Ongelijkheid en sociale grondrechten na de crisis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ongelijkheid en sociale grondrechten na de crisis"

Transcriptie

1 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 23 Tuesday, August 22, :42 AM Hoofdstuk 1 Ongelijkheid en sociale grondrechten na de crisis bekeken vanuit een Europees vergelijkend perspectief Ronan Van Rossem, Isabelle Pannecoucke en Willy Lahaye 1. Inleiding Met de regelmaat van de klok en op basis van rijk cijfermateriaal publiceren gerenommeerde internationale organisaties rapporten waarin (de evolutie van) (inkomens)ongelijkheid uitvoerig aan bod komt. Daarbij worden landen gerangschikt van de beste tot de slechtste leerlingen van de klas, zoals in de rapporten van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en Unicef. Soms komt dergelijke berichtgeving ook uit een totaal onverwachte hoek, zoals uit het in 2014 gepubliceerde rapport van het World Economic Forum, dat aandacht schenkt aan de groeiende inkomensongelijkheid (Vranken, 2014: 3). Dat wijst erop dat die ongelijkheid een gevaar kan vormen voor de sociale stabiliteit in landen en zelfs een bedreiging op wereldwijde schaal. Dat ongelijkheid niet zonder gevolgen is, stipt ook de OESO (OECD, 2015) aan en vinden we ook terug bij Stiglitz (2012; 2015) en bij Wilkinson en Pickett (2009). Volgens de OESO heeft een hoge mate van inkomensongelijkheid nefaste gevolgen voor de economische groei van een land (OECD, 2015), voornamelijk omdat door de ongelijke toegang tot het onderwijs veel menselijk kapitaal verloren gaat. Ook Stiglitz (2012) stelt dat we een hoge prijs betalen voor onze ongelijkheid; het leidt tot een economie die minder stabiel en minder efficiënt is, met tragere groei en het brengt de democratie in gevaar. Daarnaast blijkt dat het inkomen van de ouders en dat van hun kinderen het sterkst gecorreleerd zijn in ongelijke landen. Naast allerlei maatschappelijke problemen die samenhan- 23

2 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 24 Tuesday, August 22, :42 AM 24 HOOFDSTUK 1 gen met ongelijkheid (Wilkinson & Pickett, 2009), leidt ongelijkheid dus ook tot minder sociale mobiliteit en staat armoede dan ook niet los van ongelijkheid (Vranken, 2013). Bovendien zet ongelijkheid, aangewakkerd door een klimaat van besparingen en een terugtredende welvaartsstaat (Verhaeghe & Quievy, 2016), het streven naar menselijke waardigheid en de realisatie van de sociale grondrechten onder druk (Reynaert & Nachtergaele, 2017). Terwijl in verschillende andere hoofdstukken in dit Jaarboek een bepaald sociaal grondrecht verder wordt uitgewerkt voor, plaatsen we hier ons land in een Europees vergelijkend perspectief. Op basis van databanken van Eurostat (2017) 1, geven we enkele indicatoren 2 voor de vijf grondrechten weer, die in 1994 in artikel 23 van onze Grondwet werden geformuleerd. De hier gerapporteerde indicatoren zijn voornamelijk afkomst uit de EU-SILC, een survey naar inkomen en levensvoorwaarden, en uit statistieken over de arbeidsmarkt- en de overheidsuitgaven. Vooraleer in te gaan op deze indicatoren brengen we in kaart hoe het doet op het vlak van ongelijkheid. In het besluit zetten we de voornaamste zaken op een rij en vergezellen deze met de nodige bedenkingen. 2. Ongelijkheid en armoede in Europa De wereldwijde financiële en economische crisis die in losbrak en waarvan vele landen nog altijd de sporen dragen, treft vooral de lagere sociale strata, die sowieso al over minder economische en sociale buffers beschikken (Cantillon e.a., 2015). Dat resulteerde bijgevolg in toenemende ongelijkheid (Manceaux, 2016). Vooral laagopgeleide jongeren hebben het moeilijk om een plaats op de arbeidsmarkt te verwerven. De verhoogde flexibilisering van die arbeidsmarkt is vaak een oorzaak van de toegenomen ongelijkheid, vooral wanneer ze niet gepaard gaat met een doelmatige sociale bescherming (Manceaux, 2016: 3). Volgens de OESO versterkt de crisis de gevolgen van de sociaaleconomische transformatie (postindustrialisering) en de globalisering, evoluties die al enkele decennia aan de gang zijn; de zwakkere groepen bevinden zich onder de zwaarst getroffenen (OECD, 2011). Toch worden ook de landen in verschillende mate getroffen, zoals blijkt in figuur 1. Daarin vinden we de Gini-coëfficiënten voor de ongelijkheid in beschikbaar inkomen in de EU en in enkele andere landen 3. Deze cijfers tonen de zeer grote variatie in inkomensongelijkheid onder Europese landen. Zo is er, in 2015, een reeks landen met relatief hoge ongelijkheid (Gini

3 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 25 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 25 34) Portugal,, Spanje,,, Bulgarije,, Litouwen en Servië terwijl een reeks landen een relatief lage inkomensongelijkheid kennen (Gini 27) IJsland, Slovakije,, Slovenië, Tsjechië, Finland,, en. Figuur 1: Evolutie van ongelijkheid in beschikbaar inkomen, 2007 en Gini coëfficiënt Slovakije Slovenië Tsjechië Finland Oostenrijk Denemarken Hongarije Luxemburg Frankrijk Polen EU 27 Verenigd Koninkrijk Cyprus Macedonië Portugal Spanje Bulgarije Litouwen Servië Ook verschilt het effect van de crisis op de evolutie van de ongelijkheid binnen deze landen. Voor de 27 EU-landen die al in 2007 lid waren, neemt de Gini-coëfficiënt met 0.4 punten toe tussen 2007 en In vijf landen ligt de ongelijkheid in 2015 beduidend lager dan in 2007: IJsland (-4.4), Portugal (-2.8), Polen (-1.6), (-1.5) en Finland (-1.0). De top vijf met een beduidend hogere ongelijkheid in 2015 dan in 2007 zijn Litouwen (+4.1), Cyprus (+3.8), Spanje (+2.7), Hongarije (+2.6) en Frankrijk (+2.6). Hoewel Spanje en Cyprus hard getroffen werden door de crisis, wat een verklaring kan bieden voor deze sterkere ongelijkheid, geldt dit niet voor. In dit land dat het zwaarst te lijden had, lag de inkomensongelijkheid in 2015 op ongeveer hetzelfde niveau als in 2007 (-0.1). Er is dus zeker geen eenduidig effect van de economische crisis op de ongelijkheid in een land. Of de crisis de ongelijkheid beïnvloedt, hangt ook af van de mate waarin ze de verschillende inkomensklassen treft. In sommige landen, waaronder,, en Portugal, nam de ongelijkheid iets af tussen 2007 en 2015, omdat daar de middenklasse minder geraakt werd dan de lagere en hogere klassen (UNICEF Office of Research, 2016; Man-

4 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 26 Tuesday, August 22, :42 AM 26 HOOFDSTUK 1 ceaux, 2016). Zo lag in de ongelijkheid in 2015 ook op hetzelfde niveau als in 2007 (-0.1). Volgens Schuermans (2015) is de manier waarop de samenleving is georganiseerd van belang. Factoren zoals een uitgebouwde sociale zekerheid, een progressief belastingsysteem en een sterk institutioneel middenveld maken het verschil. Zwakke welvaartsstaten, waarin deze kenmerken ontbreken, kenden in het algemeen een grotere toename van de ongelijkheid (Manceaux, 2016). Sociale transferts, het geheel van herverdelende mechanismen en programma s, vormen een belangrijk instrument om de primaire inkomensongelijkheid te corrigeren. Vergelijken we de Gini-coëfficiënten van het beschikbaar inkomen voor en na de sociale transferten, dan stellen we vast dat in de 19 landen van de Eurozone in 2015 de sociale transferten de sociale ongelijkheid met 40,4% reduceerden (figuur 2). is het land dat op dit vlak het meest doelmatig is; daar verminderden de sociale transferten in 2015 de sociale ongelijkheid met 52,9%. bezat het minst effectieve systeem, met slechts 27,9% ongelijkheidsreductie. Uit figuur 2 blijkt dat de landen met de minst doelmatige sociale transfersystemen overwegend Oost- en Zuid-Europese landen zijn, maar ook daarbinnen merken we een zeer grote diversiteit. Landen zoals Portugal, Hongarije, Tsjechië en Slovenië, hebben wel, net als de meeste Noord- en West-Europese landen relatief effectieve sociale transfersystemen. Figuur 2 toont aan dat in verschillende landen die hard getroffen waren door de crisis, de effectiviteit van het sociale transfertensysteem sterk verbeterde tussen 2007 en In Portugal, bijvoorbeeld, gaat de effectiviteit van 27,8% in 2007 naar 47% in 2015, in IJsland van 28,2% naar 43,9% en in van 30,6% naar 43,7%. Dit kwam deels door de toegenomen inkomensongelijkheid vóór transferten die het gevolg was van de crisis, maar duidt ook op het belang van sociale transfersystemen voor de reductie van sociale ongelijkheid, vooral dan in tijden van crisis. Het Belgische sociale transfertensysteem is in dit opzicht vrij doelmatig; in 2015 reduceerde het de inkomensongelijkheid met 45,4%, net als in de jaren daarvoor. Ondanks de vaststelling van deze positieve effecten van een degelijk sociaaltransfertensysteem, sporen verschillende internationale organisaties, zoals de OESO en het IMF (Hallaert, Eugster, & International Monetary Fund, 2016; OECD, 2015) landen, waaronder, aan om hun transfertensysteem efficiënter, lees goedkoper, te maken. Uitkeringen moeten sterker worden gericht op bepaalde doelgroepen en moeten worden vergezeld door middelenonderzoek (means-testing), met als

5 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 27 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 27 55% Figuur 2: Rol van sociale transferten in reductie inkomensongelijkheid, 2017 en % 45% 40% 35% 30% 25% 20% Denemarken Portugal Finland Hongarije Tsjechië Slovenië Oostenrijk Frankrijk Verenigd Koninkrijk Slovakije Luxemburg EU27 Servië Polen Cyprus Spanje Macedonië Litouwen Bulgarije bedoeling de niet-actieven te (re-)activeren. Zo zou de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting efficiënter verlopen en effectiever worden, omdat de middelen worden ingezet waar ze het meest resultaat hebben. Evenwel is er een aanzienlijke kans dat aan dit doel voorbij wordt geschoten en dat vooral kwetsbare groepen hun armoederisico verder zullen zien verhogen. Zo zullen de recente pensioenhervormingen, die als doel hadden het systeem financierbaar te houden door de beroepsloopbaan te verlengen, voor velen vermoedelijk leiden tot lagere pensioenen. De Gini-coëfficiënt meet alleen maar inkomensongelijkheid. Op andere gebieden toont beduidend meer ongelijkheid. UNICEF (2016) rapporteert, bijvoorbeeld, onthutsende cijfers over de ongelijkheid onder kinderen in. In hun ranglijst staat bij de slecht presterende landen: 29ste op 35. In ons land is de onderwijsongelijkheid tussen de best presterende leerlingen en de slechtst presterende aanzienlijk groter dan in de meeste landen, is de levenstevredenheid en gezondheid van jongeren relatief laag en groeit bijna een kind op vijf op in een huishouden met een risico op armoede. Deze grote en groeiende ongelijkheid onder kinderen in voorspelt weinig goeds voor de toekomstige ongelijkheid en armoede bij volwassenen. Wat eveneens de omvang en de focus van sociale transferten, en bij uitbreiding de volledige welvaartsstaat, kan beïnvloeden, is het door de

6 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 28 Tuesday, August 22, :42 AM 28 HOOFDSTUK 1 Europese Unie gevoerde conservatief begrotings- en economisch beleid. Daarbij ligt de nadruk op het terugschroeven van de begrotingstekorten en de overheidsschulden opgelopen tijdens de financiële en economische crisis, zoals vastgelegd in het Europese Semester en de Europa 2020 strategie (Vos & Conter, 2015). Zo kreeg de Belgische overheid in 2016 de vraag om de eerder afgesproken begrotingsdoeleinden te respecteren en het deficit jaarlijks met minstens 0,6% van het BBP te verminderen, de overheidsschuld terug te dringen en het belastingstelsel te vereenvoudigen (Raad van de Europese Unie, 2016). Tevens moet het arbeidsmarktbeleid worden hervormd, met de nadruk op het verhogen van de competitiviteit van de economie en op het activeren van nietactieven. is hierbij zeker niet de beste leerling van de klas en werd al verschillende keren door de Europese Commissie op de vingers getikt. Deze wijst erop dat het moeilijk heeft met het volgen van de afgesproken stabiliteits- en groeiplannen, dat de overheidsschuld te hoog blijft en dat de ingrepen in het overheidsbudget te weinig structureel zijn en de kans op ontsporingen hoog blijft (European Commission. Directorate General Economic and Financial Affairs, 2016). Zoals getoond in figuur 3 is de Belgische overheidsschuld beduidend hoger dan de gemiddelde overheidsschuld in de EU en hoewel ze minder steeg dan in de EU als geheel, steeg ze toch nog van 87,0% van het BBP in 2007 naar 105,8% in Tegelijkertijd namen ook de begrotingstekorten weer toe, met een maximum van 5,4% van het BBP in 2009, daar waar in de jaren vóór 2008 enkele lichte overschotten gerealiseerd werden. Alhoewel deze sindsdien weer afgenomen zijn, gaat de terugkeer naar een begrotingsevenwicht toch een stuk trager dan gemiddeld in Europa. Indien tegen 2018 een begroting in evenwicht wil bereiken, is er nog veel werk aan de winkel; het is onwaarschijnlijk dat niet nog verder geraakt zal worden aan de sociale zekerheid en de sociale transferten. Tot slot wijzen we op de sterke relatie tussen inkomensongelijkheid en het risico op armoede en sociale uitsluiting (AROPE) (zie figuur 5). In de Europese Unie (van 27 landen) leefde in ,7% van de bevolking met een risico op armoede of sociale uitsluiting. In 2015 bestond de top vijf van de 33 landen (inbegrepen een aantal Europese landen die geen lidstaat zijn) met het hoogste percentage van de bevolking met een risico op armoede of sociale uitsluiting uit Macedonië (41,3%), Servië (41,3%), Bulgarije (41,3%), (37,4%) en (35,7%), terwijl de top vijf met de laagste armoedecijfers IJsland (13,0%), Tsjechië (14,0%), (15,0%), (16,0%) en (16,4%) zijn.

7 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 29 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 29 Figuur 3: Overheidsschulden en -tekorten voor en EU-28, 2004 tot Overheidsschuld als % van BBP Jaar Overheidsdeficiet als % van BBP Overheidsschuld EU-28 Deficiet EU-28 Overheidsschuld Deficiet Met 21,1% van de bevolking met een risico op armoede of sociale uitsluiting is een middenmoter. De gevolgen van de crisis zijn ook hier weer niet eenduidig. De landen die zwaar getroffen werden door de crisis kenden een substantieel hoger armoederisico in 2015 dan in 2007: (+7,4%), Spanje (+5,3%), Cyprus (+3,7%), (+2,9%), en (+2,7%). De collectieve verarming in deze landen en het saneringsbeleid hebben ervoor gezorgd dat vele mensen en gezinnen in de armoede terechtkwamen. Voor de EU-27 lag de proportie van de bevolking met een risico op armoede of sociale uitsluiting in 2015 iets lager dan in 2007 (23,7% vs. 24,5%). Ook in, zoals in elf andere landen (op 29), daalde het risico op armoede en sociale uitsluiting iets tussen 2007 en 2015: van 21,6% naar 21,1%, maar het verschil is te klein om van een echte daling te spreken. Hoewel de relatieve percentages vrij constant blijven, betekent dit geen algemene stabiliteit. Bepaalde groepen worden immers meer getroffen dan andere en ook hier treden verschuivingen op. Doorheen de jaren neemt bijvoorbeeld de kwetsbaarheid van eenoudergezinnen en van kinderen toe (Frans, Van Mechelen & Van Lancker, 2014; zie ook de Inleiding van dit Jaarboek). Inkomensongelijkheid verklaarde in % van de variantie in het risico op armoede en sociale uitsluiting in 30 Europese landen (waaronder de EU-28). Voor elke eenheid dat de Gini-coëfficiënt toeneemt, ver-

8 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 30 Tuesday, August 22, :42 AM 30 HOOFDSTUK 1 Figuur 4: Risico op armoede of sociale uitsluiting (AROPE), totale bevolking, 2007 en % van bevolking Tsjechië Finland Denemarken Frankrijk Oostenrijk Slovakije Luxemburg Slovenië Polen Verenigd Koninkrijk EU 27 Portugal Hongarije Spanje Cyprus Litouwen Bulgarije Servië Macedonië wacht men een toename van de proportie van de bevolking die leeft met een risico op armoede en sociale uitsluiting van 1,4% (zie figuur 5). Hierbij valt op dat in het armoederisico hoger ligt dan men zou verwachten op basis van de inkomensongelijkheid, terwijl bijvoorbeeld in dit lager ligt dan verwacht. Vermoedelijk heeft dit te maken met verschillen in werkgelegenheidsgraad, een van de dimensies van de AROPE-indicator, waarbij slechter scoort dan. 3. De grondrechten in in een internationaal vergelijkend perspectief Tot hiertoe hebben we ons hoofdzakelijk beperkt tot inkomensongelijkheid. Daarbij werd al duidelijk dat de bredere context (zoals een besparingspolitiek) van belang is bij de interpretatie van (de evolutie van) deze ongelijkheid. In deze paragraaf verruimen we onze blik en gaan we in op enkele sociale grondrechten die onder druk komen te staan door politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, wat op zijn beurt dan weer gevolgen heeft voor de omvang en de diepte van armoede en sociale uitsluiting. Sociale grondrechten en armoede zijn immers nauw verbonden. We beperken ons tot enkele indicatoren voor de vijf oorspronkelijk (in 1994) in de Grondwet opgenomen grondrech-

9 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 31 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 31 Figuur 5: Relatie tussen inkomensongelijkheid en proportie van bevolking (totaal en 16 en jonger) met risico op armoede of sociale uitsluiting, AROPE Slovenië Slovakije Finland Tsjechië Hongarije Oostenrijk Luxemburg DenemarkenFrankrijk Polen Europese Verenigd Unie 27 Koninkrijk CyprusSpanje Portugal Bulgarije Litouwen Gini-coëfficiënt ten, namelijk het recht op arbeid, het recht op sociale zekerheid en bescherming, het recht op een behoorlijke huisvesting, het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu en het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Ook hiervoor doen we een beroep op de Eurostat-databanken. Deze dekken natuurlijk niet alle aspecten van de grondrechten, maar ze stellen ons wel in staat om de Belgische situatie te vergelijken met die in andere Europese landen omdat het hier om gestandaardiseerde indicatoren gaat. 3.1 Arbeid Uitsluiting van en ongelijkheden op de arbeidsmarkt vormen een van de belangrijkste determinanten van ongelijkheid en armoede. In 2015, bijvoorbeeld, is het armoederisico in voor werkenden 4,6%, tegenover 40,5% voor werklozen en 30,3% voor andere niet-actieven (Statistics Belgium, 2016). Arbeid wordt dan ook nog altijd beschouwd als het middel bij uitstek tegen armoede. Vele landen zetten sterk in op activering, om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen, ook al is dit in precaire jobs (Vranken, 2014). Het verhogen van de tewerkstellingsgraad vinden we terug in de Europa 2020-doelstellingen en ook de Europese stabiliteitsen hervormingsprogramma s leggen de nadruk op hogere tewerkstel-

10 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 32 Tuesday, August 22, :42 AM 32 HOOFDSTUK 1 ling, activering en een flexibelere arbeidsmarkt (De Raad van de Europese Unie, 2015a; 2015b). Ook de OESO beveelt het verhogen van de arbeidsmarktparticipatie en een actief arbeidsmarktbeleid aan als middelen om ongelijkheid te bekampen (OECD, 2015). De recente Belgische wet op werkbaar en wendbaar werk (B.S ) past binnen deze visie en ook hervormingen van de werkloosheid en van het pensioenstelsel en de indexsprong horen thuis in deze Europese strategie (zie ook: Belgische Regering, 2016). In de Europa 2020-doelstellingen wordt voor de EU een werkgelegenheidsgraad van 75% vooropgesteld voor de 20- tot 64-jarigen. Voor is deze doelstelling 73,2%. In 2015 was de tewerkstellingsgraad nog maar 67,2%, dat is 6% onder het streefcijfer. Ondanks alle maatregelen om deze werkgelegenheidsgraad te verhogen, is er sinds 2007 niet veel veranderd. Hiermee is een van de slechtere leerlingen van de Europese klas: eindigt als 25ste op 33 landen qua tewerkstellingsgraad (figuur 6). Spanje, en, landen die door de crisis veel werkgelegenheid verloren, scoren nog slechter dan ons land. Dat de vooropgestelde doelstelling tegen 2020 behaalt, lijkt weinig waarschijnlijk. Daarenboven kent ook een hoog percentage van langdurig werklozen (namelijk 51,6% tegenover 46,9% in de EU-28). De inspanningen en het beleid van de laatste decennia, waaronder het beperken van het brugpensioen, de financiële en fiscale aanmoedigingen voor de tewerkstelling van specifieke risicogroepen (waaronder laaggeschoolde jongeren of oudere werklozen), zijn onvoldoende gebleken om de werkgelegenheidsgraad op te krikken. Dat kan deels komen door de crisis en ook kunnen beleidsmaatregelen ervoor hebben gezorgd dat het potentiële verlies aan banen werd gecompenseerd. Niettemin slaagden sommige landen, waaronder, Polen en Hongarije, er wel in om tussen 2007 en 2015 hun tewerkstellingsgraad op te krikken. Maar de bevordering van de werkgelegenheid is alleen maar een adequaat middel tegen de armoede wanneer dit leidt tot banen die mensen en huishoudens inderdaad uit de armoede tillen. Enkel kwalitatieve banen, die voldoende zekerheid en inkomen voorzien, vormen een dam tegen armoede. Jobs met slechte arbeidsvoorwaarden weinig werkzekerheid, deeltijds werk, lage lonen daarentegen zijn vaak onvoldoende om het armoederisico uit te schakelen (Wagener, Defever & Mortelmans, 2014; Van der Linden, 2015); ze liggen aan de basis van de groeiende groep werkende armen. De laatste decennia is er, ten gevolge van de post-industrialisatie en globalisering, een verschuiving geweest van

11 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 33 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS Figuur 6: Tewerkstellingsgraad in Europese landen (20-64 jaar), 2007 en Percentage Zwitserland Verenigd Koninkrijk Denemarken Tsjechië Oostenrijk Litouwen Finland Luxemburg EU28 Frankrijk Portugal Slovenië Hongarije Cyprus Polen Slovakije Bulgarije Spanje Turkije Macedonië Doel E2020 jobs met goede tewerkstellingsvoorwaarden naar jobs met precaire kenmerken (Horemans, Marx, & Nolan, 2016). Het recente arbeidsmarktbeleid in verschillende landen is daaraan niet vreemd; het richt zich deels op een flexibilisering van de arbeidsmarkt om, zoals door de EU gepromoot, het aanwerven van nieuwe arbeidskrachten te vereenvoudigen en aan te moedigen en de mobiliteit op de arbeidsmarkt te verhogen (De Raad van de Europese Unie, 2015a, 2015b; Manceaux, 2016; OECD, 2015). Dit wordt geïllustreerd door de Duitse mini-jobs die sinds 2003 deeltijdse jobs aanbieden aan lage loonkost, waarbij men niet meer dan 450 per maand mag verdienen. Vooral vrouwen en ouderen maken hiervan gebruik, vaak als secundaire baan, en in de laaggeschoolde economie. In januari 2017 zaten werknemers in dergelijke minijobs (vergeleken met in reguliere jobs); voor (of 64.4%) van hen was dat de enige betrekking (Bundesagentur für Arbeit, 2017). Een ander voorbeeld zijn de nul-urencontracten die in het Verenigd Koninkrijk relatief vaak voorkomen. Onder deze contracten is er geen minimale wekelijkse arbeidsduur afgesproken en kan de werkgever de werknemer naar eigen goeddunken oproepen of naar huis sturen. Deze contracten zijn vooral populair in de laaggeschoolde dienstensectoren zoals horeca en huishoudelijke diensten. In het laatste kwartaal van 2016 waren ongeveer personen tewerkgesteld met

12 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 34 Tuesday, August 22, :42 AM 34 HOOFDSTUK 1 een nul-urencontract, dit is iets minder dan 3% van de beroepsbevolking in het VK; het betreft voornamelijk vrouwen en jongeren (Office for National Statistics, 2017). Deze twee voorbeelden leiden niet tot voltijdse contracten van onbepaalde duur, maar meestal naar tijdelijk en deeltijds werk met een hoog armoederisico. De proportie van de werkenden die deeltijds aan de slag zijn, vormt dan ook een goede indicator voor de doelmatigheid van werk als dam tegen armoede. Figuur 7 geeft de deeltijdse tewerkstelling als percentage van de totale tewerkstelling weer, zowel in 2007 en Over het algemeen zien we een toename van de proportie deeltijds werkenden in bijna alle landen (29/34). In 2015 werkt 19,6% van de werknemers deeltijds in de EU-28, maar dit aandeel varieert sterk over Europa. In Oost-Europa is deeltijds werk relatief zeldzaam; zo rapporteert Bulgarije maar 2,2% deeltijds werkenden. Ook in Zuid-Europa is deeltijds werk minder populair; in Portugal en ligt de proportie deeltijdswerkenden onder de 10% en ook in en Spanje is de proportie lager dan in de EU-28. Deeltijds werk komt vooral voor in West- en Noord-Europa., met 24,3% deeltijds werkenden in 2015, zit nog in de middenmoot. 60 Figuur 7: Deeltijdse arbeid als proportie van totale tewerkstelling, 2007 en Percentage deeltijdse tewerkstelling Bulgarije Macedonië Tsjechië Hongarije Slovakije Polen Litouwen Portugal Slovenië Turkije Cyprus Finland Spanje Frankrijk Luxemburg EU 28 Denemarken Verenigd Koninkrijk Oostenrijk Zwitserland Deze grote variatie in de proportie deeltijds werkenden, werpt natuurlijk ook een ander licht op de tewerkstellingsgraad. Het vormt een

13 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 35 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 35 enorm verschil of het om voltijds of deeltijds werk gaat. Daarom berekenden we een gecorrigeerde tewerkstellingsgraad, waarin de gerapporteerde tewerkstellingsgraad (zie figuur 8) gecorrigeerd werd voor de gemiddelde wekelijkse, gebruikelijke arbeidsduur in het land. Voor een standaard werkweek werd 40 uren werk gerekend en de gecorrigeerde tewerkstellingsgraad wordt dan: gemiddelde arbeidsduur Gecorrigeerde tewerkstellingsgraad = tewerkstellingsgraad In de EU-28 bedroeg de gemiddelde gebruikelijke werkweek in 2015, 37,1 uren. Terwijl de gemiddelde gebruikelijke arbeidsduur in gelijk is aan het Europese gemiddelde, tekent een gemiddelde gebruikelijke werkweek in 2015 van maar 30,1 uren op. Ook in andere West- en Noord-Europese landen lag de gemiddelde arbeidsduur onder het Europese gemiddelde. Figuur 8 zet de gecorrigeerde tewerkstellingsgraad voor 2015 uit tegen de niet-gecorrigeerde tewerkstellingsgraad voor 32 Europese landen. Voor verandert er niet veel, het zakt maar van de 25 ste naar de 26 ste plaats na correctie, dus de tewerkstellingsgraad blijft relatief laag. Sommige landen, zoals, Denemarken en vooral zien hun tewerkstellingsgraad sterk verminderen wanneer er gecorrigeerd wordt voor gemiddelde arbeidsduur. Dit impliceert dat in deze landen de tewerkstellingsgraad een overschatting geeft van de werkzaamheid en wijst op onevenwichten op de arbeidsmarkt. Een grote proportie deeltijds werkenden betekent een grote groep met relatief precaire tewerkstellingsvoorwaarden; alhoewel tewerkgesteld, blijft die groep kwetsbaar voor sociale uitsluiting. In deze landen vormt arbeid een zwakkere bescherming tegen het risico op armoede en sociale uitsluiting dan in landen waar men voornamelijk inzet op voltijdse tewerkstelling. Het zijn ook specifieke groepen die hier het meest door worden getroffen: vrouwen, laaggeschoolden en jongeren. Dat de stelling werk beschermt tegen armoede moet worden genuanceerd (zie ook hoofdstuk 2 in dit Jaarboek), blijkt ook uit de volgende elementen. Zo toont de Federale armoedebarometer aan dat in ,9% van de bevolking die een armoederisico loopt, behoort tot de groep werkenden (Eurostat, 2017). Daarnaast is het hebben van werk niet voor iedereen een haalbare kaart. Voor een groep werkzoekenden is de afstand tot de arbeidsmarkt te groot, ten gevolge van niet-arbeidsmarktgerelateerde problemen (Diepvents, 2008). Tot slot weerspiegelen de werkloosheidscijfers ook niet volledig de realiteit. Door de hervor-

14 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 36 Tuesday, August 22, :42 AM 36 HOOFDSTUK 1 Figuur 8: Tewerkstellingsgraad versus gecorrigeerde tewerkstellingsgraad (r²: 54%), Gecorrigeerde tewerkstellingsgraadtewer Macedonië Turkije Spanje Tsjechie Zwitserland Litouwen Verenigd Koninkrijk Bulgarije Hongarije Polen Slovakije Slovenië Portugal Oostenrijk Cyprus Finland Luxemburg Frankrijk EU 28 Denemarken Tewerkstellingsgraad ming van de werkloosheidsreglementering valt een deel van de jongeren niet langer onder dit stelsel, maar ontvangt nu een leefloon. Het aantal jongeren van 18 tot en met 24 jaar maakte in ,9% uit van de groep personen die recht heeft op een leefloon. De toename van de groep jongeren is ook opmerkelijk: tussen 2013 en 2014 nam deze groep met gemiddeld 5% toe, tussen 2014 en 2015 verdubbelde dit tot een gemiddelde toename van 9,2% (POD MI, 2016). 3.2 Sociale zekerheid en gezondheid In hoge-inkomenslanden beschermt de sociale zekerheid tegen een te grote terugval van de verworven levensstandaard bij sociale ongevallen (zoals ziekte, ouderdom, werkloosheid), maar vormt ze ook het basissysteem om de bevolking te behoeden voor armoede en sociale uitsluiting. Dat gebeurt niet alleen omdat de sociale zekerheid zorgt voor vervangingsinkomens, maar ook omdat het toegang geeft tot een wijde reeks van diensten, gratis of gesubsidieerd (aan prijzen onder de marktprijs). Desondanks toont onderzoek aan dat de lagere-inkomensgroepen relatief minder de voorzieningen van de welvaartsstaat gebruiken en dat de herverdeling voor verschillende domeinen omgekeerd verloopt, dat is naar de midden- en hogere klassen, het zogenaamde Matte-

15 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 37 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 37 üseffect (Deleeck, Huybrechs, & Cantillon, 1983). Er zijn drempels van allerlei aard economisch, cultureel, sociaal die de toegang voor de lagere sociale groepen beperken of zelfs verhinderen (De Boe & Van Hootegem, 2014; zie ook hoofdstuk 3 in dit Jaarboek). De gezondheidszorg is cruciaal in een stelsel van sociale bescherming; ze wordt dan ook als tweede grondrecht vermeld in artikel 23 van de grondwet. Sociale uitsluiting met betrekking tot gezondheidszorg slaat in de eerste plaats op ongelijkheden in toegang tot en gebruik van gezondheidsvoorzieningen. Een eerste indicator (figuur 9) meet de onvoldane medische noden, via het percentage van de bevolking dat tijdens het afgelopen jaar een of meerdere malen geen medische voorzieningen gebruikte omdat ze te duur waren, te ver afgelegen, of omdat de wachtlijsten te lang waren. In 2015 rapporteerde 3,2% van de bevolking in de EU-27 dergelijke onvoldane medische noden en dit percentage blijft van jaar tot jaar vrij constant. Maar ook hier is er nogal wat variatie tussen de Europese landen: van 0,1% (in 2015) in Oostenrijk en tot 12,7% in. Dit heeft veel te maken met de organisatie en financiering van medische zorgen. is hier in 2015 een middenmoter; 2,4% van de bevolking rapporteert een onvoldane medische nood, wat beduidend hoger is dan in onze buurlanden (0,1%), (0,5%), Luxemburg (0,9%) en Frankrijk (1,2%). Ook het IMF wijst erop dat in de inkomensgerelateerde ongelijkheid met betrekking tot gezondheid en gebruik van medische voorzieningen groter is dan in de meeste buurlanden (zie ook: Devaux & De Looper, 2012; Hallaert e.a., 2016). Deze grotere sociale ongelijkheid qua gezondheid wordt gerelateerd aan de hogere eigen bijdrage voor gezondheidszorg in. Opvallend is ook de sterke stijging tussen 2007 en 2015 in, wat aangeeft dat de situatie allesbehalve verbetert, ook al kan deze geobserveerde stijging deels te wijten zijn aan veranderingen in de vraagstelling (Federaal Planbureau, 2014). Deze onvoldane medische noden correleren vrij sterk met overheidsuitgaven aan gezondheid. In 2007 bedroeg de correlatie r = (p = 0.003). In de regel geldt dat hoe meer de overheid uitgeeft aan gezondheidszorg hoe lager het deel van bevolking dat een onvoldane medische nood rapporteert. De gezondheidsuitgaven door de overheid variëren ook sterk tussen de Europese landen. scoort hier vrij hoog: in 2012 spendeerde de Belgische overheden 8,2% van het BBP aan gezondheidszorgen. Niettemin is de eigen bijdrage in hoger dan in de buurlanden.

16 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 38 Tuesday, August 22, :42 AM 38 HOOFDSTUK 1 Figuur 9: Proportie van de bevolking met onvoldane medische noden in het laatste jaar, 2007 en Percentage van bevolking Oostenrijk Slovenië Spanje Tsjechië Luxemburg Frankrijk Denemarken Cyprus Slovakije Hongarije Verenigd Koninkrijk Macedonië Litouwen Portugal EU 27 Finland Bulgarije Servië Polen Huisvesting Ook het recht op een degelijke huisvesting werd in 1994 in de Belgische Grondwet ingeschreven. Dit recht staat tevens in de Vlaamse Wooncode, de Brusselse Huisvestingscode en de Code wallon du Logement et de l Habitat durable. Toch leidde dit er niet toe dat dit grondrecht voor iedereen realiteit werd (Bernard e.a., 2015; Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, 2011). De meest extreme situatie is dak- en thuisloosheid, maar de huisvesting van gezinnen in een woning van slechte kwaliteit, met weinig woonzekerheid en gezinnen die er niet in slagen om hun woonkosten te betalen, zijn evenzeer een indicatie van de niet-realisatie van dit grondrecht (De Decker e.a., 2015). Een sociale huurwoning ligt voor de hand als alternatief voor deze groep. Evenwel is de vraag groter dan het aanbod. In de drie gewesten zijn de wachtlijsten van de sociale huursector heel lang: kandidaat-huurders in 2014 in Vlaanderen (tegenover verhuurde woningen), kandidaat-huurders in het Waalse Gewest in 2016 (tegenover verhuurde woningen) en kandidaat-huurders in Brussel in 2015 (tegenover verhuurder woningen) 4. Ernstige woondeprivatie is een indicator voor extreem slechte huisvestingsomstandigheden: het combineert wonen in een overbevolkte

17 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 39 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 39 woning met de aanwezigheid van een of meerdere gebreken aan de woning, zoals een lekkend dak, het ontbreken van sanitaire faciliteiten binnenshuis, of een tekort aan licht. Als men naar de graad van ernstige woondeprivatie kijkt, doet het zeer goed: slechts 0,9% van de bevolking rapporteert ernstige woondeprivatie in 2015, dit terwijl deze graad voor de EU-27 4,9% bedraagt. De hoogste graden van ernstige woondeprivatie vinden we vooral in Oost- en Zuid-Europa, ook al variëren deze sterk tussen die landen. Zo ligt de ernstige woondeprivatiegraad in Spanje en Tsjechië lager dan het gemiddelde voor de EU-27. In de meeste landen is de ernstige woondeprivatiegraad beduidend gedaald tussen 2007 en 2015, vooral dan in landen met een hoge deprivatiegraad (figuur 10). 30 Figuur 10: Proportie van de bevolking met ernstige woondeprivatie, 2007 en % van bevolking Cyprus Finland Spanje Luxemburg Verenigd Koninkrijk Frankrijk Denemarken Tsjechie Slovakije Oostenrijk Portugal EU 27 Slovenië Litouwen Macedonië Polen Bulgarije Hongarije Servië Een minder strenge indicator van de prevalentie van ondermaatse woonomstandigheden is de proportie van de bevolking die in een woning met vochtproblemen woont. In 2015 bevond 15,3% van de EU- 27 bevolking zich in dat geval. Zowel als scoren hier boven het EU-27 gemiddelde, wat erop wijst dat we met een tamelijk verouderde woningvoorraad zitten (voor Vlaanderen, zie ook Winters e.a., 2015).

18 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 40 Tuesday, August 22, :42 AM 40 HOOFDSTUK 1 Figuur 11: Proportie van de bevolking die in een woning met vochtproblemen woont, 2007 en % van bevolking Finland Slovakije Tsjechië Oostenrijk Polen Macedonië Frankrijk Bulgarije Luxemburg Verenigd Koninkrijk Spanje EU 27 Denemarken Litouwen Servië Hongarije Cyprus Slovenië Portugal Leefmilieu Een vierde grondrecht heeft betrekking op het recht om in een gezonde omgeving te leven. In een gemoderniseerd, geïndustrialiseerd en dichtbevolkt land is milieuvervuiling en -overlast niet altijd te vermijden, hoewel een doordacht beleid die wel kan beperken. Studies hebben aangetoond dat grotere sociale ongelijkheid in een land zich ook vertaald in een slechtere kwaliteit van het milieu (Cushing e.a., 2015). Maar die lagere kwaliteit is ook verbonden met een grotere ongelijkheid wat betreft de kwaliteit van het leefmilieu: armere groepen worden vaker geconfronteerd met een vervuilde woonomgeving dan rijkere groepen (Kohlhuber, Mielck, Weiland, & Bolte, 2006; Padilla e.a., 2014). In 2015 rapporteerde 14,3% van de bevolking in de EU-27 dat ze in een vervuilde omgeving woont (figuur 12). Dit was een daling in vergelijking met 2007, toen nog 17,1% in dat geval verkeerde. De proportie van de bevolking met een vervuilde woonomgeving varieert ook sterk: van 4,7% in en 5,9% in tot 19,2% in, 23,4% in en 32,3% in. scoort met 14,9% in 2015 iets boven het gemiddelde voor de EU-27. In de overgrote meerderheid van de landen (23/30), waaronder, ligt de proportie van de bevolking met een slechte woonomgeving lager in 2015 dan in Uitzonderingen hier zijn,, Oostenrijk, Hongarije, Luxemburg,

19 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 41 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 41 en, waar wel een, overwegend lichte, toename vastgesteld wordt. Figuur 12: Proportie van bevolking wonend in een vervuilde omgeving % van bevolking Denemarken Finland Verenigd Koninkrijk Cyprus Spanje Polen Oostenrijk Slovakije Macedonië Frankrijk Tsjechië Servië Portugal EU 27 Hongarije Litouwen Bulgarije Slovenië Luxemburg Culturele en maatschappelijke ontplooiing Het vijfde grondrecht dat hier aan bod komt, is het recht op sociale en culturele participatie. De participatie aan het sociale en culturele leven varieert met iemands sociaaleconomische positie (Bourdieu, 1984; Roose & Vander Stichele, 2010; Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, 2016). Armoede uit zich vaak in een lage participatie aan het verenigingsleven en aan sociale en culturele evenementen (Demeyer, 1998; Dierckx, 2001; Vos, 2003). Er zijn vele soorten drempels die mensen aan de onderkant van de samenleving weghouden van dergelijke participatie. Deze drempels zich zowel aan de kant van de dienstverlening als aan de kant van de (potentiële) gebruiker (Steenssens e.a., 2007). Zo kunnen bepaalde omstandigheden en procedures personen uitsluiten van of ontmoedigen voor deelname, zoals door de fysieke onbereikbaarheid, de manier waarop de dienstverlening gebeurt (talenkennis), het tijdstip of de frequentie van de openingsuren of door het gedrag of uiterlijk van hulpverleners. Naast attitudes en percepties ten aanzien van bepaalde diensten spelen van de kant van de (potentiële) gebruikers economische factoren een rol. Sociale en culturele participatie kan vrij duur zijn, zeker voor mensen

20 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 42 Tuesday, August 22, :42 AM 42 HOOFDSTUK 1 met een laag inkomen. Het gaat hier niet alleen om inkom- en lidgelden, maar ook om reiskosten of het aanschaffen van materiaal (sportgerei, kleding, schoeisel). De overheid kan dit deels compenseren door de culturele sector (in haar brede betekenis) deels te decommodificeren, dat is losmaken van het marktmechanisme, en zo de prijs voor participatie laag te houden. Dit kan door het verstrekken van subsidies aan culturele organisaties, of door deze subsidies te richten naar doelgroepen, zoals door middel van kansenpassen. Het aandeel van overheidsuitgaven voor cultuur en sport in de totale overheidsuitgaven zijn een proxy voor de mate van decommodificatie. Met overheidsuitgaven voor cultuur, sport en religie ten belope van 1,2% van het BBP in 2015 scoort iets boven het gemiddelde in Europa. In de laatste jaren zijn deze uitgaven als proportie van het BBP iets gedaald. In de EU-28 geven overheden samen 1,0% van hun BBP uit voor deze doeleinden. Figuur 13: Overheidsuitgaven aan cultuur, recreatie en religie als proportie van het BBP, 2007en ,5 3,0 2,5 % BBP 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Verenigd Koninkrijk Portugal Zwitserland Cyprus Litouwen EU 28 Slovakije Polen Spanje Oostenrijk Luxemburg Tsjechie Frankrijk Finland Slovenië Bulgarije Denemarken Hongarije Conclusie Internationale organisaties en vooraanstaande wetenschappers, zoals Stiglitz, Wilkinson en Atkinson, wijzen erop dat te veel ongelijkheid slecht is, niet alleen voor de mensen aan de onderkant van de verdeling, maar ook voor de samenleving als geheel (OECD, 2015). Grote ongelijkheid remt de verdere ontwikkeling van een samenleving, omdat veel

21 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 43 Tuesday, August 22, :42 AM ONGELIJKHEID EN SOCIALE GRONDRECHTEN NA DE CRISIS 43 menselijk kapitaal en potentieel onbenut blijft. Een goed uitgebouwde welvaartsstaat met een solied transfertensysteem is traditioneel een belangrijk instrument om de inkomensongelijkheid te verzachten en om het risico op armoede of sociale uitsluiting te verminderen. doet het qua inkomensongelijkheid in vergelijking met de andere Europese landen relatief goed en het transfertensysteem (sociale zekerheid en bijstand) blijkt hier een vrij effectief wapen tegen de inkomensongelijkheid. Niettemin scoort het land maar gemiddeld betreffende het armoederisico. Het armoederisicopeil in zit boven het peil dat men kan voorspellen op basis van de inkomensongelijkheid. Het bezuinigingsbeleid dat opgelegd wordt door de Europese Unie en dat aanbevolen wordt door andere internationale organisaties, samen met een shift naar een neoliberaal model, verzwakt de welvaartsstaat en haar herverdelende en armoedebestrijdende effecten. is, door zijn hoger overheidsdeficit en overheidsschuld, zeker kwetsbaar. Een neoliberaler en op bezuinigingen gericht economisch en sociaal beleid kan de doelmatigheid van het transfertensysteem aantasten en zo tot een toename van de ongelijkheid en armoede leiden. De grondrechten vormen tegelijk een referentiepunt en de toetssteen voor een beleid dat ongelijkheid en armoede wil bestrijden. Ze verwijzen naar dimensies die verbonden zijn met deze ongelijkheid, met het armoederisico en met andere vormen van sociale uitsluiting. In geen enkel land worden deze grondrechten volledig gerealiseerd. Zo hinkt nog altijd achterop in vergelijking met de buurlanden wat betreft arbeidsmarktparticipatie. Ook inzake toegang tot medische zorgen, uitgedrukt in de proportie van de bevolking met onvoldane medische noden, doet het slechter dan de buurlanden. Indien effectief vooruitgang wil boeken, zijn besparingen niet de oplossing, maar wel investeringen, een strategie die duidelijk naar voor komt in het Europese Sociaal Investeringspakket (SIP). Daarin pleit de Europese Commissie voor meer investeringen in menselijk kapitaal: onder meer via voorschoolse educatie, de agenda voor nieuwe vaardigheden ( New Skills Agenda ), een actief arbeidsmarktbeleid, de sociale economie, een preventief gezondheidsbeleid en revalidatie. Kortom, allemaal domeinen waarop tekortschiet en meer beleidsaandacht nodig is.

22 federaal.jaarboek.armoede.2017.book Page 44 Tuesday, August 22, :42 AM 44 HOOFDSTUK 1 Noten 1. Eurostat is het officiële statistische bureau van de EU; het coördineert de statistische dataverzameling en rapportering voor de lidstaten. 2. We dienen hierbij aan te stippen dat de gegevens afkomstig zijn van grootschalige surveys die zoals Schockaert e.a. (2012) formuleren kampen met problemen inzake de onderpresentatie van mensen in armoede. Hoewel dergelijke surveys representativiteit nastreven, is het aangewezen om surveygegevens aan te vullen met diverse gegevensbronnen. Verschillende van de hoofdstukken van dit Jaarboek gaan dieper in op een van de sociale grondrechten en brengen hierbij een brede waaier aan bronnenmateriaal in beeld. 3. Alle cijfers gepresenteerd in dit hoofdstuk zijn afkomstig van Eurostat (Eurostat, 2017). 4. Op basis van: Vlaamse Regionale Indicatoren (2016), Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (2015), Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofstad (2016) & SWL (2017).

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van figuren... Lijst van tabellen... Afkortingen... Woord vooraf... Voorwoord... Dankwoord...

Inhoud. Lijst van figuren... Lijst van tabellen... Afkortingen... Woord vooraf... Voorwoord... Dankwoord... Inhoud Lijst van figuren.............................................. Lijst van tabellen............................................. Afkortingen................................................. Woord

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers ja Neemt de inkomensongelijkheid tussen arm en rijk toe? Toelichting: Een vaak gehanteerde maatstaf voor

Nadere informatie

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES «WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES Brussel wordt gekenmerkt door een grote concentratie van armoede in de dichtbevolkte buurten van de arme sikkel in het centrum van de stad, met name

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

Armoedebarometer 2012

Armoedebarometer 2012 Armoedebarometer 2012 Jill Coene An Van Haarlem Danielle Dierckx In opdracht van Decenniumdoelen 2017 Armoede in cijfers Kinderen geboren in een kansarm gezin verdubbeld tot 8,6% op tien jaar tijd - Kwalijke

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De sociale minima: actie nodig

De sociale minima: actie nodig De sociale minima: actie nodig BEA CANTILLON SARAH MARCHAL De auteurs zijn respectievelijk directeur en navorser van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (Universiteit Antwerpen) Aspirant van

Nadere informatie

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in juni 2014 De arbeidsmarkt in juni 2014 Datum: 17 juli 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers Moedige overheden Stille kampioenen = ondernemingen Gewone helden = burgers Vaststellingen Onze welvaart kalft af Welvaartscreatie Arbeidsparticipatie Werktijd Productiviteit BBP Capita 15-65 Bevolking

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016 De arbeidsmarkt in mei 2016 Datum: 17 juni 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017 De arbeidsmarkt in augustus 2017 Datum: 7 september 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2016 De arbeidsmarkt in oktober 2016 Datum: 9 november 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2015 De arbeidsmarkt in mei 2015 Datum: 11 juni 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en) 12741/1/17 REV 1 NOTA van: d.d.: 10 oktober 2017 aan: Betreft: het Comité voor sociale bescherming SOC 610 EMPL 469 ECOFIN 770 EDUC 355 het Comité

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in september 2014 De arbeidsmarkt in september 2014 Datum: 13 oktober 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche september 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017 De arbeidsmarkt in maart 2017 Datum: 12 april 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009

Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel. ChanceArt 10 december 2009 Cijfers en wegwijzers Armoede in Vlaanderen en Brussel ChanceArt 10 december 2009 Inhoud 1. De naakte cijfers 2. Decenniumdoelstellingen 3. Armoedebarometers 4. Armoede en cultuurparticipatie 5. Pleidooi

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2016 De arbeidsmarkt in april 2016 Datum: 10 mei 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsmarkt in april 2017 De arbeidsmarkt in april 2017 Datum: 10 mei 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017 De arbeidsmarkt in januari 2017 Datum: 7 februari 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in februari 2017 De arbeidsmarkt in februari 2017 Datum: 8 maart 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2014 De arbeidsmarkt in augustus 2014 Datum: 17 september 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017 De arbeidsmarkt in mei 2017 Datum: 6 juni 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kinderarmoede in het Brussels Gewest OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2015

Welzijnsbarometer 2015 OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion

Nadere informatie

Internationale vergelijking kindregelingen

Internationale vergelijking kindregelingen Internationale vergelijking kindregelingen Nederland kent een uitgebreid en historisch gegroeid stelsel van kindregelingen dat aan ouders financiële ondersteuning geeft. In het regeerakkoord Bruggen Slaan

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/146 ADVIES NR. 13/65 VAN 2 JULI 2013, GEWIJZIGD OP 5 NOVEMBER 2013 EN OP 7 OKTOBER 2014, INZAKE DE MEDEDELING

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Roeselare Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Vrouwenraadinfofiche 2016

Vrouwenraadinfofiche 2016 Vrouwenraadinfofiche 2016 Drie decennia deeltijds werk en de gevolgen voor vrouwen Evolutie deeltijdse arbeid De overheid en de sociale partners zijn deeltijds werk (gebaseerd op een deeltijdse arbeidsovereenkomst)

Nadere informatie

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK Arrondissement Diksmuide HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

GROEIENDE ONGELIJKHEDEN? EN ZO JA, WAAROM PRECIES? Bea Cantillon

GROEIENDE ONGELIJKHEDEN? EN ZO JA, WAAROM PRECIES? Bea Cantillon GROEIENDE ONGELIJKHEDEN? EN ZO JA, WAAROM PRECIES? Bea Cantillon 2 Globale stabiliteit van de inkomensongelijkheid Evolutie (%) 1994-2000 2004-2007 2007-2010 Gini van beschikbaar equivalent inkomen Gini

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2016

De arbeidsmarkt in juni 2016 De arbeidsmarkt in juni 2016 Datum: 8 juli 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Kortrijk Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Ieper Opsplitsing in

Nadere informatie

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Kortcyclische arbeid, Op de teller! Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring

Nadere informatie

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking 14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS In deze bijlage worden Nederlandse cijfers op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid vergeleken met die van een groot aantal Europese landen, de USA en

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer

Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer Persconferentie Welkom door Jos Geysels, voorzitter Decenniumdoelen Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer door Michel Debruyne, coördinator Decenniumdoelen

Nadere informatie

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar In de vorige nieuwsbrief in september is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag: wat is de invloed van de economische situatie op de arbeidsmarkt? Het antwoord op deze vraag was niet geheel eenduidig.

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hebben laaggeschoolden een hoger risico om in armoede te belanden? Ja. Laagopgeleiden hebben het vaak

Nadere informatie

De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit?

De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit? De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit? Arbeidsvolume en arbeidsduur in Vlaanderen en Europa Tielens, M. & Herremans, W. 2007. Leuven: Steunpunt WSE. Klopt het beeld van de hardwerkende Vlaming; van

Nadere informatie

Kinderarmoedebestrijding. Senaat, 22 juni 2015. Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede

Kinderarmoedebestrijding. Senaat, 22 juni 2015. Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede Kinderarmoedebestrijding Senaat, 22 juni 2015 Frederic Vanhauwaert, algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede Kinderarmoedebestrijding 1. Voorstelling 2. Algemeen 3. Welke maatregelen zijn er nodig? 4.

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Informatie 10 januari 2015

Informatie 10 januari 2015 Informatie 10 januari 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS ARMOEDE WERELDWIJD Wereldwijd leven ongeveer 1,2 miljard mensen in absolute armoede leven: zij beschikken niet over basisbehoeften zoals schoon drinkwater,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2014 De arbeidsmarkt in oktober 2014 Datum: 19 november 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006) Bijlage : Overzicht tabellen Armoedes Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede ) ) ) ) ) Het aandeel kinderen geboren in een kansarm gezin - - - 8.2% 8.6% 9.7% 10.5% Kind en Gezin, Het kind

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers Kinderarmoede Nulmeting 2008 Barometer 2009 Barometer 2010 Barometer 2011 Barometer 2012 Barometer 2013 Barometer 2014 Barometer 2015 Bron Het aandeel kinderen geboren

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017 PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017 Armoede-indicatoren in België in 2016 (EU-SILC) Werklozen, eenoudergezinnen en huurders meest kwetsbaar voor armoede Vandaag publiceert de Algemene Directie Statistiek

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3

WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3 WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3 Seppe Van Gils De Europese Unie stimuleert de lidstaten om op middellange termijn (tegen 2010) een werkzaamheidsgraad van 70%

Nadere informatie

ARMOEDE GEPEILD Een analyse van de EU-SILC cijfers naar aanleiding van 17 oktober Werelddag van verzet tegen armoede

ARMOEDE GEPEILD Een analyse van de EU-SILC cijfers naar aanleiding van 17 oktober Werelddag van verzet tegen armoede ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 16 oktober 9 ARMOEDE GEPEILD Een analyse van de EU-SILC cijfers naar aanleiding van oktober Werelddag van verzet tegen armoede % van de

Nadere informatie

De toekomst van de welvaartsstaat

De toekomst van de welvaartsstaat De toekomst van de welvaartsstaat Bea Cantillon Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck,, Universiteit Antwerpen Leuven, 17 november 2008 0 Het sociaal pact van 1944 het compromis tussen arbeid en kapitaal

Nadere informatie