Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno 2002

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno 2002"

Transcriptie

1 Oorspronkelijke stukken Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: de klinische praktijk in Nederland anno 2002 d.schonenberg, m.van meeteren, r.g.h.h.nelissen, i.e.van der horst-bruinsma, r.g.pöll en m.t.nurmohamed VU Medisch Centrum, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam. Afd. Reumatologie: mw.d.schonenberg, co-assistent; mw.dr.i.e.van der Horst-Bruinsma en dr.m.t.nurmohamed (tevens: afd. Algemene Inwendige Geneeskunde, en Jan van Breemen Instituut, Amsterdam), reumatologen. Afd. Orthopedie: prof.dr.r.g.pöll, orthopedisch chirurg (tevens: afd. Algemene Inwendige Geneeskunde, en Slotervaart Ziekenhuis, afd. Orthopedie, Amsterdam, en Jan van Breemen Instituut, Amsterdam). Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Orthopedie, Leiden. Mw.M.van Meeteren, co-assistent; dr.r.g.h.h.nelissen, orthopedisch chirurg. Correspondentieadres: dr.m.t.nurmohamed Zie ook het artikel op bl samenvatting Doel. Inventariseren van het gebruik van tromboseprofylaxe bij orthopedische ingrepen, zowel tijdens als na de ziekenhuisperiode. Opzet. Dwarsdoorsnedeonderzoek. Methode. In april 2002 werd een brief naar alle orthopedisch chirurgen in Nederland gestuurd met de aankondiging dat van elk ziekenhuis met een afdeling Orthopedische Chirurgie een orthopedisch chirurg benaderd zou worden voor een telefonische enquête. In de maanden april tot en met juni 2002 werden zij gebeld. Zowel ziekenhuizen waar grote orthopedische chirurgie (zoals het inbrengen van een heup- of knieprothese en heupfractuurchirurgie) werd verricht (n = 124), als klinieken met alleen dagbehandelingen (n = 5) werden betrokken bij dit onderzoek. Resultaten. Bij grote orthopedische ingrepen werd tijdens de ziekenhuisopname heparine met laagmoleculair gewicht (LMWH) in 91% van de ziekenhuizen gebruikt: bij 36% als monotherapie en bij 55% in combinatie met cumarinederivaten. Met het gebruik van LMWH werd in 85% van de gevallen preoperatief gestart. Cumarinederivaten als monotherapie werden gebruikt in 9% van de ziekenhuizen. Bij 37% van de ziekenhuizen werd het gebruik van NSAID s voortgezet, met name bij patiënten met reumatoïde artritis. Het gebruik van acetylsalicylzuur werd door 94% van de instellingen altijd gestaakt. Profylaxe na ziekenhuisontslag werd in 97% van de ziekenhuizen gegeven en bestond in 37% van de gevallen uit LMWH en in 63% uit cumarinederivaten. De praktijk van tromboseprofylaxe rond artroscopieën en gipsimmobilisatie was divers. Tromboseprofylaxe is noodzakelijk rondom (grote) orthopedische interventies. 1 Aan het einde van de jaren tachtig van de afgelopen eeuw waren hiervoor ongefractioneerde heparine, cumarinederivaten en dextranen beschikbaar. Voor geen van deze middelen waren er toen overtuigende studies voorhanden die een duidelijk trombosereducerend effect lieten zien. In de consensus Preventie diep veneuze trombose uit 1989 van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO) werd dan ook geen uitspraak gedaan over het te voeren beleid rondom (grote) orthopedische interventies tijdens de ziekenhuisperiode. Wel werd als advies gegeven om 3 maanden of langer cumarinederivaten te geven, omdat er aanwijzingen waren dat profylaxe tijdens de ziekenhuisperiode de trombogenese uitstelde tot na de 2e postoperatieve week. 2 Vervolgens bleek uit onderzoekingen en meta-analysen dat medicamenteuze profylaxe tijdens de ziekenhuisperiode onontbeerlijk was en er kwamen ook steeds meer aanwijzingen dat voortzetting van de profylaxe na ontslag een klinisch relevante reductie gaf van de frequentie van veneuze trombo-embolie. In de CBO-richtlijn Diep veneuze trombose en longembolie van 1999 werd dan ook geadviseerd om na gewrichtsvervangende operaties van de heup of knie antistolling te geven tijdens de ziekenhuisperiode, in de vorm van preparaten van heparine met laagmoleculair gewicht (LMWH). 3 Daarnaast werd opgemerkt dat voortgezet gebruik van LMWH enkele weken na ziekenhuisontslag leidde tot vermindering van het tromboserisico. Deze uitspraken waren gebaseerd op methodologisch goede onderzoeken. Het niet noemen van cumarinederivaten in het advies is naar de huidige inzichten opmerkelijk: inmiddels is in grootschalige studies gebleken dat de balans tussen werkzaamheid en veiligheid niet essentieel lijkt te verschillen van die bij LMWH; cumarinederivaten gaan bij een gebruik gedurende drie maanden of langer gepaard met een verwaarloosbaar percentage veneuze trombo-embolie. 4 Cumarinederivaten worden dan ook wel aanbevolen in de Amerikaanse richtlijn die in 2001 verscheen en die verder in essentie niet verschilt van de CBO-richtlijn uit Daarnaast werd in de CBO-richtlijn van 1999 geconcludeerd dat in andere situaties met een hoog tromboserisico LMWH of cumarinederivaten geïndiceerd waren gedurende 6 weken of langer na ziekenhuisontslag. Deze situaties betreffen heupfracturen, gipsimmobilisatie van gelijktijdig knie en enkel, meerdere fracturen en de gelijktijdige aanwezigheid van risicofactoren, zoals eerdere veneuze trombose. De werkgroep gaf daarbij aan dat adequaat onderzoek ter onderbouwing van de aanbeveling (nog) ontbrak. Voor artroscopieën, ingrepen aan de bovenste extremiteit en loopgips deed zij geen aparte aanbevelingen. Of de richtlijnen uit 1999 in de Nederlandse klinische praktijk anno 2002 navolging vonden, was niet bekend. Derhalve onderzochten wij via een enquête de tromboseprofylaxe op de orthopedische ziekenhuisafdelingen 1856 Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38)

2 in Nederland. Tevens onderzochten wij het antitrombotisch beleid voor artroscopieën, loopgips en ingrepen aan de bovenste extremiteit. methode In april 2002 stuurden wij een brief naar alle orthopedisch chirurgen in Nederland met de aankondiging dat van elk ziekenhuis met een afdeling Orthopedische Chirurgie een orthopedisch chirurg benaderd zou worden voor een telefonische enquête. De lijst met de in Nederland werkzame orthopedisch chirurgen werd verkregen via de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. Vervolgens werden in de maanden april-juni 2002 de ziekenhuizen gebeld. Een verkorte versie van het enquêteformulier is weergegeven in tabel 1. Zowel ziekenhuizen waar grote orthopedische chirurgie (zoals het inbrengen van een heup- of knieprothese en heupfractuurchirurgie) werd verricht (n = 124), als klinieken met alleen dagbehandelingen (n = 5) werden betrokken bij het onderzoek. resultaten Heup- en knieprothese- en heupfractuurchirurgie Alle 124 ziekenhuizen waar grote orthopedische chirurgie werd verricht, namen deel aan het onderzoek. In 100 (81%) gevallen werden de enquêtevragen door de orthopedisch chirurg beantwoord en in 24 (19%) door een (hoofd)verpleegkundige van de desbetreffende afdeling. Beleid. In 63 (51%) ziekenhuizen werd er geen onderscheid gemaakt tussen de aandoeningen (reumatoïde artritis of artrose), leeftijd van de patiënt, type operatie en de soort anesthesie (algeheel versus regionaal). De aandoening speelde wel een rol in 6 (5%) ziekenhuizen, de leeftijd in 29 (23%) van de ziekenhuizen (patiënten ouder dan 80 jaar kregen geen cumarinederivaten voorgeschreven), het type operatie in 24 (20%) en de soort anesthesie in 2 (2%) van de instellingen. Het gebruik van niet-steroïde anti-inflammatoire middelen (NSAID s) werd in 46 (37%) instellingen perioperatief gecontinueerd en in 78 (63%) gestaakt, 1 week tot 1 dag vóór de operatie. Het gebruik van acetylsalicylzuur werd in 116 (94%) ziekenhuizen gestaakt, 2 weken tot 3 dagen vóór de operatie. Perioperatief. LMWH werd in 113 (91%) ziekenhuizen gebruikt: in 45 (36%) als monotherapie en in 68 (55%) in combinatie met cumarinederivaten. Met het gebruik van LMWH werd in 105 (85%) ziekenhuizen preoperatief gestart: in 81 (77%) van de gevallen de avond vóór de operatie en in 24 (23%) ongeveer 2 uur preoperatief. Wanneer LMWH gecombineerd werd met cumarinederivaten, werd het gegeven totdat de cumarinederivaten goed waren ingesteld. Cumarinederivaten als monotherapie werden gebruikt in 11 (9%) ziekenhuizen. Ongefractioneerde heparine werd nergens gebruikt. De toegepaste middelen staan vermeld in tabel 2. Het gebruik van cumarinederivaten werd in 10 (8%) klinieken preoperatief gestart en in 69 (56%) postoperatief. De nagestreefde international normalized ratio TABEL 1. Verkorte versie van een enquêteformulier, gebruikt bij een telefonische enquête naar de tromboseprofylaxe op orthopedische ziekenhuisafdelingen I Tromboseprofylaxe tijdens de ziekenhuisperiode 1. Bij welk percentage van de patiënten maakt u gebruik van tromboseprofylaxe (medicamenteus of mechanisch of combinatie)? 1a. Totaleheupprothese (THP)...% 1b. Totaleknieprothese (TKP)...% 1c. Heupfractuur...% 2. Maakt u een onderscheid met betrekking tot antistolling tussen osteoartrosepatiënten en patiënten met reumatoïde artritis? 3. Maakt u met betrekking tot antistolling onderscheid tussen THP, TKP en heupfracturen? 4. Maakt u met betrekking tot antistolling onderscheid tussen regionale versus algehele anesthesie? 5. Wat doet u met de NSAID s en acetylsalicylzuur? 6. Welke tromboseprofylaxe gebruikt u? Medicamenteus:..., mechanisch:... II Tromboseprofylaxe na de ziekenhuisperiode 1. Geeft u tromboseprofylaxe na ziekenhuisontslag? Zo ja 1a. Totaleheupprothese (THP)...% 1b. Totaleknieprothese (TKP)...% 1c. Heupfractuur...% 2. Met welk medicamenteus preparaat:... dosering:... Streef-INR in geval van orale antistolling:... Mechanische profylaxe: Tot en met welke week na het ziekenhuisontslag geeft u tromboseprofylaxe?... III Tromboseprofylaxe bij artroscopieën? Gebruikt u tromboseprofylaxe bij artroscopieën? IV Tromboseprofylaxe bij loopgips? Gebruikt u tromboseprofylaxe bij loopgips? V Tromboseprofylaxe bij ingrepen bovenste extremiteit? Gebruikt u tromboseprofylaxe bij ingrepen bovenste extremiteit? NSAID = niet-steroïd anti-inflammatoir geneesmiddel; INR = international normalized ratio. (INR) toonde een grote spreiding, maar lag globaal tussen de 2,5 en 3,5. In 28 (23%) ziekenhuizen werd altijd mechanische tromboseprofylaxe (met elastische compressiekousen) gebruikt. In 26 (21%) andere ziekenhuizen werd dit op indicatie toegepast, in het bijzonder bij de aanwezigheid van oedeem of risicofactoren voor het ontstaan van veneuze trombo-embolie. De kousen werden meestal voorgeschreven voor gebruik gedurende 6 tot 12 weken na de operatie. Na ontslag. Tromboseprofylaxe na ziekenhuisontslag werd in 68 (55%) ziekenhuizen bij alle patiënten voortgezet; 33 ziekenhuizen (27%) gaven geen profylaxe bij patiënten ouder dan 80 jaar, 20 (16%) deden dat niet bij heupfracturen en in 3 (2%) ziekenhuizen werd geen voortgezette profylaxe gegeven, tenzij er risicofactoren waren voor het ontstaan van veneuze trombo-embolie. Deze bestond in 45 (37%) van de gevallen uit LMWH en in 77 (63%) uit cumarinederivaten; in 2 (2%) klinieken werd acetylsalicylzuur gegeven (zie tabel 2). LMWH werd meestal tot 6 weken postoperatief gegeven, bij de cumarinederivaten varieerde deze periode tussen 6 en 12 weken. Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38) 1857

3 TABEL 2. Middelen die als tromboseprofylaxe werden gebruikt rond grote orthopedische ingrepen in 124 ziekenhuizen in Nederland, in 2002 middel perioperatief na ontslag heparinegroep* dalteparine 26 (21) 17 (14) enoxaparine 7 (6) 2 (2) nadroparine 77 (62) 26 (21) tinzaparine 3 (2) 0 (0) cumarinederivaten* acenocoumarol (monotherapie) 11 (9) 74 (60) fenprocoumon 0 (0) 3 (2) trombocytenaggregatieremmers carbasalaatcalcium 0 (0) 2 (2) *In 68 (55%) ziekenhuizen werd begonnen met een van de genoemde heparinen van laagmoleculair gewicht en acenocoumarol, en werd het gebruik van de heparine gestaakt zodra de patiënt goed was ingesteld op acenocoumarol. Artroscopieën, loopgips en ingrepen aan de bovenste extremiteit Gegevens omtrent artroscopieën, loopgips en ingrepen aan de bovenste extremiteit werden verzameld van 128 instellingen. Artroscopieën. In 25 (20%) instellingen werd geen tromboseprofylaxe gegeven, in 91 (71%) wel en in 9 (7%) was dit afhankelijk van risicofactoren voor veneuze trombo-embolie. In 3 (2%) gebeurde het wel bij een klinische opname, maar niet bij dagbehandeling. Indien tromboseprofylaxe werd gegeven, was dit in 99 (96%) instellingen LMWH. In 1 kliniek werd ongefractioneerde heparine voorgeschreven en in 3 ziekenhuizen cumarinederivaten (de avond te voren of de ochtend van de ingreep). In 90 (87%) ziekenhuizen werd de medicamenteuze profylaxe gegeven vóór de ingreep en in 94 (91%) bleef het bij een eenmalige dosis. Bij 6 klinieken (6%) werd de profylaxe, eventueel afhankelijk van risicofactoren voor het ontstaan van veneuze tromboembolie, gedurende 1 week tot 3 maanden na de ingreep voortgezet. Loopgips. In 105 (82%) van de instellingen werd tijdens de gipsperiode profylaxe gegeven, in 59 (46%) was dit afhankelijk van het aantal gewrichten dat geïmmobiliseerd was (boven- of onderbeengips), immobiliteit of risicofactoren voor veneuze trombo-embolie, en in 46 (36%) klinieken werd altijd trombosepreventie gegeven. LMWH alleen werd gegeven in 48 (46%) ziekenhuizen, in combinatie met cumarinederivaten bij nog eens 22 (21%). Cumarinederivaten alleen werden toegepast in 33 (31%) instellingen. Ingrepen aan de bovenste extremiteit. In 51 (40%) ziekenhuizen werd geen profylaxe gegeven, in 47 (37%) wel en in 30 (23%) was dit afhankelijk van risicofactoren voor veneuze trombo-embolie en grootte of duur van de ingreep. Indien antistolling werd gegeven, was dit in 69 (90%) ziekenhuizen LMWH en in 8 (10%) cumarinederivaten, al dan niet gecombineerd met LMWH. Meestal (74; 96%) werd er alleen tijdens de ziekenhuisperiode antistolling gegeven, incidenteel (3; 4%) echter tot 3 maanden postoperatief. beschouwing De laatste 2 decennia is het antistollingsbeleid rondom orthopedische operaties ingrijpend gewijzigd. In 1985 gebruikte 89% van de Nederlandse orthopeden tijdens de ziekenhuisperiode cumarinederivaten, 47% combineerde dit met ongefractioneerde heparine of dextranen. 5 Ongefractioneerde heparine als monoprofylaxe werd gegeven in 11% van de gevallen. 5 Gegevens over het antistollingsbeleid na ziekenhuisontslag in de jaren tachtig (en ook negentig) van de vorige eeuw zijn voor de Nederlandse situatie niet voorhanden. In onze enquête over 2002 had bij grote knie- en heupchirurgie en collumfractuurchirurgie LMWH, als monotherapie tijdens de ziekenhuisperiode, de cumarinederivaten grotendeels verdrongen. Met het gebruik van LMWH werd meestal preoperatief gestart, dit in tegenstelling tot Noord-Amerika, waar dit altijd postoperatief wordt gedaan. De rationale voor het preoperatief starten is dat trombogenese primair tijdens de operatie plaatsvindt. Dit geeft echter mogelijk een verhoogd perioperatief bloedingsrisico en dit is dan ook de reden voor een postoperatieve start van het LMWH-gebruik in Noord-Amerika. Daarnaast kan het toepassen van regionale anesthesie een ander argument zijn voor een postoperatieve start van LMWH. In een recente meta-analyse was het preoperatief (12 uur vóór operatie) starten even effectief en veilig als het postoperatief starten met het LMWH-gebruik. 6 Het perioperatief (2 uur voor de operatie tot 4 uur na de operatie) starten met LMWH lijkt effectiever, maar gaat gepaard met een toename van ernstige bloedingen. De data zijn, met name voor perioperatieve procedures, nog beperkt, zodat dit onderwerp nog nader onderzoek behoeft. Vanwege het perioperatieve bloedingsrisico wordt het gebruik van acetylsalicylzuur nagenoeg altijd gestaakt. Opmerkelijk is dat bij 37% van de ziekenhuizen de toepassing van NSAID s gewoon werd voortgezet, en dan met name bij patiënten met reumatoïde artritis. Hierdoor zouden deze patiënten een verhoogd perioperatief bloedingsrisico hebben. Blijkbaar weegt dit verhoogde risico op tegen een exacerbatie van de reumatoïde artritis. Daarnaast lijkt het risico op ernstige bloedingen bij het gebruik van de combinatie NSAID- LMWH klein. 7 In de meeste ziekenhuizen werd voortgezette tromboseprofylaxe gegeven, zij het dat bepaalde categorieën patiënten soms werden uitgesloten. Nederland loopt hiermee voor ten opzichte van bijvoorbeeld Amerika en Canada, waar voortgezette antistolling na ziekenhuisontslag veel minder gebruikelijk is. 8 In tegenstelling tot bij de heup-, knie- en fractuurchirurgie was het tromboprofylactisch beleid bij artroscopieën divers. In eenvijfde van de klinieken werd geen tromboseprofylaxe gegeven, bij de overige ziekenhuizen (vaak) wel, maar met een variabele duur (1 tot 12 weken). Dit sterk verschillend beleid komt waarschijnlijk, doordat er aan de ene kant aanwijzingen zijn voor een 1858 Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38)

4 risico op venografisch aangetoonde diepveneuze trombose van bijna 18%, 9 aan de andere kant ontbreken interventiestudies waarin anticoagulantia het risico van veneuze trombo-embolie statistisch significant verminderen, naast het feit dat een haemarthros na een intraarticulaire ingreep een wellicht zeldzaam voorkomende complicatie is, maar kan resulteren in een artritis en zodoende een aanzienlijke blijvende functiebeperking kan geven. Bij loopgips werd in het merendeel van de klinieken antistolling gegeven, wat waarschijnlijk komt omdat in de literatuur percentages van bijna 18 voor asymptomatische diepveneuze trombose, en ruim 4 voor symptomatische, geobjectiveerde diepveneuze trombose worden genoemd bij patiënten die geen profylaxe krijgen Adequate prospectieve interventiestudies naar het in Nederland gevoerde beleid zijn echter nog niet uitgevoerd. Overigens komen onze resultaten overeen met die van een recent gepubliceerde kleine enquête naar het antistollingsbeleid bij gipsimmobilisatie bij 36 ziekenhuizen. 12 Bij ingrepen aan de bovenste extremiteit is er een sterk wisselend beleid in Nederland. De incidentie van postoperatieve veneuze trombo-embolie lijkt erg laag te zijn, omdat er, behoudens een enkele gevalsbeschrijving, verder geen gegevens over zijn gepubliceerd. Zonder meer antistolling geven aan deze patiënten is dan ook niet aangewezen, totdat adequaat incidentieonderzoek laat zien dat veneuze trombo-embolie een klinisch relevant probleem is bij deze categorie patiënten. conclusie Anno 2002 werd de CBO-richtlijn Diep veneuze trombose en longembolie nagenoeg overal in de Nederlandse orthopedische praktijk nagevolgd wat betreft knie- en heupvervangingsoperaties en heupfracturen. De huidige enquête werd afgerond net voordat het pentasacharide fondaparinux, dat tijdens de ziekenhuisperiode het effectiefste (geregistreerde) tromboseprofylactans tot nu toe lijkt te zijn, verkrijgbaar werd in Nederland. 13 Ook in de periode na ziekenhuisontslag is dit middel bij patiënten die heupfractuurchirurgie ondergingen effectief gebleken met 0,3% symptomatische veneuze trombo-embolie. 14 Voor de juiste plaatsbepaling van het pentasacharide tijdens de ziekenhuisperiode moeten uiteraard ook kosteneffectiviteitsanalysen worden verricht. Voor de periode na ziekenhuisontslag is vergelijkend onderzoek met de thans beschikbare middelen noodzakelijk. Wat de praktische plaats van pentasacharide voor de tromboseprofylaxe wordt, zal uit onze volgende enquête blijken. Onze huidige enquête laat voorts zien dat verder (interventie)onderzoek noodzakelijk is bij artroscopieën en gipsimmobilisatie om tot een wetenschappelijk onderbouwde antistolling te komen. Dit onderzoek werd geïnitieerd vanuit de wetenschapscommissie van de Nederlandse Vereniging voor Reumachirurgie (NERASS). Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. abstract Thromboprophylaxis in orthopaedic surgery: clinical practice in the Netherlands in Objective. Establish the use of thromboprophylaxis in orthopaedic surgery both during and after the hospital admission. Design. Cross-sectional study. Method. In April 2002, a letter was sent to all orthopaedic surgeons in the Netherlands announcing that at every hospital with a Department of Orthopaedic Surgery, an orthopaedic surgeon would be approached for a telephone survey. They were phoned in the months April-June This study included hospitals where major orthopaedic surgery (e.g. the insertion of hip or knee prostheses and hip fracture surgery) took place (n = 124) as well as clinics that only performed day treatments (n = 5). Results. For major orthopaedic operations, 91% of the hospitals used low molecular weight heparin (LMWH) during the admission period: 36% as monotherapy and 55% in combination with coumarin derivates. In 85% of cases the use of LMWH was started preoperatively. Coumarin derivates were used as a monotherapy in 9% of the hospitals. In 37% of the hospitals the use of NSAIDs was continued, particularly in patients with rheumatoid arthritis. In 94% of the hospitals, the use of acetylsalicylic acid was always stopped. In 97% of the hospitals prophylaxis was given after discharge in the form of LMWH (37% of the cases) or coumarin derivates (63% of the cases). The use of thromboprophlaxis with respect to arthroscopies and plaster immobilisation was variable. literatuur 1 Ettema HB, Hoppener MR, Büller HR, Henny ChP, Verheyen CCPM. Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden. Ned Tijdschr Geneeskd 2003;147: Swierstra BA. Trombo-embolische complicaties in de orthopedie en traumatologie van het steun- en bewegingsapparaat. In: Preventie diep veneuze trombose. Utrecht: Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing; p Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Diep veneuze trombose en longembolie. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; p Geerts WH, Heit JA, Clagett CP, Pineo GF, Colwell CW, Anderson jr FA, et al. Prevention of venous thromboembolism. Chest 2001; 119:132S-75S. 5 Hoek JA. Thrombosis prophylaxis following total hip replacement in the Netherlands. A survey [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; p Strebel N, Prins M, Agnelli G, Büller HR. Preoperative or postoperative start of prophylaxis for venous thromboembolism with low-molecular-weight heparin in elective hip surgery? Arch Intern Med 2002;162: Nurmohamed MT, Dijkmans BA. Prevention of post-discharge venous thromboembolism in patients with rheumatoid arthritis undergoing knee or hip arthroplasty: a continuing matter of debate. Ann Rheum Dis 2001;60: Gross M, Anderson DR, Nagpal S, O Brien B. Venous thromboembolism after total hip or knee arthroplasty: a survey of Canadian orthopedic surgeons. Can J Surg 1999;42: Demers C, Marcoux S, Ginsberg JS, Laroche F, Cloutier R, Poulin J. Incidence of venographically proved deep vein thrombosis after knee arthroscopy. Arch Intern Med 1998;158: Jorgensen PS, Warming T, Hansen K, Paltved C, Vibeke Berg H, Jensen R, et al. Low molecular weight heparin (Innohep) as thromboprophylaxis in outpatients with a plaster cast: a venografic controlled study. Thromb Res 2002;105: Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38) 1859

5 11 Kock HJ, Schmit-Neuerburg KP, Hanke J, Rudofsky G, Hirche H. Thromboprophylaxis with low-molecular weight heparin in outpatients with plaster-cast immobilisation of the leg. Lancet 1995;346: Steenvoorde P. Tromboseprofylaxe bij ambulante gipsimmobilisatie. Verband 2002;12: Bounameaux H, Perneger T. Fondaparinux: a new synthetic pentasaccharide for thrombosis prevention. Lancet 2002;359: Eriksson BI, Lassen MR. Duration of prophylaxis against venous thromboembolism with fondaparinux after hip fracture surgery: a multicenter, randomized, placebo-controlled, double-blind study. PENTasaccharide in HIp-FRActure Surgery Plus Investigators. Arch Intern Med 2003;163: Aanvaard op 18 december 2002 Oorspronkelijke stukken De wachttijd voor hartinterventie: trends voor angioplastiek en operatie r.v.h.p.huijskes, k.t.koch*, l.a.van herwerden*, e.berreklouw*, m.limburg en j.g.p.tijssen Sedert jaren bestaan er in Nederland wachttijden voor cardiologische en cardiochirurgische interventies. De cardiologische interventies zijn de percutane coronaire interventies, die voorheen percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) werden genoemd. De cardiochirurgische interventies zijn merendeels coronaire bypass- en hartklepoperaties. In het algemeen ontstaan wachttijden doordat de vraag naar zorg groter is dan de omvang van de zorg die in de praktijk geleverd wordt. Patiënten kunnen gedurende de wachttijd complicaties krijgen, zoals instabiele angina pectoris of een myocardinfarct, of zelfs overlijden. 1-5 Het wachten heeft tevens een negatieve invloed op de kwaliteit van leven. 67 De koepelorganisaties van beroepsbeoefenaren en zorginstellingen en de zorgverzekeraars hebben in gezamenlijk overleg normen bepaald voor maximale wachttijden voor de curatieve zorg in Nederland (tabel). 8 Deze normen worden Treeknormen genoemd naar het landgoed Huize den Treek, waar het overleg plaatsvond. Volgens deze normen zou 80% van alle electieve patiënten binnen 5 weken behandeld moeten zijn en 100% binnen 7 weken. De Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland (BHN) houdt een registratie bij van wachttijden voor cardiologische en cardiochirurgische interventies in Nederland. De BHN is een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse verenigingen voor cardiologie, thoraxchirurgie, kindercardiologie en cardio-anesthesiologie. De commissie stelt zich ten doel bij te dragen tot het *Namens het bestuur van de Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland, waarvan de leden aan het eind van dit artikel staan vermeld. Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. Afd. Klinische Informatiekunde: R.V.H.P.Huijskes, arts-onderzoeker (thans: Medisch Centrum Leeuwarden, locatie Zuid, afd. Interne Geneeskunde, Leeuwarden); prof.dr.m.limburg, neuroloog. Afd. Cardiologie: dr.k.t.koch, cardioloog; prof.dr.j.g.p.tijssen, klinisch epidemioloog. Erasmus Medisch Centrum, afd. Cardiothoracale Chirurgie, Rotterdam. Dr.L.A.van Herwerden, cardiothoracaal chirurg. Catharina-ziekenhuis, afd. Cardiothoracale Chirurgie, Eindhoven. Dr.E.Berreklouw, cardiothoracaal chirurg. Correspondentieadres: R.V.H.P.Huijskes, Dreslanden 20, 9407 JV Assen (r.v.huijskes@planet.nl). samenvatting Doel. (a) Beschrijven van trends in de tijd van het aantal uitgevoerde hartinterventies, (b) weergeven van de omvang van de wachtlijsten voor electieve hartinterventies volgens de wachttijdenenquête van de Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland (BHN), (c) toetsen van de omvang van de wachtlijsten aan de afgesproken normen (Treeknormen) en (d) bepalen van de betrouwbaarheid van de wachttijdenenquête. Opzet. Prospectief. Methode. Er werden gegevens gebruikt uit de maandelijkse wachttijdenenquête onder de 13 hartcentra in het land (1 januari november 2002) en uit de interventieregistratie (1 januari juni 2001); die registratie was compleet bij 10 centra. Enquête en registratie werden beide uitgevoerd door de BHN. Resultaten. (a) Het aantal uitgevoerde percutane coronaire interventies nam toe. Het aantal uitgevoerde cardiochirurgische interventies bleef nagenoeg gelijk. (b) Het aantal patiënten dat op een percutane coronaire interventie wachtte, nam jaarlijks toe met 16%. In november 2002 waren er 751 wachtenden. Het aantal patiënten dat op een cardiochirurgische interventie wachtte, nam jaarlijks toe met 20% tot augustus Daarna trad een daling op van 21%. In november 2002 waren er 1557 wachtenden. (c) Het percentage patiënten dat binnen de Treeknorm werd behandeld, nam voor percutane coronaire en cardiochirurgische interventies af tot respectievelijk 78% en 53%. (d) Het aantal wachtenden en de wachttijden volgens de wachttijdenenquête kwamen goed overeen met gegevens uit de interventieregistratie. Conclusies. Het aantal wachtenden op hartinterventies nam toe. De lengte van de wachttijd voor hartinterventie voldeed steeds minder aan de Treeknorm. De maandelijkse wachttijdenenquête bleek een betrouwbare methode om de omvang van wachtlijsten voor electieve hartinterventies te meten. optimaal functioneren van de interventiecardiologie, de cardiochirurgie en de interventiekindercardiologie. In dit kader voert de BHN sinds 1980 een maandelijkse enquête uit over de wachttijden. Daarnaast houdt de BHN een systematische registratie bij van uitgevoerde hartinterventies (percutane coronaire en cardiochirurgische interventies). Alle 13 Nederlandse hartcentra participeren in deze registratie. De BHN-registratie wordt sinds 1999 financieel ondersteund door de Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Onder auspiciën van de BHN worden het beheer en de bewerking van de registratie uitge Ned Tijdschr Geneeskd september;147(38)

Tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen

Tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen Tromboseprofylaxe bij grote orthopedische ingrepen Rationale, klinische praktijk en nieuwe ontwikkelingen Auteur Trefwoorden M.T. Nurmohamed Veneuze trombo-embolie, diep veneuze trombose, coumarine, laagmoleculaire

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,

Nadere informatie

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden

Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Anticoagulantia Vitamine K antagonisten (VKA) Trombocytenaggregatieremmers

Nadere informatie

SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING

SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie 1 INLEIDING Een neuraxiaal hematoom na neuraxisblokkade is een zeldzame, maar ernstige complicatie. Onder

Nadere informatie

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. 1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe in de traumatologie

Tromboseprofylaxe in de traumatologie capita selecta Tromboseprofylaxe in de traumatologie P.Boele van Hensbroek, R.Haverlag, K.J.Ponsen, M.Levi en J.C.Goslings Veneuze trombo-embolieën komen frequent voor bij traumapatiënten en verlopen vaak

Nadere informatie

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting

Perioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting 1 2 Perioperatief antistollingsbeleid UMCG Samenvatting Patiënten ingesteld op antistollingsmiddelen hebben bij continuatie van de antistolling een verhoogde kans op bloedverlies en bij het staken van

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Trombosedienst Leiden en omstreken

Trombosedienst Leiden en omstreken Trombosedienst Leiden en omstreken Saskia van Foeken Verpleegkundige Trombosedienst Leiden Doelstelling Met deze voorlichting willen we bereiken: Dat de cliënt een zo optimaal mogelijke antistollingsbehandeling

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden

Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden Capita selecta Tromboseprofylaxe in de orthopedische chirurgie: inzichten en onzekerheden h.b.ettema, m.r.hoppener, h.r.büller, ch.p.henny en c.c.p.m.verheyen Er bestaat in Nederland, evenals in de rest

Nadere informatie

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of algehele

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of algehele oorspronkelijk artikel Problemen bij subcutane toediening van laagmoleculairgewichtheparines na totale heup- en knievervangende operaties C. Boersma af *, A.C.M. Broer bf, B.S. Kappelhoff cdg, J.R.B.J.

Nadere informatie

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of gehele

Diepe veneuze trombose is een gedeeltelijke of gehele oorspronkelijk artikel Primaire preventie van veneuze trombo-embolieën na totale heup- of knievervangende operaties: burden of illness B.S. Kappelhoff Apotheker-klinisch farmacoloog, Medische Afdeling,

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES

ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES ANTITROMBOTISCHE BEHANDELING: ENKELE RECENTE PUBLICATIES De indicaties en praktische problemen van de antitrombotica waren reeds tweemaal het onderwerp van een themanummer van de Folia [Folia februari

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak

Nadere informatie

Antitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)

Antitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie) Antitrombotica Nederlands Vasculair Forum 2017 Melvin Lafeber AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie) DISCLOSURES AIOS Interne Geneeskunde Consulent BENU apotheken Nederland Redactiecommissie

Nadere informatie

Complicaties van prothesechirurgie. Raf De Vloo - 21/05/2016

Complicaties van prothesechirurgie. Raf De Vloo - 21/05/2016 Complicaties van prothesechirurgie Raf De Vloo - 21/05/2016 Waarom falen prothesen? Ondanks het grote succes van de meeste primaire gewrichtsprothesen is er een bestendige toename van het aantal gefaalde

Nadere informatie

Behandeling Diep Veneuze Trombose

Behandeling Diep Veneuze Trombose Behandeling Diep Veneuze Trombose Danick Werner MSc Verpleegkundig specialist intensieve zorg Vasculaire geneeskunde & endocrinologie Amphia Ziekenhuis, Breda Continuing Nursing Education, 20 september

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Nieuwe antitrombotica bij atriumfibrilleren

Nieuwe antitrombotica bij atriumfibrilleren Stand van zaken Nieuwe antitrombotica bij atriumfibrilleren Freek Verheugt Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2572 Het herseninfarct is de ernstigste complicatie van atriumfibrilleren.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag

Samenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag Samenvatting Aanleiding voor de adviesvraag Op dit moment zijn bijna 400.000 mensen in Nederland aangewezen op behandeling met antistollingsmiddelen van het type vitamine K-antagonist (VKA). Hoewel zeer

Nadere informatie

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel

artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel i artseninformatie Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase GezondheidsZorg met een Ziel 2 Inhoud 1 Richtlijnen voor beleid van bloedverdunners in een peri-operatieve fase...

Nadere informatie

Nieuwe antistollingsmiddelen

Nieuwe antistollingsmiddelen Nieuwe antistollingsmiddelen prof. dr M.M. Levi Nr 3 2005 (39) Pagina 25-32 Thema-artikel prof. dr M.M.Levi, onder medeverantwoordelijkheid van de redactiecommissie Fondaparinux en (xi)melagatran zijn

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23449 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Roach, Rachel Elizabeth Jo Title: Sex-specific aspects of venous thrombosis Issue

Nadere informatie

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800 Kinderwens, en : dalteparine 2797 t/m 2800 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;

Nadere informatie

Conceptrichtlijn Antitrombotisch beleid

Conceptrichtlijn Antitrombotisch beleid 5 Conceptrichtlijn Antitrombotisch beleid 40 INITIATIEF Nederlandse Internisten Vereniging IN SAMENWERKING MET Nederlands Huisartsen Genootschap Nederlandse Orthopaedische Vereniging Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

De ervaringen uit de praktijk bij gebruik van Bellovac ABT en Eprex bij THP en TKP.

De ervaringen uit de praktijk bij gebruik van Bellovac ABT en Eprex bij THP en TKP. De ervaringen uit de praktijk bij gebruik van Bellovac ABT en Eprex bij THP en TKP. Hemovigilantie: Mw. A.M. van den Boogaard van de Maat Mw. R. Geelen Geboers Klinische chemie: Dr. J.L.P. van Duijnhoven

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43013 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hofstede, S.N. Title: Optimization of care in orthopaedics and neurosurgery Issue

Nadere informatie

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie

Stolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Stolling en antistolling Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Inhoud Antistolling peri-operatief onderbreken continueren Risico op trombose Arterieel Veneus Risico op bloeding: Peri-operatief Nabloeding

Nadere informatie

HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care

HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850

Nadere informatie

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: enoxaparine t/m 2811

Kinderwens, zwangerschap en borstvoeding: enoxaparine t/m 2811 Kinderwens, en : enoxaparine 2808 t/m 2811 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;

Nadere informatie

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac 326, 330, 331 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 25 170 Wachttijden in de curatieve zorg Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid

Nadere informatie

Valorisatie addendum

Valorisatie addendum 169 Valorisatie addendum Een aneurysma van de abdominale aorta (AAA) is een lokale verwijding van de buikslagader. We spreken van een AAA indien de diameter ten minste 1.5 maal groter is dan de verwachte

Nadere informatie

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen

DOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen DOACs in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat zijn DOACs? DOACs zijn bloedverdunners: Directe Orale Anti Coagulantia Die worden gebruikt bij atriumfibrilleren (AF) en

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 04-03-2014 Doel Verlagen

Nadere informatie

Nascholing Antistolling

Nascholing Antistolling Nascholing Antistolling Algemene module nivo 1 en 2 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling Dr. R. Fijnheer, versie 1, november 2011 doel antistollings therapie behandelen van arteriële

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Nascholing Antistolling

Nascholing Antistolling Nascholing Antistolling Peri-operatief Antistollingsbeleid Nivo 2 3 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling versie 2, februari 2012 probleem antistolling peri-operatief Igv doorgaan

Nadere informatie

Risicofactoren voor een delirium

Risicofactoren voor een delirium 3. Risicofactoren voor een delirium 3.1. VRAAGSTELLING In dit hoofdstuk heeft de werkgroep gezocht naar een antwoord op de volgende uitgangsvraag: Wat zijn de omstandigheden die de kans op het optreden

Nadere informatie

Elke voorgevulde spuit bevat enoxaparine natrium IE anti-xa-activiteit (komt overeen met

Elke voorgevulde spuit bevat enoxaparine natrium IE anti-xa-activiteit (komt overeen met 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Clexane 100 mg/ml, oplossing voor injectie Clexane 300 mg/3 ml, oplossing voor injectie Clexane 150 mg/ml, oplossing voor injectie 10.000 IE/ml (100 mg/ml) oplossing voor injectie:

Nadere informatie

Direct Healthcare Professional Communication

Direct Healthcare Professional Communication Direct Healthcare Professional Communication Belangrijke informatie over Arixtra (natriumfondaparinux) voorgevulde spuiten - een defect aan de naaldbeschermkap Geachte zorgverlener, In overleg met het

Nadere informatie

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan

Nadere informatie

Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen

Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Een van de objectieven van de «Thrombosis Guidelines Group of the BSTH (Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis) and the BWGA (Belgian Working

Nadere informatie

Richtlijnen voor tromboseprofylaxie

Richtlijnen voor tromboseprofylaxie Richtlijnen voor tromboseprofylaxie s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) informatiebrochure artsen e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be meer info

Nadere informatie

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter?

Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? Ery transfusies Hoe minder, hoe beter? TRIP Symposium 29 november 2007 Cynthia So, internist Sanquin Bloedbank ZW Inhoud presentatie Waarom bloed besparen? Wat is er aan evidence? Lopende studies Waarom

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20432 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Linden- van der Zwaag, Henrica Maria Jannetta van der Title: CAOS & TKA. A critical

Nadere informatie

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten

OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten OSTEOPOROSE Informatie voor patiënten Diagnostiek van osteoporose en het verbeteren van de therapietrouw bij patiënten met osteoporose na een recente fractuur Wat als u nog vragen heeft? Mocht u na het

Nadere informatie

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne

Nadere informatie

Antistolling. in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek. Inhoud In de media. Voorschrijfgedrag

Antistolling. in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek. Inhoud In de media. Voorschrijfgedrag Antistolling in de dagelijkse praktijk van de poliklinische apotheek Fiona Liem, poliklinisch apotheker i.o.s. Albert Schweitzer ziekenhuis f.f.e.liem@asz.nl Inhoud In de media Voorschrijfgedrag Problemen

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN CORONAIRLIJDEN Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden behandeld middels coronaire bypasschirurgie (CABG) en een

Nadere informatie

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Antistolling: Kunt u het bijhouden? Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming

Nadere informatie

Het kind met een stolsel

Het kind met een stolsel Het kind met een stolsel Heleen van Ommen EKZ AMC, Amsterdam Casus: meisje 15 jr Anamnese Sinds een aantal dagen benauwd en pijn op de borst, vastzittend aan de ademhaling, mn links Voorgeschiedenis: Week

Nadere informatie

NOAC s: New Oral Anticoagulants

NOAC s: New Oral Anticoagulants NOAC Safety protocol NOAC s: New Oral Anticoagulants Willem Bax, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Namens Werkgroep NOAC s Werkgroep safety protocol NOAC s Matthijs Westerman, Internist Hematoloog

Nadere informatie

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties Postoperatieve wondinfecties? Hoe groot is het gevaar? 1 op 20 operaties leidt tot een postoperatieve wondinfecties Staphylococus aureus is de

Nadere informatie

Antistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen

Antistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen Antistolling: stand van zaken R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen Epidemiologie Landelijke afspraken Directe orale anti-coagulantia: DOAC s 10-4-2017 Voettekst

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2 SAMENVATTING Coumarinederivaten (coumarines) zijn geneesmiddelen die worden toegepast bij een verhoogde neiging tot bloedstolling, zoals bij trombose, sommige hartziekten (bijvoorbeeld boezemfibrilleren)

Nadere informatie

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme

Indicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme Indicatie antistolling NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Behandeling DVT/ longembolie Atriumfibrilleren Mechanische hartklep Arterieel vaatlijden Hartfalen met kamerdilatatie ( alleen

Nadere informatie

Laagmoleculaire heparinen

Laagmoleculaire heparinen Laagmoleculaire heparinen Nr 10 2000 (34) Pagina 115-121 Thema-artikel Behandeling van diepveneuze trombose met laagmoleculaire heparinen blijkt even effectief te zijn als een ongefractioneerde heparinetoediening.

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis

IBOM-2. Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis IBOM-2 Het effect van Medicatiereview en begeleiding van patiënten na verblijf in het ziekenhuis Abeer Ahmad Ruth Mast Giel Nijpels Jacqueline Dekker Piet Kostense Jacqueline Hugtenburg Afdelingen Klinische

Nadere informatie

Samenvatting Chapter 2 128

Samenvatting Chapter 2 128 et al. [55] vond zelfs dat embryonale stamcellen van de muis bewerkt konden worden om te kunnen differentieren naar folliculaire cellen van de schildklier, in vitro te genereren naar functioneel schildklierweefsel,

Nadere informatie

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel EFIENT. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

AAN De leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie De leden van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging

AAN De leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie De leden van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging AAN De leden van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie De leden van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging Referentie NVvN 17-0347 Betreft Wervelkolomchirurgie: registratie en indicatoren transparantiekalender

Nadere informatie

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 29-05-2013 Doel Verlagen van

Nadere informatie

Agenda. Exit quiz. Inventarisatie ziekenhuis profylaxeprotocollen. Entree quiz. Stukje theorie. Richtlijnen

Agenda. Exit quiz. Inventarisatie ziekenhuis profylaxeprotocollen. Entree quiz. Stukje theorie. Richtlijnen THR09-047 Agenda Inventarisatie ziekenhuis profylaxeprotocollen Entree quiz Stukje theorie Richtlijnen Exit quiz Inventarisatie tromboseprofylaxe protocollen trauma THR09-047 THR09-047 Inventarisatie profylaxeprotocollen

Nadere informatie

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier

Dr. Bart Oris h.-hartziekenhuis Lier De klassieke voorstelling van de stollingscascade met een intrinsieke en extrinsieke arm strookt niet met de in vivo stolling Essentieel bij een normale stolling is de aanwezigheid van de fosfolipidenmembraan

Nadere informatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019

Nadere informatie

Antistollingszorg in Nederlandse ziekenhuizen

Antistollingszorg in Nederlandse ziekenhuizen Antistollingszorg in Nederlandse ziekenhuizen Evaluatie van tromboseprofylaxe en perioperatief antistollingsbeleid in vergelijking met geldende richtlijnen Drs. M.J. Moesker Dr. N.L. Damen Dr. J.F. de

Nadere informatie

Evaluatie van. Dr. N.L. Damen Dr. J.F. de Groot. mogen worden

Evaluatie van. Dr. N.L. Damen Dr. J.F. de Groot. mogen worden Antistollingszorg in Nederlandse ziekenhuizen Evaluatie van tromboseprofylaxe en perioperatief antistollingsbeleidd in vergelijking met geldende richtlijnen Drs. M.J. Moesker Dr. N.L. Damen Dr. J.F. de

Nadere informatie

2/13/2012. Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care

2/13/2012. Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care A study about behavioral responses of medical specialists and hospitals in the Netherlands 1. DBC 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Wij willen daarom graag uw toestemming vragen om mee te doen aan dit onderzoek.

Wij willen daarom graag uw toestemming vragen om mee te doen aan dit onderzoek. PATIËNTENINFORMATIE PROTECT (Profylaxe van Trombo- Embolische Complicaties Trial) Profylaxe van veneuze tromboembolieën bij patiënten met een fractuur van de onderste extremiteit die conservatief behandeld

Nadere informatie

Wondjes bij een patient met een THP. Wel of geen antibiotica?

Wondjes bij een patient met een THP. Wel of geen antibiotica? Wondjes bij een patient met een THP. Wel of geen antibiotica? Initiatief: Nederlandse Orthopaedische Vereniging In samenwerking met: Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie Nederlandse Vereniging voor

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis

Nadere informatie

CHAPTER 9. Samenvatting

CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting 143 Samenvatting Ondanks dat de kwaliteit van de antistollingsbehandeling met vitamine K antagonisten door de jaren heen is verbeterd, bestaat er nog steeds het risico

Nadere informatie

Het Reumatologie & Orthopedie Formularium

Het Reumatologie & Orthopedie Formularium Het Reumatologie & Orthopedie Formularium Het Reumatologie & Orthopedie Formularium Een praktische leidraad Onder redactie van: Prof. dr. W.F. Lems Prof. dr. B.J. van Royen Met medewerking van: Dr. J.P.W.

Nadere informatie

aantal prothesen 10 jaar na operatie nog steeds ruim boven de 90%ligt. Toch is de literatuur vaak te optimistisch. De publicaties komen uit goed

aantal prothesen 10 jaar na operatie nog steeds ruim boven de 90%ligt. Toch is de literatuur vaak te optimistisch. De publicaties komen uit goed Prognose van de totaleheupprothese NTvG Podcast Abonnee worden RSS Persberichten NTvG-S Vacaturebank Home Nieuws Opinie Onderzoek Klinische praktijk Perspectief Varia NTvG Vacatures Mijn gegevens Uitloggen

Nadere informatie

Perioperatief Antistolling beleid

Perioperatief Antistolling beleid Perioperatief Antistolling beleid Patiënten die in het kader van behandeling of preventie van arteriële of veneuze trombo-embolie worden behandeld met enige vorm van antistolling en een ingreep dienen

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Hot topics in de behandeling van VTE

Hot topics in de behandeling van VTE Hot topics in de behandeling van VTE Saskia Middeldorp Academisch Medisch Centrum Afdeling Vasculaire Geneeskunde IVG feburari 2012 VTE hot topics n Deel 1 u Lange versus korte kousen u Aggressieve behandeling

Nadere informatie

Rapid Recovery in in de praktijk The Rijnland Experience

Rapid Recovery in in de praktijk The Rijnland Experience Rapid Recovery in in de praktijk The Rijnland Experience Joris Jansen, orthopedisch chirurg, Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp Rapid Recovery Symposium 12 juni 2014, Delft Rapid Recovery in de praktijk The

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie:

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie: Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie: 2017.2 Datum Versie Mutatie Eigenaar 31-01-2017 2017.1 Eerste concept NVVC 11-10-2017 2017.2 Definitieve versie verslagjaar 2018 NVVC

Nadere informatie

Jaarverslag cystectomieregistratie NVU 2017

Jaarverslag cystectomieregistratie NVU 2017 https://doi.org/10.1007/s13629-018-0241-4 ARTIKEL Jaarverslag cystectomieregistratie NVU 2017 Henk van der Poel 1 Igle-Jan de Jong Werkgroep oncologische urologie (WOU) van de NVU The Author(s) 2018 Samenvatting

Nadere informatie

Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent

Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent Trombose preventie in dagchirurgie Prof Dr. Randon C Dienst Thoracale en Vasculaire heelkunde UZ Gent 1 Gebaseerd op 9 th ACCP guidelines 2012 en update 2014 Sign 2010 guidelines NICE guidelines 2010 American

Nadere informatie

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Tandartsendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en

Nadere informatie

Dienst/afdeling: MST- Breed Datum: 29-03-11

Dienst/afdeling: MST- Breed Datum: 29-03-11 Versie: Medisch Spectrum Twente 1.0 Status: Vastgesteld Soort Document: Code: Protocol PC-001587 Onderwerp/titel: Perioperatief beleid met betrekking tot tromboseprofylaxe en antistolling Dienst/afdeling:

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies

Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen, en nadere uitleg over het onderscheid in de aanbeveling van het

Nadere informatie

Is direct belasten mogelijk?

Is direct belasten mogelijk? Fracturen van de onderste extremiteit Is direct belasten mogelijk? Bas Frietman, Arts-onderzoeker Disclosure Potentiële belangen verstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Nadere informatie

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019 stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe

Nadere informatie

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)

Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Specialisten Ouderengeneeskundedeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard,

Nadere informatie