E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K"

Transcriptie

1 EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM MAANDBERICHT MAART 212 In 212 verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR 5.

2 Europese Centrale Bank, 211 Adres Kaiserstrasse Frankfurt/Main Duitsland Postadres Postfach Frankfurt/Main Duitsland Telefoon Internet Fax Dit is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van de Directie van de. De vertalingen worden gemaakt en gepubliceerd door de nationale centrale banken. Alle rechten voorbehouden. Het maken van kopieën voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. De statistieken in deze uitgave zijn afgesloten op 7 maart 212. ISSN Online versie

3 INHOUD TEN GELEIDE 5 ECONOM I SCH E EN M ONETAI R E ONTWI KKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied 9 Monetaire en financiële ontwikkelingen 27 Prijzen en kosten 69 Productie, vraag en de arbeidsmarkt 83 Begrotingsontwikkelingen 15 Kaders: 1 De effectieve wisselkoersen van de euro herziene handelsgewichten in het licht van de mondiale economische integratie 21 2 Recente ontwikkelingen in de financiële rekening van de betalingsbalans voor het eurogebied 34 3 Effecten van de twee langerlopende herfinancieringstransacties met een looptijd van drie jaar 43 4 Liquiditeitsverhoudingen en monetairebeleidstransacties tussen 9 november 211 en 14 februari Ontwikkelingen in de uitgifte van en de rendementsecarts op overheidsschuldpapier uit het eurogebied 51 6 De invloed, op de HICP, van recente veranderingen in de indirecte belastingen 7 7 De aanpassing van de arbeidsmarkt in het eurogebied 76 8 Recente ontwikkelingen in het consumentenvertrouwen en het verband met de particuliere consumptie 84 9 Ontwikkelingen op langere termijn van de handel buiten en binnen het eurogebied 91 1 Door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Projecties met betrekking tot de overheidsschuld in Portugal De belangrijkste elementen van het begrotingspact Conjuncturele correctie van begrotingssaldi 115 STATI STI EKEN V OOR H ET E U R O GEBI E D B I JLAGEN Overzicht van de monetaire-beleidsmaatregelen van het Eurosysteem I Het TARGET (Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer) systeem V Publicaties van de Europese Centrale Bank VIII Lijst van termen IX S I Maart 212 3

4 afkortingen Landen BE België HU Hongarije BG Bulgarije MT Malta CZ Tsjechische Republiek NL Nederland DK Denemarken AT Oostenrijk DE Duitsland PL Polen EE Estland PT Portugal IE Ierland RO Roemenië GR Griekenland SI Slovenië ES Spanje SK Slowakije FR Frankrijk FI Finland IT Italië SE Zweden CY Cyprus UK Verenigd Koninkrijk LV Letland JP Japan LT Litouwen US Verenigde Staten LU Luxemburg Andere afkortingen bbp bruto binnenlands product BIS Bank voor International Settlements BPM5 IMF Balance of Payments Manual (5e editie) CD s depositocertificaten c.i.f. c.i.f. aan de grens van het importerende land CPI consumptieprijsindex Europese Centrale Bank EMI Europees Monetair Instituut EMU Economische en Monetaire Unie ESCB Europees Stelsel van Centrale Banken ESR 95 Europees System van Rekeningen 1995 EU Europese Unie EUR euro f.o.b. f.o.b. aan de grens van het exporterende land HICP geharmoniseerde consumptieprijsindex ILO Internationale Arbeidsorganisatie IMF Internationaal Monetair Fonds MFI s monetaire financiële instellingen NACE Rev. 1 Statistische indeling van de economische bedrijvigheid in de Europese Gemeenschap OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling PPI Producentenprijsindex SITC Rev. 4 Standard International Trade Classification (revision 4) Conform het binnen de Gemeenschap bestaande gebruik worden de landen van de EU in dit Bericht gerangschikt in alfabetische volgorde van de namen in de nationale talen. 4 Maart 212

5 T EN G E L EIDE In zijn op 8 maart 212 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses besloten de basisrentetarieven van de onveranderd te laten. De informatie die sinds begin februari beschikbaar is gekomen, bevestigt de eerdere beoordeling van de Raad van Bestuur van de vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid. De beschikbare enquête-indicatoren bevestigen tekenen van een stabilisatie van de economie van het eurogebied. De economische vooruitzichten blijven echter omgeven met neerwaartse risico s. Ten gevolge van stijgingen van de energieprijzen en de indirecte belastingen zal de inflatie in 212 nu waarschijnlijk boven 2% blijven, waarbij opwaartse risico s overheersen. Desalniettemin verwacht de Raad van Bestuur dat de prijsontwikkeling op de voor het beleid relevante termijn in overeenstemming met prijsstabiliteit zal blijven. Het onderliggende tempo van de monetaire expansie blijft gematigd, in overeenstemming met beperkte inflatoire druk op de middellange termijn. Vooruitblikkend blijft de Raad van Bestuur, overeenkomstig zijn mandaat, het handhaven van de prijsstabiliteit in het eurogebied ten volle nastreven. Daartoe is de voortdurende stevige verankering van de inflatieverwachtingen in overeenstemming met de doelstelling van de Raad van Bestuur het inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden van essentieel belang. De afgelopen maanden is een breed scala van additionele bijzondere monetairbeleidsmaatregelen door het Eurosysteem ten uitvoer gelegd. Tot deze maatregelen, waaronder met name twee langerlopende herfinancieringstransacties met een looptijd van drie jaar, werd besloten tegen de achtergrond van de uitzonderlijke omstandigheden in het laatste kwartaal van 211. De eerste invloed van deze maatregelen is positief geweest. Samen met begrotingsconsolidatie en geïntensiveerde structurele hervormingen in verschillende landen van het eurogebied en met de geboekte vooruitgang met een sterker kader voor economische governance in het eurogebied, hebben deze maatregelen de afgelopen maanden bijgedragen aan een aanzienlijke verbetering van het financiële klimaat. De Raad van Bestuur verwacht dat de driejaars langerlopende herfinancieringstransacties verdere steun zullen geven aan de aanhoudende stabilisatie van de financiële markten, en met name aan de kredietverstrekking in het eurogebied. Alle bijzondere monetairbeleidsmaatregelen zijn tijdelijk van aard. Bovendien zijn alle noodzakelijke instrumenten om potentiële opwaartse risico s voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn het hoofd te bieden geheel beschikbaar. Wat de economische analyse betreft: het reële bbp van het eurogebied is in het vierde kwartaal van 211 met,3% gekrompen. Volgens recente enquêtegegevens zijn er tekenen van een stabilisatie van de economische bedrijvigheid, zij het op een nog laag niveau. Vooruitblikkend verwacht de Raad van Bestuur dat de economie van het eurogebied in de loop van dit jaar geleidelijk zal herstellen. De vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid zouden moeten worden ondersteund door de buitenlandse vraag, de zeer lage korte rente in het eurogebied en door alle maatregelen die zijn genomen om de goede werking van de financiële sector in het eurogebied te bevorderen. De blijvende spanningen in de markten voor overheidsschuld in het eurogebied en de invloed daarvan op de kredietvoorwaarden, alsook het proces van balansaanpassing in de financiële en nietfinanciële sector, zullen naar verwachting de onderliggende groeidynamiek blijven temperen. Deze beoordeling wordt ook weerspiegeld in de door medewerkers van de in maart 212 samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied, die een reële bbp-groei op jaarbasis voorzien van tussen -,5% en,3% in 212 en van tussen,% en 2,2% in 213. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties van december Maart

6 211 zijn de marges licht naar beneden bijgesteld. Voor deze vooruitzichten blijven er neerwaartse risico s bestaan. Deze houden met name verband met een hernieuwde intensivering van de spanningen in de markten voor schuldpapier in het eurogebied en met de mogelijke doorwerking van deze spanningen op de reële economie van het eurogebied. De neerwaartse risico s houden tevens verband met verdere stijgingen van de grondstoffenprijzen. De HICP-inflatie op jaarbasis in het eurogebied bedroeg volgens de voorlopige (flash) raming van Eurostat in februari 212 2,7%, een lichte stijging ten opzichte van de 2,6% in januari. Het inflatiecijfer zal nu, om vooruit te blikken, in 212 waarschijnlijk boven 2% blijven, voornamelijk ten gevolge van de recente stijgingen van de energieprijzen en de onlangs bekendgemaakte verhogingen van indirecte belastingen. Op grond van de huidige futuresprijzen voor grondstoffen zou de inflatie op jaarbasis begin 213 weer tot onder 2% moeten dalen. In de verdere toekomst zou de onderliggende prijsdruk, in een klimaat van bescheiden groei in het eurogebied en stevig verankerde inflatieverwachtingen voor de lange termijn, beperkt moeten blijven. De door medewerkers van de samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied van maart 212 voorzien een HICP-inflatie op jaarbasis binnen een marge van 2,1% en 2,7% in 212, en van,9% en 2,3% in 213. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem in december 211 samengestelde macro-economische projecties zijn de marges voor de HICP-inflatie, met name die voor 212, opwaarts verschoven. De risico s voor de geprojecteerde HICPinflatie in de komende jaren worden nog steeds gezien als globaal in evenwicht, waarbij de opwaartse risico s op de korte termijn voornamelijk het gevolg zijn van hoger dan verwachte olieprijzen en stijgingen van indirecte belastingen. Neerwaartse risico s blijven echter bestaan ten gevolge van zwakker dan verwachte ontwikkelingen in de economische bedrijvigheid. De monetaire analyse geeft aan dat het onderliggende tempo van de monetaire expansie gematigd blijft. Het groeitempo van M3 op jaarbasis was in januari 212 2,5%, een stijging ten opzichte van de 1,5% van december 211. De groei van de kredietverlening aan de particuliere sector bleef eveneens gematigd. Op twaalfmaandsbasis (gecorrigeerd voor leningverkopen en -securitisatie) is deze groei in januari echter licht aangetrokken, van 1,2% in december 211 naar 1,5% jaar-op-jaar. Het groeitempo op jaarbasis van leningen aan niet-financiële vennootschappen en van leningen aan huishoudens (gecorrigeerd voor leningverkopen en -securitisatie) kwam in januari uit op respectievelijk,8% en 2,1%. Het volume van leningen door MFI s aan nietfinanciële vennootschappen daalde in januari, na de geprononceerde daling in december, slechts licht. De stroom van leningen aan huishoudens daarentegen was in januari positief. Na de tekenen van verbetering in het financiële klimaat, is het van essentieel belang dat banken hun veerkracht verder versterken, onder meer door winsten in te houden. De gezondheid van de balansen van banken is een essentiële factor bij het faciliteren van een passende kredietverschaffing aan de economie. Kortom: de economische analyse geeft aan dat de prijsontwikkelingen in overeenstemming zouden moeten blijven met prijsstabiliteit op de middellange termijn. Een toetsing aan de uitkomsten van de monetaire analyse bevestigt dit beeld. Vooruitblikkend benadrukt de Raad van Bestuur dat overheden, om een gunstig klimaat voor duurzame groei te verwezenlijken en het vertrouwen en concurrentievermogen te ondersteunen, dringend verdere vooruitgang dienen te boeken met het herstellen van een gezonde begrotingspositie en met het ten uitvoer leggen van de agenda voor structurele hervormingen. Wat betreft begrotingsconsolidatie boeken veel overheden in het eurogebied vooruitgang. Het doorgaan met veelomvattende begrotingsconsolidatie en het 6 Maart 212

7 TEN GELEIDE gestand doen van alle toezeggingen blijven van essentieel belang. In dit opzicht dient het Europees Semester 212 te worden gebruikt om het versterkte begrotingstoezichtmechanisme rigoureus toe te passen. Van even groot belang zijn structurele hervormingen om het aanpassingsvermogen en het concurrentievermogen van de landen van het eurogebied te vergroten en de groeivooruitzichten en werkgelegenheidscreatie te verbeteren. Op dit gebied is verdere voortgang gewenst. De Raad van Bestuur verwelkomt ten zeerste het door de Europese Commissie uitgebrachte Waarschuwingsmechanismeverslag over macro-economische onevenwichtigheden en verwacht dat de daarin voorgestelde diepgaande landenanalyses het hervormingsproces dat in de landen van het eurogebied is ingezet actief zullen ondersteunen. Maart 212 7

8

9 ECONOMIS CHE EN MONETAIRE ONTW I KKE L ING EN 1 DE E X TERNE OMG E V ING VAN HET EUROG EBIED ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied Tegen een achtergrond van verbeterende omstandigheden op de financiële markten bevestigen enquêtegegevens verdere tekenen van stabilisatie van de wereldwijde economische bedrijvigheid. Terwijl de economische groei in ontwikkelde economieën door structurele belemmeringen gedrukt wordt, blijft deze in de opkomende markten solide. In de ontwikkelde economieën is de inflatiedynamiek de afgelopen maanden relatief beheerst gebleven. In de opkomende economieën is de inflatie recentelijk gedaald, alhoewel de inflatiedruk aanhoudt. 1.1 ONTW I KKE L ING EN IN DE W EREL DECONOMIE In de OESO-landen is de bbp-groei in het vierde kwartaal van 211 afgezwakt naar,1% op kwartaalbasis, tegen,6% in het derde kwartaal, waarbij de groeipatronen tussen de landen onderling aanzienlijk uiteenlopen. Tegen het einde van 211 werden tekenen van een stabilisatie van de mondiale economische bedrijvigheid zichtbaar, waarbij de meest recente cijfers wijzen op een voortzetting in het eerste kwartaal van dit jaar. Desalniettemin blijven structurele belemmeringen naar verwachting het groeitempo van de wereldeconomie op middellange termijn temperen. Deze belemmeringen houden vooral verband met zwakke arbeids- en woningmarkten in enkele belangrijke ontwikkelde economieën, alsmede met de noodzaak tot voortgaand balansherstel, zowel in de publieke als de particuliere sector. Wat dat laatste betreft, wordt weliswaar enige vooruitgang geboekt met het herstellen van balansevenwicht, maar blijft het schuldniveau van huishoudens in een aantal belangrijke ontwikkelde economieën hoog. In een omgeving van verbeterende financiële markten laat de stemming onder producenten en consumenten tekenen van verbetering zien. De Purchasing Managers index (PMI) voor de mondiale productie in de totale industrie bleef oplopen en bereikte in februari een stand van 55,5 (zie Grafiek 1). De conjuncturele verbetering was verspreid over alle sectoren en landen. Bovendien geeft de meer vooruitblikkende PMI voor de orderontvangsten positieve signalen af Grafiek 1 M ondiale productie volgens de Purchasing M anagers I ndex (spreidingsindex; voor seizoen gecorrigeerd; maandgegevens) 65 totaal verwerkende industrie dienstensector 65 Grafiek 2 I nternationale prijsontwikkelingen (maandgegevens; mutaties in procenten per jaar) 6 OESO-consumptieprijzen (alle componenten) OESO-consumptieprijzen (alle componenten m.u.v. voedingsmiddelen en energie) Bron: Markit Bron: OESO. Maart 212 9

10 Grafiek 3 B elangrijkste ontwikkelingen in de grote geïndustrialiseerde economieën eurogebied Verenigde Staten Japan Verenigd Koninkrijk Productiegroei 1) Inflatie 2) (mutaties in procenten per kwartaal; kwartaalgegevens) (consumptieprijzen; mutaties in procenten per jaar; maandgegevens) Bronnen: Nationale gegevens, BIS, Eurostat en berekeningen van de. 1) Voor het eurogebied en het Verenigd Koninkrijk zijn gegevens van Eurostat gebruikt, voor de Verenigde Staten en Japan nationale gegevens. De bbp-cijfers zijn voor seizoen gecorrigeerd. 2) HICP voor het eurogebied en het Verenigd Koninkrijk; CPI voor de Verenigde Staten en Japan. -3 voor de wereldwijde economische vooruitzichten op de korte termijn. Bij de consument tonen de indicatoren voor het consumentenvertrouwen in alle landen eveneens een verbetering. Voor de ontwikkelde economieën liggen deze indicatoren echter nog steeds onder het historisch gemiddelde. De cijfers voor de wereldhandel wijzen voor het laatste kwartaal van 211 op een geringe dynamiek, die globaal genomen in overeenstemming is met een gematigde mondiale bedrijvigheid. Volgens gegevens van het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) is de wereldhandel in goederen ten opzichte van het voorgaande kwartaal met,3% gegroeid. De zwakte van de mondiale invoer was grotendeels het gevolg van een sterke daling van de invoer door het eurogebied en andere Europese economieën, terwijl de invoer door de Verenigde Staten, Japan en de opkomende markten beter standhield. Wat de vooruitzichten op de korte termijn betreft, is de mondiale PMI voor nieuwe uitvoerorders in januari en februari 212 gestegen tot boven de 5, het omslagpunt van krimp naar groei. Hoewel het nog steeds onder het lange-termijngemiddelde ligt, wijst deze index wel op een geleidelijk herstel van de dynamiek in de wereldhandel. Na in september een hoogtepunt van 3,3% te hebben bereikt, is de inflatie in de OESO-landen licht gedaald tot 2,8% in januari, met name als gevolg van een lagere stijging van de energieprijzen (zie Grafiek 2). De inflatie exclusief voedingsmiddelen en energie viel fractioneel terug tot 1,9% in januari, vergeleken met 2,% in december. In de ontwikkelde economieën hielpen de ruim aanwezige overcapaciteit en de goed verankerde inflatieverwachtingen de prijsdruk te beperken. Ook in de opkomende economieën daalde de inflatie. De onderliggende prijsdruk houdt echter aan, als gevolg van een beperkte reservecapaciteit, het beleid van loonindexering en de vrij lage rentetarieven. De twaalfmaands inflatie bleef in Brazilië boven de 6% liggen en in China boven de 4%. 1 Maart 212

11 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied V ERENIG DE S TATEN In de Verenigde Staten won de economische bedrijvigheid in het vierde kwartaal van 211 opnieuw aan kracht, na een gematigde ontwikkeling in de eerste helft van het jaar (zie Grafiek 3). Volgens de tweede raming van het Bureau of Economic Analysis bedroeg de reële bbp-groei in het vierde kwartaal van 211 3,% op jaarbasis (,7% op kwartaalbasis), tegen 1,8% in het voorgaande kwartaal. De groei in het vierde kwartaal was hoofdzakelijk te danken aan de consumptieve bestedingen en aan voorraadmutaties in de particuliere sector. De investeringen in woningen veerden sterk op, terwijl het uitvoersaldo en de overheidsbestedingen een negatieve bijdrage aan de groei leverden. De groei van het reële beschikbare persoonlijke inkomen trok in de tweede helft van 211 aan, maar bleef onder de groei van de reële particuliere consumptie liggen. Wat de prijsontwikkelingen betreft, daalde de twaalfmaands CPI-inflatie in januari 212 naar 2,9%, tegen 3,% de maand ervoor en 3,9% op het hoogtepunt in september 211. Hieraan droeg een daling van zowel de voedsel- als energieprijsinflatie bij. De CPI-inflatie exclusief voedingsmiddelen en energie is echter hardnekkiger. Deze liep in januari 212 op naar 2,3% op jaarbasis, vergeleken met 2,2% in de voorgaande maand. De sterke kerninflatie houdt de laatste tijd aan als gevolg van de stijgende prijzen van medische zorg, recreatie, onderwijs en communicatie, ondanks een matiging van de kosten van transport en huisvesting. In 212 zet het herstel zich naar verwachting in een robuuster tempo voort dan eerder werd verwacht. De jongste maandcijfers verrasten met name in positieve zin en wijzen op een aanhoudende economische groei in het eerste kwartaal van 212. In de VS was de banengroei (ex agri) in januari beter dan verwacht, terwijl de werkgelegenheid in alle segmenten van de particuliere sector toenam, met inbegrip van de bouwsector. Bovendien liet het aantal werkloosheidsaanvragen in februari een verdere daling zien, wat duidt op een veerkrachtiger arbeidsmarkt in het eerste kwartaal. Volgens diverse woningmarktindicatoren lijkt de bedrijvigheid op de woningmarkt het dieptepunt te zijn gepasseerd, na de ineenstorting daarvan tijdens de recessie. In februari 212 heeft het Amerikaanse Congres een wetsvoorstel van beide politieke partijen voor een totaalbedrag van USD 15 miljard goedgekeurd, dat voorziet in verlenging tot eind 212 van de korting op de loonbelasting en een langere werkloosheidsuitkering. Naar verwachting wordt hierdoor de groei van de particuliere consumptie in 212 gestimuleerd, al zal het terugdraaien van deze maatregelen volgend jaar de groei drukken. Wat de prijzen betreft, zijn de grondstoffenprijzen de afgelopen weken weliswaar aangetrokken, maar zal de slapte op de product- en arbeidsmarkten de opwaartse prijsdruk naar verwachting beperken en de inflatie in 212 verder doen dalen. Op 25 januari 212 heeft het Federal Open Market Committee (FOMC) verklaard dat recente indicatoren, ondanks enige afzwakking van de wereldwijde groei, op een gematigde expansie van de economische bedrijvigheid en op een voortgaande verbetering van de algehele omstandigheden op de arbeidsmarkt wijzen. Het FOMC handhaafde de doelstelling voor de federal funds rate binnen een bandbreedte van,% tot,25% en verwacht dat de economische omstandig heden mogelijk tot ten minste eind 214 een uitzonderlijk lage federal funds rate rechtvaardigen. J A P AN In Japan bevestigden de jongste cijfers een relatief zwakke economische bedrijvigheid aan het einde van 211 na een opleving in het derde kwartaal. Volgens de tweede voorlopige cijfers van het Cabinet Office kromp het reële bbp in Japan in het laatste kwartaal van 211 met,2% Maart

12 op kwartaalbasis, vergeleken met een groei van 1,7% in het voorgaande kwartaal. Dit was grotendeels het gevolg van de negatieve bijdrage van het uitvoersaldo en de voorraden in de particuliere sector. Een zwakkere buitenlandse vraag, de aanhoudende kracht van de Japanse yen en aanvoerverstoringen als gevolg van de overstromingen in Thailand droegen bij aan een sterke daling van de Japanse uitvoer van goederen en diensten, terwijl de invoer van goederen en diensten bleef groeien. De overheidsinvesteringen vielen voor het tweede kwartaal op rij onverwacht terug, wat wijst op enige vertraging in de tenuitvoerlegging van de plannen voor de wederopbouw. Daarentegen namen de bedrijfsinvesteringen in het laatste kwartaal van 211 significant toe, terwijl de particuliere consumptie in een gematigder tempo toenam. Al met al betekent dit dat het reële bbp in 211 met,7% op jaarbasis gekrompen is, vergeleken met een groei van 4,4% in 21. Onder invloed van een hogere invoer van energie en een meer gematigde ontwikkeling van de uitvoer deed zich in 211 weer een tekort op de handelsbalans voor. Vooruitblikkend wordt verwacht dat de economische bedrijvigheid in 212 weer terugkeert naar een gematigde groei, met name dankzij aan de wederopbouw gerelateerde uitgaven. Wat de prijsontwikkelingen betreft, bedroeg de twaalfmaands CPI-inflatie in januari 212,1% tegen -,2% in de voorgaande maand, deels als gevolg van gestegen voedselprijzen. Exclusief verse voedingsmiddelen bleef de twaalfmaands CPI-inflatie in januari onveranderd op -,1%, terwijl de twaalfmaands CPI exclusief voedingsmiddelen en energie langzamer daalde (-,8%) dan in december 211 (-1,1%). In haar jongste monetaire-beleidsvergadering van 14 februari 212 heeft de Bank of Japan besloten de doelstelling voor de uncollateralised overnight call rate (de rentevoet waartegen banken zonder onderpand van elkaar kunnen lenen) te handhaven op ongeveer % tot 1%. Bovendien werd aangekondigd dat het opkoopprogramma voor obligaties met JPY 1 biljoen wordt uitgebreid via extra aankopen van Japanse overheidsobligaties. Tot slot besloot de Bank of Japan om een prijsstabiliteitsdoelstelling voor de middellange tot lange termijn in te voeren die in termen van de jaar-op-jaar mutatie van de CPI (voorlopig) op 1% is gesteld. VERENIGD KONINKRIJK In het Verenigd Koninkrijk lijkt de economische bedrijvigheid het dieptepunt te zijn gepasseerd. Het reële bbp kromp in het vierde kwartaal van 211 met,2% op kwartaalbasis. De maandgegevens waren sinds november 211 over het algemeen echter gunstig. De industriële productie en het volume van de detailhandelsverkopen wijzen evenals de meeste stemmingsbarometers voor bedrijfsleven en huishoudens op een aantrekkende economische bedrijvigheid in het eerste kwartaal van 212. De situatie op de arbeidsmarkt bleef zwak, al waren er wat tekenen van stabilisatie, terwijl de voornaamste aggregaten voor de geldhoeveelheid en de kredietverlening in december en januari met zo n 2%-3% op jaarbasis zijn gekrompen. Vooruitblikkend wordt verwacht dat de groei van de binnenlandse vraag beperkt blijft als gevolg van krappe kredietvoorwaarden, voortgaande balansaanpassingen door huishoudens en forse bezuinigingen door de overheid, terwijl de groei van de uitvoer waarschijnlijk gedrukt wordt door de vooruitzichten voor de buitenlandse vraag. De inflatie bleef dalen als gevolg van het geleidelijk wegebben van de invloed van bepaalde tijdelijke factoren (energieprijsstijgingen in het verleden en de btw-verhoging van januari 211), maar het inflatietempo blijft wel op een relatief hoog niveau. De twaalfmaands CPI-inflatie daalde van 4,2% in december 211 naar 3,6% in januari 212, terwijl de CPI-inflatie exclusief energie en onbewerkte voedingsmiddelen met,5 procentpunt daalde naar 2,9%. De inflatie gaat op de korte termijn waarschijnlijk verder dalen, terwijl de aanwezige ruime overcapaciteit en het kwakkelende herstel van de economische bedrijvigheid naar verwachting bijdragen om 12 Maart 212

13 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied de inflatiedruk op de langere termijn binnen de perken te houden. Op 9 februari 212 heeft het Monetary Policy Committee van de Bank of England de officiële rente voor de reserves van commerciële banken (Bank Rate) gehandhaafd op,5%, maar besloot wel om de voorraad aangekochte overheidsobligaties, gefinancierd met de uitgifte van centrale-bankreserves, op te hogen met GBP 5 miljard tot een totaalbedrag van GBP 325 miljard. O V ERIG E EU-LIDS TATEN In de overige EU-lidstaten buiten het eurogebied blijft de totale groei op de korte termijn naar verwachting relatief gering, waarbij sommige landen kans op een recessie lopen. Bepaalde landen wisten in het derde kwartaal van 211 echter nog een robuuste bbp-groei te behalen. In Zweden en Denemarken zijn de vooruitzichten voor de economische bedrijvigheid wat gematigder geworden. In het vierde kwartaal van 211 was in deze twee economieën echter sprake van een zeer uiteenlopende ontwikkeling van de economische groei en met name van de handel met het buitenland. In Denemarken kon het bbp dankzij een krachtige uitvoer en consumptie van huishoudens met,2% op kwartaalbasis stijgen, terwijl in Zweden het reële bbp met 1,1% kromp als gevolg van een zwakke uitvoer. In januari 212 stond de twaalfmaands HICP-inflatie in Denemarken en Zweden op respectievelijk 2,8% en,7%. In de grootste Midden- en Oost-Europese landen zwakte het economische herstel af. De vooruitzichten zijn verslechterd, niet alleen als gevolg van een zwakkere buitenlandse vraag, maar ook vanwege een afnemende binnenlandse vraag. Dit heeft deels te maken met de noodzakelijke schuldafbouw in de financiële sector van veel EU-landen, die waarschijnlijk een negatieve invloed heeft op de kredietgroei en het externe financieringsklimaat in veel Midden- en Oost- Europese landen. In het vierde kwartaal van 211 is het reële bbp in Roemenië en Tsjechië met respectievelijk,2% en,3% gekrompen ten opzichte van het voorgaande kwartaal, terwijl Hongarije een groei van,3% liet zien grotendeels als gevolg van tijdelijke factoren. In Polen bleef de groei van het reële bbp op kwartaalbasis in het vierde kwartaal van 211 relatief robuust op 1,1%. Al met al wijzen op enquêtes gebaseerde indicatoren voor de korte termijn op een afzwakking van de stemming onder bedrijven en huishoudens in deze landen. De twaalfmaands HICP-inflatie bleef in Polen en Roemenië dalen (naar respectievelijk 4,1% en 2,8% in januari), wat deels het gevolg was van gunstige energieprijs-gerelateerde basiseffecten. Daarentegen nam de inflatie in Hongarije en Tsjechië aanzienlijk toe (tot respectievelijk 5,6% en 3,8%). Dit was met name het gevolg van een verhoging van de indirecte belastingen en door de overheid gereguleerde prijzen. In de kleinere Midden- en Oost-Europese landen zette het herstel van de economische bedrijvigheid zich voort. De vooruitzichten zijn echter verslechterd, hoofdzakelijk als gevolg van de zwakkere externe omgeving. In het vierde kwartaal van 211 is de reële bbp-groei op kwartaalbasis afgezwakt tot,8% in Letland en 1,% in Litouwen. In Litouwen wijzen op enquêtes gebaseerde indicatoren op een afzwakkend sentiment, terwijl die indicatoren meer veerkracht tonen in Bulgarije en Letland. In de Baltische landen bleef de werkloosheid ondanks enige tekenen van verbetering hoog. De inflatie bleef in januari 212 dalen en bereikte een niveau van 3,4% in zowel Letland als Litouwen en van 1,9% in Bulgarije. O V ERIG E EUROP E S E L ANDEN In Turkije bleef de economische bedrijvigheid krachtig met in het derde kwartaal van 211 een reële bbp-groei van 8,2% op jaarbasis. De cijfers voor dat kwartaal wijzen op een gematigde Maart

14 verschuiving van de groei van de binnenlandse vraag naar het uitvoersaldo. Deze leverde voor het eerst in twee jaar tijd een positieve bijdrage aan de economische groei. De inflatie bleef oplopen en bedroeg in februari 212 1,4% op jaarbasis, onder invloed van de doorwerking van de depreciatie van de Turkse lira in 211, de verhoging van de prijzen van onbewerkte voedingsmiddelen en de tabaksaccijnzen. Sinds augustus 211 heeft de centrale bank de beleidsrente ongewijzigd gelaten en geïntervenieerd in de valutamarkt om de druk van de waardedaling van de Turkse lira te beperken. Vooruitblikkend wordt verwacht dat de bbp-groei in de loop van 212 wordt getemperd door krappere financiële omstandigheden in het buitenland in combinatie met een zwakkere vraag binnen het eurogebied. In Rusland is het reële bbp volgens voorlopige jaarramingen in 211 met 4,3% gegroeid en bleef daarmee op hetzelfde niveau als het herziene cijfer voor 21. De groei werd met name gedreven door de binnenlandse vraag. De industriële productie bleef aan het begin van het jaar gematigd groeien en nam in januari 212 met 3,8% op jaarbasis toe. In januari werd de gebruikelijke verhoging van door de overheid gereguleerde prijzen uitgesteld tot medio dit jaar. Mede daardoor viel de twaalfmaands inflatie snel terug van 4,2% in januari 212 naar 3,8% in februari en bereikte daarmee het laagste niveau dat sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is opgetekend. Eind 211 verhoogde de Russische centrale bank de rente op depositotransacties met 25 basispunten (naar 4%) en verlaagde zij de basis-herfinancieringsrente met 25 basispunten (tot 8%). Daarmee heeft de bank de rentecorridor verder vernauwd om de volatiliteit van de interbancaire rentes te beperken. Ook trof zij verdere maatregelen om de wisselkoersflexibiliteit te verhogen. Vooruitblikkend blijven de grondstoffenprijzen naar verwachting steun bieden aan de economische bedrijvigheid in Rusland, waardoor de bbp-groei dicht bij die van vorig jaar kan blijven liggen. OPKOMENDE LANDEN IN AZIË In de opkomende landen in Azië bleef de economische groei in het vierde kwartaal van 211 goed op peil, hoewel de wereldeconomie verslechterde. De uitvoer groeide in het laatste kwartaal van 211 veel minder snel, deels vanwege een daling van de wereldwijde vraag, terwijl de investeringen zwak bleven als gevolg van de toegenomen volatiliteit van de kapitaalstromen en de na-ijleffecten van een verkrapping van het binnenlandse monetaire beleid. Er was daarentegen sprake van een stevige particuliere consumptie. De twaalfmaands inflatie nam in het laatste kwartaal verder af doordat de prijzen van de belangrijkste grondstoffen, met name voedingsmiddelen, een dalende tendens bleven vertonen. Gezien de afnemende inflatiedruk en de dreiging van een verslechtering van de economische vooruitzichten namen sommige centrale banken in de regio accommoderende beleidsmaatregelen. In China is de economische groei de laatste maanden verder afgenomen. Door de zwakkere buitenlandse vraag daalde de groei van de uitvoer ultimo 211 tot 13% op jaarbasis. De onevenwichtigheid op de betalingsbalans van China nam af doordat het overschot op de lopende rekening daalde van 5,1% bbp in 21 naar 2,7% bbp in 211. De deviezenreserves bleven zeer hoog, maar daalden in het laatste kwartaal van 211 licht om het jaar af te sluiten op USD 3,2 biljoen. De binnenlandse vraag is tot op heden grotendeels bestand gebleven tegen externe schokken. De vastgoedsector koelt slechts geleidelijk af, omdat de bedrijvigheid in de bouwsector nog steeds ondersteund wordt door de sociale woningbouwprogramma s van de overheid. De inflatiedruk is sinds medio 211 aanzienlijk afgenomen als gevolg van een vertraging in de economische bedrijvigheid en de recente stabilisatie van de mondiale grondstoffenprijzen. De twaalfmaands CPI-inflatie steeg weliswaar tot 4,5% in januari 212, ten opzichte van 4,1% in de voorgaande maand, maar dit was hoofdzakelijk het gevolg van een tijdelijke stijging van 14 Maart 212

15 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied Grafiek 4 Belangrijkste ontwikkelingen in de grote opkomende economieën Brazilië China India Rusland Turkije Productiegroei 1) Inflatie 2) (mutaties in procenten, jaar op jaar; kwartaalgegevens) (consumptieprijzen; mutaties in procenten per jaar; maandgegevens) Bron: Haver Analytics. 1) Voor seizoen gecorrigeerde gegevens voor Brazilië en China. Niet voor seizoen gecorrigeerde gegevens voor India, Rusland en Turkije. De meest recente waarneming betreft het vierde kwartaal van 211 (Rusland en Turkije: derde kwartaal van 211). 2) Groothandelsprijsindex voor India. De meest recente waarneming betreft januari 212. de voedselprijzen gedurende het Chinese Nieuwjaar. Tegen de achtergrond van een afnemend risico van oververhitting heeft de Chinese centrale bank de reserveverplichting in februari met 5 basispunten verlaagd, waardoor dit op gemiddeld 2% komt. In India nam de reële bbp-groei in het vierde kwartaal van 211 af tot 6,3% op jaarbasis (tegen 6,7% in het derde kwartaal), vooral als gevolg van een teruglopende groei van de investeringen en de uitvoer. De twaalfmaands stijging van de groothandelsprijzen de voornaamste inflatiemaatstaf van de Indiase centrale bank daalde tot 7,5% in december 211 en tot 6,6% in januari 212 vanwege de lage prijsstijgingen van industrieproducten en grondstoffen. Om die reden heeft de Indiase centrale bank de reserveverplichting in januari 212 met 5 basispunten verlaagd. Haar belangrijkste beleidsrente werd echter gehandhaafd op 8,5%. In Korea liet de reële bbp-groei in het vierde kwartaal van 211 een lichte daling zien tot 3,4% op jaarbasis, ten opzichte van 3,5% in het derde kwartaal. De bijdrage van de particuliere consumptie was geringer dan in het voorgaande kwartaal, terwijl de groei van de investeringen opveerde tot 3,% op jaarbasis. De twaalfmaands CPI-inflatie daalde van 4,2% in december 211 tot 3,% in februari 212 en viel daarmee binnen de door de Bank of Korea beoogde bandbreedte van 2%-4%. De Bank of Korea heeft haar beleidsrente sinds juni 211 gehandhaafd op 3,25%. Van de ASEAN-5-landen (Indonesië, Maleisië, de Filippijnen, Singapore en Thailand) gaf Indonesië een aanhoudend krachtige economische groei te zien (6,5% op jaarbasis in het vierde kwartaal van 211), dankzij zowel de investeringen als de particuliere bestedingen. In Maleisië trok de bbp-groei in het vierde kwartaal aan, hoofdzakelijk vanwege een sterke binnenlandse Maart

16 vraag. De bbp-groei van Singapore daalde daarentegen als gevolg van de afnemende bedrijvigheid in de verwerkende industrie, met name in de biomedische sector. Thailand werd getroffen door de ergste overstromingen in meer dan 5 jaar. Dit had een aanzienlijk negatief effect op de economische bedrijvigheid. In het vierde kwartaal van 211 kromp het reële bbp van Thailand met 9,% op jaarbasis. Wat de toekomst betreft, wordt verwacht dat de economische groei van de opkomende landen in Azië op peil zal blijven, omdat de zwakke buitenlandse vraag wordt gecompenseerd door een relatief krachtige particuliere consumptie. Vanwege het afnemend risico van oververhitting, zal de inflatiedruk waarschijnlijk verder afnemen. De voornaamste bedreigingen voor de economische bedrijvigheid vormen een versterking van de overloopeffecten vanuit de grote ontwikkelde economieën en het snel wegwerken van de onevenwichtigheden in sommige sectoren van de regio. MIDDEN-OOSTEN EN AFRIKA In het vierde kwartaal van 211 profiteerden olie-exporterende landen in het Midden-Oosten en Afrika wederom van hoge olieprijzen en een veerkrachtige vraag, met name uit de opkomende markten. Vergeleken met de voorgaande driemaands periode, bleef de CPI-inflatie in het laatste kwartaal van 211 overwegend stabiel. Saoedi-Arabië handhaafde zijn olieproductie in het laatste kwartaal van 211 op een hoog niveau, terwijl de Libische olieproductie weer snel op gang kwam. Hoewel er aanwijzingen zijn dat de groei van de consumptieve bestedingen in Saoedi-Arabië is afgenomen toen het effect van de bonus voor ambtenaren uitgewerkt raakte, draaide de binnenlandse economie als geheel nog steeds goed. De CPI-inflatie steeg in het vierde kwartaal van 211 tot 5,2% op jaarbasis, ten opzichte van 5% in het voorgaande kwartaal, hoofdzakelijk als gevolg van binnenlandse factoren. Politieke instabiliteit en een onzekere veiligheidssituatie vormen in diverse olie-importerende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika nog steeds een belemmering voor de economische groei. In de meeste olie-importerende landen nam de inflatiedruk tegen het eind van 211 af. Verwacht wordt dat de afname van de buitenlandse vraag in de komende tijd vooral via het handelskanaal een negatief effect zal hebben op de economische vooruitzichten van zowel het Midden-Oosten als Afrika. Tegelijkertijd zullen de grondstoffenprijzen de groei in de grondstoffen-exporterende landen in de regio waarschijnlijk blijven ondersteunen. LATIJNS-AMERIKA In Latijns-Amerika nam de stijging van de economische bedrijvigheid in het vierde kwartaal van 211 in de meeste landen verder af. Het groeitempo daalde ten gevolge van na-ijleffecten van de aanscherping van het beleid en de verslechtering van de situatie in het buitenland. Tegelijkertijd nam de inflatiedruk in de meeste landen in de regio af, hoewel deze op een relatief hoog niveau bleef. In Brazilië nam de economische bedrijvigheid in de tweede helft van 211 af. De groeivertraging vond met name plaats in de verwerkende industrie: de industriële productie kromp in het laatste kwartaal van 211 met gemiddeld 1,7%. Hoewel er duidelijke tekenen zijn van een afname van het groeimomentum, blijft de inflatiedruk hoog: in het vierde kwartaal van 211 stond de twaalfmaands inflatie op 6,7%. Ook in Argentinië lieten indicatoren van de economische bedrijvigheid steeds meer tekenen zien van een groeivertraging na de uitzonderlijk hoge groeipercentages die 16 Maart 212

17 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied de afgelopen twee jaar werden opgetekend. In het laatste kwartaal van 211 steeg de industriële productie met 3,2% op jaarbasis, na in het tweede en derde kwartaal met respectievelijk 8,% en 5,8% te zijn gestegen. Tegelijkertijd zit de twaalfmaands CPI-inflatie nog steeds tegen de dubbele cijfers aan. In Mexico bleef de economische groei vrij hoog: in het vierde kwartaal van 211 steeg het reële bbp met 4,7%, ten opzichte van 3,2% in het voorgaande kwartaal. De groei in het vierde kwartaal werd gedragen door de buitenlandse vraag uit de Verenigde Staten en de beperkte blootstelling van het binnenlandse financiële stelsel aan mondiale risico s. De twaalfmaands CPI-inflatie lag iets hoger dan in de voorgaande kwartalen en bedroeg in het vierde kwartaal van 211 gemiddeld 3,5%. In de komende tijd zou een verbetering van de wereldeconomie, in combinatie met de naijleffecten van het meer accommoderende beleid, de groeidynamiek op gang moeten kunnen houden. Verwacht wordt dat de binnenlandse vraag de voornaamste groeimotor zal zijn, terwijl de groei van de uitvoer zou moeten profiteren van de sterke vraag in andere opkomende markteconomieën. 1.2 G RONDS TOFFENMARK TEN In januari en februari 212 stegen de olieprijzen scherp. Daarmee kwam een einde aan de dalende trend gedurende de tweede helft van 211 (zie Grafiek 5). Op 7 maart 212 bedroeg de prijs van ruwe Brent-olie USD 122,7 per vat; dat is 32% hoger dan begin 211 en 14% hoger dan begin 212. In de toekomst verwachten marktdeelnemers op de middellange termijn lagere olieprijzen, daar de prijs van futures december 213 die USD 111 per vat bedraagt. De afgelopen twee maanden bleven de olieprijzen hoog door een combinatie van bezorgdheid over de aanvoer, een uitzonderlijke koudegolf in Noord-Europa aan het begin van februari en een verbetering van het sentiment ten aanzien van de macro-economische omstandigheden. Met name de snel oplopende spanningen tussen Iran en het westen, zoals de overeenstemming die werd bereikt over een invoerembargo van de EU op olie uit Iran en de dreiging met represaillemaatregelen door Iran, hebben de prijzen sinds eind december verder opgedreven. Wat de fundamentele verhoudingen betreft, blijven de OESO-voorraden ruim onder het vijfjaars gemiddelde. Het Internationale Energie Agentschap heeft namelijk niet alleen de feitelijke cijfers en de projecties inzake de vraag naar olie voor 211 en 212 herhaaldelijk neerwaarts herzien, maar ook zijn de aanbodcijfers opwaarts bijgesteld. Mede gezien de bezorgdheid over een grote verstoring in de aanvoer uit Iran, zal de opwaartse druk op de prijzen daardoor aanhouden. Grafiek 5 B elangrijke ontwikkelingen op de grondstoffenmarkten (daggegevens) ruwe olie, Brent (USD per vat; links) grondstoffen m.u.v. energie (USD; index: 21 = 1; rechts) De prijzen van andere grondstoffen dan energie zijn de afgelopen twee maanden ook gestegen, waardoor de scherpe dalingen sinds september 211 deels ongedaan werden gemaakt Bronnen: Bloomberg en HWWI Maart

18 Net als bij olie, was een algemene verbetering van het marktsentiment deels verantwoordelijk voor deze recente stijgingen. Daarnaast werden de metaalprijzen nog verder opgestuwd door de sterke invoer vanuit de opkomende economieën, terwijl droog weer, met name in Zuid-Afrika, de prijzen van graan en sojabonen ondersteunde. De geaggregeerde prijsindex van grondstoffen ongerekend energie (uitgedrukt in Amerikaanse dollars) lag begin maart 212 9% lager dan begin 211 en 7% hoger dan begin W I SSE LKOERS EN EFFECTIEV E W I SSE LKOERS VAN DE EURO Sinds eind november 211 is de euro bij afnemende volatiliteit over het algemeen in waarde gedaald. Op 7 maart 212 stond de wisselkoers van de euro in nominaal-effectieve termen afgemeten aan de valuta s van de 2 belangrijkste handelspartners van het eurogebied 2,5% onder het niveau van eind november 211 en ongeveer 3,7% onder het gemiddelde niveau vorig jaar (zie Tabel 1 en Grafiek 6). Sinds eind november 211 hield het verloop van de wisselkoers van de euro wederom voor het merendeel verband met enerzijds veranderingen in de marktperceptie ten aanzien van de budgettaire en economische vooruitzichten van de eurolanden vergeleken met die van andere belangrijke economieën, en anderzijds ontwikkelingen in de verwachte rendementsverschillen tussen het eurogebied en andere ontwikkelde economieën. Tussen begin december 211 en medio januari van dit jaar was de waardedaling van de euro in nominaal-effectieve termen wederom het gevolg van aanhoudende bezorgdheid over de budgettaire vooruitzichten voor sommige Grafiek 6 D e effectieve wisselkoers van de euro: beloop en uitsplitsing 1) (daggegevens) Index: 1999-I = 1 Bijdragen aan de mutaties van de effectieve wisselkoersen van de euro 2) 3 november maart 212 (procentpunten) ,5, ,, ,5-1, -1,5-2, -,5-1, -1,5-2, 1 1-2,5-2, , USD GBP JPY CNY CHF SEK OMS overig EER- 2-3, Bron:. 1) Een stijging van de index betekent een appreciatie van de euro ten opzichte van de valuta s van 2 van de belangrijkste handelspartners van het eurogebied (waaronder alle niet aan het eurogebied deelnemende lidstaten van de EU). 2) De bijdragen aan de mutaties van de effectieve wisselkoersen van de euro ten opzichte van de valuta s van de zes belangrijkste handelspartners van het eurogebied worden afzonderlijk getoond. De categorie Overige lidstaten (OLS) betreft de geaggregeerde bijdrage van de munt eenheden van de niet aan het eurogebied deelnemende lidstaten van de EU (met uitzondering van het Britse pond en de Zweedse kroon). Overige betreft de geaggregeerde bijdrage van de valuta s van de resterende zes handelspartners van het eurogebied aan de effectieve koers index voor de groep van 2 handelspartners. De mutaties zijn berekend met behulp van de overeenkomstige totale handels gewichten in de effectieve koersindex voor de groep van 2 handelspartners. 18 Maart 212

19 ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied eurolanden. Bij een verbeterend sentiment op de financiële markten begon deze trend medio januari te keren. Als gevolg daarvan steeg de eenheidsmunt tussen medio januari en begin maart aanmerkelijk, met name ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de Japanse yen; vooral ten opzichte van andere Europese valuta s daalde de euro echter in waarde. Wat de indicatoren van het internationale concurrentievermogen van het eurogebied in termen van prijzen en kosten betreft, lag in februari 212 de reëel-effectieve wisselkoers van de euro op basis van consumentenprijzen (afgemeten aan de valuta s van 2 van de belangrijkste handelspartners van het eurogebied) 3,6% onder het gemiddelde niveau van 211 (zie Grafiek 7). Dit was grotendeels het gevolg van de nominale waardedaling van de euro, terwijl de consumptieprijsinflatie in het eurogebied vergelijkbaar was met die van zijn belangrijkste handelspartners. Gezien de mondiale economische integratie en het veranderend handelspatroon van het eurogebied, worden in Kader 1 de herziene handelsgewichten voor de effectieve wisselkoersen van de euro besproken. Grafiek 7 N ominaal- en reëel-effectieve wisselkoersen van de euro 1) (maand-/kwartaalgegevens; index 1999-I = 1) nominaal reëel, gedefleerd met de CPI reëel, gedefleerd met bbp reëel, gedefleerd met de arbeidskosten per eenheid product in de totale economie Bron:. 1) Een stijging van de effectieve koersindices voor de groep van 2 handelspartners betekent een appreciatie van de euro. De meest recente waarnemingen voor de maandgegevens betreffen februari 212. terwijl die voor de reëeleffectieve wisselkoersindices voor de groep van 2 handelspartners op basis van het bbp en de arbeidskosten per eenheid product in de totale economie het derde kwartaal van 211 betreffen en deels gebaseerd zijn op ramingen. 9 BIL ATERAL E W I SSE LKOERS EN Sinds begin december 211 is de eenheidsmunt ten opzichte van de Amerikaanse dollar in waarde gedaald. Tussen 3 november 211 en 7 maart 212 verloor de euro 2,2% ten opzichte van de Amerikaanse dollar en noteerde daarmee 5,7% onder het gemiddelde van 211 (zie Tabel 1). Dit was het gevolg van een scherpe waardedaling tussen begin december en medio januari, die daarna grotendeels teniet werd gedaan. Zoals eerder vermeld, waren de belangrijkste factoren achter deze ontwikkelingen enerzijds veranderingen in de perceptie van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in sommige landen van het eurogebied en anderzijds mutaties in de rendementsverschillen tussen de twee economieën. Ten opzichte van de Japanse yen steeg de euro in de verslagperiode over het algemeen in waarde. Op 7 maart 212 noteerde de euro 1,9% boven het niveau van eind november en 4,5% onder het gemiddelde van 211. Tussen begin december 211 en medio januari 212 daalde de euro in waarde ten opzichte van de yen. Op 16 januari stond de euro op het laagste niveau in 11 jaar. Bij een beter marktsentiment ten aanzien van de budgettaire situatie in sommige eurolanden en het vaste voornemen van de Japanse autoriteiten om de appreciatie van de Japanse yen in de hand te houden, maakte de euro de eerdere verliezen ruimschoots goed. Wat de overige valuta s betreft, volgde de wisselkoers van de euro ten opzichte van het Britse pond een patroon dat vergelijkbaar is met het patroon ten opzichte van andere belangrijke valuta s: tot medio januari daalde de euro, om daarna een deel van de verliezen weer goed te Maart

20 Tabel 1 Beloop van de wisselkoers van de euro 1) (daggegevens; eenheden nationale valuta per euro; mutaties in procenten) Gewicht in effectieve koersindex voor de groep van 2 handelspartners Niveau op 7 maart 212 Appreciatie (+)/depreciatie (-) van de euro per 7 maart 212 Sinds: Ten opzichte van: gemiddelde 3 november januari 211 voor 211 Amerikaanse dollar 19,4 1,312-2,2-1,7-5,7 Britse pond 17,8,835-2,4-3,1-3,8 Chinese renminbi 13,6 8,286-3,2-5,8-7,9 Japanse yen 8,3 16, 1,9-2,5-4,5 Zwitserse frank 6,4 1,25-1,7-3,3-2,2 Poolse zloty 4,9 4,164-7,6 5,2 1,1 Zweedse kroon 4,9 8,924-2,4 -,1-1,2 Tsjechische kroon 4,1 24,87-1,8 -,9 1,1 Koreaanse won 3,9 1,477-3,5-1,6-4,2 Hongaarse forint 3,1 296,3-3,7 6,4 6,1 Nominaal-effectieve koers 2) 99,5-2,5-2, -3,7 Bron:. 1) Bilaterale wisselkoersen in aflopende volgorde van handelsgewicht in de koersindex voor de groep van 2 handelspartners. 2) Nominaal-effectieve wisselkoers van de euro ten opzichte van de valuta s van 2 van de belangrijkste handelspartners van het eurogebied. maken. Op 7 maart 212 lag de wisselkoers van de euro ten opzichte van het Britse pond 2,4% onder het niveau van eind november 211 en 3,8% onder het gemiddelde van 211 (zie Tabel 1). In de verslagperiode verloor de euro ook terrein ten opzichte van de Zwitserse frank ( 1,7%); op 7 maart 212 noteerde de euro 2,2% onder het gemiddelde van 211. In een klimaat waarin het sentiment van de financiële markten ten aanzien van de regio sinds het begin van het jaar verbeterde, daalde de euro eveneens in waarde ten opzichte van enkele andere Europese valuta s, in het bijzonder ten opzichte van de Tsjechische kroon ( 1,8%), de Hongaarse forint ( 3,7%) en de Poolse zloty ( 7,6%). De volatiliteit in de euro-valutamarkt bleef afnemen en belandde daarmee weer op het historisch gemiddelde. De impliciete volatiliteit van de bilaterale wisselkoersen van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar, de Japanse yen en het Britse pond nam in december 211 en begin januari 212 in alle looptijdsegmenten beduidend af en stabiliseerde rond de respectieve historische gemiddelden (zie Grafiek 8). In de verslagperiode zijn de aan het ERM-II deelnemende valuta s globaal stabiel gebleven ten opzichte van de euro en noteerden zij op of rond hun respectieve spilkoersen. De Letlandse lats noteerde aan de bovenkant van zijn spilkoers binnen de unilateraal vastgestelde fluctuatiemarge van 1% aan beide zijden van de spilkoers. Grafiek 8 Impliciete volatiliteiten van enkele bilaterale wisselkoersen (daggegevens) USD/EUR GBP/EUR JPY/EUR 6 april juli okt. jan. april juli okt. jan Bron: Bloomberg Maart 212

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Inleidende Verklaring Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015 Dames en heren, de Vice-President en ik heten u van harte welkom

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2007 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

In 2011 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 100.

In 2011 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 100. E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K E U R O S Y S T E E M m a a n d b e r i c h t m a a r t 2 1 1 In 211 verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR 1. Europese Centrale

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2005 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 22 februari 2013 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 23 augustus 2013 beschikbare informatie, hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 mei 2006 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2008 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 20 november 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 november 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 24 mei 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 februari 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied Op basis van de tot 17 mei 2004 beschikbare informatie hebben stafleden van het Eurosysteem projecties opgesteld

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 24 mei 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 18 februari 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur Verslag 200 Antwerpen, februari 20 Guy Quaden Gouverneur Bbp-groei in de voornaamste economieën (veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 2008 2009 200 p.m.

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

maandbericht In 2014 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 20

maandbericht In 2014 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 20 E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K E U R O S Y S T E E M maandbericht d e c EMBER 2 1 4 In 214 verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR 2 Europese Centrale Bank,

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 9 December 2011 De context van het Euro Plus-pact 1 Europa 2020 Procedure macro-onevenwichtigheden

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 25 augustus 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 25 november 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 augustus 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Economie in 2015 Kans of kater?

Economie in 2015 Kans of kater? Economie in 2015 Kans of kater? Nico Klene Economisch Bureau Doorwerth 6 november 2014 Wat verwacht ú: - kans? - kater? 2 Opbouw - Buitenland: mondiale groei houdt aan - Nederland 3 VS: groei weer omhoog

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1 DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED 1 Op grond van de op 22 mei 2013 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 22 mei 2009 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Prijzendashboard 01 INHOUD

Prijzendashboard 01 INHOUD Prijzendashboard 01 Januari-juni 2019 Volgens het prijzendashboard van het CBS was er in Nederland in de eerste helft van 2019 meer inflatie dan in 2018. Bij de consumentenprijzen, lonen en prijzen voor

Nadere informatie

Technische aannames betreffende rentes, wisselkoersen, grondstoffenprijzen en begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende rentes, wisselkoersen, grondstoffenprijzen en begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 23 februari 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Economische visie op 2015

Economische visie op 2015 //5 Economische visie op 5 Nieuwjaarsbijeenkomst VNO-NCW regio Zwolle Björn Giesbergen januari 5 Inhoud Visie op 5 Europa: toekomstige koploper of eeuwige achterblijver? (conjunctuur/financiële markten)

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN .. L 9/ II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) /97 VAN DE COMMISSIE van november tot vaststelling van technische informatie voor de berekening van de technische voorzieningen

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/309 VAN DE COMMISSIE. van 23 februari 2017

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/309 VAN DE COMMISSIE. van 23 februari 2017 8..7 NL Publicatieblad van de Europese Unie L / II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 7/9 VAN DE COMMISSIE van februari 7 tot vaststelling van technische informatie

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 27 mei 2010 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op grond van de op 23 november 2012 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

Kentering op de Europese woningmarkten

Kentering op de Europese woningmarkten Na een hausse die twaalf jaar duurde, is nu in de meeste Europese landen waaronder Nederland een afvlakking van de huizenprijsstijging te zien. In enkele landen dalen de prijzen zelfs. Een belangrijke

Nadere informatie

Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein

Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein Directeur Particulieren en Private Banking 5 februari 15 Welkom Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Voorstellen Tim Legierse Hoofd Nationaal Onderzoek 3 Visie

Nadere informatie

Economisch Bulletin. Nummer 4 / 2015 3,5E 7,5E

Economisch Bulletin. Nummer 4 / 2015 3,5E 7,5E 3 6E E 3,5E 6E E E 8 1% 53% E 6E 7,5E Europese Centrale Bank, 215 Postadres 664 Frankfurt am Main Duitsland Telefoon +49 69 1344 Website: www.ecb.europa.eu Dit is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED De huidige economische vooruitzichten zijn zeer onzeker, omdat deze ten zeerste afhangen van zowel komende beleidsbeslissingen

Nadere informatie

maandbericht September 2013 EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM

maandbericht September 2013 EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM EUROPESE CENTRALE BANK EUROSYSTEEM maandbericht September 213 In 213 verschijnt in alle publicaties van de een motief van het bankbiljet van EUR 5. Europese Centrale Bank, 213 Adres Kaiserstrasse 29 6311

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België - 2009 -

De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België in 2009 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van 2009 Zoals lang gevreesd, werden in 2009 de gevolgen van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er

Nadere informatie

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 november 2008 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties

Nadere informatie

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere

Nadere informatie

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0 Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 2 april 2002 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage april 2002 1 De internationale conjunctuur lijkt door het dieptepunt heen. In de Verenigde Staten en Zuidoost-Azië

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht Nederlandse economie in zicht Vooruitzichten 6-7 Economisch Bureau Nederland december Nederlandse economie: groei houdt aan De Nederlandse economie groeide in met ongeveer % - tweemaal zoveel als in 4.

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : december Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage december De wereldeconomie is het afgelopen kwartaal sterk opgeveerd en de verwachting is dat het herstel zal doorzetten.

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

Licht op energie (2013 - november)

Licht op energie (2013 - november) PMI index Licht op energie (2013 - november) Macro-economische ontwikkelingen De indicator van Markit voor economische bedrijvigheid in de Eurozone ligt sinds enkele maanden net boven de 50 punten. In

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie Kennis en Economisch Onderzoek Focus: Turkse economie onder druk In december 2013 heeft de Turkse lira een duikvlucht

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

Conjunctuurbericht. Oktober Centraal Bureau voor de Statistiek

Conjunctuurbericht. Oktober Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Conjunctuurbericht PB00-244 26 oktober 2000 10.30 uur Oktober 2000 Algemeen: overwegend positieve signalen Het merendeel van de indicatoren voor de Nederlandse economie

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 1. Goederenexport van Zuid-Korea naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zuid-Koreaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro). Bron: International

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie