Een verhaal over het lot van de bewoners van zeven Stolpersteineplekken. Het Bolwerkterrein in de loop der eeuwen. Gouwe Verhalen: Herman Boekamp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een verhaal over het lot van de bewoners van zeven Stolpersteineplekken. Het Bolwerkterrein in de loop der eeuwen. Gouwe Verhalen: Herman Boekamp"

Transcriptie

1 2 jaargang 32 mei 2014 Een verhaal over het lot van de bewoners van zeven Stolpersteineplekken. Het Bolwerkterrein in de loop der eeuwen Gouwe Verhalen: Herman Boekamp

2 tijdschrift van de historische vereniging die Goude redactie: Henny van Dolder-de Wit, dr. Paul Abels, drs. Christiaan van der Spek, Imelda van der Linden, dr. Ronald van der Wal (hoofdredacteur) vaste medewerkers: Marcel van Dasselaar, Peter van Eijkelenburg, Cornelis de Keizer: Empire Imaging met dank aan de medewerkers van: Streekarchief Midden-Holland (samh) en Museum Gouda redactieadres: Mondlanestraat 55, 2807 rj Gouda telefoon (na 18 uur) secretariaat van die Goude: Postbus 307, 2800 ah Gouda, telefoon ontwerp en opmaak: Peterpaul Kloosterman, Gouda ( drukkerij: drukkerij Twigt Grafisch Facilitair, Waddinxveen isbn: Lid worden van Historische Vereniging die Goude: Het lidmaatschap kost 28 euro voor particulieren per jaar; bedrijven betalen 45 euro. U kunt zich opgeven via onze website. Opzeggen: U kunt uw lidmaatschap tot vier weken voor het einde van een kalenderjaar opzeggen. Uiteraard zijn ook overlijden en verhuizing redenen voor beëindiging van het lidmaatschap. Voorpagina: belangstellenden leggen steentjes op negen net geplaatste Stolpersteine bij de voormalige Joodse Jeugdfarm op de Ridder van Catsweg 61. (Foto Soesja Citroen) Redactioneel: Gunther Demming (foto Lea Pagrach)

3 Redactioneel 41 In deze editie lossen wij een eerder gedane belofte in. In de Tidinge van mei 2013 schreven wij namelijk op deze plek over de herdenking van de slachtoffers van de Duitse Bezetting. In dat artikel noemden wij de Stolpersteine, die inmiddels al op veel adressen in de stad zijn geplaatst. Dat leverde onder meer een reactie op van Donald Pagrach, voorzitter van het Gouds Metaheerhuis, en Soesja Citroen, de bekende jazzzangeres en drijvende kracht achter de plaatsing van de Stolpersteine. Beide boden aan om de geschiedenis van de Joodse Gouwenaars te beschrijven. Met name Soesja hield zich al lange tijd bezig met het verzamelen van die geschiedenissen. Dankzij haar speurtochten langs de archieven van verschillende instellingen en haar contacten met nabestaanden, familieleden en kennissen in binnen- en buitenland slaagde zij er in een deel van de persoonlijke geschiedenissen van de Joodse Gouwenaars te reconstrueren. In het openingsartikel Een verhaal over het lot van de bewoners van zeven Stolpersteineplekken doet zij haar verhaal. Nico Habermehl neemt ons mee naar het Bolwerk, een welbekende plek in Gouda. Eigenlijk kan het Bolwerk als de rommelhoek van Gouda worden beschouwd. Decennialang was het een plek die zich typeerde door afbraak. Het was nooit klaar. De bestemming was onduidelijk. Denk maar aan de eindeloze discussies over de bestemming van de voormalige wasserij De Drie Notenbomen en het voormalige terrein van het Gemeente Energie Bedrijf. Het werd een tijdelijke parkeerplaats voor woonwagens en een motorclub. Zelfs nu het Bolwerk met de komst van het Best Western Hotel en de parkeergarage een ingrijpende face-lift heeft ondergaan, is het project nog niet klaar. Stadsvernieuwing is soms een kwestie van lange adem. We sluiten af met Gouwe Verhalen waarin Herman Boekamp van het gelijknamige krijt- en transportbedrijf aan het woord komt.

4 Stolpersteine tonen Goudse geschiedenis op straat over het lot van de bewoners van zeven stolpersteineplekken 42 Soesja Citroen Stolpersteine maken sinds drie jaar de moord op 327 Goudse Joden in de Tweede Wereldoorlog zichtbaar op straat. Er liggen nu al 168 gedenkstenen verspreid over 34 plekken in de stad. Over deze Joodse stadgenoten zijn slechts snippers informatie te vinden. Je leest over hen in Goudse Politiedossiers. In het boek Gouda in de Tweede Wereldoorlog wijdt dominee H.C. van Itterzon een speciaal hoofdstuk aan hen. Achterin dit boek bevindt zich een lange lijst met namen. Deze staan ook op de plaquettes en de website van de Stichting Gouds Metaheerhuis. Verschillende archieven bevatten gegevens over hen. En dan zijn er de schrijnende nagelaten brieven, foto s en persoonlijke verhalen; ook te zien op Summiere informatie is het vaak, maar heel waardevol. Als je hier nader op inzoomt, doemt een beeld op van mensen, die ook hier niet veilig waren. Vóór het kaddisj zeggen van zoon David Leuw, metselt Gunter Demnig de Stolperstein voor Maurits Leuw in tussen de grijze keitjes in de stoep. (foto Marga Pepping) Sinds drie jaar organiseer ik, als bestuurslid van Stichting Gouds Metaheerhuis, de plaatsing van Stolpersteine in Gouda. Mijn grootvader van vaderskant overleefde Auschwitz. Daar heb ik altijd veel vragen over gehad. Die vragen durfde ik niet of nauwelijks te stellen. Het onderwerp was te beladen; het dilemma van velen van de naoorlogse generatie. Ruim dertig jaar geleden kwam ik in Gouda wonen. Ook hier had ik vragen. Wie waren de

5 weggevaagde Joden in Gouda? Waar woonden ze, hoe heetten ze, hoe oud waren ze en wat deden ze? Hoe klonk de stad, toen er nog Joodse stadgenoten woonden, toen er nog Joodse kinderen op straat speelden? In 2007 las ik in de nrc over de eerste Nederlandse Stolpersteine in Borne en besefte, dat deze stenen ook in Gouda een plaats konden krijgen. Ik bepleitte de komst van Goudse Stolpersteine bij Hans Slooter, destijds medewerker van het Verzetsmuseum Zuid-Holland. Deze haalde Donald Pagrach, voorzitter van de Stichting Gouds Metaheerhuis, erbij. Hans schreef een projectplan en ik hield in september 2010 een pleidooi voor de stenen op het Open Podium van de gemeente. De raad ondersteunde het plan enthousiast en kende ons een aanvangssubsidie toe. De gedenkstenen vonden onderdak bij het Gouds Metaheerhuis en Hans en ik werden bestuursleden; ik als organisator van het Stolpersteineproject. Begin 2014 hebben we nu al 168 Stolpersteine in de stad. De namen van de weggevaagde Joden staan er ingegrift, zichtbaar voor iedereen. De kleine stenen laten zien waar systematische uitsluiting van mensen toe kan leiden en geven een signaal voor de toekomst. In dit stuk ga ik eerst nader in op de Stolpersteine. Wat zijn dat voor stenen en wat is de rol van de Stichting Gouds Metaheerhuis? Dan laat ik mijn speurtocht in de archieven naar gegevens zien. Ik vertel in het kort over de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Gouda. Daarna beschrijf ik de noodlottige situatie van de Joden in de maand april Vervolgens schets ik kort het lot van de voormalige Joodse bewoners van zeven van de vierendertig Stolpersteineplekken. De maand april 1943 neem ik daarbij als ijkpunt. Dan volgt een inkijkje in enkele kille Goudse Politiedossiers. Tenslotte vertel ik uitvoeriger over de voormalige bewoners van de zeven adressen. dachtenis aan slachtoffers van het nazigeweld; van Joden tot Roma en Sinti. De stenen liggen in de stoepen voor hun vroegere woonhuizen. Op elke Stolperstein staan naam, geboortejaar, sterfdatum en het kamp waar men vermoord is. De stenen zijn het levenswerk van de 66-jarige Demnig. Zijn hoed en rode sjaaltje horen bij hem, net als de stenen, die hij gestaag en precies plaatst en daarna altijd even schoonmaakt met een doekje. Struikelstenen noemde hij ze, stenen om even bij stil staan. In Europa liggen er ruim Het Goudse Stolpersteineproject is vooralsnog gericht op de Joodse genocideslachtoffers. Net zolang, totdat voor ieder van hen hier een Stolperstein ligt. De afgelopen drie jaar kwam Demnig drie keer Stolpersteine plaatsen in Gouda. Op 28 april 2011 plaatste hij de eerste Stolpersteine op 4 adressen. De gemeente gaf ons subsidie voor deze eerste zeven stenen, verder komt het geld van particulieren, instellingen en bedrijven. Eind augustus 2012 plaatste Demnig gedenkstenen op 21 locaties en eind februari 2013 op 9 plekken. Veelal waren het sobere plechtigheden met rond de twintig 43 Stolpersteine en de Stichting Gouds Metaheerhuis Stolpersteine zijn betonnen gedenksteentjes van tien bij tien centimeter met een messing plaatje erop. De Duitse kunstenaar Gunter Demnig plaatst ze ter nage- Leerlingen van het Wellant College bereiden een Stolpersteineplek voor in de Lange Groenendaal (Foto S. Citroen)

6 44 aanwezigen per plek. Na Demnigs plaatsing van de stenen en een inleiding van mij, hielden soms familieleden een persoonlijke verhaal. Vaak kwamen er betrokken verhalen van vroegere schoolvriendjes en buren of de huidige bewoners. In enkele gevallen kon een zoon eindelijk kaddisj (een heilig Joods gebed) zeggen voor zijn vader. Op andere plekken zei voorzitter Pagrach nogal eens kaddisj. Bij de plaatsing van 56 stenen voor het voormalig Joods Bejaardentehuis was de belangstelling overweldigend. Namen en adressen betreffende al geplaatste Stolpersteine staan op Op deze website staan ook plaatsingsverslagen. Veel inwoners van Gouda steunen het project. Vrijwilligers helpen ons en leerlingen van het Wellant College. De afspraak met de gemeente is, dat de Stolpersteine in een vierkant ter grootte van negen grijze keitjes worden geplaatst. De Wellantleerlingen bereiden deze plekken zodanig voor, dat Demnig makkelijk de Stolpersteine erin kan metselen. Leerlingen van een basisschool adopteerden twee Stolpersteineplekken in de buurt; andere basisscholen organiseren projecten als een speurtocht langs de stenen. Een stagiaire geschiedenis hielp mee om de gegevens voor een van de plaatsingen uit te zoeken. De stenen zijn van grote waarde voor de familie van de slachtoffers en voor nu bejaarde vroegere klasgenootjes. Ook voor veel huidige bewoners van de huizen en andere betrokkenen van allerlei gezindten. De Stolpersteine horen nu echt bij de stad. De geweldige steun en giften, de roerende verhalen en vele krantenartikelen getuigen hiervan. Zo ook de rondleidingen en lezingen van enthousiaste bestuursleden en andere betrokkenen van buiten het bestuur én de speciale gedichten van Inez Meter en Klara Smeets. Het Gouds Metaheerhuis achterin de tuin van het voormalig Joods Bejaardentehuis was ooit een huisje voor het ritueel reinigen van de doden. Sinds 1994 is het een gedenkplek voor de 327 vermoorde Goudse Joden; dit jaar bestaat het 20 jaar als herdenkingsplek. Op 4 mei is het Metaheerhuis open voor de jaarlijkse herdenking, ook op Open Monumentendag is het geopend. Aan de wand zijn plaquettes bevestigd met daarop de namen van de 327 vermoorde Joodse stadgenoten. Het uitzoeken hiervan is het werk van oud-bestuurslid Sjaak Ouweneel. De Stichting Gouds Metaheerhuis beheert het Metaheerhuis als herdenkingsplek en heeft een eigen website. Daarnaast heeft de Stichting een educatieve functie. Zo heeft ze onlangs voor het onderwijs aan scholieren het boekje Joods Gouda uitgegeven, samen met het Verzetsmuseum Zuid-Holland. Dit is een vernieuwde, eigentijdse versie van de lesbrief Joods Gouda. Het is een boek vol foto s, plaatjes en wetenswaardigheden. Hierin wordt een pakkend beeld geschetst van het Joodse leven (en helaas vaak niet-leven) in Gouda tot en met de komst van de Stolpersteine. Natrekken van de gegevens in de archieven Het Metaheerhuis in de tuin van gebouw De Haven. Binnen staan op drie plaquettes de namen van alle omgebrachte Joodse Gouwenaars. (Foto Stichting Gouds Metaheerhuis) Op basis van de lijst namen van het Metaheerhuis duik ik nu en dan de archieven in. Daarin check ik namen, adressen en deportatiegegevens. Het is emotionerende informatie, steeds weer. In de Groene Hart Archieven toont Coretta Wijbrans me de woningkaarten van Gouda en legt me het nodige uit. Op de kaarten is te zien, wie op een bepaald moment op een adres heeft gewoond. Je ziet mensen verkassen van het ene adres naar het andere, als vluchteling was men ook hier vaak op doortocht. Vreemd genoeg ontbreekt het namenregister van de bewoners van het Joods Bejaardentehuis tijdens de oorlog.

7 Joodsche Raadkaart van Edith Roseij Beek (Collectie Rode Kruis Nederland afd. Oorlogsnazorg) Ook in de computer van de afdeling Oorlogsnazorg van het Nederlandse Rode Kruis doemen door nazigeweld verdwenen Goudse Joden voor me op. Hier struin ik door een naoorlogs centraal kaartsysteem met gegevens van oorlogsvermisten (de Centrale Europese Cartotheek). Daarnaast bekijk ik hier kaarten uit de Joodsche Raad Cartotheek. Het Rode Kruis ging deze kaarten beheren na de oorlog. De Joodsche Raad (1941 tot 1943) was een door de nazi s ingestelde organisatie, die hulp gaf aan Joden die op transport moesten, maar kon ook zorgen voor een tijdelijke vrijstelling van deportatie. Dit was de zo fel begeerde Sperre. De kaarten van de Raad geven veel persoonlijke informatie over de lotgevallen van de individuele Joden in de oorlog. Er staan ook naoorlogse aantekeningen op. In het rood staat vaak dwars over een kaart een onheilspellend tr. of trp., een afkorting voor transport. Het eerste transport was meestal naar Wbk., kamp Westerbork. In dit kaartsysteem zitten ook twee volbeschreven kaarten van mijn grootvader. Een confronterend familiebericht uit het verleden. Historicus Raymund Schütz, medewerker bij Oorlogsnazorg, ontrafelde in zijn eindscriptie Vermoedelijk op Transport de speciale afkortingstaal. Voor interpretatie van de stukken kan ik bij hem terecht. Van hem hoor ik ook, dat de overlijdensdata op de kaarten vaak schattingen zijn. Administratief-juridisch wilde men na de oorlog een sterfdag van deze mensen vaststellen. Het leven ging tenslotte door. De Joodse gemeenschap in Gouda vóór 1940 Over de oudste geschiedenis van de Joden in Gouda tot 1850 vertelt Tom Verwaijen in zijn boek Joods Gouda. Koopman Aron Cats was de eerste Jood, die als poorter werd geaccepteerd binnen Gouda in Men handelde vaak in textiel. In 1792 woonden hier twintig gezinnen. Door de wet op de burgerlijke gelijkstelling, kregen de Joden burgerrechten. Langzaam groeide de gemeenschap. De meesten vestigden zich rond het centrum van de stad. Men kreeg een eigen begraafplaats aan de Boelekade en een nieuwe synagoge op de Turfmarkt. In 1840 huisvestte de stad 340 Joden. Een jaar later kwam er een klein bejaardentehuis, na wat omwegen kocht men een groter pand op de Turfmarkt. Folder jeugdfarm Catharina (Collectie Gideon Lotan) 45

8 46 Historica Rachel Mans-Baan beschrijft in haar afstudeerscriptie geschiedenis Gouda s Israël de Joodse gemeenschap van 1850 tot In 1861 woonden er 425 Joden in Gouda. Het merendeel verdiende de kost met warenhandel, er waren ook de nodige vleeshouwers en bakkers. Na de eeuwwisseling nam het aantal Joden in de stad sterk af. Vanaf 1894 ging het Centraal Tehuis voor Israëlieten in Nederland (CeTIN), kortweg Joods Bejaardentehuis, met dertien bewoners verder op de Oosthaven 31. In 1930 kwam er een nieuwe begraafplaats aan de Bloemendaalseweg; enige jaren later werd de Jeugdfarm Catharina op de Ridder van Catsweg opgericht. Een opmerkelijk iets vond plaats in In dat jaar fungeerde het weeshuis aan de Spieringstraat als tijdelijke opvang van Duits-Joodse vluchtelingenkinderen. Begin april arriveerden de eerste 40 kinderen van acht tot zestien jaar. De Goudsche Stoombleekerij zorgde voor gratis bewassing en personeel van de Garenspinnerij stond een deel van het loon af. In het kamp woonden op zeker moment 110 kinderen. Dat ging de leiding en capaciteit ver te boven. Blijkens onderzoek van Miriam Keesing waren er bijna 2000 Duits-Joodse vluchtelingenkinderen in Nederland. Een derde werd vermoord. Edgar Pfifferling, die vijf maanden in het weeshuis verbleef, redde het niet; in september 1944 kwam hij om in Auschwitz. Vluchteling Harry Ebert overleefde. Hij vertelde Keesing: In Gouda there were girls too. We played soccer against some of the local teams, we were able to go to the swimming pool. In the summer we used to go to a lake just north of Gouda and we also took educational trips. We were free to go into town. De Goudse beeldend kunstenaar Rini Leefsma-Nagtegaal portretteerde de 15-jarige Günther Heilbronn tijdens zijn korte verblijf in Gouda. In april 1945 werd hij in Westerbork bevrijd. Ook Leonie-Marion Blumenthal verbleef in de opvang. Zij overleefde Bergen-Belsen. Half december 1939 werd de vluchtelingenopvang weer opgeheven. Midden jaren dertig woonden rond de 200 Joden in Gouda. De populatie dijde in de volgende jaren uit, doordat steeds meer vluchtelingen uit Duitsland en Polen hier hun toevlucht zochten. Het bombardement op Bord Voor Joden verboden (collectie Verzetsmuseum Zuid-Holland) Rotterdam in mei 1940 en de gedwongen verhuizing uit de kuststreken in het begin van de oorlog zorgden ook voor een bevolkingstoename. De Joodse gemeenschap omvatte nu zo n 520 mensen. April 1943 : bijna alle Joden verdreven uit Gouda Eind 1942 waren al bijna honderd Goudse Joden vermoord in de concentratiekampen van de nazi s. Alleen al in de maanden april tot en met juli 1943 zie je 125 overlijdensdata in de lijst van het Gouds Metaheerhuis. April 1943 was de maand van de culminatie van de anti-joodse maatregelen. Deze begonnen al direct na aanvang van de Tweede Wereldoorlog. Heel sluipend ontnamen de nazi s de Joden hun rechten; met als einddoel de verwijdering van Joden uit de samenleving, roof van hun bedrijven en plundering van hun geld en goed. Het werken en gewone leven werd de Joden steeds meer onmogelijk gemaakt. Het ontslag van alle Joodse ambtenaren was nog maar een begin. Vanaf eind 1941 was het verboden om te reizen en verhuizen zonder toestemming van de bezetter; met ingang van 3 mei 1942 moesten Joden van zes jaar en ouder een Davidster dragen. De maand daarop kwam er een volledig reisverbod. Op openbare plekken als markten, parken, zwembaden en café s mocht men toen al lang niet meer komen. Half juli 1942 vertrok de eerste trein naar Auschwitz. Na 22 april

9 1943 was het voor Joden, op enkele uitzonderingen na, verboden zich ergens anders dan in Amsterdam te bevinden. Klaar voor deportatie. Zelfs in april 1943, de maand waarin ook Gouda vrijwel ontdaan werd van Joden, was de ambtelijke terminologie nog eufemistisch. Men sprak van transport, evacuatie, reisvergunning, werkverruiming, maar deze termen verhulden een gruwelijke inhoud : deportatie, moord, slavernij. Situatie van de bewoners van de zeven Stolpersteineplekken in april 1943 Op de avond van 9 april 1943 haalden de SS, de Sicherheitsdienst (SD) en de Nederlandse politie in een enorme razzia het Joods Bejaardentehuis leeg. Voor de Oosthaven 31 liggen nu 56 Stolpersteine ter herinnering aan de vermoorde tehuisbewoners. Gebouw De Haven, het voormalig Joods Bejaardentehuis (Foto Cornelis de Keizer; Empire Imaging) Diezelfde maand werd ook de Joodse Jeugdfarm, tuinbouwschool op de Ridder van Catsweg 61, ontmanteld. Achttien pupillen redden het in de onderduik, het echtpaar Litten en zeven leerlingen overleefden de oorlog echter niet. April was ook de maand waarin Hartog van Monnikendam op de valreep trouwde met Jansje Mok. Enkele dagen na dit huwelijk werden hij, zijn ouders, broer Leon en Jansje gedeporteerd. Op 22 april arresteerde de Haagse politie het in Zwammerdam ondergedoken meisje Edith Roseij Beek. Een NSB-gezindeveldwachter zou haar hebben aangegeven. De jonge onderwijzeres Simone Mogendorff zat in deze maand ondergedoken in Ammerstol. Ze werd daar op 9 juni gearresteerd. Haar ouders en zus Nanny overleefden de oorlog. In april 1943 waren Israël Engländer, zijn vrouw en hun naar Frankrijk gevluchte zoon al vermoord. Maurits Emanuel Leuw woonde in april net met zijn gezin in Amsterdam, na een gedwongen verhuizing uit Gouda. Vanwege zijn astma dook Maurits Leuw niet onder, zijn vrouw en kinderen deden dit wel. Hij werd vermoord. De kilheid van de politiedossiers in deze maand De Nederlandse politie stond sinds de bezetting onder Duitse leiding. De meeste politieagenten hielpen als dienaren van het gezag mee aan de opsporing, het uit hun huizen halen en de deportatie van Joden. Soms deed men dat uiterst gedreven en soms ook met grote tegenzin, maar veelal zonder daadwerkelijk verzet. In Gouda was binnen het politiekorps een speciale afdeling met nsb-gezinde politiemensen. Dit was de met de nazi s samenwerkende Politieke Dienst. Jodenjager Arie Oudenaarden maakte hier deel van uit. Ik bekeek enkele politiedossiers. Het dagrapport van zondag 11 april 1943 ademt eerst een gemoedelijke Swiebertjesfeer. Men wijdt uit over bekeuringen en toezicht bij voetbalwedstrijden. Dan staat plompverloren in de kantlijn aanhouding en overbrenging van joden. Ernaast staat: Op last van de Sicherheitspolizei te Rotterdam zijn op vrijdag 9 april 1943 voor evacuatie naar Westerbork aangehouden de navolgende 47

10 48 Politieman en Jodenjager Arie Oudenaarden bij zijn arrestatie in mei 1945 (foto: sahm) jodinnen en joden. Hierna volgt een schrikbarende lijst met 103 namen. Deels betreft het bewoners van het Joods Bejaardentehuis, deels zijn het Joden van andere adressen in Gouda. Van iedereen is punctueel geboorteplaats en -datum, beroep en nationaliteit vermeld. De afsluitende zin luidt: genoemde joden en jodinnen zijn overgebracht naar het station te Gouda om aldaar per trein op transport gesteld te worden. En voort gaat het met de alledaagse bekeuringen. In een rapport van 23 april 1943 meldt Arie Oudenaarden: De hierna genoemde joden hebben zich aan het politiebureau te Gouda gemeld en een reisvergunning bekomen om naar Vught te mogen reizen, teneinde zich daar te melden. Eronder staan 33 namen. Oudenaarden vervolgt: de woningen of kamers waarin genoemde joden of jodinnen hebben gewoond, zijn afgesloten en verzegeld, terwijl de sleutels hiervan aan het bureau van politie zijn gedeponeerd. Verder zal op die woningen controle door de politie worden uitgeoefend, teneinde diefstal van huisraad te voorkomen. Keurige taal, maar meestal volgde dan roof van huis en inboedel door de nazi s. Al met al mochten nog twaalf Joden in Gouda blijven wonen, ze kregen een verblijfsvergunning. Tijdens de uitvoering van de uitgevoerde opdrachten hebben geen onregelmatigheden of stoornissen plaats gevonden, meldt Oudenaarden nog en hij gaat verder: Behalve de joden en jodinnen die met een verblijfsvergunning vertoeven, blijven er nog over de joden en jodinnen, die met een arische vrouw of man gehuwd zijn en de kinderen die uit die huwelijken geboren zijn. Een huiveringwekkend beeld rijst op uit deze rapporten: een Gouda systematisch ontdaan van Joden. De geschiedenis van de bewoners van zeven Stolpersteineplekken Een foto in een vitrine van het Verzetsmuseum Zuid- Holland toont een ernstig kijkend meisje. Ze schrijft en heeft een grote strik in het haar. Edith Roseij Beek heet ze, naast haar foto zit haar pop in net zo n overgooier als Edith. Dat haar vader hier huisarts was sinds 1935 mocht niet baten, dat zij een lief jong meisje was ook niet. Edith werd weggevoerd en op negenjarige leeftijd vermoord in Auschwitz. Foto Edith Roseij Beek, naast haar de pop en voor haar een Jodenster (Collectie Verzetsmuseum Zuid-Holland) Op 21 april 1934 werd ze geboren in Oss en vanaf haar eerste jaar woonde ze in Gouda. Vader Arnold Beek hield praktijk aan de Lange Tiendeweg. Het gezin bestond verder uit moeder Clara Betsy de Jong en broer Johan Beek. Na mei 1941 mocht huisarts Beek alleen nog maar Joden als patiënt hebben, het gezin moest verhuizen naar de Burgemeester Martensstraat. Van de Montessorischool ging Edith naar de Openbare Lagere School, maar in 1941 moest ze ook hier weg. Een vroegere juf gaf haar daarna privéles. In september 1942 doken de gezinsleden apart van elkaar onder. Daar zat Edith opeens alleen als achtjarig meisje in Zwammerdam, in de pastorie van de Remonstrantse kerk bij predikante Abelia Gesina Günther. Ze speelde gewoon met andere kinderen. Daarmee trachtte dominee Günther te bereiken, dat zo min mogelijk

11 bekend werd, dat zij Joods was. Helaas verraadde een NSB-gezinde veldwachter haar. Hij verklaarde in een naoorlogs proces, dat de aanwezigheid van Edith algemeen bekend was in het dorp. De Sicherheitsdienst in Gouda zou hem geconfronteerd hebben met een anoniem briefje waarin stond, dat bij dominee Günther een Joods meisje verbleef. Toen moest hij dat wel toegeven. In een andere verklaring, zei hij echter, dat hij vreesde voor zijn positie. Daarom had hij haar onderduik zelf gemeld bij de Sicherheitsdienst in Gouda. Onder meer voor dit feit, zat hij na de oorlog ruim vier jaar gevangen. In een veranderd vonnis van 1949 werd zijn verraad van het meisje niet meer genoemd. In een niod-dossier staat, dat Edith samen met dominee Günther op 22 april 1943 gearresteerd werd door een lid van de Documentatiedienst van de Haagse politie, een groep Jodenjagers. Opgemeld kind is door mij aangehouden en in afwachting van een nadere beslissing van de Sicherheitspolizei overgebracht naar het Gemeentelijk verzorgingshuis, Balistraat 18 alhier, aldus het dossier. Haar Joodsche Raadkaart, die als Haags adres niet de Balistraat maar de Billitonstraat vermeldt, laat zien, dat ze in juni in kamp Westerbork aankwam. Daar zat ze in het weeshuis, barak 35. Ze liep roodvonk op, dat gaf enig respijt, maar in november van dat jaar moest ze alsnog met transport naar Auschwitz. Direkt na aankomst werd ze vergast, op 19 november Hoe te leven met het verlies van dit jonge meisje? Vader Beeks getuigenis tijdens het proces in 1947 tegen de veldwachter, die haar verraden zou hebben, spreekt boekdelen. Ik heb op alle mogelijke wijze getracht te weten te komen waar mijn dochtertje verblijf houdt, doch geen enkele nasporing heeft resultaat gehad. Ik weet dan ook niet, of mijn dochtertje nog in leven is. Ik meen thans wel te moeten aannemen, dat mijn dochtertje door de Duitse terreur in de bezettingstijd is overleden. Wij hebben hiervan veel verdriet, vooral om de onwetendheid waarin wij verkeren omtrent het lot van mijn dochtertje. Zover mij bekend is geworden, heeft de gemeenteveldwachter Kool schuld aan de arrestatie van mijn dochtertje. Omdat ik vernomen heb, dat hij naar de Sicherheitsdienst is gegaan om te vertellen, dat mijn dochtertje bij dominee Günther was ondergedoken. Dit heb ik van dominee Günther gehoord. En ik hoop, hoewel ik daardoor ons lief kind niet terug krijg, dat hij zwaar zal worden gestraft. Want dat heeft hij zeker verdiend. Kool moest toch geweten hebben, wat personen van Joodsen bloede onder de Duitse bezetting stond te wachten. De Lange Tiendeweg 54 was de plek waar het gezin nog gelukkig bij elkaar was, aldus de vrouw van Ediths broer Johan Beek. Daar ligt nu een Stolperstein voor de zo jong omgekomen Edith. Joods Bejaardentehuis, de razzia op 9 april 1943 Op een koude winterdag eind februari 2013 plaatste Gunter Demnig onder grote belangstelling 56 Stolpersteine in de stoep voor het voormalig Joods Bejaardentehuis aan de Oosthaven 31. Het is dan bijna zeventig jaar na de deportatie van de tehuisbewoners. In het tehuis woonden naast enkele geboren Gouwenaars, zoals de zussen Rozette en Mietje de Wolf, mensen uit heel Nederland. Ook verbleven er vluchtelingen uit het buitenland. Het tehuis huisvestte 14 mannen en 42 vrouwen; hieronder vijf echtparen. Het merendeel van de bewoners was tussen de 60 en 90 jaar. Oud directrice van het Joods Bejaardentehuis Sara Meijer-Teixeira de Mattos Op de avond van 9 april 1943 ontruimden SD-bevelhebber Franz Fischer, de SS en de Haagse en Goudse politie in een grote razzia het bejaardentehuis. Ze deporteerden de bewoners op één na samen met bijna alle resterende Goudse Joden. Met de trein werd men via Rotterdam afgevoerd naar Westerbork. Het einde voor 49

12 50 Personeel van het Joods Bejaardentehuis in de tuin achter Gebouw De Haven de meeste tehuisbewoners kwam in Sobibor. Directrice Sara Meijer-Teixeira de Mattos overleefde als enige de oorlog, in Theresienstadt. In Gouda in de Tweede Wereldoorlog vertelt zij: Op 9 april zo tegen 4 uur kreeg ik bezoek van een mij onbekende dame, die me waarschuwde, dat er een exra grote trein klaar stond en dat het Goudsche politiecorps s avonds om 8 uur in zijn geheel moest aantreden. Na de maaltijd heb ik het de oudjes verteld, dat zij zich hadden klaar te maken voor de reis. Er was geen paniek, eerder een soort gelatenheid. Men ging zich aankleden en de rugzak, die eigenlijk al klaar stond, inpakken. Tegen 7 uur verschenen inderdaad Oudenaarden en zijn handlangers, zogenaamd voor controle, maar ik wist beter. Alle Joden die nog in Gouda woonden, op een paar leden van de Joodsche Raad na, werden eerst in ons huis verzameld en tegen 10 uur ging het in vrachtauto s naar het station. Weduwe Paulina Elzas-Gersons was de oudste die mee moest. Ze was 93 jaar toen ze stierf. Er is nog familie in haar geboortestad Tilburg, een nicht. Tante Pauline kwam uit een Tilburgse slagersfamilie, het slagersvak was een echte Joodse professie. In die stad heeft ze zeker tot 1934 gewoond. Op een foto zie je een gesoigneerde vrouw met prachtig haar van rond de zestig. De Tilburgse slagersdochter Paulina Elzas Gersons is rond de zestig op de foto. Op 93-jarige leeftijd werd zij als oudste bewoner van het Joods Bejaardentehuis gedeporteerd en vermoord in Sobibor (Collectie familie Elzas-Nolet)

13 Twee paar schoonzussen woonden in het tehuis. Eén van deze schoonzussen was een tante van Ies Cohen. Hij vertelde bij de plaatsing van de Stolpersteine moedig over deze Jannetta Cohen-Mainzer, zijn tante Netje. In de Oorlogsjaren van Ies Cohen beschrijft hij, hoe zijn vader een keer bijna in de val zat. Hij kon zijn gewone werk niet doen en was tijdelijk administrateur van het Joodse bejaardenhuis in Gouda. Hij werd op een gegeven ogenblik opgebeld vanuit dit tehuis, of hij komen wilde. Mijn vader vertrouwde het niet, maar ging toch. Ik ben meegegaan en heb mij aan de overkant van het bejaardenhuis (er lag dus water tussen) opgesteld, zodat ik enig idee had wat er met mijn vader gebeurde. Na enige tijd kwam er van iedere kant een politie-agent en ze gingen het bejaardentehuis binnen. [-] Het was mij wel duidelijk dat het goed mis was en dat ze de bewoners gingen deporteren. Mijn vader was binnen en ik maakte mij grote zorgen. Ik ben naar huis gerend om het aan mijn moeder te gaan zeggen, maar dorst niet zo goed. Ik ben toen eerst naar de voorzitter van de Joodse Gemeente, de heer Van der Hoeden, gegaan om het nare nieuws mee te delen. Tenslotte ben ik toen maar naar huis gegaan, waar mijn vader tot mijn grote vreugde al zat. Hij was ontsnapt door over een schutting te klimmen en via een sigarettenwinkel de benen te nemen. Vrijwel alle bejaarden, onder wie een oud-tante van mij, tante Netje Cohen, zijn vermoord. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik al voor de oorlog samen met tante Sera tante Netje heb bezocht in het bejaardentehuis. Dit is een schanddaad waar ik geen woorden voor heb. Ies Cohen bij de plaatsing. Foto Lea Pagrach Ons huis werd eind augustus of begin september 1942 door de Wehrmacht gevorderd. Wat we binnen 24 uur eruit konden halen, mochten we meenemen. Mijn ouders hebben zoveel mogelijk opgeslagen bij meubelzaak Herfst en daar is het tot na de oorlog gebleven. 51 De jonge onderwijzeres Simone Mogendorff Het huis op de Kattensingel 42 was Simones Mogendorffs thuis, totdat zij hier met haar ouders en zus Nanny wegmoest. Simone werd niet ouder dan 27 jaar. Ze was een intelligente jonge vrouw. In 1935 was ze geslaagd voor haar eindexamen op het Coornhert Gymnasium. Ze was opgeleid als onderwijzeres en ongehuwd. Haar ouders waren Sara Meijer uit Oudewater en huidenhandelaar Isak Mogendorff uit Gouda. De bijna 95-jarige mevrouw Nanny Dekel vertelt : De laatste foto van Simone Mogendorff, gemaakt in 1940 (Collectie Dekel) De gezinsleden doken onder. Mevrouw Dekel: Simone zat met nog meer joden in Ammerstol ondergedoken bij dominee Hugenholtz. Ze is gepakt bij een overval. Ad van Liempt beschrijft in zijn boek Kopgeld de arrestatie van Simone met drie anderen bij de dominee. De

14 52 beruchte Henneicke en zijn chef Briedé arresteerden Simone Mogendorff en het echtpaar Dukker hier begin juni De toen 34-jarige Henneicke gaf leiding aan de Colonne Henneicke. Met Jodenjagen verdienden ze een flink centje bij. De drie gearresteerden, waaronder Simone, werden overgebracht naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Half juni kwam Simone aan in Westerbork en op 29 juni volgde haar deportatie naar concentratiekamp Sobibor. Hier werd ze vermoord op 2 juli De pacifistische rode dominee Hugenholtz zat tot maart 1944 vast in Amsterdam en Vught en kwam toen weer vrij. Mevrouw Dekel: Ammerstol leek me te klein. Mijn ouders en ik doken onder in Zeist en mijn ouders zijn later via de ondergrondse naar Brabant gekomen. Ik heb op zeven adressen boven de rivieren gezeten. Toen ik terugkwam na de oorlog stond het huis open en vol met kantoormeubelen van de Duitsers. Een stadhuisbeambte zei, dat als het leegstond, ik er weer in kon gaan. Het was een enorme rotzooi. Knechts van de huidenhandel hielpen met schoonmaken. Vier weken later kwamen mijn ouders terug. De gezinsleden moesten leven met het verlies van Simone. Haar zus ging na de oorlog weer als apothekersassistente werken bij haar oude werkgever, apotheek Paris op de Westhaven. Vervolgens zocht ze haar toekomst in Israël. Nu ligt voor Simone in Gouda een Stolperstein en is kaddisj voor haar gezegd. Mw. Dekel: Ik was eerst tegen de stenen, omdat mensen er overheen lopen. Later kwam ik daar op terug, het is toch een eerbetoon aan de mensen die overleden zijn. Een citaat uit het gedicht, dat de bevriende mevrouw Heike Blok uitsprak bij de plaatsing van de Stolperstein. Welke verschrikkingen hebben je ogen gezien, welke angsten en onzekerheden heb je gevoeld, wat waren je laatste gedachten? Weet dat je niet vergeten bent. Bloed van jouw bloed leeft voort. We noemen je naam Simone Henriëtte Jeanette Mogendorff. Het gezin Van Monnikendam en Jansje Mok In de stoep van Achter de Vismarkt 72 liggen vier Stolpersteine voor het gezin Van Monnikendam, een echtpaar met twee zonen. Maurits van Monnikendam (57) was bakker, broodbezorger en beheerder van de Joodse begraafplaats. Zijn vrouw Esther van Monnikendam- Mok (59) was kaasmaakster, zoon Leon (26) bakker en Hartog (23) meubelmaker. Hartog verloofde zich in november 1941 met zijn nicht Jansje Mok (27). Jansje kwam uit Nijkerk en was apothekersassistente in Amsterdam. Hartog en Jansje zijn op 5 april 1943 nog getrouwd. Aankondiging verloving Hartog van Monnikendam en Jansje Mok. (Collectie Community Joods Monument). Mevrouw Ouweneel-Hendriksse, een Goudse van begin negentig vertelt hierover: Mijn moeder was bevriend met mevrouw Van Monnikendam. Ik kwam als meisje wel eens met mijn moeder mee en kletste wat met de jongens. Ik ben nog toestemming voor dit huwelijk gaan halen in Rotterdam of Den Haag. Hartog vond het pijnlijk om niet samen met haar te zijn op het verplichte transport. Het is inderdaad gelukt om toestemming te krijgen. Het huwelijk vond plaats in Gouda. Al snel daarna moesten de gezinsleden op transport. Eerst naar kamp Vught. Op 9 april kwamen Hartog en Jansje daar aan; of ze samen waren bij het vervoer daarnaartoe, is niet duidelijk. Jansje werd begin juli naar Westerbork weggevoerd. Drie dagen later volgde haar deportatie naar

15 Sobibor, daar werd ze direkt na aankomst vermoord op 9 juli Hartog werd half mei naar kamp Amersfoort gedeporteerd. Half september volgde zijn deportatie naar Westerbork en enkele dagen later naar Auschwitz. Op 8 december 1943 kwam hij daar om. Vader Maurits en moeder Esther moesten begin mei naar Westerbork. Beiden werden na hun deportatie naar Sobibor direct na aankomst vermoord op 14 mei Leon werd in september tegelijk met zijn broer Hartog uit Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz. Aannemelijk is, dat beiden daar als dwangarbeider hebben gewerkt. Leon kwam op 21 januari 1945 om in Auschwitz, vlak voor de bevrijding van het kamp. Jansje staat niet op de lijst met vermoorde Goudse Joden, maar voor haar komt hier nog een Stolperstein. Eerbetoon bij de Stolpersteine voor het gezin Monnickendam-Mok (foto Soesja Citroen) Mevrouw Annie de Pater-Verkerks gezicht licht op, als zij het over de familie heeft. Het waren zulke lieve mensen, zegt ze. Nadat ik van de huishoudschool kwam in 1938, ben ik in betrekking gekomen bij de familie van Monnikendam. Zij woonden toen Achter de Vischmarkt. Mijnheer was zelf bakker en had een gedeelte in de bakkerij van toen firma Goedewaagen in de Vissteeg. Zelf had hij zijn eigen klanten, maar op zondag bakte hij en bezorgde hij met zijn karretje bij veel andere klanten brood. Het was een leuke man en hij werkte hard. Mevrouw zelf ging iedere morgen naar de boerderij op de Ridder van Catsweg, waar onder toezicht van haar koshere kaas gemaakt werd. Altijd op de fiets door weer en wind, alle goeds over haar. De oudste zoon was banketbakker van zijn vak en Harry was meubelmaker. Vaak ging ik ook met mevrouw naar de kerk, lopers kloppen, zemen etc. Veel heb ik ook de rabbi ontmoet, die daar dan kippen kwam slachten. Op Sabbatavond ging ik toen met mijn moeder er naar toe om alles te regelen, waar altijd het bordje met koekjes en snoepjes voor mij klaar stond. Zelf heb ik ook nog wel brood gebracht in het toen joodse (bejaardente)huis op de Oosthaven. Ik heb een heel fijne tijd gehad met veel herinneringen bij deze voor mij lieve mensen. Na afscheid genomen te hebben heb ik nooit meer iets gehoord of gezien van hen. 53 Joodse Jeugdfarm, internaat voor Joodse tuinbouwleerlingen Van 1937 tot 1953 was op de Ridder van Catsweg 61 de hoeve Catharina oftewel de Joodse Jeugdfarm gevestigd. Grond en villa waren gekocht van de familie van Nieuwpoort. Op deze tuinbouwschool voor Palestinapioniers, leerden 25 Joodse leerlingen van vijftien tot zeventien jaar in de tuinbouw werken. Ze bereidden zich hier ook met andere lessen voor op emigratie naar het toenmalige Palestina, maar na het begin van de oorlog was emigratie niet meer mogelijk. Op het internaat zaten Nederlandse en buitenlandse leerlingen. Sinds eind augustus 2012 liggen er negen Stolpersteine op het bruggehoofd naar de voormalige Catharinahoeve, ook staat er sinds een jaar een plaquette. Het echtpaar Litten-Ser-

16 54 Gideon Lotan (midden) met Jeugdfarmleerlingen en ouders (Collectie Gideon Lotan) lui en zeven leerlingen kwamen om, achttien leerlingen overleefden de oorlog. Jansje (Schoschana) Litten-Serlui en dr. Manfred Ralf Litten hadden de leiding in het huis, J. Middelburg had de leiding in de tuin. Overbuurman Dirk van Schaik werkte vrijwillig als voorman in de tuin. De eerste oorlogsjaren werden de Jeugdfarmbewoners voor deportatie behoed, doordat Middelburg hun belang voor de voedselproductie sterk benadrukte. Maar de tijd drong. Op 22 april 1943 kwam de aanzegging van de Goudse politie, dat de bewoners zich moesten melden voor transport naar Vught. Na het kopen van de kaartjes bij het station doken ze onder. Achttien leerlingen overleefden de oorlog, mede door de voorbereidingen en inzet van voorman Dirk van Schaik, Schoschana Litten-Serlui en bedrijfsleider Middelburg. In augustus bracht Schoschana Litten haar net zevenjarige zoon Gideon in Amersfoort onder bij de familie ten Berge. Zelf zat zij in het verzet bij de groep van de verzetsstrijder Joop Westerweel. In juni 1944 werd ze gevangen genomen en via Westerbork gedeporteerd. Bijna een jaar later, op 24 mei 1945, kwam ze ergens in Tsjecho-Slowakije om het leven. Echtgenoot Manfred Ralf Litten, die apart was ondergedoken, werd vermoord in Auschwitz op 28 februari Blijkens het boek Een kind voor mijn deur van Ellen ten Berge kwam Gideon goed terecht in het grote katholieke gezin in Amersfoort. Bommel, zijn roepnaam in Gouda, was nu ook zijn onderduiknaam. Zijn moeder Schoschana vroeg aan oud-jeugdfarmleerling Lida Lissauer of Gideon Lotan met Lida Lissauer (Collectie Gideon Lotan) deze haar zoontje wilde bijstaan als hulp in de huishouding bij de familie ten Berge. Hij kreeg les van moeder ten Berge en zat veilig tussen de kinderen. Zo overleefde Gideon de oorlog. Na de oorlog ging hij naar vrienden van zijn ouders in het toenmalige Palestina. Lida Lissauer overleefde ook. Zoals gezegd speelde Dirk van Schaik een grote rol bij het redden van de achttien leerlingen. Hij werkte bij

17 55 kaarsenfabriek Gouda-Apollo in ploegendienst en woonde met zijn gezin schuin tegenover de Jeugdfarm. Het feit dat hij in ploegendienst werkte, gaf hem de kans om op wisselende tijden het land in te gaan. Per fiets, bus of trein. Op het werk kneep men een oogje toe. De zoon van Dirk van Schaik woonde als kind na de oorlog een aantal jaren op de Catharinahoeve. Daar was zijn vader vanaf 1948 bedrijfsleider. Over zijn vader vertelt zoon Dick: Hij kluste vaak bij in de tuinderij en gaf al doende de leerlingen wat onderricht. Na een eerste kleine opdracht rolde hij langzaam het verzet in. Per brief of koerier kreeg hij opdrachten om spullen (persoonsbewijzen, bonboeken) of mensen te halen of weg te brengen. Het was een rechtlijnige man met een groot rechtvaardigheidsgevoel. Hij vond bepaalde dingen wel Leib Laub, een van de Jeugdfarmleerlingen. Hij was 19 jaar oud, toen hij in Sobibor vermoord werd (Collectie Miriam Keesing Leerlingen van de Jeugdfarm in de polder Bloemendaal (Collectie Gideon Lotan) griezelig, maar had een positieve instelling. Mijn moeder zei wel eens: Dirk, pas je een beetje op, maar wat hij deed was verder geen punt van discussie. Over de oorlog sprak hij in ja- of neetermen, uit zichzelf begon hij er niet over. De leerlingen Shalom Weiss en Berrie Asscher dankten hun leven aan hem en hielden hun verdere leven contact met ons. Naast het echtpaar Litten, werden zeven leerlingen vermoord. Amper vijftien of zestien jaar oud waren ze, toen ze als leerling op de Catharinahoeve kwamen. Berrie Asscher beschrijft enkelen van hen in zijn boek Van Mokum naar Jeruzalem. Hun namen waren Henriëtte Roos, Leib Laub, Abraham Hamburger, Isi Tiefenbrunner, Martijn Koppel, Ernst Simon Oppenheim en Jettie Aalsvel. De Jeugdfarm was voor de meesten gedurende enige jaren hun school en tehuis, op weg naar een hopelijk betere toekomst. Het einde van deze jongelui kwam in Sobibor, Auschwitz, Polen, Midden Europa en zelfs de Pyreneeën. Ze stonden aan het begin van wat hun volwassen leven had moeten worden. Het mocht niet zo zijn. Hier het tragische verhaal van Isi Tiefenbrunner. Hij kwam op zijn dertiende als vluchteling naar Nederland en was vijftien toen hij op de Jeugdfarm kwam. Hij vluchtte naar Frankrijk, zoals meer Palestinapioniers. De weg naar de vrijheid leidde over de Pyreneeën. Met een groep zocht hij zijn weg over de bergen, maar hij stortte neer in een ravijn. Pas achttien jaar oud was hij in mei

18 1944. In 1981 is de Catharinahoeve gesloopt, evenals de brug ernaartoe. Bij de plaatsing van de Stolpersteine was Gideon Lotan (Litten) er met zijn zoon Assaf. Eindelijk is deze plek gemarkeerd, waar hij als jochie door leerlingen, ouders en verdere leiding vertroeteld werd. Nu kon hij kaddisj zeggen bij de gedenkstenen voor zijn vermoorde ouders en de zeven leerlingen. 56 Maurits Leuw, loyale belastingcommies Maurits Emanuel Leuw was 41 jaar oud, toen hij in Auschwitz werd vermoord op 31 maart Zijn vrouw Elisabeth Leuw-Heilbron en hun drie kinderen David, Betty en Elly overleefden. Maurits Emanuel Leuw nog verenigd met vrouw zijn Elisabeth Leuw- Heilbron en jonge kinderen David, Betty en Elly. Op de stoep van hun toenmalige woonhuis, waar nu een Stolperstein ligt (Collectie D. Leuw) Zoon David Leuw vertelt: Mijn vader werkte als belastingcommies. Eind 1940 werd hij als Joodse ambtenaar ontslagen. Hij was een betrouwbaar mens, echt Hollands, gevoelig voor autoriteit. We woonden tot oktober 1942 aan de Burgvlietkade 60, toen Duitse soldaten ons huis vorderden en we in een half uur het huis moesten verlaten met medenemen van een koffertje. Vader en moeder met een baby van één jaar en twee kinderen van vier jaar. We zijn naar de Gouwe 123 overgeplaatst en op 24 maart 1943 moesten we naar Amsterdam. Daar woonden we in de Cilliersstraat. Mijn vader had een aanstel- Belastingcommies Maurits Leuw aan het werk. (Collectie D. Leuw) ling als portier in de joodsche Invalide op het Weesperplein 1. Mijn moeder wilde wel onderduiken, maar mijn vader was astmatisch en was bang zichzelf en anderen te verraden. Studenten, aangesloten bij de ondergrondse, overtuigden mijn moeder om toch de kinderen af te geven. Mijn moeder was praktisch, dat was onze redding. Ieder van ons werd gescheiden en we zagen elkaar terug na de oorlog. Zonder mijn vader, die het niet gemaakt heeft en via Westerbork is gedeporteerd. Weesperplein 1 was op 6 september 1943 het nieuwe adres van Maurits Leuw. Hij had als werknemer nog een allerlaatste uitstel van deportatie. Op 29 september werden de laatste in Amsterdam bijeengedreven Joden gedeporteerd naar Westerbork. Ook Maurits Leuw moest de nacht erop mee. Op 3 oktober schrijft hij uit Westerbork aan zijn oom en tante: Zo jullie weten, ben ik op de nacht van j.l. woensdag op donderdag omstreeks half vijf van mijn bed gelicht en was er geen vrijkomen meer aan. In een kwartiertje moest ik klaar zijn, doch aangezien ik tevoren veel gepakt had, heb ik weinig vergeten. Beneden bij het kantoor stonden ± 60 collega s en na een kwartiertje werden we per auto s naar het Amstelstation gebracht, waar alles stampvol was. Op 19 oktober 1943 volgde zijn deportatie van Westerbork naar Auschwitz. Met de moed der wanhoop schreef hij vanuit de trein: Beste Oom, Tante, We zitten in de trein, onze goederenwagen herbergt 33 lotgenooten. De

19 stemming is prima en we houden er de moed in. Er zijn 25 dergelijke wagens, totaal ± 1000 personen. Ditmaal weinig kinderen en zieken. We werden vannacht om 3 uur gewekt en zijn uit onze barak vertrokken. Veel medeleven en hulp gehad. Geve God, dat de hele familie voor een transport gespaard blijft, maar als men eenmaal op reis is, is men weer hoopvol. Hopenlijk valt onze toekomst mee. In de hoeken van onze wagen staan tonnen met deksels, we hebben er netjes lakens voor gespannen. Ook eten en drinken voldoende en alles wordt broederlijk verdeeld. God s beste zegen toegewenscht, Uw liefhebbende neef, Maurits. Dat was zijn laatste bericht. De mannen tot vijftig jaar van dit transport moesten óf in kamp Warschau het puin opruimen van het verwoeste getto, óf werken in de kolenmijn vlak bij Jawischowitz. Uiterlijk op 31 maart 1944 waren al deze mannen overleden; ook Maurits Emanuel Leuw. David Leuw vertelt over de onderduik van hemzelf en zijn zusjes: De ondergrondse heeft mij weggebracht naar de gezegende familie Bogaard, Oome Teun, Oome Willem. Die hadden meer dan honderd onderduikers op de Bedankkaart begin oktober 1943 van Maurits Leuw uit kamp Westerbork. Twee weken voor zijn deportatie naar Auschwitz (Collectie D. Leuw) Deze foto van de jonge David Leuw met tulp gebruikte de ondergrondse om een nieuw adres voor hem te zoeken (Collectie D. Leuw) boerderij. Nadat Kees, een onderduiker, de SS-man Van Duyn had doodgeschoten, werd de boerderij overvallen door de Duitsers. We moesten s nachts door de velden vluchten en in de sloot staan, zodat de honden ons niet roken. Ikzelf was het laatste oorlogsjaar ondergedoken bij een meer dan fantastische familie in Zaandijk. Mijn tweelingzuster Betty was ondergedoken bij een eenvoudige dagloner en heeft het ook daar goed gehad. Ze zat in Nieuw Vennep, net als mijn jongste zus. Na de oorlog heeft onze moeder ons gezocht en een advertentie geplaatst in de krant. Ik weet nog, dat ik voor het raam zat, mijn moeder zat op de fiets. Dat is mijn moeder, zei ik. Bij de plaatsing van de Stolperstein voor Maurits Emanuel Leuw eind augustus 2012 zei David Leuw in aanwezigheid van zijn zussen en zwager kaddisj voor zijn vader. Klara Smeets droeg haar zo passende gedicht voor. Vervolgens ging de familie door naar Lochem voor de plaatsing van twee Stolpersteine voor zijn moeders ouders. David Leuw: Wat zou ze blij zijn geweest, als ze dit geweten had. 57 Het gezin Engländer, bescheiden en gebroken Drie Stolpersteine liggen in de stoep voor Piersonweg 4 ter herdenking aan het echtpaar Israel Engländer (65) en Rahel Frieda Engländer-Jungerwirth (63) en hun zoon

20 58 Joachim Bernhard Engländer (23). De bijna 90-jarige Nancy Ruijs-van Blokland schreef haar herinneringen aan hen op en las omringd door haar familie bij de plaatsing haar verhaal voor. Het echtpaar Engländer had drie kinderen. Hun dochter woonde al langer in Den Haag met haar gezin. Eind 1936 kwam het echtpaar naar Nederland. In Leipzig hadden ze afstand moeten doen van hun sieradenwinkel in een mooi Jugendstil pand, nu is daar Kaffeehaus Riquet gevestigd. In 1940 verhuisden ze met hun zoon uit Voorburg naar de Piersonweg 4 in Gouda. Nancy Ruijs-van Blokland woonde boven in hetzelfde huis: Ik was 14 jaar, de oudste van een groot gezin. De Engländers huurden van ons het benedenhuis. Mevrouw en Mijnheer Engländer waren in mijn ogen stokoude mensen. Mijn vader had Duits gestudeerd en kon goed met ze praten. Ze spraken nauwelijks een woord Nederlands. Mijn oudste broer was twaalf en deed dikwijls hun boodschappen. Ik geloof niet dat ze naar de synagoge gingen, want ze konden slecht lopen en mevrouw Engländer had ernstige suikerziekte. Op vrijdag werd er koosjer gekookt. Het echtpaar was heel bescheiden en deed zelden een beroep op ons. Er woonde beneden ook nog een zoon. Achie, een heel verlegen jongen, waar ik een beetje medelijden mee had. Hij was wel intelligent, maar durfde je niet aan te kijken, laat staan met je te praten. Het bleek, dat hij in juli 1942 al naar Frankrijk gevlucht was. Zijn vader en moeder hoorden niets meer van hem en leefden in doodsangst. Inmiddels hadden mijn vader en moeder van de familie Engländer gehoord, dat hun dochter met man en kinderen Irène en Ariane ook gevlucht waren naar Frankrijk. Het waren toch zulke mooie en leuke kinderen. Ze zijn naar Vught afgevoerd. Ze hadden niet alleen doodsangst om hun zoon, maar nu ook om hun dochter en kleinkinderen. Hand in hand zag ik ze samen door de gang naar de keuken schuifelen. Ze waren zo bang. Dat was terecht, want op 3 september 1942 waren hun dochter en kleinkinderen al in de gaskamers omgekomen. Ik geloof dat het de avond van de 6de oktober was, dat mevrouw Engländer naar boven kwam met haar mooie De vroegere sieradenwinkel van de familie Engländer uit Leipzig. Nu Kaffeehaus Riquet. nerts bontjas en een enveloppe met geld. Ze vroeg aan mijn moeder of ze de envelop in de mouw van haar jas wilde naaien. Ze heeft het meteen gedaan. De volgende morgen om half 10 stopte er een zwarte auto voor de deur. Er stapte een politieagent uit en twee mensen van de Joodse Raad. Mijn moeder en ik stormden naar beneden. Ze werden opgehaald voor de Arbeitseinsatz. Twee oude, zieke, zwakke mensjes. Toen mevrouw Engländer haar jas wilde aantrekken, kon ze niet in haar mouw komen. Mijn moeder had per ongeluk de voering er gedraaid ingenaaid. De voering moest ter plekke worden losgemaakt en met veiligheidsspelden weer vastgezet. Ze zullen hun geld wel de zelfde dag kwijtgeraakt zijn. De Engländers, zoals wij ze noemden, zijn op oktober 1942 uit hun huis gehaald en hardhandig in een zwarte Citroën geduwd. Huilend.

21 Israel Engländer en Rahel Frieda Engländer-Jungerwirth zijn op 26 oktober 1942 vermoord in Auschwitz. Hun zoon Joachim Bernhard werd gearresteerd in Frankrijk en begin maart 1943 vanuit kamp Drancy naar Sobibor gedeporteerd. Daar stierf hij op 7 maart Het vreemde was, dat toen ze weg waren, er in het hele huis geen papiertje te vinden was. Ze hadden letterlijk al hun schepen achter zich verbrand. Tot slot In de Tweede Wereldoorlog ontnamen de nazi s de Joden welbewust het recht om te leven. Ook in deze stad. In dit stuk vertel ik over de voormalige bewoners van zeven van de 34 plekken met Stolpersteine in Gouda. Schrijnende verhalen zijn het. Hoe meer je inzoomt op de geschiedenis van al deze mensen, hoe meer je de alledaagse systematiek van uitsluiting en uitroeiing voelt. Hoeveel je echter ook te weten komt, wat gebeurd is, blijft moeilijk te bevatten. In de stoepen van Gouda liggen nu vele langzaam verwerende gedenksteentjes, waar we soms even stil bij kunnen blijven staan. Elke steen staat voor een tragisch en abrupt beëindigd mensenleven. De Stolpersteine zijn een zichtbaar signaal, voor wat in de toekomst niet meer mag gebeuren. Over een aantal jaren ligt er hopelijk voor ieder van de 327 vermoorde Goudse Joden een Stolperstein met hun naam en lot erop. Gouds-Joodse geschiedenis zichtbaar op straat. Inez Meter dichtte: in hun namen keren zij weer. Info: stolpersteinegouda@ gmail.com en facebook Stolpersteine Gouda. Mocht u over foto s beschikken of andere herinneringen hebben aan weggevaagde Joodse stadgenoten, laat u dat dan weten via stolpersteinegouda@gmail.com? Giften tnv. Stichting Gouds Metaheerhuis-Stolpersteine IBAN : NL98 INGB Een Stolperstein kost 130. Geraadpleegde literatuur: Asscher B.J. (1996), Van Mokum naar Jeruzalem ( ), Beersheva. Berge E. ten (2010), Een kind voor mijn deur, Uitgeverij Verbum. Dam M.J.van (2006), Gouda in de Tweede Wereldoorlog, Delft, Eburon. Liempt A. van (2002), Kopgeld, Nederlandse premiejagers op zoek naar Joden, Amsterdam, Uitgeverij Balans. Keesing M. (--), Alleenstaande Duitse en Oostenrijkse vluchtelingenkinderen , publicatie van dit boek is gepland in Liempt A. van en J. Kompagnie (2011), Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, Uitgeverij Balans. Mans-Baan R. (2000), Gouda s Israël, het leven van de joodse gemeenschap in Gouda , SAHM, Afstudeerscriptie geschiedenis. Schütz R. (2010), Vermoedelijk op Transport, Geschiedenis over de herkomst, het gebruik en beheer van het informatiesysteem van de Joodsche Raad Cartotheek, Masterscriptie: Verwaijen T. (2012), Joods Gouda, een Joodse geschiedenis vanaf 1737 tot omstreeks 1850, eigen beheer. Niet uitgegeven bronnen Cohen I. (z.d.), De Oorlogsjaren van Ies Cohen, onuitgegeven document. Pater-Verkerk A. de (1997), Herinneringen aan de familie van Monnikendam uit Gouda. Ruijs-van Blokland N. (2012), Herinneringen aan de familie Engländer. Geraadpleegde archieven en personen: Nederlandse Rode Kruis, Oorlogsnazorg (Raymund Schütz): archieven Joodsche Raad Cartotheek en Centrale Europese Cartotheek; Groene Hart Archieven (Coretta Wijbrans): woning en gezinskaarten, Goudse politiedossiers uit april 1943; niod: H. Berkhout stuurde me informatie over Edith Roseij Beek; A.J.A.Bijsterveld mailde over de achtergrond van de Tilburgse Paulina Elzas-Gersons; David Leuw, Gideon Lotan en mevrouw Nanny Dekel stuurden vanuit Israël veel fotomateriaal op en deelden per telefoon, mail en post genereus hun herinneringen aan hun dierbaren met me, Geraadpleegde websites informatie over anti-joodse maatregelen in Nederland vanaf website van Miriam Keesing over de Joodse vluchtelingenkinderen in Nederland www. communityjoodsmonument.nl stolpersteinegouda@gmail.com; facebook Stolpersteine Gouda 59

22 Het bolwerkterrein in de loop der eeuwen 60 Nico Habermehl Het Bolwerkterrein in Gouda is de naam van het stedelijk gebied dat wordt begrensd door de Gouwe, de Turfsingel, de Verlorenkost en het Nonnenwater. De locatie ontleent haar naam aan een in 1575 voor de Potterspoort aangelegd verdedigingswerk, aangeduid als bolwerk. Het gebied kent een lange en afwisselende geschiedenis. Tussen 1100 en 1300 ontginnen kolonist-en het veenland in de Gouwestreek en daarmee ook het Bolwerkterrein. Zij kappen de bomen en graven evenwijdig aan elkaar lopende sloten, die het overtollige water op de Gouwe en de IJssel lozen. Aanvankelijk worden de ontgonnen gronden met rogge bebouwd. Door inklinking van de bodem een gevolg van het ontwateren gaan de bewoners steeds meer over op veeteelt. Ook wordt het veen in gedroogde vorm (turf ) als brandstof gebruikt. Houten huizen en stenen verdedigingswerken De eerste houten huizen op het Bolwerkterrein verrijzen tussen 1300 en Zij liggen langs de Gouwe. Achter de huizen bevinden zich diepe erven. Aanvankelijk telt het Bolwerkterrein zes percelen, door greppels Bolwerkterrein. Van links naar rechts: het Bolwerk (versterking), de Potterspoort en het klooster Sint-Marie (Leprooshuis). Uitsnede stadskaart van Braun en Hogenberg uit (Foto sahm) van elkaar gescheiden. Van 1350 tot 1400 verschuiven enkele percelen ten opzichte van elkaar. Bovendien is er een perceel bijgekomen. Scheidingen van vlechtwerk vormen nu de grenzen tussen de zeven percelen. Deze erfgrenzen blijven honderden jaren ongewijzigd. De achtererven worden intensiever gebruikt. Hier worden de mest- en afvalkuilen gegraven. Het in de kuilen aangetroffen afval duidt op de aanwezigheid van ambachtslieden: een leerlooier, touwslager, verver en pottenbakker. De greppels raken na verloop van tijd in onbruik.

23 Bolwerk (versterking) vóór de herinrichting in (Foto sahm) Aan zowel de binnen- als buitenzijde zijn deze houten huizen zeer eenvoudig. Zij bestaan uit een rechthoekige ruimte, de zaal, met daarin een bed, een tafel, stoelen of krukken en een (deken)kist. Op een open vuur midden in het vertrek wordt gekookt. In de loop van de veertiende eeuw doet de schoorsteen zijn intrede, zodat de rook beter kan wegtrekken. Op de balken wordt nu een gesloten vloer gelegd, zodat de kapruimte als zolder kan worden gebruikt. Geleidelijk aan komen er meer verdiepingen bij. Na de groei in de hoogte vindt uitbreiding in de diepte plaats. Aan de achterzijde van het huis wordt een vertrek toegevoegd, de achterkamer. Later volgt nog het achterhuis, veelal gebruikt als bedrijfsruimte of pakhuis. Rond 1350 worden ter bescherming van de stad muren, poorten, torens en rondelen aangelegd. De Potters - poort geeft toegang tot het Bolwerkterrein. Het is een vierkant gebouw met aan de veldzijde (langs de gracht) twee wachttorens. In 1575 wordt voor de poort een bolwerk aangelegd in de vorm van een ravelijn (driehoek). Ruim veertig jaar later, in 1618, ondergaat de Potterspoort een grondige vernieuwing. Vanaf die tijd doet het gebouw tevens dienst als gevangenis. De poort wordt in 1843 afgebroken. Het Bolwerk ondergaat nadien diverse veranderingen. Het meest ingrijpend is de reconstructie in De Verlorenkosttoren, een vierkante watertoren met een plat dak, beschermt de doorgang van de Turfsingel naar de Verlorenkost. Tussen de Potterspoort en de Verlorenkosttoren ligt de Kriekebeekstoren. Deze toren is in 1484 als rondeel gebouwd en later verbouwd tot muurtoren. Nonnen op de Gouwe Rond 1428 verhuizen de arme susteren van Sint-Marie van de Hofstraat (Spieringstraat) naar de Gouwe ter hoogte van het Nonnenwater. Zij genereren een deel van hun inkomsten uit het weven van linnen. In 1453 staat het stadsbestuur de zusters (aangeduid als de nonnen op de Gouwe ) toe het aantal weefgetouwen van drie naar zes te brengen. Verder trekken de zusters inkomsten uit landerijen, huizen en renten, die aan het klooster zijn geschonken of gelegateerd. Naast het vervullen van huiselijke taken en het nakomen van religieuze verplichtingen, houden de zusters zich bezig met het kopiëren van boeken. Ook beheren zij een boerderij. Het convent ontwikkelt zich tot het rijkste vrouwenklooster van de stad. In 1466 komen de stadsbestuurders met de zusters overeen de jaarlijkse inkomsten op een maximum van vijfhonderd nobel te stellen. Van dit bedrag moet het klooster vijfenveertig personen, van wie tweeëndertig gewijd en dertien anderen (priesters, lekenzusters) onderhouden. Het klooster Sint-Marie telt een aantal gebouwen, ge- 61

24 62 Pentekening door Jacobus Stellingwerf van het klooster Sint-Marie, naar een voorbeeld uit de tweede helft van de zestiende eeuw, ca (Foto sahm) legen aan de westzijde van de Gouwe en aan het Nonnenwater. Aan de achterzijde grenst het convent aan de stadsvesten. De kapel en het refter (de eetzaal) liggen aan de Gouwe. Aan het Nonnenwater bevinden zich van oost naar west het paterhuis, een poortje, een woning, het korenhuis, een huis en de schuur van het convent. Verder zijn er nog een wasserij, een malerij en een melk- huis. Deze gebouwen kunnen niet worden gelokaliseerd. Tot slot moeten nog de agrarische bedrijfsgebouwen worden genoemd. Deze hebben waarschijnlijk aan de Nonnensteeg gelegen. Kort na 1500 neemt de belangstelling voor het kloosterleven af door kritiek van onder meer Erasmus en Luther. Tegelijkertijd wordt de economische basis aangetast door de beperking van het kloosterbezit, de toenemende belastingplicht en het wegvallen van schenkingen. Het aantal kloosterlingen in Gouda halveert in een periode van zeventig jaar. Dat geldt ook voor het klooster Sint-Marie. Aan de vooravond van de omwenteling in 1572 bedraagt het aantal bewoonsters circa twintig. De nonnen zijn overwegend dochters van welgestelde bierbrouwers. Enkele zusters komen van buiten Gouda: Schoonhoven, Montfoort en het verder weg gelegen Zierikzee. Van de zusters is in de meeste gevallen hooguit de naam en de geboorteplaats bekend. Slechts in een enkel geval weten we iets meer. Zo schrijft Erasmus in 1523 de samenspraak: Het meisje dat niet wilde trouwen. In deze Rotterdamsche Veer (sedert 1960 Nonnenwater) met links het Lazaruspoortje, ca (Collectie auteur)

25 dialoog vertelt de aantrekkelijke Catharina tijdens een wandeling haar bewonderaar Eubulus mee dat zij voornemens is in het klooster te treden. Geschrokken vraagt Eubulus in welk klooster zij zich wil opsluiten. Chrysercium, luidt kort maar krachtig haar antwoord. In een poging haar van dit plan te doen afzien, noemt Eubulus (als spreekbuis van Erasmus) dit klooster een gevangenis vol met lesbische nonnen, geleid door een bejaarde, drankzuchtige prior. Ondanks dit sombere beeld blijft Catharina bij haar voornemen en legt de gelofte af. Chrysercium is later geïdentificeerd als het Goudse convent Sint-Marie. Turfschippers en ambachtslieden De opheffing van het klooster na de komst van de geuzen in juni 1572 gaat met geweld gepaard. Het convent wordt onder aanvoering van Maarten de kerkbreker geplunderd. De plunderaars trekken met een touw de toren van de kapel omver. De rector van het klooster wordt gevangen genomen, maar na korte tijd vrij gelaten. Ingrijpen van omwonenden voorkomt dat het convent in vlammen opgaat. Op kerstavond wordt de rector in zijn huis door rabauwen overvallen. Zij dreigen hem op te hangen, maar hij weet te ontsnappen. De Staten van Holland verbieden in april 1573 de openbare uitoefening van de rooms-katholieke eredienst. Vier jaar later, in 1577, komt het klooster in bezit van de stad. In het achterste deel van het convent worden de leprozen gehuisvest. In 1581 verkoopt de stad de kapel en een jaar later het refter (de eetzaal) en drie daarnaast gelegen percelen. De overgebleven zusters worden niet aan hun lot overgelaten. Zij die trouw beloven aan de stad, ontvangen een alimentatie. In 1587 zijn dat zeventien zusters. Rond het midden van de zestiende eeuw wordt een oude kavelsloot, die de Turfsingel met de Raamgracht verbindt, verbreedt en voor de scheepvaart geschikt gemaakt. Dit water, aanvankelijk Nieuwe Vaart geheten, krijgt later de naam Verlorenkost. Vanaf die tijd varen de turfschepen vanuit Moordrecht en Waddinxveen via de Waddinxveense Wetering, het Mallegatswije, het Moordrechtsche Verlaat, de Nieuwe Vaart en het Nonnenwa- ter (onderdeel van de Raam) naar de Turfmarkt. Dit is de enige plaats in de stad waar de turfhandel is toegestaan. Als de aanvoer van turf zo is toegenomen dat de Turfmarkt de turfschepen niet langer voldoende ligplaats kan bieden, vindt de turfhandel ook plaats aan de Raam. De Verlorenkost is in 1930 gedempt, de Raam en het Nonnenwater in Textielwerkers, pottenbakkers en pijpmakers, die zowel fijne als grove pijpen maken, vestigen zich na het vertrek van de nonnen in de vrijkomende gebouwen. Hun werkplaatsen liggen langs het Nonnenwater, de Verlorenkost, De Gouwe en in de Lazarussteeg. Vanaf het Rotterdamsche Veer varen beurtschippers van en naar Amsterdam, Leiden, Den Haag, Rotterdam en Zeeland. In 1586 krijgt een scheepstimmerman een huis aan het Nonnenwater in erfpacht, inclusief een stuk kade om zijn schepen te water te laten. Verder wonen en werken er Lazaruspoortje aan het Rotterdamsche Veer (sedert 1960 Nonnenwater), ca Het poortje is in 1939 afgebroken en in 1965 herbouwd aan Achter de Kerk. (Collectie auteur) 63

26 kuipers, wijnslepers, schoenmakers, timmerlieden, metselaars, winkeliers (tabaksverkopers, kruideniers), een molenaar, schoolmeester en chirurgijn. 64 Leprozen en proveniers In de zomer van 1574 laten de leproosmeesters in opdracht van het stadsbestuur het Leprooshuis buiten de Potterspoort om militaire redenen (dreigende aanval van de Spaanse troepen) slopen. Na een tijdelijk verblijf in het Maria Magdalenaconvent in het noordoosten van de stad vinden de leprozen in 1579 definitief onderdak in het achterste gedeelte van het kloostercomplex van Sint-Marie. De ingang aan het Nonnenwater wordt in 1609 verfraaid met een poortje, versierd met beeldhouwwerk van stadsbeeldhouwer Gregorius Cool, thans bekend als het Lazaruspoortje. De leprozen staan onder een streng regime. Zonder de voorkennis van de regenten mogen zij het huis niet verlaten. In het geval zij naar buiten gaan, moeten zij zich aan de Gouwenaars kenbaar maken. Omdat de leprozen zich nogal eens aan drankgebruik schuldig maken, mogen de herbergiers hen geen wijn of bier schenken. Vloeken is ten strengste verboden. Overtreedt een leproos bij herhaling de regels, dan wacht hem verbanning. Orde en tucht, zowel binnen het huis als daarbuiten, is wat de leproosmeesters voorstaan. De leprozen zijn verplicht werkzaamheden te verrichten, zowel in het huis als op het land. Omdat na 1600 het aantal leprozen gestaag terugloopt de laatste leproos doet zijn intrede in 1652 verzetten de leproosmeesters de bakens. Zij bepalen zich steeds meer tot de opname van kostkopers of proveniers, die hun verzorging voor een vast bedrag inkopen. De proveniers genieten voorrechten boven de leprozen. Zij mogen in de keuken ontbijten en s middags en s avonds aan de personeelstafel eten. Toch zijn ook zij aan regels gebonden. Zo is het verboden ruzie te maken op straffe van verwijdering uit het huis. Om de exploitatie kostendekkend te maken, wordt de inkoopsom in de loop der jaren aanmerkelijk verhoogd. Voorgevel van het Proveniershuis aan de Hoge Gouwe, ca (Foto rce) De beter gesitueerden krijgen een kleine woning op het leprozenerf toegewezen. Vaak worden deze huisjes bewoond door echtparen. Nu de nadruk op de kostkopers is komen te liggen, verandert ook de naam. Niet langer is er sprake van Leprooshuis, maar van Proveniershuis. Een belangrijke verbetering betekent het optrekken van het nieuwe regentengebouw in 1680, gelegen aan de Gouwe. In een poging de inkomsten en uitgaven meer in balans te brengen, wordt in 1706 werd een nieuw reglement opgesteld. Hieruit blijkt dat er meer dan honderd personen worden verzorgd. Desondanks blijft er sprake van een chronisch geldgebrek, ook na de verdere aanscherping van de regels in 1760 en Vandaar dat het stadsbestuur, verantwoordelijk voor de aanvulling van de tekorten, in 1805 besluit het Proveniershuis op te heffen. De proveniers ontvangen als schadeloosstelling een lijfrente. In 1807 wonen er echter nog zevenentwintig proveniers. Vier jaar later, in 1811, is hun aantal gedaald tot zestien, de meeste arm en oud.

27 65 Gashouders kort voor de sloop in (Foto samh) Het geldelijk beheer en het onderhoud van de gebouwen wordt overgedragen aan twee stedelijke diensten. De fabricagemeesters stellen dat de keuken en het achterste deel van het Proveniershuis er dan weliswaar vervallen uit mogen zien, maar dat het gebouw nog hecht en sterk is. Voor weinig geld is het op te knappen. In 1810 laat de commissie, die belast is met het onderhoud van de gebouwen, een ander geluid horen. Zij stelt dat de keuken en de huisjes erg in verval zijn geraakt. Vooral het hoge water heeft de fundamenten aangetast. Desondanks blijft het terrein bewoond. Zodra door sterfte een huisje vrijkomt, zorgt de beheerscommissie voor de verhuur. In 1870 worden achttien woningen beschikbaar gesteld voor gehuwde militairen, die deel uitmaken van het garnizoen. Van 1854 tot 1877 biedt het Proveniershuis onderdak aan arme weeskinderen. Het hoofdgebouw wordt in 1902 verkocht aan de gasfabriek. Gasfabriek en Elektriciteitscentrale Op het achterliggend terrein van het Proveniershuis vestigt zich in 1853 de gasfabriek, die met de twee enorme gashouders lange tijd beeldbepalend is voor de omgeving. Het buizennet is in 1854 gereed, evenals de straatlantaarns. Daarmee is de straatverlichting aangepast aan de eisen van de tijd. De particuliere gebruikers zijn echter ontevreden over de hoge prijs en de slechte kwaliteit van het gas. Vandaar dat de gemeente het bedrijf in 1887 opkoopt, inclusief het buizennet in de stad, 300 lantaarns en 380 bij verbruikers geplaatste gasmeters. Een grondige modernisering volgt. Vanaf die tijd heet het bedrijf Stedelijke Gasfabriek Gouda. Vanwege de gestage groei van het aantal gebruikers vindt met een zekere regelmaat uitbreiding van de gasfabriek plaats. In 1902 wordt het fabrieksterrein vergroot. In de loop van de Tweede Wereldoorlog raakt de kolenvoorraad uitgeput. De gaslevering wordt eind 1944 stopgezet. In augustus 1945 wordt de gaslevering hervat. Het aantal gasaansluiting stijgt snel. In bijna alle gezinnen wordt gas gebruikt. Na het treffen van een aantal voorzieningen verkoopt het Gemeente Energie Bedrijf in 1964 het eerste Groningse aardgas. Hiermee komt een einde aan de distributie van stadsgas. De gashouders, die nog enige tijd dienst doen als kantoorruimte, worden in 1979 gesloopt.

28 66 Begin negentiende eeuw neemt het gasverbruik zo sterk toe, dat de capaciteit van de gasfabriek te klein dreigt te worden. Vandaar dat het Proveniershuis aan de Hoge Gouwe in 1909 plaats moet maken voor een andere energievoorziening: de elektriciteitscentrale. Vanaf die tijd wordt het gas- en elektriciteitsbedrijf aangeduid als Goudsche Lichtfabrieken. De aandrijving van de centrale geschiedt door stoomturbines. Aan de zuidoostzijde van de centrale ligt een klein rechthoekig gebouw, voorzien van een plat dak, waarin zich de ingang van de centrale bevindt. Boven de ingang bevindt zich het wapen van Gouda, geplaatst tussen twee schildhoudende leeuwen. Deze sculptuur is afkomstig van de in 1853 afgebroken Potterspoort. Op diverse plaatsen in de stad verschijnen verdeelpunten, die zijn ondergebracht in enorme zuilen, vanwege hun vorm aangeduid als peperbus. Het aantal aansluitingen op het elektriciteitsnet van gemeentezijde (straatlantaarns), bedrijven (krachtstroom) en particulieren (huisaansluitingen) groeit snel. Vandaar dat de capaciteit van de centrale regelmatig moet worden uitgebreid. Naast de centrale wordt in 1925 een hoogspanningsstation gebouwd, dat in 1939 plaatsmaakt voor een in functionalistische stijl opgetrokken schakelstation. Rond die tijd verandert de naam in Gemeente Licht Fabrieken (glf). In 1951 krijgt het bedrijf een meer eigentijdse naam: Gemeente Energie Bedrijf. Op de hoek van de Hoge Gou- Lichtfabriek aan de Hoge Gouwe we en het Rotterdamsche Veer (sedert 1960 Nonnenwater) verrijst in 1955 een nieuw administratiekantoor. In 1966 vindt de oprichting plaats van het Gemeenschappelijk Energiebedrijf Gouda en Omstreken (geb). Het hoofdkantoor is gevestigd aan het Nonnenwater. Maar niet voor lang. Tien jaar later reeds, in 1976, wordt een nieuw kantoor- en bedrijvencomplex aan de Nieuwe Gouwe Oostzijde in gebruik genomen. Daarna heeft de Goudse Waterleiding Maatschappij het kantoor aan het Nonnenwater enige tijd in gebruik. Wonen en werken Het Bolwerkterrein is tot 1930 geheel omgeven door water. Bruggen vormen de verbinding met de andere delen van de stad. De Pottersbrug verbindt het Bolwerk met de Hoge Gouwe, de Rabatbrug met de Wachtelstraat en de Jan Kattenbrug met de Kattensingel. Bij de reconstructie van het Bolwerk in 1960 wordt de Jan Kattenbrug vervangen door een vaste verbinding. Datzelfde jaar wordt de Nonnenbrug in de Hoge Gouwe gesloopt. Dertig jaar eerder, in 1930, is de Bagijnenbrug over de Verlorenkost bij de Vest afgebroken. Vermoedelijk zijn de nonnen van het klooster Sint-Marie door de toenmalige Gouwenaars aangezien voor begijnen, zusters die wel samenleven, maar geen kloostergelofte hebben afgelegd. De Regentessebrug verbindt tot 1995 de beide oevers van de Gouwe aan het eind van het Regentesseplantsoen. Vanaf 1976 is door de gemeente nagedacht over de sanering en de invulling van het door de gasfabriek vervuilde Bolwerkterrein. In de hoop dat de zeventig leden van de motorclub Black Harley zich rustig houden, stelt het gemeente in 1979 het leegstaande GEB-gebouw aan het Nonnenwater als onderkomen beschikbaar. Al snel veranderen de motorrijders hun clubgebouw in een vesting, bekend als de Harley-bunker. Van hieruit ondernemen zij hun activiteiten, die vooral buiten Gouda voor onrust zorgen. Begin 1982 is voor de politie de maat vol. Met 65 man sterk vallen zij de Harley-bunker binnen en houden vier leden aan. Deze inval betekent het einde van de motorclub Black Harley. Begin mei 1999 stelt de raad het stedenbouwkundig

29 exploiteren. Verder vindt fasering van de bouw plaats om zo het risico te spreiden. Voor het hotel wordt een andere exploitant gevonden, de keten Best Western Hotels. Omdat Bontenbal Bouw en de oorspronkelijke koper Park-King de financiering van de parkeergarage niet rond krijgen, verstrekt de gemeente een krediet. Nieuwbouw op Bolwerklocatie in Pottersplein. (Foto Nico J. Boerboom) masterplan Bolwerk vast. De klankbordgroep Bolwerk, een samenwerkingsverband van belanghebbende organisaties, vraagt aandacht voor de inpassing en de architectonische vormgeving van de nieuwbouw in de historische binnenstad. Een belangrijke rol speelt de maquette, die omwonenden en belangstellenden concreet laat zien hoe de bebouwing er uit komt te zien. Het opengraven van het Nonnenwater is onderdeel van het plan. Even nog dreigt de gemeente roet in het eten te gooien door het Bolwerkterrein aan te wijzen als een mogelijke locatie voor het nieuwe stadhuis (huis van de stad). Zover komt het niet omdat de keuze valt op de spoorzone-noord. In 2006 ondertekenen Bontenbal Bouw en de gemeente een intentieverklaring voor de realisatie van de plannen. Met hotelketen Golden Tulip en Park-King bereikt de gemeente overeenstemming over de bouw van het hotel en de parkeergarage. Het streven is dat de eerste hotelgasten Kaarsjesavond 2009 in het nieuwe Golden Tuliphotel kunnen inchecken. Maar de realisatie blijkt lastiger dan gedacht. Reeds in 2007 besluit de gemeente ondanks eerdere toezeggingen het Nonnenwater niet open te graven. De kosten zijn te hoog. Een jaar later breekt de economische crisis uit. Bontenbal Bouw kampt al snel met financieringsproblemen, terwijl hotelketen Golden Tulip wegens liquiditeitsproblemen afhaakt. Aanpassing van de plannen is noodzakelijk. De duurdere koopwoningen worden omgezet naar huurwoningen, die Mozaïek Wonen gaat Half december 2009 gaat na elf jaar plannen maken de eerste paal de grond in. In september 2010 start de verkoop van achtentwintig hof- en vijf atelierwoningen. De bouw maakt goede voortgang, tot in april 2012 het moederbedrijf van Bontenbal Bouw plotseling uitstel van betaling vraagt. De werkzaamheden worden onmiddellijk stilgelegd. Nadat Bontenbal Bouw failliet is verklaard, neemt de Rotterdamse aannemer Van Omme & De Groot het project over, met uitzondering van het Best Western Hotel, dat in augustus haar deuren opent. Medio september start de aannemer met de afbouw van de woningen. Twee maanden later wordt de parkeergarage in gebruik genomen. In april 2013 krijgen de eerste bewoners van de huurwoningen in de Lazarussteeg de sleutel overhandigd. Nieuwbouw op Bolwerklocatie in Sint Mariewal. (Foto Nico J. Boerboom) 67

30 68 Literatuur Abels, P.H.A.M., K. Goudriaan, N.D.B. Habermehl en J.H. Kompagnie (eds.), Duizend jaar Gouda. Een stadsgeschiedenis (Hilversum 2002). Bik, J.G.W.F., Vijf eeuwen medisch leven in een Hollandse stad (Assen 1955). Brink, Adri van den, Gespaard Landschap (3). De Mallegats Wijhe, het Moordrechtse Verlaat en het ontstaan van de Zuidplaspolder, Tidinge van die Goude 23 (2005) De Goudsche Lichtfabriek, Nieuwsbrief Monumentenzorg en archeologie 31 (2008) 8-9. Denslagen, Wim (ed.), Gouda. De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst (Zwolle/Zeist 2001). Dolder-de Wit, Henny, Goudse kloosters in de middeleeuwen (5). St. Marie, t convent upte Gouwe, Tidinge van die Goude 16 (1998) Dijkstra, J., M.C. Houkes en S. Ostkamp (eds.), Over leven aan de rand van Gouda. Een archeologische opgraving en begeleiding in het plangebied Bolwerk (Amersfoort 2010). n Eeuw energie. Gemeenschappelijk Energiebedrijf Gouda en Omstreken (Gouda 1987). Goudriaan, Koen, De vroegste kloosterstichting in Gouda, Tidinge van die Goude 14 (1996) Habermehl, Nico, Sporen van Erasmus in Gouda en omgeving (Amersfoort 2010). Kuipers-Verbuijs, en Inge Visschedijk, Gouda, Het Bolwerk (Gouda, z.j.). Leeuwen, Daan van, Leven buiten de stadsmuren. De wijze van functioneren van het Goudse leprooshuis in de late middeleeuwen, Tidinge van die Goude 31 (2013) Scheygrond, A., De namen der Goudse straten, wijken, bruggen, sluizen, waterlopen en poorten (Alphen aan den Rijn 1981). Taal, J., De Goudse kloosters in de middeleeuwen, (Gouda 1960). Veldman, Christiaan, Tot proffijt vande Stadt. Het einde van de Goudse kloosters en de verdeling van de erfenis van grond en gebouwen , De Schatkamer. Regionaal-Historisch Tijdschrift Midden-Holland 25 (2011) Kranten Algemeen Dagblad De Krant van Gouda Goudsche Courant Gouds Nieuwsblad Goudse Post Holland Silhouet Nieuwe Zuid-Hollander Postiljon Websites

31 gouwe verhalen Hermanus Boekamp (1927) Herman Boekamp vertelt De historie van Gouda, verteld door mensen die het verleden zelf beleefd hebben en meegebouwd hebben aan de ontwikkeling van de stad. Dat is de essentie van een serie interviews onder de titel Gouwe Verhalen. 69 Peter van Eijkelenburg Mijn grootvader was huisschilder en behanger. Hij was trouwens ook amateur kunstschilder, geen niveau Rembrandt natuurlijk. Schilders maakten toen vaak zelf hun verven en ook stopverf. In ieder geval deed hij dat wel. Stopverf is een mengsel van vooral gemalen krijt en lijnolie. Hij overleed vrij jong, in Zijn vijf zonen, onder wie mijn vader, namen het schildersbedrijf over en hebben het flink uitgebreid. Na ruim tien jaar besloten ze een eigen krijtmalerij te bouwen. Die ging in december 1913 open, aan de Nieuwe Gouwe Westzijde. Zo konden ze gemalen krijt gaan verkopen aan andere schildersbedrijven. Grote stukken ruw krijt kwamen per schip aan, pal voor het bedrijf aan de Nieuwe Gouwe. Het krijt kwam uit de krijtgroeven in Begië en in de champagnestreek, bij Reims. Zo n schip deed wel drie weken over de reis naar Gouda, vanwege alle sluizen onderweg. Krijt bestaat uit samengeperste schelpen, miljoenen jaren oud. De krijtbrokken werden eerst gedroogd in eigen ovens, gestookt met turf. Met de bedrijfsvoorraden turf heeft Boekamp in de oorlog nog veel mensen in Gouda kunnen helpen, als brandstof voor hun huiskachels. Na het drogen werd het krijt vermalen, met draaiende molenstenen. Mijn vader en zijn broers verpakten het krijtpoeder in jute zakken. Die repareerden ze ook zelf, in een eigen zakkenstopperij. Er was een enorme opslag van jute zak- (foto: Cornelis de Keizer, Empire Imaging) Nooit begrepen waarom m n ouders dat hebben aangedurfd in de oorlog

32 70 Nel als klein meisje (collectie Nel van Eyck) Drie zonen van oprichter Johannes Boekamp zetten het bedrijf van hun vader voort. vlnr Johannes Hermanus ( ), Johannes ( ) en Hermanus ( ). De laatste was de vader van Herman. (Collectie Boekamp) ken op het terrein. Dat heeft later nog tot een catastrofale brand geleid, door broei in die stapels jute. Vijftigduizend zakken weg, plus een paar opslagloodsen. Dat was in september Intussen waren twee broers van mijn vader het bedrijf uitgegaan. De drie gingen verder uitbreiden. Ze verkochten allerlei verfstoffen, loodmenie, zilverzand, puimsteen, vormzand voor de gieterijen, en Brussels aarde, toen een schuurmiddel voor het aanrecht en de keukenvloer. Ook aardverven en heel speciale rode verf, die ze verkochten aan de visboeren in Rotterdam. Want aan de rode kleur van de kieuwen van de vis kun je zien of de vis vers is, weet je wel. En ze importeerden klei. Die werd ook gedroogd, vermalen en in jute zakken verpakt. Dat kleipoeder ging naar de aardewerkfabrieken in Gouda en in andere plaatsen. Een speciaal product van krijtmalerij Gebroeders Boekamp was Victoria Pijpaarde, heel geschikt voor het maken van plamuur. Houten kruiwagens In de crisisjaren werd het moeilijk. Er bleef weinig vast personeel over. Als er een schip met krijt of klei aankwam, waren extra mensen nodig. Dan riepen ze een ploegje werklozen op om de lading te lossen. Waren die mensen ook weer blij. Dat ging met de hand, balen van vijftig kilo tillen, en dan in houten kruiwagens. Later kwamen er transportbanden, en nog later een kleine diesellocomotief die lorries vanaf de loskade naar de loodsen trok. In de oorlog kwam er gebrek aan dieselolie voor die locomotief, en moesten paarden de lorries trekken. De eerste vrachtauto s kwamen in het bedrijf, om de spullen naar de klanten te brengen. Een Mercedes, een Chevrolet, later een Magirus, Opel, Bedford, Panhard, Pegaso en een Daf. Die Pegaso was een moeilijk geval. Vier bestuurbare voorwielen, twee aan twee achter elkaar. Was heel moeilijk om die voorwielen goed uit te lijnen. En er kwamen personenauto s voor de directie. Een Renault en een Hanomag. Die laatste had een open dak. Al die auto s namen de Duitsers in de oorlog in beslag.

33 Nieuwe Gouwe Westzijde 2, het geboortehuis van Herman Boekamp. Rechts was het woonhuis, het linkerdeel was het kantoor van het bedrijf (Collectie Boekamp). Alleen de Bedford bleef in bezit, die was heel goed verstopt in een van de loodsen. Hebben de Duitsers nooit gevonden. De Ortscommandant van Gouda reed graag in de Hanomag rond. Hij deed dan het dak open en ging op de bijrijdersstoel staan, met zijn bovenlijf buiten. Dat vond hij leuk. Er was ook een dekschuit, gebouwd door Duivendijk in Stolwijkersluis, bijvoorbeeld voor vervoer van de klei naar de pottenbakkers hier in de stad, en voor al het andere plaatselijke transport van materialen. De Kukel heette die schuit. Is geschonken aan het Binnenhavenmuseum, in de Turfsingel. De schippers daar gebruiken het bijvoorbeeld om hun schepen te teren. feite sloopten ze allerlei dingen en namen die mee, niet alleen die auto s. Dat was gevaarlijk, want in de loodsen lagen ook spullen van de ondergrondse opgeslagen Er gebeurde ook iets opmerkelijks toen in Gouda broodschurft uitbrak. Dat was een soort huiduitslag, veroorzaakt doordat aan het broodmeel gemalen tulpenbollen werden toegevoegd. Een klein percentage krijt in het brood zou deze ziekte kunnen bestrijden. Dus vroegen de Duitsers mijn vader om krijt te leveren, voor de broodbakkers. De ondergrondse ging akkoord. De Duitsers gaven mijn vader een visum, waarmee hij de avontuurlijke en toch ook gevaarlijke reis naar een krijtfabriek in België kon maken. Later ging hij met dominee Ten Brink en pastoor Blom op de fiets naar De Krim, in Overijssel, om aardappels in te kopen. Dat lukte. Een paar schepen van De Hoop, ook uit Stolwijkersluis, vervoerden de aardappels naar de loswal van Boekamp. Maar tijdens het uitladen van de aardappels werd alles in beslag genomen op last van de De eerste krijtmolen, nog van hout, bij de start van het bedrijf, in 1914 (Collectie Boekamp) 71 De Balvert Mijn vader zat tijdens de oorlog in het verzet, hij was lid van de groep van de oude notaris Moerel. Wat hij daar allemaal uitgespookt heeft weet ik lang niet allemaal. Daar werd thuis natuurlijk nooit over gesproken. We hebben ook nooit het Verzetskruis aangevraagd of zo. Dat vonden we niet nodig. Hij moest wel toezien hoe Duitse militairen zogenaamd in het bedrijf kwamen werken. Ik herinner me ene Klipke, lang geen onaardige vent. Maar in

34 toenmalige voedselcommissaris Aantjes. En de beruchte de Balvert kwam samen met zijn kompaan Hoogendoorn, een moordsenaarsduo, met Duitse soldaten naar de Nieuwe Gouwe Westzijde om mijn vader en zijn broer te arresteren. Ze werden op het eigen bedrijfsterrein vastgehouden. Aan het eind van de dag mochten ze weer vrij. Omdat ze altijd goed waren geweest voor hun personeel, heb ik ooit als verklaring gehoord. 72 Kracht en zwakte Na de bevrijding kreeg het bedrijf van de geallieerden toestemming om in Duitsland klei te gaan kopen. Amerikaanse legervrachtwagens brachten de grondstof naar Gouda. Het was de tijd van krijtdistributie, er kon maar mondjesmaat invoer plaatsvinden. Toen dat krijtgebrek voorbij was, ging de uitbouw van het bedrijf verder. Een broer van mijn vader was in 1940 gestorven, de tweede ging in 1953 uit het bedrijf weg. Vorkheftrucks deden hun intrede. Die konden in een kwartier een vrachtauto lossen. Op het Lombokterrein, bij het station, kwam een eigen losperron. Met een verrijdbare losinstallatie, zodat de heftrucks de goederenwagons konden binnenrijden. Voor de nieuwbouw van magazijnen op het bedrijfsterrein kwam er een smederij, voor de staalconstructies. Er kwam een grote kraan, een nieuw kantoor, een verbeterde drooginstallatie en een volledig automatische maalinstallatie. In 1965 overleed mijn vader. Mijn jongere broer Elbert en ik waren toen al in het bedrijf en vormden samen de directie. In dat jaar was ook het 40-jarig dienstverband van bedrijfsleider Jan de Jong. Voor het onderhoud van onze vrachtauto s kwam er een garage, met eigen monteurs. Die eigen auto s waren altijd de kracht van Boekamp geweest, samen met de magazijnen waar alles op voorraad lag. Een klant die s ochtend een bestelling deed, kon er op rekenen dat die spullen nog dezelfde middag binnen gebracht waren. Maar het was tegelijk ook de zwakte. Want die vrachtwagens hadden dan geen lading op de terugweg naar Gouda. Een eigen vervoerder Een schip krijt lossen, met houten kruiwagens (Collectie Boekamp) mocht geen betaalde terugvracht van anderen accepteren. Dus werd ons wagenpark te duur. Voor het lossen van de schepen bedachten en construeerden we een nieuw systeem. Met zuignappen die een vacuüm konden trekken pikte de hijskraan voortaan de zakken uit het schip op. Verkocht Wij waren al een tijd alleenvertegenwoordiger van de grote Zwitserse handelsmaatschappij Omya-Plus Staufer. In 1987 heeft dat bedrijf de activiteiten van Boekamp overgenomen, maar niet het terrein en de bedrijfsgebouwen. Die verhuurden we aan de nieuwe eigenaren. Mijn broer en ik bleven directeur. Een jaar later ging ik met pensioen, en Elbert kreeg een verschil van mening met Omya. Hij is in 1997 overleden. Intussen had ik al het onroerend goed verhuurd aan de firma Bunnik, die in 2003 alles gekocht heeft. Nu staat er ondermeer een groot nieuwbouwkantoor van Hewlett Packard.

35 Tolerant Mijn moeder was Helena Koster, uit Rotterdam. Zij was onderwijzeres en werkte voor kinderen die door ziekte niet naar school konden. Ze gaf dus les bij die kinderen thuis. Mijn ouders woonden op het bedrijfsterrein van Boekamp. Aan de waterkant stond een groot huis. Rechts was de woning, het linkerdeel was het kantoor. Mijn zussen Lenie en Rita, een tweeling, wonen nu nog vlakbij dat vroegere huis, dat al lang geleden gesloopt is. Het barstte uit z n voegen door het zware verkeer, ook van de eigen bedrijfsauto s, ja. Ik ben dus van jongsaf opgegroeid met het bedrijf. Je wist niet anders. In de vakanties ging ik vaak met de vrachtauto s mee. Toen ik wat ouder was, ging ik dan op het bedrijfsterrein van de klant gerust een beetje ma- noeuvreren met zo n auto. Toch was het lang niet vanzelfsprekend dat ik in het bedrijf zou komen te werken. Ik weet wel dat mijn vader het altijd gehoopt heeft. Maar hij heeft nooit druk op mij uitgeoefend. Hij was heel tolerant. Mijn hobby was chemie. Dus er was wel een zeker verband. Na de Westerschool en de Prinses Juliana-mulo, aan de Martenssingel, ging ik naar het Christelijk Lyceum in Alphen. Omdat er in Gouda geen christelijke hbs was. Op die opleiding in Alphen heb ik mijn latere vrouw leren kennen, Hannie Sierink, ook hier uit Gouda. Helaas is zij een paar jaar geleden overleden. Wij waren daar in de oorlogsjaren. De Duitsers hadden ons schoolgebouw bezet. Dus hadden we geen echt scheikundelokaal meer. We kregen les in allerlei andere gebouwen in Alphen, en de scheikundeles ging alleen uit 73 Reclamefolder van de firma Boekamp, met vermelding van alle specialiteiten (Collectie Boekamp).

36 74 Opel met trailer, geladen met zakken krijt, rond (Collectie Boekamp ) boeken, niet in een praktikumlokaal. Ik ging naar drogist Van der Wouden aan de Zeugstraat om chemicaliën te kopen voor mijn scheikundeproefjes thuis. Zo deed toch nog de dingen die ik op school moest missen. Bijvoorbeeld zilverchloride en bariumsulfaat maken. Vond ik interessant. Fascinerend om die stoffen te kunnen maken. Vanwege m n belangstelling voor chemie ging ik scheikunde studeren aan de TH in Delft. Tijdens die studie was ik ook twee jaar in dienst bij de TH, als assistent van de bekende professor Waterman en als hoofd van het laboratorium oliën en vetten. Daarmee verdiende ik ruim 190 gulden in de maand, heb ik laatst nog nagevonden. Dat was voor die tijd natuurlijk al wel heel aardig. Die Waterman was zijn tijd ver vooruit. Achteraf krijg ik steeds meer bewondering voor hem. Hij was toen al bezig met dingen als afval scheiden. Een autoriteit ook op het gebied van aardolie. Had overal connecties: bij de Kema, Shell, Hoogovens, etcetera. Ik was, onder zijn supervisie, ook studiebegeleider van ongeveer tien jongerejaars-studenten van de TH, die in dat laboratorium bezig waren. Luchtmachtstaf Na de studie moest ik eerst in militaire dienst. Kwam terecht bij de staf van de luchtmacht, bij de chef technische zaken en materieel. In Scheveningen, naast het Kurhaus. Niet verkeerd, die plek. Ik kon bovendien gewoon in Gouda blijven wonen, en met trein en tram elke dag naar mijn officiersbaantje. Als vliegers bijvoorbeeld

37 iets vreemds roken in hun cockpit, moest ik op zoek naar wat de oorzaak kon zijn. Onderzoek, en overleg met tno was dan aan de orde. Mei 1956 kwam ik dan toch bij het bedrijf te werken. Als technisch-commerciëel medewerker. De chemische kant van het werk kende ik natuurlijk wel. En van de commerciële kant had ik genoeg gehoord van mijn vader. De verkooppraatjes zaten er wel in. Hoewel mijn broer Elbert daar toch beter in was. De Boekamp-tandem, zo werden wij genoemd. Wat de een niet wist, dat wist de ander wel. Bloedserieus In 1943 ben ik toegetreden tot de vnv, de afkorting van Voor Nederlands Vrijheid. Dat was de jongerenorganisatie van de BS, de Binnenlandse Strijdkrachten. Een van de commandanten daarvan was Wim de Jong. Later is hij piloot geworden en omgekomen bij een ongeluk boven het Skagerrak. Onder zijn passagiers was Koos Vorrink, de grote PvdA-politicus na de oorlog. In Gouda waren ongeveer 150 jongeren lid van de vnv. Dat was bloedserieus werk, niet alleen n spannend jongensboek. We leerden bijvoorbeeld om blind een stengun uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Waar die wapens vandaan kwamen wisten we niet en mochten we niet weten. Hoe minder je weet, hoe minder je kan vertellen als je gepakt wordt. Dat was het idee erachter. We hielden troepenbewegingen in de gaten en meldden die. We deden soms wapentransporten. Er moest een wapen van Gouda naar Woerden gebracht worden. Ik op de fiets vooruit, en de man met het wapen een stuk achter mij. Als ik aangehouden zou worden, kon die ander zich hopelijk nog uit de voeten maken. In mijn jongenskamer in het ouderlijk huis was een afluisterpost. Die was dag en nacht actief, in ploegendienst. Hoe mijn ouders dat hebben durven toestaan, heb ik nooit goed begrepen. De stroom tapten we af vanuit een trafohuisje langs de straat. Illegaal dus. De man van het elektriciteitsbedrijf die dat geregeld had voor ons, onze buurman Singels, is daar later voor op het matje geroepen. Want zijn chef had ontdekt dat er onverklaarbaar stroom verdween. Op het moment dat bij ons de Engelse zender aanging, ontstak buiten ineens een straatlantaarn. Zo is het ontdekt. Alle informatie die we vergaarden, gaven we door aan iemand die werkte bij meubel- en stofferingszaak Bik, op de hoek van de Korte en de Lange Tiendeweg. Die verzamelde alle inlichtingen. Meteen na de oorlog is de vnv nog een tijdje actief gebleven. Een Canadese soldaat heb ik beschermd tegen iemand die hem van zijn sigaretten wilde beroven. We bewaakten voedseltransporten. En we bewaakten NSBers die toen geïnterneerd werden in de Kaarsenfabriek. Koerierster Mijn latere vrouw Hannie was in de oorlog koerierster voor de verzetskrant Trouw. Daar heette zij Jopie. Bij dagblad Trouw is ze na de oorlog ook in dienst getreden. Op de administratie, en korte tijd ook wel als verslaggeefster, hier in Gouda. Totdat de Goudse editie van Trouw werd opgeheven. Later heeft ze op het hoofdkantoor van Shell in Den Haag gewerkt, tot we gingen trouwen. Want gehuwde vrouwen mochten niet bij Shell werken. Dat was toen nog heel gewoon. Nu zouden we dat discriminatie noemen. En het was eigenlijk gek, want Shell was wel zo progressief dat daar al de vijfdaagse werkweek was ingevoerd. We kregen vier kinderen, Annemarie, Ruud, Helma en Jurriaan. De oudste is docent biologie in Montfoort. Ruud heeft ook de TH in Delft gedaan, is natuurkundig ingenieur in Amerika en instructeur zeezeilen. Helma woont in Halle, bij Doetinchem, heeft een hondentrimsalon en houdt paarden en kippen. Jurriaan woont op Tasmanië, maar barst van de heimwee naar Nederland. Alleen: zijn Australische vrouw kon in Nederland niet aarden, en haar diploma s golden hier niet. Zijn grote wens is ooit een eigen bierbrouwerij op te richten. Hij heeft hier bij Heineken gewerkt en heeft brouwketels van Heineken naar Tasmanië laten transporteren. Die kosten vielen nog wel mee, per container. Dat is echt zijn droom. 75

38 76 Zwemmen, voetballen, roeien, langlaufen Mijn jeugd was leuk, sportief ook. Veel zwemmen, in het bad in de Houtmansgracht. Soms al om half zeven in de ochtend. Stond de volgende dag in de krant: Er waren slechts vier bezoekers. En in het Spaardersbad en in de Reeuwijkse Plassen. Voetbal bij Jodan Boys. Ik was niet zo begaafd, hoger dan het tweede elftal kwam ik niet. Ik was spil, midhalf. De twee broers Graafland, dát waren goede voetballers. Een kleinzoon van een van hen is nu ook heel goed bij Jodan, dus het zit in de genen. Wij hebben als jongens destijds ook een eigen voetbalclubje opgericht, De Jonge Bataven. Later ging ik roeien en roei-instructie geven, Hannie ook. Nog steeds ben ik lid van de Roei- en Zeilvereniging Gouda. En we deden jarenlang aan langlaufen, als lid van de Langlaufvereniging Gouda. Herman Boekamp wordt geïnterviewd door Peter Eijkelenburg (Cornelis de Keizer: Empire Imaging)

Informatie voor de scholen over het lot van de Joodse families Van Tijn en Van Leeuwen in Naaldwijk en Monster

Informatie voor de scholen over het lot van de Joodse families Van Tijn en Van Leeuwen in Naaldwijk en Monster Naar aanleiding van het plaatsen van struikelstenen in de Monsterse Zeestraat (en in Naaldwijk) schreven Jolanda Faber en Leo van den Ende onderstaande informatie voor de scholen. Bijgaand ook enkele foto's

Nadere informatie

Maurits de Leeuw, mijn grootvader, werd in 1887 in Steenwijk geboren als oudste zoon van Simon de Leeuw en Kaatje Kan.

Maurits de Leeuw, mijn grootvader, werd in 1887 in Steenwijk geboren als oudste zoon van Simon de Leeuw en Kaatje Kan. Stolpersteine of Struikelstenen bij Kornputsingel 28 Mijn naam is Moshé Lewkowitz. Ik ga iets vertellen over de Joodse bewoners van dit huis en na afloop daarvan ter nagedachtenis het Kaddisj gebed uitspreken.

Nadere informatie

Een brief schrijven aan Anne Frank

Een brief schrijven aan Anne Frank Thema: Bestaat vrede? Geschiedenis Belangrijke mensen Anne Frank Moeilijkheid; **** Tijd: *** Juf Yvonne Een brief schrijven aan Anne Frank Doel: Na deze opdracht weet je meer over het leven van Anne Frank.

Nadere informatie

Mergelweg 129 Horst Wolfgang

Mergelweg 129 Horst Wolfgang Mergelweg 129 Horst Wolfgang Adres : Mergelweg 129 Naam :Horst Wolfgang Kochmann Geboorte :6 december 1912 in Berlijn Arrestatie :25 augustus 1942 Deportatie :28 augustus 1942 Trein : 14 e trein met 608

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Joden vervolging in de 2e WO

Werkstuk Geschiedenis Joden vervolging in de 2e WO Werkstuk Geschiedenis Joden vervolging in de 2e WO Werkstuk door een scholier 1359 woorden 21 februari 2004 6,1 464 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud Inleiding Wat is jodenvervolging? Verplichte

Nadere informatie

Edith Rosey Beek, geb. 21 april Correspondentieadres dr. A. Beek, Lange Tiendeweg 54 in Gouda.

Edith Rosey Beek, geb. 21 april Correspondentieadres dr. A. Beek, Lange Tiendeweg 54 in Gouda. 1 Het dossier van Edith Beek door Raymund Schütz Ergens tussen de duizenden genummerde dozen staat de doos met het dossier van Edith Rosey Beek, nummer.. Het vergt enige krachtsinspanning om de rolkasten

Nadere informatie

Hieronder vindt u het uitgebreide verslag van de zesde Stolpersteineplaatsing in Gouda op 26 februari 2016.

Hieronder vindt u het uitgebreide verslag van de zesde Stolpersteineplaatsing in Gouda op 26 februari 2016. Van: soesja citroen [stolpersteinegouda@gmail.com] Verzonden: zaterdag 27 februari 2016 17:44 Aan: soesja citroen Onderwerp: Verslag van de plaatsing van tien nieuwe Stolpersteine in Gouda op 26 februari

Nadere informatie

Wat rest is een foto

Wat rest is een foto Wat rest is een foto Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum, Leeuwarden

Nadere informatie

Ovb. Archiefdd. Paraaf. Door middel van deze brief willen we graag het project 'Zes steentjes in Gouda'onder uw aandacht brengen.

Ovb. Archiefdd. Paraaf. Door middel van deze brief willen we graag het project 'Zes steentjes in Gouda'onder uw aandacht brengen. gemeente gojda Ingekomen BAC Nr. -\.Qs-2. M Ovb 1 0 AUG 2010 DSP, BonU Gouda, 24 juli 2010 00005555 Afdeling G^Sk Afdoen voor /«team Naam Archiefdd. Paraaf Aan de Gemeente Gouda, t.a.v. mevr. Drs. B. Lubbers

Nadere informatie

Trompstraat 77 Trompstraat 77 Trompstraat 77

Trompstraat 77 Trompstraat 77 Trompstraat 77 Trompstraat 77 EMANUEL HILVERSUM op 21-05-1943 32 jaar oud Emanuel werd geboren op 6 oktober 1910 in Amersfoort. Zijn vader - Nathan Hilversum - overleefde zelf de oorlog, maar Emanuel en zijn vijf broers

Nadere informatie

L E E R W I N S C H O T E N W E S T E R B O R K V U G H T W E S T E R B O R K S O B I B O R

L E E R W I N S C H O T E N W E S T E R B O R K V U G H T W E S T E R B O R K S O B I B O R L E S B R I E F B O V E N B O U W B A S I S O N D E R W I J S Op de weg van Liesel Aussen L E E R W I N S C H O T E N W E S T E R B O R K V U G H T W E S T E R B O R K S O B I B O R Op deze foto zie je

Nadere informatie

14 scholieren Quakerschool Eerde vermoord in WO 2

14 scholieren Quakerschool Eerde vermoord in WO 2 14 scholieren Quakerschool Eerde vermoord in WO 2 Veertien leerlingen van de Quakerschool Eerde zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) omgekomen. Ze dachten een veilig onderkomen te vinden in

Nadere informatie

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes, Toespraak Gerdi Verbeet Onthulling vernieuwd monument Voorhout, 3 mei 2017 Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes, Hartelijk dank dat u mij vandaag de gelegenheid geeft iets te

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin

Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin Praktische opdracht Geschiedenis Rolverdeling in het gezin Praktische-opdracht door een scholier 2111 woorden 7 februari 2003 7,7 39 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding: Dit hoofdstuk gaat over

Nadere informatie

TOESPRAAK. Dodenherdenking Hoeksche Waard

TOESPRAAK. Dodenherdenking Hoeksche Waard TOESPRAAK Dodenherdenking Hoeksche Waard College van burgemeester en wethouders en raadsleden 4 mei 2019 Dames en heren, jongens en meisjes, Elk jaar, op de avond van 4 mei, herdenken wij onze oorlogsslachtoffers.

Nadere informatie

Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib

Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib Het is Kerstmis, 1938. De 28-jarige Brits-Joodse effectenhandelaar, Sir

Nadere informatie

Stemmen van nerinnering uit Beth Shalom

Stemmen van nerinnering uit Beth Shalom Wat houdt Joden bijeen? Die vraag proberen bewoners van het zorgcentrum Beth Shalom te beantwoorden in het boelc SOplus Joden. Een voorpublicatie. In de Amsterdamse wijk Buitenveldert staat Beth Shalom,

Nadere informatie

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven Inleiding Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven In de jaren dertig groeide onze moeder op in Zuid-Limburg. Mama is de oudste van tien kinderen. Toen ze vier jaar oud was, kwam haar oma bij

Nadere informatie

Schilndler s list gaat over de tweede wereld oorlog. Schindler wil gebruik maken van de joden.

Schilndler s list gaat over de tweede wereld oorlog. Schindler wil gebruik maken van de joden. Filmverslag door M. 1967 woorden 6 november 2014 8,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Het gaat over een man Schindeler hij is een Duitser. Hij is geboren in 1908 in het plaatsje Zwittau

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

WERKBLAD CARLA VEFFER

WERKBLAD CARLA VEFFER WERKBLAD CARLA VEFFER Bron 1. foto Carla met neefje en tante Carla Veffer is geboren op 23 april 1928. De foto is genomen in 1940. Hoe oud is Carla op deze foto? of.. In februari 1943 komt Carla samen

Nadere informatie

Struikelstenen Appingedam. Een mens is pas vergeten als zijn naam is vergeten

Struikelstenen Appingedam. Een mens is pas vergeten als zijn naam is vergeten Struikelstenen Appingedam Een mens is pas vergeten als zijn naam is vergeten Joodse gemeenschap Appingedam De Joodse gemeenschap van Appingedam dateert al van de late middeleeuwen en is daarmee een van

Nadere informatie

Maar de grootste held was oma die bij de huiszoeking zo rustig is gebleven.

Maar de grootste held was oma die bij de huiszoeking zo rustig is gebleven. Aufmachen! Voor de deur staan een paar Duitse soldaten en Nederlandse landwachten (gewapende hulppolitie). Een jonge vrouw doet open en de mannen stormen binnen. Het kleine meisje begint van schrik te

Nadere informatie

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen. 35 God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6 Abraham wist dat God zich met Sodom en Gomorra aan Zijn woord gehouden had. Hij vertrouwde erop dat God Zijn belofte aan hem en Sara ook zou houden. Ze zouden een

Nadere informatie

6,5. Spreekbeurt door Een scholier 1334 woorden 28 december keer beoordeeld. Geschiedenis ANNE FRANK. Mijn hoofdstukken zijn:

6,5. Spreekbeurt door Een scholier 1334 woorden 28 december keer beoordeeld. Geschiedenis ANNE FRANK. Mijn hoofdstukken zijn: Spreekbeurt door Een scholier 1334 woorden 28 december 2004 6,5 200 keer beoordeeld Vak Geschiedenis ANNE FRANK Mijn hoofdstukken zijn: - Voor de onderduik - Tijdens de onderduik - De onderduikers - Kitty

Nadere informatie

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015 OORLOG IN OVERIJSSEL 2015 Opdrachten bij de film Naam Groep.. BEZETTING duur: ca. 15 minuten In de film zie je beelden van Hitler. Wie was hij? In welk jaar kwam Hitler aan de macht en welke plannen had

Nadere informatie

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school. Een Berbers dorp Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Marokko. In een buitenwijk van de stad Nador. Iedereen kent elkaar en altijd kun je bij de mensen binnenlopen. Als er feest is, viert het

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Tweede Wereldoorlog

Werkstuk Geschiedenis Tweede Wereldoorlog Werkstuk Geschiedenis Tweede Wereldoorlog Werkstuk door een scholier 1663 woorden 7 juni 2004 6,3 124 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1: Spanning voor de oorlog Hoofdstuk 2:

Nadere informatie

Toespraak Gerdi Verbeet. Nationale Holocaust Herdenking Amsterdam, 31 januari Geachte aanwezigen, dames en heren,

Toespraak Gerdi Verbeet. Nationale Holocaust Herdenking Amsterdam, 31 januari Geachte aanwezigen, dames en heren, Toespraak Gerdi Verbeet Nationale Holocaust Herdenking Amsterdam, 31 januari 2016 Geachte aanwezigen, dames en heren, De Tweede Wereldoorlog ligt alweer een hele tijd achter ons, inmiddels 71 jaar. Toch

Nadere informatie

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam Leerlingen handout stadswandeling Amsterdam Groep 1: de Surp Hoki Armeens Apostolische kerk Adres: Kromboomsloot 22, Amsterdam Namen leerlingen: In deze handout staat alle informatie die je nodig hebt

Nadere informatie

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen,

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen, Toespraak Gerdi Verbeet Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni 2016 Geachte aanwezigen, Dank voor de uitnodiging om hier te komen spreken in Doorn, dichtbij Den Dolder

Nadere informatie

BIJDRAGE HERDENKING 12 april 2015

BIJDRAGE HERDENKING 12 april 2015 BIJDRAGE HERDENKING 12 april 2015 Geachte dames en heren, lieve familie en vrienden, Op 12 april 1945 was ik hier ook. Ik ben Eva Weyl en was toen bijna 10 jaar. Ik herinner mij de bevrijding heel goed;

Nadere informatie

H E R I N N E R I N G S C E N T R U M K A M P W E S T E R B O R K

H E R I N N E R I N G S C E N T R U M K A M P W E S T E R B O R K Het dagboek van Simon Lesmateriaal H E R I N N E R I N G S C E N T R U M K A M P W E S T E R B O R K Het dagboek van Simon Lesmateriaal Dit lesmateriaal hoort bij de strip Het dagboek van Simon en is ontwikkeld

Nadere informatie

Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog. Marte Jongbloed Roelof van der Schans

Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog. Marte Jongbloed Roelof van der Schans Lesbrief bij het boek Kiezen in de oorlog Marte Jongbloed Roelof van der Schans Lees dit boek lekker rustig door. Beantwoord iedere keer als je een hoofdstuk uitgelezen hebt de vragen die bij dat hoofdstuk

Nadere informatie

Filmverslag Nederlands De tweeling

Filmverslag Nederlands De tweeling Filmverslag Nederlands De tweeling Filmverslag door een scholier 1926 woorden 10 maart 2005 6,6 402 keer beoordeeld Vak Nederlands De tweeling 1. Verklaar de titel van de film. De titel van de film is

Nadere informatie

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Adolf Hitler In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij was de leider van de nazi-partij. Hij zei tegen de mensen: `Ik maak van Duitsland

Nadere informatie

2000 WOORDEN EN 200 BEELDEN

2000 WOORDEN EN 200 BEELDEN 2000 WOORDEN EN 200 BEELDEN Vervolging en deportatie van de Joden in Nederland 1940-1945 Een korte virtuele rondgang door de tentoonstelling in het Nederlands paviljoen in Auschwitz http://www.auschwitz.nl/paviljoen

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Dit boekje is van. Doodgewone Helden

Dit boekje is van. Doodgewone Helden Dit boekje is van Doodgewone Helden Echte helden! Je kent ze misschien wel van tv. Ze kunnen vliegen, ze kunnen mensen redden uit brandende gebouwen en ze vechten tegen slechteriken. Iedereen heeft zo

Nadere informatie

DIT BOEKJE IS VAN DOODGEWONE HELDEN

DIT BOEKJE IS VAN DOODGEWONE HELDEN DIT BOEKJE IS VAN DOODGEWONE HELDEN ECHTE HELDEN! JE KENT ZE MISSCHIEN WEL VAN TV. ZE KUNNEN VLIEGEN, ZE KUNNEN MENSEN REDDEN UIT BRANDENDE GEBOUWEN EN ZE VECHTEN TEGEN SLECHTERIKEN. IEDEREEN HEEFT ZO

Nadere informatie

mirjam prinsen Door de ogen van mijn moeder Oorlogsherinneringen van een Rotterdams meisje

mirjam prinsen Door de ogen van mijn moeder Oorlogsherinneringen van een Rotterdams meisje mirjam prinsen Door de ogen van Oorlogsherinneringen van een Rotterdams meisje mijn moeder Kom vanavond met verhalen hoe de oorlog is verdwenen en herhaal ze honderd malen, alle malen zal ik wenen Uit

Nadere informatie

Wie is Wie? Zet het nummer van het bijschrift bij de goede foto.

Wie is Wie? Zet het nummer van het bijschrift bij de goede foto. Wie is Wie? Zet het nummer van het bijschrift bij de goede foto. (28 september 1942) Het benauwt me ook meer dan ik zeggen kan dat we nooit naar buiten mogen, en ik ben erg bang dat we ontdekt worden en

Nadere informatie

Boek 1 De jongen in de gestreepte pyjama

Boek 1 De jongen in de gestreepte pyjama Boek 1 De jongen in de gestreepte pyjama Zakelijke gegevens: 1. Titel van het boek: De jongen in de gestreepte pyjama. 2. Het boek heeft geen ondertitel. 3. De auteur van het boek is John Boyne 4. Het

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Dit zijn de eerste vijf namen op de bladzijde die is omgeslagen, in de kleine kapel hier achter mij.

Dit zijn de eerste vijf namen op de bladzijde die is omgeslagen, in de kleine kapel hier achter mij. 1 Ieder mens telt Toespraak Commandant der Strijdkrachten, Generaal T.A. Middendorp, ter gelegenheid van de herdenking op het Ereveld Loenen, op 4 mei 2017. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Debora

Nadere informatie

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van. Vincent van Gogh Een van de beroemdste schilders die Nederland heeft gehad was Vincent van Gogh. Deze kunstenaar heeft zelfs zijn eigen museum gekregen in Amsterdam. Toch wel heel bijzonder, zeker als

Nadere informatie

Marie Anne Tellegen overleefde de oorlog. Zij werd na de oorlog benoemd tot directeur van het Kabinet der Koningin (1945-1959).

Marie Anne Tellegen overleefde de oorlog. Zij werd na de oorlog benoemd tot directeur van het Kabinet der Koningin (1945-1959). Werkblad 1: Marie Anne Tellegen. Mijn naam is Marie Anne Tellegen. Ik ben geboren in het jaar 1893 in Arnhem. Mijn vader was burgemeester van Amsterdam van 1915 tot 1921. In februari 1944 kwam ik in de

Nadere informatie

Anne Frank, haar leven

Anne Frank, haar leven Vragen en opdrachten bij: Anne Frank, haar leven Doe meer met Leeslicht! Bij alle boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER

Bijbel voor Kinderen. presenteert JACOB DE BEDRIEGER Bijbel voor Kinderen presenteert JACOB DE BEDRIEGER Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

HET TRIESTE VERHAAL VAN EEN JOODS MEISJE IN GOUDA. door Paul Beek

HET TRIESTE VERHAAL VAN EEN JOODS MEISJE IN GOUDA. door Paul Beek HET TRIESTE VERHAAL VAN EEN JOODS MEISJE IN GOUDA door Paul Beek Barak 35 Polizeiliches Durchgangslager Westerbork; een barak van weeskinderen in Drenthe, de verzamelplaats in Nederland voor Joden met

Nadere informatie

WERKBLAD WANDA VERDUIN

WERKBLAD WANDA VERDUIN WERKBLAD WANDA VERDUIN Zoek aanvullende informatie op internet: www.joodsmonument.nl en www.joodsekindereninkampvught.nl Bron 1. foto Wanda Wanda Verduin is geboren op 20 augustus 1925. Deze foto is van

Nadere informatie

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012.

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012. Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012. Dames en heren, Op 11 april 1945, begin van de middag, werd Buchenwald door het

Nadere informatie

Alleen een plastic tasje

Alleen een plastic tasje Alleen een plastic tasje Gaat u zitten, fijn dat u er bent. Wilt u thee? Met suiker? Zal ik beginnen bij het begin? Ik woon hier sinds 1970. Toen ik hier aankwam, had ik alleen een klein plastic tasje

Nadere informatie

Van stolperstein, schaamte en symboliek

Van stolperstein, schaamte en symboliek Van stolperstein, schaamte en symboliek Grafsteen van de familie Bermann op de Joodse begraafplaats in Kusel Hoe denkt jouw generatie over ons, over de geschiedenis? vraagt mevrouw Ulrike Nagel, de burgemeester

Nadere informatie

2 maart 1945. 2 maart 2016. Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg

2 maart 1945. 2 maart 2016. Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg 2 maart 1945 2 maart 2016 Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg Er kwamen 4 Duitsers bij de Bark. Ze slaan piketten, voor het plaatsen van batterijen veldartillerie. Maar op die dag gingen de verzetsgroepen

Nadere informatie

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen Voor Fritz - 1 - - 2 - Over de Maas Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen Harrie Bloemen - 3 - - 4 - Harrie bij de resten van een ontplofte nevelwerper raket, lente 1946 in de achtertuin -

Nadere informatie

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951 Leven in veiligheid Niemand laat zonder reden zijn familie, vrienden en bezittingen achter. Vluchtelingen kunnen niet anders. De situatie in hun eigen land is te gevaarlijk om er te blijven. Ze vluchten

Nadere informatie

D DE HISTORISCHE PLAATS HUMBERGHAUS HET VERHAAL VAN EEN FAMILIE

D DE HISTORISCHE PLAATS HUMBERGHAUS HET VERHAAL VAN EEN FAMILIE D DE HISTORISCHE PLAATS HUMBERGHAUS HET VERHAAL VAN EEN FAMILIE Didactische materialen D: Vragenlijst voor groepswerk Uitgever en verantwoordelijk Historische Vereniging Dingden Heimatverein Dingden e.

Nadere informatie

Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland

Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland Ik ben Mirjam Krieg. Ik ben in 1933 geboren in Amsterdam. Eerder dat jaar waren mijn ouders met mijn zus Duitsland ontvlucht. De nazi-praktijken reisden hen echter achterna. Zo mocht ik als Joods meisje

Nadere informatie

werkt voor en met bewoners in wijken en buurten

werkt voor en met bewoners in wijken en buurten werkt voor en met bewoners in wijken en buurten Oma Geertje vertelt. 2 Welbions: we werken er allemaal. Wij zijn dé woningcorporatie van Hengelo en verhuren meer dan 13.000 woningen aan in totaal 25.000

Nadere informatie

Echt vrij waren we niet

Echt vrij waren we niet Echt vrij waren we niet Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje (1870-1964) FREEK DIJS

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje (1870-1964) FREEK DIJS Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje (1870-1964) FREEK DIJS Van wie ben jij er één? Dat was telkens de vraag van tante Betje als ik bij mijn oma, haar zuster, kwam logeren in Baarn. Die vraag

Nadere informatie

6.7. Boekverslag door X woorden 8 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. 1: Inleiding

6.7. Boekverslag door X woorden 8 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. 1: Inleiding Boekverslag door X. 2555 woorden 8 februari 2002 6.7 873 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1: Inleiding Anne frank wordt op 12 juni 1929 geboren in Frankfurt aan de main (Duitsland). Anne heeft een zusje,

Nadere informatie

Daar mogen jullie niet naar kijken!

Daar mogen jullie niet naar kijken! Daar mogen jullie niet naar kijken! Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

Rassenleer. Nog lager stonden volgens hem de zigeuners en vooral de joden. Dat waren geen mensen maar ongedierte, dat uitgeroeid moest worden.

Rassenleer. Nog lager stonden volgens hem de zigeuners en vooral de joden. Dat waren geen mensen maar ongedierte, dat uitgeroeid moest worden. De Holocaust Rassenleer Lang voordat Hitler de leider van Duitsland werd, schreef en vertelde hij over de rassenleer. Dat was een theorie die beweerde dat mensen waren verdeeld in rassen: zwakke, minderwaardige

Nadere informatie

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug. 1950 Het huilende beeld De zon schijnt met hete stralen op het kleine dorpje. Niets beweegt in de hitte van de middag. De geiten en koeien slapen in de schaduw. De blaadjes hangen stil aan de bomen. Geen

Nadere informatie

LES 2. Invloed van je gezin. Lees. Lees. Maak Maak een voorbeeld van een dier. Leer. Bid Bid dat je een positieve invloed zal.

LES 2. Invloed van je gezin. Lees. Lees. Maak Maak een voorbeeld van een dier. Leer. Bid Bid dat je een positieve invloed zal. Invloed van je gezin De ouders van Debbie gingen scheiden toen zij 6 jaar was. Ze was haar hele leven naar de kerk gegaan-- soms met haar moeder en soms met haar vader, omdat zij een verschillend geloof

Nadere informatie

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

WERKBLAD JUDITH WURMS

WERKBLAD JUDITH WURMS WERKBLAD JUDITH WURMS Bron 1. foto Judith Judith Wurms is geboren op 23 juli 1932. Op deze foto is ze 9 of 10 jaar oud. Bestudeer de foto. Bij welke gelegenheid is deze genomen? Bron 2. foto moeder Op

Nadere informatie

Heerenkleeding Wat heeft heerenkleeding te maken met financiële en juridische dienstverlening? Zoektocht: Heerenkleeding:

Heerenkleeding Wat heeft heerenkleeding te maken met financiële en juridische dienstverlening? Zoektocht: Heerenkleeding: Heerenkleeding Wat heeft heerenkleeding te maken met financiële en juridische dienstverlening? Het antwoord op deze vraag, vindt u in de onderstaande tekst. Zoektocht: In 2006 en de jaren daarvoor was

Nadere informatie

Lesbrief Van Papa, voor Sammie

Lesbrief Van Papa, voor Sammie Lesbrief Van Papa, voor Sammie 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Introductie 4 Tweede Wereldoorlog 5 Concentratiekamp 6 Stripverhaal (opdracht) 8 Collage maken (opdracht) 9 Colofon 10 2 Inleiding Voor u ligt

Nadere informatie

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh? Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh? Soms weten bezoekers ons tijdens rondleidingen te vermelden dat Vincent van Gogh ooit een kamertje bewoonde in hotel Schafrath aan het Park in Nuenen.

Nadere informatie

Een nagelaten bekentenis. Het bekende verhaal van Marcellus Emants, naverteld door Helene Bakker

Een nagelaten bekentenis. Het bekende verhaal van Marcellus Emants, naverteld door Helene Bakker Een nagelaten bekentenis Het bekende verhaal van Marcellus Emants, naverteld door Helene Bakker Moeilijke woorden zijn onderstreept. Ze worden uitgelegd in de woordenlijst op pagina 118. dit boek heeft

Nadere informatie

HOLOCAUST BIBLIOTHEEK. Salo Muller. Tot vanavond en lief zijn hoor! oorlogsherinneringen

HOLOCAUST BIBLIOTHEEK. Salo Muller. Tot vanavond en lief zijn hoor! oorlogsherinneringen HOLOCAUST BIBLIOTHEEK Salo Muller Tot vanavond en lief zijn hoor! oorlogsherinneringen Tot vanavond en lief zijn hoor! 1 Salo Muller Tot vanavond en lief zijn hoor! oorlogsherinneringen 2 3 Voor Conny

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Handleiding leerkracht bij de digibordles De bevrijding van Hoogeveen, 10 en 11 april 1945

Handleiding leerkracht bij de digibordles De bevrijding van Hoogeveen, 10 en 11 april 1945 Handleiding leerkracht bij de digibordles De bevrijding van Hoogeveen, 10 en 11 april 1945 De digibordles is speciaal gemaakt ter gelegenheid van Bevrijding Hoogeveen 70 jaar voor de groepen 7 en 8 van

Nadere informatie

Toespraak Gerdi Verbeet. Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober Vrijheid en verbinding. Dames en heren,

Toespraak Gerdi Verbeet. Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober Vrijheid en verbinding. Dames en heren, Toespraak Gerdi Verbeet Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober 2016 Vrijheid en verbinding Dames en heren, Twee weken geleden vond de jaarlijkse herdenking plaats in het Oranjehotel te Scheveningen, waar

Nadere informatie

De oorlog is er elke dag

De oorlog is er elke dag De oorlog is er elke dag Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Bauke Boersma en Auke Zeldenrust Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Hans Groeneweg Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries

Nadere informatie

B U R E N. Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van jouw school?

B U R E N. Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van jouw school? B U R E N Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van jouw school? Geïllustreerd Stappenplan voor Foto- en Poëzieprojecten over de Vervolging van de Joden in de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

Zal ik jullie vertellen over een oma die ik ken? Het is een heel vreemd oud. Bloemen op het dak. Door Ingibjörg Sigurdardóttir

Zal ik jullie vertellen over een oma die ik ken? Het is een heel vreemd oud. Bloemen op het dak. Door Ingibjörg Sigurdardóttir loemen op het dak oor Ingibjörg Sigurdardóttir Zal ik jullie vertellen over een oma die ik ken? Het is een heel vreemd oud dametje met veel pit! Haar echte naam is Gonnema, maar ik noem haar altijd oma

Nadere informatie

De exodus. Foto s van het materiaal

De exodus. Foto s van het materiaal De exodus Focus van dit verhaal De focus van dit verhaal ligt bij de uittocht van het volk van God (Exodus 11:1 15:21). Het verhaal is één van de heilige verhalen en behoort tot de kernpresentatie. Lesdoelen

Nadere informatie

Portret van de familie Blein

Portret van de familie Blein Portret van de familie Blein Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn bijna alle Joden uit de gemeente Hardenberg opgepakt en naar concentratiekampen gebracht. Jullie gaan onderzoek doen naar de geschiedenis

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen door Thea Beckman Boekverslag door een scholier 1406 woorden 6 oktober 2008 7,6 23 keer beoordeeld Auteur Genre Thea Beckman Jeugdboek Eerste uitgave 1980

Nadere informatie

Brandaan Dilemma s groep 8 Mijn Malmberg

Brandaan Dilemma s groep 8 Mijn Malmberg Dilemma s Pag. Inleiding 2 1 Neem je een onderduiker in huis? 3 2 Geef je de vader van je beste vriendin aan? 4 3 Respecteer je de keuze van je zus als dat menslevens in gevaar brengt? 5 4 Vertel je over

Nadere informatie

Mijn vader Nicolas Gurowitsch is bevrijd in kamp Westerbork. Over zijn geschiedenis is een mooi bevrijdingsportret

Mijn vader Nicolas Gurowitsch is bevrijd in kamp Westerbork. Over zijn geschiedenis is een mooi bevrijdingsportret Bijdrage Rob Gurowitsch Mijn vader Nicolas Gurowitsch is bevrijd in kamp Westerbork. Over zijn geschiedenis is een mooi bevrijdingsportret geschreven, u kunt dat nalezen op de website van de bevrijdingsportretten.

Nadere informatie

WERKBLAD WANDA VERDUIN

WERKBLAD WANDA VERDUIN WERKBLAD WANDA VERDUIN Zoek aanvullende informatie op internet: www.joodsmonument.nl en www.joodsekindereninkampvught.nl Bron 1. foto Wanda Wanda Verduin is geboren op 20 augustus 1925. Deze foto is van

Nadere informatie

Ontsnapt aan de gaskamers

Ontsnapt aan de gaskamers ren ontkwamen aan Sobibor Ontsnapt aan de gaskamers Door JORIS VAN DUIN DE TELEGRAAF, 10 JUNI (ONLINE) De SS besloot exact 75 jaar geleden dat ongeveer 1300 Joodse kinderen vanuit het concentratiekamp

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Onderduiken Mijn spreekbeurt gaat over mensen die in de tweede wereldoorlog zijn ondergedoken. Mijn werkstuk heb ik gemaakt over Anne Frank. Anne Frank is in de tweede wereld oorlog ook ondergedoken. Vandaar

Nadere informatie

Interview met de heer J.W. Wesselius

Interview met de heer J.W. Wesselius Interview met de heer J.W. Wesselius Op 4 mei jl. is de heer J.W. Wesselius in de Hofkamer komen wonen. Samen met zijn dochter heb ik hem uitgenodigd voor een interview, want twee weten altijd meer dan

Nadere informatie

Genre: Oorlog, ik denk dat de genre oorlog is omdat het gaat over de 2de wereldoorlog en ze duiken onder dus daarom. info

Genre: Oorlog, ik denk dat de genre oorlog is omdat het gaat over de 2de wereldoorlog en ze duiken onder dus daarom. info Filmverslag door een scholier 1329 woorden 3 juni 2004 5,7 46 keer beoordeeld Vak Nederlands Anne Frank. Titel: Het dagboek van Anne Frank. Schrijfster: Anne Frank. Regisseur: Jeroen Krabbé Genre: Oorlog,

Nadere informatie

Waarom, is dan de vraag, is het dat wel waard???? Het is 9 mei 1940, de oostflank van Europa staat in brand.

Waarom, is dan de vraag, is het dat wel waard???? Het is 9 mei 1940, de oostflank van Europa staat in brand. St Jozefkapel, 19 maart 2017 Beste mensen, Ik vind het heel erg fijn dat ik vandaag samen met jullie naar deze bijzondere plek mocht lopen. Als 3 jarige nam mijn vader me mee als hij hielp om deze plaats

Nadere informatie

WERKBLAD CARLA VEFFER

WERKBLAD CARLA VEFFER WERKBLAD CARLA VEFFER Zoek aanvullende informatie op internet: www.joodsmonument.nl en www.joodsekindereninkampvught.nl Bron 1. foto Carla met neefje en tante Gebruik www.joodsmonument.nl voor achtergrondinformatie.

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 6 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 6 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Katrui ten Barge, Wilfried Dabekaussen, Juul Lelieveld, Frederike

Nadere informatie

Overal in ons land is water. Het water

Overal in ons land is water. Het water Het verdwenen eiland Schokland Overal in ons land is water. Het water van de zee klotst tegen de kust. Rivierwater stroomt over de grenzen het land binnen. Soms is er een stukje land dat aan alle kanten

Nadere informatie

WIJ GEDENKEN. Dinsdag 6 april Joseph de Vries geboren in De Werken en Sleeuwijk op 6 maart 1868, overleden in Sobibor in Polen op 16 april 1943.

WIJ GEDENKEN. Dinsdag 6 april Joseph de Vries geboren in De Werken en Sleeuwijk op 6 maart 1868, overleden in Sobibor in Polen op 16 april 1943. WIJ GEDENKEN. Dinsdag 6 april 2010 Joseph de Vries geboren in De Werken en Sleeuwijk op 6 maart 1868, overleden in Sobibor in Polen op 16 april 1943. Elizabeth Johanna de Vries geboren in De Werken en

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Ausländer door Paul Dowswell

Boekverslag Nederlands Ausländer door Paul Dowswell Boekverslag Nederlands Ausländer door Paul D Boekverslag door een scholier 1370 woorden 26 oktober 2016 6,4 81 keer beoordeeld Auteur Paul D Eerste uitgave 2009 Vak Nederlands Leesverslag Algemene gegevens

Nadere informatie

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg Lesbrief De familieblues Yvonne Kroonenberg Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief

Nadere informatie

Mijn mond zat vol aarde

Mijn mond zat vol aarde Mijn mond zat vol aarde Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie