P rogramma van T oetsing en A fsluiting. HAVO-4 vakinhoudelijk en algemeen deel cursus september 2014

Transcriptie

1 P rogramma van T oetsing en A fsluiting HAVO-4 vakinhoudelijk en algemeen deel 30 september 2014

2 Heerenveen, september 2014 Dit PTA bevat het vakinhoudelijk deel waarin per vak wordt beschreven welke toetsen tot het schoolexamen behoren en welk gewicht ze binnen dat schoolexamen hebben. In het PTA is verder opgenomen: het algemene deel van het PTA, waarin regels en afspraken zijn opgenomen die gelden voor het schoolexamen, de bevordering en het overstappen van de ene afdeling naar de andere. Dit PTA is met de meeste zorgvuldigheid samengesteld. Mochten er desondanks nog fouten in voorkomen, dan zullen deze via een erratum bekendgemaakt worden. Voor vragen kunt u terecht bij ondergetekende. M. Louwerse-de Vries Examensecretaris Lyceum PS Verder is het Examenreglement nog van belang. Dit bevat de regels die gelden voor het schoolexamen en het centraal examen. Dit document wordt afzonderlijk van het PTA gepubliceerd. 2

3 PTA VAKINHOUDELIJK DEEL VAK: AARDRIJKSKUNDE aantal lessen per week: 2 TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 1 1 T4.1 Systeem Aarde H1 + H2 GB 60 NEE T 1 JA 1 2 T4.2 Systeem Aarde H1 t/m H3 GB 60 NEE T 2 JA 2 3 T4.3 Arm en Rijk H4 GB 60 NEE T 3 JA 3 4 T4.4 Rivieren GB 60 NEE E 1 JA 1 SO s o Maximum aantal overhoringen (schriftelijk en mondeling) per periode: 3 (totaal tussen 9 en 12). o Het gemiddelde van de overhoringen vormt het SO-cijfer. JA X 2 NEE n.v.t. 1 3

4 VAK: BEELDENDE VORMING (BV) / KUNST BEELDENDE VORMING (KUBV) aantal lessen per week: in periode 1 en 2: 2; in periode 3 en 4: 1. OMSCHRIJVING HERKANSING: 2 1 P4.1 Werkstuk naar tweedimensionale module 42 P 2 JA 2 2 P4.2 Werkstuk naar driedimensionale module 2 P 2 JA 2 3 P4.3 Werkstuk naar tweedimensionale module 12 P 2 JA 2 4 P4.4a Groepswerk naar twee- en driedimensionale module 24 E(P) 2 JA 2 P4.4b Inleveren van een beeldend portfolio 24 E(P) 1 JA 1 OVERIGE OPMERKINGEN: Heeft een leerling het vak BEELDENDE VORMING in combinatie met het vak KUNST-ALGEMEEN, dan telt het cijfer van BEELDENDE VORMING voor 50% mee in cijfer KUNST-BEELDEND op het overgangsrapport. De andere 50% wordt gevormd door KUNST-ALGEMEEN De afzonderlijke cijfers voor KUNST-ALGEMEEN en BEELDENDE VORMING blijven dan op de overgangslijst van havo-4 buiten beschouwing. Heeft een leerling BEELDENDE VORMING in het vrije deel (dus zonder de combinatie met KUNST-ALGEMEEN), dan is het afsluitende cijfer in havo-5 het -cijfer. Er is dan geen sprake van een CE. Let op: in dat geval kan het cijfer voor BEELDENDE VORMING niet als compensatie dienen bij de bepaling van de examenuitslag! Het cijfer wordt ook niet vermeld op de eindlijst, maar wel op een apart certificaat. 2 4

5 VAK: BIOLOGIE (BIOL) aantal lessen per week: 2. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 3 1 T4.1 Nectar 3 e editie 4 HAVO, H1 + H2 Binas NGR 60 nee X 2 NEE n.v.t. 2 T4.2 Nectar 3 e editie 4 HAVO, H3 + H4 Binas NGR 60 nee X 4 NEE n.v.t. 3 T4.3 Nectar 3 e editie 4 HAVO, H5 + H6 Binas NGR 60 nee X 4 NEE n.v.t. 4 T4.4 Nectar 3 e editie 4 HAVO, H7 + H8 Binas NGR 60 nee X 4 NEE n.v.t. PO1 Het gemiddelde van alle kleinere practica waarvoor een cijfer is gegeven vormt het PO1-cijfer. In de studiewijzer en in de les wordt aangegeven wanneer deze practica plaatsvinden en wanneer het evt. practicumverslag ingeleverd dient te worden. JA X 2 NEE n.v.t. PO2 Het gemiddelde van twee grotere practica vormt het PO2-cijfer. In de studiewijzer en in de les wordt aangegeven wanneer deze practica plaatsvinden en wanneer het evt. practicumverslag ingeleverd dient te worden. JA X 2 JA 1 SO s o Maximum aantal SO s per periode: 2. o Wijze waarop de SO s meetellen: het gemiddelde van alles SO s vormt het SO-cijfer. JA X 1 NEE n.v.t. 3 5

6 VAK: CULTURELE EN KUNSTZINNIGE VORMING (CKV) aantal lessen per week: 1. 1 OMSCHRIJVING EN P4.1a Het bezoeken van een culturele activiteit en het maken van een CA daarvan 44 X 1 JA 1 P4.1b Het afronden van praktische activiteiten binnen de les n.v.t. X 1 JA 1 HERKANSING: P4.2a Het bezoeken van een culturele activiteit en het maken van een CA daarvan 2 X 1 JA 1 P4.2b Het afronden van praktische activiteiten binnen de les n.v.t. X 1 JA 1 P4.3a Het bezoeken van een culturele activiteit en het maken van een CA daarvan 10 X 1 JA 1 P4.3b Het afronden van praktische activiteiten binnen de les n.v.t. X 1 JA 1 P4.4a Het bezoeken van een culturele activiteit en het maken van een CA daarvan 19 X 1 JA 1 P4.4b Het afronden van praktische activiteiten binnen de les n.v.t. X 1 JA 1? PO Excursie naar Amsterdam en het maken van een CA daarvan? X 1 JA 1 OVERIGE OPMERKINGEN: Het overgangscijfer moet voldoende zijn voor overgang naar havo-5. Het overgangscijfer is tevens -cijfer. Op het overgangsrapport wordt de beoordeling Voldoende (cijfer is een 5,5 of hoger) of Goed (cijfer is een 7,5 of hoger) gegeven. 4 6

7 VAK: DUIT TAAL EN LITERATUUR (DUTL) aantal lessen per week in periode 1 en 2: 3; in periode 3 en 4: 2. TOETS OMSCHRIJVING TOETSSTOF HERKANSING: 5 1 T4.1 Na klar! Kapitel 1 + behandelde stof + enkele teksten (lsv/sv) - 60 NEE X 1 NEE n.v.t. 2 T4.2 Na klar! Kapitel 2 + behandelde stof + enkele teksten (lsv/sv) - 60 NEE X 2 NEE n.v.t. 3 T4.3a Brief (sv) woordenboek D-N en N-D 90 NEE X 2 NEE n.v.t. T4.3b Leesboek/korte verhalen (literatuur) - 60 JA X 2 NEE n.v.t. T4.3c Luistertoets (lrv) - 60 NEE X 1 NEE n.v.t. 4 T4.4a DEEL 1: katern met teksten en idioom - DEEL 2: lsv woordenboek D-N 90 NEE X 2 NEE n.v.t. 2 NEE n.v.t. T4.4b Luistertoets (lrv) - 60 NEE X 1 NEE n.v.t. T4.4C Spreekvaardigheid - o Maximum aantal SO s per periode: 5. SO s o Het gemiddelde van alle SO-cijfers vormt het SO-cijfer. max. 15 DEELS E 1 JA 1 JA X 4 NEE n.v.t. 5 7

8 VAK: ECONOMIE (ECON) aantal lessen per week: 3. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 6 1 T4.1 Module 1 + Module 2 H1 en H2 NGR 60 NEE X 2 NEE n.v.t. 2 T4.2 Speciaal onderwerp Arbeidsmarkt + Module 2, H2 en 3 + Module 3, H1 NGR 60 NEE X 4 NEE n.v.t. 3 T4.3 Module 3, H2 en H3 + Module 4, H1 en H2 NGR 60 NEE X 4 NEE n.v.t. 4 T4.4 Module 4, H3 en H4 + Module 5 helemaal NGR 60 NEE X 4 NEE n.v.t. SO s Er zijn maximaal 8 SO s waarvan 4 aangekondigd (1 per toetsperiode) en maximaal 4 onaangekondigd (verspreid over het jaar). Elke SO heeft een gewicht van 1. Het gemiddelde van de SO s vormt het SO-cijfer. JA X 4 NEE n.v.t. 6 8

9 VAK: ENGEL TAAL EN LITERATUUR (ENTL) aantal lessen per week: 2. TOETS 1 T4.1 OMSCHRIJVING TOETSSTOF (ZIE OOK OPMERKINGEN!) Route 66: ibook op Moodle en reader + event. ander (tekst)materiaal HERKANSING: 7-60 NEE X 1 NEE n.v.t T4.2a Route 66: ibook op Moodle en reader + event. ander (tekst)materiaal - 60 NEE X 2 NEE n.v.t. T4.2b Boek 1: Engelstalige roman - 30 JA X 1 NEE n.v.t. T4.3a Route 66: ibook op Moodle en reader + event. ander (tekst)materiaal - 60 NEE X 2 NEE n.v.t. T4.3b Boek 2: Engelstalige roman - 30 JA X 1 NEE n.v.t. T4.4a Route 66: ibook op Moodle en reader + event. ander (tekst)materiaal - 60 NEE X 2 NEE n.v.t. T4.4b LRV: Cito-materiaal luistervaardigheid NEE X 1 NEE n.v.t. Zie volgende pagina voor het vervolg ENTL >>> 7 9

10 VAK: ENGEL TAAL EN LITERATUUR (ENTL) VERVOLG TOETS OMSCHRIJVING TOETSSTOF (ZIE OOK OPMERKINGEN!) HERKANSING: 8 GV Gespreksvaardigheid (GV) wordt gedurende het hele jaar uitsluitend in de lessen beoordeeld. min. 5 JA X 1 NEE n.v.t. SO s LSV Maximum aantal SO s per periode: 2. Stof voor de SO s is opgenomen in readers en ibook. Het gemiddelde van de SO s vormt het SO-cijfer. Het gemiddelde van max. 4 leesvaardigheidstoetsen vormt het LSV-cijfer. De (maximaal 4) SO s leesvaardigheid vinden gewoonlijk plaats in een voorlaatste les voor de toets. Wanneer een leerling een eerder SO uit de periode op dat moment inhaalt wordt die SO LSV alleen gemaakt als daarvoor in die les voldoende tijd overblijft. JA X 2 NEE n.v.t. JA X 1 NEE n.v.t. OVERIGE OPMERKINGEN: o Als na een toets blijkt dat bepaalde onderdelen niet voldoende beheerst worden, kunnen die als toetsstof terugkomen in een volgende toets. o Voor boek 1 en boek 2 moeten boekopdrachten gemaakt en digitaal ingeleverd worden volgens instructie van de docent. er worden punten in mindering gebracht op de boektoetsen als je je niet aan de instructie of het inlevermoment houdt. o T4.2b en T4.3b worden afgenomen in een grote pauze. 8 10

11 VAK: FRAN TAAL EN LITERATUUR (FATL) aantal lessen per week: 3 TOETS OMSCHRIJVING TOETSSTOF HERKANSING: 9 1 T4.1 D accord Unité 1 en 2-60 NEE X 1 NEE - 2 T4.2 D accord Unité 3-60 NEE X 2 NEE - 3 T4.3a D accord Unité 4 en 5-60 NEE X 2 NEE - T4.3b Gespreksvaardigheid mondeling - 10 NEE X 2 NEE - 4 T4.4 D accord Unité 6 + leesvaardigheid - 90 NEE X 2 NEE - SO S Maximum aantal SO s per periode: 4. Wijze waarop de SO s meetellen: 1 of 2 keer; wordt per SO bekendgemaakt en vermeld op de studiewijzer. De SO wordt verrekend met de toets in de aansluitende toetsweek; de toets telt dan drie keer mee. SO s kunnen niet worden herkanst. Inhalen van SO s vindt plaats tijdens de laatste les van een periode. LRV Het gemiddelde van de cijfers behaald op luistervaardigheid vormt het LRV-cijfer. JA X 2 NEE - LETT Het gemiddelde van de cijfers behaald op letterkunde/leesvaardigheid vormt het LETT-cijfer. De letterkunde toets telt hierbij 2x mee, de overige toetsen 1x. JA X 2 NEE

12 VAK: GESCHIEDENIS (GES) aantal lessen per week: 2 in periode 1 en 2, 3 in periode 3 en 4. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 10 1 T4.1 Feniks H1, H2 en H3 2 bronnenblad 60 NEE X 1 NEE n.v.t. 2 T4.2 Feniks H3 en H4 bronnenblad 60 NEE X 2 NEE n.v.t. 3 T4.3 WebQuest (gewicht 1) Toets over Feniks H5, H6 en H7 1 en 2 (gewicht 2) bronnenblad 60 NEE X X 2 NEE n.v.t. 4 T4.4 Feniks H7 en H8 (60 minuten) Tijdvakkendossier (30 minuten) bronnenblad en tijdvakkendossier 90 NEE E 3 JA 1 SO s In periode 1, 3 en 4 wordt er een SO afgenomen. Het gemiddelde van de SO s vormt het SO-cijfer. JA X 2 NEE n.v.t

13 VAK: GODSDIENST (GD) aantal lessen per week: 1. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 11 1 P4.1 Levensvisieboek 41 A 1 JA 1 2 P4.2 Christendom 2 A 1 JA 1 3 P4.3 Jodendom 11 A 1 JA 1 4 P4.4 Religieuze stromingen 23 A 1 JA 1 T4.4 Islam NEE A 1 JA 1 OVERGANGSCIJFER: ELK ONDERDEEL WORDT MET EEN O/V/G BEOORDEELD. ELK ONDERDEEL MOET MINIMAAL MET EEN VOLDOENDE AFGEROND WORDEN OM TE KUNNEN WORDEN BEVORDERD NAAR H5. OVERIGE OPMERKINGEN: Het vak godsdienst valt buiten de reguliere herkansingsregeling. Herkansingsmogelijkheden worden door de docent geregeld. De beoordeling voor het vak godsdienst aan het eind van het jaar is bepalend voor het -cijfer in de examenklas. Als godsdienst in de examenklas naar behoren wordt gevolgd en afgesloten levert een beoordeling voldoende in de pre-examenklas het cijfer 7 op, en een beoordeling goed het cijfer 8. Dit cijfer maakt deel uit van het combinatiecijfer. 11 A = anders, zie overige opmerkingen; T= herkansing te benutten na periode 3; E = eindejaarsherkansing te benutten in havo-5; P = herkansing praktische opdracht; X = herkansing is niet mogelijk. 13

14 VAK: KUNST ALGEMEEN (KUA) aantal lessen per week: periode 1 + 2: 0 en periode 3 + 4: 1. 3 TOETS / P4.3 OMSCHRIJVING TOETSSTOF / Privé-keuze (specialisatie) uit drie disciplines van beeldend, dans, muziek of drama HERKANSING: P 1 JA 1 T4.3 Cultuur van de kerk in de 11 e tot en met de 14 e eeuw (1 e gedeelte) - 60 NEE T 1 JA 1 4 P4.4 Groepspresentatie over een onderwerp uit Cultuur van de kerk in de 11 e tot en met de 14 e eeuw 24 E(P) 1 JA 1 T4.4 Cultuur van de kerk in de 11 e tot en met de 14 e eeuw - 60 NEE E 1 JA 1 OVERIGE OPMERKINGEN: Heeft een leerling KUNST-ALGEMEEN samen met MUZIEK of BEELDENDE VORMING dan wordt aan het eind van de cursus het overgangscijfer KUNST-MUZIEK of gevormd KUNST-BEELDEND gevormd. In dit cijfer wordt het cijfer naast het cijfer voor KUNST-ALGEMEEN (50%) het cijfer voor MUZIEK (50%) of BEELDENDE VORMING (50%) verwerkt. De afzonderlijke cijfers voor KUNST-ALGEMEEN en BEELDENDE VORMING of MUZIEK blijven dan op de overgangslijst van havo-4 buiten beschouwing

15 VAK: LICHAMELIJKE OEFENING aantal lessen per week: in periode 1 en 2: 2; in periode 3 en 4: 1. OMSCHRIJVING HERKANSING: 13 1 P4.1 Atletiek en spel JA P 1 NEE - 2 P4.2 Turnen, spel, bewegen en muziek JA P 1 NEE - 3 P4.3 Spel, turnen en zelfverdediging JA P 1 NEE - 4 P4.4 Atletiek en spel JA X 1 NEE - OVERIGE OPMERKINGEN: Leerlingen die een blessure hebben of om andere reden niet mee kunnen doen, krijgen een vervangende opdracht. Het eindcijfer voor LO moet een voldoende ( 5,5) of goed ( 7,5) zijn, anders kan de leerling niet bevorderd worden (zie bevorderingsnormen). Het cijfer voor elk van de onderdelen komt tot stand door een combinatiecijfer van - de motorische vaardigheden; - functioneringscijfer (zelfstandig (samen)werken, inzet, presentie); - vervullen van diverse rollen (scheidsrechter, coach, hulpverlener, instructeur)

16 VAK: MAATSCHAPPIJLEER (MAAT) aantal lessen per week in periode 1 en 2: 1; in periode 3 en 4: 2 TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 14 1 T4.1 Wat is maatschappijleer & Pluriforme Samenleving - 60 NEE T 1 JA 1 2 P4.2 PO Politiek - 48 JA X 1 JA 1 T4.2 Parlementaire democratie - 60 NEE T 2 JA 2 3 P4.3 PO Analyse maatschappelijk probleem - 8 JA P 2 JA 2 4 T4.4 Rechtsstaat - 60 NEE E 2 JA 2 SO s Maximum aantal SO s en mini-po s per periode: 2. Het gemiddelde van de SO s en de mini-po s vormt het SO-cijfer. JA X 1 JA 1 OVERGANGSCIJFER ( = -CIJFER): HET GEWOGEN GEMIDDELDE VAN ALLE CIJFERS UIT HAVO

17 VAK: MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN (MAW) aantal lessen per week in periode 1 en 2: 1; in periode 3 en 4: 2 TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / 1 T4.1 Criminaliteit en Rechtsstaat Woordenboek Ne-Ne HERKANSING: NEE X 1 NEE n.v.t. 2 P4.2 Onderzoeksvaardigheden - 51 JA X 2 NEE n.v.t. 3 T4.3 Massamedia Woordenboek Ne-Ne NEE X 2 NEE n.v.t. 4 T4.4 Massamedia & Rechtsstaat - 60 NEE E 2 JA 4 SO s Maximum aantal SO s en mini-po s per jaar: 10. Het gemiddelde van de SO s en de mini-po s vormt het SO-cijfer. ja X 2 NEE n.v.t

18 VAK: MANAGEMENT EN ORGANISATIE (M&O) aantal lessen per week: 2. TOETS OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 16 1 T4.1 In Balans H1, H2, H3 en H10 NGR 60 NEE X 1 NEE n.v.t. 2 T4.2 In Balans H4 t/m H8 8 NGR 60 NEE X 2 NEE n.v.t. 3 T4.3 In Balans H9, H11, H12 t/m H15 NGR 60 NEE X 2 NEE n.v.t. 4 T4.4 In Balans H16 t/m H19 ( eventueel nog H20 en H21) NGR 60 NEE X 2 NEE n.v.t. SO s - Maximum aantal SO s: 8, waarvan maximaal 4 onverwacht. - Het gemiddelde van alle SO s vormt cijfer SO-cijfer. - SO s kunnen niet worden herkanst. Bij geldige afwezigheid wordt een SO ingehaald op een nader te bepalen moment. Bij niet-geldige afwezigheid wordt het betreffende SO-cijfer een Elke SO heeft het gewicht van 1. JA X 2 NEE n.v.t

19 VAK: MUZIEK (MU) / KUNST MUZIEK (KUMU) aantal lessen per week in periode 1, 2 en 3: 2; in periode 4: 0 (excl. muziekschool). TOETS / 1 P4.1 Muziekleer OMSCHRIJVING TOETSSTOF / 2 P4.2 Klassieke muziekgeschiedenis INLEVERDATUM 10 okt. 20 febr. HERKANSING: 17 X 1 NEE - X 1 NEE - 3 P4.3 Blues- en jazzgeschiedenis 2 april X 1 NEE - MUZ Muziekschool X 2 NEE - VOOR Voorspeeluren X 2 NEE - VRIJ Praktijk: vrijdagopdrachten X 3 NEE - OVERIGE OPMERKINGEN: o MUZ, VOOR en VRIJ worden gaandeweg het jaar gedaan en zijn dus pas aan het eind van het jaar bekend. o Heeft een leerling dit vak in combinatie met KUNST-ALGEMEEN, dan wordt aan het eind van de cursus het overgangscijfer KUNST-MUZIEK gevormd. In dit cijfer wordt het cijfer voor MUZIEK (50%) en KUNST-ALGEMEEN (50%) verwerkt. o De afzonderlijke cijfers voor KUNST-ALGEMEEN en MUZIEK blijven dan op de overgangslijst van havo-4 buiten beschouwing

20 VAK: NATUURKUNDE (NAT) aantal lessen per week: 3. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: P4.1 Practicum periode 1 43 JA P 1 JA 1 T4.1 H1 Elektriciteit en H6 Vaardigheden Binas Rekenmachine 60 NEE X 1 NEE - P4.2 Practicum periode 2 3 JA P 1 JA 1 T4.2 H2 en H4 Sport en verkeer Binas Rekenmachine 60 NEE X 2 NEE - P4.3 Practicum periode 3 13 JA P 1 JA 1 T4.3 H3 Materialen Binas Rekenmachine 60 NEE X 2 NEE - P4.4 Practicum periode 4 25 JA E (P) 2 NEE 1 T4.4 Toets alle stof havo-4 Binas Rekenmachine 60 NEE E 1 JA 1 SO S Per periode worden maximaal 2 SO s gegeven. Het gemiddelde van alle SO s vormt het SO-cijfer. JA X 1 NEE

21 VAK: NATUUR LEVEN EN TECHNOLOGIE (NLT) aantal lessen per week: 2. OMSCHRIJVING HERKANSING: 19 1 P4.1 Module 1 43 P 1 JA 1 2 P4.2 Module 2 3 P 2 JA 1 3 P4.3 Module 3 13 P 2 JA 1 4 P4.4 Module 4 25 E (P) 2 JA

22 VAK: NEDERLAND TAAL EN LITERATUUR (NETL) aantal lessen per week: 2. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF HERKANSING: 20 P4.1 Schrijfvaardigheid I - JA X 1 NEE - 1 T4.1 a Leesvaardigheid - 1 NEE - 60 NEE X b Woordenschat WS-I (zie opmerking over WS onderaan de tabel) - 1 NEE - 2 wtsi1 SO WTSI-I (zie opmerking over WTSI onderaan de tabel) - JA X zie opm. NEE - P4.2 Mondelinge taalvaardigheid I (flitspresentatie) - 5 JA X 1 NEE - T4.2 Verhaalanalyse I - 60 NEE X 1 NEE - 3 wtsi2 SO WTSI-I (zie opmerking over WTSI onderaan de tabel) - JA X zie opm. NEE - P4.3 Literatuurgeschiedenis - JA P 1 JA 1 T4.3 WTSI 60 NEE X 2 NEE - Zie volgende pagina voor het vervolg NETL >>> 20 22

23 VAK: NEDERLAND TAAL EN LITERATUUR (NETL) VERVOLG TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF HERKANSING: 21 P4.4 Schrijfvaardigheid II (Lezen voor de lijst) - JA X 2 JA 1 4 T4.4 a Leesvaardigheid - 5 NEE n.v.t. 60 NEE X b Woordenschat WS-II (zie opmerking over WS onderaan de tabel) - 1 NEE n.v.t. OVERIGE OPMERKINGEN: WS (= Woordenschat) wordt getoetst bij de toetsen leesvaardigheid, maar levert een afzonderlijk cijfer op. Voor WTSI (= Woorden, Taalverzorging, Spelling en Interpunctie) worden twee SO s (S4.2 en S4.3) gegeven. De cijfers voor beide SO s worden gecombineerd tot één cijfer

24 VAK: ORIËNTATIE OP STUDIE EN BEROEP (OSB) aantal lessen per week: n.v.t. INHOUDSOMSCHRIJVING 1 t/m 4 Informatie via bornego.dedecaan.net en verslaglegging van de Provinciale Beroepenvoorlichting in Leeuwarden (5 slu) Provinciale Beroepenvoorlichting Leeuwarden (12 slu) Bezoek van een voorlichtingsdag, informatie van de decaan en bornego.dedecaan.net, monitor bij het decanaat en indien van toepassing de studiemarkt (8 slu) Op aanvraag zijn gesprekken met de decaan mogelijk. De leerlingen spreken tevens geregeld met hun mentor. Ook daar kan LOB besproken worden. 24

25 VAK: SCHEIKUNDE (SCHK) aantal lessen per week: 2. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: 22 1 S4.1 SO H1 Reactievergelijkingen en rekenwerk in klas 3 - JA X 1 NEE - T4.1 Chemie, leerboek 4 HAVO H2 Schatkamer aarde Binas / Rekenmachine 60 NEE X 2 NEE - 2 P4.2 Practicum - JA X 1 JA 1 T4.2 Chemie, leerboek 4 HAVO H3 Brandstoffen / H4 Zouten uit zee Binas / Rekenmachine 60 NEE X 2 NEE - 3 P4.3 Practicum - JA X 1 JA 1 T4.3 Chemie, leerboek 4 HAVO H5 Chemisch rekenen / H6 Water Binas / Rekenmachine 60 NEE X 2 NEE - 4 S4.4 SO H7 PH-berekeningen - JA X 1 NEE - T4.4 Chemie, leerboek 4 HAVO H7 Brandend maagzuur / H8 Onderzoek doen Binas / Rekenmachine 60 NEE X 2 NEE

26 VAK: WISKUNDE A aantal lessen per week in periode 1 en 2: 3; in periode 3 en 4: 2. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: S4.1 SO Hoofdstuk 1: Rekenen JA X 1 NEE n.v.t. T4.1 Hoofdstuk 1: Rekenen Hoofdstuk 3: Systematisch tellen Blok 1 GR 60 NEE X 2 NEE n.v.t. S4.2 SO Hoofdstuk 3: Systematisch tellen JA X 2 NEE n.v.t. T4.2 Hoofdstuk 2: Grafieken Hoofdstuk 4: Kansen Blok 2 GR 60 NEE X 3 NEE n.v.t. S4.3 SO Hoofdstuk 5: Exponentiële functies JA X 2 NEE n.v.t. T4.3 Hoofdstuk 5: Exponentiële functies Hoofdstuk 6: Tabellen en grafieken Blok 3 GR 60 NEE X 3 NEE n.v.t. S4.4 SO Hoofdstuk 7: Statistische verwerking JA X 2 NEE n.v.t. T5.4 Hoofdstuk 7: Statistische verwerking Hoofdstuk 8: De normale verdeling Blok 4 GR 60 NEE E 3 JA

27 VAK: WISKUNDE B aantal lessen per week: 3. TOETS / OMSCHRIJVING TOETSSTOF / HERKANSING: S4.1 SO H1: Vergelijkingen JA X 1 NEE n.v.t. T4.1 H1: Vergelijkingen H5: Aanzichten en doorsneden Vaardigheden blok 1 GR 60 NEE X 2 NEE n.v.t. S4.2 SO H3: Machtsfuncties JA X 2 NEE n.v.t. T4.2 H3: Machtsfuncties H4: Exponentiële functies Vaardigheden blok 2 GR 60 NEE X 3 NEE n.v.t. S4.3 SO H5: Aanzichten en doorsneden JA X 2 NEE n.v.t. T4.3 H2: Functies en grafieken H6: Oppervlakte en inhoud Vaardigheden blok 3 GR 60 NEE X 3 NEE n.v.t. S4.4 SO H7: Afgeleide functies JA X 2 NEE n.v.t. T4.4 H7: Afgeleide functies H8: Periodieke functies Vaardigheden blok 3 GR 60 NEE X 3 JA

28 PTA ALGEMEEN DEEL In dit algemene deel van PTA worden regels en regelingen besproken die naast het Examenreglement van toepassing zijn. 1. ALGEMEEN Dit programma van toetsing en afsluiting (PTA) wordt jaarlijks aangevuld met de eisen van het betreffende examenjaar: het vakinhoudelijk deel. Het examenreglement en het PTA inclusief het vakinhoudelijke deel, zijn vanaf uiterlijk 1 oktober van enig jaar te raadplegen op de site en de elo van de school. Van alle hier genoemde documenten kan tevens een exemplaar worden geraadpleegd bij de vestigingsdirecteur en de teamleiders, en in de mediatheek. 2. SCHOOLEXAMENDOSSIER / PTA (PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING) 2.1 schoolexamendossier Het schoolexamendossier omvat aan het eind van het laatste schooljaar de beoordelingen voor (onderdelen van) elk vak. De leerlingbegeleider verstrekt na afloop van elk schooljaar een overzicht van de stand van zaken. 2.2 PTA De stofomschrijving voor elk vak wordt in het vakinhoudelijk deel gepubliceerd. Zij kan jaarlijks worden gewijzigd. In het vakinhoudelijke deel van het PTA worden alle onderdelen van een vak per cursusjaar beschreven. Hierin wordt ook duidelijk gemaakt welke onderdelen tot het schoolexamen behoren, en op welke wijze toetsen en opdrachten meetellen voor het schoolexamen. De eindexamenkandidaten tekenen ervoor dat ze ermee bekend zijn waar zij het examenreglement en het PTA kunnen vinden. 2.3 Bevordering algemeen De bevorderingsnorm is afgeleid van de uitslagnorm van het eindexamen. De vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer tellen voor de bevordering als zelfstandige vakken mee. Het PWS-cijfer wordt pas in het examenjaar definitief vastgesteld en telt daarom niet mee voor de overgang van havo-4 naar havo-5 of van vwo-5 naar vwo-6. Het cijfer voor kunst-algemeen wordt indien mogelijk gecombineerd met het cijfer voor muziek of beeldende vorming en vormt daarmee het cijfer kumu of kubv. De afzonderlijke cijfers voor muziek of beeldende vorming tellen dan niet mee voor de overgang. Beoordelingen voor ckv en lo worden, afhankelijk van het jaargemiddelde aan het eind van het cursusjaar omgezet in onvoldoende, voldoende of goed. De opdrachten voor godsdienst worden alle beoordeeld met onvoldoende, voldoende of goed. Elke opdracht moet minimaal met voldoende of goed worden afgesloten. Gemiste toetsen en andere opdrachten moeten vóór het vaststellen van de cijfers voor de overgangsvergadering of vóór het definitief vaststellen van de cijfers voor het centraal examen ingehaald worden. Als einddatum is hiervoor 22 juni vastgesteld. Als dat niet het geval is, kan een leerling niet bevorderd worden of niet deelnemen aan het centraal examen (zie ook bevorderingsnormen 2.3.2).

29 2.3.2 bevorderingsnormen havo-4, vwo-4 en vwo-5 De bevorderingsnorm wordt toegepast op het overgangsrapport. Het overgangsrapport bevat alle op een geheel getal afgeronde cijfers. Een uitzondering wordt gevormd door de vakken ckv, godsdienst en lo; deze vakken worden beoordeeld met o (onvoldoende), v (voldoende) of g (goed). Een leerling wordt bevorderd als: a) de cijferlijst compleet is én b) de vakken ckv, godsdienst en lo zijn beoordeeld met een v of een g én c) op het overgangsrapport maximaal één 5 voor een van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomt en geen cijfer lager dan een vijf, én d) op het overgangsrapport voor alle vakken geldt dat a) alle cijfers een 6 of hoger zijn, of b) één 5 voorkomt en de overige cijfers een 6 of hoger zijn, of c) één 4 voorkomt, de overige cijfers een 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle cijfers een 6,0 of hoger is, of d) twee keer een 5 voorkomt, de overige cijfers een 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle cijfers een 6,0 of hoger is, of e) één 5 en één 4 voorkomt, de overige cijfers een 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle cijfers een 6,0 of hoger is. Als een leerling op grond van bovenstaande normen niet bevorderd kan worden, kan hij/zij in bepaalde gevallen besproken worden in de overgangsvergadering. Een leerling wordt besproken als a) de leerling in het voorgaande leerjaar niet is blijven zitten en b) ckv, godsdienst of lo beoordeeld zijn met een v of een g en c) er op het overgangsrapport o maximaal twee keer een 5 of één keer een 4 voorkomt voor een van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, en o in totaal maximaal vier onvoldoendes staan, waarvan maximaal één drie en geen cijfer lager dan een 3 en daarnaast maximaal één vier; of o er in totaal maximaal vier onvoldoendes staan, waarvan maximaal twee keer een 4 en geen cijfers lager dan een 4. In de overgangsvergadering wordt op grond van de bespreking een van de volgende beslissingen genomen. De leerling 1. vervolgt zijn/haar schoolopleiding op een ander (lager) niveau; 2. blijft zitten; 3. wordt buiten de normen om bevorderd. Een leerling die niet in aanmerking komt voor bespreking omdat hij niet aan de normen voldoet, vervolgt zijn/haar schoolopleiding altijd op een lager niveau. 29

30 3. WIJZIGEN VAN VAKKENPAKKETTEN, DOUBLEREN EN OVERSTAPPEN 3.1 algemeen Bij doubleren, bij overstappen naar een andere afdeling en voor kandidaten van een andere school die in of na klas 4 zijn toegelaten is, geldt in principe het volgende: Indien hierna sprake is van het niet overdoen van vakken die reeds volledig zijn afgesloten, dan geldt dat de bijbehorende beoordelingen blijven staan. Bij verandering van afdeling of doubleren valt iemand onder het nieuwe regiem. De wegingsfactoren van individuele werkjes kunnen soms veranderen. Dat geldt niet voor reeds afgesloten vakken. De overstap van vwo-4 naar havo-4 kan tot uiterlijk 1 november, mits er voldoende ruimte is in de havoklassen. Een wijziging van profiel in havo-4 en vwo-4 kan eveneens tot uiterlijk 1 november. De overstap van havo-4 naar vmbo-4 kan plaatsvinden in overleg met de ontvangende school, maar is niet vanzelfsprekend. Het kan voorkomen dat een kandidaat door overstappen naar een andere afdeling, bij verhuizing of bij verandering van profieldeel ingeval van doubleren, nog geen profielwerkstuk heeft gedaan of een profielwerkstuk heeft gemaakt voor een niet toegestaan vak of vakkencombinatie. Hij zal dan alsnog of opnieuw een profielwerkstuk moeten maken. 3.2 vakkenpakketwijzigingen Een leerling die een wijziging wil aanbrengen in zijn vakkenpakket, doet dat altijd in overleg met de decaan van zijn afdeling. Een leerling in havo-4 of vwo-4 kan eventueel een vak laten vallen als de studielast dat cursusjaar daardoor niet in gevaar komt. Als dat wel het geval is, kan een leerling uit vwo-4 het gewenste vak pas ná de bevordering naar het volgende leerjaar laten vallen. Een leerling uit havo-4 moet in de plaats van het vak dat hij heeft laten vallen, studie-uren maken. Bij vakkenpakketveranderingen moet in principe alle stof worden ingehaald en moeten de bijbehorende toetsen (inclusief praktische opdrachten) worden gedaan. De beoordelingen hiervoor tellen mee voor de bevordering en voor het examen, voor zover van toepassing. 3.3 overstappen van een andere school tijdens het cursusjaar Bij een overstap van een andere school tijdens het cursusjaar worden de beoordelingen die op die andere school zijn behaald zo goed mogelijk ingepast in het systeem van het Bornego College. Ontbrekende stof die noodzakelijk is voor het school- en/of centraal examen moet worden ingehaald. Over deze stof kunnen een of meer toetsen over worden afgenomen. 3.4 overstappen van een andere school na afloop van een cursusjaar Bij een overstap van een andere school na afloop van een cursusjaar wordt de kandidaat geplaatst in de klas waartoe hij in zijn vorige school is toegelaten. Beoordelingen voor vakken die afgesloten zijn, en die op het Bornego College in de voorgaande klas zijn afgesloten, blijven staan. Ontbrekende stof die noodzakelijk is voor het schoolexamen en/of het centraal examen moet worden ingehaald. 3.5 doubleren in vwo-4 Een leerling die in vwo-4 doubleert, moet alles over doen. Op verzoek, bij volledige afsluiting en een voldoende eindcijfer, kan het vak anw en/of maatschappijleer en/of nlt overgedaan worden. 3.6 overstappen van vwo-4 naar havo-5 Een leerling die de wens heeft om over te stappen van vwo-4 naar havo-5, kan dat alleen als hij aan het eind van vwo-4 bevorderd is naar vwo-5. De cijfers voor ckv en maatschappijleer blijven staan, net als de beoordeling voor godsdienst en lo. Wat betreft de overige vakken of onderdelen van vakken die in vwo-4 niet gevolgd zijn en die wel in havo-4 zijn gegeven en behoren tot het schoolexamen: deze moeten worden ingehaald. 3.7 doubleren in vwo-5 Een leerling die doubleert in vwo-5 doet alles uit vwo-5 over, behalve op verzoek, bij volledige afsluiting en een voldoende eindcijfer het vak muziek en/of het vak ckv. 30

31 3.8 overstappen van vwo-5 naar havo-5 Een leerling die overstapt van vwo-5 naar havo-5, of hij aan het eind van vwo-5 nu wel of niet bevorderd is, moet onderdelen uit havo-4 die meetellen voor het, inhalen. Verder geldt: maatschappijleer: het cijfer voor dit vak blijft staan. muziek: indien gewenst, blijft het cijfer voor dit vak staan. godsdienst en ckv: de beoordelingen voor dit vak blijven staan mits de beoordelingen voldoende of goed zijn. Indien de beoordeling voor een of beide vakken onvoldoende is, moet het vak opnieuw gedaan worden, totdat een of beide vakken met minimaal een beoordeling voldoende is/zijn afgesloten. 3.9 overstappen van vwo-6 naar havo-5 Overstappen tijdens het cursusjaar is niet mogelijk. Een leerling die is afgewezen voor het eindexamen vwo en plaatsneemt in havo-5, moet onderdelen uit havo- 4 die meetellen voor het, inhalen. Verder geldt: de beoordeling voor lo, ckv en godsdienst blijft staan; beoordelingen van vakken die in vwo-5 of vwo-6 zijn afgerond kunnen desgewenst blijven staan; het PWS-cijfer blijft staan doubleren in havo-4 Een leerling die in havo-4 doubleert, doet het volledige programma van havo-4 opnieuw, behalve op verzoek, bij volledige afsluiting en een voldoende eindcijfer, het vak maatschappijleer doubleren van het examenjaar Bij doubleren van het examenjaar geldt de volgende bepaling: Indien de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat in het volgende schooljaar opnieuw deelneemt aan het eindexamen, dient hij deel te nemen aan het volledige leerplan van dat nieuwe schooljaar met inbegrip van alle theoretische toetsen en praktische opdrachten. Het voorgaande is, voor zover de kandidaat dat wenst, niet van toepassing op: vakken waarin geen centraal examen is en die zijn afgesloten met tenminste een 6 (na afronding); vakken die bij het voorgaande schoolexamen zijn beoordeeld met voldoende of goed ; alle beoordelingen voor het schoolexamen van toetsen uit een of meer jaren vóór het laatste schooljaar waarin aan het centraal examen werd deelgenomen blijven geldig; het vak godsdienst moet wel opnieuw gevolgd worden. De beoordeling van het eerste examenjaar blijft staan instromen in vwo-5 met een havo-diploma Een leerling met een havo-diploma kan tot vwo-5 worden toegelaten als zijn gemiddelde voor de afgeronde cijfers op de volgende vakken een 6,8 of hoger is: de vakken uit het gemeenschappelijk deel; en de profielvakken; en het keuze-examenvak of het vak uit het vrije deel (hierbij mag het hoogste cijfer gekozen worden). Daarnaast kan voor leerlingen die op het Bornego College een havo-diploma hebben gehaald, maar niet voldoen aan bovenstaande norm, het advies van de lerarenvergadering een rol spelen bij de toelating. Verder geldt het volgende: Deze leerling is in vwo-5 vrijgesteld van het volgen van onderwijs in de vakken anw en ckv. Wat betreft het PWS: de examinator beoordeelt of het PWS dat in havo-4 gemaakt is, voldoende niveau heeft voor vwo-5. Als dat niet het geval is, moet een nieuw PWS gemaakt worden of kan het gemaakte PWS aangevuld worden tot voldoende/goed op vwo-niveau overstappen van wiskunde B naar wiskunde A bij de overgang van vwo-4 naar vwo-5 Een leerling die aan het eind van vwo-4 de wens heeft over te stappen van wiskunde B naar wiskunde A, meldt dit bij de decaan en de betrokken docent. In de zomervakantie krijgt de leerling de mogelijkheid zich voor te bereiden op een toets waarin getoetst wordt of de leerling de opgegeven leerstof voldoende beheerst. Haalt hij op de toets een 5,5 of hoger, dan kan hij zonder meer wiskunde A gaan volgen. Haalt hij op de toets 31

32 een cijfer lager dan een 5,5, dan wordt de opgegeven leerstof toegevoegd aan de leerstof van de eerstvolgende toets voor wiskunde A in T overstappen/bevorder worden met een taak Een leerling die buiten de overgangsnormen om bevorderd wordt naar een hoger jaar in dezelfde of een andere afdeling of overstapt naar een andere afdeling kan daarbij voor een of meer vakken een taak krijgen. In de zomervakantie krijgt de leerling de mogelijkheid zich voor te bereiden op een toets waarin getoetst wordt of de leerling de opgegeven leerstof voldoende beheerst. Haalt hij op de toets een 5,5 of hoger, dan kan hij zonder meer het betrokken vak/de betrokken vakken gaan volgen. Haalt hij op de toets een cijfer lager dan een 5,5, dan wordt de opgegeven leerstof toegevoegd aan de leerstof van de eerstvolgende toets voor het betrokken vak/de betrokken vakken in de eerstvolgende toetsperiode. 4. HERKANSINGEN De herkansingsregeling (zie ook artikel 2.14 van het Eindexamenreglement) is als volgt: 1. In een niet-examenjaar mag elke kandidaat na de derde periode één -toets uit dat jaar herkansen evenals één praktische opdracht die meetelt voor het schoolexamen. In vwo-5 mag een leerling er ook voor kiezen een toets uit de vierde toetsweek van vwo-4 te herkansen. 2. Elke kandidaat mag aan het eind van de opleiding (na periode 3 in het examenjaar) bovendien twee toetsen en één praktische opdracht herkansen. 3. De herkansingen in het examenjaar mogen benut worden voor alle toetsen en praktische opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen. Dit kunnen ook -toetsen of praktische opdrachten die tot het behoren, uit niet-examenjaren zijn. 4. Elke toets of praktische opdracht die meetelt voor het schoolexamen kan in principe herkanst worden, tenzij anders vermeld in het PTA. 5. Elke herkansbare toets of praktische opdracht van het schoolexamen kan maximaal één keer herkanst worden. 6. Er kan in het examenjaar per vak één toets of praktische opdracht van het schoolexamen herkanst worden. 7. Praktische opdrachten die bestaan uit een aantal aparte deelopdrachten die gezamenlijk tot een cijfer leiden, vormen samen één praktische opdracht en worden als zodanig herkanst. 8. De herkansing van een praktische opdracht bestaat uit een gelijksoortige, nieuwe opdracht of een opdracht ter vervolmaking van de oorspronkelijke opdracht, zulks ter beoordeling van de examinator. 9. Als een herkansing gedaan is, telt het hoogte van de twee behaalde cijfers. 10. De herkansingen worden aangevraagd op het moment dat het schoolexamencijfer vastgesteld is (dit is na de derde toetsweek in het examenjaar). Dit moment wordt aangegeven in het jaarrooster. 11. De herkansingen worden via de elektronische leeromgeving aangevraagd bij en verwerkt door de leerlingcoördinator. 12. Een herkansing die te laat wordt aangevraagd, kan niet meer in behandeling genomen worden. 32