Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant"

Transcriptie

1 Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 mei 2005 bij hen ingekomen aanvraag van de stichting Duurzame Energieproductie Pluimveehouderij (Stichting DEP) om een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer voor een installatie, gelegen aan de Middenweg 36 te Moerdijk, bestemd tot het opwekken van duurzame energie door middel van de thermische conversie van maximaal ton stapelbare pluimveemest, kippenveren en vergelijkbare biomassa per jaar.

2

3 DEFINITIEVE BESCHIKKING Stichting Duurzame Energieproductie Pluimveehouderij (Stichting DEP) Postbus AB Tilburg Brabantlaan 1 Postbus MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) info@brabant.nl Bank ING Onderwerp Vergunning ingevolge de Wet milieubeheer Directie Ecologie Ons kenmerk I I.A De aanvraag Beschrijving van de aanvraag Op 31 mei 2005 hebben wij een aanvraag van de Stichting Duurzame Energieproductie Pluimveehouderij (hierna: Stichting DEP) ontvangen voor een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning krachtens de Wet milieubeheer (Wm) in verband met een verandering (in de werking) van de inrichting waarvoor al eerder een Wm-vergunning is verleend (Wm, art. 8.4, lid 1). De inrichting is gelegen aan de Middenweg 36 te Moerdijk, kadastraal bekend gemeente Klundert, sectie C, nummer De aanvraag voorziet in het realiseren en bedrijven van een inrichting voor het duurzaam opwekken van elektriciteit door verbranding van stapelbare pluimveemest en pluimveeveren. Tevens voorziet de aanvraag in de mogelijkheid om stookproeven uit te voeren met andere niet nader gespecificeerde biomassastromen. De stookproeven zullen uitsluitend betrekking hebben op schone biomassastromen zoals vermeld op de zogenaamde Witte Lijst. Op grond van categorie 28.4.e.2 van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn wij bevoegd gezag voor de inrichting. I.B Aanleiding voor het indienen van de aanvraag Nadere detaillering van het ontwerp en voortschrijdend inzicht hebben ertoe geleid dat de Biomassa Centrale Moerdijk (BMC Moerdijk) op een aantal punten is herzien. Deze aanpassingen hebben veranderingen tot gevolg voor de activiteiten en de emissies. De Stichting DEP heeft ervoor gekozen een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) en Wet verontreiniging -1-

4 oppervlaktewateren (Wvo) aan te vragen waarin de volgende veranderingen ten opzichte van de vergunde situatie zijn opgenomen: - de gemiddelde doorzet aan droge stof neemt toe van nominaal ton d.s./jaar tot nominaal ton d.s./jaar (en maximaal ton d.s./jaar) als gevolg van een toename van het jaartonnage, het droge stofgehalte en het aantal bedrijfsuren; - de verbrandingscapaciteit neemt toe tot 52,5 ton/uur; - het thermisch vermogen (brandstofinput) neemt toe van 100 MW tot 115 MW; - het elektrisch vermogen (E-productie) neemt toe van 29,5 MW tot 31,5 MW; - een uitbreiding met een procedure Stookproeven die door de Stichting DEP gevolgd zal worden om het vergunde pakket aan brandstoffen in de toekomst eventueel uit te breiden met alternatieve secundaire brandstoffen; - de hoeveelheid reststof neemt toe van tot maximaal ton/jaar. Dit is inclusief de toename van de hoeveelheid wervelbedzand van 700 tot ton/jaar. De hoeveelheid rookgasreinigingsresidu neemt toe van tot ton/jaar; - de installatie zal voldoen aan een temperatuur van 850 C bij een zuurstofconcentratie van 3% en een verblijftijd van 2 seconden in de vuurhaard; - het rendement van het elektrofilter op stofdeeltjes is 96,5% en het rendement van de totale rookgasreiniging op stofdeeltjes is 99%; - kalk wordt niet als kalkmelk toegevoegd in een sproeidroger, maar vóór het doekenfilter gedoseerd in de vorm van droge, gehydrateerde kalk Ca(OH) 2. De sproeidroger komt hiermee te vervallen; - actief kool wordt opgeslagen in containers en het wervelbedzand wordt opgeslagen in een silo met een inhoud van 40 m 3, overeenkomend met een opslagcapaciteit van 7 dagen; - de emissies naar lucht worden bijgesteld (zoals aangegeven in tabel 3.3.1); - waswater afkomstig van diverse reinigingswerkzaamheden wordt niet in het proces hergebruikt (zoals voor de productie van demiwater of voor de rookgasreiniging); - ter plaatse van de SCR-DeNOx heerst een (lichte) overdruk in plaats van een (lichte) onderdruk. Dit is een gevolg van het omwisselen van de volgorde van de zuigtrekventilator en SCR-DeNOx in het proces; - zoals hierboven al aangegeven wordt het processchema als volgt gewijzigd: - de sproeidroger komt te vervallen, omdat de kalk in droge vorm (gehydrateerde kalk Ca(OH) 2 ) wordt gedoseerd in plaats van in de vorm van kalkmelk; - de zuigtrekventilator en de DeNOx-installatie worden in volgorde verwisseld. - inzet van stookolie in plaats van aardgas als bijstookbrandstof in geval van een te lage oventemperatuur en voor het opstarten na een korte onderbreking van het proces; - de turbine wordt voorzien van een drietal lagedruk afttappunten voor interne proceswarmte uitkoppeling; - om de mogelijkheden van vervoer per schip te kunnen benutten wordt een los- en laadkade voorzien aan de Westelijke insteekhaven. I.C Locatie van de inrichting De BMC Moerdijk is geprojecteerd op het industrieterrein "Moerdijk". Het industrieterrein is gezoneerd ingevolge artikel 41 van de Wet geluidhinder (Wgh). Aan de westzijde van het perceel bevindt zich de Westelijke Insteekhaven. Aan de noordzijde bevindt zich de NV Slibverwerking Noord-Brabant. Aan de oostzijde ligt de Middenweg en enkele distributiecentra. Aan de zuidzijde ligt de Warmtekrachtcentrale Moerdijk van Essent Energie Productie B.V. -2-

5 De dichtstbijzijnde aaneengesloten woonbebouwing is gelegen op circa meter van de BMC Moerdijk. Het betreft woonwijken van de plaatsen Klundert en Moerdijk. De BMC Moerdijk is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied. Ten noorden van de BMC Moerdijk bevindt zich het Hollandsch Diep dat is aangewezen als gebied, zoals bedoeld in de richtlijn 79/409 EEG inzake het behoud van de vogelstand (Vogelrichtlijn). Voor wat betreft de gebiedsbescherming is niet gebleken dat de milieugevolgen van de activiteiten van de BMC Moerdijk een relevant effect hebben op dit gebied. Voor wat betreft de soortbescherming wordt opgemerkt dat er op de locatie geen Europese of Nederlandse beschermde soorten zijn waargenomen. De activiteiten van de BMC Moerdijk zijn daarmee niet in strijd met de Vogelrichtlijn. I.D Huidige vergunningsituatie Op 10 oktober 2000 hebben wij, onder nummer , aan de Stichting DEP een vergunning verleend krachtens de Wet milieubeheer, voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting bestemd tot het opwekken van duurzame energie door middel van de thermische conversie van ton stapelbare pluimveemest per jaar. Deze vergunning is verleend voor een periode van tien jaar. Op 6 maart 2002 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan in het beroep tegen de oprichtingsvergunning, op grond waarvan de vergunning onherroepelijk is geworden. Op 4 oktober 2000 heeft Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, onder nummer AWU/ I, een vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) voor het lozen van afvalwater op het Hollandsch Diep, alsmede een vergunning ingevolge de Wet op de waterhuishouding (Wwh) voor het ontrekken van water aan de Westelijke Insteekhaven en voor het lozen van koelwater op het Hollandsch Diep aan de Stichting DEP verleend. Deze vergunningen zijn verleend voor een periode van tien jaar. Het waterschap Brabantse Delta (destijds het Hoogheemraadschap West Brabant) heeft per brief aan Stichting DEP kenbaar gemaakt dat lozing op de riolering was toegestaan, omdat er uitsluitend sprake was van de lozing van huishoudelijk afvalwater. Na de oprichtingsvergunning heeft de Stichting DEP een aanvraag voor het veranderen van de BMC Moerdijk voor het in werking hebben na die verandering van onderdelen van de inrichting (deelrevisievergunning) en een verzoek om wijziging van de vergunning krachtens de Wet milieubeheer (Wet milieubeheer artikel 8.24) bij ons ingediend, waarop wij op 5 februari 2002 respectievelijk 30 maart 2004 positief hebben beslist. Tevens is één melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer bij ons ingediend voor het veranderen van een onderdeel van de BMC Moerdijk. II II.A II.A.1 Procedure van de aanvraag om milieuvergunning De aanvraag Ontvangst van de aanvraag Wij hebben op 27 juni 2005 een verzoek van de Stichting DEP ontvangen om de Wm-aanvraag van 2 maart 2005, door ons ontvangen op 8 maart 2005, als hernieuwd ingediend te beschouwen op de datum waarop de Wvo-aanvraag voor lozing op de riolering is ingediend bij het Waterschap Brabantse Delta, te weten 31 mei Een zelfde verzoek is ingediend bij Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, ten aanzien van de Wvo-aanvraag van 2 maart Het waterschap Brabantse Delta heeft de Wvo-aanvraag op 1 juni 2005 ontvangen. Wij hebben het verzoek van de Stichting DEP op 12 juli 2005 doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs, te weten: -3-

6 a. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk te Zevenbergen; b. de Regionaal inspecteur VROM-inspectie Regio Zuid te Eindhoven; c. Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland te Rotterdam; d. het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta te Breda. II.A.2 Aanvullende gegevens Op 3 juni 2005 hebben wij een aanvulling op de Wm-aanvraag ontvangen. Het betreft informatie ten aanzien van de opslag van stookolie in één of twee bovengrondse tanks met een totale inhoud van maximaal 50 m 3, die zullen zijn uitgevoerd conform CPR 9-6. Wij hebben deze aanvulling op 12 juli 2005, tegelijk met het verzoek van de Stichting DEP van 27 juni 2005, doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs. Op 10 augustus 2005 hebben wij een aanvulling op de Wm-aanvraag ontvangen. Het betreft informatie ten aanzien van de opslag van stookolie. De opslag bestaat uit één bovengrondse tank met een totale inhoud van maximaal 150 m 3, die zal zijn uitgevoerd conform CPR 9-6. Intern transport van gasolie vindt plaats via pompen en een leidingensysteem. Wij hebben deze aanvulling op 19 september 2005 doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs. II.B Coördinatie Wm-vergunning en Wvo-vergunning Op 31 mei 2005 heeft de aanvrager bij ons een aanvraag om een Wm-vergunning ingediend. Op 31 mei 2005 heeft de aanvrager een aanvraag om een Wvo-vergunning ingediend bij Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland. Op 1 juni 2005 heeft het waterschap Brabantse Delta een Wvo-aanvraag, gedateerd 31 mei 2005, ontvangen. Wij hebben de datum van ontvangst van de aanvragen vastgesteld op de datum waarop de laatste aanvraag is ingediend, namelijk op 1 juni 2005 (Wet milieubeheer, art. 14.2, lid 1). II.B.1 Aanvullende gegevens In verband met het ontbreken van een aantal gegevens heeft Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland de aanvrager op 17 juni 2005 in de gelegenheid gesteld om de Wvo-aanvraag aan te vullen. Wij hebben op 30 juni 2005 het rapport Aanvraag vergunning BMC Moerdijk ingevolge Wvo, Aanvullende informatie ontvangen. Wij hebben deze aanvulling op 12 juli 2005, tegelijk met het verzoek van de Stichting DEP van 27 juni 2005, doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs. De termijn voor het geven van de beschikking wordt opgeschort met de periode die de aanvrager nodig heeft om de aanvraag aan te vullen. In dit geval is de termijn voor het geven van de beschikking opgeschort met 13 dagen (Algemene wet bestuursrecht, art. 4:15). III Toetsingskaders III.A Artikel 8.8 tot en met 8.10 Wet milieubeheer III.A.1 Algemeen De artikelen 8.8 tot en met 8.10 Wet milieubeheer omvatten het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Hierna geven wij aan hoe de aanvraag zich tot het toetsingskader verhoudt. Hierbij -4-

7 beperken wij ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook werkelijk op onze beslissing van invloed zijn. De hierna genoemde gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken zijn mede beoordeeld in hun onderlinge samenhang, gezien de technische kenmerken van de inrichting en de geografische ligging van de inrichting. III.A.2 Best Beschikbare Technieken (BBT) Ingevolge artikel 8.11, derde lid, van de Wm dienen in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning voorschriften te worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk bij voorkeur bij de bron te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende BBT worden toegepast. Overeenkomstig artikel 8.11, vierde lid, van de Wm juncto artikel 5a.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) dienen wij bij de bepaling van BBT te betrekken, rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen, en met het voorzorg- en het preventiebeginsel: - de toepassing van technieken die weinig afvalstoffen veroorzaken; - de toepassing van minder gevaarlijke stoffen; - de ontwikkeling, waar mogelijk, van technieken voor de terugwinning en het opnieuw gebruiken van de bij de processen in de inrichting uitgestoten en gebruikte stoffen en van afvalstoffen; - vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd; - de vooruitgang van de techniek en de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis; - de aard, de effecten en de omvang van de betrokken emissies; - de data waarop de installaties in de inrichting in gebruik zijn of worden genomen; - de tijd die nodig is om een betere techniek toe te gaan passen; - het verbruik en de aard van de grondstoffen, met inbegrip van water, en de energie-efficiëntie; - de noodzaak om het algemene effect van de emissies op en de risico s voor het milieu te voorkomen of tot een minimum te beperken; - de noodzaak ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor het milieu te beperken. Overeenkomstig artikel 8.11, vierde lid, van de Wm juncto artikel 5a.1 van het Ivb dienen wij bij de bepaling van BBT rekening te houden met de Regeling aanwijzing BBT-documenten (Staatscourant nr november 2005). Met de in tabel 1 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover het de daarbij vermelde installaties betreft als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installaties). Met de in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. De activiteiten van de inrichting zijn getoetst aan de Regeling aanwijzing BBT-documenten. De activiteiten zijn vermeld in de volgende documenten die zijn opgenomen in deze regeling: - BREF Industriële koelsystemen (Industrial Cooling Systems, december 2001); - BREF Monitoring (General Principles of Monitoring, juli 2003). -5-

8 De volgende milieu-aspecten ten gevolge van het in werking zijn van de inrichting vallen onder de werkingssfeer van de in de regeling opgenomen documenten: - verzuring als gevolg van emissies in de lucht; - emissies van persistente, bioaccumuleerbare, giftige en vervuilende stoffen in het water of de bodem; - productie van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval; - geluid en stank; - verbruik van grondstoffen en water. In de Regeling aanwijzing BBT-documenten zijn alleen BREF-documenten opgenomen die ook zijn vastgesteld door de Europese Commissie. De onderhavige regeling zal worden aangepast naar aanleiding van BREF's die nieuw zijn vastgesteld of herzien. Voor BREF's die nog niet zijn vastgesteld door de Europese Commissie, zijn wij gehouden, zo blijkt uit jurisprudentie, om rechtstreeks te toetsen aan de IPPC-richtlijn. Naast de eerder genoemde BREF's is ook de BREF Afvalverbranding (Waste Incineration, juli 2005) op de BMC Moerdijk van toepassing. Onderstaand wordt per milieucompartiment aangegeven in hoeverre bepalingen uit één van de hiervoor genoemde BREF s aan de orde zijn en op welke wijze daar in deze vergunning rekening mee is gehouden. Uit de aanvraag blijkt dat de voor de inrichting in aanmerking komende BBT zullen worden toegepast. De gevraagde vergunning kan daarom worden verleend. III.A.3 Algemene maatregelen van bestuur (artikel 8.44) In deze AMvB's worden direct werkende eisen gesteld. Deze eisen mogen niet in de Wm-vergunning worden opgenomen. In de Wm-vergunning kan alleen van de AMvB worden afgeweken voor zover dat in de AMvB is aangegeven. Indien de aangevraagde activiteiten strijdig zijn met een van deze AMvB's, kan de Wm-vergunning niet worden verleend. De aangevraagde activiteiten vallen binnen de werkingsfeer van de hieronder aangegeven besluiten: - Besluit verbranden afvalstoffen; - Besluit milieuverslaglegging; Dit betekent dat moet worden voldaan aan de voorschriften gesteld in deze besluiten. III.B Milieuzorgsysteem Het landelijke en ook ons beleid is erop gericht dat bedrijven worden gestimuleerd om, ten behoeve van de vertaling van de milieuregelgeving naar de actuele bedrijfssituatie en het streven naar een zo gering mogelijke milieubelasting van de bedrijfsactiviteiten, bedrijfsinterne milieuzorgsystemen te implementeren. In de BREF Afvalverbranding wordt ten aanzien van milieuzorg opgemerkt dat de beste milieuprestaties geleverd worden door een installatie die is uitgerust met de beste technologie en bedreven wordt op de meest effectieve en efficiënte wijze. Dit wordt als volgt onderkend in de IPPCrichtlijn definitie voor techniek : zowel de gebruikte technologie als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, bedreven en ontmanteld. Voor IPPC-installaties geldt dat een milieuzorgsysteem (MZS) het instrument is dat door bedrijven gebruikt kan worden om op een systematische en aantoonbare manier inzicht te krijgen in de -6-

9 inspanningen en activiteiten van een bedrijf, gericht op het voorkomen, verminderen en beheersen van de effecten van de bedrijfsvoering op het milieu. Een MZS bevat de organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden en procedures, en is een bron van continue verbetering van de milieuprestaties. Een MZS is het meest effectief en efficiënt wanneer dit onderdeel uitmaakt van het totale management en de bedrijfsvoering binnen een bedrijf. Veel bedrijven beschikken over een MZS dat is opgezet en gecertificeerd volgens internationale normen als NEN-EN-ISO en EMAS. Opgemerkt wordt dat een zorgsysteem volgens de systematiek van de NEN-EN-ISO een organisatie als eenheid neemt, terwijl de BREF een engere reikwijdte heeft. Met name activiteiten met betrekking tot producten en diensten die een bedrijf heeft, vallen buiten de scoop van de IPPC-richtlijn. Het beschikken over en werken volgens een MZS is in de BREF Afvalverbranding aangemerkt als BAT, ook al is het MZS niet gecertificeerd volgens een internationale norm (paragraaf 5.1, BAT 75). Het voldoen aan bijv. de NEN-EN-ISO kan dan ook als aanvulling op BAT worden gezien. In de aanvraag geeft de Stichting DEP aan dat binnen één jaar na de inbedrijfname van de BMC Moerdijk een gedocumenteerd bedrijfsintern milieuzorgsysteem zal worden opgezet en geïmplementeerd volgens de norm NEN-EN-ISO Bovendien zal tot certificering van het MZS worden overgegaan zodra het vereiste zorgniveau is bereikt. Om het MZS in deze vergunning te borgen is in de voorschriften opgenomen dat er halfjaarlijks over de voortgang van de zorg voor het milieu aan ons moeten worden gerapporteerd (voorschrift 1.1.3) en jaarlijks voor 1 december van elk kalenderjaar een milieujaarprogramma voor het komende kalenderjaar aan ons moet worden overgelegd (voorschrift 1.1.2). Een belangrijk aspect van het MZS is het jaarlijks opstellen van een milieujaarprogramma. Daarnaast wordt meestal een Bedrijfsmilieuplan (BMP) opgesteld. Het werken met BMP's stelt bedrijven in staat prioriteiten te stellen en kosteneffectief milieumaatregelen in te voeren. Overheid en bedrijven moeten met elkaar afspraken maken over taakstellingen, voortgangsrapportages en juridische inbedding. BMP's doen daarbij dienst om het traject voor het realiseren van milieudoelen te sturen en inzichtelijk te maken. Met een aantal Brabantse bedrijven, die de landelijke brancheconvenanten hebben ondertekend, is inmiddels ervaring opgedaan met BMP's. De provincie streeft naar verbreding van deze aanpak naar andere bedrijven in Noord-Brabant en probeert met andere vergunningverlenende instanties tot een soortgelijke benadering te komen. Wij hebben in voorschrift bepaald dat de Stichting DEP binnen één jaar na de inbedrijfname van de BMC Moerdijk een BMP moet opstellen. Het BMP dient een strategisch karakter te hebben en dient in te gaan op de verbredingsonderwerpen (duurzaam ondernemen). De in het BMP opgenomen maatregelen worden daarna zonodig in het kader van de Wm geformaliseerd door middel van een vergunning of een melding. Ten aanzien van de monitoring van emissies naar onder meer lucht en water zijn in de BREF Monitoring eisen opgenomen, waarbij geen BAT wordt vastgesteld. In de BREF wordt ingegaan op de redenen waarom monitoring uitgevoerd wordt, door wie, wat en hoe er gemonitord wordt en hoe de gegevens uitgedrukt moeten worden. De BREF bevat verder eisen met betrekking tot monitoring die samen met de emissiegrenswaarden in vergunningen moeten worden opgenomen, een interpretatie van de monitoringsgegevens ten opzichte van de grenswaarden en eisen ten aanzien van de rapportage van de monitoringsgegevens. Deze verplichtingen zijn in voorschrift opgenomen. -7-

10 Ten aanzien van de rapportage merken wij op dat de BMC Moerdijk valt binnen de categorie 3 van Bijlage 1 van het Besluit milieuverslaglegging. Dat betekent dat jaarlijks een milieujaarverslag opgesteld moet worden volgens de eisen zoals die in Bijlage 2 van het Besluit milieuverslaglegging zijn gesteld. Beoordeling en conclusie De BMC Moerdijk zal uiterlijk één jaar na de inbedrijfname beschikken over een MZS, dat gecertificeerd/certificeerbaar is volgens NEN-EN-ISO Daarmee wordt voldaan aan BAT als bedoeld in de BREF Afvalverbranding. Om het MZS te borgen zijn diverse voorschriften opgenomen. Ten aanzien van rapportage geldt dat de BMC Moerdijk onder het Besluit milieuverslaglegging valt. III.C Lucht III.C.1 Het kader voor de bescherming van de lucht Binnen de BMC Moerdijk worden verbrandingsprocessen gevoerd ten behoeve van het opwekken van elektriciteit en warmte. Daarvoor worden stapelbare pluimveemest en -veren ingezet als brandstof. Daarnaast is de Stichting DEP voornemens proeven uit te voeren met het verstoken van alternatieve secundaire brandstoffen binnen de BMC Moerdijk. Het uitvoeren van de stookproeven wordt in het volgende hoofdstuk van deze considerans beschreven. De emissies als gevolg van het verstoken van stapelbare pluimveemest en -veren vallen onder de werkingssfeer van het Besluit verbranden afvalstoffen (hierna: Bva). In de bijlagen bij het Bva zijn de emissie-eisen, meetvoorschriften en overige voorschriften opgenomen, die rechtstreeks werkend zijn en waar uitsluitend van kan worden afgeweken indien dit uitdrukkelijk in de bijlage is vermeld. Daarnaast is in artikel 8 van het Bva een instructie voor het bevoegd gezag opgenomen om de krachtens dit artikel gestelde eisen op te nemen in de milieuvergunning. De volgende onderwerpen moeten in de Wm-vergunning worden opgenomen: - welke afvalstoffen (of voorzover mogelijk categorieën van afvalstoffen overeenkomstig de Eural) thermisch mogen worden behandeld en wat de nominale capaciteit van de installatie is (artikel 8, onderdelen a en b); - de beschrijving van de slechtst denkbare bedrijfsomstandigheden, waaronder verblijftijd, minimumtemperatuur en zuurstofgehalte van de rookgassen eenmalig moeten worden gemeten (artikel 8, onderdeel c); - de plaats waar bemonsterings- en meetpunten moeten zijn gelegen (artikel 8, onderdeel d). Wij hebben deze onderwerpen vastgelegd in de voorschriften 6.1.1, en Op grond van de IPPC-richtlijn kan het noodzakelijk zijn om strengere eisen in de vergunning vast te leggen dan op grond van Bva verplicht zou zijn. Volgens het stelsel van de IPPC-richtlijn moeten verplichtingen worden opgelegd om te verzekeren dat installaties zo worden geëxploiteerd, dat alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging worden getroffen, met name door toepassing van BAT. Dit kan hetzij in de vorm van vergunningsvoorschriften hetzij door middel van algemene voorschriften die een zelfde geïntegreerde aanpak en een even hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel waarborgen als bij vergunningverlening het geval zou zijn (artikelen 3, onderdeel a en slotalinea en artikel 9, achtste lid, van de IPPC-richtlijn). Bij de opstelling van het onderhavige besluit is nagegaan wat BAT is voor de betreffende installatie. Het gaat hier om technieken die op een zodanige schaal zijn ontwikkeld dat de technieken, de kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar zijn. -8-

11 De Europese Commissie heeft het Reference Document on Best Available Techniques for Waste Incineration (BREF Afvalverbranding) in juli 2005 definitief vastgesteld. In hoofdstuk 4 van dit BREF zijn technieken beschreven waarmee kan worden bepaald wat BAT is en in hoofdstuk 5 zijn deze technieken per soort afvalverbranding samengevat. In het BREF wordt niet specifiek ingegaan op verbranding van pluimveemest, zodat uitsluitend aan BAT voor afvalverbranding algemeen kan worden getoetst. III.C.2 Beschrijving van de rookgasreinigingsinstallatie Zoals eerder aangegeven ontstaan de belangrijkste emissies bij verbranding van de stapelbare pluimveemest en pluimveeveren. De rookgassen die vrijkomen bij de verbranding passeren een uitgebreide rookgasreinigingsinstallatie. De rookgasreinigingsinstallatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen (Zie ook het processchema, bijlage IV van de aanvraag): - een elektrostatische stofafscheider ( elektrofilter of E-filter) voor primaire stofafscheiding; - dosering van actief kool en droge kalk, gevolgd door een nageschakeld doekenfilter voor de verwijdering van zuurvormende gassen, resterend stof en zware metalen en eventueel in de rookgassen aanwezige PCDD/PCDF s; - een zuigtrekventilator; - een recirculatieleiding met recirculatieventilator; - een SCR-DeNOx voor het verwijderen van stikstofoxiden; - een schoorsteen, voorzien van continue emissiemeetapparatuur. Hieronder volgt een korte beschrijving van de verschillende stappen uit het rookgasreinigingsproces. Elektrofilter Na de ketel passeren de rookgassen het elektrofilter. In het elektrofilter wordt de in de rookgassen aanwezige vliegas nagenoeg volledig afgevangen. Het elektrofilter (primaire stofafscheiding) heeft een afvangrendement van meer dan 96,5%. Het stofafscheidingsrendement van de totale rookgasreinigingsinstallatie bedraagt meer dan 99%. De vliegas wordt samen met de in de ketel afgevangen vliegas naar vliegassilo s getransporteerd. De vliegas wordt vanuit deze silo-installatie droog of eventueel na bevochtiging in gesloten wagens en/of per schip afgevoerd. Doekenfilter met voorafgaande dosering van actief kool en droge kalk Voor de afscheiding van zwaveloxiden, zoutzuur, waterstoffluoride en eventueel aanwezige dioxines/furanen wordt na het elektrofilter actief kool en droge kalk gedoseerd. Zoutzuur en zwaveloxiden worden onder invloed van de kalk omgezet in zouten die gezamenlijk met eventueel resterende stofdeeltjes op het doekenfilter worden afgevangen. Eventueel in de rookgassen aanwezige dioxines en furanen worden geadsorbeerd aan de actieve kool, die eveneens op het doekenfilter wordt afgescheiden uit de rookgassen. De vaste stoffen die op het doekenfilter afgescheiden zijn, worden met behulp van een transportsysteem zoveel mogelijk gerecirculeerd en opnieuw in de rookgasstroom gebracht. Een gedeelte wordt afgevoerd om ophopen van verontreinigingen te voorkomen. Voor het chemicaliënverbruik wordt vooralsnog uitgegaan van een ruime overmaat. Defecten in het doekenfiltersysteem (stoflekkage) worden gedetecteerd middels een stofmeting. Zuigtrekventilator Na het doekenfilter passeren de rookgassen de zuigtrekventilator, die zorgt dat de stromingsweerstand van wervelbedoven, ketel en rookgasreiniging wordt overwonnen. Met behulp -9-

12 van de zuigtrekventilator wordt in de vuurhaard een geringe onderdruk (5 à 10 mbar) geregeld. Daardoor wordt voorkomen dat onder normale bedrijfsomstandigheden (ongereinigde) rookgassen ongecontroleerd uit vuurhaard, ketel, elektrofilter en doekenfilter kunnen uittreden. Ter plaatse van de nageschakelde SCR-DeNOx-installatie heerst echter een (lichte) overdruk. Rookgasrecirculatie Een gedeelte van de rookgassen wordt na het doekenfilter en de zuigtrekventilator via een recirculatieleiding opnieuw toegevoerd aan de wervelbedoven. Dit resulteert in een betere regelbaarheid van de oven, alsmede in de mogelijkheid een lagere zuurstofovermaat toe te passen, hetgeen weer leidt tot een beter energetisch rendement. SCR-DeNOx-installatie Voor de verwijdering van stikstofoxiden wordt een DeNOx-installatie geïnstalleerd. Deze installatie werkt volgens het principe van de selectieve katalytische reductie (SCR). Met de SCR wordt meer dan 70% van de stikstofoxiden (NO x ) uit de rookgassen verwijderd. Bij een NO x -concentratie aan intrede SCR van 350 mg/nm 3 (6 Vol.% O 2, droog) zijn emissieconcentraties beneden de 100 mg/nm 3 (droog, 6% O 2 ) bereikbaar. Bij dit proces worden de stikstofoxiden door ammoniakinjectie, in combinatie met een katalysator, vervaardigd uit een speciale metaalverbinding op een dragermateriaal, gereduceerd tot N 2 en H 2 O. Essentieel voor de werking van de katalysator is het temperatuurniveau waarbij het proces moet plaatsvinden, namelijk in een (per katalysator verschillend) zogenaamd temperatuurvenster van enkele tientallen graden Celsius, gelegen tussen 160 C en 450 C. De DeNOx-installatie is geplaatst achter het doekenfilter als laatste stap van de rookgasreiniging. Daarvoor is opwarming van de rookgassen na het doekfilter van C tot C noodzakelijk. Het opwarmen van de rookgassen wordt gerealiseerd met een rookgas/rookgaswarmtewisselaar in combinatie met een aardgasbrander. De rookgas/rookgaswarmtewisselaar wordt geplaatst na de rookgasreinigingsinstallatie. De warmte om de rookgassen van 150 à 160 C op te warmen tot C wordt in belangrijke mate geleverd door de rookgassen na de SCR weer af te koelen in de rookgas/rookgaswarmtewisselaar. Om de rookgassen op de gewenste temperatuur te brengen is aanvullende opwarming nodig. De daarvoor benodigde warmte wordt geleverd door de aardgasbrander, die de rookgassen voor de DeNOx-installatie circa 50 C opwarmt. Vervolgens wordt de ammoniak (24,5 gew.% oplossing in water) geïnjecteerd en passeren de rookgassen de katalysator. Na de DeNOx-installatie worden de rookgassen in de genoemde warmtewisselaar afgekoeld tot circa C en via de schoorsteen afgevoerd. Een negatief effect bij de toepassing van een DeNOx-installatie is de emissie van ammoniak als gevolg van het gebruik van ammonia als reductiemiddel, de zogenaamde "ammoniakslip". De ammonia wordt aangevoerd in gesloten tankwagens. Deze worden op een speciaal daarvoor geschikte losplaats gelost. De tijdens het lossen verplaatste dampen worden vanuit de opslagtank via een dampretoursysteem in de tankwagen gebracht. De inhoud van de opslagtank bedraagt 50 m 3. Schoorsteen/emissiemeetapparatuur Na de rookgasreiniging verlaten de rookgassen de installatie via een schoorsteen van circa 50 meter hoog. In de schoorsteen zijn voorzieningen aangebracht om emissiemetingen te kunnen uitvoeren. Daarnaast is continue emissiemeetapparatuur voorzien conform de voorschriften uit het Bva. -10-

13 III.C.3 Toetsing van de emissies In tabel van de aanvraag Overzicht schoorsteenemissies naar de lucht zijn per component de emissieeisen volgens het Bva en de verwachte emissieconcentraties met de bijbehorende verwachte emissievracht weergegeven. Hieronder wordt per component de afweging gemaakt in hoeverre de emissieconcentraties overeenkomen met de emissieniveaus bij toepassing van BAT volgens de BREF Afvalverbranding. Stof De bij de verbranding resterende as wordt grotendeels met de rookgassen uit de wervelbedoven afgevoerd. Een beperkte hoeveelheid as (circa 10%) blijft in de bodem van de wervelbedoven achter (bedas). De stofconcentratie in de ongereinigde rookgassen vóór de ketel bedraagt tussen 35 en 50 g/nm 3. Door de constructie van de ketel wordt 30 à 40% van de as hierin afgescheiden. Het resterende deel wordt vrijwel volledig afgescheiden in het elektrofilter en het doekenfilter. Het totale reinigingsrendement voor stof bedraagt daarmee ruim 99%. In het BREF Afvalverbranding wordt uitgegaan van een emissiewaarde van minder dan 5 mg/nm 3. In de aanvraag gaat de Stichting DEP uit van een maximale emissiewaarde van 5 mg/nm 3 en een mogelijk haalbare waarde van 1-2 mg/nm 3. De BMC Moerdijk voldoet hiermee aan BAT zoals beschreven in het BREF Afvalverbranding. De belangrijkste cross-media effecten zijn: a. Ten gevolge van het grote drukverlies heeft een doekenfilter een hoog energieverbruik. b. Voor het bedrijven van een elektrofilter is elektriciteit nodig. c. Het ontstaan van rookgasreinigingsresidu. Stofemissie overige installaties Als gevolg van op- en overslag van hulpstoffen (kalk, adsorbens en wervelbedzand) en reststoffen (vliegas en bedas) kunnen stofemissies optreden. Ter voorkoming van stofemissies zijn bij de BMC Moerdijk een aantal maatregelen voorzien zoals gesloten systemen voor de opslag en transport van kalk, adsorbens, wervelbedzand en vliegas. Beoordeling van de emissies ter plaatse van bovenstaande emissiepunten heeft plaatsgevonden aan de hand van de Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht (NeR). Geconcludeerd is dat de aangebrachte emissiebeperkende voorzieningen als stand der techniek worden aangemerkt. In voorschrift zijn stofemissie-eisen opgenomen voor de filterinstallaties op de diverse opslagsilo's overeenkomstig de algemene emissie-eisen uit de NeR. Stikstofoxiden De NO x -concentratie in de ongereinigde rookgassen is sterk afhankelijk van de verbrandingstemperatuur en tevens van de toegepaste luchtovermaat en het stikstofgehalte in de brandstof. De Stichting DEP heeft verbrandingsproeven met pluimveemest in een proefinstallatie uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat afhankelijk van de verbrandingstemperatuur en het zuurstofgehalte in de rookgassen, lage NO x -concentraties mogelijk zijn (gemiddelde bij de proefinstallatie mg/nm 3 met uitschieters naar 200 mg/nm 3 ), bij zuurstofpercentages in de rookgassen van 3-6 %. In de aanvraag van de BMC Moerdijk is aangegeven dat een DeNOx-installatie op basis van SCR onderdeel uitmaakt van de rookgasreinigingsinstallatie. Hiermee zullen emissiewaarden van ca. 70 mg/nm 3 bij een zuurstofpercentage van 11% worden bereikt. -11-

14 In de BREF Afvalverbranding wordt SCR in combinatie met primaire maatregelen (branders) als BAT aangemerkt. Met een SCR kunnen emissieniveaus voor NO x worden gehaald die liggen tussen de 15 en 100 mg/nm 3 als dag- of jaargemiddelde waarde. Bij de halfuursgemiddeldewaarde kan het emissieniveau oplopen tot boven de 200 mg/nm 3. Met de verwachtingswaarde voor de BMC Moerdijk van 70 mg/nm 3 wordt voldaan aan het emissieniveau dat in de BREF Afvalverbranding als BAT wordt beschouwd. Piekbelastingen, starts en stops en perioden waarin de DeNOx-installatie niet werkt of andere operationele problemen optreden, met als gevolg dat de NO x -emissie kortstondig hoger zal zijn, zijn hierbij buitenbeschouwing gelaten. Het toepassen van een DeNOx-installatie op basis van SCR heeft de volgende cross-media effecten tot gevolg: a. De werking van SCR berust op een chemisch evenwicht tussen de NO x uit de rookgassen en NH 3 dat aan de rookgassen wordt toegevoegd voor de SCR. In de installatie stelt het evenwicht zich in, waarbij de NO x grotendeels omgezet wordt in N 2 en H 2 O. Naast een rest NO x komt er ook een hoeveelheid NH 3 vrij na de SCR, de zogenaamde ammoniakslip. Een emissieniveau van minder dan 10 mg/nm 3 als gevolg van het gebruik van ammoniak in de SCR wordt in het BREF Afvalverbranding als BAT aangemerkt. Een dergelijk emissieniveau voorkomt problemen met de toepasbaarheid van de vliegas en leidt ook niet tot geurproblemen in de omgeving. Om de emissie van NH 3 te beperken hebben we in voorschrift een emissie-eis van 5 mg/nm 3 opgenomen. b. De emissie van kwik zal afnemen omdat kwik in de SCR geïoniseerd wordt. Kwik in deze vorm wordt in de vervolgstappen van de rookgasreiniging beter afgevangen dan metallisch kwik. c. Over de SCR vindt een drukval plaats. Om die reden moeten zwaardere motoren voor de rookgasventilatoren geïnstalleerd worden, waardoor het eigen energieverbruik toeneemt. Daarnaast moet het rookgas worden verwarmd tot de gewenste temperatuur. Zuurvormende gassen (HCl, HF, SO 2 ) Op basis van bedrijfsgegevens bij een Engelse pluimveemestverbrandingsinstallatie wordt vooralsnog uitgegaan van een HCl-concentratie in de ongereinigde rookgassen van 150 mg/nm 3. Uit metingen van de concentraties aan HCl in een proefinstallatie (wervelbed) met Nederlandse pluimveemest zijn lagere concentraties vastgesteld (tussen 10 en 100 mg/nm 3, afhankelijk van het type mest). Door inspuiting van droge kalk na het E-filter gevolgd door het doekenfilter wordt HCl tot beneden de 10 mg/nm 3 uit het rookgas verwijderd. In de aanvraag gaat de Stichting DEP uit van een maximale emissiewaarde van 10 mg/nm 3. De BMC Moerdijk voldoet voor HCl aan het emissieniveau van maximaal 10 mg/nm 3 als daggemiddeldewaarde dat in het BREF Afvalverbranding als BAT wordt beschouwd. Bij de proefinstallatie lag de HF-concentratie in de ongereinigde rookgassen bij alle metingen onder het meetbereik van de meetapparatuur. Op de hierboven beschreven inspuiting van droge kalk zijn volgens het BREF Afvalverbranding daggemiddelde emissieniveaus bereikbaar van minder dan 1 mg/nm 3. De Stichting DEP gaat uit van een gemiddeld emissieniveau van maximaal 1 mg/nm 3, waarmee wordt voldaan aan BAT volgens het BREF Afvalverbranding. Voor het gemiddelde SO 2 -gehalte in de ongereinigde rookgassen wordt op grond van Engelse gegevens vooralsnog uitgegaan van 400 mg/nm 3. Bij de genoemde proeven met Nederlandse pluimveemest in een wervelbedoven bedroeg de concentratie maximaal 100 mg/nm 3. Door dosering van droge kalk vóór het doekenfilter kan SO 2 worden afgescheiden tot onder 40 mg/nm 3. Volgens het BREF Afvalverbranding zijn met deze techniek daggemiddelde emissieniveaus -12-

15 bereikbaar van minder dan 50 mg/nm 3. Met een gemiddeld emissieniveau van maximaal 40 mg/nm 3 wordt bij de BMC Moerdijk voldaan aan BAT volgens het BREF Afvalverbranding. De belangrijkste cross-media effecten, die bij dosering van droge kalk gevolgd door een doekenfilter optreden, zijn het gebruik van chemicaliën en het ontstaan van een rookgasreinigingsresidu. Een deel van de op het doekenfilter afgevangen kalk wordt opnieuw achter het E-filter in het rookgas gedoseerd, waardoor het chemicaliënverbruik beperkt blijft en ook minder rookgasreinigingsresidu ontstaat. Zware metalen en dioxines De in de rookgassen na de ketel aanwezige zware metalen worden nagenoeg volledig aan de vliegas gebonden en worden door de vergaande stofverwijdering met een hoog rendement uit de rookgassen verwijderd. Zware metalen met een lage verdampingstemperatuur ( vluchtig ) zullen in principe minder aan de vliegas gebonden worden. Dit betreft met name kwik en in veel mindere mate cadmium, arseen en lood. Uit de verbrandingsproeven blijkt echter dat de emissies van de genoemde zware metalen ruimschoots onder de emissiegrenswaarden uit het Bva liggen. Daarbij is kwik het bepalende element, de emissies van de overige zware metalen liggen op een beduidend lager niveau. Eventueel aanwezige PCDD s en PCDF s (dioxines en furanen) zetten zich voor een belangrijk deel af op de vliegas. Een effectieve vliegasafscheiding reduceert dus tevens de emissie van deze componenten. Bij de zeer lage stofemissie treden dus ook lage emissies van deze componenten op. Daarbij dient echter wel rekening gehouden te worden met het feit dat juist bij de allerkleinste stofdeeltjes (onder meer de zogenaamde aërosolen) de hoogste concentraties van verontreinigingen optreden. Achter het elektrofilter wordt actief kool gedoseerd waaraan PCDD s en PCDF s adsorberen en die vervolgens in het doekenfilter wordt afgevangen. Actief kool draagt bovendien bij aan de verwijdering van de vluchtige zware metalen (zoals kwik en cadmium) uit de rookgassen. PCDD s en PCDF s ontstaan vooral bij een slecht verlopend verbrandingsproces. In de vuurhaard kan vorming van deze stoffen plaatsvinden wanneer gechloreerde koolwaterstoffen bij een te lage temperatuur en/of met onvoldoende verblijftijd en/of voldoende menging verbranden. Daarnaast kunnen PCDD s en PCDF s gevormd worden bij afkoeling van de rookgassen, in een temperatuurgebied van C. Door primaire maatregelen, zoals een goed verbrandingsproces, in combinatie met een snel doorlopen afkoelingstraject van 400 C tot 200 C kan de vorming van PCDD s en PCDF s minimaal gehouden worden. Vervolgens wordt door een goede stofafscheiding en door adsorptie aan actief kool in het doekenfilter zeker gesteld, dat aan het maximale emissieconcentratieniveau van 0,1 ng/nm 3 voldaan wordt. De Stichting DEP gaat in de aanvraag uit van maximale emissiewaarden voor zware metalen en PCDD s en PCDF s die lager liggen dan de emissie-eisen uit het Bva. De BMC Moerdijk voldoet hiermee aan BAT zoals beschreven in het BREF Afvalverbranding. De belangrijkste cross-media effecten die optreden bij actief kooldosering gevolgd door een doekenfilter zijn eerder beschreven bij de dosering van droge kalk. Koolstofverbindingen en koolmonoxide -13-

16 De in de rookgassen voorkomende organische verbindingen worden hoofdzakelijk gevormd door onvolledige verbrandingsprocessen. Een voldoende verbrandingstemperatuur en luchtovermaat en effectieve (secundaire) luchttoevoer en menging van de verbrandingsgassen in de naverbrandingszone reduceren de vorming van deze verbindingen in belangrijke mate. Uit de verbrandingsproeven blijkt dat voor C x H y aan de emissiegrenswaarde uit het Bva kan worden voldaan. Voor CO is dat nog niet definitief aangetoond. Daarom wordt uitgegaan van een maximum van 100 mg/nm 3 en een streefwaarde van 50 mg/nm 3. In de aanvraag gaat de Stichting DEP voor de BMC Moerdijk uit van een verwachte emissieconcentratie tussen de 25 en 75 mg/nm 3. In het Bva is bepaald dat met betrekking tot verbrandingsinstallaties, waarin de wervelbedtechnologie wordt gebruikt, het bevoegd gezag voor koolmonoxide een emissiegrenswaarde van ten hoogste 100 mg/nm 3 als uurgemiddeldewaarde kan opnemen. Deze waarde hebben wij vastgelegd in voorschrift De BMC Moerdijk voldoet zowel ten aanzien van de emissie van organische verbindingen als koolmonoxide aan BAT zoals beschreven in het BREF Afvalverbranding. III.C.4 Beoordeling en conclusie Op grond van artikel 9, vierde lid, van de IPPC-richtlijn zijn onverminderd artikel 10 van die richtlijn de emissiegrenswaarden, de parameters en de gelijkwaardige technische maatregelen, bedoeld in lid 3, gebaseerd op de beste beschikbare technieken (BAT), zonder dat daarmee het gebruik van een bepaalde techniek of technologie wordt voorgeschreven, met inachtneming van de technische kenmerken en de geografische ligging van de betrokken installatie, alsmede de plaatselijke milieuomstandigheden. Uit de beschrijving van de rookgasreinigingsinstallatie en de optredende emissieniveaus blijkt dat de BMC Moerdijk voldoet aan BAT conform het BREF Afvalverbranding. De verwachte emissieconcentraties zijn in de meeste gevallen lager dan de emissie-eisen uit het Bva (zie aanvraag tabel Overzicht schoorsteenemissies naar de lucht). De emissiegrenswaarden uit het Bva en de verwachte emissieconcentraties met bijbehorende jaarvrachten zijn in onderstaande tabel per component weergegeven. Emissieconcentratie 1) Component Eenheid Emissie-eis Bva Maximaal verwachte emissieconcentratie Verwachte emissiejaarvracht in ton/jaar Stof mg/nm Zuurvormende gassen HCl mg/nm HF mg/nm 3 1 0,2-0,5 1 SO 2 mg/nm NO x mg/nm NH 3 mg/nm Zware metalen Hg mg/nm 3 0,05 0,01-0,02 0,04 Cd mg/nm 3 0,05 0,01-0,02 0,04 Overige zware metalen 2) mg/nm 3 1 0,1-0,2 0,4 Koolstofverbindingen -14-

17 CO mg/nm ) CxHy mg/nm PCDD/PCDF ng/nm 3 0,1 0,02-0,05 0,1 g/j 1) Teruggerekend naar droge rookgassen bij 0 C, kpa en 11 vol-% O 2 2) De som van antimoon, arseen, chroom, kobalt, koper, lood, mangaan, nikkel en vanadium 3) 50 mg/nm 3 betreft een streefwaarde De emissie-eisen uit het Bva zijn rechtstreeks werkend, de momentane emissiewaarden van de BMC Moerdijk moeten hieraan op elk moment voldoen. Schommelingen in de emissies moeten hierbinnen vallen en pieken in de emissies mogen deze normen niet overschrijden. De maximaal verwachte waarden die lager zijn dan de emissie-eisen uit het Bva hebben wij als jaargemiddelde waarde vastgelegd in voorschrift III.C.5 Besluit luchtkwaliteit De grenswaarden voor de luchtkwaliteit uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005) van 20 juni 2005, betreffende zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, koolmonoxide, zwevende deeltjes, lood en benzeen in de lucht worden door ons als toetsingscriterium gehanteerd. De grenswaarden geven een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van het de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn geheel, binnen een bepaalde termijn moet zijn bereikt. In beginsel dienen de best beschikbare technieken ingevolge artikel 9 van de IPPCrichtlijn te worden voorgeschreven. Worden desondanks overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen buiten de inrichtingsgrens verwacht dan is het zoeken naar aanvullende eisen of alternatieven geboden. De BMC Moerdijk stoot een aantal stoffen uit waarvoor in het Blk 2005 grenswaarden zijn gesteld, te weten zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolmonoxide en zwevende deeltjes (PM10). Voor de genoemde stoffen is een verspreidingsberekening uitgevoerd teneinde te bepalen wat de invloed is van de bedrijfsactiviteiten van de BMC Moerdijk op de immissieniveaus in de omgeving (achtergrondniveau). Bovendien is een verspreidingsberekening uitgevoerd voor de som van de zware metalen en organische componenten. Voor deze laatste twee componenten zijn in het Blk 2005 geen grenswaarden opgenomen, echter wel voor het individuele metaal lood en de individuele component benzeen. Voor de toetsing aan de grenswaarden is van de worst case uitgegaan, te weten de som van zware metalen betreft 100% lood en de som van de organische componenten betreft 100% benzeen. De resultaten van de verspreidingsberekeningen zijn opgenomen in tabel van de aanvraag Resultaten verspreidingsberekeningen voor stof, SO 2, NO x, CO, zware metalen en organische componenten. III.C.6 Beoordeling en conclusie De berekende immissieconcentraties inclusief de achtergrondconcentraties van zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolmonoxide en zwevende deeltjes (PM10), organische componenten en zware metalen zijn getoetst aan de grenswaarden uit het Blk Na de rookgasreinigingsinstallatie verlaten de rookgassen de installatie via een schoorsteen met een hoogte van circa 50 meter. Een schoorsteenpluim van een hoge bron zal vaker op relatief grote afstanden van de bron de grond raken. De verdunning van de pluim op grotere afstanden is vaak groter dan wanneer de pluim de grond raakt nabij de bron. Dit heeft een nivellerend effect op de jaargemiddelde concentraties op verschillende afstanden tot de bron. Uit de -15-

18 verspreidingsberekeningen blijkt dat de bijdrage van de BMC Moerdijk aan de buitenluchtconcentraties zeer beperkt is. Voor geen van beschouwde stoffen wordt de grenswaarde in de omgeving van de BMC Moerdijk overschreden. In dit kader worden van de Stichting DEP geen aanvullende maatregelen verwacht. III.D Geur III.D.1 Het kader voor de bescherming tegen geurhinder Het in de NeR omschreven algemeen uitgangspunt van het geurbeleid is het zoveel mogelijk beperken van geurhinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Dit uitgangspunt vormt samen met het toepassen van BBT de kern van het nationale geurbeleid. Onderdeel van het geurbeleid is dat wij de uiteindelijke lokale afweging moeten maken zodat wij rekening kunnen houden met alle relevante belangen om tot een duurzame kwaliteit van de leefomgeving te komen. Het geurbeleid bestaat uit de volgende beleidslijnen: - als er geen hinder of kans op hinder is, zijn maatregelen niet nodig; - als er wel hinder of kans op hinder is, worden maatregelen op basis van BBT afgeleid; - voor bepaalde branches is een toetsingskader voor geurhinder in een bijzondere regeling van de NeR opgenomen; - de mate van hinder die nog acceptabel is, wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Voor het bepalen van het acceptabele hinderniveau geeft de NeR de hindersystematiek. Met behulp hiervan kan een situatie van geuroverlast worden beoordeeld. Toepassen van de hindersystematiek leidt tot een specifieke afweging voor een individuele situatie of tot het toepassen van een bijzondere regeling. III.D.2 Individuele aanpak De BMC Moerdijk maakt geen deel uit van één van de bedrijfstakken waarvoor een bijzondere regeling in de NeR is opgesteld, daarom geldt in de zin van de NeR een individuele aanpak. Geurvorming binnen de BMC Moerdijk zal met name optreden in de loshal, waar voertuigen worden gelost en in het meng- en opslaggebouw waar de pluimveemest tijdelijk wordt opgeslagen. Hoewel de geurstoffen tijdens het verbrandingsproces bij de toegepaste verbrandingscondities effectief zullen worden afgebroken, wordt ook een hoeveelheid restgeur geëmitteerd vanuit de schoorsteen. De overige onderdelen van de installatie zullen geen geurhinder veroorzaken, door het ontbreken van geurgevoelige processen zoals droging, alsmede door de hierna genoemde maatregelen. Ter voorkoming van hinder door geur zullen de volgende maatregelen worden getroffen: - de oven, ketel en rookgasreinigingsinstallatie worden te allen tijde bij een lichte onderdruk bedreven ter voorkoming van het ongecontroleerd uittreden van rookgassen. Bij een (dreigende) overdruk wordt de installatie automatisch uit bedrijf genomen; - de loshal en het meng- en opslaggebouw worden uitgerust met een eigen afzuigsysteem. De afgezogen lucht wordt toegepast als verbrandingslucht in de wervelbedoven. In geval van storingen en onderhoud van de installatie wordt de afgezogen lucht naar een aardgasbrander geleid; - incidentele opslag van pluimveemest in containers op het daarvoor bestemde terreingedeelte zal plaatsvinden in geheel gesloten containers; - de deuren van de loshal, het meng- en opslaggebouw en het ketelhuis zullen zoveel mogelijk dicht zijn, opdat de gewenste onderdruk in stand wordt gehouden; -16-

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 3 oktober 2005 bij hen ingekomen verzoek van Shell Nederland Chemie, gelegen aan Chemieweg 25 te Moerdijk, tot gedeeltelijke intrekking van

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om op verzoek van vergunninghoudster de op 23 maart 2004 aan Waterschap Brabantse Delta verleende Wm-vergunning voor een inrichting (RWZI Nieuwveer)

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking ingevolge de Wet milieubeheer, aanvullend op de ambtshalve wijziging van de op 7 september 2004 verleende milieuvergunning ten behoeve

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliikking 00532065 ODH-2018-00160159 2 8 JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook. Veelgestelde vragen en antwoorden: Op de site van Omrin worden de daggemiddelde emissiegegevens van de gemeten componenten in de schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale (REC) weergegeven. Naar

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 14 augustus 2007 bij hen ingekomen verzoek van Gebr. Van Vijfeijken BV aan de Helmondsingel 131 te Deurne om wijziging van de op 21 september

Nadere informatie

Het verzoek. NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) Postbus 21 4780 AA MOERDIJK

Het verzoek. NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) Postbus 21 4780 AA MOERDIJK DEFINITIEVE BESCHIKKING NV Afvalverbranding Zuid-Nederland (AZN) Postbus 21 4780 AA MOERDIJK Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om op verzoek van vergunninghoudster de op 11 mei 1999 aan Georgia-Pacific Nederland BV, Lange Linden 22 te Katwijk verleende Wm-vergunning voor een

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 21 november 2007 bij ons ingekomen verzoek van Nuplex Resins BV aan Synthesebaan 1 te Bergen op Zoom voor het wijzigen van de vergunning

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op het op 7 december 2005 bij hen ingekomen verzoek van het waterschap Brabantse Delta aan Bergschot 69-1 te Breda om wijziging van de voorschriften

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 27 mei 2009 bij hen ingekomen aanvraag van Shell Nederland Chemie BV, vestiging Moerdijk, om de op 22 april 2003 aan haar verleende Wm-vergunning

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 6 oktober 2018 DATUM 2 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083701871 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053399/2882188 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van BMC Moerdijk BV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 135 Besluit van 9 april 2008 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassing aan de artikelen 8.8 en 8.11,

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995.

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 MCS Moerdijk Cargo Services

Nadere informatie

Beslissing. De aanvraag

Beslissing. De aanvraag Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 23 september 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 mei 2010 / rapportnummer 2210-46 1. OORDEEL OVER HET MER

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 mei 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT242647

Nadere informatie

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant

(Ömgevingstí ienst Midden- en West-Brabant (Ömgevingstí ienst Beschikking van Gedeputeerde Staten van Ons kenmerk C2126019/3519842 Noord-Brabant op de op 23 juli 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Waterschap Brabantse Delta, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2039301/2811531 op de op 8 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Caldic Chemie Produktie BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2024428/2752304 op de op 26 april 2011 bij hen ingekomen aanvraag van FrieslandCampina Consumer Products, om vergunning

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om de op 3 december 2002 aan Vlisco Helmond BV verleende Wm-vergunning voor een inrichting bestemd tot het drukken van textiel (textielveredeling)

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op grond van artikel 8.23 van de Wet Milieubeheer worden de voorschriften gewijzigd voor een inrichting voor het opslaan en bewerken van groenafval

Nadere informatie

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387. Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 10 juni 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

door ir. M. Würdemann Koninklijk Ingenieurs- en Architektenbureau HASKONING Nijmegen

door ir. M. Würdemann Koninklijk Ingenieurs- en Architektenbureau HASKONING Nijmegen 097 1 Rookgasreiniging door ir. M. Würdemann Koninklijk Ingenieurs- en Architektenbureau HASKONING Nijmegen 1. Inleiding 097 3 2. Historie 097 3 3. Huidige methoden 097 4 4. Emissienormen 097 7 5. Verwijdering

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele Overwegingen Aanvrager : Bel Leerdammer B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen van een sprinklerbuffertank en bijbehorend pomphuis Locatie : Rondweg

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Ontwerpbeschikking Datum aanvraag 20 juli 2009 Nummer 46/2009 Betreft

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen DATUM 19 juni 2018 PROJECTNUMMER C05055.000152 ONZE REFERENTIE 079879774 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op 31 mei 2018 is er bij REC

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

Het verzoek BESCHIKKING. Gebr. van Vijfeijken BV Postbus BA SOMEREN. Procedure ex artikel 8.24 Wet milieubeheer.

Het verzoek BESCHIKKING. Gebr. van Vijfeijken BV Postbus BA SOMEREN. Procedure ex artikel 8.24 Wet milieubeheer. BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Gebr. van Vijfeijken BV

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Martens Havenontvangstinstallatie Vlissingen B.V. Spanjeweg 2 4455 TW NIEUWDORP Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 21 december 2015 Onderwerp:

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Smurfit Kappa Roermond Papier BV te Roermond Zaaknummer: 2016-603446 Kenmerk: 2017/3913 d.d. 19 januari

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Aan: Wolfswinkel Reiniging B.V. Haarweg 19 3953 BG Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische conversie van stapelbare pluimveemest BMC Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2007 / rapportnummer 1757-126 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Thermische

Nadere informatie

provincie HOLLAND ZUID

provincie HOLLAND ZUID Zaaknummer:00106579 / COS provincie HOLLAND ZUID BESCHIKKING omgevingsvergunning regulier (milieuneutraal) 1. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Onderwerp Wij hebben op 17 augustus 2012 een aanvraag voor

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om de op 6 juni 2008 aan Unipol Holland BV te Oss verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de inrichting, bestemd voor de productie

Nadere informatie

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU *D152097259* D152097259 ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU Aanvrager : P.C. van Tuijl Kesteren b.v. Datum besluit : Onderwerp : uitbreiding bedrijfsgebouw Van Tuijl Marsdijk Lienden Gemeente

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide OMGEVINGSVERGUNNING voor: uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide activiteit: het milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Nedmag bv locatie: Billitonweg

Nadere informatie

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 13 oktober 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Suez Water NV te Venlo, om

Nadere informatie

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0 MER-Evaluatie E.ON Energy from Waste Delfzijl BV Datum 24 juli 2012 Versie 1.0 Inhoud Inleiding... 2 Aanleiding... 2 Omschrijving van de MER evaluatieprogramma... 2 MER Evaluatie... 3 Luchtemissies...

Nadere informatie

Jaarrapportage luchtemissies

Jaarrapportage luchtemissies Jaarrapportage luchtemissies 2014 Auteur: S. Bosch en C. Jonkman Datum: 26 augustus 2015 Kenmerk: 15.00717 REC.rap Versie: 2.0 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 1 Inleiding en leeswijzer... 4 2 Periodieke luchtemissiemetingen...

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053759/2912290 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Den Ouden Regionaal Overslag Centrum BV, om

Nadere informatie

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017 OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: /00158277 Vergunningverlening Datum: 13 juni 2017 Onderwerp: Besluit tot vaststellen

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255457

Nadere informatie

Wubben Oliebewerking BV Postbus BN ROOSENDAAL. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer.

Wubben Oliebewerking BV Postbus BN ROOSENDAAL. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer. Wubben Oliebewerking BV Postbus 1590 4700 BN ROOSENDAAL Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043

Nadere informatie

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties Nieuwsbrief MilieuTechnologie, maart 1995 (Kluwer, jaargang 2, nummer 3) Jan Gruwez, TREVI nv Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties In de context van VLAREM II worden industriële inrichtingen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2037810/2791301 op de op 24 juni 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Brabant Alucast The Netherlands - site Oss, om

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D *D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op de op 23 mei 2013 bij hen binnengekomen aanvraag van de Stichting Vergunning Moleneind om vergunning

Nadere informatie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie Alles wat je zou moeten weten... feiten& weetjes zit het energiecentrale REC De REC maakt van uw afval duurzame energie Omrin is koploper in het scheiden van huishoudelijk afval. Ons doel? Zo veel mogelijk

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 mei 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Eerste halfjaarrapportage Luchtemissie

Eerste halfjaarrapportage Luchtemissie Eerste halfjaarrapportage Luchtemissie Reststoffen Energie Centrale Harlingen 2011 Auteur: S. Bosch en C. Jonkman Datum: 3 oktober 2011 Kenmerk: Versie: Defnitief Inhoudsopgave Voorwoord... 3 1 Inleiding

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Eastman Chemical Middelburg B.V. Herculesweg 35 4338 PL Middelburg Kenmerk: Afdeling: W-AOV160355 Vergunningverlening Datum: 19 september 2016

Nadere informatie

I. SAMENVATTING BESLUIT

I. SAMENVATTING BESLUIT Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESLUIT van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 16 november 2010 Team Milieubeheer Nummer 8087955C

Nadere informatie

Wijziging van de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer op verzoek van de vergunninghoudster.

Wijziging van de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer op verzoek van de vergunninghoudster. GE Advanced Materials Plastics Postbus 117 4600 PX Bergen op Zoom DEFINITIEVE BESCHIKKING Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s- Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012 Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging Schakel - Stookinstallaties in het activiteitenbesluit Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Zes veranderingen in regelgeving Consequenties voor

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer)

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) (Tekst geldend op: 03-05-2013) Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) Afdeling 3.2. Installaties 3.2.1. Het in

Nadere informatie

Omgevingsgvergunning

Omgevingsgvergunning Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsgvergunning Ambtshalve wijziging voorschrift Menten-Hilkens B.V. te Haelen Zaaknummer 2012-0112 d.d. 3 mei 2012. Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2095349/3372519 op de op 10 februari 2012, met kenmerk 2889735, verleende vergunning aan Dalm Werkendam BV voor het

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 17 juni 2005 bij hen ingekomen aanvraag van Georgia Pacific Nederland BV aan Lange Linden 22 te Katwijk (NB) om een vergunning krachtens de

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie 8 juli 2010 / rapportnummer 1840-279 1. OORDEEL OVER DE AANVULLENDE INFORMATIE

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Beslissing van Gedeputeerde Staten van Gelderland inzake het uitvoering geven aan de bevoegdheid ingevolge artikel 2.33 tweede lid

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2088227/ 3268644 op de op 31 juli 2012 ingekomen aanvraag van Remondis Argentia BV, om vergunning op grond van de Wet

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Zaaknummer: 2015-0968 Kenmerk: 2015/48998 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1

Nadere informatie

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 6 juli 2017 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland B.V.

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING Gegevens aanvrager Naam aanvrager : De heer Van Manen namens Kloosterboer Elst Bv Adres : Handelsweg 5 Postcode en plaats : 6662 NH ELST Gegevens inrichting Naam inrichting

Nadere informatie

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x Stikstofoxiden Praktische toepassing van meten van NO x Maarten van Dam Mvdam@testo.nl 06-53782193 Michel de Ruiter Michel.deruiter@multi-instruments.nl 06-20360160 Dia 2 van 132 Waarom meten? Wetgeving:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 22 maart 2005 bij hen ingekomen aanvraag van het Brabants Afval Team (BAT) aan de Ceramstraat 6 te Tilburg om een vergunning krachtens de

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER In de Wet milieubeheer titel 5.2 ( Wet luchtkwaliteit ) zijn luchtkwaliteiteisen opgenomen voor luchtverontreinigende stoffen in de

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 3 maart 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT238015

Nadere informatie

Emissieregelgeving voor stookinstallaties

Emissieregelgeving voor stookinstallaties Emissieregelgeving voor stookinstallaties Themadag Stoomplatform NOX uitstoot bij stoomketels 8 december 2011 Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Emissieregelgeving Ontwikkelingen voor complexe

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2074245/3047984 op de op 26 april 2012 bij hen ingekomen aanvraag van Vlisco Netherlands BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving MEMO Onderwerp: Aanvullend luchtonderzoek KBC Electrabel Maasvlakte ARCADIS Ruimte & Milieu BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Arnhem, 1 juni

Nadere informatie