BIJZONDER BESTEK WERKEN BOUWEN VAN 4 BUNGALOWS (+1 IN OPTIE) OPEN OFFERTEAANVRAAG. APB De Gavers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIJZONDER BESTEK WERKEN BOUWEN VAN 4 BUNGALOWS (+1 IN OPTIE) OPEN OFFERTEAANVRAAG. APB De Gavers"

Transcriptie

1 BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP BOUWEN VAN 4 BUNGALOWS (+1 IN OPTIE) OPEN OFFERTEAANVRAAG Opdrachtgevend bestuur APB De Gavers De Gavers, Liesbeth Cock Onkerzelestraat 280 te 9500 Geraardsbergen Blz. 1

2 Inhoudsopgave I. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT...12 IDENTITEIT VAN DE OPDRACHTGEVER...12 WIJZE VAN GUNNEN...12 PRIJSVASTSTELLING...12 TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE...13 VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE...14 INDIENEN VAN DE OFFERTE...14 OPENING VAN DE OFFERTES...15 VERBINTENISTERMIJN...15 MAXIMAAL BUDGET...15 GUNNINGSCRITERIA...15 PRIJSHERZIENINGEN...16 VARIANTEN...16 KEUZE VAN OFFERTE...16 II. CONTRACTUELE BEPALINGEN LEIDEND AMBTENAAR...17 VERZEKERINGEN...18 BORGTOCHT...18 UITVOERINGSTERMIJN...18 BETALINGSTERMIJN...19 WAARBORGTERMIJN...19 VOORLOPIGE OPLEVERING...20 DEFINITIEVE OPLEVERING...20 ILLEGAAL VERBLIJVENDE ONDERDANEN...21 LOON VERSCHULDIGD AAN WERKNEMERS...21 INFORMATIEVEILIGHEID EN PRIVACY-VERBINTENIS...22 III. EXTRA BEPALINGEN ( ADMINISTRATIEF, CONTRACTUEEL, TECHNISCH OF JURIDISCH) IV. TECHNISCHE BEPALINGEN OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT SITUERING PROJECTSCHETS PROGRAMMA DER EISEN ALGEMEEN AMBITIENIVEAU AANNEMINGSMODALITEITEN AANNEMINGSMODALITEITEN - ALGEMEEN aannemingsmodaliteiten voorafgaand plaatsbezoek aannemingsmodaliteiten burgerlijke aansprakelijkheid aannemingsmodaliteiten volledigheid van inschrijving aannemingsmodaliteiten onderaanneming aannemingsmodaliteiten keuringsattesten aannemingsmodaliteiten materialenlijst PLAATSBESCHRIJVINGEN ALGEMEEN WERFCOÖRDINATIE ALGEMEEN werfcoördinatie planning van de werken werfcoördinatie werfleiding en controle werfcoördinatie werfvergaderingen werfcoördinatie uitzetten bouwwerken werfcoördinatie as-builtdossier WERFCONDITIES ALGEMEEN...45 Blz. 2

3 werfcondities orde en netheid werfcondities geluids- en stofhinder werfcondities nazorg VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ALGEMEEN BOUWPLAATSVOORZIENINGEN BOUWPLAATSVOORZIENINGEN - ALGEMEEN VOORLOPIGE OMHEINING ALGEMEEN AANKONDIGING WERF ALGEMEEN WERFLOKALEN ALGEMEEN VOORLOPIGE AANSLUITINGEN ALGEMEEN GEBOUWPRESTATIES GEBOUWPRESTATIES - ALGEMEEN ENERGIEPRESTATIE EN BINNENKLIMAAT (EPB) ALGEMEEN LUCHTDICHTHEID - ALGEMEEN AKOESTIEK - ALGEMEEN BRANDVEILIGHEID - ALGEMEEN DUURZAAMHEID EN MATERIAALGEBRUIK - ALGEMEEN PROEVEN PROEVEN - ALGEMEEN PROEVEN - LUCHTDICHTHEIDSMETING PROEVEN ELEKTRICITEIT + NOODVERLICHTING + DATANETWERK PROEVEN BRANDBEVEILIGING PROEVEN WATERVERDELING PROEVEN STOOKINSTALLATIE + GASDICHTHEID PROEVEN GESCHEIDEN RIOLERING GRONDWERKEN ONDERBOUW GRONDWERKEN ONDERBOUW SPECIALE FUNDERINGEN SPECIALE FUNDERINGEN (PAALFUNDERINGEN + FUNDERINGSBALKEN) ONDERGRONDSE LEIDINGEN ONDERGRONDSE LEIDINGEN - ALGEMEEN RIOOLBUIZEN - ALGEMEEN rioolbuizen kunststof TOEZICHTPUTTEN - ALGEMEEN toezichtsputten - beton PUTDEKSELS EN ROOSTERS - ALGEMEEN...64 IV putdeksels en roosters - enkel deksel putdeksels en roosters - dubbel deksel AFVALWATERBEHANDELING - ALGEMEEN afvalwaterbehandeling septische putten REGENWATERBEHANDELING - ALGEMEEN regenwaterbehandeling - regenwaterputten regenwaterbehandeling - hergebruik regenwater regenwaterbehandeling - voorfilters regenwaterbehandeling - overloop en terugslagklep AANSLUITINGEN - ALGEMEEN aansluitingen - bestaande riolering aansluitingen doorvoer- en wachtbuizen aansluitingen wachtput BUITENWAND-, DAK- EN VLOERCONSTRUCTIES BUITENWAND- EN DAKCONSTRUCTIES ALGEMEEN...76 Blz. 3

4 STRUCTUURELEMENTEN ALGEMEEN DAKWATERAFVOER DAKWATERAFVOER ALGEMEEN...78 V. 40. BUITENSCHRIJNWERK PROFIELSYSTEMEN - ALGEMEEN profielsysteem aluminium HANG- EN SLUITWERK - ALGEMEEN hang- en sluitwerk - standaard beslag hang- en sluitwerk - scharnieren en paumellen hang- en sluitwerk - sloten hang- en sluitwerk - raamkrukken hang- en sluitwerk - deurkrukken BEGLAZING - ALGEMEEN beglazing - dubbele beglazing VULELEMENTEN - ALGEMEEN vulelementen aluminium RAAMDORPELS - ALGEMEEN raamdorpels - aluminium OMKADERINGSELEMENTEN - ALGEMEEN TOEBEHOREN - ALGEMEEN toebehoren overwaaibeveiligingen buitendeuren GEVELBEKLEDINGEN GEVELBEKLEDINGEN - ALGEMEEN REGELSTRUCTUUR ALGEMEEN THERMISCHE ISOLATIE - ALGEMEEN BEKLEDINGSPANELEN - ALGEMEEN TERRASSEN BORSTWERINGEN BORSTWERINGEN - ALGEMEEN BORSTWERINGEN - ALGEMEEN borstweringen - staal TERRASBEKLEDING ALGEMEEN BINNENPLEISTERWERKEN BINNENPLEISTERWERKEN - ALGEMEEN WANDBEPLEISTERING - ALGEMEEN wandbepleistering - gipspleisters PLAFONDBEPLEISTERING - ALGEMEEN plafondbepleistering - gipspleisters BINNENPLAATAFWERKINGEN BINNENPLAATAFWERKINGEN - ALGEMEEN LICHTE SCHEIDINGSWANDEN - ALGEMEEN lichte scheidingswanden gipskartonplaten en cementplaten VOORZETWANDEN ALGEMEEN voorzetwanden - gipskartonplaten PLAFONDAFWERKING ALGEMEEN plafondafwerking verlaagd plafond UITBEKLEDING BUITENRAMEN EN -DEUREN ALGEMEEN uitbekleding buitenramen en deuren MDF BINNENVLOERAFWERKINGEN BINNENVLOERAFWERKINGEN - ALGEMEEN VLOERBEKLEDING - ALGEMEEN tegelvloeren keramisch Blz. 4

5 PLINTEN ALGEMEEN plinten steen plinten - hout TOEBEHOREN - ALGEMEEN toebehoren - vloermatkaders toebehoren - vloermatten BINNENDEUREN EN -RAMEN DEURKOZIJNEN - ALGEMEEN deurkozijnen - hout DEURBLADEN - ALGEMEEN deurbladen - hout met holle kern SCHUIF- EN VOUWDEUREN ALGEMEEN schuif- en vouwdeuren - schuifsystemen HANG- EN SLUITWERK - ALGEMEEN hang- en sluitwerk - scharnieren en paumellen hang- en sluitwerk - deursloten hang- en sluitwerk - deurkrukken TOEBEHOREN - ALGEMEEN toebehoren - deurstoppen toebehoren - muggenramen toebehoren - verduisteringsgordijnen toebehoren - binnenzonwering VAST BINNENMEUBILAIR VAST BINNENMEUBILAIR - ALGEMEEN KEUKENMEUBELEN - ALGEMEEN keuken type A (niet aangepast aan mindervaliden) keuken type B (aangepast aan mindervaliden) keukenkasten met fronten uit gestratifieerde platen en corpus uit gemelamineerde platen werkbladen bekleed met gestratifieerde platen KEUKENTOESTELLEN ALGEMEEN dampkappen koelkasten met vriesvak inductiekookplaten combi-ovens combi-ovens vaatwassers BADKAMERMEUBELEN - ALGEMEEN badkamermeubelen VESTIAIREKASTEN - ALGEMEEN vestiairekasten TABLET- EN WANDBEKLEDINGEN TABLET- EN WANDBEKLEDINGEN - ALGEMEEN VENSTERTABLETTEN - ALGEMEEN venstertabletten - hout WANDBEKLEDINGEN - ALGEMEEN wandbekledingen betegeling SANITAIR LEIDINGNET SANITAIR LEIDINGNET - ALGEMEEN AFVOERBUIZEN - ALGEMEEN afvoerbuizen - PVC afvoerbuizen - PE VERLUCHTINGSBUIZEN - ALGEMEEN verluchtingsbuizen - PVC Blz. 5

6 verluchtingsbuizen - PE verluchtingsbuizen - beluchtingsventielen KLOKROOSTERS - INTERN - ALGEMEEN klokroosters - aluminium klokroosters - roestvast staal (RVS) PUTDEKSELS - ALGEMEEN putdeksels - gietijzer SANITAIRE DRUKLEIDINGEN - ALGEMEEN sanitaire drukleidingen - buizen sanitaire drukleidingen - collectoren sanitaire drukleidingen - leidingisolatie sanitaire drukleidingen - verwarmingslint sanitaire drukleidingen - flexibele leidingen AANSLUITING LEIDINGNET - ALGEMEEN aansluiting leidingnet - reglementaire meterstraat aansluiting leidingnet - voedingsleidingen & tellers aansluiting leidingnet waterfilters WATERBEHANDELING ALGEMEEN waterbehandeling - filters SANITAIRE TOESTELLEN & TOEBEHOREN SANITAIRE TOESTELLEN EN TOEBEHOREN - ALGEMEEN TOILETPOTTEN EN TOEBEHOREN - ALGEMEEN toiletpotten en toebehoren - hangend WASTAFELS EN TOEBEHOREN - ALGEMEEN wastafels en toebehoren wandmodel wastafels en toebehoren - inbouwmodel DOUCHES - ALGEMEEN douches - geëmailleerd staal douches - acrylaat SPECIALE TOEBEHOREN - ALGEMEEN speciale toebehoren - rail en douchegordijn speciale toebehoren - douchedeuren en -wanden speciale toebehoren - muurhandgrepen speciale toebehoren - douchezitjes AFWASTAFELS - ALGEMEEN afwastafels - inbouwmodel SANITAIRE KRANEN & KLEPPEN SANITAIRE KRANEN - KLEPPEN - ALGEMEEN TERUGSLAGKLEPPEN - ALGEMEEN terugslagkleppen - messing INSTALLATIEAFSLUITKRANEN - ALGEMEEN installatieafsluitkranen messing WANDAFSLUITKRANEN - ALGEMEEN wandafsluitkranen - enkelvoudige stopkraan DIENSTKRANEN - ALGEMEEN dienstkranen - dubbele dienstkraan ÉÉNGATSKRANEN - ALGEMEEN ééngatskranen - lavabomengkraan ééngatskranen - afwastafelmengkraan MUURMENGKRANEN - ALGEMEEN muurmengkranen douchemengkraan/armatuur muurmengkranen - afwastafelmengkraan REGENWATERPOMPEN - ALGEMEEN regenwaterpompen zelfaanzuigende hydrofoorgroep SANITAIR WARM WATER Blz. 6

7 SANITAIR WARM WATER - ALGEMEEN DOORSTROOMWATERVERWARMERS OP GAS - ALGEMEEN doorstroomwaterverwarmers op gas badgeisers ELEKTROBOILERS - ALGEMEEN elektroboilers - spaarboilers VOORRAADBOILERS INDIRECTE OPWARMING - ALGEMEEN voorraadboilers indirecte opwarming enkelvoudige warmtewisselaar ZONNEBOILERS - ALGEMEEN zonneboilers - collectoren zonneboilers - opslagvat zonneboilers - leidingsysteem en toebehoren zonneboilers - circulatoren zonneboilers - expansiesysteem zonneboilers - regelsystemen en beveiliging WARMTEPOMPBOILERS - ALGEMEEN GASINSTALLATIES GASINSTALLATIES - ALGEMEEN GASLEIDINGEN - ALGEMEEN gasleidingen - staal gasleidingen - koper GASKRANEN - ALGEMEEN gaskranen - gasfilter gaskranen - afsluitkranen GASAANSLUITING GASTOESTELLEN ALGEMEEN VERWARMING INDIVIDUELE INSTALLATIES GASWANDKETELS - ALGEMEEN gaswandketels - gesloten LEIDINGNET & TOEBEHOREN - ALGEMEEN leidingnet & toebehoren - buizen leidingnet & toebehoren - collectoren leidingnet & toebehoren - leidingisolatie leidingnet & toebehoren - verwarmingslint INSTALLATIEONDERDELEN - ALGEMEEN installatieonderdelen - aflaatkranen installatieonderdelen regel- en afsluitkranen installatieonderdelen - drukregelaars installatieonderdelen - circulatoren installatieonderdelen - expansiesysteem installatieonderdelen - vlotterontluchters installatieonderdelen - microbellenafscheider VERWARMINGSELEMENTEN & TOEBEHOREN - ALGEMEEN verwarmingselementen & toebehoren - plaatradiatoren verwarmingselementen & toebehoren - vloerverwarming WARMTEREGELING & TOEBEHOREN - ALGEMEEN warmteregeling & toebehoren - radiatorkranen warmteregeling & toebehoren - thermostaatkoppen warmteregeling & toebehoren - kamerthermostaten warmteregeling & toebehoren - weersafhankelijke regeling warmteregeling & toebehoren - manometer warmteregeling & toebehoren - thermometer BIJZONDERE INSTALLATIES BIJZONDERE INSTALLATIES - ALGEMEEN WARMTEPOMPEN - ALGEMEEN warmtepompen lucht-water monoblok Blz. 7

8 warmtepompen - lucht-water met binnen- en buitenunit (split-systeem) BRANDBESTRIJDING BRANDBESTRIJDING - ALGEMEEN BRANDBLUSAPPARATEN - ALGEMEEN brandblusapparaten - poedersnelblussers EXTERNE BLUSWATERVOORZIENING - ALGEMEEN externe bluswatervoorziening - buitenhydranten INTERNE BLUSWATERVOORZIENING - ALGEMEEN interne bluswatervoorziening - pictogrammen BRANDWERENDE BESCHERMING - ALGEMEEN VENTILATIE VENTILATIEKANALEN - ALGEMEEN ventilatiekanalen - metaal ventilatiekanalen - thermische isolatie ventilatiekanalen - ophanging en bevestiging TOEBEHOREN VENTILATIEKANALEN - ALGEMEEN toebehoren ventilatiekanalen - geluidsdempers toebehoren ventilatiekanalen - inspectie- en reinigingsopeningen WOONHUISVENTILATOREN - ALGEMEEN woonhuisventilatoren - systeem D DAMPKAPPEN - ALGEMEEN dampkappen - inbouwmotor VENTILATIEVENTIELEN EN -ROOSTERS - ALGEMEEN ventilatiemonden - gevelroosters ventilatiemonden - dakventielen OPBOUWKANALEN ROOKGAS EN VENTILATIE OPBOUWKANALEN ROOKGAS EN VENTILATIE ALGEMEEN SCHOORSTENEN - ALGEMEEN schoorstenen - roestvast staal DAKDOORGANG - ALGEMEEN dakdoorgang - enkelvoudig ELEKTRICITEIT BINNENNET ELEKTRICITEIT BINNENNET - ALGEMEEN AANSLUITINGEN - ALGEMEEN aansluitingen ondergrondse aansluiting aansluitingen aansluitbocht aansluitingen aansluitplaat aansluitingen - tellerkasten aansluitingen verbindingskabels VERDEELKASTEN - ALGEMEEN verdeelkasten - hoofdverdeelborden STROOMBEVEILIGING - ALGEMEEN stroombeveiliging - hoofdschakelaars stroombeveiliging - differentieelschakelaars stroombeveiliging - automatische schakelaars AARDING - ALGEMEEN aarding - aardingslus aarding - afzonderlijke aardverbindingen aarding - aardingsonderbrekers aarding - hoofdbeschermingsgeleiders aarding - hoofdequipotentiaalverbindingen aarding - bijkomende equipotentiaalverbindingen LEIDINGEN - ALGEMEEN leidingen ondergrondse kabels Blz. 8

9 leidingen inbouw kabelbuizen leidingen opbouw kabelbuizen leidingen - plint- & wandkanalen leidingen - kabelgoten en -ladders leidingen - wachtbuizen TREK- EN VERBINDINGSDOZEN - ALGEMEEN trek- en verbindingsdozen - inbouw metselwerk trek- en verbindingsdozen - inbouw holle wanden trek- en verbindingsdozen - inbouw verlaagde plafonds trek- en verbindingsdozen - inbouw vloeren trek- en verbindingsdozen - opbouw ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS & CONTACTDOZEN ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS & CONTACTDOZEN - ALGEMEEN STOPCONTACTEN - ALGEMEEN stopcontacten - 10/16A AANSLUITDOZEN - ALGEMEEN aansluitdozen - voeding elektrisch fornuis aansluitdozen - voeding was- & vaatwasmachine aansluitdozen - voeding HVAC en andere SCHAKELAARS - ALGEMEEN schakelaars - enkelpolig schakelaars - dubbelpolig schakelaars - wissel schakelaars - kruis schakelaars - teleruptoren SPECIALE TOEBEHOREN - ALGEMEEN speciale toebehoren - bewegingsdetectoren speciale toebehoren - schemerschakelaar ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN BINNENARMATUREN - ALGEMEEN BINNENARMATUREN TL - ALGEMEEN binnenarmaturen TL - opbouwarmatuur plafond binnenarmaturen TL - lichtstrip keukenaanrecht VEILIGHEIDSVERLICHTING - ALGEMEEN veiligheidsverlichting autonoom niet-permanent BUITENARMATUREN - ALGEMEEN ELEKTRICITEIT TELECOM & DOMOTICA ELEKTRICITEIT TELECOM & DOMOTICA - ALGEMEEN TELEFOON - ALGEMEEN KABELDISTRIBUTIE - ALGEMEEN NETWERKBEKABELING ALGEMEEN ALARMKABEL - ALGEMEEN ELEKTRICITEIT VERWARMING ELEKTRICITEIT VERWARMING - ALGEMEEN BRANDDETECTIE & ALARMSYSTEMEN BRANDDETECTIE & ALARMSYSTEMEN - ALGEMEEN CENTRALE EENHEID - ALGEMEEN ENERGIEVOORZIENING - ALGEMEEN BEKABELING - ALGEMEEN BRANDMELDING - ALGEMEEN EVACUATIETOEBEHOREN - ALGEMEEN PV ZONNEPANELEN - ALGEMEEN Blz. 9

10 80. BINNENSCHILDERWERKEN SCHILDERWERKEN ALGEMEEN BINNENSCHILDERWERKEN OP GIPSKARTONPLATEN - ALGEMEEN binnenschilderwerken op gipskartonplaten - acrylaathars BINNENSCHILDERWERKEN OP HOUT EN HOUTACHTIGE PLATEN ALGEMEEN binnenschilderwerken op hout en houtachtige platen lak BEHANGWERKEN BEHANGWERKEN - ALGEMEEN BEHANGEN MET GLASVEZELDOEK - ALGEMEEN behangen met glasvezeldoek op gipskartonplaten BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN BUITENCONSTRUCTIES - ALGEMEEN FUNDERINGEN VAN UITBREIDINGEN KNUPPELPAD - ALGEMEEN BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER BIJLAGE B : ATTEST VAN PLAATSBEZOEK BIJLAGE C : SAMENVATTENDE OPMETING BIJLAGE D : NOTA DUURZAAM BOUWEN ZIE APART DOCUMENT BIJLAGE E : AANSTIPLIJST DUURZAAM BOUWEN ZIE APART DOCUMENT BIJLAGE F : INVULLIJST TECHNIEKEN ZIE APART DOCUMENT BIJLAGE G : RECENTSTE KEURINGSVERSLAG ELEKTRO VTPK-0192( ) ZIE APART DOCUMENT BIJLAGE H : INHOUD POSTINTERVENTIEDOSSIER ZIE APART DOCUMENT BIJLAGE I : SONDERINGSVERSLAG ZIE APART DOCUMENT BIJLAGE J : PLANNEN ZIE APART DOCUMENT Blz. 10

11 Opdrachtgever Naam: A.P.B. De Gavers Adres: Onkerzelestraat 280 te 9500 Geraardsbergen Contactpersoon: Mevrouw Liesbeth Cock Telefoon: Toepasselijke reglementering 1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen. 2. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen. 3. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en wijzigingen. 4. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 5. Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, vastgesteld door het koninklijk besluit van 26 september Ministerieel besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en onder- categorieën met betrekking tot de erkenning van aannemers. 7. Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en wijzigingen. 8. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), Welzijnswet en Codex over het welzijn op het werk. 9. Wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen Artikel 92 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 De termijn van definitieve oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. Blz. 11

12 I. Administratieve bepalingen Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de opdrachtnemer is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de wet van 15 juni 2006 en het koninklijk besluit van 15 juli 2011 en latere wijzigingen. Beschrijving van de opdracht Voorwerp van deze werken: Bouwen van 4 bungalows (+1 in optie). Aan de inschrijvers wordt prijs gevraagd voor 4 bungalows (3 kleine en 1 grote). De prijs moet minder zijn dan EUR excl. BTW. In optie wordt er prijs gevraagd voor de bouw van een extra, kleine bungalow. Plaats van uitvoering: De Gavers, Onkerzelestraat 280 te 9500 Geraardsbergen Identiteit van de opdrachtgever APB De Gavers Onkerzelestraat 280a 9500 Geraardsbergen Wijze van gunnen De opdracht wordt gegund bij wijze van een open offerteaanvraag. Prijsvaststelling De opdracht wordt beschouwd als een gemengde opdracht. Blz. 12

13 Toegangsrecht en kwalitatieve selectie Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: Juridische situatie van de inschrijver (toegangsrecht) Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 20 1 en 1/1 van de wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en artikel 61 tot en met 66 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren. Economische en financiële draagkracht van de inschrijver (kwalitatieve selectie) Minimumeisen: erkenning categorie D, klasse 4 De inschrijver is vrijgesteld van het bijvoegen van het RSZ attest en het bewijs van erkenning, aangezien deze documenten zullen elektronisch opgevraagd worden door het bestuur. Wel is er een bankverklaring voor te leggen. Technische bekwaamheid van de inschrijver (kwalitatieve selectie). Teneinde de technische bekwaamheid en ervaring van de inschrijver voor de uitvoering van deze opdracht na te gaan, moeten bij de offerte volgende documenten worden gevoegd: 1) Samenstelling van het ontwerp- en uitvoeringsteam, incl. CV (identiteit, beroepskwalificaties, studies, referenties, werkervaring) en diploma's van alle personen die zullen worden belast met de uitvoering van de opdracht (zowel uitvoerder als vervanger(s), ontwerpers,..). De inschrijver toont aan over voldoende personeel te beschikken zodat er steeds één evenwaardige vervanger klaarstaat in geval van onverwachte afwezigheid van de expert door verlet, ziekte of andere. Wie deze vervanger is, wordt aangegeven. 2) Ervaring / referenties : min. 2 referenties van een gerealiseerd gebouw met een gelijkaardig programma en omvang. De kwaliteit van deze referenties moet beoordeeld kunnen worden aan de hand van plannen, gevels, doorsnedes, foto s, sfeerbeelden, technische basisgegevens, projectbeschrijving De projecten moeten opgeleverd zijn na Verder moet er per referentie een geschreven nota worden toegevoegd met meer uitleg omtrent : Wat was het projectbudget (ontwerp en uitvoering, incl. technieken, incl. BTW, excl. buitenaanleg), Aantal m² vloeroppervlakte en de kostprijs per m² (bruto-oppervlakte) De inbreng en het aandeel van de aannemer bij de uitvoering van het project (bv keuze materialen, projectplanning, coördinatie onderaannemers technieken/afwerking,..) De uitvoeringsmethoden en materialen, de technische installaties.. (relevant voor het aantonen kwaliteit van referentie). Op welke manier is aandacht besteed aan duurzaamheid en onderhoudsvriendelijkheid van materialen? De door de aannemer uitgevoerde maatregelen voor het behalen van de EPB-eisen. Welk E- en K-peil werden behaald in dit project? Bij elke referentie worden de contactgegevens van de opdrachtgever opgegeven. Voor elke kandidatuur wordt eerst gecontroleerd of de gevraagde referenties ingediend zijn. Indien de referenties ontoereikend zijn, onvoldoende informatie verschaffen of niet beantwoorden aan de gestelde eisen, kan de kandidatuur geweerd worden. Vereiste erkenning van aannemers (categorie en klasse - de klasse wordt bepaald op het ogenblik van de gunning) Klasse 4 D (Bouwwerken) Blz. 13

14 Vorm en inhoud van de offerte De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands. Alle documenten opgesteld of vervolledigd door de inschrijver of zijn gevolmachtigde zijn gedateerd en door hem ondertekend. Als de ondertekening gebeurt door een gemachtigde, vermeldt hij duidelijk zijn volmachtgever of volmachtgevers. De gemachtigde voegt bij de offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit zijn bevoegdheid blijkt of een afschrift van zijn volmacht. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. Prijzen moeten steeds opgegeven worden in euro. Veiligheids- en gezondheidsplan De inschrijver is verplicht een offerte in te dienen die conform is met het veiligheids- en gezondheidsplan dat hij laat opmaken als onderdeel van deze opdracht, overeenkomstig artikel 30 van het koninklijk besluit van 25 januari Plaatsbezoek De inschrijver wordt verwacht een plaatsbezoek uit te voeren (na afspraak met Stefan De Vleeschauwer via Onderaanneming De inschrijver vermeldt in zijn offerte welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt, indien deze gekend zijn. Indienen van de offerte De offertes mogen alleen verstuurd worden via de e-tendering internetsite die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52 van het Koninklijk Besluit van 15 juli Er dient opgemerkt te worden dat het versturen van een offerte per niet aan deze voorwaarden voldoet. Daarom wordt het niet toegestaan op deze wijze offerte in te dienen. De inschrijver kan bepaalde bij te voegen documenten die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden aangemaakt op papier bezorgen vóór de uiterste ontvangstdatum. Indien nodig worden bijkomende documenten gescand om ze bij de offerte te voegen. Door zijn offerte volledig of gedeeltelijk via elektronische middelen in te dienen, aanvaardt de inschrijver dat de gegevens die voortvloeien uit de werking van het ontvangstsysteem van zijn offerte worden geregistreerd. De offerte moet bij de aanbestedende overheid toekomen vóór de uiterste ontvangstdatum van de offertes. Om te verhelpen aan sommige problemen die zich kunnen voordoen bij de overlegging, de ontvangst of de opening van met elektronische middelen ingediende offertes geeft de aanbestedende overheid aan de inschrijver de toestemming om zowel een offerte, overgelegd met elektronische middelen, in te dienen als een veiligheidskopie, opgesteld met elektronische middelen of op papier. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop duidelijk "veiligheidskopie" wordt vermeld en wordt binnen de opgelegde ontvangsttermijn ingediend. Deze kopie mag enkel worden geopend ingeval van een tekortkoming bij de overlegging, de ontvangst of de opening van de met elektronische middelen overgelegde offerte. Ze vervangt in dat geval definitief Blz. 14

15 het met elektronische middelen overgelegd stuk. De veiligheidskopie is voor het overige onderworpen aan de op de offertes toepasselijke regels van dit bestek en het Koninklijk Besluit van 15 juli Meer informatie kan u vinden op volgende website : of via de e- procurement helpdesk op het nummer : +32 (0) Opening van de offertes De opening van de offertes gebeurt in openbare zitting. Plaats: Gouvernementstraat te 9000 Gent Datum: zie aankondiging van opdracht. Verbintenistermijn De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 90 kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste datum voor ontvangst. Maximaal budget Er wordt een maximaal budget van EUR excl. BTW opgelegd. Offertes die dit budget overschrijden zullen geweerd worden wegens onregelmatigheid. Gunningscriteria Volgende criteria zijn van toepassing bij de gunning van de opdracht: Nr. Beschrijving Gewicht 1 prijs 50 de maximuminschrijvingsprijs van EUR exclusief btw moet gerespecteerd worden. 2 Ontwerp Vormgeving buiten Verblijfskwaliteit en gebruiksgemak binnen Technische kwaliteit 10 3 Duurzaamheid en onderhoudsvriendelijkheid Levensduur en onderhoudsvrij/vriendelijk karakter materialen efficiëntie technieken/minimaliseren energieverbruik 5 4 Timing/Fasering project 5 Totaal gewicht gunningscriteria: 100 Aan elk criterium werd een gewicht toegekend. Op basis van de afweging van al deze criteria rekening houdende met het gewicht dat er aan werd toegekend, zal de opdracht gegund worden aan de inschrijver die de economisch voordeligste regelmatige offerte, vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid, heeft ingediend. Blz. 15

16 Prijsherzieningen De prijsherziening wordt berekend met volgende formule: Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte k = 0,4 * s/s + 0,4 * i/i + 0,2 S =het gemiddelde van de uurlonen van de geschoolde werklieden, de geoefende werklieden en de handlangers, zoals die door het Nationaal Paritair Comité van het Bouwbedrijf vastgesteld zijn, vermeerderd met het totaal percentage van de sociale lasten en verzekeringen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, 10 kalenderdagen voor de opening van de offertes. s = hetzelfde gemiddelde van de uurlonen, zoals aangenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, op de aanvangsdatum van de maandelijkse periode van het voorschot. I = het referentieindexcijfer op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste producten in het bouwbedrijf op de inlandse markt, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de opening van de offertes voorafgaat. i = hetzelfde referentieindexcijfer, vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, voor de kalendermaand die de maandelijkse periode van het voorschot voorafgaat. Varianten Vrije varianten worden niet toegestaan. Er zijn geen verplichte of facultatieve varianten voorzien. Naast de inschrijvingsprijs die wordt opgegeven voor de opdracht omschreven in onderhavig bestek (bouw van vier bungalows), geeft de inschrijver in optie de meerprijs voor het opnemen van een bijkomende (kleine) bungalows (type A) bij deze opdracht. Keuze van offerte De aanbestedende overheid kiest de economisch meest voordelige regelmatige (rekening houdend met de gunningscriteria) offerte. Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden. Voor zover tijdens het onderzoek van de offerte door de aanbestedende overheid wordt vastgesteld dat er door de inschrijver voorwaarden zijn gevoegd waardoor het onduidelijk is of de inschrijver zonder voorbehoud akkoord gaat met de voorwaarden van het bestek, behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om de offerte als substantieel onregelmatig af te wijzen. De aanbestedende overheid verbetert de rekenfouten en de zuiver materiële fouten in de offertes, zonder dat zij voor niet-ontdekte fouten aansprakelijk is. Hiervoor kan de aanbestedende overheid aan de inschrijver vragen om binnen de door haar bepaalde termijn de draagwijdte van zijn offerte te verduidelijken of aan te vullen, zonder deze te wijzigen, teneinde de werkelijke bedoeling na te gaan. Blz. 16

17 II. Contractuele bepalingen Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het koninklijk besluit van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing. Leidend ambtenaar De leiding over de uitvoering van de werken zal gebeuren door de leidend ambtenaar: Naam: mevrouw Liesbeth Cock Adres: Provinciaal domein De Gavers autonoom provinciebedrijf (A.P.B.), Onkerzelestraat 280 te 9500 Geraardsbergen Telefoon: Leidend ambtenaar extern De leiding van en het toezicht op de uitvoering van de opdracht wordt uitgeoefend door de ontwerper. De bevoegdheid daartoe van deze externe leidend ambtenaar is beperkt tot: de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering ; de algemene coördinatie en de leiding van de werfvergaderingen ; de keuring van producten en de controle van de uitgevoerde werken ; het nazicht van de vorderingsstaten ; het opstellen van de processen-verbaal van vaststelling het opmaken van voorstel tot voorlopige en definitieve oplevering van de werken ; Voor de volgende beslissingen is mevrouw Liesbeth Cock, directeur van De Gavers, bevoegd: het ondertekenen van de vereiste vergunningsaanvragen op basis van een door het A.P.B. goedgekeurd dossier ; het openen van offertes ; het betekenen van door het A.P.B. genomen gunningbeslissingen aan de inschrijvers ; het sluiten van overheidsopdrachten, na gunning door het A.P.B.; het geven van bevelen van aanvang, na het sluiten van de opdracht ; het goedkeuren van plaatsbeschrijvingen ; de ingebrekestellingen ; het goedkeuren van de schorsing der werken of het toestaan van termijnverlengingen voor zover deze geen uitgaven voor de provincie met zich kunnen meebrengen ; het aanvaarden van de voorlopige opleveringen. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden, en bij de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering, wordt zij bijgestaan door de architecten, ingenieurs en technisch deskundigen van dienst Patrimonium - departement Logistiek, Provinciebestuur Oost- Vlaanderen. Blz. 17

18 Verzekeringen De opdrachtnemer sluit de verzekeringen die zijn aansprakelijkheid inzake arbeidsongevallen dekken, alsook zijn burgerlijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden bij de uitvoering van de opdracht. Binnen een termijn van dertig dagen na het sluiten van de opdracht toont de opdrachtnemer aan dat hij deze verzekeringscontracten is aangegaan, aan de hand van een attest waaruit de door de opdrachtdocumenten vereiste omvang van de gewaarborgde aansprakelijkheid blijkt. Op elk ogenblik tijdens de uitvoering van de opdracht legt de opdrachtnemer dit attest voor, binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het verzoek van de aanbestedende overheid. Borgtocht Volgende borgtocht wordt gevraagd: 5% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental. De borg zal in 2 keer worden vrijgegeven, de eerste helft bij de voorlopige oplevering en de tweede helft bij de definitieve oplevering. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht bij aangetekende zending. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen de vermelde termijn, kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 14 januari Het verzoek van de opdrachtnemer om over te gaan tot de oplevering geldt als verzoek tot vrijgave van de borgtocht. stermijn Termijn in dagen: 170 kalenderdagen Voorziene begindatum van de werken: 2 oktober 2017 Voorziene einddatum van de werken: 2 oktober 2018 Blz. 18

19 Betalingstermijn De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de schuldvordering en de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken. De betaling van de aan de aannemer verschuldigde sommen vindt plaats binnen de 30 kalenderdagen vanaf de datum van beëindiging van de hierboven vermelde verificatie, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgestelde factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten. Voor werken in onroerende staat en daarmee gelijkgestelde handelingen zal de aannemer zijn factuur opmaken met verlegging van btw. Op de factuur wordt noch het btw-tarief noch het bedrag van de verschuldigde btw vermeld, maar komt volgende melding voor : btw verlegd. Bij elke factuur dient het btw-nummer van APB De Gavers te worden vermeld: BE Waarborgtermijn De waarborgtermijn voor deze werken bedraagt 12 kalendermaanden De waarborgtermijn begint vanaf de dag van de voorlopige oplevering. Tot de definitieve oplevering van de aanneming is de aannemer verantwoordelijk voor gelijk welk ongeval of beschadiging die zich voordoet, hetzij aan de gebouwen, meubilair of enig voorwerp, hetzij aan derden of provinciaal personeel, en die het gevolg is van een slechte uitvoering van de werken van zijn aanneming. Tijdens de waarborgperiode is de aannemer verplicht de fouten en de gebreken die behoorlijk werden vastgesteld als zijnde een gevolg van de uitvoering van de werken, recht te zetten. De herstellingen van de beschadigingen en gevolgen worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. De aannemer waarborgt de goede werking van de installaties tot de definitieve oplevering, waarborg dewelke volledig kosteloos moet geschieden en alle kosten omvat om de installatie in zijn geheel en in zijn onderdelen te herstellen van alle gebreken. Tot de definitieve oplevering is de aannemer er toe gehouden binnen de hem door het bestuur gestelde termijnen op eigen kosten alle herstellingen en vervangingen uit te voeren die het gevolg zijn van slechte uitvoering, slechte kwaliteit van de materialen, constructiefouten of abnormale sleet, voor zover die abnormale sleet niet te wijten is aan een vergissing in de opvatting of berekening van de ontwerper. Het opdrachtgevend bestuur is er toe gehouden alle beschadigingen, calamiteiten, gebreken of onderbrekingen in de goede werking, te melden bij proces-verbaal van ingebrekestelling. Bij dringende gevallen, waarover alleen het bestuur oordeelt, mogen de herstellingen ambtshalve en op kosten van de aannemer worden uitgevoerd. Dezelfde maatregelen mogen worden getroffen in twijfelachtige gevallen inzake verantwoordelijkheid, al mocht ook later worden bepaald welk deel van de verantwoordelijkheid door elke partij wordt gedragen. Indien de definitieve oplevering wordt uitgesteld, bijvoorbeeld door een weigering van definitieve oplevering, wordt de waarborgtermijn en de onderhavige periode van onderhoudsverplichtingen met dezelfde termijn verlengd. Werken die gedurende de waarborgperiode dienen hersteld of vervangen te worden, en waarvoor de aannemer verantwoordelijk is, gaan een nieuwe waarborgtermijn in vanaf de dag dat de herstelling tot voldoening van de bouwheer werd uitgevoerd. Blz. 19

20 Het bestuur zal vanaf de voorlopige oplevering en tot de definitieve oplevering instaan voor de wettelijk verplichte keuringen, controles en onderhoud, op de nieuwe installaties en bouwdelen van onderhavige aanneming. Het bestuur zal vanaf de voorlopige oplevering en tot de definitieve oplevering instaan voor de specifieke onderhoudsnoden, zoals opgenomen in het as-built dossier, en voor zover deze het normale niet overschrijden. De aannemer zal hiervoor een gedetailleerde oplijsting en planning distilleren uit het as-built-dossier en PID-dossier, bij de voorlopige oplevering, zodat de bouwheer tijdig de passende offertes kan opvragen en gunnen conform de wetgeving overheidsopdrachten en het Provinciedecreet. De aannemer zal hiervoor zelf ook een gedetailleerde prijsofferte voorleggen bij de voorlopige oplevering. Uitblijven van beide documenten schort de verplichtingen terzake voor de bouwheer op. In dat geval zal de aannemer kosteloos instaan voor het betreffende onderhoud en alle verantwoordelijkheid hieromtrent dragen. Tot de definitieve oplevering van de aanneming laat de aannemer, zo dikwijls als het nodig is, door één van zijn specialisten, en eventueel in bijzijn van de afgevaardigde van de bouwheer, de installatie onderzoeken, om er zich van te vergewissen dat ze bediend en onderhouden wordt overeenkomstig zijn instructies die schriftelijk zijn samengevat. Indien de aannemer dienaangaande opmerkingen te formuleren heeft, geeft hij hiervan bij aangetekende brief onmiddellijk kennis aan het bestuur, en duidt hij nauwkeurig de maatregelen aan welke dienen getroffen te worden om een eind te maken aan de gesignaleerde gebreken Voorlopige oplevering Wanneer het bouwwerk op de daartoe vastgestelde datum wordt voltooid en voor zover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven gekend zijn, wordt binnen 15 dagen na bovengenoemde datum, naargelang het geval, een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. Wanneer het bouwwerk vóór of na die datum wordt voltooid, geeft de aannemer daarvan bij aangetekende zending kennis aan de leidend ambtenaar en vraagt terzelfdertijd de voorlopige oplevering. Binnen 15 dagen na de datum waarop het verzoek van de aannemer wordt ontvangen en voor zover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven zijn gekend, wordt een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. Definitieve oplevering Binnen de 30 kalenderdagen vóór de dag waarop de waarborgtermijn verstrijkt, wordt naargelang het geval een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. Blz. 20

21 Illegaal verblijvende onderdanen Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer het in artikel 49/2, vierde lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt waarmee zij ervan in kennis wordt gesteld dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt, onthoudt deze onderneming zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot de aanbestedende instantie een bevel in andere zin zou geven. Hetzelfde geldt wanneer de voormelde opdrachtnemer of onderaannemer ervan in kennis wordt gesteld: - ofwel door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat zij de in artikel 49/2, eerste dan wel tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die betrekking heeft op deze onderneming; - ofwel door middel van de in artikel 35/12 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking, dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt. De opdrachtnemer of onderaannemer is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de onderaannemingsovereenkomst die zij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan: 1 de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land tewerkstelt; 2 de niet-naleving van de onder 1 gestelde verplichting aanzien wordt als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de onderneming is gemachtigd de overeenkomst te verbreken; 3 de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1 en 2 op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke clausules ook in de verdere onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen. Loon verschuldigd aan werknemers Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer het in artikel 49/1, derde lid van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt van kennisgeving waarmee hij ervan in kennis wordt gesteld dat hij een zwaarwichtige inbreuk heeft begaan op de verplichting zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben, onthoudt hij zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot hij het bewijs voorlegt aan de aanbestedende instantie dat de betrokken werknemers integraal zijn uitbetaald. Hetzelfde geldt wanneer de voormelde opdrachtnemer of onderaannemer ervan in kennis wordt gesteld: - ofwel, naargelang het geval, door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat hij de in artikel 49/1, eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die betrekking heeft op deze opdrachtnemer of onderaannemer; - ofwel door middel van de in artikel 35/4 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking. De opdrachtnemer of onderaannemer is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de onderaannemingsovereenkomst die hij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan: 1 de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit een in uitvoering van artikel Blz. 21

22 49/1 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer op zwaarwichtige wijze tekortschiet in zijn verplichting het aan zijn werknemers verschuldigde loon tijdig uit te betalen; 2 de niet-naleving van de onder 1 gestelde verplichting aanzien wordt als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de opdrachtnemer is gemachtigd de overeenkomst te verbreken; 3 de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1 en 2 op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke clausules ook in de verder onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen. Informatieveiligheid en privacy-verbintenis De ondernemer verbindt er zich toe de meest strikte geheimhouding te bewaren betreffende de gegevens die hem door het opdrachtgevend bestuur werden toevertrouwd, of van dewelke hij, wegens of ter gelegenheid van de uitvoering van deze overeenkomst, heeft kennisgenomen, evenals betreffende de overzichten en documenten die voortvloeien uit de behandeling van deze gegevens. Geen enkele van deze gegevens of informatie zal aan een derde partij kunnen medegedeeld worden, zonder de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van het opdrachtgevend bestuur. Met dit doel zal de ondernemer onder meer alle richtlijnen van het opdrachtgevend bestuur naleven teneinde de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen. In het geval van persoonsgegevens gebeurt de verwerking onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van een informatieveiligheidsconsulent, of laat de ondernemer een audit toe van de informatieveiligheidsconsulent van de verantwoordelijke verwerker. De ondernemer verbindt zich er toe om adviezen van de informatieveiligheidsconsulent na te volgen. Hij zal de gegevens die afkomstig zijn van het opdrachtgevend bestuur slechts overmaken aan de personeelsleden die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van deze opdracht. Hij legt zichzelf het verbod op deze gegevens anders te gebruiken dan voor de uitvoering van deze opdracht. De ondernemer leeft verder de bepalingen na van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens. Blz. 22

23 III. Extra bepalingen ( administratief, contractueel, technisch of juridisch) Intellectuele rechten Gebruik van de resultaten Het commercieel (of ander gebruik) door de aannemer mag onder volgende voorwaarden: na aanvraag en met vermelding van de Provincie. Veiligheidscoördinatie In het bestek wordt er aan de kandidaten gevraagd om een veiligheidscoördinator (zowel veiligheidscoördinator ontwerp als veiligheidscoördinator verwezenlijking) aan te stellen. Deze zal onder meer instaan voor de opmaak van het veiligheids- en gezondheidsplan en het as-built- en postinterventiedossier, en zal, reeds van in de ontwerpfase, toezien op het veilige verloop van de werken. Wijziging van de opdracht Voor het desgevallend niet en/of minder uitvoeren van in het bestek opgenomen hoeveelheden heeft de aannemer geen recht op een forfaitaire vergoeding. Tijdelijke vereniging Een offerte mag worden ingediend door een tijdelijke vereniging die niet-geselecteerde personen omvat, voor zover minstens één geselecteerde kandidaat deel uitmaakt van deze vereniging. Prijsopgave De inschrijver is verplicht in zijn offerte de aanslagvoet van de belasting op de toegevoegde waarde te vermelden Blz. 23

24 IV. Technische bepalingen DEEL A BOUWKUNDE Blz. 24

25 00. OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT situering Sitebeschrijving Het provinciaal domein De Gavers is gelegen ten noordoosten van Geraardsbergen, het project werd opgestart op vraag van het Autonoom Provinciebedrijf (A.P.B.) De Gavers. - Adres: Onkerzelestraat 280, 9500 Geraardsbergen - Kadastraal gekend als Afd. 3, sectie A, nr. 170a Kaart: situering van het provinciaal domein De Gavers, ten noordoosten van Geraardsbergen Luchtfoto van het provinciaal domein De Gavers, ten noordoosten van Geraardsbergen Blz. 25

26 Projectzone Het bungalowterrein situeert zich onder de Dender, rechts van de vijver. Luchtfoto van het provinciaal domein De Gavers, met aanduiding van de zone voor de bungalows Bestemming De site is gelegen in een gebied voor dag- en verblijfsrecreatie. Recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie, al dan niet met inbegrip van een verblijfsaccommodatie projectschets Het provinciaal domein De Gavers wordt regelmatig getroffen door wateroverlast met zware schade als gevolg. Onder andere het terrein waarop de bungalows staan, gelegen naast de Dender, is reeds meerdere malen overstroomd. Op dit terrein staan momenteel 5 kleine (oudere) bungalows voor 4 personen, gelegen op maaiveldniveau. Daarnaast werden er in nieuwe en grotere bungalows gebouwd. Het betreft vakantiewoningen voor 6 à 10 personen, die verhoogd werden voorzien, en toegankelijk zijn vanaf een eveneens verhoogd aangelegd knuppelpad. Blz. 26

27 Inplantingszone nieuwe bungalows aan het knuppelpad van grote bungalows Kleine bungalows voor 4 personen Grote bungalows (2008) voor 6 à 10 personen, verhoogd voorzien en bereikbaar via knuppelpad De ouderdom van de kleine bungalows en de verschillende overstromingen hebben hun sporen achtergelaten, en bijgevolg dringt een vernieuwing zich op. Onderwerp van onderhavig bestek is bijgevolg het voorzien van 4 nieuwe vakantiewoningen voor 4 à 6 personen (en één in optie). Om vergunbaar te zijn moeten de nieuwe bungalows net als de grote bungalows verhoogd voorzien worden, zodat ze minstens boven het waterniveau van een storm met een terugkeerperiode van 25 jaar komen. Om het gebruik van het bestaande knuppelpad naar de grote bungalows (2008) te optimaliseren, worden de nieuwe bungalows aan de overzijde ervan voorzien. Deze zone was daar reeds bij de Blz. 27

28 aanleg voor gereserveerd. Doordat de nieuwe bungalows in de zone tussen de grote en de kleine bungalows voorzien worden, is het niet noodzakelijk om de kleine bungalows eerst af te breken. Hierdoor kan de uitbating ervan tijdens de werkzaamheden gewoon doorgaan. In de zone tussen de kleine en de grote bungalows kunnen er maximaal 5 nieuwe bungalows voorzien worden. Dit rekening houdend met minimale afstanden tussen de bungalows onderling (privacy), een goede oriëntatie en met een minimaal zicht op het omliggende groen en de vijvers. Om deze bungalows te kunnen bereiken, is het bestaande knuppelpad uit te breiden (eveneens inbegrepen in deze opdracht). Inplanting van de nieuwe bungalows aan het knuppelpad van de grote bungalows. Vier van de gele bungalows worden binnen dit project gerealiseerd, de vijfde is in optie programma der eisen Binnen het provinciaal domein De Gavers is er vooral vraag naar nieuwe bungalows voor 4 à 6 personen. De vraag naar grote bungalows voor 6 à 10 personen werd reeds in 2008 ingewilligd. Volgende bungalows worden voorzien: - 3 (+1 in optie) bungalows type A (min. 70,4 m², geschikt voor 4 personen of 6 personen mits stapelbedden), - 1 bungalow type B (min. 101,43 m², aangepast voor mindervaliden, geschikt voor 6 personen of 8 personen mits stapelbedden) Bungalow type A: - Bruto oppervlakte: min. 70,4 m² (6,90 m x 10,20 m) - Terrasoppervlakte: 35,7 m² - Geschikt voor 4 personen of 6 personen mits gebruik van 2 stapelbedden. - Programma: 1 slaapkamer met dubbel bed + mogelijkheid babybedje Blz. 28

29 1 slaapkamer met 2 enkele bedden of 2 stapelbedden 1 badkamer met toilet, inloopdouche en lavabo kitchenette leefruimte buitenberging voor fietsen, tellers,, bereikbaar vanaf terras mogelijkheid tot afgesloten nachthal Grondplan bungalow type A (4 personen, 70,4 m² + 35,7 m² terras) Blz. 29

30 Bungalow type B (mindervaliden): - Bruto oppervlakte: min. 101,43 m² (6,9 m x 14,7 m) - Terrasoppervlakte: 44,7 m² - Geschikt voor 6 personen of 8 personen mits gebruik van 2 stapelbedden. - Programma: 1 slaapkamer met dubbel bed + mogelijkheid babybedje 1 slaapkamer met 2 enkele bedden of 2 stapelbedden 1 slaapkamer met dubbel bed, geschikt voor mindervaliden 1 badkamer met toilet, inloopdouche en lavabo 1 badkamer met toilet, inloopdouche en lavabo, geschikt voor mindervaliden kitchenette leefruimte buitenberging voor fietsen, tellers,, bereikbaar vanaf terras mogelijkheid tot afgesloten nachthal Blz. 30

31 Grondplan bungalow type B (mindervaliden, 6 à 8 personen, min. 101,43 m² + 44,7 m² terras) Gevelaanzichten bungalow type B (mindervaliden, 6 à 8 personen, min. 101,43,6 m² + 44,7 m² terras) Interpretatie van plannen en aanzichten Hierboven en als bijlage bij dit bestek worden plannen en gevelaanzichten van de gewenste vakantiewoningen meegegeven. Deze zijn richtinggevend doch niet volledig bindend. Aangezien de inschrijver vrij is om voor deze vakantiewoningen een bepaalde bouwwijze voor te stellen (ter plaatse opgetrokken, geprefabriceerd, ), en ook wat bepaalde bouw- en bekledingsmaterialen een (relatief) vrije keuze heeft (zowel voor het interieur als voor het exterieur), kunnen bijv. de wanddiktes nog afwijken van wat op plan staat. De afmetingen kunnen bijgevolg beschouwd worden als minimaal vereiste afmetingen. Indien het voor een bepaalde keuze van de inschrijver beter uitkomt iets ruimer Blz. 31

32 of anders te voorzien, mag dit uiteraard steeds voorgesteld worden. De eisen (o.a. technische eisen, EPB, akoestiek, toegankelijkheid, ) waaraan het geheel moet voldoen blijven uiteraard wel bindend, evenals het maximum budget waarbinnen gebleven moet worden. Richtinggevend kunnen ook volgende websites meegegeven worden: - erde%20versie%20van%20het%20toeristische%20logiesdecreet%20en%20de%20uitvoeringsbesluite n_0.pdf - Omgevingsvergunning Voor de bouw van de nieuwe bungalows moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden. Deze wordt aangevraagd door de inschrijver, welke hiervoor een architect aanstelt. Voorafgaandelijk wordt er ook een advies aan de bevoegde brandweerinstantie opgevraagd, zodat het ontwerp hieraan indien nodig nog kan aangepast worden. De inschrijver zal daarna het dossier indienen bij de bevoegde instantie. De inschrijver zal het overzichtsplan van het domein in dwg-formaat aangeleverd krijgen door de opdrachtgever. Bij het niet verkrijgen van de vereiste vergunningen binnen een redelijke termijn van 1 jaar na de aanvraag ontbindt de gunning van rechtswege maar heeft de inschrijver geen recht op het verkrijgen van enige schadevergoeding. Deze termijn van 1 jaar kan, op verzoek van één van beide partijen, worden verlengd in onderling akkoord en mits afstand van schadevergoeding. De overeenkomst wordt geschorst bij het indienen van de omgevingsvergunning tot het verkrijgen ervan. Sonderingen Het sonderingsverslag wordt als bijlage bij dit bestek gevoegd. Veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking Tijdens de uitvoering der werken dient te worden bestudeerd hoe de hinder voor de bestaande bungalows en voor het nabijgelegen kampeerterrein zoveel mogelijk beperkt kan worden. Er wordt aan de inschrijvers gevraagd om een veiligheidscoördinator (zowel veiligheidscoördinator ontwerp als veiligheidscoördinator verwezenlijking) aan te stellen (inbegrepen in deze opdracht). Deze zal onder meer instaan voor de opmaak van het veiligheids- en gezondheidsplan (vòòr de start der werken) en het as-built- en postinterventiedossier (vòòr de voorlopige oplevering), en zal, reeds van in de ontwerpfase, toezien op het veilige verloop van de werken. Na gunning en voor de start van de werken dient de inschrijver de natuurlijke persoon op te geven die belast wordt met de veiligheidscoördinatie. Het is de inschrijver zelf of de persoon binnen een rechtspersoon belast met de veiligheidscoördinatie of een veiligheidscoördinator die in onderaanneming van de inschrijver werkt. Volgende informatie is hierbij op te geven: - naam van de persoon die de opdracht uitvoert - naam van het bureau - bewijs dat de persoon een door het ministerie erkende opleiding gevolgd heeft die beantwoordt aan de eisen van afdeling VII van het Koninklijk Besluit van 15 januari 2001 betreffende tijdelijke en mobiele werkplaatsen Voor de start van de opdracht veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking zal de overeenkomst tussen de veiligheidscoördinator en het provinciebestuur opgesteld worden. Blz. 32

33 Risico s Er worden momenteel geen stedenbouwkundige moeilijkheden verwacht. Evenmin zijn er vermoedens van problemen met de draagkracht van de grond of andere weerstandsfactoren. Financieel kader Naast de bouw van 4 (+1 in optie) nieuwe bungalows met bijhorende terrassen zijn volgende kosten inbegrepen in de opdracht: - Het opmaken van het (uitvoerings)ontwerp, op basis van het in de offerteaanvraag meegegeven voorontwerp, bestek en bijlages. - Het aanstellen van een architect of architectenbureau en de kosten van deze dienstenopdracht (zie ook verder). - Het aanstellen van de veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking en de kosten van deze dienstenopdracht veiligheidscoördinatie. - Opmaak en afleveren van as-built- en postinterventiedossier. - Aanvragen en verkrijgen van een gunstig brandweeradvies. - Opmaak en indienen van het dossier voor de omgevingsvergunning. - Studies stabiliteit, uitrustings- en speciale technieken en overige vereiste studies. - Het aanstellen van een EPB- en een ventilatieverslaggever en de kosten van deze dienstenopdracht. - Alle erelonen verbonden aan deze opdracht. - Exploitatievergunningen (brandweerverslag). - Uitbreiding van het bestaande knuppelpad (alles behalve de bekledingsplanken, welke in eigen beheer zullen voorzien worden). Volgende kosten zijn echter niet gebudgetteerd: - Los binnen- en buitenmeubilair - Aanleg van de vereiste brandweerweg achter de bungalows - Indien noodzakelijk: de afbraakkosten van de kleine bungalows. Het A.P.B. betaalt geen BTW op zijn investeringen. Blz. 33

34 Budget Op basis van het in dit bestek omschreven voorontwerp, en rekening houdende met de gestelde technische eisen zal de inschrijver een ontwerpvoorstel indienen dat overeenstemt met een budget van maximum EUR excl. btw, en dit voor een volledig afgewerkt geheel. Hiernaast wordt in optie de meerkost van een vijfde (extra) bungalow (type A) opgegeven. Alle wijzigingen en afwijkingen (in min en/of in meer) ten opzichte van de basiseisen gesteld dienen uitdrukkelijk te worden vermeld. Afwijkingen kunnen zijn : -meer/minder bruto oppervlakte of bruto volume; *vermelden van alle lokaaloppervlaktes en -afmetingen; -mindere of betere kwaliteiten van de installaties (rendementen installaties, energiezuinigheid van installaties, duurzaamheid gebruikte materialen, sturingen, ) -andere materiaalkeuzes (vloerbekleding, wandopbouw en -afwerking, ) dan wat in het bestek omschreven staat - Afwijkingen op de afmetingen kunnen toegestaan worden, indien de functionaliteit van het ontwerp gegarandeerd blijft. Dit opdat de uitvoering mogelijk is met door de inschrijver gehanteerde standaardafmetingen en modules. Bij de offerte te voegen technische gegevens Teneinde een correcte beoordeling te kunnen uitvoeren van de offerte dient de inschrijver een uitvoerig en voldoende duidelijk en geïllustreerd projectvoorstel te doen. Hierbij worden plannen, sfeerbeelden en materiaalkeuzes (i.f.v. de belevingswaarde), technische fiches van de voorgestelde materialen en technieken enz toegevoegd, zodat het bij de beoordeling reeds duidelijk is hoe alles is opgebouwd, hoe de uitvoering zal geschieden, wat in de prijs inbegrepen is,. Over volgende zaken moet er duidelijkheid zijn: - planopbouw (plannen, doorsnedes, gevelaanzichten, ) met daarbij alle nuttige afmetingen. - bouwsysteem (primaire draagstructuur, gevelopbouw, wand-, vloer- en dakopbouw, ) en manier van opbouwen (ter plaatse opgetrokken, prefab, ). - belevingswaarde van de vakantiewoningen (exterieur en interieur). - maatregelen om de eisen op EPB- vlak te behalen (concept isolatie gebouwschil, K- en E-peil, ). - technische uitwerking: nota met beschrijving van de technische installatie (ventilatie, verwarming, verlichting, elektriciteit, hernieuwbare energie, warm water, regenwaterrecuperatie, ). Welke technieken worden toegepast, hoe zullen ze kunnen geregeld worden en hoe zullen deze technieken zichtbaar zijn of worden geïntegreerd in de architectuur van de vakantiewoningen. Hiertoe wordt o.m. de invullijst technieken ingevuld, als bijlage bij dit bestek gevoegd. - concept akoestiek, brandveiligheid, - funderingen en riolering, incl. voorstel voor opvang en recuperatie regenwater. - gevel- en dakbekledingsmaterialen, architecturale aansluiting bij reeds bestaande bungalows (overzijde knuppelpad). Blz. 34

35 - binnenafwerking (keuze materialen, duurzaamheid, onderhoud, ). - eventuele keuzevrijheden voor het Bestuur (zonder prijsconsequentie). - plan van aanpak: nota die aangeeft op welke manier de samenwerking met het Bestuur en de projectcoördinatie zal verlopen, hoe de inschrijver de tijdsplanning inschat, hoe de hinder op het terrein zal beperkt worden, Na betekening te leveren documenten Na de betekening van de opdracht aan de inschrijver, zal de inschrijver de voorontwerptekeningen omzetten naar uitvoeringstekeningen. De uitvoeringsplannen worden opgemaakt op schaal 1/50. Hij zal tevens de nodige studies (stabiliteit, technieken, ) uitvoeren en ter goedkeuring voorleggen aan de opdrachtgever. Er zal een gunstig brandweeradvies verkregen worden en de aanvraag voor de omgevingsvergunning zal ingediend en verkregen worden. Indienen omgevingsvergunning De inschrijver stelt hiervoor zelf een architect(enbureau) aan. Alle gegevens van deze persoon of dit bureau worden aan het Bestuur overgemaakt. Erelonen zijn inbegrepen in de opdracht. De ontwerper dient in België als architect beroepsgerechtigd te zijn, conform de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect. Ten bewijze hiervan dient de kandidaat bij zijn aanvraag tot deelneming toe te voegen: (A) Ofwel het bewijs van inschrijvinq van de ontwerper bij de Belgische Orde van Architecten; (B) Ofwel een combinatie van (i) een attest waaruit blijkt dat de ontwerper één van de diploma's, certificaten of andere titels bezit, opgenomen in de bijlage van de wet van 20 februari 1939, en (ii) een attest dat de ontwerper de desbetreffende werkzaamheden wettig uitoefent in het land waar hij gevestigd is. De positie van de architect binnen deze opdracht: De architect die in de offerte wordt aangeduid om het ontwerp op te maken en het toezicht en de controle op de werken uit te voeren, dient in de mogelijkheid gesteld te worden deze opdracht in onafhankelijkheid uit te voeren. Hij zal zijn taak blijven uitoefenen tot aan de definitieve oplevering. Iedere wijziging in dit verband zal vooraf aan het Bestuur moeten worden voorgelegd en door het Bestuur worden goedgekeurd. EPB- en ventilatieverslaggeving De nieuwe vakantiewoningen zijn EPB- en ventilatieverslaggevingsplichtig, de aanstelling van een erkende EPB- en ventilatieverslaggever, en de kostprijs van deze dienstenopdrachten, zijn inbegrepen in de opdracht. Na gunning en vòòr de start van de werken dient de inschrijver de natuurlijke persoon op te geven die belast wordt binnen de opdracht met de EPB- en ventilatieverslaggeving. Het is de inschrijver zelf, of de persoon binnen een rechtspersoon belast met de EPB- en ventilatieverslaggeving of een EPB- en ventilatieverslaggever die in onderaannemer van de inschrijver werkt. Volgende informatie is op te geven: - naam van de persoon die de opdracht uitvoert - naam van het bureau - bewijs dat de persoon door het Vlaams Energieagentschap is erkend en is geregistreerd als EPB- en ventilatieverslaggever Studies stabiliteit Blz. 35

36 De stabiliteitsstudies zijn ten laste van de inschrijver en dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de opdrachtgever. Studies technieken De inschrijver staat zelf in voor de studie van de verwarming, verluchting, sanitair, brandbeveiligingsinstallaties, elektriciteit, verlichting, hernieuwbare energiesystemen, Archeologienota Gezien de bodemingreep voor de realisatie van de bungalows (paalfunderingen, funderingen uitbreiding knuppelpad en sleuven voor de nutsvoorzieningen) kleiner is dan 1000m² dient er geen archeologienota opgemaakt algemeen ambitieniveau Inplanting en relatie met de omgeving Het vlakke grasveld waarop de bungalows zich bevinden, is in het oosten begrensd door de Dijkweg. Aan de zuidelijke kant loopt een betonnen buurtweg (3m breed) die het grasveld scheidt van een kampeerterrein voor caravans. Een strook struikgewas zorgt in het westen voor een visuele afscherming van de grote bestaande vijver. In het noorden grenst een fietspad gelegen langs de Dender aan het perceel. Op één van de hoeken van het grasveld bevindt zich een klein speeltuintje. De bungalows moeten zich op een goede en harmonieuze manier integreren in de natuurlijke context en tussen de reeds aanwezige bungalows op de site. Architecturale kwaliteit en bouwkundige specificaties De grondplannen en aanzichten van de nieuwe bungalows werden reeds bepaald in overleg met de locatieverantwoordelijken. Ze worden voorzien in een gelijkaardige vormgeving als de bestaande grote bungalows. Ook de bestaande ritmiek wordt aangehouden. Echter, het staat de inschrijver vrij een bepaalde bouwwijze, en bepaalde bouw- en bekledingsmaterialen voor te stellen. Bedoeling is wel dat de bungalows qua uitstraling, kleurgebruik, één architecturaal geheel vormen met de reeds aanwezige vakantiewoningen. Het materiaalgebruik in de gevels dient beperkt te worden. Ook binnenin wordt gestreefd naar een éénvormigheid in materiaalgebruik. De bungalows moeten een uitnodigend karakter hebben, evenwel zonder al teveel franjes. Er wordt gestreefd naar een eenvoudige opbouw, naar energiezuinige vakantiewoningen, met een aangenaam binnenklimaat, duurzaam ontworpen en gebouwd, en onderhoudsvriendelijk in gebruik. Technische specificaties, duurzaamheid en energiezuinigheid De bungalows dienen gebouwd te worden met duurzame en herbruikbare materialen en technieken. Ze zullen op een intensieve manier gebruikt en onderhouden worden, en daarom is het erg belangrijk dat onderhoudsvriendelijke en vrije materialen met een lange levensduur gebruikt worden. Dit zal een belangrijke rol spelen in de beoordeling van de offertes. Een zo hoog mogelijke esthetische kwaliteit dient nagestreefd te worden, het geheel dient proper en veilig voor de gebruikers afgeleverd te worden. Een zo hoog mogelijk gebruiksgemak door zowel de gebruikers als de uitbaters dient steeds nagestreefd, en dit ook lange termijn. De bungalows moeten bovendien beantwoorden aan de hedendaagse isolatie-, energie- en ventilatieeisen, en er zal ook de nodige aandacht besteed worden aan de akoestische prestaties. Vanuit de noodzakelijke budgetbeheersing is de materiële efficiëntie en degelijkheid prioritair, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen aandacht zal gaan naar de aangename belevingswaarde en gebruiksvriendelijkheid van de ruimtes en faciliteiten. Toegankelijkheid Blz. 36

37 Eén van de nieuwe bungalows (meerbepaald type B) dient specifiek toegankelijk te zijn voor mindervaliden. Het is belangrijk dat niet alleen de aparte onderdelen van deze bungalow aangepast zijn, maar eerder het gebouw in zijn geheel en zijn buitenaanleg. Toegankelijkheid gaat over meer dan alleen rolstoelgebruikers, het gaat ook over bezoekers met een visuele handicap, erg grote personen, personen met een verstandelijke handicap, Van toepassing zijn de bepalingen zoals opgenomen in de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid (2010). Er wordt tevens verwezen naar de uitgave Toeristische infrastructuur toegankelijk voor iedereen, uitgegeven door Toerisme Vlaanderen. Aan deze richtlijnen dient voldaan te worden om aanspraak te maken op een subsidie, wat de bedoeling is voor dit dossier. Concreet houdt dit o.m. in dat deze bungalow zonder hindernissen (drempels > 2 cm, trappen, ) bereikbaar is, voldoende brede toegangs- en binnendeuren heeft, er op de juiste plaatsen ruimte is voor een vrije draaicirkel van 150 cm, enz. De bungalow is voorzien van een aparte en aangepaste bad- en slaapkamer. Gangbreedtes zijn aangepast, de kitchenette is bruikbaar voor mindervaliden, enz. Volgende zaken dienen in acht genomen worden: Algemeen (gelden voor alle bungalows) - Binnen is de vloerbekleding vast, onderhoudsvriendelijk, slipvrij en stofvrij (geen tapijt). - Een vrije doorgangshoogte van min. 2,30m moet gegarandeerd zijn. - Voldoende en gelijkmatig aangebrachte verlichting zorgt voor een betere zichtbaarheid voor iedereen en maakt een snelle oriëntatie mogelijk. - Maak bedieningselementen zoals deurkruk, slot, drukknoppen, bel, parlofoon, goed zichtbaar en bereikbaar. Ze worden min. 50cm uit de hoek geplaatst op een hoogte tussen 90cm en 120cm. Toegangsdeuren en alle binnendeuren van alle bungalows: - De vrije doorgangshoogte van alle deuren (binnen- en buitendeuren) is na afwerking minstens 2,09m. Dit resulteert in een deurbladhoogte van 2,11m en een ruwbouwhoogte van 2,15m. - Geen niveauverschillen. Enkel ter hoogte van de toegangsdeur vanaf de terrassen naar de inkomruimtes is een hoogteverschil van max. 2 cm toegelaten. Dit met een arduinen dorpel in helling. - Deuren en grote glaspartijen contrasteren steeds met de omgeving (kleurgebruik). Dit kan door het deur- of raamkader in een contrasterende kleur uit te voeren. De deurbladen zelf mogen niet te donker van kleur zijn, anders lijken deze voor slechtzienden op openstaande deuren. - De bedieningselementen van de deur (handgrepen en sloten) zijn uitgevoerd in een contrasterende kleur ten opzichte van de deurbladen. Toegangsdeuren van alle bungalows en deuren naar toegankelijke bad- en slaapkamer: - Manuele buitendeuren kunnen geopend worden met een kracht van max. 4kg, binnendeuren met een kracht van max. 3kg. - De ruwbouwmaat van deuropeningen is minstens 105 cm breed, zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van min. 90cm gegarandeerd wordt. Dit leidt tot een deurbladbreedte van 98 cm. Een afwijking op de ruwbouwmaat is mogelijk als de afwerkingsmaat gehaald wordt. - - Een deurmat wordt ingewerkt in de vloer (de bovenzijde komt gelijk met de vloer) en bestaat uit materiaal met korte haren (geen kokosmatten), type schoonloopmat. - Naast de deurkruk of het bedieningselement is voor en achter de deur een vrije opstelruimte van minstens 50 cm voorzien (na afwerking). - Voor en achter de deur is steeds een vrije en vlakke draairuimte met een diameter van min. 150 cm voorzien. Bij een manuele draaideur moet aan de trekzijde van de deur de draairuimte het draaivlak van de deur raken. Aan de duwzijde raakt de draairuimte het gesloten deurvlak. - De opstelruimte moet vrij zijn van obstakels: kolommen, radiators, brandblustoestellen en andere obstakels vormen knelpunten en moeten op voldoende afstand geplaatst worden. - De deurkruk (hefboomprincipe) of handgreep (horizontaal of verticaal) is goed omgrijpbaar en voorzien in opbouw (niet ingefreesd). Een ronde deurknop wordt niet aanvaard. Blz. 37

38 Aangepast sanitair - De aangepaste sanitaire ruimte wordt aangekondigd met een pictogram (rolstoelsymbool). - De deuren die toegang geeft tot het aangepast sanitair draait naar buiten open en heeft aan de binnenzijde van de deur (over de breedte van het deurvlak) een horizontale beugel op een hoogte van 90 cm geplaatst. Die zorgt ervoor dat de deur gemakkelijk kan gesloten worden door rolstoelgebruikers. - De ruimte is goed verlicht en deur, vloer en wanden contrasteren met elkaar. Ook de toestellen (toiletpot, wastafel, ) contrasteren met de wanden. - In de ruimte is een vrije circulatieruimte met een diameter van min. 150cm noodzakelijk. - Er is een wastafel, een toilet een doucheruimte aanwezig. Toilet - Het toilet incl. toiletbril heeft een ideale hoogte van 50 cm, met een mogelijke marge van 4cm naar onder. - Er wordt een vrije opstelruimte van min. 90cm vanaf de wc tot aan de muur gerespecteerd. - Vòòr de toiletpot is een vrije ruimte van 120cm ten opzichte van de tegenoverliggende toestellen (bijv. wastafel) of muur. - De afstand gemeten tussen de voorste rand van het toilet en de achterwand is minimum 70cm. - Minimum aan 1 zijde naast het toilet is een vrije ruimte van 90cm voorzien. - Tussen toilet en wastafel en andere mogelijke toestellen is er een vrije doorgang van minstens 90cm. - Het is belangrijk er op te letten dat bij plaatsing van een gedeeltelijke voorzetwand de beugels niet te ver komen te staan ten opzichte van de as van de toiletpot en de opklapbare beugel niet op de voorzetwand van het inbouw spoelelement geplaatst wordt. - De afkasting van een inbouw spoelelement moet meteen na het inbouw spoelelement stoppen, zodat de zijdelingse opstelruimte (vrije zone van 90cm x 120cm) en de nodige afstand van 70cm van de voorrand van de toiletpot tot de achterwand niet in het gedrang komen. Blz. 38

39 - Aan weerszijden van de toiletpot worden beugels voorzien. Deze zijn lang genoeg: min. 20cm voor en achter de voorste rand van de toiletpot uitstekend zodat rolstoelgebruikers voldoende steun hebben om recht te komen. Daarom moet dit deel ook steeds horizontaal lopen. Beugels worden steeds symmetrisch geplaatst, aan beide zijden van het toilet en met een ideale tussenafstand van 65cm (in ieder geval tussen 60 en 70cm). - De toiletrolhouder is bereikbaar en bruikbaar vanaf het toilet. Ze kan bevestigd worden op de zijwand of gecombineerd met de voorziene beugels. Wastafel - Kies een extra platte en voldoende grote wastafel. Een platte afloop verhoogt de onderrijdbaarheid voor een rolstoel. - Onder de wastafel is de vrije hoogte min. 70cm tot op een diepte van 40cm. De vrije breedte is 90cm. - De bovenrand komt op een hoogte tussen 80cm en 90cm. - De wastafel is zo geplaatst dat de afstand tussen de muur en de aslijn van de wastafel min. 50cm bedraagt. - De kraan is een automatische kraan of éénhendelkraan, zeker geen draaikraan of duwknop. Deze staat eveneens min. 50cm van de zijmuur. - De onderrand van de te voorziene spiegel hangt op een maximum hoogte van 90cm, de bovenrand komt op een hoogte van min. 200cm, zodat de spiegel zowel staand als zittend kan gebruikt worden. - De zeepdispenser en handdoekhouder hangen op een hoogte van cm. Denk goed na voor je gaat boren. Douche - Er wordt een inrijdbare douche voorzien. - De vloer van de douchezone moet drempelloos aansluiten op de vloer van de doucheruimte (die eveneens drempelloos is. - De vloer is antislip. De douchezone is maximaal 2% hellend in functie van de afwatering. - Zorg voor een zitmogelijkheid in de douche. Het douchezitje is opklapbaar of afneembaar en geplaatst op een ideale hoogte van 50cm (met een mogelijke marge naar onder van 4cm). Het douchezitje meet minimum 40cm (b) x 45cm (d). - Aan minstens één zijde van het zitje is een vrije ruimte van 90cm om de transfer van de rolstoel mogelijk te maken. Voor het zitje is er een opstelruimte van 120cm. - Het douchezitje wordt geplaatst in de hoek van de douchezone. De afstand tussen de as van het douchezitje en de hoek moet 45cm bedragen. - Bij het zitje worden twee beugels geplaatst (plaatsing: zie punt Toilet ). - Voorzie steeds een douchezit met rugleuning (of zorg dat de muur steun kan bieden). - De thermostatische éénhendelkraan én de douchekop zijn aangebracht binnen reikwijdte vanaf het douchezitje op de aangrenzende wand. - De as van de douchekraan bevindt zich op een hoogte tussen 90 en 115cm, en tussen 45 en 55cm uit de hoek (gemeten vanaf de achterkant van de douchezit). - De douchekop (kies best voor een afneembare handdouche, eventueel in combinatie met een vaste hoofddouche) is in hoogte verstelbaar op een glijstang. Deze glijstang wordt voorzien op een hoogte tussen 115cm en 220cm en op een afstand van minimum 50 en maximum 70cm uit de hoek. - Zorg dat het douchezitje zeker binnen de waterstraal staat. Zorg ook dat de gebruiker van op de douchezit alles gemakkelijk kan bereiken. - Het zeepbakje en haakjes voor kledij en handdoeken hangen op een hoogte van 90 tot 120cm (tot maximum 140cm voor kledijhaakjes). Denk goed na voor je gaat boren. - De toegangsdeur van de sanitaire cel mag de nodige opstel- en circulatieruimte in de douche niet verhinderen. Keuken - De keuken is drempelloos te bereiken. - Er is een circulatieruimte met een diameter van minstens 150cm aanwezig ter hoogte van het werkblad. - Als ondergrond wordt materiaal gebruikt dat rolstoelvast, onderhoudsvriendelijk, stofvrij en antislip is. - Zorg voor voldoende kleurcontrast tussen muur, vloer, deuren, bedieningselementen en toestellen. Blz. 39

40 Werkblad - Het werkblad van een standaardkeuken bevindt zich op een hoogte van 90 à 95cm. Voor rolstoelgebruikers is een deel van het werkblad verlaagd en onderrijdbaar. Het bovenblad komt hier op 80 à 90cm. De vrije hoogte onder dit deel is minimum 70cm, de vrije breedte minimum 90cm en de vrije diepte minimum 60cm. Dit verkrijgt men door een onderkast weg te halen en eventueel te vervangen door een kastje op wieltjes waardoor het werkblad een tafelvorm krijgt. - De gebruikte materialen voor het werkblad mogen niet verblinden of reflecteren en moeten hittebestendig zijn. Spoeltafel - Voorzie onder de spoeltafel een vrije hoogte van minimum 70cm, een vrije breedte van minimum 90 cm en een vrije diepte van minimum 60cm. - Tussen de muur en de as van de kraan is er een afstand van minimum 50 cm. - Voor de wastafel is er een circulatieruimte van minimum 150cm diameter. - Plaats een éénhendelkraan (best met afneembare spoelkop). Kookvuur en koelkast - Plaats de bedieningsknoppen vooraan (aanraakschermen zijn voor blinden niet bruikbaar). Dit komt de gebruiksvriendelijkheid ten goede. - De handgreep van de koelkast is goed omgrijpbaar en minimum 50 cm uit de hoek geplaatst. Kasten - Zorg voor kasten met leggers op verschillende hoogtes. Hou hierbij in het achterhoofd dat de reikhoogte van een zittend persoon zich bevindt tussen 40 en 140cm. - Voorzie lades zodat rolstoelgebruikers hierin makkelijk spullen kunnen nemen en wegzetten. - De handgrepen van de kasten zijn goed omgrijpbaar en minimum 50cm uit de hoek geplaatst. De handgrepen contrasteren bovendien ten opzichte van de deurbladen. Blz. 40

41 01. AANNEMINGSMODALITEITEN aannemingsmodaliteiten - algemeen De voorschriften van dit hoofdstuk vormen een toelichting en/of aanvulling bij de wetgeving overheidsopdrachten. Aan alle hieraan verbonden verplichtingen en aansprakelijkheden wordt door onderhavige richtlijnen op geen enkele manier afbreuk gedaan. Meting De aard van alle artikels van dit hoofdstuk 01. Aannemingsmodaliteiten is Pro Memorie (PM), inbegrepen in het geheel van de aanneming aannemingsmodaliteiten voorafgaand plaatsbezoek Door het feit dat hij zijn offerte indient, erkent de inschrijver dat hij ter plaatse is geweest en zich op de hoogte heeft gesteld van de bestaande toestand van de bouwplaats, de ligging, de omgeving en de toegangswegen. Hierdoor wordt de inschrijver geacht zich volledig rekenschap te hebben gegeven van de omvang van de aanneming en de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren werken, m.b.t. de algemene coördinatie van de werken de inrichting van de bouwplaats de gemeentelijke voorschriften en nutsleidingen graafwerken, funderings- en rioleringswerken de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen op de werf de mogelijkheden tot de aanvoer en het stockeren van bouwmaterialen de opstelling van aangepast materieel (graafmachines, kranen, ) de eventuele voorafgaande sloopwerken de gebeurlijke aanbouw tegen en de bijhorende afwerkingen van bestaande constructies,. In de offerte wordt bijgevolg rekening gehouden met de elementen die prijsbepalend zijn teneinde een volledig instapklaar en bruikbaar geheel te leveren uitgerust met alle technische voorzieningen. Voor een plaatsbezoek dient de inschrijver een afspraak te maken met het domein (Yves Viaene: 054/ of yves.viaene@oost-vlaanderen.be). Inlichtingen van technische aard kunnen bekomen worden bij de dienst Patrimonium van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen: - voor het deel bouwkunde bij Emma Vanommeslaeghe, architect (09/ of emma.vanommeslaeghe@oost-vlaanderen.be) ; - voor het deel technieken bij Stefan De Vleeschauwer, ingenieur technieken, (09/ of stefan.de.vleeschauwer@oost-vlaanderen.be) aannemingsmodaliteiten burgerlijke aansprakelijkheid Blz. 41

42 De aannemer is verantwoordelijk voor iedere schade die hij tijdens of door zijn werken zou toebrengen aan gebouwen, inboedel, beplanting, wegenis, nutsleidingen, e.d. of aan derden zowel aan hun persoon als aan hun goederen. Het betreft de extra contractuele aansprakelijkheid volgens artikel 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek aannemingsmodaliteiten volledigheid van inschrijving De opsomming van de prestaties in dit bestek moet als niet beperkend worden beschouwd. Door zijn inschrijving verplicht de aannemer zich ertoe in het kader van zijn forfaitaire prijs alle prestaties te leveren die behoren tot en/of in verband staan met de volledige en onberispelijke voltooiing van de werken, zoals die in het aannemingsdossier voorzien zijn. Bijkomende leveringen en prestaties die niet expliciet beschreven zijn in het bestek, detailplannen of uitvoeringsschema s, maar onontbeerlijk zijn voor een volledige en vakkundige uitvoering van de werken of technische installaties maken integraal deel uit van de overeenkomst en worden verondersteld te zijn opgenomen in de prijsbieding. Eventuele leemtes of opmerkingen moeten gemeld worden bij de inschrijving. Zo niet worden deze verondersteld te zijn inbegrepen in de inschrijving aannemingsmodaliteiten onderaanneming Niettegenstaande de aanbestedende overheid geen contractuele band heeft met de onderaannemers eist zij van de hoofdaannemer dat hij enkel werkt met onderaannemers die een erkenning hebben voor het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren. Het bestek kan steeds bijkomende eisen opleggen inzake onderaannemers (zoals habilitatie, erkenningen, e.d.) aannemingsmodaliteiten keuringsattesten In dit bestek wordt voor verschillende materialen en/of systemen geëist dat zij beschikken over een merk van overeenkomstigheid BENOR of een doorlopende technische goedkeuring ATG of een gelijkwaardig keuringsattest. De producten waarvoor een merk van overeenkomstigheid BENOR of een technische goedkeuring ATG bestaat, of die het voorwerp uitmaken van een kwaliteitscontrole tijdens de fabricage door een door de overheid erkende onpartijdige instelling, worden vrijgesteld van de proeven voor voorafgaande technische keuring. De aanbestedende overheid behoudt zich nochtans het recht voor om, in geval van twijfel, op haar kosten tot een geheel of een gedeelte van de keuringsproeven over te gaan; de resultaten van deze proeven kunnen worden meegedeeld aan de instelling belast met het toekennen van het merk BENOR of ATG of met de kwaliteitscontrole van het desbetreffend product. Wanneer door de aannemer een partij zogenoemd (aan BENOR of ATG) gelijkwaardige producten voorgesteld wordt, toont de aannemer vooraf en op zijn kosten de gelijkwaardigheid aan met een gemotiveerde nota opgesteld in het Nederlands. Deze nota omvat alle stavingsstukken zoals auditrapporten, proefuitslagen,, opgemaakt door een officieel erkend onafhankelijk laboratorium. Indien de gelijkwaardigheid niet aanvaard wordt door de aanbestedende overheid zal deze overgaan tot een volledige partijkeuring ten laste van de aannemer. De betrokken producten mogen niet verwerkt worden voordat alle resultaten positief zijn. De aannemer heeft in dit geval nooit recht op schadevergoeding noch op termijnverlenging aannemingsmodaliteiten materialenlijst Blz. 42

43 De aannemer legt op vraag van de architect of het Bestuur bij aanvang van de werken en/of minstens 15 dagen voor iedere levering of verwerking een lijst ter goedkeuring voor van alle te gebruiken materialen en systemen, samen met bijhorende representatieve stalen, kleurkaarten, technische fiches en eventueel voorgeschreven keuringsattesten. Wanneer dit gevraagd wordt, zal de aannemer de materialen, voor de aanvang van de werken, laten beproeven. Materialen De materialen worden zoveel mogelijk in recycleerbare verpakkingen geleverd. Het verpakkingsmateriaal wordt systematisch gesorteerd op de werf. Vlarema is van toepassing. De aannemer toont aan de hand van de veiligheidsfiche (Safety Data Sheet) of de technische fiche aan dat er bij de productie van de gebruikte materialen geen stoffen voorkomen die als schadelijk beschouwd worden door de Europese richtlijn 67/548/EEC. Afwerkingsmaterialen en -producten die in contact staan met de binnenomgeving van het gebouw mogen geen stoffen bevatten die kankerverwekkend (R40, R45, R49), mutageen (R46, R68), schadelijk of giftig voor de voortplanting (R60, R61, R62, R63) of toxisch (R23, R24, R25, R26, R27, R28) zijn. Hierbij wordt verwezen naar de Europese Verordening (EG) nr. 1272/ plaatsbeschrijvingen algemeen De plaatsbeschrijvingen omvatten een volledige en nauwkeurige weergave van de toestand waarin eigendommen, zowel roerend als onroerend, zich bevinden op het ogenblik van het onderzoek. Dit betreft alle eigendommen en openbare domeinen die op een of andere wijze nadelige invloeden zouden kunnen ondergaan door de uitvoering van de werken. Deze plaatsbeschrijvingen worden opgemaakt door de aannemer en tegensprekelijk ondertekend door de betrokken eigenaar of eigenaars en aannemer. De werken mogen slechts aanvangen na overhandiging aan het Bestuur van de plaatsbeschrijvingen, aangevuld met fotografische bewijzen. De plaatsbeschrijvingen ten behoeve van onderaannemers zijn ten laste van de aannemer. Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen bij de aanvang van de werken. De aannemer is verantwoordelijk voor vastgestelde beschadigingen aan de eigendommen en dient ten gepaste tijde, vastgestelde beschadigingen te herstellen of de schade te vergoeden. Voor de aanvang van de werken zal er een plaatsbeschrijving opgemaakt worden van de werfweg, de zone vanaf de werfweg tot aan de bouwplaats zelf, alsook van de bouwplaats zelf en een ruime en relevante zone errond werfcoördinatie algemeen werfcoördinatie planning van de werken Voor de aanvang van de werken moet een globale planning opgemaakt worden in samenspraak met alle betrokken partijen. Deze planning houdt rekening met gekende verlofperiodes, met de uitbating van de bungalows met de vastgelegde uitvoeringstermijnen door de verschillende onderaannemers en met eventuele gelijktijdig uit te voeren werken. Eventuele opmerkingen zullen door de aannemer in een herziene versie worden verwerkt. Op regelmatige tijdstippen zal de planning worden geëvalueerd, i.f.v. de vordering van de werken, de vastgelegde uitvoeringstermijn en gebeurlijke termijnsverlengingen. Blz. 43

44 De maximale uitvoeringstermijn bedraagt 225 werkdagen, dit is exclusief de termijn van de omgevingsvergunning werfcoördinatie werfleiding en controle WERFLEIDING De inschrijver neemt de leiding van en het toezicht op de werken op zich of wijst hiervoor een gemachtigde aan, die als werfverantwoordelijke instaat voor de goede uitvoering van de opdracht. De gemachtigde moet door het Bestuur worden erkend. Het Bestuur heeft steeds het recht om de gemachtigde te doen vervangen. WERFCONTROLE Op de werf is steeds een kopie van het volledige aannemingsdossier aanwezig. De plannen worden op een afgesproken plaats opgehangen; hierop worden alle verbeteringen en aanpassingen aangeduid. Deze wijzigingen worden, na goedkeuring door de architect en/of opdrachtgever, in het dagboek der werken en/of de werfverslagen genoteerd werfcoördinatie werfvergaderingen Minstens eenmaal per werkweek of op afroep vindt er een werfvergadering plaats. Er wordt in samenspraak tussen de opdrachtgever, de architect en de aannemer een bepaalde dag van de week en een vast uur afgesproken waarop de werfvergaderingen worden gehouden. Indien geen specifieke problemen in de werfvergadering worden besproken, mag de aannemer vertegenwoordigd zijn door een gemachtigde. Indien voorafgaandelijk gesignaleerd wordt dat op de werfvergadering een specifiek probleem zal worden besproken, moet de aannemer daarbij vertegenwoordigd zijn door een terzake bevoegd afgevaardigde. Eventueel bijkomende vergaderingen op uitnodiging van de architect zijn verplichtend voor de aannemer. In overleg tussen het Bestuur en de architect worden dag en uur bepaald. Van elke werfvergadering wordt door de architect een werfverslag opgemaakt waarin alle besproken punten worden opgenomen en dat aan alle betrokken personen wordt overhandigd of toegestuurd. Deze verslagen zullen de waarde hebben van een aangetekende briefwisseling. Alle punten waarop geen bezwaar gemaakt is, worden als bekrachtigd beschouwd werfcoördinatie uitzetten bouwwerken Alle vereiste middelen en prestaties om de maten van de constructies correct vast te leggen, te visualiseren en de controle ervan door het Bestuur mogelijk te maken. Voor de aannemer begint met het uitzetten, verwittigt hij de architect hiervan minimum drie dagen op voorhand. Het uitzetten van de bouwwerken op het terrein gebeurt door het aanbrengen van voldoende referentiepunten en stevige merktekens. De waterpasmerktekens voor de afgewerkte vloerpeilen moeten op onuitwisbare wijze vastgelegd worden in overleg met de architect. Het niveau 0.00 is het peil van de afgewerkte vloerpas van de gelijkvloerse verdieping of zoals aangegeven op de plannen. Blz. 44

45 Bij vastgestelde anomalieën op het terrein moet de aannemer zo nodig de afgeleverde bouwvergunning raadplegen en het Bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. Na het uitzetten nodigt de aannemer de architect en de opdrachtgever uit tot verificatie op het terrein en het eventueel aanbrengen van de nodige verbeteringen in het bijzijn van de aannemer of zijn gemachtigde. Het Bestuur moet zijn akkoord over de uitgezette maten noteren in het dagboek der werken. Pas dan kunnen de funderingswerken aangevat worden werfcoördinatie as-builtdossier De aannemer levert de nodige asbuilt-plannen aan het Bestuur en de veiligheidscoördinator-verwezenlijking voor de samenstelling van het postinterventiedossier. Het betreft de grafische weergave en een minimum aan (digitale) foto s van de uitgevoerde technische installaties en leidingen (gas, sanitair, verwarming, elektriciteit, ) over hun volledig verloop tot aan de aansluiting op de openbare distributieleidingen. De schema s worden opgemaakt op schaal 1/50 en worden in tweevoud aan het Bestuur overhandigd voor tot de voorlopige oplevering wordt overgegaan. De uitvoeringsplannen van het aanbestedingsdossier kunnen hiervoor als basis gebruikt worden. Indien beschikbaar kunnen de digitale plannen opgevraagd worden bij de ontwerper. Op te maken asbuilt-schema s na uitvoering van de werken van de waterdistributieleidingen van de verwarmingsleidingen van de ondergrondse en bovengrondse rioleringswerken van de gasdistributieleidingen van de elektrische installatie van de ventilatievoorzieningen werfcondities algemeen werfcondities orde en netheid De hoofdaannemer richt een nette en ordentelijke werf in en is gedurende de hele uitvoering van de werken verantwoordelijk voor het onderhoud en regelmatig opruimen ervan. TUSSENTIJDS OPRUIMEN & REINIGEN VAN DE BOUWPLAATS Tot aan de voorlopige oplevering staat de aannemer in voor: het wekelijks opruimen van de bouwplaats en reinigen van werflokalen, of telkens het opdrachtgevend Bestuur, architect of veiligheidscoördinator hierom verzoeken het regelmatig opruimen en verwijderen van de werf van alle puin, afval, overschotten van gebruikte materialen of afval van de door hem en/of zijn onderaannemers uitgevoerde werken. het treffen van alle maatregelen om de toegangswegen tot de werf (wegenis, riolen) proper te houden. ALGEMENE SCHOONMAAK VOOR DE VOORLOPIGE OPLEVERING Bij het beëindigen van de werken en voor er tot de voorlopige oplevering kan worden overgegaan, moet de aannemer zorgen voor een grondige opkuis van de volledige werf, zowel buiten als binnen de gebouwen, Blz. 45

46 door hem gebouwd, uitgerust of gebruikt tijdens de werken, ongeacht of de vervuiling door hemzelf of zijn onderaannemers werd veroorzaakt. Deze algemene opkuis omvat o.a. het weghalen van klevers, het wassen van alle schrijnwerk en beglazing, bevloeringen, vensterbanken, sanitaire toestellen,. De reinigingswerken gebeuren met aangepaste producten en waar vereist door gekwalificeerd personeel. Keuring De architect en het Bestuur behouden zich het recht voor om na schriftelijke aanmaning, en indien de aannemer hieraan geen gevolg heeft gegeven binnen de 8 dagen na ontvangst, de werf te laten opruimen door derden en de achtergelaten materialen te laten afvoeren. De kosten hiervoor worden onverminderd van de maandelijkse vorderingsstaat of eindafrekening van de aannemer afgehouden werfcondities geluids- en stofhinder geluidshinder De aannemer moet zijn machines en het aangewende materieel voorzien van alle geluiddempende middelen die de techniek hem ter beschikking stelt. In het bijzonder wanneer de nabijgelegen vakantieverblijven in gebruik zijn moet de geluidshinder tot een minimum beperkt worden, conform eventuele voorschriften. Alle gebeurlijke klachten en/of boetes zijn ten laste van de aannemer. stofhinder Bij werken die gepaard gaan met opwaaiend stof, treft de aannemer de nodige maatregelen om de hinder voor de omgeving te beperken. De voorziene maatregelen kunnen bestaan uit het besproeien met water en/of het spannen van afschermende zeilen. Alle gebeurlijke klachten, schadeclaims en/of boetes zijn ten laste van de aannemer werfcondities nazorg De aannemer verbindt zich ertoe om de afgewerkte gebouwen en/of lokalen te beschermen en in goede staat te houden tot aan de voorlopige oplevering veiligheidsvoorschriften algemeen De aannemer neemt op zijn verantwoordelijkheid alle nodige organisatorische en technische maatregelen om gedurende het ganse verloop van de werken de veiligheid te verzekeren van zijn personeel en van alle op de werf toe te laten personen. Materialen en uitvoering Alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van: de Codex over het welzijn op het werk de welzijnswet van 04/08/1996 het KB van 25/01/2001 betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en haar wijzigingen de nog geldende voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) de diverse publicaties van het Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (NAVB). De aannemer zal zich schikken naar de aanbevelingen van de veiligheidscoördinator-verwezenlijking en de richtlijnen van het veiligheids- & gezondheidsplan. Alle eventueel hieraan verbonden kosten zijn inbegrepen in de aanneming. Personen die de veiligheidsvoorschriften overtreden, kunnen van de bouwplaats worden gestuurd. Blz. 46

47 02. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN bouwplaatsvoorzieningen - algemeen Alle bedrijfsmiddelen, zoals materieel, energie, water, communicatiemiddelen, transport, e.d., alsook de (voorlopige) aansluiting aan de installaties van algemeen nut, de nodige vergunningen, vergoedingen of borgstellingen nodig voor de verwezenlijking van de aanneming zijn standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Dit geldt tevens voor alle deelaspecten van de inrichting van de werf, behalve indien de aanbestedingsdocumenten voor sommige van deze artikelen uitdrukkelijk een afzonderlijke post zouden voorzien. De inrichting en organisatie van de bouwplaats gebeurt voor de aanvang van de werken en volledig op kosten van de aannemer. De concrete planning hiervan wordt volledig overgelaten aan het initiatief en de verantwoordelijkheid van de aannemer, tenzij het bestek specifieke voorschriften oplegt. Minstens 10 dagen voor de uitvoering van de werken dient de aannemer een volledig werfinrichtingsplan te overhandigen aan de opdrachtgever ter goedkeuring voorlopige omheining algemeen De aannemer moet ervoor zorgen dat het betreden van de bouwplaats door derden wordt verhinderd. Alle kosten zijn ten laste van de aanneming. De nodige borden, signalisatie, verlichting, enz. worden hierbij inbegrepen. De aannemer plaatst een voorlopige omheining en de nodige signalisatie, die voldoende doeltreffend is om onbevoegde personen te weren en de veiligheid te waarborgen. Indien nodig kan het Bestuur de aannemer vragen ook andere delen van de bouwplaats van een omheining te voorzien. De omheining wordt voldoende stevig uitgevoerd, onderhouden en zonodig hersteld. De hoogte van de voorlopige omheining bedraagt ten minste 1,80 m. De afsluiting is voorzien van de nodige afsluitbare toegangen. Sleutels van deze toegangen worden bezorgd aan de architect en het Bestuur. De omheining wordt op regelmatige afstanden voorzien van een bordje verboden de werf te betreden of dergelijke. De omheining blijft eigendom van de aannemer en wordt pas weggenomen na de voorlopige oplevering of na akkoord van het Bestuur. De aannemer is volledig verantwoordelijk voor alle gebeurlijke diefstallen en/of vandalisme aankondiging werf algemeen De aannemer voorziet informatie over de werf voor voorbijgangers. Het werfbord vermeldt naam, logo en algemene gegevens van: -het bouwproject -de opdrachtgever(s) -de hoofdaannemer (met telefoonnummer projectleider) Blz. 47

48 -de eventuele onderaannemer technieken (-andere eventuele onderaannemers) - de architect of het architectenbureau -de veiligheidscoördinator -de epb-en ventilatieverslaggever De opstelling van de werfaankondiging zal gebeuren in samenspraak met het Bestuur. De werfaankondiging wordt in weersbestendige materialen uitgevoerd. De leesbaarheid van de informatie moet gedurende de volledige uitvoeringstermijn gegarandeerd zijn. De aannemer is verantwoordelijk voor de veilige opstelling, stabiliteit en verankering van het geheel, ook bij hevige regen en stormwinden. De werfaankondiging wordt pas verwijderd mits uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur. Na verwijdering wordt de inplantingsplaats in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Behalve de vermelding van de hoofdaannemer en eventuele onderaannemers op de borden worden bijkomende reclamepanelen niet toegestaan, behoudens de uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur. Iedere andere vorm van publiciteit is verboden en moet van de werf worden verwijderd werflokalen algemeen De aannemer voorziet de nodige werflokalen en sanitaire voorzieningen voor de volledige duur van de werken. Alles conform het ARAB. Voor de wekelijkse werfvergaderingen zal een aparte werfkeet worden voorzien, uitgerust met verlichting en verwarming + mogelijkheden voor het openhangen van plannen. De werken omvatten ook de aanleg, onderhoud, verwijdering en herstel van het grondoppervlak. Materialen Alle werflokalen zijn opgetrokken uit een degelijke en solide constructie en moeten volledig afsluitbaar zijn. De aannemer bezorgt het Bestuur voorafgaandelijk een schetsmatig overzicht van de inplanting van de werflokalen. De werflokalen zijn gemakkelijk bereikbaar en toegankelijk, worden netjes onderhouden tijdens hun volledige gebruiksduur en zijn wind-, stof- en waterdicht voorlopige aansluitingen algemeen De aannemer voorziet de nodige voorlopige aansluitingen voor de nutsvoorzieningen. Alle kosten hiervoor zijn ter zijner laste. De aannemer moet tijdig contact opnemen met de bouwheer om de aanvang en het verloop van de werken niet te vertragen. De aannemer moet erover waken dat de installaties in overeenstemming zijn met de reglementen van de distributiemaatschappijen. Wanneer tijdens de werken gebruik wordt gemaakt van bestaande of voorlopige aansluitingen op naam van het Bestuur, zullen de meterstanden bij de aanvang van de werken en bij de voorlopige oplevering worden Blz. 48

49 genoteerd. Alle kosten (volgens de tarieven zoals aangerekend door de leverende nutsmaatschappij) vallen ten laste van de aannemer en zullen door het Bestuur worden verrekend. Deze aansluitingen zijn toegelaten voor zo ver ze de gewone werking van de bestaande installaties NIET nadelig beïnvloeden. Verzwaringen van aansluiting op de openbare netten ifv de werf zijn eveneens ter zijner laste. De aannemer zal zich ter plaatse vergewissen van de beschikbare vermogens en debieten. Blz. 49

50 04. GEBOUWPRESTATIES gebouwprestaties - algemeen Dit bestek is opgesteld conform de wettelijke vereisten en de eventueel aanvullende gebouwprestaties. De aannemer zal alle nodige maatregelen treffen voor en tijdens de uitvoering van de werken zodat de beoogde resultaten behaald worden. De in dit hoofdstuk vermelde prestaties moeten gehaald worden, zelfs als verdere bepalingen in het bestek dit tegenspreken. De aannemer signaleert het onmiddellijk aan de ontwerper als hij tegenstellingen in het bestek ontdekt. Een goede coördinatie van de werken met de onderaannemers is onontbeerlijk energieprestatie en binnenklimaat (EPB) algemeen Algemeen De individuele vakantiewoningen voldoen aan de voor het project geldende EPB-eisen. De voorgestelde materialen en componenten moeten volgens de bepalingen van de EPB-rekenmethodiek gevaloriseerd kunnen worden in de definitieve EPB-aangifte. Dit kan betrekking hebben op de warmtegeleidingscoëfficiënt van isolatiematerialen, het rendement van warmteterugwinapparaten, (nietlimitatief). Afwijkend op de wettelijke eisen worden volgende strengere eisen opgelegd: K-peil (gebouw): max. K40 E-peil (wooneenheid): max. E30 (= eis voor BEN-bouwen, verplicht vanaf 2019 voor openbare besturen) Minimumaandeel hernieuwbare energie: De BEN-(vakantie)woning beschikt over een van de hernieuwbare energiesystemen zoals opgenomen in artikel /2 van het Energiebesluit van 19 november Dit betekent dat één van de volgende maatregelen moet toegepast worden: Een zonneboiler met een collector waarvan de apertuuroppervlakte minstens 0,02 m2 per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de woning is, tussen oost en west georiënteerd is en in een helling tussen 0 en 70 ligt. Een PV-installatie die minstens 7 kwh per m2 bruikbare vloeroppervlakte van de woning produceert, tussen oost en west georiënteerd is en in een helling tussen 0 en 70 ligt. Een warmtepomp die wordt toegepast als hoofdverwarming en waarvan de seizoensprestatiefactor minstens 4 bedraagt. Een andere mogelijkheid om aan dit besluit te voldoen, is door 10 kwh hernieuwbare energie per m2 bruikbare vloeroppervlakte te produceren door een combinatie van één of meer van bovenstaande maatregelen, waarbij de cursieve en vet gedrukte voorwaarden dan wegvallen. Volledige bepalingen ivm BEN te raadplegen op : luchtdichtheid - algemeen Algemeen Blz. 50

51 De gebouwschil wordt luchtdicht uitgevoerd en moet, gemeten door een luchtdichtheidsmeting, overeenkomstig artikel , voldoen aan de eis: n 50 < 0,6 vol/h Onverminderd alle specifieke bepalingen verder in het bestek worden alle aansluitingen tussen de componenten van de gebouwschil (ruwbouw, buitenschrijnwerk, daken, vloeren, ) luchtdicht uitgevoerd. Doorvoeren door muren moeten steeds op voorhand voorzien worden d.m.v. ingewerkte buisstukken of nadien geboord worden met een geschikte boor en diameter. De doorvoeropeningen mogen in geen geval gekapt worden en moeten op luchtdichte wijze afgewerkt worden. Alle ingrepen in de gebouwschil voor elektriciteit, sanitair, verwarming, ventilatie, worden luchtdicht afgewerkt. De proef wordt uitgevoerd na volledige afwerking van het gebouw. Het tijdstip van de proef wordt bepaald in samenspraak met de architect en het Bestuur. Bij deze test moet de vooropgestelde luchtdichtheidseis gehaald worden en moet er ook een proefrapport afgeleverd worden. Er wordt nadrukkelijk op gewezen dat het herstellen en bijsturen van tekortkomingen in deze fase moeilijk kan zijn. De aannemer zal dan ook alle nodige maatregelen treffen voor en tijdens de uitvoering van de werken zodat de beoogde resultaten behaald worden. Een goede coördinatie van de werken met de onderaannemers is dan ook onontbeerlijk. De aannemer kan eventueel tussentijdse proeven uitvoeren. Deze richtinggevende proeven kunnen pas uitgevoerd worden indien de gebouwschil volledig dicht is. Bij voorkeur vinden deze proeven plaats voor de start van de binnenafwerking (muren wel reeds gepleisterd). Aanwezige lekken kunnen dan nog eenvoudig opgespoord en bijgewerkt worden. Deze tussentijdse proeven zijn steeds ten laste van de aannemer. Wordt de vooropgestelde luchtdichtheidseis tijdens de laatste proef niet gehaald, dan moet het luchtdichtheidsscherm opnieuw worden bijgewerkt. Deze kosten, de eventuele kosten voor het verwijderen en terugplaatsen van reeds geplaatste afwerkingslagen en de bijkomende proeven zijn ten laste van de aannemer. Aanvullende specificaties Er wordt voor de afwerkingsfase verplicht 1 richtinggevende proef uitgevoerd op een wooneenheid aangeduid door het Bestuur. Tijdens deze proef waarbij ook de architect en het Bestuur aanwezig is, worden actief lekken opgespoord. Hiervan wordt een verslag opgesteld. Deze proef is inbegrepen in dit artikel akoestiek - algemeen Algemeen De norm NBN S Akoestische criteria voor woongebouwen is van toepassing. Deze norm bepaalt de vereisten waaraan voldaan moet worden aangaande lucht- en contactgeluidisolatie, gevelisolatie, het lawaai van technische installaties en de beheersing van de nagalm van specifieke ruimten. Tenzij anders vermeld is het vereiste prestatieniveau normaal akoestisch comfort brandveiligheid - algemeen Algemeen De verschillende gebouwen moet voldoen aan de basiseisen inzake brandbeveiliging KB 07/07/94 (BS 26/04/95) en KB 12/07/2012 Koninklijk besluit tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen en alle desbetreffende wijzigingen. De vakantieverblijven worden beschouwd als lage gebouwen. De structurele elementen beschikken over een brandweerstand van R30. Alle onderdelen, doorvoeren en uitvoeringswijzen voldoen aan de laatste eisen op vlak van de brandvoorschriften. Aanvullend op de basisnormen kunnen ook bijkomende en/of afwijkende voorschriften van de gemeente of lokale brandweer van toepassing zijn. Blz. 51

52 Voor deze zaken kan volgende contactpersoon opgegeven worden: Bert De Clercq, brandweercommandant Geraardsbergen (Zuid-Oost), of gsm: 0475/ Alle bungalows worden voorzien van een meldingsknop voor brand. Deze worden aangesloten op de brandcentrale van het domein. In alle slaapkamers en leefruimtes wordt autonome branddetectie voorzien (optische rookmelders). Tevens wordt er per vakantiewoning een brandblusser in de vestiairekast opgehangen. Het geheel wordt voorzien van de correcte signalisatie (pictogrammen, ) duurzaamheid en materiaalgebruik - algemeen Algemeen De opdrachtgever streeft naar een duurzaam geheel, met aandacht voor het milieu. De aanstiplijst duurzaam bouwen, als bijlage bij dit bestek gevoegd, is een leidraad voor het maken van keuzes inzake materiaalgebruik, ontwerp en technische installaties. Volgende eisen moeten worden gevolgd: -Het regenwater zal worden gerecupereerd voor de spoeling van de toiletten en aansluiting op buitenkraan. -Bij gebruik van hout dient dit hout te beschikken over een FSC of PEFC-label inzake duurzaam bosbeheer, dit met uitzondering van het hout voor de structuurelementen zoals dragende liggers. -Bij gebruik van verven en vernissen dienen watergedragen verftypes gebruikt te worden tenzij technisch niet mogelijk. De geldende VOC-richtlijnen moeten worden gevolgd. - alle elektrische toestellen zullen een performant energielabel hebben: - Koelkast minstens A++ - Vaatwasser minstens A+ - Gasketel minstens HR-top - Warmtepomp minstens COP 4,5 - (zie aanstiplijst duurzaam bouwen) Blz. 52

53 05. PROEVEN proeven - algemeen Algemene proeven die uitgevoerd worden door een onafhankelijk extern organisme, vòòr de voorlopige oplevering, waarmee gecontroleerd wordt of de vereiste gebouwprestaties behaald worden. Ook de verslagen zijn beschikbaar voor de voorlopige oplevering. De verslagen zullen geen opmerkingen bevatten (blanco keuring). Naast de hieronder beschreven proeven kunnen in het bestek nog andere proeven of keuringen geëist worden. Deze zijn opgenomen in de betreffende artikels proeven - luchtdichtheidsmeting Bij een luchtdichtheidsmeting (ook blowerdoortest of pressurisatieproef genoemd) wordt een ventilator in een opening van de gebouwschil geplaatst en het gebouw achtereenvolgens in over- en onderdruk gezet ten opzichte van de buitenomgeving. Met het gemeten lekdebiet kunnen dan een aantal afgeleide grootheden berekend worden. Deze post moet steeds omvatten: het monteren en afstellen van de meetapparatuur; alle voorbereidende werken zoals het sluiten of afdichten van openingen, vullen van sifons, openen van binnendeuren, nodig voor een correcte meting; het uitvoeren van de vereiste metingen bij onder- en overdruk; de opmaak en het bezorgen van het proefverslag. ALGEMEEN De luchtdichtheidsmeting wordt uitgevoerd conform de norm NBN EN Thermische eigenschappen van gebouwen - Bepaling van de luchtdoorlatendheid van gebouwen Overdrukmethode, methode A, aangevuld met de specificaties van bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving van het MB van 02/04/2007. Vanaf publicatie van STS-P-71-3 en de invoering van het kwaliteitskader voor luchtdichtheidsmeters worden de proeven uitgevoerd conform deze STS en door een erkend luchtdichtheidsmeter. VOORBEREIDING Voor de start van de proef worden de grenzen van de te meten zone nauwkeurig vastgelegd. Deze zone moet in samenspraak met de ontwerper en de EPB-verslaggever bepaald worden, overeenstemmend met de opdeling van het gebouw in de EPB-aangifte. In de meeste gevallen valt de te meten zone samen met het beschermd volume. De testoppervlakte van de gebouwschil A test en het interne volume V worden door de ontwerper of EPB-verslaggever meegedeeld aan de uitvoerder, die de waardes mee opneemt in het proefverslag. Alle systemen die lucht aan de te meten zone toevoeren of eraan onttrekken worden stilgezet. Bewuste openingen in de gebouwschil met sluitingsinrichting worden gesloten, maar niet afgedicht. Hieronder vallen o.a. regelbare ventiltieopeningen, afvalwaterafvoerbuizen (gevulde sifon). In sommige gevallen moeten bewuste openingen dichtgehouden worden door bijkomende voorzieningen zoals een stuk kleefband (bijv. brievenbus, ). De gebruikte voorziening mag in geen geval gebruikt worden om de dichtheid van de openingen in gesloten toestand te verhogen. Blz. 53

54 Openingen van mechanische ventilatiesystemen worden afgedicht door ofwel alle individuele ventielen af te dichten, ofwel de hoofdkanalen af te dichten tussen ventilator en gebouwschil ofwel de buitenopeningen af te dichten. Afdichten betekent hier het hermetisch afsluiten met alle mogelijke geschikte middelen; sluiten betekent het gebruik van de op de betrokken opening aanwezige sluitingsrichting zonder de luchtdichtheid van de opening in gesloten toestand te verhogen. Alle openingen binnen de te meten zone moeten geopend worden met uitzondering van de deuren van ingemaakte kasten en toiletten. Bestanddeel van het gebouw Buitendeur Buitenvenster Deur naar een binnenruimte buiten de gemeten zone (bijvoorbeeld naar een kelder, een garage, enz.) Luik naar een binnenruimte buiten de gemeten zone (bijvoorbeeld naar een zolder, een geventileerde kruipruimte, een onbewoonbare zolderruimte, enz.) Deur binnenin de gemeten zone (met uizondering van deur vvan wandkasten en van toiletten) Regelbare ventilatieroosters (met inbegrip van RTO en RAO volgens NBN D Mechanische toevoer- en afvoeropening Vast ventilatierooster (niet regelbaar bijvoorbeeld: luchttoevoer voor een stookketel, een droogkast, een dampkap, enz.) Luchtafvoeropening bijvoorbeeld voor een droogkast of een dampkap (indien er geen sluiting voorhanden is op de opening zelf, kan het toestel dat op de opening aangesloten is desgevallend gesloten worden.) Brievenbus die in de gebouwschil geïntegreerd is Schoorsteen (haard, stookketel, kachel, enz.) Afvalwaterafvoer Ontluchting van de afvalwaterafvoer Behandeling bewuste openingen (Methode A) Gesloten (bij voorkeur met sleutel) Gesloten Gesloten Gesloten Open Gesloten Afgedicht of dichtgestopt met een ballon Niet afgedicht Gesloten (als er een sluiting voorhanden is) Gesloten Gesloten Gevulde sifon Niet afgedicht MEETPROCEDURE De pressurisatie-apparatuur wordt in een veilig toegankelijke buitenopening geplaatst die de grootste luchtdichtheid biedt, in volgorde van voorkeur: vensterdeur of venster met een elastische dichting over de volledig omtrek, deur uitgerust met afdichting onderaan, deur zonder afdichting onderaan. Zelfklevende tape kan gebruikt worden om de luchtdichtheid aan de rand van de apparatuur te verzekeren. Er worden twee reeksen van metingen uitgevoerd: één met overdruk en één met onderdruk. Het grootste drukverschil moet minstens 50 Pa bereiken, bij voorkeur 100 Pa (in absolute waarde). Tijdens de proef kunnen met de blote hand, rookgasbuisjes of een IR-camera nog aanwezige lekken opgespoord en waar mogelijk bijgewerkt worden. PROEFVERSLAG Het proefverslag moet minstens volgende informatie bevatten: gegevens uitvoerder meting (naam, adres en btw-nummer onderneming, datum, naam en handtekening uitvoerder) gegevens aanvrager (naam, adres) gegevens gebouw en de gemeten zone: adres omschrijving van de gemeten zone, aangevuld met aanduiding op de bouwplannen (grondplannen en doorsneden) toestand (in- of uitgeschakeld) verwarming, ventilatie en andere toestellen Blz. 54

55 toestand bewuste openingen (gesloten of niet gesloten), positie van de afdichting van ventilatieknanalen) gegevens over de proef: merk, type en positie van de pressurisatie-apparatuur en meetapparaten laaste ijkingsdatum apparatuur en naam van instelling die ijking uitgevoerd heeft beschrijving van het type van opening waarin de appartuur geplaatst werd binnen- en buitentemperaturen detail van de drukverschillen bij nuldebiet, gemeten voor en na de proef, en drukverschil bij gemiddeld nuldebiet gebruikt in de berekeningen gegevens van de relatie debiet/druk bij overdruk en bij onderdruk verantwoording indien de bereikte maximale druk lager is dan 100 Pa dubbele logaritmische grafiek met de gegevens en regressielijnen bij overdruk en bij onderdruk resultaat van de tussenberekeningen zowel bij overdruk als bij onderdruk; coëfficiënt C env en exponent n verkregen door regressie, gecorrigeerde coëfficiënt C L en 50 gemiddeld luchtlekdebiet V 50 binnenvolume V (volgens NBN EN 13829) infiltratievoud n 50 testoppervlakte van de gebouwschil A test (volgens definitie in de EPB-regelgeving) luchtlekdebiet per oppervlakte-eenheid van de gebouwschil 50 de verklaring: Bij de luchtdichtheidstest werden alle voorschriften in het kader van de EPB-regelgeving zoals bescherven in het Specificatiedocument, versie x van dd mm jjjj, gerespecteerd (zie V v proeven elektriciteit + noodverlichting + datanetwerk Elektriciteit laagspanning volgens AREI, artikel 270, gelijkvormigheidsonderzoek + BVR 11/09/2009 TOERISTISCHE LOGIES VLAANDEREN VOLGENS BIJLAGE 3 - HOOFDSTUK 9 EN 11 : artikel en 11 Noodverlichting volgens Norm NBN EN TOERISTISCHE LOGIES VLAANDEREN VOLGENS BIJLAGE 3 - HOOFDSTUK 9 EN 11 : artikel Voor iedere kabel van het datanetwerk zal een een meetrapport worden afgeleverd. Alle datakabels worden logisch en uniform gelabeld aan beide uiteinden proeven brandbeveiliging AGW 11/09/2009 TOERISTISCHE LOGIES VLAANDEREN VOLGENS BIJLAGE 3 - HOOFDSTUK 9 EN 11 : artikel en Draagbare brandblustoestellen volgens artikel proeven waterverdeling BVR 8/4/2011 waterverkoopreglement Blz. 55

56 proeven stookinstallatie + gasdichtheid BVR 11/9/2009 TOERISTISCHE LOGIES VLAANDEREN VOLGENS BIJLAGE 3 - HOOFDSTUK 9 EN 11 : artikel en proeven gescheiden riolering BVR 8/4/2011 saneringsverplichtingen EPB-verslaggeving : Energiebesluit 19/11/ Energiedecreet 08/05/2009 Blz. 56

57 10. GRONDWERKEN ONDERBOUW grondwerken onderbouw Het betreft de grondwerken nodig voor de realisatie van de gebouwen Zijn van toepassing op de grondwerken: -het Vlarema; -het Vlarebo; -het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering; in het bijzonder de regeling omtrent grondverzet; -het standaardbestek van de wegenbouw SBS250. De sonderingsverslagen en diagrammen zijn als bijlage bij dit bestek gevoegd. De afgegraven grond zal gestockeerd worden op het domein, nabij de werfzone. Voor de aanvoer van grond geldt de zone recreatiegebied, type IV. De aanvullingen na het afgraven van de teelaarde, om te komen tot het gewenste niveau, zijn uit te voeren volgens art. 3.4 Onderfundering type III van hoofdstuk 5 van SBS250. Er mag géén gebruik gemaakt worden van gestabiliseerd teerhoudend asfalt. De aanvullingen hebben de volgens de vereiste drukweerstand en sterkte Speciale aandacht dient te worden gegeven aan de aanwezigheid van ondergrondse kabels en leidingen ter hoogte van de bouwzone. De grondwerken (en vooral die ter hoogte van de aansluitingen op de bestaande leidingen, putten, ) zullen dan ook met de nodige omzichtigheid worden uitgevoerd. De gekende ondergrondse leidingen, putten, zijn getekend op het omgevingsplan in bijlage bij dit bestek. Blz. 57

58 13. SPECIALE FUNDERINGEN speciale funderingen (paalfunderingen + funderingsbalken) Het staat de inschrijver vrij om een bepaalde funderingsopbouw voor te stellen. De voorkeur gaat echter uit naar een gelijkaardige funderingsopbouw als de nabijgelegen vakantiewoningen (zie foto hieronder). Daar dragen geprefabriceerde betonbalken de lasten af op een paalfundering. Op de betonbalken rust vervolgens het frame van de vloerplaat en de betonplaat. Gezien dit gebied dikwijls te kampen heeft met overstromingen, fungeert de zone tussen het maaiveld en de vloeropbouw als buffervolume. Alle materialen, de funderings- en het volledige vloerpakket dienen hieraan aangepast. Als bijkomende eis ten opzichte van de reeds bestaande bungalows, wordt er gevraagd om de openingen tussen de betonbalken aan weerszijden af te dichten met een aangepast (demonteerbaar) plaatmateriaal (stevigheid, kleur, weers- en waterbestendigheid, ). Hierdoor zijn deze stroken niet bereikbaar voor dieren en voor afval, doch enkel voor overstromingswater. De funderingen worden afgestemd op het draagvermogen van de grond. De aannemer zal zijn stabiliteitsstudie baseren op het ter beschikking gestelde sonderingsrapport. Alle funderingen zijn uit te voeren tot op draagkrachtige en vorstvrije diepte, graaf- en wederaanvullingswerken inbegrepen. Inbegrepen is het uitzetten van de fundering, de nodige werfinstallatie, de proeven op de palen, het afkappen van de paalkoppen, en daarop volgend de nodige funderingsbalken, kortom alles om tot een volledige, correct uitgevoerde fundering te komen. Als bijlage is een sonderingsverslag toegevoegd met richtlijnen i.v.m. de grondopbouw en funderingsaanzet. De sonderingen zijn steekproefsgewijs in de beschouwde zone uitgevoerd (zie Blz. 58

59 aanduidingen op plan in verslag). De informatie in het verslag is louter informatief om een idee te geven van de mogelijke funderingsmethode en -diepte en kan op geen enkel moment als bindend beschouwd worden. De inschrijver wordt verondersteld zich bewust te zijn van mogelijke (lichte) afwijkingen in de resultaten op andere locaties in de beschouwde zone. Een beperkte verschuiving van de inplanting van de vakantiewoningen en/of de funderingen ervan kan geenszins aanleiding zijn tot een meerprijs. De inschrijver moet rekening houden in zijn prijsopgave met een zekere spreiding van de resultaten. De inschrijver is vrij om zelf sonderingen te laten uitvoeren bij wijze van controle, aanvulling. Afwijkende resultaten die eventueel leiden tot een andere funderingsmethode kunnen eveneens op geen enkel moment in de procedure leiden tot een meerprijs. Blz. 59

60 17. ONDERGRONDSE LEIDINGEN ondergrondse leidingen - algemeen Alle ingegraven elementen voor het verzamelen, behandelen en afvoeren naar de openbare riolering van huishoudelijk afvalwater, fecaal water en regenwater van een gebouw of gebouwencomplex. Materialen & De volgende normen zijn van toepassing: NBN EN 752 Buitenriolering NBN EN Algemene eisen voor rioleringsonderdelen NBN EN Aanleg en testen van rioleringen en afvalwaterleidingen TV Sanitair Reglement - deel 1: Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen is van toepassing. Het rioleringssysteem voldoet aan de voorschriften van de rioolbeheerder, 100% scheiding van RWA en DWA. De aannemer wint de nodige inlichtingen in bij de bouwheer. Het rioleringsschema (met vermelding van de types afvalwater, leidingdiameters, e.a.) is voor te leggen door de aannemer. Voorafgaand aan de werken verifieert de aannemer zelf alle noodzakelijke informatie i.v.m. de juiste ligging en peilen van de bestaande riolering op en na goedkeuring door het Bestuur, past hij het rioleringstracé hieraan aan. De riolen op het terrein zijn steeds opgevat als een gescheiden systeem (scheiding tussen regenwater en fecaal en huishoudelijk afvalwater). Het rioleringsnet wordt over zijn ganse lengte door verticale stijgbuisleidingen verlucht. De verluchtingsbuizen worden in overleg met het Bestuur gepositioneerd. Toezichtstukken zijn te voorzien bij richtingsveranderingen. De graafwerken voor de sleuven van de ondergrondse leidingen zijn inbegrepen. As-builtplannen: voor de voorlopige oplevering levert de aannemer aan het Bestuur tekeningen van het rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd, met de exacte ligging en hoogtepeilen van de leidingen, toestellen, verzamelputten en aflopen rioolbuizen - algemeen Alle ondergrondse leidingen voor de afvoer van afvalwater en regenwater, afkomstig van leidingen, toestellen en putten. De werken omvatten: de leidingen, alle hulpstukken; de koppelstukken en verbindingen met de putten en toestellen; de muurdoorgangen en kokers; waterdichte doorgangen door de vloerplaten de dichtheidscontrole, de wederaanvullingen; alle werken voor het voorlopig afvoeren van het oppervlaktewater; het ongeschonden bewaren van aanwezige kabels en leidingen; de as-built-plannen. Blz. 60

61 Er dient rekening mee gehouden dat het terrein kan overstromen, waarbij opdrijven van de rioolbuizen zo veel mogelijk dient voorkomen Materialen en uitvoering ALGEMEEN Volgende normen zijn van toepassing: NBN EN Statische berekening van ingegraven buisleidingen onder verschillende belastingsomstandigheden - Deel 1: Algemene eisen SB Index III-24 Buizen en hulpstukken voor riolering en afvoer van water BUIZEN - BOCHTSTUKKEN De rioolbuizen zijn bestand tegen corrosie, oplosmiddelen, wasmiddelen en temperaturen tot 90 C. Alle buizen en hulpstukken zijn onderling verenigbaar. Alle hulpstukken zijn voorzien in het gamma van de fabrikant. De diameters van de buizen stemmen overeen met de aanduidingen op de rioleringsplannen en/of worden afgestemd op de te verwachten maximum debieten. Elke richtingsverandering worden uitgevoerd met aangepaste bochtstukken. De aftakkingen van verticale en horizontale leidingen worden uitgevoerd onder hoeken van maximaal 45. Wanneer de hoek tussen twee op elkaar aan te sluiten leidingen meer bedraagt dan 45 zal de aansluiting gebeuren door twee opeenvolgende bochtstukken elk met een hoek kleiner dan 45. MONTAGE - VERBINDINGEN - AANSLUITINGEN Het montagewerk en de verbindingen worden uitgevoerd door daartoe opgeleide en bekwame vaklui. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van rechte buizen uit één stuk. De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts, met het mofeind stroomopwaarts gericht. Buizen worden haaks gezaagd, van bramen ontdaan en eventueel afgeschuind. Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-einde zorgvuldig gereinigd en verbonden volgens de voorschriften van de fabrikant. Alle beschadigde buizen worden vervangen. De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten. De uiteinden van de afleiders, overlopen van putten enz. worden zorgvuldig met de afvoer verbonden en waar nodig waterdicht uitgewerkt. Ingeval van waterdruk worden de dichtingwerken uitgevoerd volgens een aan het Bestuur ter goedkeuring voor te leggen detailtekening. Binnen het gebouw worden de buizen tot in het vlak van de onderste vloeren gebracht waar ze eindigen met een mof. Tijdens de werken worden de moffen afgedekt met een beschermkap. Buiten het gebouw worden op analoge wijze de voorlopig openstaande buizen afgedekt zodat er geen vuilresten, grond e.d. in kunnen terechtkomen. Buizen, verticaal geplaatst of opgehangen, worden standaard voorzien van aangepaste bevestigingsmaterialen. De voorschriften van de fabrikant worden strikt nageleefd. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale leidingen te dragen. De beugels mogen niet meer dan 200 cm uit elkaar staan en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding. DOORVOEREN Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muurdoorvoering aangebracht worden. De doorvoeren zijn zo voorzien dat zettingen de buis niet kunnen belasten. Bij doorgangen door muren of platen worden de leidingen vrij geplaatst. De nodige aanpassingswerken, het maken van gaten, het dichten van de openingen tussen de buizen en de gaten met een geschikt elastisch materiaal of een plastisch blijvende mortel, zijn inbegrepen. Doorgangen doorheen bouwdelen moeten na afwerking aan dezelfde prestaties (waterdichtheid, brandveiligheid, stabiliteit, luchtdichtheid, ) voldoen als de prestaties gesteld aan deze bouwdelen. Blz. 61

62 Doorgangen doorheen balken mogen enkel gebeuren in overleg met het Bestuur en de stabiliteitsingenieur. LEIDINGTRACE - HELLING Het leidingtracé wordt zorgvuldig uitgezet, volgens de aanduidingen op de riolerings- en/of grondplannen. De juiste peilen van de riolering zullen in aanwezigheid van het Bestuur correct worden uitgepast in functie van de vereiste helling, het uitpassen vangt steeds aan bij het laagste punt. De rioleringsbuizen worden gelegd met een minimale en constante helling, waarbij de diameter van de buis in verhouding tot de helling en het af te voeren volume een minimale afwateringssnelheid van 0,60 m/sec. en een maximale snelheid van 2,50 m/sec. garanderen. Richtwaarden voor de helling: circa 0,5 cm/m voor regenwater, 1 cm/m voor vuil water en 2 cm/m voor fecaal water. BEDDING - AANVULLINGEN De buizen worden over hun ganse lengte ondersteund. Ter plaatse van de verbindingen van de buizen worden in het funderingsbed tijdelijke uitsparingen aangebracht die het mogelijk maken de verbindingen af te werken over de volledige omtrek van de buizen, de waterdichtheid ervan te controleren en de kragen of verbindingsstukken aan te brengen. Ofwel wordt een voorgevormde fundering toegepast, ofwel worden de buizen aan de zijkanten onder een hoek van 45 tot halve hoogte aangevuld. De aanvulling van de ingegraven riolering wordt pas uitgevoerd na goedkeuring door het Bestuur en na het uitvoeren van de controleproeven op de waterdichtheid (zie keuring). Keuring Materialen met een BENOR merk, BUtgb of EUtgb- technische goedkeuring of gelijkwaardig genieten vrijstelling van voorafgaandelijke technische proeven. Deze vrijstelling slaat niet op de controle van de uitvoeringskwaliteit op de bouwplaats. Het rioleringsstelsel wordt vóór aanvulling onderworpen aan een waterdichtheidcontrole volgens SB250 Index III rioolbuizen kunststof rioolbuizen kunststof/pvc Rioolbuizen en hulpstukken uit hard niet-geplastificeerd PVC. NBN EN Kunststofleidingsystemen voor ondergrondse drukloze rioleringen - Ongeplasticeerd poly(vinylchloride) (PVC-U) - Deel 1: Eisen voor buizen, hulpstukken en het systeem is van toepassing. De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken beschikken over het BENOR-keurmerk, een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Markering: Voor ondergrondse rioleringsbuizen vanaf 1 m buiten het gebouw: U - RIOOL-EGOUT - NBN EN PVC-U - SN klasse - Fabrikant - BENOR diam x dikte - fabricatiecode Voor ondergrondse rioleringsbuizen binnen en buiten het gebouw: UD - RIOOL-EGOUT - NBN EN PVC-U - SN klasse - Fabrikant - BENOR diam x dikte - fabricatiecode Sterktereeks: SN2/SN4 De hulpstukken hebben dezelfde herkomst en wanddikte als de buis. Blz. 62

63 De PVC buizen worden gekoppeld d.m.v. verlijming op basis van PVC of door rubberen dichtingen. De verwerking en verbindingen worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant. De leidingen die blootgesteld zijn aan temperaturen lager dan 5 C, en die mogelijk stoten kunnen ontvangen, moeten hiertegen worden beschermd. Diepte: minimum 60 cm. Helling: max 2 cm/m (fecaal water), 1 cm/m (huishoudelijk afvalwater) en 0,5 cm/m (regenwater) Bedding: zandbed / gestabiliseerd zand Wederaanvulling: te verdichten grond van de uitgravingen/te verdichten scherp zand/gestabiliseerd zand/ rioolbuizen kunststof/pe Rioolbuizen en hulpstukken uit PE. Afvoerbuizen uit hard polyethyleen, met hoge dichtheid, voor lage druk volgens NBN EN 1519: voor buisdiameters Ø40 t/m Ø315 mm; NBN EN : voor buisdiameters Ø110 t/m Ø630 mm. De hulpstukken hebben dezelfde herkomst en wanddikte als de buis. De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken beschikken over het BENOR-keurmerk, een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Markering PE AFVOER-EVACUATION - Producent diameter x dikte - fabricatiecode - BENOR De samenvoegingen van buizen en stukken gebeuren conform de voorschriften van de fabrikant, d.m.v. elektrolassen met gebruikt van electrolasmoffen met ingewerkte weerstandsdraden volgens de voorschriften en de hulpmiddelen van de fabrikant. Diepte: minimum 60 cm onder de begane grond. Bedding: gestabiliseerd zand Heraanvulling: te verdichten grond van de uitgravingen/te verdichten scherp zand/gestabiliseerd zand toezichtputten - algemeen Toezichtputten voor verzamelen van afvoeren en voor inspectie en reiniging, met inbegrip van alle graafwerken en aanvullingen, de aansluitingen van de rioleringsbuizen, het funderingsbeton, de opzetstukken en deksels, de ondergrondse afdekking, het metselwerk, de eventuele bepleistering en bestrijking. Materialen Onder een belasting van 60 kn mogen de elementen niet knikken, noch scheuren vertonen. De geprefabriceerde putten zijn voorzien van een fabrieksmerk, fabricagedatum en in voorkomend geval het keurmerk. Zie ook Index III-38 van het SB 250. De toezichtputten worden zorgvuldig ingegraven en voorzien van een aangepaste funderingsvoet. Blz. 63

64 De funderingen reiken minstens 10 cm buiten de putwanden. In opgevoerde grond worden de putten zoveel mogelijk met het gebouw verbonden, door een uitkraging uit de funderingen of door betonzolen. De funderingsplaten worden uitgevoerd in schraal beton. De schachthoogte wordt zo bepaald dat het deksel circa 20 cm onder het maaiveld komt te liggen of in het vlak van het eventueel verhard oppervlak, de aanvulling gebeurt met zand. Een verdeelplaat verzekert de belastbaarheid en markeert de ligging. Keuring Volgens NBN EN Afvoerputten voor gebouwen - Deel 2: Beproevingsmethoden. Er mag slechts overgegaan worden tot aanvulling nadat de volledig afgewerkte inspectieput werd gekeurd door het Bestuur toezichtsputten - beton toezichtsputten beton/prefab Toezichtputten uit prefab beton. Prefab inspectieputten vervaardigd uit beton, conform NBN EN Rioolputten en inspectieputten van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton. Type: enkelvoudig/dubbel met sifon en bezinkingsruimte/put met zelfreinigende filter/put met terugslagklep/overeenkomstig aanduidingen op plan, meting en/of volgens noodwendigheid Putdiameters: 400/500/600/... mm/volgens de aanduidingen op plan Afdekking: De toezichtsputten zijn toegankelijk. Ze worden afgewerkt met een betonkader voor een putdeksel volgens artikel enkel deksel/ dubbel deksel. Bij toegankelijke putten wordt de standaardhoogte van de put luchtdicht verhoogd tot het gewenste peil d.m.v. een stuk buis van corresponderende diameter. De wederaanvullingen rond de inspectieput worden uitgevoerd met: te verdichten zand/ gestabiliseerd zand putdeksels en roosters - algemeen Putranden te voorzien van een deksel of rooster, boven de voorziene (inspectie-, regenwater-, septische, ) putten van allerlei aard met inbegrip van de eventuele schilderwerken. Materialen De normen NBN t.e.m. NBN zijn van toepassing. De deksels van putten moeten kindveilig opgevat worden en mogen niet kunnen opgelicht worden (voldoende zwaar, beschermingsmechanisme, ). Blz. 64

65 De putranden en/of omkaderingen uit beton worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met een cementmortel. IV putdeksels en roosters - enkel deksel Enkelvoudig deksel met putrand Enkelvoudige deksels en bijhorende putranden, beantwoordend aan NBN B : (ofwel) gietijzer volgens NBN B Rioleringsonderdelen uit gietijzer of uit vormgietstaal - Algemene technische voorschriften. (ofwel) vormgietstaal volgens NBN A Gietstaalsoorten voor algemeen gebruik. (ofwel) DUR-aluminium volgens NBN EN 1706 (ofwel) (ofwel) slagvast kunststof PVC/PE/composiet/Hermelock/ beton, voorzien van metalen kader voor inwerking van terrastegels Uitzicht putrand: vlak/vol gegroefd/... Uitzicht deksel: vlak/geribd/gewafeld/ Buitenafmetingen van de putrand: 300x300/400x400/500x500/600x600/... mm. Belastingsklasse: B 125 / D 400 afhankelijk van de plaats en de te verwachten belasting (volgens NBN EN 124). Aanvullende specificaties Er worden in totaal voldoende hefsleutels geleverd. De prefab putrand wordt op het juiste peil gesteld t.o.v. de voorziene afwerking en (ofwel) ingebed met een cementmortel. (ofwel) ingegoten in een omkadering uit beton. Dit kader wordt zichtbaar/niet zichtbaar in de bevloering geplaatst. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Deksels uit gietijzer of vormgietstaal worden ontroest, geschilderd met 1 laag roestwerende verf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydharsen. De kleur is te bepalen door de ontwerper. De oplegrand van de omkadering wordt afgedicht met vet. Toepassing putdeksels en roosters - dubbel deksel Dubbel deksel met putrand Blz. 65

66 Reukdichte dubbele deksels en bijhorende putranden, beantwoordend aan NBN B : (ofwel) gietijzer volgens NBN B Rioleringsonderdelen uit gietijzer of uit vormgietstaal - Algemene technische voorschriften (ofwel) vormgietstaal volgens NBN A Gietstaalsoorten voor algemeen gebruik (ofwel) DUR-aluminium volgens NBN EN 1706 (ofwel) slagvast kunststof PVC/PE/ Hermelock/ Vorm: rond/vierkant Uitzicht putrand: vlak/vol gegroefd/... Uitzicht deksel: geribd/gewafeld/ Buitenafmetingen van de putrand: 300x300/400x400/500x500/600x600/... mm. Belastingsklasse: B 125/ D 400 afhankelijk van de plaats en de te verwachten belasting (volgens NBN EN 124). Aanvullende specificaties Er worden in totaal... hefsleutels geleverd. De deksels zijn voorzien van een aanduiding R voor Regenwater en A voor Afvalwater Indien fecaliën door de put passeren moet deze voorzien worden van een gehalveerde doorgangsbuis met dezelfde diameter als de inkomende buis. De putrand wordt op het gewenste peil (ofwel) ingebed met een cementmortel. (ofwel) ingegoten in een omkadering uit beton. Dit kader wordt zichtbaar/niet zichtbaar in de bevloering geplaatst. Putranden met dubbel deksel die niet in een bevloering worden voorzien hebben steeds een zichtbare betonnen omkadering. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Deksels uit gietijzer of vormgietstaal worden ontroest, geschilderd met 1 laag roestwerende verf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydharsen. De kleur is te bepalen door de ontwerper. De randen van de deksels moeten ingevet worden en zijn uitgevoerd in tand en groef. Tussen beide deksels zal zorgvuldig over de volledige hoogte een magere zavel aangebracht worden afvalwaterbehandeling - algemeen De toestellen bestaan uit een kuip ingericht om stoffen, die meegevoerd worden of vermengd zijn met het afvalwater tegen te houden, af te scheiden of te behandelen. Zijn inbegrepen: de nodige uitgravingen en wederaanvullingen; het voorbereiden van de ondergrond waarop of waarin de toestellen moeten worden geplaatst; het storten van de funderingsplaat; het leveren en plaatsen van de prefab toestellen, met inbegrip van de aansluitingen; Blz. 66

67 het aansluiten op de aanvoer- en afvoerleidingen; het leveren en plaatsen van de inspectieramen met reukdichte deksels; de aanvullingen rondom de put; het mangat en de putrand; het leveren en plaatsen van reukdichte en kindveilige deksels en hun inlegkaders (indien niet opgenomen als een afzonderlijk artikel) afvalwaterbehandeling septische putten Leveren, plaatsen en in bedrijf stellen van septische putten, bestemd voor de opslag en behandeling van huishoudelijk afvalwater. De septische putten beantwoorden aan NBN EN en de minimum voorwaarden van omzendbrief P.I.C./EU3185 van het Ministerie van Volksgezondheid en gezin. Het systeem zorgt voor een anaërobe biologische zuivering van het afvalwater, waarbij de vaste stoffen grotendeels door bezinking of als drijflaag worden afgezonderd. De septische put beoogt op een natuurlijke wijze het water te zuiveren. De septictanks voldoen aan de plaatselijke bouwverordeningen. De afmetingen worden berekend volgens de hierboven vermelde omzendbrief. Er mogen slechts septische putten geleverd worden door fabrikanten die de verbintenis hebben aangegaan de minimale voorwaarden te eerbiedigen, waarvan sprake in voornoemde omzendbrief en wiens namen op geregelde tijdstippen door het Ministerie van Volksgezondheid worden gepubliceerd. Een septictank heeft een vloeibaarmakingsput en een verluchte zuiveringsput; deze kamers staan met elkaar in verbinding via doorstroomopeningen in de scheidingswand. De oppervlakte van de openingen bedraagt minstens 200 cm2. De waterdiepte bedraagt minstens 1 m, en de vrije hoogte tussen de waterspiegel en de afdekking bedraagt minstens 300 mm. Zij zijn ook voorzien van een bacteriefilter. Verzakking of opdrijven van de putten moet voorkomen worden. De verschillende bestanddelen van de put moeten goed bereikbaar zijn voor toezicht en/of ruiming. Op de septische putten staan vermeld: de nuttige inhoud, de handelsnaam, naam en adres van de fabrikant. De keuze van prefab toestellen houdt rekening met de buisdiameters waarop moet worden aangesloten. De septische tanks zijn vervaardigd uit waterdicht prefab beton waarbij bodem, wand en eventueel tussenschot in één en dezelfde bewerking worden gestort en getrild. De gemiddelde drukweerstand van het beton na 28 dagen op kubussen van 150x150x150 mm bedraagt minimum 45 N/mm2). Nuttige inhoud aangepast aan maximaal aantal gebruikers van de vakantiewoningen. Aard van het afvalwater: fecaal water, huisafvalwater met inbegrip van toiletwater, badwater, waswater, eventueel aanwezige detergenten. Vorm: rechthoekig/cilindrisch/ovaal. Overloop: te voorzien van een ondergedompelde elleboog/. Ontluchtingsbuis (ondergronds): beton/pvc/ met een diameter van 100/110/ mm. Ontluchtingsbuis (bovengronds): PVC/, diameter: 80/100/ mm. Mangat: binnenafmetingen 60x60/ cm. De muurtjes worden langs binnen en buiten uitgecementeerd en bestreken. Blz. 67

68 Putdeksel: volgens artikel / inbegrepen in dit artikel Belastingsklasse: B 125/C 250/ D 400 afhankelijk van de plaats en de te verwachten belasting (volgens NBN EN 124). Het aanzetpeil, bodemniveau en topniveau van de putten worden bepaald in functie van de hellingen van het rioleringsstelsel en het niveau van de putdeksels, t.o.v. het maaiveld of de voorziene verharding. De aannemer controleert voorafgaandelijk de juiste plaats en het peil. De septische putten worden volkomen waterpas geplaatst, ofwel op een bedding van gestabiliseerd zand (standaard), ofwel een gewapende funderingsplaat (zie aanvullende uitvoeringsvoorschriften). De nodige aansluitingen, de afmetingen en niveaus voor in- en uitgaande buizen worden door de aannemer bepaald, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van buizen en putdeksels. Deze niveaus zijn zoals aangegeven op de plannen of voor de uitvoering vast te leggen in samenspraak met de architect. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de putten. De septische putten worden verlucht: (ofwel) door een verluchtingsbuis die loopt tot boven het dak/ Het verloop van de ontluchtingsbuis gebeurt volgens de aanwijzingen van de architect. Een mangat wordt voorzien om de toezichtdeksels tot op vloerpas of maaiveldniveau te brengen: (ofwel) (ofwel) opgemetseld met volle baksteen (volgens NBN EN 771-1) en metselmortel categorie M15 (volgens NBN EN 998-2). De muurtjes worden langs binnen en buitenzijde uitgecementeerd. Om een waterdichte cementlaag te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend product toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën. Na voldoende verharding wordt de cementlaag in aanraking met grond bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B ) à rato van minimum 200gr/ m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur. samengesteld uit prefab segmenten, behorende tot het systeem van de put. Het putdeksel wordt op het voorziene niveau geplaatst in een hiertoe voorzien kader, stevig verankerd in het metselwerk. Metalen kaders moeten roestvrij te zijn of voorzien te worden van een roestwerende bescherming. De aanslag van het vast kader en deksel is uitgevoerd met dubbele tand en groef en wordt ingevet om de reukdichtheid te verzekeren. Na het aansluiten van de leidingen, het stellen van de put en na controle door de architect worden de aanvullingen rond de put gelijkmatig en laagsgewijs (in lagen van 30 cm oorspronkelijke dikte) uitgevoerd met: (ofwel) (ofwel) (ofwel) te verdichten grond voortkomend van de uitgravingen. te verdichten scherp zand. gestabiliseerd zand. Onmiddellijk na de plaatsing wordt de septische put gevuld met helder water. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De prefab putten uit kunststof worden verankerd aan een funderingsplaat uit gewapend beton met dikte 10/15/ cm, die 10 cm uitsteekt t.o.v. de rand van de put. Bovenop de prefab putten uit kunststof zal een gewapende betonplaat met een voldoende dikte (min. 10 cm) gegoten worden. Rekening houden met het maximale overstromingspeil ifv opdrijven. Blz. 68

69 regenwaterbehandeling - algemeen regenwaterbehandeling - regenwaterputten Ondergrondse vergaarbakken voor regenwater, bestaande uit één of meerdere elementen. Inbegrepen: de uitgravingen (met eventueel verlagen van de grondwaterstand en afvoeren van het oppervlaktewater), de funderingen, het leveren en plaatsen van de regenwaterputten, de aansluitingen van de aanvoerleidingen en de overloop, de wederaanvullingen, de voorziening van een ontluchting en een overloop met sifon, de mangaten en de putranden, het leveren en plaatsen van reukdichte en kindveilige deksels en hun inlegkaders (indien niet opgenomen als een afzonderlijk artikel). Materialen De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater van 5 juli 2013 is van toepassing. De materialen beantwoorden aan de voorschriften van TV Sanitair Reglement (WTCB) en moeten onderling verenigbaar zijn. Op de prefab regenwaterputten staat vermeld: handelsnaam, naam en adres van fabrikant en nuttige inhoud. De keuze van het toestel is in overeenstemming met de aan te sluiten buisdiameters. De put wordt voorzien van een overloop met geïntegreerde sifon. De put is bereikbaar voor toezicht en ruiming. Daarom wordt op elke eenheid een mangat opgemetseld of wordt de put opgehoogd met prefab elementen tot op het voorziene niveau van de putdeksels. UITGRAVING - FUNDERING - PEILEN Alle werken worden uitgevoerd in het droge. De afmetingen van de uitgravingen zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de putten mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalven van de uitgravingen te voorkomen. De architect zal de juiste plaats en de pas aangeven. Het aanzetpeil, bodemniveau en topniveau van de putten worden bepaald in functie van de hellingen van het rioleringsstelsel en het niveau van de putdeksels t.o.v. het maaiveld en/of de vloerafwerking en zodanig dat de putten op hun maximale capaciteit functioneren. De aannemer stelt zich op voorhand op de hoogte van het juiste peil van de rioleringen, voor het bepalen van de diepte en de aansluiting van de putten. De regenwaterputten worden volkomen waterpas geplaatst op een stabiele en egale ondergrond. De uitvoeringswijze moet zo zijn dat verzakking van de putten niet kan voorkomen. Om verzakking of omhoogdrijven te voorkomen worden de putten waar vereist aangezet op een funderingsplaat die circa 10 cm rond de put uitsteekt. Na de uitvoering worden de putten gevuld met zuiver waterindien dit nodig is om opdrijven te voorkomen. Het bovenvlak van de putten moet met minstens 30 cm grond (teelaarde) bedekt worden. De juiste niveaus worden aangegeven op de plannen of de uitvoering vastgelegd in samenspraak met het Bestuur. AANSLUITINGEN - OVERLOOP & ONTLUCHTING Blz. 69

70 De toevoerleidingen, overloop en aanzuigleiding worden waterdicht aangesloten op de put. De reuk- en waterdichte aansluiting van de PVC-buis op de put wordt verzekerd door middel van een gefixeerde rubbermanchet. Zij dragen het BENOR-merk (of gelijkwaardig). In geval van aansluiting op een gemengde riolering, moet deze standaard voorzien worden van een terugslagklep (zie artikel 17.76). De afmetingen en de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande leidingen worden op het as-builtleidingenschema weergegeven. Er wordt een ontluchtingsbuis voorzien in PVC. Het verloop van de ontluchtingsbuis gebeurt volgens de aanwijzingen van het Bestuur. MANGATEN PUTDEKSELS Een mangat wordt voorzien om de toezichtdeksels tot op vloerpas of maaiveldniveau te brengen: (ofwel) opgemetseld met volle baksteen (volgens NBN EN 771-1) en metselmortel categorie M15 (volgens NBN EN 998-2). De muurtjes worden langs binnen en buitenzijde uitgecementeerd. Om een waterdichte cementlaag te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend product toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën. Na voldoende verharding wordt de cementlaag in aanraking met grond bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B ) à rato van minimum 200gr/ m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur. (ofwel) samengesteld uit prefab segmenten, behorende tot het systeem van de put. Het putdeksel wordt op het voorziene niveau geplaatst in een hiertoe voorzien kader stevig verankerd in het metselwerk. Metalen kaders moeten roestvrij zijn of voorzien van een roestwerende bescherming. Keuring Voor de oplevering wordt de put volledig gevuld met zuiver water ter controle van de algemene waterdichtheid. Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gezuiverd zijn regenwaterbehandeling regenwaterputten/beton Prefab betonnen regenwaterput. De prefabputten bestaan uit waterdicht, goed verdicht beton, conform PTV 114 Geprefabriceerde bekuipingen van beton voor regenwaterputten, septische tanks en zuiveringsinstallaties van huishoudelijk afvalwater of beschikken over een BENOR-keuring (attest voor te leggen). De karakteristieke druksterkte van het beton bedraagt minstens 30 N/mm2. De wand en bodem moeten uit één stuk zijn. De wanden van de regenwaterput moeten zo berekend zijn dat zij bestand zijn tegen het transport, de plaatsing en de bedrijfsdruk. De bovenplaat moet naast de vaste overlast te weerstaan aan een gebruiksbelasting van minimum 15 kn/m2. Wanneer de putten niet opgevat zijn om de voorziene belastingen te dragen, of wanneer de werkelijke belasting hoger ligt dan de voorziene moet er een versterkt deksel worden voorzien of een verdeelplaat in gewapend beton worden gestort. Een berekeningsnota van de regenwaterput wordt ter goedkeuring aan de architect voorgelegd. Nuttige inhoud: volgens de gewestelijke verordening. Blz. 70

71 Type: enkelvoudig/meervoudig samengesteld, conform PTV 114 Vorm: rechthoekig/cilindrisch/ovaal. Afmetingen: circa...x...x... cm Wanddikte: minimum 6/7/8/... cm. De wanden zijn conisch uitgevoerd Vloerdikte: onder 8/... cm, boven 8/... cm Dekplaat belastingklasse: B 125/C 250/ D 400 afhankelijk van de plaats en de te verwachten belasting volgens de te verwachten belasting Overloop met sifon: ingeval van aansluiting op gemengde riolering, met terugslagklep - ongedierteklep Mangat: minimum opening 60x60/ rond 60 / cm Putdeksel: bovengronds, volgens artikel /inbegrepen in dit artikel De plaatsing gebeurt conform de voorschriften van de fabrikant op een stabiele en geëgaliseerde ondergrond. Het transport en verplaatsing van putten moet voorzichtig gebeuren ter voorkoming van scheurvorming of breuk. Er mag slechts overgegaan worden tot aanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door het Bestuur. De wederaanvullingen rondom de put worden uitgevoerd met: (ofwel) (ofwel) te verdichten grond van de uitgravingen. te verdichten scherpe zand. Boven de putten wordt minstens 30 cm teelaarde aangebracht. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De putten worden gecombineerd met een infiltratievoorziening waarbij de wand van het bovendeel bestaat uit poreus beton en het onder onderdeel uit waterdicht beton. Het infiltratieoppervlak en volume zijn conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater van 5 juli; aanzet van de het infiltratiedeel volgens de bepalingen van de leverancier. Infiltratieoppervlak: m²; infiltratievolume: liter. De putten worden aangezet en verankerd op een fundeerplaat, dikte minimum 10/15/... cm. De aansluiting met de gewapende fundeerplaat gebeurt d.m.v. metalen plaatjes die met voldoende overlapping in de wand van de put worden ingebetonneerd. enkelvoudige putten wordt gefundeerd op een plaat uit schraal beton. wanneer de put uit meerdere eenheden bestaat worden deze gefundeerd op een gemeenschappelijke funderingsplaat uit gewapend beton. Een berekeningsnota van de plaat wordt aan het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd regenwaterbehandeling - hergebruik regenwater Alle coördinerende werkzaamheden, aansluiting en beproeving, om de voorziene regenwaterputten geschikt te maken voor het duurzaam hergebruik van regenwater binnen de woningen (voeding toiletten, wasmachine, ). De regenwaterputten zullen een eerste maal gevuld worden met drinkbaar water. De regenwaterputten, filters en overlopen, hydrofoorgroepen, bijvulinstallatie, zijn opgenomen als afzonderlijke posten: putten, filters en overlopen met terugslagklep in hoofdstuk 17, de pompinrichting, bijvulinstallatie en aansluiting op de verdeelcollector in hoofdstuk 62. De elektrische aansluitingen behoren tot de aanneming elektrische installatie. Het plaatsen en aansluiten van de aftappunten en hun leidingen behoren tot hoofdstuk 60. Toepassing Het regenwater wordt bestemd voor de voeding van toilet (-ten), dubbele dienstkraan Blz. 71

72 regenwaterbehandeling - voorfilters Voorfilters voor regenwaterput. Voorfilters te plaatsen vóór de regenwaterput of geïntegreerd in het mangat of de toegangsopening. De filters zijn voorzien van een inlaat en een uitlaat voor regenwater en een overloop naar de vuilwaterafvoer. Het opgevangen regenwater wordt er doorheen geleid en gefilterd alvorens het in de regenwaterput terecht komt. De filters verwijderen de bezinkbare en zwevende stoffen uit het inkomende water en voeren deze stoffen af. Het gezuiverde uitgaande water wordt afzonderlijk naar de regenwaterput geleid. De filters zijn corrosiebestendig en onderhoudsarm, de filters zijn gemakkelijk uitneembaar voor reiniging. Type: zelfreinigende filter met opvangzeef, vervaardigd uit RVS. Vorm: rechthoekig of cilindrisch. Afmetingen: diameter (aangepast aan het regenwater afvoerdebiet) Filterelement: buiselement in roestvrij staal Deksel: volgens fabrikant, passend in de bij de put horende rand 60x60 cm/ Plaatsing volgens de richtlijnen van de fabrikant. De leidingen voor en na de filter moeten hellend in de afvoerrichting liggen. De toevoerleidingen in de put worden verlengd tot in het water en voorzien van een 180 bochtstuk om het bodemwater niet te verstoren. In de grond geplaatste filters zijn gemakkelijk toegankelijk voor inspectie en voorzien van een deksel regenwaterbehandeling - overloop en terugslagklep Overloopinrichting voor regenwaterput. Overloopinrichting van de regenwaterput naar de riolering, te voorzien van een zelfsluitende terugslagklep die terugstroming via de overloop naar de regenwaterput verhindert. : kunststof (PE/PVC, )/..., voorzien van afsluitdeksel voor reiniging van klep en buis. Diameter: DN 100/125/150/200 volgens berekening aannemer Aanvullende specificaties Met afsluiter tegen ongedierte. Blz. 72

73 aansluitingen - algemeen aansluitingen - bestaande riolering Alle werkzaamheden en keuringen nodig voor de aansluiting op het bestaande rioleringsstelsel. Zijn inbegrepen: het leveren en plaatsen van een buis van de sifonput tot aan de bestaande riolering, alle vereiste grond- en aanvullingswerken, het herstellen van de eventuele schade aan de bestaande wegen, verhardingen, aflevering van een conformiteitsattest voor de privéwaterafvoer, Materialen De aansluiting op de hoofdleiding zal uitgevoerd worden door middel van een aangepast spruitstuk (aansluitstuk van dezelfde diameter als de aan te sluiten buis), dat geplaatst wordt in een opening in de hoofdleiding die of reeds standaard werd voorzien of ter plaatse moet worden uitgeboord (diameter 192 mm voor een aansluiting van 150 mm). Volgens de plaatselijke uitvoeringsomstandigheden en/of reglementeringen wordt de aansluiting gerealiseerd: met geglazuurde gresbuizen en hulpstukken. Een elastische dichting werd door de fabrikant vast in de greselementen aangebracht. Het spruitstuk heeft een uitwendige kraag zodat het niet in de riool kan schuiven. De aansluitopening heeft een gave doorsnede, waarbij het spruitstuk, om puntbelastingen te voorkomen, aangepast is aan de buitenradius van de hoofdbuis en een wankelvrije verbinding waarborgt. met kunststofmoffen uit hoogwaardig polypropyleen, EPDM, PVC,, voorzien van een aangepaste dichting. De afdichtingen voldoen aan NBN EN 681- Afdichtingen van elastomeer - eisen voor afdichtingen van buisverbindingen in water- en afvoertoepassingen. De aannemer doet tijdig een aanvraag bij de bouwheer, om de aansluiting volledig conform aan de voorschriften te laten verlopen. De aansluiting moet door de aannemer zelf uitgevoerd worden. De aannemer houdt de oppervlakte van de op te breken verhardingen zo klein mogelijk. De aansluiting gebeurt ter hoogte van de kruin of in een put van de hoofdriool. Nadat de sleuf is uitgegraven en de opening in de riool is gemaakt, wordt het spruitstuk op de afvoerleiding ingebracht en met een speciale dichtingsring afgedicht. Er moet een volledig waterdichte aansluiting uitgevoerd worden. Na uitvoering van de aansluiting en wederaanvulling, zo nodig met gestabiliseerd zand, worden de verhardingen in hun oorspronkelijke staat hersteld. Na de aansluiting mogen geen brokstukken achterblijven in de riolering. Keuring Aflevering van een positief keuringsverslag van de rioleringen volgens het Ministerieel besluit van 28/06/2011 betreffende de keuring van de binnenwaterinstallatie en de privéwaterafvoer aansluitingen doorvoer- en wachtbuizen Blz. 73

74 Levering en plaatsing van alle ingegraven of ingemetselde doorvoer- en wachtbuizen vanaf de rooilijn tot aan de binnenzijde van de ondergrondse wand of tot aan de voorziene aansluitbocht. De uitgraving de sleuven wordt beschreven onder artikel Buizen uit thermoplastisch materiaal (PVC, PE, ) met aangepaste diameter, geschikt voor de doorvoer van de nutsleidingen (elektriciteit, aardgas, water, kabel, telefoon, ). De plaatsing van de wachtbuizen moet gebeuren volgens de voorschriften van de bouwheer. De bouwheer wordt tijdig geraadpleegd om de exacte plaats van de binnenkomende leidingen te bepalen. De wachtbuizen worden aangesloten op de door hen voorziene of voorgeschreven hulpstukken. De buizen worden loodrecht op de rooilijn aangebracht. De plaatsing van de buizen tussen twee aansluitpunten of putten gebeurt met rechte stukken. De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen, waarbij scherpe bochten vermeden worden. De buizen worden over hun volledige lengte gefundeerd op een voldoende breed zandbed van 10 cm dikte en hierin verzonken. In geval van gebundelde kokerbuizen worden de ruimten tussen de buizen eveneens opgevuld met zand. De doorvoering in de muren gebeurt zodanig dat geen druk op de kokers wordt uitgeoefend. De aannemer maakt de openingen na het plaatsen van de kokers waterdicht. De wederaanvulling van de sleuven mag slechts aanvangen na goedkeuring van de architect. Alle buizen die beschadigd zijn, worden vervangen. In de wachtbuizen bestemd voor soepele kabels worden voorlopige, gegalvaniseerde stalen trekdraden geplaatst om de kabeldoorvoer te vergemakkelijken. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer een asbuilt-plan van het verloop van de leidingen. Deze aanduidingen mogen op het uitvoeringsplan van de rioleringen voorkomen aansluitingen wachtput Gemetste wachtput waarin de wachtbuizen uitmonden. De werken omvatten: het graafwerk en de wederaanvulling de bodem- en afdekplaat het metselwerk de waterdichting De wachtput voldoet aan de voorschriften van de distributienetbeheerder. Inwendige afmetingen van de schacht: volgens aanduidingen op plan/ x x cm Constructie: (ofwel) bodemplaat en metselwerk bodem: betonplaat C20/25/, dikte min. 15/ cm wanden: volle betonblokken volgens NBN EN 771-3, drager van BENOR-merk of gelijkwaardig; dikte min. 14/ cm Blz. 74

75 (ofwel) prefab U-vormige betonelementen Afdekplaat: betondekstenen De wachtput wordt tegen de funderingswand voorzien. De bodemplaat wordt op een diepte van 80/ cm onder het maaiveld voorzien. De put wordt afgedekt met losliggende betondekstenen. Aanvullend uitvoeringsvoorschrift Waterdichting: de wachtput wordt langs de buitenzijde tegen indringend water beschermd met een mortel volgens artikel mineraliserende mortel/ gemodificeerde cementmortel. Blz. 75

76 20. BUITENWAND-, DAK- EN VLOERCONSTRUCTIES buitenwand- en dakconstructies algemeen De uitvoerder is vrij om een bepaalde vloer-, wand- en dakopbouw voor te stellen. Ook de constructiewijze (ter plaatse opbouwen, geprefabriceerde elementen ter plaatse assembleren, ) staat hem volledig vrij. Het geheel dient echter aan verschillende eisen te voldoen: - De stabiliteit van het geheel dient 100% gegarandeerd te zijn. Het gebouw wordt berekend en uitgevoerd zodat het kan weerstaan aan de op te nemen en te verwachten belastingen zoals eigen gewicht, windlast, sneeuwlast, nuttige belasting van personen en goederen,. - Het uitzicht van de vakantiewoningen (gevel- en dakbekleding) dient aan te sluiten bij de bestaande vakantiewoningen. De inschrijver mag hierbij andere bekledingsmaterialen voorstellen, maar (minstens) wat de kleur betreft (donker / antraciet) dienen de nieuwe vakantiewoningen gelijkaardig te zijn aan de bestaande. De bekledingsmaterialen worden onzichtbaar, uiterst verzorgd, en voldoende stevig bevestigd. - Het Bestuur zal qua gevelafwerking/materialen een keuze hebben uit minimum drie verschillende afwerkingen. - Het gevelbekledingsmateriaal dient bijzonder slag-, stoot- en krasvast te zijn. Het omliggende terras zal erg intensief gebruikt worden, o.a. zullen er geregeld fietsen tegen de gevels geplaatst worden, de gevel mag hier geen sporen van dragen. - Water- en winddichtheid: het spreekt voor zich dat de volledig buitenschil water- en winddicht is. De uitvoerder geeft hierop een garantie van min. 10 jaar. Alle afdichtingsmaterialen zijn uiterst duurzaam. - Voor de opbouw van het vloerpakket, dient rekening gehouden te worden met een zeer reëel overstromingsrisico. Bij een stijgend waterniveau moet het water zo lang als mogelijk tegengehouden worden. Materialen, aansluitingsdetails, dienen hieraan aangepast. - Er dient een degelijk, aangepast, en makkelijk te onderhouden systeem van regenwaterafvoer zijn. - De gevel- en dakafwerking vereist zo weinig mogelijk en tevens een makkelijk, weinig complex onderhoud. - Een moeilijke detaillering (bijv. aansluitingen ter hoogte van buitenschrijnwerk, dakaansluitingen, muuraanzetten, ) dient vermeden. - UV-bestendigheid: het bekledingsmateriaal mag (zelf na verloop van meerdere jaren) geen afbladering of sporen van aftakeling vertonen, en dient bovendien volledig kleurvast te blijven. - De buitenschil dient te beantwoorden aan de eisen die op vlak van isolatie (K40), luchtdichtheid, brandveiligheid, akoestiek, gesteld zijn. Het dak voldoet aan de randvoorwaarden van B-roof t1 volgens NBN EN De isolatielaag van de wanden dient volledig doorlopend te zijn, en aan te sluiten op de isolatielagen in de vloeren en daken alsook met het geïsoleerde buitenschrijnwerk. Het wandsysteem is zodanig opgebouwd dat er geen koudebruggen (of EPB -niet aanvaarde bouwknopen) ontstaan rondom het beschermd volume van het gebouw. Indien er een blaasmiddel gebruikt wordt bij de productie van het isolatiemateriaal bevat dit geen HFK s. - Dakisolatie van hoge densiteit is aanbevolen i.v.m. zomercondities. (hoge inertie) - Indien er hernieuwbare energiesystemen worden voorzien op het dak, worden deze op een eenvoudige doch stevige en vooral waterdichte manier bevestigd aan de dakstructuur. Tevens mogen ze qua kleurgebruik, vormgeving geen afbreuk doen aan het rustgevend geheel van de vakantiewoningen. De hernieuwbare energiesystemen en hun impact op de vakantiewoningen zijn reeds in de inschrijving voor te stellen. - De kosten voor het opmaken van de stabiliteitsstudie zijn ten laste van de inschrijver. De structuurelementen zullen worden uitgevoerd volgens de documenten zoals gevoegd bij de stabiliteitsstudie (plannen, lastenboeken, borderellen, detailtekeningen). De aannemer blijft er evenwel toe gehouden na te gaan of deze kunnen worden uitgevoerd en/of er zich geen onderlinge anomalieën voordoen. Alvorens de werken aan te vatten brengt hij de architect op de hoogte van zijn eventuele opmerkingen dienaangaande. Blz. 76

77 structuurelementen algemeen De primaire structuur van de vakantiewoningen mag opgevat worden als een skeletbouw opgebouwd uit stalen en/of betonnen en/of houten kolommen, balken en liggers. De afmetingen van de traveeën zijn afgestemd, enerzijds op de benodigde vrije ruimte tussen de kolommen en balken volgend uit het programma van eisen, en anderzijds op de meest economische bouwwijze. De positie van de kolommen is ook zodanig dat er in geen enkel lokaal een vrijstaande kolom komt te staan. De positie van de structuurelementen mag de vrije doorgangsmaten nodig cf. de brandnormen en verordening toegankelijkheid nergens belemmeren. De gehele draagstructuur, incl. de dakstructuur (indien er max. 1 bouwlaag is) dient een brandweerstand van R30 te bezitten of beschermd te worden door elementen met R30. Er wordt voor alle materialen rekening gehouden met een reëel overstromingsrisico Structuurelementen beton: Alle balken, kolommen en liggers zijn glad afgewerkt. Volgende normen zijn (niet limitatief) van toepassing op het beton: NBN B15, NBN EN 206-1,, NBN A24, NBN B11-101, NBN B14-001, NBN , NBN ; WTCB Digest nr Beton storten tijdens de winterperiode. Alle betonnen elementen, draagvloeren, worden voorzien van de nodige wapening. Te voorzien: alle nodige boringen voor het doorvoeren van leidingen, wachtbuizen, afvoeren, Structuurelementen staal: Het geheel der metaalwerken voldoet aan de Belgische normen. Alle, niet door beton beschermde elementen, moeten met een bescherming tegen roest behandeld worden. Indien nodig dient het staal voorzien te worden van een brandwerende coating, de attesten inzake brandwerendheid moeten aan het Bestuur worden bezorgd. Structuurelementen hout: Alle houten structuurelementen dienen in overeenstemming te zijn met de huidige Eurocode 5 ENV en voldoen aan de STS 04. Alle hout dient vooraf behandeld te worden volgens een A1-procedé. Indien er voor hout gekozen wordt, dient er rekening gehouden te worden met het reëel overstromingsrisico. Maatregelen hieraangaande dienen vermeld te worden. Het zichtbare hout dient geschaafd te zijn en afgewerkt met een vernislaag. Indien nodig moet het hout behandeld worden met een brandwerende coating, de attesten inzake brandwerendheid moeten aan het Bestuur worden bezorgd. De eis inzake gebruik van FSC- of PEFC-gelabeld hout is niet bindend voor de structuurelementen. Blz. 77

78 38. DAKWATERAFVOER dakwaterafvoer algemeen Alle werken en leveringen voor het plaatsen van bovengrondse elementen die instaan voor het opvangen en afvoeren van het dakwater tot op rioleringsniveau. Materialen De materialen voor gootbekledingen, goten en afvoerbuizen moeten zeer duurzaam en UV-bestendig zijn en weerstand kunnen bieden aan de invloeden uit de atmosfeer. Het geheel dient een vlotte afvoer van regenwater te garanderen. Het systeem is bovendien zeer onderhoudsvriendelijk, er kan op een snelle en veilige manier gereageerd worden op mogelijkse verstoppingen of andere ongemakken (bereikbaarheid, toegankelijkheid, controle- en vervangingsmogelijkheden, ). De aansluitingen dienen eenvoudig opgevat, waterdichtheid naar binnen toe dient uiteraard gegarandeerd. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan: (desgevallend) het vermijden van galvanische koppels bij onderling contact tussen verschillende metalen. Het metaal met de grootste positieve elektrochemische spanning, moet altijd het meest stroomafwaarts worden geplaatst. (desgevallend) het vermijden van rechtstreeks contact tussen bepaalde houtsoorten en metaal, gezien deze van nature corrosief kunnen zijn voor metalen (bv. zink, gegalvaniseerd staal of aluminium, in contact met taninehoudend eiken, kastanje, teak, oregon of cederhout). Ook houtverduurzamingsproducten kunnen de corrosiviteit van metaal doen toenemen. (desgevallend) het vermijden van rechtstreeks contact tussen zink en bitumen dat blootgesteld aan atmosferische invloeden, organische zuren kan afgeven, die samen met water het zink kunnen aantasten. Deze bitumencorrosie kan optreden bij lood, koper en verzinkt staal. De aannemer legt de nodige monsters van de voorziene materialen, bekledingstypen en afwerkingsdetails ter goedkeuring voor aan het Bestuur. De uitvoering beantwoordt aan NBN 306 Dakbedekkingen - Leidraad voor de goede uitvoering Waterafvoer en NBN EN Binnenriolering onder vrij verval - Deel 3: Ontwerp en berekening van hemelwaterafvoersystemen. Blz. 78

79 V. 40. BUITENSCHRIJNWERK profielsystemen - algemeen Algemeen De samenstelling van de schrijnwerkgehelen per profieltype wordt verduidelijkt door de plannen en/of detailstudies en vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur en de ontwerper. Het schrijnwerk wordt zo opgevat en gemonteerd dat de volle delen, de doorzichtige of doorschijnende delen, de vaste delen en de opengaande delen, de borstweringen, het hang- en sluitwerk en de diverse aansluitingen in het algemeen gemakkelijk te vervangen zijn zonder dat belendende elementen hiervoor moeten worden gedemonteerd. De maximale raamafmetingen per profieltype, het voorziene beslag en het aantal sluitpunten beantwoorden aan de richtlijnen van de profielleverancier en de systeemgever van het hang- en sluitwerk, volgens de gestelde prestaties aan het schrijnwerk volgens artikel De voorgeschreven bouwdiepte van de profielen zal waar noodzakelijk worden verhoogd of voorzien van bijkomend opgestelde steunprofielen, in functie van de over te dragen winddruk en het traagheidsmoment van de profielen. De voorgeschreven breedte van de kaderprofielen zal waar noodzakelijk worden verhoogd in functie van de voorziene montage, zodanig dat tussen de binnenafwerking van de dagkanten en de scharnieren overal een speling van minimaal 5 à 10 mm gegarandeerd blijft voor afregeling. De profilering en sectie van opengaande vleugels realiseren minimum een dubbele aanslag en zijn voorzien van een aangepaste aanslag en middendichting uit hoogwaardig kunststof conform NBN B Enkel dichtingen vermeld in de technische goedkeuring mogen aangewend worden. Zij worden in volledige lengtes in de profielgroeven geklemd en aan de hoeken in verstek gesneden en gevulkaniseerd of gelast. Ze moeten makkelijk vervangbaar zijn. Alle ingewerkt hang- en sluitwerk en veiligheidsbeslag moet instelbaar en vervangbaar zijn. De montage gebeurt volgens de specificaties van de beslagleverancier (vereiste opdek- of overslagwaarden, positie van sluitplaten ten opzichte van sluitnokken, bevestigingsschroeven, ). Samengestelde ramen bestaande uit meerdere elementen worden voorzien van de nodige koppelprofielen. De elementen moeten steeds een voldoende hoge stijfheid bezitten zodat het aantal bevestigingen beperkt kan blijven. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de afdichting van de onderlinge verbindingen tussen de profielen. Om de afzetting van aflopend water van hogere naar lagere delen te voorkomen, worden waar nodig aangepaste druiplijsten voorzien profielsysteem aluminium Materialen Het profielsysteem uit aluminium beschikt over een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig (met uitzondering voor de schuifraamgehelen). Alle profielen zijn afkomstig van dezelfde systeemleverancier. De volgende normen zijn van toepassing: STS 36 Metaalschrijnwerk Vensters, lichte gevels en omlijstingen STS 52.2 Buitenschrijnwerken in aluminium (van toepassing vanaf publicatie) NBN EN Metalen profielen met thermische onderbreking - Mechanische prestaties - Eisen, toetsen en beproevingen voor beoordeling NBN EN Aluminium aluminiumlegeringen - geëxtrudeerde precisieprofielen van legeringen EN AW-6060 en EN AW-6063 NBN EN Aluminium en aluminiumlegeringen Anodiseren Richtlijnen voor de aluminium constructeur ( Voorschriften Qualicoat en Qualanod ( Blz. 79

80 Thermische onderbreking volgens NBN EN 14024: hoogwaardig kunststof (glasvezelversterkt polyamide, ABS, ) Profieltype: drie-kamer, opendraaiende ramen realiseren minimum een dubbele aanslag. Het buitenvlak van het vast en beweegbaar kader liggen in het zelfde vlak. Nominale afmetingen van de afgewerkte stukken, uitgedrukt in mm: Wanddikte constructieprofielen: minimum 1,6 mm Profieldiepte aangepast aan de te verwachten belastingen Breedte vaste kaders: volgens montage en raamafmetingen en ruimte voor scharnieren t.a.v. de voorziene binnenafwerking Sponninghoogte: minimum 20mm Het systeem laat toe glasdiktes tot 36 mm te plaatsen De drainage van de onderste buitenkaders wordt gerealiseerd d.m.v. onzichtbare drainageopeningen aan de onderzijde via een onderdorpelprofiel Profielafwerking: gemoffeld voorzien van het Qualicoat-label; toekenning en controle door de EWAA. Voorbehandeling conform de eisen van Qualicoat of G.S.B. (Gutegemeinschaft fur Stuckbewschichtung). Er wordt een waarborg gegeven van 5 jaar op de kleurechtheid en 10 jaar op de hechting. Keuring o o o o o Coating: klasse 2 (stadsatmosfeer) Glansgraad: circa 30% (mat) of structuurcoating Kleurtint buitenprofiel: overeenkomstig bestaande bungalows Kleurtint binnenprofiel: overeenkomstig bestaande bungalows Alle zichtbare onderdelen zijn gemoffeld in dezelfde tint als de profielen Aanvullend op de keuringscriteria van artikel buitenschrijnwerk - algemeen, geldt conform het Qualanod- en Qualicoat-label dat de anodisatie of laklaag in het directe zichtvlak vrij moet zijn van storende effecten zoals ruwheid, rimpels, uitzakkingen, overmatige sinaasappelhuid, insluitingen, kraters, stof, blaasjes, verbrande plekken, matte vlekken, krasjes en dergelijke, die bij daglicht met het blote oog, loodrecht op het oppervlak gezien, op een afstand van 3 meter als storend kunnen worden waargenomen. Er moet een 10-jarige waarborg worden verstrekt op de hechting en kleurvastheid van de lak, die ingaat op datum van de voorlopige oplevering profielsysteem aluminium/vaste ramen Indeling van de vaste ramen volgens gevel- en/of ramenplannen. Inbraakwerendheid vaste ramen gelijkvloers: minimum klasse RC2-N. Aanvullende specificaties Warmtedoorgangscoëfficiënt profielen (Uf-waarde): in functie van het te behalen K-peil (K40). Verdoken waterafvoer via een hiertoe aangepaste dorpellijst profielsysteem aluminium/draai-kipramen Bewegingsrichtingen en indelingen van opendraaiende ramen volgens gevel- en/of ramenplannen. Blz. 80

81 Inbraakweerstand opendraaiende ramen gelijkvloers: minimum klasse RC2-N Hang- en sluitwerk: Enkel opendraaiende ramen met vleugelhoogte < 70 cm zijn voorzien van éénpunts-zijvergrendeling; vleugelhoogtes > 70 cm van een meerpuntsvergrendeling; vleugelhoogtes > 120 cm van een 3-de middensluiting; vleugelbreedtes > 110 cm van een bijkomende vergrendeling in de boven- en onderregel. Dubbel opendraaiende ramen zijn voorzien van een middenvergrendeling, waarbij één vleugel is voorzien van twee ingewerkte kantschuiven uit roestvast staal (RVS). De vleugel die als tweede opendraait is voorzien van een kantschuif zowel boven- als onderaan. Opendraaiende ramen met vleugelhoogte of -breedte > 120 cm zijn te voorzien van een bijkomend sluitpunt in de onder- en bovenregel of aan beide zijkanten, vanaf 180 cm steeds twee bijkomende sluitpunten in de onder- en bovenregel of aan beide zijkanten. Vanaf een vleugelbreedte van 140 cm wordt een bijkomende schaar voorzien om de stabiliteit van het raam te garanderen. Het kipbeslag is standaard voorzien van een anti-foutbediening en nastelbaar d.m.v. regelschroeven, die toelaten zowel de aandrukkracht van de vleugel op het buitenkader als de symmetrie t.o.v. het buitenkader bij te regelen. In gekipte stand moet het onmogelijk zijn van buitenuit het raam verder te openen of te lichten. Bij vleugelgewichten > 90 kg wordt een versterkingsset voorzien voor de bovenscharnier. Sluitpunten: zelfregelend paddestoeltype conform ATG richtlijnen systeemleverancier. Raambeslag: standaard beslag systeemleverancier in overeenstemming met de gestelde prestaties voor het schrijnwerk als geheel (zie hang- en sluitwerk - standaard beslag) Aanvullende specificaties Verdoken waterafvoer via een hiertoe aangepaste dorpellijst Warmtedoorgangscoëfficiënt profielen (Uf-waarde): in functie van het te behalen K-peil (K40) De enkele kipramen worden voorzien van een zij- en/of bovenvergrendeling en minimum een tweepuntsvergrendeling. De bovenraamsluiting is ingewerkt profielsysteem aluminium/schuiframen Schuifraamgehelen samengesteld uit één of meerder actieve vleugels en/of één of meerdere passieve vleugels, volgens de openingsrichting(en) zoals aangegeven op geveltekening. Schuiframen met één actieve vleugel schuiven steeds open naar de binnenzijde achter het vaste raam. Inbraakweerstand schuifdeuren gelijkvloers: minimum klasse RC2-N Schuifsysteem: standaard voorzien van een anti-uithefbeveiliging Rolschuifmechanisme voorzien van minstens 2 / 3 loopwagens. Onder-, zij- en bovendorpels zijn voorzien van borstelafdichtingen en/of een aangepast dichtingssyteem i.f.v. de vereiste luchtdichtheid volgens voorschriften van de systeemleverancier. De openschuivende vleugel(-s) zijn aan de binnenzijde voorzien van een vaste handgreep en uitgerust met een veiligheidscilinderslot / draaiknop die een meerpuntssluiting bedient, voorzien van paddestoeltappen en passende sluitplaten en aan de buitenzijde voorzien van een vaste / verzonken handgreep, volgens art. Loop- / geleidingsrail vervaardigd uit een inox profiel, voorzien van stootbuffers. Loopwagens voorzien van minstens 2 gelagerde rollen van hoogwaardige inox. Ze zijn zonder blijvende vervormingen bestand tegen het (permanente) eigen gewicht van het beweegbaar deel en voorkomende temperatuurswisselingen. Raambeslag: standaard beslag systeemleverancier in overeenstemming met de gestelde prestaties voor het schrijnwerk als geheel (zie hang- en sluitwerk - standaard beslag) Aanvullende specificaties Blz. 81

82 Warmtedoorgangscoëfficiënt profielen (Uf-waarde): in functie van het te behalen K-peil (K40) Verdoken waterafvoer via een hiertoe aangepaste dorpellijst De schuiframen van de leefruimtes worden verzonken geplaatst gelijk met de vloerpas (i.f.v. toegankelijkheid) Weerstand tegen herhaald gebruik volgens NBN EN (tabel 27 van NBN B ): min. klasse 3 - intensief gebruik ( cycli) profielsysteem aluminium/buitendeuren Afmetingen en draairichtingen van de buitendeuren volgens gevel- en/of ramenplannen. Inbraakweerstand volgens NBN ENV 1627 (tabel 18 van NBN B ) Inkomdeuren (collectief): min. klasse RC2 (+ beglazing P4A) Hang- en sluitwerk: Aantal scharnieren en paumellen en wijze van ophanging, in functie van het eigen gewicht en de afmetingen beantwoorden aan de voorschriften van STS 52.0 en STS 53.1, en van de technische goedkeuring van het profielsysteem en het beslag. De buitendeurvleugels worden daarbij afgehangen aan minstens 5 paumellen / scharnieren type 3D (regelbaar in hoogte, breedte en diepte). Deurbeslag: standaard beslag systeemleverancier in overeenstemming met de gestelde prestaties voor het schrijnwerk als geheel (zie hang- en sluitwerk - standaard beslag) Vulelementen: volgens artikel vulelementen - aluminium - thermisch isolerend Aanvullende specificaties Warmtedoorgangscoëfficiënt profielen (Uf-waarde): in functie van het te behalen K-peil (K40) Weerstand tegen herhaald gebruik volgens NBN EN (tabel 27 van NBN B ): min. klasse 4 ( cycli) Bij dubbele deuren (bergingen) wordt één vleugel voorzien van twee ingewerkte kantschuiven uit roestvrij staal. Er worden ingewerkte sluithulzen uit roestvrij staal geplaatst voor de boven- en ondersluiting. In de bevloering kan het ingewerkt sluitpotje voorzien worden van een klepje tegen vuil hang- en sluitwerk - algemeen Levering en montage van alle elementen voor het bedienen, equilibreren, afhangen, geleiden, sluiten en vergrendelen, incl.de controle en naregeling zowel voor de voorlopige als voor de definitieve oplevering. Materialen De producent beschikt over een naverkoopdienst in België. Voor alle gemonteerde onderdelen moeten vervangstukken nageleverd kunnen worden tot een periode van minimaal 10 jaar na stopzetting van de productie van het gebruikte beslagsysteem. De geschiktheid van het hang- en sluitwerk moet in functie van het vleugeltype, de gewichtsklasse en de prestaties gesteld aan de schrijnwerkelementen worden afgetoetst aan de normenreeks NBN EN t/m 17 en NBN EN , volgens het opgegeven aantal cycli tijdens beproeving en de overeenkomstige graad volgens de gestelde prestaties in artikel buitenschrijnwerk - prestaties en de bijkomend gestelde eisen per type schrijnwerk. Blz. 82

83 Waar bijzondere prestaties gevraagd worden voor de buitenschrijnwerkelementen als geheel moeten de profielen, dichtingen en het beslag door één en dezelfde systeemleverancier getest zijn en geleverd worden. Wat de beproeving betreft kan uitwisselbaarheid wel worden toegestaan, mits aantoonbare conformiteit aan de hand van erkende labels (bv. SKG). Het voorziene beslag laat toe om eenvoudig te worden bijgeregeld, vervangen of aangepast. Alle samenstellende materialen zijn roestbestendig en verenigbaar met het materiaal van de profielen. Bij metalen profielen zijn ze doeltreffend beschermd om elektrolytische koppels te vermijden. Alle pennen, schroeven en hulp- en bevestigingstukken zijn uit roestvast staal. Glijdende en bewegende delen worden van neutraal vet voorzien. Van alle hang- en sluitwerk moeten op aanvraag de nodige modellen ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Bestuur. De sluitorganen worden zodanig opgesteld dat zij een gemakkelijke ergonomische bediening toelaten door één persoon, waarbij de bedieningskrachten steeds kleiner moeten zijn dan 200 N en de verplaatsingskracht van de raamvleugels kleiner moet zijn dan 150 N. De bedieningskrukken bevinden zich bij de ramen standaard op ca. 1/3 van de raamhoogte en maximum 150 cm boven de vloerpas. Bij de buitendeuren op ca. 105 cm boven de vloerpas. Keuring Alle hang- en sluitmechanismen moeten gemakkelijk, feilloos, geruisloos en zonder speling werken en mogen geen nadelige invloed hebben op de vereiste luchtdichtheidsprestaties. De opstelling van vaste handgrepen mag de ergonomische bediening van het slot niet hinderen. Het dichttrekken van de deur moet op een vlotte manier kunnen gebeuren zodat geen contact gemaakt wordt met de vaste deurstijl. Voor de voorlopige en definitieve oplevering staat de aannemer in voor de goede afregeling van het hangen sluitwerk hang- en sluitwerk - standaard beslag Raam- en deurbeslag opgenomen in het standaardgamma van de systeemleverancier van de profielen en in overeenstemming met de gevraagde prestaties voor elk schrijnwerktype als geheel. Modellen van deur- en raamkrukken worden ter keuze en goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. Ramen zijn minimaal te voorzien van volgend beslag: Scharnieren / Paumellen: standaard systeemleverancier Sluitpunten ramen: in functie van de afmetingen conform technische goedkeuring en inbraakweerstand RC2-N. Draai/kip-krukken ramen: keuze uit min. 3 verschillende types uit gamma systeemleverancier. De zichtbare onderdelen zijn in dezelfde kleur dan de profielen. Deuren zijn minimaal te voorzien van volgend beslag conform klasse RC2 volgens NBN EN 1627: Scharnieren: conform technische goedkeuring en tot een deurhoogte van 2,20 m minstens vier driedelige scharnieren van het zware type, die driezijdig regelbaar zijn. Volledig verdekt ingewerkt deurslot met een centrale slotkast geschikt voor veiligheidsbeslag (blinde bevestinging). Minimum drie inbraakvertragende sluitpunten voorzien van paddestoeltappen of zwenkschoot en een dievenklauw aan de scharnierkant. Uitgevoerd in een legering die staal bevat, met een nachtschoot van minimum 20 mm en door sluiting in één of twee toeren. Blz. 83

84 Inox of messing vernikkelde veiligheidscilinder met drie bijgeleverde sleutels (SKG** of gelijkwaardig). De cilinder aan de buitenzijde wordt beschermd door veiligheidsbeslag (langschild, veiligheidsrozet, ). Enkel bij metalen profielen kan hier uitzondering op worden gemaakt. Krukstel: keuze uit min. 3 verschillende types uit gamma systeemleverancier. De zichtbare onderdelen zijn in dezelfde kleur dan de profielen. Regelbare perlonborstel of geïntegreerde tochtafsluiter (neopreen, ) aansluitend op de vloerafwerking of op een aangepast thermisch onderbroken overgangsprofiel tussen dorpel en vloerafwerking voor een luchtdichte aansluiting De naar buiten draaiende vleugels worden voorzien van een stevige overwaaibeveiliging hang- en sluitwerk - scharnieren en paumellen Scharnieren en paumellen aangepast aan de afmetingen en het gewicht van de vleugels. Vleugels breder dan 120 cm of zwaarder dan 120 kg worden uitgerust met regelbare scharnieren en een versterkingsset. Type: scharnieren; zichtbaar opendraaiende ramen d.m.v. tweedelige (2D) scharnieren zichtbaar buitendeuren d.m.v. minimum 4 driedelige (3D) klembare scharnieren voor opdekdeuren met eurogroef. De scharnieren zijn voorzien van een horizontale-, hoogte- en aandrukregeling, zonder demontage van de deurvleugels. : koud bewerkt aluminium AlMgSi of gegoten aluminium GAlmG3 volgens STS , gemoffeld in kleur van de profielen. Inox stift volgens STS met een knoopdikte van minimaal 8 (ramen) / 11 (deuren) mm Aanvullende specificaties Scharnieren die buiten gebruikt worden (bij naar buiten draaiende deuren) zijn standaard voorzien van een inox stift als dievenklauw. De scharnieren worden op de profielen bevestigd d.m.v. bevestigingsstukjes in de buisvormige kamers van de profielen. De bevestigingsschroeven worden verzorgd ingewerkt of afgedekt d.m.v. aangepaste afdekkapjes. In functie van de respectievelijke raam- en/of deurhoogte beantwoordt het aantal ophangpunten aan de richtlijnen van de technische goedkeuring of worden minimaal volgend aantal scharnieren geplaatst: hoogte tot 100 cm: minimum 2 scharnieren hoogte van 100 tot 180 cm: minimum 3 scharnieren hoogte meer dan 180 cm: minimum 4 scharnieren (alle buitendeuren en raamdeuren) hang- en sluitwerk - sloten Materialen Alle sloten zitten vervat in een universele slotkast, zodat de benodigde uitsparing in de deur ook bruikbaar is voor andere slotfuncties. Alle onderdelen zijn corrosiebestendig en verenigbaar met de omgevende materialen. De tuimelaars zijn gelagerd in een zelfsmerende staalring om radiale en axiale slijtage van tuimelaar en slotkast te voorkomen. De slotkast is uitgerust met gaten waarlangs het veiligheidsbeslag of veiligheidsrozet kan bevestigd worden. Per slot worden minimaal drie of per gelijksluitende cilinderset minimaal zes sleutels geleverd met eigendomsbewijs en certificaat voor het bijmaken van sleutels. Zij moeten met een aangetekende zending rechtstreeks van de fabrikant naar de bouwheer opgestuurd worden. De sloten worden tot de voorlopige Blz. 84

85 oplevering voorzien van voorlopige werfcilinders, op initiatief en verantwoordelijkheid van de aannemer. Er wordt één sleutel ter beschikking gesteld aan de ontwerper en één sleutel aan het Bestuur. De uitsteek van de cilinders t.o.v. het deurvlak mag maximaal 2 mm bedragen, om afbreken van het slot te verhinderen. Als de uitsteek meer bedraagt moet steeds een veiligheidsrozet met doorverbinding geplaatst worden. Alle bevestigingen en koppelingen moeten tegen afboren beveiligd zijn. Keuring Na plaatsing moeten de sloten moeiteloos en zonder enige hinder werken. Het dagslot moet zonder enige hinder in de sluiter vallen zonder gebruik te maken van de kruk. In gesloten toestand mag er geen speling voorkomen op de dagschoot hang- en sluitwerk sloten/manueel Behuizing: gesloten kast vervaardigd uit gebichromateerd staal van minimum 2 mm dikte; inox voorplaat met dikte van minimum 3 mm (of 2 mm voor opdekdeuren). Sluitplaat: regelbare vlakke inox sluitplaat aangepast aan de meerpuntsluiting, met een dikte van minimum 3 mm. Schoten en tuimelaars: vernikkeld gepolijst staal, voorzien van een nachtschoot van minimum 20 mm met een sluiting in één of twee toeren. Veiligheidscilinder: vernikkeld messing, europrofiel 17 mm volgens NBN EN 1303, voorzien van inboorbeveiliging d.m.v. hardmetalen stiften in cilinderhuis en kern. Keurmerk cilinders: SKG** Per bungalow is het slot van de voordeur hetzelfde als dat van de buitenberging hang- en sluitwerk - raamkrukken Raamkrukken beantwoordend aan NBN EN Alle draai- en kipramen functioneren door middel van eenzelfde type éénhandsbediening. : koud bewerkt aluminium AlMgSi of gegoten aluminium GAlmG3 volgens STS en NBN Het aluminium is gemoffeld in kleur van de profielen Type: draaisysteem Secties: buisvormig Vorm: met terugplooi (U-vormig) Montage: met afdekplaatjes Aanvullende specificaties Voor de gebruikers van de bungalows mag enkel de kipstand mogelijk zijn, de draaifunctie van de ramen is enkel bestemd voor onderhoud. De draaifunctie is bijgevolg enkel mogelijk met een sleutel, die ter beschikking van de opdrachtgever wordt gesteld. Alle ramen zijn bedienbaar met éénzelfde loper. Blz. 85

86 Toepassing Alle opengaande ramen worden standaard voorzien van een draaikruk aan de binnenzijde hang- en sluitwerk - deurkrukken Deurkrukken beantwoordend aan NBN EN De lagers zijn uit roestvast staal met een zelfsmerende hoogwaardige kunststof voering die een soepele bediening ook bij intensieve belasting garanderen. Stabilisatienokken aan schilden of rozetten, met doorgaande onzichtbare bevestigingen, moeten een blijvende stabiele positie waarborgen bestand tegen lostrillen of verschuiven. Type: aangepast aan type slot : koud bewerkt aluminium AlMgSi of gegoten aluminium GAlmG3 volgens STS en NBN Het aluminium is gemoffeld in kleur van de profielen Sectie: rond Rozetten: langschild met cilinderopening Vorm: met terugplooi (U-vormig) Stift: 8 mm (standaard) Inbraakweerstand: klasse RC2 (standaard voor buitendeuren) beglazing - algemeen Levering en plaatsing van alle voorziene beglazingstypes met inbegrip van alle toebehoren, de steunblokjes, dichtingsbanden, afdichtingskitten,. De vakantiewoningen worden beschouwd als publiek toegankelijke gebouwen. Materialen Alle glasproducten dragen de CE-markering met bijhorende prestatieverklaring (DoP). Ieder beglazingselement draagt op de binnenzijde van een afstandhouder een merkteken met de naam van de fabrikant, de U-waarde, de voorziene tussenafstand en datum van fabricatie. Onderstaande normen en richtlijnen zijn algemeen van toepassing: NBN S Glasnorm TV 221 Plaatsing van glas in sponningen TV 214 Glas en glasproducten Functies van beglazing TV 222 Dimensioneren van schrijnwerk onder windbelasting STS 56.1 Dichtingskitten voor gevels In functie van de gestelde prestaties kan elk glasblad van een ander type zijn en/of uit verschillende lagen bestaan. De vereiste glasdiktes worden afgetoetst in functie van de glasoppervlakte en de opgegeven dynamische basisdruk voor het schrijnwerk. Voorafgaand aan de levering en plaatsing levert de aannemer een volledig overzicht van de voorziene beglazingstypes, hun prestaties en dikte van de glasbladen. De karakteristieken van alle samenstellende onderdelen (profielen, glas, beglazingsblokjes, rubbers, afdichtingskitten, ) moeten onderling verenigbaar zijn inzake mogelijke fysisch-chemische interacties die de prestaties of het uitzicht nadelig zouden kunnen beïnvloeden. Enkel dichtingskitten die een ATG (of gelijkwaardig) hebben mogen worden gebruikt. De voorschriften van het ATG-attest moeten integraal gevolgd worden. Ze moeten chemisch verenigbaar zijn met de voorziene Blz. 86

87 beglazing (bv. PVB-inlagen), de profielen en/of de behandelingsproducten van het buitenschrijnwerk. Waar de kitfabrikant dit oplegt wordt voorafgaandelijk een primer aangebracht op PVC-profielen. De uitvoering gebeurt conform NBN S en TV Plaatsing van glas in sponningen, aangevuld met de specifieke voorschriften van de profiel- en glasleverancier. De aannemer draagt alle verantwoordelijkheid voor de tijdige bestelling en levering van het glas, de juiste afmetingen en de correcte berekening van de noodzakelijke glasdiktes. Uitgezonderd uitdrukkelijke toestemming van de ontwerper worden de glaslatten steeds aan de binnenzijde van het schrijnwerk geplaatst. In andere gevallen worden inbraakvertragende glaslatten voorzien of wordt een aangepast blokkagesysteem voorzien dat uitname van het glas verhindert. De glasplaatser moet nagaan of er geen elementen in de omgeving van het glas voorkomen die een correcte plaatsing zouden kunnen hinderen en/of thermische breuk veroorzaken. Omwille van de luchtdichtheidsprestaties moet bijzondere zorg besteed worden aan het vermijden van luchtlekken tussen binnen en buiten via de decompressiekamer.. Als de afmetingen, het gewicht van de beglazing of de werkhoogte niet toelaten om de beglazing op een veilige wijze manueel te monteren, zal verplicht gebruik worden gemaakt van een daarvoor geschikte kraan. Keuring Gebreken Volgens NBN S Toegestane gebreken en 8.3 Ontoelaatbare gebreken, aangevuld met Nota VGI 03 - Aanvaardingscriteria voor transparante beglazingen voor gebouwen: methodes en aanvaardingscriteria. Na het plaatsen van de beglazing wordt nagegaan of overal een zorgvuldige water- en luchtdichte afdichting werd gerealiseerd tussen het glas, de voegdichtingen, de glaslatten en de profielen. Voor de voorlopige oplevering worden alle beglazingen ontdaan van stickers en zorgvuldig gereinigd om de controle op gebeurlijke beschadigingen ontegensprekelijk te kunnen vaststellen. Er mogen geen blijvende sporen van kitten, PU-schuim, cementspatten zichtbaar zijn. Beglazing met zichtbaar blijvende schade, zoals barsten, krassen, inbranding vonken slijpschijf, ten gevolge van een onzorgvuldige bescherming, moeten vervangen worden. Bij beperkte schade kan het Bestuur echter ook een minwaarde voorstellen. WAARBORGEN De aannemer bezorgt aan het Bestuur een door de producent ondertekend en gedateerd attest waarbij deze voor een termijn van 10 jaar, die ingaat vanaf de datum van de voorlopige oplevering, een waarborg verstrekt m.b.t. de hermetische luchtdichtheid van alle meervoudige beglazingen en tegen het vertroebelen door condensatie of stofvorming. De waarborg verplicht tot de gratis levering van een vervangende beglazing, inclusief de demontage en plaatsingskosten. Om discussies over de verantwoordelijkheid te vermijden, moeten alle activiteiten van glasproductie tot assemblage van de meervoudige beglazingen zijn uitgevoerd door eenzelfde glasproducent beglazing prestaties Algemeen De uiteindelijke samenstelling en effectieve glasdiktes zullen door de leverancier worden bepaald in optimale overeenstemming met de vereiste prestaties, de glasoppervlakte, de belastingen en de dynamische basiswinddruk. Als de leverancier ongerijmdheden zou vaststellen zijn de veiligheidscriteria en de thermische en akoestische criteria bindend. Blz. 87

88 beglazing - dubbele beglazing Dubbele HR-beglazing volgens NBN EN en NBN EN 1279, bestaande uit twee glasbladen voorzien van een laag-emissieve coating en gescheiden door een spouw gevuld met een thermisch isolerend gas. De beglazing wordt geplaatst volgens de drukvereffende beglazingsmethode met een elastisch dichtingsprofiel volgens NBN S , kleurkeuze uit volledige gamma van de fabrikant beglazing - dubbele beglazing/veiligheidsglas Warmtedoorgangscoëfficiënt (Ug-waarde) volgens NBN EN 673: max. 0,9 W/m2K en in functie van het te behalen K-peil (K40) Afstandshouders: kunststof (warm-edge spacers) Lichttoetredingsfactor (LTA-waarde) volgens NBN EN 410: min. 0,70 (marge +/- 3%) Aanvullende specificaties Zonwerende beglazing: zontoetredingsfactor (g-waarde) volgens NBN EN 410: max. 0,50. Oververhitting dient vermeden. Kleurtint: neutraal Veiligheidsbeglazing volgens NBN S tabel 5 De beglazing heeft een ATG (of gelijkwaardig) voor de betreffende samenstelling en prestaties. 3V-glas - gelaagd zonne-prestaties In overeenstemming met EPB-verslaggeving. Rekening houdend met oververhitting. Verhuring ganse jaar door. Evenwicht tussen zomer en winter op gebied van zonnewinsten. De beglazing van badkamers dient tot op een hoogte van 160 cm gezandstraald te zijn vulelementen - algemeen Levering en plaatsing van vulelementen om bepaalde delen van het buitenschrijnwerk vol en ondoorzichtig te maken. Materialen De vulelementen en hun bevestigingsmiddelen zijn verenigbaar met het materiaal en de vormgeving van het profielkader en de glaslatten waarin/-mee zij worden geplaatst. De opvulelementen hebben geen nadelige invloed op de regen-, wind- en luchtdichtheid van het deur- of raamgeheel. Volgende normen zijn van toepassing: TV Plaatsing van glas in sponningen Blz. 88

89 STS Dichtingskitten voor gevels De inpassing van de vulelementen stemt overeen met de verhoudingen aangegeven op de gevel- en/of detailtekeningen. De plaatsing gebeurt volgens een op het plaattype en oppervlaktebehandeling afgestemde wijze, o.a. door de keuze van de bevestigingsmiddelen en de plaatsingsrichting. De plaatsingsvoorschriften van de fabrikant worden nauwkeurig opgevolgd vulelementen aluminium Vulelementen bestaande uit een isolerende kern gecacheerd met aluminium platen. De aluminiumplaten beantwoorden aan de normen NBN EN 573, NBN EN 485 en DIN Warmtedoorgangscoefficiënt (U-waarde) vulpaneel: in functie van het te behalen K-peil (K40) Aard van de aluminiumplaten: Nominale dikte: minimaal 1,5 mm. Afwerking en kleur: identiek aan deze van de raamprofielen De platen worden beschermd met een afneembare polyethyleenfilm raamdorpels - algemeen Geprefabriceerde raamdorpels die een geïntegreerd geheel vormen met het gekozen profielsysteem van de raamkozijnen en de gevelopvatting volgens rubriek buitenschrijnwerk - montage. Geleverd en geplaatst met inbegrip van alle nodige hulpstukken, bevestigingsankers, verbindingsprofielen, speciale kopstukken, binnen- en buitenhoeken. Materialen Geprefabriceerde raamdorpels geleverd door de fabrikant van het raamprofielssysteem en/of ermee verenigbaar. Het geheel verzekert een waterdichte aansluiting op de ramen en steekt voldoende uit buiten het gevelvlak en voorziet in een druiplijst. Zij zijn zodanig opgevat dat vervormingen door temperatuursschommelingen worden voorkomen. Bevestigingsmiddelen uit roestvast staal. Model ter goedkeuring voor te leggen. Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. Zij worden rechtlijnig aangebracht en in zo groot mogelijke lengte verwerkt. Vastzettingsankers worden aangebracht minimaal om de 75 cm. Tussen de raamneggen en de verticale kopschotjes wordt de (uitzettings)voeg tot maximum 1 cm opgevuld met een aangepaste elastische kit volgens STS Bijzondere aandacht wordt besteed aan de aansluiting van de gevelisolatie op de thermische snede van het profiel. Blz. 89

90 raamdorpels - aluminium Aluminium raamdorpels uit een Al.Mg.1- legering of uit geperst aluminium Al.Mg.Si. 0,5F-22-legering. Wanddikte: minimum 2mm. Profilering: Z-vormig met een voorrand van circa 30mm met terugplooi. Hellingshoek minimum 5 Breedte: aangepast aan de gevelopvatting met druipneus minimum 30mm buiten gevelvlak Oppervlakteafwerking: gemoffeld d.m.v. elektrostatisch poederlakken, laagdikte minimum 60µm, kleur: identiek als het buitenschrijnwerk Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De zijkanten van de dorpels zijn voorzien van verticale opstanden en kopschotjes. De opvulling tussen de raamdorpel en het draagvlak bestaat over de ganse lengte uit een geluidsdempende isolatie d.m.v. een samendrukbare voegband. De voegen worden afgewerkt met een elastische gevelkit volgens STS omkaderingselementen - algemeen Er mogen bij het buitenschrijnwerk horende omkaderingselementen voorgesteld worden, met eventueel geïntegreerde buitendorpels voor een afgelijnde integratie van het buitenschrijnwerk in het voorziene gevelsysteem volgens rubriek buitenschrijnwerk - montage. De kaders kunnen worden geprefabriceerd in de werkplaats en/of in situ samengesteld en afgewerkt. Geleverd en geplaatst met inbegrip van alle nodige hulpstukken, bevestigingsankers, verbindingsprofielen, afdichtingsbanden en kitvoegen. De omkaderingselementen kragen min. 3cm uit ten opzichte van het gevelvlak (overeenkomstig de dorpel). De omkaderingselementen worden zodanig uitgevoerd dat er geen water stagneert op de horizontale delen en dat er geen afdruiplijnen vormen op de gevel. Scherpe randen die verwondingen kunnen veroorzaken, worden afgeschuind. Bij de montage en de bevestigingswijze wordt rekening gehouden met de uitzetting bij temperatuurschommelingen. De omkaderingselementen sluiten correct aan op de andere bouwelementen zodat een waterdichte afwerking bekomen wordt. De aansluiting tussen het omkaderingselementen en het schrijnwerk wordt afgewerkt met een kitvoeg. Afdichtingskitten: hebben een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig (aanbevolen klasse F15 of F20 LM volgens STS 56.1). De kitvoegen moeten zuiver en rechtlijnig aansluiten op het schrijnwerk en het omkaderingselement. de kleur van de kit is aangepast aan de kleur van het schrijnwerk (antraciet). Blz. 90

91 toebehoren - algemeen toebehoren overwaaibeveiligingen buitendeuren Overal waar het deurblad schade kan berokken door te ver over te draaien wordt een overwaaibeveiliging aangebracht. Voorstel voor te leggen aan het Bestuur. Bestand tegen buitenomstandigheden De overwaaibeveiligingen worden zo aangebracht dat zij kunnen weerstaan aan de normale belastingen uitgeoefend door de deurvleugels en geen hinder vormen voor het gebruik. Montage volgens voorschriften van de fabrikant met roestvaste bevestigingsmiddelen. Blz. 91

92 42. GEVELBEKLEDINGEN gevelbekledingen - algemeen De post "gevelbekledingen" omvat: het ter plaatse opmeten van de afmetingen; het plaatsen en naderhand verwijderen van de nodige stellingen en afdekzeilen en alle beschermingsmaatregelen eigen aan het werk; de levering en plaatsing van de eventueel voorziene isolatie en buitenfolie; de levering en plaatsing van een eventueel voorzien regelwerk, met inbegrip van alle hulpstukken en bevestigingselementen; de levering en plaatsing van de eigenlijke gevelbekleding met inbegrip van alle hulpstukken en bevestigingselementen; de levering en plaatsing van de nodige rand- en hoekafwerkingen, aansluiting op andere gevelelementen en/of aangrenzende constructies, ; het wegnemen, afvoeren en reglementair storten van alle afval en verpakkingsresten. Materialen & MONTAGE - UITVOERINGSCOÖRDINATIE De montage van de voorziene gevelbekledingen en regelstructuur gebeurt in nauwe coördinatie met de uitvoering van alle gevelelementen waar zij op aansluiten, de gevelisolaties, buitenramen en -deuren, raamen deurdorpels, plint- en dakrandafwerkingen,. Vooraleer de eventuele regelstructuur, de eventuele gevelisolatie en de gevelbekleding aan te brengen, gaat de aannemer na of de draagconstructie in overeenstemming is met de plannen en de voorschriften en of een onberispelijke uitvoering van de werken verzekerd kan worden. Als onverenigbaarheden worden vastgesteld brengt de aannemer de ontwerper hiervan onmiddellijk op de hoogte. Wanneer de eventuele regelstructuur en gevelisolatie, en de bekleding door verschillende (onder-) aannemers worden uitgevoerd, dient rekening gehouden te worden met de toelaatbare open tijd, waarin de materialen (bijv. isolatie, ) onbeschermd mogen blootgesteld worden aan weersinvloeden. De aannemer moet dus alle werken tijdig plannen en uitvoeren. Schade voortvloeiend uit een laattijdige aanvang zullen hem ten laste gelegd worden. Waar nodig zullen waterkeringen en/of dilatatievoegen voorzien worden. De bevestiging van zware elementen aan de gevel moet gebeuren op de achterliggende draagconstructie en niet op regelstructuur of gevelbekleding. Keuring De goede onderlinge aansluiting en bevestiging van de isolatie en vochtwerende lagen kunnen dienen gecontroleerd.in het bijzonder zal worden toegezien op de goede aansluiting van de isolatie ter hoogte van ramen, dorpels, Beschadigde materialen dienen op aanwijzen van de ontwerper te worden vervangen regelstructuur algemeen Het betreft een eventuele, onafhankelijke (regel)structuur voor de montage van een gevelbekleding op een achterliggende dragende wand. Blz. 92

93 & De uitvoering gebeurt door een gespecialiseerd montagebedrijf dat ervaring heeft met de voorziene regelstructuur en gevelbekleding. Na realisatie van de dragende wand wordt de regelstructuur zorgvuldig uitgelijnd, rekening houdend met de vereiste detailleringen en in coördinatie met de montage van de buitenramen en deuren, raamdorpels en andere elementen. De regelstructuur moet alle op het gebouw inwerkende krachten (windbelasting, onderdruk, differentiële beweging, ) en zijn eigengewicht en dit van de gevelbekleding kunnen opnemen, conform de geldende (Eurocode-)normen. De secties en onderlinge tussenafstanden van de stijlen, en het aantal bevestigingsmiddelen worden gekozen overeenkomstig het gewicht en de modulering van de bekledingselementen, de karakteristieken van de achterliggende draagstructuur en de algemene opvatting van de voorhanggevel volgens aanduiding op de principeplannen. De bevestigingsmiddelen zijn corrosiebestendig en worden gekozen in functie van de gevelbekleding, de aard van de ondergrond en de brandveiligheidseisen. In overeenstemming met het gewicht en de windvastheid van de bekledingselementen, wordt er voldoende diep geboord, zodat de regelstructuur stevig verankerd wordt in de draagstructuur. De stabiliteit van de draagstructuur en de keuze van de pluggen (mechanisch / chemisch) maken steeds het voorwerp uit van voorafgaandelijke stabiliteitsberekeningen. De bepaling van de bevestigingspunten gebeurt conform de geldende (Eurocode-)normen en zijn afgestemd op de staat en de conditie van de dragende wanden. Systeem en materialen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur thermische isolatie - algemeen Materialen De isolatiematerialen zijn weersbestendig, rotbestendig, niet onderhevig aan krimp en hebben een geringe wateropname. Er wordt rekening gehouden met een reëel overstromingsrisico. Ze mogen geen voedingsbodem vormen of doen ontstaan voor ongedierte, bacteriën of schimmels en tasten de andere bouwelementen niet aan. Beschadigde delen mogen niet verwerkt worden. Enkel producten waarvan de hierna vermelde λ-waarde kan aangetoond worden met de gedeclareerde λdwaarde vermeld in de DoP, ATG/H of ETA, of met de rekenwaarde λui vermeld in EPBproductgegevensdatabank (EPBD) worden aanvaard. De λ-waarde moet geldig zijn voor de toegepaste dikte(s). De aannemer zal er over waken dat de isolatie een ononderbroken geheel vormt, koudebruggen en vervormingen van de isolatielaag worden vermeden. De isolatie wordt daartoe in zo groot mogelijke afmetingen, nauwsluitend tegen de dragende wand en onderling goed aansluitend in verband geplaatst bekledingspanelen - algemeen Alle leveringen en werken voor het realiseren van een gevelbekleding met panelen, tot een afgewerkt geheel. Inbegrepen zijn de voorziene regelstructuur (zoals beschreven in artikel 42.10), de bekledingspanelen, alle bevestigingsmiddelen en hulpstukken, randprofielen, met het oog op een verzorgde aansluiting op andere gevelmaterialen. De eventuele isolatie worden beschreven in artikel Materialen De panelen, samen met de eventuele voorziene oppervlakteafwerking, dienen specifiek geschikt te zijn voor buitengebruik (UV- en klimaatsbestendig). Er wordt rekening gehouden met een reëel overstromingsrisico. Blz. 93

94 De aannemer levert de bouwheer minimaal 2m2 hetzij 1% van de uitgevoerde oppervlakte aan extra beplating met het oog op gebeurlijke herstellingswerken. Alle plaatelementen, hulpstukken, bevestigingsmiddelen, zijn van dezelfde leverancier en vormen één systeem. Het voegenpatroon dient wordt voor de uitvoering steeds met de architect en het Bestuur besproken (afmetingen van de panelen, detaillering ter hoogte van de boven-, onder- en zijranden). De bevestiging van de platen gebeurt volgens de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant en rekening houdend met het voorziene type panelen, de belastingen en de modulering. Het bevestigingssysteem wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de architect. Bij een verlijmde bevestiging dienen de voorschriften (eventueel opschuren, voorbehandeling met primer, weersomstandigheden, ) van het voorgestelde lijmsysteem strikt gevolgd te worden. Het lijmsysteem moet beschikken over een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Randaansluitingen ter hoogte van gevelopeningen, binnen- en buitenhoeken en randaansluitingen worden afgewerkt volgens de de richtlijnen van de fabrikant. Eventuele zaagkanten worden steeds met de nodige zorg afgewerkt. Blz. 94

95 44. TERRASSEN BORSTWERINGEN borstweringen - algemeen Levering en plaatsing van alle borstweringen rond de terrassen (overal waar er valgevaar is) tot een afgewerkt geheel met inbegrip van de bijhorende randafwerkingen,. Zowel aan de aansluiting met het knuppelpad, als aan de zijde van de brandweerweg (of laad- en losweg) wordt er een poortje voorzien met dezelfde hoogte als de borstwering (overeenkomstig de poortjes van de bestaande bungalows). Hierdoor zijn de terrassen afsluitbaar (spelende kinderen), doch vlot bereikbaar. Wat betreft de vormgeving, kleur, materialisatie, detaillering, worden gelijkaardige borstweringen gevraagd als die van de bestaande bungalows: De werken omvatten: het opmeten van de juiste afmetingen ter plaatse; de controle en voorbereiding van de steunen; de opmaak van de nodige werktekeningen en aftoetsing aan de geometrische eisen en gebruiksgeschiktheidscriteria volgens NBN B (Borstweringen), gebeurlijke aanpassingen vallen ten laste van de aanneming, de fabricage op maat, het transport en de montage van alle elementen met inbegrip van de corrosiebeschermende behandelingen; alle bevestigings- en/of oplegmiddelen, chemische verankeringen, inclusief de eventueel noodzakelijke constructieve uitzetvoegen en kitten; de randafwerkingen, t.o.v. omgevende buitenbevloerings-, dorpel- en gevelafwerkingen; de nodige voorzieningen om de elementen na plaatsing te beschermen tegen beschadiging of bevuiling voor de volledige duur van de overige werken. Blz. 95

96 Materialen De bepalingen van structuurelementen - staal zijn van toepassing op de stalen elementen. Alle materialen zijn vorstbestendig en bezitten een voldoende duurzaamheid t.o.v. het buitenklimaat en de eventuele aantasting door schimmels en insecten. Alle metalen elementen en bevestigingsmiddelen zijn corrosiebestendig. De stabiliteit van de borstweringen moet in alle omstandigheden gewaarborgd zijn. De norm NBN B Borstwering is integraal van toepassing. De beschermingshoogte en samenstelling van leuningen en borstweringen moet voorafgaand aan de bestelling worden afgetoetst aan de geometrische eisen en gebruiksgeschiktheidscriteria (weerstand tegen horizontale belasting uitgeoefend door personen, windbelasting, combinatie van belastingen, zachte schokproef) volgens NBN B Rekennota van de theoretische vervorming (volgens tabellen 5 en 9 van de norm) voor te leggen. De verankeringen van de borstweringen zijn aangepast aan het materiaal waarin ze zullen worden aangebracht. Hun weerstand moet gewaarborgd worden aan de hand van een proefrapport, proeven insitu of een rekennota. De borstweringen en de toegangspoortjes worden geconstrueerd overeenkomstig de borstweringen van de bestaande bungalows. De aannemer is verplicht ter plaatse de afmetingen te controleren en na te gaan of ze uitgevoerd kunnen worden volgens de voorgelegde plannen. Indien dit onmogelijk blijkt, moet hij de ontwerper hiervan zo snel mogelijk op de hoogte brengen. De elementen worden zoveel mogelijk geprefabriceerd in de werkplaats en vervolgens ter plaatse gemonteerd en verankerd aan de omgevende draagconstructies. De concrete opvatting van bevestigingspunten en vereiste verankeringselementen wordt voorafgaandelijk in onderling overleg tussen ontwerper, ingenieur, aannemer en fabrikant bepaald borstweringen - algemeen borstweringen - staal Op maat vervaardigde en/of modulair samengestelde borstweringen van staal. Hoogte: 110 cm t.o.v. vloerniveau volgens NBN B Staalsoort: S235 Profielen: volgens plannen en volgens borstweringen bestaande bungalows. Enkel de hoogte dient vastgelegd op 110cm boven het afgewerkte terraspeil. Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt en voorzien van twee lagen dekkende lak, volgens artikel , kleur: overeenkomstig borstweringen bestaande bungalows. De elementen worden gelakt in de fabriek. Eventuele beschadigingen van de lak door transport en plaatsing worden op de werf bijgewerkt totdat een uniforme kleur en aspect wordt bekomen. Bevestigingsmiddelen: RVS-bouten (met tussenplaatsing van aangepaste rondellen). Blz. 96

97 Opbouw, detaillering en wijze van montage overeenkomstig borstweringen en toegangspoortjes van de bestaande bungalows. Verticale draagstijlen worden met een maximale tussenafstand van 120 cm opgesteld en verankerd aan de ruwbouw met minstens 5 zware inox bouten per voetstuk terrasbekleding algemeen De terrassen worden bekleed met een terrasbekleding die overeenstemt met de terrasbekleding van de bestaande bungalows. Het betreft geprofileerde onderhoudsvrije terrasplanken in massief houtcomposiet, bevestigd op een (duurzaam) houten latwerk (alles inbegrepen). Het composiet is samengesteld uit: - 35% gerecycleerde kunststof: polyolefines (PE). De plastics zijn afkomstig van post-industrial en postconsumer afval met certificaat van herkomst. - 60% houtvezel, het gebruikte hout is enkel afkomstig van PEFC gecertificeerde leveranciers - UV-stabilisatoren - pigmentsystemen: alle gebruikte pigmenten hebben een natuurlijke oorsprong, er worden geen synthetische kleurstoffen aangewend - specifieke proces-additieven De terrasplanken vertonen een hoge weerstand tegen corrosieve substanties, olie en brandstoffen, insecten, schimmels, zoute nevel en andere agressieve omgevingen. Het composietmateriaal absorbeert geen vochtigheid en zal niet rotten, kromtrekken, splinteren of barsten. De planken hebben een uitstekende verweringsweerstand. Na verloop van tijd zal de kleur wel lichtjes van toon wijzigen, maar het profiel vereist geen waterdicht maken, schilderen, beitsen, of gelijkaardig onderhoud. Het product kan gemakkelijk worden gereinigd met een zachte borstel en milde schoonmaakproducten. - Densiteit: kg/m³ - Buigweerstand (stijfheid): tot 5000 MPa - Thermische uitzettingscoëfficiënt: <0,02 mm/m C - Waterabstorptie: <2 gew.% - Oppervlakte-afwerking: geborsteld, met groeven De bevestiging gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant, met roestvaste clips. Er wordt voldoende speling tussen de planken gerespecteerd. Blz. 97

98 50. BINNENPLEISTERWERKEN binnenpleisterwerken - algemeen De werken omvatten: de plaatsing van de nodige stellingen en het afdoende beschermen van reeds uitgevoerde werken de controle en voorbereiding van de ondergrond (ontstoffen door borstelen of stofzuigen); het opruwen en/of aanbrengen van de nodige voorstrijk- of gronderingslagen volgens de aard van de ondergrond en conform de voorschriften van de fabrikant; de bescherming tegen corrosie van in te pleisteren metalen componenten; het leveren en plaatsen van rand-, hoek- en stopprofielen, versterkingsnetten, zettingsvoegen; de luchtdichte aansluiting van het pleisterwerk op ramen en deuren, in coördinatie met hoofdstuk 40; de uitvoering van de voorgeschreven pleisterlagen, alle leveringen inbegrepen; het vlak en glad zetten van het oppervlak, het zuiver afwerken van rand-, hoek- en stopprofielen, het bijwerken van alle onvolkomenheden volgens de vereiste afwerkingsgraad, ; het zorgvuldig aanwerken ter hoogte van venstertabletten, plinten, deurlijsten, valse plafonds, doorvoeren van elektrische, sanitaire, ventilatie en cv-installaties, e.d., ; het opruimen van het afval, de reiniging en/of bescherming van het aangebrachte pleisterwerk. Materialen De bepalingen van TV Binnenbepleisteringen - Deel 1 en TV Binnenbepleisteringen - Deel 2 (WTCB) zijn van toepassing. Alle materialen, pleistersamenstellingen en toebehoren worden onderling en in functie van de ondergrond op elkaar afgestemd, zodat een optimale hechting en stabiliteit van de lagen onderling en op de ondergrond verzekerd is. De pleistermortels dragen een CE-markering, volgens: NBN EN Gipsbindmiddelen en gipspleister - Deel 1 NBN EN voor mortels voor metselwerk - Deel 1: Pleistermortel voor binnen- en buitentoepassingen. In overeenstemming met TV Voorkomen en bestrijden van radon in woningen (WTCB), bevatten de gipspleisters geen fosforgips, en zijn uitsluitend samengesteld uit natuurgips en/of ro-gips. Radon exhalatie van het product < 10 microbq/kg/s. Attest van de fabrikant voor te leggen. Tenzij anders vermeld heeft de aannemer de keuze tussen éénlagige spuitpleisters, mengklare manuele pleisters, of hechtpleisters met eindlaagpleisters. De aannemer legt het pleisterprocedé dat hem het meest geschikt lijkt voor het uit te voeren werk ter goedkeuring voor aan het Bestuur. Droge voorgemengde fabriekspleisters worden geleverd in zakken met vermelding van de uiterste houdbaarheidsdatum en opgeslagen in een droge ruimte. De aannemer pleisterwerken gebruikt de gepaste voorbehandelingsproducten volgens de voorschriften van de fabrikant van de pleistermortel. Het aanmaakwater moet zuiver en vrij zijn van organische stoffen (leidingwater of drinkbaar putwater), gebruik van regenwater, verkleurd en/of slecht ruikend water wordt niet toegestaan. Hoek- en stopprofielen beantwoorden aan NBN EN Metalen regelwerk en hoekprofielen - Definities, eisen en beproevingsmethoden - Deel 1: Binnenpleisterwerk. Zij zijn drager van een CEmarkering. De materialen zijn conform het bestek, respectievelijk aangepast voor dik of dunpleisters; type en bevestigingswijze zijn ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Blz. 98

99 Volgens TV 199, TV 201 en de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. De voorbereidende werken t.a.v. de ondergrond stemmen overeen met TV 201 3, de uitvoering met TV Algemeen Het pleisterwerk wordt uitsluitend door ervaren vaklui uitgevoerd. Vooraf vergewist de uitvoerder zich van de uitvoeringsomstandigheden en het type ondergrond. Indien bepaalde aspecten aanleiding kunnen geven tot een verminderde uitvoeringskwaliteit, wordt de architect hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld. Coördinatie De uitvoering van de pleisterwerken wordt aangevat na voltooiing van alle ruwbouwelementen die in aanraking komen met de bepleisteringen: d.w.z. na plaatsing van het buitenschrijnwerk en beglazing, na het dichten van sleuven van ingewerkte leidingen met een cementmortel, kokers, doorgangsbuizen, vóór plaatsing van het binnenschrijnwerk (binnendeuren, keukens, inbouwkasten, ), vóór het leggen van vloertegels of bekledingen, vóór de montage van eventuele opbouwleidingen. OMGEVINGSINVLOEDEN De uitvoering van de pleisterwerken moet gebeuren in regen- en winddichte ruimten. De door de fabrikant voorgeschreven uitvoeringsomstandigheden m.b.t. temperatuur (min 5 C en max 30 C) en vochtigheidsgraad van de ruimte en de ondergrond moeten worden nageleefd. Bepleisteren op metselwerk en/of beton mag pas gebeuren nadat de krimp ten gevolge van het opdrogen gebeurd is (minstens 6 weken oud). Bepleistering op bevroren of ontdooiende ondergronden is verboden, evenals pleisterwerken bij vorstrisico s (tot vier weken na de werken). BESCHERMINGSMAATREGELEN - STELLINGEN Alle delen die niet gepleisterd worden zorgvuldig beschermd tegen vervuiling en beschadiging (d.m.v. afplakken met bouwfolie, beschermende tape en/of papier). Er wordt strikt op toegezien om geen stellingen te plaatsten op watervoerende of elektrische leidingen. Bij vastgestelde beschadigingen moeten deze worden vervangen! Gaten in de steunwanden mogen enkel worden gemaakt na voorafgaandelijke toelating van de architect. Alle materialen en bouwelementen bevuild door de aannemer pleisterwerken zullen door hem met geschikte middelen worden gereinigd, zonder ze te beschadigen. Beschadigingen aangebracht door de aannemer pleisterwerken worden op zijn kosten hersteld. Ook indien de pleisterwerken door derden zouden beschadigd worden, zal de aannemer de beschadigingen herstellen. Profielen en versterkingen Er worden hoekprofielen voorzien op alle uitspringende hoeken en randen zowel horizontaal als verticaal, met het oog op een stootvaste en strakke afwerking. Stopprofielen worden voorzien bij alle aansluitingen op andere bouwelementen (buitenschrijnwerk) en/of de beëindiging van het pleisterwerk. De profielen worden steeds aangebracht over hun volledige lengte en/of hoogte. Zij worden volledig in het lood hetzij evenwijdig gesteld met de aanpalende vlakken. Versterkingsnetten worden voorzien bij aansluitingen tussen verschillende ondergronden en waar hechtingsproblemen te verwachten zijn. De netten worden ingebed in de pleisterspecie en kunnen afgestemd op de toepassing bestaan uit een gaasvormig nylonnet, een glasvezelweefsel en/of te nagelen stroken corrosievrij metaalgaas. Ze mogen geen nadelige invloed hebben op het pleisterwerk, noch op het uitzicht. Uitzettingsvoegen in de ondergrond moeten ook worden doorgetrokken in de afwerking. Hiervoor worden uitzettingsprofielen voorzien en aangepaste voegen volgens TV Blz. 99

100 Keuring De uitvoeringstoleranties en beoordeling van de in het bestek opgegeven afwerkingsgraad zijn volgens TV Toleranties op de bepleistering. Deze zijn o.a. voor de afwerkingsgraad normaal : maximaal 5 mm op een regel van 2 meter en 2 mm op een regel van 20 cm voor de vlakheid en maximaal 8 mm afwijking op de vertikale stand per 2,5 m hoogte. Het maximaal aantal toegestane onregelmatigheden per 4 m2 (gebrek aan gepolijste oppervlakte over max 0,5 dm2) bedraagt 4 voor de afwerking normaal. De uitvoering omvat steeds een afwerkingsronde, na de uitvoering van de technieken en binnenafwerkingen, voor het plaatselijk bijwerken rond leiding- en ventilatiekanalen, aansluitingen, wandbepleistering - algemeen wandbepleistering - gipspleisters wandbepleistering - gipspleisters/pleister op beplating Pleisters bestemd voor toepassing op beplatingen uit gipskarton-, gipsvezel of vezelcementplaten. De wandopbouw en beplating is opgenomen als afzonderlijke post onder hoofdstuk 51. Pleistergroep volgens NBN EN : op voorstel aannemer, conform de voorschriften van de fabrikant van de platen Stop- en hoekprofielen: keuze aannemer doch aangepast aan zeer intensief gebruik. Aanvullende specificaties De pleister beschikt over een doorlopende technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. De pleister beschikt over een productverklaring EPD volgens ISO met informatie over de herkomst van de grondstoffen en de radonconcentratie. Voorafgaand worden de voegen tussen gipskartonplaten met een bijhorend vulmiddel gevuld. Het bedekken van die voegen gebeurt met een door de fabrikant aanbevolen wapeningsstrook. De aansluitingen op het buitenschrijnwerk gebeuren volgens TV , de detailtekeningen en in coördinatie met de luchtdichtheidsvoorzieningen volgens hoofdstuk 40. Afwerkinggraad volgens TV : normaal Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Dichtingsvoegen: na het drogen van het pleisterwerk worden de voegen van het schrijnwerk met het buitenschrijnwerk opgekit met een overschilderbare kitvoeg: Alle binnenhoeken van pleisterwerk, uitgevoerd op verschillende materialen worden met behulp van een speciaal mes zorgvuldig ingesneden. De voegen wordt opgespoten met een overschilderbare acrylaatkit in witte kleur. Blz. 100

101 plafondbepleistering - algemeen plafondbepleistering - gipspleisters plafondbepleistering - gipspleisters/pleister op beplating Pleisters bestemd voor toepassing op beplatingen uit gipskarton-, gipsvezel of vezelcementplaten. De wandopbouw en beplating is opgenomen als afzonderlijke post onder hoofdstuk 51. Pleistergroep volgens NBN EN : op voorstel aannemer, conform de voorschriften van de fabrikant van de platen Stop- en hoekprofielen: keuze aannemer doch aangepast aan zeer intensief gebruik. Aanvullende specificaties De pleister beschikt over een doorlopende technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. De pleister beschikt over een productverklaring EPD volgens ISO met informatie over de herkomst van de grondstoffen en de radonconcentratie. Voorafgaand worden de voegen tussen gipskartonplaten gevuld met een bijhorend vulmiddel. Het bedekken van die voegen gebeurt met een door de fabrikant aanbevolen wapeningsstrook. Vereiste afwerkingsgraad volgens TV 201 tabel: normaal Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Alle binnenhoeken van pleisterwerk, uitgevoerd op verschillende materialen worden met behulp van een speciaal mes zorgvuldig ingesneden. De voegen wordt opgespoten met een overschilderbare acrylaatkit in witte kleur. Blz. 101

102 51. BINNENPLAATAFWERKINGEN Binnenwand- en plafondconstructies algemeen De inschrijver mag een voorstel doen van hoe hij de binnenwanden en valse plafonds wenst op te bouwen (nat- of droogbouw, ter plaatse geassembleerd of geprefabriceerd, ). Ook wat de materialen betreft mag een vrij voorstel ingediend worden. De wanden en plafonds dienen echter te voldoen aan volgende eisen: - Deze zijn voldoende stevig. - Zij garanderen voldoende akoestisch comfort in de verschillende ruimtes (beperken van zowel luchtals contactgeluidsoverdracht). - Er kunnen overal (zowel tijdens de bouwfase als in de gebruiksfase) allerlei zaken opgehangen worden aan de binnenmuren en plafonds. Dit kan gaan van wandversieringen, verlichtingselementen tot zwaarder meubilair zoals bijvoorbeeld rekken, kapstokken, een ververstafel, ). - De binnenwanden en plafonds worden danig afgewerkt dat ze niet snel schade oplopen of dat schade (inslagen, strepen, vlot kunnen hersteld worden). Tevens zijn ze makkelijk afwasbaar / reinigbaar en dit met eenvoudige, milieuvriendelijke middelen. - De wanden en plafonds worden proper en verzorgd afgeleverd, zonder zichtbare gebreken. - Er wordt rekening gehouden met een reëel overstromingsrisico. - De vrije hoogte van alle ruimtes bedraagt min. 2,60m. De plafondvlakken dienen vlak uitgevoerd, er mogen geen plaatselijke verlagingen zijn. - Eventuele wand- en plafondluiken dienen verzorgd, verdoken en onzichtbaar bevestigd in het vlak van de wand of het plafond te worden ingewerkt. Afwerking ervan in hetzelfde materiaal als wand of plafond. Vlotte bediening van deze luiken dient gegarandeerd. Onderstaande posten zijn van toepassing indien de inschrijver voor deze materialen opteert. De aandachtspunten gelden echter voor elk voorstel binnenplaatafwerkingen - algemeen Alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van lichte binnenconstructies en uitbekledingen met plaatmaterialen tot een volledig afgewerkt geheel. Materialen Alle gebruikte materialen zijn bestand of worden beschermd tegen schade door corrosie, schimmelvorming of insecten. Alle hout gebruikt voor regelstructuren moet het FSC- of PEFC-label dragen en de leverancier moet FSC of PEFC CoC gecertificeerd zijn. De platen worden droog, horizontaal en op een vlakke ondergrond opgeslagen, goed beschermd tegen beschadiging. De voegproducten worden droog en vorstvrij opgeslagen. De plaatafwerkingen moeten uitgevoerd worden door een hierin gespecialiseerd (onder)aannemer. De uitvoering zal gebeuren in regen- en winddichte ruimten en bij risico s op vervormingen als gevolg van vocht enkel in een droog gebouw (relatieve luchtvochtigheid maximaal 80%). De aannemer gaat na of de ondergrond voldoende vlak, haaks, droog, net, stabiel en coherent is en maakt deze waar nodig geschikt. Indien zichtbare gebreken aanleiding kunnen geven tot een slechte uitvoeringskwaliteit, wordt de ontwerper hiervan op de hoogte gesteld. Er wordt hierbij rekening gehouden met de voorschriften van de fabrikant van de platen, lijmen, bevestigingsmiddelen en/of de achterliggende draagstructuur. Blz. 102

103 De bevestiging van het geheel aan de dragende structuren gebeurt volgens voorstel van de aannemer. Op aanvraag van het Bestuur zal de aannemer de nodige werktekeningen voorleggen. De afwerkingen en hun bevestigingen moeten weerstaan aan de verschillende belastingen die zullen aangrijpen op het geheel. Er wordt rekening gehouden met aan de afwerking opgehangen en bevestigde structuren. Waar vereist worden aangepaste bevestigings- of ophangversterkingen geïntegreerd. Dit wordt vooraf besproken met de architect en het Bestuur. Er moet een goede uitvoeringscoördinatie met de andere onderaannemers gegarandeerd zijn. De nodige uitsparingen, versterkingen,, worden in overleg met de respectievelijke onderaannemer voorzien, rekening houdend met de vereiste afwerking. Onvolkomenheden, zoals rond doorvoeren voor technische installaties, worden bijgewerkt. De aannemer is verantwoordelijk voor een scheurvrije uitvoering van de wand- en plafondafwerkingen en zal dilatatievoegen aanbrengen volgens aanduiding op de plannen, de voorschriften van de fabrikant en/of volgens zijn ondervinding. Als er bijkomende bewegingsvoegen tengevolge van scheurvorming in de ondergrond moeten voorzien worden, zal dit aan de architect voorgelegd worden lichte scheidingswanden - algemeen Levering en plaatsing van vrijstaande, niet-dragende lichte scheidingswanden, met inbegrip van het raamwerk, de voorgeschreven isolatiematerialen, de plaatmaterialen, de bevestigingsmiddelen en afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad lichte scheidingswanden gipskartonplaten en cementplaten Lichte scheidingswanden uitbekleed met gipskartonplaten. Onder deze gipskartonplaten wordt een houten plaatmateriaal (OSB) voorzien zodat er overal ophangingen mogelijk zijn. In ruimten met verhoogd vochtrisico (badkamers en keukens) worden betegelbare cementplaten als afwerking voorzien. Alles volledig volgens de voorschriften van de fabrikant. De lichte scheidingswanden voldoen aan de voorschriften van TV 233 Lichte binnenwanden (WTCB), aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. De platen beantwoorden aan NBN EN A1 en zijn voorzien van een CE-markering. De platen bevatten geen radonhoudend fosforgips. Wanddikte: volgens keuze inschrijver, doch voldoende i.f.v. eisen op vlak van stabiliteit, akoestiek, isolatie, ophanging elementen, draagstructuur: keuze aannemer tussen: o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procedé A volgens STS 04.31) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; in de verticale profielen zijn de nodige openingen voorzien voor de doorgang van elektriciteitsleidingen) Opvatting draagstructuur: afgestemd op de voorziene wanddikte Staanderafstand: conform gebruiksklasse I Blz. 103

104 Isolatiemateriaal: voorstel aannemer met gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt d maximaal 0,04 W/m2K Beplating langs elke zijde: minimum een enkelvoudige gipskartonbeplating, bovenop een enkele OSBbeplating Afmetingen van de platen: plaatdikte: min. 12,5 mm breedte: keuze aannemer: 60 / 120 cm lengte: afgestemd op de wandhoogte Type platen (volgens NBN EN 520): keuze aannemer volgens gevraagde stevigheid / vereiste brandweerstand / akoestische eisen Hoekbeschermingsprofielen: keuze aannemer, doch voldoende stevig voor zeer intensief gebruik van de ruimtes. Stopprofielen: keuze aannemer doch voldoende stevig voor zeer intensief gebruik van de ruimtes. Voeg- en vulmiddelen overeenkomstig NBN EN Aanvullende specificaties Belastingsklasse (volgens TV 233): a (de wand kan zware objecten zoals wastafels en kleine rekken dragen) Brandweerstand wandgeheel (volgens NBN EN ): klasse EI 30 / EI 60 of overeenkomstig laatste wettelijke verplichtingen of brandweerverslag. Akoestische verbetering Rw (C,Ctr) volgens NBN EN 717-1: minimum 34(-2,-6) db In ruimten waar een verhoogde brandweerstand gevraagd wordt, worden gipskartonplaten type F voorzien, conform NBN EN 520. Deze platen worden voorzien voor de wanden rond technische ruimtes (EI60). Een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet afgeleverd worden. De plaatsing van de wand gebeurt volledig conform met de plaatsingsvoorwaarden vermeld in het testverslag. De scheidingswanden worden uitgevoerd conform TV 233 en de voorschriften van de fabrikant. De scheidingswanden worden geplaatst op de dekvloer. De platen eindigen 10 mm boven de vloer. De voegen worden opgekit met een elastisch blijvende watervaste kit. De scheidingswanden worden uitgevoerd van vloerniveau tot plafondplaat. Aansluitingen: op de vloer: d.m.v. plint zoals voorzien in hoofdstuk 53 tegen plafond: d.m.v. een gekitte voeg deuropeningen: d.m.v. deuromlijstingen Op alle buitenhoeken worden aangepaste hoekbeschermingsprofielen geplaatst. De schroefkoppen moeten in het kartonvlak liggen en niet te diep in de plaat dringen. Dimensionele toleranties volgens TV 233 tabel 28 en TV : klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F1 (te betegelen) voor badkamers en keukens / F2a (te schilderen-standaardopvoeging) voor de overige ruimtes. Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Waar houten deuromlijstingen voorzien zijn, wordt een houten lat (min. 24 mm dik) aangebracht in het metalen profiel. Brandwerende doorvoeren overeenkomstig TV , aangevuld met infofiches nr WTCB - Afdichting van doorvoeringen in brandwerende lichte scheidingswanden. Blz. 104

105 Waar nodig worden bijkomende versterkingen voorzien voor de ophanging van sanitaire toestellen, rekken, meubilair, keukeninrichting, De stabiliteit dient steeds gegarandeerd. Nutsleidingen: in te werken voorzetwanden algemeen Levering en plaatsing van niet-dragende voorzetwanden, met inbegrip van het eventuele raamwerk, de voorgeschreven isolatiematerialen, de plaatmaterialen, de bevestigingsmiddelen en de afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad voorzetwanden - gipskartonplaten voorzetwanden gipskartonplaten/op regelstructuur Voorzetwanden bestaande uit een regelstructuur uitbekleed met gipskartonplaten. Onder deze gipskartonplaten wordt een houten plaatmateriaal (OSB) voorzien zodat er overal ophangingen mogelijk zijn. In ruimten met verhoogd vochtrisico (badkamers en keukens) worden betegelbare cementplaten als afwerking voorzien. Alles volledig volgens de voorschriften van de fabrikant. De voorzetwanden voldoen aan de voorschriften van TV 233 Lichte binnenwanden (WTCB), aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. De platen beantwoorden aan NBN EN A1 en zijn voorzien van een CE-markering. De platen bevatten geen radonhoudend fosforgips. Dikte voorzetwand: volgens keuze inschrijver, doch voldoende i.f.v. eisen op vlak van stabiliteit, akoestiek, isolatie, ophanging elementen, draagstructuur: keuze aannemer tussen: o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procedé A volgens STS 04.31) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; in de verticale profielen zijn de nodige openingen voorzien voor de doorgang van elektriciteitsleidingen) Opvatting draagstructuur: enkele draagstructuur afgestemd op de voorziene wanddikte Staanderafstand: max. 40cm Isolatiemateriaal: keuze aannemer Beplating: minimum een enkelvoudige gipskartonbeplating, bovenop een enkele OSB-beplating Afmetingen van de platen: plaatdikte: min. 12,5 mm breedte: keuze aannemer: 60 / 120 cm lengte: afgestemd op de wandhoogte Type platen (volgens NBN EN 520): keuze aannemer volgens gevraagde brandweerstand / akoestische eisen (zie aanvullende specificaties) Brandreactie platen: niet ontvlambaar, klasse A2-s1,d0 volgens NBN EN , overeenkomstig laatste wettelijke verplichtingen of brandweerverslag. Hoekbeschermingsprofielen: keuze aannemer, doch voldoende stevig voor zeer intensief gebruik van de ruimtes. Blz. 105

106 Stopprofielen: keuze aannemer doch voldoende stevig voor zeer intensief gebruik van de ruimtes. Voeg- en vulmiddelen overeenkomstig NBN EN Aanvullende specificaties Belastingsklasse (volgens TV 233): a (de wand kan zware objecten zoals wastafels en kleine rekken dragen). Akoestische verbetering Rw (C,Ctr) volgens NBN EN 717-1: minimum 34(-2,-6) db Binnenfolies: intelligente damprem, volgens keuze aannemer De voorzetwanden worden uitgevoerd conform TV 233 en de voorschriften van de fabrikant. De stijlen van akoestische voorzetwanden worden onafhankelijk van de achterliggende wand opgesteld, volgens de voorschriften van de fabrikant. De voorzetwanden worden uitgevoerd van vloerplaat tot vloerplaat De voorzetwanden worden geplaatst op de dekvloer De platen worden verticaal aangebracht en eindigen 10 mm boven de vloer. De voegen worden opgekit met een elastisch blijvende watervaste kit. Aansluitingen: op de vloer: d.m.v. plint zoals voorzien in hoofdstuk 53 tegen plafond: d.m.v. een gekitte voeg deuropeningen: d.m.v. deuromlijstingen Op alle buitenhoeken worden aangepaste hoekbeschermingsprofielen geplaatst. De schroefkoppen moeten in het kartonvlak liggen en niet te diep in de plaat dringen. Dimensionele toleranties volgens TV 233 tabel 28 en TV : klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F1 (te betegelen) voor badkamers en keukens / F2a (te schilderen-standaardopvoeging) voor de overige ruimtes. Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Brandwerende doorvoeren overeenkomstig TV , aangevuld met infofiches nr WTCB - Afdichting van doorvoeringen in brandwerende lichte scheidingswanden. Waar nodig worden versterkingen voorzien voor de ophanging van sanitaire toestellen, rekken, meubilair, keukeninrichting, De stabiliteit dient steeds gegarandeerd. Nutsleidingen: in te werken plafondafwerking algemeen plafondafwerking verlaagd plafond Levering en plaatsing van verlaagde plafonds, met inbegrip van het raamwerk, de ophanging, de voorgeschreven isolatiematerialen, de plaatmaterialen, de bevestigingsmiddelen en de afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad. Materialen De verlaagde plafonds beantwoorden beantwoorden aan TV Verlaagde plafonds (WTCB), NBN EN 13964, aangevuld met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. Blz. 106

107 De verlaagde plafonds worden d.m.v. een regelbare ophanging vlak geplaatst. De afmetingen en secties van de profielen, het aantal ophangingen en tussenafstand van de dragers worden bepaald in functie van het gewicht van de voorziene plaatbekleding, de vereiste overspanning en de maximale doorbuiging, die ten hoogtse 1/500 van de overspanning mag bedragen. De randprofielen van de opgehangen roostering worden na tussenvoeging van een soepele dichtingsband (type PE) minimum om de 600 mm aan de omgevende wanden bevestigd d.m.v. roestbestendige schroeven en pluggen. Om het uitknikken van vooral hoge profielen tegen te gaan, moeten de regels op gepaste tussenafstanden worden verbonden door een profiel of lat dwars over de regels te plaatsen en te bevestigen aan elke regel. De verlaagde plafonds worden geplaatst conform de voorschriften van de fabrikant en TV 232. Verlaagde plafonds moeten aangebracht worden in dezelfde atmosferische omstandigheden als zullen gelden bij het later in functie zijnde gebouw. Het aanbrengen van leidingen en muurbepleisteringen moet al beëindigd zijn. Het gebouw moet wind- en regendicht zijn. De montage van verlaagde plafonds gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant en volgens de aanduidingen op de plannen en/of detailtekeningen, of de aanwijzingen van de architect. De aannemer legt de plafondplans voor, rekening houdende met de uitvoering van de speciale technieken volgens de hem verstrekte gegevens. Het zichtvlak van het plafond bevindt zich op de hoogtes zoals aangegeven op de plannen en doorsneden. De plafonds worden vlak geplaatst, wat ook de oneffenheden mogen zijn van de bovenliggende constructie. De platen worden geplaatst in de grootst mogelijke fabricatielengte. De richting van de platen verloopt haaks op één van de muren. De zijkanten van het plafond worden afgewerkt zonder kantlijsten. Uitzettingsvoegen in het plafond moeten voorzien worden: ter hoogte van een in de ruwbouwconstructie aanwezige uitzettingsvoeg; in geval de draagconstructie aan verschillende ruwbouwstructuren wordt bevestigd; volgens de richtlijnen van de ontwerper wanneer de plafondlengte of -breedte groter is dan 15 m. Ter bevestiging van voorwerpen aan het verlaagde plafond moet rekening gehouden worden met de te verwachten belastingen: Voorwerpen met een gewicht tot 5 kg kunnen worden bevestigd d.m.v. holle wandpluggen; Voorwerpen met een gewicht tussen 5 en 15 kg, kunnen op een verstevigende hulpconstructie (bv. extra profiel, 18mm dikke multiplex, ) bevestigd worden; Voorwerpen zwaarder dan 15 kg (lusterarmaturen, ) moeten steeds aan de bovenliggende draagconstructie bevestigd worden. Inbouwverlichting: rekening houdend met de eisen inzake brandveiligheid en de eventuele voorziening van een dampscherm Ventilatiemonden: rekening houdend met de eisen inzake brandveiligheid en de eventuele voorziening van een dampscherm Keuring Dimensionele uitvoeringstoleranties toleranties en beoordeling van het uitzicht overeenkomstig TV en 4.3 Controle van de toleranties. Bescherming uitgevoerde werken overeenkomstig TV plafondafwerking verlaagd plafond/gipskartonplaten De platen beantwoorden aan NBN EN A1 en zijn voorzien van een CE-markering. De platen bevatten geen radonhoudend fosforgips. Blz. 107

108 Verlagingshoogte: volgens uitvoeringstekeningen. De vrije hoogte van alle ruimtes bedraagt min. 2,60m. De plafondvlakken dienen vlak uitgevoerd, er mogen geen plaatselijke verlagingen zijn. Doorbuigingsklasse volgens TV 232 tabel 7: klasse 1 (1/500 en max. 4 mm) regelwerk: keuze aannemer tussen: o hout (voldoet aan STS 04.1, is geschaafd aan de zijden waarop de beplating wordt aangebracht en is beschermd met een procédé A1 volgens STS 04.31; de secties zijn aangepast aan de te overbruggen afstanden en het gewicht van de bekleding) o metaal (voldoet aan NBN EN 14195, verzinkt ZN 275 en minimale wanddikte van profiel 0,6 mm; de secties en afmetingen zijn afgestemd op de te overbruggen afstanden en het gewicht van de bekleding) Regelafstand: maximaal 40 cm Isolatiemateriaal: keuze aannemer met gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt d maximaal 0,04 / W/m2K Beplating: enkel. Achter de gipskartonbeplating wordt een OSB-beplating voorzien i.f.v. ophangingen (vb. lichtarmaturen, ) Afmetingen van de platen: plaatdikte: min. 12,5 mm breedte: keuze aannemer 60 / 120 cm lengte: keuze aannemer Type platen (volgens NBN EN 520): keuze aannemer volgens gevraagde brandweerstand / akoestische eisen Plaatafwerking langskanten: keuze aannemer kopse kanten: keuze aannemer Hoekbeschermingsprofielen: aluminium Voeg- en vulmiddelen overeenkomstig NBN EN Aanvullende specificaties In ruimten met verhoogd vochtrisico worden aangepaste vochtbestendige gipskartonplaten voorzien, conform NBN EN 520. Deze platen worden voorzien voor de badkamer- en keukenplafonds In ruimten waar een verhoogde brandweerstand gevraagd wordt, worden gipskartonplaten type F voorzien, conform NBN EN 520. Brandweerstand plafondgeheel (volgens NBN EN ): volgens laatste wettelijke eisen of brandweerverslag. Een attest van een erkend Belgisch laboratorium moet afgeleverd worden. De uitvoering gebeurt volledig conform met de plaatsingsvoorwaarden vermeld in het testverslag. Eventuele plafondluiken dienen verzorgd, verdoken en onzichtbaar bevestigd in het vlak van de wand of het plafond te worden ingewerkt. Afwerking ervan in hetzelfde materiaal als het plafond. Vlotte bediening van deze luiken dient gegarandeerd. Aansluiting met omgevende wanden: uitbepleisterd en ingesneden. Op alle buitenhoeken worden hoekbeschermingsprofielen geplaatst. De schroefkoppen moeten in het kartonvlak liggen en niet te diep in de plaat dringen. Dimensionele toleranties volgens TV 232 tabel 28: klasse normaal Afwerkingsgraad volgens TV 233 tabel 30: F2a (te schilderen-standaardopvoeging) Er mogen geen onregelmatigheden (scherpe randen, groeven, bramen, ) zichtbaar blijven. Blz. 108

109 Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Nutsleidingen: coördinatie in te werken elektriciteitsleidingen volgens elektriciteitsplan uitbekleding buitenramen en -deuren algemeen Levering en plaatsing van de uitbekledingen voor de dagkanten van de raam- en deuropeningen, met inbegrip van stellatten, isolatiematerialen, plaatmaterialen en deklijsten, bevestigingsmiddelen en afwerking volgens de voorgeschreven afwerkingsgraad. Plaatstroken die in een eventueel voorziene profilering van het raam worden geschoven. De platen beschikken hiertoe over de gepaste dikte, of een op maat gefreesde aansluitingslip uitbekleding buitenramen en deuren MDF MDF-stroken: geprefabriceerde of op maat gemaakte elementen Type volgens NBN EN 622: MDF volumemassa (persing): min. 600 kg/m3 Verlijmingsklasse volgens NBN EN 314-2: verlijmingsklasse 2 (vochtige binnenomgeving) Formaldehydegehalte volgens NBN EN 717-2: klasse E1 Brandreactie volgens NBN EN : klasse D-S2,d0 Afmetingen van de platen: o Plaatdikte: min. 12 mm o Breedte: afgestemd op de wanddikte o Lengte: afgestemd op de raam- of deurhoogte Randafwerking: recht Plaatafwerking: schildersklaar Deklijsten: circa 60x15 mm, facet profiel Houtsoort: MDF Isolatiemateriaal: opgespoten met polyurethaan / opgevuld met minerale wol Houtbescherming: er wordt een beschermende grondlaag (tegen rot en insecten) vereist aan alle zijden. Deze grondlaag moet verenigbaar zijn met de eventuele latere verfafwerking. Afwerkingslagen: schilderwerken volgens artikel De MDF omlijstingen worden onrechtstreeks tegen de draagstructuur bevestigd d.m.v. stellatten. De kopse nagels worden ingedreven, waarna de nagelgaten worden opgestopt met kneedhout. Het kader komt kops gelijk met het afgewerkte vlak van de muur. De opening tussen de daglijsten en de muur wordt afgedekt met de deklijsten, waarvan de hoeken in verstek worden gezaagd. Er wordt op toegezien dat de lucht- en/of dampschermen niet worden doorboord. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Bij opendraaiende ramen moet rekening gehouden worden met de nodige ruimte voor de plaatsing van een gordijnrail of het binnenzonweringssysteem (post 54.89). Tevens dient een stevige ophanging van gordijnrails of de binnenzonweringssystemen gegarandeerd. Bevestigingen hiervan mogen de luchtdichtheid niet in het gedrang brengen. Blz. 109

110 53. BINNENVLOERAFWERKINGEN binnenvloerafwerkingen - algemeen Materialen De inschrijver is vrij om een bepaalde vloerafwerking voor te stellen. Echter, er zijn een aantal factoren waarmee rekening moet gehouden worden: - De kwaliteit van de gebruikte materialen dient afgestemd te zijn op een zeer intensief gebruik door de huurders (gezinnen, kinderen, rolstoelgebruikers, ). De mogelijke beschadigingen moeten minimaal blijven. De vloerafwerking is zeer slijtvast, krasvast, schimmelwerend,. - Een lange levensduur dient gegarandeerd. - Vervuiling mag zo min mogelijk zichtbaar zijn, de vloer is weinig vuilgevoelig. - Gezien de vloer zeer intensief zal gereinigd worden, moet hij uiterst onderhoudsvriendelijk zijn. Het onderhoud moet op een eenvoudige en milieuvriendelijke manier mogelijk zijn (zonder speciale toestellen en/of onderhoudsproducten). - Ondanks het feit dat de bungalows verhoogd worden voorzien, dient er dient rekening gehouden met een reëel overstromingsrisico (vochtbestendigheid, herstellingsmogelijkheden, ). - Er wordt een uniforme vloerbekleding voorzien over de volledige bungalow. In de badkamers wordt er een vloer met een aangepaste slipweerstand voorzien. In de keukens loopt de vloerbekleding door onder het keukenmeubilair. De aannemer legt voorafgaandelijk een kleurenkaart, verschillende stalen en eventueel gevraagde attesten, alsook een technische documentatie van alle voorbehandelingsproducten, hechtingsmaterialen, elastische kitten, e.d. ter goedkeuring voor aan de architect. De voorgelegde stalen moeten het gemiddelde uitzicht, kleur(en) en oppervlaktestaat van de uiteindelijke levering vertonen. De maatafstemming moet overeenstemmen met de modulatie van het plaatsingspatroon en de uitvoeringstechniek. Bij de voorlopige oplevering overhandigt de aannemer de onderhoudsvoorschriften voor de geplaatste binnenvloerafwerkingen aan de bouwheer. De vloerafwerkingen mogen slechts uitgevoerd worden in een winddicht gebouw en na voltooiing van de pleisterwerken. De aannemer controleert de toestand van de ondervloer (ponssterkte, vochtgehalte, vlakheid, horizontaliteit, laagdikte en pashoogte) en deelt zijn eventuele opmerkingen mee aan de architect. De vloerafwerkingen mogen slechts geplaatst worden als voldaan is aan de klimatologische voorwaarden i.f.v. de soort bekleding. Bij vloerverwarmingssystemen moet het door de fabrikant voorgeschreven opstartschema uitgevoerd worden vóór het plaatsen van de vloerafwerking. Er moet minstens één volledige opwarmings- en afkoelingscyclus doorlopen worden. De eventuele scheidingslijn tussen verschillende bevloeringsmaterialen in aaneengrenzende ruimten moet onder het deurblad voorzien worden. Tijdens het plaatsen van de vloerafwerking worden de lokalen beschermd tegen elke ongewenste betreding. De eventuele uitzettingsvoegen moeten over de volledige vloeropbouw doorgetrokken worden. De voeg wordt ter hoogte van de vloerafwerking gevuld met een elastische kit in dezelfde kleur als de overige voegen. Na plaatsing zorgt de aannemer ervoor dat de vloerbekledingen goed beschermd worden tegen bevuiling of beschadigingen tijdens de verdere bouwwerkzaamheden. Eventuele beschadigingen worden op kosten van Blz. 110

111 de aannemer hersteld. Voor de voorlopige oplevering worden de vloeren gereinigd met een volgens het vloertype aanbevolen procedé vloerbekleding - algemeen De werken omvatten: de voorafgaandelijke controle en voorbereiding van het draagvlak: het verwijderen van alle vuil, afval, vreemde stoffen, gips, vetten, enz.,... (ten laste van de algemene aanneming) het opvullen van eventuele holten met een aangepaste specie de levering en plaatsing van de vloerbekleding met inbegrip van de plaatsingsmortels of -lijmen; het aanwerken van de vloerbekleding tegen uitsparingen en doorvoeringen, de eventuele beëindigingen, inen uitwendige hoeken en ontmoetingen waarop bijzondere vormstukken worden toegepast; de voorziening van de nodige rand-, scheidings- en uitzetvoegen; het inwerken van alle speciale toebehoren; het opgieten en/of opvoegen van de vloer en het afkitten van de uitzettingsvoegen; het opkuisen en reinigen van de vloerbekleding, incl. het verwijderen van alle vlekken van legmortel, lijm of voegspecie. De plaatsing van de vloerbekleding gebeurt volledig volgens de voorschriften van de fabrikant. De verdeling per lokaal en het punt van waaruit de vloerbekleding moeten uitgelegd worden, zal bepaald worden in samenspraak met de architect. Smalle stroken moeten vermeden worden. Keuring toleranties De bevloering moet in alle richtingen horizontaal en volkomen vlak gelegd worden behalve als het anders aangeduid is op de plannen (badkamers) of verder in dit bestek. De afwijkingen van de afgewerkte niveaus t.o.v. de opgegeven referentieniveaus bedragen maximaal: Afstand d tussen een punt van de vloerbedekking en het dichtstbijzijnde referentiepeil (in m) Maximaal toegestane afwijking (in mm) 1 m < d 3 m 6 mm 3 m < d 6 m 8 mm 6 m < d 15 m 10 mm Indien er geopteerd wordt voor een tegelvloer, mag er tussen twee aan elkaar grenzende tegels een maximum hoogteverschil zijn van 1 mm (te verhogen met de tolerantie op de gebruikte tegel). De aannemer zal zorgen dat de visuele lijn van de tegelranden en de voegen gerespecteerd wordt, rekening houdend met de toleranties op de tegel. De tolerantie op de voorgeschreven voegbreedte bedraagt maximum 1 mm te verhogen met de dimensionele tolerantie op de gebruikte tegel. De voegen moeten continu zijn in alle punten. Een rij van 2 m, geplaatst met de 2 uiteinden op de boorden van 2 tegels van dezelfde lijn of rang, mag een lijningsverschil van maximaal 2 mm vertonen. Blz. 111

112 Op een rij van twee meter, tussen twee willekeurig gekozen punten van de bevloering, mag het hoogteverschil nergens groter zijn dan 3 mm. Het nazicht van de toleranties op de vlakheid gebeurt van op tenminste 20 cm afstand van de muren. Zij wordt gemeten met een rechte en stevige lat van 2 m lengte, op het uiteinde voorzien van slijtvaste zolen met afmetingen 50x50 mm en een dikte gelijk aan de toegelaten tolerantie van 3 mm. De lat mag de vloer nergens raken en een plaatje van 6 mm dikte mag niet onder de lat kunnen geplaatst worden. KLEUR - UITZICHT Een gelijkmatige voegtint wordt vereist in één en hetzelfde lokaal. De controle op de kleur en het uitzicht van de gekozen tegelvariëteit gebeurt visueel. Merkbare vlekvorming, achtergebleven cementsluiers of overige sporen worden niet aanvaard tegelvloeren keramisch Indien door de inschrijver een keramische tegelvloer wordt voorgesteld, gelden onderstaande uitvoeringsmodaliteiten. TV 237 Keramische binnenvloerbetegelingen is van toepassing. NBN EN Keramische tegels Definities, classificatie, eigenschappen en merken is van toepassing. De aannemer zal minimaal vijf stalen van tegels voorleggen, vergezeld van een technische fiche die volgens TV 237 ( ) opgesteld is. De karakteristieken van de hechtingsmaterialen beantwoorden aan hoofdstuk 3 van TV 237. Een technische documentatie van de tegellijm wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de architect. De samenstelling van de leg- en voegmaterialen, elastische kitten en de nodige rand-, scheidings- en uitzetvoegen wordt gekozen in functie van de plaatsingsomstandigheden en het soort tegel. De materialen voor de afwerkingsvoegen tussen de tegels beantwoorden aan 3.5 van TV 237. Zij moeten verenigbaar zijn met de aangewende legmortel of plaatsingslijm. Het zand van de voegspecie bevat geen kleurende stoffen en bevat geen klei en ijzerhoudende deeltjes. De producten voor uitzettingsvoegen voldoen aan 3.6 van TV 237. Vóór het aanbrengen van de kit moet men de voeg voorzien van een voegbodem of van een andere kunststof die de hechting van de kit aan de voegbodem verhindert. Het gebruik van een rubberbitumenkit is niet toegelaten. De plaatsing van de tegels zal gebeuren volgens de richtlijnen beschreven in hoofdstuk 6 van TV 237. De toleranties zoals opgenomen in tabel 9 van TV 237 zijn van toepassing. Voor de vlakheid van de tegels wordt echter een strengere tolerantie geëist: maximale afwijking van 0,5%. Keuring De keuring van de materialen en controle van de werken zullen gebeuren volgens hoofdstuk 7 van TV plinten algemeen Blz. 112

113 De inschrijver kan kiezen welk soort plinten hij voorstelt, deze dienen echter aan volgende eisen te voldoen: - De kwaliteit van de gebruikte materialen dient afgestemd te zijn op een zeer intensief gebruik door de huurders (gezinnen, kinderen, rolstoelgebruikers, ). De mogelijke beschadigingen moeten minimaal blijven. De plinten zijn zeer slijtvast, krasvast, schimmelwerend,. - Een lange levensduur dient gegarandeerd. - Gezien de vloer zeer intensief zal gereinigd worden, moeten ook de plinten uiterst onderhoudsvriendelijk zijn. Het onderhoud moet op een eenvoudige en milieuvriendelijke manier mogelijk zijn (zonder speciale toestellen en/of onderhoudsproducten). - Ondanks het feit dat de bungalows verhoogd worden voorzien, dient er dient rekening gehouden met een reëel overstromingsrisico (vochtbestendigheid, herstellingsmogelijkheden, ). - Er worden uniforme plinten voorzien over de volledige bungalow (behalve in de badkamers). - Op esthetisch vlak wordt de voorkeur gegeven aan plinten die in dezelfde kleur als de wanden kunnen voorzien worden plinten steen plinten steen/keramisch De plinten mogen verzaagd worden uit de tegels waarbij het bovenvlak van de plinten steeds gevormd wordt door een tegelzijde. : idem als keramische tegels vermeld in artikel Hoogte: ca. 70 mm Dikte: minimum 8 mm Lengte: overeenkomstig de modulaire afmetingen van de tegels Vorm: de zichtbare hoeken zijn recht / licht afgerond. Het plaatsen van de plinten gebeurt slechts na goedkeuring van de plintstalen door de architect en gebeurt volgens de bepalingen van 6.6. van TV 237 (WTCB). De plinten mogen slechts worden geplaatst na de voltooiing van de pleisterwerken, vloerafwerkingen en het binnen- en buitenschrijnwerk. De vloerder gebruikt een hechtmiddel naar keuze (cementmortel, lijmmortel, synthetische lijm, ), aangepast aan de tegel en de ondergrond en volgens de voorschriften van de fabrikant. De plinten worden perfect evenwijdig met de wand en loodrecht aansluitend tot net boven de vloer geplaatst. Plaatsingspatroon: de plintvoegen vallen steeds samen met deze van de vloertegels. De verticale tussenvoegen worden gevuld met een voegspecie, die verenigbaar is met de plaatsingsmortel. Bijzondere zorg moet worden besteed aan het vermijden van contactgeluidsbruggen. De plint mag geen contact met de vloer maken, bij het aandrukken in de gebruikte lijm/mortel mag de open voeg tussen vloer en muur niet worden gevuld met mortel. Uitstekende randstroken worden afgesneden, waarna de elastische voegen kunnen uitgevoerd worden. De randvoeg onderaan de plinten wordt uitgevoerd volgens hoofdstuk van TV 237. Het gebruik van rubberbitumenkit is niet toegelaten. De kleur van de kitten en de voegmortel is te kiezen door de ontwerper. Blz. 113

114 Alle uitzet- en scheidingsvoegen zijn inbegrepen en uit te voeren volgens de richtlijnen van hoofdstuk 7 van TV 237. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De hoeken worden in verstek uitgevoerd. Keuring Hoogteverschillen tussen plintstukken, die visueel storend zijn én groter dan 1,5 mm worden afgekeurd plinten - hout plinten hout/mdf Soort: groene MDF type H volgens NBN EN 622-5, met verhoogde vochtwerendheid en verhoogde densiteit (min. 700 kg/m3. Ook uiterst geschikt om af te lakken. Er wordt een attest voorgelegd. Netto afmetingen: minimum 12x68 mm. Vorm: de zichtbare hoeken zijn recht. Bevestiging: geschroefd met vijzen uit roestvast staal. Er worden gaten voorgeboord en kunststofpluggen voorzien. De afstand tussen de vijzen wordt evenwichtig verdeeld en mag niet groter zijn dan 60 cm. Houtbescherming: voor plaatsing wordt op alle vlakken de eerste laag van procedé C2 volgens STS aangebracht. Afwerking: alzijdig afgelakt (min. 3 lagen, watergedragen lakverf) in de kleur van de achterliggende wand. Aanvullende specificaties Het hout heeft een FSC- of PEFC-label en de leverancier is respectievelijk FSC of PEFC CoC-gecertificeerd. Voor het plaatsen van de plinten gelden de bepalingen van van TV 218. De hoeken worden steeds in verstek uitgevoerd. In de lengte worden de plinten verbonden met een schuine las. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De koppen van de vijzen worden verzonken en afgewerkt met kunsthout. De aansluitingsvoegen onderaan en bovenaan de plinten worden afgedicht met een elastische kit op basis van siliconen, kleur overeenkomstig de plint toebehoren - algemeen toebehoren - vloermatkaders Omschrijnving Achter de inkomdeuren van de bungalows is er telkens een ingewerkte vloermat in vloermatkader te voorzien. Blz. 114

115 Het vloermatkader is samengesteld uit L-profielen bestemd om ingewerkt te worden in de bevloering. De horizontale flens op de draagvloer is maximum 1 mm dik en is voorzien van openingen om de hechting van de bevloering in het kader met de draagvloer mogelijk te maken. De hoogte is aangepast aan de vloermat. Het beeldvlak is +/- 4 mm breed. : aluminium Profieldikte: minimum 1 mm. Afwerking: geborsteld Afmetingen: minimum 100x60 cm, de afmetingen van het vloermatkader worden afgestemd op de breedte van de inkomdeuren van de bungalows, het legpatroon van de vloerafwerking. De inlegdiepte wordt afgestemd op het vereiste afwerkingspeil van de vloermat. De vloermatkaders worden netjes gepositioneerd in het legpatroon van de bevloering. De bovenzijde van het kader wordt aangebracht in het beeldvlak van de bevloering of vloerbekleding. Het kader wordt op hoogte gesteld en verankerd in de draagvloer. Bij tegelbevloering worden de kaders op een normale voegafstand van de tegels gelegd. Alle mortel of lijmresten worden onmiddellijk verwijderd toebehoren - vloermatten De vloermatten met schoonloopfunctie worden samengesteld en/of op maat vervaardigd uit rubberstrips versterkt en bedekt met nylonvezels gescheiden door harde hoge weerstand PVC-profielen. Het geheel wordt samengehouden door zwaar verzinkte staaldraden. De uiteinden van deze staaldraden liggen verzonken in een hol profiel aan beide uiteinden. Totale dikte circa 18 mm. Kleur: donker en aangepast aan de vloerbekleding. Vooraf wordt een technische documentatie ter goedkeuring aan de architect voorgelegd. Afmetingen: minimum 100x60 cm, de afmetingen van de vloermat worden afgestemd op de breedte van de inkomdeuren van de bungalows, het legpatroon van de vloerafwerking. Ze bezitten aan elke zijde een speling van 2 mm t.o.v. het voorziene vloermatkader. De vloermatten worden, vóór de voorlopige oplevering en na het reinigen van het gebouw, in de vloermatkaders geplaatst (los gelegd). Het peil van de mat ligt gelijk met de omringende bevloering. Blz. 115

116 54. BINNENDEUREN en -RAMEN deurkozijnen - algemeen Levering en plaatsing van de deurkozijnen, met inbegrip van de afdeklijsten, hang- en sluitwerk en de eventuele bovenpanelen of daglichten. Materialen De materialen beantwoorden aan STS en zijn afgestemd op de aard en het gewicht van de voorziene deurbladen, de ophangelementen en sluitfuncties. Alle opengaande vleugels worden opgevat met een enkele aanslag, behalve bij opdekdeuren. De uitvoering beantwoordt aan de bepalingen van STS en de richtlijnen van de fabrikant van voorgevormde deurkozijnen en het voorziene hang- en sluitwerk. De deurkozijnen worden haaks gesteld en op niveau gebracht van de voorziene vloerafwerking en/of deurdorpels. De schrijnwerker pleegt hierover overleg met de vloerder. De verankeringen aan de wanden worden zo dicht mogelijk bij de ophangings- of draaiorganen van de deurvleugel(s) en de eventuele deursluiter(s) gerealiseerd. De bevestiging aan de ruwbouw gebeurt met minstens 6 bevestigingsmiddelen per enkele deurnis, geen rekening houdend met de extra bevestiging voor een eventuele deursluiter. Een bijkomende middenbevestiging aan het linteel is verplicht voor elke dwarsregel langer dan 100 cm. Dubbele deuren worden bovenaan op minstens drie plaatsen bevestigd deurkozijnen - hout Materialen Houten deurkozijnen kunnen op maat worden vervaardigd in de werkplaats van de schrijnwerker of uit geprefabriceerde elementen bestaan: twee muurstijlen met verstekeinden, een eventuele tussenstijl uitgevoerd als hang- of sluitstijl en een bovendorpel met verstekeinden. Houten plaatmaterialen: beantwoorden aan STS beschikken over een CE-markering en dragen het FSC- of PEFC-label. De leverancier moet FSC of PEFC CoC gecertificeerd zijn. formaldehydegehalte: klasse E1 volgens NBN EN 717-2/AC. Platen in vochtige binnenomgevingen zijn steeds van het type 2 (vochtige binnenomgeving). Zichtbaar blijvend hout is van schrijnwerkkwaliteit volgens STS en NBN EN 942. Het wordt geïmpregneerd met een B-procedé (volgens STS ) of procedé C1 (volgens STS ) met een ATG (of gelijkwaardig) of het heeft een natuurlijke duurzaamheid van klasse III of hoger. Elke levering van behandeld hout is vergezeld van een behandelingsattest, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de firma die de behandeling heeft uitgevoerd en waaruit blijkt dat het aangewende product gehomologeerd is en dat gewerkt werd volgens een goedgekeurd procedé. Alle aangewende bevestigingsmiddelen moeten roestbestendig zijn. Het hout van het deurkozijn komt niet rechtstreeks in contact met de binnenwand. Het opspieën tussen de muur/latei en de dagstukken gebeurt met stukken massief hout of multiplex. De binnenkast wordt met ingefreesde schroeven stevig gemonteerd. Montageschuim mag worden gebruikt als versteviging ter hoogte van de hoeken, maar het wordt niet toegestaan om de deurkozijnen enkel en alleen vast te zetten met behulp van montageschuim. Blz. 116

117 De diepte van de aanslag stemt overeen met de dikte van de deurvleugel verhoogd met 2-3 mm. De aanslagbreedte bedraagt min. 10 mm (deurbladen < 40 mm) en 15 mm (deurbladen >40 mm). De deurkozijnen worden voorzien van de nodige ophangingselementen en schootgaten voorzien van een metalen sluitplaat aangepast aan de kenmerken en positionering van de sloten. Het profiel van de deklijsten is aangepast aan de plaatsing van de ophangingsorganen van de deurvleugels. De binnenrand moet perfect gelijk aansluiten op het kozijn. De deklijsten worden in verstek gezaagd en d.m.v. (schiet)nagels onzichtbaar bevestigd. De kopzijde van de binnenkast wordt licht afgeschuind waardoor zij zodanig geplaatst kunnen worden dat enkel de buitenste randen in contact komen met het pleisterwerk. De dagstukken voor deuren met deklijsten zijn hiertoe 2 à 3 mm breder dan de afgewerkte muurdikte. De deklijsten houden een afstand van 1-2 mm van de vloerafwerking, waarbij de voegen na het schilderwerk met een elastische kit verzorgd en fijn afgelijnd worden afgedicht. De paumellen worden ingewerkt, uitgelijnd en met minimum minimum 3 schroeven per scharnierflank vastgezet. Ingefreesde schroefkoppen worden voorzien van houten stoppen en/of opgevuld met kneedbaar hout. Nagels worden ingedreven, en met de schietnagelgaatjes opgevuld en uitgeplamuurd met een zuivere lijnoliestopverf. Het geheel wordt opgeschuurd en schilderklaar afgewerkt deurkozijnen hout/mdf Deurkozijnen vervaardigd uit MDF en deklijsten uit MDF Kwaliteit: groene MDF type H volgens NBN EN 622-5, densiteit kg/m3, dikte 18 mm. Profilering dagstukken: met ingewerkte aanslaglat uit MDF, circa 5 mm ingevat in de binnenkast. Profiel deklijsten: afmetingen ca. 12x70 mm, buiten- en binnenrand facet Deurafmetingen Deurbreedte(s): 930 mm (volgens aanduidingen op plan) Deurhoogte: 2115 mm Wanddikte(n): nog door uitvoerder vast te leggen Afwerking: geschikt om te worden voorzien van de schilderafwerking volgens art Aanvullende specificaties De deurkozijnen zijn voorzien van een voorgemonteerd geluidsdempend dichtingssnoer deurbladen - algemeen Levering en afhangen van de deurbladen, met inbegrip van de deurvleugels, sloten en sleutels, krukken en rozetten, roosters, toebehoren,. Materialen De deurbladen laten toe de nodige uitsparingen te voorzien voor een stevige bevestiging van ophangings-, bedienings- en sluitingsorganen. De slotkant is gemerkt. Bij deuren voorzien van een deursluiter worden de bovenregels hiertoe verzwaard. Enkelvoudige draaideuren tot 2115 mm hoogte worden opgehangen met minimum 3 paumellen voor deurbladen tot 880 mm breedte en minimum 4 paumellen voor deurbladen > 880 mm breedte. Blz. 117

118 Volgende fabricagegebreken hebben afkeuring tot gevolg: delaminatie of open voegen tussen de lagen of tussen twee stroken fineer van eenzelfde laag, overlappende lagen, uitgevoerde reparaties, blazen, ruw oppervlak, lijmpenetratie. De montage van de deurvleugels en hun toebehoren gebeurt volgens STS 53.1, de voorschriften van de fabrikant en aanwijzingen op de plannen en detailtekeningen. Voor het in fabricatie geven van de deuren legt de aannemer de nodige details ter goedkeuring voor aan de architect en het Bestuur. De paumellen worden verdiept aangebracht en vastgezet met minstens 3 bijpassende schroeven in roestvast staal. De schootgaten zijn aangepast aan de afmetingen en de kenmerken van de sloten. De bevestiging van de krukken en rozetten is onzichtbaar deurbladen - hout met holle kern deurbladen - hout met holle kern/celrooster Standaard leverbare vlakke deurbladen voor normaal gebruik. Ze zijn samengesteld uit een grenen kader met daartussen een celvormige roosterstructuur bestaande uit inerte en stijve materialen (karton, hardboard of kunststof), gevat tussen bekledingsplaten uit oil-tempered hardboard, dikte min. 3 mm, densiteit > 750 kg/m3. Type: stompe of sponningdeur (recht) Afwerking: geschikt om te worden voorzien van de schilderafwerking volgens art Afmetingen: breedtes volgens aanduidingen op plan dikte: 40 ( 2 mm) hoogte: 2115 mm Aanvullende specificaties Deurspaties onderzijde: 10 mm of conform ventilatiedebiet EPB volgens NBN D schuif- en vouwdeuren algemeen schuif- en vouwdeuren - schuifsystemen schuif- en vouwdeuren schuifsystemen/voorbouw Voorbouw schuifdeuren samengesteld uit schuifgeleiders waaraan één of meerdere deurbladen worden gehangen die zijdelings voor de wand schuiven. Het systeem omvat de geleidingsrails, loopwagens, bladen, handgrepen en uitbekleding van bovengeleiders en deurstijlen. Inbegrepen het afstellen tot een volledig afgewerkt en vlot werkend geheel. De vouw- en schuifdeursystemen beanwtoorden aan NBN EN Hang- en sluitwerk - Beslag voor schuifen vouwdeuren - Eisen en beproevingsmethoden. Alle metalen onderdelen en bevestigingsmiddelen zijn roestbestendig. Blz. 118

119 De aannemer legt een volledige technische documentatie ter goedkeuring voor aan de architect / het Bestuur. Schuifmechanisme: model in functie van het type en gewicht van de schuifbladen Railgeleiders: geplooid gegalvaniseerd of roestvast staal, met lengte van 2x de deuropening Loopwagens: behuizing uit aluminium, gegalvaniseerd of roestvast staal, met afregelbare ophanghoogte, de regeling moet op eenvoudige wijze bereikbaar blijven. Rolgeleiders: dubbele gelagerde wieltjes uit slijtvast kunststof met geruisloze werking. Vloergeleiding: deurblad onderaan voorzien van ingewerkt aluminium geleidingsprofiel, met op op de vloer een oordeelkundig bevestigde geleider in slijtvaste kunststof en een deurstop. Deurbladen: zelfde materiaal en afwerking als de gewone binnendeuren volgens artikel De uitsparingen zijn aangepast aan het schuifbeslag en verzonken handgrepen. Handgrepen: verzonken grepen uit aluminium (geanodiseerd).de bladen zijn hiertoe voorzien van een uitgefreesde greephouder. Akoestische dempingsrubbers voorzien. Sloten: niet voorzien Afmetingen bladen: de schuifbladen worden ca. 50 mm breder genomen dan de opening dikte: 40 ( 2 mm) hoogte: kamerhoogte breedte: overeenkomstig doorgang De uitbekleding van de bovenkast wordt op esthetische wijze geïntegreerd met de afwerking van het kozijn met een opliggende stoplijst waar het deurblad tegenaan schuift bij sluiting. Volgens de montagevoorschriften van de systeemleverancier tot een afgewerkt geheel. Toepassing Schuifdeuren naar nachtgedeelte bungalow. Deze schuifdeuren schuiven tussen een ontdubbelde wand hang- en sluitwerk - algemeen Levering en montage van alle hang- en sluitwerk. Alle noodzakelijke toebehoren voor de ophanging, het openen en sluiten en afwerking van de binnenschrijnwerkelementen zijn inbegrepen. Ook als de expliciete beschrijving zou ontbreken in het bestek. Materialen Het hang- en sluitwerk beantwoordt aan de bepalingen van STS 53.1 Alle hang- en sluitwerk en hun bevestigingsmiddelen zijn roestbestendig, conform de eisen van NBN EN Hang- en sluitwerk - Bestandheid tegen corrosie - Eisen en beproevingsmethoden. Alle deurbeslag is zoveel mogelijk van gelijke vormgeving en kleur. Types en modellen worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. Volgens de montagevoorschriften van de fabrikant. Blz. 119

120 hang- en sluitwerk - scharnieren en paumellen hang- en sluitwerk scharnieren en paumellen/roestvast staal Alle opendraaiende deurvleugels worden voorzien van minimaal drie paumellen. Samen voldoen zij in functie van het gewicht van de deurvleugels aan de eisen van NBN EN 947 Scharnierende of draaideuren - Bepaling van de weerstand tegen verticale belasting. Iedere scharnierflank wordt bevestigd met minimum 3 schroeven. : roestvast staal 18/8 volgens DIN of AISI 304 Afwerking: geborsteld Type (conform NBN EN 947): kogelpaumellen, aangepaste knoopdiameter, met nylonring en stift in RVS (min. 8mm) hang- en sluitwerk - deursloten hang- en sluitwerk deursloten/klaviersloten Klaviersloten volgens NBN EN Hang- en sluitwerk - Sloten en grendels - Mechanisch bediende sloten, grendels en sluitplaten - Eisen en beproevingsmethoden Sluiting: dag- en nachtschoot uit vernikkeld messing of RVS Behuizing: universele insteekslotkast DM 50 uit gegalvaniseerd, en gelakt of gemoffeld staal, met afgeronde voorplaat uit RVS, dikte minimum 2 mm, Sluitplaat: roestvast staal Sleutels: geleverd met 2 sleutels per slotkast aan sleutelhanger met lokaalaanduiding. Aanvullende specificaties Deuren van badkamer en toilet worden voorzien van draaiknop vrij/bezet stand. De sluiting gebeurt met een gewone kruk (zoals de andere binnendeuren). De buitenrozet is voorzien van een rood-wit aanduiding en een noodontsluiting hang- en sluitwerk - deurkrukken hang- en sluitwerk deurkrukken/aluminium De deurkrukken beantwoorden aan de duurzaamheidseisen van NBN EN Hang- en sluitwerk - Deurklinken en -knoppen - Eisen en beproevingsmethoden. Een doorgaande stift verbindt de twee krukhelften. Na montage van de krukken en rozetten op de deur ontstaat een stevige draaibare lagering. : geëxtrudeerd alumnium volgens EN AW-6060 of EN AW-6063 Vorm: U -vormig met rond profiel, sectie circa 18 mm Blz. 120

121 Afwerking: geanodiseerd Krukstift: aangepast aan de slotkast, dikte van het deurblad en de rozetten Rozetten, afdekplaat: afzonderlijke krukrozetten met onzichtbare bevestiging Sleutelplaatjes: afzonderlijk met onzichtbare bevestiging Aanvullende specificaties Sanitaire deuren zijn voorzien van een vrij - bezet garnituur in combinatie met de dagschoot, zelfde materiaal als de deurkrukken, vrij en bezet sloten. Montage volgens de voorschriften van de fabrikant. Opstelhoogte: standaard 105 cm toebehoren - algemeen toebehoren - deurstoppen Overal waar het deurblad schade kan berokken aan muren of meubilair door te ver over te draaien wordt een deurstop op de vloer voorzien. Deurstoppen met een verdoken bevestiging. Model voor te leggen aan het Bestuur. Type: vloerbuffer : RVS-basis met ingewerkte stootbuffer Kleur rubber: kleurkeuze uit standaardgamma van de fabrikant De deurstoppen worden zo aangebracht dat zij kunnen weerstaan aan de normale belastingen uitgeoefend door de deurvleugels en geen hinder vormen voor het gebruik van de lokalen. Montage volgens voorschriften van de fabrikant met roestvaste bevestigingsmiddelen. Bij vastzetting in de vloer of wand moet erover gewaakt worden dat geen ingewerkte leidingen geraakt worden toebehoren - muggenramen Op alle slaapkamer- en badkamerramen worden aan de buitenzijde muggenramen voorzien. Muggenramen, afmetingen afgestemd op de achterliggende ramen. Een stevige bevestiging wordt gegarandeerd, doch het uitnemen voor onderhoud door personeel van het Domein is vlot mogelijk. Blz. 121

122 toebehoren - verduisteringsgordijnen In alle slaapkamers worden vlot bedienbare verduisteringsgordijnen voorzien. Verduisterend rolgordijn met geleiders aan weerszijden waardoor het licht niet langs de zijkanten naar binnen kan. De ondergrond garandeert een stevige bevestiging. Verschillende stalen en modellen voor te leggen aan het Bestuur toebehoren - binnenzonwering De ramen van de leefruimtes worden voorzien van een binnenzonweringssysteem Rolgordijnen, welke het zonlicht zo goed mogelijk tegenhouden, doch de ruimte niet volledig verduisteren en toch nog enig doorzicht toelaten. Een stevige bevestiging en een vlotte bediening worden gegarandeerd. Verschillende stalen en modellen voor te leggen aan het Bestuur. Blz. 122

123 56. VAST BINNENMEUBILAIR vast binnenmeubilair - algemeen Alle leveringen en werken voor de realisatie van het te voorziene vast meubilair en/of andere vaste uitrustingselementen, tot een afgewerkt geheel. De werken omvatten: de controle m.b.t. technische aansluitpunten (water, gas, elektriciteit), de opmeting van de juiste afmetingen en eventuele aanpassing van de elementen aan de werkelijke afmetingen; de voorbereiding, het uitwerken van uitvoeringdetails volgens de aanwijzingen op de detailplannen en volgens bestek; de prefabricatie in de werkplaats van de nodige meubelmodules en uitrustingselementen; de opstelling, montage, bevestiging en afregeling van alle elementen en hun toebehoren, de aansluiting van voorziene toestellen en kranen. het opkitten van de aansluitvoegen tussen de schrijnwerkelementen, wanden en plafonds; het verwijderen van alle afval, het ontdoen van klevers, bescherming van de werken, en reiniging voor de voorlopige oplevering,... Materialen De prestaties, veiligheidseisen en beproevingswijzen, waaraan inbouwkasten, tabletten en werkbladen moeten voldoen, stemmen overeen met NBN EN Woon- en keukenmeubelen Opslageenheden en werkbladen Veiligheidseisen en beproevingsmethoden. Zichtbaar blijvende zijwanden worden afgewerkt zoals de kastfronten. Houten plaatmaterialen beantwoorden aan STS Zij beschikken over een CE-markering en dragen het FSC- of PEFC-label en de leverancier is FSC of PEFC CoC gecertificeerd. Formaldehydegehalte: klasse E1 volgens NBN EN 717-2/AC. Platen in vochtige binnenomgevingen zijn steeds van het type 2 (vochtige binnenomgeving). Timmerhout voor afkastingen voldoet aan STS Het hout moet droog en maatvast zijn bij de plaatsing. Zichtbaar blijvend hout is van schrijnwerkkwaliteit volgens STS en wordt geïmpregneerd met een B- procedé (volgens STS ) of procedé C1 (volgens STS ) met een doorlopende technische goedkeuring, hetzij heeft een natuurlijke duurzaamheid van klasse III of hoger. Het hout moet droog en maatvast zijn bij de plaatsing. Metalen componenten van het vast meubilair en de inrichting zijn roestbestendig en beantwoorden aan de voorschriften van STS 36 (deel II, 06.74). Schroefkoppen zijn enkel toegestaan binnen de kastelementen, zij worden ingefreesd en voorzien van kunststof afdekkapjes in de kleur van het corpus. Nagels worden ingedreven en opgestopt met zuivere lijnoliestopverf of kneedbaar hout. De nodige documentatie, stalen van plaatmaterialen, beslag en toebehoren worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. Wanneer twijfel bestaat omtrent de juiste keuzes, wordt vooraf het advies van de architect ingewonnen. Aanvullende specificaties Er wordt gekozen voor uiterst degelijke, duurzame, schuur- en slijtvaste, materialen. Het geheel kan op een eenvoudige manier en met normale, milieuvriendelijke onderhoudsproducten gereinigd en onderhouden worden. Bovendien dient de stabiliteit van het geheel gegarandeerd, alle bevestigingen, verbindingen, ophangingen, zijn uitermate stevig en alles geschiedt volgens de voorschriften van de fabrikant. De materialen zijn aangepast aan het doelpubliek van de vakantiewoningen (jongeren, gezinnen, ouderen, ). Blz. 123

124 Naast hygiënisch, praktisch, proper en verzorgd hebben de keukens en badkamers bovendien een neutraal doch aangenaam uitzicht. Stalen, uitslagtekeningen, dienen voorafgaandelijk aan het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd en besproken worden. Met de eigenlijke plaatsing van vast binnenmeubilair mag pas worden begonnen op het ogenblik dat de ontwerper en de aannemer, na gezamenlijk overleg, oordelen dat de plaatsingsvoorwaarden gunstig zijn, d.w.z. in een droog en gesloten gebouw, met een temperatuur begrepen tussen 15 en 25 C en een relatieve vochtigheid tussen 40 en 70 % R.V. Het inbouwmeubilair mag in geen geval geplaatst worden indien de omstandigheden van die aard zijn dat zij onomkeerbare effecten (opzwellen, kromtrekken of krimpen van het schrijnwerk) tot gevolg kunnen hebben. De kastelementen sluiten verzorgd aan op de constructies, er wordt hierbij rekening gehouden met de uitbekleding van leidingkokers die eventueel moeten worden geïntegreerd en afgewerkt. De aansluitingsvoegen t.o.v. wandafwerking en kastelementen, alsook de voegen tussen sokkel en bevloering worden opgespoten met een elastische kit op basis van niet zuurhoudend, schimmelwerende sanitaire siliconen. Ze polymeriseren volledig, zijn krimpvrij en bestand tegen reinigings- en oplosmiddelen. Kleur: te bepalen door de ontwerper. Keuring Randaansluitingen van het inbouwmeubilair of plaatafwerkingen met omgevende bouwdelen vormen een afgelijnd en zuiver afgewerkt geheel. Kastfronten worden recht afgehangen, met regelmatige tussenvoegen. Alle ophang- en sluitingsmechanismen functioneren zonder haperen. De oppervlakteafwerking van plaatafwerkingen, tabletten, werkbladen, deur- en schuiffronten vertonen geen beschadigingen. Toepassing Keukenmeubilair, badkamermeubilair, vestiairekasten,. Blz. 124

125 keukenmeubelen - algemeen keuken type A (niet aangepast aan mindervaliden) keuken type B (aangepast aan mindervaliden) Blz. 125

126 keukenkasten met fronten uit gestratifieerde platen en corpus uit gemelamineerde platen De aannemer legt vooraf de materialen en werktekeningen ter goedkeuring voor aan de leidende ambtenaar. De maten van de kasten zijn afgestemd op deze van NBN EN De technische prestaties, veiligheidseisen en beproevingswijzen van de kasten voldoen aan EN De bekleding van de kastfronten en de zichtbaar blijvende wanden bestaat uit hogedruk laminaatplaten beantwoordend aan NBN EN De frontpanelen worden steeds op beide zijden voorzien van platen met gelijke dikte. De aannemer waarborgt de vlakheid en de hechting van de bekledingsplaten. Het gebruik van watervaste lijm is verplichtend. Corpus Het corpus van de kast is samengesteld uit fijngeschuurde houtspaanplaten beantwoordend aan NBN EN en Densiteit van de houtspaanplaten: minstens 650 kg / m³ -Formaldehydeklasse 1. -De plaatdikte bedraagt minstens 18 mm. De rug wordt uitgevoerd in hardgeperste houtvezelpanelen, volumemassa minstens 1000 kg/m³, plaatdikte minstens 5 mm, kleur wit gelakt. Blz. 126

127 Het corpus van de kast is voorzien van alle aanslag- en oplegprofielen nodig voor de bevestiging van werkbladen / gootstenen / fronten. De platen van het corpus worden vergaard zodat de volledige kastconstructie onvervormbaar is. Hiertoe worden hetzij verlijmde pen- en gatverbindingen, hetzij mechanische verbindingen gebruikt. In het geval van verlijming is de lijm water- en slagvast. De corpusplaten zijn gemelamineerd in witte kleur, bestaande uit een celluloselaag van minstens 110 g per m², beharst met melamine. De voorranden van de platen zijn voorzien van een kunsstoffolie. De kleur ervan is te bepalen door de ontwerper. Fronten en zichtbaar blijvende wanden De fronten en zichtbaar blijvende wanden worden verwaardigd uit identieke platen als het corpus. De bekleding van de frontpanelen bestaat uit minstens een hogedruklaminaatplaat van de klasse HPL-EN 438 VGS of S 232, minimum dikte: 0,8 mm. De kleur van de hogedruk laminaatplaat is: wit. De randen van de platen zijn voorzien van een acryllijst van minstens 2mm dik. De kleur ervan is te bepalen door de ontwerper. De scharnieren bij draai- en klapdeuren zijn van het inpot-type uit vernikkeld staal of hard metaal en zijn voorzien van veren. De openingshoek is minstens 90 graden. Schuifladen en geleiders De schuifladen, de pottenwagens enz..., worden vervaardigd uit houtspaanplaten, 16 mm dik, bekleed met melamine van dezelfde kwaliteit als deze van het kastcorpus. De zichtbare bovenranden worden afgewerkt met een kunststofstrook of met een PVC-bekleding. De bodem van de lade wordt gelijmd in de daartoe voorziene groeven en bestaat uit een hardgeperste houtvezelplaat zoals de rug van het kastcorpus. De laden worden voorzien van telescopische geleiders : type onder- of zijbouwgeleider met viervoudige rol of kogellagers. Het geheel is compleet uitschuifbaar, geruisloos werkend en vervaardigd uit gegalvaniseerd en gelakt staal of vernikkeld staal. De sterkte van de looprails is aangepast aan de afmetingen van de laden en bestand tegen een last van 5N per dm³ nuttig volume. De looprails zijn regelbaar. Legplanken en hun oplegging De legplanken zijn vervaardigd uit houtspaanplaten identiek als deze van het corpus. De legplanken zijn gemelamineerd in witte kleur, bestaande uit een celluloselaag van minstens 130 g per m², beharst met melamine. De zichtbare voorkant wordt afgewerkt met een kunststoffolie. De legplanken zijn in de hoogte verstelbaar. Legplanken worden met klemmen vastgezet, zodanig dat ze niet verschuiven, kantelen of loskomen bij gebruik. Handgrepen en trekkers De kastdeuren zijn voorzien van trekkers in roestvrij staal. Verschillende modellen ter goedkeuring voor te leggen tijdens uitvoering. Plafondaansluiting De hangkast wordt afgewerk tot aan het afgewerkte plafond met houtspaanplaten van dezelfde kwaliteit en afwerking als de kastfronten. Muuraansluiting De muuraansluitingen zijn uit houtspaanplaten van dezelfde kwaliteit en afwerking als de kastfronten. De kastelementen worden horizontaal gesteld en onderling aan elkaar verbonden met bouten voorzien van kunststofdop. De kasten sluiten volledig aan tegen de aangrenzende constructies. De zichtbaar blijvende wanden van niet ingebouwde kasten worden afgewerkt zoals het front van de kasten. Na voltooiing worden de kasten gereinigd en ontdaan van klevers. Blz. 127

128 De onderkasten worden voorzien van verstelbare poten waarvoor een plint (zelfde materiaal als de frontpanelen van de keuken) wordt geplaatst. De voegen tussen de plint en de bevloering worden opgespoten met neutrale sanitaire siliconen werkbladen bekleed met gestratifieerde platen De aannemer legt de nodige werktekeningen en verschillende stalen ter goedkeuring voor aan het Bestuur. De technische prestaties, veiligheidseisen en beproevingswijzen waaraan de werkbladen moeten voldoen zijn deze voorzien in de norm NBN EN Het werkblad bestaat uit een 28 mm dikke kern van fijngeschuurde houtspaanplaat beantwoordend aan NBN EN en 312-5, densiteit minstens 650 kg per m³, formaldehydeklasse 1. Het werkblad wordt op de bovenzijde bekleed met een hogedruk-laminaatplaat beantwoordend aan NBN EN van de klasse HPL-EN 438 HGS, Type S (Standaard) met een slijtvastheid 3, een schokweerstand 3 ( 20N), een krasweerstand 3 ( 2N) en een minimum dikte van 0,8 mm. De voorrand en de zichtbare zijranden van het werkblad zijn voorzien van een acryl-lijst van minstens 3mm dik. De kleur ervan is te bepalen door de ontwerper. De aansluiting tegen de achterwand is recht. De zichtbare zijranden worden eveneens beplakt met hoge druk laminaatplaat zoals het beeldvlak van het werkvlak. Uitzicht : éénkleurig met lichtgestructureerd oppervlak, kleurkeuze te bepalen door het Bestuur uit het volledige kleurgamma van de fabrikant. Aan de onderzijde van het werkblad wordt minstens een hogedruklaminaatplaat HPL-EN 438 HGS gelijmd met gelijke dikte als deze voorzien op de bovenzijde. De werkbladen worden op een stabiele wijze en horizontaal geplaatst. De aansluitingsvoegen tegen de muren worden gedicht met een elastische kit op basis van niet zure, schimmelwerende siliconen (kleur te bepalen door de ontwerper). De werkbladen worden ontdaan van alle klevers en volledig gereinigd. De verlijming van de gestratifieerde platen gebeurt met watervaste lijm volgens de richtlijnen van de fabrikant. De voegen tussen de platen worden gedicht met schimmelwerende kit. Het werkblad wordt op een onzichtbare wijze bevestigd op een onderkast, waarvan de levering en de plaatsing het voorwerp uitmaken van een afzonderlijk artikel. In het werkblad wordt een opening gezaagd met afgeronde hoeken voor het inwerken van de inbouwgootsteen / inbouwkookplaat keukentoestellen algemeen dampkappen Zie punt koelkasten met vriesvak Ingebouwde koelkast met vriesvak. Blz. 128

129 Volume koelkast min. 173l Volume vriezer min. 14l Energie-efficiëncyklasse: A++ Max. jaarlijks energieverbruik: 175kWh/jaar Geluidsniveau: 36dB (A) Spanning: V Led-lamp die nooit vervangen hoeft te worden. Bewaarperiode bij stroomstoring: 10u Incl. alle inrichtingselementen Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Montage, aansluiting, volgens voorschriften fabrikant. Toepassing Alle kitchenettes inductiekookplaten Inductiekookplaten met verschillende inductiezones. Breedte min. 58cm Min. 4 warmtezones met boosterfunctie Aansluitvermogen: 7200W Stroomsterkte 2x15A of 1x30A Spanning 230V De warmte is eenvoudig en exact te regelen door aanrakingen op het display. Pauzefunctie waarbij de warmtezone automatisch in de warmhoudstand gaat. Hierdoor kan je, als je tijdens het koken wordt onderbroken, snel weer op dezelfde temperatuur kan beginnen. Vergrendelknop / kinderslot Eenvoudig te reinigen door vochtig doekje, etensresten branden niet vast op het oppervlak. Anti-overloopfunctie die automatisch de kookplaat uitschakelt als er een pan overkookt en er vloeistof op het bedieningspaneel komt. Timer Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Montage, aansluiting, volgens de voorschriften van de fabrikant. Toepassing Alle kitchenettes combi-ovens Ingebouwde heteluchtoven en magnetron in één. Magnetronvermogen: min. 1000W Grillvermogen: min. 1900W Bruikbaar volume: min. 43l Sterke geëmailleerde binnenkant Elektronische timer Blz. 129

130 Kleinste zekering: 16A Spanning V Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Montage, aansluiting, volgens de voorschriften van de fabrikant. Toepassing Alle kitchenettes combi-ovens Ingebouwde heteluchtoven en magnetron in één. Magnetronvermogen: min. 1000W Grillvermogen: min. 1900W Bruikbaar volume: min. 43l Sterke geëmailleerde binnenkant Elektronische timer Kleinste zekering: 16A Spanning V Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Montage, aansluiting, volgens de voorschriften van de fabrikant. Toepassing Alle kitchenettes vaatwassers Ingebouwde vaatwassers. Volledig integreerbare vaatwas. De vaatwasser van de bungalow voor mindervaliden heeft een zichtbaar bedieningspaneel. De overige bungalows hebben een vaatwasser die bediend wordt met knoppen aan de binnenzijde en die achter een decoratief paneel (overeenkomstig kastfronten) wordt geïntegreerd. Geluidsniveau: 46dB Waterverbruik: +/-10l/cyclus Energieklasse: A++ Min. volgende programma s: kort programma, ecoprogramma, intensief programma, één of meerdere automatische programma s. Startuitstel Min. 4 temperaturen Afwas-/Droogresultaat: A/A Antilekbeveiliging (kuip+darm) Signaal einde programma, bij verdoken bedieningspaneel: met led-indicatie op de vloer. Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Montage, aansluiting, volgens de voorschriften van de fabrikant. Toepassing Alle kitchenettes Blz. 130

131 badkamermeubelen - algemeen badkamermeubelen en uitvoering zie bovenstaande artikels en volgens plan. Uitslagtekeningen en stalen van alle materialen zijn aan het Bestuur voor te leggen vestiairekasten - algemeen vestiairekasten en uitvoering zie bovenstaande artikels en volgens plan. In de vestiairekasten is de nodige kastinrichting te voorzien (legplanken, ruimte en ophangelementen voor jassen op te hangen, Tevens wordt hier een deel gereserveerd voor een brandblusser, dit met alle nodige pictogrammen. Uitslagtekeningen en stalen van alle materialen zijn aan het Bestuur voor te leggen. Blz. 131

132 57. TABLET- EN WANDBEKLEDINGEN tablet- en wandbekledingen - algemeen venstertabletten - algemeen Alle leveringen en werken voor het realiseren van de venstertabletten, aan de binnenzijde van de raamkozijnen, tot een afgewerkt geheel. De werken omvatten: het opmeten van de juiste afmetingen na uitvoering van het schrijnwerk en het pleisterwerk; het voorbereiden van de ondergrond, d.w.z. het verwijderen van alle vuil en loszittende delen; het volgens bestek inwerken van de tabletten in omgevende muren of het pleisterwerk; het bijkomend isoleren van de aansluiting tussen tablet, spouwblad en schrijnwerk; het leveren, plaatsen en waar vereist bijkomend ondersteunen van de tabletten; het herstellen van het omgevend pleisterwerk en afwerken van de naden met elastische kitten; het verwijderen van alle mortel- of pleisterresten, reinigen en beschermen tot aan de voorlopige oplevering van de venstertabletten. Materialen De aan te wenden legmortels en/of aangepaste bevestigingskitten en -materialen, zijn verenigbaar met de aard van de tabletten. Een volledige reeks monsters en/of kleurstalen van de tabletten wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur, samen met een technische documentatie van de elastische kitten. Het gebruik van zuurhoudende en rubberbitumenkitten wordt niet toegestaan. volgens TV 227 en TV 237, aangevuld met eventuele specifieke voorschriften van de leverancier of fabrikant. Onder geen beding mogen vocht- of thermische bruggen ontstaan. Voor plaatsing wordt nagegaan of een degelijke thermische onderbreking en bouwknoop gewaarborgd is. Slecht aansluitende isolatiematerialen moeten worden gecorrigeerd in overleg met de architect. Bijzondere aandacht is geboden om de continuïteit van de luchtdichtheid ter hoogte van de aansluitingen met het buitenschrijnwerk te verzekeren. Daarom worden de venstertabletten pas na de uitvoering van de binnenafwerking geplaatst. De tabletten worden volkomen horizontaal en waterpas geplaatst. Zij moeten overal voldoende ondersteund zijn en worden, tenzij anders vermeld onder de specifieke artikels, geplaatst zonder uitsprong t.o.v. de muurafwerking. niet ingewerkt in de dagkanten om de continuïteit van het luchtdichtingsscherm niet in het gedrang te brengen De voegen tussen de venstertabletten en de omringende materialen en structuren worden opgevoegd met een aan het materiaal van de tabletten aangepaste voegspecie of kit. Op het schrijnwerk wordt aangesloten met een aangepaste schimmelwerende elastisch blijvende kit. Keuring De architect heeft het recht elk ontoereikend stuk af te keuren. Slecht geplaatste of beschadigde tabletten met barsten, haarscheuren of krassen, moeten worden vervangen. Blz. 132

133 venstertabletten - hout venstertabletten - hout/laminaat Venstertabletten uit plaatmateriaal op basis van hout volgens STS Hout en plaatmaterialen op basis van hout. De platen beschikken over een CE-markering. Het plaatmateriaal bestaat uit een kern van MDF geschikt voor gebruiksklasse II - vochtig binnengebruik (volgens NBN EN 622-5). Volumemassa - kernplaat: minimum 750 kg/m3 Formaldehydegehalte volgens NBN EN 717-2: klasse E1 De kernplaat is op alle zijden voorzien van een watervast verlijmde hogedruk-laminaatafwerking met hoge krasvastheid en sigarettenproof kwaliteit: HPL-EN 438 HGS, Type S (standaard), dikte laminaat min. 0,7 mm. De achterzijde (tegen schrijnwerk) wordt toegespachteld en beschermd tegen vochtindringing. De onderkant is afgewerkt met een polyesterlak, kunstharsfolie of hogedruklaminaatplaat HPL-EN 438 HGS. De zijkanten zijn afgewerkt met laminaat. Totale dikte: zonder opdikrand 20 mm (marge +/- 2 mm) In vooraanzicht is de vensterbank recht Uitzicht: glad Kleur: te kiezen uit het standaardgamma van de fabrikant Voor een onzichtbare bevestiging worden de tabletten volgens voorschriften van de fabrikant gemonteerd met een hoogwaardige montagekit Op het schrijnwerk wordt aangesloten met een voeg uit elastische kit. De tabletten worden geplaatst in twee stukken voor tabletten langer dan 200 cm wandbekledingen - algemeen wandbekledingen betegeling Alle leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene wand- en eventueel aansluitende tabletbetegelingen tot een afgewerkt geheel. De werken omvatten alle te voorziene handelingen, zoals beschreven in TV 227; alle noodzakelijke bijkomende handelingen blijven onverminderd een last van de (algemene) aanneming; de voorbereiding van de ondergrond, het verwijderen van alle vuil en loszittende delen; het verwijderen van uitspringende delen en/of uitvlakken, opruwen, van de muurvlakken; de bescherming van reeds geplaats schrijnwerk en/of sanitaire toestellen; de te verwezenlijken uitsparingen voor te integreren kraanwerk, schakelaars, stopcontacten, haken, steunen, e.d., die vooraf geplaatst moeten worden; de eventueel noodzakelijke grondeerlagen voor een verbeterde hechting en/of bescherming tegen vocht (primers, e.d.), de volgens bestek te voorziene waterdichte doeken, ; het leveren en plaatsen van de tegels en te voorziene aansluit- en beschermprofielen; Blz. 133

134 het opvoegen van de muurvlakken en het afwerken van de naden met elastische kitten ; het reinigen van de betegelde muurvlakken, inbegrepen het verwijderen van alle vlekken van mortel of lijm en voegspecie. Materialen De materialen beantwoorden aan TV 227 Muurbetegelingen 3 materialen en toebehoren. Op de rugzijde van de tegels is in onuitwisbare inkt of in reliëfdruk een merk aangebracht dat de identificatie van de fabrikant mogelijk maakt. De toleranties van de tegels beantwoorden aan de bepalingen van NBN EN 14411, voor wat volgende controlemethoden betreft: lengte en rechtheid van de kanten, dikte, rechtheid van de hoeken en vlakheid. Tenzij anders vermeld in de specifieke artikels geldt minimum type normaal, volgens tabel 6 van TV 227. De tegellijmen zijn drager van een CE-markering en beantwoorden aan NBN EN Kleefstoffen voor tegels - Begripsbepalingen en voorschriften. De stelproducten beantwoorden aan: TV en tabel 12 voor dunbed synthetische, dispersie of reactielijmen De voegproducten beantwoorden aan TV en zijn verenigbaar met de plaatsingsmortel of plaatsingslijm. Zij bevatten aangepaste toeslagstoffen om een perfecte waterdichtheid en een relatieve elasticiteit te waarborgen. Voor een optimale kwaliteit moet de water/poeder verhouding van de fabrikant strikt worden gerespecteerd. De aan te wenden elastische kitten, volgens TV , zijn vrij van oplosmiddelen (niet-zuurhoudende neutrale siliconen op basis van polysiloxanen, polysulfiden, ). Ze polymeriseren volledig, zijn krimpvrij, schimmelwerend en goed bestand tegen reinigings- en oplosmiddelen (richtwaarden: Elasticiteitsklasse F 25 LM, Shore hardheid A , Rek tot breuk > 150%, Modulus bij 100% rek 0,4 N/mm2). Ze zijn minstens bestand tegen temperaturen van -40 tot C. Kleur: standaard wit, tenzij anders vermeld in de specifieke artikels. Hoek- en randprofielen beantwoorden aan TV Een volledige reeks monsters samen met een technische documentatie van de mortels of lijmen en elastische kitten, wordt voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. De uitvoering moet beantwoorden aan de voorschriften van TV 227 Muurbetegelingen 5 van de muurbetegeling. In het bijzonder worden de bepalingen van Betegeling in vochtige ruimten en randvoorwaarden volgens tabel 14 strikt opgevolgd. Zettingsvoegen in de tegeldrager moeten worden doorgetrokkken in de wandbetegeling volgens TV Tegelvoegen overeenkomstig TV Afwerkingsvoegen. Voor het optimaal afvoegen van het tegelwerk moeten de voegen vrij zijn van lijm- of specieresten. De voegen en het oppervlak van de tegels worden voor het verharden van de lijm of de mortel schoongemaakt. Voor het afvoegen moeten de tegels goed bevochtigd worden zodat de voegspecie niet kan verbranden. Onmiddellijk na het plaatsen wordt de betegelde oppervlakte zorgvuldig afgesponst of gereinigd met fijn wit zand. Na droging wordt de cementsluier met een schone, droge doek verwijderd. De verticale en horizontale hoekvoegen worden vrijgehouden van voegmateriaal, zorgvuldig ontvet en afgekit met een blijvend elastische, schimmelwerende niet-zuurhoudende kit. In de voegen tussen de bevloering en de muren wordt geen voegmortel geplaatst om uitzetting toe te laten. Ze worden gevuld met een daartoe geschikte elastische voegkit. De aansluitvoegen met sanitaire toestellen (bad, douche) worden afgewerkt met een sanitaire kit volgens TV of aangepaste profielen volgens TV Keuring Blz. 134

135 De wandbetegeling is vrij van cementsluier, van voeg- of tegelbarsten, krassen of andere oppervlaktebeschadigingen. Rozetten en/of dekplaatjes van geïntegreerd kraanwerk, schakelaars, stopcontacten, moeten de voorziene uitsparingen volledig overlappen. In overeenstemming met tabel 15 van TV beantwoorden de uitvoeringstoleranties minimum aan de klasse R1.2 normale uitvoering. De muurbekleding kan worden afgekeurd bij het voorkomen van niveauverschillen van meer dan 1 mm tussen twee tegels; afwijkingen op de vlakheid van meer dan 5 mm (op lat van 2m) of 2 mm (op lat van 20 cm); afwijkingen op de rechtheid van voegen van meer dan 2mm/m; afwijkingen op de voegbreedte van meer dan 1 mm. Voor de keuring moet men bovenvermelde toleranties nog vermeerderen met de respectievelijke dimensionele fabriekstoleranties van de gebruikte tegels. Een uniforme kleurnuancering is vereist voor één en hetzelfde lokaal wandbekledingen betegeling/keramisch In alle badkamers wordt er een wandbetegeling voorzien. Dit minimum tot op deurhoogte. Horizontale delen worden van een bijpassende tablet voorzien (bij voorkeur uit 1 stuk, makkelijk onderhoud- en afwasbaar). De spatwand van de kitchenettes kunnen ook uit een betegeling bestaan, al kan de inschrijver een ander materiaal (plaatmateriaal, ) voorstellen. Bij betegeling: zeer onderhoudsvriendelijke, vuilafstotende, tegel. De uitvoerder legt verschillende voorstellen (type tegel, afmetingen, patroon, ) ter goedkeuring voor aan het Bestuur. Zelfde soort tegels als voorziene vloertegels voor de sanitaire ruimten Zowel het praktische aspect (degelijkheid, onderhoud, duurzaamheid, ) als het esthetische aspect (ruimtelijkheid, sfeer, ) zullen hierbij beoordeeld worden. Keramische tegels volgens TV en NBN EN Keramische tegels Definities, classificatie, eigenschappen en merken. De aannemer zal minimaal vijf stalen van tegels voorleggen, vergezeld van een technische fiche volgens TV 237 ( ). Dikte: minimum 6 mm Randafwerking: gerectifieerde tegels Kleurtint: aan het Bestuur ter goedkeuring voor te leggen, keuze uit minimum 5 stalen Voegkleur: passend bij de tegels, eveneens ter goedkeuring aan het Bestuur voor te leggen. Aanvullende specificaties Prestatiecriteria tegels: Krasweerstand: minimum hardheid 6 op schaal van Mohs (volgens NBN B ) Slijtweerstand: minimum klasse 4 (PEI-proef volgens NBN EN 14441), of minimum klasse U3 (PEI-proef volgens UPEC-klassering) Chemische weerstand (volgens NBN EN ISO ): klasse AA (geen zichtbaar effect) Weerstand tegen vlekken (volgens NBN EN ISO ): min. klasse 4 Weerstand thermische schokken (volgens NBN EN ISO ): geen beschadiging na proef Weerstand haarscheuren (volgens NBN EN ISO ): geen haarscheuren na proef Tegels met gemoduleerde afmetingen in functie van voorzien tegelpatroon. De tegellijm draagt een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Blz. 135

136 De tegels worden geplaatst volgens de voorschriften van de fabrikant en volgens TV Voegbreedte: gelijkmatige effen voegen van 2 mm breed, waarbij de voegbreedte nooit kleiner is dan het dubbel van de toleranties op de tegelafmetingen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Indien nodig wordt wordt de drager voor het betegelen over de volledige oppervlakte uitbekleed met een barstoverbruggende afdichtingsmat bestaande uit zacht PE en aan beide zijden voorzien van een vliesweefsel voor een goede verankering in de tegellijm en waarop de tegelbekleding rechtstreeks kan aangebracht worden. De afdichtingsmat, lijm en alle verbindings-, vorm- en hulpstukken zijn van dezelfde fabrikant. volgens voorschriften fabrikant. De wandbetegeling sluit perfect aan bij de uitvoering van de voorziene tegeldouche. Er wordt een dubbele afdichting voorzien bij doucheranden en keukenwerkbladen, d.w.z. dat de voeg een eerste maal moet opgespoten worden vóór plaatsing van de wandbetegeling. Pas na visuele controle door de architect mag de betegeling geplaatst worden. Er wordt gebruik gemaakt van blijvend elastische, nietzuurhoudende sanitaire siliconen. Voor de afwerking van de in het zicht blijvende hoeken en randen wordt gebruik gemaakt van aangepaste profielen uit geanodiseerd aluminium. Waar de dagkanten van raamopeningen en/of raamtabletten mee worden betegeld is bijzondere aandacht geboden om de continuïteit van de luchtdichtheid ter hoogte van de aansluitingen met o.a. het buitenschrijnwerk te verzekeren. De afstand tussen het scharnier van het opengaande raam en de bepleistering moet voldoende ruim zijn om de plaatsing van de betegeling toe te laten. Het afkappen van de bepleistering door de betegelaar is verboden, om beschadiging van het luchtdichtingsmembraan te voorkomen. Toepassing Alle badkamer, min. tot op deurhoogte keuken: spatwanden, tenzij een ander materiaal wordt voorgesteld. Blz. 136

137 DEEL B TECHNIEKEN Algemeen De verschillende technieken die de aannemer wil plaatsen zijn 100% vrij te kiezen door de aannemer, maar de elementen die gekozen worden moeten minimaal voldoen aan de technische beschrijvingen hieronder opgenomen. Dit bestek moet gelezen worden als een prestatiebestek. Volgende bladzijden zijn dus richtinggevend. De plannen met het aantal stopcontacten, verlichtingstoestellen is het minimale aantal dat verwacht is. De inplanting is richtinggevend. De praktische eigenschappen, gebruiksmogelijkheden van de bestaande bungalows zijn een minimumeis voor de nieuwe, vb. inrichting badkamer, keuken, De basiseis is en blijft BEN volgens de Vlaamse regelgeving. Zowel gas, elektriciteit, water en regenwater worden voorzien van een teller met digitale uitlezing per bungalow. Deze worden aangesloten op het voorziene beheerssysteem zodat deze op afstand uit te lezen, bij te houden zijn. Alle technische toestellen zullen voorzien zijn van een onderhouds- en bedieningshandleiding in Nederlandse taal. Daarnaast voorziet de aannemer geruime tijd, ongeveer 4 tot 6 uur om de werking en onderhoud van alle technische toestellen uit te leggen aan 2 personen van het bestuur. Deze opleiding gaat door in 2 delen, eerste deel zo kort mogelijk tegen de oplevering een 2 e deel 2 tot 3 weken na de eerste. Belangrijkste punten voor deel : Elektriciteit - alle elektrische toestellen zijn van een hoogstaand energieniveau A+ of beter. Alle vast opgestelde toestellen hebben hune eigen voeding, bovenop de stopcontacten voorzien op de plannen, ook detailplan keuken. - alle verlichting is van het energiezuinige type vb. TL5 of LED, waar mogelijk aangestuurd via bewegingsmelder, zeker ter hoogte van de toegangsdeur. - Alle verlichting is van een esthetisch hoogstaande kwaliteit en uit één gamma van één fabrikant. Voorkeur voor strakke aluminium behuizing. - De verlichting zal in alle lokalen een niveau van min. 300 lux halen, plaatselijk, vb. werkblad keuken, 500 lux, de kleurtemperatuur zal tussen 3500 en 4500 K liggen, warm wit licht, de kleurweergaveindex CRI zal minstens 80 zijn. De leverancier van de lampen, armaturen verzekerd een levensduur van minstens branduren - speciale aandacht gevraagd voor voldoende stopcontacten in ALLE kamers met de nodige flexibiliteit. Het plan met aanduidingen van de stopcontacten is de minimale eis, ter plaatse van de TV zijn er minstens 5 stopcontacten.. - de nodige aansluitingen voor digitale TV en internet zijn nodig (ook één in technisch lokaal) of bij voorkeur volledige wifi-dekking - alle zichtbare elementen, schakelaars, stopcontacten zijn van éénzelfde type, kleur en model voor te leggen aan Bestuur, minimaal 3 modellen. - Voor iedere buitendeur zal en aan de binnenzijde, bovenaan, kant scharnieren een kabel (SVV 8 aders) in en wachtbuis geplaatst worden. Blz. 137

138 - Voor aansluiting op het net zie plan nutsaansluitingen, centraal opgestelde verdeelkast. Deze verdeelkast zal aangepast worden en aangepast worden naar huidige regels. Zie ook het meest recente keuringsverslag (VTPK-0193) als bijlage. Verwarming - Het voorstel voor warmteopwekking zal bestaan uit een energiezuinig oplossing. - Wij geven een sterke voorkeur aan een warmtepomp zowel voor verwarming als voor sanitair warm water. - Een gaswandketel is mogelijk, maar als er gekozen wordt voor een andere vorm van verwarming is het NIET nodig gasleidingen aan te leggen. - De minimale temperaturen in de verschillende lokalen zoals weergegeven op plan moeten gehaald worden bij -8 C buitentemperatuur. Hiervoor zal de aannemer een warmteverliesberekening voorleggen. - Vloerverwarming of radiatoren zijn beide mogelijk, bij voorkeur GEEN vloerverwarming in combinatie met radiatoren - De regeling zal bestaan uit een eenvoudige bediening voorzien van een derogatie knop (-2 +2 C tov de standaardtemperatuur) voor de gebruiker. Voor de bouwheer zal per bungalow een module van een overkoepelend gebouwbeheerssysteem worden geplaatst aangesloten aan een centraal opgestelde server-module. - Alle zichtbare elementen, radiatoren, radiatorkranen zijn van éénzelfde type, reeks. Kleur en model voor te leggen aan Bestuur. - Speciale aandacht gevraagd voor comfortabel sanitair warm water, de bungalows zijn voorzien voor 6 tot 10 personen, type B heeft 2 douches. Minmaal 1 boiler met inhoud van 300 liter voor bungalow type A, 450 liter voor type B. Sanitair - Alle kraanwerk is uitgevoerd met ééngreepsmengkranen (in douches met thermostatische regeling) met keramische dichtingen. Aaan de lavabo s van de badkamers voorzien van een optische sensor als maatregel om water te sparen. De elektronica zal aangesloten worden aan het stroomnet, batterijen zijn niet toegelaten. - Toiletspoelingen met 2 drukknoppen en reservoir met kleine waterinhoud - Regenwater zoveel mogelijk gebruiken voor toiletten en dubbeldienstkranen, het is NIET nodig om 5 regenwaterputten en 5 pompinstallaties te gebruiken, er kunnen ook meerdere woningen op één put, pomp worden aangesloten. - De regenwaterpomp (-en) zal (zullen) geplaatst worden IN de regenwaterputt (-ten) zodat er geen geluidsoverlast is in de bungalows. Daaruit volgt dat de pompen uitgevoerd zijn in RVS. - Speciale aandacht voor deze leidingen tussen de grond en de vloerplaat van bungalow, afstand is bijna 1 meter en moet 100% vorstvrij worden uitgevoerd. Bij voorkeur een volledig geïsoleerde koker rond alle toe- en afvoeren, die vorstgevoelig zijn, samen - Alle zichtbare elementen, kranen, zichtbare sifons, zijn van éénzelfde type, reeks. Kleur en model voor te leggen aan Bestuur. - Informatie bij plan sanitair : Kraan 1 : ééngreepskeukenkraan met uittrekbare handdouche Blz. 138

139 Kraan 2 : ééngreepswastafelmengkraan met bediening voor uitloop, voorzien manuele temperatuursregeling en sensor voor waterdebiet (aan/uit). Kraan 3 : thermostatische douchemengkraan inclusief slang en verstelbaredouchekop + glijstang Kraan 4 : vorstvrije buitenkraan Blz. 139

140 Ventilatie Aangepast sanitair ivm toegankelijkheid, wastafel is onderrijdbaar en voorzien van een plaatsbesparende sifon De kraan is gelijkaardig aan deze hierboven maar voorzien van een grote, lange bedieningshendel, idem voor de keuken. Een elektronische kraan die automatisch afsluit - Het ventilatiesysteem bestaat uit een unit van het type D, deze kan gecombineerd worden met verwarming en/of sanitair warm water. - De beschikbare plaats voor alle technische toestellen samen is beperkt. - De regeling zal bestaan uit een CO2- meting in het terugnamekanaal OF aanwezigheidssensoren OF een eenvoudige schakelaar, allen voorzien van een instelbare nalooptijd. - Akoestisch een hoog comfort waarborgen door plaatsen van dempers tussen toestel en kamers en tussen de kamers onderling, zodat brongeluid en overspraak vermeden worden. - Alle zichtbare elementen, ventielen, zijn van éénzelfde type. Kleur en model voor te leggen aan Bestuur. Veiligheid - Iedere bugalow zal voorzien zijn van één draagbare poederblusser 6 kg nuttige inhoud type ABC - Iedere bungalow zal uitgerust zijn met een branddetectie, één detector per slaapkamer en één in de woonkamer en één brandmeldknop ter hoogte van de buitendeur voorzien van plexi beschermkapje. - Iedere bungalow zal uitgerust zijn met een inbraakalarm op basis van aanwezigheidsdetectie type dual (radar + PIR) Belangrijk is dat alles één geheel vormt en dat aannemer verschillende technieken goed coördineert, afstemt op elkaar. Aansluitingen nutsleidingen - De verschillende nutsleidingen zullen gecoördineerd in één gemeenschappelijke sleuf per bunglow worden aangelegd. - Over de volledige lengte van iedere sleuf zal een bijkomende, lege wachtbuis, gladde binnenwand, voorzien van een sterke trekdraad, aangelegd worden met minimale diameter 90 mm. Blz. 140

141 - Alle nutsleidingen zullen ter hoogte van de vloerplaat afgewerkt worden met een waterdichte aansluiting (ivm overstromingsgevoeligheid) - Volgende nutsleidingen inclusief hun aansluitingen zijn nodig : Elektriciteit leidingwater Riolering afvalwater Regenwaterafvoer Toevoerleiding regenwater TV-distributie Telefoon datanetwerk Brandalarm inbraakalarm Aardgas (enkel indien er een gasketel geplaats zal worden) - Zie bijlage met de huidige leidingen en locatie om aan te sluiten Architecturale eisen - Alle materialen die zichtbaar zijn na afwerking worden aan architect voorgelegd om kleurkeuze te bepalen - Alle doorvoeren door gevel en buitengevels worden esthetisch uitgevoerd : gegroepeerd (of op eenzelfde lijn, zie bestaande bungalows), van een zelfde uitzicht en vooral kleur. Energetische eisen - Alle doorvoeren worden ook luchtdichtafgewerkt zodat eisen BEN gehaald worden. Blz. 141

142 60. SANITAIR LEIDINGNET sanitair leidingnet - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van het geheel van sanitaire aanvoer- en afvoerleidingen, inclusief alle toebehoren noodzakelijk voor het optimaal functioneren van de sanitaire toestellen. De aannemer kan zich niet op een onvolledigheid van de plannen of het bestek beroepen om zijn leveringen en/of werken te beperken. Door het indienen van zijn offerte erkent de aannemer dat hij hiermee heeft rekening gehouden bij het opstellen van zijn eenheidsprijzen. Materialen Alle materialen zijn nieuw en worden geleverd in een aangepaste verpakking met genormaliseerde codering om identificatie toe te laten. Alle gebruikte materialen zijn onderling verenigbaar. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het vermijden van elektrochemische koppels. In hun functie en plaatsing mogen de materialen geen negatieve invloed hebben op de goede en rendabele werking van de sanitaire installatie of gelijk welke component ervan (elektrolyse, putcorrosie, galvanische koppels). De aannemer zal pas overgaan tot de bestelling van de materialen na goedkeuring door het Bestuur van de materiaallijst en alle nodige technische documentatie in het Nederlands, attesten, monsters, en vermelding van oorsprong. Bij levering op de werf wordt door de ontwerper de overeenstemming met de goedgekeurde materialenlijst nagegaan. Alle afgekeurde leveringen moeten onmiddellijk van de werf verwijderd worden. De goedkeuring van de leveringen houdt geen goedkeuring van de werken in. De aannemer is volledig verantwoordelijk en neemt alle nodige maatregelen voor het transport, de opslag en de verwerking van de materialen volgens de wettelijke voorschriften, de bepalingen van het bestek, de regels van goed vakmanschap en de voorschriften van fabrikant en leverancier. ALGEMEEN De uitvoering voldoet aan de voorschriften van het Technisch Reglement van AquaFlanders en de technische voorschriften van Belgaqua, de plaatselijke waterverdeling maatschappij en De Watergroep. LEIDINGVERLOOP - DIMENSIONERING Het leidingverloop voor watertoevoer- en afvoerleidingen samen met de vereiste diameters zijn schematisch aangeduid op de plannen. Bij ontbreken van dergelijk schema en/of wanneer de aannemer het - i.v.m. het optimaal functioneren van de installatie - nodig acht hieraan wijzigingen door te voeren, zal - voor de aanvang van de werken - een (aangepast) hydraulisch schema ter goedkeuring worden bezorgd aan het Bestuur en de ontwerper. Het definitieve tracé van de leidingen wordt vastgelegd in overleg met de ontwerpers en de andere aannemers. DOORVOEREN - SLEUVEN Boringen, kapwerken en sleuven worden tot een strikt noodzakelijk minimum beperkt en mogen de functionaliteit van de bouwelementen niet beïnvloeden. De nodige uitsparingen worden zoveel mogelijk tijdens de ruwbouwwerken voorzien. Eventuele kruisingen, doorvoeren of andere moeilijkheden worden vakkundig opgelost in coördinatie met de diverse aanwezige ambachten. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van aangepast trillingsarm materieel (zagen, frezen, slijpen, boren, ). Doorboringen in zichtbaar blijvend metselwerk of betonelementen zullen steeds uitgevoerd worden met een gekoelde diamantboor of -schijf. Daarbij wordt erop toegezien geen wapeningen van het beton te beschadigen of bloot te leggen. Bij twijfel over de juiste locatie van de wapeningen raadpleegt de aannemer voorafgaandelijk de architect en/of de stabiliteitsingenieur. Blz. 142

143 Sleuven in muren hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Het horizontaal inwerken van leidingen in wanden met een dikte van of minder dan 9 cm en het inwerken in de holle ruimten van samengestelde wanden of vloeren is absoluut verboden, tenzij dit expliciet is beschreven in het bestek. Alle doorvoeringen worden zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buizen niet kunnen belasten. Bij een muur- of vloerdoorgang worden daartoe aangepaste beschermhulzen / doorvoermoffen rond de leidingen geplaatst, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. Afhankelijk van de voorziene oppervlakteafwerking zullen de hulzen ca. 1 cm door de afgewerkte muren en de plafonds uitsteken en ca. 2 cm door de bovenzijde van de afgewerkte vloeren. Na het plaatsen van de leidingen moeten de gemaakte sleuven en doorgangen opnieuw worden gedicht, rekening houdend de voorziene oppervlakteafwerking van de omgevende wand. De dichting mag de uitzetting van de leidingen niet verhinderen. Zichtbare leidingen, hun bevestigingen en isolatie worden beschermd tegen bevuiling en beschadiging. Bij het voltooien van de installatie zorgt de aannemer voor een grondige reiniging ervan. BRANDWEERSTAND Er wordt rekening gehouden met eventuele bijkomende eisen betreffende brandveiligheid conform de basisnormen brand (KB 19/12/1997 en aanvullingen). Bij iedere doorgang van een leiding door een aanwezige brandcompartimentering wordt gebruik gemaakt van geattesteerde doorgangshulzen of van een kragensysteem met een brandwerende massa. Attesten dienen voorgelegd te worden bij de monsterkeuring. LUCHTDICHTHEID EN DAMPREMMENDE LAGEN Bij doorvoeren door de omhulling van het beschermd volume moet de continuïteit van de luchtdichte laag perfect en duurzaam verzekerd worden om de resultaten van een eventuele luchtdichtheidsproef niet negatief te beïnvloeden. Dit gebeurt in overleg met de architect. Doorvoeren door dampremmende lagen moet zorgvuldig aangewerkt worden en mogen de dampremmende prestaties niet verminderen. AKOESTIEK De leidingen moeten correct bevestigd worden om de voortplanting van trillingen te dempen en elk hinderlijk geruis bij waterafname te voorkomen. De aannemer dient daarom alle schikkingen te treffen om een stille werking van de installatie toe te laten: Bij zwevende vloeren worden de doorvoeren voorzien een akoestische isolatie rond de buizen zodat de continuïteit van de akoestische vloerisolatie overal verzekerd blijft. Alle contacten tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen worden vermeden door steunbeugels aan de binnenzijde te voorzien met een soepele elastische laag. Het opvullen van de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen met een aangepaste isolatie. Voorzieningen treffen om waterslag uit te sluiten. De watersnelheden te beperken om stromingsgeluiden verkleinen. SPOELING VAN DRINKWATERLEIDINGEN Elke installatie wordt na de drukproef grondig gespoeld met koud leidingwater met een snelheid van minstens 1 m/sec. De spoeling gebeurt progressief per leidingsectie vanaf de waterteller naar de aftappunten. De delen van de installatie die apart gespoeld worden moeten van elkaar afgesloten kunnen worden. Het koudwaterleidingnet wordt gespoeld vóór het warmwaterleidingnet. Toestellen in het leidingnet (zoal waterontharders, thermostatische regelkleppen, waterverwarmers, ) worden afzonderlijk gespoeld volgens de voorschriften van de leverancier. Voor deze toestellen wordt een tijdelijke bypass voorzien tijdens het spoelen van de installaties. De controle gebeurt door het water aan de aftappunten te vergelijken inzake troebelheid en kleur met het water genomen aan de teller. Bij visuele verschillen wordt de betrokken leidingsectie opnieuw gespoeld. Blz. 143

144 Indien na de spoeling de installatie nog geruime tijd ongebruikt blijft, moet het water in het leidingnet minstens één keer per week ververst worden. Keuring en markering GELIJKVORMIGHEIDSKEURING De drinkwaterinstallatie dient te voldoen aan de voorschriften van de waterdistributiemaatschappij, het Technische Reglement van het AquaFlanders en de technische voorschriften van Belgaqua. Bij toepassing van het decreet betreffende water bestemd voor menselijke aanwending van 24 mei 2002 (Drinkwaterdecreet) dient de installateur de door hem uitgevoerde waterafvoer en sanitaire installatie te laten goedkeuren door een erkend organisme, aanvaard door de watermaatschappij. Deze gelijkvormigheidskeuring moet plaatsvinden voor de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen. Daartoe wordt een uitvoeringsplan van de waterafvoer, de sanitaire installatie en een lijst van de aan te sluiten toestellen opgemaakt door de uitvoerder. Voor de verschillende installaties dient een afzonderlijk attest te worden voorgelegd. Voor alle keuringen zal een keuringsattest zonder opmerkingen afgegeven worden. Het aanvragen en de kosten verbonden aan de keuring van de sanitaire installaties, en alle gebeurlijke onkosten verbonden aan veranderingen, die zouden worden opgelegd wegens disconformiteit met de reglementaire voorschriften, zijn volledig ten laste van de inschrijver. De vereiste gelijkvormigheidskeuringen dienen minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld worden van de bouwheer. Bij het ontbreken van de keuringsattesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde watermeters, die in dit geval verrekend zullen worden aan de tarieven van de netbeheerder. GETUIGERINGEN & KLEURCODES Bij collectieve installaties worden verplicht getuigeringen aangebracht volgens kleurcoderingen volgens NBN 69. Deze zijn inbegrepen in de prijs van de leidingen. 1e kleur: functie fluïdum - 5 cm breed 2e kleur: typerende eigenschap fluïdum - 2,5 cm breed 3e kleur: bijkomende eigenschap fluïdum - 1,5 cm breed De kleuren worden ringvormig rond de leidingen of de isolatie geplaatst door middel van gekleurde kleefband met een tussenafstand van ca. 6 m en ter plaatse van elke aftakking en afsluitkraan en met tenminste 1 aanduiding per niveau of technisch geheel. De ringen worden naast elkaar aangebracht. Voor bluswater, gassen en stookolieleidingen moet de leiding over zijn volledige lengte in de basiskleur (1e kleur) geschilderd worden. Voor luchtkanalen volstaat een kleuraanduiding van een 10-tal cm hoog aan te brengen om de 3 m en op minstens 2 vlakken. Fluïdum WATER Koud - niet onthard Koud - onthard Warm (sanitair) - vertrek Warm (sanitair) - terug Afvoer - riolering (onder vloer) Afvoer - fecaliën Afvoer - verluchting Afvoer - huishoudelijk (grijs water) Afvoer - regenwater (wit water) Verwarming (secundaire kring) - vertrek Verwarming (secundaire kring) - terug Verwarming (primaire kring) - vertrek Verwarming (primaire kring) - terug BLUSWATER Kleurcode Groen - wit - zwart Groen - wit - grijs Groen - geel - rood Groen - geel - blauw Groen - zwart - zwart Groen - zwart - bruin Groen - zwart - blauw Groen - zwart - grijs Groen - zwart - wit Groen - oranje - rood Groen - oranje - blauw Groen - groen - rood Groen - groen - blauw Rood Blz. 144

145 STOOKOLIE Vertrek Terug GASSEN Aardgas LUCHTBEHANDELING Bruin - wit - rood Bruin - wit - blauw Geel - bruin Buitenluchtname Behandelde lucht (warm) - aanvoer Behandelde lucht (koud) - aanvoer Afzuiging omgevingslucht - afvoer Afzuiging recyclagelucht - afvoer Blauw - blauw Blauw - geel - rood Blauw - wit - rood Blauw - zwart - blauw Blauw - grijs - blauw KENPLATEN Bij collectieve installaties worden kenplaten aangebracht. Deze zijn inbegrepen in de prijs van de toestellen en leidingen. Elk toestel wordt aangeduid met onuitwisbaar gegraveerde kunststofplaatjes overeenkomstig de op de asbuilt plannen en schema s voorkomende gegevens. Op alle leidingen worden kenplaatjes met benaming en kringnummer aangebracht met een tussenafstand van ca. 10 m en bij alle aftakkingen. De benaming en de nummering stemmen overeen met deze aangeduid op de as-built plannen en schema s. De plaatjes worden onverliesbaar bevestigd afvoerbuizen - algemeen Levering en plaatsing van afvoerbuizen voor huishoudelijk afvalwater en regenwater, gelegen binnen het gebouw (types B en BD). Het rioleringsstelsel op funderingsniveau (types U en UD) en de regenwaterafvoerpijpen buiten het gebouw zijn opgenomen in hoofdstuk 17 en hoofdstuk 38. De kokerafdichtingen en toezichtluiken vormen een afzonderlijke post, inbegrepen in hoofdstuk 51. De werken omvatten: eventueel noodzakelijke studies, voor zover niet opgenomen in de aanbestedingsbundel; sleuven, inkepingen en doorboringen in muren en vloeren, nodig voor het verwezenlijken van bovenvermelde werken en alle daaruit voortvloeiende herstellingen; levering en plaatsing van alle afvoerbuizen, met inbegrip van de nodige bocht-, koppel- en hulpstukken, de dichtingen, moffen, de bevestigingsmiddelen; aansluitingen met het rioleringstelsel op funderingsniveau; noodzakelijke verluchtingsleidingen, inclusief eventuele dakdoorsteken; keuring volgens de bepalingen van AquaFlanders en vereiste dichtheidsproeven met aflevering van de nodige attesten; in drievoud: de as-built plannen van het gerealiseerde afvoernet en een volledige onderdelenlijst ten behoeve van de keuring en een volledige technische documentatie en onderhoudsvoorschriften voor de opdrachtgever; verwijderen van alle afval van de werf. Materialen HERKENNING & MARKERING Alle geleverde buizen en hulpstukken moeten voorzien zijn van een fabrieksmerk. De opdruk vermeldt: het buistype - de betreffende norm - naam van de fabrikant - BENOR - diameter en dikte - fabricatiecode, en voor bochten de afbuigingshoek. PVC-U SANITAIRE AFVOERLEIDINGEN - TYPES B en BD Licht grijs (RAL 7037) met zwarte markering: B-SANITAIR - NBN EN Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode Blz. 145

146 PVC-C PE Licht grijs (RAL 7037) met zwarte markering: B-SANITAIR - NBN EN Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode Zwart (RAL 9005) gemarkeerd (opgedrukt of ingevormd): B of DB - SANITAIR - NBN EN Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode ALGEMEEN Het materiaal van de buizen moet bestand zijn tegen was- en oplosmiddelen. Alle vrij opgestelde leidingen moeten bovendien UV-bestendig zijn. De minimale wanddikten, volgens diameter en aard van het materiaal, bedragen respectievelijk: PVC-U Ongeplastificeerde polyvinylchloride Minimale wanddikten Afvoerleidingen Sanitair - Types B en DB PVC-C Gechloreerde polyvinylchloride PE Polyethyleen PP Polypropyleen NBN EN NBN EN NBN EN NBN EN BCCA TRA 1329 BCCA TRA 1566 BCCA TRA 1519 BCCA TRA ,0 mm (Ø t/m 90 mm) 1,8 mm (Ø t/m 90 mm) 3,0 mm (Ø t/m 90 mm) 2,0 mm (Ø t/m 90 mm) 3,2 mm (Ø tot 160 mm) 2,2 mm (Ø 110 mm) 3,4 mm (Ø 110 mm) 3,0 mm (Ø 110 mm) 3,9 mm (Ø 200 mm) 2,5 mm (Ø 125 mm) 3,9 mm (Ø 125 mm) 3,2 mm (Ø 125 mm) 4,9 mm (Ø 250 mm) 3,2 mm (Ø 160 mm) 4,9 mm (Ø 160 mm) 4,3 mm (Ø 160 mm) 6,2 mm (Ø 315 mm) 6,2 mm (Ø 200 mm) 7,7 mm (Ø 250 mm) 9,7 mm (Ø 315 mm) Alle toebehoren zoals T- en Y-stukken, bochten, koppelstukken, hebben dezelfde samenstelling en wanddikte als de buizen, zijn van hetzelfde merk en zijn conform de bepalingen van de BENOR en/of ATG certificatie. Tot en met diameter 160 mm worden zij gespoten uit één stuk. Het gamma van de buizen voorziet ook speciale hulpstukken, zoals uitzetmoffen, schroefkoppelingen, inspectie-elementen met schroefdop. STUDIE - ONTWERP De installaties moeten voldoen aan TV 200 Sanitaire installaties - Deel 1: Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen, aangevuld met de normen van de reeks NBN EN Binnenriolering onder vrij verval. Op de plannen wordt het tracé van de diverse afvoerleidingen aangegeven en de locatie van alle belangrijke onderdelen (toezichtputten, klokputten, collectoren, ). Voor de aanvang van de uitvoering moet een eigen gedetailleerde studie met uitvoeringsplan aan de ontwerper overgemaakt worden met aanduiding van bevestigingspunten, inspectie-elementen, uitzetmoffen, bochten, enz., Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. De aannemer zal vooraf de nodige informatie inwinnen, m.b.t. de aansluitingen (gescheiden rioleringsstelsels, ), bij de diensten verantwoordelijk voor het openbaar rioleringsnet. LEIDINGVERLOOP - DIMENSIONERING De afvoernetten voor afvalwater moeten minstens volgend debiet kunnen afvoeren (volgens TV 200): Wastafel, bidet: 30 l/min Bad, douche, gootsteen, wasmachine, vloerkolk DN 50: 48 l/min Vloerkolk DN 70: 90 l/min WC, vloerkolk DN 100: 120 l/min De afvoeren van volgende toestellen hebben een minimum diameter van: closetpot: 90 mm gootsteen: 40 mm stortbad: 40 mm lavabo's badkamer: 40 mm overloop cv-ketel, boiler: 32 / mm Blz. 146

147 afvoer meerdere toestellen: 60 / mm De afvoerleidingen worden geplaatst volgens de aanwijzingen op de plannen en in het bestek, de voorschriften van de fabrikant en de hierboven vermelde referentiedocumenten. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens rechtlijnige tracés en rechte buizen uit één stuk. De buizen worden geplaatst met een constante helling van minimum 1 tot 2 cm per meter (richtwaarden: DN < 100: > 1,5%, DN > 100: > 2%). De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts met het mofeind stroomopwaarts gericht. De buizen worden vorstvrij opgesteld. PLAATSINGSWIJZE Overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en in het bestek: opbouw - vrije opstelling (standaard): standaard bij bevestiging van de buizen op zichtbaar metselwerk, in kokers, achter valse plafonds, ; enkel toegelaten in technisch lokaal - berging inbouw (ingewerkt in de muren); om akoestische redenen mogen leidingen geen leidingen ingewerkt worden in woningscheidende wanden. De leidingen mogen evenmin geplaatst worden in wanden van onderliggende woningen; deze worden aangebracht in technische kokers met voldoende akoestische demping. VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN - INSPECTIESTUKKEN De gebruikte verbindingstechnieken zijn conform BENOR en/of ATG bepalingen en met de voorschriften van de fabrikant, die alle waarborgen biedt voor een volledige en blijvende dichtheid van het systeem. PVC-buizen mogen volgens het BENOR toepassingsreglement verlijmd worden tot en met diameter 125 mm, bij grotere diameters dient de koppeling met rubberen ringen te gebeuren. PE kan niet verlijmd worden. De koppeling gebeurt d.m.v. lassen of rubberen dichtingringen. PP kan niet verlijmd worden, veelal wordt lassen toegepast. Daarbij dient de MFR (melt flow rate) van beide te lassen buizen gelijk of aangrenzend zijn. Geen enkele koppeling mag in een muur- of vloerdoorvoering aangebracht worden. Vóór het samenvoegen van de buizen, worden de moffen en buisuiteinden ontvet en ontdaan van bramen en alle verontreinigingen en vreemde stoffen, stoppen,. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van specifieke geprefabriceerde hulpstukken, gegoten uit één stuk. Voor de overgang tussen verschillende materialen (PVC / PE / beton / ) worden aangepaste verloopstukken gebruikt. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere richtingsverandering gebeurt met een bochtstuk of een speciaal koppelstuk onder een maximale hoek van 45. De verticale aansluiting op horizontale leidingen of collectoren gebeurt steeds door Y-stukken 45. De horizontale aansluitingen op een verticale kolom gebeuren d.m.v. Y-stukken 45 of T-stukken 90 (88,5 wanneer er geen secundaire verluchting voorzien is). De nodige inspectie-elementen of reinigingsopeningen worden voorzien volgens aanduiding op plannen. Ze moeten toelaten de afvoerleiding volledig te inspecteren, te ontstoppen en/of te reinigen. Zij worden toegankelijk geplaatst en mogen geen obstructie vormen in de leidingen. Deze inspectie-elementen worden minimum op de volgende plaatsen voorzien: verticale leidingen: per verdieping en/of bij de overgang naar een horizontale leiding; horizontale leidingen: minstens om de 12m; op alle plaatsen met een risico op verstopping. UITZETTINGSMOFFEN Bij het bepalen van het leidingtracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met de uitzetting van de buizen, door temperatuurschommelingen. Blz. 147

148 Tussen twee vaste punten, en minstens om de 6m voor PE -buizen en 3 m voor PVC -buizen, zullen uitzettingsbenen (of speciale uitzettingsmoffen) worden voorzien om lengteveranderingen van de leidingen op te vangen. Voor de standleidingen worden zij per verdieping en zo laag mogelijk bij de vloer geplaatst. De uitzettingsmoffen worden geleverd door de leverancier van de leidingen en geplaatst volgens zijn instructies. Zij kunnen opgevat worden als een lange mof, bestaande uit een lang insteekgedeelte, afgedicht door een ring in neopreenrubber (zuurvast en bestand tegen veroudering), die, ongeacht bewegingen van de buis, een volmaakte dichtheid waarborgt. De insteekdiepte van de buis moet geregeld worden op het ogenblik van plaatsing. De mof moet op de buitenzijde een aanduiding dragen die, afhankelijk van de plaatsingstemperatuur, de insteekdiepte weergeeft. De lange mof moet bevestigd worden met een vaste beugel (of vast punt). DOORVOEREN - SLEUVEN De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na plaatsing en bescherming van de afvoerleidingen worden de sleuven aangewerkt met een zandcementmortel. Doorvoeren door vloerplaten worden zorgvuldig geboord of gekapt en na de plaatsing van de afloop terug gedicht met een zandcementmortel. De vrije uitzetting moet steeds gewaarborgd blijven. Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen steeds beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De doorvoeren zijn zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten. Dienaangaande en in functie van de uitzetting, worden in de ruwbouw kokers voorzien of worden soepele doorvoermoffen voorzien. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt afgedicht met een aangepaste kit of isolatie. Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muur of vloerdoorvoering aangebracht worden. BEVESTIGING - BEUGELS Zichtbaar geplaatste, opgehangen en/of in kokers opgestelde leidingen moeten zodanig gemonteerd worden dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. De bevestigingswijze gebeurt conform de eisen van de fabrikant en/of onderstaande bepalingen. De leidingen worden bevestigd met glijbeugels of vastpuntbeugels die de uitzetting en de krimp in de juiste richting moeten geleiden. De beugels mogen niet drukken op de buizen. Glijbeugels laten toe dat de buis er gemakkelijk doorglijdt. De glijsteunen zijn vervaardigd uit polyethyleen of een roestvast metaal met een breedte van ca. 20 à 30 mm. Tussen de beugels en de buizen wordt een soepele inlegband uit PVC of synthetisch rubber (zonder weekmakers) aangebracht. Vastpuntbeugels kunnen op verschillende manieren verwezenlijkt worden: ofwel door tussen de beugel en de buis twee metalen halfschalen te voorzien, die naargelang de beugels meer aangespannen worden, vaster komen te zitten, zonder dat de buizen ingesnoerd worden; hetzij door gebruik te maken van montageopbouw (tussen twee moffen, tussen twee lassen, enz.). Verticaal geplaatste buizen worden voorzien van minstens één vastpuntbeugel per verdiepingshoogte. Om het uitbuigen van verticale leidingen en/of het doorhangen van horizontale leidingen te verhinderen, worden tussen twee vaste punten voldoende geleidingsbeugels aangebracht. Ook bij elke richtingsverandering en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding, moet een beugel voorzien worden. Alle beugels worden in de muren en/of aan de plafonds bevestigd door middel van een vijspin, bout of draadstang en plug. De sluitmoeren zijn uit roestvast staal. De afstanden tussen de beugels, volgens aard en diameter van de buizen, bedragen respectievelijk (tenzij de richtlijnen van de systeemleverancier andere maten opleggen): Tussenafstand - Horizontale leidingen Tussenafstand - Verticale leidingen PVC 10 x ND diameter of maximum 125 cm 20 x ND diameter of maximum 150 cm PE - PP 10 x ND diameter of maximum 200 cm 15 x ND diameter of minimum twee per verdieping Aan het plafond opgehangen horizontale leidingen worden zo hoog mogelijk geplaatst. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale leidingen te kunnen dragen. De vasthechting gebeurt met vaste beugels en/of voldoende onderlegschalen die de buis volledig immobiliseren. Blz. 148

149 AANSLUITSTUKKEN De aannemer voorziet in alle noodzakelijke aansluitingen van de afvoerbuizen op de sanitaire toestellen, de ondergrondse riolering, putten en afscheidingstoestellen. De juiste opstelling van de aansluitmonden voor sanitaire toestellen dient te gebeuren volgens de bepalingen van hoofdstuk 61- sanitaire toestellen & toebehoren en/of in overleg met de architect. Na plaatsing van de afvoerbuizen worden de aansluitingen, waar nodig, voorlopig afgedekt met een stop en beschermd tegen iedere beschadiging of bevuiling. Alle aansluitingen aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. Hiertoe wordt in principe gebruik gemaakt van een schroefkoppeling of een insteekmof, waarin een lipdichting in neopreenrubber wordt geschoven, aangepast aan de doormeter van de aan te sluiten toestellen. De schroefkoppelingen in PE voor diameters van 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit: een draadstuk (ronde draad); een moer in PP; een drukking met een driehoekige sectie; een dichtingring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering; voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. De aansluiting op de ondergrondse riolering, zoals die bij de ruwbouw binnen het gebouw is gebracht, bestaat uit een PVC- of PE-buis die in de dikte van de betonnen ondervloer beëindigd is met een mof en rubberen lipdichting. De aannemer sanitair koppelt hier de binnenafvoerbuizen op aan met aangepast verloopstuk, zodat er een lucht- en geurdichte aansluiting tot stand komt. De aansluiting op putten is uit te voeren met een kraagstuk voorzien van waterkeringsringen. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een as-built plan van het afvoernet en de verluchtingsleidingen, zoals uitgevoerd met aanduiding van alle diameters en de aard van de leidingen. OPSLAG & TRANSPORT De ondergrond waarop de buizen gestapeld worden dient vlak te zijn en vrij van scherpe voorwerpen. Bij temperaturen beneden het vriespunt dient het transport en de manipulatie conform de voorschriften van de leverancier. Keuring Volgens NBN EN Binnenriolering onder vrij verval - Deel 5: Installatie en beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik. Buizen die beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als bij plaatsing worden vervangen. Voor de indienststelling worden alle leidingen doorspoeld om het geheel te controleren op haar waterdichtheid en alle onzuiverheden te verwijderen afvoerbuizen - PVC Buizen en hulpstukken vervaardigd uit hard PVC, respectievelijk PVC-C (Gechloreerd PVC) / PVC-U (Ongeplastificeerd PVC). De buizen en de hulpstukken dragen het BENOR-merk. Type: PVC-C (Gechloreerd PVC) / PVC-U (Ongeplastificeerd PVC) Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat. Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens tabellen i.f.v. diameter (60.10). Aansluitingen: d.m.v. kragen en flenzen. Beugels: metaal met rubber inleg Blz. 149

150 Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de aannemer. Leidingtracé: volgens principeschema gevoegd bij de aanbestedingsbundel Opstelling: inbouw Verbindingen: met rubberen dichtingringen volgens de voorschriften van de leverancier. Beugels: zie Doorvoeren: d.m.v. beschermhulzen rond de leidingen, waarin de buis vrij kan glijden. Een brandwerende isolatie rond leidingen of brandmoffen is te voorzien bij doorvoeren van vloeren en wanden met een brandweerstand. Het leidingsysteem bestaat uit zelfdovend PVC. Leidingen die blootgesteld zijn aan temperaturen lager dan 5 C, en die mogelijk stoten kunnen ontvangen, dienen hiertegen te worden beschermd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Gegalvaniseerde of gemoffelde halfschalen te voorzien voor horizontale afvoerleidingen afvoerbuizen - PE De buizen en hulpstukken zijn vervaardigd uit hard polyethyleen (PE, kleur: zwart). De buizen voldoen aan de norm NBN T Het systeem (buizen en hulpstukken) beschikt over een BENOR-merk, of een BUtgb- of gelijkwaardige EU-keuring. Overeenkomstig het toepassingsgebied behoren zij tot: het type HDPE (High Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 95 C / MDPE (Medium Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 65 C. de reeks: 12,5 (lage drukken) tot Ø 160mm / 16 (hogere drukken) vanaf Ø 200mm Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat. Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens Koppelingen: (ofwel) d.m.v. spiegellassen. Het lassen geschiedt volgens een methode voorgeschreven door de fabrikant. Vooraf aan elkaar te lassen delen kunnen worden uitgevoerd met een spiegellas, volgens NBN T (stomplas bij een temperatuur van 210 C, zonder bijvoeging van materiaal). (ofwel) (ofwel) d.m.v. elektrische moffen. De cilindrische moffen in PE-h zijn voorzien van een elektrische weerstand in corrosievrij materiaal, die de moffen na afkoeling nauw doet aansluiten rond het buisoppervlak. Ze moeten voorzien zijn van een inwendige ring die dienst doet als aanslag voor de buisuiteinden (bij diameters van 40 tot en met 160 mm) en moeten aangebracht worden met het door de fabrikant voorgeschreven toestel. d.m.v. insteekmoffen. De insteekmoffen bestaan uit een insteekgedeelte en een ronde dichtingsring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering. Deze moffen mogen niet gebruikt worden als uitzettingsstuk en evenmin bij rechtlijnige buisdelen van 40 mm t.e.m. 110 mm. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PE op andere materialen zullen steeds speciale overgangsstukken voorzien worden. Aansluitingen: d.m.v. kragen en flenzen. Beugels: metaal met ruber inleg Blz. 150

151 Aanvullende specificaties Er wordt gebruik gemaakt van een aangepast systeem met het oog op de beperking van geluidshinder (PE met verhoogde dichtheid (> 1700 g/cm3), hulpstukken met geluidsdempingsribben, ). De leidingen worden bevestigd met geïsoleerde beugels en dempingsmaterialen (rubberen voering) om de overdracht van contactgeluiden te beperken. Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de aannemer. Leidingtracé: volgens principeschema gevoegd bij het aanbestedingsbundel Opstelling: inbouw Bevestiging d.m.v. aangepaste beugels die zowel vast als glijdend kunnen bevestigd worden; Beugels: zie Doorvoeren: d.m.v. aangepaste beschermhulzen rond de leidingen. Een brandwerende isolatie rond leidingen of brandmoffen is te voorzien bij doorvoeren van Rf vloeren en wanden. Aansluitingen: PE-steekmoffen / PE-schroefmoffen, aangepast aan de diameter van de aan te sluiten reukafsnijder. Alle aansluitingen in afwachting of aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. De schroefkoppelingen voor diameters 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit: een draadstuk (ronde draad); een moer in PP; een drukking met een driehoekige sectie; een dichtingsring in neopreenrubber, bestand tegen veroudering; voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Gegalvaniseerde of gemoffelde halfschalen te voorzien voor horizontale afvoerleidingen. Een brandwerende isolatie rond leidingen bij doorvoeren van vloeren en wanden is te voorzien verluchtingsbuizen - algemeen Levering en plaatsing van de verluchtingsbuizen (standleidingen) bestemd voor de verluchting van het sanitair afvoernet. De werken omvatten: de eventueel noodzakelijke studies, voor zover niet opgenomen in de aanbestedingsbundel; de sleuven, inkepingen en doorboringen in muren en vloeren, nodig voor het verwezenlijken van bovenvermelde werken, en alle daaruit voortvloeiende herstellingen; de levering en plaatsing van alle verluchtingsbuizen, met inbegrip van de nodige bocht- en hulpstukken, de bevestigingsmiddelen; de dakdoorvoeren en afdekkappen, voor zover niet opgenomen als een afzonderlijke post; de gevraagde as-built plannen van het verluchtingsnet. Materialen De verluchtingsleidingen uitgevoerd uit identiek buismateriaal als de afvoerbuizen; de diameter bedraagt minimum 90 mm. Het gebruik van automatische beluchters kan eventueel, na voorafgaandelijk akkoord van het Bestuur, worden toegestaan mits ze bereikbaar blijven. STUDIE De studie wordt overeenkomstig de beschikbare gegevens in de aanbestedingsdocumenten en/of de algemene bepalingen van het bestek: Blz. 151

152 ofwel door de ontwerper geleverd. ofwel door de aannemer geleverd en ter goedkeuring aan de ontwerper voorgelegd, rekening houdend met het respectievelijk afvoersysteem: met primaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting en antihevel aftakking. PLAATSING De verluchtingsleidingen worden geplaatst volgens TV 200 en de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant; eventueel dient een studie voor het verluchtingsstelsel bij de fabrikant te worden opgevraagd. De verluchtingsbuizen worden in overleg met de architect gepositioneerd. Uitmonding in de onmiddellijke nabijheid van dakramen moet worden vermeden. De buizen gelegen binnen het gebouw worden zichtbaar bevestigd en/of ingewerkt zoals de afvoerbuizen. De aannemer moet de primaire verluchtingsbuizen volledig doorheen het dak brengen. Zij zullen perfect waterdicht worden ingewerkt, met aangepaste middelen volgens de aard van de dakstructuur en dakbedekking. De openingen tussen de ontluchtingsbuizen en de dak- doorvoermoffen worden opgespoten met polyurethaanschuim. De primaire verluchting moet minimaal 50cm boven het dak uitmonden met een windvast geplaatste antiregen en bladinslagkap. Aan de binnenzijde wordt de doorgang luchtdicht afgewerkt verluchtingsbuizen - PVC De buizen en hulpstukken zijn vervaardigd uit hard PVC. Overeenkomstig het toepassingsgebied wordt PVC- C (Gechloreerd PVC) / PVC-U (Ongeplastificeerd PVC) voorzien. De buizen en de hulpstukken dragen het BENOR-merk. Verluchtingssysteem: met primaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting en antihevel aftakking. Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat / ND 75 / 90 / mm. Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens Beugels: metaal / kunststof Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de aannemer. Leidingtracé: volgens principeschema gevoegd bij de aanbestedingsbundel. Opstelling: inbouw. Verbindingen: door ineenschuiven en lijmen tot diameter 125 mm; bij diameter > 125 mm met rubberen dichtingsringen volgens de voorschriften van de leverancier. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PVC op andere materialen zullen speciale overgangsstukken geplaatst worden verluchtingsbuizen - PE De buizen en verbindingsstukken in polyethyleen beantwoorden aan de voorschriften van NBN EN Kunststofleidingsystemen voor binnenrioleringen (lage en hoge temperatuur) - Polyethyleen (PE) - Deel 1: voor buizen, fittingen en het systeem. Het systeem (buizen en hulpstukken) beschikt over het BENOR-merk of een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Blz. 152

153 Verluchtingssysteem: met primaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting / met primaire en secundaire verluchting en antihevel aftakking. Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat / ND 75 / 90 / mm. Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens Beugels: metaal Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de aannemer. Leidingtracé: volgens principeschema gevoegd bij de aanbestedingsbundel. Opstelling: opbouw / inbouw. Verbindingen: elektro-lassen of spiegellas met moffen en of flenzen. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PE op andere materialen zullen speciale overgangsstukken geplaatst worden verluchtingsbuizen - beluchtingsventielen Beluchtingsventielen toepasbaar waar een dakdoorvoer moeilijk te realiseren valt. Beluchtingsventielen overeenkomstig NBN EN Beluchtingsventielen voor de binnenriolering Eisen, beproevingsmethoden en conformiteitsbeoordeling. Het lichaam van de automatische beluchter is vervaardigd uit ABS en is voorzien van een beveiligingsnet in polyethyleen dat het indringen van insecten en grove onzuiverheden belet. Verder bestaat hij uit een ringvormig membraan uit synthetisch rubber dat in normale omstandigheden de verluchtingsleiding perfect afdicht. De beluchter moet zodanig gekozen worden dat het nodige luchtdebiet steeds kan aangevoerd worden. Eventueel kunnen meerdere beluchters in parallel geplaatst te worden. Klasse: A / B Temperatuursbereik: I / II / III Aansluitdiameter: in functie van de buisdiameters Aanvullende specificaties Beschermkap bij plaatsing in open lucht Vorstbescherming Volgens plannen, schema s en voorschriften van de fabrikant klokroosters - intern - algemeen Klokputten met waterslot en rooster, bestemd voor intern gebruik en in te werken in de bevloering in coördinatie met de post binnenvloerafwerkingen (zie hoofdstuk 53) of bedrijfsvloeren (zie hoofdstuk 52). Materialen De gebruikte materialen zijn bestand tegen corrosie en poetsmiddelen. Een model wordt ter goedkeuring aan de ontwerper voorgelegd. Blz. 153

154 De afvoerputten worden in de bevloering ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met een cementmortel categorie M2. De randen van het kader zal samenvallen met de voegen van de vloertegels, daar waar het formaat van de tegels dit toelaat. De aansluiting op de afvoerbuizen garandeert een reukloze werking klokroosters - aluminium Rooster en kader zijn vervaardigd uit DUR-aluminium. Buitenafmetingen: 200x200 / 250x250 / 300x300 /... mm. Uitzicht kader: vlak / gewafeld of geribd klokroosters - roestvast staal (RVS) Rooster en kader zijn vervaardigd uit roestvast staal. Buitenafmetingen: 200x200 / 250x250 / 300x300 /... mm. Uitzicht kader: vlak / gewafeld of geribd putdeksels - algemeen Hermetisch sluitende putdeksels boven inspectieputten van allerlei aard. Ze zijn geschikt voor intern gebruik, waarbij een luchtdichtheid bij een luchtoverdruk van 1kPa (100 mm) wordt vereist. Materialen De gebruikte materialen zijn bestand tegen corrosie en agressieve poetsmiddelen. Een model wordt ter goedkeuring aan de ontwerper voorgelegd. De kaders worden in de bevloering ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel categorie M2. Het inwerken in de bevloering gebeurt in coördinatie met de post binnenvloerafwerkingen (zie ook hoofdstuk 53). De randen van het kader vallen samen met de voegen van de vloertegels, indien het formaat van de tegels dit toelaat putdeksels - gietijzer Deksel en kader zijn vervaardigd uit gietijzer volgens NBN of vormgietstaal volgens NBN A Het gietijzer wordt ontroest, geschilderd met een laag menieverf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydhars, kleur te bepalen door de ontwerper. Buitenafmetingen: 200x200 / 300x300 / 400x400 / 500x500 / 600x600 /... mm Type: enkel / deksel met dubbele bodem Uitzicht: geribd. Blz. 154

155 Aanvullende specificaties Er worden per type deksel 2 hefsleutels geleverd sanitaire drukleidingen - algemeen Alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van een volledig functioneel distributienet van koud en warm sanitair water binnen het gebouw. Het kraanwerk en veiligheidsvoorzieningen zijn omschreven in hoofdstuk 62, maar behoren tot het leidingnet en worden, behoudens afzonderlijke meetstaat, integraal begrepen in de eenheidsprijzen van de aanvoerleidingen. Drukleidingen rechtstreeks aangesloten op het openbaar verdeelnet voor de voeding van brandhaspels, worden voorzien in hoofdstuk 68 brandbestrijdingsinstallaties. De werken omvatten: eventuele studies en tracéring van het leidingnet; slijpen, boren en/of kappen van de nodige sleuven en doorvoeropeningen; bevestigingen, mechanische koppelingen en/of het lassen van de leidingen, bijhorende mantelbuizen, collectoren, inbouwdozen, ; alle in het leidingnet te integreren keerkleppen, veiligheidsgroepen, afsluitkranen, aftapkranen, collectoren en koppelstukken (zie ook hoofdstuk 62); eventuele voorziening voor leidingkokers of schalen; aansluitingen na de teller van de binneninstallaties op het water verdeelnet en alle aansluitingen onderling en met andere delen en toestellen van de sanitaire installatie voor zover dit niet voorzien is in de specifieke posten; modelopstellingen; dichtheidsproeven; eventuele isolatie en/of beschermende mantel rond de buizen; opvullen en passend afwerken van de gemaakte sleuven en doorvoeropeningen; gelijkvormigheidskeuring, as-built plannen, technische documentatie, onderhoudsvoorschriften en waarborgen; opruimen van de werf en verwijdering van alle afval; coördinatie met de andere aannemers. De aannemer dient in de eenheidsprijzen van de artikelen opgenomen in rubriek dus ook al de werken en leveringen te voorzien die nodig zijn om samen met de andere artikels van hoofdstukken 61 (toestellen), 62 (waterkranen) en 63 (warmwatervoorzieningen) een volledig en bedrijfsklaar sanitair aanvoersysteem te vormen. Materialen De keuze van materialen heeft tot gevolg dat de aannemer de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het tracé en zijn bevestigingen, o.a. wat betreft vormveranderingen door temperatuur- of drukverschillen. Er wordt rekening gehouden met de maximum toegelaten druk van het waternet om te bepalen welke materialen eventueel ongeschikt of niet toelaatbaar zijn. Er worden altijd leidingen gebruikt die, in functie van hun gebruik en plaatsing, geen nadelige gevolgen hebben door corrosievorming (elektrolyse en putcorrosie). Vermenging van stalen en koperen buizen in een kring moet worden vermeden. Koperen buizen mogen zich enkel stroomafwaarts bevinden van stalen buizen. Blz. 155

156 De buizen en hun hulpstukken maken steeds deel uit van één systeem en vormen bij de verwerking een geheel. De hulpstukken komen verplicht van dezelfde producent/leverancier als de buizen. De aannemer zal van alle gebruikte materialen, een documentatielijst en de nodige stalen ter goedkeuring voorleggen aan het Bestuur. STUDIE De studie van het verdeelnet voor sanitair koud en warm water is in principe opgenomen in het bestek, zo niet is deze ten laste van de aannemer. Voor de studie van de verwarming wordt verwezen naar hoofdstuk 65. PRINCIPE VAN DE INSTALLATIE De bepalingen van het Technisch Reglement voor water bestemd voor menselijke aanwending van AquaFlanders worden gerespecteerd. Bij complexe installaties worden aangepaste berekeningsmethodes toegepast in overleg met de ontwerper. De buisdiameters moet zodanig gekozen zijn dat de circulatiesnelheid van het water beperkt blijft. De maximale snelheden van het water in de aanvoerleidingen bedragen respectievelijk: 1,75 m/s (in technische lokalen) 1,50 m/s (in sanitaire ruimten) 1 m/s (in woon- en slaapruimten) de snelheden moeten echter voldoende zijn om de kans op afzettingen te minimaliseren. Volgende debieten moeten geleverd kunnen worden: Keuken wasbakken: 8 liter/min warm of koud water, Badkamer wastafels: 6 liter/min warm of koud water, Baden: 13 liter/min warm of koud water, Douches: 6 liter/min warm of koud water, WC: 6 liter/min koud water, Uitgietbakken: 6 liter/min koud water, Was- en vaatwasmachines: 10 liter/min koud water. LEIDINGTRACÉ Het tracé van de leidingen is schematisch aangegeven op de plannen. Het juiste leidingenverloop wordt bepaald in overleg met het Bestuur en de diverse aannemers, rekening houdend met de bouwkundige toestand in situ en de kruisingen met andere leidingnetten en de voorziene opstelling van de toestellen. Hiertoe wordt het tracé vooraf met krijtlijnen uitgezet op vloeren en wanden. Lichte wijzigingen in het traject kunnen geen meerprijs tot gevolg hebben. Het leidingennet wordt aangesloten op de voeding. Iedere woongelegenheid beschikt over een afzonderlijke teller. Het leidingtracé houdt rekening met volgende algemene voorwaarden: De leidingen worden zoveel mogelijk horizontaal en vertikaal geplaatst volgens rechtlijnige tracés. In doorgangen van muren en wanden en in vloeren mag geen enkele koppeling of lasnaad aangebracht worden. De leidingen worden zodanig ondersteund dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. Behalve ter plaatse van mengkranen zijn verbindingen tussen netten voor distributie van koud en van warm water niet toegelaten. De installatie moet zodanig opgevat zijn dat stagnatie van water in bepaalde onderdelen van de installatie uitgesloten is. Toereikende mogelijkheden dienen voorzien te worden om: de installatie te ledigen, In ieder woning en/of appartementen moet zich een afsluitkraan met leegloopmogelijkheid bevinden. De leidingen moeten daartoe met afschot geplaatst worden (minimum 1mm per lopende meter). Elke opgaande standleiding of belangrijke vertakking is op het laagste punt voorzien van een stopkraan, onmiddellijk gevolgd door een aftapkraan, die een volledige lediging mogelijk maakt. Blz. 156

157 de installatie te ontluchten; op alle leidingen wordt op het uiteinde een kraan geplaatst om het ontluchten normaal te laten geschieden. De bedieningsorganen moeten, door hun opvatting en plaatsing, gemakkelijk toegankelijk en te bedienen zijn. Alle leidingen in garages, bergingen, kruipkelder en/of valse plafonds krijgen een identificatiemerk, aangebracht na elke afsluitkraan en na elke aftakking. De leidingnetten hebben de kenkleuren volgens Aftappunten van niet drinkbaar water dienen voorzien te worden van een duidelijk zichtbaar kenteken. VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN - COLLECTOREN De buizen worden haaks gesneden met een aangepaste buissnijder, vervormingen worden vermeden. De buizen worden zorgvuldig inwendig en uitwendig ontdaan van bramen. Stijve buizen mogen niet gebogen worden, richtingsveranderingen en aftakkingen gebeuren met verbindingsstukken eigen aan het systeem en geleverd door dezelfde fabrikant. De verbindingen, bochtstukken, aftakkingen worden zoveel mogelijk op bereikbare plaatsen voorzien. Indien gewerkt wordt met collectoren, moeten deze gegroepeerd worden opgesteld op bereikbare plaatsen. Alle verbindingen moeten gegarandeerd waterdicht zijn en bestand tegen een druk tot min. 6 bar. De gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anti-corrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer, ). Buizen waarvan de verbindingen reeds gemaakt, zijn mogen niet meer gebogen worden en moeten in de montage spanningsvrij geplaatst worden door middel van beugelbevestiging. UITZETTING Bij het bepalen van het tracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met het uitzetten van de buizen. In verhouding tot de verwachte uitzettingen zal erover gewaakt worden dat: voldoende ruimte wordt gelaten tussen de uiteinden van de rechte lijnen; tussen de bocht en de muur; de buizen in de beugels kunnen verschuiven, met uitzondering van een aantal ervan die oordeelkundig worden gekozen. De beugels dienen zodanig aangespannen te worden dat er een vrije beweging van de leidingen mogelijk is. de bewegingen van de rechte leidingen niet belemmerd worden door de aftakkingen ervan, o.a. wanneer de aftakkingen door een muur of een vloer worden gevoerd of worden aangesloten in de nabijheid van de plaats waar de hoofdleiding door een muur of een vloer wordt gevoerd; de aftakkingen een voldoende soepelheid bezitten om de bewegingen van de hoofdleiding te volgen. Voor inbouwleidingen zullen er voorzorgen genomen worden in verband met het uitzetten van de leidingen alvorens ze in de muur of in de dekvloer in te werken. PLAATSINGSWIJZE INBOUWLEIDINGEN De leidingen zijn na afwerking volledig onzichtbaar, tenzij daar waar anders vermeld. Ze worden daartoe ingewerkt in de dekvloer en/of aangebracht in sleuven, kokers of valse plafonds. In gemene muren of woningscheidende wanden mogen geen leidingen worden geplaatst, tenzij anders bepaald in dit bestek. De leidingen zijn fabrieksmatig voorzien van een beschermende mantel of dienen beschermd te worden d.m.v. beschermende kunststofbanden of met een andere gelijkwaardige bescherming, overeenkomstig de specifieke bepalingen van het bestek. In ieder geval moet de beschermende laag van die aard zijn dat ze later geen vetplekken of verkleuringen kan veroorzaken doorheen de muurbekledingen of -bepleisteringen. Metalen leidingen die in de muren of vloeren worden ingewerkt zijn vooraf te omwikkelen met een zelfklevende isolatieband. In massieve muren of in vloeren mogen onder geen beding verbindingen gemaakt worden. Alle gerealiseerde verbindingen moeten zichtbaar blijven tot een hydraulische dichtheidsproef is uitgevoerd (d.w.z. geen anti-corrosiebanden, geen bekleding). Collectoren worden steeds op een centrale en gemakkelijk bereikbare plaats voorzien. Blz. 157

158 De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen. Geen enkele leiding mag worden geplaatst op minder dan 1 cm afstand van het afgewerkt vlak van de wanden van het gebouw. De leidingen naar de apparaten moeten ingeslepen worden (niet kappen) en dienen steeds verticaal te lopen, niet horizontaal. Na de dichtingsproeven en beschermen van de leidingen worden de sleuven in muren aangewerkt met een daartoe geschikte mortel. Leidingen ingewerkt in dekvloeren zullen zo vlug mogelijk bedekt worden met de voorziene uitvullaag, evenwel slechts na het aanbrengen van de nodige beschermlagen en na het uitvoeren van de drukproeven. PLAATSINGSWIJZE OPBOUWLEIDINGEN Bij leidingen in opbouw wordt in principe gebruik gemaakt stijve buizen, die worden bevestigd d.m.v. beugels en/of waar mogelijk gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Zo te plaatsen dat het aanbrengen van een thermische isolatie mogelijk blijft. Geen enkele leiding wordt op minder dan 20 mm van de wand of plafond geplaatst. De leidingen in opbouw zijn perfect rechtlijnig, verlopen parallel met de wanden en zullen in daartoe geschikte beugels worden opgehangen. Wanneer verschillende leidingen evenwijdig lopen zullen de steunen gegroepeerd en uitgelijnd zijn. Bij horizontale plaatsing van leidingen op wanden wordt de koud waterleiding onder de warmwaterleiding geplaatst. De beugels zijn aan de binnenzijde bekleed met een soepel materiaal in hoogwaardig kunststof en laten de uitzetting van de buizen zonder beschadiging toe. Zij stemmen in maat overeen met de buisdiameters. De beugels worden bevestigd met schroef en plug, of op rails van gegalvaniseerd staal bevestigd met vijzen en pluggen. Het beugelsysteem wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. De maximum afstand tussen twee bevestigingspunten is afhankelijk van het materiaal en de buitendiameters van de leidingen en zal beantwoorden aan de voorschriften van de fabrikant en deze van het bestek. Daarenboven worden op regelmatige afstanden vaste punten voorzien om de beweging van de buisleidingen te verdelen in afzonderlijke delen. In principe komen de vaste punten bij richtingsveranderingen (T-aftakkingen en bochten) en bij alle toestellen (afsluiters, meters, ). MUURDOORGANGEN Bij elke doorgang van een buis door muren, wanden en vloeren worden de leidingen beschermd door aangepaste kunststof doorvoermoffen, waarin de buizen vrij kunnen bewegen. De hulsranden worden in hetzelfde vlak geplaatst als de afgewerkte oppervlakten van wanden en plafonds, en 1,5 cm hoger dan de afgewerkte vloeren. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt waterdicht afgedicht met een aangepaste inerte isolerende stof of kit. Koppelingen ter hoogte van muurdoorgangen zijn verboden. BESCHERMING - THERMISCHE ISOLATIE VAN DE LEIDINGEN Leidingen in een vorstgevoelige of niet verwarmde omgeving of met risico op condensvorming worden voorzien van een thermische isolatie. De thermische isolatie van de leidingen heeft een warmtegeleidingscoëfficient < 0,04 W/mK (bij 40 C) en is bestand tegen temperaturen van -15 C tot +90 C. Het isolatiemateriaal is zelfdovend en voorzien van een waterafstotende buitenlaag. Het is chemisch neutraal en tast de leidingen niet aan. AANSLUITING TOESTELLEN Voor de aansluiting aan kranen, warmwatertoestellen, worden ter hoogte van de aftappunten haakse hulpstukken of inbouwdozen voorzien met een messing hulpstuk met aangepaste binnendiameter. PREVENTIE - LEGIONELLABESMETTING Doodlopende leidingenstukken worden vermeden. Koud- en warmwaterleidingen worden op voldoende afstand van elkaar gelegd en steeds thermisch van elkaar gescheiden. Blz. 158

159 Keuring GELIJKVORMIGHEIDSKEURING Zie inbegrepen PROEVEN Vooraleer het leidingsysteem in te werken (dekvloer, bepleistering, isolatie of verwarmingslinten) en in elk geval vóór de ingebruikname van de installatie, dient deze aan een dichtheidscontrole onderworpen te worden, volgens de hierna volgende procedure. De accessoires van het leidingsysteem die niet weerstaan aan een druk van 1,5 x PN dienen op voorhand afgeschakeld te worden. de gemonteerde maar niet ingebouwde leidingen worden met drinkbaar water gevuld en ontlucht; een druk van 1,5 x PN wordt aangebracht; na 10 minuten wordt de druk een eerste maal hersteld tot 1,5 x PN; na 10 minuten wordt de druk een tweede maal hersteld tot 1,5 x PN; na 10 minuten wordt de druk gemeten (PT=30); na 30 minuten wordt de druk nogmaals opgemeten (PT=60) ΔP1 = PT=30 - PT=60 0,6 bar; het drukverlies ΔP1 tussen deze twee laatste metingen mag niet groter zijn dan 0,6 bar. Indien het drukverlies groter is dan 0,6 bar dient de oorzaak van de ondichtheid opgespoord en verholpen te worden en wordt de procedure van begin af aan hernomen; 120 minuten later wordt de druk nogmaals opgenomen (PT=180) ΔP2 = PT=60 - PT=180 0,2 bar; het drukverlies ΔP2 tussen deze twee laatste metingen mag niet groter zijn dan 0,2 bar. Indien het drukverlies groter is dan 0,2 bar dient de oorzaak van de ondichtheid opgespoord en verholpen te worden en wordt de procedure van begin af aan hernomen; de leidingen worden visueel nagezien op lekken en ondichtheden. De dichtheidsproef moet per afgewerkte leidingsectie uitgevoerd worden, met een zo constant mogelijke water- en omgevingstemperatuur. De manometer voor registratie van de drukverliezen dient een aflezing tot 0,1 bar nauwkeurig toe te laten. De proeven worden uitgevoerd door de aannemer met eigen materiaal en eigen personeel. Het Bestuur zal tijdig verwittigd worden van het begin van de proeven. De proef kan afhankelijk van de opbouw van de installatie in fasen gebeuren. Hiermee wordt rekening gehouden bij de prijsofferte. Een verslag van de proef dient voorgelegd te worden vooraleer de leidingen mogen ingewerkt worden. GARANTIES Een garantieattest van de aannemer en de leverancier is bij te leveren waarbij men zich solidair verbindt over 10 jaar, vanaf de voorlopige oplevering, voor elke eventuele schade aan het systeem en ook de gevolgkosten aan eventuele andere onderdelen van het gebouw in te staan. AS-BUILT PLANNEN Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het waterleidingsnet zoals het is uitgevoerd met aanduiding van de toezichtstukken, leidingverloop, diameters, aard van de leidingen en kranen. Ook de peilen van de diverse leidingen ten opzichte van het referentiepeil zijn op te geven sanitaire drukleidingen - buizen sanitaire drukleidingen buizen/verzinkt staal Sanitaire leidingen, geschikt voor de distributie van koud en warm drinkwater, vervaardigd uit gegalvaniseerd staal, zinklaag min. 400gr/m2, volgens NBN EN De stalen buizen voldoen aan NBN EN en zijn schroefbaar. De schroefkoppelstukken zijn uit smeedbaar gietijzer volgens NBN EN Markering van de buizen: EN 10255, EN A1 (drinkwaterkwaliteit). Nominale diameters: overeenkomstig de vereiste debieten volgens studie door de aannemer Blz. 159

160 Bevestigingsbeugels: gegalvaniseerd staal of messing, aan de binnenzijde bekleed met een elastisch materiaal. De maat is aangepast aan de buisdiameters. De bouten van de beugels zijn uit messing of cadmiumstaal. De leidingen worden perfect rechtlijnig geplaatst, waarbij iedere richtingsverandering of aftakking perfect haaks wordt gerealiseerd d.m.v. verbindingsstukken. Geen enkele verbinding mag geplaatst worden op achteraf onbereikbare plaatsen als ingestort in vloeren, ingemetseld in wanden,. De verbindingen en dichtingen worden uitgevoerd overeenkomstig de normen van de reeks NBN 237 d.m.v.: Schroefverbindingen tot maximum DN 40. Bij schroefdraadverbindingen wordt gebruik gemaakt van hulpstukken uit smeedbaar gietijzer, een geschikte pasta en speciale afdichtingmiddelen met uitsluiting van natuurlijke hennepvezels. Verbindingen met lange cilindrische schroefdraad en nippels met cilindrische schroefdraad zijn verboden. Lasverbindingen voor buizen met diameter gelijk aan of groter dan DN 50. Bij lasverbindingen wordt bij richtingsveranderingen verplichtend gebruik gemaakt van lasfittingen. Het soldeerlassen moet de vernieling of onderbreking voorkomen van het zink. De leidingen in opbouw geplaatst, zullen trillings- en geluidsvrij bevestigd worden d.m.v. daartoe geschikte beugels met schroef en plug of op gegalvaniseerd stalen rails. Waar mogelijk worden ze gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. De maximale tussenafstanden bedragen respectievelijk: Buitendiameters Horizontale tussenafstand Verticale tussenafstand DN 12 / 15 / 18 max. 100 cm max. 150 cm DN 22 / 28 / 34 max. 150 cm max. 200 cm DN 42 / 80 max. 200 cm max. 300 cm Bij doorvoeringen door wanden en vloeren worden hulzen gebruikt die de vrije uitzetting van de buizen toelaten. De hulzen steken 1 cm boven de afgewerkte vloer uit en worden waterdicht afgewerkt. Het leidingverloop biedt voldoende mogelijkheden tot uitzetting. Waar nodig worden uitzettingscompensatoren voorzien. De nodige berekeningen en een gedetailleerd uitvoeringsschema worden ter goedkeuring voorgelegd aan de ontwerper. Leidingen ingewerkt in muren en vloeren worden vooraf spiraalvormig omwonden met anticorrosie hechtende PVC-band, waarbij iedere winding de vorige overlapt met een overlapping van minimaal 20 mm per winding, overeenkomstig NBN EN De omhulde leidingen dienen volledig bestand te zijn tegen corrosie van chemische en elektrolytische aard. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Alle leidingen worden in opbouw geplaatst behalve... Leidingisolatie: om condensvorming op koudwaterleidingen en warmteverliezen van warmwaterleidingen te voorkomen moeten alle ingewerkte leidingen en opbouwleidingen in niet verwarmde ruimten geïsoleerd te worden met een zelfdovende en dampdichte buisisolatie. Leidingkokers sanitaire drukleidingen buizen/koper Sanitaire toevoerleidingen uit roodkoper geschikt voor de verdeling van koud en warm drinkwater. De buizen zijn over hun volledige lengte gemerkt: norm (EN 1057), identificatiemerk fabrikant, fabricagedatum, nominale afmetingen (buitendiameter x wanddikte) (en I-I-I bij halfharde buizen). Overeenkomstig het toepassingsgebied wordt gebruik gemaakt van: Blz. 160

161 (ofwel) (ofwel) halfharde koperen buizen (R250), met inwendige oppervlaktebehandeling tegen corrosie, bestemd voor plaatsing in opbouw, met inbegrip van de fittings en de bevestigingsbeugels. Waar mogelijk worden ze gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. In onverwarmde lokalen en op plaatsen met vorstgevaar worden de buizen elk afzonderlijk geïsoleerd met inbegrip van de koppelstukken en beugels. Het gebruik van voorgeïsoleerde buizen wordt aanbevolen. De beugels zijn uit koper, koperlegering of kunststof. Bij gebruik van verkoperd staal, zamak of een ander metaal is een isolatie tussen de beugel en de buis vereist. harde koperen buizen (R290) Nominale diameters: overeenkomstig de vereiste debieten volgens studie door de aannemer Toelaatbare bedrijfstemperatuur: tot 100 C. Minimale wanddiktes: tot en met diameter 42 mm: 1 mm vanaf diameter 54: 1,2 mm Tussenafstanden voor de beugels volgens onderstaande tabel: Buisdiameter (mm) Vert. beugelafstand (m) Hor. beugelafstand (m) , ,5 De beugels zijn vervaardigd uit koper, koperlegeringen of kunststof met een soepele kunststof inlegband. De buisdiameters worden zodanig gekozen dat de circulatiesnelheid van het water beperkt blijft tot 1,5 m/s voor technische ruimtes en 1 m/s voor woon- en slaapruimten. De buizen worden haaks gesneden met een aangepaste buissnijder, vervormingen worden vermeden. De buizen worden zorgvuldig inwendig en uitwendig ontbraamd. Verbindingen gebeuren door: knelfittingen van het type A (knelring) bij halfharde en harde buizen, niet bij in wand of vloer verzonken buizen; persfitting aangebracht met een automatische persmachine; het systeem heeft een ATG; zachtsolderen (temperatuur < 450 C) met verwijde buisuiteinden of soldeerfittingen tot diameter 28 met gebruik van beits- of vloeimiddel goedgekeurd voor gebruik in drinkwatertoepassingen; insteek- of duwfitting (O-ring), niet bij in wand of vloer verzonken buizen. Buigen van buizen: zachte en halfharde buizen met een wanddikte van 1 mm en tot een diameter van 28 mm. Zie TV 245. Alle doorvoeringen door muren en vloeren zullen uitgevoerd worden met moffen, waarin de buis vrij kan bewegen. Uitzetting: volgens TV 245 Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Leidingisolatie: om condensvorming op koudwaterleidingen en warmteverliezen van warmwaterleidingen te voorkomen moeten alle ingewerkte leidingen en opbouwleidingen in niet verwarmde ruimten geïsoleerd te worden met een zelfdovende en dampdichte buisisolatie sanitaire drukleidingen buizen/kunststof Sanitaire toevoerleidingen uit kunststof met aangepaste koppelstukken, geschikt voor de distributie van koud en warm drinkwater bij een maximale dienstdruk van 10 bar en een doorlopende gebruikstemperatuur van 60 C en een levensduur van 50 jaar. Blz. 161

162 De leidingen zijn over hun volledige lengte gemerkt (fabrikant, overeenkomstigheidskenmerk, buitendiameter en wanddikte, type / norm / samenstelling, productiedatum, ). Leidingen en hulpstukken behoren tot één systeem (koppelingen, ellebogen, manchetten, verdeelcollectoren,...) en worden geleverd door dezelfde fabrikant. Het systeem van buizen, koppelstukken en toebehoren beschikt op datum van aanbesteding over een geldige ATG of gelijkwaardig. : (ofwel) PE-X/al/PE-X leidingen. Drieschalige kunststofbuis bestaande uit een binnenbuis uit vernet polyethyleen PE-X, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een aluminiumlaag als zuurstofdiffusiescherm, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een PE-X buitenbuis. Verbindingen d.m.v. perskoppelingen. Galvanische koppels tussen het aluminium en andere metalen worden vermeden door gebruik van aangepaste koppelstukken/scheidingsringen, volgens voorschriften in de technische goedkeuring en van de leverancier. (ofwel) (ofwel) (ofwel) (ofwel) PE-X-leidingen en PE-HD mantelbuis. De mantelbuis beschermt de PE-X-buis tegen UV, agressieve inwerking van de dekvloer, mechanische beschadiging tijdens de werken en laat thermische uitzettingen van de binnenbuis toe. De PE-X buis moet bij eventuele beschadiging kunnen vervangen worden door uittrekken terwijl gelijktijdig de nieuwe buis wordt ingetrokken. PE-X/al/HDPE leidingen. Kunststofleiding met binnenbuis van vernet polyethyleen waarop een aluminiumbuis is verkleefd en waarover een polyethyleenbuis is geëxtrudeerd. De verbindingen gebeuren dmv schuifkoppelingen. PP-R leidingen. Klasse PN20. Rechte buizen. Bij stapeling en manipulatie zal de temperatuur steeds boven de 5 C liggen. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere verandering moet gebeuren door middel van hulpstukken. De koppelingen gebeuren dmv polyfusielassen volgens de voorschriften van de technische goedkeuring en van de leverancier. De leidingen worden niet ingelegd in de dekvloer. PB leidingen. Rechte buizen. Bij stapeling en manipulatie zal de temperatuur steeds boven de 5 C liggen. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere verandering moet gebeuren door middel van hulpstukken. De verbindingen gebeuren dmv mechanische koppelingen uit messing, PB koppelingen voor moflassen of PB elektrolasmoffen volgens de voorschriften in de technische goedkeuring en de van de leverancier. Nominale diameters: overeenkomstig de vereiste debieten volgens studie door de aannemer Dienstdruk: volgens technische goedkeuring /... Hulpstukken: geleidingsbochten, doorvoermoffen, T-stukken, koppelstukken, beugels of ondersteuningselementen., beschermende mantel, voorzieningen voor uitzetting De uitvoering, de plaatsing en de inregeling van de elementen gebeuren strikt volgens de voorschriften van de technische goedkeuring. Alle hulpstukken, koppelingen, adapters, kraanwerk en het gereedschap voorgeschreven door de fabrikant zijn verplicht te gebruiken. Alle leidingen tussen collector en sanitaire aftappunten zijn verplicht uit één stuk. Zij worden op voldoende plaatsen vastgezet, zodat de dekvloer- en vloerwerken zonder moeite kunnen verlopen. Spanningen ter hoogte van koppelingen worden vermeden door een vloeiend leidingverloop, met respect voor de door de leverancier opgegeven minimale buigstralen en het absoluut vermijden van inklemming in de mantelbuis. Waar vele leidingen bijeenkomen (bv. in de buurt van collectoren), ter plaatse van kruisingen met andere leidingen, wordt voldoende tussenruimte voorzien, opdat de dekvloer voldoende steun heeft op de onderliggende betonvloer. Blz. 162

163 Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzettingen van het materiaal. Alle doorvoeringen door muren en vloeren, ongeacht het type kunststofbuis, zullen uitgevoerd worden met een mantelbuis, waarin de buis vrij kan bewegen. De diameter van deze mantelbuis is voldoende groot zodat de kunststofbuis een ruime speling krijgt en aldus ontoelaatbare spanningen worden vermeden. Waar nodig om korte buigstralen te verwezenlijken of om de buis te ondersteunen worden geleidingsbochten of segmentschalen gebruikt. Om buizen loodrecht uit de vloer te doen komen, worden zij over hun buitenste kromming ondersteund door bochtstukken uit kunststof, voorzien van voetplaat, om rinkinken tijdens dilatatie te vermijden. Voor de aansluiting van toestellen, worden ter hoogte van de aftappunten haakse koppelingen uit messing gebruikt, die de montage van traditionele hoekafsluitkraantjes toelaten. Zij zitten vervat in aangepaste kunststof inbouwdozen, die in holle scheidingswanden kunnen worden gemonteerd en/of in de muur gemetseld worden, afgedekt met cementmortel die ruw is gemaakt om de hechting van het pleisterwerk te bevorderen. De leidingen worden beschermd tegen direct zonlicht. Bij vorstgevaar tijdens uitvoering worden de leidingen geledigd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Beschermmantel: fabrieksmatig aangebracht Leidingisolatie: fabrieksmatig aangebracht Keuring WAARBORGEN De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering, die elke mogelijke schade dekt aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en sanitaire aftappunten en de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw sanitaire drukleidingen - collectoren Voor- en terugloopverdelers (collectoren) en hun toebehoren. De collectoren zijn vervaardigd uit messing / brons, voorzien van afsluitbare schroefkoppelingen en ontluchter. Zij weerstaan aan een temperatuur van 110 C en een bedrijfsdruk van 6 bar en zijn geschikt voor en afgestemd op de installatie en haar onderdelen waarin ze functioneren. De verbindingen gebeuren met aangepaste koppelingen, volgens de voorschriften van de technische studie en/of volgens de voorschriften van de fabrikant. De doorgangsdoorsneden voor de hoofdaansluiting en de lusaansluitingen zijn daarbij afgestemd op de doorsneden van de leidingen waarop ze worden aangesloten. De as-afstand tussen elke twee buizen bedraagt ca. 50 mm. Iedere collector is voorzien van een ontluchter (3/8 ), een hoofdafsluitkraan (kogel- of bolkraan) om het collectorgeheel volledig afsluitbaar te maken. De kranen zijn aangepast aan het gebruikte leidingsysteem voor de lussen om elke lus waar nodig afzonderlijk te kunnen regelen en afsluiten. De geïntegreerde bediening- en regelventielen zijn voorzien van een geheugenschroef en dit per sanitaire kring. : messing / brons Diameter hoofdaansluitingen: volgens studie van aannemer, inclusief nodige reserve Diameter verdeelaansluitingen: volgens studie van aannemer, inclusief nodige reserve Aantal aansluitingen (lussen + 1): Bevestigingsbeugels: Blz. 163

164 Aanvullende specificaties In niet-technische lokalen worden de collectoren opgesteld in een universele verdeelkast voor muurinbouw bestaande uit: een wand inbouwdoos uit gemoffeld staal of kunststof met afdekplaat / draaideurtje met slot, te plaatsen in de dikte van de muur zonder beschadiging van eventuele waterkeringen, thermische of akoestische isolatie en de luchtdichtheidsschil. een haakse koppeling uit messing; een bevestigingsbeugel in verzinkt staal. De collectoren worden opgesteld op bereikbare plaatsen in de op plan aangeduide lokalen. De juiste opstelling ervan wordt vastgelegd in samenspraak met het Bestuur. Zij worden gemonteerd met aangepaste bevestigingsconsoles op een gepaste hoogte ten opzichte van vloer of plafond, zodat de leidingen in mooie, gelijkmatige bochten, de afwerking kunnen binnendringen, zonder scherpe hoekbochten. Alle kunststofleidingen tussen sanitaire aftappunten en collectoren worden aangelegd in één stuk, verbindingen zijn niet toegelaten. Het aantal aansluitingen per collector is oordeelkundig afgestemd op het aantal sanitaire aftappunten. In principe wordt ieder aftappunt met een leiding van doormeter 16 mm rechtstreeks vanuit de collector gevoed; om het aantal leidingen en aansluitingen aan de collectoren te beperken, is het echter toegestaan om twee aftappunten samen te bedienen; in dit geval wordt er een leiding 20 mm naar het eerste aftappunt gebracht van waaruit dan een leiding 16 mm naar het tweede aftappunt loopt; de inbouwdoos aan het eerste aftappunt laat de aansluiting van beide leidingdiameters toe. Ingestorte koppelingen zijn niet toegestaan. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Voor een verzorgde afwerking en/of aansluiting met het pleisterwerk worden de collectoren en zichtbare leidingen bevestigd op een WBP-multiplexplaat (18mm). Voor een verzorgde afwerking worden ter hoogte van het uit de vloer komen van de zichtbare leidingen aangepaste plintsokkels voorzien. Keuring De uitvoering is zuurstofdicht en minimum 25 jaar bestand tegen een bestendige bedrijfsdruk van 10 bar bij water van 80 C. Bij storing mag bij 110 C en een druk van 6 bar gedurende 8000 uren geen beschadiging, noch kwaliteitsvermindering ontstaan sanitaire drukleidingen - leidingisolatie Alle warmwaterleidingen ingewerkt in dekvloeren of wanden, alle leidingen (koud & warm) die door nietverwarmde lokale lopen of die enkel tot op vorstvrije temperatuur verwarmd worden, moeten geïsoleerd worden. De leidingisolatie is zelfdovend, chemisch neutraal, niet giftig, bevat geen corrosieverwekkende bestanddelen en is bestand tegen temperaturen van -15 C tot 90 C. De binnendiameter van de isolatie moet aangepast zijn aan de buitendiameter van de leidingen zodat deze perfect worden omsloten. De isolatie is doorlopend over de eventuele ophangbeugels. Bij diameters vanaf ND40 worden alle toebehoren (kranen, koppelingen ) eveneens geïsoleerd. Er wordt gebruik gemaakt van: (ofwel) fabrieksmatig aangebrachte isolatiemantels; (ofwel) soepele slangen uit hoogwaardig polyurethaan / synthetisch schuimrubber met gesloten celstructuur en gladde buitenwand. Naadafdichting zelfklevend of door verlijming; Blz. 164

165 (ofwel) (ofwel) stijve schalen van minerale wol (rotswol met densiteit tussen kg/m3 of glaswol met densiteit tussen kg/m3), concentrisch gewikkeld, gebonden met kunstharsen en uitgehard, waterafstotend, niet hygroscopisch, niet capillair en vormstabiel. Minerale wol met aluminium folie (20 m) voorzien van netwapening en mechanisch vastgezet, naaddichting d.m.v. van zelfklevende overlap of tape. Systeem met technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig; voorgevormde klapschalen uit polyurethaanschuim / resolschuim / minerale wol, afgewerkt met versterkte aluminiumfolie, pvc-bandage,. Naadafdichting zelfklevend of door verlijming. Warmteweerstand R: min. m2k/w Aanvullende specificaties Reactie bij brand (NBN EN 13501): minimum klasse A2-s1,d0 / Voorzien van een extra beschermende vochtremmende mantel. Niet-zichtbare koudwaterleidingen in een verwarmd lokaal worden ook geïsoleerd. De nodige maatregelen worden genomen om het nat worden van de isolatie te voorkomen. Bij het aanbrengen moeten zowel de isolatie als de leidingen volledig droog zijn. De richtlijnen van de fabrikant worden strikt opgevolgd. Het plaatsen van de isolatie wordt pas uitgevoerd nadat de leidingen en apparaten van de nodige beschildering en/of beschermingstape werden voorzien en na uitvoering van de dichtheidsproeven van de leidingen. Elke leiding wordt afzonderlijk geïsoleerd. De installateur zal de leidingen daartoe met voldoende tussenruimte plaatsen om een vakkundige plaatsing en verzorgde afwerking van de isolatie mogelijk te maken. De isolatie wordt goed aaneensluitend op de leidingen aangebracht en mag niet onderbroken worden ter plaatse van bochtstukken, bevestigingen of steunen van de leidingen. De bochten en aftakkingen worden uitgevoerd met voorgevormde stukken of met op maat gesneden segmenten. Naden worden naar beneden gericht en zijn zorgvuldig afgekleefd of verlijmd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De uiteinden van de leidingisolatie worden op gepaste wijze afgewerkt (o.a. speciale manchetten bij minerale wol) en gemerkt met getuigeringen in genormaliseerde kleuren. Op plaatsen waar kans is op beschadiging van de isolatie, wordt een bescherming voorzien met stijve schalen (PVC / ALU) of een gewapende folie. Tenzij de isolatie op zichzelf een dampscherm vormt wordt bij het beschermen van de isolatie rond koudwaterleidingen tussen de isolatie en de bescherming een dampscherm aangebracht. Alle naden tussen de dampschermelementen onderling als tussen deze en de leidingen aan het uiteinde van de isolatie worden volstrekt vochtdicht gekleefd met een zelfklevende aluminiumband van minstens 50 mm breed. Toepassing Alle vrij opgestelde koud- en warmwaterleidingen. Alle ingewerkte warmwaterleidingen in dekvloeren of wanden. Volgens plannen en meetstaat sanitaire drukleidingen - verwarmingslint Levering en plaatsing van een verwarmingslint, met inbegrip van alle toebehoren, bestemd voor het vorstvrij houden van waterleidingen en meters opgesteld in niet-verwarmde ruimten. Het lint is voorzien van een zelfregelende kern met ingebouwde thermostaat, netaansluiting en aarding. Blz. 165

166 Er wordt slechts stroom afgenomen in de functie van afkoeling van de leidingtemperatuur. Het toestel is CEBEC-gekeurd. Vermogen per meter lint: ca. 15 / 20 / 30 / 60 / W/m / beschermingsfactor tot -30 C buitentemperatuur. Lengte: te plaatsen over ganse lengte leiding, blootgesteld aan vorstrisico s proberen te vermijden Te plaatsen tussen buis en isolatie, volgens de voorschriften van de leverancier. Het lint wordt op regelmatige afstand bevestigd aan de buis. Bij horizontale leidingen wordt het lint bij voorkeur onderaan de buis geplaatst. Op de buitenzijde van de isolatie wordt op regelmatige afstand de vermelding Elektrische verwarming 230 V aangebracht. Toepassing Op alle leidinggedeelten en/of watermeters blootgesteld aan vorstgevaar (in verluchte kruipruimtes, geventileerde ruimtes, zolders met geïsoleerde vloer, ) sanitaire drukleidingen - flexibele leidingen Levering en plaatsing van flexibele leidingen voor de verbinding van toestellen en hulpmiddelen op het leidingnet. De flexibele aansluiting is geschikt voor drinkwater en bestaat uit een soepele buis uit EPDM met een omvlechting uit roestvast staal. Ze zijn bestand tegen temperaturen van 0 C tot 100 C bij een maximale druk van minstens 6 bar. Voor sanitaire toepassingen is de binnendiameter minstens 8 mm. De koppelingen zijn in vernikkeld messing. De lengte is voldoende om de eventuele uitzettingen toe te laten. De slang mag niet aan torsie onderworpen worden. De buigstraal beantwoord aan de voorschriften van de leverancier. Toepassing Aansluiting van de toestellen zoals aangeduid op de plannen en / of volgens meetstaat aansluiting leidingnet - algemeen De aansluitingen van het waterleidingnet, met inbegrip van de watermeter(s) worden uitgevoerd door de aannemer en zijn ten laste van de aannemer. Alle aanvullende kosten voor het maken en dichten van sleuven, kapwerken, e.d., die niet in de offerte voor aansluiting van de distributiemaatschappij zijn inbegrepen, vallen integraal ten laste van de aannemer. De installateur sluit aan op de reglementaire meterstraat, nadat de door hem uitgevoerde installatie werd goedgekeurd door de De Watergroep of een erkend organisme, aanvaard door de watermaatschappij (Drinkwaterdecreet van 24 mei 2002). Deze gelijkvormigheidskeuring moet plaats vinden voor de eerste ingebruikname. De installateur staat in voor de coördinatie met de eventuele andere betrokken aannemers (zoals verwarming, sanitair warm water ) met het oog op de keuringsaanvraag. De kosten voor een eventuele extra keuring zijn ten laste van de aannemer. De aannemer levert de keuringsattesten af aan het Bestuur. Blz. 166

167 aansluiting leidingnet - reglementaire meterstraat Na de meter wordt, conform de reglementeringen van de waterleverende maatschappij, een meterstraat voorzien bestaande uit een keerklep, een afsluitkraan met spuier en de nodige koppelingen. De uitvoering gebeurt in overleg met het Bestuur. De aannemer neemt tijdig contact op met een keuringsorganisme om de installatie te laten keuren te laten uitvoeren. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Opstelling: vloersokkel en wandplaat, voor een verzorgde opstelling van leidingen en collectoren. Er zal in één woning een modelopstelling gemaakt worden, die ter goedkeuring aan het werfbestuur moeten wordt voorgesteld, voor de aansluitingen in de andere woningen worden aangevat aansluiting leidingnet - voedingsleidingen & tellers In het geval dat afzonderlijke tellers worden voorzien na één algemene watermeter, staat de aannemer in voor de nodige voedingsleidingen en tellers per individuele aansluiting. Meting meeteenheid: per aansluiting, 1 per bungalow Opstelling: vloersokkel en wandplaat, voor een verzorgde opstelling van leidingen en collectoren. Er zal in één woning een modelopstelling gemaakt worden, die ter goedkeuring aan het werfbestuur moeten wordt voorgesteld, voor de aansluitingen in de andere woningen worden aangevat aansluiting leidingnet waterfilters Na de waterteller wordt aan het begin van het leidingnet een waterfilter geplaatst om vervuiling vanuit het drinkwaternet te voorkomen. De filter heeft een maaswijdte van ten hoogste 150 µm en is eenvoudig reinigbaar waterbehandeling algemeen Alle inrichtingen om de waterkwaliteit te verbeteren zoals ontharding, filtering, met inbegrip van de levering, plaatsing, aansluiting, alle nodige hulpstukken om tot een operationeel geheel te komen. Noodzakelijke afregeling en keuringen inbegrepen waterbehandeling - filters De filter omvat een stuk voor inbouw in de leiding, een doorzichtige filterkap en een verwijderbaar (zonder onderbreking van het waterdebiet in de leiding) filterpatroon. Capaciteit: 0,25-1 m3/u / Aansluitdiameters: 3/4 / 1 / Werkdruk: ca. 1,5 tot 6 bar Filtermaat: Werkingstemperatuur: ca. 5 tot 35 C. Blz. 167

168 61. SANITAIRE TOESTELLEN & TOEBEHOREN sanitaire toestellen en toebehoren - algemeen De post "sanitaire toestellen & toebehoren" omvat de levering en plaatsing van de respectievelijke toestellen, met inbegrip van alle bijhorigheden zoals stoppen, bevestigingsmiddelen, aansluitingen, afsluitkranen en rozetten, overlopen, afvoergarnituren met sifon, elastische dichtingen, toebehoren,. De bedieningskranen maken deel uit van een afzonderlijke post en worden behandeld in hoofdstuk 62. Materialen Alle toestellen voldoen aan reglement van Belgaqua. Alle sanitaire toestellen, die deel uitmaken van een geheel of binnen hetzelfde sanitair lokaal hebben dezelfde homogene (witte) kleurnuance en zijn onderling in harmonie qua vorm en uitzicht. Op elk sanitair toestel is een fabrieksmerk aangebracht op een onuitwisbare en bescheiden wijze. Elk toestel moet voorzien zijn van een reukafsluiter. De aansluitingen op afvoerleidingen en reukafsluiters moeten uitgevoerd worden in hittebestendige materialen overeenkomstig NBN EN Afvoerinrichtingen voor sanitaire toestellen - Delen 1-3. Alle zichtbare metalen onderdelen en bevestigingstoebehoren zijn verchroomd of uit inox. De te leveren sanitaire toestellen, opgesteld in een en hetzelfde lokaal, maken steeds deel uit van eenzelfde gamma. Van alle te leveren modellen en hun toebehoren zullen voorafgaandelijk de nodige stalen en technische documentatie ter goedkeuring worden voorgelegd aan de architect en/of bouwheer. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één model ter keuze te eisen. De sanitaire kitten zijn vrij van oplosmiddelen (neutrale, niet-zuurhoudende siliconen op basis van polysiloxanen, polysufiden, ). Ze polymeriseren nagenoeg volledig zonder krimp, zijn blijvend elastisch, schimmelwerend en goed bestand tegen reinigings- en oplosmiddelen. Kleur: standaard wit. Azijnzuurhoudende sanitaire siliconen mogen nooit worden gebruikt bij baden en douches uit acrylaat vanwege mogelijke risico s op vlekvorming. De toestellen worden geplaatst en aangesloten door een aannemer gespecialiseerd in loodgieterij en sanitaire werken. De algemeen aannemer staat evenwel in voor een goede coördinatie m.b.t. de water aan- & afvoervoorzieningen, de vloer- en wandafwerkingen, en met alle vaste uitrustingen, zoals inbouwmeubilair,. Er dient rekening gehouden te worden met de specifiek op het product afgestemde plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. De sanitaire toestellen worden geplaatst op de locatie zoals aangeduid op de plannen. De juiste opstelniveaus zullen per type toestel en lokaal besproken worden. De toestellen worden waterpas geplaatst en stevig verankerd in wanden en/of vloeren. Alle bevestigingsschroeven, bouten en moeren zijn in roestvast staal (RVS). Openstaande voegen tussen toestellen, vloer- en wandafwerkingen en werkbladen zullen zorgvuldig worden ontvet en opgespoten met een hoogwaardige, blijvend elastische, niet-zuurhoudende sanitaire kit of voorzien van een aangepast dichtingsprofiel, overeenkomstig de aanbevelingen van TV Betegeling in vochtige ruimten. Indien vereist volgens de richtlijnen van de fabrikant dient voorafgaandelijk een hechtlaag (primer) te worden aangebracht. De uitvoering moet gebeuren in optimale uitvoeringscoördinatie met de plaatsing van eventuele wandbetegelingen volgens rubriek De sanitaire aansluitingen garanderen een water- en reukdichte aansluiting, een goede lediging en afwatering, conform NBN EN 274. De diameters van zowel aan- als afvoerleidingen zijn afgestemd op deze van de respectievelijke aansluitpunten. Tenzij anders gespecificeerd op plannen en/of in het bestek, worden alle toe- en afvoerleidingen van wastafels, douches, baden en toiletten zoveel mogelijk ingewerkt in vloeren en muren. Alle toestellen, vervaardigd uit metaal, moeten worden voorzien van een klem voor aansluiting op de bijkomende equipotentiaalverbindingen, overeenkomstig het AREI. Blz. 168

169 Na plaatsing wordt alle verpakkingsafval van de werf verwijderd, worden de toestellen en hun toebehoren ontdaan van alle klevers. Voor de voorlopige oplevering wordt de installatie volledig ontvet en gereinigd. Alle elementen welke beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als tijdens de plaatsing worden op kosten van de aannemer vervangen. Keuring Er worden geen destructieve proeven uitgevoerd als de aannemer een attest van de fabrikant kan voorleggen waaruit blijkt dat de geleverde toestellen van eerste keus zijn. Alle aansluitingen worden na plaatsing getest op hun water- en reukdichtheid. Tegelijkertijd wordt de goede werking van de spoelinrichtingen gecontroleerd. De controles gebeuren in aanwezigheid van de architect toiletpotten en toebehoren - algemeen De installatie omvat de levering en plaatsing van de toiletpotten, inclusief de spoelreservoirs en -inrichtingen, de uitlaatkoppelingen, de aansluiting van de muurstopkraantjes en de aanvoerleidingen en alle vermelde toebehoren zoals toiletbril en papierrolhouder,. Materialen TOILETPOTTEN De toiletpotten zijn vervaardigd uit sanitaire vuurklei of sanitair porselein. Ze zijn overeenkomstig hun opstelling van het type diepspoel- of hevelmodel en voorzien van een reukslot van minimum 5 cm. SPOELRESERVOIR & INRICHTING De spoelinstallatie bestaat uit een waterreservoir, een voedingssysteem en een leegloopinrichting. Zij is afgestemd op de afmetingen en de aard van het type toiletpot. De aanbouw-rugspoelbak met aansluitgarnituur garandeert een waterdichte en stabiele bevestiging van het spoelreservoir op de toiletpot d.m.v. minimaal twee schroefbouten. Het reservoir heeft een inhoud van maximaal 6 liter en zal voldoen aan het reglement BELGAQUA. De bijhorende spoelinrichting is vervaardigd uit synthetisch materiaal en vergt een minimale druk, afhankelijk van het type en de werkwijze van het toestel. De spoelkraan met verstelbare vlotter heeft een progressieve geleidelijke sluiting, is bestand tegen drukstoten en voorzien van een anti-zuiginrichting. Het systeem moet een snelle, geruisarme vulling (maximaal 20 db bij een voedingsdruk van 3 bar hetzij maximaal 12 db bij 5 bar) en een perfecte afsluiting garanderen. De wateraansluiting kan in principe zowel links, of rechts gebeuren en wordt geleverd met een kraanaansluiting, aanvoerbuis en afsluitkraan, alle in verchroomd messing, met een minimum diameter van 3/4". TOILETZITTING De toiletzittingen behoren tot de standaard toebehoren en zijn van het type met opklapbaar deksel. In open stand blijven de zitting en/of het deksel veilig rechtop staan. De zittingen zijn ergonomisch van vorm en dienen harmonieus aan te sluiten op de toiletpot. Zij zijn voorzien van bumpers uit rubber of soepele kunststof. De scharniergewrichten zijn uit roestvast staal of verchroomd messing. Zij worden bevestigd met twee, aan de afstand tussen de boutgaten regelbare, vleugelmoeren in RVS of hoogwaardige kunststof. De zitting en het deksel moeten breukvast zijn en stevig genoeg zijn om een volwassen persoon (ca. 100 kg) toe te laten erop recht te staan zonder dat dit blijvende vervormingen of barsten veroorzaakt. De aannemer staat in voor de juiste maatafstemming tussen de uitlaatkoppeling van het toestel en de in de ruwbouw te integreren aansluitpunten met de riolering. De uitlaat van de toiletpot wordt water- en reukdicht op de riolering aangesloten met behulp van een aangepaste toiletmof met lipdichting uit rubber of kunststof. De riolering zelf zal zo gedimensioneerd, verlucht en uitgevoerd worden zodat de wc-afvoer feilloos werkt. De plaatsingshoogte (verticale afstand tussen het bevestigingsvlak voor de toiletzitting en de afgewerkte vloer) bedraagt 400 mm + 10 mm (ofwel 500 mm voor WC mindervaliden). Blz. 169

170 Keuring De bevestiging is zodanig uitgevoerd dat de geplaatste toiletpotten gedurende 1 uur een statische last van 150 kg kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing of beschadiging toiletpotten en toebehoren - hangend Wandtoiletpotten bestemd voor ophanging, vervaardigd uit sanitair porselein. De bevestigingsmodule met ingebouwde jachtbak en spoelinrichting is een prefab installatie-element, geschikt voor montage in of voor de muur met verstelbare montagesteun en ingebouwde bevestigingshulzen. Het element is uitgerust met een geluidsarm inbouwspoelreservoir in hoogwaardige kunststof, voorzien van een anticondensisolatie en een aangepast aansluitgarnituur voor het waterdicht bevestigen van het spoelreservoir op de toiletpot. De spoelinrichting is standaard uitgerust met een waterbesparende dubbel instelbare leegloopinrichting (3 of 6 liter). Het bezoekluik is afgedekt met een plaat in kleurvaste kunststof met twee in het deksel geïntegreerde drukknoppen. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. Type: diepspoelmodel (T-vormig met afgeronde zijkanten en verborgen sifon) Spoelreservoir: inbouwdiepte maximum 200 mm Afmetingen: zithoogte: / mm breedte: / mm diepte: /... mm Bedieningspaneel: kunststof wit / inox (geborsteld) Toiletzitting: met valdempende functie en thermohardende kunststof / hout bespoten met kunststof / ; kleur: wit Papierrolhouder en reserverolhouder en toiletborstel met houder : roestvast staal geborsteld. (zelfde reeks voor badkamer toebehoren) De montage gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant en de aanduidingen op de plannen. Het toilet wordt tegen de muur bevestigd bij middel van een speciale ingewerkt frame en/of L-vormige draagstoelen uit verzinkt staal, zodat het een statische last van 1500 N kan dragen zonder merkbare verplaatsing. De keuze van de bouten is afhankelijk van de samenstelling van de muur en de aard en type van het ingebouwd spoelsysteem. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk over gans het draagvlak van de toiletpotten, een verdelingspasta uit te strijken. Blz. 170

171 Indien wandtegels zijn voorzien, wordt tussen de wandtegels en het toestel een isolatielaag geplaatst uit speciale kunststof, perfect op maat gesneden van het toestel, dikte + 5 mm. De wateraanvoer en -afvoer worden onzichtbaar aangebracht. De papierrolhouders worden d.mv. een onzichtbare bevestiging met schroeven op een hoogte tussen 70 en 90 cm gemonteerd wastafels en toebehoren - algemeen De eenheidsprijs omvat de levering, de bevestiging en aansluiting van het toestel met inbegrip van de ophangelementen, het waterafvoersysteem, de verchroomde muur-stopkraantjes voor elke te monteren kraan en toebehoren. Materialen De wastafels voldoen aan NBN EN Sanitaire toestellen Wastafels Functionele eisen en beproevingsmethoden en NBN EN 31 - Wandwastafels - Aansluitmaten. De zichtbare aanvoerleidingen en de bevestigingsbeugels en stopkranen zijn vervaardigd uit verchroomd messing. De uitloopfitting 5/4" is uit roestvast staal of verchroomd messing. De wastafels worden stabiel en horizontaal geplaatst, de standaard plaatsingshoogte (bovenkant) bedraagt 830 +/-20 mm. De juiste opstelling van de toebehoren is in overleg met de architect te bepalen. Keuring De bevestiging is aangepast aan de dragende wand en zodanig dat de wastafels een statische last van 100 kg kunnen dragen zonder merkbare verplaatsing wastafels en toebehoren wandmodel wastafels en toebehoren wandmodel/porselein Wandwastafels uit sanitair porselein. Ze worden samen met het afvoersysteem, de rozetten en de kranen ter goedkeuring aan de architect voorgelegd. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. Type: enkele wastafel Model: afgerond model met ovalen kom, boogvormige rug en zijvlakken, voorzien van spatrand Afmetingen: ca. 600x500x220 /... mm; capaciteit: ca. 7 /... liter, (toleranties + 30 /... mm) Kraanopstelling: centraal kraangat / kraangat op de zijrand / zonder kraangat (wandmontage). Overloop: voorzien van overloop ingewerkt in het materiaal / geïntegreerd in een dubbele wand Afvoerplug: klepafsluiting met mechanische bediening Sifon (losschroefbaar met waterslot van min. 4 cm): bekersifon(verchroomd messing / verchroomd polypropyleen) Aanvullende specificaties Afscherming sifon: met bijpassende schaal Tablet: materiaal: (ofwel) sanitair porselein met afgeronde hoeken en onzichtbaar bevestigd, het bovenvlak vertoont rondom een kraag (ofwel) doorschijnend of opaal gehard glas, met twee consoles en galerij uit verchroomd messing (ofwel) kunststof, onzichtbaar bevestigd met 2 consoles uit hoogwaardig nylon, kleur Spiegel: Blz. 171

172 : spiegelglas volgens NBN EN Glas in gebouwen - Verzilverde floatglazen spiegels voor binnengebruik draaglaag: min. klasse II weerkaatsende laag: min. klasse B min. dikte: 4 mm gladgeslepen randen. Vorm: rechthoekig Afmetingen: 1000x800 mm Kleur: neutraal zilver Handdoekdrager: Type: en beweegbare handdoekdrager bestaande uit één / twee buisprofiel(en) met een corrosievrije stalen kern; lengte: 45 cm; uitwendige diameter: min. 20 / 25 / 30 mm aan de wasbak en vaste handdoekdrager bestaande uit een buisprofiel met een corrosievrije stalen kern; lengte: 600 / 750 / mm; uitwendige diameter: minimum 15 /... mm aan de douche en drie handdoekhaakjes of kledinghaakjes, eenvoudig model : roestvast staal geborsteld. (zelfde reeks voor toilet toebehoren) De wastafels worden onzichtbaar aan de muur bevestigd, ofwel met twee roestvaste trekbouten (minimum ND M 12 en trekweerstand van 2000 N per bout), ofwel met twee bijpassende metalen haken. Krachtenconcentraties worden vermeden door voorafgaandelijk elastische glijringen te plaatsen tussen de moeren en de wastafels. Het tablet wordt op 35 cm boven de wastafel geplaatst. Alle bevestigingsvijzen zijn uit roestvast staal 18/8 of verchroomd messing, met PVC-pluggen. De spiegel wordt geplaatst met bevestigingshaken bestaande uit RVS 18/8 of verchroomd messing. Er moet een ruimte van 3 tot 5 mm tussen de muur en de spiegel gelaten worden om ventilatie mogelijk te maken. De handdoekdragers worden onwrikbaar in de muur bevestigd volgens de richtlijnen van de fabrikant / door middel van schroeven die door rozetten aan het zicht worden onttrokken. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De voegen tussen het muurvlak en de wastafel worden afgekit met daartoe geschikte neutrale, niet zuurhoudende sanitaire siliconen, wit of kleur te kiezen door de architect. De voegen tussen faience en tablet worden aangespoten met witte of kleurloze neutrale, niet zuurhoudende sanitaire siliconen, met gebruik van primer indien vereist wastafels en toebehoren - inbouwmodel Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Blz. 172

173 Wastafels bestemd voor inbouw in een meubel, een tablet of dergelijke (zie artikel badkamermeubelen). Ze worden voorzien van een synthetische dichtingsring om de wasbak waterdicht aan te sluiten op het inwerkvlak. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. : (ofwel) geëmailleerd plaatstaal van minimum 1 mm dikte; klasse van het B, kleur wit /... (ofwel) RVS (AISI 304) (ofwel) wit sanitair porselein (ofwel) acrylaat,... Model: rond, diameter ca. 470 / 500 / mm / ovaal ca / mm; diepte: ca. 200 mm Kraanopstelling: centraal kraangat / kraangat op de zijrand / zonder kraangat Overloop: ingewerkt in het materiaal / afzonderlijke PP-buis Afvoerplug: klepafsluiting met mechanische bediening Sifon (losschroefbaar met waterslot van min. 4 cm): bekersifon(verchroomd messing / verchroomd polypropyleen) / buissifon Aanvullende specificaties Tablet: materiaal: (ofwel) sanitair porselein met afgeronde hoeken en onzichtbaar bevestigd, het bovenvlak vertoont rondom een kraag (ofwel) doorschijnend of opaal gehard glas, met twee consoles en galerij uit verchroomd messing (ofwel) kunststof, onzichtbaar bevestigd met 2 consoles uit hoogwaardig nylon, kleur Spiegel: : spiegelglas volgens NBN EN Glas in gebouwen - Verzilverde floatglazen spiegels voor binnengebruik draaglaag: min. klasse II weerkaatsende laag: min. klasse B min. dikte: 4 mm gladgeslepen randen. Vorm: rechthoekig / vierkant / Afmetingen: minstens 800x600 mm Kleur: neutraal zilver Handdoekdrager: Type: en beweegbare handdoekdrager bestaande uit één / twee buisprofiel(en) met een corrosievrije stalen kern; lengte: 45 cm; uitwendige diameter: min. 20 / 25 / 30 mm aan de wasbak en vaste handdoekdrager bestaande uit een buisprofiel met een corrosievrije stalen kern; lengte: 600 / 750 / mm; uitwendige diameter: minimum 15 /... mm aan de douche en drie handdoekhaakjes of kledinghaakjes, eenvoudig model : roestvast staal geborsteld. (zelfde reeks voor toilet toebehoren) Blz. 173

174 Het uitzagen of uitsparen van de opening in de inbouwtafels is in de eenheidsprijs inbegrepen. De wastafels worden op een stabiele wijze en horizontaal geplaatst. De aansluitingsvoegen met de inbouwtafels worden gedicht ofwel met behulp van geschikte neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen (wit of kleur te kiezen door de architect) ofwel door voorgevormde elastische profielen. Een voorbeeld van afwerking dient ter goedkeuring voorgelegd. Het tablet wordt op 35 cm boven de wastafel geplaatst. Alle bevestigingsvijzen zijn uit roestvast staal 18/8 of verchroomd messing, met PVC-pluggen. De voegen tussen faience en tablet worden aangespoten met witte of kleurloze neutrale, niet zuurhoudende sanitaire siliconen, met gebruik van primer indien vereist. De spiegel wordt geplaatst met bevestigingshaken bestaande uit RVS 18/8 of verchroomd messing. Er moet een ruimte van 3 tot 5 mm tussen de muur en de spiegel gelaten worden om ventilatie mogelijk te maken. De handdoekdragers worden onwrikbaar in de muur bevestigd volgens de richtlijnen van de fabrikant / door middel van schroeven die door rozetten aan het zicht worden onttrokken. Keuring De onderbouw of draagconstructie moet een statische overlast van 100 kg kunnen dragen douches - algemeen De installatie omvat de levering, plaatsing en aansluiting van de vlakke douchekuip, haar onderstel met sokkel, de afvoerinrichting met garnituur en reukafsluiter, de rozetten en de afsluitkranen, alsook alle bijhorigheden zoals afsluitklep of rubberstop met parelketting, douches - geëmailleerd staal Douchebak zonder overloop, geschikt om in te bouwen en beantwoordend aan NBN EN Douchebakken voor huishoudelijk gebruik, NBN EN Douchebakken Aansluitmaten De naadloze douchekuip is uit één stuk geperst in staalplaat en geëmailleerd op alle vlakken. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. De zichtbare aanvoerleidingen zijn vervaardigd uit verchroomd koper. Vorm: vierkant Afmetingen: 800x800 / 900x900 mm. De diepte bedraagt minimaal 30 mm. Plaatdikte (incl. laag): minimum 2,3 / 2,5 / 3 / 3,5 mm Oppervlak: vlak / geprofileerd (antislip) Kleur: wit Ondersteuning: wiegen / een onderstel met regelbare stelpoten Sifon: hittebestendig PPR / PE / PVC-C Blz. 174

175 Afvoergarnituur: klep (diameter 90 mm) met mechanische bediening Voorzien van contactlip voor de bijkomende equipotentiaalverbinding volgens artikel Voegen: neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen; kleur: wit Aanvullende specificaties De douchebak wordt geluiddempend gemaakt door een bespuiting op basis van minerale vezels of door een bitumineuze laag. De douchebak wordt geplaatst overeenkomstig artikel douches - algemeen. Ze wordt (ofwel) verzonken geplaatst, zodat deze enkele mm lager ligt dan de aangrenzende bevloering. (ofwel) ingewerkt in een sokkel (uitbekleding volgens rubriek 51.80). De voegen worden zorgvuldig afgekit met neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur wit of te kiezen door de ontwerper. De voegdichtingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de douchebak en/of de faiencebekleding. Bij de metalen douchebakken wordt de aardverbindingsklem d.m.v. een koperen geleider verbonden met het dichtst bijgelegen aardverbindingspunt volgens de richtlijnen van het AREI. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Er dient een dubbele voegafdichting te worden voorzien, d.w.z. dat de voeg een eerste maal dient opgespoten te worden vóór plaatsing van de wandbetegeling volgens rubriek Pas na visuele controle door de architect mag de betegeling geplaatst worden douches - acrylaat Naadloze douchekuip, uit één stuk geperst en/of gegoten acrylaat, overeenkomstig NBN EN Specificatie van badkuipen en douchebakken voor huishoudelijk gebruik, gemaakt van acrylmateriaal en NBN EN Specificatie van gegoten acrylplaten voor badkuipen en stortbadbakken voor huishoudelijk gebruik. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. De zichtbare aanvoerleidingen zijn vervaardigd uit verchroomd koper. Vorm: vierkant / volgens aanduiding op plan Afmetingen: 800x800 / 900x900 mm. Diepte: ca. 30 mm (+ 10 mm) Dikte acrylaat: minimum... mm / met geïntegreerde houten bodemplaat Kleur: wit Sifon: hittebestendig PPR / PE / PVC-C Afvoergarnituur: klep (diameter 90 mm) met mechanische bediening Ondersteuning: wiegen / een onderstel met regelbare stelpoten Voegen: neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen; kleur: wit De douchebak wordt geplaatst overeenkomstig artikel douches - algemeen. Ze wordt verzonken geplaatst, zodat deze enkele mm lager ligt dan de aangrenzende bevloering. De voegen worden zorgvuldig afgekit met neutrale, niet-zuurhoudende sanitaire siliconen, kleur wit of te kiezen door de ontwerper. De voegdichtingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de douchebak en/of de faiencebekleding. Blz. 175

176 Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Er dient een dubbele voegafdichting te worden voorzien, d.w.z. dat de voeg een eerste maal dient opgespoten te worden vóór plaatsing van de wandbetegeling volgens rubriek Pas na visuele controle door de architect mag de betegeling geplaatst worden speciale toebehoren - algemeen De aanvullende uitrustingen voor de badtoestellen en/of douches, die niet standaard begrepen zijn in de eenheidsprijs van de toestellen zelf. De eenheidsprijs per bijkomend uitrustingsattribuut omvat steeds de levering en plaatsing tot een volledig afgewerkt geheel. Materialen De voorziene systemen worden vooraf ter goedkeuring aan de architect voorgelegd. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. Alle metalen elementen zijn corrosiebestendig, ergonomisch en veilig van vormgeving, zonder scherpe randen. De bevestiging van de uitrustingen gebeurt volgens de aanwijzingen van de fabrikant. De juiste opstelling gebeurt in overleg met de architect. Bij de voorlopige oplevering worden alle klevers verwijderd en de uitrustingen volledig gereinigd speciale toebehoren - rail en douchegordijn Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) De rail voor het douchegordijn bestaat uit (ofwel) een afgeronde buis van inox / verchroomd messing met uitwendige diameter van ca mm die de binnenomtrek van de stortbad ontvanger volgt. (ofwel) een ronde buis met een corrosievrije stalen kern, overtrokken met in de massa gekleurde nylon, uitwendige diameter ca. 30 /... mm; kleur te bepalen door de ontwerper. Hoeken zijn afgerond. Bevestigingseinden worden voorzien van een rozet uit verchroomd messing. De rail wordt uitgerust met het nodige aantal glijringen aangepast aan het railtype. De ringen zijn vervaardigd uit hoogwaardig kunststof / verchroomd messing en kunnen geopend worden, zij zijn op de gordijnroede geregen, minimaal 1 per 10 cm lengte. Toebehoren Douchegordijn: kleurloos ondoorzichtig zwaar PVC (dikte ca. 0,3 mm), omzoomde randen. Bevestigingsogen: scheurvaste afwerking uit kunststof / verchroomd messing. De bevestiging van de rail op de wand gebeurt op een onzichtbare wijze met aangepaste rozassen of volgens voorstel van de fabrikant speciale toebehoren - douchedeuren en -wanden Het systeem bestaat uit vaste en beweegbare delen, zodat de volledige douchehoek kan worden gesloten. De douchedeuren en -wanden zijn vervaardigd uit veiligheidsglas of acrylaat, slagvast, doorschijnend en hittebestendig. Zij worden gemonteerd in één of meerdere kaders van aluminiumprofielen. Blz. 176

177 Type: hoekinstap met twee schuifpanelen / vast paneel en draaideur / driedelig schuifpaneel /... Afmetingen (lxb): 80x80 / 90x90 /... cm; hoogte: ca. 200 cm. Vulpanelen: veiligheidsglas; dikte min. 4 / mm / kunststof; dikte min. mm Profielen: geanodiseerd / gelakt te kiezen uit het standaard kleurgamma van de fabrikant. Het uitgevoerde geheel dient een stevige indruk te geven, vlot beweegbaar en spatwaterdicht te zijn speciale toebehoren - muurhandgrepen Type: vast / opklapbaar : U-vormig hol buisprofiel uit roestvast staal AISI 304, antislipoppervlak. Uitwendige diameter minstens 30 / 40 /... mm. Afstand tussen de bevestigingspunten 500 / 600 /... mm. De bevestiging moet weerstaan aan een belasting van 750 N. De bevestiging van de handgreep op de wand gebeurt volgens voorstel van de fabrikant, al dan niet met aangepaste rozassen. Plaatsingshoogte in overleg met het Bestuur speciale toebehoren - douchezitjes Een opklapbare douchezit uit kunststof, vastgeklikt op een horizontaal beugelstuk. Model ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. : Beugels: roestvast staal Zitting: kunststof, antislip uitvoering, afklikbaar, kleur: Afmetingen: ca. 40x35 cm. De beugel wordt zodanig op de muur gemonteerd zodat het zitvlak zich op ca. 50 cm hoogte bevindt. De bevestiging moet kunnen weerstaan aan een belasting van min. 150 kg. Toepassing Enkel van toepassing in bungalow type B afwastafels - algemeen Afwastafels (gootstenen) bestemd voor op- of inbouw in het keukenaanrecht. De installatie omvat de levering en plaatsing van de gootstenen en toebehoren en de levering, plaatsing en aansluiting van de kranen en stopkranen voor koud en warm water. De aansluitingen zijn standaard voorzien op de bijkomende aansluiting van een vaatwasmachine. zie ook beschrijving keukenmeubel en bijhorend plan. Ook beschrijving op blz 35 ivm toegankelijkheid is van toepassing. Materialen De gootstenen, hun toebehoren en kranen, beantwoorden aan NBN EN Keukenspoelbakken - Functionele eisen en beproevingsmethoden en NBN EN Keukengootstenen Aansluitmaten. De gootsteen is voorzien van een overloopinrichting en een opening voor een ééngatsmengkraan. Blz. 177

178 De reukafsluiter realiseert een waterslot van minstens 100 mm, is losschroefbaar en ledigbaar. Het afloopgarnituur wordt voorzien van een (pre-)aansluiting voor de wasmachine, d.m.v. een witte slangpilaar op 90 ter aansluiting van een flexibele slang. Een vaatwasmachine kan dan met een schroefdop waterdicht aangesloten worden op de reukafsluiter. Na het vormduwen van de bakken mag de dikte gemeten bij het gat van de uitloopfitting niet kleiner zijn dan 0,64 mm. Alle zichtbare vlakken zijn vrij van sporen (zichtbaar met het blote oog) van lasnaden en/of krassen veroorzaakt bij de vormgeving. De gootstenen worden stabiel en horizontaal geplaatst. De onderbouw of draagconstructie moet een statische overlast van 1000 N kunnen dragen. De gootstenen worden aangesloten op de aan- en afvoerleidingen. De kraan wordt zodanig geplaatst dat beide spoelbakken bediend kunnen worden. De randaansluitingen met het werkblad garanderen een waterdichte afwerking. Het geheel wordt ontdaan van alle klevers en volledig gereinigd afwastafels opbouwmodel RVS Gootsteen in roestvast staal. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. : inox 18/8 (AISI 304) Plaatdikte: minimum 0,8 /... mm (toleranties + onbeperkt / - 0,05 mm) Afwerking: geborsteld satijn / glanspolijsting (AISI 304 nr 6 finishing). Type: enkele / anderhalve / dubbele bak, met geribd afdruipbord Afdruipbord: volgens aanduidingen op plan Muurrandafwerking: vlak / verticale opstand met minimale hoogte van 20 mm Afloopgarnituur met overloopbuis en reukafsluiter is bestand tegen water tot 95 C en bestaat uit hittebestendig polypropyleen (PP), diameter 40 mm, aan te sluiten op PE-afvoerleidingen. Afvoerplug (volgens NBN EN 274): roestvast staal of verchroomd messing, voorzien van (ofwel) (ofwel) een uitneembare korf uit geperforeerd roestvast staal, met dichtingring. een uitneembare overloopbuis uit roestvast staal die in de uitloopfitting past. De gootsteen wordt door middel van een kader uit naaldhout bevestigd op een keukenonderkast, waarvan levering en plaatsing het voorwerp uitmaken van rubriek keukenmeubelen - algemeen. De randaansluitingen met het werkblad garanderen een waterdichte afwerking. De aansluitingsvoegen met de wandafwerking (faience, ) worden gedicht met neutrale, sanitaire siliconen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De zaagsneden van de uitsparing in het werkblad worden behandeld met een aangepaste beschermlaag tegen gebeurlijke vochtinfiltraties. Toepassing : keuken Blz. 178

179 afwastafels - inbouwmodel afwastafels inbouwmodel RVS Gootstenen in roest vast staal. Het Bestuur is gerechtigd meer dan één keuzemodel te eisen. RVS : inox 18/8 (AISI 304) Plaatdikte: minimum 0,8 /... mm (toleranties + onbeperkt / - 0,05 mm) Afwerking: geborsteld satijn / glanspolijsting (AISI 304 nr 6 finishing). Type: enkele / anderhalve / dubbele bak, met geribd afdruipbord Afdruipbord: volgens aanduidingen op plan Afloopgarnituur met overloopbuis en reukafsluiter is bestand tegen water tot 95 C en bestaat uit hittebestendig polypropyleen (PP), diameter 40 mm, aan te sluiten op PE-afvoerleidingen. Afvoerplug (volgens NBN EN 274): roestvast staal of verchroomd messing, voorzien van (ofwel) (ofwel) een uitneembare korf uit geperforeerd roestvast staal, met dichtingring. een uitneembare overloopbuis uit roestvast staal die in de uitloopfitting past. Aanvullende specificaties (te schrappen door ontwerper indien niet van toepassing) De afwastafel is van het type met verdiepte randen, ingefreesd en gelijk met het werkbladniveau. De gootstenen worden ingewerkt in de werkbladen en bevestigd met speciale klemhaken (minimaal om de 30 cm). Het uitzagen of uitsparen van de opening in het werkblad is in de prijs inbegrepen (het werkblad zelf is inbegrepen in de rubriek keukenmeubilair). Op de contactoppervlakte tussen gootsteen en werkblad wordt vooraf een verdelingspasta aangebracht, waterdicht aan te werken d.m.v. voorgevormde elastische profielen en/of met neutrale, nietzuurhoudende sanitaire siliconen, kleurloos of te kiezen door de ontwerper. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De zaagsneden van de uitsparing in het werkblad worden behandeld met een aangepaste beschermlaag tegen gebeurlijke vochtinfiltraties. Toepassing : keuken Blz. 179

180 62. SANITAIRE KRANEN & KLEPPEN sanitaire kranen - kleppen - algemeen De werken omvatten: het leveren, plaatsen en afstellen van alle kranen en hun toebehoren (handgrepen, rozetten,...), met inbegrip van alle stukken nodig om de kranen aan te sluiten op de watertoevoerpunten (stopkraantjes, verbindingsbuisjes, fittingen,...). het verwijderen en het terugplaatsen van de kranen, waar nodig voor een goede coördinatie met de andere werken. het verwijderen van alle verpakkingsafval van de werf, en het proper maken van de oppervlakten die door de werken vervuild zijn. Materialen Alle materialen zijn nieuw en voorzien van een aangepaste verpakking die een gemakkelijke identificatie ervan toelaat. Alle materialen zijn afkomstig uit landen van de EU, zoniet wordt dit uitdrukkelijk vermeld in de voor te leggen materialenlijst! De gebruikte materialen mogen geen negatief effect uitoefenen op de kwaliteit van het leidingwater. De volledige installatie moet daarom beantwoorden aan de voorschriften van AquaFlanders en het repertorium van conform verklaarde apparaten en goedgekeurde beveiligingen, uitgegeven door BELGAQUA, en eventuele bijkomende eisen van de regionale drinkwaterbedrijven en het bijzonder waterverkoopsreglement van De Watergroep. Alle kraanwerk uit (verchroomd) messing of brons is conform de bepalingen van: NBN EN Koper en koperlegeringen - Conformiteitsverklaringen NBN EN Sanitaire kranen - Algemene eis voor elektrolytisch aangebrachte chroomnikkellagen. Met uitzondering van de kranen geplaatst in kelderverdiepingen, dienstruimten en in buitenomgeving en wanneer het bestek niets anders voorschrijft, worden alle zichtbare onderdelen op elektrolytische wijze achtereenvolgend met verschillende lagen nikkel en chroom bekleed. De stukken zullen volkomen vrij zijn van gebreken, die hun vorm of sterkte kunnen schaden. De bekleding is ononderbroken, effen, glad, glanzend en aanhechtend. De kranen moeten aangesloten worden op het openbaar watervoorzieningsnet en moeten bestemd zijn voor een maximum dienstdruk van 10 bar. De dichtheid moet beproefd zijn bij een druk van 16 bar, technische fiche voor te leggen. Ongeacht de waterdruk mag het maximaal waterdebiet niet meer bedragen dan: Keukenkranen, zonder stroombegrenzer: 6l/min, met stroombegrenzer: 8l/min; Wastafelkranen, zonder stroombegrenzer: 6l/min, met stroombegrenzer: 8l/min; Douches en douchekoppen: 8l/min. De kranen dragen in reliëf het merk van de fabrikant, de nominale diameter en eventuele toelatingsstempels. De kranen worden apart verpakt. Bij elk type kraan zit een bijsluiter met de volledige beschrijving, montage en onderhoudsvoorschriften in het Nederlands. De aannemer zal van elk kraantype een exemplaar en/of de nodige documentatie ter goedkeuring voorleggen aan het opdrachtgevend bestuur. De elementen worden geplaatst volgens de voorschriften van de fabrikant, door een aannemer gespecialiseerd in loodgieterij en sanitaire werken. De kranen voor de sanitaire toestellen worden geplaatst en geregeld na een dichtheidsproef van de waterleidingen (art 60.50), en na het plaatsen en afwerken van de wandbekleding (muurtegels, ). Alle kranen moeten gemakkelijk te bedienen zijn met een ergonomische en bereikbare opstelling. Blz. 180

181 De vulling van het bad, de lavabo, de gootsteen en de spoelbak van het toilet moet minstens 2 cm boven de rand gebeuren. In die gevallen waar het afwateringspunt in direct contact kan komen met het waterpeil van het afgevoerde water, zal een keerklep type B (EA') voorzien worden. Bij voorraadtoestellen voor sanitair warm water, direct of indirect gestookt, gas of elektrisch, is bijkomend een controleerbare keerklep type A (EA) noodzakelijk. De overdrukbeveiliging en de keerklep worden als een geheel geleverd. Stroomopwaarts van iedere collector wordt standaard een afsluitkraan met aftapkraan gemonteerd. Alle aansluitpunten voor waterkranen, behalve de dienstkranen, moeten worden voorafgegaan door stopkraantjes, die een debietregeling of volledige afsluiting toelaten. De verbindingen tussen de stopkraan en de kraan hebben een binnendiameter van minstens 1/2". De kostprijs hiervan is inbegrepen in de prijs van de toestellen. Keuring De oplevering van de kranen gebeurt uitsluitend na aansluiting op het openbaar watervoorzieningsnet terugslagkleppen - algemeen Waar reglementair vereist door de technische voorschriften betreffende binneninstallaties van Belgaqua, worden de nodige terugslagkleppen van het type A en/of type B, evenals de nodige veiligheidsgroepen voorzien of ingebouwd in het kraanwerk. Materialen De terugslagkleppen zijn conform de voorschriften van Belgaqua en de plaatselijke waterdistributiemaatschappij. Ze zijn van het type met veerbelaste kunststof afsluitklep of kogel met kleine waterweerstand en hebben een perfecte afdichting. Het materiaal voor de pakking van afsluitkleppen heeft een Shore-hardheid A die begrepen is tussen 70 en 80 (STS ). Wanneer de klep verbonden is met de overbrengingsbeweging van de bedieningsstang, moet ze aan haar bevestiging voldoende bewegelijkheid houden om perfect haar zitting te drukken. De sluiting gebeurt zonder tegendruk, ze zijn voorzien van twee controleknoppen en worden uitgevoerd met draadverbinding. Het afsluitmechanisme wordt zo gerealiseerd dat de bedieningsschroefdraden niet rechtstreeks in aanraking zijn met het water. De terugslagkleppen zullen geen hinderend geluid maken bij het aftappen van water. De aansluiting op de leidingen moet verenigbaar zijn met de leidingen en weerstaan aan een waterdruk van minstens 10 bar bij een temperatuur van 20 C terugslagkleppen - messing De bepalingen van NBN EN Waterkranen voor de gebouwen - Keerkleppen - Algemene technische specificaties zijn van toepassing. Ze zijn gemerkt en stroomopwaarts voorzien van een inschroefopening met dop ter controle van de dichtheid. Type: A / B De keerklep is van de groep 1: parallelle lineaire beweging /... Benaming van de keerklep: 3/8" / 1/2" / 3/4" / 1" / 1 1/4" / 1 1/2" / 2" Werkdruk: 10 /... kg/cm2 (Drukklasse PN 10) Proefdruk: 15 /... kg/cm2 Blz. 181

182 Temperatuurbereik: 70 /... C Uitzicht: geborsteld / installatieafsluitkranen - algemeen Het leidingnet wordt voorzien van de nodige afsluitkranen, op de vereiste punten bijkomend voorzien van een aftapkraan, zodat de bediening ook het ledigen van de leidingen mogelijk maakt. De afsluitkranen op het leidingnet worden geplaatst na de meter, stroomopwaarts van de terugslagklep, onderaan elke stijgleiding en bij de ingang van ieder appartement, op een gemakkelijk bereikbare plaats. Stroomopwaarts van iedere collector wordt standaard een afsluitkraan met aftapkraan gemonteerd. Materialen Het type aansluiting van de kranen is aangepast aan de buizen waarop ze worden aangesloten. Ze zijn gemerkt en voorzien van een pijl die de stromingsrichting aanwijst. Alle kranen moeten een debiet kunnen leveren van min 25 lit/minuut en bestand zijn tegen een waterdruk van minstens 10 bar bij een temperatuur van 20 C. Het dwarsstuk, de handgreep, het handwiel of de afsluithandel zijn vervaardigd uit een zinklegering, hoogwaardig kunststof en/of gelakt staal (rood/blauw). De kranen moeten, zonder dichtheidsverlies, weerstaan aan een koppel van minstens 5 N/m uitgeoefend op de handgreep, zowel in de openings- als sluitingsrichting. De te voorziene installatiekranen moeten het door hun opvatting en plaatsing, mogelijk maken de installatie gemakkelijk te bedienen en te onderhouden. Alle aansluitingen moeten voldoen aan de eisen van Belgaqua. Het moet mogelijk zijn om: de installatie volledig te ledigen; de voeding van de toestellen te regelen en/of af te sluiten; de installatie te ontluchten installatieafsluitkranen messing installatieafsluitkranen messing/zonder aftapkraan Kraantype : (ofwel) rechte afsluitkraan voorzien van een handwiel (ofwel) bolafsluitkraan (kogelafsluiter) voorzien van afsluithendel, volgens NBN E De dichting van de kraan wordt verzekerd door een kogel gemonteerd in teflon zitting. De dichting aan stangzijde wordt verzekerd door de zitting. Type: met volledige doorlaat. Benaming van de kraan: 3/8" / 1/2" / 3/4" / 1" / 1 1/4" / 1 1/2" / 2" Uitzicht: geborsteld /... Handwiel, afsluithendel: zinklegering, kleurlak: rood / blauw De aansluiting op de leidingen gebeurt door schroeven of brazeren, afhankelijk van de leidingen waarop wordt aangesloten. Blz. 182

183 Toepassing Te voorzien bij de ingang van iedere bungalow, op iedere collector, op een gemakkelijk bereikbare plaats wandafsluitkranen - algemeen wandafsluitkranen - enkelvoudige stopkraan Rechte stopkraantjes of hoekstopkraantjes in verchroomd messing met progressieve sluiting en met ronde draaiknop. De wandafsluitkranen voldoen aan de bepalingen van STS en NBN EN Kranen in gebouwen - Stopkranen van koperlegeringen voor de drinkwatervoorziening in gebouwen - Beproevingen en eisen. De kranen zijn compatibel met de toevoerleidingen en het kraanwerk (muurkranen, wastafelkranen, bovenop of ingewerkt). Op de aansluitdraad is een kunststofringetje geschoven, zodat het afsluitkraantje kan worden aangekoppeld zonder kemp of dichtingspasta. Het kraantje is voorzien van een snelkoppeling waarmee de verchroomd koperen aansluitbuisjes of flexibels kunnen worden vastgezet. Nominale diameter: 1/2 / Type: halve draai Aanvullende specificaties Volgende stopkranen worden voorzien van een aftapkraantje Te plaatsen onder of naast de sanitaire toestellen op de afgewerkte muur. Alle muuraansluitingen worden afgedekt met een rozet in verchroomd messing. Toepassing Volgende stopkranen moeten voorzien worden: twee stuks per gootsteenmengkraan (waarvan één met dienstkraan) twee stuks per wastafelmengkraan, dienstkranen - algemeen Muurkranen, bestemd voor de toevoer van koud water, boven uitgietbakken, als voeding voor de wasmachine, vaatwasmachine,. Zij worden geleverd en geplaatst met inbegrip van de handgrepen, straalbrekers, de nodige fittingen en koppelstukken voor aansluiting op de buizen, bijhorende verchroomde rozetten, evenals alle in het bestek voorziene toebehoren. De draaiknoppen van de kranen zijn voorzien van onveranderlijke merktekens: blauw voor koud en rood voor warm water. zijn warmte geïsoleerd (met tussenring) en demonteerbaar. De dichtheid van de bedieningsstang wordt verzekerd door pakking, door ring of een schuifkoppeling van elastomeer; het klemonderlegplaatje op het kraanlichaam mag van vezel zijn. De juiste locatie van het aansluitpunt is afgestemd op de maatvoering en voorziene plaats van het toestel, het patroon van eventuele wandafwerking, e.d.,. Blz. 183

184 De kranen worden op een dichte en volkomen vaste wijze gemonteerd. Alle verbruikpunten waar hemelwater toegevoerd wordt, moeten voorzien worden van een sticker of aanduiding met de vermelding: 'Geen drinkwater'. Dienstkranen die buiten worden opgesteld of die door kinderen kunnen worden gebruikt, zijn voorzien van een afneembare hendel dienstkranen - dubbele dienstkraan dienstkranen dubbele dienstkraan/binnen Dubbele dienstkranen, voorzien van een schroefdraad voor de aansluiting van een slang, bestemd voor de voeding van wasmachine,... Kraantype: (ofwel) éénknopskraan, van het type met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling met pakking en of sluiting volgens STS (ofwel) éénknopskraan, van het type met snelle afsluiting, 1/4 omwenteling zonder pakking noch sluiting volgens STS Afwerking: verchroomd messing volgens STS deel II / gepolijst messing. Model recht / Nominale diameter (ND): 12 / 20 /... mm. Slangwartel: 3/4 / Handgreep: materiaal: verchroomd messing / verchroomde zinklegering Aanvullende specificaties De kraan wordt geleverd met inbegrip van een terugslagklep aangenomen door Belgaqua. De dubbele dienstkraan wordt (ofwel) rechtstreeks vastgeschroefd op de ingewerkte buisleiding bij middel van bochtstuk en tussengevoegde verchroomde rosas. (ofwel) (ofwel) vastgeschroefd in de afzonderlijk voorziene muurkom. rechtstreeks vastgeschroefd op de zichtbare toevoerleiding. Voedingskranen voor wasmachines worden zo opgesteld, dat een optimale plaatsing van een wasmachine tot tegen de wand mogelijk is. Dit wordt eventueel besproken met de architect. Toepassing Te voorzien als aansluitpunt voor schoonmaak (locatie : volgens plannen) dienstkranen dubbele dienstkraan/buiten Dubbele dienstkranen voorzien op de buitengevel. De eenheidsprijs omvat behalve het eigenlijke stuk: de kokers en/of de doorboring van het metselwerk of andere elementen de buisleiding die de muurkom verbindt met de afsluitkraan met aftapkraan Blz. 184

185 de eventuele uitsnijding in de bekledingsmaterialen ter hoogte van de voeging. De dubbele dienstkranen worden uitgerust met een gevelkom, beantwoordend aan de bepalingen van STS Zij is voorzien van een binnendraad G2B. Aan de binnenzijde wordt de dienstkraan voorafgegaan door een afsluitkraan met aflaatkraan. De buitenkraan is voorzien van een beluchter (HA) Belgaqua, zoniet wordt tussen de binnen- en buitenkraan een keerklep type A geplaatst. Behuizing: verchroomd messing Aansluitmaten: 1/2" / 3/4" Vorm: cirkelvormig en lichtjes uitgehold Uitzicht: verchroomd volgens STS deel II / gepolijst Handgreep: Bediening: afneembare hendel / met sleutel Aanvullende specificaties Kraan is voorzien van een afneembare sleutel / hendel Vorstbestendige kraan. De aansluiting in het gevelvlak wordt dichtgevoegd met eenzelfde voegmortel als het omringend metselwerk. Er wordt rekening gehouden met een vorstvrije opstelling ééngatskranen - algemeen Voedingskranen voor de toevoer van koud en/of warm water. Zij worden geleverd en geplaatst met inbegrip van de handgrepen, straalbreker, de nodige fittingen en/of toevoerbuisjes voor de aansluiting op de stopkraantjes. Materialen De uitloophoogte en uitsteekafstand van de ééngatskranen zijn optimaal afgestemd op het sanitaire toestel (ontvanger), zodat een ergonomische bediening en logische afvoer van het water wordt gegarandeerd. De uitwendige diameter en lengte van het bevestigingsstuk zijn compatibel met de ééngatsopening en maatvoering van het sanitair toestel. Het kraanlichaam wordt standaard geleverd met een kettinghouderoog en rubberstop met parelketting of met een trekknop voor automatische lediging. De draaiknoppen van de kranen zijn voorzien van onveranderlijke merktekens: blauw voor koud en rood voor warm water. zijn warmte-geïsoleerd (met tussenring) en demonteerbaar. De dichtheid van de bedieningsstang wordt verzekerd door pakking, door ring of een schuifkoppeling van elastomeer. Alle ééngatskranen worden voorzien van stopkraantjes. De verbinding van de kraan met de stopkraantjes, zijn verchroomd koperen buisstukken, op gepaste lengte voorzien. Bij mengkranen mag naar keuze gebruik worden gemaakt van stijve of flexibele aansluitbuisjes (snelmontage). De prijs van de stopkraantjes, buisstukjes en koppelstukken is inbegrepen in de eenheidsprijs van het sanitaire toestel. De juiste locatie van het aansluitpunt moet worden afgestemd op de maatvoering en voorziene plaats van het toestel, het patroon van eventuele wandafwerkingen, e.d.,. Blz. 185

186 De kranen worden op een dichte en volkomen vaste wijze gemonteerd op het horizontaal gedeelte van de wastafelrand d.m.v. een ringmoer en/of klemvijs met tussenklemming van een antislip-onderlegplaatje van elastomeer van aangepaste hardheid ééngatskranen - lavabomengkraan Eéngatsmengkranen 1/2 met vaste uitloop, bestemd voor montage op de lavabo s. Kraantype: (ofwel) tweeknops mengkraan van het type met langzame progressieve sluiting. (ofwel) ééngreeps keramische mengkraan met koudwatertoevoer in de middenpositie. Behuizing: gepolijst verchroomd messing / Uitloophoogte: circa / mm boven de lavaborand Uitsteek: horizontale afstand tussen bevestigingsaslijn en uitlaat, tussen 90 en 1350 mm Straalbreker: afschroefbaar, onder een hoek van circa t.o.v. de verticale Handgreep: materiaal: verchroomd messing / verchroomde zinklegering vorm: keuze aannemer Aanvullende specificaties De bekopening met straalbreker is voorzien van een kogelgewricht trekkwast met klep moet voorzien worden. De mengkraan is voorzien van een variabel instelbare debietbegrenzer (bij ééngreeps-keramische kranen) / een eco-stop-systeem. De mengkraan is voorzien van een instelbare temperatuursbegrenzer ééngatskranen - afwastafelmengkraan Eéngatsmengkranen 1/2 met een draaibare uitloop, voor montage op keukenspoelbakken. De dichtheid van draaibare uitloop moet verzekerd worden door een gecalibreerde "O"-ring van elastomeer met aangepaste hardheid. Kraantype: ééngreeps keramische mengkraan met koudwatertoevoer in de middenpositie. Behuizing: verchroomd messing Uitloophoogte: minimum 160 / 180 / 200 / mm boven aanrechtniveau (moet het vullen van een emmer toelaten zonder deze te hoeven kantelen) Uitsteek: horizontale afstand tussen bevestigingsaslijn en uitlaat circa 200 (+ 10 ) / mm Vorm uitloop: zwanehals / U-uitloop / (gegoten / geplooide buis) Straalbreker: afschroefbaar (uitloophoek in functie van de horizontale afstand) Handgreep: materiaal: verchroomd messing / verchroomde zinklegering / verchroomd hoogwaardig synthetisch materiaal Blz. 186

187 vorm: keuze aannemer Aanvullende specificaties trekkwast met klep moet voorzien worden. De kraan is voorzien van een vrije uitloop aangesloten op de afvoer (m.b.t. voorziening keukenboiler) muurmengkranen - algemeen Het betreft voedingskranen voor toevoer van koud en/of warm water, bestemd voor wandmontage, geplaatst boven de huishoudelijke sanitaire toestellen (bad, douche, keukenaanrecht). Zij worden geleverd en geplaatst met inbegrip van de handgrepen, mousseur, de nodige fittingen en koppelstukken voor aansluiting op de buizen, bijhorende verchroomde rozetten en alle in het bestek voorziene toebehoren (zoals een douchegarnituur, kettinghouder met stop of trekkwast,...). Materialen De muurkranen zijn voorzien van de nodige koppelstukken om te worden aangesloten aan de voorziene buizen voor koud of koud en warm water. De afstand tussen de S-koppelingen voor koud- en warm wateraansluitingen bedraagt standaard 150 (+ 15) mm. De aansluiteinden zijn van gasdraad 3/4, kwaliteit B. De aansluiting wordt aan het zicht ontrokken d.m.v. de bijhorende muurrozetten. De handgrepen zijn warmtegeïsoleerd. De juiste plaats en hoogte van het aansluitpunt moet worden afgestemd op de maatvoering en situering van het toestel, het patroon van eventuele wandafwerking, e.d.,. De uitlaatopening van de kraan moet zich daarbij op voldoende afstand van de muur, boven de sanitaire ontvanger bevinden, zodat een logische afvoer van het afgetapte water kan geschieden. De kraan wordt perfect horizontaal uitgelijnd. De S-koppelingen worden afgedekt met de bijgeleverde gechromeerde muurrozetten, waarbij gelet wordt op een verzorgde aansluiting met de voorziene wandafwerking muurmengkranen douchemengkraan/armatuur Muurmengkranen 1/2 met douche-uitgang (1/2 ), voor de aansluiting van een buigzame doucheslang. De ingangen voor warm- & koudwatertoevoer zijn voorzien van een Belgaqua-gekeurde terugslagklep. Kraantype: inbouwthermostaat met afdekrozet, voorzien van een afzonderlijk opgestelde douche-uitgang. De debietregeling is geïntegreerd in het inbouwtoestel Debiet: circa l/minuut / met instelbare debietbegrenzer (bij ééngreeps keramische kranen). Behuizing: verchroomd messing Slangaansluiting onderaan Handgreep: materiaal: verchroomd messing / verchroomde zinklegering vorm: keuze aannemer Aanvullende specificaties De kraan wordt voorzien van volgende toebehoren: Doucheslang: uit flexibel synthetisch of elastomeer materiaal, wit / beschermd door een spiraalvormig omhulsel van verchroomd kunststof, overtrokken met een doorzichtig en soepel PVC-omhulsel, lengte Blz. 187

188 minimum 175 cm; conform NBN EN Sanitaire kranen - Doucheslangen voor sanitaire kranen voor leidingwaterinstallaties type 1 en type 2 - Algemene technische eisen; Handsproeier: uit onbreekbaar wit / verchroomd synthetisch materiaal met regelbare / eco-50% / straal; Glijstang: verchroomd messing, lengte minimum 90 cm, met een in hoogte verstelbare doucheklemhouder, voorzien van een stevig scharnier / kogelgewricht, zodat bij het douchen de ingestelde stand gehandhaafd blijft; Zeephouder: kunststof zeephouder in hoogte verstelbaar te bevestigen op de glijstang /... De kraan wordt opgesteld aan de rugzijde en/of tegenover de instapzijde van de douche, op + 90 cm boven het douchebodemniveau. De onderzijde van de glijstang wordt op cm boven douchebodemniveau gemonteerd, bevestigd met twee beugels met muurdook muurmengkranen - afwastafelmengkraan Muurmengkranen met draaibare buisvormige uitloop, bestemd voor montage op de wand boven de spoelbak. De dichtheid van de draaibare uitloop moet verzekerd worden door een gekalibreerde "O"-ring van elastomeer met aangepaste hardheid. Kraantype: (ofwel) ééngreeps keramische mengkraan met koudwatertoevoer in de middenpositie. Behuizing: verchroomd messing (gegoten) Uitloopvorm: zwanenhals bovenaan / U-uitloop bovenaan / S-uitloop onderaan Uitloophoogte: minimaal 160 / 180 / 200 / mm boven aanrechtniveau (moet het vullen van een emmer toelaten zonder deze te kantelen) Uitsteek: horizontale afstand tussen bevestigingsaslijn en uitlaat van 250 (+ 20 ) / mm Straalbreker: afschroefbaar, onder een hoek van max 20 t.o.v. de verticale (in functie van de horizontale afstand) Handgreep: materiaal: verchroomd messing / verchroomde zinklegering / verchroomd hoogwaardig synthetisch materiaal / keuze aannemer vorm: keuze aannemer regenwaterpompen - algemeen regenwaterpompen zelfaanzuigende hydrofoorgroep Levering en plaatsing van een hydrofoorgroep met een geruisarme werking (daarom zal de pomp opgesteld worden op de bodem van de put, voorzien van een kabel of ketting in RVS om op te takelen in kader van onderhoud), inclusief alle toebehoren zoals flexibele aansluitdarm uit polyethyleen (sectie aangepast aan het pomptype), afsluitkraan, terugslagkleppen, manometer, overloop met stankafsluiter, drijvende aanzuig met filter tot in de regenwaterput, vlotter en overloopbeveiliging, aansluiting van de leiding van de pomp met de verdeelcollector, elektronische drukregeling met droogloopbeveiliging, schakelkast, drukschakelaar, beschermschakelaar, sokkel en bevestigingsmiddelen, proeven, tot een volledige bedrijfsklare werking van de pompinstallatie. De toestellen beschikken over een CE-keuring en worden conform de eisen van Belgaqua en AquaFlanders geplaatst en aangesloten. Blz. 188

189 Een elektronische drukregeling zorgt ervoor dat de pomp wordt gestart indien de druk in het leidingsysteem - veroorzaakt door gebruik van een tappunt - afneemt. De motor wordt gestopt van zodra geen debiet meer wordt waargenomen of wanneer de maximum druk is bereikt of bij watergebrek. Deze drukregeling is ook voorzien van een droogloopbeveiliging zodat de pomp bij een geringe volumestroom wordt uitgeschakeld. Automatische omschakeling van regenwater op leidingwater bij een minimaal waterpeil in de put. Deze functie kan ook manueel bediend worden. Type: zelfaanzuigende centrifugaalpomp opstelling in de regenwaterput - corrosiebestendig. Behuizing: roestvast staal (RVS) Beschermingsgraad: minimum IP 44 Temperatuur verpompte vloeistof circa: 0 tot + 35C. Capaciteit: minimum 40 / 50 / 60 / 80 / liter/min, bij opvoerhoogte van 20 / 30 / 40 / m Zelfaanzuigend: 8 / m Maximale bedrijfsdruk: circa 8 / bar Maximale leidingnetdruk: circa 4 / bar Elektrische aansluiting op stopcontact in de nabijheid. Aanvullende specificaties Systeem met automatische bijvulling in de regenwaterput: elektromagnetische klep, elektronische sturing, waterpeil voelers, filter, conform de voorschriften van Belgaqua en AquaFlanders Automatische opstart na stroomuitval Automatisch alarm Signaal reinigen filter De uitvoering moet gebeuren in nauwe coördinatie met de plaatsing van de regenwaterputten en de diverse toebehoren (filters, overloop met terugslagklep, ) overeenkomstig rubriek regenwaterputten - algemeen. Alle verbruikspunten waar hemelwater toegevoerd wordt, moeten voorzien worden van een sticker of de vermelding : Niet drinkbaar of gelijkwaardig pictogram. Dienstkranen die buiten worden opgesteld of door kinderen kunnen worden gebruikt, zijn voorzien van een demonteerbare hendel. De dienstkranen die buiten zijn opgesteld zijn van het vorstvrije type. Toepassing Voeding voor toilet / dienstkraan in. Blz. 189

190 63. SANITAIR WARM WATER sanitair warm water - algemeen Leveren, plaatsen, aansluiten en in bedrijfstellen van toestellen voor de productie van sanitair warm tapwater. Bij gecombineerde systemen voor verwarming en sanitair warm water moeten de bepalingen van dit hoofdstuk gecoördineerd worden met de hoofdstukken 65 en 66. Materialen Alle gebruikte materialen zijn onderling verenigbaar. Elektrochemische koppels worden vermeden. Bij stalen sanitair warm waterleidingen mag de warmtewisselaar/boilervat van het sanitair warm watertoestel niet in naakt koper zijn. De aannemer mag pas overgaan tot de bestelling van de materialen na goedkeuring door het Bestuur van de materiaallijst aangevuld met de technische documentatie, attesten, monsters, en vermelding van oorsprong. Alle materialen zijn nieuw en voorzien van een aangepaste verpakking die een gemakkelijke identificatie toelaat. Alle materialen zijn afkomstig uit landen van de Europese gemeenschap, zoniet wordt dit uitdrukkelijk vermeld in de voor te leggen materialenlijst. Bij levering op de werf wordt door de ontwerper de overeenstemming met de goedgekeurde materialenlijst nagegaan. Alle afgekeurde leveringen moeten onmiddellijk van de werf verwijderd worden. De goedkeuring van de leveringen houdt geen goedkeuring van de werken in. De aannemer is volledig verantwoordelijk en neemt alle nodige maatregelen voor het transport, de opslag en de verwerking van de materialen volgens de bepalingen van het bestek, de regels van goed vakmanschap en de voorschriften van fabrikant en leverancier. Het vermogen en/of de inhoud van warm waterproductie toestellen met accumulator moeten zodanig zijn dat er, met een tijdsinterval van 30 minuten, twee warme baden kunnen gevuld worden van 70 liter elk vertrekkend van een watervoorraad op temperatuur. Alle werken gebeuren conform de voorschriften van Aquaflanders (technisch reglement voor water), Belgaqua (repertorium conforme apparaten en goedgekeurde beveiligingen + technische voorschriften binneninstallaties), NBN D (gas) en het AREI (elektriciteit). De uitstroomtemperatuur aan de kraan wordt steeds beperkt tot 55 C; bij (stort)baden moeten bovendien de nodige veiligheidsmaatregelen genomen worden om de uitlooptemperatuur te beperken tot maximum 45 C. Alle voedingsleidingen koud water, gas en/of elektrisch en de aansluiting op het warm waternet worden voorzien in de nabijheid van het toestel doorstroomwaterverwarmers op gas - algemeen Leveren, plaatsen en in bedrijfstellen van doorstroomtoestellen op gas met een vermogen tot 30 kw en alle toebehoren met inbegrip van de aansluiting op het rookgaskanaal en het aanwerken van de afvoerpijpen op de constructie. Het is verboden open toestellen (types A of B) met een vermogen groter dan 10 kw te plaatsen in bewoonbare lokalen. Materialen Alle toestellen zijn CE-gekeurd voor België. De toestellen zijn voorzien van: Blz. 190

191 een waakvlam met thermokoppel en piëzo-ontsteking (Types A en B) of een elektronische ontsteking met ionisatiebeveiliging (Types B of C); een modulerende brander met geleidelijke ontsteking; een zowel inwendig als uitwendig corrosie bestendige warmtewisselaar uit koper of roestvast staal; een knop voor traploze instelling van de temperatuursverhoging; een kenplaat (merk en type, CE-label, land van bestemming, gas-categorie, vermogen, maximale bedrijfsdruk); Zij worden geleverd met: een BGV gekeurde gaskraan; een waterafsluitkraan; de nodige wandbevestigingen; optioneel, trekonderbreker voor schoorsteenaansluiting (types B), en/of kanalensysteem voor de aanvoer van de verbrandingslucht en de afvoer van de verbrande gassen (Types C) conform de bepalingen van de leverancier van de waterverwarmer; een Nederlandstalige handleiding. De installatie gebeurt conform de norm NBN D Keuring De installateur garandeert samen met de leverancier van de toestellen een waarborg van 1 jaar op het geheel, te rekenen vanaf de voorlopige oplevering doorstroomwaterverwarmers op gas badgeisers doorstroomwaterverwarmers op gas - badgeisers/type C13-C33 Toestel met gesloten verbrandingskamer en ingebouwde ventilator voor muur- of dakdoorvoer. Ze worden geleverd met: gecombineerd kanaal voor luchtaanvoer/rookgasafvoer; aansluitstuk; volledige gevel- of dakdoorvoer; bochtstukken; verlengstukken. Vermogen: min. 28 kw - 16 l/min en 40 kw voor bungalow type B, tenzij daar gekozen is voor een oplossing met een buffervat (bij een temperatuursverhoging van 25 C) Behuizing: geëmailleerd plaatstaal; kleur: wit / elektroboilers - algemeen Leveren, plaatsen en in bedrijfstellen van elektrische voorraad warm water toestellen met alle nodige aansluitingen op het sanitair leidingnet, veiligheidsgroepen en elektrische voeding. Materialen Alle toestellen zijn CE- en CEBEC-gekeurd en zijn geplaatst conform de eisen van Belgaqua en Aquaflanders (terugslagklep en overdrukbeveiliging op koudwatertoevoer). De toestellen zijn voorzien van een kenplaat (met vermelding van naam fabrikant, inhoud, vermogen, ). Ieder toestel wordt geleverd met een duidelijke gebruikshandleiding in het Nederlands. Zij zijn conform NBN EN /A1 - Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen Veiligheid Deel 2-21: Bijzondere eisen voor boilers. Blz. 191

192 Volgens de voorschriften van de fabrikant. Om de ontwikkeling en verspreiding van de legionella-bacterie tegen te gaan moeten voorraadtoestellen (boilers) op minstens 60 C zijn ingesteld. Keuring De installateur garandeert samen met de leverancier van de toestellen een waarborg van 1 jaar op het geheel en 5 jaar op de kuip, te rekenen vanaf de voorlopige oplevering elektroboilers - spaarboilers Elektrische warmwaterboilers met grote inhoud voor verticale wandmontage en aansluiting op nachttarief. Standaard voorzien van: een geïsoleerde buitenmantel uit kunststof of gelakte staalplaat; binnenkuipbekleding; een vervangbare steatiet weerstand in huls (vervangbaar zonder water af te laten); een isolatiemantel: polyurethaanschuim of gelijkwaardig; een buitenmantel: gelakte witte staalplaat of hoogwaardig kunststof; een thermostaat voor de handhaving van de ingestelde temperatuur; een traploos instelbare temperatuur (65 C- 85 C); een veiligheidsgroep (conform de voorschriften van Belgaqua) die werkt bij te hoge druk; een thermische veiligheid; de nodige ophangbeugels of stoel; een waarborg: 1 jaar geheel en 5 jaar op kuip. Type: verticaal model. Inhoud: 200 liter (300 liter voor bungalow type B) Vermogen: min 3,0 kw. Voeding: 230 V Binnenkuipbekleding: roodkoper / geëmailleerde staalplaat met magnesium (of elektrische) anode. Bevestiging: wandbevestiging / bevestiging op een stoel. Aanvullende specificaties De voeding is omschakelbaar van 230 V naar 3 x 400 V. Het expansiewater vloeit weg in een daarvoor voorziene sifon met een goed afgesloten aansluiting, om uitdroging van het waterslot te voorkomen. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Elektrische voeding op dubbeluurtarief over voorschakelaar ingebouwd in meterkast. Spaarboilers op exclusief nachttarief, volgens het AREI, rechtstreeks en vast aangesloten op de stroombaan. Een contactdoos wordt niet toegelaten voorraadboilers indirecte opwarming - algemeen Leveren, plaatsen en in bedrijfstellen van voorraadboilers waarin het sanitair warmwater wordt opgewarmd door een externe warmtegenerator (verwarmingsketel, zonnecollector, combinatie van beiden, ). Inbegrepen zijn alle nodige aansluitingen op het sanitair leidingnet, veiligheidsgroepen en elektrische voeding. Blz. 192

193 Materialen De warmtewisselaar bestaat uit een verwarmingsspiraal onderaan het vat of een dubbele wand. Zij zijn conform NBN EN /A1 - Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen Veiligheid Deel 2-21: Bijzondere eisen voor boilers. Geschikt voor drinkwater. Basisprestaties bij opwarming d.m.v. CV-ketel: de inhoud van het vat en het vermogen van de warmtewisselaar (rekening houdend met het ketelvermogen gedimensioneerd op de warmteverliezen van de woning) moeten het water voldoende opwarmen om minstens 2 baden (40 C) met een tussenpauze van 20 minuten te kunnen aftappen (bij een gemiddelde CV-temperatuur van 75 C). De boilers zijn voorzien van: een regelbare aquastaat (35-80 C) ingesteld op 65 C; een koud- en warmwater aansluiting; een in- en uitlaat aansluiting voor de warmtegenerator, bij aansluiting op een zonnecollector is een tweede in- en uitlaatset voorzien; een aflaatkraan; een mantel uit geëmailleerd, gemoffeld of geplastificeerd staal / kunststof kleur wit; een warmte-isolatie uit polyurethaanschuim of gelijkwaardig; een inspectieopening; een kenplaat. De boilers worden geleverd met ophangbeugels of voetsteun en de nodige verbindingsstukken. Keuring De installateur garandeert samen met de leverancier van de toestellen een waarborg van 1 jaar op het geheel en 5 jaar op de kuip, te rekenen vanaf de voorlopige oplevering voorraadboilers indirecte opwarming enkelvoudige warmtewisselaar Materialen Inhoud vat: liter Vermogen: kw Afmetingen (hxbxd): max. x x mm / volgens meetstaat Aansluitdiameters: koud / warm-water: 3/4 / koper 22 warmtewisselaar: Vat en warmtewisselaar uit verenigbare materialen: roestvast staal of volkoper of geëmailleerd staal + vervangbare magnesium opofferingsanode of elektronische anode of kunststaf vat met koperen warmtewisselaar. Aanvullende specificaties een (dompel)thermometer; een boilerset bestaande uit een gemotoriseerde driewegklep; een boilerregeling aangepast aan het keteltype; een sokkel; een voetstuk. De boilers worden verticaal opgesteld. Blz. 193

194 zonneboilers - algemeen Leveren, plaatsen en in bedrijfstellen van een compleet systeem voor sanitair warm water bereiding op basis van zonlicht. Het systeem omvat de zonnecollector, het opslagvat, de leidingen, de thermische isolatie, de installatiekranen, de circulatoren en het regelsysteem, de aansluiting op de bij- of naverwarmer en de eventuele beveiligingsvoorzieningen. Inbegrepen zijn de nodige voorstudies en de vereiste coördinatie met de overige aannemers, de kosten voor proefopstelling en tussentijdse keuring. Materialen ALGEMEEN De installatie vormt één systeem waarbij alle onderdelen door dezelfde leverancier voorzien worden. TV 212 geldt als leidraad voor de installatie van zonneboilers. De zonneboilerinstallatie voldoet aan de voorschriften van de nutsbedrijven. De zonnecollector is getest door een geaccrediteerd instituut volgens NBN EN 12975, heeft een systeemtest (volgens NBN EN of volgens EN/TS 12977) ondergaan en bezit een Solar KeyMark. Het systeem is gemarkeerd conform NBN EN De installaties zijn afkomstig van Belsolar-leden die aan de eisen en waarborgen van het kwaliteitssysteem voldoen. De opgegeven prestaties van de installatie zijn richtinggevend voor de dimensionering. De correcte dimensionering zal gebeuren op basis van de gegevens van de leverancier of het keuringsattest. De installateur legt de berekeningsnota voor aan de ontwerper. DIMENSIONERING INDIVIDUELE SYSTEMEN Een dekkingsgraad van 50% moet nagestreefd worden. De inhoud van het boilervat moet minstens 40 liter per vierkante meter apertuuroppervlakte bedragen bij vlakkeplaatcollectoren en minstens 55 liter per vierkante meter apertuuroppervlakte bedragen bij buiscollectoren. DIMENSIONERING COLLECTIEVE SYSTEMEN Een dekkingsgraad van minstens 30%. De inhoud van het boilervat moet minstens 40 liter per vierkante meter apertuuroppervlakte bedragen bij vlakkeplaatcollectoren en minstens 55 liter per vierkante meter apertuuroppervlakte bedragen bij buiscollectoren. Voor het sanitair warmwater moet er met een verbruik van 20 à 25 liter per persoon per dag aan 60 C gerekend worden, dit volgens de richtlijn VDI De berekening van de piekboiler(s) valt niet onder deze richtlijn. VOORSTUDIES - IN TE DIENEN DOCUMENTEN Binnen een termijn van 30 dagen na datum van de bestelbrief en vóór de bestelling van de installatie moet de aannemer een technische omschrijving met een volledige materiaalspecificatie met vermelding van de oorsprong, alle keuringen en certificaten waaraan de zonneboiler (of componenten daarvan) voldoet en de onderhoudsvoorschriften en eventuele stalen ter goedkeuring voorleggen aan het Bestuur. Hierbij moeten ook tekeningen voorgelegd worden van de installatie met vermelding van het leidingverloop, de bevestiging van de collector en de afdichting van het dakvlak, het type en de plaats van de collector en het opslagvat. De beoogde plaats van de collector moet overeenkomen met de indicaties van plaats en afmetingen in het ontwerp. Dit wordt door de ontwerper binnen de 14 dagen geëvalueerd. Blz. 194

195 Wanneer het voorstel niet-conform wordt bevonden, zal een 2e voorstel worden opgevraagd dat binnen de 14 dagen terug bij de ontwerper moet zijn. Indien opnieuw niet conform zal het Bestuur voorschrijven welke materialen en producten moeten worden gebruikt zonder dat de prijs van de installatie door de aannemer kan worden gewijzigd. PLAATSING Het transporteren, opslaan en verwerken van de materialen gebeurt volgens de desbetreffende normen, voornormen, richtlijnen, voorschriften en eisen. Voor wat betreft de inbouw en randafwerking van de zonneboiler en aanverwante onderdelen worden de installatievoorwaarden van de leverancier toegepast, mits ze voldoen aan de voorwaarden van TV Leidraad voor de installatie van zonneboilers. Als vulwater voor de collector van het primair circuit maakt de installateur uitsluitend gebruik van fabrieksmatig vervaardigde kant-en-klare mengsels geschikt voor de minimale en maximale werkingstemperaturen van de collectoren en volgens de voorschriften van de leverancier van de installatie. Bijmenging van water is verboden. Er wordt een waarborg van 10 jaar gegeven op de constante kwaliteit van het mengel. In de sanitaire installatie moet een onderbreker voorzien worden. Deze moet voldoen aan de bepalingen van de drinkwaterleverancier. AS-BUILT PLANNEN - DOCUMENTEN Bij oplevering worden revisietekeningen van de zonneboilerinstallatie in tweevoud bezorgd aan het Bestuur. De installateur zal de door het Bestuur aangewezen personen inlichten over de bediening van de installatie. Per installatie wordt een Nederlandstalige handleiding conform NBN EN ter beschikking gesteld. Keuring PROEFOPSTELLING Per type-installatie gebeurt een proefopstelling van 1 zonneboilersysteem met controle van de goede werking en de installatiepraktijk volgens de voorschriften van de leverancier en de Inspectielijst - Zonneboilers, bijlage 4 van TV. Het systeem mag daarbij geen gebreken vertonen. De installateur stelt hiervoor het nodige personeel en de meetapparatuur ter beschikking. Na afloop van deze proefoplevering overhandigt de leverancier binnen de week een verklaring aan de opdrachtgever waarin hij zich uitdrukkelijk akkoord verklaart met de installatie zoals ze op de werf in de proefoplevering is gebeurd. Pas na volledige goedkeuring door ontwerper en leverancier mogen de andere installaties aangevat worden. Deze worden volledig in overeenstemming met de gekeurde installatie uitgevoerd. KEURING - CONTROLES Iedere installatie wordt compleet werkend gekeurd. De aannemer verwittigt hiervoor tijdig het Bestuur. Elke installatie wordt in bedrijf gesteld en ingeregeld volgens de voorschriften van de leverancier en gecontroleerd. Het controleverslag wordt vóór de oplevering bezorgd aan het Bestuur. Van elke installatie zal men het collectorcircuit op lekkage controleren volgens voorschriften van de leverancier. In afwezigheid van deze voorschriften, volgens een erkende methode zoals de NBN EN of NBN EN Na het beproeven zal men het vulpunt van elke installatie verzegelen, volgens de voorschriften van de leverancier, en opleveren. De keuringen en proeven gebeuren in aanwezigheid van de installateur, de leverancier (voor de proefopstelling) en de ontwerper. De installateur verwittigt hiervoor tijdig het Bestuur en de leverancier. WAARBORGEN De aannemer verbindt zich onvoorwaardelijk om gedurende 1 jaar na oplevering of eerste ingebruikname voor zijn rekening alle gebreken te herstellen die door het Bestuur gemeld worden en zijn veroorzaakt door een materiaalfout of een gebrekkige uitvoering van het werk. Blz. 195

196 De installaties moeten afkomstig zijn van Belsolar-leden die aan de eisen van het kwaliteitssysteem voldoen en waarbij volgende waarborgen worden gegeven: 10 jaar op de goede werking van de collector; 5 jaar op het opslagvat; 2 jaar op alle overige componenten zonneboilers - collectoren Leveren, montage en aansluiten van de zonnecollectoren. De montage op het dak of op de gevel gebeurt in coördinatie met de plaatsing van de dakbedekking of de gevelbekleding. Bij parallelschakeling van collectoren wordt het Tichelmann-principe toegepast. In de verbindingen mogen geen spanningen optreden als gevolg van het normale opwarmen en afkoelen. Type collector: (ofwel) vlakke plaat met leegloop (ofwel) (ofwel) vlakke plaat met antivriesmiddel heat-pipe vacuümbuis Minimaal bruikbaar collectoroppervlakte: m² Afmetingen (exclusief eventuele goot): zie ook aanduidingen op plan en meetstaat breedte: min. m, max. m hoogte: min. m, max. m diepte: min. m, max. m Bevestigingssysteem (volgens de voorschriften van de leverancier en de aanduidingen op plan; een voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur) op hellend dak Volgende gegevens worden door de aannemer ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur voor de materialen besteld worden: Merk, type Absorber oppervlakte (m2) Maximaal gewicht leeg / gevuld (kg) Afmetingen (m) Werkdruk (bar) Proefdruk (bar) Minimale / maximale opstelhoek ( ) Prestaties: absorptie absorber, emissie absorber, loodrecht zonlicht transmissie afdekking Testomstandigheden Testinstituut Nr. testrapport Volgens de voorschriften van de leverancier van de collectoren zonneboilers - opslagvat Opslagvat voor het sanitair warm water opgewarmd via de collector. Vat en warmtewisselaar (uit verenigbare materialen): roestvast staal of Blz. 196

197 volkoper of geëmailleerd staal met vervangbare magnesium opofferingsanode of elektronische anode of kunststofvat en koperen warmtewisselaar. De vaten zijn voorzien van: een koud- en warmwater aansluiting; een in- en uitlaat aansluiting voor de warmtegenerator; een aflaatkraan; een mantel uit geëmailleerd, gemoffeld of geplastificeerd staal / kunststof kleur wit; een warmte-isolatie uit polyurethaanschuim of gelijkwaardig; een inspectieopening; een kenplaat; een thermometer ( C) op het boilervat. Eigenschappen: geschikt voor hoge temperaturen (tot 95 C) geschikt voor drinkwater het vermogen van de warmtewisselaar is aangepast aan het piekvermogen van de zonne-installatie de hoogte van de vat bedraagt 2 à 2.5 maal de diameter maximale warmteverliesfactor (W/K) = 0,16 V (V: volume opslagvat in liter) De vaten worden geleverd met ophangbeugels of voetsteun en de nodige verbindingsstukken. De vaten wordt verticaal geplaatst. De inhoud van het vat en het vermogen van de warmtewisselaar (rekening houdend met het ketelvermogen gedimensioneerd op de warmteverliezen van de woning) moeten het water voldoende opwarmen om minstens 2 baden (40 C) met een tussenpauze van 20 minuten te kunnen aftappen (bij een gemiddelde CV-temperatuur van 75 C). In geval de naverwarming gebeurt in het boilervat zelf door middel van een CV-ketel wordt een tweede warmtewisselaar voorzien in het bovenste gedeelte van het vat. Vermogen wisselaar: aangepast aan het piekvermogen van de zonne-installatie / kw Inhoud: 200 / 300 / 500 liter Afmetingen (hxbxd): max. x x mm / volgens meetstaat Aansluitdiameters: koud / warm-water: 3/4 (in koper diameter 22) warmtewisselaars: diameter Aanvullende specificaties Vermogen onderste wisselaar voor bijverwarming, afgestemd op het ketelvermogen: kw / volgens meetstaat Hygiënisch buffervat met doorloopprincipe om legionalla-ontwikkeling te vermijden. Terugloopvat, al dan niet ingebouwd in het opslagvat. Het terugloopvat voldoet aan de eisen van de leverancier van de zonneboiler-installatie.. Boilerset bestaande uit een gemotoriseerde driewegklep. Boilerregeling aangepast aan het keteltype zonneboilers - leidingsysteem en toebehoren Leveren, plaatsen en aansluiten van het leidingsysteem (primair circuit) en toebehoren (bevestigingsbeugels, leidingisolatie, doorvoeren, ). Blz. 197

198 BUIZEN De leidingbuizen zijn conform art 65.50, TV 212 en onderstaande bepalingen: de leidingen zijn verenigbaar met het gebruikte warmtetransportmiddel en met de materialen van de verschillende componenten van de installatie; ze mogen geen zuurstof doorlaten; ze zijn bestand tegen temperaturen van -20 C (voor alle leidingen buiten het gebouw of op onverwarmde plaatsen) en de maximale temperatuur die de collector kan bereiken bij stagnatie in de zomer in het bijzonder de leidinggedeelten in de onmiddellijke nabijheid van de collector (kortstondige temperaturen van 120 C of hoger); het gebruik van verzinkte stalen buizen en kunststofbuizen voor verwarming (PEX, PP, ) is verboden; de verbindingstechnieken zijn aangepast aan het systeem, met bijzondere aandacht voor de opstelling in buitenvoorwaarden (o.a. extreme temperaturen, vocht, windbelasting, ). De leidingen buiten het gebouw moeten zo kort mogelijk zijn. Dit geldt ook voor het geheel van de leidingen tussen collector en het opslagvat. Alle leidingen worden geplaatst met voldoende helling, afhankelijk van het type zonneboiler. Er wordt rekening gehouden met de thermische uitzettingen van de leidingen. Doorvoeren mogen de water-, damp- en luchtdichtheid niet negatief beïnvloeden. De thermische isolatie van de leidingen mag ter hoogte van doorvoeren niet onderbroken worden. Bij de dimensionering van de diameter van de leidingen wordt rekening gehouden met het debiet door de collector (voorschriften leverancier of proefrapport), het totale collectoroppervlakte en een maximale stromingssnelheid van 1 m/s. Warmteslot: alle leidingen die bovenaan het boilervat aangesloten worden, moeten zo dicht mogelijk bij het vat een bocht naar beneden maken van minstens 30 cm diep, om warmteverliezen door interne stromingen te voorkomen, in het bijzonder bij vaten met secundaire warmtewisselaar. LEIDINGISOLATIE Alle collectorleidingen, leidingen voor koud water over minstens 1 m vanaf aansluiting op installatie, alle warm waterleidingen (primair en secundair circuit) worden voorzien van een aangepaste leidingisolatie. Het isolatiemateriaal moet bestand zijn tegen hoge temperaturen (kortstondig 160 C of hoger bij collectorleidingen), verenigbaar zijn met het buismateriaal en koppelstukken. Bijzondere eisen voor isolatie geplaatst in de buitenlucht: bestand tegen UV-straling of met een afdoende afscherming, vorstbestendig, niet rotbaar en niet aantastbaar door knaagdieren en vogels, regen- en winddicht of beschermd tegen regen en/of wind. Warmtegeleidingscoëfficiënt λ (volgens NBN EN ISO 8497): max. 0,04 W/mK Minimale isolatiediktes ( 2 mm): diameters 10, 12, 15, 18 en 22x1: 20 / mm, diameters 28 en 35x1,5: 30 / mm, diameter 42x1,5: 39 / mm zonneboilers - circulatoren Leveren, plaatsen en aansluiten van de in het systeem vereiste circulatoren. Conform de voorschriften van de leverancier zonneboiler. Bij de bepaling van ladingsverliezen wordt rekening gehouden met de viscositeit van het warmtetransportmiddel. Blz. 198

199 Bij systemen met terugloop moet naast de ladingsverliezen ook de hoogte tussen terugloopvat en hoogste punt van de collector overwonnen worden. Hierbij wordt een pomp voorzien van twee vermogens waarbij eenmaal de hevelwerking tot stand is gebracht, automatisch op het lager vermogen wordt overgeschakeld. Vermogen: max. 50 W of 15 W/m2 collectoroppervlak. Pompkarakteristieken: volgens voorschriften van leverancier zonneboilerinstallatie en lokale geometrie. Temperatuursbestendig tot minimaal 120 / C zonneboilers - expansiesysteem Expansiesysteem voor het opvangen van veranderlijke druk. De werken omvatten alle leveringen, werken en regelingen voor het gebruiksklaar installeren van de expansievaten en bijhorende veiligheidsventielen. Stalen vat dat aan de binnenzijde tegen corrosie is behandeld. De scheiding tussen water en stikstofkussen wordt gerealiseerd d.m.v. een membraan of balg. Het membraan of de balg kan de vorm van het vat aannemen in extreme toestand (volledig gevuld) zonder overdreven rek. De uitlaat van het veiligheidsventiel wordt verbonden aan een afvoerbuis met trechter en zichtbare afloop met dezelfde diameter als de afvoerbuis van het veiligheidsventiel. De afvoerbuis en de trechter moeten voorzien zijn van een sifon met een waterslot van min. 15 cm. Bij het koken van de collector moet alle vloeistof kunnen opgevangen worden, met een veiligheid van 50%. Om het expansiesysteem te beschermen tegen hoge temperaturen wordt een buffervat voorzien. Het buffervolume bedraagt 20% van de netto-inhoud van de primaire kring. Vorm: cilindrisch / sferisch Proefdruk vanuit fabriek: 1,5 x de hoogste dienstdruk met een minimum van 5 bar. Dimensionering: volgens de methode van de Dienst voor Fysische Toepassingen en Controle (zie berekeningsnota DFTK nr. 17). van de afvoerbuis en de trechter: koper / PE / PVC / PP Minimum doorsnede van het veiligheidsventiel: minimum 1/2 / Het vat moet vervangbaar zijn zonder de installatie te moeten aflaten. Het expansievat wordt geïnstalleerd op het koudste punt van de installatie en aan de zuigzijde van de pomp. Te gebruiken in combinatie met een veiligheidsventiel zo dicht mogelijk bij het vat en op gelijke hoogte geplaatst. Toepassing Bij zonneboilers zonder terugloop, volgens hydraulisch schema zonneboilers - regelsystemen en beveiliging Het geheel van aflaat- en vulkranen, regelkranen, veiligheidskleppen, keerkleppen, ontluchters, mengventielen, nodig voor een perfecte werking van de installatie. Zij worden geleverd door de fabrikant van de zonneboiler, aangepast aan het de vereisten van het systeem. Inbegrepen zijn de nodige beveiligingen tegen vorst en oververhitting. Alle onderdelen zijn bestand tegen hoge temperaturen en geschikt als warmtetransportmiddel. Temperatuursbestendigheid minimaal 120 C of volgens specifieke eisen van de toepassing. Alle belangrijke Blz. 199

200 onderdelen van de installatie kunnen verwijderd worden voor herstelling of vervanging zonder het water van de installatie af te laten zonneboilers regelsystemen en beveiliging/aflaat- en vulkranen Plugkranen uit warm geperste messing, brons of roestvast staal met afneembare sleutel. Afschroefbaar aansluitstuk met buitenschroefdraad voor darmbevestiging met sleutel, dop en ketting. Aansluitdiameter: ND 15 / zonneboilers regelsystemen en beveiliging/regelkranen Te voorzien voor een evenwichtige doorstroming van de zonnecollectoren (complexe installaties) Aansluitdiameter: ND zonneboilers regelsystemen en beveiliging/ontluchters Zij mogen niet aan de stagnatietemperaturen van de collectoren blootgesteld worden. Aansluitdiameter: ND Toepassing Op alle hoge punten van de installatie, volgens hydraulisch schema (niet bij terugloopboilers) zonneboilers regelsystemen en beveiliging/veiligheidskleppen Veiligheidskleppen te combineren met een manometer. Af te stellen op maximale werkingsdruk van het zwakste component (3 bar). Bij systemen met antivriesmiddel mag niet in de rioleringen geloosd worden, de aflaat gebeurt in een vat die de volledig vloeistofinhoud van het primair circuit kan bevatten. Aansluitdiameter: ND 20 Behuizing: messing Toepassing In het koudste leidinggedeelte, volgens hydraulisch schema zonneboilers regelsystemen en beveiliging/keerkleppen Behuizing: messing Aansluitdiameter: ND Toepassing Stroomopwaarts van het expansievat, volgens hydraulisch schema (systemen zonder leegloop). Blz. 200

201 zonneboilers regelsystemen en beveiliging/mengventielen Tussen het opslagvat en de naverwarmer en/of het begin van het sanitair warmwater leidingnet wordt verplicht een temperatuurgestuurde drieweg-mengkraan geplaatst die de watertemperatuur beperkt tot maximaal 60 C door bijmenging van koud leidingwater. Behuizing: messing Aansluitdiameter: ND warmtepompboilers - algemeen Leveren, plaatsen en in gebruik stellen van voorraadboilers voorzien van een warmtepomp op de extractie ventilatielucht. Materialen Inhoud vat: min. 300 / liter, Vermogen: min. 1,6 / kw, COP-waarde: min. 3,7 bij A15/W15-45 conform NBN EN 255, Ingebouwde ventilator: luchtdebiet tot 300 / m3/h. Aansluitdiameters: koud / warm-water: 4/4 (in koper DN28) of flexibele slangen 4/4 / / volgens meetstaat CV-aansluiting: Vat en warmtespiraal (verenigbare materialen): roestvast staal / volkoper / geëmailleerd staal en vervangbare magnesium opofferingsanode of elektronische anode / kunststof en koperen warmtewisselaar / Mantel: geëmailleerd, gemoffeld of geplastificeerd staal / kunststof kleur: wit / Warmte-isolatie: polyurethaanschuim Koelmiddel: R134a / Aanvullende specificaties Voorbereid voor het geoptimaliseerd verbruik van zelf opgewekte energie uit fotovoltaïsche installatie De warmtepompboiler wordt verticaal opgesteld. De warmtepompboiler kan voor de tapwateropwarming via een leidingsysteem (warme) afvoerlucht uit meerdere kamers toegevoerd worden. De bij de tapwateropwarming afgekoelde afvoerlucht van de warmtepompboiler wordt naar buiten gevoerd. De dimensionering van het leidingsysteem voor afvoer- en uittredelucht gebeurt in aansluiting op een woningventilatiesysteem en moet worden voorgelegd ter goedkeuring aan het Bestuur. De ventilatiewerking is ook zonder tapwateropwarming mogelijk. Met behulp van het tijdprogramma voor ventilatie en de keuze van in minstens 3 ventilatietrappen wordt een continue verluchting gegarandeerd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De zonnecollectoren worden aangesloten op de daarvoor voorziene verwarmingsspiraal. Blz. 201

202 Keuring De warmtepompboiler beschikt over een waarborg van 5 jaar op de compressor, 5 jaar op de kuip en 2 jaar op de overige onderdelen en toebehoren, gerekend vanaf de voorlopige oplevering. Blz. 202

203 64. GASINSTALLATIES gasinstallaties - algemeen Leveren en plaatsen van alle materialen voor de realisatie van een bedrijfsklare binneninstallatie voor gas, conform NBN D en addenda, laatste uitgave, met inbegrip van proeven, aansluiting op de meters en aflevering van een overeenkomstigheidsattest. Enkel de kosten voor aansluiting door de netbeheerder van de gasmeter zijn ten laste van de bouwheer. Materialen Alle gebruikte materialen voldoen aan NBN D , de voorschriften van de netbeheerder en de vigerende normen. De installaties en hun aansluiting op het aardgasnet moeten voldoen aan de algemene levering- en aansluitingsvoorwaarden van de netbeheerder, aangevuld met de eventuele voorschriften van de plaatselijke brandweer. Voor de uitvoering van de installatie moet de aannemer contact opnemen met de netbeheerder. Keuring OVEREENKOMSTIGHEIDSATTEST In overeenstemming met art. 48 van het K.B. van 28 juni 1971, moet de installateur een overeenkomstigheidsattest overmaken aan de aardgasmaatschappij dat de binneninstallatie voldoet aan de norm NBN D Alle eventuele uit te voeren wijzigingen om de installatie hiermee in overeenstemming te brengen vallen ten laste van de installateur. Dit attest omvat een verklaring van conformiteit en een principeschema van de installatie. Het attest moet worden gevalideerd - na controle ter plaatse - door een erkend controleorganisme. Indien de installatie geplaatst wordt door een CERGA-installateur is de tussenkomst van een controleorganisme niet vereist. De overeenkomstigheidsattesten moeten vóór de officiële einddatum van de werken bezorgd worden aan de bouwheer. Bij het ontbreken van de attesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde gasmeters, die in dat geval verrekend zullen worden aan de tarieven van de netbeheerder. DICHTHEIDSPROEF Voor de aansluiting van een installatie aan te vragen en voor eventuele dekmiddelen of beschildering aan te brengen, zal de installateur de installatie onderwerpen aan een drukproef volgens NBN D : Deze proef heeft tot doel elk opspoorbaar lek te vinden. Na openen van de stopkranen van al de aangesloten verbruikstoestellen, wordt de binnenleiding (inbegrepen aansluitleidingen van de verbruikstoestellen) beproefd met behulp van lucht of een inert gas (bv stikstof) op een druk van 100 mbar ± 10 mbar. De dichtheid wordt vastgesteld op basis van de volgende gelijktijdige waarnemingen: het niet ontstaan van bellen op al de bereikbare delen tijdens het afzepen met een schuimend product EN na een wachttijd van minstens 10 minuten, die de druk toelaat zich te stabiliseren op ongeveer de initiële druk, het behouden tijdens een voldoende lange periode van de op de controlemanometer aangeduide gestabiliseerde druk. Elk lek moet hersteld worden. Bij deze beproeving is het gebruik van gasvormige brandstoffen of van zuurstof ten strengste verboden. Elke uitbreiding van de leidingen wordt beschouwd als een nieuw gedeelte van de binnenleiding. Dit deel moet bovenstaande proef doorstaan. Indien de installateur niet erkend of CERGA is en/of voor installaties met een ingesteld vermogen groter dan 25 m3/u, wordt de keuring van de installatie uitgevoerd door een erkend keuringsorganisme. Het attest van keuring wordt aan het Bestuur overhandigd, voor de oplevering van de werken. Alle aan de keuring verbonden kosten zijn ten laste van de aannemer. Blz. 203

204 OPENEN VAN DE GASMETER De installatie mag slechts in dienst gesteld worden als aan alle voorschriften van de netbeheerder voldaan wordt. Alle eventuele verbruikskosten tijdens de loop van de werken zijn ten laste van de aannemer en worden desgevallend door het Bestuur verrekend aan de tarieven van de netbeheerder. MERKEN VAN DE LEIDINGEN De gasleidingen worden geïdentificeerd door een markering in gele kleur conform NBN 69. AS-BUILT PLANNEN Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een tekening van het leidingnet zoals het is uitgevoerd met aanduiding van alle diameters, kranen en de aard van de leidingen gasleidingen - algemeen Leveren en plaatsen van leidingen en hulpstukken, moffen, sleuven, muur- en vloerdoorboringen en alle herstellingen ervan, de studie, dichtingsproeven en as-built plannen van het leidingennet. Materialen De aardgasleidingen beantwoorden aan NBN D Alle ingewerkte buizen worden beschermd (vanuit fabriek of bij plaatsing) door een bekleding van synthetisch materiaal. Koperen leidingen zijn steeds vanuit fabriek voorzien van een beschermende bekleding. Verzinkte stalen buizen mogen niet worden gelast. Alle beschadigde buizen, zowel tijdens het lossen als bij het plaatsen, worden onmiddellijk vervangen. De diameters worden bepaald volgens Bijlage C van NBN D De leidingen worden geplaatst volgens NBN D en de lastenboeken van de KVBG. LEIDINGTRACE - DOORVOEREN De leidingen worden uitgevoerd in rechtlijnige tracés, met zo weinig mogelijk richtingsveranderingen. Het aantal fittings en lassen wordt tot een minimum beperkt. De minimale afstand tussen leidingen, kabels en andere installaties bedraagt 40mm. De leidingen worden zodanig ondersteund dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. Het is niet toegelaten gasleidingen te plaatsen in ruimten of bouwelementen waarin zich een gasbel kan vormen omwille van ontoegankelijkheid of onvoldoende verluchting van deze ruimten of bouwelementen. Bij muur- en vloeropeningen worden de leidingen beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt afgedicht met een aangepaste niet corrosieve en voldoende plastische kit. De mantelbuis steekt 5cm boven de vloer uit. Alle doorvoeringen worden geboord met een diamantboor. De leidingen en bevestigingen worden voldoende beschermd tegen bevuiling. Zichtbare horizontale leidingen bevinden zich op minstens 5cm boven het peil van de afgewerkte vloer. INGEWERKTE LEIDINGEN Het inwerken van leidingen in muren en wanden mag de stabiliteit niet in gevaar brengen, over de plaats en de aard van de inwerkingen wordt voorafgaandelijk overlegd met het Bestuur. Het is niet toegelaten gasleidingen te plaatsen in: dekvloeren, spouwen, afvoerkanalen van verbrandingsproducten, niet- geventileerde holten, watergoten en toezichtputten van riolen, verluchtings-, ventilatie- of luchtbehandelingskanalen, liftkokers en afvoerkokers, holle bouwelementen (snelbouw, holle welfsels). Blz. 204

205 Voor het storten van het beton worden buizen, zonder koppelingen noch lasnaden, afdoende beschermd tegen corrosie. Voor het inwerken van de buizen in de muur wordt met zorg mechanisch een ondiepe inkeping gemaakt. De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na het plaatsen van de buis wordt de holte met mortel gedicht. RUIMTELIJKE SCHIKKING Conform de bepalingen van NBN D GASSTOPKRANEN Elk te installeren verbruikstoestel wordt voorafgegaan van een stopkraan. Elke stopkraan wordt, in afwachting van het aansluiten van het toestel, afgesloten met een metalen geschroefde stop. De kraan wordt op een gemakkelijk te bedienen plaats aangebracht zo dicht mogelijk bij het toestel Alle stopkranen zijn inbegrepen in de prijs van de leidingen, tenzij zij voorzien zijn in de prijs van het verbruikstoestel (zoals bij gasketels en waterverwarmers). REINIGEN Met afgekoppelde gasmeter en gebruikstoestellen, inblazen van lucht of een inert gas, voor de verwijdering van niet klevende deeltjes. Voldoende fittings zijn te voorzien gasleidingen - staal Conform de bepalingen van NBN D Nominale diameters: volgens aanduidingen op plannen en meetstaat. Overeenkomstig aanduiding op plan en NBN D gasleidingen - koper Er wordt gebruik gemaakt van buizen met aangepaste diameter volgens vereist debiet. De wanddikte bedraagt minimaal 1mm. Zij zijn van het type: (ofwel) (ofwel) harde roodkoperen buizen (R 290), bestemd voor plaatsing in opbouw. halfharde roodkoperen buizen (R 250) met inwendige oppervlaktebehandeling tegen corrosie, bestemd voor plaatsing in opbouw. Met inbegrip van de fittings en de nodige bevestigingsbeugels. Zij zijn leverbaar in lengtes van 3 en 5m. De beugels zijn uit koper, koperlegering of kunststof. Bij gebruik van verkoperd staal, zamak of ander metaal is een isolatie tussen de beugel en de buis vereist. Markering van de buizen: Cu - EN R 220 (of R 250 of R 290) - nominale diameter (= buitendiameter) x nominale wanddikte. Buitendiameters: volgens type (zachte, halfharde of harde buis) en aanduidingen op plannen en meetstaat. De pijpen worden loodrecht op de hartlijn van de buis gezaagd of afgesneden met een aangepaste buissnijder tot het bekomen van een nauwkeurig rechte doorsnede. Plaatsing van de leidingen overeenkomstig aanduidingen op plan. Blz. 205

206 gaskranen - algemeen Levering en montage van alle nodige stopkranen en eventuele gasfilters voor aansluiting van toestellen en/of de afsluitkranen om een deel van de installatie af te sluiten. Materialen Het kraanwerk voldoet aan de eisen van de plaatselijke netbeheerder en de voorschriften bepaald in NBN D en NBN EN 331. Alle materialen zijn BGV-gekeurd. Eigenschappen van de kranen: met de hand bediende kogelkranen en plugkranen met gesloten bodem voor gasinstallaties in gebouwen; van het type R HT ; ze zijn uitgerust met gepaste (gas)draad; kwarttoer bediening met ondubbelzinnige aanduiding van open of gesloten stand, afneembare bedieningssleutels zijn verboden; ze zijn dicht ten overstaan van de omgeving, ongeacht hun stand (open of gesloten); in gesloten toestand mogen zij geen gas doorlaten in de stroomafwaartse leiding; de gebruikte materialen moeten weerstand bieden aan de mechanische, thermische en chemische omstandigheden waaraan zij bij normaal gebruik kunnen blootgesteld worden; als ze binnenshuis geplaatst worden, moeten ze aan hoge temperaturen kunnen weerstaan gaskranen - gasfilter De filters zijn vervaardigd uit synthetisch weefsel of metaalgaas voor het ophouden van deeltjes tot 3 micron; ze zijn vlot verwijderbaar, vervangbaar en onderhoudbaar gaskranen - afsluitkranen De afsluitkranen zijn van het type sferische plugkranen met volle doorlaat met drieledig koppenstuk conform NBN D De diameters zijn aangepast aan de gasleiding en debiet van het aangesloten verbruikstoestel, zoals aangeduid op plannen en meetstaat. Geplaatst zo dicht mogelijk bij het verbruikstoestel en gemakkelijk bereik- en bedienbaar. Toepassing Nabij alle verbruikstoestellen indien niet ingegrepen in het toestel gasaansluiting Alle noodzakelijke werken voor het bekomen van een aansluiting op het gasleidingsnet, in overeenstemming met de eisen van de netbeheerder. Deze post omvat alle werken die niet in de factuur voor de aansluiting zijn inbegrepen, zoals: het maken en dichten van sleuven, doorkappingen, opstelling van de meter, equipotentiaalverbindingen, de kosten voor de aansluiting en indienststelling, zijn ten laste van de aannemer. 1 per bungalow. OPSTELLING - GASMETERS De voorziene plaatsing van de gasmeter voldoet aan de norm NBN D en aan de voorschriften van de netbeheerder. Het leidingnet wordt aangesloten op de voeding. Ze mag niet worden ingewerkt. Ze moet altijd bereikbaar blijven voor de personeelsleden van de netbeheerder. De binneninstallatie wordt afgewerkt tot op maximum 1 meter afstand van de gasmeter, d.m.v. een stuk buis met aangepaste buitendraad. Blz. 206

207 De aansluiting mag niet onder invloed staan van schadelijke krachten en ook niet in aanraking komen met metalen of producten die schade kunnen veroorzaken. Indien de netbeheerder van oordeel is dat bijkomende veiligheidsmaatregelen moeten getroffen worden wegens het bestaan van bijzondere risico's of karakteristieken van de omgeving, zal de aannemer deze uitvoeren op eigen kosten. GASMETER BINNEN HET GEBOUW de muurdoorvoer voor de gasleiding mag geen doorgang verlenen aan andere leidingen. Alle andere leidingen moeten op een afstand van minstens 20cm blijven; deze muurdoorvoer wordt water- en gasdicht afgesloten; volgens de bepalingen van de lokale netbeheerders dient gebruik gemaakt van een energiebocht; het gedeelte van de dienstleiding binnen het gebouw moet zo kort mogelijk zijn; het binnengedeelte van de stalen dienstleiding zal op het gebied van bescherming gelijkwaardig zijn aan het gedeelte buiten geplaatst; het gedeelte van de dienstleiding binnen het gebouw moet op een verticale muurwand bevestigd kunnen worden, minstens op plinthoogte en over zijn ganse loop zichtbaar, zodat nazicht, onderhoud of vervanging kan gebeuren zonder beschadiging van vloeren of muren; worden de gas- en elektriciteitsmeters in dezelfde nis geplaatst en zijn zij niet van elkaar gescheiden door een gasdicht tussenschot, dan zal de gasmeter in het bovenste deel van de nis worden aangebracht; de aardgasleiding moet aangesloten worden op de equipotentiaalverbinding, nabij de gasmeter langs de kant van de binneninstallatie; de minimum afstand tussen de gasmeter en elk warmteproducerend toestel bedraagt 1,5 m. GASMETER BUITEN HET GEBOUW De kast wordt op privaat terrein zo dicht mogelijk bij de hoofdleiding en de rooilijn geplaatst volgens de bepalingen van de netbeheerder gastoestellen algemeen Levering, plaatsen, aansluiten en in gebruik stellen van de verbruikstoestellen met alle toebehoren. De soepele aansluitslangen voldoen aan de NBN D De aansluiting en plaatsing van de toestellen gebeurt overeenkomstig NBN D De plaats van toestellen in vochtige ruimtes, waar een elektrische voorziening voor nodig is, dient te voldoen aan het AREI. Het ontluchten en in dienst stellen van de toestellen gebeurt door de installateur. Hij dient de goede werking van de toestellen na te kijken en een gebruiksaanwijzing te overhandigen aan de opdrachtgever. Blz. 207

208 65. VERWARMING INDIVIDUELE INSTALLATIES gaswandketels - algemeen Levering en plaatsing van gaswandketels voor individuele centrale verwarming (vermogens tot 35 kw). De hydraulische en elektrische aansluiting, de in bedrijfstelling en alle nodige toebehoren zijn inbegrepen. Materialen ALGEMEEN Alle toestellen zijn CE gekeurd voor het gebruik van gassen: Cat. I2E+ (alle toestellen) Cat. I2E(S)B (voorgemengde branders) Cat. I2E(R)B (ventilatorbranders) De ketels zijn ook KVBG HR-top gekeurd en voorzien van een kenplaat (met vermelding van merk en type, CE-label, vermogen, maximale druk, ). Zij zijn conform NBN EN Veiligheids- en regelinrichtingen voor gasbranders en gasverbruikstoestellen - Algemene eisen. BASISPRESTATIES Beschermingsgraad minstens IP X4. Het werkingsregime van de ketel is in 70/50 of lager. De ketels werken geluidsarm. Ketels gevoed door netspanning gaan in veiligheid bij stroomonderbreking en schakelen automatisch terug in bij herstel van de spanning. Elektriciteit: 230 V / 50Hz. Maximum CO-emissie: 110 mg/kwh. Maximum NOx-emissie: voor condensatieketels < 70mg/kWh. KENMERKEN TOESTELLEN MET ATMOSFERISCHE BRANDERS De gasketels zelf zijn minimaal voorzien van: voorgemengde en traploos modulerende en corrosiebestendige brander van ca 25% tot 100% (premix) met ontstekingselektrode; rendement: minimaal 108% op de onderste verbrandingswaarde; inrichting die een geleidelijke ontsteking en een stabiele werking van de brander waarborgt; voorziening die de schakelfrequentie beperkt; zowel in- als uitwendig corrosiebestendige warmtewisselaar; elektronische ontsteking met ionisatiebeveiliging; beveiliging tegen oververhitting en watergebrek; bekleding uit geëmailleerde staalplaat of gelijkwaardig, gemakkelijk te onderhouden en afneembaar voor onderhoud; waterdicht en ontstoord elektrisch gedeelte voorzien van de nodige aansluitklemmen voor elektrische voeding, regeling, pompsturing, ; nippels voor het meten van de gasdruk en de branderdruk; vorstbeveiliging van het toestel zelf als de ketel op zolder of een niet vorstvrij lokaal wordt geplaatst; gemakkelijk bereikbare en duidelijke bedieningsknoppen voor aan/uit-schakeling, temperatuursregeling CV; regeling met microprocessor met werkings- en storingsindicatie d.m.v. LED s of code; lage CO-, CO 2- en NOx-emissies; < 70mg/ kwh; condenswaterafvoer aangesloten via een open trechter met sifon op een riool. KETELTOEBEHOREN - INSTALLATIEONDERDELEN De toestellen worden uitgerust met volgende installatieonderdelen (al dan niet ingebouwd in de ketel): Blz. 208

209 een drukexpansievat met kunststofmembraan en stikstofvulling en waarvan de totale inhoud en de voordruk (min 0,5 bar) aangepast zijn aan de waterinhoud en de kenmerken van de installatie, conform art een circulator, met mogelijkheid tot snelheidsregeling, zonder pakking en smering, met geruisloze werking, nadraaischakeling, elektrisch ontstoord en aangepast aan de debiet en de opvoerhoogte van de installatie (installatie- en pompkarakteristieken voor te leggen); pomp met EEI 0,23 te voorzien vanaf 01/08/2015. een gemakkelijk afleesbare thermometer die de temperatuur (in C) van het vertrekwater aangeeft; een gemakkelijk afleesbare manometer (in bar) op de kring verwarming; een instelbare verschildrukregelaar (by-pass); een BVG-gekeurde gasafsluitkraan; de nodige afsluitkranen voor het isoleren van de ketel (koudwatervoeding, CV, sanitair, gas); een aflaatkraan (geschikt voor aankoppeling van rubberdarm); een automatische ontluchter, gemakkelijk vervangbaar; een water aansluitset, Belgaqua gekeurd, en omvattende minimaal een afsluitkraan, een terugslagklep, een overdrukbeveiliging en een soepele aansluitdarm; een veiligheidsventiel (1/2 ) op de verwarmingskring, ingesteld op 3 bar, een corrosie- en temperatuursbestendige trechter voor onderbroken aansluiting op een afvoer; een afzonderlijk leverbare steun; er mogen enkel metalen rookgaskanalen gebruikt worden, kunststof is verboden, tenzij toegestaan door de leverancier van de ketel. KENMERKEN VAN DE EVENTUELE SWW-VOORZIENING TYPE VOORRAAD Een ingebouwd sanitair warmwatervoorraadvat uit koper, RVS of geëmailleerde staalplaat (met kathodische bescherming of zwerfstroom bescherming). Een voorrangschakeling voor SWW op de functie CV, waarbij het vol vermogen ter beschikking komt voor de boileropwarming. Een instelbare uitstroomtemperatuur van het warm water (max. circa 60 C). KENMERKEN VAN DE EVENTUELE SWW-VOORZIENING TYPE DOORSTROOM Een in- en uitwendig corrosiebestendige warmtewisselaar voor opwarming van het sanitair warm water door het CV-water en waarbij geen rechtstreeks contact mogelijk is tussen beide vloeistoffen. De sanitair warmwateromloop komt niet in rechtstreeks contact met de vlammen of de rookgassen. Een voorrangschakeling voor SWW op de functie CV. Een instelling die het brandervermogen automatisch aanpast aan het sww-debiet, continu modulerende werking, en een constante uitstroomtemperatuur waarborgt (temperatuursafwijking kleiner dan 1 C). De instelbare uitstroomtemperatuur van het warm water bedraagt maximaal 60 C bij een koudwatertemperatuur van 10 C. Een zomer/winterschakelaar die toelaat de functie verwarming manueel te onderbreken. De constructie van de wisselaar is zo opgevat dat kalkafzetting wordt tegengegaan. Volgens de voorschriften van de fabrikant en met behulp van de aangepaste hulpstukken. Keuringen De ketels en hun toebehoren worden solidair door aannemer en leverancier gedurende minimaal 3 jaar, gerekend vanaf de datum voorlopige oplevering, gewaarborgd. Deze waarborg heeft betrekking op de materialen, de arbeidsprestaties en de verplaatsingskosten. Een dienst naverkoop is georganiseerd in de regio. Blz. 209

210 gaswandketels - gesloten gaswandketels - gesloten/cv & SWW (doorstroom) Gaswandketels, met gesloten verbrandingskamer (type C). De toestellen zijn bestemd voor verwarming en bijkomend uitgerust voor sanitair warmwaterproductie type doorstroom. Het verwarmingstoestel wordt samen met zijn systeem voor luchtaanvoer en verbrandingsgassenafvoer gedekt door de CE-markering. De voorschriften van de fabrikant en leverancier moeten strikt worden nageleefd en er mag uitsluitend materiaal voorgeschreven of geleverd door de fabrikant of leverancier gebruikt worden. Type: condenserend (HR-top) Aanduiding: C32 /C33 / C42 / C43 / C52 / C83 / C93/ Vermogen: kw bij 80 C/60 C (vermogen afgestemd op berekende warmteverliezen door aannemer, inclusief comfortabele sanitaire behoefte) Pomp: Debiet: m3/h Opvoerhoogte: kpa Toerentalregeling: elektronisch Expansievat: Nuttige inhoud: 10 / liter Voordruk: 0,5 / bar Een condenswaterafvoer wordt aangesloten via een open trechter op een riool. Aanvullende specificaties Maximale afmetingen: (enkel opgeven indien beschikbare ruimte beperkt is) gaswandketels - gesloten/cv & SWW (voorraad) Gaswandketels, met gesloten verbrandingskamer (type C). De toestellen zijn bestemd voor verwarming en bijkomend uitgerust voor sanitair warmwaterproductie type voorraad. Het verwarmingstoestel wordt samen met zijn systeem voor luchtaanvoer en verbrandingsgassenafvoer gedekt door de CE-markering. De voorschriften van de fabrikant moeten strikt worden nageleefd en er mag uitsluitend materiaal voorgeschreven of geleverd door de fabrikant gebruikt worden. Type: condenserend (HR-top) Aanduiding C32 /C33 / C42 / C43 / C52 / C83 / C93/ De ketel moet gedimensioneerd worden i.f.v. de berekende warmteverliezen met voldoende modulatiebereik om een pendelgedrag te vermijden. Het sanitair warm water heeft een debiet van minstens 135l/10 min aan 45 C. Boilerinhoud: minimum liter Boiler regel- en aansluitmodule Pomp: Debiet: m3/h Blz. 210

211 Opvoerhoogte: kpa Toerentalregeling: elektronisch Expansievat: Nuttige inhoud: 10 / liter Voordruk: 0,5 / bar Een condenswaterafvoer aangesloten via een open trechter op een riool Aanvullende specificaties Maximale afmetingen: (enkel opgeven indien beschikbare ruimte beperkt is) leidingnet & toebehoren - algemeen Leveren, plaatsen en aansluiten van een bedrijfsklaar warmtedistributienet, met inbegrip van alle toebehoren (bochten, T-stukken, aftakkingen, verbindingen, beugels, collectoren, ) en de vereiste drukproeven, met uitzondering van het kraanwerk. Materialen De onderdelen, buizen en hulpstukken maken deel uit van één systeem en vormen bij de verwerking één geheel. Zij worden geleverd door dezelfde fabrikant en/of verenigbare handelsmerken, zoals aanbevolen door de buizenfabrikant. Alle buizen zijn over hun lengte gemerkt (merk, materiaal, norm, diameter, wanddikte, fabricagedatum, ) Vermenging van stalen en koperen buizen in een kring moet worden vermeden. Koperen buizen mogen zich enkel stroomafwaarts bevinden van stalen buizen. Kunststofbuizen zijn voorzien van een diffusiescherm. LEIDINGTRACÉ Het tracé van de leidingen is aangegeven op de plannen, maar kan tijdens de werken kleine wijzingen ondergaan. In zoverre deze wijzigingen geen wezenlijke meer- of minlengten met zich meebrengen, worden zij uitgevoerd zonder verrekening. Kruisingen, doorvoeren of andere moeilijkheden worden vakkundig opgelost in coördinatie met de betrokken ambachten. Ingewerkte of achteraf onbereikbare koppelingen zijn verboden (ook al is deze mogelijkheid voorzien in de technische goedkeuring). Er wordt rekening gehouden met voldoende uitzettingsmogelijkheden voor de leidingen. Lokale spanningen (o.a. bij zettingsvoegen, ) worden opgevangen d.m.v. aangepaste doorvoermoffen. De treksterkte van gerealiseerde verbindingen moet minstens even groot zijn als die van de buis. Leidingen voorzien in de dekvloer worden tijdens het storten van de vloer onder druk gezet door aansluiting op het waterleidingnet (3 à 4 bar). Waar vereist moet bij het plaatsen van de leidingen en beugels de nodige ruimte voorzien worden voor een doorlopende thermische buisisolatie. Uitgezonderd bij roestvaste en kunststof materialen, worden alle leidingen en toebehoren voorzien van twee corrosiewerende verflagen (van verschillende kleur) of gelijkwaardig. De volledige installatie wordt grondig gespoeld voor ingebruikname. Bij de dimensionering van de leidingen wordt uitgegaan van volgende richtwaarden m.b.t. de stromingssnelheid: Leidingdiameter DN 20 DN 20 Maximale watersnelheid / drukverlies 0,4 m/s 120 Pa/m (aanbevolen 100 Pa/m) Blz. 211

212 DN 20 DN 100 DN 100 DN 150 DN 150 Primaire collector 1 m/s 1,5 m/s 2 m/s 0,3 m/s SLEUVEN - DOORVOEREN Het maken van sleuven en doorvoeren gebeurt steeds na voorafgaandelijk overleg met de ontwerper en het studiebureau stabiliteit. Het aantal boringen, kapwerken en sleufwerken moeten tot een minimum beperkt blijven. Hierbij wordt voorzichtig tewerk gegaan, om nutteloze beschadigingen aan aangrenzende constructie-onderdelen te vermijden. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van aangepast, trillingsarm gereedschap d.m.v. een roterende beweging (zagen, frezen, slijpen, boren, ). De nodige openingen in muren en vloeren worden zoveel mogelijk uitgespaard tijdens de ruwbouwwerken. Doorboringen in betonplaten worden steeds uitgevoerd met een gekoelde diamantboor. Daarbij mogen geen wapeningen van het beton bloot gelegd of beschadigd worden. De sleuven in gemetste muren hebben een aangepaste sectie, zonder hun stabiliteit in gevaar te brengen. Het inwerken van leidingen in wanden met een dikte van minder dan 9 cm, in systeemwanden of in holle ruimtes van samengestelde wanden is verboden. Doorvoeren worden zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten, door een aangepaste beschermhuls (doorvoermof) rond de leidingen geplaatst en waarin de buis vrij kan bewegen. De hulzen steken 1 cm door de afgewerkte muren en de plafonds en minimum 2 cm door de bovenzijde van de afgewerkte vloeren. Na het plaatsen van de leidingen moet de installateur de sleuven en doorgangen opnieuw dichten, rekening houdend de voorziene oppervlakteafwerking van de omgevende wand en de eventuele bijzondere eisen inzake vochtwering en luchtdichtheid. Bij elke doorgang van een leiding door een eventueel aanwezige brandcompartimentering (vloer of muur) wordt, overeenkomstig de norm NBN , gebruik gemaakt van dubbelwandige branddovende doorgangshulzen. De tussenruimte is voorzien van een chemisch product dat, bij brand, de eigenschap heeft in elkaar te vloeien en de doorvoeropening dicht te smelten. Attesten moeten voorgelegd worden bij de monsterkeuring. AKOESTISCHE VOORZORGEN Ieder rechtstreeks contact tussen de bevestigingsmiddelen en de leidingen (metaal op metaal) en tussen de leidingen en wanden of vloeren moet worden vermeden. Hinder veroorzaakt door wrijving van de buizen in de beugels of tegen het gebouw, als gevolg van uitzetting of inkrimping, moet voorkomen worden. Om geluidsoverdracht in het gebouw tegen te gaan, neemt de installateur de nodige voorzieningen zoals de ruimte tussen doorvoerkokers en buizen opvullen met een aangepaste isolatiestof; de steunbeugels aan de binnenzijde voorzien van een samengedrukte isolatielaag. De gebruikte trillingsisolerende stoffen moeten zelfdovend en rotvrij zijn. De buisdiameters moeten zo gekozen worden dat de circulatiesnelheid van het water beperkt blijft tot 1,5 m/s voor technische ruimtes en 1 m/s voor woonruimtes. Keuring WAARBORGEN Alle leidingen en hun verbindingen zijn blijvend waterdicht bij de vooropgestelde bedrijfsdruk en - temperatuur. PROEVEN Het CV-leidingnet wordt uitgetest op haar waterdichtheid volgens NBN D Drukproef in koude toestand van de leidingen (verplicht uit te voeren op elke installatie): de installatie wordt gedurende minstens 2 uur aan een waterdruk onderworpen van 4,5 bar (minimaal 1,5 maal de hoogste bedrijfsdruk, met een maximum van 6 bar), en mag daarbij geen enkel lek vertonen (geen drukval). Blz. 212

213 De proef is uit te voeren terwijl de leidingen nog volledig zichtbaar en toegankelijk zijn (d.w.z. geen anticorrosiebanden, geen bekleding, geen dekvloer). De installateur stelt het personeel en het materiaal voor het uitvoeren van de proeven ter beschikking. De prijs is opgenomen in onderstaande artikelen. Proefattesten voor de voorlopige oplevering af te leveren aan het Bestuur leidingnet & toebehoren - buizen leidingnet & toebehoren - buizen/staal Leidingen uit roestvast staal, die op moment van aanbesteding beschikken over een ATG (of gelijkwaardig). Bewijs hiervan voor te leggen vóór bestelling van de materialen. Leidingen uit gegalvaniseerd staal (zinklaag minimaal 400 gr/m2), ze zijn geschikt voor verwarmingsinstallaties (<110 C) met een maximale werkdruk tot 10 bar. De buizen voldoen aan de normen: NBN A Stalen buizen voor courant gebruik - Schroefbare buizen NBN A Stalen buizen voor courant gebruik - Pijpen met gladde uiteinden, niet schroefbaar NBN EN Naadloze en gelaste stalen buizen - Afmetingen en massa's per lengte-eenheid. Tot ND 40 volgens NBN A , schroefbare naadloze of gelaste buis: ND Schroefbare stalen buizen - Halfzware reeks (mm) " (duim) Buitenafmetingen (mm) Wanddikte (mm) Gewicht (kg/m) 10 3/8 17,20 2,35 0, ½ 21,30 2,65 1, ¾ 26,90 2,65 1, ,70 3,25 2, /4 42,40 3,25 3, /4 48,30 3,25 3,610 Vanaf ND 40 volgens NBN , niet-schroefbare naadloze buis, normale reeks: ND Niet-schroefbare stalen buizen - Normale reeks (mm) " (duim) Buitenafmetingen (mm) Wanddikte (mm) Gewicht (kg/m) 10 3/8 17,20 2,00 0, ½ 21,30 2,10 0, ¾ 26,90 2,20 1, ,70 2,30 1, /4 42,40 2,60 2, /4 48,30 2,60 2,930 Alle leidingen worden met afschot naar de ketel of een aftapkraan gelegd zodat het net volledig kan leeggemaakt worden. Alle hoogste punten worden voorzien van een ontluchtingsmogelijkheid (via radiator en/of een automatische en gemakkelijk te onderhouden ontluchter). De leidingen moeten gesneden worden met een speciaal gereedschap en nadien zorgvuldig worden ontbraamd. De opbouwleidingen worden perfect rechtlijnig geplaatst, waarbij iedere richtingsverandering of aftakking perfect haaks wordt uitgevoerd d.m.v. verbindingsstukken. Blz. 213

214 Geen enkele verbinding mag geplaatst worden op achteraf onbereikbare plaatsen (vloeren, wanden, ). De verbindingen en dichtingen worden uitgevoerd volgens NBN 237 (normen van de reeks D 30) d.m.v. : Schroefverbindingen tot maximum ND 40. Bij schroefdraadverbindingen wordt gebruik gemaakt van hulpstukken uit smeedbaar gietijzer, een geschikte pasta en speciale afdichtingmiddelen met uitsluiting van natuurlijke hennepvezels. Verbindingen met lange cilindrische schroefdraad en nippels met cilindrische schroefdraad zijn verboden. Lasverbindingen voor buizen met diameter gelijk aan of groter dan ND 50. Bij lasverbindingen wordt bij richtingsveranderingen verplicht gebruik gemaakt van lasfittingen. Het soldeerlassen moet de vernieling of onderbreking voorkomen van de zink. Lasverbindingen worden steeds verplicht gesteld bij verzonken leidingen, met uitzondering van die plaatsen waar bij laswerk brandgevaar kan ontstaan. De leidingen die in opbouw geplaatst worden, worden trillings- en geluidsvrij bevestigd d.m.v. daartoe geschikte beugels met schroef en plug of op gegalvaniseerd stalen rails in U-vorm, bevestigd door minstens twee vijzen en pluggen. Waar mogelijk worden ze gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. De maximale tussenafstanden bedragen respectievelijk: Buitendiameters Horizontale tussenafstand Verticale tussenafstand ND 12 / 15 / 18 max. 100 cm max. 150 cm ND 22 / 28 / 34 max. 150 cm max. 200 cm ND 42 / 80 max. 200 cm max. 300 cm Het leidingverloop biedt voldoende mogelijkheden tot uitzetting. Waar nodig worden uitzettingscompensatoren voorzien. De nodige berekeningen en een gedetailleerd uitvoeringsschema worden ter goedkeuring voorgelegd aan de ontwerper. Leidingen die worden ingewerkt in muren en vloeren zijn beschermd met een PVC-mantel en/of worden vooraf spiraalvormig omwonden met anticorrosie hechtende PVC-band, waarbij iedere winding de vorige overlapt met een overlapping van minimaal 20 mm per winding, volgens NBN EN De omhulde leidingen moeten volledig bestand zijn tegen corrosie van chemische en elektrolytische aard. Aanvullende specificaties Alle leidingen worden in opbouw geplaatst behalve: Leidingisolatie: alle ingewerkte leidingen en opbouwleidingen in niet verwarmde ruimten worden geïsoleerd met een zelfdovende en dampdichte buisisolatie. Zie art Toepassing Tussen ketel en collector Tussen collector en radiatoren (systeem in opbouw) volgens het tracé aangegeven op de plannen / leidingnet & toebehoren - buizen/koper De leidingen voldoen aan de normen: NBN EN Koper en koperlegeringen - Naadloze, ronde koperen buizen voor gas- en waterleidingen in sanitaire en verwarmingstoepassingen NBN EN Koper en koperlegeringen - Naadloze, ronde buizen voor algemene toepassingen. Er wordt gebruik gemaakt van: (ofwel) zachte roodkoperen buizen, met PVC geribde isolatiemantel en inwendige oppervlaktebehandeling tegen corrosie, voor plaatsing in dekvloer. Zij worden geleverd op rol (van 25 en 50 m). Alle leidingen tussen collector en radiatorkraan zijn steeds uit één stuk, enkel koppelingen op afsluiter van collector en radiatorkraan zijn toegestaan. Alle koppelingen moeten bereikbaar blijven. De leidingen worden op de draagstructuur vastgezet met roestvaste bevestigingen. Hun tracé laat een gelijkmatige uitzetting toe. Bij leidinggedeelten langer dan 6 m wordt een omega-lus ingebouwd. Deze wordt opgevuld door een isolatiemateriaal met grote dichtheid die uitzetting van de lus mogelijk maakt. Blz. 214

215 (ofwel) halfharde roodkoperen buizen met inwendige oppervlaktebehandeling tegen corrosie voor plaatsing in opbouw, met inbegrip van de fittings en de nodige bevestigingsbeugels. Zij zijn leverbaar in lengtes van 3 en 5m. Waar mogelijk worden ze gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. In onverwarmde lokalen en op plaatsen met vorstgevaar worden de buizen (elk afzonderlijk) geïsoleerd met inbegrip van de koppelstukken en beugels. Het gebruik van voorgeïsoleerde buizen wordt aanbevolen. De beugels zijn uit koper, koperlegering of kunststof. Bij gebruik van verkoperd staal of ander metaal is een isolatie tussen de beugel en de buis vereist. De buizen beschikken over een ATG (of gelijkwaardig). Voor bestelling van de materialen zal het bewijs hiervan worden geleverd aan de ontwerper. Tussenafstanden van de beugels volgens onderstaande tabel: Roodkoperen buizen Buitendiameter Wanddikte Volume Gewicht Afstand beugels mm (1) mm liter/m kg/m M 6 1 0,013 0,140 0, ,028 0,196 0, ,050 0,252 1, ,079 0,308 1, ,133 0,391 1, ,201 0,475 1, ,314 0,587 1,4 28 1,5 0,491 1,110 1,7 35 1,5 0,804 1,700 1,8 42 1,5 1,195 2,208 1, ,041 2,910 2,2 (1) Buizen tot diameters 22 zijn beschikbaar als zachte buis. Volgens TV Aanbevelingen voor het gebruik van koperen buizen voor de distributie van sanitair koud en warm water. De buizen worden haaks gezaagd met een metaalzaag of gesneden met een aangepaste buissnijder, vervormingen worden vermeden. De buizen worden zorgvuldig ontbraamd. Verbindingen gebeuren door mechanische (pers)koppelstukken uit te voeren met een speciaal voor deze toepassing voorziene persmachine, ofwel door zachtsolderen (temperatuur < 450 C) met tin-koper of tot diameter 22 met tin-zilver met gebruik van vloeimiddel of pasta volgens de voorschriften van de leverancier. Bij klemkoppelingen is het gebruik van steunhulzen aangeraden. Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzetting van het materiaal. Wanneer men werkt met buizen van grote lengten, en grote uitzettingen van de buizen mogelijk zijn, zal men deze opvangen met dilatatielussen of axiale compensatoren (volgens TV 154). Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Volgende leidingen worden in opbouw geplaatst: Leidingisolatie: alle ingewerkte leidingen en opbouwleidingen in niet verwarmde ruimten worden geïsoleerd met een zelfdovende en dampdichte buisisolatie. Zie art Leidingkokers: leidingnet & toebehoren - buizen/kunststof Buizen uit kunststof geschikt voor gebruik als distributieleidingen voor centrale verwarming en bestemd voor gebruik in combinatie met verdeelcollectoren. Blz. 215

216 De systemen beschikken over een ATG (of gelijkwaardig). Type: (ofwel) (ofwel) (ofwel) PEX (VPE)-leidingen (vernet polyethyleen) met diffusiescherm en HDPE mantelbuis. De buis wordt op regelmatige afstand (1,5 m) vastgezet om verschuiving tijdens het aanbrengen van de dekvloer tegen te gaan. De VPE-buis moet bij eventuele beschadiging vervangen kunnen worden door uittrekken terwijl gelijktijdig de nieuwe buis wordt ingetrokken. De ontwerper behoudt zich het recht voor een demonstratie van een dergelijke vervanging te laten uitvoeren door de installateur op een willekeurig gekozen leidingelement, zonder dat hiervoor een meerkost kan worden aangerekend. PEX-alu-PEX leidingen. Drieschalige kunststofbuis bestaande uit een binnenbuis uit PEX, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een aluminiumlaag, gelast en een totaal zuurstof diffusiescherm vormend, een volledig en homogeen hechtende verbindingslaag, een PEX buitenbuis. Galvanische koppels tussen het aluminium en andere metalen worden vermeden door gebruik van aangepaste koppelstukken. PP (Polypropyleen) leidingen. Ze zijn voorzien van de zuurstofdiffusiescherm (alu-tussenlaag). Bij stapeling en manipulatie zal de temperatuur steeds boven de 5 C liggen. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere verandering moet gebeuren door middel van hulpstukken. Lasverbindingen volgens de voorschriften van de fabrikant. Dienstdruk: 6 bar / Hulpstukken: geleidingsbochten, moffen, T-stukken, Verbindingen: volgens voorschriften van de fabrikant Beugels of ondersteuningselementen: klipbeugels / pijpbeugels / halfschalen. Volgens TV Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen. De uitvoering, de plaatsing en de inregeling van de elementen gebeuren strikt volgens de voorschriften van de technische goedkeuring. Alle hulpstukken, koppelingen, adapters, kraanwerk,, en het gereedschap, voorgeschreven door de leverancier zijn verplicht te gebruiken. De kunststofleidingen worden standaard ingewerkt. Leidingen in opbouw worden voorzien van aangepaste mantelbuizen en leidingisolatie, die met daarvoor geschikte beugels bevestigd worden. Daar waar mogelijk worden deze leidingen gegroepeerd in leidingkokers of opgelegd in schalen. Alle leidingen tussen collector en radiatoren zijn uit één stuk. Spanningen ter hoogte van koppelingen worden vermeden door een vloeiend leidingverloop, respect van de door de leverancier opgegeven minimale buigstralen en het absoluut vermijden van inklemming in de mantelbuis. Er wordt bij de uitvoering rekening gehouden met de uitzettingen van het materiaal. Alle doorvoeringen door muren en vloeren, ongeacht het type kunststofbuis, zullen uitgevoerd worden met een mantelbuis, waarin de buis vrij kan bewegen. De diameter van deze mantelbuis is voldoende groot zodat de kunststofbuis een ruime speling krijgt en ontoelaatbare spanningen worden vermeden. Voor kunststofleidingen moet de minimale kromtestraal zoals voorgeschreven door de fabrikant worden nageleefd. Om de buizen loodrecht uit de vloer te doen komen, moet de buis over haar ganse buitenste kromming ondersteund worden door bochtstukken uit kunststof, voorzien van een voetplaat. Indien voorgeschreven door de leverancier van het systeem of een van de onderdelen van de installatie zal aan het verwarmingswater een inhibitor worden toegevoegd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Alle leidingen worden in opbouw geplaatst behalve:. Blz. 216

217 Leidingisolatie: alle ingewerkte leidingen en opbouwleidingen in niet verwarmde ruimten worden geïsoleerd met een zelfdovende en dampdichte buisisolatie. Zie art Keuring PROEVEN Vóór het aanbrengen van de dekvloer wordt per installatie verplicht een druktest / waterdichtheidsproef uitgevoerd volgens NBN ENV De proef wordt uitgevoerd nadat het systeem een voldoende mechanische weerstand heeft opgebouwd (verharding van verlijmingen, afkoeling lassen, ) en bij een nagenoeg constante omgevingstemperatuur. De leidingen mogen pas na uitvoering van de drukproeven en de goedkeuring door het Bestuur worden ingestort. BESCHRIJVING VAN DE PROEF Na ontluchting wordt de installatie onder een waterdruk gezet van 1,5 maal de nominale druk. De proefdruk mag niet meer dan 5 bar hoger zijn dan de nominale druk (15 bar bij PN10, 21 bar bij PN 16). Na 10 en 20 minuten wordt de druk terug op peil gebracht. De druk wordt gemeten na 30 en 60 minuten. Indien de druk met minder dan 0,6 bar is gedaald wordt aangenomen dat het systeem geen merkbaar lek vertoont en kan de proef zonder verder pompen worden voortgezet. Indien na een volgende periode van 2 uur de druk met meer dan 0,2 bar is gedaald wordt het systeem als ondicht beschouwd en moet het lek worden opgespoord en verholpen. Proeven volgens ATG (of gelijkwaardig). Proefattesten af leveren aan het Bestuur. WAARBORGEN De aannemer levert solidair met de leverancier een schriftelijke systeemwaarborg af van tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering. Deze waarborg dekt elke mogelijke schade aan het geheel van de leidingen, koppelingen en alle hulpstukken tussen collectoren en verwarmingselementen en ook de gebeurlijke gevolgschade aan andere onderdelen van het gebouw leidingnet & toebehoren buizen/dunwandige verzinkte buis Uitwendig verzinkte stalen buisleidingen St-37/2, volgens NBN EN verbonden d.m.v. een koudpersverbindingssysteem. De persfittingen, met O-ring in EPDM voor koud- en warmwater installaties, zijn uitgevoerd in verzinkt staal en voorzien van een dubbele persverbinding. Vanaf DN 65 is er een RVS snij-ring voorzien. De cilindrische insteek vormt een goede geleiding bij het inschuiven van de buis en met de dubbele persing bekomt men een gegarandeerde dichte verbinding. Deze verbinding is onherstelbaar. Er worden voor de systeemgarantie toegestane persmachine(s) en ontbramer(s) gebruikt. Afmetingen: ND Uitwendig verzinkt staal St 37/2 NBN EN PN C (mm) buiten Volume Liter/meter Gewicht voor één meter leiding kg/m Gewicht voor zes meter leiding kg/m Wanddikte (mm) 15 0,13 0,41 2,5 1,2 18 0,19 0,50 3,0 1,2 22 0,28 0,80 4,6 1,5 28 0,49 1,00 5,9 1,5 35 0,80 1,20 7,4 1,5 42 1,19 1,50 9,0 1,5 Blz. 217

218 54 2,04 2,00 11,70 1,5 64 2,83 3,06 18,30 2,0 76,1 4,08 3,66 21,90 2,0 88,9 5,66 4,29 25,70 2,0 108,0 8,49 5,23 31,40 2,0 Aanvullende specificaties Alle leidingen worden in opbouw geplaatst behalve:. Leidingisolatie: alle ingewerkte leidingen en opbouwleidingen in niet verwarmde ruimten worden geïsoleerd met een zelfdovende en dampdichte buisisolatie. Zie art De buizen worden haaks gezaagd met een metaalzaag of gesneden met een aangepaste buissnijder, vervormingen worden vermeden. De buizen worden zorgvuldig ontbraamd. Verbindingen gebeuren door mechanische (pers)koppelstukken uit te voeren met een speciaal voor deze toepassing voorziene persmachine leidingnet & toebehoren - collectoren Voor- en terugloopverdelers (collectoren) en hun toebehoren. De collectoren zijn geschikt voor en afgestemd op de installatie en haar onderdelen waarin ze functioneren. Ze weerstaan aan een temperatuur van 110 C en een bedrijfsdruk van 6 bar. De verbindingen gebeuren met aangepaste koppelingen, volgens de voorschriften van de technische studie en/of volgens de voorschriften van de fabrikant. De doorgangsdoorsneden voor de hoofdaansluiting en de lusaansluitingen zijn daarbij afgestemd op de doorsneden van de leidingen waarop ze worden aangesloten (inwendige schroefdraad ND 20 / 25 / 32). Het aantal aansluitingen per collector is afgestemd op het aantal lussen (ofwel radiatoren bij mini-pijpsysteem) met extra aansluiting voor de vul- en aftapkranen. De asafstand tussen elke twee buizen bedraagt ongeveer 50 mm. Iedere collector is voorzien van een ontluchter (3/8 ) en een hoofdafsluitkraan (kogel- of bolkraan), om het regelen of afsluiten van de kringen mogelijk te maken en/of om het collectorgeheel volledig afsluitbaar te maken. De kranen zijn aangepast aan het gebruikte leidingsysteem voor de lussen. De geïntegreerde bedienings- en regelventielen zijn voorzien van een geheugenschroef en dit per kring. De inregeling gebeurt steeds vanuit een gesloten ventiel. De inregeling op basis van de Kv-waarden van de in te stellen regelventielen moet kunnen voorgelegd worden door de installateur. : warm geperst messing / getrokken messing, volgens de normen van de reeks NBN EN Koper en koperlegeringen - Hulpstukken Diameter hoofdaansluitingen: volgens plannen en meetstaat Diameter lusaansluitingen: volgens plannen en meetstaat Aantal aansluitingen: volgens plannen en meetstaat Bevestigingsbeugels: Aanvullende specificaties In niet technische lokalen worden de collectoren opgesteld in een universele verdeelkast voor muurinbouw bestaande uit: Blz. 218

219 een wand inbouwdoos uit kunststof of verzinkt staal met afdekplaat / draaideur met slot, te plaatsen in de dikte van de muur zonder beschadiging van eventuele waterkeringen en thermische of akoestische isolatie; een haakse koppeling uit messing; een bevestigingsbeugel in verzinkt staal. De collectoren worden voorzien van regelkranen op de verschillende lussen. In de stookplaats wordt een algemene collector voorzien van waaruit de verschillende kringlopen vertrekken en een algemene collector waarin de kringlopen eindigen. De collectoren worden zoveel mogelijk gegroepeerd en zo opgesteld dat koppelingen en bedieningen gemakkelijk bereikbaar zijn (enkel op inspecteerbare plaatsen). Op iedere lusaansluiting wordt een bol- of regelkraan voorzien om elke lus afzonderlijk te kunnen regelen en afsluiten. Alle kunststofbuizen tussen de radiatoren en de collectoren worden aangelegd in één stuk, verbindingen zijn niet toegelaten. Keuring De uitvoering is zuurstofdicht en minimum 25 jaar bestand tegen een bestendige bedrijfsdruk van 10 bar bij water van 80 C. Bij storing mag bij 110 C en een druk van 6 bar gedurende 8000 uren geen beschadiging of kwaliteitsvermindering ontstaan leidingnet & toebehoren - leidingisolatie Alle leidingen, zowel in opbouw als ingewerkt en aangebracht in onverwarmde ruimten, worden verplicht voorzien van een thermische leidingisolatie conform NBN D Centrale verwarming, ventilatie en luchtbehandeling - Gemeenschappelijke eisen voor alle systemen - Thermische isolatie. Leidingisolatie volgens de normen NBN EN tem Materialen voor de thermische isolatie van gebouw- en industriële installaties. De leidingisolatie is chemisch neutraal, niet giftig en bestand tegen temperaturen van -15 C tot 90 C. De binnendiameter van de isolatie moet aangepast zijn aan de buitendiameter van de leidingen zodat deze perfect worden omsloten. De dikte van de isolatie bedraagt minimaal 30 mm voor ND 15 en ND 20, 40 mm voor ND 25 tem ND 50 en 50 mm vanaf ND 80. Bij diameters vanaf ND 40 worden alle toebehoren (kranen, koppelingen, ) eveneens geïsoleerd. Op vraag van het werfbestuur legt de aannemer een technische nota voor, waaruit blijkt dat de dikte van de isolatie voldoet. Er kan gebruik worden gemaakt van (ofwel) een fabrieksmatig aangebrachte isolatie en mantel. (ofwel) (ofwel) stijve schalen van minerale wol (rotswol met densiteit tussen 100 à 150 kg/m3 of glaswol met densiteit tussen 35 à 80 kg/m3), concentrisch gewikkeld, gebonden met kunstharsen en uitgehard, waterafstotend, niet hygroscopisch, niet capillair en vormstabiel. Minerale wol met aluminium folie (20 m) voorzien van netwapening en mechanisch vastgezet, naaddichting d.m.v. van zelfklevende overlap of tape. voorgevormde klapschalen uit polyurethaanschuim / geëxtrudeerd polyethyleen, voorzien van een harde PVC-beschermingsmantel. Naadafdichting zelfklevend of door verlijming. Blz. 219

220 (ofwel) (ofwel) soepele slangen uit hoogwaardig polyurethaan / synthetisch schuimrubber met gesloten celstructuur en gladde buitenwand. Naadafdichting zelfklevend of door verlijming. voorgevormde schalen in HD-resolschuim. Thermische gegevens: (ofwel) (ofwel) warmtegeleidingscoëfficiënt λ (volgens NBN EN ISO 8497): max. 0,04 / W/mK (bij 40 C); isolatiedikte: DN ( mm); minimale lineraire warmteweerstand (berekening conform de EPB-regelgeving): DN ( mk/w); Aanvullende specificaties Reactie bij brand (volgens NBN ): min. A2-s1,d0 / De nodige maatregelen worden genomen om nat worden van de isolatie te vermijden. Bij het aanbrengen moeten zowel de isolatie als de leidingen volledig droog zijn. De richtlijnen van de fabrikant worden stipt opgevolgd. Het plaatsen van de isolatie wordt pas uitgevoerd nadat de leidingen en apparaten van de nodige beschildering en/of beschermingstape werden voorzien en na uitvoering van de circulatie- en dichtheidsproeven van de leidingen. Elke leiding wordt afzonderlijk geïsoleerd. De installateur plaatst de leidingen daartoe met voldoende tussenruimte om een vakkundige plaatsing en verzorgde afwerking van de isolatie mogelijk te maken. De isolatie wordt goed aaneensluitend op de leidingen aangebracht en mag niet onderbroken worden ter plaatse van bochtstukken, bevestigingen of steunen van de leidingen. De bochten en aftakkingen worden uitgevoerd met voorgevormde stukken of met op maat gesneden segmenten. Naden worden naar beneden gericht en zorgvuldig afgekleefd of dichtgelijmd. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De uiteinden van de leidingisolatie worden op gepaste wijze afgewerkt (o.a. speciale manchetten bij minerale wol) en gemerkt met getuigeringen in genormaliseerde kleuren. Op plaatsen waar kans is op beschadiging van de isolatie, wordt een bescherming voorzien met stijve schalen (PVC of aluminium) of een gewapende folie. Tenzij de isolatie op zichzelf een dampscherm vormt, wordt bij het beschermen van de isolatie rond koudwaterleidingen tussen de isolatie en de bescherming een dampscherm aangebracht. Alle naden tussen de dampschermelementen onderling als tussen deze en de leidingen aan het uiteinde van de isolatie worden volstrekt vochtdicht gekleefd met een zelfklevende aluminiumband van minstens 50 mm breed leidingnet & toebehoren - verwarmingslint Verwarmingslinten bestemd voor vorstbeveiliging, zelfregelend, met inbegrip van de netaansluiting en aarding. Het lint is voorzien van een zelfregelende kern met ingebouwde thermostaat, netaansluiting en aarding. Er wordt slechts stroom afgenomen in functie van afkoeling van de leidingtemperatuur. Het toestel is CEBEC-gekeurd. Vermogen per meter lint: circa 20 / W/m, 230 V. Lengte: / te plaatsen over de volledige lengte van de leiding die blootgesteld is aan vorstrisico Uivoering Te plaatsen tussen buis en isolatie, volgens de voorschriften van de leverancier (lineair of gewikkeld). Blz. 220

221 Het lint wordt op regelmatige afstand bevestigd aan de buis. Bij horizontale leidingen wordt het lint bij voorkeur onderaan de buis geplaatst. Op de buitenzijde van de isolatie wordt op regelmatige afstand de vermelding Elektrische verwarming 230 V aangebracht installatieonderdelen - algemeen Leveren en plaatsen van alle bijkomende installatieonderdelen noodzakelijk voor een bedrijfsklare werking van de verwarmingsinstallatie. Materialen Temperatuursbestendigheid minimaal 115 C of volgens specifieke eisen van de toepassing. Alle belangrijke onderdelen van de installatie kunnen verwijderd worden voor herstelling of vervanging zonder het water van de installatie af te laten installatieonderdelen - aflaatkranen Aflaatkranen te voorzien op alle lage punten zoals toestellen, radiatoren, leidingen, om een volledige aflaat van het water uit de installatie toe te laten. Plugkranen uit warm geperste messing met afneembare sleutel. Afschroefbaar aansluitstuk met buitenschroefdraad voor darmbevestiging met sleutel, dop en ketting. Diameter: volgens berekeningen aannemer installatieonderdelen regel- en afsluitkranen Kogel-, sferische plugkranen of bolkranen bediend door een hendel uit verzinkt staal / volgens NBN D Centrale verwarming, ventilatie en luchtbehandeling - Gemeenschappelijke eisen voor alle systemen - Kranen. De installatiekranen zijn voorzien van soepele dichtingen. De doorlaat van de kraan is gelijk aan de nominale diameter van de aangesloten leiding. Behuizing: messing / brons Kleppen: messing / chroomstaal / brons Regelkarakteristieken: voor te leggen Vlinderkranen: handbediend met (vergrendelbare) hefboom Aanvullende specificaties De kranen worden voorzien van een aangepaste thermische isolatie installatieonderdelen - drukregelaars Automatische verschildrukregelaar (overstortregelaar), te plaatsen parallel met ketel of pomp. : warm geperst messing, met veer uit roestvast staal Blz. 221

222 Instelbaar van 0,05 tot 0,5 bar Maximum werkdruk: 10 bar Maximum temperatuur: 120 C Regelkarakteristieken: voor te leggen installatieonderdelen - circulatoren Op de verwarmingskring wordt een aangepaste circulator geïnstalleerd. De werken omvatten alle leveringen en plaatsingen voor het gebruiksklaar installeren van de circulator, inclusief alle toebehoren. Circulatoren conform NBN EN en NBN EN en de Eco-Design richtlijnen. Alle circulatoren zijn van hetzelfde merk en zijn voorzien van de CE-markering. De Energie-Efficiëntie-Index (EEI) moet vermeld worden op de kenplaat, verpakking en in de technische fiche. Zij zijn minimaal voorzien van een sturing op drukverschil en van een inrichting die controle van de draairichting toelaat. De aannemer biedt een circulator aan die beantwoordt aan de debieten en waarvan de opvoerhoogte aangepast is aan de installatie (o.m. rekening houdend met de aanwezigheid van thermostatische kranen). De circulator wordt zo gekozen dat zijn werkingspunt zich in de zone van maximaal rendement bevindt. Voor de goedkeuring van de materialen moeten voor elke circulator de systeemkarakteristiek samen met de capaciteitscurve van de circulator voorgelegd worden. De berekening volgens vereist debiet en maximale drukverliezen in het systeem voor de selectie van de pomp moet worden voorgelegd. Elke circulator wordt rechtstreeks op de leidingen gemonteerd, met inbegrip van: Verbindingskegels voor de leidingen. Koppelingen voor circulatoren met draadaansluiting voor kringen met een debiet kleiner dan 5 m³/h (draadaansluiting op de pomp 6/4 voor kringen tot 2,0 m³/h en 2 voor grotere debieten). Flenzen, tegenflenzen, dichtingsringen (PN10). Isolatiemantels, speciaal ontworpen door de pompfabrikant rond het pomphuis om de warmteverliezen te beperken. Isolatiemantels zijn niet voorzien voor de primaire pompen en dubbelpompen. Manometrische opvoerhoogte: Pa Debiet: m3/h / regelbaar tot m3/h EEI (volgens NBN EN ): max. 0,27 (0,23 vanaf 01/08/2015) / Aanvullende specificaties Het sturingsprogramma van de CV moet een regeling omvatten waardoor de pomp, gedurende de zomerperiode, minimum 1 maal per week gedurende een korte periode in werking wordt gesteld. De gekozen instelling moet via de display op de pomp afleesbaar zijn, samen met het momentele opgenomen verbruik in Watt en het verpompte debiet in m³/h. De uitvoering gebeurt volgens de voorschriften van de technische studie en volgens de voorschriften van de fabrikant. De circulatiepompen worden geïnstalleerd op een goed bereikbare en inspecteerbare plaats in de nabijheid van de verwarmingsketel, bij het begin van elke verwarmingskring. De circulatoren moeten zo geplaatst zijn dat ze gemakkelijk kunnen afgenomen worden zonder dat hierbij de volledige installatie moet worden geledigd. Om de pompen te kunnen afsluiten en gemakkelijk te kunnen verwijderen, worden ze geplaatst tussen afsluitkranen. De pompen worden volgens de geldende normen over elektrische installaties verbonden met de aardelektrode. De elektrische verbindingsdozen bevinden zich niet op het onderste gedeelte van de circulatiepomp. Blz. 222

223 Het debiet van de circulator wordt in situ ingesteld om aan het berekend nominaal debiet te werken. Dit debiet mag niet ingeregeld worden door een regelklep. De circulatoren worden zodanig geïnstalleerd (altijd met horizontale motoras) dat de spanningsbelasting van het leidingwerk niet op de pomp wordt overgedragen. De maximaal toelaatbare krachten en momenten van de leidingaansluitingen die inwerken op de pompflenzen of schroefdraadaansluitingen moeten opgegeven worden door de circulatorenfabrikanten. Na installatie moeten de werkelijke waarden vermeld worden door het installatiebedrijf in het opleveringsverslag. Alle circulatoren moeten direct in de leidingen kunnen worden gehangen, op voorwaarde dat het leidingwerk de pomp kan ondersteunen. Dubbelpompen zijn voorbereid op installatie aan een bevestigingsbeugel of op een voetplaat (pomphuis met M12 schroefdraad). Het installatiebedrijf moet voor een goede koeling van de motoren en de elektronica zorgen. Toepassing Per verwarmingskring wordt een aangepaste circulatiepomp (uitgerust met zelfregelend debiet) geïnstalleerd installatieonderdelen - expansiesysteem De werken omvatten alle leveringen, werken en regelingen voor het gebruiksklaar installeren van de expansievaten en bijhorende veiligheidsventielen. Stalen vat dat aan de binnenzijde tegen corrosie is behandeld en aan de buitenzijde gelakt. De scheiding tussen water en stikstofkussen wordt gerealiseerd d.m.v. een balg. De balg kan de vorm van het vat aannemen in extreme toestand (volledig gevuld) zonder overdreven rek. De minimale doorsnede van de uitloop van de veiligheidsventielen is aangepast aan het vermogen van de installatie. De regelingsdruk van het veiligheidsventiel wordt bepaald aan de hand van de omvang, aard, vereisten, van de verwarmingsinstallatie. De maximale regelingsdruk bedraagt 3 bar. De veiligheidsventielen zijn voorzien van een manometer. Proefdruk vanuit fabriek: 1,5 x de hoogste dienstdruk met een minimum van 5 bar. Dimensionering: volgens NBN EN bijlage D. BEREKENINGSNOTA VERPLICHT VOOR TE LEGGEN vóór plaatsing van de toestellen. Tussen het expansievat en de installatie wordt een voorziening ingebouwd waarmee de voordruk van het vat kan gemeten worden zonder het water van de installatie af te laten (afsluitkraan vergrendelbaar in open stand met leeglaat mogelijkheid, kapventiel). Hierdoor is het vat vervangbaar zonder de installatie te moeten aflaten. Het expansievat wordt geïnstalleerd op een goed bereikbare en inspecteerbare plaats in de nabijheid van de verwarmingsketel, op de algemene retourleiding van de installatie en steeds aan de zuigzijde van de circulator. Te gebruiken in combinatie met een door Belgaqua-gekeurd veiligheidsventiel (afsluitkraan, overdrukventiel en terugslagklep) zo dicht mogelijk bij het vat en op gelijke hoogte geplaatst en conform het technisch reglement voor water van het AquaFlanders installatieonderdelen - vlotterontluchters Iedere installatie wordt voorzien van een vlotterontluchter. De werken omvatten alle werken en leveringen voor het gebruiksklaar installeren van de ontluchter, inclusief alle toebehoren. Blz. 223

224 Een luchtkussen beschermt het ventiel tegen vervuiling. Voorzien van een aansluitventiel waarbij de ontluchter kan vervangen worden zonder waterverlies. Behuizing: messing of brons. Maximale druk: 10 bar. Maximale temperatuur: 120 C. De ontluchters worden geplaatst volgens de voorschriften van de technische studie en van de fabrikant, op die plaatsen in de installatie waar zich lucht verzamelt (bv. op het hoogste punt van de installatie, nabij de verwarmingsketel,...) installatieonderdelen - microbellenafscheider Luchtafscheiders met automatische ontluchting of absorptieontgasser of microbellenafscheider bestemd voor de ontluchting van de installatie en ontgassing van het CV-water en uitgerust met een vlotter-ontluchter. Automatische ontluchters: absorptie-ontgasser d.m.v. spiraaldraad, metalen ringen,. De in het toestel teweeg gebrachte turbulentie remt de stroming sterk af, zodat aanwezige gassen de tijd krijgen om te stijgen naar een luchtkamer. Het waterniveau in de luchtkamer wordt constant gehouden door een vlotter-ontluchter, zodanig dat vervuiling van het water het uitlaatventiel niet kan bereiken. Maximale druk: 10 bar Maximale temperatuur: 120 C Aansluitdiameter: De vlotter-ontluchter kan verwijderd worden zonder het water van de installatie af te laten. Te plaatsen kort nabij de warme uitlaat van de ketel volgens de voorschriften van de leverancier verwarmingselementen & toebehoren - algemeen Alle werken en leveringen nodig voor het gebruiksklaar installeren van de verwarmingselementen, inclusief alle toebehoren, bevestigingen en aansluitingen: de levering en plaatsing van de verwarmingselementen, met inbegrip van de muurconsoles en/of ophangbeugels; de controle op hun goede werking in de installatie; de eventuele aanpassingen en/of vervangingen tot perfecte werking in de installatie; het eventueel schilderen van de verwarmingselementen. Materialen ALGEMEEN Alle geleverde verwarmingselementen en hun onderdelen zijn onderling verenigbaar en garanderen een perfecte werking van het geheel. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het vermijden van elektrochemische koppels. De elementen en hun omkastingen vertonen geen scherpe hoeken of randen. Blz. 224

225 De verwarmingselementen zijn in de fabriek beproefd op een effectieve druk van minimum 8 bar, met gewaarborgde werkingsdruk van 6 bar. Het verslag van de proeven of attest wordt op verzoek van de bouwheer en/of architect voorgelegd en bij de oplevering aan de bouwheer overhandigd. De elementen worden vanuit de fabriek geleverd met een beschermende verpakking (met hoek- en boordbescherming en geheel verpakt in krimpfolie of gelijkwaardig). Deze verpakking beschermt de radiator tot bij de voorlopige oplevering. Beschadigde elementen worden geschilderd of vervangen op kosten van de aannemer. De verwarmingselementen worden bij voorkeur in herbruikbare containervorm op de werf gebracht door de leverancier. Een monster van de verwarmingselementen en alle toebehoren als ophangsysteem en eventuele afwerkingselementen en standaard kleurenkaart worden vóór bestelling ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. WARMTEVERMOGEN Het nuttige warmtevermogen van de elementen wordt door de verwarmingsinstallateur bepaald op basis van de warmteverliesberekeningen en het temperatuursverloop in de kringen. De warmte-afgifte (vermogen) van de verwarmingselementen wordt daarbij bepaald volgens NBN EN en addenda. Warmte-afgiftetabellen voor te leggen aan het Bestuur. De vereiste vermogens van de verwarmingselementen staan aangeduid op de plannen en/of in de tabellen van de studie verwarming. Vóór uitvoering legt de installateur de nodige documenten voor waaruit blijkt dat het nuttig warmtevermogen van de door hem geplaatste verwarmingselementen in overeenstemming is met de karakteristieken van de gekozen producten en van de berekende warmteverliezen. Indien de lokalen worden verwarmd door een combinatie van verschillende soorten verwarmingselementen, dan moeten ze samen voldoen aan de specificaties die voor elke soort verwarmingselementen zijn opgegeven. Verschillende soorten verwarmingselementen worden echter nooit op eenzelfde kring van circulatiewater aangesloten. DIMENSIONERING Algemeen gelden voor verwarmingselementen geplaatst onder ramen volgende afmetingen: de lengte bedraagt maximaal de vrije breedte van de raamopening, de hoogte is gelijk aan de vrije hoogte onder het raamtablet verminderd met: Aantal leidingen onder radiator Uitsteek raamtablet < 2 cm > 2 cm 0 15 cm 20 cm 1 20 cm 25 cm 2 25 cm 30 cm De radiatoren worden geplaatst met in acht name van volgende afstanden: tussen wand en achterkant van de radiator: minimum 3 à 6 cm tussen wand en zijkant van de radiator: minimum 7 à 10 cm tussen vloer en onderkant van de radiator: minimum 15 à 20 cm tussen plafond en bovenkant van de radiator: minimum 30 à 40 cm De voorschriften van de fabrikant worden gevolgd indien ze strenger zijn. De juiste maten van de elementen worden ter plaatse opgemeten en afgetekend. Pas na goedkeuring van deze maten door het Bestuur en de ontwerper mogen de elementen besteld worden. TOEBEHOREN - KRANEN De verwarmingselementen worden aan de leidingen bevestigd met een afsluitbaar en regelbaar hulpstuk, wat hun demontage toelaat zonder het water van de volledige installatie te moeten ledigen. De aanvoerleiding naar de bovenaan geplaatste radiatorkraan wordt bevestigd met een buisbeugel met akoestische voering. De regelkranen worden ingesteld zoals aangegeven op de plannen en in het bestek. Alle radiatoren worden voorzien van een ontluchtingskraantje uit vernikkeld metaal eenvoudig te bedienen met een schroevendraaier of muntstuk. Blz. 225

226 Bij de plaatsing van de radiatoren en leidingen wordt rekening gehouden met eventueel andere aanwezige technieken (stopcontacten, leidingen andere dan verwarming, ). Voor de plaatsing worden de juiste opstelling en bevestigingswijze van de radiatoren definitief vastgelegd in overleg met het Bestuur. Er worden minstens 2 steunen voorzien per radiator en een bijkomende steun per meter radiatorlengte. De bevestigingen moeten een overlast van minstens 50 kg/lm kunnen opnemen. Naargelang de aard van de drager (vloer, wand), worden ze op voldoende punten en voldoende stevig bevestigd met aangepaste corrosievrije bevestigingsmiddelen. De bevestiging gebeurt d.m.v. beugels en consoles. Indien de dikte van de wand het plaatsen van wandsteunen niet toelaat, mogen de radiatoren op aangepaste voetsteunen geplaatst worden. De consoles zijn voorzien van een akoestische voering. Keuring Er wordt een waarborg gegeven van 5 jaar op fabricage- en materiaalfouten vanaf de voorlopige oplevering of de in dienstneming van de installaties verwarmingselementen & toebehoren - plaatradiatoren Plaatradiatoren, samengesteld uit één of meerdere geribde paneelvormige elementen uit hoogwaardige staalplaat. De radiatoren worden samengesteld door continu lassen. Onderbroken lassen dienen enkel ter versteviging. Binnenin de ribben met verticale profileringen stroomt het circulatiewater, indien nodig zijn de radiatoren voorzien van aangelaste lamellen voor versnelde convectie. Het aantal panelen wordt beperkt tot 3. Radiatoren met 1 paneel worden niet voorzien van convectielamellen. Plaatdikte panelen: minimaal 1,25 / mm, Plaatdikte convectielamellen: minimaal 0,4 / mm. Oppervlakte-afwerking: kras- en kleurvaste coating / Kleur: gebroken wit / Dimensionering: de afmetingen van de radiatoren, hun vermogen en de plaats van de radiatorkranen zijn aangeduid op de plannen / te bepalen volgens studie. Aanvullende specificaties De voorzijde van de radiator is afgewerkt met een vlakke plaat, waarbij het voorste plaatvormige element een vlakke voorzijde heeft. De bovenkant van de radiatoren wordt afgewerkt met een aangepast sierrooster, waarvan de openingen minstens 75% van de bedekte oppervlakte bedragen. : zelfde als de radiatoren / Kleur: zelfde als de radiatoren / Roosterpatroon: rechthoekige openingen / vierkante openingen / ronde openingen. De zijkanten van de radiatoren worden afgewerkt met een aangepast sierelement in volle plaat. Dimensionering: berekening vermogen en afmetingen op basis van een regime 70 / 50 C. Opstelling: in overleg met de ontwerper. De radiatoren worden bevestigd aan de hand van: onzichtbare muurconsoles vloerconsoles ingeval van een vrijstaande radiator of geplaatst tegen een lichte wand. Blz. 226

227 De aanvoerleiding naar de bovenaan geplaatste radiatorkraan wordt bevestigd met een buisbeugel met akoestische voering verwarmingselementen & toebehoren - vloerverwarming Leveren, plaatsen en inregelen van een systeem van lage temperatuursverwarming op basis van water via een buizensysteem ingebracht in de vloer met inbegrip van alle toebehoren. De toegepaste materialen vormen een systeem volledig aangeboden of met elementen aangenomen door de leverancier. Het systeem beschikt over een ATG (of gelijkwaardig). Een volledige systeembeschrijving, met technische fiches, technische goedkeuring en een berekeningsnota worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voor gelegd aan het Bestuur. Maximale vloeroppervlaktetemperatuur: 29 C (33 C in badkamers). Systeem: (ofwel) (ofwel) (ofwel) nat (buizen volledig omhuld door de dekvloer) droog (buizen verzonken in isolatie) met warmte-verdeelplaten nat-droog (buizen gedeeltelijk omhuld door dekvloer) Buizen: (ofwel) (ofwel) PE-X/alu/PE-X PE-X met EVAL zuurstofscherm De koppelingen zijn conform het systeem voorgeschreven door de leverancier en opgenomen in de ATG (of gelijkwaardig). Bevestiging buizen: (ofwel) (ofwel) (ofwel) (ofwel) noppenplaat (nat en nat-droog systemen), geschikt voor buisdiameters 16 / 17 / mm PE-folie (nat systeem) met rastermarkering en beugels (trackers) draadmat (nat systeem): 15x15 of 10x10 met clips of binddraad montageprofielen (nat systeem) in kunststof (ofwel) geprofileerde isolatieplaten (droog systeem) met warmte verdeelprofielen uit verzinkt staal / aluminium /... Isolatie: randisolatie: PE-schuim; dikte: volgens systeem / mm vlakke platen: EPS ( 0,035 W/mK) / met dikte: 2 / 4 / cm randisolatie en vlakke platen worden afgedekt met PE-folie (0.2 mm) Collectoren voor aansluiting van aanvoer en retour van de verwarmingslussen, inbegrepen de regelventielen, afsluitkranen, ophangbeugels, ontluchters, eindstukken en aflaatkranen. Aantal lussen: 2 / 3 / 4 / 5 / 6 / : messing / staal/ Aanvullende specificaties De collectoren worden per lus voorzien van een debietmeter. De collectoren worden voorzien van een pompgroep bestaande uit een pomp, een maximumthermostaat, een thermostatisch regelventiel en aanvoerthermometer. Blz. 227

228 De collector is volledig gescheiden van het primair circuit via een warmtewisselaar en voorzien van een afzonderlijk expansievat (inhoud: 8 / liter), overdrukbeveiliging,. De collectoren worden ingebouwd in een wandverdeelkast. Regeling voor zonesturing (volgens plannen): Aantal zones: 1 / 2 / 3 Spanning: 24V / 230V / Thermostaat: analoog / digitaal / Het systeem wordt gedimensioneerd en uitgevoerd volgens: NBN EN Ingebouwde oppervlakteverwarmings- en koelsystemen met waterdoorstroming - Deel 3: Dimensionering. NBN EN Ingebouwde oppervlakteverwarmings- en koelsystemen met waterdoorstroming - Deel 5: Verwarmen en koelen ingebouwd in vloeren, plafonds en muren - Bepaling van het warmtevermogen. NBN EN Ingebouwde oppervlakteverwarmings- en koelsystemen met waterdoorstroming - Deel 4: Installatie. Om grotere thermische spanningen bij de opstart van het vloerverwarmingssysteem te vermijden, is het belangrijk dat de temperatuur geleidelijk aan opgevoerd wordt bij de opstart (in stappen van 5 C per dag). Het opstartschema van de fabrikant van het vloerverwarmingssysteem moet nauwgezet opgevolgd worden. Het vloerverwarmingssysteem moet, vóór het aanbrengen van de betegeling, een eerste maal een opwarming- en afkoelingcyclus doorlopen warmteregeling & toebehoren - algemeen Alle werken en leveringen voor het gebruiksklaar installeren van de gebruikelijke meet- en/of regeltoestellen vereist voor een goede werking van de installatie. Zij worden gemonteerd en afgesteld tot hun perfecte werking binnen de installatie warmteregeling & toebehoren - radiatorkranen Thermostatiseerbare radiatorkranen vervaardigd uit brons of vernikkeld messing, met dubbele regeling en voorzien van een beschermhoedje tegen stof. Zij laten toe de aanvoer volledig af te sluiten. Het binnenwerk (afsluiter en pakkingselement) is steeds vervangbaar zonder het water af te laten. Hydraulische karakteristieken en handleiding af te leveren op verzoek van het Bestuur. Maximum bedrijfstemperatuur: 110 C Maximum bedrijfsdruk: minimum 10 / bar. Type: aansluitcombinatie (ofwel) voor twee-pijpsysteem: haakse radiatorkraan voorzien van robuust handwiel uit kunststof (ABS). Dubbel instelbaar of in combinatie met een haakse regelbare radiatorkoppeling (voetventiel). (ofwel) (ofwel) voor één-pijpsysteem met onder- en bovenaansluiting: de kraan laat een éénzijdige muur- of vloeraansluiting toe, bestaande uit bovenaan een radiatorafsluiter (haakse kraan of rechte kraan met bocht) en onderaan een vierwegverdeler met inregelvoorziening, met inbegrip van de verbindingsbuis en alle koppelstukken. De combinatie laat toe de radiator af te nemen zonder het water van de installatie te laten. voor één-pijpsysteem met enkel onderaansluiting: de kraan laat een éénzijdige muur- of vloeraansluiting toe, bestaande uit een radiatorafsluiter en een vierwegverdeler met Blz. 228

229 inregelvoorziening, met inbegrip van alle koppelstukken. De combinatie laat toe de radiator af te nemen zonder het water van de installatie te laten. De radiatorkranen worden geïnstalleerd en afgeregeld volgens de voorschriften van de technische studie en volgens de voorschriften van de fabrikant warmteregeling & toebehoren - thermostaatkoppen Thermostaatkoppen volgens NBN EN 215 Thermostatische radiatorkranen. Automatische proportionele temperatuurregelaars met een ingebouwd voelerelement op basis van vloeistofvulling of vloeistof-/gasvulling. Twee begrenzers laten toe de temperatuursregeling binnen een in te stellen zone te beperken of van een stand te vergrendelen. Bij de laagste instelling blijft de afsluiter dicht zolang de omgevingstemperatuur boven de 6 à 8 C blijft (vorstbeveiliging). Handgreep: hoogwaardig kunststof, kleur: wit / Regelbereik: van 8 C t/m 32 C sluitingstemperatuur bij een regelband van 2 C. Schaalindeling: neutraal (zonder temperatuuraanduiding). Aanvullende specificaties Zij zijn voorzien van een anti-diefstalbeveiliging. Instelling regelbereik door middel van vorstbeveiliging die de thermostatische kraan opent van zodra de temperatuur aan de voeler lager wordt dan circa 5 C. De thermostatische koppen worden pas voor de stookproeven geplaatst. De radiatorkraan is zolang voorzien van een kunststofkapje die de bediening van de kraan toelaat. De as van de thermostaatkop wordt horizontaal en haaks op het radiatorvlak geplaatst. De thermostaatkop zal steeds goed geventileerd zijn (niet in hoeken, nabij warmtebronnen, ). Bij gebruik van thermostatische kranen zal steeds een By-pass in het verdeelnet aanwezig zijn. De thermostaatkop mag parallel met de radiator geplaatst worden indien een haakse plaatsing hinderlijk is in kleine ruimten. Toepassing Op alle radiatoren met uitzondering van deze in het lokaal waar de kamerthermostaat is opgesteld warmteregeling & toebehoren - kamerthermostaten Courant in de handel verkrijgbaar modellen, aangepast aan het keteltype en eenvoudig in gebruik. Zij worden geleverd met een duidelijke gebruikshandleiding. Type: klokkamerthermostaat digitaal Behuizing: hoogwaardig kunststof, bestemd voor opbouw Temperatuursdifferentiëel: T < 0,5 C met knop voor temperatuursinstelling Instelmogelijkheden klokthermostaten: klokprogramma (minstens een dagprogramma met twee programmeerbare schakelingen dag/verlaagd) Blz. 229

230 manuele derogatie met automatisch hervatting van het programma bij de eerstvolgende ingestelde schakeling continu dag continu nacht vorstbeveiliging dagtemperatuur nachttemperatuur of -verlaging instelling van zomer/winteruur controlemogelijkheid eventuele batterijspanning mechanische toestellen zijn voorzien van onverliesbare ruiters digitale toestellen hebben een gangreserve die bij stroomuitval de gegevens minstens 24 in geheugen houdt. Opstelling: volgens aanduiding op plan of na overleg met de architect, te plaatsen op circa 1,50 m boven de vloer (circa 1,10 m in woningen bestemd voor rolstoelgebruikers), centraal in de woonkamer op binnenwand, verwijderd van warmtebronnen en tochtvrij. De elektrische voeding en wachtbuizen worden ter beschikking gesteld. Ongeacht het type kamerthermostaat wordt steeds een buis met minstens 3 geleiders voorzien voor eventuele voeding. De aders van de voedingsleidingen hebben een sectie van 2,5 mm2 voor voeding en 1,5 mm2 voor sturing. De bedrading voor de thermostaat is inbegrepen in dit artikel (zie ook artikel leidingen - wachtbuizen) warmteregeling & toebehoren - weersafhankelijke regeling Weersafhankelijke regeling met buitenvoeler voor modulerende brandersturing met ruimtetemperatuurcompensatie, inclusief elektronisch bedienpaneel (bedrade afstandsbediening). De regeling is aangepast aan het keteltype en stuurt minimaal de vertrektemperatuur. De buitenvoelers worden zo geplaatst dat ze geen directe warmte ontvangen van het zonlicht of andere warmtebronnen (ventilatie-uitmondingen, schoorstenen). In principe worden ze aangebracht op 2 tot 2,5 m t.o.v. het grondniveau op een open en onbezond geveldeel. Opstelling bedienpaneel: volgens aanduiding op plan of na overleg met de ontwerper, te plaatsen op circa 1,50 m boven de vloer (circa 1,10 m in woning bestemd voor rolstoelgebruikers). De bedrading is inbegrepen in dit artikel (zie ook art leidingen wachtbuizen) warmteregeling & toebehoren - manometer Behuizing: staal zwart gelakt / verzinkt staal / kunststof ABS / RVS / Aansluiting: messing Ruit: kunststof of glas Beschermingsklasse: minimaal IP 31 Voeler: koperlegering buisveer Aansluiting: axiaal / radiaal Aansluiting: 1/8 / 1/4 / 1/2 Diameter: 40 / 50 / 63 / 80 / 100 / mm Lengte dompelbuis: 50 / 75 / 100 / mm Bereik: 0-4 / 0-6 / 0-10 / 0-16 / bar Blz. 230

231 Bijkomende wijzer: verstelbaar / warmteregeling & toebehoren - thermometer Behuizing: staal zwart gelakt / verzinkt staal / kunststof ABS / RVS / Ruit: kunststof of glas Beschermingsklasse: minimaal IP 31 Voeler: bimetaal Aansluiting: messing, axiaal, 1/2 Diameter: 63 / 100 / mm Lengte dompelbuis: 50 / 75 / 100 / mm Bereik: C Bijkomende wijzer: verstelbaar / Blz. 231

232 66. BIJZONDERE INSTALLATIES bijzondere installaties - algemeen warmtepompen - algemeen Leveren, plaatsen, aansluiten en afstellen van warmtepompen voor lage temperatuurverwarming (aanvoertemperatuur tot circa 40 C) en sanitair warm water productie via een indirect verwarmde voorraadboiler. Alle werken, leveringen en materialen noodzakelijk voor de goede werking van de warmtepomp zijn inbegrepen, ook als deze niet expliciet zijn opgenomen in dit bestek. Dit betreft onder meer: bijverwarming, voorzieningen voor sanitair warm water, circulatiepompen, vul- en aflaatvoorzieningen, manometers en thermometers, veiligheidsventielen, ontluchters, expansievaten,. ALGEMEEN De technische eigenschappen van de warmtepomp die in de documenten vermeld worden (calorisch vermogen, koelvermogen, COP, elektrisch opgenomen vermogen,...) zijn in overeenstemming met de referentiewaarden van de NBN EN De technische fiches en vermogensdiagrammen met de mogelijke werkingsgebieden van de warmtepomp worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. De warmtepompen dragen het QUEST kwaliteitslabel (EHPA-logo). NORMEN De volgende normen zijn van toepassing : NBN EN Testing and rating of direct exchange ground coupled heat pumps with electrically driven compressors for space heating and/or cooling Part 1: Direct exchange-to-water heat pumps NBN EN Air conditioners, liquid chilling packages and heat pumps with electrically driven compressors for space heating and cooling NBN EN Verwarmingssystemen in gebouwen - Ontwerp van warmtepompverwarmingssystemenwarmtepompen. UITRUSTING WARMTEPOMP De warmtepomp is uitgerust met: een hermetische scroll compressor voor werking op een verwarming met warm water; een met koelvloeistof voorgevuld koelcircuit, klaar om in dienst te nemen, en waarvan de hoeveelheid koelvloeistof beperkt is volgens NBN EN 14511; een verdamper en condensorwarmtewisselaar en eventuele tussenwisselaars voor oververhitting en onderkoeling of beveiliging; pompen voor primair en secundair circuit, met anti-blokkeer beveiliging, energieklasse A; een thermostatisch expansieventiel; de regel- en beveiligingsvoorzieningen (hoge en lage druk, invriesbeveiliging, ); een elektronische regeling. Alle componenten zijn gemonteerd op een onafhankelijk chassis. De voldoende stijve omkasting is gedeeltelijk demonteerbaar voor gemakkelijke toegang voor onderhoud en herstel. Door een geoptimaliseerd ontwerp is het geluid door trillingen geminimaliseerd. De compressor is op geluidsdempende en instelbare steunen gemonteerd. De omkasting is voorzien van een geluidsabsorberende afwerking. De primaire kring is aangesloten met geïsoleerde flexibele leidingen. ELEKTRONISCHE REGELING De warmtepomp is uitgerust met een elektronische regeling voor het beheren van: Blz. 232

233 de primaire kring en al zijn toebehoren; de secundaire kring en al zijn toebehoren; de werking met glijdende temperatuur in functie van een buitenvoeler; de verwarmingskringen met gemotoriseerde mengklep en verwarmingskring zonder mengklep (rechtstreeks); het laden van een sanitair warmwater boiler met voorrangschakeling, regeling van de bijverwarming en legionella beveiliging; een elektrische en een warmwater bijverwarming warmtebron; de thermische beveiligingen van de primaire onderdelen (compressor en primaire pomp). De elektronische regeling is uitgerust met een LCD-scherm met doorloopmenu s met voluit geschreven ondersteunende teksten of gelijkwaardig. De regeling is voorzien van een geïntegreerd diagnose systeem en foutmeldingen. Het geïntegreerde energiebeheersysteem laat toe van, op maand- of jaarbasis, de toegevoerde energie, de afgegeven energie en de daaruit volgende SPF weer te geven. De functie sanitair warmwater is voorzien van een legionella-beveiliging (wekelijkse opwarming van de boiler tot 70 C gedurende 1 uur of gelijkwaardig). WAARBORGEN Twee jaar omnium op het geheel en tien jaar op de compressor, zowel op de verplaatsing, onderdelen en werkuren. De waarborg vangt aan bij de voorlopige oplevering of vanaf de ingebruikname van de installatie warmtepompen lucht-water monoblok De koelkring is voorzien van twee warmtewisselaars: één aan de primaire zijde, met gecoate verdamperlamellen die zorgen voor corrosiebestendigheid bij zouthoudende lucht en één aan de secundaire zijde. De primaire kring wordt op de warmtepomp aangesloten door middel van geluid- en warmtegeïsoleerde luchtkanalen. De aanzuig- en afvoerroosters zijn zo aangebracht dat er geen kortsluiting kan ontstaan tussen de afgevoerde en aangezogen lucht. De binnenunit is volledig dampdicht. Minimale COP volgens NBN EN 14511: 3,1 / (lucht 2 C/ water 35 C). Minimale bedrijfsdruk: 3 / bar aan secundaire zijde. Maximale uitgangstemperatuur van de secundaire kring: 50 C / bij luchttemperaturen van -5 C aan de primaire zijde, 35 C / bij luchttemperaturen van -20 C aan de primaire zijde. Het aandeel van de ontdooicyclus bedraagt tussen 3 en 5% van de looptijd van de warmtepomp. De primaire ventilator is 3-traps / traploos gestuurd, voor o.a. nachtreductie met verlaagd geluidsniveau. De elektrische voeding van de compressor: 3 x 400V / Secundaire temperatuur van 60 C of tot 72 C i.f.v. type koelmiddel. Functie: ruimteverwarming / productie sanitair warm water / opwarmen buffer. Aanvullende specificaties SPF groter dan: volgens de geldende EPB regelgeving Vermogen elektrische bijverwarming: 0 kw. Buffertank: liter. Blz. 233

234 De warmtepomp is uitgerust met een regeling om een tweede warmtepomp aan te sturen. Het geheel vormt een 2-traps installatie. De warmtepomp kan in bivalente werking beheerd worden. Het bivalentie-punt kan via de elektronische regeling d.m.v. een in te stellen buitentemperatuur aangegeven worden. De bivalente werking kan zowel parallel als alternatief zijn. De indienststelling van de tweede warmtebron, eenmaal het bivalentie-punt onderschreden, zal door de elektronische regeling van de warmtepomp gebeuren. De warmtepomp is voorzien van een afstandsbewaking en afstandssturing via thermostaat in referentieruimte. De warmtepomp is voorzien van een natuurlijke koelfunctie met dauwpunt beveiliging. De warmtepomp is voorzien van een buffertank (weersafhankelijk of constant) warmtepompen - lucht-water met binnen- en buitenunit (splitsysteem) De warmtepomp is uitgerust met een traploze vermogensregeling met DC-invertor technologie voor werking op centrale verwarming met warm water. De warmtepomp bestaat uit een binnen- en een buitenunit die samen verbonden worden door koelmiddelleidingen. De binnenunit is voorgevuld met stikstof. De buitenunit is voorgevuld met koelvloeistof. Indien de koelmiddelleidingen minder dan 12m lang zijn (enkele afstand) moet geen navulling meer gebeuren. De koelkring is voorzien van twee warmtewisselaars: één aan de primaire zijde met gecoate verdamperlamellen die zorgen voor corrosiebestendigheid bij zouthoudende lucht en één aan de secundaire zijde. De buitenunit zal steeds de buitenlucht gebruiken als primaire energiebron. De unit wordt zodanig geplaatst dat er geen kortsluiting kan ontstaan tussen de afgevoerde en aangezogen lucht. De binnenunit is volledig dampdicht. Nominaal vermogen verwarming: tot kw. Minimale COP volgens EN 15411: 3.1 / (lucht 2 C / water 35 C). Secundaire temperatuur: 55 C / bij -15 C buitentemperatuur. Werkingsgebied bij verwarming ligt tussen luchttemperaturen: -15 C tot + 35 C. De primaire ventilator is 3-traps / traploos gestuurd, voor o.a. nachtreductie met verlaagd geluidsniveau. Minimale bedrijfsdruk: 3 / bar aan secundaire zijde. Elektrische voeding compressor: mono 230V / 3-fasig 400V afhankelijk van het vermogen. Minimale maximale lengte van de koelmiddelleidingen: - m / volgens plannen en meetstaat. Functie: ruimteverwarming / productie sanitair warm water / opwarmen buffer. Aanvullende specificaties SPF groter dan: 3 / / volgens de geldende EPB regelgeving. Vermogen elektrische bijverwarming: kw. Buffertank: liter. De warmtepomp is uitgerust met een regeling om een tweede warmtepomp aan te sturen. Het geheel vormt een 2-traps installatie. De warmtepomp kan in bivalente werking beheerd worden. Het bivalentie-punt kan via de elektronische regeling d.m.v. een in te stellen buitentemperatuur aangegeven worden. De bivalente werking kan zowel Blz. 234

235 parallel als alternatief zijn. De indienststelling van de tweede warmtebron, eenmaal het bivalentie-punt onderschreden, zal door de elektronische regeling van de warmtepomp gebeuren. De regeling is in staat om de geproduceerde stroom van de PV-installatie te gebruiken voor de warmtepomp en andere componenten van de verwarmingsinstallatie (zelf-consumeren van de energie). Om dit mogelijk te maken moet een energieteller verbonden worden met de regeling van de warmtepomp. De prijs van de energieteller is inbegrepen in dit artikel. De warmtepomp is voorzien van een afstandsbewaking en afstandssturing via thermostaat in referentieruimte. De warmtepomp is voorzien van een natuurlijke koelfunctie met dauwpunt beveiliging. De warmtepomp is voorzien van een buffertank (weersafhankelijk of constant). Blz. 235

236 67. BRANDBESTRIJDING brandbestrijding - algemeen Alle noodzakelijke werken en leveringen tot een bedrijfsklare werking van de voorgeschreven vaste installaties en/of draagbare toestellen, ter bestrijding van accidentele brandhaarden in het gebouw, conform de vigerende normen, de regels van goed vakmanschap en de adviezen van de territoriaal bevoegde brandweer. De werken omvatten: het afdoende beschermen van de reeds uitgevoerde werken; het leveren en plaatsen van toestellen en/of bijhorende installatie; het uitvoeren van de noodzakelijke installatietesten en keuringen; de aanpassingen aan de installaties en/of toestellen die tijdens de keuringen niet weerhouden werden; het opruimen van alle afval, reiniging van de toestellen, verwijderen van de aangebrachte bescherming, herstellen en reinigen van het eventuele tijdens de werken beschadigde pleisterwerk of afwerkingen; het leveren van de vereiste attesten die de conformiteit aan de normen en aan de bepalingen van het bestek moeten staven brandblusapparaten - algemeen Levering en opstelling van onafhankelijke snelblussers van het draagbare type, tot een gebruiksklare werking. De ophanghaken ter bevestiging van de toestellen en bijhorende pictogrammen zijn in de eenheidsprijs begrepen. Materialen Draagbare blustoestellen moeten conform zijn aan de toepasselijke NBN EN 3-normen (deel 7 t.e.m. 10). De conformiteit van de toestellen zal door een keurmerk gecertificeerd worden, bevestigend dat: de prototype keuring van het toestel conform de NBN EN 3 norm is uitgevoerd door een aangemeld controleorganisme; de toestellen beantwoorden aan de wetgeving, o.m. de PED -Richtlijn 97/23; de keuring en de productie van de toestellen uitgevoerd wordt onder toezicht van een aangemeld controleorganisme. Het BENOR / ANPI (BVVB) keurmerk beantwoordt aan deze bepalingen. De blustoestellen moeten duidelijk zichtbaar opgesteld worden voor de personen die ze moeten gebruiken. De meest geschikte plaatsen zijn uitgangen, doorgangen naar de (nood)uitgangen,. Blustoestellen mogen niet geplaatst worden naast risico's die hun gebruik kunnen verhinderen. De blustoestellen moeten zo geplaatst worden dat de afstand tot het meest nabije toestel niet groter is dan: 20 m gemeten volgens de looplijn van de doorgangen of 15 m gemeten van punt tot punt in de ruimte (bv. in garages) Blustoestellen mogen in opbergkasten geplaatst worden samen met andere voorzieningen voor de brandbeveiliging van het gebouw, zoals meldknoppen, muurhaspels en brandkranen. De opbergkasten zijn voorzien van ofwel een transparante deur ofwel een pictogram voor blustoestellen conform de wetgeving. Draagbare blustoestellen moeten bevestigd worden aan geëigende steunen of houders en zo geplaatst worden dat de handgreep zich tussen 0,80 m en 1,5 m boven de vloer bevindt. Blustoestellen worden zo geplaatst dat de gebruiksinstructies en de vermelding van het blusvermogen zich zichtbaar op de voorkant bevinden. De plaats van de blustoestellen moet met pictogrammen conform aan de wetgeving aangeduid worden. De pictogrammen worden zo aangebracht dat ze zichtbaar zijn voor de gebruiker vanaf de toegangsrichting van het lokaal. Blz. 236

237 brandblusapparaten - poedersnelblussers Volgende poedersnelblussers moeten geplaatst worden: (ofwel) Type 1A met 6 kg ABC poeder voor woningen (1 per 150m2) (ofwel) Type 1AB met 6 kg ABC poeder voor garages (1 per 100m2) Toepassing Volgens plannen externe bluswatervoorziening - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van de hydraulische toestellen aangesloten op een waterleiding onder druk, bestemd om het nodige bluswater af te nemen in geval van brand, conform de geldende normen en voorschriften van de brandweer en de waterdistributiemaatschappij. Alle hulpstukken, hydranten, straatdeksels, steunblokken,... zijn inbegrepen. De werken omvatten ook: het doorspoelen van de leidingen voor het aansluiten van de toestellen; een drukproef van de leidingen; het verwijderen van alle verpakkingsafval van de werf; de asbuilt-plannen externe bluswatervoorziening - buitenhydranten externe bluswatervoorziening buitenhydranten/bovengronds De buitenhydranten zijn hydraulische toestellen aangesloten op een waterleiding onder druk, bestemd voor aansluiting van de slangen van de brandweer, ingeval van brand. De bedieningssleutels zijn inbegrepen in dit artikel. De buitenhydranten voldoen aan NBN S De uitlaat is voorzien van genormaliseerde koppelstukken, conform aan het KB van Op deze koppelingen worden ter beveiliging blindkoppelingen met roestvaste ketting geplaatst. Technische documentatie voor te leggen aan het Bestuur. Het afsluitpunt is beveiligd tegen beschadiging zodat geen waterverlies kan optreden. Het spuien gebeurt volledig en automatisch bij het sluiten van de afsluitklep. Type: BH 80 / BH 100 Nominale druk: 16 bar De plaats, het te voorziene aantal en type van de buitenhydranten wordt in overleg met de bevoegde territoriale brandweer vastgelegd. De buitenhydranten worden gesteld op het gewenste peil en vastgezet in een bevestigingskader uit licht gewapend beton. Rondom het spuisysteem wordt een draineerlaag van minstens 150 liter steenslag 20/40 voorzien. De buitenhydranten worden aangekoppeld aan de watertoevoerleidingen. Alle bovengrondse uitwendige gedeelten worden ontroest, voorzien van een grondlaag en 'signaalrood' (RAL 3000) afgelakt. Blz. 237

238 interne bluswatervoorziening - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van de interne voorzieningen voor bluswater in het gebouw. Alle werken en leveringen die nodig zijn om de volledige en bedrijfsklare brandbestrijdingsinstallatie te realiseren zijn inbegrepen en dit conform de geldende normen en de regels van goed vakmanschap, t.t.z. met inbegrip van alle hulpstukken, reglementaire keerkleppen, installatiekranen, manometers, ontluchtingsinrichtingen, aansluiting van haspels en/of brandkranen,... De werken omvatten: het zagen en/of kappen van de nodige doorvoeropeningen en sleuven; het plaatsen en vastleggen van de drukleidingen met inbegrip van alle installatiekranen, bevestigingsmiddelen, uitzettingshulpstukken, koppelstukken, e.d.; het aansluiten, na de teller, van de drukleidingen op de watervoorziening door middel van een brandafsluiter of kogelafsluiter; het doorspoelen van de leidingen voor het aansluiten van de toestellen; een drukproef van de leidingen; het verwijderen van alle verpakkingsafval van de werf; de asbuilt-plannen in overeenstemming met het post-interventiedossier. & De plaats, de watervoorziening, het aantal en type van de haspels en/of binnenhydranten wordt bepaald in overleg met het advies van de bevoegde territoriale brandweer. De studie wordt geleverd door de aannemer en ter goedkeuring aan de bouwheer en ontwerper voorgelegd. De werken worden uitgevoerd door een aannemer die gespecialiseerd is in loodgieterij en sanitaire werken of door een aannemer gespecialiseerd in brandbeschermingsinstallaties. De watervoorziening van het haspel- en hydrantensysteem moet beantwoorden aan de volgende minimale voorwaarden: Systeem Minimum debiet Druk aan verste gebruiker Nuttige voorraad Werkingsduur enkel haspels 100 l/min 2,5 bar 3 m3 30 min Haspels en brandkranen 500 l/min 2,5 bar 15 m3 30 min Enkel brandkranen 500 l/min 2,5 bar 15 m3 30 min Voor hoge gebouwen (> 25 m) is de vereiste werkingsduur 120 min. De behoeften van andere gebruikers die op hetzelfde net zijn aangesloten, zoals voor sprinklers en drinkwater moeten mee in rekening gebracht worden. Het leidingnet wordt voorzien van het strikt onontbeerlijk aantal afsluitkranen en aftapkranen. Aan de voet van elke verticale leiding worden dicht bij de verbinding met de hoofdleiding, een afsluitkraan en een aftapkraan aangebracht, waardoor de verticale leiding kan worden leeggemaakt. Sleuven in muren hebben een aangepaste sectie, en worden na het plaatsen van de leidingen aangewerkt met een geschikte mortel en in overeenstemming met de vereiste brandweerstand. Geen enkele leiding wordt geplaatst op minder dan 1 cm afstand van het afgewerkt vlak van de wanden van het gebouw. Doorvoeringen in muren en plafonds worden voorzien van moffen waarin de buis vrij kan bewegen en worden geboord met een diamantboor met aangepaste sectie. Doorvoeringen door wanden en vloeren, die deel uitmaken van de brandcompartimentering, worden beschermd volgens artikel brandwerende bescherming - algemeen. Keuring De aannemer zal na het plaatsen in aanwezigheid van de architect en/of het studiebureau de gemaakte aansluitingen testen op waterdichtheid. Blz. 238

239 De oplevering van de leidingen gebeurt uitsluitend bij een druk van min 6 / bar. De limieten worden met de architect en/of het studiebureau besproken interne bluswatervoorziening - pictogrammen Voorzien van de nodige pictogrammen. De volgende pictogrammen worden voorzien: (ofwel) een pictogram voor een slanghaspel in een kast met een ondoorzichtige deur. Het pictogram wordt aangebracht op de deur conform de wetgeving met minimale afmetingen 100 mm x 100 mm. (ofwel) (ofwel) (ofwel) een dubbelzijdig pictogram wordt aangebracht in de toegangsweg dwars op de looprichting om een in een nis geplaatste slanghaspel aan te duiden. Het pictogram is conform de wetgeving met minimale afmetingen 100 mm x 100 mm, op een hoogte tussen 1500 en 2500 mm boven de vloer. een vermelding DSP45 wordt in witte letters op een rode achtergrond aangebracht op de kast met een ondoorzichtige deur die een brandkraan bevat. Minimale afmetingen 100 mm x 50 mm. een dubbelzijdige vermelding DSP45 wordt in witte letters op een rode achtergrond aangebracht. Minimale afmetingen 100 mm x 50 mm, plaatsingshoogte tussen 1500 en 2500 mm boven de vloer brandwerende bescherming - algemeen Levering en verwerking van alle nodige materialen tot realisatie van de vereiste brandwerende beschermingen en afdichtingen van leiding- en kabelvoorzieningen met eenzelfde Rf-waarde als de wanden waarin de leidingen (of doorvoeren) zich situeren. Doorvoeringen doorheen bouwelementen van leidingen voor fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven en de uitzetvoegen mogen de vereiste weerstand tegen brand van de bouwelementen niet nadelig beïnvloeden. Materialen & De doorvoeringen moeten beantwoorden aan de bepalingen van de omzendbrief Weerstand tegen brand van doorvoeringen van bouwelementen van 15 april De afdichting moet het scheidend vermogen van het bouwelement behouden. De aannemer toont de brandweerstand van de afdichting in termen van vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I) voor de uitvoering aan door één van volgende zaken: de CE-markering, rekening houdend met de gegevens die deel uitmaken van deze markering, een BENOR- en/of ATG-goedkeuring, of een equivalent, bij gebrek aan een geldende CE-markering voor deze producten, rekening houdend met de gegevens die betrekking hebben op deze goedkeuring, een test, uitgevoerd volgens de norm NBN EN of NBN , bij gebrek aan een geldende CEmarkering voor deze producten, de toepassing van één van de typeoplossingen van hogervermelde omzendbrief. Blz. 239

240 68. VENTILATIE ventilatiekanalen - algemeen Levering, plaatsing en bedrijfsklaar aansluiten van alle verluchtingskanalen, die niet behoren tot gecombineerde rook- en verluchtingskanalen of ontrokingsinstallaties. De kanalen zijn bestemd voor de aanvoer van verse lucht of afvoer van bedorven lucht, binnen het ventilatiesysteem. De werken omvatten: de studiekosten, hulpstukken, bevestigingsmiddelen, verdeelgeleiders, regelkleppen, toezichtdeksels, registers, schoepen,, het maken van openingen en afdichtingen tussen bouwkundige constructie en kanaal. Materialen ALGEMEEN De afmetingen van de kanalen worden afgestemd op de vereiste debieten, overeenkomstig NBN D Ventilatievoorzieningen in woongebouwen en de EPB-regelgeving. Het drukverlies in rechte kanaaldelen is niet hoger dan 0,5 Pa/m. Luchtdichtheidsklasse: min. B / C / Een staal van alle materialen samen met het voorgestelde uitvoeringsschema van het kanalennet, wordt vóór uitvoering ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. Standaard worden ronde kanalen gebruikt. Enkel omwille van lokale omstandigheden kunnen rechthoekige kanalen toegepast worden mits voorafgaandelijk akkoord van het Bestuur. Flexibele kanalen worden tot een minimum beperkt (tot 1m voor onder meer aansluiting roosters en toestellen op stijve kanalen). METALEN KANALEN Metalen luchtkanalen vervaardigd uit tweezijdig gegalvaniseerd bandstaal. De kanalen hebben een voldoende stijfheid rekening houdend met de optredende spanningen. Hiervoor zijn zij versterkt met plooien en/of verstijvingsribben en eventueel met inwendige steunen. Volgende normen zijn van toepassing: NBN EN Ventilatie van gebouwen - Dunwandige metalen luchtleidingen en verbindingsstukken met rechthoekige doorsnede Afmetingen. NBN EN Ventilatie van gebouwen - Ronde dunwandige metalen luchtkanalen van plaatmetaal en verbindingsstukken Afmetingen. NBN EN Ventilatie van gebouwen - Luchtleidingen - Sterkte en lekdichtheid van ronde dunwandige metalen leidingen. FLEXIBELE KANALEN De flexibele kanalen weerstaan aan een druk van minstens 2500 Pa en zijn geschikt voor luchtsnelheden tot 30 m/s. Er wordt gebruik gemaakt van ongeïsoleerde of geïsoleerde slangen, volgens de aanduidingen op plannen en meetstaat. Montage volgens de voorschriften van de fabrikant. Er wordt nooit meer slang gebruikt dan absoluut nodig is, tenzij bij berekening hiermee rekening is gehouden. Er wordt gestreefd naar minimaal 0,5 m tot maximaal 1 m slang te gebruiken. Indien een grotere lengte moet worden toegepast, moet de slang gebeugeld worden zodat de maximale doorzakking van de slang, tussen twee bevestigingspunten, niet meer bedraagt dan 50 mm (in het midden tussen de ophangingen gemeten). Blz. 240

241 Bij de montage worden beschadigingen aan de slang vermeden. Beschadigde binnenslangen worden direct vervangen. Bij kleine beschadigingen aan de buitenmantel worden deze afgewerkt met tape (aluminium tape of pvc tape, afhankelijk van het materiaal van de slang). De onderlinge afstand tussen twee ophangpunten kan variëren tussen 1m en 2m. Deze maat is afhankelijk van het type slang dat wordt toegepast. Een slang is over het algemeen zeer flexibel en kan vrij eenvoudig worden vervormd. Door vervorming vermindert de inwendige diameter en wordt het drukverlies vergroot. Bij beugeling (door middel van bijvoorbeeld geperforeerd band) mag de slang niet in diameter verkleinen. De slang wordt minimaal over de halve omtrek ombeugeld. Bochten moeten zo ruim mogelijk genomen worden. Dubbele bochten (U-bochten) worden vermeden. TRACÉ De situering van verluchtingsmonden en het leidingtracé worden schematisch weergegeven op de plannen en worden voor de plaatsing besproken met de architect en het studiebureau. Het definitieve tracé wordt door de aannemer opgemaakt in coördinatie met de andere technieken. De montage gebeurt zoveel mogelijk volgens rechte lijnen. De kanalen hebben een aangepaste ophanging, in overeenstemming met de kanaaldiameters en de structuur waaraan de bevestiging gebeurt, voor wat betreft afmetingen, sterkte en uitvoering. Zij zijn van een gemakkelijk demonteerbaar type. Alle gebruikte steun- en ophangstukken, stangen, beugels, hulzen, zijn uit gegalvaniseerd, gemetalliseerd of roestvast staal. Tussen de kanaalwanden en de ophanging wordt, over de gehele lengte van het dragend gedeelte van de beugel, een trillingsisolerende stof aangebracht. Bij uitwendig te isoleren kanalen worden ter plaatse van de ophangconstructie de nodige voorzieningen getroffen, m.b.t. de dikte van de aan te brengen isolatie. De sectie wordt zodanig voorzien dat het geheel dampwerend kan worden afgewerkt. Ventilatiekanalen ingewerkt in valse plafonds moeten zo dicht mogelijk tegen de onderkant van de dragende vloerplaat gemonteerd worden. Alle inbouwwerken en doorgangen door wanden, vloeren en plafonds zijn ten laste van de installateur en gebeuren volgens de regels der kunst. Doorboringen in zichtelementen worden zorgvuldig geboord. De openingen zijn niet groter dan noodzakelijk. Het doorboren van structurele elementen is niet toegestaan tenzij de stabiliteitsingenieur hiervoor uitdrukkelijk toestemming geeft. Bij iedere doorgang moeten de luchtkanalen omwonden worden met PVC-folie. Geen enkel deel van de kanalen mag in aanraking komen met metselwerk of beton. Eventueel moeten brandwerende doorgangen voorzien worden en zal een aangepast dichtingssysteem ter goedkeuring worden voorgelegd. Ter hoogte van dilatatievoegen worden de kanalen verbonden d.m.v. een flexibele aansluiting van aangepaste lengte. Op regelmatige plaatsen worden inspectie- en reinigingsopeningen voorzien, bestaande uit ingewerkte toegangsluiken, die hermetisch afgedicht kunnen worden. Deze luiken zijn inbegrepen in de prijs van de kanalen. Elk toe- of afvoerkanaal wordt voorzien van een inrichting die een constant debiet handhaaft. Mogelijke condensvorming in de kanalen voor de afvoer van vochtige lucht moet opgevangen en verwijderd kunnen worden via een afvoerleiding met sifon. De afvoer- en eventuele toevoerventielen worden in een vlak oppervlak en op voldoende afstand van de aangrenzende wanden geplaatst, om een correcte positionering van meetinstrumenten toe te laten. Na coördinatie met de andere aannemingen legt de installateur de uitvoeringsplannen ter goedkeuring voor aan het Bestuur. Kleine wijzigingen in het tracé als gevolg van de coördinatie kunnen nooit aanleiding geven tot meerprijzen. De opgegeven secties moeten gerespecteerd worden. Elke afwijking moet voorafgaand door het Bestuur worden goedgekeurd. ZUIVERHEID - REINIGEN Het transport van luchtkanalen moet op een verantwoorde wijze plaatsvinden, zodat vervuiling wordt voorkomen. Blz. 241

242 De opslag moet op een droge ondergrond gebeuren. De kanalen worden tegen weersinvloeden en vervuiling beschermd. Tijdens het verwerken van de kanalen voor de montage is het noodzakelijk dat verontreinigingen in en aan het kanaal worden verwijderd. Tijdens de montage van de kanalen wordt er nauwlettend op gelet dat losse vervuiling, zoals stof, zand en dergelijke uit de kanalen wordt verwijderd. KOPPELSTUKKEN - DICHTHEID Alle kanaalelementen en alle hulpstukken zoals bochten, nippels, aftakstukken, enz., worden luchtdicht aangesloten d.m.v. dubbele EPDM, neopreen of rubberen manchetten en/of dichtingsringen of krimpmoffen, zodat demontage mogelijk blijft evenals opnieuw monteren met hetzelfde materiaal. Alle kanaalelementen, koppelstukken en hulpstukken zijn volledig op elkaar afgestemd en afkomstig van dezelfde leverancier. Alle sectieovergangen en verbindingen worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van de fabrikant. Aansluitingen op verluchtingsmonden en aansluitdozen mogen uitgevoerd worden in soepele verbindingen als de lengte minder dan 100cm bedraagt. Deze soepele verbinding is inbegrepen in de prijs van het aangesloten element ventilatiekanalen - metaal ventilatiekanalen - metaal/rond Metalen ventilatiekanalen met ronde sectie beantwoordend aan NBN EN De langsnaden worden in een felsverbinding van het type Pittsburgh, Snaplock of analoog type uitgevoerd. De verbindingstechniek moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Bestuur. Plaatdikte: afhankelijk van de kanaalafmetingen en het aantal ondersteuningen. Galvanisatie: minimaal Z 275 g/m2. Diameter: volgens berekening aannemer en plannen. Koppel- en hulpstukken: uit hetzelfde materiaal als de kanalen met een gelijkaardige behandeling. De verbindingstechniek moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Bestuur. Koppelingen: met dubbele dichtingsringen (rubber, EPDM, ) ventilatiekanalen - thermische isolatie Thermische isolatie van ventilatiekanalen en componenten ter voorkoming van condensatie en/of het beperken van de warmteverliezen. en Minerale wol matten met rechtopstaande vezel aan de buitenzijde voorzien van aluminiumfolie met een versterkingsgaas. De ventilatiekanalen mogen uitsluitend uitwendig geïsoleerd worden. De naden worden gedicht met alu-tape van minstens 50mm breed. De matten worden bevestigd d.m.v. binddraad of trekbanden van 10mm breed om de 600mm. Bij ronde kanalen worden de beugels overdekt door de isolatie. Bij rechthoekige kanalen loopt de isolatie tot tegen de beugels. Bij geïsoleerde kanalen worden speciaal aangepaste reinigingsappendages gebruikt om de isolatie niet te beschadigen en een gemakkelijke toegang te verkrijgen tot de luiken Blz. 242

243 Minimale dikte: 2 cm ventilatiekanalen - ophanging en bevestiging De luchtkanalen en de ingebouwde componenten worden zodanig bevestigd of opgehangen dat de kanaaldelen met hun componenten een stabiel en strak geheel vormen. en Alle materialen die voor bevestiging tegen een bouwkundige constructie worden toegepast, zijn verzinkt of met een zinkverf afgewerkt. Ze bezitten een zodanige sterkte dat het totale gewicht van de luchtkanalen, inclusief de geïntegreerde componenten, door draadstangen naar de bouwkundige ophangpunten wordt overgebracht. Rechthoekige kanalen: de ophanging wordt samengesteld uit een onderbeugel met draadstangen minimaal M6 langs het kanaal. De afstand tussen deze draadstangen bedraagt maximaal 100 mm en is minimaal 30 mm groter dan de kanaalbreedte afhankelijk van de aanwezigheid van uitwendige isolatie. De beugels worden uitgevoerd in een profielvorm waarmee voldoende stijfheid wordt verkregen. De onderlinge afstand van de beugels bedraagt mm. Tussen de beugels en het kanaal wordt een vilt- of PE-band van minimaal 4mm dikte aangebracht. Ronde kanalen of buizen met een diameter van 500mm en groter: de beugels moeten worden uitgevoerd als tweepuntsophanging door een boven- en onderbeugel. Voor kleinere diameters wordt volstaan met éénpuntsbeugel. De maximale hartafstand van de beugels onderling is 2m. Tussen beugel en kanaal wordt een vilt- of PE-band van minimaal 2mm dik aangebracht. Schachtkanalen: voor de bevestiging wordt gebruik gemaakt van consoles tegen de wand of van profielen aan de kanalen af te steunen op de vloer. Tussen de luchtkanalen en de beugels worden, indien gevaar voor elektrochemische spanningscorrosie bestaat, kunststof strippen aangebracht. Bij vereiste toepassing van extra voorzieningen tegen trillings- en/of geluidsoverdracht moeten deze nader worden gespecificeerd. De stalen ophangconstructies worden minimaal tijdelijk corrosiewerend uitgevoerd. Tussen de steunen en de kanalen worden vilt- of PE-stroken (min 4mm) aangebracht. Indien een uitwendige isolatie wordt aangebracht, die ter plaatse van de beugel niet mag worden onderbroken, kan een isolatiestrook van een zodanige persing worden aangebracht, dat dezelfde dikte als die van de isolatie bereikt wordt. Bij het vooraf aanbrengen hiervan moet een strook aluminiumfolie als een overlap toegepast worden waarop later de folie van de isolatie kan worden afgewerkt. Toepassing Alle ventilatiekanalen en toebehorende componenten toebehoren ventilatiekanalen - algemeen Alle vereiste toebehoren die in het kanalensysteem voorzien moeten worden met het oog op regeling, meting, hulpfuncties, brandbeveiliging, akoestiek, toebehoren ventilatiekanalen - geluidsdempers Demping van het ventilator- en stromingsgeluid. en De materialen waaruit de dempers zijn opgebouwd, zijn onbrandbaar, onbederfbaar, reukloos, bestand tegen knaagdieren en insecten en tegen luchterosie bij de optredende luchtsnelheden. Hun constructie en afmetingen worden bepaald door: het luchtdebiet, de gewenste demping, het maximaal toelaatbare stromingsgeluid veroorzaakt door de demper. De behuizing is van gegalvaniseerd staal met een dikte van minimaal 0,7 mm en minimaal de dikte van de kanalen met dezelfde afmetingen. Blz. 243

244 Het geluidsabsorberend materiaal bestaat uit minerale wol (> 50 kg/m3), bekleed met een glasvlies of een dun polyestervlies om erosie van de minerale wol te verhinderen tot een luchtsnelheid van 20m/s. De overgang tussen een kanaal en de geluiddemper gebeurt in een recht kanaaldeel met geleidelijk verloop van de doorsnede (te beperken tot 1:3 bij eenzijdig verloop en 1:4 bij tweezijdig verloop). Bochtstukken of sterke richtingsveranderingen op korte afstand van de geluiddemper (< 5 x de gemiddelde dwarse kanaalafmeting) zijn te vermijden. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar het gebruik van geluidsdempers in bochtvorm wegens de grotere demping. De geluiddemper wordt bij voorkeur geplaatst net voor of na de doorvoer doorheen een wand. Bestaat er een risico op geluidsinstraling doorheen de kanaalwand na de geluiddemper of door geluidafstraling van de kanaalwand van de demper, dan wordt het kanaal of de behuizing extra geluidwerend uitgevoerd, volgens de situatie door een demping of een verzwaring van de kanaalwand of door het aanbrengen van een omkasting. Voor bestelling legt de installateur een uitvoeringsschema voor waarop alle geluiddempers met hun exacte afmetingen en karakteristieken (technische fiches met gebruikte materialen, constructie, afmetingen, dempingsgegevens, geluidsvermogenniveaus van de stromingsgeluiden ) zijn aangegeven. Type: Afmetingen: De uiteindelijke dimensionering zal gebeuren wanneer alle componenten van de installatie (in het bijzonder de ventilatoren, type dempers, ) gekend zijn. De installateur kan geen aanspraak maken op een meerprijs indien uit berekeningen blijkt dat meer of grotere dempers nodig zijn dan voorzien in het aanbestedingsdossier toebehoren ventilatiekanalen - inspectie- en reinigingsopeningen Bij elke richtingsverandering, aftakking of tussenvoeging van een component in het kanaal worden inspectieen reinigingsopeningen voorzien, bestaande uit ingewerkte toegangsluiken, die hermetisch kunnen afgedicht worden. en Er wordt gebruik gemaakt van fabrieksmatig vervaardigde elementen, uit hetzelfde materiaal als de kanalen en voorzien van alle nodige onderdelen als deksel, dichtingsband,. Bij openingen mogen ze niet afgedekt worden door een eventuele isolatie. De vorm van het luik is dan aangepast aan de isolatiedikte. Waar de kanalen verborgen zijn opgesteld worden toegangsluiken naar het kanaal voorzien (zoals in valse plafonds, ). Deze zijn inbegrepen in de desbetreffende posten afwerking. Type: Kanaalmaat: Minimale positieve druk voor loskomen: 3000 Pa woonhuisventilatoren - algemeen Leveren, plaatsen en inregelen van een compacte ventilatie-unit tot een gebruiksklare werking van de woonhuisventilatie. Blz. 244

245 De ventilatie-unit is samengesteld uit: een hittebestendige, onbrandbare en slagvaste behuizing van recycleerbaar kunststof, gegalvaniseerde en/of gelakte staalplaat of aluminiumlegering; voorzien van aansluitopeningen, een ventilatorhuis, een motorplaat en een deksel; een motorplaat met gelijkstroom ventilator en elektronische sturing voor de aanloop van de motor en de toerenregeling. De ventilator heeft een laag geluidsniveau en hoge luchtopbrengst door een aerodynamisch slakkenhuis en is voorzien van een hoge kwaliteitsmotor met zelfsmerende onderhoudsvrije lagers en een temperatuurbeveiliging; een toerental/debiet regeling, op afstand te bedienen door een bijgeleverde stuurstroomkabel en schakelaar (minimum: laag, midden, hoog); kanaalaansluitingen voorzien van breekplaten of afdichtingstoppen; alle nodige montagetoebehoren worden geleverd door de fabrikant. Een volledige technische documentatie met onderdelenlijst, onderhoudsinstructies en een gebruikshandleiding in het Nederlands wordt, in twee exemplaren, geleverd aan het Bestuur. De ventilatie-unit beschikt over een waarborg van minstens 5 jaar woonhuisventilatoren - systeem D Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Woonhuisventilator conform NBN EN : Ventilatie van gebouwen Prestatiebeproeving van onderdelen/producten voor woningventilatie Deel 7: Prestatiebeproeving van mechanische toe- en afvoerventilatie (met inbegrip van warmteterugwinning) voor mechanische ventilatiesystemen van eengezinshuizen. Type: wand / vloer / plafond montage Luchtdebiet: 400 m3/u, bij een drukverschil van 200 Pa / volgens aanduiding op plan Lucht toe- en afvoer met warmteterugwinning voorzien van: twee gelijkstroom ventilatoren voor aan- en afvoer een tegenstroom platenwarmtewisselaar met scheiding van de luchtstromen gemakkelijk te reinigen filters (ter bescherming van de wisselaar) met klasse: luchttoevoer: F7 /F8 afvoer: G3 /G4 automatische by-pass voor zomerventilatie: volledige by-pass vorstbeveiliging Rendement warmteterugwinapparaat (volgens NBN EN 308 en de bijkomende bepalingen van de EPBrekenmethodiek) en geldig voor nominale debiet: min. 85% Maximaal vermogen per ventilator: max. 200 W Indicatie vervuiling-vervanging filters Kanaalaansluitingen: pulsie: 3 / 4 /, : min 160 mm / volgens plannen extractie: 3 / 4 /, : min 160 / volgens plannen Aanvoer: 160 mm Afvoer: 160 mm Geluidsdruk: maximaal 65 / dba op 3 / meter afstand van de ventilatorkast Blz. 245

246 Aanvullende specificaties Maximale afmetingen (h x b x d): x x cm Ventilator met constant volume debiet, instelbaar. Ventilator met constante onderdruk, instelbaar. Vochtsensor/aanwezigheidsensor/CO2-sensor die bij activeren de motor naar een hoge toerental laat schakelen met instelbare nalooptijd, ook manueel te bedienen. Terugslagklep op afvoer bij aansluiting op een collectief afvoerkanaal. Condensopvang met afvoer naar riool. Systeem van voorverwarming van de aanvoerlucht: elektrische weerstand / warmtewisselaar aangesloten op een externe warmtebron. Opstelling en aansluiting volgens de plannen, de bijgeleverde principeschema s, de voorschriften van de leverancier. De unit wordt trillingsvrij gemonteerd dampkappen - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van de dampkappen voor opstelling boven keukenfornuizen, in coördinatie met artikel keukenmeubelen - algemeen. Materialen De dampkappen zijn conform: NBN EN Ventilatie van gebouwen - Prestatiebeproeving van onderdelen/producten voor woningventilatie - Deel 3: Afzuigkappen voor huishoudelijk gebruik. NBN EN Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen Veiligheid Deel 2-31: Bijzondere eisen voor wasemkappen en andere afzuigkappen. De kappen zijn eenvoudige toestellen met een standaardbreedte van 60 cm. Zij zijn voorzien van een ingebouwde afzonderlijk inschakelbare verlichting. De lamp(en) moet(en) van een courant in de handel beschikbaar spaarlamp type zijn. Overeenkomstig de keukenplannen zijn ze geschikt voor montage onder en/of tussen een keukenhangkast of rechtstreeks op de muur. Volgens de aanwezige afvoermogelijkheden is er een aansluitmanchet voorzien aan zowel de bovenzijde als de achterzijde. Voorzien van een afwasbare vetfilter of van een eenvoudig te vervangen filterdoek. Wisselstukken moeten minstens nog 5 jaar na de voorlopige oplevering beschikbaar blijven. Model voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Overeenkomstig TV Dampkappen en keukenventilatie. Plaatsing volgens de richtlijnen van de leverancier dampkappen - inbouwmotor Ingebouwde dampkap, geïntegreerd in bovenkast. De motor is ingebouwd in een geluidsdemper en voorzien van een thermische beveiliging. Op de voorplaat van het toestel zijn duurzame schakelaars gemonteerd die de snelheid regelen van de motor (minimaal: uit, laag, midden, hoog) en een verlichtingsschakelaar. Blz. 246

247 Type: inbouw Afzuigdebiet: minimum 600 m3/uur. Bedieningsstanden: 3 snelheden of traploos regelbaar. Geluidsniveau maximum: 66 db(a). Damprooster: afschroefbare of openklapbare onderplaat in gemoffeld staal / inox /. Vetfilter: uitneembare labyrint filter uit metaal (vaatwasmachinebestendig) Ingebouwde verlichting (afzonderlijk schakelbaar) en aangepast aan de afmetingen van de kap. Aansluitdiameter: 100 / 125 mm, langs boven Energie-efficiëncyklasse B Max. jaarlijks energieverbruik: 55kWu/jaar De toestellen zijn geschikt voor recirculatie en voorzien van een ingebouwde koolstoffilter waardoor de gefilterde lucht opnieuw wordt gecirculeerd. De koolstoffilters zijn eenvoudig te vervangen. Er worden per dampkap 6 stuks meegeleverd. Het bedieningspaneel kan afzonderlijk worden ingebouwd, bijvoorbeeld naast de bedieningen van de kookplaat (aanpassing voor personen met een handicap) enkel van toepassing voor bungalow type B. In overeenstemming met de keukenplannen en/of in coördinatie met de keukenbouwer wordt de kap geplaatst tussen de bovenkasten op circa 70 cm boven aanrechtniveau. De dampen worden terug in de binnenruimte geleid d.m.v. een aluminium flexibel / kunststofbuis en afgewerkt met een rooster ingewerkt in de bovenkasten / (recirculatiedampkap). Alles volgens voorschriften van de fabrikant ventilatieventielen en -roosters - algemeen Levering, plaatsing en bedrijfsklare aansluiting van de ventilatieventielen voor de aanvoer van verse lucht en/of de afvoer van bedorven lucht. In overeenstemming met hun toepassing binnen het ventilatiesysteem zorgen zij voor een verzorgde afwerking en/of regeling. Alle bevestigingen, aansluiting op de ventilatiekanalen, inbouw in wanden en/of valse plafonds, en het maken en afwerken van de nodige wand- en/of plafonddoorgangen zijn inbegrepen. De ventilatieroosters geïntegreerd in de post 'buitenschrijnwerk' zijn opgenomen onder ventilatieroosters - algemeen). De ventilatieroosters geïntegreerd in de post 'binnendeuren en -ramen' zijn opgenomen onder toebehoren - deurroosters). Materialen De opbouw van de verluchtingsmonden is verenigbaar met de aanwezige constructie en zo opgevat dat geen vocht kan indringen. Een model en/of technische fiche in verband met de luchtdoorlaat en het eventueel regelsysteem worden, voor de bestelling, ter goedkeuring aan het Bestuur voorgelegd. De definitieve afmetingen worden vastgelegd op basis van de debieten berekend volgens NBN D De inplanting van ieder ventiel zal door de installateur aan de hand van luchtverdelingscurven, opgesteld door de fabrikant van de ventilatiemonden, worden bepaald en ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Bestuur. Blz. 247

248 ventilatiemonden - gevelroosters Luchtroosters voor inbouw in een gevel. Model voor te leggen aan het Bestuur. Type: (ofwel) (ofwel) (ofwel) schoepenrooster bolrooster gevelkleprooster met schuine kap : gemoffeld aluminium / gemoffeld staal / inox Kleur: keuze uit standaardkleuren leverancier Aansluiting op buiskanaal: diameter cm / x (h x b) cm / Corrosiebestendig, regendicht, ongedierte, vogel- en insectenwerend. Vorm: rechthoekig / rond / De drukval over het rooster blijft beperkt tot 20 Pa (maximaal 50 Pa). De montage op de (gevel)wand gebeurt d.m.v. aangepaste en corrosiebestendige vijzen met pluggen. Om indringing van vocht tegen te gaan, wordt de voeg tussen rooster en gevelmateriaal gedicht met een aangepaste gevelkit, op basis van niet zuurhoudende siliconen en/of met een elastische band. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Horizontale doorvoerbuizen worden met een lichte helling, naar de buitenzijde toe, geplaatst om condensatiewater naar buiten te leiden. De gevelroosters worden verdiept ingewerkt in het gevelmetselwerk, rekening houdend met de module van de steen. Blinde bevestiging ventilatiemonden - dakventielen Buitendakse ventilatiemonden met inbegrip van de nodige aansluitplaten, verloopstukken, dakkappen en bevestigingsprofielen. De aansluitstukken zijn afgestemd op de dakdichting (dakbedekking, helling). Model ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. : geanodiseerd aluminium / gemoffeld aluminium / gemoffeld staal / inox Aansluitdiameter: 125 / mm Daktype: hellend (helling: 35 / ) met pannen / leien / plat dak Regeling: Aanvullende specificaties Schoepenrooster: geanodiseerd aluminium / roestvast staal / Met dakopstand Multifunctionele dakdoorvoer Blz. 248

249 In overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften van de fabrikant. Blz. 249

250 69. OPBOUWKANALEN ROOKGAS EN VENTILATIE opbouwkanalen rookgas en ventilatie algemeen Modulaire systemen geplaatst in opbouw voor rookgasafvoer en ventilatie. ALGEMEEN De elementen maken deel uit van een modulair systeem met een volledig gamma toebehoren. Het systeem omvat de kanalen, aansluitelementen, lengteaanpasstukken, drukvereffingselementen, condensvang met afvoer, inspectie- en onderhoudsluiken, dakdoorgang, dakelement, steunen, trekregelkap, Het aantal vereiste elementen en kanalen, hun samenstelling en afmetingen worden afgestemd op de aard en het vermogen en/of debiet van de aan te sluiten toestellen, ventilatievoorzieningen, e.d., volgens de voorschriften van de fabrikant en conform de geldende normen. De dichtingen tussen de elementen beantwoorden aan de eisen van de fabrikant. Elk kanaal omvat de nodige toegangen voor inspectie en onderhoud. SYSTEMEN CLV-systeem - Combinatie Luchttoevoer en Verbrandingsproductenafvoer (of gelijkwaardige systemen als LAS of 3CE) bestaande uit een afvoerkanaal voor de rookgassen en een parallel of concentrisch opgesteld aanvoerkanaal voor de verbrandingslucht. Bij onderdruk CLV staan beide kanalen onderaan via een drukvereffeningszone met elkaar in verbinding om eventuele drukverschillen te compenseren. Overdruk CLV systemen zijn lekdicht tot 200 Pa. De secties zijn aangepast aan het aantal voorziene aansluitingen. Het condensatievocht moet onderaan het systeem worden opgevangen d.m.v. een condensvang met reukafsluiter, aangesloten op het rioleringsnetwerk. Enkel gesloten toestellen van het type C42 of C43 mogen op onderdruk CLV-systemen worden aangesloten; de types mogen niet door elkaar gebruikt worden. Enkelvoudig-systeem bestaande uit een individueel kanaal voor verbrandingstoestellen, ventilatie, Kanaalvoering: stijve of buigzame buissystemen voor toepassing in bestaande kanalen. De systemen voor luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer voor enkelvoudige aansluiting van individuele gastoestellen zijn inbegrepen in de post ketels in Hoofdstuk 65 individuele verwarming. Ruwbouwkanalen zijn opgenomen in Hoofdstuk 24 Ruwbouwkanalen. De kanalen zijn uit te voeren conform TV Aansluitingsdetails bij platte daken: algemene principes en de brandnormen. De volgende normen zijn van toepassing: NBN EN Schoorstenen - Algemene eisen NBN EN Schoorstenen - Eisen en beproevingsmethoden voor metalen schoorstenen en afvoeren toevoersystemen uit diverse materialen voor gesloten verwarmingstoestellen - Deel 2: Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoersystemen voor individuele gesloten toestellen. NBN EN Schoorstenen - Thermische en dynamische berekeningsmethoden - Deel 2: Schoorstenen die op meer dan één verwarmingstoestel zijn aangesloten. NBN B Warmtegeneratoren met een totaal geïnstalleerd vermogen gelijk aan of groter dan 70 kw - Eisen en voorschriften voor de luchttoevoer, de luchtafvoer en de afvoer van de rookgassen in stookafdelingen NBN B Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen kleiner dan 70 kw - Voorschriften voor hun opstellingsruimte, luchttoevoer en rookafvoer Blz. 250

251 NBN D Binnenleidingen voor aardgas en plaatsing van de verbruikstoestellen - Algemene bepalingen De uitvoering gebeurt volgens de aanduidingen op de plannen en de voorschriften van de fabrikant. Een gedetailleerde samenstelling van het systeem wordt, samen met de nodige berekeningsnota s en attesten, voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de ontwerper. De plaatsing van de elementen gebeurt in coördinatie met de andere ambachten en in overleg met de ontwerper. De elementen worden bevestigd met de bevestigingsbeugels die een vrije uitzetting mogelijk maken. Alle verbindingen tussen de elementen, aansluitingen en bevestigingen gebeuren d.m.v. speciale hulpstukken als voorgeschreven door de leverancier. De kanalen kunnen voldoende uitzetten en krimpen tov van eventueel omliggende constructies. Het is strikt verboden de kanalen specifiek bedoeld voor rookgassen te gebruiken voor ventilatie en omgekeerd. Geen enkel rookkanaal mag in rechtstreeks contact staan met houten constructiedelen of andere hittegevoelige afwerkingen. Eventueel worden de elementen bijkomend geïsoleerd. De kanalen moeten gas- en condenswaterdicht zijn. Onderaan de kanalen is een muur- of vloersteun voorzien, een inspectieluik en een condensvang met aansluiting via een sifon op de riool. De dakdoorgangen zijn aangepast aan de dakhelling en dakbedekking en waarborgen een perfecte waterdichting, Metalen schoorstenen of schoorsteengedeelten buiten de woning en in niet verwarmde zones binnen de woning, mogen enkel worden uitgevoerd in dubbelwandige geïsoleerde kanalen. Het buitendaks gedeelte van de schoorsteen moet altijd geïsoleerd worden schoorstenen - algemeen schoorstenen - roestvast staal Systeem van voorgevormde schoorsteenelementen vervaardigd uit een binnenmantel uit roestvast staal en eventueel met een buitenmantel. De bepalingen van NBN EN 1856 Schoorstenen Eisen voor metalen schoorstenen Deel 1 en 2 zijn van toepassing. De elementen zijn voorzien van aangepaste dichtingen voor een perfecte luchtdichtheid, de binnenbuizen zijn volkomen glad. De RVS-legering van de inwendige pijp is bestand tegen de inwerking van rookgassen en corrosieve condensaten. Hulpstukken: beugels, afstandhouders, ondersteuningselementen, aansluitstukken, vloer- of wandsteun, daksteun, brandwerende plaat, aansluitingsslabben, inbegrepen. Het systeem is CE-gekeurd en aanvaard door de leverancier van de aan te sluiten verwarmingstoestellen. Waarborg op de kanalen: 10 jaar dakdoorgang - algemeen Systemen voor dakdoorgangen. Weersbestendige dakdoorvoer met inbegrip van alle onderdelen voor een waterdichte en stabiele aansluiting. Blz. 251

252 Volledige samenstelling, technische specificaties en drukverliesdiagramma voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur dakdoorgang - enkelvoudig Systeem voor dakdoorvoer voor aan- of afvoer van lucht. : gegalvaniseerd staal / roestvaststaal Inwendige diameter: volgens plannen / mm Dakdoorvoer: koffer / hellend dak / nok / pannen / leien / / hellingsgraad... Vorm bovendaks element: te kiezen uit standaard assortiment van de leverancier Kleur bovendaks gedeelte: te kiezen uit standaard assortiment van de leverancier Aanvullende specificaties Dubbelwandige geïsoleerde dakdoorgang Blz. 252

253 70. ELEKTRICITEIT BINNENNET elektriciteit binnennet - algemeen Materialen Alle apparaten en klein elektrisch materiaal dragen het CEBEC keurmerk of gelijkwaardig (ENEC-02). Een model en bijhorende technische fiches van alle apparaten en bijhorigheden worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd. Geen enkel armatuur, toestel of uitrustingselement mag geplaatst worden zonder vooraf goedgekeurd te zijn door het Bestuur. Conform met de meest recente bepalingen van: het AREI - Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties; de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing; de algemene levering- en aansluitingvoorwaarden en de bijzondere technische voorschriften van de plaatselijke netbeheerder. De elektrische installaties worden uitgevoerd in overeenstemming met het bijgevoegd situatieschema elektriciteit, alsook de bijgevoegde schema's en tabellen van de stroombanen. Bij het ontbreken hiervan zal de installateur een zelf opgemaakt eendraadschema en situatieschema ter goedkeuring voorleggen aan het Bestuur, minstens 30 dagen voor de aanvang van de elektriciteitswerken. Daarbij geldt: alle stroombanen hebben elk hun individuele aardgeleider; de installatie wordt zo opgevat dat bij de werking van het beveiligingsapparaat van één enkele stroombaan, niet alle lokalen van eenzelfde niveau zonder licht blijven; het trappenhuis mag niet volledig worden aangesloten op eenzelfde stroombaan. De elektrische installatie mag in geen geval de luchtdichtheid van de woningen negatief beïnvloeden. Doorvoeringen door of inbouw in wanden met een luchtdichtheidsfunctie worden vermeden. Zoniet worden deze hermetisch afgewerkt in overleg met de ontwerper en de eventuele andere ambachten. Keuring KEURINGSORGANISME Voor de verschillende installaties en per woning wordt een afzonderlijk verslag van een erkend controle organisme zonder opmerkingen voorgelegd. Het aanvragen van en de kosten verbonden aan de keuring van de elektrische installatie, alsook alle kosten voor aanpassingen wegens afwijkingen t.o.v. de reglementaire voorschriften zijn volledig ten laste van de installateur. De keuringsattesten worden minimaal 30 kalenderdagen vóór de officiële einddatum van de werken ter beschikking gesteld van de bouwheer. Bij het ontbreken van de keuringsattesten binnen de vooropgestelde termijn is de aannemer verantwoordelijk voor alle eventuele bijkomende kosten m.b.t. de ontzegeling van verzegelde elektriciteitsmeters, die in voorkomend geval zullen worden verrekend aan de tarieven van de betreffende netbeheerder. ONDERHOUDSDOSSIER Ten laatste bij de voorlopige oplevering zal de installateur een dossier, in drievoud, overmaken aan het Bestuur met: de gedetailleerde technische documentatie van alle geïnstalleerde materialen en toestellen; de keuringsverslagen en andere attesten, in overeenstemming met de eisen vermeld in het bestek (proeven, brandweerstand attesten,...); een onderhoudsdossier met een volledig stel as-built plannen, zoals definitief goedgekeurd, met aanduiding van het volledige leidingtracé en het elektrisch schema. Een schema zal onder plastiekbescherming in elk desbetreffend verdeelbord aangebracht worden. Blz. 253

254 WAARBORGEN De installateur waarborgt de goede werking van de installatie en alle toestellen gedurende een waarborgperiode van minimum één jaar vanaf de voorlopige oplevering. De waarborg slaat op het verhelpen van alle optredende gebreken in de installatie, met inbegrip van de nodige herstellingen van pleister-, schilder- en/of behangwerken aansluitingen - algemeen aansluitingen ondergrondse aansluiting Alle leveringen en werken met het oog op de aansluiting en het in dienst stellen van de installatie, volledig conform de eisen van de netbeheerder, met inbegrip van: leveren van de aansluitbocht en plaatsen in de fundering van het gebouw volgens art ; graafwerk op privédomein voor de wachtbuis en de eventuele aansluitput van 1m x 1m x 1 m tegenaan de woning als beschreven en gemeten onder artikel 17.86; leveren en plaatsen van de wachtbuis op privédomein op minimum 60 cm diep, gemeten vanaf bovenkant buis tot toekomstig maaiveld, en loodrecht tot aan de rooilijn en eventueel parallel met de rooilijn; leveren van een kabel type EXVB met aangepaste sectie en voldoende lengte tot aan het distributienet (eventueel overkant straat en/ of luchtnet) bij eengezinswoning en samenstelling tot 4 eindgebruikers; vanaf 5 eindgebruikers (batterij) gebeurt levering en plaatsing van de aansluitkabel in samenspraak met de distributienetbeheerder; plaatsen van de aansluitkabel op privédomein. Er wordt verondersteld dat de inschrijver volledig op de hoogte is van alle aansluitingsvoorwaarden gesteld door de plaatselijke netbeheerder. De kosten voor het aansluiten en in dienst stellen vallen ten laste van de aannemer. De aansluiting van een elektrische installatie op het distributienet bestaat uit de verbinding van elke afzonderlijke meetmodule, geplaatst aan het begin van een installatie, met het distributienet d.m.v. één enkele aansluitleiding. De aansluiting gebeurt: ondergronds op het ondergrondse laagspanningsnet. De voeding is: éénfasig / driefasig. De installateur staat zelf in voor de uitvoering van de aansluiting, na overleg met opdrachtgever ivm spanningsloos zetten van de bestaande installatie. Het leveren en plaatsen van de LS-kabels tot aan iedere individuele teller of tot aan gegroepeerde tellers (appartementsgebouwen) gebeurt door de aannemer, conform de eisen van de bouwheer, met inbegrip van de levering en plaatsing van de nodige beschermbuizen met aangepaste sectie, alle hulpstukken, doorvoerbuizen, kap- en graafwerken, wederaanvullingen, eventueel herstel van de bestaande verhardingen, plaatsen van de nodige merktekens, e.a. De eigenlijke aansluitingen, levering, plaatsing en verzegeling van de meters gebeuren door de aannemer. Alle administratieve verplichtingen zijn echter ten laste van de aannemer. Alle verbruikskosten tijdens de loop van de werken zijn ten laste van de aannemer aansluitingen aansluitbocht De aansluitbocht is beschreven en gemeten onder de respectievelijke funderingsposten in deel 1. Blz. 254

255 aansluitingen aansluitplaat Leveren en plaatsen van een aansluitplaat voor bevestiging van de tellers. Watervaste multiplexplaat van minstens 18 mm dik, minimaal 1800 mm hoog en 1200 mm breed, afgestemd op de afmetingen van de tellerkast en de bepaling van de bouwheer/ontwerper. Indien dit technisch niet mogelijk is, neemt de uitvoerder contact op met de bouwheer/ontwerper. De aansluitplaat worden geplaatst op een droge en gemakkelijk toegankelijke plaats, zo dicht mogelijk bij de openbare weg of in overeenstemming met de aanwijzingen op de plannen aansluitingen - tellerkasten Levering en plaatsing van de tellerkasten, met inbegrip van de aansluitscheiders van 125A, de aansluiting en voeding van de verdeelkasten volgens de voorschriften van de ontwerper en bouwheer. Tellerkasten bestemd voor enkelvoudige uurtarieftellers De tellerkasten en hun plaatsing zijn conform de eisen van de bouwheer en ontwerper. De meterkast is een modulair systeem dat bestaat uit: een aansluitmodule (bodem + deksel); een aansluitscheider; een meetmodule (voorbedrade tussenkader met eventueel contactor), waarin meter, aansluitautomaat en ontvangtoestel (OT) door de aannemer worden geplaatst. De tellerkasten worden geplaatst op de aansluitplaat / een droge en gemakkelijk toegankelijke plaats / overeenstemmend de aanwijzingen op de plannen. Toepassing Eén tellerkast voor normaal uurtariefmeter per bungalow aansluitingen verbindingskabels Alle leveringen en werken voor de levering en aansluiting van de verbindingskabels tussen de tellers en verdeelkasten. & Iedere teller zal slechts één kabeluitgang hebben. De aansluiting van de verschillende kabels aan de meetgroep wordt door de netbeheerder uitgevoerd. De aannemer plaatst de aansluitkabel tussen de meetgroep en het hoofdbord en maakt de aansluiting op de verdeelborden. Opstelling van de verdeelkasten nabij de tellerkasten. De installateur voorziet een voldoende vrije lengte om de verbinding met de meter mogelijk te maken verdeelkasten - algemeen Leveren en plaatsen van gebruiksklare verdeelkasten voorzien van alle nodige uitrustingselementen als rails, verdeelklemmen, afdekplaten, veiligheden, automaten, schakelaars, teleruptoren en contactoren, schakelklokken, bedradingen,... zoals vermeld op de schema's, in overeenstemming met het type installatie. Blz. 255

256 Materialen De verdeelkasten zijn conform geldende normen en het AREI en dragen het CE en CEBEC keurmerk. Ze zijn onbrandbaar, (niet vochtgevoelig) en hebben voldoende mechanische weerstand. De kasten worden voorzien van een scharnierende (omkeerbare) transparante kunststofdeur. Al naargelang de plaats van opstelling zijn de borden in opbouw of half ingewerkt. Het modulair montageraam is verwijderbaar en voorzien van een DIN-railstelsel. Alle onderdelen worden d.m.v. klikbevestigingen gemonteerd. De railstelsels en onder spanning staande delen zijn afgeschermd door een afneembaar afdekkader in isolerend kunststofmateriaal en voorzien van de nodige openingen voor de bediening en vervanging van de apparatuur. De geleiders van de kabels zijn uit koper. Geleiders achter de verdeelkasten worden zo gemonteerd dat zij zich niet kunnen verplaatsen. De kruisingen worden op een behoorlijke afstand verwezenlijkt en waar nodig voorzien van een speciale isolatie. De geïsoleerde geleiders worden aangebracht in draadkanalen vervaardigd uit zelfdovend thermoplastisch materiaal. Ze zijn te openen zonder gereedschap. De kanalen bezitten over hun volledige lengte inkepingen die een gemakkelijke plaatsing van de geleiders toelaten. De opstaande lamellen kunnen zowel plaatselijk als over een grote lengte verwijderd worden. De kanalen zijn voorzien van een vol deksel met doelmatige glijschouders en draadhouders. Alle op de verdeelkasten aangesloten apparaten zijn voorzien van genummerde etiketten, de deur is voorzien van kleefetiketten met vermelding van het appartementsnummer. De verdeelkast omvat een planhouder met een exemplaar van het eendraadschema en het situatieschema met aanduiding van de nummers, overeenstemmend met de apparaten. Het verdeelbord is bevestigd op een stevige vochtbestendige ondergrond of plaat, afgestemd op de afmetingen van het verdeelbord verdeelkasten - hoofdverdeelborden Het hoofdverdeelbord bestaat uit een voldoende ruim gedimensioneerde kast om alle vereiste modules (automaten, differentieelschakelaars,...) in onder te brengen met een reserve uitbreidingsruimte van minimum 20 %. Type: opbouw Behuizing: isolerend kunststof Deur: transparant Beschermingswaarde: minimaal IP 40-5 / IP 40-7 / IP 41-7 / IP 55-5 /... Verbindingsrails: 3 fasen en nulgeleider Bevestigingsplaat: waterbestendige plaat, dikte 18 mm De hoofdverdeelborden worden geplaatst op een droge en makkelijk toegankelijke plaats, volgens de aanwijzingen op de plannen en voorwaarden van de netbeheerder. Opstelling verdeelkasten nabij de tellerkasten. Opstelling in de berging, deel dat afgesloten kan worden De opstelling gebeurt op ongeveer 1,50 m boven het vloerniveau, voor een gemakkelijke bediening van de schakelaars. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften In één woning wordt een modelopstelling gemaakt, die ter goedkeuring aan het Bestuur wordt voorgesteld, vooraleer de installaties in de andere woningen aanvatten. Blz. 256

257 Toepassing Minstens één verdeelbord per bungalow stroombeveiliging - algemeen Leveren en plaatsen van de stroombeveiligingen van de verdeelkringen d.m.v. differentieelschakelaars, kalibreerelementen en overeenkomstige automatische schakelaars in de verdeelborden. Materialen Alle automaten zijn van het opklemtype (DIN-rail), waarbij de bedrading is aangesloten met schroeven aan de voorkant van het apparaat. De automaten hebben een uitschakelvermogen overeenstemend met de te verwachten kortsluitvermogens conform het AREI De nominale stroomsterkten en het aantal polen is aangegeven op de detailschema's. Ze hebben per pool een magnetische en thermische beveiliging en de uitschakeling gebeurt gelijktijdig voor alle polen. De uitschakeling is onafhankelijk van het inschakelmechanisme. De beveiligingen, smeltzekerheden of kleine penautomaten zijn van het onuitwisselbaar type. De smeltzekeringen zijn conform de normen. Smeltveiligheden waarvan de smeltdraad niet in een volkomen dichte smeltkamer opgesloten is, zijn verboden. Alle polen worden gelijktijdig onderbroken. Volgens het A.R.E.I en de voorschriften van de leverancier stroombeveiliging - hoofdschakelaars Leveren en plaatsen van de hoofdschakelaars. De algemene scheidingschakelaar is van het hefboomtype of van het type met dubbele drukknop en geschikt voor inbouw in het verdeelbord. De nominale stroomsterkte is aangepast aan de aansluitautomaat, zonder nochtans minder dan 63A te bedragen. Het begin van elke elektrische installatie is voorzien van een algemene scheidingsschakelaar (last- of hoofdschakelaar), die de gelijktijdige veiligheidsonderbreking van al de fazen en eventueel van de nulgeleider verzekert. Bij de uitbreiding een elektrische installatie neemt de installateur contact op met de netbeheerder, betreffende de geschiktheid van het bestaande aansluitautomaat. Indien dit niet het geval is of indien het verdeelbord zich niet in hetzelfde lokaal bevindt als de meetgroep, wordt per individueel verdeelbord bijkomend een hoofdschakelaar (maximum 40 A) geplaatst (standaard van toepassing in appartementen met afzonderlijk tellerlokaal) stroombeveiliging - differentieelschakelaars Leveren en plaatsen van de differentieelschakelaars. De differentieelschakelaars voldoen aan de voorschriften van: NBN EN Automatische differentieelschakelaars zonder ingebouwde bescherming tegen overstromen voor huishoudelijk en dergelijk gebruik (RCCB's), in serie te schakelen met een zekering tegen overstroom (MCB); Blz. 257

258 NBN EN Automatische differentieelschakelaars met ingebouwde bescherming tegen overstromen voor huishoudelijk en dergelijk gebruik (RCBO's). Zij zijn ingebouwd in een zelfdovend kunststofomhulsel en uitgerust met een systeem voor snelbevestiging op DIN-rail. De aansluitklemmen laten Cu- of Alu-verbindingen toe van geleiders tot 35 mm 2. De nominale stroomsterkte, afschakelstroom en de gevoeligheid van de differentieelinrichting zijn per type op te geven door de aannemer stroombeveiliging - automatische schakelaars Leveren en plaatsen van automatische schakelaars. Elke stroombaan wordt beveiligd door een meerpolige automaat. De automatische schakelaars zijn conform NBN C Automatische schakelaars voor huishoudelijke installaties en dergelijke voor bescherming tegen overstromen. Zij zijn van het thermo-elektromagnetische type, hun onderbrekingsvermogen is aangepast aan het gebruik binnen de installatie. Zij zijn 2-, 3- of 4-polig en behoren tot gamma 2 tot 63 A in functie van de sectie van de geleiders. Zij zijn vastklikbaar op een symmetrische DIN-rail en langs beide zijden voorzien van een mantelklem tot 25 mm2. Twee draden van verschillende doorsnede moeten kunnen aangesloten worden aarding - algemeen Algemeen De aardverbinding voor installaties op lage en gemiddelde spanning bestaat uit: een aardverbindingselektrode; een aardgeleider die de aardverbindingsonderbreker met de aardverbindingselektrode verbindt; een aardverbindingsonderbreker of scheidingsstrip; de hoofdbeschermingsgeleider; een hoofdaardingsklem waarop de aardgeleider, hoofdbeschermingsgeleider en hoofdequipotentiaalgeleiders worden samengebracht; een reeks van equipotentiale verbindingen die zich tussen de hoofdaardverbindingsklem en alle genaakbare metalen onderdelen van het gebouw bevindt; individuele beschermgeleiders voor iedere stroombaan, aangesloten op de aardrail van het verdeelbord. Deze beschermgeleiders zijn voorzien aan elk stopcontact, lichtpunt en elk ander mogelijk aansluitpunt van de betrokken stroombaan. Blz. 258

259 aarding - aardingslus Leveren en plaatsen van een aardingslus, zoals voorgeschreven door het AREI, inclusief alle vereiste werken en leveringen: het effenen van de sleuven, het opmetsen van controleputjes indien de aardingslus uit meerdere stukken bestaat, alle toebehoren voor een correcte plaatsing van de aardingslus, een afkoppelbaar aansluitstuk, e.d., Materialen De aardingslus bestaat uit een niet geïsoleerde koperen geleider, blank of verlood, met een ronde doorsnede van minimum 35 mm2. Deze koperen geleider kan een volle massieve geleider zijn of een kabel die uit maximaal 7 kleine kernen samengesteld is. Het gebruik van een zeer soepele geleider, dus samengesteld uit menigvuldige kleinere koperen draadjes, of soepele tres, is verboden. Ondergrondse water- en gasleidingen mogen nooit aangewend worden als aardverbinding. De plaatsing gebeurt conform art. 69 van het AREI en het art. 2 van het M.B. van 6/10/1981, waarbij de spreidingsweerstand van de aardverbinding kleiner moet zijn dan 30 Ohm. Voor elk nieuw gebouw, waar de funderingen tot op een diepte van minstens 60 cm reiken, moet de aardverbinding minstens bestaan uit een aardingslus aangebracht op de bodem van de funderingssleuven van de buitenmuren. Het aanbrengen van de aardingslus zal steeds op een ongeroerde grond geschieden tegenaan de buitenzijde van de funderingssleuf. Zij mag geen aanleiding geven tot vermindering van de draagkracht van de funderingen en mag in geen geval rechtstreeks in aanraking komen met de funderingen. Hiertoe wordt de aardingslus bedekt met een zuiverheidslaag van 5 cm. Het aanbrengen van de zuiverheidlaag zal pas geschieden na de inspectie van de aardingslus door het Bestuur. Om de aardverbindinglus op de bodem van de sleuf te houden worden enkel bevestigingsmiddelen (haken, krammen,...) gebruikt uit koper of een materiaal zonder corrosieve inwerking op het metaal van de aardingslus. Bij fundering op putten, palen, of algemene funderingsplaat zal de aardverbindinglus rond de putten, palen of plaat gelegd worden. De aardingslus moet zoveel mogelijk uit één stuk worden opgebouwd. Er mogen geen verbindingen onder de funderingen worden aangebracht. Indien dit niet te vermijden is, moeten deze verbindingen zichtbaar worden uitgevoerd, d.w.z. aan de buitenzijde van de buitenomtrek, in een zichtput, of tegen de muur, op een plaats te bespreken met het Bestuur. De zichtbare verbindingen worden geschroefd en zijn voorzien van de nodige meetklemmen voor controle. De twee uiteinden van de lus worden doorheen soepele PVC-buizen tot boven de vloerpas gebracht, zodat nergens rechtstreeks contact ontstaat met het beton. Beide uiteinden van de lus monden uit ter hoogte van het tellerlokaal en eindigen één meter boven de vloer. Op een permanent inspecteerbare en bereikbare plaats worden ze aan elkaar verbonden d.m.v. een afkoppelbaar aansluitstuk (klem of scheidingsstrip). Keuring Vóór het uitvoeren van de funderingswerken wordt de spreidingsweerstand gecontroleerd aarding - afzonderlijke aardverbindingen Aardingsysteem voor laagspanningsinstallaties, te plaatsen buiten het gebouw en waar een aardverbindinglus niet tot de mogelijkheden behoort of wanneer de spreidingsweerstand van de aardingslus onvoldoende is. De aardverbinding omvat: Blz. 259

260 levering en plaatsing van een of meer ingegraven of ingedreven geleiders, totdat de opgelegde spreidingsweerstand bereikt wordt; verbinden van de aardverbinding met de aardverbindingsonderbrekers met een aardgeleider; plaatsen van een merksteen per aardverbinding; uitmeten van de spreidingsweerstand. De bijkomende aardverbinding bestaat uit: (ofwel) een verticaal of schuin in de grond gedreven geleider uit een stuk blank gehard elektrolytisch koper (diameter minimum 14 mm) of gegalvaniseerd staal (diameter minimum 19 mm), doorsnede minimaal 50 mm2. De ingedreven lengte onder het peil -60 cm moet minstens 150 cm bedragen. De verbinding van de afzonderlijke aardgeleider met de aardingsklem gebeurt met een geïsoleerde geelgroene aardgeleider met een minimum doorsnede van 16 mm². De plaatsing gebeurt conform art. 69 van het AREI, waarbij de spreidingsweerstand van de aardverbinding kleiner moet zijn dan 100 Ohm. Bijkomende elektroden mogen pas geplaatst worden na uitdrukkelijke toestemming van het Bestuur. De onderlinge afstand tussen de aardverbinding bedraagt minimaal 5 m. Een merksteen wordt boven iedere aardverbinding geplaatst, de bovenkant gelijk met het maaiveld. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften Een verslag van de meting van de spreidingsweerstand wordt voorgelegd aan het Bestuur aarding - aardingsonderbrekers Aardverbindingsonderbreker of scheidingsstrip conform het AREI art. 69 t.e.m. 73, art en art. 86. Het voetstuk bestaat uit een zelfdovend isolatiemateriaal en wordt met twee schroeven bevestigd op de muur of op de montageplaat van een kast. Op het voetstuk wordt een onderbrekingsinrichting gemonteerd. De onderkant van de aardverbindingsonderbreker bevat een aansluitklem/ingang voor twee geleiders van 35 mm2 of een aansluitklem geschikt voor de aansluiting van twee geleiders van 35 mm2, komende van de aardverbindinglus vast te klemmen en complementair nog 2 geleiders van 16 mm2 komende van de eventuele bijkomende aardverbinding. De koperen afkoppelbare verbindingsstaaf onderbreekt of verbindt de onderste aansluitklemmen met de bovenste aansluitklemmen. De bovenste aansluitklem/uitgang is geschikt voor 8x10² aarding - hoofdbeschermingsgeleiders De hoofdbeschermingsgeleider betreft de geleider die enerzijds verbonden is met de aardgeleider(s) via de aardverbindingsonderbreker en anderzijds met de beschermingsgeleider van de massa's en zo nodig met deze van de vreemde geleidende delen en eventueel met de nulgeleider. Hoofdbeschermingsgeleider conform het AREI Het betreft een koperen geleider voorzien van een geelgroen gekleurde bescherming tegen corrosie. De doorsnede is gelijk aan de doorsnede van de grootste beschermingsgeleider. De verbinding en de verdeling van de hoofdbeschermingsgeleiders gebeurt ofwel vanaf de aardverbindingsonderbreker, ofwel vanaf het verdeelbord. Blz. 260

261 Het is verboden metalen constructiedelen zoals water- en gasleidingen, verwarmingsleidingen, of metalen delen van de structuur van het gebouw zelf, als beschermingsgeleider te gebruiken. De beschermingsgeleider moet een maximale waarborg bieden inzake elektrische continuïteit. Het is verboden in de kring van de beschermingsgeleider verbindings- of scheidingstoestellen te plaatsen zoals smeltveiligheden, schakelaars of scheidingschakelaars aarding - hoofdequipotentiaalverbindingen De nodige equipotentiale verbindingen worden gemaakt tussen de hoofdaardverbindingsklem en alle genaakbare en vaste metalen onderdelen van het gebouw, hoofdleidingen van gas, water en CV, & Hoofdequipotentiaalverbindingen conform het AREI, artikel 72. Zij hebben een doorsnede die tenminste gelijk is aan de helft van de doorsnede van de grootste beschermingsgeleider van de installatie (de aardgeleider uitgezonderd) met een min. van 6 mm² en max. van 25 mm². Het verdient aanbeveling om voorafgaandelijk contact op te nemen met het erkend keuringsorganisme, om te bepalen welke metalen gedeelten van de constructie equipotentiaal verbonden moeten worden aarding - bijkomende equipotentiaalverbindingen In natte ruimten worden bijkomende equipotentiaalverbindingen voorzien. Alle metalen delen, radiatoren, leidingen en toestellen (badkuip, douche, boilers, ), die gelijktijdig genaakbaar zijn, worden daarbij onderling, met de aarding van stopcontacten en met de hoofdequipotentiaalverbinding verbonden. & De bijkomende equipotentiaalverbindingen voldoen aan de voorschriften van artikel 73 van het AREI De onderlinge verbindingen tussen de genaakbare en vaste metalen delen gebeurt in een verzonken doos met deksel, vervaardigd uit isolerend kunststof, en voorzien van het nodige aantal gepaste aansluitklemmen (minstens één klem per aan te sluiten geleider) leidingen - algemeen Alle leveringen en werken voor de realisatie van het elektrische leidingnet, omvattende: het maken van de nodige sleuven en doorgangen in wanden, vloeren en plafonds; de levering en montage van de mantelbuizen en/of kabelgeleiders; het trekken en verbinden van de geleiders; het afdichten van doorboringen en sleuven in muren, doorgangen in vloeren en plafonds; het waar nodig voorzien van brandwerende afdichtingen in functie van de vereiste brandweerstand (volgens het KB van 19/12/1997 en wijzigingen); alle maatregelen nodig om de vooropgestelde luchtdichtheid van het gebouw niet in het gedrang te brengen door de uitvoering van het leidingnet; het verzamelen van alle puin en afval en zijn dagelijkse afvoer. Materialen BUIZEN & BEVESTIGINGSMIDDELEN De buizen zijn vervaardigd uit een onbrandbaar, zelfdovend materiaal en dragen het CEBEC-keurmerk. Stalen van de aan te wenden buizen en bevestigingsmiddelen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. Blz. 261

262 GELEIDERS - DRADEN De geleiders en de toegelaten stroomsterktes zijn in overeenstemming met het AREI Het aantal geleiders en de geleiderdoorsnede van een stroombaan wordt gekozen in functie van de bestemming. De draden, die in de buizen getrokken worden, zijn van het type VOB voor plaatsing in thermoplastische buizen (type Tth). Elke rol zal vergezeld zijn van een etiket van de fabrikant, met aanduiding van de isolering. De geleiders zullen alle uit één stuk zijn, zonder binddraad, noch las. De draden die worden aangesloten op een fase, moeten een isolatie hebben conform de genormaliseerde kleurcodes. Beschermingsgeleiders zijn geel/groen. GELEIDERS - KABELS De installateur kiest het type kabel en de voorziene diameters van de geleiders volgens hun bestemming binnen het installatieschema en een opstellingswijze conform het AREI Zij zijn naargelang hun toepassing van het type: VOB, XFVB, EVAVB, XGB, De installateur draagt hiervoor de volledige verantwoordelijkheid. Alle kabels, buizen, bevestigingsmaterialen, verdeeldozen, zijn van het halogeen vrije type. ALGEMEEN Het plaatsen en bevestigen van de buizen gebeurt volgens het AREI art De leidingen worden onzichtbaar (inbouw) in buizen aangelegd. In lokalen die niet bepleisterd worden, mogen leidingen echter in opbouw in buizen uitgevoerd worden., Waar voorzien op de plannen, worden de leidingen gelegd in kabelgoten of -kanalen en plintsystemen. Alle inbouwwerken en het doorboren worden machinaal volgens de regels van de kunst en volgens de aanwijzingen van het Bestuur uitgevoerd. Waar sanitaire, verwarmings- of ventilatieleidingen en elektrische leidingen elkaar zouden kruisen, is een optimale coördinatie vereist tussen de verschillende ambachten en het Bestuur. De leidingen blijven verwijderd van componenten die een hogere temperatuur kunnen bereiken zoals schouwen, verwarmingsinstallaties, Er mag zich in de buizen geen water kunnen verzamelen. De beoogde luchtdichtheid van de woning mag niet negatief beïnvloed worden. Alle puin en gruis afkomstig van doorboringen en insnijdingen moet opgekuist en van de werf afgevoerd worden. Alle gebeurlijke schade veroorzaakt door de installateur van de elektrische installatie wordt door zijn zorgen en op zijn kosten hersteld. ONDERGRONDSE KABELS De plaatsing van ondergrondse laagspanningsleidingen gebeurt volgens het AREI art De kabel moet minimum 60 cm diep onder het maaiveld en/of bovenvlak van de buitenverharding ingegraven worden. Als dit technisch onmogelijk is, moet de bescherming gevormd worden door een doorlopend omhulsel in duurzaam, weerstand biedend materiaal zonder openingen of voegen. De kabels worden mechanisch beschermd door een bedekking met kabelafdekpannen in PVC of gebakken aarde, of gelijkwaardig systeem. De ondergrondse leidingen worden uitgevoerd in EXVB of EVAVB onder kabelstenen, ofwel in XFVB in een HDPE voerbuis. INBOUW IN METSELWERK De leidingen ingewerkt in het metselwerk worden aangelegd volgens horizontale en verticale tracés. Schuine tracés over de muur zijn verboden. Om akoestische lekken te voorkomen worden leidingen en stopcontacten in woningscheidende wanden, nooit in spiegelbeeld tegenover elkaar geplaatst. In de muren met zichtbaar blijvend metselwerk worden de inbouwleidingen aangebracht vanuit het vlak van de muur dat niet zichtbaar blijft. Voor muren waar dit niet mogelijk is, worden waar nodig vooraf geïntegreerde soepele wachtbuizen voorzien door de ruwbouwaannemer. Blz. 262

263 In metselwerk ingewerkte buizen worden machinaal ingeslepen. Trillingen in de constructie bij het uitvoeren van kapwerken moeten tot een minimum beperkt worden. De nominale diepte van de sleuven bedraagt ongeveer 2 cm. De diepte van horizontale sleuven moet tot een minimum beperkt blijven om de stabiliteit van de muren zo min mogelijk aan te tasten. Na de plaatsing worden de sleuven over hun ganse lengte opgevuld met een mortel die past bij het ondergrondmateriaal. De mortel moet volledig de op de bodem van de sleuf geplaatste kabelbuis of -buizen omhullen, er mag geen contact bestaan tussen de buizen en het pleisterwerk. Het oppervlak van de mortel moet ruw gehouden worden om de bepleistering achteraf te vergemakkelijken. INBOUW IN HOLLE CONSTRUCTIES De ingewerkte buizen zijn verplicht van het niet-vlamverspreidende type. Wanneer leidingen geplaatst worden tussen een plafond en een vloer, in de holten en andere lege ruimten, zijn ze - indien ze niet geplaatst worden in buizen - minstens gelijkwaardig aan het type met PVC- isolatie al dan niet voorzien van een metalen bescherming, zoals VFVB of VVB. Zonder voorafgaandelijke toelating van de architect mogen geen sleuven in kepers van 4" of minder en geen inkepingen gemaakt worden in constructiehout van vloer- of dakgebinten, op meer dan 25 cm van de muren die de balken ondersteunen. Er mogen geen inkepingen dieper dan 2 cm gemaakt worden in houten vloergebinten. OPBOUW VAN LEIDINGEN De opbouwleidingen worden waterdicht uitgevoerd. Waar geen mechanische beschadigingen (ook vanwege ongedierte) te verwachten is kunnen opbouw PVCbuizen toegestaan worden. In alle andere gevallen zal de uitvoering in XFVB zijn. De afstanden tussen de bevestigingspunten worden zodanig gekozen dat de kabelbuizen een goed rechtlijnig tracé volgen. In de rechte gedeelten is er minstens één bevestiging om de 45 cm verticaal en 30 cm horizontaal voor kabelbuizen van plastisch materiaal en om de 80 cm voor stalen kabelbuizen, één bevestiging aan elk uiteinde van de bochten, alsook één bevestiging langs beide zijden van verbindingsdozen. De bevestigingen worden met gelijke tussenafstanden geplaatst. Ter plaatse van koppelstukken, schakelaars, stopcontacten, wordt een bevestiging voorzien op maximaal 10 cm van het element. De kabelbuizen in plastisch materiaal moeten vrij kunnen uitzetten; daartoe worden de bevestigingen niet op de kabelbuizen geprangd en worden de doorvoeren door muren en plafonds omgeven door een kabelbuis met grotere diameter, vastgehecht in metselwerk. Alle vrije uiteinden van kabelbuizen uit plastisch materiaal of staal worden zorgvuldig afgezaagd en ontdaan van bramen. Ter hoogte van uitzettingsvoegen moeten de kabelbuizen op deze plaats van een schuifstelsel worden voorzien. De aannemer gebruikt geschikte middelen naargelang de ondergrond om de kabelbuizen te bevestigen aan de ondergrond. Vanaf 3 parallel te leggen kabels wordt gebruik gemaakt van goten en ladders. BRANDWERENDE PRESTATIES De leidingen voldoen aan de bepalingen van de basisnormen voor brand, het AREI (in het bijzonder de wijzigingen door het KB van 25/04/2013), en de eisen van de plaatselijke brandweer. Waar nodig worden brandwerende afdichtingen rond leidingen, kokers en kabelbanen voorzien in functie van de brandcompartimenteringen en vereiste brandweerstand. Classificatie brandbestendigheid leidingen volgens NBN C Blanke draden, geleiders en kabels - Algemeenheden - Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen - Classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie De systemen worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur. Blz. 263

264 TREKKEN VAN DRADEN IN KABELBUIZEN Het kabelbuizenstelsel van elke leiding wordt over zijn volledige lengte bevestigd, vooraleer met het trekken van draden en kabels aan te vangen. Het trekken van draden en kabels mag niet worden begonnen, zonder toelating van het Bestuur. Het trekken geschiedt met de meeste zorg, ten einde elke beschadiging aan de isolerende omhulling te vermijden. Wanneer de lengte van de leidingen het vereist, geschiedt het trekken van de draden door middel van een speciale trekveer. Bij beschadiging van de draden worden deze volledig vervangen. De draden hebben een voldoende lengte om een reserve van min. 10 cm per draad te behouden, in elke verbindingsdoos, schakelaar of contactdoos, in de verlichtingstoestellen en in de borden. Het uiteinde van de draden dat gediend heeft voor het bevestigen van de trekveer, is als afval te beschouwen. Het wordt afgesneden en mag niet meetellen in voornoemde reserve van 10 cm. Aan ieder uiteinde van een lichtpunt waar geen lichtarmatuur voorzien is, wordt een aansluitblokje geplaatst.. De vrije lengte van de uitstekende stroomdraden bedraagt overal minstens 30 cm. Per ruimte wordt minimum één lichtpunt voorzien van een voorlopige lamphouder met een energiezuinige lamp. Het gebruik van voorbedrade flexibele buizen is toegestaan. Keuring De leidingen worden geplaatst volgens het leidingschema en worden als dusdanig gecontroleerd leidingen ondergrondse kabels Leveren en plaatsen van ondergrondse elektriciteitsleidingen en/of wachtbuizen met inbegrip van alle graafwerken, afdekpannen, waarschuwingslinten, aanvullingen en herstel in de oorspronkelijke toestand van het maaiveld, wegdek, enz. In de grond en/of in ontoegankelijke ondergrondse kokers mogen enkel gewapende kabels conform NBN C , geplaatst worden. De plaatsing gebeurt volgens het AREI art. 187 en leidingen - algemeen leidingen inbouw kabelbuizen De buisleidingen bestaan uit stijve gladde of soepele geringde PVC-buizen volgens NBN EN De plaatsing gebeurt volgens het AREI en de bepalingen van leidingen - algemeen leidingen opbouw kabelbuizen Kabelbuizen: stijve gladde PVC-buizen / Bevestigingsmiddelen: zadels in hoogwaardig kunststof De plaatsing gebeurt volgens het AREI en de bepalingen van leidingen - algemeen. Blz. 264

265 Toepassing enkel van toepassing in de berging leidingen - plint- & wandkanalen Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Inbegrepen in de prijs van de schakelaars, lichtpunten, stopcontacten en aansluitdozen. Modulair kabelbaansysteem (sokkel en deksel), voorzien van aangepaste hulpstukken en adapters voor apparatuur, voor plaatsing in opbouw of in holle wanden. Alle componenten zijn van hetzelfde systeem. De elementen worden geleverd met een beschermingsfilm die net voor de oplevering wordt verwijderd. Systeem voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Type: harde PVC / aluminium Doorsnede: volgens toepassing Beschermingsgraad: IP40 / Kleur : wit / alu Deze moeten vermeden, beperkt worden, voorkeur is inbouw. Aanvullende specificaties Voorzien van geïntegreerde scheidingsschotten. Geschikt voor inbouw in holle wanden, plaatdikte: 12.5 / 25 / mm. Volledig halogeenvrij systeem (kanalen, hulpstukken, apparatuurhouders,...). Vuurvaste kabelbanen, brandwerend: E30 / E60 / De plaatsing gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant. Zij worden geleverd en geplaatst in zo groot mogelijke lengten uit een stuk. Alle zichtbare toebehoren zijn van dezelfde kleur. De goten worden mechanisch bevestigd volgens de voorschriften van de leverancier leidingen - kabelgoten en -ladders Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Inbegrepen in de prijs van de schakelaars, lichtpunten, stopcontacten en aansluitdozen. Geprefabriceerde elementen uit kunststof of gegalvaniseerd staal voorzien van perforaties en van opklikbare deksels. De afmetingen zijn afgestemd op het aantal voorziene kabels, met circa 20% reserve. Vanaf 3 parallel te leggen kabels wordt gebruik gemaakt van goten en ladders. Bevestiging met beugels van goten en ladders volgens de voorschriften van de leverancier. De doorbuiging mag nooit meer dan 5 mm bedragen. De bevestiging mag het inbrengen van de kabels niet belemmeren. Alle hulpstukken zijn van hetzelfde fabrikaat als de goten en ladders. De kabels worden verzorgd bevestigd in de goten. Bij horizontale kabelgoten worden de kabels in één laag en zonder bevestiging aaneensluitend neergelegd op de goot. Blz. 265

266 Bij verticaal geplaatste kabelgoten of -ladders worden de kabels minimaal om de 50 / cm individueel bevestigd. Toepassing Te plaatsen boven de verdeelkasten in de bergingen / tellerlokalen / In technische ruimtes, parkeergarages, Volgens aanduiding op de plannen leidingen - wachtbuizen Overeenkomstig de aanduidingen op plan en/of in samenspraak met de installateur technieken en de bouwheer, zullen door de installateur elektriciteit de nodige lege kabelbuizen worden aangebracht voor: verwarmingsinstallaties vanaf de CV-ketel tot de plaats waar de thermostaat geplaatst wordt / kabeldistributie en/of andere telecommunicatiesystemen / parlofooninstallaties, tussen het deurstation en de binnenposten trek- en verbindingsdozen - algemeen trek- en verbindingsdozen - inbouw metselwerk Leveren en plaatsen van trek- en verbindingsdozen, inbegrepen: het inslijpen of uitkappen van de ruimte voorzien voor de inbouwdozen in metselwerk; het leveren en plaatsen van alle nodige bevestigingsmiddelen. De inbouwdozen zijn conform NBN C en zijn geschikt voor de inbouw van alle standaard schakelaars en stopcontacten, volgens de norm NBN C en NBN C Ze dragen het CEBEC keurmerk. Ze zijn vervaardigd uit zelfdovende, vormbestendige kunststof met grote mechanische sterkte. De dozen kunnen eenvoudig horizontaal en/of verticaal gekoppeld worden door samenklikken. De hartafstand van de samengeklikte dozen is, zowel horizontaal als verticaal, aangepast aan de te voorziene afdekramen. De afdekramen bestaan in enkelvoudige, tweevoudige en drievoudige uitvoering (zowel horizontaal als verticaal). Vaste aansluitingen worden afgedekt met een afdekplaatje, voorzien van 1 of meerdere uitbreekpoortjes, bruikbaar als uitgangen voor de geleiders. De dozen gebruikt in vochtige of natte ruimten zijn van het hermetische type met beschermingsgraad IP-55 en zullen met de erin uitkomende buizen een dichte verbinding vormen. De nodige holtes zullen uitgekapt of uitgeslepen worden, volgens de afmetingen van de inbouwdoos. De inbouwdozen zullen vastgezet worden met mortel of met kleefpleister. De trek- en aftakdozen moeten zoveel mogelijk bereikbaar opgesteld worden, ongeacht de bekleding van de wanden trek- en verbindingsdozen - inbouw holle wanden Leveren en plaatsen van trek- en verbindingsdozen, inbegrepen: het uitboren of zagen van de nodige ruimte voor de inbouwdozen in holle wanden; het leveren en plaatsen van alle nodige bevestigingsmiddelen. Blz. 266

267 De inbouwdozen zijn uit zelfdovende, vormbestendige kunststof met grote mechanische sterkte. Alle metalen onderdelen zijn corrosiebestendig. De nodige ruimte voor plaatsing van de inbouwdozen wordt uitgeboord met een klokzaag met geschikte diameter. De doos wordt aan de holle wand bevestigd met beugelklemmen of spanklauwen trek- en verbindingsdozen - inbouw verlaagde plafonds Leveren en plaatsen van trek- en verbindingsdozen, inbegrepen: het uitboren of zagen van de nodige ruimte voor de inbouwdozen in plafonds; het leveren en plaatsen van alle nodige bevestigingsmiddelen. De inbouwdozen zijn geschikt voor inbouw in verlaagde plafonds. Ze zijn in zelfdovende, vormbestendige kunststof met grote mechanische sterkte. Metalen onderdelen zijn corrosiebestendig. De plafondcontactdoos is voorzien van een metalen beugel met moeropening M5 met maximale trekbelasting van 2 kg en een geïsoleerde haak voor de bevestiging van hangende verlichtingstoestellen. De holtes in het plafond worden aangebracht door middel van een klokzaag, aangepast aan de afmetingen van de inbouwdoos. De inbouwdozen worden bevestigd door middel van schroeven, beugelklemmen of spanklauwen trek- en verbindingsdozen - inbouw vloeren Leveren en plaatsen van trek- en verbindingsdozen, inbegrepen: het uitboren of zagen van de nodige ruimte voor de inbouwdozen in de vloeren; het leveren en plaatsen van alle nodige bevestigingsmiddelen. De inbouwdozen zijn geschikt voor inbouw onder technische vloeren of voor aansluiting op een verzonken vloergootsysteem. De inbouwdozen bestaan uit een gedeelte dat verzonken gemonteerd wordt en een deksel. Ze zijn in zelfdovende kunststof. De holtes in de vloer worden voorzien, afhankelijk van de afmetingen van de inbouwdoos, en de tegels worden met behulp van een sjabloon uitgesneden, afhankelijk van de afmetingen van de inbouwdoos. De inbouwdozen worden bevestigd door middel van schroeven, beugelklemmen of spanklauwen trek- en verbindingsdozen - opbouw Leveren en plaatsen van opbouw trek- en verbindingsdozen, inbegrepen alle nodige bevestigingsmiddelen. Deze dozen zijn in kunststof, zij zijn aangepast aan de omgeving waarin zij gemonteerd worden wat betreft de sterkte- en isolatieklasse, en zijn voorzien van voldoende kabelingangen. Deze kabelingangen zijn eveneens aangepast aan de gebruiksomgeving. Blz. 267

268 De bevestiging gebeurt door vastschroeven waarbij de doos niet beschadigd wordt, en een voldoende stabiliteit gegarandeerd wordt. Toepassing enkel toegelaten in de berging. Blz. 268

269 71. ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS & CONTACTDOZEN elektriciteit schakelaars & contactdozen - algemeen Materialen Alle schakelaars, stopcontacten, contactdozen, e.a. moeten nieuw zijn en van eenzelfde merk, type en kleur. Van alle schakelmateriaal en contactdozen wordt vooraf een staal ter goedkeuring voorgelegd. Alle schakelmateriaal is ingesloten in een beschermend omhulsel in isolerende kunststof. Voor inbouwmateriaal wordt schakelmateriaal toegepast dat geschikt is om in te bouwen in genormaliseerde inbouwdozen. Deze zijn uitgerust met bevestigingsklauwen of -schroeven in metaal. De aansluitklemmen zijn voorzien van schroeven, bedienbaar aan de voorkant van het apparaat. Om de afdekplaat en bedieningstoets te verwijderen is het gebruik van gereedschap vereist. De afdekplaten moeten onderling uitwisselbaar zijn, ook bij montage in kabelgoten. In vochtige ruimten en voor opbouwmateriaal, wordt enkel materiaal gebruikt dat voldoet aan de beschermingswaarden zoals gereglementeerd in het AREI In wasplaatsen en badkamers mag het gewone spatwaterdichte type gebruikt worden ingeval van inbouwinstallaties. Bij opbouw installaties of in vochtige lokalen zijn zij van het spatwaterdichte type met klapdeksel met minimale beschermingsgraad IP-54, volgens NBN C Beschermingsgraden gegeven door de omhulsels (IP-code). De uitgangen worden voorzien van wartels en rubberringen. De dekselschroeven zijn van een roestbestendig materiaal. Bij gegroepeerde montage moeten de apparaten, zowel schakelaars als stopcontacten, onder eenzelfde afdekplaat gemonteerd worden. Het datatransport en zwakstroomtoepassingen worden onder afzonderlijke dekplaten en in afzonderlijke inbouwdozen geplaatst in overeenstemming met het AREI De apparatuur is daarbij van dezelfde herkomst en vormgeving als het schakelmateriaal voor laagspanningstoepassingen. De inplanting stemt overeen met de aanduidingen op de plannen. Op de plannen worden naast elkaar opgestelde apparaten ook op die manier weergegeven. De veiligheidszones voor het opstellen van schakelaars in badkamers en vochtige ruimten zullen in overeenstemming zijn met de voorschriften van het AREI Algemeen worden volgende afmetingen aangehouden bij de plaatsing van de contactdozen: Toepassing Verticale afstand t.o.v. referentievlak Horizontale afstand t.o.v. referentievlak Lichtschakelaars 110 cm boven afgewerkte vloerpas 15 cm t.o.v. het deurkozijn (klinkzijde) Stopcontacten plint 30 cm boven afgewerkte vloerpas Loodrecht onder de schakelaars Stopcontacten keuken 110 cm boven afgewerkte vloerpas Minimaal 60 cm van de spoeltafel Als de plaatsing zoals aangegeven op plan hiervan zou afwijken, moet de architect hiervan op de hoogte gesteld worden. Bij twijfel zal steeds voorafgaandelijk navraag gedaan worden bij de architect. Voor inbouwdozen in buitenwanden moet de continuïteit van de luchtdichtheidsschil gegarandeerd worden. Bij wanden in metselwerk wordt de holten op voorhand rondom ingemorteld. Daarna wordt de inbouwdoos vol in de mortel geplaatst. Bij woningen bestemd voor personen met een handicap moet een aan de noden aangepaste opstelling steeds voorafgaandelijk worden besproken in overleg met het Bestuur. De aansluitschema's van de fabrikant worden strikt nageleefd met het oog op een feilloze werking van de installatie. Blz. 269

270 stopcontacten - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van alle stopcontacten zoals aangeduid op de plannen en schema s. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, stroomdraden en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per stopcontact. Materialen De stopcontacten dragen een CE markering. Zij zijn conform aan de voorschriften van het AREI en de voorschriften van NBN C Contactdozen voor huishoudelijk en gelijkaardig gebruik - Deel 1 : Algemene regels. De gewone stopcontacten zijn tweepolig en aangepast voor een nominale stroomsterkte van respectievelijk 10A / 16A / 20A / 32A. Alle contactdozen, met uitzondering van deze op zeer lage veiligheidsspanning, zijn van het type met kinderveiligheid en zijn voorzien van een aardingspen die verbonden is met de beschermingsgeleider van de elektrische leiding. Indien stopcontacten op verschillende spanning gebruikt worden, zullen zij van verschillend model zijn en onverwisselbaar. De stopcontacten zijn standaard van het inbouwtype. De aansluiting van de geleiders gebeurt d.m.v. schroefklemmen. De afdekplaatjes worden bevestigd door middel van een schroef. De inbouwdiepte bedraagt minimum 26 mm. Enkel waar leidingen volgens plan zichtbaar aangelegd zijn (opbouw), in het bijzonder in kelders, garages, zolders,, worden aangepaste opbouwstopcontacten voorzien. De meervoudige stopcontacten zijn ofwel van het verticale type waarbij de contactstoppen onder een hoek van circa 45 kunnen ingestoken worden, ofwel van het horizontale type. In vochtige ruimten wordt enkel materiaal gebruikt dat voldoet aan de beschermingswaarden zoals gereglementeerd in het AREI Wanneer het stopcontact gevoed wordt via een individuele beschermingstransformator (scheidingstransfo) is de uitvoering in overeenstemming met de voorschriften van art. 76 van het AREI Contactdozen gevoed door veiligheidstransformatoren mogen niet geaard worden. De op deze manier gevoede stroombaan mag geen enkel gemeenschappelijk punt hebben met een andere stroombaan. De massa s van de elektrische machines en toestellen, op de stroombaan aangesloten, mogen niet opzettelijk verbonden worden, noch met de aarde noch met de massa s van machines en toestellen, gevoed door andere stroombanen. Per stroombaan moet het aantal enkelvoudige of meervoudige stopcontacten, in overeenstemming met het AREI beperkt blijven tot 8. De voeding van koelkast en dampkap kunnen bij de gewone stopcontacten worden gerekend. Eventueel zullen de nodige extra stroombanen voorzien worden. Vooraleer de uitvoering te beginnen, vergewist de aannemer zich ervan of geen onverenigbaarheden kunnen ontstaan m.b.t. de opstelling van andere leidingnetten, keukenmeubelen, radiatoren, e.d.. De afdekplaatjes van schakelaars, verbindingsdozen en stopcontacten worden in rechte stand aangebracht, verzorgd aansluitend op de voorziene oppervlakteafwerking stopcontacten - 10/16A Type: inbouw / opbouw, enkel in de berging : kunststof Kleur: wit Capaciteit van de klemmen: 3 x 2,5 mm 2 (afhankelijk van de nominale stroomsterkte) Nominale spanning: 230 / 380 V. Blz. 270

271 Aantal polen: 2 P + aarding / 3 P + aarding. Aanvullende specificaties Volgende opbouwstopcontacten zijn van het spatwaterdichte type, voorzien van een klapdeksel (beschermingsgraad IP-54 / IP-55):... Toepassing de stopcontacten en schakelaars op de plannen zijn de minimum aantal te plaatsen aansluitdozen - algemeen aansluitdozen - voeding elektrisch fornuis Levering, plaatsing en aansluiting van de aansluitingsdozen voor elektrische fornuizen, als aangeduid op de plannen. & De aansluitdozen dragen een CE markering en voldoen aan de norm NBN C Ze zijn vervaardigd uit isolerende harde kunststof, voorzien van de nodige klemmen voor éénfasige of driefasige aansluiting en verzegelbaar d.m.v. minimum twee schroeven. Er wordt een aangepaste voedingskabel voorzien vanaf het verdeelbord tot op de aangeduide plaats in de keuken, minimum 4x4 mm2 + 4 XVB bij driefasige aansluitingen, minimaal 6 mm2 bij twee actieve geleiders. Opstelling te bepalen, volgens planaanduiding en in coördinatie met rubriek keukenmeubelen - algemeen. Type: vaste aansluitdoos / contactdoos met stekker Voedingskabel: minimum 4x4 mm2 + 4 XVB bij driefasige aansluitingen / aansluitdozen - voeding was- & vaatwasmachine Levering, plaatsing en aansluiting van de aansluitingsdozen voor was en vaatwasmachines, zoals aangeduid op de plannen. Meting meeteenheid per stuk, inclusief voedingskabel en inbouwdoos. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) & De aansluitdozen en stopcontacten voor de voeding van de wasmachine dragen een CE markering en voldoen aan de norm NBN C Ze zijn vervaardigd uit isolerende harde kunststof, voorzien van de nodige klemmen voor éénfasige of driefasige aansluiting en verzegelbaar d.m.v. minimum twee schroeven. Juiste opstelling te bepalen in samenspraak met de architect aansluitdozen - voeding HVAC en andere Levering, plaatsing en aansluiting van de aansluitingsdozen voor HVAC, drukverhogingsgroepen, zoals aangeduid op de plannen. & De voeding wordt als volgt aangesloten op het elektrisch net (éénfasig 230V / 50Hz met aarding): (ofwel) Er wordt een afzonderlijke zekeringenkast geplaatst in de onmiddellijke nabijheid van het toestel. Deze omvat een algemene schakelaar, twee automaten en de voedingsleidingen. Blz. 271

272 (ofwel) De automaten,worden in de algemene tellerkast aangebracht. De voedingsleidingen worden voorzien tot in nabijheid van het toestel. Automaten: aangepast aan het vermogen van de ketel en toebehoren. Alle installatiemateriaal is CEBEC-gekeurd. De aders van de voedingsleidingen hebben een sectie van 2,5 mm2 voor voeding en 1,5 mm2 voor sturing. Ongeacht het type sturing wordt steeds een buis met minstens 3 geleiders voorzien. De elektrische installaties worden uitgevoerd conform het AREI en in coördinatie met artikel algemeen - voeding & aansluiting. De installatie wordt pas opgeleverd na aflevering aan het Bestuur van een keuringsattest zonder opmerkingen opgemaakt door een erkend controleorganisme schakelaars - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van alle schakelaars, in overeenstemming met hun functie (wissel, kruis,...), zoals aangeduid met symbolen (en eventuele maten) op de plannen en schema s. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, stroomdraden en inbouwdozen) is inbegrepen in de eenheidsprijs per schakelaar. Materialen De tuimelschakelaars, drukknoppen en verklikkerlichten zijn CE gekeurd, voldoen aan de voorschriften van het AREI (art. 250) en beantwoorden aan NBN C Materieel voor huishoudelijke installaties en dergelijke - Voorschriften voor schakelaars voor vaste elektrische installaties voor huishoudelijk en aanverwant gebruik, NBN EN Schakelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik in vaste elektrische installaties - Deel 1 : Algemene eisen - en/of NBN EN Schakelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik in vaste elektrische installaties - Deel 2-1 : Bijzondere eisen - Elektronische schakelaars. Van alle voorziene types schakelaars wordt vooraf een model ter goedkeuring voorgelegd. De schakelaars zijn van het type 10 A bij 250 V en zijn spatwaterdicht. Bij de tuimelschakelaars, van het type grote bedieningswip, kan de bedieningstoets alleen verwijderd worden met behulp van gereedschap. Waar verschillende schakelaars van op één punt bediend worden, worden zij in samenspraak met de ontwerper verticaal of horizontaal t.o.v. elkaar opgesteld, gebruik makend van aangepaste afdekplaatjes, waar vereist kan er gebruik worden gemaakt van halve schakelaars. In huishoudelijke installaties wordt het gebruik van enkelpolige schakelaars toegelaten voor stroombanen met twee actieve geleiders voor de voeding van verlichtingstoestellen en hulpstroombanen, voor zover het vaste aansluitingen betreft waarbij een nominale stroom van 16 A niet wordt overschreden. De wipschakelaars zijn van het inbouwtype. De aansluiting van de geleiders geschiedt d.m.v. schroefklemmen. De afdekplaatjes worden onzichtbaar bevestigd door middel van een schroef. De inbouwdiepte bedraagt minimum 26 mm. Waar leidingen in opbouw geplaatst worden, als eventueel in kelders, garages, zolders,, worden aangepaste opbouwschakelaars voorzien. Indien het gebruik van drukknoppen met permanent lampje is voorgeschreven, moeten deze aangesloten worden op een driedraadsleiding waarvan één fasegeleider rechtstreeks aan het controlelampje aangelegd wordt. Lichtpunten waarbij de bediening voorzien is vanuit meer dan 3 plaatsen, kunnen door teleruptoren (relaisschakeling) worden bediend. Alle schakelaars opgesteld buiten het te verlichten lokaal (badkamer, toilet, bergingen, garage, ) worden standaard voorzien van een ingebouwd verklikkerlampje. Per installatie worden minstens twee afzonderlijke stroombanen voor de verlichting voorzien. Bij onderbreking van een stroombaan mogen niet alle lichtpunten van een verdiep onderbroken worden. De aannemer elektriciteit zal zich, ongeacht de uitvoeringsplannen, steeds vergewissen van de juiste opstelling van de schakelaars t.o.v. de draairichting van de deuren. Blz. 272

273 Minimum aantal zoals voorzien op de plannen. Het is de aannemer vrij om een voorstel te maken met drukknoppen, er zal één globaal systeem worden gebruikt schakelaars - enkelpolig De enkelpolige schakelaar onderbreekt slechts één fasegeleider. Kleur: wit, afdekplaatjes in dezelfde kleur als het toestel /... (kleur en model stemmen overeen met de andere schakelapparaten) Aanvullende specificaties Volgende schakelaars worden voorzien van een ingebouwd getuigenlampje, waardoor aangegeven wordt of de schakelaar aan- of uitgeschakeld is: schakelaars - dubbelpolig De tweepolige schakelaars onderbreken gelijktijdig beide fasegeleiders. Kleur: wit, afdekplaatjes in dezelfde kleur als het toestel /... (kleur en type stemmen overeen met de andere schakelapparaten) Aanvullende specificaties Volgende schakelaars worden voorzien van een ingebouwd getuigenlampje, waardoor aangegeven wordt of de schakelaar aan- of uitgeschakeld is: alle schakelaars die een lichtpunt bedienen vanuit een ander lokaal dan dat waar het lichtpunt zich bevindt /... Volgende opbouwschakelaars zijn van het spatwaterdichte type (bescherming IP-54 / IP-55) : schakelaars - wissel Wisselschakelaars worden gebruikt voor de bediening van één of meer parallelgeschakelde lichtpunten van op twee plaatsen. Kleur: wit, afdekplaatjes in dezelfde kleur als het toestel /... (kleur en type stemmen overeen met de andere schakelapparaten). Aanvullende specificaties Volgende schakelaars worden voorzien van een ingebouwd getuigenlampje, waardoor aangegeven wordt of de schakelaar aan- of uitgeschakeld is. Volgende schakelaars worden opgevat als trekschakelaar: slaapkamers / schakelaars - kruis Kruisschakelaars worden gebruikt voor de bediening van één of meer parallelgeschakelde lichtpunten van op minstens drie plaatsen. Kleur: wit, afdekplaatjes in dezelfde kleur als het toestel /... (kleur en type stemmen overeen met de andere schakelapparaten) Blz. 273

274 Aanvullende specificaties Volgende schakelaars worden voorzien van een ingebouwd getuigenlampje, waardoor aangegeven wordt of de schakelaar aan- of uitgeschakeld is schakelaars - teleruptoren Afstandsschakelaars aangewend voor de ontsteking van verlichting vanuit meerdere bedieningspunten, cascadebediening en/of het sequentieel aansturen van verschillende verlichtingskringen. De bijhorende teleruptoren (relais) zijn: opgesteld in de verdeelkast; van het modulaire type, bestemd voor bevestiging op DIN-rail; geschikt voor 230 V-16A en/of 32A en afhankelijk van het te schakelen vermogen bijkomend voorzien van o.a. contactoren. Bedieningsspanning: 12-48V wissel- of gelijkspanning. Studie en bedieningsschema zijn ter goedkeuring voor te leggen aan de ontwerper. Type: modulair voor bevestiging op DIN-rail Bedieningsfuncties: volgens aanduiding elektrisch schema / Schakelaars: inbouw / opbouw Kleur: wit, afdekplaatjes in dezelfde kleur als het toestel /... (kleur en type stemmen overeen met de andere schakelapparaten) speciale toebehoren - algemeen speciale toebehoren - bewegingsdetectoren Passief-infrarood-bewegingsdetector samengesteld uit o.a. een infrarood-detector, een schemersensor, een timer, een vermogensdeel met voeding en relais. De buitendetector wordt aan de schakelaar verbonden d.m.v. een geschikte kabel voor laagspanning, aangebracht in een buisleiding. Type: inbouw (binnentoepassing) / opbouw (buitentoepassing) Behuizing: kunststof /, beschermingsgraad: IP-55 Timer: mechanisch of elektronisch instelbaar van circa 10 /... sec tot 10 /... min. Lichtgevoeligheid: instelbaar van +/- 10 tot / lux Detectiehoek en -bereik: instelbaar tot minimum 10 / 12 / 14 / meter, onder een hoek van 90 / 120 / 180, in twee vlakken regelbaar, horizontaal: ca 180 /, verticaal: ca 60 /. Schakelvertraging: minimum instelbaar van +/- 10 sec tot 15 min / Vermogen relais: / / W bij 230V Extra functies: Plaatsing en aansluiting uit te voeren volgens voorschriften van de fabrikant. Wijze en plaats van opstelling vooraf voor te leggen aan het Bestuur. Toepassing Buitenverlichting: terrassen / opritten / autostaanplaatsen / gaanderijen / buitentrappen / Binnenverlichting: berging, sanitair Blz. 274

275 speciale toebehoren - schemerschakelaar Modulaire schemerschakelaar geschikt voor het schakelen van binnen- en buitenverlichting.. Bestaat uit een lichtmeetcel voor buitentoepassingen en een schakelmodule. Type: (ofwel) modulair voor bevestiging op DIN-rail en afzonderlijke sensor sensor: opbouw / inbouw lengte bedrading van cel tot schakelaar tot circa 50 m dagprogramma / weekprogramma / in- en uitschakelvertraging: instelbaar lichtgevoeligheid instelbaar van: circa 3 tot 200 / 2000 / lux in- en uitschakeldrempel: afzonderlijk instelbaar gangreserve: ja / neen (ofwel) niet modulair met ingebouwde sensor in- en uitschakel gevoeligheid: instelbaar in- en uitschakelvertraging: instelbaar Behuizing: kunststof /, beschermingsgraad IP-54 Plaatsing en aansluiting uit te voeren volgens voorschriften van de fabrikant. Wijze en plaats van opstelling vooraf voor te leggen aan het Bestuur. Indien een relaisschakel nodig is voor het bedienen van verschillende kringen met één schemerschakelaar dient deze in de prijs inbegrepen te zijn Toepassing Buitenverlichting: autostaanplaatsen / gaanderijen / buitentrappen / Blz. 275

276 72. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN binnenarmaturen - algemeen Binnenarmaturen allemaal op basis van LED-lampen. Materialen De toestellen worden steeds geleverd met inbegrip van de bijhorende lampen. De voedingsdraden moeten vanaf de aansluiting met de lamphouders tot +/- 15 cm in de buis voorzien worden van hittebestendige kousen (gaines) binnenarmaturen TL - algemeen Materialen De TL-armaturen zijn conform NBN EN De toestellen zijn geschikt voor T5 lampen, overeenkomstige lampvoet G13 of G5, en standaard voorzien van een elektronisch voorschakelapparaat en lampen; De lampen zijn knipper- en flikkervrij. Defecte lampen moeten automatisch doven. Na vervanging lamp moet automatisch herstart worden. Ontstekingstijd: minder dan 1 seconde De montage van de elektronische voorschakelapparatuur en alle bijhorigheden moet zodanig zijn dat deze ruisarm werken. De toestellen zijn radio-ontstoord. De TL-lampen hebben een kleurtemperatuur van circa 4000K, energielabel minstens A Deze mogen ook allemaal uitgevoerd worden in LED-versie binnenarmaturen TL - opbouwarmatuur plafond Semihermetische opbouwarmaturen voor buisvormige TL lamp(-en), met geïntegreerde elektronische voorschakelapparatuur. Afmetingen, aantal en vermogens : volgens plannen en meetstaat Behuizing: gemoffelde staalband met eindflenzen in kunststof / met glasvezel versterkt polyester / zelfdovend polycarbonaat /, voorzien van een reflectorplaat. Kleur : wit /... Lichtkap: opaal polycarbonaat / helder prismatisch plexi / geblazen methylmetacrylaat /... Beschermingsgraad: minimum IP-44 / IP-54 / IP-65 / (volgens NBN C ) Vermogen: volgens studie van aannemer Bijgeleverde lamp(-en): lampvoet G5, kleur wit, kleurtemperatuur 4000 K, Toepassing Bergingen binnenarmaturen TL - opbouwarmatuur plafond - T5 Semi-hermetische opbouwarmaturen voor buisvormige TL lamp(-en) T5, met geïntegreerde elektronische voorschakelapparatuur. Blz. 276

277 Vermogen : 14 / 21 / 28 /35 / 49 W / / volgens studie aannemer binnenarmaturen TL - lichtstrip keukenaanrecht De behuizing bestaat uit hoogwaardig kunststof of gemoffelde staalband. Het geheel omvat de elektronische voorschakelapparatuur, aansluitblok voor de elektrische bedrading, en twee snelkoppelingen voor de bevestiging. De unit is hittebestendig bedraad.. Model ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. Behuizing: kunststof / gemoffelde staalband / Kleur : wit / Lens: opaal polycarbonaat / helder prismatisch plexi / geblazen methylmetacrylaat /... Afmetingen: circa Beschermingsgraad: minimum IP-44 / IP-54 / Bijgeleverde lamp: type TL, kleurtemperatuur K (warm-wit), Toepassing Op te stellen onder de hangkastjes van de keukens binnenarmaturen TL - lichtstrip keukenaanrecht/t5 Semi-hermetische opbouwarmaturen voor buisvormige TL lamp(-en) T5, met geïntegreerde elektronische voorschakelapparatuur. Vermogen: 14 / 21 / 28 /35 / 49 W / / volgens plannen veiligheidsverlichting - algemeen Levering en plaatsing van een aangepast en volledig functioneel veiligheidsverlichtingssyteem, met inbegrip van de voedingsleidingen en toestellen, te voorzien in de gemeenschappelijke ruimten, trappenhuizen, kelders, ondergrondse garages, conform de wettige bepalingen en de eisen van de plaatselijke brandweer. Materialen De veiligheidsverlichting voldoet aan: de basisnormen brand (KB 7 juli 1994 en wijzigingen) NBN EN Toegepaste verlichtingstechniek Noodverlichtingen NBN C Elektrische verlichtingstoestellen en toebehoren - Veiligheidsverlichting - Installatieregels en instructies voor de controle en het onderhoud NBN EN Verlichtingsarmaturen - Deel 2-22 Bijzondere eisen - Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting NBN EN Noodverlichtingsystemen voor vluchtwegen NBN L Veiligheidsverlichting in gebouwen - Fotometrische en colorietmetrische voorschriften De ontsteking van de lamp gebeurt automatisch bij een netspanningonderbreking of bij een daling van de spanning (tussen 70 & 85% van de nominale waarde). Bij het terugkeren van de netspanning gaan ze automatisch uit. De toestellen hebben een autonomie van minimum 1 uur na maximum 24 uur lading De module bestaat uit: een compacte plaatstalen of kunststof behuizing; een zelfdovende lichtdiffusiekap; Blz. 277

278 een vervangbare batterij, bestaande uit herlaadbare waterdichte nikkel-cadmium-cellen (NiCd), ondergebracht in een afzonderlijke plaatstalen of kunststof behuizing. De lichtstroom van de batterij is elektronisch gestabiliseerd en geregeld in twee regimes (versnelde lading en druppellading), zodanig dat de cellen steeds optimaal worden opgeladen om hun levensduur maximaal te houden Het aantal cellen wordt bepaald in functie van de lamp, de gewenste autonomie en de BLF-factor (verhouding tussen lumen-output van de lamp in nood- en netbedrijf); een laadnet met gepaste bekabeling; aan de netzijde is een kortsluitbeveiliging voorzien van een standaard in de handel verkrijgbare zekering of een elektronische beveiliging; Het toestel is uitgerust met automatische test van de werking en autonomie van het toestel. De toestand van het toestel wordt weergegeven met behulp van signalisatie-leds. De armaturen beantwoorden aan NBN EN en/of IEC , isolatieklasse II en beschermingsgraad IP-42 (wand of plafondmontage) of IP-55 (buitenomgeving, ondergrondse lokalen,..).. Conform het veiligheidsplan worden de nodige zelfklevende pictogrammen bijgeleverd, aan te brengen in overleg met het Bestuur en/of de brandweer. Lichtbron: TL / LED / Modellen ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. De lampen worden aangesloten op de lichtkring van de bijhorende circulatie. De armaturen kunnen aan de wand of op het plafond worden bevestigd, zoals aangeduid op de plannen of overeenkomstig de richtlijnen van het Bestuur veiligheidsverlichting autonoom niet-permanent Veiligheidsverlichting met werking lamp enkel bij een spanningsonderbreking Behuizing: opbouw / inbouw / Lichtbron: TL / LED / Afmetingen: volgens vereiste lichtsterkte Beschermingsgraad: minimum IP-42 (wand of plafondmontage) / minimum IP-55 / Toepassing Te voorzien aan de toegangsdeur veiligheidsverlichting - signalisatie & pictogrammen Geïntegreerd met de veiligheidsverlichting zullen de vereiste pictogrammen van uitgang en/of nooduitgang met richtingsaanduiding van vluchtweg voorzien worden. De kosten van de pictogrammen zijn inbegrepen in deze van de veiligheidsverlichting. Vorm, afmetingen en kleur (witte pictogrammen op groene ondergrond), alsook de intensiteit en het contrast van verlichte pictogrammen zijn conform NBN EN 1838 Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting. Modellen ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur. De pictogrammen worden geplaatst overeenkomstig de richtlijnen van de plaatselijke brandweer buitenarmaturen - algemeen Levering en plaatsing van armaturen voor toepassing in buitenomstandigheden (als bij inkomdeuren, terrassen, circulatiezones..., inclusief de lampen. Blz. 278

279 Materialen Wand- of plafondarmaturen, met een sobere moderne vormgeving, geleverd met een aan het lamptype aangepaste lenskap. Ze zijn minimaal voorzien van spatwaterdichte kabeldoorgangen. Het Bestuur houdt zich het recht voor meer dan één model ter keuze te eisen. Lamptype: spaarlamp / TL / LED / Vermogen: W Behuizing: gegoten aluminium / gemoffeld staal / polycarbonaat / Vorm: vierkant / rond / ovaal / rechthoekig / Kleur: zwart / wit / natuurkleurig aluminium / Afmetingen (lxbxh): volgens lamptype Lens: helder glas / inwendig mat glas / kunststof (polycarbonaat) / Beschermingsgraad: IP-44 / IP-54 / IP-64 / (volgens NBN C ) Aanvullende specificaties Geleverd met bewegingsschakelaar / schemerschakelaar / Bevestiging: volgens de onderrichtingen van de fabrikant, Er wordt gebruik gemaakt van aangepa roestvrije bouten of schroeven (RVS). Locatie en plaatsingshoogte: volgens aanduiding op plan en in overleg met het Bestuur. ste Blz. 279

280 74. ELEKTRICITEIT TELECOM & DOMOTICA elektriciteit telecom & domotica - algemeen telefoon - algemeen Levering en plaatsing van de wachtbuizen met bekabeling en de contactdozen. De levering en aansluiting van de toestellen zijn ten laste van de huurders of kopers en vallen buiten de omvang van de aanneming. Materialen De contactdozen zijn uitsluitend bestemd voor zwakstroomtoepassingen zoals telefoonaansluiting, TV- &radiodistributie, internet, e.d.. Voor de respectievelijke aansluitingen worden inbouwcontactdozen met afdekplaatje voorzien van hetzelfde merk en type als de elektrische schakelaars en stopcontacten. De inbouwcontactdozen worden bevestigd in de inbouwdozen met schroef- of klauwbevestiging. De buis, kabel en stekker moeten steeds in overeenstemming zijn met de voorschriften van de telefoonmaatschappij. Indien nodig zal de installateur de telefoonkabel en aansluitdozen aanschaffen bij de telefoonmaatschappij. De installateur neemt voorafgaandelijk contact op met de telecom-maatschappij om de installatie conform hun richtlijnen te plaatsen. Alle daaruit volgende wijzigingen vallen volledig ten laste van de inschrijver. De installateur gaat na waar het dichtstbijzijnde distributiepunt van de telecom-maatschappij zich bevindt in de straat en voorziet een aftakkabel met voldoende lengte uit één stuk vanaf dit distributiepunt tot aan de aftakdoos (bij appartementsgebouwen) of tot aan de basisopstelling (bij individuele wooneenheden) in het gebouw. Op privaat domein wordt de (ondergrondse) aansluitkabel over zijn volledige lengte in een PVC buis met voldoende doorsnede geplaatst door de installateur en dit op een diepte van min. 60 cm. De graafwerken zijn tevens ten laste van de installateur. Te allen tijde moet de aansluitkabel uit deze buis kunnen verwijderd worden. De kabel mag niet gedeukt, niet geplooid of op enige andere wijze beschadigd worden. De kabel moet aan beide uiteinden waterdicht afgesloten worden. De rest van de kabel laat de installateur liggen aan de rooilijn. Op het openbaar domein zorgt de telecom-maatschappij voor de plaatsing van de resterende kabel. De telecom-maatschappij doet hiervoor ook de graafwerken op het openbare domein en zorgt voor de aansluiting op het kabelnetwerk in de straat, door de aftakkabel aan het distributiepunt te koppelen. Onmiddellijk bij het binnenkomen van de nutsleiding in het gebouw wordt er op een bereikbare plaats een aftakdoos (opbouw) voorzien. Deze plaats mag niet vochtig zijn. De binnenopstelling bestaat uit een basisopstelling en binnenbekabeling. De basisopstelling van de telecom-maatschappij wordt steeds in een afgesloten/private ruimte geplaatst. Bij woningen wordt deze aansluiting voorzien bij de aftakdoos. Bij appartementsgebouwen wordt er een kabel getrokken vanaf de plaats waar de aftakkabel het gebouw binnenkomt tot aan de ruimte waar de basisopstelling moet komen. Deze kabel moet ook voorzien worden door de installateur. De basisopstelling wordt voor elke individuele gebruiker apart geplaatst. Bij appartementsgebouwen mogen zich in het lokaal, waar een eventuele verdeler (ingeval van meervoudige aansluitingen per gebouw) geplaatst wordt, geen gastellers bevinden. Een afstand van 3 meter wordt bewaard tussen de telecom-installatie en gebeurlijke hoogspanning- installaties. Vanaf de basisopstelling tot aan ieder aansluitpunt wordt een kunststof (wacht-)buis van 3/4" voorgekableerd met UTP CAT 6 voorzien. De diepte en uitvoeringswijze zijn conform de richtlijnen van de telecommaatschappij en de voorschriften van artikel leidingen - algemeen. Blz. 280

281 Per aangeduide (telefoon-)aansluiting wordt een inbouwdoos gemonteerd, type afhankelijk van de gekozen telefoniekabel. De situering van de inbouwdozen is volgens woningtype op de plannen aangeduid. Indien de plaats niet aangeduid is op de plannen wordt de aansluiting voorzien in de leefruimte en/of op de plaats aangeduid door het Bestuur telefoon buitenbekabeling De gebruikte bekabeling beantwoordt aan de respectievelijke eisen van de telecom-maatschappij of netbeheerder. De kabel moet geschikt zijn voor buitenshuis. Type kabel: PVC6 / PE6/ PE11/PE14 / TWAVB / volgens toepassing, volgens richtlijnen distributiemaatschappij De aansluiting ter hoogte van de hoofdaansluitdoos gebeurt door: de installateur. Toepassing De kabel vanaf het distributiepunt in het domein tot aan het overnamepunt/aftakpunt in het gebouw telefoon basis aansluitpunt Type: inbouw RJ45 UTP CAT5E/ RJ45 STP CAT5E / RJ45 UTP CAT6 / RJ45 STP CAT6 Kleur: wit Voorgekableerde wachtbuizen telefoon - binnenbekabeling De gebruikte bekabeling beantwoordt aan de respectievelijke eisen van de telecom-maatschappij of netbeheerder. De kabel moet geschikt zijn voor binnenshuis. Telecommaatschappij: Type: UTP CAT6 / STP CAT6 / Toepassing Voorgekableerde wachtbuizen van hoofdaansluitpunt in de wooneenheid (vb. berging appartement) tot aan iedere contactdoos waar een telefoonaansluiting voorzien wordt kabeldistributie - algemeen Levering en plaatsing van de bekabeling en contactdozen voor kabeldistributie. De definitieve aansluitingen zijn ten laste van de huurder of koper en vallen buiten de omvang van de aanneming. Materialen De contactdozen zijn uitsluitend bestemd voor zwakstroomtoepassingen zoals telefoonaansluiting, TV- & radiodistributie, internet, e.d.. Voor de respectievelijke aansluitingen worden inbouwcontactdozen met afdekplaatje voorzien van hetzelfde merk en type als de elektrische schakelaars en stopcontacten. Blz. 281

282 De inbouwcontactdozen worden bevestigd in de inbouwdozen met schroef- of klauwbevestiging. De installateur zal voorafgaandelijk contact opnemen met de kabelmaatschappij om de installatie volgens hun richtlijnen te plaatsen. Alle wijzigingen die moeten uitgevoerd worden in opdracht van de televisiemaatschappij, omdat de installatie niet voldoet aan hun voorschriften, vallen volledig ten laste van de inschrijver. De installateur gaat na waar het dichtstbijzijnde distributiepunt van de kabelmaatschappij zich bevindt in de straat en voorziet een aftakkabel met voldoende lengte uit één stuk vanaf dit distributiepunt tot aan de aftakdoos (bij appartementsgebouwen) of tot aan de basisopstelling (bij individuele wooneenheden) in het gebouw. Op privaat domein wordt de (ondergrondse) aansluitkabel over zijn volledige lengte in een PVC buis met voldoende doorsnede geplaatst door de installateur en dit op een diepte van min. 60 cm. De graafwerken zijn tevens ten laste van de installateur. Te allen tijde moet de aansluitkabel uit deze buis kunnen verwijderd worden. De kabel mag niet gedeukt, niet geplooid of op enige andere wijze beschadigd worden. De kabel moet aan beide uiteinden waterdicht afgesloten worden. De rest van de kabel laat de installateur liggen aan de rooilijn. Op het openbaar domein zorgt de kabelmaatschappij voor de plaatsing van de resterende kabel. De kabelmaatschappij doet hiervoor ook de graafwerken op het openbare domein en zorgt voor de aansluiting op het kabelnetwerk in de straat, door de aftakkabel aan het distributiepunt te koppelen. Onmiddellijk bij het binnenkomen van de nutsleiding in het gebouw wordt er op een bereikbare plaats een aftakdoos (opbouw) voorzien. Deze plaats mag niet vochtig zijn. De binnenopstelling bestaat uit een basisopstelling en binnenbekabeling. De basisopstelling van de telecom-maatschappij wordt steeds in een afgesloten/private ruimte geplaatst. Bij woningen wordt deze aansluiting voorzien bij de aftakdoos. Bij appartementsgebouwen wordt er een kabel getrokken vanaf de plaats waar de aftakkabel het gebouw binnenkomt tot aan de ruimte waar de basisopstelling moet komen. Deze kabel moet ook voorzien worden door de installateur. De basisopstelling wordt voor elke individuele gebruiker apart geplaatst. Bij appartementsgebouwen mogen zich in het lokaal, waar een eventuele verdeler (ingeval van meervoudige aansluitingen per gebouw) geplaatst wordt, geen gastellers bevinden. Een afstand van 3 meter wordt bewaard tussen de telecom-installatie en gebeurlijke hoogspanning- installaties. Vanaf de basisopstelling tot aan ieder aansluitpunt wordt een kunststof (wacht-)buis van 3/4" voorgekableerd met coaxkabel / voorzien. De diepte en uitvoeringswijze zijn conform de richtlijnen van de telecommaatschappij en de voorschriften van artikel leidingen - algemeen. Per aangeduide (televisie-) aansluiting wordt een inbouwdoos gemonteerd, type afhankelijk van de gekozen televisiekabel. De situering van de inbouwdozen is volgens woningtype op de plannen aangeduid. Indien de plaats niet aangeduid is op de plannen wordt de aansluiting voorzien in de leefruimte en/of op de plaats aangeduid door de architect. De kabeldistributie installatie moet gescheiden blijven van het elektriciteitsnet, zowel buizen als aftakdozen, als wanddozen kabeldistributie basis aansluitpunt Telecommaatschappij: Type: inbouw Contactdozen: coaxaansluiting / coaxaansluiting tv + FM / TV/FM-contactdoos + wandcontactdoos RJ45 (digitale televisie) / Kleur: wit Voorgekableerde wachtbuizen Blz. 282

283 kabeldistributie - binnenbekabeling De gebruikte bekabeling beantwoordt aan de respectievelijke eisen van de kabelmaatschappij of netbeheerder. De kabel moet geschikt zijn voor binnenshuis. Type: coaxkabel / coaxkabel + netwerkkabel UTP (digitale televisie)/ Toepassing Voorgekableerde wachtbuizen van hoofdaansluitpunt in de wooneenheid tot aan iedere contactdoos waar een televisieaansluiting voorzien wordt netwerkbekabeling algemeen Levering en plaatsing van de bekabeling en contactdozen voor de installatie van een communicatienetwerk. De definitieve aansluitingen zijn ten laste van de huurder of koper en vallen buiten de omvang van de aanneming. Materialen De contactdozen zijn uitsluitend bestemd voor zwakstroomtoepassingen zoals telefoonaansluiting, TV- &radiodistributie, internet, e.d.. Voor de respectievelijke aansluitingen worden inbouwcontactdozen met afdekplaatje voorzien van hetzelfde merk en type als de elektrische schakelaars en stopcontacten. De inbouwcontactdozen worden bevestigd in de inbouwdozen met schroef- of klauwbevestiging. De installateur zal voorafgaandelijk contact opnemen met de telecommaatschappij om de installatie volgens hun richtlijnen te plaatsen. Alle wijzigingen die moeten uitgevoerd worden in opdracht van de telecommaatschappij, omdat de installatie niet voldoet aan hun voorschriften, vallen volledig ten laste van de inschrijver. De installateur gaat na waar het dichtstbijzijnde distributiepunt van de telecom-maatschappij zich bevindt in de straat en voorziet een aftakkabel met voldoende lengte uit één stuk vanaf dit distributiepunt tot aan de aftakdoos (bij appartementsgebouwen) of tot aan de basisopstelling (bij individuele wooneenheden) in het gebouw. Op privaat domein wordt de (ondergrondse) aansluitkabel over zijn volledige lengte in een PVC buis met voldoende doorsnede geplaatst door de installateur en dit op een diepte van min. 60 cm. De graafwerken zijn tevens ten laste van de installateur. Te allen tijde moet de aansluitkabel uit deze buis kunnen verwijderd worden. De kabel mag niet gedeukt, niet geplooid of op enige andere wijze beschadigd worden. De kabel moet aan beide uiteinden waterdicht afgesloten worden. De rest van de kabel laat de installateur liggen aan de rooilijn. Op het openbaar domein zorgt de telecom-maatschappij voor de plaatsing van de resterende kabel. De telecom-maatschappij doet hiervoor ook de graafwerken op het openbare domein en zorgt voor de aansluiting op het kabelnetwerk in de straat, door de aftakkabel aan het distributiepunt te koppelen. Onmiddellijk bij het binnenkomen van de nutsleiding in het gebouw wordt er op een bereikbare plaats een aftakdoos (opbouw) voorzien. Deze plaats mag niet vochtig zijn. De binnenopstelling bestaat uit een basisopstelling en binnenbekabeling. De basisopstelling van de telecom-maatschappij wordt steeds in een afgesloten/private ruimte geplaatst. Bij woningen wordt deze aansluiting voorzien bij de aftakdoos. Bij appartementsgebouwen wordt er een kabel getrokken vanaf de plaats waar de aftakkabel het gebouw binnenkomt tot aan de ruimte waar de basisopstelling moet komen. Deze kabel moet ook voorzien worden door de installateur. De basisopstelling wordt voor elke individuele gebruiker apart geplaatst. Blz. 283

284 Bij appartementsgebouwen mogen zich in het lokaal, waar een eventuele verdeler (ingeval van meervoudige aansluitingen per gebouw) geplaatst wordt, geen gastellers bevinden. Een afstand van 3 meter wordt bewaard tussen de telecom-installatie en gebeurlijke hoogspanning- installaties. Vanaf de basisopstelling tot aan ieder aansluitpunt wordt een kunststof (wacht-)buis van 3/4" voorgekableerd met coaxkabel / voorzien. De diepte en uitvoeringswijze zijn conform de richtlijnen van de telecommaatschappij en de voorschriften van artikel leidingen - algemeen. Per aangeduide (internet-) aansluiting wordt een inbouwdoos gemonteerd, type afhankelijk van de gekozen netwerkkabel. De situering van de inbouwdozen is volgens woningtype op de plannen aangeduid. Indien de plaats niet aangeduid is op de plannen wordt de aansluiting voorzien in de leefruimte en/of op de plaats aangeduid door de architect netwerkbekabeling buitenbekabeling De gebruikte bekabeling beantwoordt aan de respectievelijke eisen van de telecom-maatschappij of netbeheerder. De kabel moet geschikt zijn voor buitenshuis. Type kabel: PVC6 / PE6/ PE11/PE14 / TWAVB / volgens toepassing, volgens richtlijnen distributiemaatschappij De aansluiting ter hoogte van de hoofdaansluitdoos gebeurt door: de installateur. Toepassing De kabel vanaf het distributiepunt in de straat tot aan het overnamepunt/aftakpunt in het gebouw netwerkbekabeling basis aansluitpunt Type: inbouw Contactdozen: UTP-aansluiting RJ45 wandcontactdoos / Kleur: wit Voorgekableerde wachtbuizen netwerkbekabeling extra aansluitpunt netwerkbekabeling - binnenbekabeling De gebruikte bekabeling beantwoordt aan de respectievelijke eisen van de telecom-maatschappij of netbeheerder. De kabel moet geschikt zijn voor binnenshuis. Telecommaatschappij: Type: UTP CAT6 / FTP CAT 5E / FTP CAT6 / Toepassing Voorgekableerde wachtbuizen van hoofdaansluitpunt in de wooneenheid (vb. berging appartement) tot aan iedere contactdoos waar een internetverbinding voorzien wordt alarmkabel - algemeen Blz. 284

285 75. ELEKTRICITEIT VERWARMING elektriciteit verwarming - algemeen Levering, plaatsing, aansluiting en afstelling van elektrische verwarmingsvoorzieningen met inbegrip van alle toebehoren en keuringen. Blz. 285

286 77. BRANDDETECTIE & ALARMSYSTEMEN branddetectie & alarmsystemen - algemeen Alle werken en leveringen voor de realisatie van een bedrijfsklare brandmeldingsinstallatie. De uitvoering gebeurt in coördinatie met hoofdstuk 67. & Functionele vereisten: een meld- en alarminstallatie beslaat alle ruimten van het gebouw, behalve de door de overheid toegestane uitzonderingen (Koninklijk besluit van en wijzigingen) en de bepalingen van de brandweer. Wanneer meerdere gebouwen op hetzelfde perceel een functioneel geheel vormen, dienen zij als een geheel beschouwd te worden voor de meld- en alarminstallatie. Keuring De installatie wordt ontworpen en geïnstalleerd door een bevoegd bedrijf volgens de regels van goed vakmanschap. Een certificering van het bedrijf door een terzake geaccrediteerde instelling (zoals BVVB-ANPI of BOSEC) geldt als een bewijs van bevoegdheid en wordt bij installaties met automatische brandmelders verplicht gesteld. De installatie zal bij oplevering nagezien worden op conformiteit en goede werking onder toezicht van een geaccrediteerde certificatie-instelling (zoals BVVB-ANPI). Systeem en attesten ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur centrale eenheid - algemeen Elke brandmeldinstallatie moet voorzien zijn van een centrale eenheid met bedieningseenheid Materialen &. Volgende types centrales komen in aanmerking: centrale met een keuringscertificaat dat bepaalt dat ze beantwoordt aan de norm NBN S hoofdstuk centrale met een keuringscertificaat dat bepaalt dat ze beantwoordt aan de norm NBN S en addenda centrale met een CE -markering die beantwoordt aan de norm NBN EN 54-2 De apparatuur en/of andere aanwezige onderdelen in het systeem moeten compatibel zijn; de onderdelen in het netwerk kunnen zo op elkaar aangesloten worden en aan elkaar zijn aangepast, dat het gehele systeem als een eenheid kan functioneren, waarbij alle afzonderlijke onderdelen binnen hun specificaties blijven werken. De compatibiliteit kan worden vastgelegd door een keuringscertificaat of door toepassing van de norm NBN EN Indien er voor wordt gekozen om het alarm in werking te stellen door twee bedieningselementen te bedienen, dan moet deze werkwijze worden aangegeven met een korte duidelijke tekst die onuitwisbaar op het bedieningspaneel moet worden aangebracht.. Behuizing: afmetingen circa Centrale aantal zones: minimum 2 / 4 / 6 / zones Detectielussen: minimum Contacten voor inlezing van andere alarmen: reserve 3 / st Aangesloten toestellen: handmelders / detectoren / signaalgevers / Aanvullende specificaties Minimaal 2 reservelussen of een uitbreidbaar systeem te voorzien. Blz. 286

287 Telefoondoormelder: uitwendig bedienbare telefoondoormelder van het type met digitale spraak. Twee verschillende teksten van min. 15 sec lang kunnen opgeslagen worden in een niet-vluchtig elektronisch geheugen met snelle programmeringtijd. De opgeslagen tekst kan niet verstoord worden door storingen op de voedingsspanning. De teksten zijn in te spreken en te beluisteren op de ingebouwde microfoon en luidspreker energievoorziening - algemeen Materialen & De centrale wordt standaard voorzien van een dubbele energievoorziening. De primaire energie wordt geleverd door het openbare elektriciteitsnet of een gelijkwaardig systeem. De tot de alarminstallatie behorende energievoorzieningen zijn daarop aangesloten via een afzonderlijke eindgroep. De voeding wordt uitsluitend voorbehouden voor dit gebruik en wordt rechtstreeks gekoppeld aan het elektriciteitsbord stroomopwaarts de algemene differentieelbeveiliging. Indien de beveiliging tegen onrechtstreeks contact met de elektrische installatie van het gebouw wordt verzekerd door een differentieelschakelaar, wordt de hoofdvoeding beschermd door een afzonderlijke differentieelschakelaar naast de algemene differentieelbeveiliging. De gevoeligheid van deze afzonderlijke differentieelschakelaar is 300 ma. De betreffende groepsschakelaar is aangeduid met de tekst. "NIET UITSCHAKELEN -Alarminstallatie". De tweede bron bestaat uit een accumulatorenbatterij die constant opgeladen wordt, stand-by-batterij met automatische en onmiddellijke inwerkingtreding in geval van uitvallen van het elektriciteitsnet. De batterij is in staat de installatie te voeden gedurende minstens 12 uur, gevolgd door een voeding van 15 minuten in alarmtoestand. Volgende types noodvoeding beantwoorden aan deze vereisten: een noodvoeding die beantwoordt aan de norm NBN S , hoofdstuk een noodvoeding die beantwoordt aan de norm NBN EN bekabeling - algemeen Materialen & De kabelkenmerken zijn aangepast om een abnormale spanningsval te vermijden. Om de mechanische sterkte en de goede werking van de installatie te waarborgen, bedraagt de diameter van de aders minimum 0,6 mm, behoudens bijzondere wettelijke verplichtingen of technische voorschriften bepaald door de leverancier van het materieel. Bij de keuze van de toe te passen signaalkabels moeten de specificaties voor halogeenvrije kabels volgens NBN HD 627 worden aangehouden, voor zover deze betrekking hebben op de elektrische en mechanische eigenschappen. Alle kabels die tot de alarminstallatie behoren en die met andere kabels gegroepeerd zijn of verward kunnen worden, moeten rood gekleurd zijn, of minimaal om de 5 meter zijn gemerkt. Kabels in klemmenkasten moeten duidelijk zijn gecodeerd. In de klemmenkast moet een aansluitschema zijn aangebracht. In een kabel met stroomketens die vanuit de centrale eenheid wordt gevoed, mogen geen stroomketens zijn opgenomen die vanuit andere installaties worden gevoed. Een lus met alarmsignaalgevers mag niet meer dan m2 vloeroppervlak beveiligen. Er mogen niet meer dan tien alarmeringszones in een lus met alarmsignaalgevers worden ondergebracht. Een storing in de transmissieweg van een alarmeringszone mag de werking van de transmissiewegen van andere alarmeringszones niet beïnvloeden. Bij een eventuele storing (zowel kortsluiting als draadbreuk) in de transmissieweg naar de alarmsignaalgevers mogen niet meer dan 32 alarmsignaalgevers uitvallen in de betreffende alarmeringszone. De eis van functiebehoud bij brand geldt voor alle kabels die langer dan 1 minuut na het ontdekken van de brand in werking moeten blijven om het alarmsignaal in stand te houden. Blz. 287

288 Transmissiewegen waarvoor de eis tot functiebehoud bij brand geldt, moeten gedurende minimaal 30 min na het ontstaan van een brand blijven functioneren. Dit betekent dat binnen 30 min na het ontstaan van een brand geen draadbreuk en/of kortsluiting in de transmissieweg mag ontstaan als gevolg van die brand. Functiebehoud bij brand is niet vereist voor de transmissiewegen tussen de centrale eenheid enerzijds en de handmelders en/of eventueel aanwezige automatische brandmelders anderzijds, voor zover die continu bewaakt zijn op draadbreuk en kortsluiting. Om voldoende functiebehoud bij brand van de kabel te kunnen waarborgen moeten één of meer van de hierna volgende voorzieningen worden toegepast: Een type kabel met functiebehoud van ten minste 30 minuten (volgens NBN-EN 50200). De kabel moet volgens de voorschriften van de fabrikant worden bevestigd. Een kabel zonder functiebehoud zo beschermen (bijvoorbeeld door bouwkundige maatregelen) dat deze minimaal 30 minuten na het ontstaan van een brand als transmissieweg blijft functioneren, bijvoorbeeld door het verzinken van de kabels in een onbrandbare bekleding met een minimale inbouwdiepte van 3 cm; Door toepassing van een kabel van het vuurbestendige type, categorie FR volgens NBN C brandmelding - algemeen brandmelding - branddetectoren & De branddetectoren beantwoorden aan de normen NBN EN 54-5, EN 54-6, EN 54-7, EN 54-8, EN 54-10, of EN De keuze en de plaatsing van de detectoren gebeurt conform de bepalingen van ofwel NBN S ; ofwel NBN CEN/TS richtlijnen voor het projecteren, ontwerpen, installeren, in bedrijf stellen, gebruik en onderhoud. Het ontwerp van een installatie met automatische brandmelders moet door een geaccrediteerde certificatie-instelling goedgekeurd worden brandmelding - handmelders & De toe te passen handmelders voldoen aan NBN EN De bediening en de uitvoering (zoals vorm, grootte, symbolen en belettering) zijn voor alle handmelders binnen één alarminstallatie het zelfde. Conform EN is de kleur van alle handmelders rood. Handmelders die geen waarschuwing- of alarmsignaal genereren, bv. omdat zij enkel dienen voor de bediening van een blusinstallatie, van een rookafvoersysteem of voor het sluiten van branddeuren moeten een andere kleur hebben, met aangepast pictogram en/of opschrift. Als de inwerkingstelling van een dergelijke installatie het geven van een waarschuwing of een brandalarm impliceert zijn deze handmelders ook rood. De handmelders hebben een beschermkap om onbedoelde bediening te voorkomen. De handmelders moeten voor iedereen direct bereikbaar zijn en in de nabijheid van brandslanghaspels worden aangebracht. Wanneer geen brandslanghaspels aanwezig zijn, moeten de ontruimingshandmelders in de vluchtwegen op bereikbare plaatsen worden aangebracht, bij voorkeur in de nabijheid van (nood)uitgangen en/of aanwezige draagbare blustoestellen. Bij elke directe uitgang naar buiten wordt een handmelder geplaatst op minder dan 3 m van de uitgang. Vanaf iedere locatie in het ontruimingsgebied moeten handmelders binnen 30 m bereikbaar zijn. Handmelders moeten op een hoogte tussen 0,8 m en 1,5 m vanaf de vloer worden geplaatst. Indien er voor wordt gekozen om het alarm in werking te stellen door twee bedieningselementen te bedienen, dan moet deze werkwijze worden aangegeven met een korte duidelijke tekst of pictogram dat onuitwisbaar bij de handmelder is aangebracht. Blz. 288

289 brandmelding - gasdetectoren & De gasdetectoren en hun plaatsing voldoen aan de normen van de reeks NBN EN Elektrische toestellen voor de detectie van brandbare gassen in woonhuizen, de NBN EN Elektrische toestellen voor de detectie van brandbare gassen in woonhuizen - Leidraad voor de keuze, het installeren, het gebruik en het onderhoud. In geval de gasdetectoren op een brandmeldcentrale zijn aangesloten moeten de betreffende modules beantwoorden aan de compatibiliteitseisen van de NBN EN Brandmeld- en brandalarmsystemen - Deel 13: Compatibiliteitsbeoordeling van systeemonderdelen evacuatietoebehoren - algemeen evacuatietoebehoren - pictogrammen Pictogrammen (uit kunststof /...), ongevoelig voor verkleuring, zowel geschikt voor binnen- als voor buitengebruik. Ze kunnen deel uitmaken van een modulair systeem met verschillende profielhoogten, die vrij en/of onderling kunnen gecombineerd worden. De voorziene symbolen stemmen overeen met de bepalingen van het KB van betreffende de veiligheidssignaleringen op het werk, ongeacht of er in het gebouw personen tewerkgesteld zijn of niet. Montage op de aangeduide plaatsen, volgens voorschriften van de fabrikant en de eisen van de plaatselijke brandweer. De pictogrammen worden zo geplaatst dat ze duidelijk zichtbaar zijn vanaf liftdeuren, inkomdeuren,... Waar geëist door de brandweerdiensten dienen bovendien de nodige evacuatieplanschema's te worden voorzien PV zonnepanelen - algemeen Materialen: Het aan het zonlicht blootgestelde paneel bestaat uit volgende onderdelen: - Individuele panelen of laminaten * Laminaat met een piekvermogen van minstens 250 Wp, rendement van minimum 13 % * De laminaten zijn achteraan voorzien van een waterdichte doos voor behuizing van de elektrische verbindingen. * De bovenlaag van de laminaten bestaat uit met ijzerarm, gehard glas met een minimale dikte van 3mm. Het glas garandeert minimaal 92% zonlichtdoorlating. - De laminaten worden op een aluminium structuur bevestigd die op zijn beurt aan de dakstructuur is bevestigd. - De laminaten zijn onderling in serie verbonden met gelijkspanningskabel van minstens 4mm² Plaatsing: Locatie: dak Alle panelen worden op het dak geplaatst De panelen worden zuidelijk (tussen ZO en ZW ) georiënteerd. De panelen dienen schaduwvrij geplaatst te worden. Montage Op basis van alu of RVS profielen. Prestaties-controle en keuring-documentatie-attesten: Blz. 289

290 Een algemeen testcertificaat, afgeleverd door een erkend onderzoekscentra dient te worden voorgelegd waaruit blijkt dat de modules voldoen aan IEC voor kristallijne modules. Meetwijze: Meting: paneel met vermogen van minimaal 250 Wpiek stuk leveren en monteren op het dak incl. montageconsole en ballast. Blz. 290

291 80. BINNENSCHILDERWERKEN schilderwerken algemeen Alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene schilderwerken binnen het gebouw, tot een zuiver afgewerkt en afgelijnd geheel. De werken omvatten: de plaatsing van de nodige stellingen of ladders en alle gereedschap om een veilige en efficiënte uitvoering mogelijk te maken; het stofvrij maken van de lokalen, waarin geschilderd wordt; het nemen van alle voorzorgsmaatregelen om beschadigingen van het gebouw en de eventuele inboedel te voorkomen (het beschermen van alle niet te schilderen delen d.m.v. dekzeilen, afplakken,, het demonteren en terugplaatsen van dekplaatjes van elektrische schakelaars, krukken en slotplaatjes voor ramen en deuren, ); het eventueel voorafgaandelijk wegnemen van bestaande bekledingen die het aanbrengen van nieuwe verflagen zouden kunnen bemoeilijken; het eventueel slecht functioneren van draai- en sluitwerk door verflagen ongedaan maken, e.d.; het nazicht en geschikt maken van de ondergrond, d.w.z. het bijwerken van onvolkomenheden, zoals oneffenheden of krassen, het ontstoffen (afborstelen, afwassen) en ontvetten van de te schilderen oppervlakken; het zorgvuldig afkitten van openstaande voegen, e.d.; het voorafgaandelijk aanbrengen van de gevraagde kleurstalen; het zorgvuldig aanbrengen van alle in het bestek of door de fabrikant voorgeschreven hecht-, grond-, deken/of vernislagen, ; het voorzichtig verwijderen van afplakstroken, het reinigen van gebeurlijke vlekken of spatten, het verwijderen van alle afval voortkomend van de werken, ; de bescherming van het aangebrachte schilderwerk tot bij de voorlopige oplevering en het eventueel zorgvuldig aanbrengen van kleine 'retouches'. algemeen Volgende normen zijn van toepassing: Solventrichtlijn (2004/42/EG) REACH, EU-richtlijn 1907/2006 EG Gevaarlijke stoffen richtlijn 67/548/EEC Richtlijn 2001/59/EG Preparaten richtlijn 1999/548/EC NBN EN 13300: Verven en vernissen - Watergedragen verf en verfsystemen voor wanden en plafonds binnen Indeling NBN EN ISO 4618 : Verven en vernissen - Termen en definities materiaalkeuze Alle gebruikte materialen en producten zijn geschikt voor de beoogde toepassing en zijn onderling en met de staat van de ondergrond verenigbaar. De verantwoordelijkheid van de aannemer wordt door het voorschrijven van samenstellingen of formules geenszins verminderd, ze blijft volledig bestaan. De aannemerschilder moet dan ook alle nodige voorzieningen treffen ter voorkoming van reacties, haarscheuren, enz., ten gevolge van het contact van de verven onderling en/of met de drager. Blz. 291

292 Gepigmenteerde verfproducten voor gekleurde deklagen moeten steeds fabrieksmatig gedoseerd en gemengd worden. De architect of het Bestuur mag steeds de kwaliteit van de gebruikte materialen laten nagaan. LEVERING OPSLAG De verf -en behandelingsproducten worden aangevoerd in oorspronkelijke en gesloten recipiënten, die voorzien zijn van de nodige etiketten, met duidelijke vermelding van de naam van de fabrikant, de naam van het product, de samenstelling, houdbaarheidsdatum, gebruiksaanwijzing en eventueel te nemen voorzorgsmaatregelen. Na uitvoering van de werken wordt minimum twee liter per aangebrachte kleur kosteloos aan de bouwheer gegeven. KLEURTINTEN- EN PROEFSTALEN Er kunnen voor gelijkaardige constructiedelen steeds verschillende kleuren gevraagd worden, zonder meerprijs. De kleuren van de deklagen worden door de architect en/of de bouwheer bepaald na voorlegging van NCSen/of RAL - kleurkaarten, zonder uitsluiting van kleuren. Om tot een juiste kleurkeuze te komen, kan aan de aannemer worden gevraagd om voorafgaandelijk enkele stalen aan te brengen van ten minste 0,5 m2, op hardboard panelen en/of op de drager, zoals aangeduid door de architect. Het Bestuur houdt zich het recht voor, indien sommige kleuren na het zetten van meerdere stalen niet zouden voldoen, andere stalen te laten zetten, en dit zonder meerprijs. Pas na goedkeuring en eventuele opmerkingen van het Bestuur mag de behandeling en/of het schilderwerk aangevat worden. ALGEMEEN De schilderwerken worden uitgevoerd volgens TV Leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken (herziening van TV 159) (WTCB). De schilderwerken moeten uitgevoerd worden door ervaren vaklui. De aannemer respecteert de te nemen voorzorgsmaatregelen, opgegeven door de fabrikant en de bepalingen van het A.R.A.B., m.b.t. gezondheidsrisico s verbonden aan het inademen van schadelijke solventen, e.d. Bij twijfel of onvoorziene omstandigheden wordt de adviseur van de verffabrikant geraadpleegd. OMGEVINGSINVLOEDEN Onder voor schilderwerken ongunstige omstandigheden mag onder geen beding geschilderd worden. De uitvoering van de binnenschilderwerken zal gebeuren in een stofvrije en voldoende verluchte omgeving. De minimale en maximale temperatuur en relatieve vochtigheid van de lokalen moeten overeenstemmen met de voorschriften van de verffabrikant. AFVAL en BESCHERMINGSMAATREGELEN Het is ten strengste verboden afval van verfproducten uit te gieten in wasbakken, uitgietbakken, putjes,, die zich in het gebouw bevinden. De aannemer zal het afval verzamelen in eigen recipiënten, van de werf verwijderen en op reglementaire wijze storten. Gedurende de droogtijd of uithardingsperiode, neemt de aannemer de nodige voorzorgen om personen te waarschuwen voor de pas uitgevoerde schilderwerken, d.m.v. opschriftborden, het spannen van koorden of plaatsen van afsluitingen. Blz. 292

293 Alle gebeurlijke beschadigingen, voortvloeiend uit de nalatigheid van de aannemer zijn volledig op zijn verantwoordelijkheid en zullen onmiddellijk worden hersteld. OPKITTEN VAN AANSLUITVOEGEN Alle openstaande voegen ter hoogte van plinten, trappen, houten binnenschrijnwerk, muur- en plafondaansluitvoegen, e.d. worden opgevuld met een aangepaste overschilderbare kit. De kit moet zich als een standvaste pasta laten verwerken in verticale voegen zonder te vloeien. De kit moet vrij zijn van oplosmiddelen en nagenoeg zonder krimp verharden. Vooraf worden de voegranden waar nodig beschermd met kleefbanden, die onmiddellijk na het gladstrijken van de kit verwijderd worden. De voegen worden mooi rechtlijnig afgewerkt en gladgestreken. VERWERKINGSMODALITEITEN Voor het aanbrengen van iedere nieuwe laag moet de daarvoor aangebrachte laag droog zijn. Na nat schuren moet eveneens steeds voldoende droogtijd in acht genomen worden. De aannemerschilder verzekert, eens begonnen, zijn werk zonder onderbreking verder te zetten tot gehele voltooiing, dit afgezien van overeengekomen wachttijden, of bijzondere omstandigheden. Keuring AFWERKING TOLERANTIES Dekking: met het blote oog mogen geen doorschijnsels van de onderlaag waargenomen worden. Aflijning: aflijningen tussen aangrenzende afwerkingen en/of kleurvlakken zijn zuiver en rechtlijnig. Vlekken - Spatten: bij toepassing van verschillende kleuren, mogen geen met het blote oog waarneembare spatten voorkomen. Geen onregelmatigheden - aflopers DUURZAAMHEID - WAARBORGEN Indien er zich blaarvorming, barstvorming, afschilfering, verkleuring, afpoederen en/of haarscheurvorming voordoet, binnen een waarborgtermijn van 12 maanden na de voorlopige oplevering, zal de schilder, op zijn kosten, alle nodige herstellingen uitvoeren die de architect en het Bestuur noodzakelijk achten. Eventueel moet de verf worden verwijderd en de werken worden herbegonnen. Voor de herstelde oppervlakken zal een nieuwe waarborgperiode van 12 maanden gelden binnenschilderwerken op gipskartonplaten - algemeen Indien van toepassing, de binnenverfsystemen op ondergronden van gipskartonplaten, met inbegrip van de voorbereiding van de ondergrond binnenschilderwerken op gipskartonplaten - acrylaathars Ademend verfsysteem voor binnen op basis van acrylaathars. Samenstelling Bindmiddel(en): acrylaathars Oplosmiddel: water VOS-EU-grenswaarde: cata/a: 30 g/l Blz. 293

294 Verwerking Ondergrond- en omgevingstemperatuur: > 5 C of volgens voorschriften van de fabrikant Relatieve luchtvochtigheid maximaal 85% Verwerking: borstel, rol of spuit Bijkleuren: via kleurenmengmachine Reiniging gereedschap: water Eigenschappen (volgens NBN EN 13300) Glansgraad: mat Schrobvastheid in functie van locatie en intensief gebruik van de bungalows. Korrelgrootte: fijn Kleuren: te bepalen tijdens de uitvoering van de werken Aanvullende specificaties De wanden in vochtige lokalen worden geschilderd met een analoge vochtbestendige, schimmelwerende verf in dezelfde kleur. De verf beschikt over een goedkeuring door het ministerie van volksgezondheid. De schilderwerken gebeuren op nieuwe ongeschilderde gipskartonplaten, bekleed met een schildersdoek. Gewenste eindafwerking volgens TV 249: graad II (standaardafwerking) De aannemer voert de vereiste voorbereidende en afwerkingsbehandelingen uit. Deze zijn afhankelijk van de hierboven bepaalde eindafwerking en zijn opgelijst in de bepalingen opgenomen in 5.4, 5.5 en 5.6 van TV 249. De richtlijnen van de fabrikant moeten steeds nauwgezet opgevolgd worden. Toepassing Wanden en plafonds binnenschilderwerken op hout en houtachtige platen algemeen Binnenverfsystemen op ondergronden van hout en houtachtige platen, met inbegrip van alle voorbereidende werkzaamheden en de voorbereiding van de ondergrond binnenschilderwerken op hout en houtachtige platen lak op hout en houtachtige platen lak/acryllaatdispersie Watergedragen lak voor binnen op basis van acrylaatdispersie. Samenstelling Bindmiddel(en): acrylaatdispersie Oplosmiddel: water VOS-EU-grenswaarde: cata/d: 130 g/l Verwerking Ondergrond- en omgevingstemperatuur: > 10 C of volgens voorschriften van de fabrikant Blz. 294

295 Relatieve luchtvochtigheid maximaal 75% of volgens voorschriften van de fabrikant Verwerking: borstel, rol of spuit Bijkleuren: via kleurenmengmachine Reiniging gereedschap: water Eigenschappen Glansgraad: satijnglans Kleur: te bepalen tijdens de uitvoering van de werken Aanvullende specificaties De houten oppervlakten in vochtige lokalen worden geschilderd met een analoge vochtbestendige, schimmelwerende verf in dezelfde kleur. De verf beschikt over een goedkeuring door het ministerie van volksgezondheid. De schilderwerken gebeuren op nieuw ongeschilderd houten of houtachtige ondergronden. Gewenste eindafwerking volgens TV 249: graad II (standaardafwerking). De aannemer voert de vereiste voorbereidende en afwerkingsbehandelingen uit. Deze zijn afhankelijk van de hierboven bepaalde eindafwerking en zijn opgelijst in de bepalingen opgenomen in 5.4, 5.5 en 5.6 van TV 249. De richtlijnen van de fabrikant moeten steeds nauwgezet opgevolgd worden. Toepassing Binnendeuren, houten deur- en raamomlijstingen, houten binnenschrijnwerk. Blz. 295

296 81. BEHANGWERKEN behangwerken - algemeen behangen met glasvezeldoek - algemeen behangen met glasvezeldoek op gipskartonplaten Het bekleden van gipskartonplaten met glasvezeldoek. Eveneens inbegrepen in de eenheidsprijs zijn: het plaatsen en afbreken van de vereiste stellingen; het op maat versnijden en behangen op de wanden; het opruimen en afvoeren van alle afval. Het glasvezeldoek bestaat uit een weefsel van 100% glasvezels, is duurzaam, van nature onbrandbaar, maatvast, lichtecht, neutraal van kleur en speciaal vervaardigd om geschilderd te worden. Stalen voor te leggen aan de ontwerper. Totaal gewicht: minimum 140 gr/m2 Textuur: neutrale uitvoering. De bepalingen van TV 194 Handleiding voor de plaatsing van soepele wandbekledingen zijn van toepassing. De aannemer vergewist zich ervan of de ondergrond voldoet aan de eisen gesteld in hoofdstuk 5 van TV 194, meer bepaald in verband met vlakheid, haaksheid, staat van het oppervlak, interne cohesie, droogheid, netheid en maakt de ondergrond desgevallend geschikt. Het voorbereiden van de ondergrond wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van TV 194 hoofdstuk 6. Het behang wordt op de ondergrond gekleefd, met een bij brand niet toxische en vochtbestendige lijm, volgens de richtlijnen van de fabrikant. De lijm wordt uitgerold. De banen worden stotend (tegen elkaar) aangebracht. De naden van het behang worden vlakgestreken en nagerold. De wandaansluitingen zijn rechtlijnig en zuiver, lijmresten worden onmiddellijk verwijderd met zuiver water. Toepassing Binnenmuren en plafonds. Blz. 296

297 91. BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN buitenconstructies - algemeen funderingen van uitbreidingen knuppelpad - algemeen Het bestaande knuppelpad naar de grote bungalows wordt uitgebreid met aftakkingen naar elke nieuwe bungalow. Gezien het opdrachtgevend Bestuur de ambitie heeft om de bekleding van het bestaande knuppelpad in de nabije toekomst te vernieuwen, wordt in deze opdracht enkel onderbouw van de uitbreidingen opgenomen (alles behalve de houten bekledingsplanken). Materialen De onderbouw (incl. funderingen) wordt volgens hetzelfde principe als het bestaande knuppelpad voorzien. De stabiliteit van het geheel is gegarandeerd, dit bij de te verwachten belastingen. Maatvoering overeenkomstig de bestaande knuppelpaden. Blz. 297

BIJZONDER BESTEK WERKEN OOSTENDE SYNTRA WEST - NIEUWBOUW HOTELSCHOOL OPEN AANBESTEDING. GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

BIJZONDER BESTEK WERKEN OOSTENDE SYNTRA WEST - NIEUWBOUW HOTELSCHOOL OPEN AANBESTEDING. GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP OOSTENDE SYNTRA WEST - NIEUWBOUW HOTELSCHOOL OPEN AANBESTEDING Opdrachtgevend bestuur GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Ontwerper

Nadere informatie

145 - FALCON 6 STADSWONINGEN + 1 HANDELSPAND Openbare aanbesteding

145 - FALCON 6 STADSWONINGEN + 1 HANDELSPAND Openbare aanbesteding 145 - FALCON 6 STADSWONINGEN + 1 HANDELSPAND Openbare aanbesteding DEEL IIId GEDETAILLEERDE EN SAMENVATTENDE MEETSTATEN DEEL TECHNIEKEN OPDRACHTGEVER: AG VESPA Autonoom gemeentebedrijf Generaal Lemanstraat

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN NAZARETH BS "SCHOOL VAN MORGEN" - NIEUWBOUWUITBREIDING 6 KLASSEN OPEN AANBESTEDING. GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

BIJZONDER BESTEK WERKEN NAZARETH BS SCHOOL VAN MORGEN - NIEUWBOUWUITBREIDING 6 KLASSEN OPEN AANBESTEDING. GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP NAZARETH BS "SCHOOL VAN MORGEN" - NIEUWBOUWUITBREIDING 6 KLASSEN OPEN AANBESTEDING Opdrachtgevend bestuur GO! onderwijs van de Vlaamse

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK LEVERING VERDUISTERINGSSCHERMEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN AANBESTEDING (NEGOTIATED PROCEDURE)

BIJZONDER BESTEK LEVERING VERDUISTERINGSSCHERMEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN AANBESTEDING (NEGOTIATED PROCEDURE) BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR LEVERING MET ALS VOORWERP VERDUISTERINGSSCHERMEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN AANBESTEDING (NEGOTIATED PROCEDURE) Opdrachtgevend bestuur Europese School

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 351

BIJZONDER BESTEK NR. 351 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 351 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht betreft de aanpassing van de elektrische installaties

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN SCHILDER WERKZAAMHEDEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG. Europese School Europawijk Mol

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN SCHILDER WERKZAAMHEDEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG. Europese School Europawijk Mol BIJZONDER BESTEK VOOR DE OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP SCHILDER WERKZAAMHEDEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG Opdrachtgevend bestuur Europese School Europawijk 100 2400 Mol Ontwerper

Nadere informatie

ZHC SOG. Hoofdstuk BOUWPLAATSVOORZIENINGEN bouwplaatsvoorzieningen - algemeen

ZHC SOG. Hoofdstuk BOUWPLAATSVOORZIENINGEN bouwplaatsvoorzieningen - algemeen Hoofdstuk 01 01. AANNEMINGSMODALITEITEN 01.00. aannemingsmodaliteiten - algemeen 1 01.01. PM 2 01.03. PM 3 01.04. PM 4 01.08. PM 01.10. 5 01.12. 01.12.10. 6 01.12.20. SOG 01.20. 7 01.21. PM 8 01.22. PM

Nadere informatie

Proefcentrum voor sierteelt

Proefcentrum voor sierteelt Pagina 1 Teken- & Studiebureau HVAC - Verwarming - Koeling - Ventilatie - Klimatisatie - EPB - Energieaudit Duurzame energie - Warmtepompen - Zonnepanelen - WKK - Sanitair Project : Proefcentrum voor sierteelt

Nadere informatie

BESTEK WERKEN KINDERDAGVERBLIJF VAN HET CENTRUM - PLAN CIGOGNE : INRICHTING EN UITBREIDING VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING

BESTEK WERKEN KINDERDAGVERBLIJF VAN HET CENTRUM - PLAN CIGOGNE : INRICHTING EN UITBREIDING VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP KINDERDAGVERBLIJF VAN HET CENTRUM - PLAN CIGOGNE : INRICHTING EN UITBREIDING VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING Opdrachtgevend

Nadere informatie

MEETSTAAT STERKERK OFFERTE - AANVRAAG R 30/12/99 l b m2 h m3 st EH subtot TOT EP TSSTOTAAL TOTAALPRIJS afvoerbuizen - algemeen 0,00

MEETSTAAT STERKERK OFFERTE - AANVRAAG R 30/12/99 l b m2 h m3 st EH subtot TOT EP TSSTOTAAL TOTAALPRIJS afvoerbuizen - algemeen 0,00 MEETSTAAT STERKERK datum 14/12/2015 project kadastrale gegevens projectverantwoordelijke opdrachtgever BOUWEN VAN EEN SCHOOLGEBOUW Jules Sellekaertsstraat 9 1930 Zaventem afdeling 22, sectie B, nr 292g4

Nadere informatie

ART. BESCHRIJVING PRIJS EENH. TOTAAL EENH. PRIJS (letters) TOT. PRIJS (letters) EENH. PRIJS (cijfers) TOT. PRIJS (cijfers)

ART. BESCHRIJVING PRIJS EENH. TOTAAL EENH. PRIJS (letters) TOT. PRIJS (letters) EENH. PRIJS (cijfers) TOT. PRIJS (cijfers) 1 M E E T S T A A T DOSSIER : OPDRACHTGEVER : SLOPEN VAN EEN SANITAIR BLOK BOUWEN VAN EEN SANITAIR BLOK Sint Gregoriuscollege - lagere school Alfons Biebuycklaan 24 9050 Gentbrugge VZW Katholiek Scholen

Nadere informatie

BESTEK WERKEN (VER)BOUWWERKEN AAN OC DE SCEURE VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET VOORAFGAANDE BEKENDMAKING.

BESTEK WERKEN (VER)BOUWWERKEN AAN OC DE SCEURE VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET VOORAFGAANDE BEKENDMAKING. BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP (VER)BOUWWERKEN AAN OC DE SCEURE VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET VOORAFGAANDE BEKENDMAKING Opdrachtgevend bestuur Gemeente Vleteren

Nadere informatie

D E E L 0 A A N N E M I N G / W E R F

D E E L 0 A A N N E M I N G / W E R F D E E L 0 A A N N E M I N G / W E R F Art. Omschrijving Hoeveelheid Type Eenheid Door inschrijver Eenheidsprijzen 1 AANNEMINGSMODALITEITEN 01.00. aannemingsmodaliteiten - algemeen 01.01. algemeen - voorafgaand

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP OPROEP TOT KANDIDAATSTELLING TER OPMAAK VAN EEN LIJST VAN GEGADIGDEN TEN BEHOEVE VAN DIVERSE HERSTELLING- EN ONDERHOUDSWERKEN EN

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP INITIATIEF BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG: BUSVERVOER VOOR DE PERIODE 1 SEPTEMBER 2015 TOT 30 JUNI 2016 MET MOGELIJKHEID TOT STILZWIJGENDE

Nadere informatie

BESTEK LEVERINGEN. Touchscreens met wandlift & software ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING. Europese school Mol

BESTEK LEVERINGEN. Touchscreens met wandlift & software ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING. Europese school Mol Ref.: TS.ESM BESTEK VOOR DE ONDERHANDELINGS PROCEDURE VOOR LEVERINGEN MET ALS VOORWERP Touchscreens met wandlift & software ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING Opdrachtgevend bestuur Europese

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN BOUWEN VAN EEN BELEVENISCENTRUM VOOR CYCLOCROSS - BALENBERG OPENBARE AANBESTEDING NV BALENBERG

BIJZONDER BESTEK WERKEN BOUWEN VAN EEN BELEVENISCENTRUM VOOR CYCLOCROSS - BALENBERG OPENBARE AANBESTEDING NV BALENBERG BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP BOUWEN VAN EEN BELEVENISCENTRUM VOOR CYCLOCROSS - BALENBERG OPENBARE AANBESTEDING Opdrachtgever NV BALENBERG Ontwerper Schellen architecten

Nadere informatie

Document : MEETSTAAT Dossier : PAGA Opdrachtgever : AG Vespa Datum : 12/10/2011

Document : MEETSTAAT Dossier : PAGA Opdrachtgever : AG Vespa Datum : 12/10/2011 00. INLEIDING / ALGEMEEN 00.0. voorwoord - algemeen 00.20. uitgangspunten - algemeen 00.30. structuur & opvatting - algemeen 00.40. gebruiksaanwijzing - algemeen 00.4. gebruiksaanwijzing - richtlijnen

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN PSYCHO-THERAPEUTISCHE BEGLEIDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL NEGOTIATED PROCEDURE. Europese School Europawijk Mol

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN PSYCHO-THERAPEUTISCHE BEGLEIDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL NEGOTIATED PROCEDURE. Europese School Europawijk Mol BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP PSYCHO-THERAPEUTISCHE BEGLEIDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL NEGOTIATED PROCEDURE Opdrachtgevend bestuur Europese School Europawijk

Nadere informatie

BESTEK LEVERINGEN AANKOOP VAN ÉÉN 8+1 PERSONENBUS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING. Europese school Mol

BESTEK LEVERINGEN AANKOOP VAN ÉÉN 8+1 PERSONENBUS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING. Europese school Mol BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR LEVERINGEN MET ALS VOORWERP AANKOOP VAN ÉÉN 8+1 PERSONENBUS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING Opdrachtgevend bestuur Europese School Mol Ontwerper Europese

Nadere informatie

bestek nummer: blad nummer 1/5

bestek nummer: blad nummer 1/5 bestek nummer: 2011 021 01 blad nummer 1/5 OPDRACHTGEVER: OPDRACHT: WZC DE LINDE Lindestraat 16, 9790 Wortegem-Petegem UITBREIDEN BESTAAND WOON- EN ZORGCENTRUM Lindestraat 16, 9790 Wortegem-Petegem PERCEEL

Nadere informatie

OPDRACHT VAN AANNEMING VAN WERKEN. Inrichting stookplaats en aanpassingen i.f.v. legionella-wetgeving. openbare aanbesteding

OPDRACHT VAN AANNEMING VAN WERKEN. Inrichting stookplaats en aanpassingen i.f.v. legionella-wetgeving. openbare aanbesteding departement Logistiek dienst Patrimonium OPDRACHT VAN AANNEMING VAN WERKEN Inrichting stookplaats en aanpassingen i.f.v. legionella-wetgeving openbare aanbesteding Bijzonder bestek nr. L01/2005-0054/t11tp0019/tp

Nadere informatie

BESTEK WERKEN MAAIEN VAN DE WEGBERMEN 2018 OPENBARE PROCEDURE. Gemeente As

BESTEK WERKEN MAAIEN VAN DE WEGBERMEN 2018 OPENBARE PROCEDURE. Gemeente As BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP MAAIEN VAN DE WEGBERMEN 2018 OPENBARE PROCEDURE Opdrachtgevend bestuur Gemeente As Ontwerper Openbare Werken, Willy Van Roten Ambachtslaan

Nadere informatie

artikel eenheidsprijs in letters AANNEMING / WERF

artikel eenheidsprijs in letters AANNEMING / WERF blad: 1/15 DEEL 0 AANNEMING / WERF 01. AANNEMINGSMODALITEITEN 01.30 plaatsbeschrijving 1,00 TP beschrijving bij de aanvang der werken staat van vergelijking na deze werken 01.40 werfcoördinatie algemeen

Nadere informatie

BESTEK N 17/02 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

BESTEK N 17/02 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP BESTEK N 17/02 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP Het aanstellen van een partner voor de installatie van een systeem van digitale signalisatie Offerteaanvraag BIV 1 INHOUD INHOUD...2 I. VOORAFGAANDELIJK...3

Nadere informatie

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer 12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P07363 1 dossier ontwerp bouwheer P07363 herinrichting kantoren bibliotheek Permeke 00 ALGEMENE BIJZONDERE VOORAFGAANDELIJKE

Nadere informatie

Bericht tot aankondiging DIENSTEN AANSTELLING VAN EEN UITZENDKANTOOR VOOR VERZORGENDEN EN POETSHULPEN

Bericht tot aankondiging DIENSTEN AANSTELLING VAN EEN UITZENDKANTOOR VOOR VERZORGENDEN EN POETSHULPEN Bericht tot aankondiging VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP AANSTELLING VAN EEN UITZENDKANTOOR VOOR VERZORGENDEN EN POETSHULPEN ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING: Selectieleidraad

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN LEVEREN EN PLAATSEN CONTAINERKLASSEN SCHOOL LANDEGEM VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING.

BIJZONDER BESTEK WERKEN LEVEREN EN PLAATSEN CONTAINERKLASSEN SCHOOL LANDEGEM VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING. BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP LEVEREN EN PLAATSEN CONTAINERKLASSEN SCHOOL LANDEGEM VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING Opdrachtgevend bestuur

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN UITVOERING VERFWERKEN TENTOONSTELLING "THE WORLD OF RAY AND CHARLES EAMES" ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING

BIJZONDER BESTEK WERKEN UITVOERING VERFWERKEN TENTOONSTELLING THE WORLD OF RAY AND CHARLES EAMES ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP UITVOERING VERFWERKEN TENTOONSTELLING "THE WORLD OF RAY AND CHARLES EAMES" ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING Opdrachtgevend

Nadere informatie

MEETSTAAT STERKERK OFFERTE - AANVRAAG R 30/12/99 l b m2 h m3 st EH subtot TOT EP TSSTOTAAL TOTAALPRIJS afvoerbuizen - algemeen 0,00

MEETSTAAT STERKERK OFFERTE - AANVRAAG R 30/12/99 l b m2 h m3 st EH subtot TOT EP TSSTOTAAL TOTAALPRIJS afvoerbuizen - algemeen 0,00 MEETSTAAT STERKERK datum 14/12/2015 project kadastrale gegevens projectverantwoordelijke opdrachtgever BOUWEN VAN EEN SCHOOLGEBOUW Jules Sellekaertsstraat 9 1930 Zaventem afdeling 22, sectie B, nr 292g4

Nadere informatie

BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER

BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP PERCEEL 1: ALGEMENE RENOVATIEWERKEN Openbare aanbesteding Belangrijk: dit offerteformulier dient volledig te worden ingevuld en

Nadere informatie

GEMEENTE SINT-AGATHA-BERCHEM Ref.: OW 2015/3 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

GEMEENTE SINT-AGATHA-BERCHEM Ref.: OW 2015/3 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP GESPECIALISEERDE ARBEIDSKRACHTEN VOOR BEPLANTINGSONDERHOUD - PROGRAMMA 2015/2016/2017 Deel I : Opdracht voorbehouden aan sociale inschakelingsondernemingen

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN SENIORENFLATGEBOUW. Vervangen Ramen, buitendeuren en glas OPEN OFFERTEVRAAG

BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN SENIORENFLATGEBOUW. Vervangen Ramen, buitendeuren en glas OPEN OFFERTEVRAAG BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN SENIORENFLATGEBOUW MET 2 PERCELEN Vervangen Ramen, buitendeuren en glas En Vervangen glasdallen OPEN OFFERTEVRAAG Opdrachtgevend bestuur OCMW Sint-Martens-Latem

Nadere informatie

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016 open aanbesteding OFFERTEFORMULIER Belangrijk: dit offerteformulier dient volledig te worden ingevuld.. Het totaalbedrag (excl.

Nadere informatie

BESTEK N 17/01 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

BESTEK N 17/01 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP BESTEK N 17/01 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP Het aanstellen van een leverancier voor de installatie van een waterbehandelingssysteem Offerteaanvraag BIV 1 INHOUD INHOUD...2 I. VOORAFGAANDELIJK...3

Nadere informatie

WEDSTRIJD : De integratie van een kunstproject bij de realisatie van een nieuw administratief centrum en gemeenteplein te Laakdal

WEDSTRIJD : De integratie van een kunstproject bij de realisatie van een nieuw administratief centrum en gemeenteplein te Laakdal WEDSTRIJD : De integratie van een kunstproject bij de realisatie van een nieuw administratief centrum en gemeenteplein te Laakdal beperkte offerteaanvraag Dossier nr. : 2016-006 Datum: 10 maart 2016 Gemeente

Nadere informatie

CENTRALE BIBLIOTHEEK KORTRIJK

CENTRALE BIBLIOTHEEK KORTRIJK CENTRALE BIBLIOTHEEK KORTRIJK PILOOTPROJECT PRODUCT-DIENST COMBINATIE BINNEN DE CIRCULAIRE ECONOMIE: VERNIEUWEN VERLICHTING vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen Geert Hillaert stadssecretaris

Nadere informatie

PRODUCTIE VAN EEN 360 VIRTUAL REALITY FILM INCLUSIEF HEADSET EN CREATIE INFOSTAND

PRODUCTIE VAN EEN 360 VIRTUAL REALITY FILM INCLUSIEF HEADSET EN CREATIE INFOSTAND Procedure: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking Bestek nummer: inverde-2015-023 PRODUCTIE VAN EEN 360 VIRTUAL REALITY FILM INCLUSIEF HEADSET EN CREATIE INFOSTAND Uiterste indieningsdatum

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP GENK EN HASSELT: HAALBAARHEIDSSTUDIE VOOR DE MOGELIJKE IMPLEMENTATIE VAN EEN FIETSDEELSYSTEEM (PERCEEL 1) EN OPMAAK VAN EEN BESTEK

Nadere informatie

Nieuwe regelgeving: plaatsing. Veronique Libbrecht Gent

Nieuwe regelgeving: plaatsing. Veronique Libbrecht Gent Nieuwe regelgeving: plaatsing Veronique Libbrecht 28-03-2013 Gent Situering Nieuwe regelgeving inzake overheidsopdrachten Basiswet: Wet 15 juni 2006 Uitvoeringsbesluiten: KB Plaatsing 15 juli 2011 KB uitvoeringsregels:

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN LEGIONELLA AKTIEPLAN & BESTRIJDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG. Europese School Europawijk Mol

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN LEGIONELLA AKTIEPLAN & BESTRIJDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG. Europese School Europawijk Mol Ref.: LG.ESM BIJZONDER BESTEK VOOR DE OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP LEGIONELLA AKTIEPLAN & BESTRIJDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG Opdrachtgevend bestuur Europese School

Nadere informatie

BESTEK N 18/01 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

BESTEK N 18/01 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP BESTEK N 18/01 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP Het aanstellen van een leverancier voor de installatie van een inbraakdetectiesysteem Offerteaanvraag BIV 1 INHOUD INHOUD...2 I. VOORAFGAANDELIJK...3

Nadere informatie

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP RENOVATIE/UITBREIDING VAN EEN TEHUIS VOOR NIET-WERKENDEN/NURSING Belangrijk : dit formulier dient volledig te worden ingevuld

Nadere informatie

ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING OPDRACHT TOT EVALUATIE VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE POM OOST-VLAANDEREN

ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING OPDRACHT TOT EVALUATIE VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE POM OOST-VLAANDEREN ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING OPDRACHT TOT EVALUATIE VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE POM OOST-VLAANDEREN ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT VAN

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN LASTVOORWAARDEN VOOR SCHILDERWERKEN IN SINT MICHIELSKERK TE BRECHT OPEN OFFERTEAANVRAAG. Kerkfabriek Sint Michiel

BIJZONDER BESTEK WERKEN LASTVOORWAARDEN VOOR SCHILDERWERKEN IN SINT MICHIELSKERK TE BRECHT OPEN OFFERTEAANVRAAG. Kerkfabriek Sint Michiel BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP LASTVOORWAARDEN VOOR SCHILDERWERKEN IN SINT MICHIELSKERK TE BRECHT OPEN OFFERTEAANVRAAG Opdrachtgevend bestuur Kerkfabriek Sint Michiel

Nadere informatie

Openbare aanbesteding IRT Project Levering van 86 Microsoft Office licenties

Openbare aanbesteding IRT Project Levering van 86 Microsoft Office licenties Openbare aanbesteding IRT Project Levering van 86 Microsoft Office licenties DEEL 1 - PRAKTISCHE GEGEVENS Voorwerp van de opdracht Deze opdracht behelst het leveren van 86 Microsoft Office Standaard licenties.

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK 14/HE-116/14-17 DIENSTEN STADSMARKETING EN COMMUNICATIE. DRUKKEN EN VERSPREIDEN VAN HET MAANDELIJKS STADSMAGAZINE

BIJZONDER BESTEK 14/HE-116/14-17 DIENSTEN STADSMARKETING EN COMMUNICATIE. DRUKKEN EN VERSPREIDEN VAN HET MAANDELIJKS STADSMAGAZINE BIJZONDER BESTEK 14/HE-116/14-17 VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP STADSMARKETING EN COMMUNICATIE. DRUKKEN EN VERSPREIDEN VAN HET MAANDELIJKS STADSMAGAZINE OPEN OFFERTEAANVRAAG met

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN HELPDESK BELTRACE OPEN OFFERTEAANVRAAG. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN HELPDESK BELTRACE OPEN OFFERTEAANVRAAG. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP HELPDESK BELTRACE OPEN OFFERTEAANVRAAG Opdrachtgevend bestuur Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)

Nadere informatie

GESCHIKTMAKINGSWERKEN

GESCHIKTMAKINGSWERKEN Opdrachtgever: VZW KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS REGIO TESSENDERLO Stationsstraat 125 3980 Tessenderlo Project: SCHOOLCOMPLEX PIUS X COLLEGE Stationsstraat 125 3980 Tessenderlo GESCHIKTMAKINGSWERKEN PERCEEL

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN ONTWERP EN REALISATIE VAN EEN NIEUWE EDUCATIEVE INRICHTING VOOR DE BIJENHAL VAN HET MILIEU- EN NATUURCENTRUM HEEMPARK.

BIJZONDER BESTEK WERKEN ONTWERP EN REALISATIE VAN EEN NIEUWE EDUCATIEVE INRICHTING VOOR DE BIJENHAL VAN HET MILIEU- EN NATUURCENTRUM HEEMPARK. BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP ONTWERP EN REALISATIE VAN EEN NIEUWE EDUCATIEVE INRICHTING VOOR DE BIJENHAL VAN HET MILIEU- EN NATUURCENTRUM HEEMPARK. ONDERHANDELINGSPROCEDURE

Nadere informatie

Algemene administratieve bepalingen en voorwaarden van een overheidsopdracht van LEVERINGEN

Algemene administratieve bepalingen en voorwaarden van een overheidsopdracht van LEVERINGEN , financiën ~ 050/288 333 - @, 050/208 228 1/6 BESTEK ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING Algemene administratieve bepalingen en voorwaarden van een overheidsopdracht van LEVERINGEN Technische

Nadere informatie

VOETBALTERREIN GELEGEN STOKKELSESTEENWEG

VOETBALTERREIN GELEGEN STOKKELSESTEENWEG Openbare Werken 1 Administration communale de WOLUWE-SAINT-PIERRE Charles Thielemanslaan 93 1150 BRUSSEL Gemeentebestuur van SINT-PIETERS-WOLUWE : 02.773.06.24 : 02.773.18.19 : mvaneechaute@woluwe1150.irisnet.be

Nadere informatie

Aankopen van van elektrische voertuigen. Opening offertes op 06/09/2016 om 10:45 uur

Aankopen van van elektrische voertuigen. Opening offertes op 06/09/2016 om 10:45 uur 2016/HFB/OA/32615 Aankopen van van elektrische voertuigen Opening offertes op 06/09/2016 om 10:45 uur Informatievergadering op 11/08/2016 om 13u30 in lokaal 4.E.12 van het Boudewijngebouw Disclaimer :

Nadere informatie

GESCHIKTMAKINGSWERKEN

GESCHIKTMAKINGSWERKEN Opdrachtgever: VZW KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS REGIO TESSENDERLO Stationsstraat 125 3980 Tessenderlo Project: SCHOOLCOMPLEX PIUS X COLLEGE Stationsstraat 125 3980 Tessenderlo GESCHIKTMAKINGSWERKEN PERCEEL

Nadere informatie

Driesstraat Bornem OFFERTEFORMULIER

Driesstraat Bornem OFFERTEFORMULIER BESTEK NUMMER: 0888-1 IN OPDRACHT VAN: VOORWERP OPDRACHT: GEBOUW / LIGGING: PERCEEL: vzw Katholieke Scholen Groot-Bornem Driesstraat 10 2880 Bornem Verantwoordelijke inrichtende macht : dhr Frans De Laet

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN LEVEREN EN PLAATSEN VAN 2 MULTIFUNCTIONELE SPORTKOOIEN TE ZWARTBERG EN KOLDERBOS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING

BIJZONDER BESTEK WERKEN LEVEREN EN PLAATSEN VAN 2 MULTIFUNCTIONELE SPORTKOOIEN TE ZWARTBERG EN KOLDERBOS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP LEVEREN EN PLAATSEN VAN 2 MULTIFUNCTIONELE SPORTKOOIEN TE ZWARTBERG EN KOLDERBOS ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING Opdrachtgevend

Nadere informatie

INTERNAAT MARIAVREUGDE BORGLOON RENOVATIE VAN 22 KAMERS EN GANG

INTERNAAT MARIAVREUGDE BORGLOON RENOVATIE VAN 22 KAMERS EN GANG BV/PDT/juli 2013 INTERNAAT MARIAVREUGDE BORGLOON RENOVATIE VAN 22 KAMERS EN GANG OFFERTEFORMULIER VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN BESTEK NUMMER: 2016-1 IN OPDRACHT VAN: INTERNAAT MARIAVREUGDE BORGLOON Nieuwland

Nadere informatie

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/331.57.90 info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/331.57.90 info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012 DEEL 0 - AANNEMING / WERF INHOUDSOPGAVE 00. INLEIDING / ALGEMEEN... 2 00.10. voorwoord - algemeen... 2 00.20. uitgangspunten - algemeen... 2 00.30. structuur & opvatting - algemeen... 2 00.40. gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

SAMENVATTING NIEUWE WETGEVING. samenvatting nieuwe wetgeving... 1. Wetteksten... 2. Drempels bestek en gunningswijze... 2

SAMENVATTING NIEUWE WETGEVING. samenvatting nieuwe wetgeving... 1. Wetteksten... 2. Drempels bestek en gunningswijze... 2 SAMENVATTING NIEUWE WETGEVING Inhoudstafel samenvatting nieuwe wetgeving... 1 Wetteksten... 2 Drempels bestek en gunningswijze... 2 Drempels europese publicatie... 3 Termijnen voor het indienen van offerte/kandidatuur...

Nadere informatie

2016/HFB/OO/ Leveren van groentenfruit. aardappelproducten. Opening 21/12/2016 9u45

2016/HFB/OO/ Leveren van groentenfruit. aardappelproducten. Opening 21/12/2016 9u45 2016/HFB/OO/33001 Leveren van groentenfruit en aardappelproducten Opening 21/12/2016 9u45 DISCLAIMER : de huidige slides zijn enkel een samenvatting van de voornaamste clausules van het bestek met referentie

Nadere informatie

Gedeeltelijke herinrichting Vlaams Administratief Centrum te Antwerpen. Inhoudstafel. Bouwheer

Gedeeltelijke herinrichting Vlaams Administratief Centrum te Antwerpen. Inhoudstafel. Bouwheer Gedeeltelijke herinrichting Vlaams Administratief Centrum te Antwerpen Inhoudstafel Bouwheer Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijnlaan 30 bus 60, 1000 Brussel Werf VAC Antwerpen Lange Kievitstraat 11-113

Nadere informatie

BESCHRIJVEND DOCUMENT. 43E/LOG/overname laurieren/vw-ms ), AFWIJKINGEN VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS

BESCHRIJVEND DOCUMENT. 43E/LOG/overname laurieren/vw-ms ), AFWIJKINGEN VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS Stadsbestuur Sint-Niklaas Grote Markt 1 9100 Sint-Niklaas Dienst logistiek Tel. 03 778 35 51 veerle.weyers@sint-niklaas.be BESCHRIJVEND DOCUMENT 2014-43E/LOG/overname laurieren/vw-ms overname van laurieren

Nadere informatie

Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Expertise Verkeer en Telematica. Bestek 1M3D8N/15/06

Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Expertise Verkeer en Telematica. Bestek 1M3D8N/15/06 Bijlage 1: offerteformulier Agentschap Wegen en erkeer Afdeling Expertise erkeer en Telematica Dossiernr : MDN/62 Bestek 1M3D8N/15/06 Omschrijving opdracht: Tellen van het vervoer van gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Georges-Henri Park : Georges Henripark: hekken en poorten in siersmeedwerk.

Georges-Henri Park : Georges Henripark: hekken en poorten in siersmeedwerk. BESTEK ref / Georges-Henri Park : Georges Henripark: hekken en poorten in siersmeedwerk. Overheidsopdracht voor leveringen met het doel de levering van een omheining in siersmeedwerk met de toegangshekken

Nadere informatie

NATUURMANAGEMENT: SOCIALE VAARDIGHEDEN

NATUURMANAGEMENT: SOCIALE VAARDIGHEDEN Procedure: Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking Bestek nummer: inverde-2014-10 NATUURMANAGEMENT: SOCIALE VAARDIGHEDEN Uiterste indieningsdatum offertes: op 28 mei 2014 om 11.00 uur

Nadere informatie

RENOVATIE SANITAIR LAGER EN KLEUTER - JENAPLANSCHOOL DE KLEURDOOS, ONDERWIJSSTRAAT 8-10, 9050 LEDEBERG TDG/2017/1036/EDC/INV/4113 OPEN AANBESTEDING

RENOVATIE SANITAIR LAGER EN KLEUTER - JENAPLANSCHOOL DE KLEURDOOS, ONDERWIJSSTRAAT 8-10, 9050 LEDEBERG TDG/2017/1036/EDC/INV/4113 OPEN AANBESTEDING BIJZONDER BESTEK OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN RENOVATIE SANITAIR LAGER EN KLEUTER - JENAPLANSCHOOL DE KLEURDOOS, ONDERWIJSSTRAAT 8-10, 9050 LEDEBERG TDG/2017/1036/EDC/INV/4113 OPEN AANBESTEDING Opmerking:

Nadere informatie

De Vlaamse Waterweg NV

De Vlaamse Waterweg NV De Vlaamse Waterweg NV Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor aanneming van werken Bestek nr. AAO D ALG 17-37 Offerteformulier Raamovereenkomst: Onderhoudswerken en

Nadere informatie

HUREN VAN PLANTEN VOOR EVENEMENTEN

HUREN VAN PLANTEN VOOR EVENEMENTEN Procedure: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking Bestek nummer: INVERDE-2015-002 RAAMOVEREENKOMST HUREN VAN PLANTEN VOOR EVENEMENTEN Uiterste indieningsdatum offertes: op dinsdag 17

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN TRAINING EN CONSULTANCY VOOR DE DIGITALE REGIO KORTRIJK VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN TRAINING EN CONSULTANCY VOOR DE DIGITALE REGIO KORTRIJK VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP TRAINING EN CONSULTANCY VOOR DE DIGITALE REGIO KORTRIJK VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING Opdrachtgevend

Nadere informatie

KATHOLIEKE BASISSCHOOL VAN ZEMST VZW

KATHOLIEKE BASISSCHOOL VAN ZEMST VZW KATHOLIEKE BASISSCHOOL VAN ZEMST VZW Project Verbouwing en vernieuwing van sanitaire installaties met inbegrip van installaties voor regenwaterrecuperatie. Kadaster Zemst 1e afdeling, sectie B, nummer

Nadere informatie

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen PROVINCIE ANTWERPEN OFFERTEFORMULIER Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet:

Nadere informatie

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan Genk

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan Genk STAD : Genk OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan 70 3600 Genk BENAMING VAN DE OPDRACHT : GT-160490-66 Infrastructuurwerken Omgevingswerken Kleuterschool

Nadere informatie

Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1. Bijzonder Bestek nr. 1438

Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1. Bijzonder Bestek nr. 1438 Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1 Bijzonder Bestek nr. 1438 Net RAAMOVEREENKOMST VOOR ONDERHOUDSWERKEN VAN SIGNALISATIE VOOR BLINDEN EN

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 337

BIJZONDER BESTEK NR. 337 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 337 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht heeft betrekking op de levering en indienststelling

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK WERKEN RENOVATIE KANTOOR HVW ANTWERPEN OPEN AANBESTEDING. Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen

BIJZONDER BESTEK WERKEN RENOVATIE KANTOOR HVW ANTWERPEN OPEN AANBESTEDING. Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR WERKEN MET ALS VOORWERP RENOVATIE KANTOOR HVW ANTWERPEN OPEN AANBESTEDING Opdrachtgevend bestuur Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen Ontwerper Architectenbureau

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK 17/MJE-139/17-21 DIENSTEN

BIJZONDER BESTEK 17/MJE-139/17-21 DIENSTEN BIJZONDER BESTEK 17/MJE-139/17-21 VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP CLUSTER INTERNE ONDERSTEUNING. VERZEKERING BURGERLIJKE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID EN RECHTSBIJSTAND ARCHITECTEN

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN UITVOEREN VAN EEN ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING.

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN UITVOEREN VAN EEN ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING. BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP UITVOEREN VAN EEN ARCHEOLOGISCHE OPGRAVING VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING Opdrachtgevend bestuur Gemeente

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL M.I.V.B. Speciale Studiedienst Koningsstraat 76 1000 BRUSSEL 1 Bijzonder Bestek nr. MIVB/SSD/1400 RAAMOVEREENKOMST VOOR VERSTERKING VAN PERRONNEUZEN

Nadere informatie

SAMENVATTENDE OPMETING SO 2017 ONTWERPER : heropbouw 2 woningen. GEVOEGD BIJ MIJN INSCHRIJVING Elke architectuur bvba PERCEEL:1 DD

SAMENVATTENDE OPMETING SO 2017 ONTWERPER : heropbouw 2 woningen. GEVOEGD BIJ MIJN INSCHRIJVING Elke architectuur bvba PERCEEL:1 DD VMSW OPDRACHTGEVER : REF NR.: 2015/0073/01 SAMENVATTENDE OPMETING Vlaams Woningfonds cvba BETREFT:Afbraak hanlspand en appartement en SO 2017 ONTWERPER : heropbouw 2 woningen GEVOEGD BIJ MIJN INSCHRIJVING

Nadere informatie

Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw

Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw OFFERTEFORMULIER. Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw Bouwheer INTERWAAS Lamstraat 113 9100

Nadere informatie

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6 BESTEK NUMMER: IN OPDRACHT VAN: GEBOUW / LIGGING: WERK / PERCEEL: 1407 Bouw en afwerking Wijkgezondheidscentrum Daenshuis

Nadere informatie

TDG/2017/1040/TAL/INV/4138 OPEN AANBESTEDING

TDG/2017/1040/TAL/INV/4138 OPEN AANBESTEDING BIJZONDER BESTEK OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN VERNIEUWEN VAN SANITAIRE INSTALLATIES EN RUIMTES IN DE KLEUTERSCHOOL/STIBO DE SPEURNEUS, TWEEKAPELLENSTRAAT 78 EN IN DE BASISSCHOOL HENRI D'HAESE, TWEEKAPELLENSTRAAT

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 1431

BIJZONDER BESTEK NR. 1431 MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL MIVB KONINGSTRAAT 76 1000 BRUSSEL (1) BIJZONDER BESTEK NR. 1431 Aanpassing van het bovengrondse net Kleine reparaties aan de halten en beddingen

Nadere informatie

6/03/2015 Samenvattende opmeting dossier BALENBERG 1

6/03/2015 Samenvattende opmeting dossier BALENBERG 1 6/03/2015 Samenvattende opmeting dossier BALENBERG 1 dossier BALENBERG 6/03/2015 lot SAMENVATTENDE MEETSTAAT ontwerp Schellen Architecten bvba S3Architecten cvba bouwheer BALENBERG NV volgnr. art. omschrijving

Nadere informatie

DEEL I OVERSCHOUWEN VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN REGLEMENTERING DE PRINCIPES EN DE TOEPASSELIJKE REGELS

DEEL I OVERSCHOUWEN VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN REGLEMENTERING DE PRINCIPES EN DE TOEPASSELIJKE REGELS Inhoudstafel Index van de voornaamste afkortingen wetgevend en reglementair kader... 13 Voorwoord... 15 DEEL I OVERSCHOUWEN VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN REGLEMENTERING DE PRINCIPES EN DE TOEPASSELIJKE REGELS

Nadere informatie

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) :

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) : Provincie Stad Aanbestedende overheid Benaming van de opdracht Limburg Sint-Truiden Wegen en Verkeer Limburg Aanpassing N3 Rotonde Stayen OFFERTEFORMULIER De ondergetekende (Naam en voornaam) : Hoedanigheid

Nadere informatie

Detailmeetstaat type O SANEREN WONINGEN

Detailmeetstaat type O SANEREN WONINGEN SANEREN WONINGEN LIGGING: 9930 Zomergem: A. Claeyspark BOUWHEER: Meetjeslandse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen Stationsstraat 58-9900 Eeklo - 09/376.90.40 - Fax 09/376.90.41 - technischedienst@mbv.woonnet.be

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK VOOR DE AANBESTEDINGEN VAN WERKEN BGHM / B 97 w ( Ed.15.05.1997 )

BIJZONDER BESTEK VOOR DE AANBESTEDINGEN VAN WERKEN BGHM / B 97 w ( Ed.15.05.1997 ) BB nr. 2700/2010/02/01 1 BRUSSELSE GEWESTELIJKE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ BIJZONDER BESTEK VOOR DE AANBESTEDINGEN VAN WERKEN BGHM / B 97 w ( Ed.15.05.1997 ) DEEL EEN - A - Lijst van afwijkingen Lijst der

Nadere informatie

RENOVATIE PLATTE DAKEN

RENOVATIE PLATTE DAKEN INSCHRIJVINGSFORMULIER aanbesteding 14/06/2011 BESTEK NUMMER: 260411 IN OPDRACHT VAN: GEBOUW / LIGGING: WERK: VRIJE BASISSCHOLEN DE WIJNGAARD VZW SINT ANNA 41 8500 KORTRIJK Tel 056 35 40 96 ST. VINCENTIUS

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK VM/B 97

BIJZONDER BESTEK VM/B 97 VLAAMSE MAATSCHAPPIJ VOOR SOCIAAL WONEN. KOLONIENSTRAAT 40 1000 BRUSSEL BIJZONDER BESTEK VM/B 97 van toepassing op de overeenkomsten inzake werken afgesloten door de sociale huisvestingsmaatschappijen

Nadere informatie

DEEL IV: OFFERTEFORMULIER

DEEL IV: OFFERTEFORMULIER 34 DEEL IV: OFFERTEFORMULIER VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Klanten & Ondersteuning Boudewijnlaan 30 bus 60 1000 BRUSSEL Bestek 2014/AFM/OA/28686 Open aanbesteding voor

Nadere informatie

Procedure toewijzing concessie café OC Kasterlee en dienstverlening aan OC Kasterlee

Procedure toewijzing concessie café OC Kasterlee en dienstverlening aan OC Kasterlee Procedure toewijzing concessie café OC Kasterlee en dienstverlening aan OC Kasterlee 1. Voorwerp Dit document regelt de procedure voor de toewijzing van de concessie van het café met zomerterras en de

Nadere informatie

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

DEEL III: OFFERTEFORMULIER 44 DEEL III: OFFERTEFORMULIER VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Bouwprojecten Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 - bus 60 1000 BRUSSEL OFFERTEFORMULIER Domein Adres Werk Besteknummer

Nadere informatie

DEEL III OPMETING DER WERKEN

DEEL III OPMETING DER WERKEN DEEL III OPMETING DER WERKEN dossier B693X lot lasafzuiging i g project lasatelier PTI ninove bouwheer Provincie i Oost-Vlaanderen.X1.1 hoog vacuüm afzuigarm omschrijving stuks aantal totaal 21.00 21 Totaal

Nadere informatie

AGION V.O. 11712.1.2 Bestek nr. 0915 RENOVATIE BUITENSCHRIJNWERK OFFERTEFORMULIER

AGION V.O. 11712.1.2 Bestek nr. 0915 RENOVATIE BUITENSCHRIJNWERK OFFERTEFORMULIER BESTEK NUMMER: 0915 IN OPDRACHT VAN: GEBOUW / LIGGING: WERK: Katholiek Onderwijs Gent-Zuid Lange Violettestraat 29 9000 GENT tel: 09/ 225 47 44 fax: 09/ 223 49 38 Onze-Lieve-Vrouwcollege Langestraat 66

Nadere informatie

Lot 2 dakrenovatie gebouw 3 werkplaats bouw, werkplaats logistiek en gebouw 15 schoolrestaurant

Lot 2 dakrenovatie gebouw 3 werkplaats bouw, werkplaats logistiek en gebouw 15 schoolrestaurant B A R T V A N D E K E R C K H O V E A R C H I T E C T E N V E N N O O T S C H A P Lot 2 dakrenovatie gebouw 3 werkplaats bouw, werkplaats logistiek en gebouw 15 schoolrestaurant Offerteformulier voor aanneming

Nadere informatie

dossier SGR1/AP/0071/2016/004 lot Ruwbouwwerken ontwerp aanleg parkings bouwheer Scholengroep 1 Antwerpen 00. ALGEMENE BEPALINGEN

dossier SGR1/AP/0071/2016/004 lot Ruwbouwwerken ontwerp aanleg parkings bouwheer Scholengroep 1 Antwerpen 00. ALGEMENE BEPALINGEN dossier SGR1/AP/0071/2016/004 lot Ruwbouwwerken ontwerp aanleg parkings bouwheer Scholengroep 1 Antwerpen 00. ALGEMENE BEPALINGEN 00.10. projectgegevens 00.20. ontwerpteam 00.21. ontwerpteam - architecturaal

Nadere informatie

Bevragingsleidraad voor de toewijzing van de concessie 'uitbating en toezicht op de Oostkampse wekelijkse markt op donderdagvoormiddag

Bevragingsleidraad voor de toewijzing van de concessie 'uitbating en toezicht op de Oostkampse wekelijkse markt op donderdagvoormiddag Bevragingsleidraad voor de toewijzing van de concessie 'uitbating en toezicht op de Oostkampse wekelijkse markt op donderdagvoormiddag Oproep tot voorstellen Indienen tegen uiterlijk 8 MEI 2013 Om 11 uur

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK 15/MJE-216/16-20V DIENSTEN

BIJZONDER BESTEK 15/MJE-216/16-20V DIENSTEN BIJZONDER BESTEK 15/MJE-216/16-20V VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP DIENST ICT. RAAMOVEREENKOMST VIA OPDRACHTENCENTRALE STAD AALST. MOBIELE TELEFONIE VOOR EEN PERIODE VAN MINIMUM

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK VM/B 97

BIJZONDER BESTEK VM/B 97 VLAAMSE MAATSCHAPPIJ VOOR SOCIAAL WONEN. KOLONIENSTRAAT 40 1000 BRUSSEL BIJZONDER BESTEK VM/B 97 van toepassing op de overeenkomsten inzake werken afgesloten door de sociale huisvestingsmaatschappijen

Nadere informatie