Disciplineren van adviseurs in een economische context. ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM Erasmus School of Economics Department of Economics
|
|
- Frederik de Vries
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Disciplineren van adviseurs in een economische context ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM Erasmus School of Economics Department of Economics Supervisor: prof. dr. O.H. Swank Name: A.M. de Snoo Exam number: as address:
2 Introductie Ministers moeten veel beslissingen nemen. Zij hebben onvoldoende tijd en expertise om de optimale beslissing te nemen. Topambtenaren, beleidsmedewerkers en adviseurs hebben meer expertise over bepaalde onderwerpen. De minister zal deze personen vragen om advies. Omdat de minister minder expertise heeft over het onderwerp, is het mogelijk dat bijvoorbeeld topambtenaren het beleid beïnvloeden. In Nederland worden topambtenaren daarom periodiek gedetacheerd om zo hun macht te beperken. Aan detachering zitten financiële nadelen, zoals wervingskosten en inwerkkosten. Daarom is het mogelijk efficiënter om topambtenaren, beleidsmedewerkers en adviseurs zo te laten handelen dat zij alleen doen wat voor de minister optimaal is. De minister kan dat gedrag bewerkstelligen door hen te disciplineren. Een deel van de economische literatuur richt zich op beleidsmakers en adviseurs (zie onder andere Calvert (1985) en Letterie en Swank (1997)). Hun gedrag wordt gemodelleerd in het Decision Maker Adviser Model (DM-A model, zie onder andere Morris (2001)). Dit model geeft het gedrag van de beleidsmaker en adviseur weer. De adviseur heeft macht omdat de beleidsmaker het advies niet direct kan controleren. Onder andere Wrasai en Swank (2007) onderzoeken hoe de adviseur het beleid van de beleidsmaker kan beïnvloeden. Tsuyuhara (2011) heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de adviseur te disciplineren. Dit heeft hij onderzocht in een model met twee perioden van advies en beslissen achter elkaar. De papers van Letterie en Swank (1997) en Morris (2001) zijn van groot belang voor deze scriptie. Letterie en Swank voeren een analyse uit naar het gedrag van een beleidsmaker, kiezer en adviseur. Samenwerking tussen deze drie personen is bijvoorbeeld bij de overheid te zien. De minister als beleidsmaker, een parlementariër als kiezer en een externe deskundige als adviseur. Deze beleidsmaker dient binaire keuzes te maken over projecten. De adviseurs hebben expertise en kunnen de kans op een verkeerde keuze door de beleidsmaker verminderen door het geven van advies. De adviseur heeft eigen voorkeuren die kunnen verschillen van de voorkeuren van de beleidsmaker. De adviseur kan het beleid beïnvloeden door middel van zijn adviezen. De beleidsmaker dient de kiezers, in parlement of bij een referendum, te overtuigen van een bepaalde keuze. Hij hoeft alleen de personen die in het midden zweven te overtuigen om 2
3 met zijn groep mee te stemmen 1. De beleidsmaker moet dus zorgen dat hij én juist advies krijgt én de middengroep kan overtuigen. Om te weten te komen welke adviseur door de beleidsmaker geconsulteerd moet worden, hebben Letterie en Swank een model gebruikt. Dit model is een spel waarin de beleidsmaker een binaire keuze maakt, het project accepteren of niet. De adviseur stuurt een boodschap waarin hij aangeeft of het project moet worden geaccepteerd of niet. De adviseur maakt zijn keuze op basis van zijn expertise en preferenties. De beleidsmaker maakt zijn keuze op basis van zijn preferenties en het gegeven advies. Het draait in de paper van Letterie en Swank om de vraag welke adviseur geconsulteerd moet worden. Uit hun onderzoek blijkt dat voor het verkrijgen van het juiste advies de beleidsmaker een adviseur dient te vragen die dezelfde preferenties heeft. Voor het overtuigen van het parlement of de kiezer geldt een ander evenwicht. De preferenties van de adviseur moeten dan gelijk zijn aan die van het parlement of de kiezer. 2 Letterie en Swank hebben dit onderzocht voor het geval dat er eenmalig advies nodig is. Tsuyuhara (2011) schreef over tweemaal advies krijgen. Een beleidsmaker kan vaker dan twee keren advies nodig hebben. Bijvoorbeeld de regering (beleidsmakers) van Nederland krijgt met regelmaat advies van het Centraal Planbureau en van de Sociaal- Economische Raad. Een dynamisch model kan aangeven hoe de beleidsmaker de adviseur zo kan disciplineren dat de adviseur zijn gedrag aanpast. Morris onderzoekt een dynamisch model (Morris, 2001). Hij kijkt naar de reputatie die de adviseur opbouwt. Als de adviseur een advies geeft dat niet klopt, daalt de reputatie van de adviseur. De beleidsmaker zal het volgende advies van de adviseur negeren. Morris onderzoekt of het mogelijk is dat de beleidsmaker leert van de adviezen. Hij kijkt vanuit het oogpunt van de beleidsmaker, hoe de beleidsmaker advies moet interpreteren. Omdat de adviseur weet dat de beleidsmaker een reputatieoordeel heeft over de adviseur, past de adviseur zijn gedrag aan. Morris haalt het voorbeeld aan van een politieke discussie waar een adviseur politiek correct kan gaan handelen om zo de beleidsmaker tevreden te stemmen. De beleidsmaker weet dat dit kan gebeuren en 1 Bij de binaire keuze zal de ene flank van het parlement voor zijn en de andere flank tegen. De middenpartijen moeten ook kiezen tussen voor en tegen en hebben een beslissende stem om een van beide groepen aan een meerderheid te helpen. De beleidsmaker moet dan de middenpartijen overtuigen om met zijn helft mee te stemmen om zo een meerderheid te behalen. 2 Letterie en Swank behandelen ook de mogelijkheid dat de adviseur een negatief advies geeft. Dat advies wordt door zowel de beleidsmaker als de kiezer opgepakt. Dit leidt tot nieuwe problemen. Die problemen worden in deze scriptie buiten beschouwing gelaten. 3
4 reageert op dit gedrag. Naarmate de adviseur zich meer zorgen maakt over zijn reputatie en meer politiek correct zal adviseren, neemt de inhoudelijke waarde van het advies af. Morris concludeert dan ook dat op een evenwicht het advies zonder informatie is als de reputatievrees voldoende groot is. Een adviseur heeft liever dat naar hem wordt geluisterd om zo te zorgen dat hij de volgende perioden ook mag adviseren dan dat de uitkomst juist is. Letterie en Swank legden de basis van een model waarin de beleidsmaker een keuze maakt voor een bepaalde adviseur. Zij gebruikten een model van een periode. Morris werkte met een model waarin de beleidsmaker leert van de adviseur. Hij gebruikt een model met op elkaar volgende perioden. In deze scriptie wordt gekeken naar een model met meerdere perioden waarin een beleidsmaker een adviseur om advies vraagt. Dit onderzoek is een uitbreiding op het onderzoek van Letterie en Swank. Deze scriptie heeft een ander vertrekpunt dan Morris door juist te kijken naar hoe de adviseur zijn gedrag aanpast en wel een informatief advies geeft. Deze scriptie onderzoekt of er een evenwicht in het dynamische spel is waar de beleidsmaker de adviseur zo kan disciplineren dat de adviseur zijn gedrag aanpast. De onderzoeksvraag voor deze scriptie is: Hoe kan een beleidsmaker een adviseur disciplineren? Het is denkbaar dat factoren als omgeving, relaties en leeftijd de mogelijkheden van disciplineren beïnvloeden. Deze factoren worden in deze scriptie buiten beschouwing gelaten. Daarnaast kan een beleidsmaker na verloop van tijd ook worden vervangen. Dat wordt in deze scriptie buiten beschouwing gelaten. In het onderdeel conclusie wordt bij deze beperkingen kort stil gestaan. Er zijn aanwijzingen dat de beleidsmaker de adviseur in een beperkt aantal gevallen kan disciplineren. Naarmate de adviseur minder enthousiast is over een project en naarmate hij minder belang heeft adviseur te mogen blijven, is het moeilijker voor de beleidsmaker om hem te disciplineren. In het onderdeel Resultaten wordt dit uitgewerkt. Eerst zal het basis DM-A-model worden uitgelegd. Daarna wordt het dynamische model uitgewerkt. Vervolgens wordt er naar vier casus gekeken en worden deze opgelost. Ten slotte zal in het onderdeel conclusie de onderzoeksvraag worden beantwoord en zullen enkele aanbevelingen voor vervolgonderzoek worden gedaan. 4
5 Theoretisch kader Basis model en nutsfuncties De beleidsmaker (afgekort als P) moet een binaire beslissing (X) nemen over een project. X=1 betekent dat het project wordt geaccepteerd en uitgevoerd. X=0 betekent dat het project niet wordt geaccepteerd, dan blijft de situatie onveranderd (status quo). Zoals in de introductie is aangegeven, beschikt de beleidsmaker over onvoldoende tijd en expertise om de optimale beslissing te nemen. Als de beleidsmaker op basis van zijn eigen preferenties (afgekort als p) een beslissing neemt, bestaat het risico dat hij de verkeerde beslissing neemt. De beleidsmaker weet namelijk niet hoe het project uitpakt. Hij kent de onbekende uitkomst (stochast µ) niet. De beleidsmaker kan het risico dat hij de verkeerde beslissing neemt vermijden door advies in te winnen. Dit kan ook wiskundig worden weergegeven. Het te behalen nut (U) voor de beleidsmaker wordt weer gegeven door de nutsfunctie ( ) in het geval van. Als is het nut ( ). 3 Omdat de beleidsmaker niet kent, kan hij bij negatief nut hebben 4. Om een verkeerde keuze te vermijden kan de beleidsmaker een adviseur raadplegen. De adviseur kent wel. Op basis van zijn advies kan de beleidsmaker dan ook een betere beslissing nemen. De adviseur (afgekort als A) heeft ook eigen preferenties (afgekort als ). De beleidsmaker kan de precieze waarde van waarnemen. De nutsfunctie van de adviseur is ( ) in het geval van. Als is het nut van de adviseur ( ). Omdat voor de adviseur beide termen bekend zijn, weet hij altijd of hij voor positief of negatief nut krijgt. Na acceptatie van het project en afloop van periode t kan de beleidsmaker verifiëren. Op het moment dat is er geen project uitgevoerd en kan de beleidsmaker niet verifiëren wat de waarde van was. De beleidsmaker kan na afloop van periode t de adviseur ontslaan. De adviseur kan het belang hebben om te mogen blijven, dat worden career concerns genoemd. De adviseur brengt zijn advies aan de beleidsmaker over door middel van een boodschap. Deze boodschap wordt genoteerd met m. Als het project moet worden 3 p en a liggen op het interval [-h,h]. µ is uniform verdeeld over [-h,h] en wordt door de natuur op dit interval geplaatst 4 Namelijk als ( ) 5
6 geaccepteerd stuurt de adviseur m=m G. Als het project niet moet worden geaccepteerd, stuurt de adviseur m=m B. 5 Uit bovenstaande nutsfunctie is af te leiden dat de adviseur m=m G stuurt als en m=m B als, mits er geen career concerns zijn. Aangezien niet altijd gelijk is aan, kan het voorkomen dat de adviseur m=m G stuurt, omdat dit voor hem positief nut oplevert terwijl het nut van de beleidsmaker negatief is. Op het moment dat de adviseur boodschappen zendt die enkel voor de adviseur nuttig zijn, dient de beleidsmaker op zijn eigen preferenties af te gaan. Er is sprake van een babbling equilibrium (Farrell & Rabin, 1996). Om deze problemen tegen te gaan, is het nodig dat de beleidsmaker de adviseur kan disciplineren. Dynamisch model Zoals in de introductie is aangegeven, dienen ministers (beleidsmakers) tal van beslissingen te nemen en raadplegen zij topambtenaren en andere experts (adviseurs) voor advies. De minister moet deze adviseurs zo kunnen disciplineren dat zij het juiste advies zullen geven. Zij moeten alleen m=m B sturen als de minister het project moet verwerpen en alleen m=m G sturen als de minister het project moet accepteren. Een adviseur weet dat hij vervangen kan worden en is daarom onzeker over zijn toekomst. De tijdspreferentie wordt aangegeven met σ waar geldt dat. Het nut van de adviseur op tijdstip t kan ook worden weergegeven als 1. ( ) staat voor het al dan niet aannemen van het project op tijdstip t en neemt dus een gelijke waarde aan als X op tijdstip t. 6 Het totale nut van de adviseur wordt dan, verdisconteerd met behulp van tijdspreferentie σ, 2. Het nut van de adviseur hangt af van de keuze die door de beleidsmaker wordt gemaakt. Daarnaast is er sprake van asymmetrische informatie voor de beleidsmaker 7. Dit samen zorgt er voor dat de beleidsmaker en de adviseur zullen zoeken naar de optimale reactie op elkaar. Dit is uit te werken met behulp van de speltheorie en Nash-evenwichten (zie 5 De G staat voor Good en de B voor Bad. 6 als X=1 en als X=0 7 De adviseur kent µ wel en de beleidsmaker kent µ niet. 6
7 onder meer Reiss (2013)). De beleidsmaker en de adviseur zijn de spelers in dit spel. Er moet worden gezocht naar het optimale evenwicht, in dit spel het Perfect Bayesian Equilibrium (Gibbons, 1992). Stel dat het advies van de adviseur altijd wordt opgevolgd door de beleidsmaker. Als zal de adviseur boodschap m=m G sturen en zal de beleidsmaker het project accepteren (X=1). De adviseur heeft belang bij een juiste reactie van de beleidsmaker op het advies. Zodra de beleidsmaker niet altijd het advies opvolgt, moet de adviseur zijn strategie aanpassen. Bayes Rule is hier van toepassing (Kreps & Wilson, 1982). De beleidsmaker en de adviseur zullen allebei een strategie kiezen die optimaal is in reactie op het verwachte handelen van de ander. Dit is in de modellen uit te werken door te zoeken naar evenwichten. In de volgende paragraaf worden deze evenwichten voor meerdere casus uitgewerkt. Kortgezegd wordt dit stappenplan doorlopen: 1. Op het interval [-h,h] wordt door de natuur µ geplaatst 2. De adviseur neemt waar. 3. De adviseur geeft advies aan de beleidsmaker en brengt het advies over door middel van boodschap. 4. De beleidsmaker maakt een keuze. Dit stappenplan wordt oneindig veel keren herhaald. 7
8 Resultaten: Kan de beleidsmaker de adviseur disciplineren? Het is mogelijk dat de adviseur wordt ontslagen. De kans dat de adviseur mag blijven als hij m=m G heeft gestuurd, is gelijk aan ( ) 8. Functie (2) kan worden herschreven tot 3. ( ) ( ) Dit is een oneindige meetkundige rij en deze kan vereenvoudigd worden tot 9 4. ( ) ( ) Als altijd aan de communication constraint (zie onder meer Laffont en Martimort (1998) en Annen, (2003)) wordt voldaan, is het voor de beleidsmaker onmogelijk om de adviseur te disciplineren. De adviseur weet namelijk dat wat hij ook adviseert de beleidsmaker zijn advies opvolgt. Als niet altijd aan de communication constraint wordt voldaan, dient de beleidsmaker te testen of de adviseur zijn gedrag aanpast als hij onzeker is over zijn toekomst. In dit spel moet naar een evenwicht gezocht worden. Als dat evenwicht bestaat, is het mogelijk voor de beleidsmaker om de adviseur te disciplineren. Als er meerdere evenwichten zijn, kan de adviseur afwijken. Dan is het voor de beleidsmaker onmogelijk om de adviseur te disciplineren. Daarom moet naar een Nash-evenwicht worden gezocht. Als kleiner is dan, is het onmogelijk om te disciplineren. De adviseur zal dan altijd m=m B sturen als omdat de beleidsmaker dan niet de waarde van µ kan verifiëren. De mogelijke relaties tussen en zijn in Figuur 1 weergegeven. Onder deze figuur staan de casus A tot en met D uitgewerkt. 8 Dit is de kans dat ligt op het interval ]. Als de adviseur dan m=m G zendt, dan levert dit de beleidsmaker positief nut op. Bij het sturen van m=m G als µ ligt op het interval ] is het nut van de beleidsmaker negatief en zal hij de adviseur na afloop van periode t ontslaan. 9 De regel voor een oneindig meetkundige rij is als. 8
9 Figuur 1. Mogelijke relaties tussen a en p. A. -h p -a 0 -p a h B. B.1 -h p a 0 -a -p h B.2 -h a p 0 -p -a h C. -h -p a 0 p -a h D. D.1 -h -a -p 0 p a h D.2 -h -p -a 0 a p h A. In een statische versie van situatie A ontmoeten de beleidsmaker en de adviseur elkaar een beperkt aantal keren. Er is een laatste keer van adviseren. Tijdens dat laatste advies zijn er geen reputatieproblemen en is er geen sprake van career concerns. De adviseur zal volgens zijn eigen preferenties ( ) handelen, het heeft voor de beleidsmaker dan ook geen zin om een adviseur aan te nemen. Alleen als de adviseur boodschap m=m B zendt, weet de beleidsmaker dat hij het project moet weigeren 10. In het geval van een dynamische versie waar aan de communication constraint wordt voldaan en geldt dat is de beleidsmaker negatief vooringenomen en staat de adviseur positief tegenover het project. De beleidsmaker volgt altijd het advies van de 10 Dan is en zal gelden. 9
10 adviseur op. De beleidsmaker kan de adviseur alleen achteraf ontslaan om in de daaropvolgende perioden zijn beleid te baseren op zijn eigen voorkeur ( ). De beleidsmaker heeft zodoende niet de macht om de adviseur te disciplineren. Als de communication constraint doorbroken kan worden en geldt, volgt de beleidsmaker enkel het advies op als de adviseur in de voorafgaande periode (periode ) een juist advies gaf. Zoals eerder aangegeven is, kan de beleidsmaker enkel testen of het advies juist was als in de voorafgaande periode het project is geaccepteerd. Anders blijft de situatie onveranderd en is niet te verifiëren. Om te zorgen dat de adviseur het beste advies geeft en niet het advies dat enkel voor de adviseur in periode t een positief nut oplevert, dient het nut van niet ontslagen worden groter te zijn dan het nut dat wordt verkregen door projectacceptatie én ontslag. Er moet worden voldaan aan voorwaarde (5). Het linker gedeelte geeft het nut aan van niet ontslagen worden. Het rechter gedeelte geeft het nut aan van projectacceptatie en daarna ontslagen zijn. Het nut van ontslagen zijn is in casus A nul omdat de beleidsmaker in ) de keuze baseert op en dus altijd kiest voor X=0 11. Omdat µ uniform is verdeeld over [-h,h] is de verwachte waarde van µ als X=1 gelijk aan ( ). 5. ( )( ( )) In het geval dat is het nut voor de beleidsmaker bij acceptatie nul en zal het project dus niet geaccepteerd moeten worden. De adviseur heeft echter in dit geval wel een positief nut omdat zowel als groter dan 0 zijn. Op dit punt is er de sterkste neiging voor de adviseur om af te wijken. In het geval van wordt namelijk de hoogste waarde van bereikt waar de adviseur nog wel de boodschap m=m B dient te sturen. Daarom moeten voor de adviseur de verdisconteerde waarden van toekomstige nutten hoger zijn dan het nut van nu m=m G sturen. Dit betekent dat 6. ( )( ( )) 11 Hij kiest voor omdat en hij niet kan waarnemen. 10
11 Als we deze formule herschrijven vinden we achtereenvolgens 7. ( )( ) ( ) ( ( )) 8. ( )( ( )) Zodra aan voorwaarde (8) is voldaan, zal de adviseur alleen m=m G sturen als dat ook daadwerkelijk de beste optie is voor de beleidsmaker. Uit voorwaarde (8) is af te leiden dat naarmate σ groter is, de kans dat de beleidsmaker de adviseur kan disciplineren ook toeneemt. Aangezien geldt dat moet de breuk in voorwaarde (8) ook tussen 0 en 1 liggen. Omdat geldt, moet ook gelden dat h+p<h. Dit betekent dat en om te zorgen dat de breuk in voorwaarde (8) tussen 0 en 1 komt te liggen moet voorwaarde (9) gelden. 9. ( ( )) ( ) Dit kan worden herschreven tot: 10. Formule (10) gaat alleen op als en niet te dicht bij 0 liggen. Naarmate en verder van 0 afliggen en daarmee ook verder van elkaar afliggen, wordt het makkelijker voor de beleidsmaker om de adviseur te disciplineren. Om als beleidsmaker te kunnen disciplineren is zowel een voldoende hoge σ vereist als het ver genoeg uit elkaar liggen van de voorkeuren en. B. In het geval dat zijn zowel de beleidsmaker als de adviseur negatief bevooroordeeld ten aanzien van het project. De mate waarin zij negatief bevooroordeeld zijn, kan verschillen. Ofwel ofwel geldt. Als kleiner is dan, is het onmogelijk om te disciplineren. De adviseur zal dan altijd m=m B sturen als omdat de beleidsmaker dan niet de waarde van kan verifiëren. 11
12 In het geval dat aan de communication constraint wordt voldaan, zal de beleidsmaker de adviseur altijd volgen. Na een eventueel ontslag van de adviseur neemt de beleidsmaker zijn beslissing op basis van zijn eigen preferenties ( ). Het is dan ook onmogelijk voor de beleidsmaker om de adviseur te disciplineren. Als niet aan de communication constraint wordt voldaan en geldt dat, zijn zowel de beleidsmaker als de adviseur negatief bevooroordeeld over het project. Als is, ontleent de adviseur negatief nut aan het sturen van m=m G. Omdat de beleidsmaker alleen het advies kan controleren als het project daadwerkelijk is uitgevoerd, zal de adviseur m=m B sturen, zodat de beleidsmaker niet weet of hij het project had moeten uitvoeren. Als en geldt dat is het nut van de adviseur bij projectacceptatie positief. De beleidsmaker zal hem na afloop van periode t ontslaan omdat het nut van de beleidsmaker bij projectacceptatie negatief is. Als is het nut van de adviseur positief en van de beleidsmaker nul. Op dit punt is er de sterkste neiging voor de adviseur om af te wijken. Als het nut van nu m=m B sturen hoger is dan m=m G sturen en ontslagen worden, kan de beleidsmaker de adviseur disciplineren. Aan voorwaarde (11) 12 moet dan worden voldaan. 11. ( )( ( )) Aan voorwaarde (11) kan alleen worden voldaan als en de breuk tussen nul en een ligt. Als namelijk, is de noemer negatief. moet dan een waarde groter dan een aannemen en dat is niet mogelijk. In casus B kan gelden dat of geldt. Omdat er dan meerdere oplossingen van µ naar σ zijn, is het voor de beleidsmaker niet altijd mogelijk om te disciplineren. C. In dit geval geldt dat, dit betekent dat de beleidsmaker positief vooringenomen is, terwijl de adviseur negatief bevooroordeeld is. In deze casus is altijd kleiner dan Daarom is het onmogelijk om te disciplineren. De adviseur zal altijd 12 Net als in casus A geldt hier dat, daarom kunnen de formules uit casus A deels opnieuw worden gebruikt. 12
13 m=m B sturen als omdat de beleidsmaker dan niet de waarde van µ kan verifiëren. Het is in deze casus onmogelijk voor de beleidsmaker om de adviseur te disciplineren. D. Deze beide casus gaan over het geval dat. De beleidsmaker en de adviseur zijn beiden positief bevooroordeeld over het project. Als aan de communication constraint wordt voldaan, is er geen mogelijkheid tot disciplineren. De adviseur weet dat de beleidsmaker altijd luistert. In het geval dat niet aan de communication constraint wordt voldaan, is er nog steeds geen mogelijkheid tot disciplineren. Ook hier geldt dat zodra kleiner is dan, het onmogelijk is om te disciplineren. De adviseur zal dan altijd m=m B sturen als omdat de beleidsmaker dan niet de waarde van µ kan verifiëren. Als kan de beleidsmaker de adviseur ook niet disciplineren tenzij en ver uit elkaar liggen. Hoe dichter en bij elkaar liggen, hoe groter de uitkomst van de breuk vanwege de waarde van de noemer in voorwaarde (11). De beleidsmaker kan de adviseur alleen disciplineren als aan voorwaarde (12) en (13) wordt voldaan. 12. ( )( ( )) 13. ( ) ( ( )) ( ) Aan voorwaarde (12) moet worden voldaan om te zorgen dat. Voorwaarde (13) werkt dit verder uit. In voorwaarde (13) is duidelijk te zien dat naarmate en dichter bij elkaar liggen, het moeilijker is om aan de voorwaarde te voldoen. Aangezien geldt dat of, zijn er meerdere oplossingen mogelijk. Bij kan er namelijk niet gedisciplineerd worden en bij kan er in uitzonderlijke gevallen 13 gedisciplineerd worden. Het is in casus D voor de beleidsmaker niet altijd mogelijk om te disciplineren. Als de adviseur de boodschap m=m B zendt, moet de beleidsmaker opletten omdat de adviseur positief was en er dus een sterkere negatieve moet 13 Alleen als en ver uit elkaar liggen. Bijvoorbeeld en. Zo zijn meer voorbeelden te geven, duidelijk is dat en ver uit elkaar liggen. 13
14 gelden 14. Het nut van de beleidsmaker bij acceptatie van het project is in dit geval kleiner dan In dit geval geldt 15 µ<0 Dus geldt dat ( ) ( ) 14
15 Conclusie In deze scriptie is het DM-A model bekeken en een dynamische variant onderzocht. Verschillende verhoudingen tussen de preferenties van de beleidsmaker en preferenties van de adviseur zijn onderzocht. Er is gekeken naar de invloed van deze relatieve verhoudingen op de mogelijkheden om te disciplineren. Uit de resultaten bleek dat een beleidsmaker een adviseur kan disciplineren als aan een aantal voorwaarden werd voldaan. Ten eerste moet, daarnaast moeten en voldoende ver uit elkaar liggen. Ten derde moet groot genoeg zijn en ten slotte moet de communication constraint doorbroken worden. Als hieraan wordt voldaan, kan de beleidsmaker de adviseur disciplineren. Anders gezegd, de adviseur moet positiever bevooroordeeld zijn over een project dan de beleidsmaker. Ook dient er een verschil te zijn in de grootte van deze preferenties. De adviseur dient zich zorgen te maken over zijn behoud als adviseur. Hoe meer waarde hij hecht aan te mogen blijven, des te hoger zal tijdspreferentie zijn. Als de beleidsmaker altijd het advies van de adviseur opvolgt, heeft de adviseur te veel macht. De adviseur kan elke boodschap sturen, dat is onwenselijk. Daarom dient de communication constraint doorbroken te worden. De onderzoeksvraag betrof het hoe van het disciplineren. De manier waarop de beleidsmaker kan disciplineren is door de juiste adviseur te vragen. Aan de vier hierboven genoemde voorwaarden dient te worden voldaan. Dit samen biedt de beleidsmaker de mogelijkheid om te disciplineren. In dit onderzoek is gekeken naar career concerns als disciplinemiddel. Andere middelen en invloeden als persoonlijke relatie tussen de beleidsmaker en de adviseur en leeftijd van de adviseur zijn buiten beschouwing gelaten. In deze scriptie is verondersteld dat de beleidsmaker tussentijds niet wordt opgevolgd door een volgende beleidsmaker. Dat is niet logisch omdat bijvoorbeeld ministers kunnen worden vervangen na een kabinetswissel. Een wissel leidt tot een laatste periode van advies en daarna een nieuwe start. In die laatste periode kan de adviseur mogelijk afwijken omdat de career concerns ontbreken. Verder onderzoek dient dan ook gedaan worden naar de invloed van het wisselen van beleidsmakers. Dergelijk onderzoek zal een beter beeld van de mogelijkheden om te disciplineren geven. 15
16 Bibliografie Annen, K. (2003, april). Social capital, inclusive networks, and economic performance. Journal of Economic Behavior & Organization, Bonaccio, S., & Dalal, R. (2006). Advice taking and decision-making: An integrative literature review, and implications for the organizational sciences. Organizational Behavior and Human Decision Processes, Calvert, R. (1985). The value of biased information: A rational choice model of political advice. The Journal of Politics, Farrell, J., & Rabin, M. (1996). Cheap Talk. The Journal of Economic Perspectives, Gibbons, R. (1992). A Primer in Game Theory. Upper Saddle River: Pearson Education Limited. Kreps, D. M., & Wilson, R. (1982). Reputation and imperfect information. Journal of Economic Theory, Laffont, J., & Martimort, D. (1998). Collusion and Delegation. The RAND Journal of Economics, Letterie, W., & Swank, O. (1997). Learning and signalling by advisor selection. Public Choice, Morris, S. (2001). Political Correctness. Journal of Political Economy, Reis, J. (2013). Philosophy of Economics. New York: Routledge. Swank, O., & Dur, R. (2001). Why do policy makers give (permanent) power to policy advisors? Economics and Politics, 13, Tsuyuhara, K. (2012). An advice game with reputational and career concerns. Economics Bulletin(32), Wrasai, P., & Swank, O. (2007). Policy makers, advisers, and reputation. Journal of Economic Behavior & Organization, 62,
Een trigger strategy in het DM-A model ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM Erasmus School of Economics Department of Economics
Een trigger strategy in het DM-A model ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM Erasmus School of Economics Department of Economics Scriptiebegeleider: Prof. dr. O.H. Swank Naam: Ewout van Rumpt Examen Nummer: 358916
Empirie voor een theoretisch model over de effecten van functioneringsgesprekken. Kirsten van der Beek Studentnummer Bachelorscriptie
Empirie voor een theoretisch model over de effecten van functioneringsgesprekken Kirsten van der Beek Studentnummer 329612 Bachelorscriptie Erasmus School of Economics Sectie Algemene Economie Begeleider
Discriminatie, in voordeel van de favoriete werknemer? ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM. Erasmus School of Economics. Department of Economics
Discriminatie, in voordeel van de favoriete werknemer? ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM Erasmus School of Economics Department of Economics Scriptie begeleider: Prof. Dr. O.H. Swank Naam: Vanja van Sprakelaar
Effecten van functioneringsgesprekken bij langdurige werkrelaties
Effecten van functioneringsgesprekken bij langdurige werkrelaties Gebaseerd op het model van Kamphorst en Swank beschreven in The role of performance appraisals in motivating employees Bachelorscriptie
Onafhankelijk advies: Het Centraal Planbureau
Onafhankelijk advies: Het Centraal Planbureau ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Department of Economics Bachelorscriptie Algemene economie (BA7) Begeleider: Prof. Dr. O.H. Swank
Over de politieke afhanklijkheid van ambtenaren en de stemstrategie van de kiezer
Over de politieke afhanklijkheid van ambtenaren en de stemstrategie van de kiezer Jeannine van Reeken 333437 Erasmus Universiteit Rotterdam Scriptiebegeleider: Prof. dr. O.H. Swank 4 juli 2012 Samenvatting
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Relatie Financieel Adviseur - Klant
Relatie Financieel Adviseur - Klant Dr Anita Vlam 28 maart 2012 Inhoud: Voorbeelden Het onderzoek Rentes Leningen Financieel Advies Expertise Tevreden met relatie Relatie adviseur en consument Aanbevelingen
Biedingsstrategieën en informatieverzamelingsstrategieën bij eerste-prijs gesloten-bod veilingen
Biedingsstrategieën en informatieverzamelingsstrategieën bij eerste-prijs gesloten-bod veilingen En wat de voorwaarden zijn waaronder informatie verzameld wordt Bachelor Scriptie Economie en Bedrijfseconomie
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies
Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan
PARADOXEN 2 Dr. Luc Gheysens
PARADOXEN Dr. Luc Gheysens SPELEN MET ONEINDIG Historische nota De Griekse filosoof Zeno (ca. 90-0 v. Chr.) bedacht een aantal paradoen om aan te tonen dat beweging eigenlijk een illusie is. De meest bekende
Normering en schaallengte
Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald
Ondernemen = Kiezen = Spelen. Lezing op het Nationaal T&U Congres 9 oktober Tom Verhoeff. Faculteit Wiskunde & Informatica
Ondernemen = Kiezen = Spelen Lezing op het Nationaal T&U Congres 9 oktober 2008 Tom Verhoeff Faculteit Wiskunde & Informatica c 2008, T. Verhoeff @ TUE.NL /6 Ondernemen = Kiezen = Spelen Eerste spel: Cijfers
Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, uur
Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, 9.30-2.30 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 00. De waardering per opgave staat vermeld. Opgave (20 punten) Gegeven
Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
wiskunde A Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 05 Tijdvak Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Relatiedag Onzekerheid als kompas. 21 maart World Café. Vertrouwen Keuzevrijheid Besluitvorming
Relatiedag 2018 Onzekerheid als kompas Onzekerheid: daar kun je op vertrouwen! Rick Koster World Café Vertrouwen Keuzevrijheid Besluitvorming 21 maart 2018 Introductie door Marcel Kennismaking Gebruik
Correctievoorschrift VWO 2012
Correctievoorschrift VWO 0 tijdvak wiskunde C Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de
Rekenen aan wortels Werkblad =
Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden
Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris
POK Memorandum 2009-1 Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris POK Memorandum 2009-1 Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris Cito
Correctievoorschrift VWO 2012
Correctievoorschrift VWO 202 tijdvak 2 wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
College 3. Opgaven. Opgave 2
College 3 Opgaven Opgave 2 Tabel bij opgave 2 Schepen Marg. kosten Totale kosten Tot. opbr. Marg. opbr. Netto opbr. 3 200 600 900 900 300 4 200 800 1600 700 800 5 200 1000 2000 300 1000 6 200 1200 2100
Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek
Eindige Fourier-Analyse in de Additieve Combinatoriek Sam van Gool 22 juni 2007 Bachelorscriptie Begeleiding: prof. dr. T. H. Koornwinder KdV Instituut voor wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,
Betekenis manipuleren via framing
Wegwijzer: Betekenis manipuleren via framing Maakt het een verschil als je zegt: Dit glas is halfvol of Dit glas is halfleeg? Strikt genomen zeg je hetzelfde, maar reageren mensen ook hetzelfde op beide
Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek
Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en
UIT speltheorie
Speltheorie. Wat is de speltheorie (gametheorie). De speltheorie beschouwt situaties in de echte wereld waarin twee (of meerdere) partijen aan elkaar verbonden zijn via hun acties. Als de ene partij een
Gevangenenprobleem. Samenwerken en onderhandelen
Gevangenenprobleem Samenwerken en onderhandelen 10 20 30 40 50 60 HAVO VWO Dit experiment illustreert het gevangenenprobleem door middel van een kaartspel in groepjes van twee. In iedere ronde kiezen deelnemers
MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!
MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese
Persoonlijke factoren en Sales succes
Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.
Hertentamen Biostatistiek 3 / Biomedische wiskunde
Hertentamen Biostatistiek 3 / Biomedische wiskunde 2 juni 2014; 18:30-20:30 NB. Geef een duidelijke toelichting bij de antwoorden. Na correctie liggen de tentamens ter inzage bij het onderwijsbureau. Het
Nederlandse samenvatting Dutch summary
110 Ethics in Economic Decision-Making Nederlandse samenvatting Dutch summary We maken in het dagelijks leven vele beslissingen. Een groot deel van deze beslissingen bepaalt niet alleen onze eigen (financiële)
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: gemiddelden, ongelijkheden enz 23/5/2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: gemiddelden, ongelijkheden enz 23/5/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Promotie bij een verwacht voorkeursbeleid en verschillende bekwaamheidsverdelingen
Promotie bij een verwacht voorkeursbeleid en verschillende bekwaamheidsverdelingen Het effect van verschil in bekwaamheidsverdelingen en discriminatie- en bevoorrechtingsverwachtingen van werknemers op
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 00 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur
wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet
Eindexamen vwo wiskunde A I
Schroefas maximumscore 3 Een aanpak als: Het tekenen van de lijn op de uitwerkbijlage Aflezen op de middelste schaal: (iets minder dan) 25 mm ( 24 mm) De diameter is dus groot genoeg 2 maximumscore 3 Een
Lekenpraatje. Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen. 6 november 2003
Lekenpraatje Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen 6 november 2003 Meneer de rector, hooggeachte commissie, highly learned opponent, dames en heren. Zoals
Collusie in het geval van informatieasymmetrie
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Algemene Economie Collusie in het geval van informatieasymmetrie In de wetenschappelijke literatuur is een aantal papers geschreven
de Wageningse Methode Beknopte gebruiksaanwijzing TI84 1
Algemene vaardigheden Veel knopjes hebben drie functies. De functie die op een knop... staat krijg je door er op de drukken. De blauwe functie die er boven een knop... staat krijg je met 2nd.... Zo zet
Hoofdstuk 1. Inleiding.
159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van
TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling
TI83-werkblad Vergelijkingen bij de normale verdeling 1. Inleiding Een normale verdeling wordt bepaald door de constanten µ en σ. Dit blijkt uit het voorschrift van de verdelingsfunctie van de normale
VOORTGEZET ONDERWIJS HELP JIJ OF NIET?
VOORTGEZET ONDERWIJS HELP JIJ OF NIET? 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor u geselecteerd.
Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2
wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer
De enveloppenparadox
De enveloppenparadox Mats Vermeeren Berlin Mathematical School) 6 april 013 1 Inleiding Een spel gaat als volgt. Je krijgt twee identiek uitziende enveloppen aangeboden, waarvan je er één moet kiezen.
Populaties beschrijven met kansmodellen
Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.
Willem van Ravenstein
Willem van Ravenstein 1. Variabelen Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen machtsverheffen en worteltrekken.
OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis
OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel
Meerdimensionale schaaltechnieken
STATISTIEK IN WOORDEN Meerdimensionale schaaltechnieken Stel, je krijgt een afstandentabel waarin de onderlinge afstanden van 30 steden in een voor jou onbekend land staan aangegeven. Op grond van deze
Aflevering 3 - Advies over opbouw van vermogen
Aflevering 3 - Advies over opbouw van vermogen Het aangaan van een hypothecair krediet is voor consumenten een belangrijke beslissing. De kosten en aflossing van deze lening hebben voor langere termijn
Machten, exponenten en logaritmen
Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde
Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
wiskunde A, Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen
M, M & C 7.3 Optional Topics in Comparing Distributions: F-toets 6.4 Power & Inference as a Decision 7.1 The power of the t-test 7.3 The power of the sample t- Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets &
Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.
Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander
VOORTGEZET ONDERWIJS HET LAGERHUIS
VOORTGEZET ONDERWIJS HET LAGERHUIS 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor u geselecteerd.
Labo IDP. In dit labo gaan we IDP gebruiken voor het analyseren van logische circuits. XOR Q AND. Figuur 1: Een logisch circuit.
Labo IDP In dit labo gaan we IDP gebruiken voor het analyseren van logische circuits. K L A XOR N B XOR P M D AND Q AND C O OR E R R Tuesday 15 December 2009 Figuur 1: Een logisch circuit. Veronderstel
Docentenhandleiding Rollenspel Politiek
Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Voorbereiding 1. Bepaal hoeveel tijd er is: kies voor 45, 60 of 90 uten versie 2. Deel tijdschema uit en bespreek dit met de leerlingen 3. Verdeel de rollen, zie
Feedback middels formatief toetsen
Feedback middels formatief toetsen Studiedag Mbo Taalacademie Kim Schildkamp Contact: k.schildkamp@utwente.nl Formatief toetsen en feedback Waar denkt u aan bij de termen formatief toetsen en feedback?
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:
Computerrekenpakket Maple zesde jaar
Computerrekenpakket Maple zesde jaar M CREATIVE COMMONS Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 3.0 (CC BY-NC-SA) Dit is de vereenvoudigde (human-readable) versie van de volledige licentie. De volledige
ling van die eigenschap binnen het model geldt. In het bijzonder bij het wiskundig modelleren van een programma kan een eigenschap met wiskundige zeke
De Nederlandse samenvatting van een proefschrift is bij uitstek het onderdeel van het proefschrift dat door familie en vrienden wordt gelezen. Voor hen wil ik deze samenvatting dan ook schrijven als een
- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 009 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
For dummies: de economie van een land
H2 in het kort V4 For dummies: de economie van een land Consumenten Producenten De markt Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmarkt Overheid 2 De economie: een groot rollenspel Vier algemene
VOORTGEZET ONDERWIJS HELP HELPEN
VOORTGEZET ONDERWIJS HELP HELPEN 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor u geselecteerd.
Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter
Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan
Berekenen en gebruik van Cohen s d Cohen s d is een veelgebruikte manier om de effectgrootte te berekenen en wordt
A. Effect & het onderscheidingsvermogen Effectgrootte (ES) De effectgrootte (effect size) vertelt ons iets over hoe relevant de relatie tussen twee variabelen is in de praktijk. Er zijn twee soorten effectgrootten:
Doelen stellen
Doelen stellen Wat is het? Doelen stellen is het proces van het selecteren van dingen (mikpunten) die je wilt bereiken. Deze mikpunten worden doelen genoemd. Een doel is iets dat je bewust nastreeft. Een
Management accounting en stewardship
Management accounting en stewardship Naar dynamisch performance management Prof. Dr. Ed Vosselman 11 04 2017 Ontwikkelingen in governance en management Twee belangrijke aan elkaar gerelateerde ontwikkelingen:
Inleiding statistiek
Inleiding Statistiek Pagina 1 uit 8 Inleiding statistiek 1. Inleiding In deze oefeningensessie is het de bedoeling jullie vertrouwd te maken met een aantal basisbegrippen van de statistiek, meer bepaald
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 2007 tijdvak wiskunde A,2 Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
De kenniswerker. Prof. Dr. Joseph Kessels. Leuven 31 mei 2010
De kenniswerker Prof. Dr. Joseph Kessels Leuven 31 mei 2010 Is werken in de 21 ste eeuw een vorm van leren? Het karakter van het werk verandert: Van routine naar probleemoplossing Van volgend naar anticiperend
Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven
Rapportage Leerlingtevredenheid Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rob Swager ECABO, mei 2011 1. Inleiding... 3 2. Tevredenheid algemeen.... 4 3. Aspecten die
Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz
Is een crisis via sociale media te beheersen? Door: Sonja Utz & Friederike Schultz Op 5 januari 2011 woedde een enorme brand in een chemisch bedrijf in Moerdijk en een grote rookwolk trok over de regio.
Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico
Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Opgave 2 ( = 12 ptn.)
Deel II Opgave 1 (4 + 2 + 6 = 12 ptn.) a) Beschouw bovenstaande game tree waarin cirkels je eigen zet representeren en vierkanten die van je tegenstander. Welke waarde van de evaluatiefunctie komt uiteindelijk
Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010
Feedback proefexamen Statistiek I 2009 2010 Het correcte antwoord wordt aangeduid door een sterretje. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Een derde van de mannen is
1 People Do Change/IVA Onderwijs
1 People Do Change/IVA Onderwijs 2 People Do Change/IVA Onderwijs 3 People Do Change/IVA Onderwijs 1 Dit vergt minimaal 1 dagdeel van 4 klokuren. De werkwijze kan tot 10 teamleden door 1 facilitator worden
Michiel Kroon & Stijn Hulshof
IJBURGCOLLEGE.NL Profielproduct Verantwoording & 02-06-2012 Activiteiten Voor het tot stand komen van dit profielproduct zijn de volgende stappen doorlopen (zie ook figuur 1): 1. Literatuuranalyse van
Chemische reacties. Henk Jonker en Tom Sniekers
Chemische reacties Henk Jonker en Tom Sniekers 23 oktober 29 Inleiding Op 3 september hebben wij met u gesproken U heeft aan ons gevraagd om twee problemen op te lossen Het eerste probleem ging over het
Debat: Het Duitse kiesstelsel is beter dan dat van Nederland
Debat: Het Duitse kiesstelsel is beter dan dat van Nederland Korte omschrijving werkvorm: De leerlingen gaan met elkaar in debat over de stelling: Het Duitse kiesstelsel is beter dan dat van Nederland.
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 2007 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Een rappere Newton-Raphson
Een rappere Newton-Raphson Edward Omey EHSAL (Stormstraat, 000 Brussel) [edward.omey@ehsal.be]. Inleiding Bij vele kwantitatieve problemen is het nodig om nulpunten te bepalen van functies. Soms kunnen
Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013
Breuken met letters WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het repeteren met pen en papier van het werken met breuken. Steeds wordt bij gebruik van letters verondersteld dat de noemers
From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J.
From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J. van der Pas Waarom staan sommige onderwerpen hoog op de agenda van de politiek,
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 009 tijdvak wiskunde B Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels Vakspecifieke regels Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de
Watermanagement in een veranderend klimaat
Watermanagement in een veranderend klimaat Het Twentse waterschap Regge en Dinkel zoekt naar een oplossing om het door de klimaatverandering verwachte extra regenwater zonder overlast te verwerken. Naar
Samenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Elke dag nemen mensen talrijke beslissingen. Belangrijk voor het maken van keuzen is dat men weet wat de gevolgen van de verschillende mogelijkheden zijn. Het verzamelen
UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester
UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester Over het onderzoek Thuisvester heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek voerden
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 2008 tijdvak 2 wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
6.0 Voorkennis [1] Algemeen: u n = u n-1 + u n-2 met u 0 = 1 en u 1 = 1. Bereken de 12 de term van deze rij
6.0 Voorkennis [1] Voorbeeld 1: Gegeven is de getallenrij 1, 1, 2, 3, 5, 8, Dit is de rij van Fibonacci. Elke term is de som van de twee voorafgaande termen. Algemeen: u n = u n-1 + u n-2 met u 0 = 1 en
Consumentenreacties op online reviews. Patrick De Pelsmacker 14 maart 2014
Consumentenreacties op online reviews Patrick De Pelsmacker 14 maart 2014 1 Inhoud 1. Hoe reageren consumenten op negatieve en positieve online reviews? Inzichten uit internationaal onderzoek. 2. Welke
Correctievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 00 tijdvak oud programma wiskunde A, Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores
Vijf veranderingen per 1 januari 2013
Advies over financiële producten? December 2012 Vijf veranderingen per 1 januari 2013 U overweegt een financieel product aan te schaffen en daarover advies in te winnen? Dan gaan er bij de advisering van
Allianties en speltheorie
Allianties en speltheorie Presentatie Zeist Annelies de Ridder Agenda 1. Inleiding 2. Een ander perspectief: de Speltheorie 3. Inzoomen op opportunistisch gedrag 4. Vragen 2 1: Inleiding: profilering Promotieonderzoek:
Correctievoorschrift VWO 2015
Correctievoorschrift VWO 205 tijdvak 2 wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Mengsel mix. Elieke van Sark en Liza Fredriks
Mengsel mix Elieke van Sark en Liza Fredriks 2 oktober 29 Inleiding Een chemisch bedrijf is naar ons toe gekomen met een aantal vragen over het reageren van stoffen tot andere stoffen Hierbij gaat het
Tentamen Kunstmatige Intelligentie (INFOB2KI)
Tentamen Kunstmatige Intelligentie (INFOB2KI) 30 januari 2014 10:30-12:30 Vooraf Mobiele telefoons dienen uitgeschakeld te zijn. Het tentamen bestaat uit 7 opgaven; in totaal kunnen er 100 punten behaald
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke
Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
wiskunde B Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 6 Tijdvak Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel