Leergang contractenrecht. bewijslastverdeling
|
|
- Maarten Sanders
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Leergang contractenrecht bewijslastverdeling mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock maart 2017
2 Inleiding het burgerlijk proces Van wie is de civiele procedure? Partij autonomie vs rechterlijke vrijheid - feiten liggen in het domein van partijen (partijautonomie/lijdelijkheid van de rechter) - beslissingen over de procedure en het recht liggen in het domein van de rechter da mihi facta, dabo tibi ius
3 Doel: het verwezenlijken van het materiële recht Inleiding het burgerlijk proces Ideaal: in iedere zaak de uitkomst die overeenkomt met de materieelrechtelijke rechtspositie van partijen. - Hoe wordt dat doel bereikt? - Hoe is daarbij de taakverdeling tussen partijen en rechter?
4 Inleiding het burgerlijk proces Wat is nodig om het doel te bereiken? - ware en relevante feiten vaststellen - juiste en relevante regels van materiaal recht selecteren - geselecteerde regels toepassen op de geselecteerde feiten juiste uitkomst van de procedure: rechterlijke beslissing/vonnis De belangrijkste grondstof voor elke beslissing van de civiele rechter zijn de feiten van het geval. (R.H. de Bock: Tussen waarheid en onzekerheid: over het vaststellen van feiten in de civiele procedure (diss. Tilburg, Deventer: Kluwer 2011)
5 Feitenvaststelling vaststellen van ware en relevante feiten 7 stappen (V. van den Brink: Stellen, betwisten, bewijzen een handleiding, PP , p ) 1. Stellen 2. Betwisten 3. Bewijslastverdeling 4. Bewijsaanbod 5. Bewijsopdracht 6. Bewijslevering 7. Bewijswaardering
6 Stelplicht Art. 111 lid 2 sub d Rv (eis en gronden): de gestelde feiten moeten de vordering kunnen dragen. Art. 24 Rv: De rechter onderzoekt en beslist de zaak op de grondslag van hetgeen partijen aan hun vordering, verzoek of verweer ten gronde hebben gelegd, tenzij uit de wet anders voortvloeit. feitelijke grondslag/omvang rechtsstrijd van partijen verbod aan de rechter om de feitelijke grondslag aan te vullen; spanning met plicht om ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen (art. 25 Rv)
7 Art. 149 Rv: Stelplicht De rechter mag slechts die feiten en rechten aan zijn beslissing ten grondslag leggen die in het geding aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die in rechte zijn komen vast te staan. Feiten of rechten die door de ene partij zijn gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist, moet de rechter als vaststaand beschouwen. bronnen waaruit de rechter mag putten voor het vaststellen van de feitelijke grondslag verbod aan de rechter om feiten aan te vullen uitzondering (lid 2): feiten van algemene bekendheid en ervaringsregels
8 Stelplicht Art. 149 Rv: De rechter mag slechts die feiten en rechten aan zijn beslissing ten grondslag leggen die in het geding aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die in rechte zijn komen vast te staan. (verbod aan de rechter om feiten aan te vullen) Feiten of rechten die door de ene partij zijn gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist, moet de rechter als vaststaand beschouwen. Geldt niet onverkort bij verstek (art. 139 Rv)
9 Stelplicht Art. 150 Rv: De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit.
10 Stelplicht Stelplicht: Die feiten moeten worden gesteld die gezamenlijke voorwaarde zijn voor het kunnen vaststellen van de materieelrechtelijke rechtspositie waarin de partij wil worden erkend en voor het toekennen van het rechtsgevolg dat zij beoogt. Omvang stelplicht wordt bepaald door: - het materiële recht => wisselwerking tussen relevante regels van materieel recht en de relevante te stellen feiten. - het debat tussen partijen => hoe gemotiveerder de betwisting, hoe hoger de eisen aan de stelplicht
11 Stelplicht Omvang stelplicht wordt bepaald door: het materiële recht => wisselwerking tussen relevante regels van materieel recht en de relevante te stellen feiten. - welke rechtsgevolg wordt beoogd? - welke rechtsregel is daartoe dienstbaar? - welke feiten zijn daarvoor relevant?
12 Het civiele beslissingsmodel eiser Vordering Rechtsgrond Feitelijke grondslag - - Betwist: ja/nee Reactie op verweer Rechtsgrond - - Betwist: ja/nee gedaagde Betwist: ja/nee Verweer Rechtsgrond Feitelijke grondslag - - Betwist: ja/nee Reactie op reactie op verweer Rechtsgrond - -
13 Stelplicht Omvang stelplicht wordt daarnaast ook bepaald door: - het debat tussen partijen => hoe gemotiveerder de betwisting, hoe hoger de eisen aan de stelplicht eigenlijk: motiveringsplicht onvoldoende (gemotiveerd) gesteld onvoldoende (gemotiveerd) betwist correctie: wat kan een partij redelijkerwijs nog meer
14 Stelplicht HR 23 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0637 (krantendepothouder) Het hof heeft zonder miskenning van enige rechtsregel en niet onbegrijpelijk kunnen oordelen dat ( ) van eiser mocht worden verwacht dat hij, wilde hij worden toegelaten tot het bewijs van zijn stellingen, met betrekking tot de gang van zaken rond de totstandkoming en uitvoering van de overeenkomst meer zou stellen dan hij heeft gedaan. ( ) Het hof heeft derhalve geoordeeld en kunnen oordelen dat eiser onvoldoende heeft gesteld om tot bewijslevering te worden toegelaten. Conclusie AG: anders
15 Stelplicht HR 28 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO6106 (Dexia) Aldus heeft het hof miskend dat in het onderhavige geval van Dexia bezwaarlijk kon worden verlangd dat zij nadere feitelijke gegevens verstrekte omtrent de eerdere bekendheid van de echtgenote van [verweerder] met de overeenkomst. In aanmerking genomen dat de desbetreffende stelling betrekking heeft op, voor de beslissing van de zaak relevante, omstandigheden van subjectieve aard die zich geheel in de sfeer van [verweerder] en zijn echtgenote hebben afgespeeld, en gelet op het (hiervoor in samengevatte) partijdebat, brengen de eisen van een goede procesorde in dit geval immers mee dat met het oog op het, mede door art. 166 Rv. gewaarborgde, belang van de waarheidsvinding door het leveren van getuigenbewijs, aan de feitelijke onderbouwing van die stelling niet de eisen mogen worden gesteld die het hof hier heeft aangenomen.
16 Verzwaarde stelplicht verwerende partij dient in het kader van de betwisting van de aan de vordering ten grondslag gelegde feiten de andere partij voldoende aanknopingspunten te bieden voor eventuele bewijslevering. bijv. HR 13 januari 1995, NJ 1997, 175 Eigenlijk: verzwaarde motiveringsplicht van een betwisting
17 Verzwaarde motiveringsplicht bijvoorbeeld: arts, notaris, vermogensbeheerder/financieel adviseur HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1634 (verzwaarde stelplicht financieel adviseur) met (mooie overzichts-)conclusie A-G Wissink: wanneer in bepaalde procesconstellaties een zo ernstige verstoring van het processuele evenwicht dreigt dat de realisering van het materiële recht, zonder ingrijpen teveel in gevaar zou komen. de verzwaarde motiveringsplicht komt erop neer dat de betrokken professional zo nauwkeurig mogelijk zijn lezing moet geven van hetgeen, voor zover relevant, tijdens de relevante dienstverlening is voorgevallen en de gegevens verschaffen waarop hij/zij de beschikking heeft of kan hebben. Zie ook: HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:831 (wegbeheerder) HR 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:288 (notaris, geen dossier komt voor diens rekening)
18 consequentie van onbalans? HR 15 dec 2006, NJ 2007, 203 (zie ook Reaal/Deventer): oordeel feitenrechter - onvoldoende gemotiveerd betwist (art. 149 Rv) - voorshands bewezen, behoudens tegenbewijs - eventueel: omkering van de bewijslast Verzwaarde motiveringsplicht
19 van materieel debat naar bewijslast Als de stelplichtdrempel niet is genomen, komt men aan bewijs niet toe NIET: wie eist bewijst NIET: wie stelt bewijst WEL: niet (voldoende) gesteld => geen bewijs WEL: niet (voldoende) betwist => geen bewijs Bewijs moet men verdienen ; bewijslevering komt pas aan de orde als voldoende (gemotiveerd) is gesteld en voldoende gemotiveerd is betwist.
20 Bewijslast Bewijslast: verplichting van een partij in een geding om bewijs van bepaalde feiten te leveren Wie bewijst wat? Bewijslast = bewijsrisico
21 Bewijslast - hoofdregel Art. 150 Rv De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit. Bevrijdend verweer? nee, want. => eiser bewijst ja, maar. => gedaagde bewijst N.B. deze vuistregel kan gemakkelijk tot verwarring leiden
22 Bevrijdend/zelfstandig verweer? Bewijslast - hoofdregel Utimaco/D&R (NJ 2005, 282): het verweer van gedaagde bestaat er niet in dat zij het ontstaan van de vordering betwist, maar dat zij zich beroept op een grond waarop die vordering zou zijn teniet gegaan NNEK/Mourik (NJ 2007, 203): gedaagde bestrijdt niet de door eiser aan zijn vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden maar beroept zich afgezien daarvan op een bevrijdende omstandigheid - verweer met zelfstandig rechtsgevolg: vordering is toewijsbaar zolang gegrondheid verweer niet is komen vast te staan (Asser) - aanwijzing in de wettekst: tenzij-bepaling
23 Bewijslast - uitzonderingen Art. 150 Rv De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling van de bewijslast voortvloeit. - omkering van de bewijslast (= omkering bewijsrisico) - bijzondere regel - eisen van redelijkheid en billijkheid - bewijsvermoeden (wettelijk of jurisprudentieel): rechter acht voorshands afdoende bewezen - omkeringsregel (- verzwaarde motiveringsplicht)
24 Omkering bewijslast Zuivere omkering van de bewijslast betekent ook omkering van het bewijsrisico! - op grond van wettelijke of jurisprudentiële regels
25 Omkering bewijslast HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1272 (schenking) Art. 7:176 BW bepaalt dat indien de schenker feiten stelt waaruit volgt dat de schenking door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen, bij een beroep op vernietigbaarheid de bewijslast van het tegendeel op de begiftigde rust, tenzij van de schenking een notariële akte is opgemaakt of deze verdeling van de bewijslast in de gegeven omstandigheden in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou zijn. Bij die stand van zaken had het hof toepassing moeten geven aan art. 7:176 BW door op de broer de bewijslast te leggen dat de schenkingen niet door misbruik van omstandigheden zijn tot stand gekomen, dan wel door te oordelen dat deze verdeling van de bewijslast in de gegeven omstandigheden in strijd met de eisen van redelijkheid van billijkheid zou zijn. Van dat laatste had het hof dan uitdrukkelijk verantwoording moeten afleggen, waarbij het hof tevens tot uitdrukking had moeten brengen welke (door de broer gestelde) feiten deze afwijking van de hoofdregel van art. 7:176 BW rechtvaardigen.
26 Omkering bewijslast Zuivere omkering van de bewijslast betekent ook omkering van het bewijsrisico! - zaakspecifiek: eisen van redelijkheid en billijkheid HR 28 september 2012, BW9870; uit conclusie A-G Vlas: slechts onder bijzondere omstandigheden kan de rechter overgaan tot omkering van de bewijslast op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dat is slechts mogelijk indien toepassing van de hoofdregel leidt tot onbillijke resultaten en geen bijzondere - geschreven of ongeschreven - regel uitkomst biedt. Duidelijk is dat het om uitzonderlijke gevallen moet gaan.
27 Omkering bewijslast Dat een partij in bewijsnood verkeert, is op zich onvoldoende reden voor omkering van de bewijslast. (HR 12 januari 2001, AA9428) Dat de bewijsnood is ontstaan door toedoen van de wederpartij kan wel een reden zijn voor omkering van de bewijslast. (HR 20 januari 2006, AU4529) Dat omkering van de bewijslast zou leiden tot het bewijzen van een negatief feit, vormt voor die omkering geen beletsel. (HR 20 januari 2006, AU4529) De enkele omstandigheid dat de wederpartij van de partij die de bewijslast heeft, het bewijs gemakkelijker kan leveren, is over het algemeen geen grond voor omkering van de bewijslast.
28 Mevrouw X is wegens een aanstaande bevalling opgenomen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis krijgt mevrouw een verdoving toegediend via een slangetje in haar rug (epidurale anesthesie). De eerste keer mislukt dit waarna een nieuwe poging wordt ondernomen, die na verloop van tijd wel slaagt. Op dat moment breken de vliezen en blijkt het vruchtwater meconium te bevatten. Na een moeizame bevalling blijkt de baby als gevolg van zuurstofgebrek ernstige afwijkingen te hebben, met blijvende hersenschade tot gevolg. Mevrouw X beticht de gynaecoloog van een kunstfout. Zij stelt dat de gynaecoloog te laat, namelijk pas nadat was gebleken dat het vruchtwater vervuild was en niet direct na het aanbrengen van de epidurale anesthesie, de harttonen van de foetus door CTGregistratie heeft laten bewaken en dat daardoor zich de hersenbeschadiging heeft kunnen voordoen. De gynaecoloog beroept zich er evenwel op dat de CTG-bewaking van meet af aan heeft gefunctioneerd. Op wie rust de bewijslast ten aanzien van de tijdige toepassing van de CTG-bewaking?
29 De rechtbank stelt vast dat de gynaecoloog een kunstfout heeft begaan door niet direct na het aanbrengen van de epidurale anesthesie CTG-bewaking van de harttonen van de foetus toe te passen. De gynaecoloog stelt zich evenwel op het standpunt dat de bij de baby geconstateerde afwijkingen niet het gevolg zijn van de fout. De hersenbeschadiging, aldus de gynaecoloog, is het gevolg van hyperinsulinisme. Op wie rust de bewijslast ten aanzien van het causaal verband?
30 Bewijsvermoeden - omkeringsregel Bewijsvermoeden (geschreven of ongeschreven): rechter acht voorshands afdoende bewezen tegenbewijs: ontzenuwen van voorshands geleverd bewijs Omkeringsregel ( omkering bewijsrisico!): indien een als OD of wanprestatie aan te merken gedraging in strijd is met een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade, en dit specifieke gevaar zich vervolgens verwezenlijkt, is daarmee het causaal verband tussen gedraging en schade in beginsel gegeven, behoudens tegenbewijs. (zie bijvoorbeeld: HR 23/11/12, BX7264)
31 Bewijslast - casus Personenauto: bestuurder A en twee mede-inzittenden B en C Vrachtauto: bestuurder X 26 februari, om 6.30 uur, regen, beperkt zicht A voert grootlicht X waarschuwt met grootlicht A raakt de berm, slingert en botst tegen X A spreekt (verzekeraar van) X aan stelling A: X is grootlicht blijven voeren en daardoor raakte ik verblind en ben ik gebotst verweer X: ik heb alleen maar geseind.
32 Bewijslast - casus rechtbank: eiser (A) moet bewijzen dat X grootlicht is blijven voeren => bewijs niet geleverd: vordering afgewezen A gaat in hoger beroep: - aanvulling grondslag: X heeft onvoldoende rechts gehouden en snelheid onvoldoende aangepast (smalle weg, donker, regen, wind) - ten onrechte bewijslast B: alleen maar geseind, wel voldoende rechts gehouden en reed langzamer dan toegestane snelheid cassatiemiddel: erkenning dat grootlicht is aangezet leidt tot bewijslast dat grootlicht is uitgezet (ja, maar-verweer?) HR 4 mei 2012, BW1256
33 Bewijslast HR 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5356 (zorgplicht) De stelling van de makelaar doet geen beroep op een bevrijdende omstandigheid, maar vormt een onderdeel van de betwisting door de makelaar van de stelling van de koper dat de makelaar jegens hem in zijn zorgplicht is tekortgeschoten. Het is derhalve in beginsel aan de koper, als onderdeel van de op hem rustende bewijslast van zijn stelling dat de makelaar jegens hem in zijn zorgplicht is tekortgeschoten, om aannemelijk te maken dat die betwisting ongegrond is. (vgl. NNEK/Mourik (NJ 2007, 203): gedaagde bestrijdt niet de door eiser aan zijn vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden maar beroept zich afgezien daarvan op een bevrijdende omstandigheid)
34 Bewijslast HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1136 (wederzijdse dwaling) Op grond van de hoofdregel van art. 6:228 lid 1, aanhef en onder c, BW in verbinding met art. 150 Rv rust op de partij die zich ter vernietiging van een overeenkomst op wederzijdse dwaling beroept de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de vereisten dat de overeenkomst is tot stand gekomen onder invloed van dwaling, dat deze bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, en dat de wederpartij van dezelfde onjuiste veronderstelling is uitgegaan als de dwalende. Het is, mede blijkens het woord tenzij in de bepaling, vervolgens aan de wederpartij om bij wege van verweer tegen het dwalingsberoep te stellen en bij voldoende betwisting aannemelijk te maken dat zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden, met andere woorden, dat de relevantie van de dwaling ook bij een juiste voorstelling van zaken voor haar niet kenbaar zou zijn geweest.
35 Bewijslast HR 22 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6597 (ontbindende voorwaarde) De stelplicht en bewijslast ten aanzien van het bestaan en het vervuld zijn van een ontbindende voorwaarde berusten bij de partij die zich op (het vervuld zijn van) deze voorwaarde beroept. Het bestaan en vervuld zijn van de ontbindende voorwaarde vormen immers de grondslag van het bevrijdende verweer van de schuldenaar dat de voorwaarde is vervuld. (vgl. onder meer: HR 9 september 2005, LJN AT5156, NJ 2005/468). => opschortende voorwaarde: HR 7 december 2001, NJ 2002, 494 vraag: wat nu indien schuldenaar zich beroept op (niet vervulde) opschortende voorwaarde?
36 Bewijslast HR 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2228 (opschortende voorwaarde) De stelling dat aan de verplichting tot terugbetaling een voorwaarde was verbonden, hetgeen in beginsel aan de vordering tot nakoming in de weg staat, is een bevrijdend verweer waarvan de stelplicht en bewijslast op [verweerder] rusten. Uitgaande van het bestaan van zojuist bedoelde voorwaarde, rusten echter op [eiseres] als de partij die desondanks nakoming verlangt, de stelplicht en bewijslast dat de voorwaarde niet langer aan nakoming in de weg staat doordat deze in vervulling is gegaan (vgl. HR 20 maart 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0610, NJ 2002/494).
37 Bewijslast HR 22 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6597 (Batavus - uitleg) Indien partijen van mening verschillen over de inhoud of betekenis van de ontbindende voorwaarde, berust bij de partij die zich ter bevrijding van haar verbintenis beroept op het vervuld zijn van de voorwaarde ook de bewijslast ten aanzien van feiten en omstandigheden die zij ten gunste van haar uitleg van de ontbindende voorwaarde heeft ingeroepen: de beantwoording van de vraag of de voorwaarde is vervuld, hangt immers ten nauwste samen met de vaststelling van de inhoud of betekenis van de ontbindende voorwaarde. ( ) Daaraan doet niet af dat Batavus van haar kant ook feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die haar uitleg van de ontbindende voorwaarde betreffen; die enkele omstandigheid kan niet meebrengen dat zij de bewijslast daarvan draagt.
38 Bewijslast HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3100 (dwingend bewijs akte/uitleg) Uit het bestreden arrest blijkt dat het hof zijn oordeel dat S. (nader) tegenbewijs moet leveren, niet alleen heeft gebaseerd op zijn (onjuiste) opvatting over de dwingende bewijskracht van de akte van levering, maar ook op zijn voorlopig oordeel over de uitleg van de akte. ( ) Het hof heeft uit de omstandigheden het vermoeden kunnen afleiden dat de bewoordingen van de akte van levering overeenstemmen met de werkelijke bedoeling van de daarbij betrokken partijen.
39 Bewijslast HR 1 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6755 (afgebroken onderhandelingen) Vermoeden van gerechtvaardigd vertrouwen in totstandkoming overeenkomst en onrechtmatig afbreken van de onderhandelen HR: Met oordeel dat het vorenstaande uitzondering lijdt indien komt vast te staan dat [verweerster] gedurende de onderhandelingen aan Greenib bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, en met zijn oordeel dat Greenib wordt toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat [verweerster] haar bewust onjuist heeft geïnformeerd, heeft hof bedoeld dat Greenib werd toegelaten tot het leveren van tegenbewijs, en wel aldus dat Greenib de gelegenheid werd geboden om het hiervoor genoemde vermoeden te ontzenuwen door bewijs te leveren van het door haar gestelde bewust onjuist informeren door [verweerster]. Dus: ontzenuwen door bewijs te leveren van een ander feit
40 Bewijslast HR 9 november 2012, BX0737, NJ 2014, 480 m.nt. Asser (beroepsfout) Een zodanig toegespitste bewijsopdracht met het daaraan verbonden bewijsrisico brengt [eiser] in een lastiger bewijspositie dan gerechtvaardigd is, nu die eraan voorbijgaat dat [betrokkene 1], als de beroepsfout niet was gemaakt, in de eerste procedure zou hebben moeten bewijzen dat [eiser] de vennootschap had voortgezet en dus op dat punt het bewijsrisico zou hebben gedragen.
41 Bewijslast HR 3 februari 2017, HR:2017:140 (ongedaanmakingsverbintenis) Het hof heeft in rov overwogen dat genoegzaam is gebleken dat er schade is aan de inventaris. Voorts staat vast dat de schade aan de inventaris is ontstaan op enig tijdstip vóór de ontruiming op 2 juni 2010 van het pand waarin het restaurant was gevestigd, derhalve gedurende de periode dat [verweerder] het genot en het gebruik had van het restaurant en de inventaris. Een en ander brengt mee dat het verweer van [verweerder] dat hij de schade niet heeft veroorzaakt, moet worden aangemerkt als een bevrijdend verweer. Anders dan het hof heeft overwogen, was het dan ook aan [verweerder] om te stellen en, zo nodig, te bewijzen, dat de schade niet door hem is veroorzaakt.
42 Bewijslast HR 8 juli 2016, HR:2016:1483 (doorberekeningsverweer) Schade of voordeelstoerekening? Bij het maken van een keuze zijn de stelplicht en bewijslast niet doorslaggevend, aangezien de rechter daarvoor in beide benaderingen dezelfde regels kan hanteren. Ten aanzien van het bestaan en de omvang van de schade gelden weliswaar in beginsel de gewone bewijsregels, maar daarbij is de rechter ingevolge art. 6:97 BW bevoegd de schade te begroten op de wijze die met de aard van deze schade in overeenstemming is of de schade te schatten indien deze niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Dit geeft voldoende ruimte om, evenals het geval is in de benadering op de voet van art. 6:100 BW, niet alleen de stelplicht, maar ook de bewijslast ten aanzien van de aan het doorberekeningsverweer ten grondslag gelegde feiten bij de aansprakelijke partij te leggen (zie ook hetgeen hiervoor in is overwogen over de bewijslast onder de Richtlijn).
43 Bewijslast - klachtplicht Art. 6:89 BW: De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd. Art. 7:23 BW: De koper kan er geen beroep meer op doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. ( ) Is het verweer dat er niet tijdig is geklaagd een bevrijdend verweer?
44 Bewijslast - klachtplicht Hijma/Tjittes/Krans: vorm van rechtsverwerking/vervaltermijn; bevrijdend verweer => bewijslast schuldenaar/verkoper Sijmonsma/Ernes/(Asser?): voorwaardelijke verbintenis => bewijslast schuldeiser/koper
45 Bewijslast - klachtplicht HR 20 januari 2006, NJ 2006, 80 (Robinson/Molenaar): geen ambtshalve toepassing art. 6:89 BW HR 23 november 2007, LJN BB3733 (Ploum/Smeets I): Het hof heeft voorts miskend dat op Smeets in verband met het bepaalde in art. 6:89 BW en in art. 7:23 BW de verplichting rustte te stellen, en bij gemotiveerde betwisting te bewijzen, dat en op welke wijze zij tijdig en op een voor Ploum kenbare wijze heeft geklaagd over de onderhavige tekortkoming. Valk/Snijders: hopelijk een vergissing
46 Bewijslast - klachtplicht HR 8 februari 2013, LJN BX7195 (Kramer/Van Lanschot Bankiers): moet aldus worden verstaan Stelplicht en bewijslast komen pas aan de orde indien de schuldenaar respectievelijk de verkoper (hierna verder tezamen: de schuldenaar) het verweer voert dat niet tijdig is geklaagd als bedoeld in genoemde artikelen. Voert de schuldenaar dit verweer niet, dan kunnen art. 6:89 en 7:23 BW niet worden toegepast (vgl. [Robinson/Molenaar]). Voert de schuldenaar dit verweer wel, dan dient de schuldeiser, zoals is beslist in het arrest [Ploum/Smeets I], gemotiveerd te stellen en zo nodig te bewijzen dat en op welk moment is geklaagd. Of die klacht tijdig in de zin van de art. 6:89 en 7:23 BW is geweest, hangt verder af van de overige omstandigheden van het geval.
47 Bewijslast - klachtplicht HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593 (Far Trading/Edco II) klachtplicht is specifieke vorm van rechtsverwerking verweer dat niet tijdig is geklaagd is een bevrijdend verweer stelplicht en bewijslast rusten in beginsel op de schuldenaar (verkoper) maar: bijzondere regel van bewijslastverdeling ter zake van de vraag of en zo ja op welk moment door de schuldeiser (koper) is geklaagd, vanwege beschermingskarakter van art. 6:89 BW en relevante feiten liggen in domein van schuldeiser rechter mag niet ambtshalve onderzoeken of de schuldenaar relevant nadeel heeft geleden, want schuldenaar heeft daarvan de bewijslast aanvangsmoment klachttermijn? bewijslast schuldenaar (vergelijk ABN AMRO/Botersloot)
48
Magna Charta Verdieping BPR. Bewijsrecht
Magna Charta Verdieping BPR Bewijsrecht mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock stelplicht en bewijslast Londen, april 2016 Inleiding het burgerlijk proces Van wie is de civiele procedure? Partij autonomie vs rechterlijke
Nadere informatieSymposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg
Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het
Nadere informatieKlaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht
Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Author : gvanpoppel Klachtplicht Bij het verrichten van een gebrekkige prestatie of de levering van een gebrekkige zaak,
Nadere informatieWebinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst
Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (
Nadere informatieStellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling
Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei
Nadere informatieWEBINAR BEWIJS de rechterlijke sprong
WEBINAR BEWIJS de rechterlijke sprong over stellen, bewijzen en wat dies meer zij Tjalle Hidma Suum cuique tribuere Maar hoe?! Welk vertrekpunt en met welk gereedschap? Een paar basale vragen: Is het recht
Nadere informatieHoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen.
Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Samenvatting Werknemer met mesothelioom spreekt werkgever aan. De schadevergoeding wordt
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieDe onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW.
De onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89 en 7:23 BW. Op 8 februari 2013 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen (LJN:BY4600) over de onderzoeks- en klachtplicht van de artikelen 6:89
Nadere informatieDe bewijslast in artikel 1:160 BW procedures
De bewijslast in artikel 1:160 BW procedures Inleiding Zoals collega Van den Anker al eerder (Samenleven en alimentatie ontvangen? EB 2009, 32) schreef, is de alimentatieplicht niet oneindig. Deze kan
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieWebinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015
Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015 Bewijslastverdeling o.s.v. (I) Hof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2014, ECLI:NL: HARL:2014:2600:
Nadere informatieRemedies. Mr. W.L. Valk
Remedies Mr. W.L. Valk 1 Inleiding denken in remedies perspectief van de rechter perspectief van de wetenschap perspectief van partijen advocaat/andere rechtshulpverlener als intermediair aanpak in deze
Nadere informatie: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:7784
ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatie6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding
6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:7391
ECLI:NL:RBLIM:2017:7391 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 02082017 Datum publicatie 04082017 Zaaknummer 02 5691557 CV EXPL 171134 Rechtsgebieden Verbintenissenrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieJuridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013
Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever
Nadere informatieBewijslastverdeling bij schending van de zorgplicht
Bewijslastverdeling bij schending van de zorgplicht Inleiding Op 15 december 2006 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen tussen NNEK en Mourik. 1 In die zaak was aan de orde de vraag op welke partij in
Nadere informatieJurisprudentie contractenrecht
Jurisprudentie contractenrecht W.L. Valk senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden senior onderzoeker Radboud Universiteit Programma Twee arresten van de Hoge Raad: HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593
Nadere informatieArt. 8:42 Awb. Themamiddag formeel belastingrecht NVAB & Belastingdienst. Inspecteursmiddag Art. 8:42 AWB. Een grensverkenning
Art. 8:42 Awb Een grensverkenning Themamiddag Formeel Recht BD-Nvab, 29 oktober 2015 Ludwijn Jaeger Koos Spreen Brouwer Opdracht aan de inspecteur: verplichting de op de zaak betrekking hebbende stukken
Nadere informatieABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-164 d.d. 15 april 2014 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieAansprakelijkheid, de wegbeheerder en het verkeer: een overzicht van bewijs(last)kwesties
Aansprakelijkheid, de wegbeheerder en het verkeer: een overzicht van bewijs(last)kwesties Ivo Giesen Utrecht Centre for Accountability and Liability Law ( UCALL ) & Molengraaff Instituut voor Privaatrecht
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr ( mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-337 ( mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 december 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatiehikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217
Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-184 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 juni 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieOnder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten
Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieProcederen over contractsuitleg
Procederen over contractsuitleg De Haviltexnorm als bewijsregel S.N. Temme* 1 Inleiding In zijn arresten van 19 januari 2007 en 29 juni 2007 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de rechter, in geval van contractsuitleg
Nadere informatieVERKORTE INHOUDSOPGAVE
VERKORTE INHOUDSOPGAVE Voorwoord /V 1. Plan van behandeling /1 2. De afbakening van het geschil door partijen /3 2.1 De vordering / 3 2.2 De juridische grondslag / 7 2.3 De feitelijke grondslag / 9 2.4
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieKLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT
KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT Bij de aankoop van een woning blijkt achteraf nogal eens dat iets anders geleverd is dan op grond van de koopovereenkomst mocht worden verwacht. Er kan bijvoorbeeld sprake
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-395 (mr. dr. H.O. Kerkmeester, voorzitter, prof. dr. A. Buijs en J.C. Buiter, leden en mr. drs. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/175368
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BH4446
ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,
Nadere informatie1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-481 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 juli 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6351
ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatiede naamloze vennootschap InterBank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-145 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott, mpf, mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236
ECLI:NL:HR:2016:2707 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-11-2016 Datum publicatie 25-11-2016 Zaaknummer 15/05236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:874,
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2012:BV6392
ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-02-2012 Zaaknummer 372890 / HA ZA 11-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352
ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-01-2007 Datum publicatie 31-08-2010 Zaaknummer C05/352 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)
Nadere informatieProf. mr. drs. M.L. Hendrikse
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Medewerkingsplicht en bereddingsplicht in het verzekeringsrecht ACIS-symposium 10 jaar Nieuw Verzekeringsrecht: een balans Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Inleiding!
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:7158
ECLI:NL:RBGEL:2016:7158 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer C/05/300860 / HZ ZA 16-175 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieUniversiteit van Tilburg Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht. Bevrijdend Verweer. De leer van de splitsbare bewijslastverdeling
Universiteit van Tilburg Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht Bevrijdend Verweer De leer van de splitsbare bewijslastverdeling Robbert van Dijken 912623 21 augustus 2014 Begeleiders: prof.
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AM2315
ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-753 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.J. Vlasveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 4 mei 2016 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. ingediend door: i n d e k l a c h t nr. 054.01 hierna te noemen 'klager tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft
Nadere informatie2 Omschrijving van enkele begrippen
2 Omschrijving van enkele begrippen 1 INLEIDING Een probleem bij de bestudering van art. 48 (oud) Rv is dat de betekenis van veel van de gebruikte begrippen niet duidelijk is. Wat is een rechtsgrond? Is
Nadere informatieVoetangels en klemmen in het letselschade-bewijsrecht. Ivo Giesen Ucall / UU
Voetangels en klemmen in het letselschade-bewijsrecht Ivo Giesen Ucall / UU Drie thema s A) Anticiperen op de stelplicht en de (gemotiveerde) betwistingsplicht B) Vooruit denken over de bewijslastverdeling
Nadere informatieOngelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht
Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht Naar een eenvormig stelsel? Mr.H.JW.AÜ Kluwer - Deventer - 2009 Lijst van gebruikte afkortingen
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2013:CA0078
ECLI:NL:RBROT:2013:CA0078 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 14-05-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer ROT 11/02338 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Wehkamp Finance B.V., gevestigd te Zwolle, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-62 d.d. 27 februari 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-649 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 oktober 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220
ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220 Instantie Datum uitspraak 30-12-2008 Datum publicatie 06-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 105.007.173/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401
ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieBewijslastverdeling bij gestelde uitputting
Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste
Nadere informatieCollege Datum Rolnummer. Conclusie Noot. : Regelgeving
informatie JOR 2008/272 Hoge Raad "s-gravenhage, 11-07-2008, C06/288HR, UN BC8867 Vermogensadvses, Zorgplicht bank, BewijsJastverdeling Aflevering 2008 afl. 10 Rubriek College Datum Rolnummer R@chter(s)
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieIn vrijwel iedere procedure speelt de bewijslastverdeling
MR. G.J.R. KALSBEEK Bestuurdersaansprakelijkheid en bewijs; een verzwaarde motiveringsplicht voor bestuurders? In vrijwel iedere procedure speelt de bewijslastverdeling een belangrijke rol. Het vaststellen
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 30-01-2008 Datum publicatie 05-02-2008 Zaaknummer 357824 CV EXPL 07-8249 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieSamenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in beroep
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-005 d.d. 15 januari 2018 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, J.C.H. Kars AAG CERA, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, leden,
Nadere informatieBurgerlijk Wetboek Boek 3Burgerlijk
Art. 33 Artikel Art. 34 Artikel F.W.J. Meijer en mr. H.M. Wattendorff F.W.J. Meijer Wetboek Boek 3Burgerlijk Wetboek Boek 3 Burgerlijk Wetboek Boek 3Burgerlijk 33 mr. Een rechtshandeling vereist een op
Nadere informatie1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-587 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 17 augustus 2016 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. S. van Rijn, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-011 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. S. van Rijn, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 februari 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-495 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. B.F. Keulen, mr. R.J. Paris en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. F. Faes,
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-517 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.P. van Strien, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 november 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,
Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,
Nadere informatieProportionele aansprakelijkheid. Prof.mr. E. Bauw Universiteit Utrecht
Proportionele aansprakelijkheid Prof.mr. E. Bauw Universiteit Utrecht Opbouw 1. Het vereiste van causaal verband 2. Bewijs van causaal verband 3. Remedies bij onzeker causaal verband 4. Proportionele aansprakelijkheid
Nadere informatieBewijslastverdeling voor beginners
Burgelijk procesrecht Merkwaardig dat bewijslastverdeling in het civiele recht een ondergeschoven kindje is, want het gaat om het winnen of verliezen van een zaak. Daarom zet rechter Röell de basisbeginselen
Nadere informatieUitspraak van de Arbiter Bodembeweging van 26 april 2017
uitspraak ARBITER BODEMBEWEGING Zaaknummer: 16/320 Meldingsnummer: [] Uitspraak van de Arbiter Bodembeweging van 26 april 2017 inzake [naam] wonende te Haren, eigenaar van het pand aan de [adres] Haren,
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieLEERGANG CONTRACTENRECHT
LEERGANG CONTRACTENRECHT SPREKER Mr. drs. F.J.P. Lock, senior raadsheer Hof Arnhem-Leeuwarden, onderzoeker Radboud Universiteit 24 maart 2017 Kasteel Waardenburg GEH Tutein Noltheniuslaan 7 4181 AS Waardenburg
Nadere informatieRECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 Vonnis van 25 februari 2015 in de zaak van maatschap [naam maatschap], gevestigd
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ4349
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4349 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-06-2009 Datum publicatie 31-07-2009 Zaaknummer 175362 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:513
ECLI:NL:GHARL:2014:513 Instantie Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 14-02-2014 Zaaknummer 200.115.952 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieHoger beroep, verdieping.
Hoger beroep, verdieping www.avdr.nl 1 Twee functies: controle herstel van fouten en verzuimen: i) binnen de grenzen van de rechtsstrijd, ii) nieuwe behandeling en beslissing, iii) naar de toestand die
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 MEI 2011 C.10.0175.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0175.F G. V., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. B.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatiePraktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen. Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht
Praktisch contracteren: Handelsgeschillen passend oplossen Kristina Adam & Erik Hollander Advocaten contracten, proces en aansprakelijkheidsrecht 31 maart 2015 Welkom! Wie zijn wij? Erik Hollander 053
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:6266
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:9831
ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieStelplicht en bewijslast
Studiereis Curacao 2015 Bewijsrecht Stelplicht en bewijslast 13 oktober 2015 Spreker Mr. drs. F.J.P. Lock 1 Inhoudsopgave Mr. drs. P.J.P. Lock Waarheids- en informatieplicht 1. HR 25 maart 2011, LJN BO9675,
Nadere informatieRechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken
Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.
Nadere informatiede naamloze vennootschap F. van Lanschot bankiers N.V., gevestigd te Den Bosch, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-149 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mevrouw mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatie