Kwaliteitszorg op de St. Maartenschool. St. Maartenschool, Oudkarspel

Transcriptie

1 Kwaliteitszorg op de St. Maartenschool St. Maartenschool, Oudkarspel Juni 2015

2 Inhoud Document kwaliteitszorg Vooraf pag Functies van dit document pag Kwaliteits- en verantwoordingsdocument naar de overheid pag Relatie andere documenten pag Uitgangspunten voor de kwaliteitszorg pag Beschrijving van het kwaliteitszorgsysteem pag Fasen van de kwaliteitscyclus pag Middelen pag WMK-PO middelen pag Andere middelen pag Het gebruik van middelen pag WMK-PO pag Andere middelen pag Frequentie van de inzet van middelen pag Borging en duurzaamheid pag Documenten pag Professionalisering pag Andere onderwerpen voor kwaliteitszorg pag Huisvesting pag Financiën pag Evaluatie kwaliteitszorg pag Zelfevaluatie pag Door de inspectie pag. 13 Tot slot pag. 13 2

3 Vooraf In het kader van de duurzaamheid van ons onderwijs hebben wij besloten van alle onderwerpen waarmee we bezig zijn documenten te schrijven. Daarmee leggen wij vast hoe wij dingen doen, waarom wij dat doen en met welke middelen. Dit is het document over de kwaliteitszorg, waarin wordt beschreven hoe wij onze interne zorg voor de kwaliteit van het onderwijs en het team functioneren vorm geven. Daarbij maken we natuurlijk ook gebruik van de inspectiebezoeken en andere externen die bij de school betrokken zijn. Dit document is opgesteld door de directie. Het team het meegedacht over de inhoud van dit document. In dit document beschrijven wij achtereenvolgens de functie van het document en de relatie met andere documenten (hoofdstuk 1), de uitgangspunten voor kwaliteitszorg (hoofdstuk 2), de middelen die wij daarbij gebruiken, de inzet van die middelen (hoofdstuk 3, 4 en 5) en de evaluatie van de kwaliteitszorg (hoofdstuk 6). Wij hopen hiermede een duidelijk beeld te geven van de wijze waarop de kwaliteitszorg vorm krijgt in de school en wie daarbij betrokken zijn. De directie, juni

4 1. Functies van het document 1.1 Kwaliteitsdocument en verantwoordingsdocument naar de overheid Dit document is een borgingsdocument, wat betekent dat wij hierin beschrijven hoe wij onze kwaliteitszorg hebben ingericht, welke instrumenten wij daarbij gebruiken en welke afspraken wij over de kwaliteitszorg hebben gemaakt. Het is een document voor iedereen die wil weten hoe wij onze kwaliteitszorg vormgeven. In het document wordt dus de huidige situatie beschreven. De overheid stelt een aantal eisen aan de kwaliteitszorg, die opgenomen zijn in het toetsingskader van de inspectie. Vandaar dat dit document belangrijk is: elke school moet namelijk kunnen aantonen dat zij aan kwaliteitszorg doet. Het belangrijkste blijft echter, dat de zorg om kwaliteit vooral ten goede moeten komen aan kwaliteit van het onderwijs op de St. Maartenschool. 1.2 Relatie andere documenten In het schoolplan wordt de schoolontwikkeling voor een beleidsperiode van vier jaren aangegeven. In dit document wordt de kwaliteitscyclus beschreven die daarbij gebruikt wordt. De kwaliteitszorg betreft alle onderdelen van het primaire en secundaire proces en heeft daardoor raakvlakken met andere documenten (zie verder onder borging). 2. Uitgangspunten voor de kwaliteitszorg Wij zien kwaliteitszorg als een cyclisch proces, waarbij alle betrokkenen bij de school een rol spelen: de directie, de teamleden, het bestuur, de ouders en de leerlingen. Het management stimuleert leren van elkaar op alle niveaus, waarbij zij de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van beleid laag in de organisatie legt. De structuur van de organisatie kenmerkt zich door het werken in teams, bouwen en werkgroepen. Op onze school is het personeel samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De professionele cultuur draagt de kenmerken van een professionele en lerende organisatie: - Wij werken vanuit de gezamenlijk vastgestelde visie en missie: Samen goed voor elkaar. - Wij leren van en met elkaar, waarbij fouten maken mag binnen bepaalde grenzen. - Wij ondersteunen elkaar en houden ook allemaal toezicht op onze kwaliteit: wij spreken elkaar aan. - Wij staan open voor elkaars ideeën. - Wij nemen initiatieven. - Wij dragen verantwoordelijkheid voor de persoonlijke ontwikkeling en de schoolontwikkeling. - Wij creëren ruimte voor creativiteit (experimenteren). - Wij hanteren de cyclus van zelfevaluatie en doen aan beleidsvoerend vermogen. - Wij hanteren het principe van gelijkwaardigheid en erkende ongelijkheid: we zijn allemaal als mens evenwaardig en hebben verschillende kwaliteiten en talenten. Wij verantwoorden de kwaliteit van ons onderwijs en de resultaten naar onze stakeholders in nieuwsbrieven voor ouders, de schoolgids, thema avonden en het schoolplan en de website. 4

5 3. Beschrijving van de kwaliteitscyclus 3.1 Onze kwaliteitscyclus bestaat uit de volgende fasen: Fase 1: de gewenste situatie. Dit doen we aan de hand van ons kwaliteitszorgsysteem Werken met Kwaliteitskaarten (WMK po), dat gebaseerd is op het toetsingskader van de inspectie. Van alle onderdelen betreffende het primaire en het secundaire proces zijn kwaliteitskaarten opgesteld, die de standaarden van de inspectie bevatten, uitgewerkt naar indicatoren en voorbeelden van goede praktijk: kernkwaliteiten geheten. Het systeem bevat meer dan 20 voorbeeldkaarten, waarmee een school haar eigen kwaliteit kan duiden. Je kunt dus iets toevoegen of iets weglaten zodat de kaart school-specifiek is en je kunt nieuwe indicatoren en kernkwaliteiten ontwikkelen passend bij de specifieke ontwikkeling van de school. Fase 2: de huidige situatie is. Door middel van een scan van de kaarten (webbased) kunnen we een zelfevaluatie doen op de onderdelen die wij willen of waar wij de behoefte zien. Alle teamleden die betrokken zijn bij de uitvoering doen mee aan de scan. Zo ontstaat een zgn. sterkte-zwakte (SWOT) analyse (bv. voor een nieuwe schoolplanperiode). Dan weten wij hoe wij ervoor staan en of wij daarmee tevreden zijn. Dit is een interne evaluatie. Door metingen van de inspectie en eventuele andere externen, weten wij hoe zij vinden dat we ervoor staan. Dit is een externe evaluatie. Ook door enquêtes stellen wij vast hoe tevreden het personeel, de ouders en de leerlingen zijn over onze kwaliteit. Fase 3: de analyse. Hoe komt het dat het is zoals het is? Zijn wij tevreden over de kwaliteit en welke factoren zijn bevorderend of belemmerend geweest om de gewenste kwaliteit te halen? We kijken daarbij zowel op schoolniveau als op het niveau van groepen (teams, ouders, leerlingen, het bestuur) en individuen. Natuurlijk spelen daarbij ook de beschikbare middelen een rol. Vanuit de analyse worden de verbeter[punten vastgesteld. Fase 4: verbeterpunten. Deze vaststellen en in een meerjarenbeleidsplan (het schoolplan) opnemen. Daarbij stellen wij natuurlijk prioriteiten en is het toetsingskader van de inspectie belangrijk, omdat wij uiteraard als eerste willen voldoen aan de kwaliteitseisen van de overheid. Maar ook onze eigen doelen spelen een grote rol, denk bijvoorbeeld aan onze identiteit en het naleven van onze visie en missie. Fase 5: De uitwerking van het meerjarenbeleidplan (voor vier jaren) vindt plaats door jaarlijkse activiteitenplannen op te stellen. Daarin geven wij heel duidelijk aan welke doelen wij willen realiseren, hoe wij dat willen doen (wie doet wat, wanneer en hoe), waarmee wij tussentijds evalueren en welke externen wij eventueel inschakelen om ons daarbij te ondersteunen of te adviseren. Bij de uitvoering zijn vaak alle hiervoor genoemde groepen betrokken, waarbij wij werken in werkgroepen. Fase 6: Wij voeren jaarlijks evaluaties uit: bv. van onze leeropbrengsten (dit doen we 2 x per jaar aan de hand van Cito-toetsen), van het activiteitenplan en ook andere onderwerpen zijn onderwerp van zelfevaluatie. Op grond van die evaluaties en de analyse daarvan (hoe komt het dat het is zoals het is?) wordt een volgend plan opgesteld. Fase 7: Dit is de fase van borging. In het kader van de duurzaamheid willen wij onze bereikte kwaliteit vastleggen in documenten, zodat wij allemaal nog eens kunnen nalezen wat we afgesproken hadden. Nieuwe leraren kunnen deze borgingsdocumenten als informatiebron gebruiken omdat wij aangeven: zo doen wij 5

6 het hier op de St. Maartenschool! In die documenten nemen wij ook de kwaliteitskaart van het betreffende onderwerp op. Een ander voorbeeld van borging is dat wij investeren in de professionaliteit van onze medewerkers. Door onze mensen goed toe te rusten om hun taak uit te voeren waarborgen wij ook de kwaliteit. Vandaar dat wij werken met competentieprofielen, zodat elke medewerker weet wat de gewenste kwaliteit is voor de functie die hij/zij uitvoert. Wij gebruiken daarbij een kijkwijzer van het pedagogisch didactisch handelen (KBA observatie wijzer, opgenomen in de inventarisatie observatie instrumenten van de PO Raad: Wijzer over Zien en Kijken ). Deze is gebaseerd op de competentieprofielen die de SBL heeft uitgegeven (wet BIO). Fase 8 = fase 1: Na de evaluatie herhaalt zich de hiervoor beschreven kwaliteitscyclus binnen vier jaren. Na die vier jaren wordt gekeken of het meerjarenbeleid gerealiseerd is door wederom een kwaliteitsscan uit te voeren. De inspectie bezoekt de school ook eens per vier jaren, zodat het resultaat van die meting ook meegenomen kan worden in het bepalen van de nieuwe cyclus. Deze cyclus wordt aangeduid als de PDCA-cyclus: plan do check act. act plan check do 3.2 Middelen WMK-po middelen We gaven al aan dat wij het WMK-instrument gebruiken om onze kwaliteit in kaart te kunnen brengen. WMK-po is een instrument dat ingezet kan worden voor zowel de kwaliteitszorg als integraal personeelsbeleid. Dit instrument sluit aan bij het Toezichtskader 2009 geformuleerd in de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT). Het WMK-po is een kwaliteitszorgsysteem dat de school helpt bij de vormgeving van het kwaliteitsbeleid en integraal personeelsbeleid. Kwaliteitsverbetering komt namelijk tot stand door een koppeling van de schoolontwikkeling aan de ontwikkeling van de individuele personeelsleden. Het instrument bevat naast de hiervoor beschreven voorbeeldkaarten de volgende onderdelen: 6

7 A. De Quickscan Dit is een instrument waarmee de school aan de hand van de indicatoren vanuit de SWOT een globale sterkte/zwakte analyse kan maken als uitgangspunt voor de ontwikkeling op alle beleidsterreinen en indicatoren (in twee lagen: op standaard - en indicatorniveau). B. Schooldiagnose Met de schooldiagnose heeft de school de mogelijkheid om een meer specifieke sterkte/zwakte-analyse te ontwikkelen in drie lagen. De indicatoren worden verder uitgewerkt met kernkwaliteiten. Hier wordt concreet zichtbaar gemaakt welke kernkwaliteiten er bij een indicator horen en hoe we daarop scoren. Voldoende resultaten worden geborgd (zie hierna) en de onvoldoende resultaten of opvallende verschillen vanuit de Quickscan worden nader gediagnosticeerd met de schooldiagnose. Na deze diagnose worden de resultaten opgenomen in het schoolplan, zoals hiervoor beschreven bij de kwaliteitscyclus. De school kan zelf bepalen wanneer, dus in welke frequentie zij de verschillende kaarten van het systeem wil scannen of gebruik wil maken van de schooldiagnose, met dien verstande dat de inspectie eist dat de school jaarlijks haar opbrengsten evalueert. Hierna geven wij die frequentie aan die wij momenteel gebruiken. Deze volgorde wordt aangepast als de quickscan of schooldiagnose of de uitslagen van externe onderzoeken en enquêtes daartoe aanleiding geven. C. Vragenlijsten WMK-po heeft algemene vragenlijsten voor het team, de leerlingen en de ouders. Daarnaast zijn er vragenlijsten opgenomen in het systeem om de sociale veiligheid te meten. Deze lijsten kunnen voorgelegd worden aan één of meer geselecteerde respondentgroepen. Respondentgroepen zijn groepen met een bepaalde deskundigheid, waardoor de kwaliteit gericht in kaart gebracht wordt. De vragen op de vragen- of beoordelingslijsten komen altijd overeen met de indicatoren op de kwaliteitskaarten. D. Monitors Het WMK-po heeft vier monitors voor het in kaart brengen van de uitgangssituatie, de opbrengsten, het personeel en de sociale veiligheid. E. Competentieprofielen Het is mogelijk dat leraren, de ib-er en de directie met dit instrument hun individuele ontwikkeling in relatie tot de schoolontwikkeling in kaart brengen. Het programma beschikt namelijk over competentieprofielen, die weer afgeleid zijn van de wet BIO. DeStichting Atrium beschikt over een eigen functiehuis in het kader van Integraal Personeelsbeleid (IPB) Andere middelen Naast WMK maken wij gebruik van andere middelen om de kwaliteit op orde te houden. Wij weten namelijk dat het belangrijk is om vooral ook de tevredenheid van onze klanten te meten en na te gaan hoe het staat met het welbevinden van ons personeel. Maar ook of wij de gewenste resultaten behalen. Dus vragen wij regelmatig naar de 7

8 waardering door klanten. Hoe waarderen ouders en kinderen de inspanningen van de school om aan hun wensen te voldoen? waardering door medewerkers. Hoe waarderen de medewerkers de inspanningen van de school om een aantrekkelijke werkgever te zijn? waardering door de omgeving. Hoe waardeert de omgeving waaronder de onderwijsinspectie de inspanningen van de school? eindresultaten. In hoeverre realiseert de school de beoogde onderwijsopbrengsten? Dit doen we in de vorm van: Gesprekken met het personeel aan de hand van de gesprekscyclus beschreven in het personeelsbeleid. De directie voert startgesprekken, functioneringsgesprekkenen beoordelingsgesprekken en gesprekken over de persoonlijke ontwikkeling (POP) met medewerkers. Gesprekken met de directie. De algemeen directeur/bestuurder voert gesprekken met de directies volgens de gesprekscyclus die opgenomen is in het integraal personeelsbeleid. Het bestuur houdt toezicht op de kwaliteit van de taakuitvoering door de directeuren. Klassenbezoeken. De directeur bezoekt de groepen 6 keer per jaar om het pedagogisch en didactisch handelen van de leraren in beeld te brengen. Zij nemen de resultaten op in de gesprekscyclus. Enquêtes: Om vast te stellen hoe tevreden mensen zijn over allerlei zaken. Zo gebruiken wij ouderenquêtes om de tevredenheid van ouders regelmatig te peilen en dat doen we ook met leerlingen, met het personeel (over bv. het schoolklimaat), waarbij ook het aspect veiligheid de aandacht krijgt. Gesprekken met het sociaal medisch team (SMT) en de Arbo-dienst over het welzijn en de veiligheid van de medewerkers. Inspectiebezoek. De inspecteur controleert jaarlijks de opbrengsten van de school en stelt eens per vier jaar vast of de school aan de kwaliteitseisen voldoet. In 2014 heeft de inspectie geconstateerd dat dat niet het geval was en heeft de school een zwak gegeven en prestatieafspraken met de school gemaakt. De school is daarmee onder verscherpt toezicht geplaatst. In juni 2015 komt de inspectie kijken of de school weer voldoet aan de eisen. Zelfevaluaties: De zelfevaluatie wordt gedaan volgens de volgende stappen: 8

9 Ten behoeve van de opbrengsten (de instroom, doorstroom en uitstroom gegevens) gebruiken wij de volgende middelen: Intake gesprekken met ouders van nieuwe leerlingen: Wanneer ouders hun kinderen aanmelden proberen wij een zo goed mogelijk beeld van de leerlingen te krijgen. Door informatie van de peuterspeelzalen of andere basisscholen krijgen wij al een beeld en dat wordt aangevuld met de informatie van de ouders. Resultaten leerlingvolgsysteem: Halfjaarlijks nemen wij de Cito-toetsen voor taal en rekenen, begrijpend lezen, spelling en woordenschat af bij alle leerlingen van de groepen 2 t/m 8 (indien van toepassing). In groep 8 nemen we de Cito-eindtoets af. Wij analyseren die resultaten zowel op groeps- als op schoolniveau (data analyse). Wij kijken ook naar de oorzaken: hoe komt het dat het is zoals het is? Wij nemen maatregelen om de resultaten zo nodig te verbeteren en ook om ze op peil te houden. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken het leerlingvolgsysteem ZIEN. De ontwikkeling van de leerlingen van groep 1 en 2 wordt gevolgd via het observatiesysteem BOSOS. Resultaten VO: Jaarlijks leveren we leerlingen af aan diverse scholen voor voortgezet onderwijs. In de kernprocedure die tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is afgesproken, dat wij de resultaten van onze leerlingen nog tenminste twee jaar kunnen volgen. Gegevens van de opbrengsten van het voortgezet onderwijs ontvangen wij meerdere malen per jaar schriftelijk en de leerkracht van groep 8 bespreekt de aansluiting met het VO jaarlijks met de coördinator van de onderbouw van de VO scholen. 9

10 3.3. Het gebruik van de middelen WMK-po Het nieuwe digitale systeem ( wordt in het schooljaar aangeschaft en uitgezet. De kaarten worden schoolspecifiek gemaakt. De quickscan en de diagnose passen wij in 2016 op onderdelen toe om daar onze plannen voor op te baseren. Dit wordt aangevuld met de evaluatieopbrengsten van ons onderwijskundig jaarplan en en de resultaten van de enquêtes onder ouders, leerlingen en personeel, die we in het najaar van 2015 uit zullen zetten. En dan hopen we dat de inspectie in het najaar van 2015 vaststelt dat wij weer een basisarrangement kunnen krijgen. Onze huidige activiteiten om de kwaliteit te verbeteren zijn dus vooral gericht op de normindicatoren van de inspectie, te weten de onderwerpen: zorg en begeleiding, de leeropbrengsten, het pedagogisch en didactisch handelen, het leerstofaanbod, de afstemming (differentiatie), de actieve rol van leerlingen en de kwaliteitszorg. Verder heeft de organisatiestructuur en cultuur ruime aandacht, waaronder het schoolklimaat en de contacten met ouders (o.a. actieve ouderbetrokkenheid). Daarbij is het opzetten van integraal personeelsbeleid in de school aandachtspunt, waarbij het digitaliseren in een bekwaamheidsdossier centraal staat Andere middelen In de afgelopen jaar ( 14-15) zijn ook overige middelen ingezet. Wij hebben veelvuldig klassenbezoeken gedaan (POP elke zes tot acht weken) en gesprekken gevoerd met leraren, met ouders en leerlingen (er is bv. een leerlingenraad actief) en wij hebben uiteraard onze leeropbrengsten nauwgezet gevolgd en verbeterd. Alle evaluatiegegevens moeten een bron vormen voor ons nieuwe schoolplan voor de periode van Na een analyse zullen deze gegevens moeten leiden tot het opstellen van een nieuw meerjarenbeleidsplan, als onderdeel van ons schoolplan, waar weer een activiteitenplan of onderwijskundig jaarplan van wordt afgeleid voor Frequentie van de inzet van middelen Wij hebben een indeling gemaakt voor de cyclische inzet van de bovenstaande instrumenten: zie onderstaand schema. Sommige middelen worden jaarlijks ingezet; anderen hebben een minder frequente regelmaat. De frequentie hangt af van de wettelijke verplichtingen en onze eigen doelen, die opgenomen zijn in het schoolplan en uitgewerkt worden in het jaarlijkse activiteitenplan. In het volgende overzicht wordt de frequentie weergegeven voor de komende 5 jaren, inclusief de schoolplanperiode. Instrumenten Intake gesprekken nieuwe kinderen X X X X X Resultaten Leerlingvolgsysteem X X X X X Resultaten VO X X X X X Quick-scan WMK-PO X X X Schooldiagnose WMK / op onderdelen indien van toepassing X X X Kwaliteitszorg X X Aanbod en afstemming X X X X X Pedagogisch handelen X X X X X 10

11 Instrumenten Didactisch handelen X X X X X Ondersteuning van leerlingen X X X X X Actieve en zelfstandige rol leerlingen X X X X X Schoolklimaat X X X Integraal personeelsbeleid X X X Burgerschap X X X ICT en Techniek X X X Identiteit X X Contacten met ouders X X X Contacten met externen X X X Huisvesting X (IKC) X X Financiën X X X X X Gesprekscyclus personeel X X X X X Gesprekscyclus bestuur X X X X X Groepsbezoeken X X X X X Gesprekken met arbo X X X X X Ouder enquête X X X Personeelsenquête X X X Leerlingen enquête X X X Inspectieonderzoek naar opbrengsten X X X X De resultaten van de leeropbrengsten worden halfjaarlijks beschreven in een data analyse met daarin beschreven de voorstellen voor acties. Wij formuleren op grond van die gegevens streefdoelen op groeps- en schoolniveau, die wij opnemen in een jaarlijkse matrix. De resultaten van de analyse worden verwerkt in doelen in de jaarlijkse activiteitenplannen. Alle resultaten van de kwaliteitsverbetering worden beschreven in de nieuwsbrieven aan ouders en de schoolgids. 4. Borging/duurzaamheid 4.1 Documenten Wij willen onze kwaliteit vastleggen in documenten verzameld in het kwaliteitshandboek St. Maarten, zodat iedereen die dat wil kan lezen wat wij doen, waarom wij dat doen en met welke middelen. Het opstellen van documenten wordt steeds opgenomen in de activiteitenplannen en wel zo dat wanneer wij onze gewenste situatie bereikt hebben dit beschreven wordt in een document. Nu wij binnenkort een intensief traject van kwaliteitsverbetering hopen af te sluiten met een basisarrangement zullen wij die kwaliteit beschrijven in diverse documenten en ook de kwaliteitskaarten die van toepassing zijn daarbij betrekken. Wij beschikken over documenten voor de volgende onderdelen: Missie, visie en kernwaarden. Plannen van aanpak en evaluaties verandertraject Protocollen ter ondersteuning van leerlingen en de leeropbrengsten. Protocollen ter versterking van de kwaliteitszorg. Overige protocollen. 11

12 Naar verwachting zullen we in de komende jaren de volgende documenten afronden: Documenten Actieve en zelfstandige rol kinderen X (ZE) Schoolklimaat X Integraal personeelsbeleid X Atrium ICT en Techniek X Identiteit X Contacten met externen X Huisvesting X Financiën X Atrium Evaluatie documenten kwaliteitshandboek St. Maarten. Bijstellen en/of vernieuwen. Aanvullen met nieuwe documenten. 4.2 Professionalisering Een andere vorm om de duurzaamheid te waarborgen is het investeren in de professionaliteit van de medewerkers. In het traject van kwaliteitsverbetering waar we volop inzitten heeft de professionalisering grote aandacht. Gedurende het afgelopen schooljaar hebben diverse studiedagen plaatsgevonden, die vooral gericht zijn geweest op het verbeteren van het pedagogisch en didactisch handelen van de leraren. Hiervoor hebben we de kijkwijzer die de inspectie hanteert als norm gesteld. Alle mensen die lesgeven hebben vanaf 2014 zeker vier keer een klassenbezoek gehad van de directeur, zodat zij middels de kijkwijzer feedback hebben gekregen op hun handelen. De ib-er heeft ook observaties gedaan en alle mensen hebben geprofiteerd van die bezoeken. We hebben daarmee vastgesteld dat we steeds meer gaan voldoen aan de 75% norm van de inspectie. Daarnaast hebben de leerkrachten veel informatie en scholing gekregen over de didactiek van geletterdheid en gecijferdheid, begrijpend lezen, woordenschatonderwijs en mondelinge taalvaardigheid, over coöperatief leren en hoge verwachtingen. Voor de verdere professionalisering van alle medewerkers gaan we uit van de competentieprofielen die in WMK-po staan vermeld. Deze profielen zijn gebaseerd op de wet BIO-profielen. Dit gebeurt zoals al vermeld - binnen IPB. 5. Andere onderwerpen voor kwaliteitszorg 5.1 Huisvesting De school wordt in 2016 gevestigd in een gerenoveerd gebouw (IKC), waarbij uitgangspunt wordt: Het onderwijs wordt zo dicht mogelijk bij de leerling aangeboden. Het pand is gebouwd op basis van een programma van eisen. Het grootonderhoud wordt uitgevoerd op basis van een meerjarenonderhoudsplan. Het pand voldoen aan de eisen van de brandweer. In het pand vinden we medewerkers voor bedrijfshulpverlening en de panden voldoen aan de wet- en regelgeving, incl. de Arbo-wet Periodiek worden eventuele mankementen aan de gebouwen geïnventariseerd. 12

13 5.2 Financiën Jaarlijks wordt een stichtingsbegroting opgesteld. Deze begroting bevat een prognose van de in dat boekjaar te ontvangen subsidies en de verdeling van de beschikbare middelen over kostensoorten. Gedurende het boekjaar wordt, met behulp van een geautomatiseerd systeem, informatie weergegeven, waarmee de werkelijkheid aan budgetten en prognoses wordt getoetst. Na het einde van het schooljaar wordt een financieel jaarverslag opgesteld. Naast een interne controle door het administratiekantoor wordt het financiële jaarverslag gecontroleerd door een externe accountant. Het toezichthoudend bestuur ziet toe op de administratieve organisatie en de financiële positie. Procedures betreffende het opstellen van begrotingen, budgetten, budgetbeheer, managementinformatie en verslaglegging worden opgenomen in het document Financiële Planning & Control. 6. Evaluatie kwaliteitszorg 6.1 Zelfevaluatie In de cycli die we hanteren is de evaluatie de afsluitende fase. Op grond van die gegevens gaan we immers weer een nieuwe periode in, met nieuwe doelen en plannen. De wijze waarop wij onze kwaliteitszorg evalueren is afhankelijk van die cycli, waarbij we de indicatoren van de inspectie betreffende de kwaliteitszorg altijd jaarlijks nalopen. Dit zijn de volgende onderdelen: Evalueert de school haar leeropbrengsten zowel op tussentijdse toetsen als op de eindtoets? Kent de school de samenstelling van de leerlingenpopulatie en houdt ze daar rekening mee in haar handelen? Evalueert de school het leren en onderwijzen? Is er sprake van systematische kwaliteitsverbetering? Doet de school verslag van haar resultaten aan ouders en externen? 6.2 Door de inspectie De inspectie controleert tijdens haar bezoeken de wijze waarop de kwaliteitszorg wordt uitgevoerd op bovenstaande indicatoren, waarbij aangetekend dat binnen het onderwerp actief burgerschap en sociale integratie ook aandacht wordt besteed aan de kwaliteitszorg. Tot slot De ontwikkeling van de school gaat altijd maar door, vandaar dat dit document ook een dynamisch document is. Voortschrijdend inzicht en ook eventueel andere eisen en andere mensen zullen ervoor zorgen dat we de documenten regelmatig moeten aanvullen of veranderen. Afspraak is dat we elk jaar bij de evaluatie van het onderwijs jaarplan c.q. activiteitenplan ook nagaan welke documenten aangevuld/veranderd dienen te worden (indien zij al beschikbaar zijn). Daarnaast besteden we aandacht aan de middelen, die we bij de evaluatie gebruiken: zijn zij nog toereikend, behoeven ze aanvulling of verandering. Otto Vrijhof, directeur a.i. Juni