Writing box. Judith Richters Lucia Fiori Mariette Zuijdgeest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Writing box. Judith Richters Lucia Fiori Mariette Zuijdgeest"

Transcriptie

1 Doorlopende leerlijnen VO Writing box Judith Richters Lucia Fiori Mariette Zuijdgeest

2 Writing box Judith Richters Lucia Fiori Mariette Zuijdgeest

3 Colofon Ten behoeve van de leesbaarheid is in dit boek in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het spreekt vanzelf dat hier ook zij gelezen kan worden. CPS Onderwijsontwikkeling en advies, december 2012 Auteurs: Judith Richters, Lucia Fiori, Mariette Zuijdgeest Eindredactie: Imago Mediabuilders, Amersfoort Vormgeving: Digitale Klerken, Utrecht Druk: Drukkerij Wilco, Amersfoort CPS Onderwijsontwikkeling en advies Postbus BN Amersfoort Tel: [033] Deze publicatie is ontwikkeld door CPS Onderwijsontwikkeling en advies voor ondersteuning van het regulier en speciaal onderwijs in opdracht van het ministerie van OCW. CPS vervult op het gebied van R&D een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld. Het is toegestaan om, in het kader van een educatieve doelstelling, niet bewerkte en niet te bewerken (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, zodanig dat de intentie en aard van het werk niet worden aangetast. Het is toegestaan om het werk in het kader van educatieve doelstellingen te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm, zoals elektronisch, mechanisch of door fotokopieën. Bronvermelding is in alle gevallen vereist en dient als volgt plaats te vinden: Bron: Richters, J., Fiori, L., & Zuidgeest, M. (2012). Writing Box. Amersfoort: CPS, in opdracht van het ministerie van OCW. 2

4 Inhoudsopgave Voorwoord Schrijfvaardigheid en het ERK ERK-niveaus en globale descriptoren voor schrijven Productieve tekstkenmerken bij schrijfvaardigheid Eindtermen en streefniveaus voor schrijfvaardigheid Streefniveaus einde tweede leerjaar Streefniveaus eindexamen Een doorlopende leerlijn schrijven met het ERK Inleiding Doorlopende leerlijnen mvt SLO Tussendoelen Engels Ben ik wel ERK-gericht bezig? Opschuiven in niveaus Taalprofielen Een voorbeeld op A2/B1 niveau Waarom zijn deze schrijfproducten nu A2? Een product op niveau B Opschuiven van niveau A2 naar niveau B Leerlingen inzicht geven in hoe ze kunnen opschuiven in niveau De didactiek van schrijfvaardigheid De vijf fasen van het schrijven Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Pre-writing Schrijfkaders en signaalwoorden Revisiefase Publicatiefase

5 4 Taaltaken Format leerzame activiteiten, ontwikkeld door CPS en SLO De Schijf van Vijf Het format Uitwerking per categorie Overzicht taaltaken Differentiëren in niveau Hoe gebruik ik de taaltaken? Beoordelingsmodel taaltaken De taaltaken Toetsen en beoordelen met het ERK Waarom en hoe toets je schrijfvaardigheid? Hoe beoordeel je schrijfvaardigheid? Beoordelingsrubrieken Stappenplan voor het ontwikkelen van een beoordelingsrubriek Aandachtspunten bij het ontwikkelen van beoordelingsrubrieken Beoordeling van de taaltaken Projecten Internationalisering Verschillende vormen van internationalisering Verschillende manieren van contact bij internationalisering Schrijfsituaties Organisatie van internationalisering Talenquest Wat is een Talenquest? Wat kenmerkt een Talenquest? Voorbeeld van een Talenquest: personas famosas Literatuur Bijlagen Bijlage 1: Globale beschrijving ERK-niveaus voor schrijven Bijlage 2: Beschrijvingen globale descriptoren per ERK-niveau voor schrijven Bijlage 3: Lijst signaalwoorden Engels Bijlage 4: ERK-leerlijnen Engels voor vmbo, havo en vwo Bijlage 5: Beoordelingsmodellen per ERK-niveau

6 Voorwoord In Nederland werken steeds meer mvt-docenten met het Europees Referentiekader (ERK). Hierbij maken ze gebruik van allerlei materialen die reeds ontwikkeld zijn om hen daarbij behulpzaam te zijn, zoals de Speakerbox (over spreken/gespreksvaardigheid) en de website Een van de domeinen van het ERK is schrijfvaardigheid, die net als de andere productieve vaardigheden (spreken, gesprekken voeren) docenten nog wel eens voor de vraag stelt hoe deze vaardigheid geoefend kan worden, zonder te vervallen in het welbestede schrijven van brieven. Om docenten hiervoor een handreiking te bieden, heeft CPS in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek gedaan naar effectieve schrijfvaardigheid in het moderne vreemde talenonderwijs. Vanuit de opbrengsten van dit onderzoek is deze publicatie Writing Box ontwikkeld, als vervolg op de Speakerbox. Om te weten te komen wat de belangrijkste elementen van schrijfvaardigheid zijn, is eerst literatuuronderzoek gedaan. Om te checken of de ontwikkelde materialen voldoen aan de behoeften van de docenten mvt, hebben wij tevens een onderzoek onder mvt-docenten en -leerlingen uitgevoerd die de ontwikkelde taaltaken en beoordelingsmodellen in de praktijk hebben getest. Op basis van deze ervaringen hebben we de materialen bijgesteld. Een groot deel van deze publicatie bevat de ontwikkelde taaltaken (35 in totaal), waarmee leerlingen hun schrijfvaardigheid kunnen oefenen. We wijzen er nadrukkelijk op dat deze taken alleen een richting aangeven en de docent alle ruimte bieden om naar eigen inzicht aan te vullen. De taken zijn niet taalspecifiek. Dit betekent dat de docent voorbeeldmateriaal voor zijn eigen taal erbij zal moeten zoeken. Daarnaast besteden we aandacht aan de vraag wat je onder schrijfvaardigheid kunt verstaan bij de moderne vreemde talen, welke didactiek het meest geschikt is om te oefenen met schrijfvaardigheid, hoe een leerlijn voor schrijfvaardigheid mvt in het voortgezet onderwijs eruit zou kunnen zien, hoe schrijfvaardigheid getoetst en beoordeeld kan worden en op welke manier schrijfvaardigheid in projecten aandacht kan krijgen. Ten slotte willen we opmerken dat werken met het Europees Referentiekader onder docenten moderne vreemde talen nog geen gemeengoed is. Het is wennen om niet meer uit te gaan van cijfers voor geleverde prestaties, maar van beschrijvingen 5

7 voor bepaalde vaardigheden. Daarom zal het nog wel even duren voordat deze niveauaanduidingen het cijfer hebben verdrongen. We hopen echter dat deze publicatie eraan bijdraagt dat schrijfvaardigheid gerelateerd aan de niveaubeschrijvingen van het ERK een vaste plaats krijgt in het vreemdetalenonderwijs. Onze dank gaat uit naar de volgende collega s voor hun bijdrage aan de ontwikkeling van deze publicatie: Carel van der Burg en Paul Beekers. Wij danken de volgende scholen hartelijk voor hun bijdrage aan de ontwikkeling van de taaltaken: Pax Christi College Druten, Almere College Dronten, Almere College Kampen, Clusius College Hoorn. Tot slot willen wij Jan Mulder van de Vrije Universiteit Amsterdam bedanken voor zijn nutttige adviezen. Wij wensen u veel plezier met deze publicatie. CPS Talencentrum: Judith Richters Lucia Fiori Mariette Zuijdgeest 6

8 Hoofdstuk 1 Schrijfvaardigheid en het ERK Zoals elke mvt-docent weet, ligt de focus van het schrijfvaardigheidsonderwijs in de mvt vaak op het schrijven van zakelijke brieven, omdat dit de vorm is waarin schrijven in het examen meestal geëxamineerd wordt. Het is echter nog niet zo eenvoudig om een goede brief te schrijven. Uit de niveaubeschrijvingen van het ERK blijkt dan ook dat dit een vaardigheid is die pas vanaf niveau B1 echt van leerlingen gevraagd kan worden. 1.1 ERK-niveaus en globale descriptoren voor schrijven Met de introductie van het ERK krijgen we een andere kijk op de inhoud en aanpak van schrijfvaardigheid. Om te beginnen maakt het ERK onderscheid tussen verschillende niveaus. Er zijn zes niveaus: De A-niveaus voor de beginnende taalgebruiker: A1 en A2 De B-niveaus voor de onafhankelijke taalgebruiker: B1 en B2 De C-niveaus voor de vaardige taalgebruiker: C1 en C2 In bijlage 1 vindt u een overzicht van de beschrijvingen van de algemene beheersingsniveaus voor schrijfvaardigheid: die beschrijven globaal wat een leerling moet kennen en kunnen op het betreffende niveau. De niveaus zijn overigens cumulatief, dat wil zeggen dat beheersing op een bepaald niveau inhoudt dat alles wat op een onderliggend niveau ligt, óók wordt beheerst. Van belang is dat de schrijfvaardigheidstaken kunnen verschillen per niveau: op niveau A1 zal een leerling nog niet een antwoord op een klachtenbrief kunnen schrijven (zoals op niveau C1), maar al wel een eenvoudig vakantiekaartje. Daarnaast maakt het ERK bij schrijfvaardigheid onderscheid tussen verschillende categorieën van schrijfvaardigheid, in dit geval globale descriptoren geheten: Correspondentie De teksten binnen deze categorie variëren van een simpel mailtje over een afspraak schrijven (A1) tot het schrijven van een uitgebreide sollicitatiebrief met cv (C1). Aantekeningen, berichten, formulieren Binnen deze categorie varieert het type teksten van een simpel inschrijfformuliertje met alleen maar NAW-gegevens (A1) tot een afsprakenlijstje van een overleg (B1). 7

9 De teksten binnen deze categorie zijn over het algemeen niet hoger dan niveau B1: op de hogere niveaus worden geen moeilijkere teksten geschreven. Verslagen en rapporten Dit type teksten komt niet voor op niveau A1 en A2, omdat die voor dat niveau te moeilijk zijn. Op niveau B1 gaat het om teksten als een stageverslag, op niveau C1 om een scriptie of projectvoorstel. Vrij schrijven Ook hier is een grote variatie aan tekstniveaus te onderscheiden: op A1 gaat het om een simpele beschrijving van je eigen familie aan de hand van een familiefoto, terwijl op C1 van de leerling verwacht wordt dat hij een column in een tijdschrift of krant kan schrijven. In bijlage 2 is een overzicht te vinden van de beschrijvingen van elke globale descriptor per niveau. De uitwerking van deze globale descriptoren in gedetailleerde descriptoren, met daarbij voorbeelden, zijn te vinden in het document Taalprofielen, wat als het handboek van het ERK beschouwd kan worden Productieve tekstkenmerken bij schrijfvaardigheid Bij elke niveauomschrijving voor schrijven, bestaat ook een overzicht van tekst kenmerken waaraan de geschreven tekst op dat niveau moet voldoen. De productieve tekstkenmerken voor schrijven zijn: Onderwerp Woordenschat en woordgebruik Grammaticale correctheid Spelling en interpunctie Coherentie Om duidelijk te maken wat hiermee bedoeld wordt, geven we hier het voorbeeld van de tekstkenmerken voor niveau B1: Tekstkenmerken productief schrijven B1 onderwerp De teksten handelen over vertrouwde onderwerpen met betrekking tot de leefwereld van de schrijver of over alledaagse zaken. 1 Taalprofielen (Liemberg & Meijer, 2004) 8

10 woordenschat en woordgebruik De woordenschat is toereikend om eventueel met behulp van omschrijvingen over vertrouwde onderwerpen, zoals familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te schrijven. grammaticale correctheid Redelijk correct gebruik van frequente routines en patronen die horen bij voorspelbare situaties. spelling en interpunctie Lopende tekst die over het algemeen in het geheel begrijpelijk is. Spelling, interpunctie en lay-out zijn in de meeste gevallen accuraat genoeg om te volgen. coherentie Een serie van kortere, eenvoudige afzonderlijke elementen is verbonden tot een samenhangende lineaire reeks van punten. Deze tekstkenmerken spelen een belangrijke rol bij de beoordeling van schrijftaken (zie hoofdstuk 5). 1.3 Eindtermen en streefniveaus voor schrijfvaardigheid Op de ERK-website staan alle streefniveaus voor de verschillende mvt in termen van het ERK beschreven. Hieronder vatten we de verschillende overzichten voor schrijfvaardigheid samen Streefniveaus einde tweede leerjaar BB KB GL/TL HAVO VWO Engels A1 A1 A2 A1 A2 A2 A2 Frans A1 A1 A2 A1 A2 Duits A1 A1 A1 A1 A2 A1 A2 9

11 NB: Wanneer er bij een vaardigheid twee niveaus worden vermeld, bijvoorbeeld A1/A2, betekent dit dat het hoogste niveau nog niet helemaal bereikt is, terwijl dat voor het laagste niveau wel het geval is Streefniveaus eindexamen De eindtermen van de eindexamenprogramma s vmbo, havo en vwo voor de moderne vreemde talen zijn vanaf 2007 gekoppeld aan het ERK. De streefniveaus voor de eindexamens schrijfvaardigheid, zoals beschreven op de ERK-website, zijn: BB KB GL/TL HAVO VWO Engels A1 A2 A2 B1 B1 B2 Frans A1 A1 A1 A2 + A2 B1 Duits A1 A1 A2 A2 + A2 B1 Spaans A1 A1 A1 A2 + A2 B1 + A2 Het ERK beschrijft dit plusniveau als een zeer goede A2. Het gaat bij dit +niveau om prestaties die nog binnen de bandbreedte van het betreffende niveau vallen, maar die zich in kwantiteit en kwaliteit kunnen onderscheiden. Uit dit overzicht wordt duidelijk dat het C-niveau bij schrijven niet bereikt wordt. Dit kan voor de andere vaardigheden wel het geval zijn. Om leerlingen toch de kans te bieden om zich te ontwikkelen tot en met het C-niveau, is in deze publicatie het C1-niveau meegenomen. 10

12 Hoofdstuk 2 Een doorlopende leerlijn schrijven met het ERK 2.1 Inleiding Hoe kun je als docent die met het ERK wil werken nu weten of je op de goede weg bent met schrijfvaardigheid? Hoe bepaal je welk ERK-niveau elk jaar bereikt moet worden en als je al weet wat het streefniveau is, hoe zorg je er dan voor dat je leerlingen van het ene niveau naar het volgende opschuiven? In dit hoofdstuk geven we op bovenstaande vragen antwoord. 2.2 Doorlopende leerlijnen mvt SLO Om een leerlijn vast te stellen voor schrijfvaardigheid, is het nodig om te weten met welk ERK-niveau een leerling het onderwijs binnenkomt en met welk ERK-niveau hij weer moet vertrekken. Met welk ERK-niveau leerlingen het onderwijs zouden moeten verlaten, hebben we in het vorige hoofdstuk al aangegeven (de streefdoelen). Voor de meeste talen beginnen de leerlingen in het voortgezet onderwijs op nul, maar leerlingen hebben wel al Engels op de basisschool gevolgd. Welk niveau kun je dan verwachten? En met welk niveau komen ze vervolgens in de bovenbouw terecht? De SLO heeft een uitwerking van een ERK-leerlijn per vaardigheid gemaakt voor de volgende schooltypen en afdelingen: PO Vmbo Havo Vwo bb kb g/t onderbouw bovenbouw onderbouw bovenbouw onderbouw bovenbouw onderbouw tweede fase onderbouw tweede fase 11

13 Deze leerlijnen geven docenten houvast bij het bepalen van het gewenste niveau per leerjaar. We geven hieronder het voorbeeld voor schrijfvaardigheid Engels in het vmbo. Een compleet overzicht voor Engels schrijfvaardigheid vindt u in bijlage 4. 2 De omschrijvingen in het overzicht zijn in de vorm van can do-statements opgesteld, maar nog relatief vaag. Om een beter beeld van elk can do-statement te krijgen, is het handig om deze op te zoeken in het overzicht van de verschillende ERK-niveaus voor schrijfvaardigheid in de publicatie Taalprofielen (Liemberg & Meijer, 2004). Correspondentie Aantekeningen, berichten, formulieren Verslagen en rapporten Vrij schrijven Vmbo-bb onderbouw A1 Kan een korte eenvoudige mededeling doen. Kan nummers en data, eigen naam, nationaliteit, adres, leeftijd, geboorte datum of aankomstdatum in een land, et cetera schrijven zoals bijvoorbeeld op een inschrijvings formulier. (geen descriptor op dit niveau). Kan eenvoudige frases en zinnen schrijven over zichzelf of denk beeldige personen, over waar ze wonen en wat ze doen. Vmbo-kb onderbouw A1/A2 Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herfor mu lering gevraagd kan worden. Kan korte, een voudige aanteke ningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmidde llijke noodzaak schrijven. (geen descriptor op dit niveau). Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achter grond, huidige of meest recente baan schrijven. Vmbo-gt onderbouw A1/A2 Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herfor mulering gevraagd kan worden. Kan korte, eenvoudige aantekeningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmiddellijke noodzaak schrijven. (geen descriptor op dit niveau). Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achtergrond, huidige of meest recente baan schrijven. 2 De leerlijnen voor Frans, Duits en Spaans kunt u vinden op de website van het ERK ( onder ERK: doorlopende leerlijnen of op de SLO-website 12

14 Vmbo-bb bovenbouw A1 Kan een korte eenvoudige mededeling doen. Kan nummers en data, eigen naam, nationaliteit, adres, leeftijd, geboorte datum of aankomstdatum in een land, et cetera schrijven zoals bijvoorbeeld op een inschrijvingsformulier. (geen descriptor op dit niveau). Kan eenvoudige frases en zinnen schrijven over zichzelf of denk beeldige personen, over waar ze wonen en wat ze doen. Vmbo-kb bovenbouw A1/A2 Kan heel eenvoudige persoonlijke brieven schrijven om dankbaarheid of verontschuldigingen over te brengen. Kan een korte, eenvoudige boodschap noteren als om herhaling of herfor mulering gevraagd kan worden. Kan korte, eenvou dige aantekeningen of boodschappen gerelateerd aan zaken van onmiddellijke noodzaak schrijven. (geen descriptor op dit niveau). Kan een aantal eenvoudige frases en zinnen over familie, leefomstandigheden, educatieve achtergrond, huidige of meest recente baan schrijven. Vmbo-gt bovenbouw A2/B1 Kan vrij gedetailleerde persoonlijke brieven schrijven over ervaringen, gevoelens en gebeurtenissen. Kan een korte, eenvoudige zakelijke brief schrijven. Kan notities/berichten schrijven waarin eenvoudige informatie van onmiddellijke relevantie voor vrienden, mensen van diensten, docenten en anderen die in zijn/haar dagelijks leven een rol spelen overgebracht wordt, waarbij de belang rijke punten begrijpelijk overkomen. Kan heel korte rapporten schrijven volgens een vast gestelde standaard, waarin routine matige, feitelijke informatie doorgegeven wordt en redenen voor het ondernemen van bepaalde acties aangegeven worden. Kan eenvoudige, gedetailleerde beschrijvingen maken over een aantal bekende onderwerpen binnen het eigen interessegebied. Kan verslag doen van ervaringen, en daarbij gevoelens en reacties beschrijven in eenvoudige lopende tekst. Kan een gebeurtenis, een recent uitstapje - waargebeurd of ver zonnen beschrijven. Bron: Tussendoelen Engels Sinds de invoering van de referentieniveaus taal en rekenen 3 is ook het vak Engels in beeld gekomen als een van de kernvakken in het vo en mbo. Dit betekent dat de 3 Meer informatie is te vinden op 13

15 resultaten voor Engels bij het examen doorslaggevend kunnen zijn voor het slagen of zakken van een leerling. Vanwege het belang van de kernvakken is er ook besloten om aan het einde van de onderbouw in het vo een diagnostische tussentoets in te voeren, ook voor Engels. Eind onderbouw betekent voor het vmbo eind tweede klas, voor het havo/vwo eind derde klas. Deze tussentoets is op dit moment (december 2012) nog in ontwikkeling, maar de voorlopige tussendoelen zijn al bepaald. Hieronder staan de concept-tussendoelen voor het vmbo beschreven. Wat opvalt is dat ze niet officieel aan een ERK-niveau gekoppeld zijn, maar de beschrijvingen zijn wel in de vorm van concrete can do-statements die het ERK gebruikt en sluiten dus aardig aan bij de doorlopende leerlijnen hierboven. Domein E: schrijven Correspondentie bb bb k/g/t k/g/t een korte, eenvoudige (digitale) kaart met een wens of groet schrijven een kort, eenvoudig berichtje schrijven om een afspraak te bevestigen of af te zeggen via sms, of via andere sociale media een eenvoudig persoonlijk briefje schrijven via de post, of via andere sociale media aan een eenvoudige chatsessie deelnemen Aantekeningen, berichten, formulieren bb bb bb k/g/t k/g/t k/g/t k/g/t een eenvoudig formulier invullen eenvoudige aantekeningen maken, bijvoorbeeld het noteren van het huiswerk in het Engels een eenvoudige lijst met vragen over zichzelf invullen standaardformulieren invullen eenvoudige notities en aantekeningen maken voor zichzelf eenvoudige notities en aantekeningen maken voor anderen korte, eenvoudige berichten schrijven over zaken van direct belang Verslagen en rapporten vmbo geen omschrijving op dit niveau 14

16 Vrij schrijven bb k/g/t k/g/t k/g/t een paar eenvoudige zinnen opschrijven over zichzelf of over andere mensen in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven in korte, eenvoudige zinnen een persoon beschrijven kort en eenvoudig een gebeurtenis of een ervaring beschrijven Bron: Ben ik wel ERK-gericht bezig? Ook al kent u als docent alle streef- en tussenniveaus van het ERK voor schrijfvaardigheid, dan wil dit nog niet zeggen dat u ERK-gericht werkt. Om te bepalen in hoeverre dit zo is, kunt u een aantal zaken onderzoeken: Is mijn methode ERK-proof? Op veel methodes staat tegenwoordig het stempel leidt op tot A1 of een ander niveau, maar hoe weet u of dit daadwerkelijk klopt? Om dit te controleren, kunt u gebruik maken van de methodescan ERK die zowel op de ERK-website (onder ERK in de les ) als in de publicatie werkwijzer 4 te vinden is. In deze scan wordt gekeken naar de volgende zaken: - In hoeverre bevat de methode communicatieve activiteiten? - In hoeverre worden de te bereiken leerdoelen in de methode uitgedrukt in ERK-niveaus? - In hoeverre dekt de lesinhoud de verschillende globale descriptoren en de meer gedetailleerde can do-statements van de verschillende vaardigheden en niveaus? - In hoeverre meten de bijgeleverde toetsen competenties op ERK-niveau? - In hoeverre worden de beoordelingscriteria van de prestaties op de vaardigheden gebaseerd op het ERK? - In hoeverre wordt zelfreflectie gestimuleerd in de methode. In hoeverre is mijn eigen onderwijs ERK-gericht? Ook hiervoor is een scan ontwikkeld die op de ERK-website en in de werkwijzer staat. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: - Docenthandelen: uw eigen handelen als docent met het ERK. Hierbij gaat het om actieve kennis van het ERK, begeleiding van de leerlingen in het opschuiven in niveaus, doeltaal-voertaalgebruik, reflecteren met leerlingen op hun leer proces, beoordeling met het ERK, toetsing volgens het ERK. 4 De werkwijzer (Zuijdgeest e.a., 2010) kan gratis besteld of gedownload worden via > Publicaties. 15

17 - Leerlinghandelen: het handelen van leerlingen in relatie tot het ERK. Hierbij gaat het om kennis van het ERK, gebruik van ERK-leermiddelen, gebruik van de doeltaal, reflecteren en zelfbeoordeling. - Leeromgeving: de mate waarom de leeromgeving gerelateerd is aan het ERK. De vraag hierbij is in hoeverre het ERK zichtbaar is in de leeromgeving en in hoeverre er mogelijkheden zijn om gedifferentieerd te werken aan de ERKvaardigheden. - Schoolomgeving: de mate waarin de schoolomgeving gerelateerd is aan het ERK. Hiermee wordt bedoeld of het ERK opgenomen is in het beleid, in de PTA s, in de beoordeling van de toetsen et cetera. Beide instrumenten kunnen u een beeld geven van waar u op dit moment staat en waar u eventueel naartoe wilt met het ERK. In de volgende paragraaf gaan wij concreet in op de vraag hoe leerlingen van het ene niveau naar het volgende niveau begeleid kunnen worden. 2.5 Opschuiven in niveaus Hoe weet je nu of een leerling vorderingen maakt in het leren van een taal? Hoe weet je of een leerling bijvoorbeeld in A1 al meer richting A2 presteert in het uitvoeren van een taaltaak of opdracht? Om hier een antwoord op te kunnen geven zullen we eerst heel kort ingaan op het ERK in de publicatie Taalprofielen. Daarna zullen we aan de hand van enkele concrete voorbeelden laten zien hoe het opschuiven gerealiseerd kan worden Taalprofielen In opdracht van het ministerie van OCW is in 2004 de brochure Taalprofielen ontwikkeld. Deze brochure geeft een overzicht van alle niveaus van het ERK geïllustreerd met can do-statements die van voorbeelden van concrete taalgebruiksituaties zijn voorzien. De can do-statements zijn in een zodanige volgorde geplaatst dat ze per vaardigheid de ontwikkeling laten zien van een zeer elementaire tot een vergevorderde taalvaardigheid. Bij de tekstkenmerken productief staan de verschillende criteria waaraan een tekst op een bepaald niveau moet voldoen. We geven hier de tekstkenmerken voor schrijven op niveau A1 en A2 als voorbeeld: 16

18 Tekstkenmerken productief onderwerp woordenschat en woordgebruik grammaticale correctheid spelling en interpunctie coherentie A1 De tekst heeft betrekking op de directe eigen omgeving van de schrijver of eenvoudige alledaagse situaties. Standaardpatronen met uit het hoofd geleerde uitdrukkingen en kleine groepen van woorden waarmee beperkte informatie wordt overgebracht. Eenvoudige constructies, echter systematisch met elementaire fouten. Korte zinnen over alledaagse onderwerpen - bijvoorbeeld een routebeschrijving - zijn correct overgeschreven. Spelling van korte woorden die binnen het mondelinge vocabulaire van de schrijver vallen is fonetisch redelijk correct (volgt echter niet noodzakelijk de standaard spellingsconventies). Groepen woorden zijn verbonden met behulp van eenvoudige voegwoorden, zoals: en, maar en omdat. A2 De teksten handelen over vertrouwde onderwerpen met betrekking tot de leefwereld van de schrijver of over alledaagse zaken. De woordenschat is toereikend om eventueel met behulp van omschrijvingen over vertrouwde onderwerpen, zoals familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te schrijven. Redelijk correct gebruik van frequente routines en patronen die horen bij voorspelbare situaties. Lopende tekst die over het algemeen in het geheel begrijpelijk is. Spelling, interpunctie en lay-out zijn in de meeste gevallen accuraat genoeg om te volgen. Een serie van kortere, eenvoudige afzonderlijke elementen is verbonden tot een samenhangende lineaire reeks van punten Een voorbeeld op A2/B1-niveau Om het opschuiven te kunnen uitleggen moeten we eigenlijk uitgaan van een zogenaamde nul-situatie. Laten we het schrijfproduct nemen van twee leerlingen die onderstaande opdracht hebben uitgevoerd in het Duits en in het Frans. ERK NIVEAU Globale descriptor Gedetailleerde descriptor Titel van de opgave Voorbeeld opgenomen voor de taal: A2 Correspondentie Kan eenvoudige persoonlijke briefjes schrijven om te bedanken en zich te verontschuldigen. Buurmeisje jarig Duits Frans 17

19 OPGAVE Situatie Je verblijft twee maanden in Engeland/Duitsland/Frankrijk voor een zomercursus. Je logeert bij een gastgezin. Vandaag wordt Emma, het dochtertje van je buren op wie je een keer hebt gepast, 9 jaar en je bent uitgenodigd om aan het eind van de middag iets te komen drinken. Je hebt de uitnodiging aangenomen en een cadeautje gekocht. Bij het ontbijt ontdek je dat je vanmiddag om 16 uur een bijeenkomst op school hebt die kan uitlopen. Je vreest dat je niet op tijd thuis kunt zijn. Je weet niet of de buren al aanspreekbaar zijn zo vroeg in de ochtend en besluit een briefje in de bus te doen. Je biedt je excuses aan, omdat je hebt gezegd dat je van de partij zal zijn en nu pas ontdekt dat je een andere afspraak hebt. Opdracht Schrijf een briefje aan je buren. Maak gebruik van de volgende gegevens: feliciteer je buren; leg uit dat je misschien laat thuiskomt; bied je verontschuldigingen aan; vertel wat je van plan bent zodra je thuis bent; groet je buren. Uitwerking Duits Tag, Herzlichen Glückwunsch zu Deine Geburtsdag von Emma! Ich wolle dieses Mittag kommen, aber ich habe in meine Notizbuch eine Verzammlung stehen. Ich meine dass ich später zuhause komme. Das tut mir wirklich leid. Jetzt weiss ich das ich nicht kommen kann, aber wenn ich zuhause komm, komm ich an! Bis bald, Anne 18

20 Uitwerking Frans Cher voisins, Un bon anniversaire et mes felicitations! Je viens un peu tard, j ai un réunion. Je regrette, mai quand je retourne, je viens tout de suite, j ai un bon cadeau pour Emma. Toutes mes amitiés, Kitty Waarom zijn deze schrijfproducten nu A2? Om te bepalen of deze schrijfproducten werkelijk A2 zijn, kijken we naar de productieve tekstkenmerken voor het niveau A2 (zie vorige paragraaf). Als we die tekstkenmerken naast bovenstaande schrijfproducten leggen, kunnen we concluderen dat: 1) het onderwerp betrekking heeft op de directe omgeving van de schrijver dan wel alledaags is (verjaardag van het buurmeisje en excuses aanbieden dat je later op de verjaardag komt); 2) er sprake is van uit het hoofd geleerde uitdrukkingen/standaardpatronen zoals: - Herzlichen Glückwunsch - Cher voisins - Mes felicitations - Toutes mes amitiés - Das tut mir wirklich leid; 3) Grammaticale correctheid: eenvoudige constructies met elementaire fouten, bijvoorbeeld: - un réunion une réunion - cher voisins chers voisins - zu Deine Geburtsdag zu Deinem Geburtstag 4) Spelling: fouten zoals: - Geburtsdag Geburtstag - Verzammlung Versammlung - felicitations félicitations - mai mais 5) Groepen woorden verbonden met voegwoorden ja. Bijvoorbeeld: - aber - mai(s) 19

21 Uit bovenstaande kan dus worden geconcludeerd dat de schrijfproducten van de leerlingen daadwerkelijk A2 zijn Een product op niveau B1 Het kan echter ook goed zijn dat leerlingen een opdracht krijgen waarvoor minimaal A2 niveau vereist is, maar dat de leerlingen deze zelfde opdracht op een hoger niveau uitvoeren. Het product ligt dan kwantitatief en kwalitatief hoger dan A2. Dit kan worden vastgesteld aan de hand van de tekstkenmerken van A2 en B1. Laten we teruggaan naar het voorbeeld van de leerling die het briefje in het Frans geschreven had: Cher voisins, Un bon anniversaire et mes felicitations! Je viens un peu tard, j ai un réunion. Je regrette, mai quand je retourne, je viens tout de suite, j ai un bon cadeau pour Emma. Toutes mes amitiés, Kitty Als deze leerling nu bijvoorbeeld meer tekst zou hebben (kwantitatief) en meer samengestelde zinnen zou gebruiken met een rijkere vocabulaire (kwantitatief), dan zou deze zelfde opdracht op een hoger niveau zijn uitgevoerd. Ter illustratie: Chers voisins, Touts mes félicitations à Emma! J espère qu elle a un bon anniversaire. Je suis très désolé, mais probablement je sera un peu plus tard chez vous. J ai une réunion qui peut tarder jusqu à h. Après la reunion, je viendrai tout de suite avec le cadeau que j ai acheté. A tout à l heure! Kitty 20

22 In het nieuwe voorbeeld zien we dat er meer samengestelde zinnen zijn gebruikt (mais, qui, après la réunion, que..) en een rijker vocabulaire: je suis très désolé, tarder, probablement. Ook laat de leerling zien dat hij/zij kennis heeft van grammatica (toekomende tijd): je sera, je viendrai. Er zitten wel wat foutjes in zoals touts, sera en reunion. Als de tekstkenmerken van B1 schrijfvaardigheid ernaast gelegd worden, sluiten deze mooi aan bij dit schrijfproduct. De tekstkenmerken voor B1 zijn: Onderwerpen zijn vertrouwd en hebben betrekking op de leefwereld van de schrijver of over alledaagse zaken verjaardagsbezoek: heeft betrekking op de leefwereld van de schrijver Het woordgebruik en de woordenschat zijn toereikend om - eventueel met behulp van omschrijvingen - over vertrouwde onderwerpen, zoals familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te schrijven. De schrijver gebruikt niet alleen hoogfrequente woorden maar ook woorden die minder frequent zijn zoals probablement je suis désolé en tarder. Er wordt redelijk correct gebruik gemaakt van frequente routines en patronen van de grammatica die horen bij voorspelbare situaties. Er wordt gebruik gemaakt van de toekomende tijd en van een voltooid verleden tijd (serai, viendrai en j ai acheté). Er zitten wel wat foutjes in. Spelling, interpunctie en lay-out zijn in de meeste gevallen accuraat genoeg om te volgen. Het is een lopende tekst die over het algemeen in zijn geheel begrijpelijk is. Coherentie: een serie van kortere, eenvoudige afzonderlijke elementen is verbonden tot samenhangende lineaire reeks van punten. Er wordt gebruik gemaakt van verbindingswoorden als qui, que en mais Opschuiven van niveau A2 naar niveau B1 Als het product overwegend A2-tekstkenmerken bevat maar ook enkele B1-tekstkenmerken is er sprake van op weg naar niveau B1. De leerling is dan wat deze opdracht betreft het A2-niveau aan het ontgroeien omdat hij of zij ook al tekstkenmerken van B1 laat zien. 21

23 Ter illustratie (op weg naar B1): Cher voisins, Un bon anniversaire et mes felicitations! Je viens un peu tard parceque j ai une réunion cet après-midi. Je suis désolé, mai quand je retourne, je viens tout de suite. J ai un bon cadeau pour Emma. Toutes mes amitiés, Kitty Hoewel het nog steeds een mager tekstje is, zijn het niet meer uitsluitend korte zinnen die kenmerkend zijn voor A2. Er wordt ook correct gebruik gemaakt van frequente routines en patronen die horen bij voorspelbare situaties (je suis désolé, toutes mes amitiés). Dit product is een product dat laat zien dat de leerling A2 aan het ontgroeien is, omdat het kwalitatief gezien al kenmerken van B1 laat zien Leerlingen inzicht geven in hoe ze kunnen opschuiven in niveau Bovenstaande laat zien dat, als je de tekstkenmerken van de verschillende niveaus naast elkaar legt bij het beoordelen van een schrijfproduct, je goed aanschouwelijk kunt maken, ook voor leerlingen, waarom een product wel of niet aan een bepaald niveau voldoet. En je kunt, door aan te geven op welke tekstkenmerken een leerling nog niet op het gewenste niveau zit, duidelijk maken op welke punten hij zijn taalvaardigheid nog moet verbeteren om op het volgende niveau te komen. In hoofdstuk 5 over toetsing en beoordeling zal uitgelegd worden hoe je door het gebruik van beoordelingsrubrieken (rubrics) het een en ander ook op een inzichtelijke manier kunt presenteren. 22

24 Hoofdstuk 3 De didactiek van schrijfvaardigheid In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de manier waarop schrijfvaardigheid in de mvt aangeleerd kan worden. We richten ons hierbij in eerste instantie op het proces van het schrijven en in mindere mate op het product. Bij dit alles zal regelmatig verwezen worden naar de taaltaken zoals die in hoofdstuk 4 te vinden zijn. 3.1 De vijf fasen van het schrijven 5 Zoals gezegd, besteden we eerst aandacht aan het didactisch model. Dit doen we via het vijf-fasen-schrijfproces. Dit helpt u als docent om gestructureerd een schrijfopdracht aan te pakken en geeft de leerlingen ook meer grip op het schrijfproces. De vijf fasen zijn: Fase 1: Fase 2: Fase 3: Fase 4: Fase 5: oriëntatie op de schrijfopdracht (oriëntatiefase) de schrijfopdracht (opdrachtfase) het schrijven (schrijffase) het bespreken en herschrijven (revisiefase) het verzorgen en publiceren (publicatiefase) In de oriëntatiefase verzamelt de schrijver ideeën. Vervolgens krijgt hij een opdracht. In de schrijffase maakt hij de eerste versie van zijn tekst, die hij in de revisiefase herziet. Tot slot maakt hij zijn tekst openbaar. Het bewust doorlopen van deze verschillende fasen maakt het uiteindelijke schrijfproduct steeds beter en completer. We lichten de verschillende fasen kort toe, waarbij we de ontwikkelde taaltaken als uitgangspunt nemen. 5 Gebaseerd op het betreffende hoofdstuk van de publicatie Teksten in de maak (Korstanje, 2012), waarin een vijffasenmodel voor schrijven staat weergegeven en toegelicht. Dit vijffasenmodel is gebaseerd op het door de het Nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling (SLO) ontwikkelde didactische fasenmodel voor de inrichting van procesgerichte schrijflessen (Hoogeveen, 1993). 23

25 3.1.1 Oriëntatiefase Leerlingen oriënteren zich in deze fase op de schrijftaak, door de contextbeschrijving in de taaltaak te lezen. Ze activeren hun achtergrond- en voorkennis, waaronder de benodigde woordkennis, en ordenen hun gedachten over het onderwerp als voorbereiding op het schrijven. Uiteraard kan de docent voordat er met de schrijfopdracht begonnen wordt, over het thema laten lezen en/of luisteren in de doeltaal, zodat het vocabulaire behorende bij het thema al wat bekend is. Het is ook voorstelbaar dat de schrijftaak een afsluiting is van een hoofdstuk uit het boek over een bepaald thema; in dat geval is de benodigde woordenschat reeds geactiveerd. De docent kan verschillende werkvormen inzetten om de aandacht van de leerlingen te richten op het onderwerp waarover geschreven wordt en de manier waarop. In alle taaltaken zit dit onderdeel al ingebouwd in het stappenplan, namelijk in de vorm van het bestuderen van een mentortekst (in de taaltaken voorbeeldtekst genoemd). De oriëntatie resulteert in een schrijfplan : een gedachteordening op papier. Dit kan een klein lijstje met zinnen zijn, maar ook een uitgebreider schema. Ook hier wordt in sommige taaltaken al een aanzet toe gedaan. Voorbeeld 1: een schrijfplan bij het onderwerp het hotel (vanaf A2) Zelfstandige naamwoorden bij het hotel Bijvoeglijke naamwoorden bij het hotel Werkwoorden bij het hotel de kamer de receptie het bed de badkamer de prijs het ontbijt het balkon eenpersoons tweepersoons rustig schoon reserveren aankomen/arriveren vertrekken Naar: 24

26 Voorbeeld 2: een schrijfplan voor een beschouwing (vanaf B2) Doel: informeren Onderwerp: mobielverslaving Hoofdgedachte: hoe kan mobielverslaving verminderd worden? Publiek: ouders van middelbare scholieren Opbouw: inleiding met uiteenzetting van het probleem, kern met mogelijke oplossingen + voordelen en nadelen, slot met samenvatting Naar: Tips voor activiteiten tijdens de oriëntatiefase Voor alle niveaus (vanaf A1): Voer een (eenvoudig) onderwijsleergesprek in de betreffende mvt over het onderwerp. Ondersteun bij het afbakenen van ideeën, bijvoorbeeld door een lijstje of een mindmap te laten maken. Laat de leerling in een woordweb met behulp van trefwoorden structuur en inhoud geven aan het onderwerp waarover hij gaat schrijven. Laat leerlingen in een tweetal om de beurt een zin schrijven over een onderwerp. Zet creatief schrijven in: - Noteer de woorden die je te binnen schieten bij het onderwerp. Vergelijk het onderwerp met een dier of plant. Op welk dier of welke plant lijkt het; wat zijn de overeenkomsten? - Noteer het onderwerp in grote letters op een vel papier. Gebruik iedere letter als beginletter van een woord dat met het onderwerp te maken heeft. Voor de ERK-niveaus vanaf niveau B1: Laat leerlingen zich in groepjes voorbereiden op de inhoud van een betogende tekst. Laat leerlingen enkele minuten een discussie voeren over een stelling en laat reacties van medeleerlingen noteren. Deze kunnen gebruikt worden in de teksten. 25

27 Laat leerlingen elkaar vertellen waarover ze gaan schrijven. Gerichte gespreksopdrachten zijn dan: - Vertel in een minuut aan een klasgenoot waarover je gaat schrijven en hoe je de tekst gaat schrijven: wat doe je achtereenvolgens? - De toehoorder stelt verhelderende vragen over wat er in de tekst komt te staan. - De toehoorder noteert in trefwoorden de antwoorden van de spreker. - De toehoorder geeft nog een drietal tips die hij als lezer belangrijk vindt bij het lezen van de tekst. - Wissel van rol. Maak een tekstschema met behulp van een woordweb. Schrijf een inhoudsopgave van de tekst. Bron: Ekens (2008). Voorbeelden van werkvormen voor de oriëntatiefase Om de oriëntatiefase op een aantrekkelijke manier aan te bieden, kan de docent de volgende werkvormen gebruiken: het onderwijsleergesprek in de betreffende mvt (tussen docent en leerlingen) (zie kader) het maken van een mindmap of woordweb met het thema in de mvt als middelpunt (zie kader) denken-delen-uitwisselen: leerlingen bedenken eerst individueel wat ze al weten over het onderwerp, delen die met een klasgenoot en wisselen dit daarna uit in de hele klas of in een kleiner groepje de placemat: een werkvorm om leerlingen in groepjes over het thema na te laten denken of voorkennis te activeren. Leerlingen zitten in groepjes van vier rondom een A3-vel met daarop een indeling als hieronder getekend. Iedere leerling schrijft eerst individueel de reactie op de opdracht van de docent op, daarna wisselen de leerlingen uit en schrijven de beste/meest interessante/meest relevante bijdrage in het midden. 26

28 mentorteksten: een mentortekst is een voorbeeldtekst van het genre dat in de les centraal staat. Een mentortekst dient om leerlingen te laten kennismaken met kenmerken van een tekstsoort, om hen te laten nadenken over talige kenmerken en/of hen ermee te laten oefenen. Een mentortekst kan een authentieke tekst zijn of een tekst die speciaal voor de les geschreven is, bijvoorbeeld door de docent zelf. Werken met mentorteksten kan op verschillende manieren: leerlingen kunnen aan de slag gaan met een of meerdere goede voorbeelden, met een slecht voorbeeld of met goede én slechte voorbeelden om vergelijkingen te kunnen trekken. Het is aan de docent om de voorbeelden te selecteren, te presenteren en te analyseren met de leerlingen. De mentorteksten dienen als input en inspiratie voor de nieuwe tekst van de leerling die zo een good practice of juist een bad practice als voorbeeld heeft. Bij elke taaltaak op A1-, A2- en B1-niveau in hoofdstuk 4 is een mentortekst in het Nederlands gemaakt, aangezien de taaltaken niet taalspecifiek zijn. Het is uiteraard aan te raden om een arsenaal aan (goede en slechte) voorbeeldteksten in de doeltaal op te bouwen bij de verschillende taaltaken. Voor de taaltaken op B2- en C1-niveau moet de docent zelf taalspecifieke voorbeelden zoeken Opdrachtfase In de opdrachtfase benoemt de docent wat de leerlingen gaan doen: hij legt de schrijf taak uit en benoemt de tekstsoort (kaart, opstel, aantekeningen, verslag, gedichtje). Hij geeft aan wat voor tekst de leerlingen gaan schrijven en voor wie. Verder laat hij de leerlingen weten wat ze gaan leren. Hij stelt het lesdoel vast dat door het schrijven van de tekst bereikt moet worden. Ook is het belangrijk voor de leerlingen te weten aan welke criteria de opdracht moet voldoen. Soms is het nuttig leerlingen zelf over de criteria na te laten denken. Dat kan door hen een slecht en een goed voorbeeld van een schrijfproduct voor te leggen en met hen te bespreken waarom deze goed of slecht zijn. Laat hen vervolgens zelf formuleren wat de criteria (qua vorm en inhoud) zijn voor een goede uitvoering van de opdracht. Uit de taaltaken in hoofdstuk 4 is duidelijk af te leiden wat het doel van elke opdracht is en wat de producteisen en evaluatiecriteria. Het geven van instructie kan door modeling plaatsvinden. Dit betekent dat de docent hardop voordoet hoe hij de opdracht zou bekijken, bijvoorbeeld O, ik moet een ansichtkaart aan mijn tante schrijven omdat ze jarig is. Ik weet hoe een ansichtkaart in elkaar zit, maar ik moet nog wel opzoeken hoe je gefeliciteerd zegt in het Engels/ Frans/Duits/Spaans. En ik moet weten wat de criteria zijn voor het niveau A2, dan weet ik waar ik op moet letten bij het schrijven straks. 27

29 De leerlingen letten op en denken mee. Soms doen ze zelf hardop denkend voor welke stappen ze in hun hoofd zetten, zodat de docent kan controleren of ze op de goede manier bezig zijn. In deze fase zijn het onderwijsleergesprek (docent-leerlingen), het tweegesprek (leerlingen samen) en de mentortekst geschikte werkvormen. In de taaltaken zit vaak al in het stappenplan verwerkt dat leerlingen samen naar de opdracht kijken Schrijffase In deze fase gaan de leerlingen aan het werk. Ze zijn hun tekst aan het schrijven en kunnen daarbij hulp krijgen als dat nodig is. De docent biedt extra ondersteuning aan de leerlingen die dat nodig hebben. Dit kan in de volgende vormen: modeling: ook in deze fase kan de docent gebruik maken van modeling om de leerling voor te doen hoe hij zelf zou denken in plaats van het directe antwoord te geven. Modeling werkt goed als het kort gedaan wordt en een weergave is van de gedachten van de docent. Bij modeling spreekt de docent in de ik-vorm. hulp op afroep: de docent blijft eerst even zitten tot iedereen aan het werk is en kan dan ofwel uit zichzelf langs de leerlingen lopen, ofwel op afroep langsgaan. Leerlingen kunnen ook elkaar helpen bij het schrijven, het zogenaamde peer learning. In veel van de taaltaken van hoofdstuk 4 is dit peer learning aan het stappenplan toegevoegd. Soms is het voor leerlingen een hele stap om ineens een schrijfproduct te moeten maken. Dan kan het helpen om eerst enkele pre-writing opdrachten te doen: dit zijn korte, laagdrempelige, motiverende activiteiten die een tweeledig doel hebben, namelijk het genereren van ideeën voor het schrijven en het overwinnen van schrijfschroom. Een aantal voorbeelden van pre-writing opdrachten zijn al bij fase 2 genoemd (woordweb maken, onderwijsleergesprek over de opdracht). Andere voorbeelden staan in de volgende paragraaf Pre-writing De meeste opdrachten die hieronder beschreven staan 6, betreffen vrij schrijvenopdrachten en kunnen dus op willekeurige momenten in de les uitgevoerd worden, dat wil zeggen niet perse gekoppeld aan een schrijfopdracht. 1. (vanaf A1) Naamdicht: Noteer het thema van de opdracht op een vel papier, waarbij de letters van het betreffende woord onder elkaar staan. Gebruik elke letter als de beginletter van een woord dat je associeert met het thema. Laat leerlingen dit aan elkaar voorlezen en ideeën eruit halen voor hun te schrijven tekst. 6 Met dank aan Paul Beekers. 28

30 2. (vanaf A2) Open zinnen: deze opdracht is niet perse gekoppeld aan een schrijfopdracht, maar meer bedoeld om te oefenen met spontaan schrijven. Je geeft de leerlingen een beginzin en vraagt hen deze zin aan te vullen met maximaal 3 regels. De beginzin kun je aanpassen aan de situatie en context waarover ze moeten schrijven. Voorbeeld: Het leukst aan deze les vond ik Wat ik deze les geleerd heb, is Ik ben nieuwsgierig naar Ik word blij van (vanaf A1) Lijstjes: lijstjes zijn een leuke manier om je gedachten te ordenen en geven de leerlingen structuur en veiligheid. Qua inhoud kun je eindeloos variëren, passend bij het onderwerp van de schrijfopdracht. En je kunt de leerlingen uitdagen een doel te stellen t.a.v. de lengte van de lijst. Voorbeeld: Maak een lijstje van: dingen die je graag doet in je vrije tijd 10 dingen die in je kamer staan 5 dingen waar je trots op bent 7 eigenschappen die je wel zou willen hebben wat er in een sollicitatiebrief moet staan argumenten die je kunt gebruiken in je schrijfopdracht. 4. (vanaf A2) 6 woorden roman of verhaal: je daagt de leerling uit om een verhaal te schrijven dat slechts uit zes woorden bestaat. Voorbeelden daarvan zijn te vinden via Google ( 6 woorden verhaal ). Voorbeeld: Vertel over je weekend in zes woorden. 5. (vanaf A2) Elfje: een mini-gedicht dat bestaat uit 11 woorden, volgens de opbouw: 1 woord transparent 2 woorden Die Elfchen, 3 woorden Sief liegen dahin. 4 woorden Ich sehe sie nicht, 1 woord Schade. Het eerste woord is meestal het onderwerp. De woorden daarna kies je vrij. Het laatste woord is ook weer vrij, maar als je dan weer hetzelfde woord neemt als het eerste is het elfje rond en dat heeft vaak een mooi effect. 6. (vanaf B1) Saai verhaal: leerlingen schrijven een verhaaltje of stukje tekst van maximaal tien regels. De uitdaging is het meest saaie, slechte en mislukte stuk tekst te schrijven wat je maar kunt bedenken. Onderwerp en stijl mogen ze zelf bedenken. Na afloop lezen ze hun verhaal voor en wordt door de andere leerlingen bepaald welk verhaal het saaist is, ofwel: wie kan het nog saaier? 29

31 7. (vanaf B2) Rondeel: een schijnbaar complexe dichtvorm, maar toch goed te snappen. De structuur is als volgt: Zin 1 Zin 2 Zin 3 Zin 4=1 Zin 5 Zin 6 Zin 7=2 Zin 8=1 Dus de leerling schrijft een gedicht waarbij hij zelf een eerste, tweede en derde zin bedenkt. De vierde zin is een herhaling van de eerste zin, wat vaak een verrassend effect heeft. Dan verzint hij een passende vijfde en zesde zin, en sluit af met herhaling van de eerste zin en de tweede zin (of andersom). Door deze vorm wordt het gedicht mooi rond, en in de regel zijn leerlingen erg verbaasd en trots als ze lezen wat ze ineens voor een geslaagd gedicht hebben geschreven. Voorbeeld: Wouldn t it be nice to be a fly Sitting upside down on the ceiling Not afraid to fall Wouldn t it be nice to be a fly Proudly wearing Spiderman shoes Covered with Superglue Now wouldn t it be nice to be a fly Upside down on the ceiling 8. (C1) Vreemde combi s: leerlingen husselen veel voorkomende woordcombinaties. Laat leerlingen eerst een rijtje van tien zelfstandige naamwoorden op schrijven, dus man, hond, doelpunt, berg, dorp et cetera. Vraag ze vervolgens om bij elk zelfstandig naamwoord een veelvoorkomend/voor de hand liggend/cliché bijvoeglijk naamwoord toe te voegen. Dus dan krijg je bijvoorbeeld de stoere man, de lieve hond, schitterend doelpunt, de imposante berg, het pittoreske dorp. Dit kan een oefening op het A-niveau zijn. Hussel vervolgens de bijvoeglijke naamwoorden door elkaar en combineer ze met een ander zelfstandig naamwoord zodat je verrassende combinaties krijgt. Bijvoorbeeld een lieve berg, een pittoreske man, een stoer dorp et cetera. Laat de leerlingen bij deze nieuwe combinaties zelf een beschrijving maken van wat de betekenis zou kunnen zijn. 9. (C1) Uitvinderen: een opdracht waarbij leerlingen hun fantasie moeten gebruiken en kunnen beschrijven in de doeltaal. Laat leerlingen een blad in drieën vouwen, verticaal. In de linkerkolom schrijven ze een aantal zelfstandig naamwoorden op. In de tweede kolom schrijven ze een aantal werkwoorden op, bij voorkeur werkwoorden die een fysieke activiteit uitdrukken (dansen, stofzuigen, fietsen). 30

32 In de derde kolom maken ze vervolgens een willekeurige combinatie van een woord uit de eerste en een woord uit de tweede kolom. Gewoon de woorden aan elkaar plakken. Waarbij je de laatste n van het werkwoord kunt laten vervangen door een r (in het Nederlands althans). Dus bijvoorbeeld fiets en stofzuigen wordt fietsstofzuiger. Uit deze laatste kolom omcirkelen ze één woord dat er uitspringt, grappig klinkt. Dit is namelijk de naam van een nieuwe uitvinding. Een apparaatje dat iets heel bijzonders kan. Vervolgens moet de leerling een beschrijving te geven van de werking van dat magische ding Schrijfkaders en signaalwoorden Een ander hulpmiddel dat leerlingen kan ondersteunen bij het schrijven van teksten, zijn de zogenaamde schrijfkaders en signaalwoorden. Een schrijfkader is een structurerend talig schema dat een kapstok biedt voor de inhoud van de schrijfopdracht. Schrijfkaders kunnen op elk niveau ingezet worden en variëren van chuncks (vaststaande uitdrukkingen) tot aanvulzinnen in de wat complexere opdrachten. Schrijfkaders zijn vergelijkbaar met de klikbrief 7, maar zijn ook voor andere schrijfproducten dan een brief handig voor gebruik. Hieronder staat een aantal voorbeelden 8 : A1 kaartje A2 beschrijving familie B1 persoonlijk reisverslag B2 voorbereiding discussie C1 ingezonden brief Beste. Hoe gaat het ermee? Liefs van. Onze familie bestaat uit. Zij is. oud en heeft. Vorig jaar ben ik. Allereerst. toen. vervolgens. Dat vond ik. Ik ben tegen de stelling, omdat. Ik ben voor de stelling, omdat. Ik ben het er niet mee eens, want. In reactie op. Ik vind dat. Ik ben van mening dat. Concluderend Voorbeelden in het Nederlands voor de hogere niveaus (verslagen, je mening geven et cetera) zijn te vinden op 31

33 Signaalwoorden zijn woorden die de relaties binnen en tussen zinnen aangeven, zoals hoewel, omdat et cetera. Het is handig als leerlingen niet alleen een lijst van deze woorden hebben (die zijn makkelijk te vinden op internet), maar zeker ook een indeling naar functie van de signaalwoorden. Een voorbeeld van zo n lijst voor het Engels vindt u in bijlage Revisiefase In de revisiefase schaven de leerlingen aan hun tekst met behulp van de docent en/of medeleerlingen. Ze kijken onder meer of het lesdoel is behaald en of de structuur van de tekst de inhoud verheldert. Ook wordt gekeken naar het taal gebruik. De docent benoemt waarom reviseren zo belangrijk is. Daarna wordt een (klassikale) tekstbespreking gehouden. Als de tekstbespreking klassikaal wordt gedaan, dan wordt slechts één leerlingtekst besproken. Deze tekst fungeert dan als mentortekst. De feedback richt zich in de eerste plaats op de criteria die vooraf zijn gesteld. Het is de taak van de docent de tekstbespreking zodanig te begeleiden, dat iedere leerling er tips kan uithalen om zijn eigen tekst te verbeteren. De docent benoemt hiertoe zowel de sterke punten als de verbeterpunten van de tekst. Allereerst worden punten genoemd die de criteria betreffen. Daarnaast wordt altijd besproken of de inhoud begrijpelijk is. Als leerlingen al wat vaardiger zijn in het verbeteren van hun eigen teksten, dan helpen zij elkaar. Na de tekstbespreking herschrijven de leerlingen hun tekst. Werkvormen die in deze fase kunnen worden ingezet zijn: mentortekst, denkendelen-uitwisselen, placemat en peer feedback. Peer feedback Leerlingen kunnen heel goed elkaars teksten becommentariëren aan de hand van de gegeven criteria en deze daarna verbeteren. Voordeel hiervan kan zijn dat leerlingen het minder eng vinden om door een leerling in plaats van door de docent beoordeeld te worden. In een aantal taaltaken wordt al expliciet aangegeven dat leerlingen elkaars werk bekijken. Als leerlingen elkaars teksten gaan becommentariëren, kan dat volgens de volgende stappen 9 : Stap 1: individueel: leerlingen bekijken hun eigen tekst aan de hand van de criteria Stap 2: leerlingen kijken in tweetallen om de beurt naar elkaars teksten, per criterium, en geven elkaar suggesties voor verbetering. Dit kan ook algemenere feedback zijn, op bijvoorbeeld inhoud, opbouw, publiek, vorm kenmerken en tekstsoort. 9 Tiddo Ekens (2008) 32

34 Stap 3: de docent bespreekt klassikaal de criteria die voor de meeste leerlingen problemen opleverden. Hij gebruikt leerlingteksten om goede oplossingen te demonstreren Publicatiefase In de publicatiefase geeft de docent instructie over wat er nodig is om de tekst te verzorgen. Hij geeft aan op welk aspect of aspecten de focus ligt, bijvoorbeeld een van de tekstkenmerken van het betreffende ERK-niveau. Leerlingen kunnen hun tekst verzorgen door de opbouw te controleren, de grammatica, spelling en interpunctie te checken en door na te gaan of de tekstopmaak de inhoud verduidelijkt. Docent en leerlingen gaan verder op zoek naar mogelijkheden om het werk van de leerlingen gepubliceerd te krijgen op bijvoorbeeld een website, in de schoolkrant of op een affiche. In elke taaltaak staat het (imaginaire) publiek van de schrijfopdracht benoemd, wellicht is daar een realistische opdrachtgever aan te koppelen (bijvoorbeeld de VVV). De gedichtjes uit de pre-writing opdrachten kunnen bijvoorbeeld gepubliceerd worden op de pagina van Poëzie in beweging. 10 Ingezonden brieven en artikelen kunnen misschien aan tijdschriften of op internet ter publicatie aangeboden worden. Denk ook aan blogs en Twitter om producten te publiceren maakeeneigengedicht/acrostichon.htm 33

35 Hoofdstuk 4 Taaltaken Schrijfvaardigheid kan vormgegeven worden aan de hand van taaltaken. Taaltaken stellen leerlingen in staat om zelfstandig hun schrijfvaardigheid te ontwikkelen. Via het uitvoeren van taaltaken kan een leerling zich ontwikkelen in een leerlijn schrijfvaardigheid die aansluit op het ERK. CPS en SLO hebben samen een format voor taaltaken ontwikkeld, wat voor deze publicatie enigszins is aangepast. In de uitleg bij het format wordt beschreven wat de functie van de verschillende onderdelen van het format is en hoe dit deel toegepast kan worden. 4.1 Format leerzame activiteiten, ontwikkeld door CPS en SLO De Schijf van Vijf Om taakgerichte leerzame activiteiten te ontwikkelen, wordt gebruikgemaakt van een format. Dit format houdt rekening met de zogenaamde Schijf van Vijf 12, waaraan gezond vreemdetalenonderwijs moet voldoen. De vijf onderdelen van deze Schijf van Vijf moeten in elk geval aan bod komen: 1. blootstelling aan input Om een taal te leren, is een grote hoeveelheid taalaanbod essentieel. Het internet kan een belangrijke bron zijn voor actueel en authentiek taalmateriaal. Leerlingen leren het meeste van het taalaanbod als het inhoudelijk aansluit bij hun voorkennis en belangstelling en qua niveau iets boven hun huidige beheersingsniveau ligt. 2. verwerking op inhoud Blootstelling aan input is alleen maar zinvol als leerlingen ook iets moeten doen om de inhoud van het taalaanbod te begrijpen. Het is dus belangrijk om verwerkingsopdrachten te bieden waarbij leerlingen zich moeten richten op de betekenis, liefst zo levensecht en functioneel mogelijk. 11 Auteur: Bas Trimbos (SLO) 12 G.J. Westhoff (2008) 34

36 3. verwerking op vorm Om zich te ontwikkelen in het gebruik van de vreemde taal, moeten leerlingen niet alleen de betekenis verwerken, maar zich ook bewust zijn van de vorm van het taalaanbod. Ofwel, leerlingen moeten zich bewust worden van grammaticale vormen in de taal die ze lezen en horen, voordat ze die zelf kunnen gaan gebruiken. Grammaticaonderwijs moet altijd gericht zijn op het bewust worden van taalvormen in betekenisvolle contexten. 4. productie van output Het gebruiken van taal door spreken en schrijven is niet alleen een manier om te laten zien wat je al kunt, maar vooral ook een manier om je eigen taalbeheersing te vergroten. In doelgerichte opdrachten, aansluitend bij het taalaanbod, merken leerlingen welke taalvormen en betekenissen ze al wel of nog niet probleemloos kunnen gebruiken. Fouten maken mag!!! 5. strategisch handelen Voor het leren van een vreemde taal is altijd maar een beperkte tijd beschikbaar. Dat betekent dat er in de beheersing altijd kleine tot zeer grote leemten zullen blijven bestaan. Daarom is het nuttig en handig om leerlingen te trainen in het gebruik van strategieën die kunnen helpen die gebreken te compenseren. We onderscheiden receptieve strategieën bij lees- en luisterproblemen en productieve strategieën bij spreek- en schrijfproblemen. Bij ieder onderdeel van het format wordt een toelichting gegeven, ondersteund met voorbeelden van leerzame activiteiten. Om na te gaan of de leerzame activiteit ook daadwerkelijk leerzaam en taakgericht is, kan gebruikgemaakt worden van een gedeelte van de meetlat voor talenquest 13. De niveaus waarop taaltaken ontwikkeld worden, zijn de niveaus van het ERK. De receptieve vaardigheden (lezen en luisteren) zijn de sleutel om de input te verzorgen. Input is één van de vijf ingrediënten voor gezond vreemdetalenonderwijs. De productieve vaardigheden (spreken, gesprekken voeren en schrijfvaardigheid) worden gebruikt als output (eveneens één van de vijf ingrediënten voor gezond vreemdetalenonderwijs). Iedere leerzame activiteit mondt in dit geval uit in een schrijfproduct waarbij, zoals gezegd, gebruik wordt gemaakt van de receptieve vaardigheden. De nadruk bij de leerzame activiteiten komt dus te liggen op één vaardigheid. Andere vaardigheden worden dan gebruikt om bijvoorbeeld de input te geven. Bij het ontwikkelen van taaltaken wordt uitgegaan van het document Taalprofielen. 13 Voor het vaststellen of de activiteit leerzaam is, wordt gebruikgemaakt van de onderdelen 8 t/m 15 van de meetlat. Om te checken hoe taakgericht de activiteit is wordt gebruikgemaakt van de onderdelen 16 t/m 19. De online meetlat is te vinden op thema/talenquest/meetlat/index.html 35

37 4.1.2 Het format Hieronder staat het format dat gebruikt wordt bij het ontwikkelen van leerzame activiteiten. Per categorie wordt een toelichting gegeven. Titel: Taak: Indicatie niveau ERK: Globale descriptor: Duur: 25/50/75/100 minuten Publiek: Product: (Eventueel tussenproduct): Producteisen: Situatie/thema: Stappenplan: Rolverdeling (optioneel): Hulpmiddelen/bronnen: Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: 36

38 4.1.3 Uitwerking per categorie (Titel en) Taak Hier staat in één zin wat de taak is die de leerlingen moeten uitvoeren. Een taak heeft de volgende kenmerken: samenhangend eindproduct (bijvoorbeeld een formulier of een website), open, met kwaliteitscriteria (beoordelingsrubrieken - inhoud, grammatica), context is realistisch en levensecht, een geadresseerde (afnemer/publiek), input kan via opdrachten, oefeningen en bronnen. Voorbeelden van taken zijn: vind je vriend(in) terug, maak een website om contact te verkrijgen. Indicatie niveau ERK Globale descriptor Hier treft u standaard een niveau 14 (bijvoorbeeld A1) aan. Dit niveau is dan gelijk gekoppeld aan een vaardigheid en de daarbij horende evaluatie. Omdat de vaardigheid al bekend is (schrijfvaardigheid), wordt hier de globale descriptor 15 waarop de taak betrekking heeft, genoemd. Bijvoorbeeld: Aantekeningen, berichten en formulieren Duur Publiek Product en tussenproduct Geeft aan hoeveel tijd de opdracht ongeveer kost. Geeft aan voor welk publiek deze schrijfopdracht gemaakt moet worden. Het product wordt eigenlijk afgeleid van de taak. Als het om een product gaat, gaat het om de productieve vaardigheid schrijven. Met tussenproduct wordt bedoeld dat er bijvoorbeeld een lijstje met woorden opgeleverd moet worden. Het format waarin het product opgeleverd kan worden, kan natuurlijk verschillen (je kunt ook de leerstijlen 16 van de leerling hierbij betrekken). Voorbeelden van producten zijn: een folder een artikel voor een krant of tijdschrift een website een tentoonstelling Producteisen Situatie Hier wordt beschreven waar de leerling minimaal aan moet voldoen. U kunt hierbij denken aan duur, minimale omvang, et cetera. Kortom, productspecificaties. Deze categorie is bedoeld om de leerlingen te laten weten in welke situatie ze zich bevinden, de context waarin zich de taak afspeelt. Het is vooral belangrijk de context uitdagend, motiverend en levensecht te maken. 14 Het niveau dat wordt aangegeven veronderstelt een prestatie op dat niveau. Echter, de prestatie die een leerling levert kan ook op een hoger of lager niveau zijn. 15 Zie Taalprofielen (2004) 16 Zie: of com/resources/8_kinds_of_smart.pdf of resources/mi_planning%20questions.doc 37

39 Stappenplan Het stappenplan geeft voor de leerling een werkwijze aan die leidt naar het uitvoeren van de taak en/of het product. Hiervoor worden online en/of offline bronnen geselecteerd en/of materiaal beschikbaar gesteld. In het stappenplan komen opdrachten en oefeningen voor (hieronder wordt duidelijk wat het verschil is). Voor de A-niveaus wordt meer gestructureerd dan voor de B- en C-niveaus, gebaseerd op de aanname dat leerlingen die zich in de B- en C-niveaus bevinden, al redelijk hun weg kunnen vinden met betrekking tot bronnen. Een opdracht heeft de volgende kenmerken: er is samenhang met het eindproduct, hij is functioneel voor de taak, hij is open of gesloten, hij werkt structurerend, de weg naar eindresultaat, er is sprake van input, er is een mogelijkheid tot tussenproduct: - lever drie teksten in die je gebruikt hebt om te lezen, - beschrijving van een persoon, - boodschappenlijst kerstdiner. Voorbeelden van opdrachten zijn: beschrijf het uiterlijk van een persoon, stel jezelf voor. Oefeningen hebben de volgende kenmerken: gesloten, gefocust op één doel (bijvoorbeeld wat heb je gisteravond gedaan), samenhang met eindproduct, correctieve feedback moet mogelijk zijn, functioneel voor opdracht en taak, succes zelf kunnen vaststellen. Voorbeelden van oefeningen zijn: lexicale oefeningen om woorden in te vullen die bijvoorbeeld een uiterlijk beschrijven, het gebruik van het werkwoord zijn in een context. Rolverdeling Sommige leerzame activiteiten vragen om tweetallen of groepswerk. Als dit het geval is, dan is het van belang om aan te geven hoeveel mensen aan die activiteit werken en wat de onderlinge rolverdeling is. Een voorbeeld: Onderzoeker: verantwoordelijk voor het bedienen van de computer. Notulist: verantwoordelijk voor het duidelijk opschrijven van informatie, tevens is deze persoon verantwoordelijk voor het toestaan of iets uitgeprint mag worden. Hulpmiddelen /bronnen Evaluatie De docent kan hier extra hulpmiddelen (in de vorm van een website bijvoorbeeld) of bronnen aangeven die de leerling kan gebruiken om zijn taaltaak uit te voeren. Sowieso staat er onder vrijwel elke taaltaak een voorbeeld van het product in het Nederlands, wat als inspiratie kan dienen. Alleen bij de taaltaken vrij schrijven van niveau C1 staat geen voorbeeldtekst. Bij de evaluatie moet duidelijk zijn voor de leerling waarop het product beoordeeld wordt. Vast onderdeel van de evaluatie is, naast het voldoen aan de producteisen, het voldoen aan de eisen van het vereiste ERKniveau. Daarnaast kunnen er nog tussenproducten of de samenwerking geëvalueerd worden. 38

40 4.2 Overzicht taaltaken De volgende taaltaken zijn bedoeld als hulpmiddel voor de leerling om zo lang mogelijk te oefenen in schrijven. De taken kunnen zonder meer worden overgenomen, maar ze kunnen ook worden aangepast aan de eigen context. In het kader van deze publicatie hebben we taaltaken op de niveaus A1 t/m C1 ontwikkeld, geïnspireerd op de voorbeelden bij de can do-statements in Taalprofielen 18. De taken zijn zoveel mogelijk taalonafhankelijk gemaakt, zodat ze, door middel van aanvulling met taalspecifieke bronnen, voor alle talen bruikbaar zijn. Behalve een taaltaak in het format zoals hierboven beschreven is, bevat elke opdracht ook een voorbeeldtekst in het Nederlands. Idealiter zou dit een voorbeeldtekst in de doeltaal moeten zijn, maar hiervoor is niet gekozen, omdat we meerdere doeltalen willen bedienen. We gaan er vanuit dat de docent zelf een voorraad voorbeeldteksten zal aanleggen. De volgende taaltaken zijn in het vervolg van dit hoofdstuk opgenomen: Correspondentie Aantekeningen maken, berichten, formulieren Verslagen en rapporten Vrij schrijven A1 1. Afgesproken! Een schrijven om een afspraak te bevestigen 2. Gegroet! Een kaart schrijven naar je vakantievriend(in) 3. Proficiat! Een bericht met een felicitatie schrijven 4. Bestelling. Bon om iets aan te vragen op internet 5. Mijn familie in strip. Een stripverhaal schrijven over je familie 6. Me, myself and I. Jezelf beschrijven voor een blind date A2 7. Ruzie met je ouders. Mail aan je buitenlandse vriendin 8. Met wie spreek ik? Vragen voorbereiden voor een chatsessie 9. Mijn laatste vakantie! Vakantieverslagje schrijven 10. Zwemspullen kwijt. Briefje voor op het prikbord van de camping 11. Rugzak gestolen. Schriftelijke aangifte van diefstal 12. Tienwoordenverhaal. Een verhaaltje schrijven 13. Idool. Een elfje schrijven 14. Feest! Beschrijving geven van een feest 18 Taalprofielen (2004) 39

41 B1 15. Hoe vind jij deze clip? schrijven naar aanleiding van videoclip 16. Au-pair/ begeleider zomerkamp. Sollicitatiebrief schrijven 17. Bezoek aan onze partnerschool. en verslag schrijven 18. Skype-afspraak. Afspraak per maken 19. Telefoon kopen. Briefje aan huisgenoot 20. Vakantiebaantje in het buitenland. Advertentie opstellen 21. Beschrijving puzzeltocht. Een puzzeltocht maken 22 Boekbespreking. Powerpoint met belangrijkste punten boekbespreking 23. Blog wereldreis. Persoonlijk reisverslag schrijven 24. Naamdicht. Naamdicht maken met zinnen 25. Wat ik hierna wil doen?! over toekomst plannen schrijven. B2 26. Partydrugs. Mening geven over partydrugs 27. Sollicitatiebrief en CV. Sollicitatiebrief en CV schrijven 28. Maatschappelijke stage. Verslag met eigen mening over Maatschappelijke Stage 29. Een pittige discussie. Argumenten op papier zetten voor een discussie 30. Six word story. Familie geschie - denis schrijven in een zeswoordenverhaal 31. Verslag vanuit de hoofdpersoon. Verslag van boek, film of toneelstuk C1 32. Ingezonden brief. Ingezonden brief naar een krant over een politiek thema 33. Samenvatting van een filosofische tekst. Samenvatting schrijven. 34. Mijn stad. Grappige beschrijving van de eigen stad 35. Uitvinderen. Fictief product beschrijven Differentiëren in niveau In bovenstaand overzicht staan alle taaltaken ingedeeld op het ERK-niveau waarop de opdracht zich bevindt. Dit wil niet zeggen dat de uiteindelijke uitwerking van de taaltaak zich op hetzelfde niveau bevindt: het kan zijn dat een leerling onder het beoogde niveau presteert, maar het kan ook zijn dat de leerling een hoger niveau lijkt te hebben dan met de taaltaak is beoogd. Als u als docent al voorziet dat bepaalde leerlingen de taak te moeilijk of te makkelijk zullen vinden, dan kunt u bij voorbaat al variëren in de opdracht, zodat de taaltaak op een hoger of lager niveau uitgevoerd kan worden. U kunt de opdracht op de volgende manieren aanpassen: 40

42 Door het publiek waarvoor de tekst geschreven moet worden aan te passen: wilt u dat het product op een hoger niveau geschreven wordt, dan kunt u het publiek formeler maken, bijvoorbeeld voor een docent/ouder/directeur et cetera. in plaats van voor een vriendin/leerling. Of andersom: voor een leerling in plaats van voor een volwassene. Of een artikel schrijven voor de Telegraaf versus een artikel voor de NRC. U kunt variëren in de producteisen: een langere of kortere tekst eisen, meer of minder tussenproducten vragen. U kunt variëren in het ERK-beoordelingsniveau, dat wil zeggen dat u de B1- taakkenmerken als uitgangspunt neemt voor de beoordeling in plaats van de A2-taakkenmerken en vice versa. U kunt in Taalprofielen kijken onder dezelfde globale descriptor, maar dan een niveau hoger of lager, en daarbij naar de voorbeelden kijken om de inhoud van de opdracht aan te passen. 4.3 Hoe gebruik ik de taaltaken? U kunt de taaltaken op verschillende manieren inzetten: Als een klassikale opdracht, waaraan alle leerlingen tegelijkertijd aan het werk zijn. Een logisch moment om een taaltaak in te zetten, is ter afsluiting van een bepaald thema of hoofdstuk waar de taaltaak betrekking op heeft. In de taaltaak komen namelijk verschillende vaardigheden bij elkaar en leerlingen hebben de bouwstenen die zij in de voorgaande lessen geleerd hebben (woordjes, grammatica, de vaardigheden) nodig om de taaltaak tot een goed einde te brengen. Als middel voor differentiatie tussen leerlingen: u kunt verschillende taken aan verschillende leerlingen geven. Dit kunt u doen vanuit het oogpunt van motivatie (u laat de leerling de keus welke taak hij wil uitvoeren) of vanuit het oogpunt van niveaudifferentiatie (als u denkt dat een aantal leerlingen een moeilijker taak aan kan). U kunt uiteraard ook als leerlingen dezelfde taak aan het maken zijn differentiatie aanbrengen binnen die taak (zie 4.2.1) door hogere of lagere eisen aan het product te stellen. 4.4 Beoordelingsmodel taaltaken Zoals in elke taaltaak beschreven staat, zijn er verschillende eisen waaraan het uiteindelijke product moet voldoen. Onder producteisen staan vaak een aantal inhoudelijke eisen en bij evaluatie staat meestal genoemd dat het product moet voldoen aan de eisen van het betreffende taalniveau. Om het beoordelen van de taaltaken zo eenvoudig mogelijk te maken, hebben we per ERK-niveau een beoordelingsmodel gemaakt, waarin de kenmerken van het niveau beschreven staan. Dit beoordelingsmodel is een voorbeeld van hoe u kunt beoordelen; 41

43 dit betekent niet dat het niet op een andere manier kan. Hierop zal in hoofdstuk 5 dieper ingegaan worden. De beoordelingsmodellen voor de verschillende niveaus vindt u in bijlage 5. De beschrijving is zoveel mogelijk in leerlingentaal gesteld. 4.5 De taaltaken Vanaf de volgende bladzijde vindt u de uitgewerkte taaltaken zoals die in 4.2 beschreven staan. 42

44 1. Titel: Afgesproken! Taak: Een schrijven om een afspraak te bevestigen Indicatie niveau ERK: A1 Globale descriptor: Correspondentie Duur: minuten Publiek: Een vriend/vriendin Product: Een met een bevestiging van tijd, plaats en activiteit Producteisen: Een compleet bericht met zowel tijd, plaats en activiteit bevestigd Een bericht dat qua grammatica en spelling correct is Situatie/thema: Het is vakantie en je had met een vriend/ vriendin afgesproken dat je samen iets zou doen. Met een mailtje herinner jij die vriend/ vriendin nog eens aan de afspraak en geeft er de verdere details bij. Stappenplan: 1. Bekijk het voorbeeld. 2. Bedenk aan welke vriend/vriendin je de mail stuurt. 3. Bedenk de activiteit, de tijd en de plaats. 4. Stel de mail op. 5. Verstuur een conceptversie naar een klasgenoot. 6. Vraag aan de klasgenoot of hij/zij begrepen heeft wat de bedoeling is. 7. Laat hem/haar vertellen wat de details zijn van de mail. 8. Verwerk de eventuele feedback van de klasgenoot en maak de mail definitief klaar. 9. Reageer zelf ook op de concept-mail van je klasgenoot. 10. Lever deze taak in bij je docent. Rolverdeling (optioneel) Iedereen stelt zijn eigen mail op. Duo s reageren op elkaars mail. Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een mailtje hebt geschreven dat voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A1 (zie beoordelingsmodel). Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. 43

45 Voorbeeld Aan: CC: Onderwerp: Hai Pieter, Vakantie! We zouden iets leuks gaan doen. Ik heb iets gereserveerd. Waterskiën bij Down Under. Het adres is Ravensewetering 1 in Nieuwegein. Ik zie je daar maandag 25 juli om uur. Tot dan. Groetjes, Loes 44

46 2. Titel: Gegroet! Taak: Een kaart schrijven naar je vakantievriend(in) Indicatie niveau ERK: A1 Globale descriptor: Correspondentie Duur: 40 minuten Publiek: Een vriend/vriendin Product: Een zelfgemaakte kaart met een groet Producteisen: Een zelfgemaakte kaart met een herinnering, informatie over jezelf, een vraag aan de ander en een afsluitende groet De kaart is leuk van vorm Het is duidelijk aan wie je kaart stuurt en van wie de kaart komt Situatie/thema: Je bent op vakantie geweest. Je hebt een leuke nieuwe vriend/ vriendin ontmoet. Stuur die vriend/ vriendin een kaart. Stappenplan: 1. Bekijk het voorbeeld. 2. Zoek op internet plaatjes of maak een E-Cardkaart. 3. Vertel: Wie je bent Hoe het nu met je gaat/wat je doet (b.v. op school, je nieuwste liefde, je hobby s) 4. Vraag: Hoe het met je hem/haar is. 5. Sluit af met een groet. 6. Stuur de kaart op. 7. Als je geen vriend/vriendin in het buitenland hebt, stuur hem dan aan een vriend/vriendin in Nederland. Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een kaart hebt gemaakt die voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A1 (zie beoordelingsmodel). 45

47 Voorbeeld kaart: Hee Mike, Weet je nog? We ontmoeten elkaar tijdens het feest op de camping. Op de voorkant zie je foto s van mijn stad. School is hier alweer begonnen. Best zwaar dit jaar. Met mijn vriend is het uit. Hoe gaat het met jou? Ik hoor graag van je. Groetjes, Marianne Foto s Utrecht: Sorin Talos 46

48 3. Titel: Proficiat! Taak: een bericht met een felicitatie schrijven Indicatie niveau ERK: A1 Globale descriptor: Correspondentie Duur: 40 minuten Publiek: Een vriend/vriendin Product: Een felicitatie op Facebook Producteisen: Een bericht met een felicitatie en minimaal 2 belangstellende vragen Duidelijk van wie het bericht is en voor wie het is Situatie/thema: Je hebt op Facebook gelezen dat je vriend/ vriendin in het buitenland geslaagd is voor zijn/haar schoolexamen. Stappenplan: 1. Bekijk het voorbeeld. 2. Bespreek met een klasgenoot wat je zou kunnen schrijven om hem/haar te feliciteren. Bedenk daarbij ook samen de woorden die je kunt gebruiken. 3. Wat je in ieder geval doet: Feliciteren Vragen of hij/zij het gaat vieren Vragen wat hij/zij nu gaat doen 4. Schrijf het bericht. 5. Lever deze taak in bij je docent. Rolverdeling (optioneel) Iedereen bespreekt met een klasgenoot wat hij/zij zou kunnen schrijven en welke woorden gebruikt kunnen worden. Iedereen schrijft vervolgens zijn eigen Facebookbericht. Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een bericht hebt geschreven dat voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A1 (zie beoordelingsmodel). Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. 47

49 Voorbeeld bericht: Schrijf een reactie... Hee Mustafa, Je bent geslaagd. Proficiat! Gaaf! Hoe ga je het vieren? En wat ga je nu doen? een baantje, reizen of studeren? Groet, Jan 48

50 4. Titel: Bestelling Taak: een bestelling doen op internet Indicatie niveau ERK: A1 Globale descriptor: Aantekeningen maken, berichten, formulieren Duur: 40 minuten Publiek: Een internetaanbieder Product: Een correct ingevuld bestelformulier Producteisen: De woorden voor aanhef, naam, afleveradres, betaling en verzending in het woordenschrift Een correct ingevuld bestelformulier Situatie/thema: Je wilt iets kopen. Je hebt het op internet in het buitenland gezien. Je wilt het bestellen en laten opsturen. Stappenplan: 1. Bedenk wat je zou willen kopen. 2. Bedenk hoe dat heet in dat land. 3. Zoek een bedrijf op internet waar je het kunt bestellen. 4. Vul het bestelformulier in. 5. Print het bestelformulier en lever dat in bij je docent. 6. Schrijf de woorden voor aanhef, naam, afleveradres, betaling en verzending, op in je schrift. Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een bestelformulier hebt ingevuld dat voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A1 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschrift hebt aangevuld. 49

51 Voorbeeld bestelling: Winkelwagen Uw gegevens Betaalwijze Afronden (* Dit is geen verplicht veld) Type bestelling * Particulier Zakelijk Aanhef * Dhr. Mevr. Voorletters * Tussenvoegsel Achternaam * Land * B De Boer Nederland Postcode * 6591KC Huisnr * / toevoeging 8 Straat * Woonplaats * adres * Stationweg Breda b.deboer@hotmail.com Telefoon * Geboortedatum (dd-mm-jjjj) Voordeelmail Ja, stuur mij gratis het fonq.nl inspiratie magazine van 100 pagina s bij mijn bestelling en schrijf mij in voor de wekelijkse voordeelmail met nieuws en acties! Afwijkend afleveradres Wilt u een ander afleveradres opgeven* Nee Ja Bron: 50

52 5. Titel: Mijn familie in strip Taak: een stripverhaal schrijven over je familie Indicatie niveau ERK: A1 Globale descriptor: Vrij schrijven Duur: 50 minuten Publiek: Je familie Product: Een strip over je familie Producteisen: Een humoristische strip over je familie met meerdere personages, een verhaallijn en een plot Situatie/thema: Je wilt je ouders verrassen met een bewegende strip over jullie familie. In de strip wil je laten zien hoe jij jullie familie ziet. Stappenplan: 1. Ga naar de link 2. Kies een ACHTERGROND (background) 3. Kies een LUCHT (sky) 4. Klik op NEXT (volgende) 5. Kies een PLOT (verhaallijn) 6. Klik op NEXT (volgende) 7. Kies je KARAKTER(S) (character(s)) 8. Klik op NEXT (volgende) 9. Typ jouw TEKST (natuurlijk is de tekst in het Engels/Duits/ Frans) 10. Klik op NEXT (volgende) 11. Kies jouw MUZIEK (music) 12. Klik op ADD NEW SCENE (voeg nieuwe scene toe) 13. Herhaal stap 2 t/m Herhaal stap 2 t/m Klik op FINISH MOVIE (maak film af) 16. Maak jouw TITEL ONTWERP (title design) 17. Klik op PREVIEW AND SEND MOVIE (bekijk en verstuur je filmpje) 18. Vul bij RECIPIENT NAME(S) de naam in van degene naar wie je het filmpje stuurt 19. Vul bij RECIPIENT (S) het adres in van degene naar wie je het filmpje stuurt 20. Vul bij YOUR je eigen adres in 21. Vink het vakje NO aan 22. Klik op SEND (verstuur) Je filmpje wordt nu verstuurd. Probeer dit programma een beetje uit. Heb je een heel leuk filmpje gemaakt? Stuur deze dan naar je docent. Deze wordt dan in de klas op het SMARTboard vertoond. 51

53 Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een strip hebt gemaakt die voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A1 (zie beoordelingsmodel). Voorbeeld familiefilmstrip: 52

54 6. Titel: Me, myself and I Taak: Jezelf beschrijven voor een blind date Indicatie niveau ERK: A1 Globale descriptor: Vrij schrijven Duur: 50 minuten Publiek: Een vriend/vriendin in het buitenland Product: beschrijving van jezelf in 10 zinnen Tussenproduct: Een lijst met 10 woorden die iets over jezelf zeggen, in je woordenschrift Producteisen: Een beschrijving van jezelf met de 5 woorden en de 5 typeringen Situatie/thema: Je hebt een blinddate. Je wilt dan natuurlijk geen foto sturen. Je wilt het spannend maken, en/maar hij/zij moet jou natuurlijk wel herkennen. Daarom ga je jezelf beschrijven. Stappenplan: 1. Bedenk zelf 5 woorden die iets zeggen over je innerlijk/hoe je bent als persoon. 2. Vraag aan een klasgenoot 5 typeringen over je uiterlijk. 3. Maak de lijst van de 10 woorden over je innerlijk en je uiterlijk. 4. Schrijf een openingszin. 5. Schrijf de beschrijving met de 5 woorden en de 5 typeringen. 6. Sluit je beschrijving af met een eindzin. 7. Leg de beschrijving voor aan een klasgenoot. 8. Vraag hem/haar of hij/zij jou met deze beschrijving zou willen ontmoeten. 9. Zo ja, gebruik de tekst. Zo nee, pas hem aan. Rolverdeling (optioneel) Iedereen bedenkt 5 woorden om zijn eigen innerlijk te beschrijven. Je denkt met een klasgenoot mee om in 5 woorden het uiterlijk van de klasgenoot te beschrijven. Je geeft feedback op de beschrijving van je klasgenoot. Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een beschrijving hebt gemaakt die voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A1 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschrift hebt aangevuld met 10 woorden. Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. 53

55 Voorbeeld beschrijving: 5 woorden die iets over mijn innerlijk zeggen: 5 typeringen over mijn uiterlijk: 1. dapper 2. avontuurlijk 3. lief 4. enthousiast 5. romantisch 1. mooie ogen 2. zwarte lokken 3. maatje reuze lang 5. rode jas Ciao amore, Je kunt vast niet meer wachten! Zeker na deze beschrijving van mijzelf: Dapper, avontuurlijk, lief, reuze enthousiast en zo romantisch. En verder: mooie ogen, zwarte lokken, reuze lang, met een maatje 38 en o ja, een rode jas. Ik zie er naar uit je te ontmoeten. Ciao, Je prinses op het witte paard 54

56 7. Titel: Ruzie met je ouders Taak: schrijven aan je buitenlandse vriendin Indicatie niveau ERK: A2 Globale descriptor: Vrij schrijven Duur: 50 minuten Publiek: vriend(in) Product: Uitgeprinte aan je vriendin Tussenproduct: Lijst met minimaal 6 zinnen Tenminste 5 nieuwe woorden in het woordenschrift Producteisen: Een tekst van minimaal 200 woorden De kopjes in de ( aan, van, onderwerp ) zijn goed ingevuld De bevat een aanhef en een afsluiting De bevat minimaal 6 zinnen die je ouders vaak tegen je zeggen Situatie/thema: Je hebt ruzie gehad met je ouders en moet weer dezelfde argumenten en verwijten aanhoren als altijd. Je bent benieuwd of je correspondentie - vriend(in) je probleem herkent, daarom stuur je hem/haar een lijstje met zinnen die je niet meer kan horen van je ouders. Stappenplan: 1. Vorm een duo. 2. Bekijk de voorbeeld- die je van de docent krijgt. 3. Maak samen een lijst van minimaal 6 zinnen die je nooit meer van je ouders wilt horen en waarom. Ieder maakt minimaal 3 zinnen. 4. Welke nieuwe woorden heb je moeten opzoeken? Schrijf ze op met de betekenis in het Nederlands. 5. Schrijf een aan je buitenlandse vriend(in), waarin je vertelt wat je ouders altijd zeggen (de lijst met 6 of meer zinnen). 6. Vraag of hij/zij dit herkent en wat hij/zij ervan vindt. 7. Controleer de op de producteisen zoals hierboven genoemd. 8. Wissel de uit met een ander duo en controleer elkaars Herschrijf eventueel de naar aanleiding van de opmerkingen van je klasgenoten. 10. Lever deze taak in bij je docent. Rolverdeling (optioneel) Ieder zoekt minimaal 3 zinnen op voor in de Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een geschreven hebt die voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A2 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschrift hebt aangevuld. Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. 55

57 Voorbeeld Aan: CC: Onderwerp: ruzie met mijn ouders Hoi Marjorie, Pfffff. Ik heb vandaag ruzie gehad met mijn ouders over mijn huiswerk! Het gaat altijd over dezelfde dingen: 1. Je zit altijd spelletjes te doen achter de computer! 2. Laat eens zien of je je huiswerk af hebt 3. Waarom moet je nou ook nog bellen met je vriendin? Je zit al de hele dag te chatten! En zo nog een heleboel dingen. Heb jij thuis ook zulke ruzies? Waar gaan die dan over? Ik ben benieuwd of jij dezelfde ruzies hebt. Schrijf me maar snel! Bye bye, Danielle 56

58 8. Titel: Met wie spreek ik? Taak: Vragen voorbereiden voor een chatsessie Indicatie niveau ERK: A2 Globale descriptor: Correspondentie Duur: 50 minuten Publiek: Leerling met wie je gaat chatten Product: Lijstje met zinnen die je kunt gebruiken bij het chatten Tussenproduct: Tenminste 10 nieuwe woorden in het woordenschrift Producteisen: Minimaal 10 zinnen die je kunt gebruiken in een chatgesprek; zowel om vragen te stellen als om antwoord te geven Situatie/thema: Jouw klas heeft een partnerklas in een ander land en jullie hebben regelmatig contact. Vaak gaat dat per , maar morgen gaan jullie chatten. Je krijgt een chatpartner toegewezen waar je nog niets van weet. Stappenplan: 1. Vorm een duo. 2. Je wilt kunnen vragen aan je chatpartner naar de persoon, hobby s, samenstelling familie, hoe zijn/haar school is, hoe het dorp/de stad/het huis is waar hij/zij woont. Je wilt zelf ook antwoord kunnen geven op deze vragen. 3. Maak samen een lijst van minimaal 10 zinnen die je kunt gebruiken om informatie aan je chatpartner te vragen en diezelfde vragen te beantwoorden. Ieder maakt 5 zinnen. 4. Welke nieuwe woorden heb je moeten opzoeken? Schrijf er minimaal 10 op met de betekenis in het Nederlands. 5. Wissel jullie lijst met zinnen uit met een ander duo en geef commentaar op elkaars lijst. 6. Herschrijf eventueel de lijst naar aanleiding van de opmerkingen van je klasgenoot. 7. Lever deze taak in bij je docent. Rolverdeling (optioneel) Ieder maakt 5 zinnen. Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Jullie een lijst hebben gemaakt die voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A2 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschrift hebt aangevuld. Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. N.B. We geven hier geen voorbeeldzinnen, vanwege het risico dat ze vertaald worden. 57

59 9. Titel: Mijn laatste vakantie Taak: vakantieverslagje schrijven Indicatie niveau ERK: A2 Globale descriptor: Correspondentie Duur: 50 minuten Publiek: vriend(in) Product: Uitgeprinte Tussenproduct: Tenminste 5 nieuwe woorden in het woordenschrift Producteisen: Een tekst van minimaal 100 woorden De kopjes in de ( aan, van, onderwerp ) zijn goed ingevuld De bevat een aanhef en een afsluiting De bevat informatie over wat je in de laatste vakantie gedaan hebt Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Situatie/thema: Je hebt een gekregen van een vriend(in) in het buitenland. Hij/zij weet dat je net op vakantie bent geweest en wil graag weten wat je gedaan hebt. Stappenplan: 1. Bekijk het vakantieverslagje dat de docent je geeft. Bekijk wat voor zinnen je gebruikt om te vertellen wat je gedaan hebt. 2. Schrijf aan je vriend(in) wat je de vorige vakantie gedaan hebt. 3. Noteer in je woordenschrift minimaal 5 woorden die je hebt moeten opzoeken om deze mail te schrijven. 4. Controleer de op de producteisen zoals hierboven genoemd. 5. Wissel de uit met een klasgenoot en controleer elkaars aan de hand van de producteisen. 6. Herschrijf eventueel de naar aanleiding van de opmerkingen van je klasgenoot. 7. Lever deze taak in bij je docent. Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een geschreven hebt die voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A2 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschat hebt aangevuld. Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. 58

60 Voorbeeld met vakantieverslagje: Aan: CC: Onderwerp: vakantie Ha Luigi, Bedankt voor je mailtje! Ik ben inderdaad net dit weekend teruggekomen van vakantie. We zijn deze vakantie naar Terschelling geweest, een eiland ten noorden van Nederland! Ik ben daar met 2 vrienden een week naartoe gegaan. Het is natuurlijk niet hetzelfde als Sardinië, maar wel heel leuk. Het was er geweldig: lekker hangen op de camping, als het mooi weer was naar het strand. Elke avond uitgaan en natuurlijk veel nieuwe mensen ontmoet. Het geld was alleen wel op na 2 weken. Wanneer heb jij weer vakantie? Hoe lang duurt jullie zomervakantie? Kom je nog een keer met je familie naar Nederland? Groetjes, Daan 59

61 10. Titel: Zwemspullen kwijt Taak: Briefje voor op het prikbord van de camping Indicatie niveau ERK: A2 Globale descriptor: Aantekeningen maken, berichten, formulieren Duur: 50 minuten Publiek: campinggasten Product: Briefje voor op het prikbord van de camping Tussenproduct: Tenminste 5 nieuwe woorden in het woordenschrift Producteisen: Een tekst van minimaal 50 woorden. Het is duidelijk voor wie het briefje is en wie het geschreven heeft In het briefje staat wat je wilt of zoekt en hoe mensen contact met je op kunnen nemen Situatie/thema: Je bent met je familie op de camping. Na het douchen heb je per ongeluk je zwem spullen (of iets anders) laten liggen, waar je vreselijk van baalt. Je hangt een briefje op bij de receptie met de vraag of iemand je zwemspullen gevonden heeft. Stappenplan: 1. Bekijk het voorbeeld van briefje op een prikbord. 2. Bedenk wat je kwijt bent en hoe dat komt. 3. Bedenk hoe het eruit ziet. 4. Bedenk hoe mensen je op de camping kunnen vinden; beschrijf je tent/caravan en waar hij staat. 5. Zoek de woorden op die je niet kent en schrijf ze in je woordenschrift. 6. Wissel het briefje uit met een klasgenoot en controleer elkaars briefje aan de hand van de producteisen. 7. Herschrijf eventueel het briefje naar aanleiding van de opmerkingen van je klasgenoot. 8. Lever deze taak in bij je docent. Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je een briefje hebt geschreven dat voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A2 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschat hebt aangevuld. Je feedback hebt gegeven, ontvangen en verwerkt. 60

62 Voorbeeldbriefje voor op het prikbord van de camping: Hallo! Gisteravond heb ik mijn schoenen bij het sportveld laten staan. Het zijn sportschoenen van het merk Nike, wit met rode veters. Heeft u mijn schoenen gevonden? Wilt u ze dan naar mij toebrengen? Wij zitten in de caravan aan het eind van de camping links, met daarnaast de rode (Nederlandse) auto. Alvast bedankt! Jacqueline de Bruin 61

63 11. Titel: Rugzak gestolen Taak: Schriftelijke aangifte van diefstal Indicatie niveau ERK: A2 Globale descriptor: Aantekeningen maken, berichten, formulieren Duur: 50 minuten Publiek: politie Product: Ingevuld aangifteformulier Tussenproduct: Tenminste 5 nieuwe woorden in het woordenschrift Producteisen: Een volledig ingevuld aangifteformulier Situatie/thema: Je bent met school een week naar Londen/Parijs/ Berlijn/Barcelona. Met een groepje vrienden duik je de McDonalds binnen om iets lekkers te eten. Als je wil afrekenen blijkt je rugzak gestolen te zijn. Je bent wel goed verzekerd, maar je zult bij de plaatselijke politie aangifte moeten doen. Stappenplan: 1. Bekijk het voorbeeld van een ingevuld aangifteformulier. 2. Bedenk wat er in jouw rugzak zit wat gestolen zou zijn (bv. I-pod, zonnebril, petje et cetera). Maak een lijstje. 3. Zoek de woorden op die je niet kent en schrijf ze in je woordenschrift. 4. Vul het aangifteformulier in. Rolverdeling (optioneel) Niet van toepassing Hulpmiddelen/ bronnen: (door de docent in te vullen) Evaluatie: Je hebt het goed gedaan als: Je het formulier hebt ingevuld dat voldoet aan de producteisen. Je product voldoet aan de eisen van het ERK-niveau A2 (zie beoordelingsmodel). Je je woordenschrift hebt aangevuld. 62

64 Voorbeeld aangifteformulier: Naam Pieter de Vries Adres Havenkade KL Utrecht Land Nederland Geboortedatum Paspoortnummer NF Datum diefstal 8 mei 2012 Tijdstip diefstal uur Gestolen goederen Telefoon, zonnebril, petje, portemonnee Beschrijving van wat er gebeurd is We hadden eten gekocht bij de McDonalds. Peter had voor mij betaald en ik wilde hem geld teruggeven. Toen zag ik dat mijn rugzak weg was. Namen getuigen Peter Andriessen, Jimmy de Rooij, Malika Loukili Datum 8 mei 2012 Handtekening aangever 63

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

[DIA MET TITEL+COVER HIER] [DIA MET TITEL+COVER HIER] Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken Programma Aanleiding Schrijven in fasen Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2) Voorwerk

Nadere informatie

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Correspondentie lezen Opleiding: uitwisseling, vorming,

Nadere informatie

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Criteria bij ERK methodes

Criteria bij ERK methodes SLO is het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Al 35 jaar geven wij inhoud aan leren en innovatie in de driehoek beleid, wetenschap en onderwijspraktijk. De kern van onze expertise betreft

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6

Kerndoelen - ERK. Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2. Library en ERK 6 Kerndoelen - ERK Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ERK) 2 en ERK 6 1 2 Kerndoelen en Common European Framework of Reference (ook wel ERK) In de kerndoelen die door de overheid zijn

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Scan ERK-gericht werken

Scan ERK-gericht werken 1 Scan ERK-gericht werken Doel Als docent kunt u op diverse manieren werken met het Europees Referentiekader, afhankelijk van de ervaring die u al met het referentiekader hebt opgedaan. Om nu te bepalen

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt Van Raamwerk tot Handreiking Hoe zat het ook alweer? Nieuwe Kwalificatieprofielen voor het mbo in 2004 Mét

Nadere informatie

Common European Framework of Reference (CEFR)

Common European Framework of Reference (CEFR) Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke

Nadere informatie

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl 3. Syllabus Moderne vreemde talen 3.1 Verdeling examenstof over CE/SE bij Tabel: Verdeling van de examenstof Engels over centraal examen en schoolexamen Exameneenheden CE moet mag MVT/K/1 Oriëntatie op

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen Schrijven groep 7-8 Leerdoelen De leerlingen schrijven allerlei soorten teksten, waaronder verhalende, informatieve, directieve, beschouwende en argumentatieve teksten herkennen en gebruiken kenmerken

Nadere informatie

Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaus Europees Referentie Kader Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken

Nadere informatie

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs Voorstellen/ kennismaken Examens in het MBO Centrale examens: CvTE is verantwoordelijk voor de uitvoering

Nadere informatie

Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven. Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders

Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven. Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders Taal en rekenen ook in het praktijkonderwijs Passende Perspectieven Flitsbijeenkomst januari 2012 Steunpunt Taal & Rekenen vo Els Leenders SLO en leerplannen Het referentiekader taal en rekenen Opbouw

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 De vijf fasen van het schrijfproces

Hoofdstuk 5 De vijf fasen van het schrijfproces Hoofdstuk 5 De vijf fasen van het schrijfproces Een geoefend schrijver lijkt zijn teksten zo uit zijn mouw te schudden. Of dat ook zo is, weten lezers lang niet altijd. Wie weet hoeveel moeite en tijd

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv Carte Orange 1 hv, 2 hv, 3 hv ERK-overzicht 1 Luisteren 1 hv 2 hv 3hv 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek 2-3-4-5-6-7-8*

Nadere informatie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING Doel van de lessenserie De lessenserie is ontworpen met het oog op inzicht te geven over het schrijfproces. Als de leerlingen nu weten hoe een tekst te schrijven en die kennis

Nadere informatie

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012 De Referentieniveaus Taal BAVO Eemlanden 14 maart 2012 2 Wat komt aan de orde? Aanleiding tot de referentieniveaus Wat zijn referentieniveaus? Status en ontwikkelingen rond de referentieniveaus Referentieniveaus

Nadere informatie

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad

Werken aan onderwijskwaliteit. Referentieniveaus Taal. Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Werken aan onderwijskwaliteit met de Referentieniveaus Taal Mienke Droop, Heleen Strating, EN Gert Gelderblom, PO-Raad Taal Invoeren van referentieniveaus leidt tot verlaging van het niveau, omdat men

Nadere informatie

Methodeanalyse Talent

Methodeanalyse Talent Methodeanalyse Talent Wij hebben gekozen voor de methode Talent. Voornamelijk omdat Tessa en Wouter er veel mee hebben gewerkt. Wouter en Tessa hebben wel hele verschillende ervaringen met de methode.

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

Europees Referentiekader

Europees Referentiekader Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik

Nadere informatie

Voor ons als leermiddelenontwikkelaars dienden zich twee hoofdvragen aan:

Voor ons als leermiddelenontwikkelaars dienden zich twee hoofdvragen aan: Ronde 6 Paul de Maat & Marianne Molendijk CED-groep Contact: P.demaat@cedgroep.nl M.Molendijk@cedgroep.nl Actueel Schrijven. Teksten leren schrijven bij Nieuwsbegrip 1. Inleiding Schrijven is de moeilijkste

Nadere informatie

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Werken met tussendoelen in de onderbouw Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 6. Inleiding 7

Inhoud. Voorwoord 6. Inleiding 7 Inhoud Voorwoord 6 Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Adequaatheid / begrijpelijkheid 10 1.1 OKE 11 1.2 Het schrijven van een zin of enkele zinnen 11 1.3 Het schrijven van een korte tekst 22 1.4 Het schrijven van

Nadere informatie

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers havo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers havo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers havo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers havo Mei 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal

Nadere informatie

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die zelfstandig willen functioneren in meer formele contexten in de Nederlandse of Vlaamse samenleving. Hoe wordt er

Nadere informatie

Schrijven leerjaar 1-2 vmbo-b/k

Schrijven leerjaar 1-2 vmbo-b/k Schrijven leerjaar 1-2 vmbo-b/k De leerlingen in de onderbouw van het vmbo hebben de doelen voor referentieniveau 1F vaak nog niet of nog maar net bereikt. In de onderbouw van het vmbo moet deze basis

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen LUISTERVAARDIGHEID De leerlingen kunnen Lu 1 op beschrijvend niveau van narratieve,

Nadere informatie

Wat moet ik doen voor mijn Schoolexamens en Eindexamen Engels?

Wat moet ik doen voor mijn Schoolexamens en Eindexamen Engels? Agora 2018-2019: PTA vwo Engels Wat moet ik doen voor mijn Schoolexamens en Eindexamen Engels? Eén periode: T 01 Leesvaardigheid Toets / schriftelijk / tijdsduur 60 minuten / weging: 10 - Het lezen van

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo Onderbouw vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3 Functieopdracht Nederlands - Operator A en B Inhoud 1. Introductie Nederlands... 3 2. Opdrachten... 5 Opdracht 1. Verschillende meningen... 5 Opdracht 2. Luisteren naar een vergadering... 7 Opdracht 3.

Nadere informatie

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo Carte Orange 1 gth, 2 gt, 3/4 vmbo ERK-overzicht 1 Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek

Nadere informatie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO STAATSEXAMEN 2014 Juni 2013 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Examens (CvE). Het CvE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - havo/vwo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - havo/vwo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus taal Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve

Nadere informatie

LUISTERVAARDIGHEID EN

LUISTERVAARDIGHEID EN LUISTERVAARDIGHEID EN SCHRIJFVAARDIGHEID IN DE ISK Goede zinnen schrijven vind ik best moeilijk. Lies Alons Bijeenkomst 8-15 november 2016 DOELEN VANDAAG 1. Je kijkt nog een keer naar luistervaardigheid

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Lesmateriaal afbuigers vwo Mei 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal

Nadere informatie

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Duits in de beroepscontext A1

Duits in de beroepscontext A1 Keuzedeel mbo Duits in de beroepscontext A1 gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0217 Penvoerder: Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid Gevalideerd door: Sectorkamer voedsel, groen

Nadere informatie

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs Keuzedeel mbo Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0959 Penvoerder: Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid Gevalideerd door: Sectorkamer Voedsel,

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

Kies jij Duits? Docentenhandleiding doorstromers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Duits? Docentenhandleiding doorstromers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Docentenhandleiding doorstromers havo en vwo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Duits? Docentenhandleiding doorstromers havo en vwo

Nadere informatie

Ronde 8. Referentiekader taal: hoe werkt dat? 1. Inleiding. 2. Wat is het Referentiekader taal?

Ronde 8. Referentiekader taal: hoe werkt dat? 1. Inleiding. 2. Wat is het Referentiekader taal? Ronde 8 Theun Meestringa & Bart van der Leeuw SLO, Enschede Contact: t.meestringa@slo.nl b.vanderleeuw@slo.nl Referentiekader taal: hoe werkt dat? 1. Inleiding Het Nederlandse Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO SPAANSE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari 2012. Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari 2012. Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord Voorwoord Schrijven op B2 is een takenboek dat hulp biedt bij de training in het schrijven van korte en langere teksten in het Nederlands, die geschreven moeten worden op het Staatsexamen NT2 II. Schrijven

Nadere informatie

Effectieve feedback op schrijfproducten

Effectieve feedback op schrijfproducten Effectieve feedback op schrijfproducten Monica Koster Presentatie conferentie LIST en DENK! 24 maart 2017 Even voorstellen Beoordelen van schrijfvaardigheid Het belang van beoordelen Feedback voor leerkracht

Nadere informatie

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c Toelichting In het schema hieronder zie je een overzicht van de leerdoelen van de 12 songs en de 4 herhalingslessen van voor het schooljaar 2018-2019. Per song is aangegeven aan welke EIBO-thema s en aan

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL1 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Blauwdruk ontwikkeling leermateriaal

Blauwdruk ontwikkeling leermateriaal Blauwdruk ontwikkeling leermateriaal School: Greijdanus College Door: Jeroen Wester Datum: 19 augustus 2015 Versie: 1.0 Onderstaande blauwdruk is tot stand gekomen door eerdere ervaringen bij het ontwikkelen

Nadere informatie

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT Naam auteur(s) E. van der Made Vakgebied Frans Titel Leerlijn onderbouw h/v Frans, Duits, Spaans. Schooljaar 2015-2016. Onderwerp Een leerlijn voor de talen Frans,

Nadere informatie

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu? Gesprekjes voeren gesprekspartner gebruikt veelvoorkomende woorden en hele korte zinnetjes; spreekt heel langzaam en pauzeert vaak spreekt woorden en korte zinnetjes duidelijk uit; herhaalt zinnetjes en

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2) Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2) Om het taalonderwijs op elkaar af te stemmen, met elkaar te kunnen vergelijken en taalniveaus te kunnen inschatten is het Europees referentiekader, CEFR, voor de

Nadere informatie

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor het nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO Taalblokken Nederlands Brochure MBO Na het doorlopen van de weet ik precies wat ik kan verwachten op het examen Nederlands. Door deze goede voorbereiding zie ik het examen met vertrouwen tegemoet! Toetsing

Nadere informatie

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR (ELEMENTAIR) VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taaljournaal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taaljournaal PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch Methodeanalyse Stelonderwijs; Taaljournaal Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taaljournaal PO / SO / SBO Uitgeverij en website Malmberg, Den Bosch www.malmberg.nl www.taaljournaal.nl

Nadere informatie

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO

Verleg je grenzen! Compleet vernieuwd! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Nederlands Brochure MBO Taalblokken Nederlands Brochure MBO Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? U kunt gemakkelijk differentiëren studenten leren wat nodig is Motiverend en uitdagend lesmateriaal voor

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Woordenschat: Je gebruikt eenvoudige woordenschat om over jezelf en wat je meemaakt te vertellen, eventueel met behulp van een online vertaalsite.

Woordenschat: Je gebruikt eenvoudige woordenschat om over jezelf en wat je meemaakt te vertellen, eventueel met behulp van een online vertaalsite. Time Capsule Algemeen Product: tekst voor time capsule Leerjaar: 2 tl Aantal lessen: 2 x 50 minuten Bron: SLO Tip 1: De schrijfopdracht wint aan betekenis als er ook werkelijk een time capsule gemaakt

Nadere informatie

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V ARABISCHE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V18.03.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands 11/04/2012 Dit zijn talige eisen die alleen de opleiding stelt. Voor de werkvloer zijn ze niet

Nadere informatie

De Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands

De Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands Hoe motiveer je docenten om mee te doen? Hoe beoordeel je de vaardigheden? Hoe maak je de beschrijvingen van het rapport Over de drempels met taal werkbaar? Hoe zorg je ervoor dat leerlingen betrokken

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal op maat PO / SO / SBO

KWALITEITSKAART. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal op maat PO / SO / SBO KWALITEITSKAART Taal op maat Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal op maat PO / SO / SBO Uitgeverij en website Wolters-Noordhoff, Houten 030 638 34 41 www.woltersnoordhoff.nl www.taalopmaat.nl

Nadere informatie

PROGRAMMA (AALST) BIJEENKOMST VAKCOÖRDINATOREN NEDERLANDS April 2014 PROGRAMMA (SINT-NIKLAAS) PROGRAMMA (OUDENAARDE) Inleiding - rondleiding OLC

PROGRAMMA (AALST) BIJEENKOMST VAKCOÖRDINATOREN NEDERLANDS April 2014 PROGRAMMA (SINT-NIKLAAS) PROGRAMMA (OUDENAARDE) Inleiding - rondleiding OLC BIJEENKOMST VAKCOÖRDINATOREN NEDERLANDS April 2014 PROGRAMMA (AALST) Inleiding - rondleiding OLC Voorstelling vakgroep/school - ideeën uit de ontvangende school PB Intervisie Nieuws uit het vakgebied Koffie

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Aan het einde van leerjaar 2 moeten alle havo vwo leerlingen minimaal niveau 2f behaald hebben voor schrijfvaardigheid.

Aan het einde van leerjaar 2 moeten alle havo vwo leerlingen minimaal niveau 2f behaald hebben voor schrijfvaardigheid. Schrijven leerjaar 1 en 2 havo/vwo Aan het einde van leerjaar 2 moeten alle havo vwo leerlingen minimaal niveau 2f behaald hebben voor schrijfvaardigheid. Leerdoelen De leerlingen schrijven allerlei soorten

Nadere informatie

Schrijven getoetst, en dan? Judith Richters BV-NT2 conferentie

Schrijven getoetst, en dan? Judith Richters BV-NT2 conferentie Schrijven getoetst, en dan? Judith Richters 21-05-2016 BV-NT2 conferentie 1-7-2016 1 Inhoud Voorstellen Rondje verwachtingen/vragen Waar vallen NT2 ers op uit in het mbo-hbo? Waarop beoordeelt u schrijven?

Nadere informatie

Lesopzet Opstellen leerdoelen en succescriteria 'zakelijke brief' door middel van het beoordelen/rangschikken zakelijke brieven

Lesopzet Opstellen leerdoelen en succescriteria 'zakelijke brief' door middel van het beoordelen/rangschikken zakelijke brieven Lesopzet Opstellen leerdoelen en succescriteria 'zakelijke brief' door middel van het beoordelen/rangschikken zakelijke brieven Leerjaar: 2 vmbo-t Leerdoelen door docent geformuleerd: - Je weet aan het

Nadere informatie

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties. aardigheid BB B GT ER-niveau A2 A2 A2+ Alle leerwegen Alleen voor GT Ik voer over eenvoudige en alledaagse gesprekken. Het gaat dan over uitwisseling van informatie van bekende onderwerpen en activiteiten.

Nadere informatie

Duo s / Wandel Wissel Uit (variant)

Duo s / Wandel Wissel Uit (variant) werkwaaier Duo s / Wandel Wissel Uit (variant) Leerlingen oefenen in tweetallen een gesprekje. Zij krijgen daarvoor een x-aantal minuten. Daarna kiezen de leerlingen een leerling uit een andere rij of

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde

Nadere informatie

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V18.03.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Nederlands ( 3F havo vwo )

Nederlands ( 3F havo vwo ) Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie

Nadere informatie

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V SPAANSE TAAL EN LITERATUUR ELEMENTAIR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist Duits IBL1 Vakcode 56008 Verantwoordelijke e-mail mevr. K. Voogd k.m.voogd@saxion.nl ECTS 4 Kwartiel 1.1 en 1.2 Competenties IBL1 Prestatie-indicatoren 1.3 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de competenties

Nadere informatie

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010 Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden. Beoordelingsmodel Schrijven 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Leesbaarheid Niet beoordelen indien het schrijfproduct niet of onvoldoende leesbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake is

Nadere informatie