Met een ParkAdammer betalen in een dubbeltjeszone Gemeente Amsterdam Dienst Stadstoezicht

Transcriptie

1 Rapport Gemeentelijke Ombudsman Met een ParkAdammer betalen in een dubbeltjeszone Gemeente Amsterdam Dienst Stadstoezicht 10 april 2008 RA Samenvatting Een man parkeert in de Rijnstraat en schakelt zijn ParkAdammer in. Wanneer hij negen minuten later bij de auto terug is, ontdekt hij dat Stadstoezicht hem een boete heeft opgelegd. Op de boete staat dat de controleur heeft geconstateerd dat geparkeerd is zonder dat het parkeergeld is betaald. De man heeft in een dubbeltjes zone geparkeerd en mag daar de ParkAdammer niet gebruiken. Hij is het daarmee niet eens. Er is 30 eurocent van de ParkAdammer afgeschreven. Hij heeft dus meer dan genoeg betaald. Zijn bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard. Hij kan zich in de gang van zaken niet vinden en wendt zich tot de ombudsman. Naar aanleiding van het informatieverzoek van de ombudsman komt de dienst Stadstoezicht erachter dat de handhaving van het 10-cent-tarief niet sluitend is geregeld. Daarom wordt het bezwaar alsnog gegrond is verklaard. De ombudsman dringt er bij de wethouder Verkeer op aan te bezien of parkeren met een gewoon kaartje in een dubbeltjes zone eveneens mogelijk is. Het opleggen van de boete was niet behoorlijk oordeelde de ombudsman, maar is gelukkig gecorrigeerd. Oordeel De onderzochte gedraging is niet behoorlijk, maar gecorrigeerd. Aanbeveling De ombudsman dringt er bij de wethouder Verkeer op aan te bezien of parkeren in een dubbeltjes zone met een parkeerkaartje gekocht in een normale parkeerautomaat ook mogelijk is.

2 Aantal pagina s : 2/5 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 13 februari 2007 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, Dienst Stadstoezicht. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: het opleggen van een naheffingsaanslag in een 10-cent zone terwijl door middel van een ParkAdammer parkeerbelasting wordt betaald. Bevindingen achtergrond van het verzoek Op 10 oktober 2006 parkeert verzoeker zijn auto op de Rijnstraat ter hoogte van huisnummer 71. Aangezien hij zich ter plaatse in een betaald parkeren gebied bevindt, schakelt hij zijn ParkAdammer in. Wanneer hij negen minuten later weer wegrijdt, is er 0,30 van zijn ParkAdammertegoed afgeschreven. Verzoeker is onaangenaam verrast wanneer hij ontdekt dat Stadstoezicht hem desondanks een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Op de naheffingsaanslag staat dat de naheffingsaanslag is opgelegd omdat de controleur heeft geconstateerd dat geparkeerd is zonder dat de parkeerbelasting is betaald. De aanslag bedraagt 0,10 parkeerbelasting en 46,00 kosten naheffing. Later wordt het verzoeker duidelijk dat hij niet met een ParkAdammer kan betalen in een dubbeltjesgebied. Hij vindt dit onrechtvaardig aangezien hij door inschakeling van zijn ParkAdammer wel degelijk parkeerbelasting heeft betaald en zelfs meer dan verschuldigd. Verzoeker dient een bezwaarschrift in, maar dat wordt ongegrond verklaard. Als reden wordt aangevoerd dat uit de bebording ter plaatse opgemaakt had kunnen worden dat er parkeerduurbeperking van kracht is en dat er alleen met een parkeerkaartje uit de automaat geparkeerd kan worden. Op de parkeerautomaten staat te lezen dat een ParkAdammer daar niet geldig is. Verzoeker was daarmee niet bekend en wendt zich tot de ombudsman. reactie van de Dienst Stadstoezicht Indien men geparkeerd staat in een 10-cent zone en men heeft geen parkeerkaartje uit de daartoe bestemde automaat gekocht, krijgt men een naheffingsaanslag. In de 10-cent zone mag men slechts een beperkte tijd parkeren, namelijk een uur. Indien men een ParkAdammer heeft ingeschakeld in de 10-cent zone is het voor de parkeercontroleur op dat moment niet mogelijk om te controleren hoe lang het voertuig al ter plekke geparkeerd staat. Het gebruik van de ParkAdammer strookt daarom niet met de doelstelling van de 10-cent zone, namelijk de doorstroming van het verkeer in de winkelstraten en het ontmoedigen van het parkeren in de winkelstraten voor hen die niet in de straten hoeven te zijn. Dat de ParkAdammer niet in de 10-cent zone gebruikt kan worden is in januari 2006 medegedeeld in een brochure van Stadstoezicht die verzonden is naar alle houders van

3 Aantal pagina s : 3/5 een ParkAdammer 1. Ook op de balie van de Servicepunten hebben in de maand januari 2006 aparte flyers gelegen om de houders van ParkAdammers hieromtrent te waarschuwen. nadere reactie van de Dienst Stadstoezicht In 2007 is gebleken dat de handhaving van het 10-cent parkeerbelastingtarief in de blauwe zone gebieden niet sluitend is geregeld. Mede omdat de ParkAdammer binnen afzienbare tijd vervangen wordt door mobiel-bel-parkeren, is besloten de handhaving te wijzigen. Indien een voertuig met een ParkAdammer wordt aangetroffen in een 10-cent zone en wanneer is geconstateerd dat niet langer is geparkeerd dan een uur, wordt de ParkAdammer gezien als een parkeerkeertje, gekocht in de juiste parkeerautomaat. Bezwaren en beroepen die dit onderwerp betreffen, zullen dan ook gegrond worden verklaard. De fiscale controleurs zijn hiervan op de hoogte gebracht. Het bezwaar van verzoeker wordt alsnog gegrond verklaard. [zie ook de Bijlage op pag. 5 van dit rapport] reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker en naar Stadstoezicht gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Beiden hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. De reacties zijn, voor zover relevant, in het verslag opgenomen. Verzoeker stuurde alsnog de brochure van Stadstoezicht dd 28 januari 2006 toe, omdat daarin staat dat op een ParkAdammer de verstreken parkeertijd af te lezen valt. Zie ook voetnoot onderaan deze pagina. Behoorlijkheidvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan het motiveringsvereiste. Overwegingen het opleggen van een naheffingsaanslag in een 10-cent zone terwijl door middel van een ParkAdammer parkeerbelasting wordt betaald Het motiveringsvereiste houdt in dat het handelen van bestuursorganen feitelijk en logisch wordt gedragen door een kenbare motivering. Dit vereiste impliceert dat een bestuursorgaan zijn beslissing dient te onderbouwen met een feitelijk juiste motivering. De motivering moet zijn toegesneden op het concrete geval, gebaseerd op relevante feiten en belangen en voor de burger te achterhalen. In Amsterdam moet in principe voor het parkeren betaald worden. Onder meer door middel van het in werking stellen van een ParkAdammer, een persoonlijke parkeermeter, kan de burger voldoen aan zijn verplichting parkeerbelasting te betalen in de tariefgebieden als bedoeld in de vigerende Verordening Parkeerbelasting en de Parkeerverordening. 1 Bij zijn reactie op het verslag van bevindingen stuurt verzoeker onder meer deze door Stadstoezicht genoemde brochure toe. Daarin staat in een rood vlak te lezen: uw ParkAdammer is niet geldig in een blauwe zone en in straten waar parkeerduurbeperking geldt.

4 Aantal pagina s : 4/5 Vast staat dat verzoeker parkeerde in een betaald-parkeren-gebied en vervolgens zijn ParkAdammer in werking heeft gesteld. De fiscale controleur van de dienst Stadstoezicht legt een naheffingsaanslag op omdat hij, blijkens de mededeling op de bon, constateerde dat er geen parkeerbelasting betaald was. Verzoeker beklaagde zich over deze gang van zaken en wees erop dat hij door middel van zijn persoonlijke parkeermeter wel tijdig en voldoende belasting betaald had. Krachtens het bepaalde in de Algemene wet inzake rijksbelastingen dient geen naheffingsaanslag te worden opgelegd als vaststaat dat de verschuldigde (parkeer)belasting tijdig is betaald. Ook de bestuursrechter stelt zich op dit standpunt [zie bijlage]. De beslissing van de dienst Stadstoezicht dat er een naheffingsaanslag opgelegd diende te worden mist een deugdelijke grondslag en is derhalve genomen in strijd met het motiveringsvereiste. Met instemming heeft de ombudsman kennis genomen van de beslissing van de dienst Stadstoezicht verzoekers bezwaar alsnog gegrond te verklaren en de handhaving in 10-cent-gebieden zodanig te herzien dat parkeren met een ParkAdammer voor maximaal een uur wordt beschouwd als parkeren met een parkeerkaartje, gekocht in de 0,10-parkeerautomaat. De ombudsman dringt er bij de wethouder Verkeer op aan te bezien of hetzelfde geldt voor parkeren met een parkeerkaartje gekocht in normale parkeerautomaten. Verzoeker beklaagt zich er ook over dat hij niet wist dat gebruik van de ParkAdammer ter plaatse niet was toegestaan. Stadstoezicht voert aan dat op de bebording ter plaatse te lezen valt dat er parkeerduurbeperking van kracht is en dat er alleen met een parkeerkaartje uit de automaat geparkeerd kan worden. Ook zijn houders van een ParkAdammer begin 2006 schriftelijk hierover geïnformeerd. In zijn reactie op het verslag van bevindingen stuurt verzoeker de desbetreffende brochure met de bewuste informatie, toe. Dat verzoeker deze brochure onvoldoende aandachtig gelezen heeft is de dienst niet aan te rekenen. Oordeel De onderzochte gedraging is niet behoorlijk, maar gecorrigeerd. Aanbeveling De ombudsman dringt er bij de wethouder Verkeer op aan te bezien of parkeren in een dubbeltjes zone met een parkeerkaartje gekocht in een normale parkeerautomaat ook mogelijk is.

5 Aantal pagina s : 5/5 Bijlage Het handhaven van het betalen van parkeerbelasting in winkelgebieden 1. Onderstaand citaat komt uit een brief van de wethouder Verkeer, Vervoer en Infrastructuur van 26 september 2006 aan de ombudsman met als onderwerp: gebruik ParkAdammer in 10-cent zone. De gemeenteraad van Amsterdam heeft in 2007 besloten tot invoering van een speciaal 0,10 tarief voor parkeren bij specifiek omschreven sociaalrecreatieve plekken en in winkelstraten, gekoppeld aan een maximum tijdsduur. Doelstelling van de 10-cent zone in winkelstraten is om de doorstroming in die straten te bevorderen en om parkeerders die niet in die straat hoeven te zijn, te ontmoedigen hun voertuigen in die winkelstraat te parkeren. Hierdoor wordt de doorstroom op parkeerplaatsen in de winkelstraat bevorderd en daarmee de bereikbaarheid. Om de werking en controle in de 10- cent gebieden goed mogelijk te maken is een uniform en helder systeem wenselijk. Een systeem dat de betreffende parkeerders er expliciet op wijst dat er in een bijzonder parkeerregime geparkeerd wordt. De gemeenteraad heeft er bij de vaststelling van de regelgeving voor gekozen dat in deze 10- cent gebieden slechts met het kaartje dat in deze straat/straten is gekocht, geparkeerd mag worden. De automaten in de 10-cent zone geven dan ook alleen kaartjes voor een parkeerduur van een uur. Alle andere kaarten en vergunningen [m.u.v. de hulpverleningsvergunning en de gehandicaptenvergunning] zijn niet geldig. Ook het niet kunnen gebruiken van de ParkAdammer is een weloverwogen maatregel. De houders van een ParkAdammer zijn hierover door de dienst Stadstoezicht schriftelijk geïnformeerd. 2. Op 22 juni 2007 heeft de Rechtbank Amsterdam mondeling uitspraak gedaan in een geding tussen een man en de gemeente Amsterdam. De man [= belanghebbende] had door middel van een ParkAdammer betaald in een 10-cent gebied maar had toch een bon gekregen. De rechter verklaart het beroep gegrond omdat de belastinginspecteur zich ter zitting alsnog verenigd heeft met het standpunt van de belanghebbende dat de verschuldigde parkeerbelasting ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag was betaald. De aanslag kan derhalve niet in stand blijven. [sector bestuursrecht, enkelvoudige kamer, procedurenr. AWB06/8518] 3. brief van de dienst Stadstoezicht aan de ombudsman dd. 27 november 2007 over de handhaving parkeerbelasting in 10-cent zones. Het standpunt van de dienst met betrekking tot de handhaving in de zogenaamde 10-cent zones in de gevallen dat er een ParkAdammer in de auto aanwezig is, is inmiddels gewijzigd. In beginsel was het uitgangspunt in deze gevallen om hier te handhaven op de wijze die in de eerdere correspondentie is genoemd. Sinds begin 2007 is echter gebleken dat het een en ander niet geheel sluitend is geregeld. Gezien het bovenstaande en gezien het feit dat de ParkAdammer wordt uitgefaseerd, is besloten de handhaving te wijzigen. Indien een voertuig met een ParkAdammer wordt aangetroffen in een 10-cent zone en wanneer is geconstateerd dat niet langer dan een uur is geparkeerd, wordt de ParkAdammer gezien als een parkeerkaartje, gekocht in de juiste parkeerautomaat.