CTU. Meetprogramma. CTU-breukgedrag Programmamodule 7: Breukcontrole voor motorwagens met pneumatische aanhangeraansturing

Transcriptie

1 Meetprogramma De voorraadruk van de reminrichting moet op de drukregelaar-inschakeldruk gebracht worden. Het programma bevindt zich in wachtpositie. Uiterlijk 30 sec. daarna moet het rempedaal snel volledig ingedrukt en ingedrukt gehouden worden. Optimaal is een indruktijd (d.w.z. de periode die tussen het sluiten van de 1e en 2e schakelaar van het dubbele contact ligt) van 0,2 sec.; Indruktijden van meer dan 0,4 sec. gelden als niet succesvol en worden uit de meetroutine verwijderd. Wanneer het rempedaal juist bediend is, verschijnt op de monitor het drukverloop aan de druksensoren. Wanneer de rem niet correct ingedrukt is, wordt de controleur verzocht het nogmaals te doen. Vervolgens moet de rem gelost worden. Het programma springt - zo lang er nog geen 5e succesvolle bediening heeft plaatsgevonden - automatisch terug naar de eerste fase van de meting Instelling van de drukregelaar-insteldruk. Na de 5e successvolle bekrachtiging [bediening] is de meting voltooid. Opmerking: De numerieke waarden die in deze afbeelding te zien zijn, zijn afkomstig van een demo-versie van het programma en zijn in de complete versie niet meer zichtbaar. Weergave van de gedetailleerde meetgegevens is door indrukken van de WEITER-toets mogelijk. Door het indrukken van de ENDE-toets komt men weer in het vorige beoordelingsvenster. Het meetprotocol kan nu afgedrukt worden of de gegevens kunnen worden opgeslagen om ze later af te drukken. Door nogmaals de ENDE-toets in te drukken wordt de meting beëindigd en keert men terug naar het openingsscherm van het programma. 3.4 Programmamodule 7: Breukcontrole voor motorwagens met pneumatische aanhangeraansturing Deze controle meet en beoordeelt het tijdgedrag van een motorwagen met pneumatische aanhangeraansturing bij afbreken van de stuurleiding (koppelingskop GEEL). Voor solomotorwagens is deze controle niet vereist. Het meetsysteem komt overeen met het systeem voor de tijdmeting voor motorwagens met pneumatische aanhangerregeling. Het belangrijkste verschil is dat de pneumatische stuurleiding naar de aanhangwagen niet gekoppeld wordt en in plaats daarvan de gele koppelingskop van motorwagen geopend wordt. (Zie ook Hoofdstuk Inbedrijfname... ) -breukgedrag Druksensor (DS3) OPENEN! Voetplaat met schakelaars (T1) De afzonderlijke meetwaarden, de interpolatie en de resultaten van de aanspreek- en drempeltijden worden numeriek weergegeven. De grafische weergave van de meetwaarden in het interpolatiediagram verhoogt de overzichtelijkheid van de beoordeling. Hiermee kan het meetprogramma gestart worden. 27

2 Meetprogramma In het controleprogramma worden nogmaals de uitgevoerde stappen opgevraagd. Deze dienen dan telkens bevestigd te worden. Een niet afgestelde druksensor wordt herkend en de keurder wordt verzocht de nulafstelling uit te voeren. IJking van de druksensoren op het nulniveau is mogelijk, waarbij echter de druksensor van de meetplaats losgetrokken en tegen atmosfeer gehouden moet worden. In het programma wordt door middel van een waarschuwing op de mogelijk op de rode koppelingskop aanwezige voorraadruk gewezen. Intern vindt een programma-opvraging plaats over de status van de aangesloten druksensor DS3 aan de pneumatische voedingsaansluiting van de motorwagen voor de aanhangwagen (rode koppelingskop). Door indrukken van de ijkknop kan de ijking bekeken worden. Na beëindiging van de voorbereidende werkzaamheden is de meetconfiguratie klaar om te meten. De meting vindt plaats in overeenstemming met de aanwijzingen van het meetprogramma. De controleur wordt door het meetprogramma geleid. 28

3 Meetprogramma De voorraadruk van de reminrichting moet op de drukregelaar-inschakeldruk gebracht worden. Het programma bevindt zich in wachtpositie. Uiterlijk 30 sec. daarna moet het rempedaal snel volledig ingedrukt en ingedrukt gehouden worden. Optimaal is een indruktijd (d.w.z. de periode die tussen het sluiten van de 1e en 2e schakelaar van het dubbele contact ligt) van 0,2 sec.; Indruktijden van meer dan 0,4 sec. gelden als niet succesvol en worden uit de meetroutine verwijderd. Wanneer het rempedaal juist bediend is, verschijnt op de monitor het drukverloop aan de druksensoren. Wanneer de rem niet correct ingedrukt is, wordt de controleur verzocht het nogmaals te doen. Vervolgens moet de rem gelost worden. Het programma springt - zo lang er nog geen 5e succesvolle bediening heeft plaatsgevonden - automatisch terug naar de eerste fase van de meting Instelling van de drukregelaar-insteldruk. 3.5 Programmamodule 8: Controle van de compatibiliteit van een motorwagen met elektrische aanhangwagenregeling De test van de CAN-bus is alleen voor motorwagens vereist die CAN-data volgens ISO naar de aansluiting volgens ISO 7638 (7-polige aanhangerconnector) sturen. Het gaat daarbij om een puur elektronische controle, die reeds met het basispakket kan worden uitgevoerd. Voor het uitsturen van de wielrem-cilinderdrukken moet de motorwagen echter van perslucht worden voorzien. Voorafgaande aan de meting moeten de voorbereidende werkzaamheden voor een motorwagen met elektrische aanhangwagenregeling uitgevoerd zijn. Hiervoor vinden aan het begin van de controle programma-opvragingen plaats die door indrukken van de WEITER-toets Op deze plaats kan ook een ijking vereist zijn; de uitvoering hiervan is hierboven reeds beschreven. Na de 5e succesvolle bediening is de meting voltooid en worden de meetgegevens direct weergegeven. In het programma worden de volgende voor de inspectie relevante basisgegevens ingevoerd: Nu kunnen de resultaten van de beoordeling reeds bekeken worden. De afzonderlijke meetwaarden, de interpolatie en de resultaten van de aanspreek- en drempeltijden worden numeriek weergegeven. De grafische weergave van de meetwaarden in het interpolatiediagram verhoogt de overzichtelijkheid van de beoordeling. Het meetprotocol kan nu afgedrukt worden of de gegevens kunnen worden opgeslagen om ze later af te drukken. Door de ENDE-toets in te drukken wordt de meting beëindigd en keert men terug naar het openingsscherm van het programma. Aantal elektrische remkringen in de motorwagen Aanwezigheid van een pneumatische stuurleiding naar de aanhangwagen Controle met of zonder GFM/RGE-data (GFM- en RGE-data zijn identieke meldingen waarvan de omschrijving door de verschillende versies van ISO varieert - waarbij de in de tegenwoordig geldige ECE R-13 niet de meest actuele versie aangehaald wordt.) Controle van de elektrische hulpremwerking wanneer de hulpremwerking door een elektronisch signaal afgedekt moet worden. 29

4 Meetprogramma Pas na de invoer wordt de WEITER-toets vrijgegeven. Nu is het systeem klaar om te meten en kan de controle worden uitgevoerd. De controle vindt plaats in dialoogvorm, overeenkomstig de aanwijzingen van het meetprogramma. automatische weergave van de gegevensinhoud van de meldingen EBS11 en EBS12, die door de motorwagen aan de aansluiting volgens ISO 7638 gegeven moeten worden Controle en beoordeling of de door de motorwagen verzonden remwaardevraag overeenkomt met de stand van het rempedaal; hiertoe moet de druk in de remkringen ten minste overeenkomen met de inschakeldruk van de drukregelaar en het rempedaal mag niet ingedrukt zijn. automatische vergelijking en beoordeling of de via CAN verzonden status van de aanhangerstuurleiding in de motorwagen met de bij Voorbereidende werkzaamheden gedane invoer overeenkomt - deze informatie is in de CAN-melding EBS12 Byte3 in de bits1-2 (Aantal elektronische remkringen in de motorwagen:1/2) en 5-6 (Aanwezigheid van een pneumatische aanhangerstuurleiding: ja/nee) gecodeerd automatisch uitlezen van de drukwaarde van de remwaardevraag bij niet ingedrukte rem, vergelijking met de nominale waarde (moet 0 bar zijn) en beoordeling van de informatie - de equivalente waarde voor de remwaardevraag wordt in melding EBS11 Byte3-4 verzonden, het meetprogramma rekent deze waarde om in de betreffende drukwaarde 30

5 Meetprogramma volledig indrukken van het pedaal door de controleur Controle of de druk in de remkringen ten minste overeenkomt met de inschakeldruk van de drukregelaar en vervolgens activeren van de elektrische hulprem door de controleur - deze controlestap is alleen vereist wanneer bij de onder Voorbereidende werkzaamheden vereiste gegevensinvoer de controle van de elektrische hulprem aangeklikt wordt automatisch uitlezen van de drukwaarde van de remwaardevraag bij volledig ingedrukte rem, vergelijking met de nominale waarde (moet 6,5...8,5 bar zijn) en beoordeling van de informatie - na uitvoer van de beoordeling moet de rem gelost worden automatisch uitlezen van de drukwaarde van de remwaardevraag bij geactiveerde hulprem, vergelijking met de nominale waarde (moet 6,5...8,5 bar zijn) en beoordeling van de informatie - na uitvoer van de beoordeling moet de hulprem gelost worden De controle van de gele en rode motorwagenwaarschuwingslamp vindt in dialoogvorm plaats; de controletoestanden worden na beantwoording van de betreffende programmaopvragingen automatisch door het meetprogramma ingesteld. 31

6 EB S Meetprogramma rode motorwagen-/aanhangerwaarschuwingslamp De staat van de gele motorwagenwaarschuwingslamp hier met JA bevestigd worden. P EBS gele motorwagenwaarschuwingslamp gele aanhangerwaarschuwingslamp De kortsluiting op pen 6 van de aansluiting volgens ISO 7638 wordt -Intern opgeheven E ABS S ABS ECO EDC ASR P ECO EDC Opmerking: Bij controle van de gele motorwagenwaarschuwingslamp verschijnt in het opvraagscherm de aanwijzing: In ECE R-13 (uitgave 2000) wordt ten onrechte naar de aanhangerwaarschuwingslamp volgens verwezen. In ECE R-13 wordt een controle vereist die zo niet uitvoerbaar is; de hier uitgevoerde controle komt niet overeen met de wettekst van de genoemde uitgave, maar vormt echter wel een zinvolle controle. Opvraging over de staat van de gele motorwagenlamp (mag niet branden) De staat van de gele motorwagenwaarschuwingslamp hier met NEIN bevestigd worden. -intern wordt op pen 7 van de aansluiting volgens ISO 7638 kortsluiting veroorzaakt Startvraag over de staat van de gele motorwagenlamp (mag niet branden wanneer het systeem intact is) De staat van de gele motorwagenwaarschuwingslamp hier met NEIN bevestigd worden. -intern wordt op pen 6 van de aansluiting volgens ISO 7638 kortsluiting veroorzaakt Opvraging over de staat van de gele motorwagenlamp (moet branden) De staat van de gele motorwagenwaarschuwingslamp hier met JA bevestigd worden. De kortsluiting op pen 7 van de aansluiting volgens ISO 7638 wordt -Intern opgeheven Opvraging over de staat van de gele motorwagenlamp (moet branden) Opvraging over de staat van de gele motorwagenlamp (mag niet branden) 32

7 Meetprogramma De staat van de gele motorwagenwaarschuwingslamp hier met NEIN bevestigd worden. -intern wordt de aanhangermelding rode motorwagenwaarschuwingslamp AAN naar de motorwagen verzonden - deze informatie is in de CANmelding EBS22 byte 2 in de bits 3-4 gecodeerd De beoordeling van de controle kan nu overeenkomstig de aanwijzingen in het meetprogramma opgeslagen worden. Afdrukken van het meetprotocol of opslaan van het metingbestand zijn op deze plaats mogelijk. Door de ENDE-toets in te drukken wordt de meting beëindigd en keert men terug naar het openingsscherm van het programma. De in de volgende tekst beschreven programmamodule 9 tot 12 hebben in tegenstelling tot de tot dusverre beschreven programmamodule 1 tot 8 geen knop op de meetprogramma-interface, maar kunnen uitsluitend m.b.v. de werkbalk geactiveerd worden. Opvraging over de staat van de rode motorwagenlamp (moet branden) De staat van de rode motorwagenwaarschuwingslamp hier met JA bevestigd worden. -intern wordt de aanhangermelding rode motorwagenwaarschuwingslamp UIT naar de motorwagen verzonden Na voltooiing van de opvraagdialoog wordt complete controle van de gele en rode motorwagenlamp, inclusief de beoordeling weergegeven. Zij hebben betrekking op metingen die niet deel uitmaken van ECE R-13. Deze controles zijn in principe gebaseerd op ISO en behandelen het thema CAN-bus/aanhangeraansluiting. Zij kunnen alleen uitgevoerd worden voor voertuigen met CAN-bus volgens ISO 7638 (trefwoord 7-polige aansluiting ). 4 Programmamodule 9: Controles volgens ISO In het volgende deel worden de mogelijke controles overeenkomstig ISO (versie 2000) aan de aansluiting volgens ISO 7638 beschreven. Hierbij gaat het om pure weergavefuncties. De controle wordt op de motorwagen, de aanhangwagen of de trekker uitgevoerd. Voorwaarde hierbij is dat de ISO 7638-doorgangsadapter op de aansluiting volgens ISO 7638 aangesloten, resp. bij trekkercontroles tussengeplaatst wordt. De voedingsspanning kan - indien vereist - bij voorkeur uit de aansluiting gehaald worden. (nadere beschrijving van de bekabeling in punt 3.1 Voorbereidende werkzaamheden - Bekabeling/aansluiting van het basispakket ) Uit een menu kunnen de volgende verschillende zaken worden weergegeven: Weergave van de CAN-meldingen die naar de aansluiting gestuurd worden Het programma bevindt zich na het versturen van de aanhangermelding rode motorwagenwaarschuwingslamp UIT in een wachtpositie (de rode motorwagenlamp mag niet branden). ter beëindiging van het controle-onderdeel Foutwaarschuwing Weergave van de gegevensinhoud van de EBS- en RGE-meldingen die via de aansluiting volgens ISO 7638 verstuurd worden - met de RGE/EBS-knoppen kan tussen de weer te geven meldingen geschakeld worden automatische vaststelling en beoordeling van de herhalingstijden voor alle EBS- en RGE-meldingen die via de aansluiting gaan - de herhalingstijden bedragen 10 ms (EBS11, EBS21), 100 ms (EBS12, EBS22, EBS23, RGE11, RGE21, RGE22), resp ms (RGE23) 33

8 Meetprogramma Weergave van de CAN-busbelasting. In de volgende toelichtingen worden aan de hand van voorbeelden de mogelijkheden aangegeven die dit deel van het meetprogramma de gebruiker bieden bij de inspectie van het voertuig. In het volgende weergegeven voorbeeld Alle CAN-meldingen ontvangen is een trekker met een aanhangeraansluiting 1 Weergave van de naar de aansluiting gestuurde CAN-meldingen In de controle Weergave van CAN-meldingen kunnen de CAN-meldingen (nadere info over de CAN-meldingen in Appendix 2) weergegeven worden die naar de aanhangeraansluiting volgens ISO 7638 gestuurd worden. Zo is het mogelijk de CAN-bus van een motorwagen of van een aanhanger te controleren. Wanneer de ISO 7638 adapter tussen de 7-polige connector en de 7-polige steker geplaatst wordt, kan de uitwisseling van meldingen via de aansluiting geobserveerd worden. Bij de weergave van de naar de aansluiting gestuurde CAN-meldingen kan de mogelijkheid Alle CAN-meldingen ontvangen aan-, resp. uitgezet worden. Wanneer deze optie ingesteld is, worden alle via de aansluiting ontvangen en ontvangbare CAN-meldingen weergegeven. Bekende CAN-identifiers (d.w.z. dat deze identifiers in een matrix in het -programma opgenomen zijn en daardoor bekend zijn) worden met hun meldingsnaam weergegeven (b.v. EBS11). Bij onbekende meldingen wordt van de CAN-identifier echter niet de meldingsnaam weergegeven. Indien deze optie uitgeschakeld is, wordt gecontroleerd of de CAN-meldingen overeenkomstig de vastgelegde matrix, die op de aansluiting ontvangen moeten worden ook werkelijk ontvangen worden. Hier wordt (door een simulatie) alleen de melding 18E120C8 ( = GFM 21) ontvangen. Alle andere meldingen zijn door de simulatie tegengehouden en worden - hoewel zij op de aansluiting verwacht worden - niet ontvangen. In het nu weergeven voorbeeld met uitgeschakelde functie Alle CAN-meldingen ontvangen is een motorwagen met een aanhangeraansluiting In het hier weergegeven voorbeeld Alle CAN-meldingen ontvangen is een motorwagen met een aanhangeraansluiting Hier worden alle ontvangen meldingen (waarvan de meldingsnaam ook toevallig bekend is) weergegeven, d.w.z. dat de meldingsstatus op ontvangst staat. In overeenstemming met de vastgelegde matrix worden de meldingen EBS11, EBS12, EBS21, EBS22 en EBS 23 plus een melding met de identifier (testidentifier, alleen voor dit voorbeeld) verwacht. Ontvangen worden alleen de motorwagen-specifieke meldingen EBS11 en EBS12. De meldingen EBS21, EBS22 en EBS 23, evenals de melding met de identifier kunnen niet ontvangen worden, omdat zij alleen door een aanhangwagen verstuurd kunnen worden. 34

9 Meetprogramma Door het indrukken van OK-knop wordt het beginscherm van het meetprogramma weer opgeroepen. 2 Weergave van de data-inhoud van naar de aansluiting gestuurde CAN-meldingen In de controle Weergave van data-inhoud kunnen naar keuze de data-inhoud van de bekende CAN-meldingen van het type EBS en RGE weergegeven worden op de aanhangeraansluiting volgens ISO 7638 binnenkomen. Zo is het mogelijk de CAN-bus van een motorwagen of van een aanhanger te controleren. Wanneer de ISO 7638 adapter tussen de 7-polige connector en de 7- polige steker geplaatst wordt, kunnen de gegevens die via de aansluiting gaan, geobserveerd worden. De weergegeven gegevens worden automatisch geactualiseerd na afloop van de betreffende computercyclustijden. In het hier weergegeven voorbeeld EBS-meldingen weergeven is een motorwagen met een aanhangeraansluiting Hier worden de gegevens van de van de aanhangwagen ontvangen CAN-meldingen van het type EBS weergegeven. Door een op gebruikersinterface van het meetprogramma aanwezige knop kan tussen weergave van EBS- en RGE-gegevensinhoud gekozen worden. In het volgende voorbeeld RGE-meldingen weergeven is een aanhanger met een aanhangeraansluiting Hier worden de gegevens van de van de motorwagen ontvangen CAN-meldingen van het type EBS weergegeven. In het hier weergegeven voorbeeld EBS-meldingen weergeven is een aanhanger met een aanhangeraansluiting Hier wordt (door een simulatie) alleen melding RGE23 ontvangen en wordt de data-inhoud van deze melding weergegeven. In het hier weergegeven voorbeeld EBS-meldingen weergeven is een trekker met een aanhangeraansluiting 35

10 Meetprogramma Nu kunnen alle - d.w.z. motorwagens en aanhangwagens - data-inhouden van de data van het type EBS, die via de aanhangeraansluiting volgens ISO 7638 gaan, bekeken worden. Door het indrukken van ENDE-knop wordt het beginscherm van het meetprogramma weer opgeroepen. 3 Tijdgedrag van de uitgegeven CAN-meldingen In de controle Tijdgedrag van de meldingen worden de herhalingstijden van de bekende CAN-meldingen van het type EBS en RGE weergegeven, die in de aanhangeraansluiting volgens ISO 7638 binnenkomen. Het is mogelijk de CAN-bus van een motorwagen of van een aanhanger te controleren. Wanneer de ISO 7638 adapter tussen de 7-polige connector en de 7-polige steker geplaatst wordt, kunnen de gegevens die via de aansluiting gaan, geobserveerd worden. De weergegeven cyclustijden worden na indrukken van de actualiseringsknop in de gebruikersinterface van het programma telkens opnieuw berekend en weergegeven. De controle van de herhalingstijden van de verzonden, bekende CAN-meldingen van het type EBS en RGE is een controlepunt van ISO en moet de periodiciteit van de datatransmissie van de afzonderlijke meldingen, evenals van alle meldingen met dezelfde naam (z.b. EBS11) aantonen. In het programma zijn een indicatie en een beoordeling opgenomen van de herhalingstijden van de verzonden CAN-meldingen van het type EBS en RGE overeenkomstig de eisen van ISO In het hier weergegeven voorbeeld Herhalingstijden weergeven is een motorwagen met een aanhangeraansluiting Weergegeven en beoordeeld worden de herhalingstijden voor de meldingen EBS11 en EBS12. De melding RGE11 wordt niet ontvangen. In het hier weergegeven voorbeeld EBS-meldingen weergeven is een aanhanger met een aanhangeraansluiting Weergegeven en beoordeeld worden de herhalingstijden voor de meldingen EBS21, EBS22, EBS23 und RGE21. De meldingen RGE22 en RGE23 worden niet ontvangen. Door het indrukken van OK-knop wordt het beginscherm van het meetprogramma weer opgeroepen. 3.1 Busbelasting Met de controle Busbelasting wordt de belasting van de CAN-databus aan de aanhangeraansluiting volgens ISO 7638 weergegeven. Het is mogelijk de CAN-bus van een motorwagen of van een aanhanger te controleren. 36