notitie milieuadvies- reparaties bestemmingsplan Aerdenhout Aan Gemeente Bloemendaal van Bart van de Bovenkamp
|
|
- Hugo Meyer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 notitie Aan Gemeente Bloemendaal van Bart van de Bovenkamp t.a.v. Mevrouw Brandenburg telefoon Cc Datum 30 december 2013 Onderwerp milieuadvies- reparaties bestemmingsplan Aerdenhout De gemeente Bloemendaal heeft de milieudienst IJmond verzocht de milieuparagraaf voor het bestemmingsplan Reparaties bestemmingsplan Aerdenhout te schrijven. In deze notitie vindt u een tekst voorstel. Luchtkwaliteit In 2007 zijn de belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Op de beoordeling van luchtkwaliteit is niet alleen de Wet milieubeheer van toepassing, maar ook het Besluit niet in betekende mate bijdragen en drie regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (NIBM), de Regeling beoordeling luchtkwaliteit en de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). Er is een andere wijze van toetsing van bouw- en bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project in betekenende mate van invloed is op de luchtkwaliteit. In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn handvaten aangereikt om te bepalen of een project niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Het begrip niet in betekenende mate is gedefinieerd als een bijdrage die maximaal 3 % bedraagt van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. De mate van schaalgrootte waaronder niet hoeft te worden getoetst (de vertaling van bovengenoemde 3% norm naar concrete bouwprojecten), bedraagt 1500 woningen bij één ontsluitingsweg. Voor het ontwikkelen van kantoorlocaties geldt een schaalgrootte van m2 bruto vloeroppervlakte bij één ontsluitingsweg. De Regeling NIBM benoemt tevens categorieën van gevallen die niet in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging. Als een project in één van deze categorieën valt of voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (1500 woningen of m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. De begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen blijven van belang. Situaties waar de luchtkwaliteitsnormen worden overschreden zullen integraal worden aangepakt met maatregelpakketten voor probleemgebieden. Er worden op drie bestuurslagen maatregelen genomen, namelijk door het rijk, provincie en gemeenten (Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit, NSL). Samenvattend vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
2 een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging; een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Luchtkwaliteitsnormen De luchtkwaliteitsnormen zijn opgenomen in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit. De volgende grenswaarden (jaargemiddeld) zijn opgenomen: Zwavel (SO2): 125 micro g/m3 Stikstofdioxide: 40 micro g/m3 (per 2015) Fijn stof (PM 10): 40 micro g/m3 Koolstofmonoxide: 8 uurgemiddelde 6 micro g/m3 Benzeen: 10 micro g/m3 Lood: 0,5 micro g/m3 In de praktijk zijn alleen de normen voor stikstofdioxide en fijn stof van belang In het bestemmingsplan zijn geen nieuwe ontwikkelingen die gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben opgenomen. Enkel het plaatsen van lichtmasten op het sportpark Rood Wit en de permanente legalisatie van de bestaande golfclub worden mogelijk gemaakt. De bijdrage van deze ontwikkelingen op de luchtkwaliteit is uiteraard zeer gering, dus niet in betekende mate bijdragend. Uit de zogeheten Monitoringstool ( blijkt dat in het plangebied geen overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen optreden. De conclusie is dat de luchtkwaliteitseisen geen knelpunt vormen voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Externe veiligheid Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico s, transportrisico s en risico s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden. In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid, moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het Wro besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden. Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet overschreden mag worden. Voor bestaande situaties wordt het niveau van 10-6 per jaar als grenswaarde gehanteerd. Voor nieuwe situaties geldt eveneens een grenswaarde van 10-6 per jaar. Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van een calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te worden verantwoord.
3 Besluit externe veiligheid inrichtingen Op 27 mei 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan overheden die besluiten nemen over bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld chemische fabrieken, LPG-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij (beperkt) kwetsbare objecten waaronder woningen, ziekenhuizen, scholen, winkels, horecagelegenheden en sporthallen. Hierdoor ontstaan risico s voor mensen die in de buurt ervan wonen of werken. Het besluit verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat woningen op een bepaalde afstand moeten staan van een bedrijf dat werkt met gevaarlijke stoffen. Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoor De regelgeving met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen over openbare wegen, water en spoorwegen is neergelegd in de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen ( ). Deze circulaire kan worden beschouwd als voorloper van een eventuele wettelijke verankering van de risiconormen en is geldig tot uiterlijk 31 juli Wanneer de nieuwe wetgeving van kracht is wordt de circulaire ingetrokken. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten, worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarmee zijn nieuwe kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contour niet toegestaan. Ook is vastgesteld dat wanneer binnen het invloedsgebied van een buisleiding een ruimtelijk besluit wordt genomen, de verantwoordingsplicht van toepassing is. Het Bevb gaat uit van een belemmerde strook van 4 of 5 meter, afhankelijk van de werkdruk. Voor deze strook geldt een bouwverbod en een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden. Net als bij het Bevi worden de risicoafstanden en rekenmethodiek die volgen uit het Bevb opgenomen in een regeling, de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb). Onderzoek Op ongeveer 1500 meter het plangebied loopt een aardgas transportleiding van de Gasunie. De diameter van de leiding bedraagt 6,63 inch en de maximale werkdruk 40 bar. De bijbehorende risicocontour (Pr10-6) bedraagt 0 meter en vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. Het invloedsgebied van de buisleiding ligt niet over het plangebied. Het groepsrisico vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Na bestudering van de risicokaart van de provincie Noord-Holland en het gemeentelijk archief van de gemeente Bloemendaal blijkt dat er geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn in het plangebied of de directe omgeving. Risicovolle inrichtingen zijn inrichtingen die onder het Bevi vallen en waardoor mogelijke belemmeringen zouden kunnen ontstaan. In 2008 en 2009 is het vervoer van gevaarlijke stoffen in de hele regio in kaart gebracht door Arcadis. Uit die onderzoeken is gebleken dat er geen LPG tankvervoer plaats vindt over de N201 en de N206 (LPG-transporten zijn meestal bepalend voor de hoogte van het risico). Er vindt wel op bescheiden schaal transport van butaan/propaan plaats over deze wegen. Bij toetsing aan de vuistregels ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen, wordt de oriënterende waarde van het groepsrisico niet overschreden.
4 Conclusie Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Geluid Inleiding In het kader van de Wet geluidhinder liggen er geluidszones rond wegen, spoorlijnen en gezoneerde industrieterreinen. Wegen op een woonerf of met een maximumsnelheid van 30 km/uur hebben geen zone. Binnen een geluidszone moet voor het realiseren van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen onderzoek worden gedaan naar de optredende geluidbelasting. Binnen het plangebied worden geen nieuwe geluidsgevoelige objecten mogelijk gemaakt. Nader onderzoek naar geluidshinder is dan ook niet noodzakelijk. Conclusie Het aspect geluid vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Bodem In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met de kwaliteit van de bodem ter plaatse. Het is wettelijk verboden om te bouwen op verontreinigde grond. Om te kunnen bepalen of de bodem in het plangebied geschikt is voor het beoogde gebruik dient bij voorgenomen bouwactiviteiten een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Hierdoor dient bij ontwikkelingen in het gebied altijd een historisch bodemonderzoek te worden verricht en vaak ook een verkennend bodemonderzoek. Uit het historisch onderzoek kan blijken dat (op een deel van een locatie) reeds een recent bodemonderzoek heeft plaatsgevonden. In dat geval kan mogelijk worden volstaan met de resultaten van dat bodemonderzoek mits het uitgevoerde onderzoek voldoende betrekking heeft op het te ontwikkelen terrein. Uit het historisch onderzoek kan tevens blijken dat in een eerder uitgevoerd bodemonderzoek een verontreiniging is aangetoond die een belemmering zou kunnen vormen voor het beoogde gebruik. Indien uit een verkennend bodemonderzoek blijkt dat er een verontreiniging is aangetoond dan dient een nader bodemonderzoek te worden uitgevoerd om de eventuele ernst van de verontreiniging en eventuele noodzaak tot bodemsanering vast te stellen. Wanneer de locatie naar aanleiding van het historisch of verkennend bodemonderzoek als asbestverdacht wordt aangemerkt dan dient tevens een asbestonderzoek te worden verricht conform de geldende normen. In de gemeente Bloemendaal is het generieke beleid vanuit het Besluit bodemkwaliteit van kracht. Op basis van het Besluit bodemkwaliteit is een bodemfunctieklassenkaart vastgesteld. Het plangebied valt in de klasse Wonen. Bij grondverzet dient de kwaliteit van de bodem te worden vastgesteld door middel van partijkeuringen. Dit geldt zowel voor de kwaliteit van de toe te passen grond als van de ontvangende bodem. Om een partij grond te mogen toepassen moet de partij worden getoetst aan zowel de bodemkwaliteit van de ontvangende bodem als aan de bodemfunctieklasse van de ontvangende bodem. Bij deze dubbele toets geldt dat de kwaliteitsklasse van de toe te passen partij grond moet voldoen aan de strengste norm. Aangezien er geen nieuwe functies worden mogelijk gemaakt is nader onderzoek naar de bodemkwaliteit niet noodzakelijk.
5 Conclusie Het aspect bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Ecologie Wetgeving voor de bescherming van de natuur richt zich op twee hoofdthema s. Het gaat hierbij om de bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming) en de bescherming van plant- en diersoorten (soortbescherming). Gebiedsbescherming Gebiedsbescherming wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS). De provincie is hiervoor het bevoegde gezag. Het afwegingskader van de Natuurbeschermingswet 1998 staat bekend als de Habitattoets. Deze bestaat uit een Voortoets en eventueel een zogenoemde passende beoordeling als uit een Voortoets blijkt dat er mogelijk significante gevolgen zijn. De belangrijkste aspecten bij de beoordeling van mogelijke invloed op natuurgebieden aan de orde komen zijn: oppervlakteverlies, verontreiniging, verdroging, geluid, licht, verstoring door mensen, mechanische effecten en versnippering. Voor bestemmingsplannen, bouwplannen of andere activiteiten, kan het noodzakelijk zijn dat een vergunning ex artikel 19d Natuurbeschermingswet aangevraagd moet worden bij de provincie. Soortbescherming Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en fauna wet. In deze wet is een aantal planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen. De wet maakt een onderscheid tussen licht (tabel 1), middelzwaar (tabel 2) en zwaar beschermde soorten (tabel 3). Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, licht beschermde soorten, de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Als er negatieve effecten optreden op zwaar beschermde soorten (tabel 3 Flora- en faunawet) dient een ontheffing volgens art. 75 van de flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van economische zaken. Voor zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: er sprake is van een wettelijk geregeld belang (groot maatschappelijk belang, in sommige gevallen ook ruimtelijke inrichting en ontwikkeling) er geen alternatief is geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet. Onderzoek In het bestemmingsplan zijn wordt de bouw van nieuwe lichtmasten bij de hockeyclub mogelijk gemaakt. In het kader van de gebiedsbescherming is onderzoek verricht naar de effecten van nieuwe lichtmasten (zie bijlage X). Uit het onderzoek blijkt de volgende conclusies: Gezien de ligging van de sportvelden ten opzichte van het Natura 2000 gebied, de optredende storende factoren, de reikwijdte daarvan, de plaats waar beschermde waarden
6 voorkomen en de gevoeligheid van de in ontwerp aangewezen soorten en habitattypen voor de verwachte effecten, is duidelijk dat de door het bestemmingsplan toegestane terreinverlichting geen negatieve gevolgen kan hebben voor de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000 gebied Kennemerland Zuid, oftewel de instandhoudingsdoelen ervan. Er is dus ook zeker geen significant negatief effect. Omdat aanwijzing van het Natura 2000 gebied in ontwerp is en het gebied nog niet definitief is aangewezen, gelden nog steeds de gedefinieerde doelen van het nabijgelegen Beschermd Natuurmonument Duinen Vogelenzang, dat pas na definitieve aanwijzing van het Natura 2000 gebied daarin opgaat. De door het bestemmingsplan toegestane (bestendigde) terreinverlichting rond de sportvelden zorgt voor negatieve gevolgen voor de doelen van het Beschermde Natuurmonument. Vanwege de reikwijdte van de optredende effecten is er geen sprake van belangrijke (significante) aantasting van deze doelen. Vanwege bovenstaande is vergunningverlening voor plaatsing van de terreinverlichting voor het Beschermde Natuurmonument aan de orde. Gezien het gegeven dat op de vergunningverlening een lichte toetsing van toepassing is waarbij alle belangen worden afgewogen, wordt verwacht dat deze vergunning verleend wordt. Gezien het bovenstaande voldoet het bestemmingsplan van Aerdenhout aan de planologische uitvoerbaarheidseis van art Besluit ruimtelijke ordening (Bro) jo. art. 3:2 Awb. Conclusie Er zijn geen significant negatieve effecten te verwachten. Voor plaatsing van de lichtmasten is vergunning in het kader van de natuurbeschermingswet noodzakelijk. De verwachting is dat aan deze verleend wordt. Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Milieuzonering Een goede ruimtelijke ontwikkeling streeft naar het bevorderen van een duurzame ruimtelijke kwaliteit in een dynamische samenleving. Het is helder dat duurzame ruimtelijke kwaliteit mede richting en inhoud geeft aan het criterium een goede ruimtelijke ordening. Een goede ruimtelijke ordening houdt ook in het voorkomen van voorzienbare hinder door milieubelastende activiteiten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten doet in de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (editie 2009), het zogenaamde groene boekje, een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie ten opzichte van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand bedrijven gesitueerd worden. Het Groene Boekje geeft adviesafstanden (zie tabel) die gemotiveerd kunnen worden toegepast bij ruimtelijke ordening. De adviesafstanden hangen samen met gebiedskenmerken. Het is mogelijk om door middel van maatregelen overlast te beperken en daardoor af te wijken van de afstanden. In dit geval zal aangetoond moeten worden welke maatregelen worden genomen om de overlast te beperken. Aan de hand hiervan kan dan gemotiveerd worden afgeweken van de standaard adviesafstanden.
7 Milieucategorie Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied 1 10 m 0 m 2 30 m 10 m m 30 m m 50 m m 100 m m 200 m m 300 m m 500 m m 700 m m m Onderzoek Golfclub Binnen het plangebied staat het clubgebouw van golfclub Mariënweide. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is het clubhuis niet toegestaan. In dit plan wordt het planologische kader gecreëerd waarbinnen het clubhuis kan (blijven) bestaan. Een clubhuis valt onder categorie 2, uit de publicatie bedrijven en milieuzonering. Bij deze categorie hoort een richtafstand van 30 meter aan te houden tussen het clubhuis en gevoelige bestemmingen. Aan deze afstand kan worden voldaan. Er zijn dan ook geen belemmeringen om het clubhuis positief te bestemmen. Voor de bestemmingen golfclub geldt een richtafstand van 10 meter. Aan deze richtafstand kan worden voldaan. Hockey vereniging Huidige situatie In het plangebied ligt een hockeyvereniging. Het bestaande gebruik van de vereniging bestaat uit vijf (gedeeltekijk) verlichte kunstgrasvelden. Deze zijn door in totaal 24 (vergunde) lichtmasten verlicht. De twee zuid- westelijk gelegen velden zijn slechts beperkt verlicht. Een veldsportcomplex met verlichting valt onder categorie 3.1 uit de publicatie bedrijven en milieuzonering. Aan deze richtafstand kan niet voor alle velden en het clubhuis worden volstaan. Clubhuizen vallen onder categorie 2 van de publicatie. Bij deze categorie hoort een richtafstand van 30 meter. Het clubhuis kan aan deze afstand voldoen. Toekomstige situatie De wens bestaat om twee van de velden te voorzien van vijf extra lichtmasten zodat alle velden volledig verlicht zijn. Het gaat hier om de twee meest zuid- westelijk gelegen velden (veld 4 en 5). Het meest westelijk gelegen veld ligt op 45 meter van de woning aan de Zwaluwenweg 15. Voor dit veld kan niet aan de richtafstand van 50 meter worden voldaan. Aangezien de beoogde lichtmasten beoordeeld moeten worden als nieuwe situatie, zullen deze gezien de korte afstand ten opzicht van de woning aan de Zwaluwenweg 15, niet mogelijk gemaakt worden op dit veld. De overige gewenste lichtmasten komen bij veld 4 (zie afbeelding). Dit veld is gelegen op ongeveer 100 meter van de dichtstbij gelegen woning. Aangezien er voor dit veld aan de richtafstand kan worden voldaan en er spraken is van een bestaande hockeyclub wordt de plaatsing van verlichting rond veld 4 aanvaardbaar geacht. Overige uitbreidingen van de hockeyclub worden met dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt
8 Duurzaam bouwen Duurzaam Bouwen is een bouwmethode waarbij vanaf het ontwerp tot en met het gebruik zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met het milieu, zowel nu als in de toekomst. Door het gebruik van deze definitie voor duurzaam bouwen heeft de gemeente een brede visie op dit onderwerp. Van energiebesparing bij individuele woningen tot een duurzaam gebouwde (stedelijke) omgeving, op alle niveaus wil de gemeente inspanning leveren om duurzaam bouwen tot een succes te maken; het realiseren van woningen met een 10% verscherpte EPC en het actief verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad uitgedrukt in energielabel met gemiddeld 1% per jaar op grond van het gemeentelijk klimaatbeleid behoort daarbij. Het beleid voor duurzaam bouwen is vastgesteld in de Beleidsnotitie Duurzaam bouwen. Hiermee geeft de gemeente Bloemendaal tevens invulling aan het klimaatakkoord. Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk Het Rijk en de gemeenten hebben een klimaatakkoord ondertekend. Hierin staan afspraken over energiebesparing en de overgang naar duurzame energie. De gemeenten onderschrijven de ambities van het kabinet: een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 30% in 2020 ten opzichte van 1990, een energiebesparingspercentage van 2% energiebesparing per jaar en een aandeel van 14% duurzame energie in De ambitie is dat in 2020 de nieuwbouw energieneutraal is en dat het energieverbruik van woningen en gebouwen in 2020 met meer dan 50% is verlaagd. Om resultaten te boeken en om innovatie te stimuleren wordt de energieprestatie coëfficiënt voor nieuwe woningen in 2011 aangescherpt naar 0,6 en in 2015 naar 0,4. Nu er afspraken zijn gemaakt over energiebesparing en de overgang naar duurzame energie, zal er ook naar toe gewerkt moeten worden. GPR Gebouw 4 Om inzicht te krijgen in de duurzaamheid van nieuwbouwprojecten stimuleert de gemeente Bloemendaal het gebruik van GPR Gebouw 4. GPR Gebouw 4 zet ontwerpgegevens van een gebouw om naar prestaties op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid. In GPR worden de bouwprestaties gemeten op basis van vijf thema s:
9 1. energie 2. milieu (materialen) 3. gezondheid 4. gebruikskwaliteit 5. toekomstwaarde De prestaties worden uitgedrukt in een rapportcijfers van 1 tot 10. Een score van 6.0 is representatief voor het wettelijke niveau van het Bouwbesluit. De ambitie van de gemeente is bepaald op een score van 7.0 op het thema energie en gemiddelde score van 7.0 voor de thema s milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Onderzoek Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Binnen dit bestemmingsplan kan bij nieuwbouw worden voldaan aan de doelstellingen van duurzaam bouwen. Bij nieuwbouwplannen wordt er naar gestreefd zoveel mogelijk aan te sluiten bij het beleid op het gebied van duurzaam bouwen. Lichtmasten De nieuwe lichtmasten die geplaatst gaan worden dienen op basis van het Activiteitenbesluit aan de Best Beschikbare Techniek op het gebied van (in dit geval) verlichting te voldoen. Hierbij kan gedacht worden aan LED verlichting. Als deze nieuwe techniek een terugverdientijd heeft van vijf jaar of minder moet dit toegepast worden. Meer informatie hierover: Conclusie Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Eventueel vervangende nieuwbouw zal moeten voldoen aan de gemeentelijke eisen met betrekking tot duurzaamheid. De lichtmasten moeten voldoen aan best beschikbare techniek voldoen.
Milieuadvisering beheersverordening Groene Oostrand
notitie aan Gemeente Beverwijk van Reinier van Gent t.a.v. Mark Waardenburg telefoon 0251-263826 cc datum 4 april 2013 onderwerp Milieuadvisering beheersverordening Groene Oostrand De gemeente Beverwijk
Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald
Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,
Voorontwerp bestemmingsplan Akerendamlaan - Prins Bernhardlaan
notitie aan Beverwijk van Reinier van Gent t.a.v. E. van Dijk telefoon 0251-263826 cc datum 17 december 2010 onderwerp Voorontwerp bestemmingsplan Akerendamlaan - Prins Bernhardlaan De gemeente Beverwijk
In Nederland worden twee maten gehanteerd voor externe veiligheidsrisico's:
NOTITIE : NUMMER : P17-0742 ONDERWERP : Quickscan externe veiligheid en notitie bedrijven en milieuzonering DATUM : 20 maart 2018 OPGESTELD DOOR : C. Rodoe, M. van Driel 1 Inleiding 1.1 Inleiding De voorgenomen
Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen
Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5
Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7
Notitie Project: Bestemmingsplan Valkenweg 9 te Holten Onderwerp: Milieukundige onderzoeken Referentie: 15J102.R003 Datum: 15 april 2015 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano LLB Bestemd voor: De heer Hofman
Rapport VH.10125, september 2010
Rapport VH.10125, september 2010 Onderzoek naar de omgevingskwaliteit ten aanzien van de herinrichting van akkerbouw en loonbedrijf Toonen Dekkers te Maasbommel Inzake: - luchtkwaliteit - geluidhinder
Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering
Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano
Memo externe veiligheid
Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016
Notitie. Aan : Roel Volman (SO, team bestemmingsplannen) Van : Paul Bruijkers (SO, Ingenieursbureau) Datum :
Notitie Stadsontwikkeling Aan : Roel Volman (SO, team bestemmingsplannen) Van : Paul Bruijkers (SO, Ingenieursbureau) Datum : 12-7- 2016 Bezoekadres: De Rotterdam Wilhelminakade 179, Rotterdam Postadres:
B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013
20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01
Inleiding. Samenvattende conclusies. - Luchtkwaliteit: De Wet luchtkwaliteit vormt geen knelpunt voor de realisatie van het plan.
notitie aan De gemeente Heemskerk van Bart van de Bovenkamp t.a.v. Carla van der Wijst telefoon 0251-263830 cc datum 2 februari 2010 onderwerp Actualisatie milieuadvies Coornhertstraat Inleiding De gemeente
Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding
Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen
Risico-inventarisatie Boekels Ven
Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe
GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld
GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting
Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo
Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage
WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld
GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina
memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)
memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet
Er is geen omschrijving gegeven van de propaantank bij het averijhaven depot. De toelichting wordt aangevuld met een omschrijving van deze tank.
notitie aan Gemeente Velsen van Bart van de Bovenkamp t.a.v. René van der Linden telefoon 0251 263830 cc datum 3 april 2013 onderwerp Milieuadvies (zienswijze) ontwerp bestemmingsplan Zeezicht In deze
Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00
Dorado Beach Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe veiligheid... 6 2.1 Het begrip risico...
: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk
RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave
GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld
GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen Vastgesteld 24 maart 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Bestaande situatie... 3
Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello
Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 20 juni 2012 Kenmerk N004-4638202MTU-evp-V01-NL Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel van het
JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU
JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU INDUSTRIËLE LAWAAIBEHEERSING / PLANOLOGISCHE AKOESTIEK / BOUW- EN ZAALAKOESTIEK / BOUWFYSICA / VERGUNNINGEN Postbus 5047 Stationsweg 2 Tel: 073-6133141 www.jri.nl 5201
Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur
Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur Opdrachtgever : Gemeente Barneveld, mevr. I. Pater Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/502495
Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.
Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch
Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden
Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig
Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap
Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap 5.1 Inleiding Voor het ontwikkelen en in stand houden van een leefbaar en duurzaam Breda dient bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden te worden met de milieuhygiënische
BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD
BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader
Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109
Vo INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving
Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost
Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor
: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman
Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief
Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp
Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg
Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland
Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bodem Op 21 mei 2008 heeft er door Wareco Ingenieurs een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Bij het uitgevoerde bodemonderzoek
Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel
Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus
Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum
1 Toelichting 2 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en kadastrale begrenzing 4 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE SITUATIE 6 2.1 Ruimtelijke structuur 6
memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk
memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk
Dutch HealthTec Academy te Utrecht
Dutch HealthTec Academy te Utrecht Externe veiligheid Opdrachtgever : Kroon Group Kenmerk : R037339abA1.mhr Datum : 5 februari 2010 Auteur : mw. M.I. Huizer MSc dhr. ing. I.T.G.M. Martens Inhoudsopgave
Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C
Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen
Wet luchtkwaliteit. Woningbouwlocatie locatie Boterbogten te Steensel
Wet luchtkwaliteit Woningbouwlocatie locatie Boterbogten te Steensel Wet luchtkwaliteit Woningbouwlocatie aan de Boterbogten te Steensel In opdracht van Opgesteld door Auteur Gemeente Eersel SRE Milieudienst
LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.
LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND Auteurs : mro b.v. Opdrachtnummer : 023.14 Datum : november 2007 Versie : 1 2 INHOUDSOPGAVE
Planlocatie Nuland Oost te Nuland
Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie
Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk
Notitie Aan Gemeente Schiedam, t.a.v. Bas Hovens Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei 2015 21933243 L.C. Luijendijk Onderwerp Externe veiligheid Harga Midden Inleiding De gemeente Schiedam
Externe veiligheid. Algemeen
Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID
MEMO Dossier : 9x1884 Project : Laarberg- deelgebieden 1, 2, en 3 Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : Datum : Status : concept Classificatie : Klant vertrouwelijk QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID
Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie
Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...
Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn
Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn Opdrachtgever : Gemeente Baarn, mevrouw E. Nelissen Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/541886
Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen
Notitie Aan : BVR Projectontwikkeling B.V. en Langendijk B.V. Van : ir. S. Valk en ir. drs. D. Lobregt (Royal Haskoning) Datum : 29 november 2011 Kopie : L.J.A. Rombouts MSc, ing. E.M. Reurslag en J.J.H.
Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04
Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04 Referentie 20122015-04 Rapporttitel Herstructurering Biedermeier Mariaberg
Rapport Externe Veiligheid Hoge Veer Raamsdonksveer
Rapport Externe Veiligheid Hoge Veer Raamsdonksveer Status Versie 1 concept Aantal pagina s 7 Datum november 2007 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Wettelijk kader Besluit externe veiligheid inrichtingen 2004
memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn
memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn
Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.
Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/2016 1111/III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.40743 i\ff\1 DCMR milieudienst Rijnrncnd Gemeente Lansinqerland T.a.v. de
Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief
EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief Opdrachtgever : Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV. Projectnummer : 2009380 Status : definitief Rapport : DAB Akkoord : DWD Datum
Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling
Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie
Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren
Notitie 20122367-09 Wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming spoorwegdoeleinden Beoordeling bedrijven & milieuzonering, luchtkwaliteit en externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door
Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie
Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid Datum 2 december 2011 Referentie 20112051-01 Referentie 20112051-01 Rapporttitel Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid Datum 2 december 2011
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID Zeelberg 41A te Valkenswaard Opdrachtgever: Contactpersoon: Milon bv de heer W. van der Velden Documentnummer: 20140241/C01/RK Datum: 25 februari 2015 Opdrachtnemer: Auteur:
3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak
Rapport Externe Veiligheid Dorpshuis de Haven Raamsdonksveer
Rapport Externe Veiligheid Dorpshuis de Haven Raamsdonksveer Status Versie 1 concept Aantal pagina s 7 Datum november 2007 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Wettelijk kader 2.1 Besluit externe veiligheid inrichtingen
Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten'
Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' Op de volgende pagina s is een toelichting gegeven op de standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Algemeen. Externe Veiligheid
Externe Veiligheid Algemeen Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door onder andere: - het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke
Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1. Vastgesteld 26 februari 2013
Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1 Vastgesteld 26 februari 2013 BESTEMMINGSPLAN GROOTEGAST WEEGBREE 1 CODE 121402 / 26-02-13 GEMEENTE GROOTEGAST 121402 / 26-02-13 BESTEMMINGSPLAN GROOTEGAST - WEEGBREE
Externe veiligheid Bestemmingsplan Koningin Julianaplein. Datum 17 juli 2012 Referentie
Externe veiligheid Bestemmingsplan Koningin Julianaplein Datum 17 juli 2012 Referentie 20121117-02 Referentie 20121117-02 Rapporttitel Externe veiligheid Bestemmingsplan Koningin Julianaplein Datum 17
Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72
Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: Dhr. R. Osinga Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.
Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn
Notitie Contactpersoon George Rutten Datum 18 februari 2009 Kenmerk N003-4615698RTG-srb-V01-NL Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn 1 Inleiding In opdracht van BAM Woningbouw heeft Tauw
Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept
Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid Rapportnummer O 15571-1-RA-001 d.d. 8 april 2015 Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid opdrachtgever Gemeente Westland (Gemeentekantoor
Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land
Notitie 20112539-03 Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land 1 Inleiding In opdracht van Van Riezen & partners
Verantwoording groepsrisico
Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...
Notitie. Onderzoek milieuzonering Overveen. 1 Aanleiding. 2 Werkwijze
Notitie Contactpersoon Lucy Talens Datum 10 februari 2017 Kenmerk N003-1241816TLS-evp-V02-NL 1 Aanleiding Het plangebied Reinwaterpark in Overveen wordt herontwikkeld tot woongebied. Op het terrein bevinden
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID Ruimtelijke ontwikkelingen Zijweg Dungen 5 te Schijndel Opdrachtgever: Contactpersoon: Milon bv de heer W. van der Velden Documentnummer: 20140927/D01/RK Datum: 11 augustus
B i j l a g e 4 : A d v i e s e x t e r n e v e i l i g - h e i d
B i j l a g e 4 : A d v i e s e x t e r n e v e i l i g - h e i d Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan De Kavels Inleiding Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect
Wonen, winkelen, parkeren, Achtergracht te Weesp Quickscan externe veiligheid. Datum 11 juli 2011 Referentie Uw referentie AM11002
Wonen, winkelen, parkeren, Achtergracht te Weesp Quickscan externe veiligheid Datum 11 juli 2011 Referentie 20101377-07 Uw referentie AM11002 Referentie 20101377-07 Rapporttitel Wonen, winkelen, parkeren,
BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade
BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID Plan nieuwbouw school Plein Gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen Gemeente Kerkrade 13 juli 2009 versie 2 Beoordeling Externe Veiligheid bestemmingsplan school Plein
Quickscan Externe Veiligheid N240
Quickscan Externe Veiligheid N240 projectnr. 194453 revisie 0.1 februari 2009 Auteur M. Beterams MSc. Opdrachtgever Gemeente Wieringermeer Postbus 1 1770 AA Wieringerwerf datum vrijgave beschrijving revisie
Rapportage quickscan externe veiligheid
BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving
BIJLAGE 1 Ligging plangebied
BIJLAGE 1 Ligging plangebied 12 Bijlage: Ligging plangebied BIJLAGE 2 Ligging gezoneerd industrieterrein De Lage Meren BIJLAGE 3 Technische beoordeling externe veiligheid Technische beoordeling externe
Bijlage 3 Externe veiligheid
Bijlage 3 Externe veiligheid Buitengebied Oostflakkee 117 Notitie Aan : Van : ing. M.M.H.M. Braun Datum : 9 juli 2012 Kopie : Onze referentie : 9X0652C0/N00001/903870/Rott HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTE
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID
MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie
Onderzoek bedrijven en milieuzonering Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem
Notitie Contactpersoon Evelyn van der Ent Datum 14 juli 2016 Kenmerk N003-1225344ENT-evp-V03-NL Onderzoek bedrijven en milieuzonering Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem 1 Aanleiding Slingeland Ziekenhuis
Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.
Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken
Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten
Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren
Uitbreiding Brusselse Poort te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 2 september 2013 Referentie 20112645-13
Uitbreiding Brusselse Poort te Maastricht Quickscan externe veiligheid Datum 2 september 2013 Referentie 20112645-13 Referentie 20112645-13 Rapporttitel Uitbreiding Brusselse Poort te Maastricht Quickscan
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING PROJECT: Uitbreiding woning aan de Broekdijk 3 Kesteren PROJECTNR: 12025 OPDRACHTGEVER: Fam. M. Heijnis Broekdijk 3 4041 CT Kesteren DATUM: 8 april 2013 Ruimtelijke onderbouwing
Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015
Opdrachtgever: PlanROS Contactpersoon: Dhr. S. Peters Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing.
Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F
Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer
Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.
Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf
GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse.
Vo GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Onherroepelijk 31 augustus 2011 In Werking 31 augustus 2011 Vaststelling 12 juli 2011 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...3 2. Bestaande
BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 29 maart 2012 Referentie
BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid Datum 29 maart 2012 Referentie 20120273-04 Referentie 20120273-04 Rapporttitel BP Vijverdalseweg te Maastricht Quickscan externe veiligheid
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:
Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel
Opdrachtgever: SAB Contactpersoon: De heer C. Deterink Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 info@wmma.nl www.adviesburowindmill.com
notitie Hindercontouren rondom het Integraal Kind Centrum, Gemert-Noord
notitie aan: van: Gemeente Gemert-Bakel Johan van der Burg, MSc c.c.: datum: 28 juni 2012 betreft: project: Hindercontouren rondom het Integraal Kind Centrum, Gemert-Noord 110792 INLEIDING Op de hoek van
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN
QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN Realisatie vrijstaande woning, wijziging bouwvlak Luikerweg 110 Valkenswaard Opdrachtgever: Contactpersoon: Compositie 5 Stedenbouw bv de heer T. Kousemaeker
Herziening QRA. Hogedruk aardgastransportleiding A-510. Externe Veiligheid. Gemeente Leusden. september 2011 definitief
Herziening QRA Hogedruk aardgastransportleiding A-510 Externe Veiligheid Gemeente Leusden september 2011 definitief Herziening QRA Hogedruk aardgastransportleiding A-510 Externe Veiligheid dossier : BA6559-101-100
Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley
Bijlage Nota van wijzigingen Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley Inleiding Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren,
Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving. 6 december 2017 Gerlof Wijnja
Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving 6 december 2017 Gerlof Wijnja De toetsing en het plangebied In deze onderzoeksfase zijn de volgende vragen onderzocht: Is woningbouw
De Milieudienst heeft op 12 augustus 2010 een uitgebreid milieuadvies (UHR10.2010.A143/10355) gegeven.
ADVIES aan t.a.v. kopie aan opsteller Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mevrouw G. Veenstra geke.veenstra@heuvelrug.nl Mevrouw Dagmar Storm telefoon 030 75 40 304 datum 29 april 2011 kenmerk doc.ref onderwerp
Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007
Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007 Onderwerp EV Advies tel./e-mail 075-6553537 rkalken@milieudienst-waterland.nl Inleiding In dit advies wordt
Opdrachtgever: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Contactpersoon: Datum: Rapportnummer: P
Opdrachtgever: Buro SRO Contactpersoon: De heer J. van Nuland Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09
Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat
Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding
Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)
Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) 2013 IMRO.NL.0737.11BPIII-ow01 Toelichting Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) 1 Inleiding Er is medewerking gevraagd aan