICT-specialist

De ICT-Academy: Van werkzoekende tot ICT-specialist De ICT-Academy: Van werkzoekende tot ICT-specialist Adresgegevens: Meent 93a 3011 JG Rotterdam 010 41 40 282 Voor algemene informatie over Carrièrewinkel Projecten: www.carrierewinkel.nl E-mail: info@carrierewinkel.nl

Nadere informatie

Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming

Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming Inleiding De generatie van babyboomers gaat binnenkort met pensioen. En met hen een grote hoeveelheid vakkennis.

Nadere informatie

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Vitaliteit en leeftijd Symposium Vitaliteit voor organisatie en individu

Vitaliteit en leeftijd Symposium Vitaliteit voor organisatie en individu Symposium Vitaliteit voor organisatie en individu 21 september 2010 Tinka van Vuuren Inhoud presentatie Waarom is beleid gericht op vitaliteit en leeftijd noodzakelijk? Is er verband tussen vitaliteit

Nadere informatie

Richtlijn inschaling zij-instromers

Richtlijn inschaling zij-instromers Richtlijn inschaling zij-instromers Route: Staf, d.d. Bestuur, voorlopig besluit, d.d. 4 maart 2019 Directieoverleg, d.d. 14 maart 2019 GMR, d.d. 21 maart 2019 (verzenddatum 6 weken vooraf; d.d. 8 maart

Nadere informatie

Chronische longziekten en werk

Chronische longziekten en werk Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Present. Gezond en vitaal aan het werk

Present. Gezond en vitaal aan het werk Present Gezond en vitaal aan het werk Uw werkgever heeft naast de collectieve zorgverzekering ook Present afgesloten bij Zilveren Kruis Achmea. Present biedt een compleet pakket aan diensten en maatregelen

Nadere informatie

Workshop opleiding op leeftijd. Margreet Verbeek

Workshop opleiding op leeftijd. Margreet Verbeek Workshop opleiding op leeftijd Margreet Verbeek Workshop opleiding op leeftijd Werken aan een gezonde toekomst Kom in beweging! 2 Wat gaan we doen? Kennismaking: Wie zijn wij? Actieve kennismaking Ik ga

Nadere informatie

Goed werkgeverschap loont. Rob Gründemann (kenniscentrum sociale innovatie) Bijeenkomst personeelsgeleding CMR, 9 april 2008

Goed werkgeverschap loont. Rob Gründemann (kenniscentrum sociale innovatie) Bijeenkomst personeelsgeleding CMR, 9 april 2008 Goed werkgeverschap loont Rob Gründemann (kenniscentrum sociale innovatie) Bijeenkomst personeelsgeleding CMR, 9 april 2008 Opzet van de presentatie 1. Leeftijdsopbouw Hoger onderwijs 2. Ontwikkelingen

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen Nr. 145 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Beleving van de Giro d'italia Utrecht

Beleving van de Giro d'italia Utrecht Beleving van de Giro d'italia Utrecht Opdrachtgever: Provincie Utrecht ECORYS Nederland BV Michel Briene Elvira Meurs Manfred Wienhoven Rotterdam, 29 juli 2010 ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD

Nadere informatie

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen):

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Uitvoeringsinstructie UWV De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Sinds enige tijd komt het voor dat werkgevers

Nadere informatie

MINI-WHITEPAPER Personeel werven de mogelijkheden

MINI-WHITEPAPER Personeel werven de mogelijkheden MINI-WHITEPAPER Personeel werven de mogelijkheden Als uw bedrijf groeit of als één van uw werknemers het bedrijf verlaat, heeft u nieuw personeel nodig. U heeft echter zelf niet de tijd en/of de kennis

Nadere informatie

Meetinstrument Samen Werken

Meetinstrument Samen Werken TNO Arbeid TNO-vragenlijst 01830254/V0210190 Meetinstrument Samen Werken Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum December 2002 Auteurs Geertje

Nadere informatie

BOEIEN EN BINDEN VAN TALENT. Roel Nieuwenkamp, Ien Dales Leerstoel Dick Hagoort, BZK 13 oktober 2011

BOEIEN EN BINDEN VAN TALENT. Roel Nieuwenkamp, Ien Dales Leerstoel Dick Hagoort, BZK 13 oktober 2011 BOEIEN EN BINDEN VAN TALENT Roel Nieuwenkamp, Ien Dales Leerstoel Dick Hagoort, BZK 13 oktober 2011 De Grote Uittocht 70% vertrokken in 2010-2020 30% vanwege pensionering 4 scenario s: groei: hoog/laag

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Onderzoek naar imago en positionering. drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008

Onderzoeksresultaten. Onderzoek naar imago en positionering. drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008 Onderzoeksresultaten Onderzoek naar imago en positionering gehandicaptensector drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008 INHOUD Doelen; Werkwijzen; Resultaten;

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: onderzoeksvraag

Nadere informatie

Wat kies jij? Wegwijzer in het fasemodel

Wat kies jij? Wegwijzer in het fasemodel Wat kies jij Wegwijzer in het fasemodel Van inkomen naar inkomen dit helpt PostNL helpt je op verschillende manieren. Met name via een financiële vergoeding, begeleiding van werk naar werk door Mobility

Nadere informatie

Sectoroverleg CN 20 en 21 juni 2013. leden van het Sectoroverleg

Sectoroverleg CN 20 en 21 juni 2013. leden van het Sectoroverleg Rijksdienst Caribisch Nederland Bonaire Kaya International z/n Kralendijk Bonaire, Caribisch Nederland Postbus 357 Kralendijk Sectoroverleg CN 20 en 21 juni 2013 Bonaire, Caribisch Nederland www.rijksdienstcn.com

Nadere informatie

Eva Trajectbegeleiding

Eva Trajectbegeleiding RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur De Grote Uittocht Herzien Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur Aanleidingen van deze update van De Grote Uittocht - een rapport van het ministerie van BZK en de sociale partners

Nadere informatie

Tevreden werknemers binnen de ICT/Automatisering branche

Tevreden werknemers binnen de ICT/Automatisering branche Tevreden werknemers binnen de ICT/Automatisering branche Een meerderheid van de medewerkers binnen de ICT sector zijn zeer tevreden met hun huidige baan en werkgever, waarbij 8% actief en 72% latent op

Nadere informatie

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS maart 2016 1 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Mobiliteit in het primair onderwijs Deborah van den

Nadere informatie