Bijlage 1 Alarmeringslijst

Transcriptie

1 Bijlagen Bijlage 1 Alarmeringslijst... 2 Bijlage 2 Waarschuwingslijst leidingbeheerders Schiermonnikoog... 3 Bijlage 3 Ondersteuningspeloton Schiermonnikoog... 4 Bijlage 4 Bezetting actiecentrum (primaire kering en peilbeheer)... 5 Bijlage 5 Bezetting dijkbewakingsteam... 6 Bijlage 6 Noodmaterialen Schiermonnikoog...7 Bijlage 7 Belangrijke telefoonnummers Schiermonnikoog:... 9 Bijlage 8 Bezetting OT en BT...10 Bijlage 9 Verkeersmaatregelen Bijlage 10 Crisisvergaderagenda Bijlage 12 Logboek Bijlage 13 Meldingsformulier Calamiteiten Receptie WF...18 Bijlage 14 Netwerkoverzicht Bijlage 15 Bevoegdheden dijkgraaf tijdens calamiteiten en binnen de Algemene Kolom Bijlage 16 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP)...23 Bijlage 17 Extra beveiliging strekkingen tijdens hoog water (i.v.m. veiligheidstoetsing) Bijlage 18 Verzendlijst

2 Bijlage 1 Alarmeringslijst De AC coördinator informeert in fase 1 de gemeente Schiermonnikoog over de situatie en de getroffen voorzorgs/bestrijdingsmaatregelen. In fase 2 doet de operationeel leider dat en in fase 3 de dijkgraaf. Instantie Telefoonnummer Functionaris Gemeente Schiermonnikoog Noodnet Gemeente Schiermonnikoog Piketnr. Gemeente Schiermonnikoog Pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7) Meldkamer Noord Nederland (24/7) (veiligheidsregio Fryslân) RCC (Regionaal Commando Centrum) ROT RBT Noodnet RCC Hulpverleningsdienst Provincie Fryslân provinciale gedeputeerde voor water, CdK Noodnet provincie Fryslân 2

3 Bijlage 2 Waarschuwingslijst leidingbeheerders Schiermonnikoog Vitens via klantenservice Af te sluiten waterleiding: nvt Plaats afsluiter: nvt Eneco Energie nvt (= buiten kantooruren storingsdienst, nationale calamiteitenlijn, let op postcode geven bijv (Dokkum)) Af te sluiten gasleiding: Gasleiding havenkantoor Gasunie Groningen Plaats afsluiter: Dhr. Vlasma: (commandopost dag en nacht) 3

4 Bijlage 3 Ondersteuningspeloton Schiermonnikoog Overzicht vrijwillige dijkwachten: Naam C.P. Hagen H.R. Huizinga K.E.H. Bentum L. v.d. Bijl W.B.Z. Groendijk P.B. de Jong Fl. Talsma R. Talsma E. Visser Fr. Visser W.J. Visser F. v.d. Zee H.M. Hockelmann R. Sikkema J. Poortinga L. v.d. Meer Telefoonnummer thuis Mobiel Adres 4

5 Bijlage 4 Bezetting actiecentrum (primaire kering en peilbeheer) De dijk- en kustbewaking wordt geleid door de actiecentrum coördinator Schiermonnikoog van Wetterskip Fryslân (locatie Dûneborch). De dijk- en kustbewaking wordt uitgevoerd door de bewakingsteams bestaande uit ingezetenen. Bij het instellen van de dijk- en kustbewaking worden vanuit het Actiecentrum Schiermonnikoog (Dûneborch, Reeweg 23) de dijkwachten gealarmeerd en opgeroepen om naar de dijkpost te komen. De personele bezetting is aangegeven in onderstaand schema. Bezetting Actiecentrum Schiermonnikoog (ACS) (tel en fax ), NN WF afd. Schiermonnikoog, Noodnet. Telefoon waarschuwen vanaf fase opkomen vanaf fase Wordt gewaarschuwd door 1 Actiecentrum Coördinator 2 Technisch Assistent 3 Vervanger TA 4 Algemeen Assistent Bert Korendijk Keimpe Knijft Calamiteitentel.. Chris Talsma Wieger Harthoorn Ger Heeringa Burgemeester D. Stellingwerf 1 1 WMCN-kust 1 1 AC coördinator 1 1 AC coördinator 1 1 AC coördinator 5

6 Bijlage 5 Bezetting dijkbewakingsteam Overzicht dijkbewakingsteam Schiermonnikoog: Naam GSM / telefoon Chris Talsma (TA & leiding) Wieger Harthoorn (vervanger TA) Ruud Overdijk 6

7 Bijlage 6 Noodmaterialen Schiermonnikoog MF Kipwagen Landbouwwagen Maaimachine Bloter Zakkenvuller Aggregaat Aanhangwagen Schuifbord Rolbezem hydraulisch Bosmaaier Bladblazer Klokpomp Accuboormachine Kabelhaspels 4 stuks Hegge schaar Hogedrukspuit 2 delige ladder Olie rek Big-Bag`s Las apparaat Hydraulische krik Klein gereedschap Niemyer Vatex Eigen ontwerp Honda Titan Stihl FS 310 BG 55 Metabo PS SN Dewalt Metabo Karcher Hellas type 325 Stel terreinbanden Stel talud banden 1 as 2 assen 2,60 mtr. Breed 1 assig (voor achter de auto) stuks 380 volt oplaadbare zaklantaarns 2 zaklantaarns 10 reflecterende werkpakken 3 overlevingspakken Sliphaak Boormachine 1 pk Gevulde zandzakken Lege zandzakken Automaat Spatwaterdicht Voor afsluiten duiker 1000? Aanwezig materieel bij boeren: Boerenbelang 2 platte wagens Holwerda v.d. Bijl 1 shovel, 2 trekkers, 1 kipper, 1 platte wagen R&P Visser 1 shovel, 2 trekkers, 2 kippers Talsma 1 shovel, 1 mobiele kraan, 2 trekkers, 1 kipper J&F Visser 1 trekker met voorlader, 1 trekker, 1 kipper Hagen 1 minishovel, 2 trekkers, 2 kippers P&E Visser 1 shovel/verreiker, 2 trekkers, 1 kipper W. Visser 1 trekker met voorlader, 1 kipper 7

8 Noodpompen t.b.v. wateroverlast in polders Bij de cluster onderhoud van de afdeling Beheer Watersystemen zijn de volgende mobiele noodpompen beschikbaar: NOODPOMPEN Standplaats Bedrijfsnummer Noodpomp, Eekels, dieselpomp, zelfaanzuidend, Joure NP 12 volaut 7 m3/min op tandemkar (J) Noodpomp 8 m3/min (J) Joure NP 18 Noodpomp 12 m3/min (J) Joure NP 20 Noodpomp tractor (staat bij Westra loonbedrijf Leeuwarden NP 15 Franeker30m3 (L) Noodpomp tractor pomp 40 m3 (L) Leeuwarden Noodpomp 40m3/min (L) Leeuwarden NP 6 Noodpomp 40 m3/min (L) Leeuwarden NP 7 Noodpomp 40m3/min (J) Joure NP 9 Noodpomp 40m3/min (J) Joure NP 10 Noodpomp 50 m3/min (J) Joure NP 16 Noodpomp 50m3/min (L) Leeuwarden NP 6 Noodpomp tractor 90 m3 (L) Leeuwarden NP 14 * Deze pompen zijn niet geschikt om water vanuit de polder over de zeedijk naar zee te malen. Opslaglocaties: Dûneborch en opslagterrein Veerdam 8

9 Bijlage 7 Belangrijke telefoonnummers Schiermonnikoog: Instantie Telefoonnummer Functionaris Voorzitter Adviescommissie Schiermonnikoog (WF) RWZI Schiermonnikoog WF Coördinator vrijwillige dijkwachten Bé Winter (DB WF) Geale Hoekstra (vaste wal) Geale Hoekstra (vaste wal) Theo Stielstra (lokaal) Cees Hagen Burgemeester Schiermonnikoog Waarnemend voorzitter Adviescommissie Schiermonnikoog D. Stellingwerf Plaatsvervanger waarnemend voorzitter Adviescommissie G. Heeringa Gemeentehuis Hoofd Gemeentewerken Receptie Kees Boer Piketnr. Gemeente t.b.v. melding calamiteiten Rijkswaterstaat, directie Noord-Nederland Centrale meldpost Waddenzee Aannemingsbedrijf Ridder M. Ridder Jachthaven Gasleiding havenkantoor KNRM Vlasma T. Kooy (secretaris)) Chris Talsma (TA) Wieger Harthoorn (plaatsvervanger TA) Ruud Overdijk Politie Schiermonnikoog Bindingsnummer Chris Talsma Wieger Harthoorn Ruud Overdijk Algemeen Algemeen K. Tuininga Peilspreker Nes (Ameland) Peilspreker Harlingen Meldkamer Veiligheidsregio Fryslân KPN Telecom storingen Melding calamiteiten (NN) KPN Telecom storingen NoodNet KPN NoodNet helpdesk Brandaris (o.a. weerbericht) Wetterskip Fryslân Natuurmonumenten Chris Braat 9

10 Bijlage 8 Bezetting OT en BT Bezetting OT Taak Naam Telefoonnummer werk Operationeel leider J. Cammeraat J. van Dijk O. Bijlsma Tactisch adviseur E. Reincke J. van Rijen A. van der Mark B. Piekstra Communicatieadviseur Perstelefoon 24/7 M. Zijlstra N. Bout H. Nieuwenhuis M. Hoogeveen Mobiel telefoonnummer Telefoonnummer privé Informatiecoördinator Adviseur crisisbeheersing Liaison ROT M. de Vries E. Wisse J. Feenstra C. Leemeijer G. v.d. Veer M. van Deursen J. Regeling G. Hilbolling R. Smit P. Schaafsma Noodnet crisisbeheersing 10

11 Bezetting BT Taak Naam Telefoonnummer Werk Voorzitter BT P.A.E. van Erkelens B. de Winter Mobiel telefoonnummer Telefoonnummer privé Portefeuillehouder Afhankelijk van het scenario DB-lid M.A.J. Jager- Wöltgens DB-lid J.J. van Weperen DB-lid E. Berenst Operationeel leider J. Cammeraat J. van Dijk O. Bijlsma Communicatieadviseur Perstelefoon 24/7 M. Zijlstra N. Bout Informatiecoördinator Adviseur crisisbeheersing Noodnet crisisbeheersing Machiel de Vries Edwin Wisse Janneke Feenstra Chantal Leemeijer Gerina v.d. Veer Marina van Deursen J. Regeling G. Hilbolling 11

12 Bijlagen d.d.26 oktober

13 Bijlage 9 Verkeersmaatregelen 13

14 14

15 Bijlage 10 Crisisvergaderagenda (De digitale vergaderagenda is terug te vinden op intranet: Organisatie/Communicatie en Crisisbeheersing/ Crisisbeheersing en bestrijdingsplannen) Bepaal randvoorwaarden Aanleiding en huidige opschaling samenstelling crisisteam (rollen, taken,functie) huishoudelijke mededelingen (GSM uit) duur vergadering (hanteer vergaderklok) doel van de vergadering bestrijdingsplan, leidend scenario 1. Beeldvorming Feiten Genomen maatregelen/besluit (denk aan actiepunten uit het vorige overleg! Verwachte veranderingen (maak gebruik van een tijdslijn) 2. Oordeelsvorming Prioriteiten Knelpunten Communicatie Scenariodenken Netwerkanalyse maken Veiligheid medewerkers 3. Besluitvorming Acties (Wie doet wat en wanneer gereed) Wat leggen we eventueel voor aan het OT/BT Sluiting Tijdstip volgend overleg Locatie volgend overleg Gewenste deelnemers volgend overleg Vergaderfasering Elke vergadering binnen elk onderdeel kan worden gesplitst in twee elkaar steeds opvolgende fasen: overleg en actiefase. Overleg: Op basis van deze vergaderagenda en de informatie uit het CMS vindt het overleg plaats. De output van het overleg wordt door de informatiecoördinator vastgelegd in het CMS. Actiefase Tijdens de actiefase worden de actiepunten uit het overleg uitgevoerd. Nieuwe informatie kan via de informatiecoördinator worden ingebracht in het CMS. Geprobeerd moet worden de fase Overleg zo kort mogelijk te houden, liefst korter dan 30 minuten. Nieuwe informatie tijdens de actiefase in het CMS brengen verkort de overlegfase vaak aanzienlijk. Vergaderritmiek De frequentie waarmee de overleggen van een team elkaar opvolgen moet zorgvuldig worden gekozen. Hierbij wordt rekening gehouden met o.a. de mate waarin de situatie aan verandering onderhevig is, deadlines, de snelheid waarmee belangrijke informatie vrijkomt, enz. Een andere belangrijke factor bij het vaststellen van de vergaderritmiek van een team, is de vergaderritmiek van de andere teams eromheen. Vaak is een hiërarchisch hoger team afhankelijk van informatie die vanuit een lager team vrij moet komen. Andersom zijn lagere teams weer afhankelijk van beslissin- 15

16 gen van hogere teams. De vergaderritmiek van de diverse met elkaar samenwerkende teams binnen de organisatie moet dus op een logische manier op elkaar ingrijpen. Vergaderritmiek BT OT AC tijd Let op: de in deze figuur weergegeven frequentie van overleggen is een voorbeeld. De in een werkelijke situatie gekozen frequentie is afhankelijk van de eerder genoemde variabelen en zal dus van geval tot geval en in de tijd variëren. 16

17 Bijlage 11 Logboek DTG (Datumtijd groep) Afzender Bericht Ontvangen Bericht Strekking Bericht Status Vervolgacties 17

18 Bijlage 12 Meldingsformulier Calamiteiten Receptie WF 18

19 Bijlage 13 Netwerkoverzicht Gemeente Schiermonnikoog Nieuwestreek 5, Schiermonnikoog Postbus 20, 9166 ZP Schiermonnikoog tel: fax: noodnet: 56153/56190 noodfax: Gemeente Dongeradeel Koningstraat 13, Dokkum Postbus1, 9100 AA Dokkum tel: fax: noodnet: 56176/56368 noodfax: piketnr. t.b.v. melding calamiteiten: / Provincie Fryslân Tweebaksmarkt 52, Leeuwarden Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden tel : fax : provincie@fryslan.nl noodnet : noodfax : Watermanagementcentrum Nederland WMCN-Kust Zuiderwagenplein 2, Lelystad Postbus 17, 8200 AA Lelystad tel: fax: noodnet: noodfax: 19

20 Bijlage 14 Bevoegdheden dijkgraaf tijdens calamiteiten en binnen de Algemene Kolom BEVOEGDHEDEN DIJKGRAAF TIJDENS CALAMITEITEN De taken en bevoegdheden van WF beogen de bescherming van specifieke waterstaatkundige belangen en kunnen daarmee van betekenis zijn voor de algemene veiligheid van de bevolking. Deze zorgplicht brengt met zich mee dat in de normale situatie het bestuur, in het belang van die veiligheid, de nodige maatregelen treft en coördineert met de gemeenten in het beheergebied. B.1 Relevante wetgeving De relevante wetgeving voor (bevoegdheden van) waterschappen en andere betrokken instanties ten aanzien van de bestrijding van (waterstaatkundige) calamiteiten en ongevallen is te vinden in: de Waterschapswet (artikel 96) de Waterwet (de artikelen 5.28 t/m 5.31 en artikel 5.15) De Onteigeningswet (de artikelen 65 en 73) De Wrakkenwet (de artikelen 1 t/m 11) De Wet bodembescherming (de artikelen 30 en 74) In het bijzonder in artikel 5.30 van de Waterwet wordt het dagelijks bestuur van het waterschap de bevoegdheid gegeven om zolang de situatie zulks noodzakelijk maakt (dat wil zeggen: dat de veiligheid van één of meer waterstaatswerken of anderszins de goede staat daarvan in onmiddellijk en ernstig gevaar is of dreigt te komen ) al die maatregelen te treffen, die hij nodig oordeelt, zo nodig in afwijking van wettelijke voorschriften (tenzij de maatregelen in strijd komen met de Grondwet of enige internationale verplichting). In artikel 96 van de Waterschapswet is deze bevoegdheid van de beheerder verleend aan de voorzitter van het betreffende college wanneer omstandigheden geen voorafgaande bijeenroeping van het dagelijks bestuur gedogen en totdat die besturen van hun bevoegdheid gebruik maken. Als de voorzitter (lees de dijkgraaf) van deze bevoegdheid gebruik maakt, rust op hem de verplichting dit onverwijld te melden, niet alleen aan het dagelijks bestuur, maar ook aan gedeputeerde staten (artikel 96, tweede lid). Daarnaast kent de Waterschapswet (artikel 96) de dijkgraaf van Wetterskip Fryslân bijzondere bevoegdheden toe bij dringend of dreigend gevaar. In dat geval ligt de eventueel benodigde afstemming primair bij de dijkgraaf, maar is er een raakvlak met de bevoegdheden van de burgemeester. Het kan immers voordoen dat de burgemeester eenzelfde situatie zal moeten aanmerken als een (dreigende) ramp en derhalve zijn daarop gerichte bevoegdheden moet inzetten. In dat geval strekt zijn opperbevel ook ten aanzien van de maatregelen van WF. Het handelen van WF is binnen dit kader terug te voeren op drie hoofdtaken: informeren, prepareren en optreden. B.2 Informeren Verzorging van informatievoorziening aan overheden, instanties en particulieren die daarvoor in aanmerking komen komt tot stand door: het informeren van de Veiligheidsregio Fryslân over de risico s en relevante veiligheidstechnische gegevens, opdat zij hun taken in het kader van de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen naar behoren kunnen uitvoeren (Wet Veiligheidsregio s); het informeren en alarmeren van de betrokken overheden en instanties over de aard, omvang en prognose wanneer een calamiteit zich voordoet; deelname als lid van het RBT van de Veiligheidsregio Fryslân; informeren van media en in een aantal met name genoemde gevallen, de direct betrokken ingelanden over aard, omvang en prognose van de calamiteit. 20

21 B.3 Optreden Wanneer tegen calamiteiten moet worden opgetreden kan WF, respectievelijk de dijkgraaf, zich bedienen van een aantal noodbevoegdheden: in zijn algemeenheid, het nemen van maatregelen die nodig worden geoordeeld, zonodig in afwijking van wettelijke voorschriften, zolang de gevaarsituatie dat nodig maakt (Waterwet 1900, Waterschapswet artikel 96); in geval van watersnood, dringend of dreigend gevaar voor doorbraak of overstroming, het ogenblikkelijk in bezit nemen van onroerende zaken of rechten ten behoeve van winnen van bodemmaterialen voor de aanleg, het herstel, versterking van waterkeringen (Onteigeningswet, artikel 73); voor het onverwijld verwijderen van vaartuigen, overblijfselen van vaartuigen en alle andere voorwerpen in openbare wateren gestrand, gezonken of aan de grond geraakt of vastgeraakt op of in waterkeringen of andere waterstaatswerken (Wrakkenwet, artikel 3); voor het ter bescherming van de waterbodem, kust of oever van oppervlaktewater, onverwijld nemen van maatregelen voor het wegnemen van de oorzaak van de verontreiniging of aantasting ervan (Wet Bodembescherming, artikel 30 en 35); voor het bestrijden en voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewater. Het optreden van WF wordt afgeleid van de bestuurlijk handhavingstaak (Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren, artikel 24). De WVO kent geen specifieke calamiteitenregeling. C. BEVOEGDHEDEN DIJKGRAAF BINNEN DE ALGEMENE KOLOM Het is denkbaar dat in een calamiteuze situatie sprake is van zowel een situatie van gevaar in de zin van de Waterwet als een ramp of zwaar ongeval in de zin van de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO). In een dergelijke situatie kan sprake zijn van samenloop van bevoegdheden van de burgemeester (openbare orde en veiligheid) en van de beheerder van waterstaatswerk. Ingevolge artikel 11 van de Wet rampen en zware ongevallen berust het opperbevel in een dergelijke situatie bij de burgemeester en uit dien hoofde is het zijn taak al die activiteiten te coördineren die in zo n situatie tot doel hebben de veiligheid van de bevolking te verzekeren. Degenen die aan de bestrijding van de ramp deelnemen (dus ook niet-gemeentelijke diensten en bestuursorganen, waaronder Wetterskip Fryslân) staan dan onder bevel van de burgemeester. De burgemeester bepaalt het beleid van de rampenbestrijding zo mogelijk in overleg met de betrokken diensten en overheden. Hij houdt daarbij rekening met de wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden van anderen. In het uiterste geval kan hij echter bindende aanwijzingen geven. Wetterskip Fryslân moet de inzet van eigen bevoegdheden in zo n geval dus afstemmen met de burgemeester. Als de burgemeester een aanwijzing geeft, is Wetterskip Fryslân verplicht de eigen bevoegdheden conform die aanwijzing te hanteren. De burgemeester kan echter niet in de plaats treden van het bestuur van Wetterskip Fryslân. De functionele keten (waterkolom) staat op zo n moment ten dienste van de algemene keten (algemene kolom). Daarnaast is het denkbaar dat er sprake zal zijn van een situatie van gevaar in de zin van de Waterwet, die (nog) niet is te kwalificeren als een ramp (of ernstige vrees daarvoor) in de zin van de WRZO. Alsdan beschikt Wetterskip Fryslân over de eigenstandige bevoegdheden en zijn de bevoegdheid van de burgemeester, (nog) niet aan de orde. Bij (dreigende) waterstaatkundige rampen is het overheidsoptreden niet alleen gericht op waterstaatkundige aspecten, maar ook op openbare orde en 21

22 veiligheid. Dat maakt gecoördineerd optreden noodzakelijk. De relaties tussen de functionele en algemene keten kunnen als volgt in beeld worden gebracht. D. NETWERKVERKENNING Het toepassen van de diverse bevoegdheden is afhankelijk van de inschatting van de situatie door de betrokken bestuurders. Aangezien de beleving van calamiteiten of incidenten voor iedereen verschillend is en daaraan gekoppeld ook de noodzaak voor het gebruik van bevoegdheden, moet bij een dergelijke situatie extra aandacht worden besteed aan het inzichtelijk maken van de actuele bestuurlijke structuur, de zogenoemde netwerkverkenning. Met andere woorden, welke onderdelen binnen de betrokken organisaties zijn actief, wat is hun functie binnen de totale structuur van de bestrijding en op welke wijze vindt de afstemming tussen alle onderdelen plaats. De dijkgraaf voert deze netwerkverkenning als onderdeel van zijn handelen uit. 22

23 Bijlage 15 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) De GRIP wordt vooraf gegaan door de normale dagelijkse situatie en werkwijzen, hier aangeduid als routine. Elke operationele dienst werkt volgens eigen regels en procedures. Het incident is puur lokaal van aard met enkel een ad hoc coördinatiebehoefte bij de hulpdiensten ter plaatse. GRIP 1 (alleen COPI) Het Commando Plaats Incident (CoPI) wordt opgestart. De diensten werken ter plaatse van het incident multidisciplinaire samen. De nadruk ligt op het sturen van operationele processen ter plaatse. Het incident is puur lokaal van aard met een duidelijke coördinatiebehoefte bij de diensten ter plaatse. De voorlichting geschiedt door de CoPI-persvoorlichter. Het CoPI maakt gebruik van de commandohaakarmbak (COH) van de regionale brandweer die op de plaats van incident wordt opgesteld. De burgemeester wordt geïnformeerd. Het CoPI kan worden aangevuld met één of meer functionarissen zoals bijvoorbeeld een milieu-inspecteur (handhaver) van WF. GRIP 2 ((COPI+ROT+TBZ) Bij GRIP 2 wordt het Regionaal Operationeel Team (ROT) actief. Ter plaatse wordt multidisciplinair gewerkt (CoPI) en eventueel benodigde actiecentra zijn ingesteld. Nadruk ligt op het sturen van de operationele processen ter plaatse, het coördineren van de informatievoorziening van de bevolking en het bestuur en de acties van de actiecentra. Het incident heeft een duidelijke uitstraling naar de omgeving. Dit alarm wordt automatisch ingesteld indien er sprake is van een (mogelijk ) effectgebied. en/of de meetplanorganisatie. De Regionaal Commandant van Dienst (RCvD) wordt operationeel leider van het ROT. De burgemeester wordt geïnformeerd door het ROT en laat zich eventueel bijstaan door één of meerdere leden van het (in GRIP 2 nog niet ingestelde) gemeentelijk beleidsteam GBT. GRIP 3 (COPI+ROT+GBT) Het incident vraagt om het instellen van het GBT, een ROT en een CoPI. De bestuurlijke component wordt opgestart op gemeentelijk niveau. Op operationeel niveau is het hoogste coördinatieniveau bereikt. Dit niveau wordt automatisch ingesteld indien de sirenes ter waarschuwing van de bevolking worden geactiveerd. Vanaf dit moment kan Omrop Fryslân worden gevraagd haar rol als officiele rampenzender te gaan vervullen. De voorlichting wordt opgeschaald naar de gemeentelijke voorlichter. Het GBT bestaat tenminste uit de burgemeester (of diens plaatsvervanger) die in deze fase het opperbevel op zich heeft genomen, de gemeentesecretaris, de ambtenaar openbare veiligheid (AOV) en een gezamenlijke voorlichter. Verder heeft een liaison vanuit het ROT zitting in het GBT. Daarnaast kan op verzoek van de burgemeester een specifieke beleidsadviseur vanuit de veiligheidsregio deel uit maken van het GBT. GRIP 4 (COPI+ROT+RBT) De effecten van het incident overschrijden de gemeentegrens. Dit vraagt om afstemming tussen verschillende gemeenten: een GRIP 4 situatie. De bestuurlijke afstemming staat onder leiding van de coördinerend bestuurder (de korpsbeheerder c.q. de burgemeester van Leeuwarden) die het opperbevel heeft. Deze coördinerend bestuurder krijgt ondersteuning van het Regionaal Beleidsteam (RBT) waarin - conform de wet veiligheidsregio s - ook de Hoofdofficier van Justitie, de dijkgraaf van WF en de Commandant van het Regionaal Militair Commando Noord Nederland deel van uit maken. Daarnaast zitten in het RBT de hoofden van politie, brandweer en GHOR, een voorlichter en een coördinerend gemeentesecretaris. De samenstelling van ROT en CoPI is gelijk aan die van GRIP 2. In GRIP 4 bestaan geen GBT s 23

24 Bijlage 16 Extra beveiliging strekkingen tijdens hoog water (i.v.m. veiligheidstoetsing) 1.1. Aanleiding De uitvoering van de veiligheidstoetsing derde ronde heeft geresulteerd in een aantal onvoldoende en geen oordeel scorende strekkingen. In de toetsrapportage is aangegeven, dat deze strekkingen zullen worden opgenomen in het calamiteitenhandboek, zodat ze tijdens hoog water extra zullen worden gemonitoord en beveiligd. Hieronder wordt per dijkring vermeld voor welke strekkingen extra beveiliging tijdens hoog water nodig is. 1.2 Dijkring 1 Schiermonnikoog De hele Waddenzeekering inclusief de waterkerende kunstwerken extra monitoren. 1.3 Dijkring 2 Ameland De hele Waddenzeekering inclusief de waterkerende kunstwerken extra monitoren. 1.4 Dijkring 6 Waddenzeekering vaste wal Kustvak 1 (W1 km 8,90 Noorderhavendam) Extra beveiliging is nodig op de onderstaande trajecten: Dijkvak van Dijkvak tot en met Van km Tot km Extra aandacht W1-1 W1-4 8,70 6,10 Basalt (ingegoten en niet ingegoten) W1-6 W1-6 5,30 3,50 Basalt (ingegoten en niet ingegoten) W1-6 W1-8 3,50 0,60 Gras op het buitentalud, Doorgroeistenen Basalt ing (km 3,50 3,20) W1-8 W1-9 0,60-0,15 Basalt Noorderhavendam Noorderhavendam 1,206 1,423 Asfalt Daarnaast is tijdens hoog water extra beveiliging nodig van de onderstaande objecten: Dijkvak Km Naam Extra aandacht W1 0,2 Strandpaviljoen t Silt Hele paviljoen i.v.m. ontbrekende gegevens paalfundering W1 0,1 Monument De Stenen Man Hele monument i.v.m. ontbrekende gegevens paalfundering Wh2 0,0 Tjerk Hiddesluis Houten deuren Kleine Sluis en betrouwbaarheid sluiting beide sluizen Wh2 0,5 Gasleiding Essent Hele leidingkruising i.v.m. ontbrekende gegevens ligging tv dijkprofiel en kwelscherm Wh2 1,2 Hogedruk Gasleiding Gasunie a/d Zuidwalweg (code calamiteitenhandboek j.1) Hele leidingkruising omdat er geen vervangende waterkering aanwezig is. Wh2 1,4 Gasleiding Essent Hele leidingkruising ivm ontbrekende gegevens ligging tov dijkprofiel. Wh2 1,6 Gasleiding Vermillion Hele leidingkruising 24

25 ivm ontbrekende gegevens. Kustvak 2 (Noorderhavendam W3 tot W2 km 13,00) Extra beveiliging is nodig op het hele traject vanaf W3 tot W2 km 13,00. In de onderstaande tabel is weergegeven voor welke bekleding de extra aandacht wordt gevraagd. Dijkvak van Dijkvak tot en met Van km Tot km Extra aandacht W3 W ,90 9,50 Basalt (ingegoten en niet ingegoten) W2-18 W2-18 9,70 9,95 Noorse Stenen W2-18 W2-18 9,95 10,10 Basalt W2-19 W ,10 10,50 Gras op het buitentalud W2-19 W ,50 10,70 Gras op het buitentalud en Basalton W2-19 W ,70 11,55 Gras op het buitentalud W2-19 W ,55 12,95 Gras op het buitentalud en Koperslakblokken W2-19 W ,95 13,00 Gras op het buitentalud Kustvak 3 (W2 km 13,00 24,50) Extra beveiliging is nodig op de onderstaande trajecten: Dijkvak van Dijkvak tot en met Van km Tot km Extra aandacht W2-20 W ,00 16,70 Gras op het buitentalud 19,55 19,60 Basalt W2-22 W ,60 22,00 Betonblokken Gras op het buitentalud en Doorgroeistenen W2-23 W ,00 23,00 Gras op het buitentalud W2-24 W ,00 24,50 Gras op het buitentalud en Doorgroeistenen Daarnaast is tijdens hoog water extra beveiliging nodig van de onderstaande waterleiding: Dijkvak Km Naam Extra aandacht W ,90 Waterleiding hoge druk van Vitens naar Terschelling ten westen van de Boonweg (code calamiteitenhandboek a.5.0) Hele leidingkruising omdat er geen vervangende waterkering aanwezig is. Kustvak 4 (W2 km 24,50 40,60) Extra beveiliging is nodig op de onderstaande trajecten: Dijkvak van Dijkvak tot en met Van km Tot km Extra aandacht 25

26 W2-24 W ,50 25,45 Doorgroeistenen, Gras op het buitentalud en Asfalt W2-24 W ,45 26,60 Gras op het buitentalud W2-26 W ,55 29,30 Betonblokken W2-31 W ,30 40,60 Betonblokken Daarnaast is tijdens hoog water extra beveiliging nodig van het onderstaande object: Dijkvak Km Naam Extra aandacht W2 30,55 Tempeltje van Ids Willemsma Hele object ivm gebrek aan gegevens. Kustvak 5 (W2 km 40,60 61,70) Extra beveiliging is nodig op de onderstaande trajecten: Dijkvak van Dijkvak tot en met Van km Tot km Extra aandacht W2-31 W ,70 42,90 Asfalt en Betonblokken W2-32 W ,05 49,85 Asfalt en Koperslakblokken W2-38 W ,65 54,20 Asfalt W2-39 W ,10 61,77 Asfalt Daarnaast is tijdens hoog water extra beveiliging nodig van de onderstaande objecten: Dijkvak Km Naam Extra aandacht W ,85 Gasleiding hoge druk van de Gasunie naar Ameland ten oosten van de Veerdam Holwerd (code calamiteitenhandboek e.2.0) W ,25 Waterleiding van Vitens ten oosten van de Veerdam Holwerd (code calamiteitenhandboek a.6) W ,00 Monument op de dijkkruin bij Oosternijkerk Hele leidingkruising ivm ontbreken vervangende waterkering Hele leidingkruising ivm ontbreken vervangende waterkering Hele monument ivm onvoldoende gegevens paalfundering 1.5 Dijkring 6 IJsselmeerkering Extra beveiliging is nodig op de onderstaande trajecten: Van km Tot km Extra aandacht 4,20 4,40 Gras op het buitentalud 16,95 18,40 Gras op het buitentalud 19,55 19,90 Gras op het buitentalud Klinkers (van 19,65 19,70) 21,25 21,60 Gras op het buitentalud en Basalt 28,75 28,90 Basalt 29,15 30,70 Basalt en Vilvoordse ingegoten (van km 29,75 30,15) 26

27 33,25 34,00 Basalt 39,75 43,55 Basalt en Gras op het buitentalud 45,00 46,40 Basalt, Beton (km 45,75 45,85) en Gras op het buitentalud 47,20 47,60 Gras op het buitentalud 47,75 48,00 Basalt 49,70 50,70 Piping, Gras op het buitentalud en Basalt (km 50,50 52,00) 50,70 55,60 Gras op het buitentalud en Basalt 55,60 57,15 Basalt, Noorse Stenen en Gras op het buitentalud 58,40 58,75 Basalt en doorgroeistenen 59,10 60,45 Gras op het buitentalud, Basalt en Klinkers (van km 60,40-60,45) 61,15 61,35 Doorgroeistenen Daarnaast is tijdens hoog water extra beveiliging nodig van de onderstaande objecten: Km Naam Extra aandacht 4,90 Binnendijkse appartementen Workumerdijk Makkum Appartementencomplex ivm onvoldoende gegevens constructieopbouw 5,00 Schutsluis Makkum Houten deuren 14,60 Lage druk gasleiding Suderseeleane Workum Leidingkruising ivm onduidelijkheid exacte ligging tov dijkprofiel 14,75 Schutsluis Workum Houten deuren. benedenhoofden 30,55 Johan Frisosluis Stavoren Hele sluis 61,08 Lemstersluis Hele object ivm ontbreken tweede kering en extra aandacht sluisdeuren 61,35 Riensluis Lemmer Hele object ivm ontbreken tweede kering, achterloopsheid en extra aandacht houten deuren 27

28 Bijlage 18 Verzendlijst 1. De heer B. Korendijk 2. De heer K. Knijft 3. De heer C. Talsma 4. De heer W. Harthoorn 5. De heer R. Overdijk 6. De heer J. Dijkstra 7. De heer D. Stellingwerf 8. De heer C. Hagen 9. De heer J. Wolters 10. De heer J. Cammeraat 11. Mevrouw R. Smit 12. De heer P.A.E. van Erkelens 13. De heer O. Bijlsma 14. De heer B. Winter 15. Mevrouw M.A.J. Jager Wöltgens 16. De heer J.J. van Weperen 17. De heer E. Berenst 18. Mevrouw E. Riencke 19. De heer B. Piekstra 20. De heer A. van der Mark 21. De heer J. van Rijen 22. Mevrouw C. Leemeijer 23. Mevrouw G. van der Veer 24. De heer E. Wisse 25. Mevrouw J. Feenstra 26. De heer M. de Vries 27. Mevrouw M. van Deursen 28. De heer P. Schaafsma 28