N322 Zaltbommel. Randvoorwaarden vanuit water. Provincie Gelderland. november 2012 Definitief

Transcriptie

1 N322 Zaltbommel Randvoorwaarden vanuit water Provincie Gelderland november 2012 Definitief

2 N322 Zaltbommel Randvoorwaarden vanuit water dossier : BA registratienummer : LW-DE versie : 2 classificatie : Provincie Gelderland november 2012 Definitief DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

3 INHOUD BLAD 1 INLEIDING Aanleiding Opdracht DHV Status 3 2 HUIDIGE SITUATIE Watersysteem Bodemopbouw Beheer en onderhoud 4 3 UITGANGSPUNTEN ONTWERP Waterschap Rivierenland Waterberging Dwarsprofiel watergangen Ontwatering van de weg Waterkwaliteit Nieuwe of te verlengen duikers Onderhoud 7 4 TOEKOMSTIG WATERSYSTEEM Aanpassingen watersysteem ter plekke van nieuw tracé Dwarsprofielen Waterberging Waterkwaliteit Afvoercapaciteit duikers Onderhoud 10 COLOFON 11 BIJLAGEN 1 Tekening huidig watersysteem 2 Zandbanenkaart 3 Tekening toekomstig watersysteem 4 Waterbergingsberekening 5 Duikergegevens N322 6 Profielen uit referentieontwerp Provincie Gelderland Kaart oude en nieuwe oppervlaktes 8 Brief Rijkswaterstaat omvang waterpartij A2 9 Brief goedkeuring Waterschap Rivierenland Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

4 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Provincie Gelderland is bezig met de voorbereiding van de aanpassing van de N322 en aansluitende wegen tussen de A2 en de aansluiting op de van Heemstraweg bij Zaltbommel. Deze aanpassing heeft effect op de waterhuishouding. Het watersysteem dient op een goede manier hersteld of aangepast te worden. Daarnaast moet de extra hoeveelheid verhard oppervlak en het oppervlak aan te dempen watergangen gecompenseerd worden door extra waterberging aan te leggen. Figuur 1 Tracé aanpassingen N322 Zaltbommel De inpassingsplanprocedure wordt binnenkort opgestart. Bij deze procedure hoort de verplichte watertoets. De Provincie is vervolgens voornemens om dit werk als een UAV-GC contract in de markt te zetten. Zie voor de laatste informatie over het project ook: Opdracht DHV De Provincie heeft DHV opdracht gegeven om een document op te stellen waarin de uitgangspunten en randvoorwaarden aan het ontwerp van de waterhuishouding helder en goed onderbouwd staan weergegeven met daarbij een duidelijke kaart. Dit document dient als bijlage in de toelichting bij het inpassingsplan. Daarnaast biedt het nuttige informatie ten behoeve van het UAV-GC contract, maar de informatie in dit rapport is in geen geval bindend voor het UAV-GC contract. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

5 1.3 Status Dit document is in nauw overleg met Waterschap Rivierenland opgesteld. In dit document zijn de beleidsuitgangspunten ten aanzien van de wijzingen aan de waterhuishouding opgenomen. Deze beleidsuitgangspunten gelden als kader voor het ontwerp. Het toekomstig watersysteem is in dit rapport in het kader van de watertoets voor het inpassingsplan uitgewerkt tot een principe-ontwerp. Waterschap Rivierenland heeft dit plan goed gekeurd, zie bijlage 9. Het uiteindelijke ontwerp kan afwijken van het ontwerp in dit rapport en heeft opnieuw de goedkeuring van Waterschap Rivierenland nodig. Voor de uitvoering dient bij het Waterschap een Watervergunning aangevraagd te worden. Het principe-ontwerp uit dit rapport heeft niet het detailniveau dat nodig is voor de aanvraag van de Watervergunning. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

6 2 HUIDIGE SITUATIE 2.1 Watersysteem Het plangebied ligt in de Bommelerwaard ten zuiden van de Waal. De oppervlaktewaterpeilen in dit gebied worden beheerst door stuwen. De N322 kruist meerdere peilgebieden. De streefpeilen zijn per peilgebied vastgesteld. In bijlage 1 is het huidige watersysteem weergegeven. Het zomerpeil langs het tracé varieert van 1,2 m +NAP tot 1,85 m +NAP. De N322 ligt langs de zuidgrens van Zaltbommel en is daarmee een scheiding tussen het stedelijk en het landelijk watersysteem. Ten noorden van de N322 liggen van oost naar west bedrijventerrein van Voordenpark, woonwijk de Waluwe en een toekomstig sportterrein. Direct ten westen van de op/afrit van de A2 kruist een A-watergang met een belangrijke afvoerende functie voor het stedelijk gebied van Zaltbommel de N322. In de lussen van de opritten van de A2 liggen twee waterpartijen met een uitgesproken vorm (pijl). Deze zijn in eigendom van Rijkswaterstaat, de vorm van deze waterpartijen dient behouden te blijven. 2.2 Bodemopbouw De bodemopbouw in het rivierengebied kenmerkt zich door een deklaag van rivierklei met daaronder het watervoerend pakket bestaande uit bodemlagen met zand en grind. De stijghoogte van het grondwater in het watervoerend pakket wordt sterk beïnvloed door de waterstand in de Waal. De grondwaterstand in de deklaag wordt beïnvloed door de stijghoogte in het watervoerend pakket en beheerst door het oppervlaktewatersysteem. De dikte van de deklaag varieert sterk, zie de zandbanenkaart in bijlage 2, deze kaart geeft een indicatie van de dikte van de kleilaag. 2.3 Beheer en onderhoud De A-watergangen worden onderhouden door het waterschap. De B-watergangen worden onderhouden door de aanliggende eigenaren en de controle hierop wordt tijdens de zogenaamde schouw uitgevoerd door het waterschap. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van C-watergangen ligt geheel bij de betreffende eigenaar. Het onderhoud van de watergangen aan de zijde Waluwe tussen de Hogeweg en de op/afrit van de A2 wordt nu nog door de gemeente uitgevoerd, maar binnenkort overgenomen door het waterschap. De watergang aan de zuidzijde tussen de Steenweg en de A2 wordt door het waterschap varend onderhouden. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

7 3 UITGANGSPUNTEN ONTWERP 3.1 Waterschap Rivierenland Waterberging Voor waterberging heeft Waterschap Rivierenland het volgende aangegeven: de aanleg van extra verhard oppervlak zal gecompenseerd moeten worden door middel van extra waterberging; voor de eerste 1500 m 2 extra verharding geldt een vrijstelling, deze hoeft niet gecompenseerd te worden; als vuistregel kan 436 m 3 waterberging per ha netto toename aan verhard oppervlak aan gehouden worden; voor het omrekenen van m 3 naar m 2 kan een peilstijging van 0,3 meter aan gehouden worden; ook het oppervlak aan te dempen watergangen dient gecompenseerd te worden in oppervlak aan nieuwe watergangen; de compensatie mag plaats vinden in het gehele peilvak Dwarsprofiel watergangen De uitgangspunten bij het ontwerp van nieuwe watergangen staan omschreven in de Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2009 miv , paragraaf De meest relevante uitgangspunten staan hieronder omschreven: A-watergangen Het talud moet minimaal een schuinte hebben van 1:2. Als de grondsoort het toelaat, kan het waterschap een afwijkend talud toestaan (flauwer of steiler). Bodembreedte minimaal 0,70 meter. Bodemhoogte 1 meter onder zomerpeil of boezempeil. Als de fysische gesteldheid van de bodem de genoemde bodemhoogte van 1 meter onder zomer/boezempeil niet toelaat, kan een geringere waterdiepte dan 1 meter worden voorgeschreven. Dit kan zich voordoen in zandbanen, zandige oeverwallen, veengebied en in gebieden met (al dan niet tijdelijke) sterke rivierkwel. Deze criteria gelden voor zowel nieuwe watergangen als de verlenging en/of verbreding van bestaande watergangen. Als in bestaande watergangen het uit te voeren werk een lengte kent van minder dan 100 meter gelden deze eisen niet. In die gevallen moeten de bestaande leggerafmetingen worden toegepast en moeten bestaande bodemhoogtes worden aangesloten om bodemvallen en drempels te voorkomen. B-watergangen Talud: een schuinte van 1:2. Als de grondsoort het toelaat, kan het waterschap een afwijkend talud toestaan (flauwer of steiler). Bodembreedte 0,50 meter. Bodemhoogte 0,50 meter onder zomerpeil of boezempeil, als dit is vastgesteld. Als de fysische gesteldheid van de bodem de genoemde bodemhoogte niet toelaat, kan een andere bodemhoogte worden voorgeschreven. Dit kan zich voordoen in zandbanen, zandige oeverwallen, veengebieden en in gebieden met (al dan niet tijdelijke) sterke rivierkwel. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

8 Plas-drasoever Een plas-drasoever ligt 30 cm. tot 50 cm. onder het laagste waterpeil. Het talud boven de plas-drasoever is minimaal 1:3. Het plas-drasbanket is minimaal 2 meter breed. De oever wordt bij voorkeur niet te strak, maar met variabele breedte aangelegd Ontwatering van de weg Voor de ontwatering van de weg gelden de gangbare ontwerpnormen. De ontwatering is afhankelijk van het oppervlaktewaterpeil, de opbolling van het grondwater in het wegcunet en de hoogte van de weg. Het waterpeil ligt vast in het peilbesluit. De weghoogte van de te verbreden weg ligt ook vast, omdat het een bestaande weg betreft. De opbolling van de grondwaterstand in het wegcunet is afhankelijk van het ontwerp van het wegcunet. Het ontwerp van het wegcunet wordt in dit rapport niet behandeld. De hoogte van de nieuwe weg ligt niet vast. De bepaling van deze hoogte is een ontwerpopgave Waterkwaliteit Voor wat betreft de wijze van omgaan met het afstromende hemelwater van de wegen geldt het CIWrapport Afstromend wegwater als uitgangspunt Nieuwe of te verlengen duikers De uitgangspunten bij het ontwerp van nieuwe of te verlengen duikers staan omschreven in de Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2009 miv paragraaf 5.6. De meest relevante uitgangspunten zijn hieronder overgenomen: Punt 5: In zowel landelijk als stedelijk gebied, geldt dat de minimale doorsnede van een duiker in een A- watergang 800 mm moet zijn. In stedelijk gebied geldt dat de minimale doorsnede van een duiker in een B- watergang 800 mm en in het landelijk gebied 500 mm moet zijn. Voor C-watergangen geldt een minimale doorsnede van 500 mm. Punt 6: Bij alle A-watergangen breder dan 5,00 meter (op zomerpeilniveau) is minstens een duiker met een doorsnede van mm vereist. Dit in verband met het tegengaan van extreme vernauwingen ('flessenhalzen") en onderhoudsproblemen (o.a. verstoppingen door drijfvuil). Punt 8: De vrije doorstroming (ruimte in de duiker boven het waterpeil) moet bij A-wateren minimaal 200 mm boven zomerpeil zijn en bij B-wateren moet deze ruimte minimaal 200 mm boven winterpeil zijn. Punt 14: Bij duikers langer dan 30 meter moeten inspectieputten worden aangebracht. De ruimte tussen de inspectieputten mag maximaal 30 meter bedragen. Een uitzondering hierop zijn zogenaamde vaarduikers in wateren die varend worden onderhouden. Punt 21: De opstuwing die een dam met duiker mag veroorzaken mag maximaal 5 mm bij maatgevende afvoer (1,5 l/s/ha) zijn. Dezelfde maximale opstuwing van 5 mm geldt als criterium voor wateraanvoer (0,3 l/s/ha). Als er sprake is van kwel, dan moet de maatgevende afvoer verhoogd worden met de kwelafvoer. Of getoetst wordt aan aanvoerdebiet of kweldebiet (ter verduidelijking: dat is het aantal kubieke meters water dat een bepaald punt per tijdseenheid passeert) is afhankelijk van de locatie van de te plaatsen duiker in het gebied. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

9 3.1.6 Onderhoud De uitgangspunten van doelmatig onderhoud staan omschreven in de Beleidsregels Keur Waterschap Rivierenland 2009 miv paragraaf 3.3. De meest relevante uitgangspunten zijn hieronder overgenomen: Bij A-watergangen wordt een 2-zijdige beschermingszone van 4 meter toegepast. Bij B-watergangen is dat 1 meter aan beide zijden. Een A-watergang met een bovenbreedte van meer dan 8 meter moet altijd tweezijdig onderhouden kunnen worden. De vereiste beschermingszone (ten behoeve van machinaal onderhoud) kan worden gecombineerd met het talud, indien het bovenwatertalud 1:6 of flauwer is en de beschermingszone een breedte heeft van minimaal 5,00 meter, gerekend vanaf een niveau van 0,30 meter boven het zomerpeil of boezempeil. Bovendien dient de oever goed toegankelijk te zijn voor onderhoudsmaterieel; bij toepassing van een plas-draszone moet een beschermingszone van minimaal 4 meter breed langs de natuurvriendelijke oever beschikbaar zijn. De ruimte tussen kunstwerken dient minimaal 10 meter te zijn. Als de ruimte kleiner is kan het een oplossing zijn om de bodem en het talud met beton te bekleden waardoor het geheel onderhoudsvrij wordt. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

10 4 TOEKOMSTIG WATERSYSTEEM 4.1 Aanpassingen watersysteem ter plekke van nieuw tracé Het nieuwe tracé van de N322 vanaf de Steenweg tot aan de aansluiting op de van Heemstraweg doorkruist een aantal watergangen in de peilgebieden BOM151, BOM146 en BOM148B. De afwatering moet in de nieuwe situatie gewaarborgd zijn. Het nieuwe tracé van de N322 doorkruist op 4 punten de A- watergang die zorgt voor wateraanvoer naar Zaltbommel. Het nieuwe tracé van deze A-watergang is de belangrijkste aanpassing aan het watersysteem. In overleg met Waterschap Rivierenland is besloten om het nieuwe tracé van de A-watergang langs de noordzijde van de N322 te leggen. Hierdoor kan de A-watergang ook een waterafvoerende en bergende functie vervullen voor het nieuwe te ontwikkelen sportterrein. De noordelijke oever van de A-watergang wordt uitgevoerd als natuurvriendelijke oever met een talud van 1:4. De kaart van het toekomstige watersysteem is opgenomen in bijlage 3. In bijlage 6 zijn een aantal dwarsprofielen uit het referentieontwerp van Provincie Gelderland van de N322 weergegeven. 4.2 Dwarsprofielen De dwarsprofielen van de watergangen zijn ontworpen conform de uitgangspunten zoals weergegeven in paragraaf In bijlage 6 zijn een aantal profielen uit het referentieontwerp van Provincie Gelderland weergegeven. Op 2 locaties is het benodigde dwarsprofiel groter dan het minimale dwarsprofiel van een A- watergang. Dit geldt ter plekke van dwarsprofiel 8 en 30 van het referentieontwerp. Waterschap Rivierenland heeft berekend welk dwarsprofiel hier nodig is om de aan- en afvoer van water voldoende te borgen. Het advies van Waterschap Rivierenland ten aanzien van de afmetingen van de profielen staat weergegeven in tabel 4.1. Dit advies is aangehouden in het referentieontwerp. Tabel 4.1 Advies Waterschap Rivierenland profiel 8 en 30 van referentieontwerp advies profiel 8 advies profiel 30 Bodembreedte m 2,20 1,80 Talud (1:x) - 2,00 1,50 (Zomer)peil m +NAP 1,30 1,70 Bodemhoogte m +NAP 0,10 0, Waterberging Met de aanpassing van de N322 en aansluitende wegen neemt de hoeveelheid verhard oppervlak toe. Dit heeft een extra hoeveelheid versneld afstromend hemelwater tot gevolg. Om dit te compenseren is extra ruimte voor waterberging nodig. Daarnaast worden in het plan een aantal watergangen gedempt. De ruimte voor waterberging die hierdoor verloren gaat moet gecompenseerd worden door dezelfde ruimte in nieuwe watergangen. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

11 In bijlage 4 is de waterbalans per deelgebied weergegeven. De oppervlakken zijn gebaseerd op het referentieontwerp van Provincie Gelderland dd 9 augustus 2012 (zie voor een aantal profielen van het referentieontwerp bijlage 6). Bij het bepalen van de deelgebieden is rekening gehouden met de peilgebiedsgrenzen, omdat de waterberging per peilgebied gecompenseerd dient te worden. Tussen de A2 en de op-/afritten liggen 2 pijlvormige waterpartijen. Met Rijkswaterstaat is afgestemd dat deze in beperkte mate verruimd mogen worden ten behoeve van waterberging (zie bijlage 8 voor de goedkeuring en de voorwaarden van Rijkswaterstaat). De in het referentieontwerp opgenomen nieuwe watergangen bieden voldoende ruimte om de waterbergingsopgave op te vullen (in peilgebied BOM146C is in feite een tekort van 4 m 2 oppervlaktewater, maar dit is te verwaarlozen). Voor peilgebied BOM146B is de vrijstelling van compensatie die geldt voor de eerste 1500 m 2 extra verharding gebruikt, conform het beleid van Waterschap Rivierenland (zie paragraaf 3.1.1). Zonder deze vrijstelling zou er in dit peilvak een bergingstekort van 90 m 2 oppervlaktewater zijn. 4.4 Waterkwaliteit Het grootste deel van het afstromende hemelwater van de weg voert via de berm af naar de parallel aan de weg gelegen watergang. Uit onderzoek is gebleken dat veruit de meeste vervuiling achter blijft in het bovenste deel van de bodem van de berm. Het is daarom niet nodig om zuiverende voorzieningen aan te leggen. In het ontwerp is een fietstunnel opgenomen. Het afstromende water van deze fietstunnel zal opgevangen en met een pomp afgevoerd moeten worden. Dit water kan via een bodem- of bermpassage geloosd worden op oppervlaktewater. 4.5 Afvoercapaciteit duikers Als gevolg van de aanpassing van de N322 en aansluitende wegen moeten een aantal duikers verlengd worden. Voor de betreffende duikers is berekend of de afvoercapaciteit bij verlenging nog voldoende is. Zie bijlage 5 voor de berekening van de duikers. Nieuwe duikers zijn conform beleid Waterschap Rivierenland in A-watergangen minimaal 800 mm en daar waar de breedte van de waterlijn bij zomerpeil meer dan 5 meter is, minimaal 1000 mm. In B-watergangen zijn duikers in stedelijk gebied minimaal 800 mm en in landelijk gebied minimaal 500 mm. Daar waar duikers niet verlengd maar wel vervangen worden door nieuwe dient de diameter minimaal hetzelfde te zijn als de te vervangen duiker. In de tekening van bijlage 3 en de tabel in bijlage 5 zijn de kenmerken van de nieuwe duikers weergegeven. De bestaande duiker onder de N322 door ter hoogte van de westelijke op/afrit van de A2 voldoet zowel in de huidige als in de toekomstige situatie niet. Waterschap Rivierenland heeft aangegeven dat het voldoende is om de verlenging van de duiker uit te voeren met een breedte van 2,5 meter in plaats van 2,0 meter (huidige breedte duiker). De verlenging vindt bij voorkeur plaats aan de uitstroomzijde (zuidzijde). Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

12 4.6 Onderhoud Ter plekke van de nieuwe watergangen is in het ontwerp voldoende ruimte gereserveerd voor onderhoudsstroken. Er wordt niet uitgegaan van varend onderhoud. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

13 COLOFON Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel LW-DE Opdrachtgever : Provincie Gelderland Project : N322 Zaltbommel Dossier : BA Omvang rapport : 11 pagina's Auteur : Evert de Lange Interne controle : Marco de Kraker Projectleider : Evert de Lange Projectmanager : Marco de Kraker Datum : 22 november 2012 Naam/Paraaf : Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel 22 november 2012, versie 2 LW-DE

14 Verlengde Kazernestraat ZA Deventer Postbus AX Deventer T F E deventer@dhv.com

15 BIJLAGE 1 Tekening huidig watersysteem Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 1 LW-DE

16 BOM146D 1,6 1,3 1,3 1,1 BOM146 1,7 1,55 1,85 1,55 1,2 1,0 BOM151 BOM148 1,7 1,6 1,6 1,4 BOM146B 1,4 1,3 1,3 1,3 BOM146C 1,8 1,8 1,2 1,0 BOM151 1,6 1,45 BOM148B BOM146E 1,85 1,85 1,3 1,1 BOM146A BOM146 1,7 1,55 1,7 1,4 BOM145 1,85 1,55 1,5 1,4 BOM152 Legenda 1,6 1,45 BOM148B BOM135 1,25 1,0 1,3 1,05 Stuwen Legger Duikers Legger Duikers Beheer register Nieuwe rand verharding Watergangen A B C Kunstwerk Peilgebieden: zomerpeil winterpeil Indien 'praktijkpeil' verschilt van leggerpeil, is leggerpeil in kleiner lettertype onder praktijkpeil weergegeven Meter Projectnaam: N322 Zaltbommel Projectnummer: BA Opdrachtgever: Provincie Gelderland Kaartnaam: Basiskaart Versie: Definitief Datum: 20 september 2012 Opgesteld door: Stef Kampkuiper Locatie: 04 Projectgegevens\GIS\mxd\

17 BIJLAGE 2 Zandbanenkaart Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 2 LW-DE

18 % % % % ± #* % #* % #* #* #* % Stuwen Legger Legenda #* Stuwen Beheer register Duikers Legger Duikers Beheer register Nieuwe rand verharding Watergangen A B C Kunstwerk #* Zandbanen Beddingzand onbedijkte rivieren, top binnen 1,0 m-mv Beddingzand onbedijkte rivieren, top tussen 1,0-1,5 m-mv Beddingzand onbedijkte rivieren, top tussen 1,5-2,0 m-mv Beddingzand onbedijkte rivieren, top tussen 2,0-3,0 m-mv Beddingzand onbedijkte rivieren, dieper dan 3,0 m-mv Pleistoceen zand 5,0-6,0 m-mv Pleistoceen zand 6,0-7,0 m-mv Verstoord (bebouwd, zand-winning, vergraven) Meter Projectnaam: N322 Zaltbommel Projectnummer: BA Opdrachtgever: Provincie Gelderland Kaartnaam: Zandbanen Versie: Concept Datum: 5 december 2011 Opgesteld door: Stef Kampkuiper Locatie bestand:\04 Projectgegevens\GIS\mxd

19 BIJLAGE 3 Tekening toekomstig watersysteem Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 3 LW-DE

20 Toekomstig watersysteem BOM146D 1,61,3 1,3 1,1 BOM146 1,71,55 1,851,55 g f a d 1,2 1,0 BOM151 BOM148 1,71,6 c 1,6 1,4 28 e BOM146B 1,4 1,3 22 b 1,3 1,3 A-status kan vervallen h W1 l l 1,21,0 BOM151 W3 l l 11 BOM146E 1,851,85 8 1,61,45 BOM148B l lw2 Aansluiting watergangen en status afhankelijk van inrichting strook grond tussen N322 en de Middelsteeg BOM146C 1,81,8 i 2 l l 1,31,1 BOM146A W4 W5 1,7 1,4 BOM145 BOM146 1,71,55 l l 1,851,55 1,5 1,4 BOM152 Legenda Nieuwe A-watergang Nieuwe B-watergang Nieuwe Zaksloot Nieuwe duikers Nieuwe grenzen peilgebieden Nieuwe stuw l l ,61,45 BOM148B Waterberging buiten watergang Dwarsprofielen uit referentieontwerp d.d Te dempen watergangen Stuwen Legger BOM135 1,251,0 1,3 1,05 Duikers Legger Duikers Beheer register Nieuwe rand verharding Watergangen A B C Kunstwerk Peilgebieden: zomerpeil winterpeil Indien 'praktijkpeil' verschilt van leggerpeil, is leggerpeil in kleiner lettertype onder praktijkpeil weergegeven Meter Projectnaam: N322 Zaltbommel Projectnummer: BA Opdrachtgever: Provincie Gelderland Kaartnaam: Toekomstig watersysteem Versie: Definitief Datum: 20 september 2012 Opgesteld door: Stef Kampkuiper Locatie: 04 Projectgegevens\GIS\mxd\

21 BIJLAGE 4 Waterbergingsberekening Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 4 LW-DE

22 Tabel B4.1 Waterbalans N322 Uitgangspunten bij waterbalans: - Het referentieontwerp van is uitgangspunt voor deze waterbergingsbalans, zie bijlage 7 voor de oppervlaktebepaling uit het referentieontwerp; - Op basis van de inmeting (DTM) is een inschatting gedaan van het wateroppervlak van de te dempen watergangen (droogstaande greppels zijn dus niet meegenomen); - Het oppervlak aan nieuw oppervlaktewater is bepaald op basis van de waterlijn in de dwarsprofielen van het referentieontwerp; - Het volume aan waterberging is omgerekend naar een oppervlakte door te delen door een peilstijging van 0,3 meter; - In bijlage 3 zijn zoekgebieden voor waterberging aangegeven, deze zijn als volgt opgenomen in het referentieontwerp en dus meegerekend in de waterbalans: o W1: BOM 148B bij tankstation: 788 m 2 (ca driehoek van 50x30m); o W2: BOM 146A bij kruispunt Hogeweg: 0 m 2 (niet opgenomen in referentieontwerp); o W3: BOM 146C vijver in A2: 403 m 2 (ca 200 m x 2,00 m); o W4: BOM 146A vijver in A2: 496 m 2 (ca 180 m x 2,75 m); o W5: BOM 146A vijver naast A2: 600 m 2 (ca 73 m x 8,20 m). Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 4 LW-DE

23 BIJLAGE 5 Duikergegevens N322 Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 5 LW-DE

24 Tabel B5.1 Duikergegevens N322 Code Kaart Code legger Lengte huidig Minimale doorsnede Bob bov Lengte nieuw Peilgebied Zp/wp Maatgevend debiet Huidige opstuwing m m m+nap m m +NAP m 3 /s mm mm a BOM / b BOM / c BOM /1.6 n.b. d BOM /1.6 n.b. e BOM /1.6 n.b. f BOM /1.6 n.b. g BOM /1.6 n.b. h BOM148b 1.6/1.45 n.b. i KOU x BOM146a 1.3/ * 15* Toekomstige opstuwing * Duiker i (KOU44488) voldoet zowel in de huidige als in de toekomstige situatie niet. Waterschap Rivierenland heeft aangegeven dat het voldoende is om de verlenging van de duiker uit te voeren met een breedte van 2,5 meter in plaats van 2,0 meter. De verlenging vindt bij voorkeur plaats aan de uitstroomzijde (zuidzijde). In de berekening zijn de volgende uitgangspunten aangehouden: - intreeweerstand = 0,50 - uittreeweerstand = 0,80 - k manning = 0, dikte grond in duiker = 0 m Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 5 LW-DE

25 BIJLAGE 6 Profielen uit referentieontwerp Provincie Gelderland De locaties van de dwarsprofielen zijn weergegeven op de kaart in bijlage 3. Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 6 LW-DE

26

27 BIJLAGE 7 Kaart oude en nieuwe oppervlaktes Bijlage 7a: Bijlage 7b: te dempen watergangen en bestaande verharding conform referentieontwerp Provincie Gelderland nieuwe watergangen en nieuwe verharding conform referentieontwerp Provincie Gelderland Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 7 LW-DE

28

29

30 BIJLAGE 8 Brief Rijkswaterstaat omvang waterpartij A2 Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 8 LW-DE

31 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres Postbus MJ 's-hertogenbosch Provincie Gelderland dhr E. Vermeulen Postbus GX ARNHEM Rijkswaterstaat Noord- Brabant wegendistrict 's- Hertogenbosch Zuidwal JK 's Hertogenbosch Postbus MJ 's-hertogenbosch T www. rijkswaterstaat. nl Contactpersoon ing. A.J.H.M. van Wanrooij medw. Instandhouding Datum 5 november 2012 Onderwerp Omvang waterpartij aansluiting 17 Rijksweg 2 T twan.van.wanrooij@rws.nl Ons kenmerk RWS/DNB-2012/5300 Geachte heer Vermeulen, Middels dit schrijven wil ik reageren op een vraag welke u aan mijn dienst heb gesteld in het kader van de reconstructie van aansluiting nummer 17 van Rijksweg 2. Op u vraag of Rijkswaterstaat kan in stemmen met een verbreding van de aanwezige waterpartijen met maximaal 1,00 meter kan ik mededelen dat de driehoekige grondwerken in combinatie met de waterpartijen verwijzen naar de vestingwerken van Zaltbommel. Om hier een zeker maat aan te geven is het ontwerp van de aansluiting enigszins "opgeblazen". Zonder afbreuk te doen tot de vormgeving, scherpe lijnen, is een beperkte uitbreiding (cl.oom) van het natte profiel mogelijk. De vergroting van het natte profiel moet passen bij de verwijzing naar de vestingwerken. Bij het aanpassen van de waterpartijen is het nodig om ook het grondwerk van de wal in zijn oorspronkelijke strakke vorm te herstellen evenals het aanplanten van linde bomen. De totale herinrichting van de aansluiting dient door een landschapsarchitect in zijn geheel vormgeven te worden. Ik hoop u voldoende te hebben geinformeerd. Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, ^efhpofd van het V\tegendistrict 's-hertogenbosch rrvgrft.l. Buchholtz 1 Pagina 1 van 1

32 BIJLAGE 9 Brief goedkeuring Waterschap Rivierenland Provincie Gelderland/N322 Zaltbommel bijlage 9 LW-DE

33