Adviesrapport pilot ROC Koning Willem I College Pilot 2 verminderen van zwerfafval op het schoolplein

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Adviesrapport pilot ROC Koning Willem I College Pilot 2 verminderen van zwerfafval op het schoolplein"

Transcriptie

1 Adviesrapport pilot ROC Koning Willem I College Pilot 2 verminderen van zwerfafval op het schoolplein Novi Mores Documentnummer: NESCA15.v3.0 Datum:

2 Informatieblad Document voor: Nederland Schoon ROC Koning Willem I College Contactpersoon Nederland Schoon Henk Klein Teeselink hkleinteeselink@nederlandschoon.nl Postadres Nederland Schoon Bezuidenhoutseweg AV Den Haag Contactpersoon ROC Koning Willem I College Jeanette van Dijk Je.vandijk@kw1c.nl Postadres ROC Koning Willem I College Vlijmenseweg GW s-hertogenbosch Auteur van dit document: Novi Mores Contactpersonen: Drs. Lonneke Debets lonnekedebets@novimores.nl Postadres Novi Mores Tiranastraat CH IJsselstein Drs. Kirsten Ruitenburg kirstenruitenburg@novimores.nl KvK nummer: BTW nummer: B01 Novi Mores Novi Mores is een onderzoeks- en adviesbureau gespecialiseerd in gedragsbeïnvloeding. Met Novi Mores wordt een brug geslagen tussen wetenschap en praktijk. Gedrag en attitudes worden verklaard met behulp van kennis uit de wetenschap en kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Door het veranderen van omgevingsaspecten of door middel van aangepaste communicatie beïnvloedt Novi Mores gedrag via bewuste en onbewuste processen. Hierdoor ontstaat nieuw gedrag en dat is dan ook wat Novi Mores betekent. Novi Mores gaat verder dan enkel het probleem in kaart brengen of slechts oplossingen aan te dragen. De theorie vormt de basis voor zowel het begrijpen als beïnvloeden van gedrag, deze werkwijze wordt evidence based genoemd. Pagina 2 van 28

3 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 5 Hoofdstuk 1. Wetenschappelijk kader Inleiding De interventiemaatregelen Interventie I sigarettenpeuken: activeren injunctieve norm Interventie II sigarettenpeuken: activeren concept schoon Interventie I zwerfafval: zichtbaar reinigen Interventie II zwerfafval: de normactiverende beroemdheid Interventie III zwerfafval: implementatie intentie & prompts 8 Hoofdstuk 2. Toetsing interventiemaatregelen Methode Procedure Nonparametrische toetsing Zwerfafval Sigarettenpeuken Correlaties Exploratieve toetsing Effect van interventiemaatregelen op zwerfafval Effect van interventiemaatregelen op sigarettenpeuken Zwerfafval plein B Sigarettenpeuken plein B Zwerfafval plein J Sigarettenpeuken plein J Langetermijneffect van injunctieve norm op sigarettenpeuken plein J 16 Hoofdstuk 3. Conclusie, discussie en aanbeveling Conclusie Discussie Aanbeveling 18 Referentielijst 19 Bijlage 1 Interventie I sigarettenpeuken 20 Bijlage 2 Interventie II sigarettenpeuken 21 Bijlage 3 Interventie I zwerfafval 22 Pagina 3 van 28

4 Bijlage 4 Interventie II zwerfafval 23 Bijlage 5 Interventie III zwerfafval 24 Bijlage 6 Observatieformulier 25 Bijlage 7 Taakomschrijving ABR 27 Bijlage 8 Vergelijking met pilot Pagina 4 van 28

5 Managementsamenvatting In opdracht van Stichting Nederland Schoon is in samenwerking met het ROC Koning Willem I College te Den Bosch onderzocht op welke wijze het vervuilgedrag van de leerlingen op schoolpleinen positief beïnvloed kon worden. De strategieën die hiervoor gebruikt werden, speelden in op onbewuste processen om de hoeveelheid zwerfvuil 1 te verminderen. Naar aanleiding van de pilot in 2011 en op basis van een wetenschappelijk kader zijn verschillende interventies tot stand gekomen, respectievelijk: Een activerende tekst om sigarettenpeuken in de asbak te gooien gecombineerd met een duimopstekende smiley (sticker 1). Glimmende tafels. Een activerende tekst om afval in de afvalbak te gooien gecombineerd met een duimopstekende smiley (sticker 2). Een Glutton zuigmachine. Een Glutton zuigmachine beplakt met een afbeelding van een beroemdheid en activerende tekst (sticker 3). De volgende conclusies kunnen op basis van de pilotstudie getrokken worden: 1. De beplakte (sticker 3) Glutton zuigmachine in combinatie met sticker 2 zorgt ervoor dat leerlingen van het ROC Koning Willem I College relatief minder zwerfafval achterlaten. 2. De glimmende tafels in combinatie met sticker 1 zorgen ervoor dat leerlingen van het ROC Koning Willem I College relatief minder zwerfafval achterlaten. 3. De interventiemaatregelen leiden niet tot een aantoonbaar effect op hoeveel sigarettenpeuken de leerlingen van het ROC Koning Willem I College op de grond gooien. 4. Hoe meer sigarettenpeuken er liggen op de grond, hoe meer zwerfafval er op de grond ligt (en vice versa). Op basis van de conclusies wordt aanbevolen om gedurende pauzes zichtbaar te reinigen met de beplakte (sticker 3) Glutton zuigmachine en sticker 2 te laten hangen. Daarnaast kan ook gekozen worden voor de glimmende tafels (in combinatie met sticker 1). Het is raadzaam dat het ROC Koning Willem I College voor aanvang pauzes zowel sigarettenpeuken als zwerfafval verwijdert in en bij de abri s, dit zorgt er voor dat leerlingen minder snel hun zwerfvuil op de grond gooien. 1 Onder zwerfvuil wordt zowel sigarettenpeuken als overig zwerfafval gerekend. Pagina 5 van 28

6 Hoofdstuk 1. Wetenschappelijk kader 1.1 Inleiding Naar aanleiding van de pilot in 2011 ten behoeve van zwerfafvalvermindering 2 op het ROC Koning Willem I College te Den Bosch (zie document: NESCA10.v2.0) is in opdracht van Stichting Nederland Schoon, in het tweede kwartaal van 2012 een tweede pilot uitgevoerd door Novi Mores. Gedurende dit onderzoek werd de effectiviteit getoetst van wetenschappelijk onderbouwde interventies en tevens werden enkele interventies getoetst die in de voorgaande pilot effectief leken te zijn. Opnieuw was het doel om middels onbewuste gedragsbeïnvloeding het vervuilgedrag van de leerlingen van het ROC Koning Willem I College te verminderen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, verloopt 95% van gedrag automatisch (Dijksterhuis, 2007). Dit biedt mogelijkheden om middels onbewuste gedragsbeïnvloeding specifiek gedrag uit te lokken zonder dat men het gevoel krijgt in een bepaalde richting gestuurd te worden. Op deze manier vindt gedragsverandering plaats, welke kan zorgen voor een andere houding, wat weer kan leiden tot nieuwe kennis. Dit in tegenstelling tot wat er vroeger gedacht werd, namelijk dat gedragsverandering tot stand kwam middels kennisoverdracht. Novi Mores is uitgerust met de kennis om via wetenschappelijk onderbouwde interventies in te spelen op automatische, onbewuste processen. In het vervolg van hoofdstuk 1 staat een korte toelichting van de ontwikkelde interventiemaatregelen en de wetenschappelijke onderbouwing ervan. In hoofdstuk 2 volgt de methode en staan de resultaten van de effectmeting centraal, waarna in hoofdstuk 3 een conclusie, discussie en aanbeveling volgen. 1.2 De interventiemaatregelen Interventie I sigarettenpeuken: activeren injunctieve norm Mensen handelen vaak op basis van injunctieve normen, wat inhoudt dat mensen leren gedrag te vertonen waarvan ze denken dat het door anderen wordt goedgekeurd en gedrag te vermijden waarvan ze denken dat het door anderen wordt afgekeurd. Deze overtuigingen, over hoe je je dient te gedragen in een bepaalde situatie, staan bekend als injunctieve normen (Cialdini, 1990). Gedurende de pilot in 2011 is op basis van kennis over normactivatie de poster getest met de tekst Gooi alsjeblieft je sigarettenpeuk in de asbak met daaronder een duimopstekende smiley in combinatie met glimmende tafels (zie 1.2.2) en er was enige indicatie dat deze interventies effectief waren, daarom werden ze in deze pilot nogmaals getest. De duimopstekende smiley is een zogenaamde prompt, een kort geformuleerde boodschap die mensen in een specifieke situatie eraan herinnert bepaald gedrag te vertonen (Sussman & Gifford, 2012). Zo blijkt het duim omhoog teken een boodschap te versterken en het juiste gedrag te benadrukken (Nasar, 2003). Zie bijlage 1 voor een weergave van de interventies die op plein J zijn uitgevoerd gedurende week 21, 23 en Waarbij het om een vermindering van sigarettenpeuken en overig zwerfafval ging. Pagina 6 van 28

7 1.2.2 Interventie II sigarettenpeuken: activeren concept schoon Uit een studie van Broeders, Lakens, Midden en Ham (2012) blijkt dat er een associatieve link bestaat tussen de perceptie van glans en de activatie van het concept schoon. Zo vonden zij onder andere dat proefpersonen die aan een glimmende tafel aten, meer schoonmaakgedrag lieten zien dan proefpersonen die aan een matte tafel aten. De pilot op het ROC Koning Willem I College in 2011 gaf enige aanname dat glimmende tafels (in combinatie met de activerende tekst met prompt, zie 1.2.1) leidden tot een vermindering van zwerfafval. Er is dan ook gekozen om de glimmende tafels nogmaals te testen in de huidige pilot. Wegens materiële overwegingen zijn de eerdere statafels vervangen voor nieuwe aluminium statafels. Doordat de interventie op een andere manier vormgegeven werd, konden er geen lange-termijn effecten in kaart gebracht worden. Zie bijlage 2 voor een weergave van de interventie die op plein J is uitgevoerd gedurende week 23 en Interventie I zwerfafval: zichtbaar reinigen Stichting Nederland Schoon heeft positieve ervaringen met de effecten van zichtbaar reinigen. Om deze reden is er dan ook voor gekozen om gebruik te maken van de Glutton straatstofzuiger. Dit is een grote, zelfrijdende stofzuiger die is uitgerust met een 240 liter container waarin het zwerfafval wordt opgevangen. De reiniger loopt naast de Glutton in plaats van dat hij er in zit, waardoor het geheel meer zichtbaar aanwezig is. De Glutton straatstofzuiger is ingezet als middel om het reinigen zichtbaar te maken. Zie bijlage 3 voor een weergave van deze interventie die op plein B is uitgevoerd gedurende week 23 en Interventie II zwerfafval: de normactiverende beroemdheid Recentelijk onderzoek heeft aangetoond dat beroemdheden normen kunnen activeren, zelfs wanneer mensen geen fan zijn van deze beroemdheid (Lindenberg, Joly & Stapel 3, 2011). Wanneer een beroemdheid op een afbeelding zichtbaar afval in een afvalbak weggooit, kan dit normactiverend werken. Een tekstuele aanvulling, specifiek gericht op kenmerken van de beroemdheid, versterkt de activatie van de descriptieve norm. Dit zijn overtuigingen over wat de meerderheid van de mensen doet in een specifieke omgeving (Cialdini, 1990). Nederland Schoon heeft eerder interventies laten uitvoeren gericht op het activeren van de descriptieve norm, waar positieve effecten werden gevonden. Tevens blijkt uit de literatuur dat het activeren van de descriptieve norm kan leiden milieuvriendelijker handelen (Goldstein, Cialdini & Griskevicius, 2008). Aangezien Rob Geus ambassadeur is van Stichting Nederland Schoon en tevens een bekende Nederlander is, is ervoor gekozen om hem op de foto te zetten terwijl hij afval in de afvalbak gooit. Daaraan is de tekst Daar word ik nou vrolijk van! toegevoegd. De foto en tekst werden (na week 23) als stickers op de Glutton straatstofzuiger geplakt. Zie bijlage 4 voor een weergave van de interventie die op plein B werd uitgevoerd in week Uit het onderzoek van de commissie Noorderveld blijkt dat dit onderzoek niet frauduleus is ( Tevens is navraag gedaan bij Lindenberg en Joly en zij gaven beiden aan dat de heer Stapel niet betrokken is geweest bij de dataverzameling van deze studie. Pagina 7 van 28

8 1.2.5 Interventie III zwerfafval: implementatie intentie & prompts Recentelijk onderzoek toont aan dat mensen door het zien van een implementatie intentie eerder geneigd zijn afval op te rapen en weg te gooien in een afvalbak (Brown, Ham & Hughes, 2010). Implementatie intenties kunnen vooral effectief zijn bij het doorbreken van gewoontegedrag (Gollwitzer, 1993; Holland, Aarts & Langendam, 2006). Een implementatie intentie is een visueel, mentaal stappenplan gemaakt door de persoon zelf die het gewoontegedrag wil doorbreken (als ik in situatie Y ben, laat ik gedrag X zien). De abri s op plein B zijn dan ook voorzien van een sticker (A4 formaat), met de tekst Uitgepauzeerd? Gooi dan je afval in de afvalbak. Bedankt! Op de sticker staat tevens een duimopstekende smiley. De verwachting is dat deze tekst de leerlingen stimuleert zelf een implementatie intentie te maken. Daarnaast werkt, zoals beschreven in de smiley als prompting. Zie bijlage 5 voor een weergave van de interventie die op plein B werd uitgevoerd in week 23 en 24. In onderstaande tabel wordt schematisch weergegeven wanneer welke interventies op welke locatie getest werden. In het volgende hoofdstuk wordt toegelicht op welke manier bovenstaande interventies zijn getest op hun effectiviteit en welke resultaten er zijn gevonden. Tabel 1. Schematische weergave pilot Controlemeting Ma. t/m Vr. week 21: 21 mei t/m 25 mei Interventiemeting 1 Ma. t/m Vr. Week 23: 4 juni t/m 8 juni Interventiemeting 2 Ma. t/m Vr. Week 24: 11 juni t/m 15 juni Plein X (controleplein) geen aanpassingen Geen aanpassingen Geen aanpassingen Geen aanpassingen Plein B (interventieplein voor Geen aanpassingen => zuigmachine rijdt rond => zuigmachine rijdt rond zuigmachine en abri s) zonder beplakking met beplakking (beroemdheid) => in abri s hangt sticker (implementatie intentie) => in abri s hangt sticker (implementatie intentie) Plein J (interventieplein voor In abri s hangt sticker => in abri s hangt sticker => in abri s hangt sticker hertesten interventies 2011) (injunctieve norm; deze (injunctieve norm) (injunctieve norm) hangt er nog) => huidige statafels => Glimmende statafel => Glimmende statafel Pagina 8 van 28

9 Hoofdstuk 2. Toetsing interventiemaatregelen In dit hoofdstuk worden allereerst de methode en de procedure van de pilot op het ROC Koning Willem I College toegelicht. Daarna worden de resultaten van de verschillende interventiemaatregelen besproken. 2.1 Methode De interventies werden, net als tijdens de pilot in 2011, ook in het huidige onderzoek getest op het plein bij de ingang van gebouw J (plein J), het plein bij de ingang van gebouw B (plein B) en het plein bij de ingang van gebouw X (plein X). Er is voor deze locaties gekozen omdat deze pleinen voorzien zijn van abri s. De verwachting was dat ook bij slecht weer de leerlingen buiten in/ bij de abri s zouden staan, wat de kans vergrootte dat er leerlingen in de onderzoeksgebieden zouden staan. Rondom de abri s werd met stukjes tape het onderzoeksgebied gemarkeerd (1 meter aan de zijkanten buiten de abri en 2 meter aan de voorkant van de abri). Alleen de personen en het zwerfvuil binnen deze gemarkeerde gebieden werden meegeteld in de metingen. 2.2 Procedure De pilot heeft plaatsgevonden in de periode van 21 mei 2012 t/m 15 juni 2012, op schooldagen (dus met uitzondering van de weekenden). Gedurende week 21, 23 en 24 werd op elke schooldag één onderzoeker ingezet (uitgezonden via ABR Group BV) om voor, tijdens en na de pauzetijd de metingen uit te voeren. Om 11:30 werden alle abri s geïnspecteerd en werd het zwerfvuil op de grond weggehaald, zodat de startsituatie van de abri s iedere dag gelijk was. Vervolgens telde de onderzoeker tijdens de pauzetijden (van 11:45-13:15) het aantal leerlingen per abri. Er werd een rondje gelopen langs de verschillende onderzoekspleinen en de onderzoeker noteerde op het observatieformulier (zie bijlage 6) hoeveel personen er bij de abri s stonden. Wanneer de pauzes afgelopen waren, telde de onderzoeker het aantal stuks zwerfafval en gooide het zwerfvuil in een afvalbak. Omdat het weghalen en tellen van sigarettenpeuken meer tijd kostte (dan zwerfvuil) en de onderzoeker hierdoor meer opviel, is ervoor gekozen deze meting om 17:00 uit te voeren (leerlingen waren niet meer aanwezig rond die tijd). Van de metingen werden de bevindingen genoteerd op het observatieformulier, waar tevens randzaken als weersomstandigheden e.d. op werden bijgehouden. De onderzoekers kregen allen een taakomschrijving waarin uitgelegd werd wat er van ze werd verwacht (bijlage 7). 2.3 Nonparametrische toetsing Om te toetsen of de gemiddelden voor zwerfafval en sigarettenpeuken verschilden tussen de pleinen gedurende de verschillende meetmomenten zijn nonparametrische toetsen uitgevoerd. 4 Hierbij werden verschilscores getoetst, om te bepalen of er een effect van de interventiemaatregelen was. Door deze manier van testen kan bekeken worden wat de voortgang is over deze tijd en of deze voortgang verschilt op de drie pleinen. Wanneer de verschillen tussen de drie meetmomenten 4 Omdat er geen sprake is van een normaalverdeling, is er nonparametrisch getoetst. Pagina 9 van 28

10 (controlemeting, interventiemeting 1 en interventiemeting 2) niet gelijk waren voor de drie pleinen (X, B en J), zou er sprake zijn van een effect van de interventiemaatregelen Zwerfafval De nonparametrische toets voor zwerfafval was significant voor de verschilscores tussen meetmoment 1 (controlemeting) en meetmoment 3 (interventiemeting 2). 5 Dit betekent dat de toename of afname van zwerfafval tussen deze meetmomenten verschilt tussen de pleinen wat duidt op een effect van de interventiemaatregelen. Om dit effect nader te onderzoeken, werden er toetsen uitgevoerd die de verschillen tussen de pleinen verder bekeken. Zowel plein B als J verschilden met plein X, maar niet met elkaar 6, waar op plein X meer zwerfafval lag. De toename in hoeveelheid zwerfafval is voor plein J en B aanzienlijk lager, dan voor plein X, wanneer de vergelijking wordt gemaakt tussen controlemeting en interventiemeting 2 (zie figuur 1 voor een weergave van de procentuele verandering). Dat betekent dat de interventiemaatregelen op plein J en B positief bijdragen aan een vermindering in het zwerfafval. De leerlingen van het ROC Koning Willem I College laten minder zwerfafval achter wanneer zij pauzeren in aanwezigheid van ófwel de zuigkar met een afbeelding van Rob Geus in combinatie met de implementatie intentie stickers, ófwel de glimmende tafels in combinatie met de injunctieve norm stickers, dan wanneer zij pauzeren op een plein zonder deze interventiemaatregelen. Procentuele verandering tussen meetmomenten Controle/Interventiemeting 1 Interventiemeting 1/2 Plein X Plein B Plein J Verschil meetmomenten Figuur 1. Procentuele verandering tussen de meetmomenten op de verschillende pleinen voor de hoeveelheid zwerfafval Onderstaande figuur (figuur 2) is een weergave van het gemiddeld aantal stuks zwerfaval dat de leerlingen gedurende de meetmomenten op de verschillende pleinen achterlieten. 5 Kruskal-Wallis Test : Χ² (2, n = 15) = 7.08, p = Mann-Whitney U Test : Plein X en B, U = 3, z = -1.99, p = / Plein X en J, U = 1, z = -2.41, p = 0.016/ Plein J en B, ns. Pagina 10 van 28

11 Gemiddeld aantal stuks zwerfafval Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (controleplein) Plein B (interventieplein) Plein J (interventieplein) Figuur 2. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval gedurende de drie meetmomenten op de verschillende locaties (gedurende controlemeting op plein J injunctieve norm al aanwezig) Sigarettenpeuken Hoewel de nonparametrische toets voor zwerfafval significant bleek, was dit voor sigarettenpeuken niet het geval. De gemeten verschillen tussen de meetmomenten en tussen de pleinen waren voor sigarettenpeuken gelijk. Dit betekent dat er geen effect gevonden is van de interventiemaatregelen en deze dus geen aantoonbaar effect hebben op hoeveel sigarettenpeuken de leerlingen op de grond gooien. Onderstaande figuur (figuur 3) is een weergave van het gemiddeld aantal sigarettenpeuken dat de leerlingen gedurende de meetmomenten op de verschillende pleinen achterlieten. Gemiddeld aantal sigarettenpeuken Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (controleplein) Plein B (interventieplein) Plein J (interventieplein) Figuur 3. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval gedurende de drie meetmomenten op de verschillende locaties (gedurende controlemeting op plein J injunctieve norm al aanwezig) Correlaties Het is belangrijk om te vermelden dat de variabelen zwerfafval en sigarettenpeuken met elkaar correleren. 7 Dit houdt in dat de variabelen met elkaar samenhangen, dus; hoe meer van het één hoe meer van het ander. Daarnaast hangt, logischerwijs, ook het aantal personen samen met zwerfafval 8 en sigarettenpeuken 9. 7 Pearson s correlation: r = 0.441, p < Pearson s correlation: r = 0.522, p < Pearson s correlation: r = 0.537, p < 0.01 Pagina 11 van 28

12 De samenhang tussen het aantal sigarettenpeuken en zwerfafval is voor het ROC Koning Willem I College van belang, het is essentieel om zowel het zwerfafval als de sigarettenpeuken zoveel mogelijk weg te halen. Wanneer alleen het grove vuil wordt verwijderd, zal dit geen positief effect hebben op het gedrag van de leerlingen. Aanvullend zijn de correlaties tussen aantal sigarettenpeuken en hoeveelheid zwerfafval onderzocht voor de verschillende pleinen voor de drie meetmomenten (zie tabel 2). Deze correlaties maken inzichtelijk hoe het aantal sigarettenpeuken en de hoeveelheid zwerfvuil samenhangen, echter kunnen er geen conclusies aan verbonden worden (door het filteren op plein en meetmoment, verkleint de dataset enorm). Tabel 2. Schematische weergave correlaties zwerfafval en sigarettenpeuken Correlaties sigarettenpeuken zwerfafval Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X Plein B Plein J (p < 0.05) (p < 0.001) Exploratieve toetsing Naast de in paragraaf 2.3 beschreven nonparametrische toetsing, werd de data exploratief onderzocht, waarvan hieronder een weergave volgt. Bij deze exploratieve analyses worden de data als een Poisson-verdeling beschouwd (een variant van een niet-normaalverdeling). Dit houdt in dat het gaat om aantal keren dat een gebeurtenis optreedt in een continue tijd (bijvoorbeeld hoe vaak er gedurende de controlemeting sigarettenpeuken op de grond gegooid worden). Door het exploratief bekijken van de data ontstaat meer inzicht over de (mogelijke) effecten van interventies op vervuilgedrag van de leerlingen van het ROC Koning Willem I College. Daarnaast bleken de drie meetmomenten niet te correleren, waardoor meer waarde gehecht kan worden aan de conclusies van onderstaande manier van analyseren. De dataset is eigenlijk een within design, wat betekent dat bij eenzelfde groep mensen meerde interventies getoetst worden. In dat geval horen de metingen met elkaar te correleren. Aangezien dat hier niet het geval is, geeft dat ondersteuning om de data op deze wijze te analyseren Effect van interventiemaatregelen op zwerfafval Er is gekeken of er een interactie-effect was tussen plein en meetmoment wat betreft de hoeveelheid zwerfafval. Wanneer dit zo zou zijn, zou er een effect kunnen zijn van de interventiemaatregelen op het vervuilgedrag. Er bleek inderdaad een marginaal interactie-effect 10 te zijn van plein en meetmoment op de hoeveelheid zwerfafval die leerlingen achterlieten. Dit betekent dat leerlingen op de verschillende pleinen gedurende de verschillende meetmomenten niet dezelfde hoeveelheid zwerfafval achterlaten en er dus een effect van de interventiemaatregelen lijkt te zijn. Daarnaast zijn er 10 G-edLM Х²(4) =7.799, p = Pagina 12 van 28

13 hoofdeffecten gevonden van plein 11 (de pleinen verschillen onderling in de hoeveelheid zwerfafval), conditie 12 (gedurende de verschillende meetmomenten ligt er niet dezelfde hoeveelheid zwerfafval) en aantal personen 13 (het aantal personen is van invloed op hoeveel zwerfafval er ligt). In paragraaf en wordt ingezoomd op de effecten van de interventiemaatregelen op de hoeveelheid zwerfafval voor plein B en J (versus X). Onderstaand figuur (figuur 4) toont het gemiddeld aantal personen dat tijdens de meetmomenten in de onderzoeksgebieden staat. Gemiddeld aantal personen Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (controleplein) Plein B (interventieplein) Plein J (interventieplein) Figuur 4. Gemiddeld aantal personen op de drie meetmomenten op de verschillende locaties Effect van interventiemaatregelen op sigarettenpeuken Bekeken is of er een interactie-effect was tussen plein en meetmoment wat betreft het aantal sigarettenpeuken dat op de grond lag. Wanneer dit het geval zou zijn, zouden de interventiemaatregelen effect hebben en op het vervuilgedrag. Er bleek geen interactie-effect te zijn van plein en meetmoment op het aantal sigarettenpeuken dat leerlingen achterlieten. Dit betekent dat het aantal sigarettenpeuken gedurende de drie meetmomenten op de verschillende pleinen niet van elkaar verschilt. De interventiemaatregelen hebben daarmee noch een negatief noch een positief effect op hoeveel sigarettenpeuken leerlingen van het ROC Koning Willem I College op de grond achterlaten. In paragraaf en wordt, voor plein B en J (versus X), wel een weergave gegeven van de gemiddelden Zwerfafval plein B Op basis van het in paragraaf beschreven marginale interactie-effect van zwerfaval is de data verder onderzocht, specifiek voor plein B. Onderstaande tabel (tabel 3) en figuur (figuur 5) laten de gemiddelden van het aantal stuks zwerfafval zien op plein X en B tijdens de verschillende meetmomenten. Gedurende de controlemeting en interventiemeting 1 bleek er geen significant verschil te zijn tussen plein B en X, maar gedurende interventiemeting 2 was er een marginaal significant effect. Het lijkt er dus op dat de interventiemaatregelen op plein B (de implementatie intentie stickers in combinatie met de zuigkar met de afbeelding van Rob Geus) ervoor zorgt dat de leerlingen minder zwerfafval achterlaten. 11 G-edLM Х²(2) = 8.640, p = G-edLM Х²(2) = 7.503, p = G-edLM Х²(1) = , p = Pagina 13 van 28

14 Tabel 3. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval voor plein X en B gedurende de verschillende meetmomenten Zwerfafval B Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (Controleplein) Plein B (Interventieplein) Gemiddeld aantal stuks zwerfafval p = Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (controleplein) Plein B (interventieplein) Figuur 5. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval voor plein X en B gedurende de verschillende meetmomenten Sigarettenpeuken plein B Hoewel er geen interactie-effect was van het aantal sigarettenpeuken op de verschillende pleinen, gedurende de meetmomenten, volgt hieronder een weergave van de gemiddelden (tabel 4 en figuur 6). De gemiddelden laten zien dat er in verhouding minder sigarettenpeuken op plein B liggen dan op plein X gedurende de hele pilot. Tabel 4. Gemiddeld aantal sigarettenpeuken voor plein X en B gedurende de verschillende metingen Sigarettenpeuken B Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (Controleplein) Plein B (Interventieplein) Gemiddeld aantal sigarettenpeuken Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (Controleplein) Plein B (Interventieplein) Figuur 6. Gemiddeld aantal sigarettenpeuken voor plein X en B gedurende de verschillende meetmomenten Pagina 14 van 28

15 2.4.5 Zwerfafval plein J Op basis van het in paragraaf beschreven marginale interactie-effect van zwerfaval is de data verder onderzocht, specifiek voor plein J. Onderstaande tabel (tabel 5) en figuur (figuur 7) laten een overzicht zien van het gemiddeld aantal stuks zwerfafval op plein J gedurende de verschillende meetmomenten. Gedurende de controlemeting bleek er een significant verschil te zijn tussen plein J en X, maar gedurende interventiemeting 1 en 2 was er geen significant verschil. Dit betekent dat waar gedurende de controlemeting op plein J meer zwerfafval achtergelaten wordt dan op plein X, dit verschil verdwijnt na het aanbrengen van de interventiemaatregelen op plein J. Tabel 5. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval voor plein X en J gedurende de verschillende metingen Zwerfafval J Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (Controleplein) Plein J (Interventieplein) Gemiddeld aantal stuks zwerfafval p = Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (controleplein) Plein J (interventieplein) Figuur 7. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval voor plein X en J gedurende de verschillende meetmomenten Sigarettenpeuken plein J Er is geen sprake van een interactie effect tussen meetmoment en plein voor sigarettenpeuken, wat betekent dat er gedurende de verschillende meetmomenten geen verschillen zijn tussen de pleinen in hoeveel sigarettenpeuken er liggen. Hierdoor kunnen de data verder niet geïnterpreteerd worden. Wel volgt hieronder een visuele weergave van de gemiddelden (tabel 6 en figuur 8). Benadrukt dient te worden dat er geen conclusies getrokken mogen worden op basis van deze gemiddelden. Opvallend is wel dat gedurende alle meetmomenten het gemiddeld aantal sigarettenpeuken op plein J een aanzienlijk stuk lager ligt dan op plein X. Daarbij is het belangrijk te noemen dat de sticker interventie gedurende de controlemeting al aanwezig was (sinds de vorige pilot), waardoor er geen zuivere controlemaat is. Dit zou wel kunnen verklaren waarom er bij aanvang van de pilot zo n laag gemiddelde was, wat pleit voor een mogelijk lange-termijn effect van interventies. Pagina 15 van 28

16 Tabel 6. Gemiddeld aantal sigarettenpeuken voor plein X en J gedurende de verschillende metingen Sigarettenpeuken J Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (Controleplein) Plein J (Interventieplein) Gemiddeld aantal sigarettenpeuken Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X (controleplein) Plein J (interventieplein) Figuur 8. Gemiddeld aantal sigarettenpeuken voor plein X en J gedurende de verschillende meetmomenten Langetermijneffect van injunctieve norm op sigarettenpeuken plein J Gedurende de controlemeting was op plein J de sticker reeds aanwezig met daarop de smiley en normactiverende tekst. Interessant is om te bepalen of er een mogelijk langetermijneffect is van deze sticker, aangezien deze sinds de vorige pilot in de abri hangt. Deze suggestie wordt enigszins gewekt doordat het aantal sigarettenpeuken relatief laag is op plein J (M = 41.69) ten opzichte van plein X (M = 99.14) en B (M = 63.63) gedurende de controlemeting. Echter, wanneer het gemiddeld aantal sigarettenpeuken van de controlemeting in 2012 (dus aanvang proef) vergeleken wordt met het gemiddeld aantal sigarettenpeuken van de laatste interventiemeting van 2011 is er voor de drie pleinen een vergelijkbare afname te zien (zie figuur 9). Dit duidt dus niet op een langetermijneffect van de normactiverende sticker op plein J. Voor een overzicht van alle gemiddelden van zwerfafval en sigarettenpeuken op de pleinen gedurende de verschillende meetmomenten in 2011 en 2012, zie bijlage 8. Procentuele verandering Plein X Plein B Plein J Plein Plein X Plein B Plein J Figuur 9. Procentuele afname van sigarettenpeuken aanvang pilot 2012 t.o.v. eind pilot 2011 Pagina 16 van 28

17 Hoofdstuk 3. Conclusie, discussie en aanbeveling 3.1 Conclusie Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat zowel de beplakte Glutton zuigmachine in combinatie met de implementatie intentie/ prompt sticker, als de glimmende tafels in combinatie met de normactiverende sticker, ervoor zorgen dat leerlingen van het ROC Koning Willem I College minder zwerfafval achterlaten. De interventiemaatregelen leiden niet tot een aantoonbaar effect op hoeveel sigarettenpeuken de leerlingen van het ROC Koning Willem I College op de grond gooien. Wel geldt dat hoe meer sigarettenpeuken er liggen op de grond, hoe meer zwerfafval er ook op de grond ligt (en vice versa). 3.2 Discussie Benadrukt dient te worden dat de gevonden effecten gebaseerd zijn op een relatief kleine steekproef. Hierdoor moeten de resultaten enigszins in perspectief geplaatst worden. Toch laten de gemiddelden zien dat wanneer alle interventiemaatregelen aanwezig zijn, leerlingen minder zwerfafval achterlaten, ten opzichte van de controlegroep die gedurende de pilot meer zwerfafval achterlaat. Waar op plein X gedurende de metingen een duidelijke toename te zien is in hoeveel zwerfafval leerlingen achterlaten, is dit effect er niet op de twee interventiepleinen. Hoewel er dus niet minder zwerfafval ligt dan in de controlemeting (in die zin dus geen vermindering) valt wel op dat de hoeveelheid zwerfafval op de interventiepleinen niet stijgt. Zowel de interventiemaatregelen op plein B en J hebben een positief effect op de hoeveelheid zwerfafval die de leerlingen achterlaten. Op plein B zorgt de combinatie van het zichtbaar reinigen met de afbeelding van Rob Geus en de implementatie intentie sticker voor minder zwerfafval op het plein. Dit in tegenstelling tot de pilot in 2011, waar de interventies op deze locatie juist leken te zorgen voor een toename van het vervuilgedrag. Op plein J zorgt de normactiverende sticker in combinatie met de glimmende tafels ervoor dat de leerlingen in verhouding minder zwerfafval achterlaten. Hoewel jongeren een lastig te beïnvloeden doelgroep is als het gaat om normactivatie (zij stemmen hun gedrag eerder af op wat groepsgenoten doen) (De Kort, McCalley & Midden, 2008), lijkt het erop dat de huidige interventiemaatregelen toch de gewenste effecten hebben gesorteerd. Ondanks de grootte van het plein, de anonimiteit van de leerlingen, groepsdruk en de waaihoek blijken de huidige interventiemaatregelen dus wel degelijk een positieve bijdrage te leveren aan het vervuilgedrag van leerlingen. Op plein J is er geen aantoonbaar effect van de interventies wat betreft een vermindering van het aantal sigarettenpeuken. De gemiddelden van het aantal sigarettenpeuken leken wel te duiden op een eventueel langetermijneffect van de normactiverende sticker. Doordat de normactiverende sticker na de pilot van 2011 is blijven hangen in de abri van plein J, zou dit invloed kunnen hebben op het vervuilgedrag van de leerlingen. Daarom is gekeken naar de procentuele verschillen van het gemiddeld aantal sigarettenpeuken tussen 2011 (eind pilot) en 2012 (start pilot), maar daaruit blijkt Pagina 17 van 28

18 voor alle pleinen een vergelijkbare afname (rond 40%). Er kan voor de normactiverende sticker dus geen langetermijneffect aangetoond worden. Omdat de interventiemaatregelen wel een positief hebben op hoeveel zwerfafval jongeren laten liggen (en geen averechts effect op het aantal sigarettenpeuken), wordt aangeraden om deze maatregelen te behouden. 3.3 Aanbeveling Op basis van de conclusies wordt aanbevolen om gedurende pauzes zichtbaar te reinigen met de beplakte (sticker met activerende beroemdheid) Glutton zuigmachine en de sticker met activerende tekst om afval in de afvalbak te gooien en een duimopstekende smiley te laten hangen. Deze sticker stimuleerde het maken van een implementatie intentie bij de leerlingen. Geadviseerd wordt dat het ROC Koning Willem I College vooral voor de pauzes zowel de sigarettenpeuken als het zwerfafval verwijdert in en bij de abri s, wat ervoor zorgt dat leerlingen minder snel hun zwerfvuil op de grond gooien. Pagina 18 van 28

19 Referentielijst Broeders, R., Lakens, D., Midden, C.J.H. & Ham, J.R.C. (2012). An embodied cognition approach to litter reduction : the grounding of clean in shininess. Presentation at the Environment 2.0 : the 9th Biennial Conference on Environmental Psychology, September 26-28, 2011, Eindhoven, the Netherlands, Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven. Brown, T.J., Ham, S.H., & Hughes, M. (2010). Picking up litter: an application of theory-based communication to influence tourist behaviour in protected areas. Journal of Sustainable Tourism, 18, Cialdini, R.B., Reno, R.R., & Kallgren, C.A. (1990). A focus Theory of Normative Conduct: Recycling the concept of norms to reduce littering in public places. Journal of Personality and Social Psychology, 6, Goldstein, N.J., Cialdini, R.B., & Griskevicius, V. (2008). A Room with a Viewpoint: Using Social Norms to Motivate Environmental Conservation in Hotels. Journal of Consumer Research, 35, Gollwitzer, P. M. (1993). Goal achievement: The role of intentions. In W. Stroebe & M. Hewstone (Eds.), European review of social psychology, 4, pp ). Chichester, UK: Wiley. Holland, R. W., Aarts, H., & Langendam, D. (2006). Breaking and creating habits on the working floor: A field experiment on the power of implementation intentions. Journal of Experimental Social Psychology, 42, Kort de, Y.A.W., McCalley, L.T., & Midden, C.J. (2008). Persuasive trash cans: Activation of littering norms by design. Environment and Behavior, 40, Lindenberg, S., Joly, J.F., & Stapel, D.A. (2011). The Norm-Activating Power of Celebrity: The Dynamics of Success and Influence. Social Psychology Quarterly, 74, Nasar, J.L., (2003). Prompting drivers to stop for crossing pedestrians. Transportation Research Part F 6, Sussman, R., & Gifford, R. (2011). Please turn off the lights: The effectiveness of visual prompts. Applied Ergonomics, 43, Pagina 19 van 28

20 Bijlage 1. Interventie I sigarettenpeuken Pagina 20 van 28

21 Bijlage 2. Interventie II sigarettenpeuken Pagina 21 van 28

22 Bijlage 3. Interventie I zwerfafval Pagina 22 van 28

23 Bijlage 4. Interventie II zwerfafval Pagina 23 van 28

24 Bijlage 5. Interventie III zwerfafval Pagina 24 van 28

25 Bijlage 6. Observatieformulier Datum: Naam onderzoeker: Weertype dag O zonnig O half bewolkt O bewolkt O regenachtig Temperatuur: Onderzoeker 1 en locatie Tijdstip Aantal personen binnen belijning abri 11:45 X 11:50 B1 B2 B3 B4 11:55 J 12:00 X 12:05 B1 B2 B3 B4 12:10 J 12:15 X 12:20 B1 B2 B3 B4 12:25 J 12:30 X 12:35 B1 B2 B3 B4 12:40 J 12:45 X 12:50 B1 B2 B3 B4 12:55 J 13:00 X 13:05 B1 B2 B3 B4 13:10 J Pagina 25 van 28

26 13:15 Onderzoeker 1 Aantal stuks zwerfafval Locatie X J B1 B2 B3 B4 17:00 Onderzoeker 2/3 Locatie Aantal sigarettenpeuken X J B1 B2 B3 B4 Bijzonderheden (calamiteiten/ heel vervuild plein/ graffiti/ opvallende dingen op plein/ heftige nieuwsberichten e.d.) Pagina 26 van 28

27 Bijlage 7. Taakomschrijving ABR Controlemeting week 21 (21 mei t/m 25 mei) 11:15 ABR medewerker 1 meldt zich. ABR medewerker 1 loopt langs de drie onderzoeksgebieden: 4 abri s plein B, 1 abri plein J, 1 abri plein X (zie bijlage 1) en haalt het opvallende zwerfaval weg (niet de sigarettenpeuken). Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat de startsituatie iedere dag ongeveer gelijk is. De ABR medewerker checkt tevens of er genoeg ruimte is in de afvalbakken/ asbakken voor pauze. Indien dit niet is gebeurd, melding maken op observatieformulier. De afvalzakken zijn de avond ervoor vervangen, dus er zal wel wat afval inzitten, belangrijk is dat de afvalbak niet helemaal vol zit. 11:45 Start meting. ABR medewerker 1 loopt een vaste route langs de onderzoeksgebieden en telt (onopvallend) het aantal aanwezige leerlingen bij/ in de abri s tot 13:15. De aantallen worden genoteerd op het observatieformulier. 13:15 De onderzoeksgebieden worden met de hand zwerfafvalvrij gemaakt door ABR medewerker 1 en het aantal stuks zwerfafval wordt geteld en genoteerd. 17:00 ABR medewerker 2 meldt zich. ABR medewerker 2 loopt langs alle onderzoekgebieden en verzamelt, telt en noteert het aantal sigarettenpeuken. 18:00 Klaar. Interventiemeting week 23 (4 juni t/m 8 juni) en 24 (11 juni t/m 15 juni) 11:15 ABR medewerker 1 meldt zich. ABR medewerker 1 loopt langs de drie onderzoeksgebieden: 4 abri s plein B, 1 abri plein J, 1 abri plein X (zie bijlage 1) en haalt het opvallende zwerfaval weg (niet de sigarettenpeuken). Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat de startsituatie iedere dag ongeveer gelijk is. De ABR medewerker checkt tevens of er genoeg ruimte is in de afvalbakken/ asbakken voor pauze. Indien dit niet is gebeurd, melding maken op observatieformulier. De afvalzakken zijn de avond ervoor vervangen, dus er zal wel wat afval inzitten, belangrijk is dat de afvalbak niet helemaal vol zit. 11:30 ABR medewerker 2 meldt zich. ABR medewerker 2 haalt de zuigkar op. 11:45 Start meting. ABR medewerker 1 loopt een vaste route langs de onderzoeksgebieden en telt (onopvallend) het aantal aanwezige leerlingen bij/ in de abri s tot 13:15. ABR medewerker 2 loopt op plein B met de zuigkar rond en maakt plein schoon, maar niet de afgebakende onderzoeksgebieden tot 13:15. 13:15 De onderzoeksgebieden worden met de hand zwerfafvalvrij gemaakt door ABR medewerker 1 en het aantal stuks zwerfafval wordt geteld en genoteerd. 17:00 ABR medewerker 3 meldt zich. ABR medewerker 3 loopt langs alle onderzoekgebieden en verzamelt, telt en noteert het aantal sigarettenpeuken. 18:00 Klaar. Pagina 27 van 28

28 Bijlage 8. Vergelijking met pilot 2011 Het gemiddeld aantal stuks zwerfafval en het gemiddeld aantal sigarettenpeuken van de pilot in 2011 wordt in onderstaande tabellen (7 en 8) vergeleken met de resultaten van de huidige pilot. Tabel 7. Gemiddeld aantal stuks zwerfafval voor plein X, B en J gedurende de verschillende metingen in 2011 en 2012 Zwerfafval Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X Plein X Plein B Plein B Plein J Plein J Tabel 8. Gemiddeld aantal sigarettenpeuken voor plein X, B en J gedurende de verschillende metingen in 2011 en 2012 Sigarettenpeuken Controlemeting Interventiemeting 1 Interventiemeting 2 Plein X Plein X Plein B Plein B Plein J Plein J Pagina 28 van 28

Adviesrapport pilot ROC Koning Willem I College Verminderen zwerfafval en sigarettenpeuken

Adviesrapport pilot ROC Koning Willem I College Verminderen zwerfafval en sigarettenpeuken Adviesrapport pilot ROC Koning Willem I College Verminderen zwerfafval en sigarettenpeuken Novi Mores Documentnummer: NESCA10 Datum: 21-12-2011 Informatieblad Document voor: Nederland Schoon ROC Koning

Nadere informatie

Adviesrapport pilot ROC Friesland College Verminderen van zwerfvuil op het schoolplein

Adviesrapport pilot ROC Friesland College Verminderen van zwerfvuil op het schoolplein Adviesrapport pilot ROC Friesland College Verminderen van zwerfvuil op het schoolplein Novi Mores Documentnummer: NESCA23 Datum: 20-12-2013 Informatieblad Document voor: Nederland Schoon ROC Friesland

Nadere informatie

Adviesrapport pilot Scalda Verminderen van zwerfvuil op het schoolplein

Adviesrapport pilot Scalda Verminderen van zwerfvuil op het schoolplein Adviesrapport pilot Scalda Verminderen van zwerfvuil op het schoolplein Novi Mores Documentnummer: NESCA26.v2.0 Datum: 28-03-2014 Informatieblad Document voor: Stichting Nederland Schoon Scalda Contactpersoon

Nadere informatie

Rapport pilot snoeproutes. 02 maart 2016, Novi Mores

Rapport pilot snoeproutes. 02 maart 2016, Novi Mores maart 6, Novi Mores Informatieblad Novi Mores Pilot uitgevoerd in opdracht van: Stichting Nederland Schoon Contactpersoon: Henk Klein Teeselink HKleinteeselink@nederlandschoon.nl 7 348 Gemeente Schoon

Nadere informatie

Gedragsbeïnvloeding op snoeproutes

Gedragsbeïnvloeding op snoeproutes Gedragsbeïnvloeding op snoeproutes Hoe worden leerlingen gestimuleerd om hun afval in de afvalbak te gooien? Novi Mores Documentnummer: NLSCA30 Datum: 11 december 2014 Informatieblad Document voor: Stichting

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

Adviesrapport pilot bus- en tramhalte op station Leidschenveen Verminderen van zwerfafval op een OV halte

Adviesrapport pilot bus- en tramhalte op station Leidschenveen Verminderen van zwerfafval op een OV halte Adviesrapport pilot bus- en tramhalte op station Leidschenveen Verminderen van zwerfafval op een OV halte Novi Mores Documentnummer: NESCA28.v3.0 Datum: 17-10-2014 Informatieblad Document voor: Stichting

Nadere informatie

Kees Keizer

Kees Keizer Kees Keizer Mail@keeskeizer.com Zwerfafval en beleving Achtergrond Beleving burger als maat bij evaluatie taken in publieke ruimte: Reiniging Zwerfafval dissatisfier Interesse verschillende gemeentes Zwerfafval

Nadere informatie

Praktijkvoorbeeld 4. Snoeproute aanpak Veghel. Sandra Borremans Ons Buro

Praktijkvoorbeeld 4. Snoeproute aanpak Veghel. Sandra Borremans Ons Buro Praktijkvoorbeeld 4 Snoeproute aanpak Veghel Sandra Borremans Ons Buro 1 Pilot korte snoeproutes Wie wij zijn Kirsten Ruitenburg Oprichter & gedragsdeskundige Novi Mores is een onderzoeks- en adviesbureau

Nadere informatie

De Snoeproute aanpak. Toolkit voor uitrol in de praktijk. Versie 20 juni 2016 NederlandSchoon

De Snoeproute aanpak. Toolkit voor uitrol in de praktijk. Versie 20 juni 2016 NederlandSchoon De Snoeproute aanpak Toolkit voor uitrol in de praktijk Versie 20 juni 2016 NederlandSchoon 1 Inleiding Zwerfafval op zogenaamde snoeproutes is een bekend verschijnsel: op de route die scholieren lopen

Nadere informatie

Het spoor bijster. Het verminderen van normoverschrijdend gedrag in de trein

Het spoor bijster. Het verminderen van normoverschrijdend gedrag in de trein Het spoor bijster Het verminderen van normoverschrijdend gedrag in de trein Gedragsbeïnvloeding Hoe zorg je ervoor dat andere mensen doen wat jij wilt? Gedragsbeïnvloeding Kortom De hele dag word je beïnvloed.

Nadere informatie

Resultaten pilot peukenaanpak Utrecht Centrum 2014 Samenvatting

Resultaten pilot peukenaanpak Utrecht Centrum 2014 Samenvatting Resultaten pilot peukenaanpak Utrecht Centrum 2014 Samenvatting In opdracht van Stichting Nederland Schoon Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer M14A0456 Documentnaam 20150112 Samenvatting peukenonderzoek

Nadere informatie

STANDAARDPROTOCOL MONITORING GEDRAGSMAATREGELEN

STANDAARDPROTOCOL MONITORING GEDRAGSMAATREGELEN STANDAARDPROTOCOL MONITORING GEDRAGSMAATREGELEN Juni 2016 INLEIDING In dit document leggen we stapsgewijs uit waar je op moet letten bij het opzetten van een betrouwbaar onderzoek naar de effectiviteit

Nadere informatie

Het spoor bijster? Het verminderen van normoverschrijdend gedrag in de trein. Nederlandse Spoorwegen John Dietz Sander van Guilik Mark van Hagen

Het spoor bijster? Het verminderen van normoverschrijdend gedrag in de trein. Nederlandse Spoorwegen John Dietz Sander van Guilik Mark van Hagen Het spoor bijster? Het verminderen van normoverschrijdend gedrag in de trein Nederlandse Spoorwegen John Dietz Sander van Guilik Mark van Hagen Radboud Universiteit Nijmegen Lonneke Debets Kirsten Ruitenburg

Nadere informatie

TARWEWIJK OPGEFLEURD. Pilot: aanpak bijplaatsingen in de Tarwewijk

TARWEWIJK OPGEFLEURD. Pilot: aanpak bijplaatsingen in de Tarwewijk TARWEWIJK OPGEFLEURD Pilot: aanpak bijplaatsingen in de Tarwewijk Juni 2018 EEN SCHONER ROTTERDAM Rotterdam zet zich in voor een mooi schone stad. Dit is belangrijk voor de volksgezondheid en de leefbaarheid.

Nadere informatie

Meer grondstoffen scheiden in binnensteden

Meer grondstoffen scheiden in binnensteden Meer grondstoffen scheiden in binnensteden door beïnvloeding via automatisch gedrag Henk Klein Teeselink HKT projecten 06-53936085 Kijk ook eens: www.kenniswijzerzwerafval.nl Zwerfafval gedrag : >90% heeft

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

DCTF Jaarcongres, 23 juni 2010, Amrâth Hotel Lapershoek te Hilversum Rapport over deelsessie II: Risico management in klinisch onderzoek

DCTF Jaarcongres, 23 juni 2010, Amrâth Hotel Lapershoek te Hilversum Rapport over deelsessie II: Risico management in klinisch onderzoek DCTF Jaarcongres, 23 juni 2010, Amrâth Hotel Lapershoek te Hilversum Rapport over deelsessie II: Risico management in klinisch onderzoek Nellie Kraaijeveld, Rikard Juttmann, Henk Kamsteeg, Willem Verweij,

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Samenvatting peukenpilot Lijnbaan (Rotterdam) 2015

Samenvatting peukenpilot Lijnbaan (Rotterdam) 2015 Samenvatting peukenpilot Lijnbaan (Rotterdam) 2015 Jaarlijks gooien Nederlanders zeven tot tien miljard peuken op straat, waarvan er ongeveer twee miljard langdurig blijven liggen. In veel binnensteden

Nadere informatie

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon

Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon MONKEY SEE, MONKEY DO? Onderzoek naar de rol van normatieve sociale invloed bij het aanschaffen van een mobiele telefoon Rôchelle Renfurm 5601525 Persuasive Communication Scriptiebegeleider: Dhr Aart Velthuijsen

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Ondernemers op het strand: Paviljoens

Ondernemers op het strand: Paviljoens Ondernemers op het strand: Paviljoens Gebruik zo min mogelijk wegwerpmateriaal. Probeer het gebruik van plastic servies, bestek of verpakkingen te vermijden. Denk aan alternatieve materialen als hout of

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatieschap het Twiske AB 05-12-2012 Agendapunt 3b mededeling recreatiemonitor, aantal bezoeken 2011 BIJLAGE RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatie Noord-Holland

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie

Nadere informatie

Gedragsverandering in de schoolkantine

Gedragsverandering in de schoolkantine Gedragsverandering in de schoolkantine Novi Mores Kirsten Ruitenburg Datum: 08-04-2016 Voorstellen Novi Mores Onderzoek en Advies gericht op gedragsverandering en beleving Aanpassen omgeving Aanpassen

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013 7.2.4 Voorbeeld van een kwantitatieve analyse (fictief voorbeeld) In onderstaand voorbeeld werken we met fictieve data. Doel van dit voorbeeld is dat je inzicht krijgt in hoe een onderzoeksrapport van

Nadere informatie

Van gedragsinzichten naar communicatie-uitingen. Dr. Bert Pol Sanne Grootveld MA, MSc

Van gedragsinzichten naar communicatie-uitingen. Dr. Bert Pol Sanne Grootveld MA, MSc Van gedragsinzichten naar communicatie-uitingen Dr. Bert Pol Sanne Grootveld MA, MSc Relevante aspecten Strategie: de goede dingen doen Past de communicatie bij het type te beïnvloeden gedrag? Uitvoering:

Nadere informatie

Zwerfafval bij Amersfoortse VO-scholen. StadsLAB033

Zwerfafval bij Amersfoortse VO-scholen. StadsLAB033 Zwerfafval bij Amersfoortse VO-scholen StadsLAB033 Kadernotitie zwerfafval Er zijn in opdracht van de gemeente Amersfoort zes scholen in het voortgezet onderwijs bezocht om te inventariseren waar hun behoefte

Nadere informatie

Wat levert het vaccineren tegen griep op?

Wat levert het vaccineren tegen griep op? Wat levert het vaccineren tegen griep op? Door Drs. Maurice de Hond (Peil.nl) Website RIVM: Elke winter krijgt gemiddeld ongeveer één op de tien mensen griep. Als u de jaarlijkse griepprik heeft gehad,

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie?

Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie? Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie? Maartje van Stralen: Mine Yildirim: Femke van Nassau: Mia Kösters: Hoe evalueer ik hoe mijn interventie werkt? Analyse van mediatoren Hoe evalueer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Een vuilnisbak voor jongeren. Joost van der Schee io9732222

Een vuilnisbak voor jongeren. Joost van der Schee io9732222 Een vuilnisbak voor jongeren Joost van der Schee io9732222 Inhoudsopgave Een vuilnisbak voor jongeren... 1 Inhoudsopgave... 2 Analyse... 3 Doelgroep... 3 Interactie... 4 Afvalbakken... 5 Conceptontwikkeling...6

Nadere informatie

GROENE AFVALBAKKEN VOOR EEN SCHONER AMSTERDAM

GROENE AFVALBAKKEN VOOR EEN SCHONER AMSTERDAM GROENE AFVALBAKKEN VOOR EEN SCHONER AMSTERDAM RAPPORTAGE VAN HET ONDERZOEK NAAR HET EFFECT VAN GROENE AFVALBAKKEN IN GEMEENTE AMSTERDAM Dijksterhuis & van Baaren Gemeente Amsterdam Nijmegen 14 november

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Living Lab van de energietransitie. www.tertium.nl

Living Lab van de energietransitie. www.tertium.nl Living Lab van de energietransitie www.tertium.nl 1. Gespreksleiding 2. Wetenschap & Samenleving 3. Participatie Natasja van den Berg Menno van der Veen @tertiumnl www.tertium.nl Inhoud 1. Korte inleiding

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Ecstasy is een van de meest gebruikte party drugs geworden. Gecombineerd met de potentiële schadelijkheid en de ineffectiviteit van juridische maatregelen (getuige de hoge gebruikscijfers)

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op maandag 2 juli uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op maandag 2 juli uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op maandag 2 juli 2012 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Leidt de maatregel rechtsaf door rood (RADR) voor fietsers tot een toename van roodrijden elders?

Leidt de maatregel rechtsaf door rood (RADR) voor fietsers tot een toename van roodrijden elders? Leidt de maatregel rechtsaf door rood (RADR) voor fietsers tot een toename van roodrijden elders? Tim De Ceunynck Instituut voor Mobiliteit (IMOB) - Universiteit Hasselt tim.deceunynck@uhasselt.be Inleiding

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Wat we al weten Het onderzoek naar effecten van veranderingen in overheidssubsidies op geefgedrag is kort samengevat in onderstaande figuur.

Wat we al weten Het onderzoek naar effecten van veranderingen in overheidssubsidies op geefgedrag is kort samengevat in onderstaande figuur. Welke invloed hebben overheidsbezuinigingen op het geefgedrag van burgers? René Bekkers, r.bekkers@vu.nl Filantropische Studies, VU Amsterdam 10 november 2013 De participatiesamenleving in actie Het kabinet

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

DE GEÏNTEGREERDE SPOEDPOST

DE GEÏNTEGREERDE SPOEDPOST DE GEÏNTEGREERDE SPOEDPOST COMPUTER SIMULATIE VAN EEN SPOEDEISENDE HULP EN HUISARTSENPOST Footer text: to modify choose 'Insert' (or View for Office 2003 26/3/14 or 1 earlier) then 'Header and footer'

Nadere informatie

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen

Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Handhygiëne in Nederlandse ziekenhuizen Elise van Beeck Maatschappelijke Gezondheidszorg & Medische Microbiologie en Infectieziekten Erasmus MC Rotterdam Overzicht presentatie Introductie: waar is het

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback

Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Samenvatting van het artikel van Henry L. Roediger III, Mary A. Pyc (2012), Inexpensive techniques to improve education: Applying cognitive pgychology

Nadere informatie

Brandveiligheid stimuleren in studentenhuizen middels sociaal psychologische interventies

Brandveiligheid stimuleren in studentenhuizen middels sociaal psychologische interventies Brandveiligheid stimuleren in studentenhuizen middels sociaal psychologische interventies Resultaten van een veldexperiment in Utrecht, Rotterdam en Nijmegen In opdracht van de NVBR Den Haag, maart 2012

Nadere informatie

Consumentenprikkels voor efficiënt betalen Veldexperiment GEA s

Consumentenprikkels voor efficiënt betalen Veldexperiment GEA s Consumentenprikkels voor efficiënt betalen Veldexperiment GEA s Rapportage in opdracht van SBEB Jorna Leenheer Tim Benning Millie Elsen M.m.v. Nicole Weijers 17 april 2014 Opzet Onderzoek Onderzoeks -opzet

Nadere informatie

Evaluatie campagne Nederland Schoon

Evaluatie campagne Nederland Schoon Evaluatie campagne Nederland Schoon Agenda Inleiding Effecten campagne Kauwgom en peuken Bekendheid, waardering van de campagne-uitingen Effectiviteit uitingen: AdEval -analyse Inleiding Wat hebben we

Nadere informatie

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN

FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN ONDERWIJS RESEARCH DAGEN, ROTTERDAM, 26 MEI 2016 CHRISTEL H.D. WOLTERINCK WILMA B. KIPPERS KIM SCHILDKAMP CINDY L. POORTMAN FORMATIEF

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Wat bepaalt de effectiviteit van gedragsbeïnvloedende campagnes. Dr Bert Pol Tabula Rasa Den Haag Universiteit Twente

Wat bepaalt de effectiviteit van gedragsbeïnvloedende campagnes. Dr Bert Pol Tabula Rasa Den Haag Universiteit Twente Wat bepaalt de effectiviteit van gedragsbeïnvloedende campagnes Dr Bert Pol Tabula Rasa Den Haag Universiteit Twente 1. Cruciale factoren De aard van het gedrag: onbewust versus bewust gedrag Wordt het

Nadere informatie

Opgeruimd!staat!netjes!

Opgeruimd!staat!netjes! Opgeruimdstaatnetjes Eenonderzoeknaarheteffectvanassociativeprimingdoorhetverspreidenvancitroengeurenhet saillantmakenvandesocialenormophetopruimgedragvanklanteninhetwarenhuisv&d. LarissaW.H.GoorhuisOudeSanderink,10557725

Nadere informatie

DE HERSENS VAN WATER VOORZIEN: HET EFFECT VAN IMPLEMENTATIE INTENTIES OP HET DRINKEN VAN WATER

DE HERSENS VAN WATER VOORZIEN: HET EFFECT VAN IMPLEMENTATIE INTENTIES OP HET DRINKEN VAN WATER HET EFFECT VAN IMPLEMENTATIE INTENTIES OP HET DRINKEN VAN WATER 1 DE HERSENS VAN WATER VOORZIEN: HET EFFECT VAN IMPLEMENTATIE INTENTIES OP HET DRINKEN VAN WATER M.G.Voss Capaciteitsgroep Sociale en Organisatie

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Menu-engineering in restaurants

Menu-engineering in restaurants Menu-engineering in restaurants Machiel Reinders, Wageningen University & Research Joris Heijnen & Erik van Bommel, Variatie in de Keuken Marlijn Huitink & Coosje Dijkstra, Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Interventies gericht op gedrag. Interventies gericht op gedrag. Kees Keizer. Kees Keizer

Interventies gericht op gedrag. Interventies gericht op gedrag. Kees Keizer. Kees Keizer Interventies gericht op gedrag Interventies gericht op gedrag mm-dd-yy 1 Kees Keizer Kees Keizer mm-dd-yy 2 Presentatie: Presentatie: Theorie Theorie Ingang Ingang Aan de slag Aan de slag mm-dd-yy 3 The

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 10 april 2013 14.00-17.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 10 april 2013 14.00-17.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op woensdag 10 april 2013 14.00-17.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Gemeente Mill en St. Hubert. Parkeeronderzoek centrum Mill

Gemeente Mill en St. Hubert. Parkeeronderzoek centrum Mill Gemeente Mill en St. Hubert Parkeeronderzoek centrum Mill Gemeente Mill en St. Hubert Parkeeronderzoek centrum Mill Datum 28 oktober 2009 MSH005/Hdt/0067 Kenmerk Eerste versie Documentatiepagina Opdrachtgever(s)

Nadere informatie

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en zelfbeheersing op het Sondervick College 3 januari 2018 Uitvoering: H. van den Bogert a (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced

Nadere informatie

Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten

Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten Marije te Kulve BEZO 14-10-2013 Supervisors: Prof.dr. H.S.M. Kort, TU/e Dr.ir. M.G.L.C. Loomans, TU/e Ir.

Nadere informatie

Op de lange termijn wil Behavior Change Foundation dé expert worden als het gaat om gedragsverandering in LEDCs.

Op de lange termijn wil Behavior Change Foundation dé expert worden als het gaat om gedragsverandering in LEDCs. Beleidsplan 2018 Inhoudsopgave Inleiding 3 Missie en visie 4 Doelstellingen 4 Huidige situatie 4 Strategie en omgevingsanalyse 5 Organisatiegegevens 6 Bestuur 6 Werknemers 6 Financiën 6 Giften en donaties

Nadere informatie