BESTRIJDINGSPLAN SCHIERMONNIKOOG
|
|
- Rosalia Verhoeven
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BESTRIJDINGSPLAN SCHIERMONNIKOOG d.d. 26 oktober
2 Inhoudsopgave 1. Inleiding en doelstelling Risicovolle situaties en scenario s Risico s Risicovolle situaties en objecten Risico-inventarisatie Calamiteiten Scenario s Organisatie bestrijdingsplan Schiermonnikoog Algemeen Fase Goedkeuring voor uitvoering van werken fase 1: bestrijding van een calamiteit fase 2: bestrijding van een ernstige calamiteit fase 3: bestrijding van een calamiteit of ramp fase4: Opschaling van de Veiligheidsregio in GRIP Inschakelen cluster communicatie en crisisbeheersing bij de bestrijding van een calamiteit (o.i.d.) Taken en bezetting Actiecentrum (AC) Taken en bevoegdheden Adviescommissie Integraal Watersysteembeheer tijdens Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) Scenario Primaire kering Schiermonnikoog Algemeen Maatgevende indicatoren Fasering Fase 1 (verwachte waterstand hoger dan NAP + 2,70 m) Fase 2 (verwachte waterstand hoger dan NAP + 3,30 m) Fase 3 (verwachte waterstand hoger dan NAP + 3,65 m en in geval van overstromen of bezwijken van de waterkering) Fase Telefoonlijst alarmering scenario Primaire kering Schiermonnikoog Communicatie via noodnet en Portofoons Scenario Wateroverlast in polder Situatie Maatgevende indicatoren voor opschaling Fasering en bestrijdingsstrategie Fase Fase Fase Fase Fase Alarmering- en instructielijst scenario wateroverlast in polder d.d. 26 oktober
3 Bijlagen Bijlage 1 Alarmeringslijst Bijlage 2 Waarschuwingslijst leidingbeheerder Schiermonnikoog Bijlage 3 Aanvullende ondersteuning Schiermonnikoog Bijlage 4 Bezetting Actiecentrum (primaire kering en peilbeheer en kaden) Bijlage 5 Bezetting bewakingsteam primaire kering Bijlage 6 Noodmaterialen Schiermonnikoog Bijlage 7 Belangrijke telefoonnummers Schiermonnikoog Bijlage 9 Overzichtskaart af te sluiten leidingen en objecten Schiermonnikoog Bijlage 8 Bezetting OT en BT Bijlage 10 Crisisvergaderagenda Bijlage 11 Logboekformulier Bijlage 12 Meldingsformulier Calamiteiten Receptie Wetterskip Fryslân Bijlage 13 Netwerkoverzicht Bijlage 14 Bevoegdheden dijkgraaf tijdens calamiteiten en in de Algemene Kolom Bijlage 15 Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Bijlage 16 Extra beveiliging strekking (i.v.m. veiligheidstoets) Bijlage 17 Verzendlijst d.d. 26 oktober
4 Lijst met afkortingen AA AC ACS A-peil APKM BestrT BT CdK CMS CPO GHOR GRIP GRS IWB ICT NAP NCC OL OT PCC RCC RCVD RWZI SD TA TBZ WF W-peil WMCN Algemeen Assistent Actiecentrum Actiecentrum Schiermonnikoog Alarmeringspeil Afdeling Primaire keringen en Muskusrattenbestrijding Bestrijdingsteam Beleidsteam Commissaris van de Koning Crisis Management Systeem Coördinator plaats ongeval Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure Gemeentelijke Rampen Staf Afdeling Integraal Waterbeheer Informatie- en Communicatie Technologie Normaal Amsterdams Peil Nationaal Coördinatie Centrum Operationeel Leider Operationeel Team Provinciaal Coördinatie Centrum Regionaal Coördinatie Centrum Regionaal Commandant van Dienst Rioolwaterzuiveringsinstallatie Secretaris-directeur Technisch assistent Team Bevolkings Zorg Wetterskip Fryslân Waarschuwingspeil Watermanagementcentrum Nederland d.d. 26 oktober
5 1. Inleiding en doelstelling Een bestrijdingsplan (BP) bevat een reeks handleidingen voor de bestrijding van een specifieke calamiteit. Voornaamste doelgroep van het bestrijdingsplan zijn de medewerkers die organisatorisch en inhoudelijk bij de bestrijding betrokken zijn. De onderwerpen in het bestrijdingsplan zijn afgeleid van een inventarisatie van de voornaamste risico s met betrekking tot de primaire waterkeringen en wateroverlast in de polder (de volledige risicoanalyse staat in het crisisplan van WF). Het bestrijdingsplan geeft de betrokkenen inzicht in de mogelijkheden van de bestrijding en in hun eigen aandeel daarin. Het bestrijdingsplan bevat de procedures met betrekking tot de inzet van menskracht en materieel. Naast de beschikbaarheid van het eigen materieel kan het wetterskip onder bepaalde omstandigheden de hulp van derden (aannemingsbedrijven) in roepen. Hiertoe zijn zogenaamde waakvlamovereenkomsten geregeld. Deze worden jaarlijks geactualiseerd. Tevens biedt het bestrijdingsplan inzicht in de wijze waarop met externe partijen moet worden samengewerkt en hoe hierover afstemming wordt verkregen. De activiteiten en de organisatie die beschreven zijn in het bestrijdingsplan sluiten aan op het crisis beheers systeem zoals vastgelegd in het crisisplan van Wetterskip Fryslân en worden jaarlijks geoefend. In het bestrijdingsplan worden de volgende elementen beschreven: afspraken en instructies m.b.t. melding, alarmering, risico-indicatoren, informatieverstrekking, organisatie, fasering en handelwijze monitoring, bewaking en bestrijding bij een calamiteit overzicht van de bereikbaarheid intern en extern samenhang met andere bestrijdingsplannen bijlagen met checklists, kaarten en lijsten ter ondersteuning van de bewaking en bestrijding Het bestrijdingsplan Schiermonnikoog wordt jaarlijks geactualiseerd. Het doel van het bestrijdingsplan Schiermonnikoog is om aan te geven op welke wijze de bewaking van primaire waterkeringen bij stormvloeden en bestrijding van daarbij optredende calamiteiten en bestrijding van calamiteiten op het gebied van peilbeheer en kaden beleidsmatig en operationeel worden uitgevoerd en gecoördineerd, om de eventuele schadelijke gevolgen te beperken of ongedaan te maken. d.d. 26 oktober
6 d.d. 26 oktober
7 2. Risicovolle situaties en scenario s 2.1 Risico s Een risico is wiskundig gedefinieerd als: risico = kans x gevolg. De kans wordt vaak weergegeven door het aantal malen dat een bepaalde situatie zich voordoet. Het uitvallen van een gemaal komt bijvoorbeeld eens per tien jaar voor. Bij calamiteiten wordt financiële schade in euro s uitgedrukt. Andere vormen van schade, zoals maatschappelijke ontwrichting, worden vaak kwalitatief aangeduid (zeer hoog, hoog, laag, zeer laag). 2.2 Risicovolle situaties en objecten Risicovolle situaties worden gekenmerkt door grote gevolgen en een hoge kans van voorkomen. Een combinatie van beide levert een zeer risicovolle situatie op. Risicovolle objecten worden in het algemeen gekenmerkt door grote gevolgen als het object, bijvoorbeeld een primaire waterkering of een gemaal, niet naar behoren functioneert. 2.3 Risico-inventarisatie Een op calamiteiten voorbereide organisatie, als Wetterskip Fryslân, heeft de risico s in haar gebied duidelijk in beeld en heeft het beleid daarop afgestemd. De risico s zijn geïnventariseerd op basis van ervaringen uit het verleden en op basis van de kennis van deskundige medewerkers (zie risicoanalyse in het crisisplan van WF). Vervolgens zijn bij de diverse risico s scenario s gedefinieerd waaronder objecten kunnen falen en/of uitvallen en scenario s beschreven waarin calamiteuze situaties optreden. 2.4 Calamiteiten Een calamiteit kan bestaan uit (de dreiging van) het overlopen of doorbreken van een waterkering (dijk, kade of kunstwerken) ten gevolge van een hoge waterstand, maar ook ten gevolge van een ongeluk of sabotage. De gevolgen van een overstroming of inundatie kunnen in beeld worden gebracht met behulp van overstromingsberekeningen. Uit overstromingsberekeningen wordt informatie verkregen over het moment dat een bepaalde locatie inundeert, over welke plekken droog blijven, over het verloop van de waterdiepte en de stroomsnelheid. Deze informatie kan van belang zijn voor het voorbereiden van een eventuele evacuatie en geeft informatie over de omvang van de werkzaamheden voor het sluiten van de bres. 2.5 Scenario s Op grond van de risico-inventarisatie worden in dit bestrijdingsplan drie scenario s beschreven van risicovolle situaties. Een scenario is een verzameling van mogelijke gebeurtenissen waaraan een bepaalde bestrijdingsstrategie is gekoppeld. De ernst van de gebeurtenis bepaalt in hoeverre er wordt opgeschaald binnen de calamiteitenorganisatie. In de betreffende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de specifieke situatie en veiligheid van de primaire waterkeringen. Het gaat om de volgende scenario s: Primaire kering Schiermonnikoog (hst. 4) Wateroverlast in polder (hst.5) d.d. 26 oktober
8 d.d. 26 oktober
9 3. Organisatie bestrijdingsplan Schiermonnikoog 3.1 Algemeen In de volgende paragrafen worden de taken en bezettingen van de betrokken functionarissen en teams beschreven conform de calamiteiten organisatie van Wetterskip Fryslân. Incidenten en calamiteiten verschillen in aard en omvang. De bestrijding kan in veel gevallen (bij beperkte incidenten) binnen de normale organisatie worden afgehandeld, maar het kan ook voorkomen dat de calamiteitenorganisatie moet worden opgestart. Het opstarten van de calamiteitenorganisatie moet snel en efficiënt, maar de calamiteitenorganisatie hoeft niet verder te worden opgeschaald dan nodig is. De aard en omvang van het incident of de calamiteit, en de omvang in impact van de gevolgen, bepalen de omvang van de benodigde calamiteitenorganisatie. Als het nodig is, wordt de calamiteitenorganisatie dus op steeds grotere schaal georganiseerd. Het op deze wijze uitbreiden van de calamiteitenorganisatie wordt opschalen genoemd. Afschalen is het op omgekeerde wijze aanpassen van de calamiteitenorganisatie Fase 0 Niet voor het bestrijden van alle incidenten is het nodig de calamiteitenorganisatie op te schalen. De afhandeling van een klacht of incident kan plaatsvinden binnen de dagelijkse routine van het waterschap. Opschalen naar fase 1 is niet nodig. De bestrijdingsmaatregelen zijn gericht op bron- en effectbestrijding. Indien er (vermoedelijk) belangstelling van de media is, moet de communicatieadviseur van WF tijdig geïnformeerd worden door de teamleider. Derden inschakelen kan hier ook. Daarnaast is het van belang dan ook partners te informeren omdat die door media aandacht alert kunnen worden. Als het incident de dagelijkse routine te boven gaat, kan in overleg met de teamleider besloten worden tot opschaling naar fase 1. Ook grote media aandacht of bestuurlijke gevoeligheid kan een reden zijn om op te schalen Goedkeuring voor uitvoering van werken Als er werken in het stormseizoen worden uitgevoerd aan keringen met goedkeuring van het waterschap, dan moet daarvoor worden vastgelegd wie van de uitvoerende aannemer bij calamiteiten gebeld moet worden, welke eventuele acties er gedaan moeten worden voordat de storm aanvangt en welke route men moet vrijhouden voor de dijkbewaking en eventueel welke noodmaterialen en mensen men achter de hand moet houden om te kunnen assisteren bij schade. Voor elk werk zal een aparte bijlage aan het bestrijdingsplan worden toegevoegd zodat het AC hier naar kan handelen fase 1: bestrijding van een calamiteit Wanneer een calamiteit dusdanig complex is dat mensen samen aan het werk moeten en het werk ook nog eens duidelijk afwijkt van het normale werk (complex, lange duur, meerdere locaties, andere werktijden, etc.) dan is behoefte aan duidelijke centrale coördinatie van de werkzaamheden. Voor de centrale coördinatie van de werkzaamheden in het veld wordt gezorgd door het AC. De ACcoördinator bepaalt op basis van informatie die hij uit het veld ontvangt of het AC moet worden opgestart. Op het moment is sprake van fase 1. De actieve calamiteitenorganisatie bestaat dan uit een AC en de daardoor aangestuurde medewerkers. d.d. 26 oktober
10 Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Bij opschalen naar fase 1 worden o.a. de dijkgraaf, de secretaris-directeur en de pikethebbende operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân geïnformeerd fase 2: bestrijding van een ernstige calamiteit Een groot incident kan het noodzakelijk maken dat wordt afgeweken van de normale tactische richtlijnen binnen WF. Kenmerken van dergelijke situaties zijn dat over langere tijd veel medewerkers worden ingezet, dat op hoog niveau afstemming noodzakelijk is met andere organisaties en dat prioriteiten moeten worden gesteld tussen de uitvoering van noodzakelijke werkzaamheden. In een dergelijke situatie start de operationeel leider op verzoek van de AC-coördinator het OT op. Het OT neemt geen taken over van de Actiecentra, maar maakt het mogelijk om op tactisch niveau te coördineren. Met het actief worden van het OT gaat fase 2 van de bestrijding in. De pikethebbende operationeel leider van de Veiligheidsregio Fryslân wordt gewaarschuwd en in overleg met de operationele diensten wordt bepaald welke inzet van hulpverleningsdiensten nodig is. De burgemeesters van de betreffende gemeenten worden door de Veiligheidsregio gewaarschuwd, maar in ieder geval geïnformeerd over de aard en omvang van de calamiteit fase 3: bestrijding van een calamiteit of ramp Als het bij de bestrijding van de calamiteit noodzakelijk wordt, dat er strategische beslissingen worden genomen, start de voorzitter van het BT op verzoek van de voorzitter van het OT het BT op. Niet alleen het nemen van strategische besluiten gebeurt door de leden van het BT, ook het afstemmen met bestuurders van andere organisaties is hun taak. Het beleidsteam neemt geen taken over van het OT, maar maakt het mogelijk om op strategisch niveau te coördineren. Op het moment dat het BT actief is geworden, is sprake van fase 3 in de bestrijding fase4: Opschaling van de Veiligheidsregio in GRIP 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de voorzitter van de Veiligheidsregio (de burgemeester van Leeuwarden of één van de DB-leden van de Veiligheidsregio). Wetterskip Fryslân schaalt ook op naar fase 4 en de dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop zijn eigen processen worden uitgevoerd. 3.2 Inschakelen cluster communicatie en crisisbeheersing bij de bestrijding van een calamiteit (o.i.d.) De ervaring met incidenten en calamiteiten leert dat er meteen (grote) media aandacht is. Daarom is niet alleen de bestrijding van de calamiteit erg belangrijk, maar ook de communicatie met de buitenwereld. Het is daarom van groot belang communicatie in een vroeg stadium te betrekken bij de bestrijding van de calamiteit. Communicatie adviseert over de te volgen mediastrategie, kan de pers te woord staan, de social media volgen en ervoor zorgen dat in het veld de CPO en het bestrijdingsteam in hun werk niet worden gehinderd door de media. Een tijdig contact met de media kan zorgen voor een goede berichtgeving over het incident, de klacht of de ramp. d.d. 26 oktober
11 3.3 Taken en bezetting Actiecentrum (AC) In de onderstaande tabel zijn de functionarissen opgenomen die deel uit maken van het Actiecentrum (een bezettingslijst is opgenomen in bijlage 4): Actiecentrumcoördinator Technisch assistent Algemeen assistent Actiecentrumcoördinator De leiding van het AC berust bij de Actiecentrumcoördinator. Deze is te allen tijde bereikbaar en beschikbaar in het stormseizoen. Deze kan de benodigde medewerkers van WF oproepen en de calamiteitenbestrijding uitvoeren. Bij ernstige calamiteiten adviseert de AC-coördinator de voorzitter van het OT om het OT op te starten, zodat daar tactische besluiten kunnen worden genomen over de inzet van extra mensen en middelen etc. Binnen het AC is de AC-coördinator verantwoordelijk voor de verzorging en aflossing van de personeelsleden in het AC en in het veld. Het is van groot belang dat de aflossing ruim van te voren concreet is vastgelegd (wie, wat, waar en wanneer). De coördinator zorgt dat de diensten bij overdracht voldoende overlappen, zodat de opvolgers door hun voorgangers goed op de hoogte worden gebracht over de stand van zaken. De voorgangers dienen deze overdracht goed voor te bereiden zodat de opvolgers zo snel mogelijk efficiënt aan de slag kunnen. De binnenkomende informatie wordt in het AC-overleg besproken onder voorzitterschap van de ACcoördinator. De AC-coördinator zorgt er daarna voor dat de verdere acties worden uitgezet. De ACcoördinator is verantwoordelijk voor het vastleggen van informatie uit het AC in het CMS. Taken Technisch assistent (TA) te allen tijde bereikbaar zijn in het stormseizoen; sluiten van waterkerende objecten in de waterkeringen; adviseren en ondersteunen van de AC-coördinator bij het bepalen van de te ondernemen acties voor de calamiteitenbestrijding; zonodig onderhouden van contacten met de lokale leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten voor het maken van de werkafspraken; ter plaatse verifiëren, beoordelen en terugkoppelen van al of niet uitgevoerde taken en van de situatie aan de AC-coördinator; adviseren van het Actiecentrum met betrekking tot mogelijke oplossingsrichtingen; coördineren en uitvoeren van de bestrijdingsmaatregelen in het veld; laten uitvoeren van de bestrijdingsacties ter plaatse met de beschikbare middelen, in samenwerking met uitvoerenden van andere bestrijdende organisaties; onderhouden van contacten en afstemmen met andere organisaties in het veld; contact onderhouden met het Actiecentrum; zo nodig aanvragen van personele en materiële bijstand bij het Actiecentrum; media doorverwijzen naar een communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân; opmeten vloedmerk na stormvloeden in nadere opdracht van het AC. d.d. 26 oktober
12 Taken Algemeen assistent (AA) Vastleggen van beschikbare informatie en de informatie uit de AC-vergaderingen in het CMS; verzenden van faxen en mailberichten; verspreiden van binnengekomen berichten; verzorgen van algemeen telefoonverkeer; opvangen van de telefoon bij afwezigheid van de Actiecentrumcoördinator; het regelen van de catering (zowel voor Actiecentrum als de medewerkers in het veld); het verzorgen van kopieerwerk; het bijhouden van kaarten (plotten); het verzorgen van de personele invulling en aflossing in het Actiecentrum en bij de veldmedewerkers; het opvragen en/of uitzoeken van diverse gegevens. Taken van de 1 e dijkwacht (DW1) te allen tijde bereikbaar zijn in het stormseizoen; ter plaatse verifiëren, beoordelen en terugkoppelen van de situatie met de Actiecentrumcoördinator; aansturen van werkzaamheden van de bewakingsteams; onderhouden contacten met patrouillerende dijkwachten; contact onderhouden met het Actiecentrum; bijhouden van een logboek; media doorverwijzen naar de communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân. Taken van het bewakings/bestrijdingsteam uitvoeren van werkzaamheden in het veld conform de aanwijzingen van de 1 e dijkwacht / TA; te allen tijde locatie van werkzaamheden bekend maken aan de 1 e dijkwacht / TA; periodiek overleggen en terugkoppelen met de 1 e dijkwacht / TA; doorverwijzen van media naar een communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân; patrouilleren tijdens stormvloed en inspectie na stormvloed; verzoeken om inzetten extra dijkwachten/medewerkers via 1 e dijkwacht / TA in overleg met het AC; onderhouden contacten met het AC via 1 e dijkwacht / TA; waarnemen zeewaterstanden op peilschalen; 3.4 Taken en bevoegdheden Adviescommissie Integraal Watersysteembeheer tijdens calamiteiten Gelet op de uit te voeren taken op het gebied van waterkwaliteit, waterkwantiteit en/of waterkering op Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog zijn er op de eilanden Adviescommissies Integraal Watersysteembeheer ingesteld waaraan de behartiging van bepaalde belangen wordt opgedragen. De taak van de adviescommissie heeft betrekking op de advisering aan het Dagelijks Bestuur van Wetterskip Fryslân omtrent de bovengenoemde disciplines. Het voorzitterschap van de Adviescommissies wordt vervuld door een lid van het Dagelijks Bestuur van Wetterskip Fryslân. Het waarnemend-voorzitterschap van de Adviescommissies wordt vervuld door een lid van het College van Burgemeester en Wethouders, bij voorkeur een wethouder. Tijdens calamiteiten neemt de waarnemend voorzitter of diens vervanger plaats in het Actiecentrum van Wetterskip Fryslân als Algemeen Assistent. Indien zich calamiteuze omstandigheden voordoen, waarbij onmiddellijk handelen is geboden, en er geen besluitvorming kan worden afgewacht van het Dagelijks Bestuur of de dijkgraaf, is de waarne- d.d. 26 oktober
13 mende voorzitter gemachtigd om binnen de grenzen van de wet al die handelingen te plegen die hij ter bestrijding van de genoemde omstandigheden op dat moment noodzakelijk acht. 3.5 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) Dagelijks vinden er incidenten plaats: verdrinkingen, aanrijdingen, branden, etc. Vaak kunnen deze incidenten door een eenheid van politie, brandweer of ambulance worden afgehandeld. Soms is er sprake van een groter incident, waarvoor meer eenheden gealarmeerd moeten worden. Meestal komen er dan eenheden van verschillende disciplines ter plaatse. In een enkel geval wordt daarnaast de gemeente ingeschakeld om zorg te dragen voor opvang, verzorging of schadeafhandeling. GGD/GHOR, brandweer, politie, ambulancediensten en gemeente zorgen zo samen voor de hulpverlening bij incidenten. Om hulp te kunnen verlenen van kleine incidenten tot zware ongevallen of rampen moeten deze organisaties opschalen. Als andere diensten bij watergerelateerde incidenten GRIP opschalen dan overlegt de desbetreffende Actiecentrumcoördinator van WF met de operationeel leider en/of de dijkgraaf of Wetterskip Fryslân mee opschaalt. Opschaling vraagt om duidelijke afspraken over de bestuurlijke en operationele coördinatie en leiding. Om de opschaling en deze multidisciplinaire coördinatie in goede banen te leiden, wordt het opschalingproces in een procedure vastgelegd: de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). Centraal voor de opschaling staat de mate van uitstraling van het incident, waarbij de gemeentegrens als een belangrijk criterium geldt. Voor nadere toelichting van de GRIP zie bijlage17. d.d. 26 oktober
14 d.d. 26 oktober
15 4. Scenario Primaire kering Schiermonnikoog 4.1 Algemeen Dit scenario heeft betrekking op de primaire kering van Wetterskip Fryslân op het eiland Schiermonnikoog. De primaire kering omvat zowel de zandige kust als de zeedijk. Het bestrijdingsplan bevat de organisatie en aanpak van de dijkbewaking, de bewaking van de zandige kust en de bestrijdingsmethodiek van Wetterskip Fryslân bij verschillende fasen en de bij een(dreigende) calamiteit in te schakelen aanvullende ondersteuning. De zeedijk is op Deltasterkte, d.w.z. de dijk moet een stormvloed met een kans van voorkomen van eens in de 2000 jaar kunnen keren zonder daarbij gevaar te lopen dat ze bezwijkt. Tijdens de tot nu toe hoogst bekende stormvloeden, waarbij de waterstand op 1 november 2006 bij Schiermonnikoog een hoogte bereikte van circa NAP + 3,67 meter is gebleken dat er vrijwel geen schade ontstond aan de Zeedijk. Ook stormvloeden die iets hoger worden zullen naar verwachting niet of nauwelijks schade veroorzaken. Echter naarmate de stormvloedhoogte aanzienlijk toeneemt of er meer direct opeenvolgende hoogwaters zijn zal de kans op schade groter worden. Vanuit het actiecentrum dat in het kantoor en werkplaats Dûneborch is gevestigd wordt de dijkbewaking gecoördineerd. Deze dijkpost is gelegen aan de Reeweg 23, tel , fax Maatgevende indicatoren Het team Stormvloedwaarschuwingen Kust en Benedenrivieren (WMCN - Kust) van Rijkswaterstaat, ondergebracht bij de Waterdienst van Rijkswaterstaat, informeert bij stormvloeddreiging de waterkeringbeheerders. Zij geeft waarschuwingen en inlichtingen met betrekking tot de te verwachten en optredende hoge vloeden en stormvloeden. De WMCN - Kust maakt gebruik van de door het KNMI opgemaakte waterstandverhogingen. De WMCN - Kust heeft het in Nederland door de zee bedreigde kustgebied in sectoren ingedeeld: Schelde, Westholland, Den Helder, Harlingen en Delfzijl. De sector Harlingen omvat het kustgedeelte Afsluitdijk - Lauwersoog met Harlingen als Basisstation. Harlingen is het basisstation voor de sector Harlingen, waar tevens Schiermonnikoog onder valt. De WMCN - KUST streeft er naar de waarschuwingen of alarmeringen telefonisch, ca. 12 uur voor hoogwater, door te geven aan de calamiteitentelefoon ( ) van WF Schiermonnikoog. Na het passeren van het hoogwater vervalt de waarschuwing en volgt zonodig voor het volgende hoogwater een nieuwe waarschuwing. De WMCN - Kust kent twee peilen, te weten het waarschuwingspeil (W-peil) en het alarmeringspeil (A-peil). Voor de sector Harlingen gelden daarbij de volgende waterstanden: Waarschuwingspeil (W-peil) Alarmeringspeil (A-peil) N.A.P. + 2,70 m N.A.P. + 3,30 m Het ANP maakt via radio en televisie bekend in welke sectoren dijkbewaking is afgekondigd. Ook op teletekst wordt dit bekend gemaakt. De actuele waterstand kan worden gevolgd op teletekst pagina 720. Op internet - Kust wordt - zodra de WMCN - KUST actief is - daarvan melding gemaakt. Tevens worden de verwachte hoogwaterstanden van de Basisstations gepresenteerd. Ook wordt gemeld of er voor een sector een (voor)waarschuwing of alarmering van kracht is. Daarnaast kan de waterstandontwikkeling te Harlingen worden gevolgd via d.d. 26 oktober
16 4.3 Fasering De in dit bestrijdingsplan gehanteerde fasering sluit aan bij het crisisplan van Wetterskip Fryslân. Bij de fasering van de dijkbewaking wordt door Wetterskip Fryslân uitgegaan van de door de WMCN Kust verwachte waterstandoverschrijdingen te Harlingen: Fase 1: waarschuwingspeil (W-peil) NAP + 2,70 m Fase 2: alarmeringspeil (A-peil) NAP + 3,30 m Fase 3: kans op schade, overstroming of dijkdoorbraak NAP + 3,65 m Fase 4: opschaling van de Veiligheidsregio naar Grip 4 In de onderstaande paragrafen wordt per fase een korte toelichtende beschrijving gegeven de situatie en de bestrijdingsstrategie in het algemeen Fase 1 (verwachte waterstand hoger dan NAP + 2,70 m) Situatie Fase 1 gaat in als de WMCN Kust overschrijding van het Waarschuwingspeil verwacht (waterstandverhoging van meer dan ca. 1,50 à 1,70 m bovenop het normale hoogwaterpeil van ongeveer + 1m). Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Maatregelen De calamiteitentelefoon ( ) van WF Schiermonnikoog wordt gebeld door WMCN - kust in verband met de verwachte waterstand; De houder van de calamiteitentelefoon belt de AC-coördinator Schiermonnikoog over het zonodig instellen van fase 1; De AC-coördinator bepaalt op welk tijdstip het AC daadwerkelijk wordt bemenst en koppelt dit terug met de operationeel leider; De actiecentrumcoördinator Schiermonnikoog belt o de technisch assistent (TA), o de algemeen assistent (AA) o de dijkwachten (leden van het bewakingsteam) over fase 1 (bijlage 5); Conform afspraak met de KNRM, verzorgt de KNRM eventueel de overtocht van WF medewerker(s) bij uitval reguliere veerboot; De AC-coördinator belt C. Hagen (coördinator aanvullende ondersteuning / coördinator vrijwillig dijkleger) over fase 1. C. Hagen belt L. v.d. Meer (brandweer Schiermonnikoog) over fase 1. Indien er meerdere hoge waterstanden worden verwacht wordt er met de eerste reguliere veerboot een zware rupskraan met gieklengte van 13 meter aangevoerd, conform afspraak de (d.d. 8 januari 2009) met aannemer P.K. Vrieswijk ( ) Vanaf NAP m wordt de dijkpost (Dûneborch, Reeweg 23) bezet en wordt er beperkt gepatrouilleerd door het bewakingsteam; Voor de patrouilles geldt dat de zeedijk in het algemeen een hogere prioriteit heeft dan de zandige kust. Eén en ander is mede afhankelijk van de weersomstandigheden. De ACcoördinator besluit hierover. De uitwateringsduiker wordt (bij opkomend water) door de TA Chris Talsma van de aannemer gesloten; De effluentleiding van de RWZI wordt door Theo Stielstra van WF gesloten d.d. 26 oktober
17 De (lokale) gasleiding van het jachthavenkantoor wordt door Dhr. Vlasma van het installatiebedrijf gesloten De interne communicatiemiddelen worden getest; De AC-coördinator informeert de volgende personen (indien er op de vaste wal niet is opgeschaald): o de dijkgraaf o de operationeel leider o teamleider Noord-oost, o de clustermanager Beheer Watersysteem o manager Water o communicatieadviseur o coördinator crisisbeheersing o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende operationeel leider) o de gemeente. over instellen van fase 1, danwel afschaling naar fase 0. Het ACS overlegt en de algemeen assistent legt dit vast in het CMS en neemt de gewenste maatregelen; In deze fase betrokken derden worden door het ACS gewaarschuwd; De waterstands- en weersontwikkelingen worden voortdurend gevolgd; De coördinator ACS controleert of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media. Alarmeren en informeren Aan het eind van dit hoofdstuk (paragraaf 4.4) is een telefoonlijst opgenomen voor AC, OT en BT Fase 2 (verwachte waterstand hoger dan NAP + 3,30 m) Situatie Fase 2 gaat in als de WMCN - Kust overschrijding van het Alarmeringspeil verwacht (waterstandverhoging van meer dan ca. 2,10 à 2,30 m). Deze fase kan volgen op fase 1 of kan meteen worden ingesteld op grond van de waarschuwing van de WMCN - Kust. Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Maatregelen De calamiteitentelefoon van Schiermonnikoog wordt gebeld door WMCN - Kust in verband met de verwachte waterstand; De houder van de calamiteitentelefoon belt de AC-coördinator over het zonodig instellen van fase 2 ; De ACS overlegt met de operationeel leider over het instellen van fase 2; De coördinator ACS informeert: o de operationeel leider te Leeuwarden (als er op de vaste wal niet is opgeschaald), o TA, o AA en o de dijkwachten over fase 2; De dijkpost wordt bezet door het actiecentrum (ACS) en het bewakingsteam en er wordt door het bewakingsteam intensief gepatrouilleerd; Daarbij wordt het bewakingsteam aangevuld met 2 vrijwillige dijkwachten. De heer C. Hagen (coördinator aanvullende ondersteuning / coordinator vrijwillig dijkleger) coördineert de inzet van vrijwilligers (zie namenlijst in bijlage 3). d.d. 26 oktober
18 Voor de patrouilles geldt dat de zeedijk in het algemeen een hogere prioriteit heeft dan de zandige kust. Eén en ander is mede afhankelijk van de weersomstandigheden. De ACcoördinator besluit hierover. Bij het ontstaan van schade aan de primaire waterkering zullen de technisch assistent en het bewakingsteam coördinerende en aansturende taken moeten vervullen en moeten naast de al aanwezige twee vrijwilligers extra vrijwilligers worden ingezet, alsmede materieel van aannemersbedrijf Ridder. De heer C. Hagen coördineert de inzet van vrijwilligers (zie bijlage 3). De interne communicatiemiddelen worden getest; Alle waterkerende objecten worden/blijven gesloten. Dit wordt gecontroleerd (bijlage 2); Het ACS waarschuwt de leidingbeheerder (Gasunie Groningen; waterleiding n.v.t.) bij een verwachte waterstand hoger dan NAP + 3,70 De operationeel leider informeert dijkgraaf over fase 2 (informatieve opschaling); De operationeel leider roept het OT bijeen voor overleg; Het OT vergadert en de informatiecoördinator legt dit vast in het CMS; Het AC voert de voorzorgs/bestrijdingsmaatregelen uit op basis van besluiten uit OT (via het CMS); De operationeel leider informeert de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân ( 24/7) over de situatie (fase 2 of afschaling naar fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen); De operationeel leider informeert de gemeente over de situatie (fase 2 of afschaling naar fase 1) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen); De ontwikkelingen van waterstand en het weer worden voortdurend gemonitoord; Het OT controleert of alle acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling); De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media. Alarmeren en informeren Aan het eind van dit hoofdstuk is een telefoonlijst opgenomen voor AC, OT en BT Fase 3 (verwachte waterstand hoger dan NAP + 3,65 m en in geval van overstromen of bezwijken van de waterkering) Situatie Fase 3 gaat in wanneer het water ruim boven de hoogst bekende waterstand stijgt. Bij verder toenemende stormvloedhoogte neemt de kans op schade toe en bij het overschrijden van de maatgevende hoogwaterstanden dreigt overstromen of bezwijken van de waterkering of vindt dit daadwerkelijk plaats. Het achter de waterkering gelegen land overstroomt. Er is sprake van een directe levensbedreiging voor mens en dier en van aantasting van goederen. Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Maatregelen De operationeel leider adviseert de dijkgraaf, in overleg met de AC-coördinator over het instellen fase 3; De dijkgraaf roept het BT bijeen op basis van informatie uit het OT (via het CMS); Het OT belt de AC-coördinator over eventueel noodzakelijk inzet van ondersteunende bedrijven en waarschuwen leidingbeheerders; De AC-coördinator informeert: TA, AA de dijkwachten over fase 3; Het BT vergadert en de informatiecoördinator legt dit vast in het CMS; d.d. 26 oktober
19 De dijkgraaf informeert de provinciale gedeputeerde voor water de situatie (fase 3 of afschaling naar fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De operationeel leider informeert de pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7) over de situatie (fase 3 of afschaling naar fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; De dijkgraaf informeert de gemeente op bestuurlijk niveau over de situatie (fase 3 of afschaling naar fase 2) en de getroffen (voorzorgs/bestrijdings)-maatregelen; Het OT en AC handelen conform besluiten uit het BT (via het CMS);; Zonodig wordt personeel van de ondersteunende aannemingsbedrijven toegevoegd aan de bewakingsteams; Zonodig worden ondersteunende aannemingsbedrijven ingezet om de aangetaste of bezweken waterkering te herstellen; De ontwikkelingen van waterstand en weer worden voortdurend gemonitoord; De leidingbeheerder (Gasunie Groningen) dient stand-by te zijn om leidingen af te sluiten en deze af te sluiten bij een waterstand vanaf NAP +4,00 m; Bij dreigend gevaar voor overstroming of bezwijken van de waterkering vindt opschaling naar gemeentelijk, dan wel provinciaal niveau plaats. Het opperbevel ligt bij de burgemeester van Schiermonnikoog. De bewoners en gebruikers van het in potentie bedreigde gebied worden door het gemeentebestuur op de hoogte gehouden van ontwikkelingen. Bij dreigend gevaar voor overstroming of bezwijken van een waterkering ontvangen zij opdracht tot en informatie over een eventuele evacuatie van de burgemeester; Het BT controleert of alle besluiten zijn uitgevoerd (terugkoppeling); Het BT informeert OT en betrokken externen over afschaling; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media. Verkeersmaatregelen: gemeente Schiermonnikoog (contactpersoon Henk Klopstra, ) stelt bebording beschikbaar voor ondermeer éénrichtingsverkeer op de Hereweg. Alarmeren en informeren Aan het eind van dit hoofdstuk is een telefoonlijst opgenomen voor AC, OT en BT Fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de voorzitter van de Veiligheidsregio (de burgemeester van Leeuwarden of één van de DB-leden van de Veiligheidsregio). Wetterskip Fryslân schaalt ook op naar fase 4 en de dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop zijn eigen processen worden uitgevoerd. d.d. 26 oktober
20 4.4 Telefoonlijst alarmering scenario Primaire kering Schiermonnikoog De WMCN - KUST waarschuwt WF-Schiermonnikoog volgens onderstaand overzicht: Tijdens en buiten kantooruren Telefoon nummers Noodnet waarschuwing/alarmering bestemd voor Calamiteitentelefoon Schiermonnikoog en thuis WF WF Schiermonnikoog Bert Korendijk (Coördinator AC Schiermonnikoog) kantoor WF Schiermonnikoog fax WF Schiermonnikoog 1 e bgg thuis Chris Talsma Technisch Assistent (vervanger AC- Coördinator) 2 e bgg thuis Jan Wolters Teamleider Noord-oost, cluster Beheer 3 e bgg thuis Jan Regeling Coördinator crisisbeheersing Andere belangrijke telefoonnummers: Tijdens en buiten kantooruren Telefoonnummers Alarmering bestemd voor: Receptie WF Calamiteitentelefoon dijkbewaking (24/7)(vaste wal) Vlieland (24/7) Ameland (24/7) Terschelling (24/7) Schiermonnikoog (24/7) Teamleider Noord-oost Wachtdienst dijkbewaking Jan Wolters Calamiteiten tel. Ameland Calamiteiten tel. Terschelling Calamiteitentel. Schiermonnikoog (V.d. Lee) Jan Wolters Manager Water Clustermanager Beheer Watersystemen Secretaris-directeur(operationeel leider) Communicatieadviseurs Henk Flikkema Oeds Bijlsma perstelefoon Hanneke Nieuwenhuis Nynke Bout Michiel Zijlstra Marjan Hoogeveen d.d. 26 oktober
21 Coördinator crisisbeheersing Dijkgraaf Jan Regeling Paul van Erkelens Milieu Alarm Nummer (24/7) NN crisisbeheersing NN Ameland NN Terschelling NN Schiermonnikoog (gemeentewerken) Noodnet nummers Pikethebbende Operationeel Leider van de Veiligheidsregio Fryslân (24/7) Meldkamer Noord Nederland(24/7) Melding calamiteiten WMCN - Kust WMCN - Kust fax RCC ROT RBT RWS Centrale Meldpost Waddenzee Noodnet Provincie Fryslân Noodnet provincie Fryslân Provinciale gedeputeerde voor water, CdK Gemeente Schiermonnikoog Wethouder J. Dijkstra Piketnr. Schiermonnikoog t.b.v. melding calamiteiten C. de Boer Afschaling (fase 1, 2 en 3) Bij afschaling moeten alle intern en extern betrokkenen daarvan op de hoogte worden gesteld. De woordvoerder/voorlichter van Wetterskip Fryslân stelt desgewenst de media op de hoogte. d.d. 26 oktober
22 4.5 Communicatie via noodnet en Portofoons Communicatie De interne communicatie vindt plaats via de openbare telefoon fax en/of ,c2000 portofoonnet en het Nationaal Noodnet Nationaal Noodnet De kantoren van Wetterskip Fryslân en de Dijkposten zijn aangesloten op het Nationaal Noodnet (NN). Dit is een separaat netwerk naast het openbare telecommunicatienet. In de telefoongids behorende bij het Nationaal Noodnet zijn alle aangesloten instanties vermeld achter de plaatsnaam. Crisisbeheersing Leeuwarden NN Dijkpost Zurich Zurich NN Dijkpost Roptazijl Roptazijl NN Dijkpost Boonweg St. Jacobiparochie NN Dijkpost Ferwert Ferwert NN Dijkpost Ternaard Ternaard NN Actie Centrum Terschelling Midsland NN Actie Centrum Ameland Ballum-Ameland NN Gemeente Ameland Ballum-Ameland NN Gemeente Terschelling Midsland NN Provinciehuis Leeuwarden NN Dijkpost Lemmer Lemmer NN geen Centrale Meldpost Waddenzee NN Rijkswaterstaat Directie Noord Nederland NN Meldkamer Noord Nederland NN Centrale Post ws Zuiderzeeland NN Calamiteitentelefoon ws Noorderzijlvest NN 59136/59003 Centrale meldpost IJsselmeer (RWS) NN C 2000 portofoons op de vaste wal, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog Deze portofoons dienen als noodapparatuur bij dijkbewaking en calamiteiten. Mocht het GSMnetwerk uitvallen, dan blijven de dijkbewakers via de portofoons in contact met de dijkposten en het actiecentrum. Er zijn 3 gespreksgroepen: BFR Wetter 1: Afdeling handhaving BFR Wetter 2: De vaste wal (primaire keringen) BFR Wetter 3: De Waddeneilanden d.d. 26 oktober
23 Zodra opgeschaald wordt naar fase 1, moeten de portofoons aangezet worden Hieronder de voor de dijkbewaking en calamiteiten aanwezige portofoons: Terschelling: 7 stuks 1 voor AC 1 voor TA 1 voor CPO 4 voor de 4 dijkbewakingteams ( 1 per koppel) Ameland: 7 stuks 1 voor AC 1 voor TA 1 voor CPO 4 voor de 4 dijkbewakingteams Schiermonnikoog: 4 stuks 1 voor AC 1 voor TA 1 voor CPO 1 voor de dijkbewakingteams Vaste wal Waddenzeekering: 12 stuks 10 voor de 5 dijkbewakingteams (Per team 1 op het steunpunt en 1 voor op de dijk) 2 voor de CPO s (staan in AC Leeuwarden) Vaste wal IJsselmeerkering: 3 stuks 2 voor het dijkbewakingteam (1 op het steunpunt en 1 voor op de dijk) 1 voor CPO (staan in AC in Leeuwarden) Er zijn standaard 5 portofoons op het hoofdkantoor in de calamiteitenruimte die door AC en Ta kunnen worden gebruikt. d.d. 26 oktober
24 d.d. 26 oktober
25 5. Scenario Wateroverlast in polder 5.1 Situatie Situaties die tot wateroverlast in polder kunnen leiden zijn: extreme regenval; hoge buitenwaterstanden uitval van een gemaal of een peilregelend kunstwerk; vol gegroeide of vervuilde watergangen of kunstwerken (krooshekken, bruggen en duikers); versnelde waterafvoer als gevolg van verzadigde bodems, hoge grondwaterstanden, en bevroren bovengrond; combinaties van voorgaande situaties. In vrij afstromende gebieden kan wateroverlast niet zondermeer kunstmatig worden opgelost. Onder wateroverlast worden niet gewenste inundaties verstaan als gevolg van een beperkende afvoer- en bergingscapaciteit. Voor de meeste vormen van grondgebruik is wateroverlast met een frequentie van één keer per 10 tot 50 jaar acceptabel. Voor bebouwd gebied geldt een hogere norm, namelijk één keer per 100 jaar. In landelijke gebieden treden bij deze afvoer nog net geen inundaties op en in stedelijke gebieden wordt gerekend met een drooglegging van 0,70 meter. Met behulp van de combinatie van ontwatering, afwatering en retentie dienen voldoende zekerheden te worden gesteld om wateroverlast in stedelijk gebied te kunnen voorkomen. Bedreigende situaties kunnen ook voorkomen bij het niet functioneren van stuwen, gemalen of (voor de eilanden) uitwateringssluizen en bij vol gegroeide of vervuilde watergangen, kunstwerken (bruggen, duikers) en vuilvangen. Een combinatie van een hoge afvoer met een niet functionerende watergang of kunstwerk kan plaatselijk tot inundaties en schade leiden. 5.2 Maatgevende indicatoren voor opschaling In deze paragraaf worden de criteria beschreven die van belang zijn voor de opschaling van de calamiteitenorganisatie. Achterliggende informatie betreft aspecten zoals de verwachte omvang van de schade, het verwachte effect van de voorgenomen maatregelen, de dreiging van inundatie, de dreiging van een ongeval, de dreiging van gevaar voor installaties en/of voertuigen, de dreiging van gevaar voor mens en dier, de schade aan gewassen en de eventuele noodzaak van een evacuatie. De volgende aspecten zijn van belang voor de beslissing om tot opschaling over te gaan: De actuele hydrologische gesteldheid (polderpeil, verzadiging van de bodem); De weersverwachting; De economische functie van het betreffende (polder)gebied; De maatschappelijke impact; De aandacht van de media; Externe bestuurlijke gevoeligheid. Fase 0 De afhandeling van een klacht of calamiteit kan plaatsvinden binnen de dagelijkse routine van het waterschap. Het peil in de watergangen is tijdens deze fase weliswaar hoger dan de vastgestelde zomer- en winterpeilen, maar het blijft beneden een verhoging van 10 cm onder het laagstgelegen maaiveldniveau. Echter opschalen naar fase 1 is niet nodig. In deze situatie kan al wel extra waakzaamheid gewenst zijn. Er zijn dan extra controlemomenten voor de AC-coördinator over de situatie in het veld. d.d. 26 oktober
26 Opschaling naar fase 1 De afhandeling van een calamiteit kan niet meer plaatsvinden binnen de dagelijkse routine van het wetterskip. Op het moment dat het peil in de watergangen meer dan 25 cm is gestegen boven het zomerpeil en de verwachting is dat het peil nog verder zal stijgen tot 10 cm onder het laagstgelegen maaiveldniveau vindt er een overgang plaats van fase 0 naar fase 1. Op die momenten dienen derden (intern/extern) te worden ingelicht en/of te worden ingeschakeld. Er wordt een AC ingesteld. Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Opschaling van fase 1 naar fase 2 Opschaling naar fase 2 vindt plaats bij verdere waterpeilstijging tot het moment dat 10% van het betreffende gebied geïnundeerd is. De ernst en omvang van de calamiteit vergen een gecoördineerde aanpak. Er wordt een OT ingesteld. Opschaling naar fase 3 Deze fase wordt gekenmerkt door een inundatie van meer dan 10 % van het betreffende gebied waarin de wateroverlast een ernstige verstoring van de algemene veiligheid kan veroorzaken en waarbij tevens het leven en de gezondheid van personen en of grote materiële belangen in ernstige mate wordt bedreigd. Het opperbevel kan door de burgemeester worden gevoerd. In dat geval is het waterschap adviserend en uitvoerend. De dijkgraaf zal op verzoek van de operationeel leider het BT instellen. Er is in zo n situatie sprake van een omvangrijke inundatie welke veel schade tot gevolg heeft en een afhandeling vereist met bestuurlijke inbreng waarin er ook een actieve rol is weggelegd voor de gemeente en zijn burgemeester. Opschaling naar fase 4 Als de Veiligheidsregio bij een water gerelateerde calamiteit opschaalt naar GRIP 4,omdat de effecten van een calamiteit de gemeentegrenzen overschrijden, wordt door de Veiligheidsregio een RBT (Regionaal Beleidsteam) ingesteld met aan het hoofd de voorzitter van de Veiligheidsregio (de burgemeester van Leeuwarden of één van de DB-leden van de Veiligheidsregio). Wetterskip Fryslân schaalt ook op naar fase 4 en de dijkgraaf van WF gaat naar het RBT en de loco-dijkgraaf neemt zijn rol over in het BT van WF. WF blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop zijn eigen processen worden uitgevoerd. In de volgende paragrafen worden deze aspecten nader uitgewerkt. 5.3 Fasering en bestrijdingsstrategie Fase 0 Situatie Als de afhandeling van een calamiteit plaats kan vinden binnen de dagelijkse routine van het waterschap is opschalen van de calamiteitenorganisatie niet nodig. Deze situatie wordt aangeduid als dagelijks werk. Maatregelen Om wateroverlast te voorkomen of te beperken wordt er voor gezorgd dat watergangen en kunstwerken een voldoende waterafvoerend vermogen hebben. Tijdens een natte periode stijgen de d.d. 26 oktober
27 grondwaterstanden. Het oppervlaktewaterpeil wordt dan, waar mogelijk lager of hoger afgesteld. Ook worden duikers uit natuur- en duingebieden, waar mogelijk gesloten. Wanneer gebieden mogelijk gaan inunderen worden de betreffende netwerkpartners gewaarschuwd. Die instanties of bedrijven kunnen dan maatregelen treffen om schade door wateroverlast en inundaties zoveel mogelijk te beperken. Bij afwezigheid van een bedreiging en schadelijke gevolgen wordt er gehandeld conform de dagelijkse routine. Communicatie De TA overlegt met de AC-coördinator over de situatie in het veld en over het al of niet opschalen. In deze situatie dienen, als er belangen van derden in het geding komen, deze te worden ingelicht door de AC-coördinator. Alarmeren en informeren Aan het eind van dit hoofdstuk (paragraaf 6.4) is een telefoonlijst opgenomen voor AC, OT, BT Fase 1 Situatie Fase 1 gaat in op grond van een peilstijging in de watergangen tot 25 cm boven zomerpeil en de verwachting dat het peil nog verder zal stijgen tot 10 cm onder de maaiveldhoogte. Het AC wordt operationeel. Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Inzet (nood)pompen op Schiermonnikoog Bij overvloedige regenval en harde noordwestenwind is spuien van overtollig oppervlaktewater via de spuisluis op het wad soms langere tijd (enkele dagen) gestremd. Hierdoor loopt het waterpeil in de polder (en met name in het oostelijk deel van de polder) op tot wel 50 a 60 cm boven streefpeil. Hierdoor kunnen inundaties optreden en kan bebouwing (een boerderij) eventueel in het water komen te staan. Locatie van de in te zetten pompen Het probleem van hoge waterstanden treedt met name op in het oostelijk deel van de polder. De pompen zullen dan ook het oostelijk deel van de polder moeten gaan bemalen en zullen zo dicht mogelijk bij de sluis worden ingezet. Het overtollige water kan vanuit de dijksloot over de zeedijk naar de Waddenzee worden gepompt Maatregelen Indien de TA is gewaarschuwd neemt hij poolshoogte op plaats incident; De AC-coördinator wordt via de calamiteitentelefoon () gewaarschuwd, vervolgens alarmeert hij de TA om poolshoogte te nemen. Indien Bert Korendijk niet bereikbaar c.q. beschikbaar is wordt contact gelegd met zijn plaatsvervanger Keimpe Knijft (2279) of Chris Talsma ( (calamiteitentelefoon) of ) d.d. 26 oktober
28 De AC-coördinator en de TA overleggen over het al of niet opschalen (zo niet dan dagelijks werk); De AC-coördinator roept na besluit van opschalen de AC-leden op om zich naar het actiecentrum Dûneborch te begeven; De AC-coördinator informeert de volgende personen over fase1 of afschalen naar fase 0: o de dijkgraaf (de dijkgraaf informeert de DB-leden o de operationeel leider o de teamleider Noord-oost o het clusterhoofd Beheer Watersystemen o de manager Waterketen- en Watersysteembeheer o de communicatieadviseur o de coördinator crisisbeheersing o Veiligheidsregio Fryslân (pikethebbende operationeel leider). o de gemeente. Het AC overlegt en de algemeen assistent legt dit vast in het CMS; De communicatieadviseur van Wetterskip Fryslân informeert desgewenst de media; Het AC controleert of de acties zijn uitgevoerd (terugkoppeling). Het actiecentrum Schiermonnikoog (ACS) onderneemt de benodigde maatregelen om de polder te beschermen tegen inundatie en treft voorbereidingen voor eventuele plaatsing van noodpompen; Het ACS houdt het neerslagverloop in het gebied intensief bij; Het ACS volgt de weersverwachting frequent; Het ACS monitoort de waterafvoer over de kunstwerken; Het ACS monitoort het verloop van de oppervlaktewaterstanden en debieten; Het ACS controleert en loopt kritieke punten na, zoals krooshekken, duikers en de bediening van kunstwerken; Het ACS onderzoekt de oorzaak en gevolgen van de calamiteit en doet prognoses over de verwachte veranderingen. Zo nodig worden in- of externe technisch adviseurs ingeschakeld; Het ACS meldt inundaties of dreigende inundaties aan gemeente, politie en brandweer; Het ACS neemt contact op met netwerkpartners voor het leveren en plaatsen van noodmaterialen; Het ACS houdt zandzakken gereed voor gebruik en/of uitlenen aan gemeenten, politie en brandweer; Het ACS verwijdert de eendenroosters. Alarmeren en informeren Aan het eind van dit hoofdstuk (paragraaf 6.4) is een telefoonlijst opgenomen voor AC, OT en BT Fase 2 Situatie Fase 2 gaat in op grond van een verdere peilstijging in de watergangen van 10 cm onder de insteek van de watergang tot een situatie waarbij tot 10 % van het betreffende gebied is geïnundeerd. Het AC en OT zijn operationeel. Naast complexiteit en omvang kunnen externe bestuurlijke gevoeligheid van een incident en aandacht van de media een maatgevend criterium zijn voor opschaling, bijvoorbeeld om passende crisiscommunicatie uit te voeren. Maatregelen De AC-coördinator adviseert de operationeel leider over het instellen van fase 2; d.d. 26 oktober
BESTRIJDINGSPLAN SCHIERMONNIKOOG
BESTRIJDINGSPLAN SCHIERMONNIKOOG d.d. 14 oktober 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding en doelstelling... 5 2. Risicovolle situaties en scenario s... 7 2.1 Risico s 7 2.2 Risicovolle situaties en objecten...
Nadere informatieBESTRIJDINGSPLAN AMELAND
BESTRIJDINGSPLAN AMELAND d.d. 14 oktober 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding en doelstelling... 5 2. Risicovolle situaties en scenario... 7 2.1 Risico s... 7 2.2 Risicovolle situaties en objecten... 7 2.3
Nadere informatieBESTRIJDINGSPLAN PRIMAIRE WATERKERINGEN Wetterskip Fryslân
. BESTRIJDINGSPLAN PRIMAIRE WATERKERINGEN Wetterskip Fryslân Inhoudsopgave 1. Inleiding en doelstelling... 5 2. Risicovolle situaties en scenario s... 7 2.1 Risico s... 7 2.2 Risicovolle situaties en objecten...
Nadere informatieBESTRIJDINGSPLAN PRIMAIRE WATERKERINGEN Wetterskip Fryslân
BESTRIJDINGSPLAN PRIMAIRE WATERKERINGEN Wetterskip Fryslân Inhoudsopgave 1. Inleiding en doelstelling... 5 2. Risicovolle situaties en scenario s... 7 2.1 Risico s... 7 2.2 Risicovolle situaties en objecten...
Nadere informatieGRIP-teams en kernbezetting
GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor
Nadere informatie1 De coördinatie van de inzet
1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...
Nadere informatieBESTRIJDINGSPLAN WATERZUIVERING Wetterskip Fryslân
BESTRIJDINGSPLAN WATERZUIVERING Wetterskip Fryslân d.d. 9 september 2013-1 - Inhoudsopgave Lijst met afkortingen:... 4 1 Inleiding en doelstelling... 5 2 Risicovolle situaties en calamiteitenscenario s...
Nadere informatieB2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord
B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord
Nadere informatieOperationele Regeling VRU
Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld
Nadere informatiePastorale zorg bij rampen
2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg
Nadere informatieOperationele Regeling VRU
Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld
Nadere informatieBeschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling
Nadere informatieCrisisorganisatie uitgelegd
GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH
Nadere informatieFuncties en teams in de rampenbestrijding
B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De
Nadere informatieVeiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting
Nadere informatiemei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!
mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch
Nadere informatiePastorale zorg bij rampen
2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg
Nadere informatieProtocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening
Bedrijfsnoodplan en Nederlandse Vereniging van Dierentuinen Postbus 15458 1001 ML Amsterdam 020 5246080 Info@nvddierentuinen.nl Versie D2 van juni 2012 1. Inleiding Dierenparken moeten zijn voorbereid
Nadere informatieGemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1
Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel
Nadere informatieDraaiboek Zwaar weer Gemeente Rijssen-Holten Vastgesteld door B&W op: 12 november 2002
Draaiboek Zwaar weer Gemeente Rijssen-Holten Vastgesteld door B&W op: 12 november 2002 Wijzigingen Datum Aard van de wijziging Paraaf 27 april 2004 - RAC vervangen door meldkamer Twente - Regionale Brandweer
Nadere informatieAGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006
DATUM VERGADERING 16 maart 2006 BL)LAGE(N) 'ƒ"-""". AGENDAPUNTNUMMER DATUM BEHANDELING IN D&H 14 2006 AAN DE VERENIGDE VERGADERING B0600185 VOORTGANG ACTIEPUNTEN EVALUATIE AANPAK HEVIGE NEERSLAG SEPTEMBER
Nadere informatieB1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer
B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp
Nadere informatiePresentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid
Presentatie waterschap Brabantse Delta Conferentie Water en Veiligheid 19 november 2009 Frank van Beek Calamiteitencoördinator Beheersgebied. Oppervlakte 171.000 ha 21 gemeenten 751.000 inwoners Veiligheidsregio
Nadere informatieGR Pop crisissituaties
GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Hulpverlening op maat De Friese samenleving kenmerkt zich door veerkracht. Burgers, bedrijven en instellingen redden zichzelf en helpen elkaar waar mogelijk.
Nadere informatieGR Pop crisissituaties
GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Slagvaardig Tijdens een ramp of crisis moeten de inwoners van Fryslân kunnen rekenen op professionele hulp verleners, die snel paraat staan en weten wat
Nadere informatie5. Beschrijving per organisatie en
5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.
Nadere informatieCALAMITEITENPLAN Wetterskip Fryslân
CALAMITEITENPLAN Wetterskip Fryslân d.d. 7 juni 2007 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Leeswijzer... 5 3 Wetterskip Fryslân en calamiteiten... 6 3.1 Criteria voor calamiteiten... 6 3.2 Inperking... 7
Nadere informatieBijlage E: Observatievragen
Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg
Nadere informatieDe Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen
De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland
Nadere informatieCalamiteitenplan. Avond Vierdaagse Engelen
Calamiteitenplan Avond Vierdaagse Engelen 2014 Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Algemeen...2 2 Risico-overzicht...3 2.1 Algemene ongevallen...3 2.2 Bedreiging door externe gevaren...3 3 De organisatie van hulpverlening...4
Nadere informatieEvaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016
Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw
Nadere informatieALGEMEEN KADER A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER
A ALGEMEEN KADER In deel A wordt allereerst op hoofdlijnen het wettelijk en organisatorisch kader van de rampenbestrijding beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het (algemene) scenario en het risicomodel.
Nadere informatieRampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen
Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de
Nadere informatieCrisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013
Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN
Nadere informatieOmgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg
Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.
Nadere informatieRol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord
Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio
Nadere informatieActueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015
Samenvatting: De gevallen neerslag van afgelopen week en met name van donderdag 8 januari heeft geleid tot verhoogde afvoeren en waterpeilen in het beheergebied van Waterschap Aa en Maas. De neerslag is
Nadere informatieOndersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur
Ondersteuning Proces: Preparatie nafase Positionering van proces in structuur Doel van proces Ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie Nafase 11, door in de acute
Nadere informatieCONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES
CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig
Nadere informatieBESTRIJDINGSPLAN WATERKWALITEIT Wetterskip Fryslân
BESTRIJDINGSPLAN WATERKWALITEIT Wetterskip Fryslân d.d. 14 oktober 2015-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstelling... 5 2 Risicovolle situaties en scenario s... 7 2.1 Risico s... 7 2.2 Risicovolle situaties
Nadere informatieVOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC
VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl
Nadere informatieUniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012
Bijlage 1 1. Inleiding Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 1.1 Aanleiding Bij de bestrijding van incidenten en rampen zijn naast de algemeen bestuurlijke
Nadere informatieCrisiscommunicatieplan
Crisiscommunicatieplan Opgesteld door: Afd. Bestuursondersteuning en communicatie, Werkgroep crisiscommunicatieplan Versie: 1.1 september 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Doel... 1 Aanpak... 1 Doelgroepen...
Nadere informatieGRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk
GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie
Nadere informatieVerordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding
CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12
Nadere informatieIntroductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK
Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie
Nadere informatieGRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar
GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 1, OGS Alkmaar, 17 mei 2016 Incident 17 mei 2016 Ongeval gevaarlijke stoffen aan de Kogerpolder 10, Starnmeer
Nadere informatieLeidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD
Rijkswaterstaat Waterdienst Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD 16 oktober 2009 Rijkswaterstaat Waterdienst Leidraad calamiteitenbestrijdingsplan Rijkswaterstaat RD 16 oktober 2009
Nadere informatieCrisismanagement Groningen. Basismodule
Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma
Nadere informatieGRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon
GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op
Nadere informatieDe veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.
BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband
Nadere informatieREC. Rev: Werkwijze Communicatieprotocol REC. Doelstelling:
Werkwijze Doelstelling: Vastleggen van de werkwijze van het communicatieprotocol en de handelswijze bij (ver)storingen en incidenten bij de op het gebied van de interne en externe communicatie. Activering
Nadere informatie1. Voorzitter CT (per pand)
BCM Voorbeeld Bijlage 15 : Functietaken/profielen 1. Voorzitter Coordinatieteam (CT, per pand) 2. Hoofd (centrale) CalamiteitenOrganisatie (HCO in het CT ) 3. Voorzitter Crisis Management Team (CMT op
Nadere informatieStormvloedbewaking Draaiboek seizoen
Stormvloedbewaking Draaiboek seizoen 2005-2006 Directie Ruimte Milieu en Water Telefoon (+ 31) 0118-63 17 00 Fax (+ 31) 0118-63 47 56 Bezoekadres: Het Groene Woud 1 4330 Middelburg Postadres: Postbus 165,
Nadere informatieDecember 2006. Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding
December 2006 Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding Overzicht betrokken diensten en organisaties Op basis van artikel 3, lid 5, onderdeel b van de Wet Rampen en
Nadere informatieEvaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003
Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003 De hoogwaterperiode december 2002/januari 2003 is gestart op 30 december 2002 met de eerste melding door de RAC en is geëindigd op 5 januari 2003
Nadere informatieActiviteiten Bureau Calamiteitenzorg. Breed Management Overleg 11 juni 2008
Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg Breed Management Overleg 11 juni 2008 Bureau Calamiteitenzorg Formatie: 2,9 fte (4 medewerkers) 1 leerarbeidsplek Haagse Hogeschool Beleidsprodukten: 3310: Voorbereiding
Nadere informatieAGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD
AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE
Nadere informatieBeschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs
Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing
Nadere informatieService Niveau Overeenkomst Digikoppeling
Service Niveau Overeenkomst Digikoppeling Versie 1.3 Datum 26 mei 2015 Status Definitief Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900 555 4555 (10 ct p/m) e. servicecentrum@logius.nl
Nadere informatieOnderdeel 1, basale vragen
Introductietekst De risicokaart is een kaart op internet (www.risicokaart.nl) met informatie over risico s in uw omgeving. Denk bijvoorbeeld aan transporten met gevaarlijke stoffen, bedrijven die met gevaarlijke
Nadere informatieFase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen
Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand
Nadere informatieGEMEENTE VALKEN SWAARD
GEMEENTE VALKEN SWAARD Postbus 10100 aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard (040) 208 34 44 (040) 204 58 90 Kenmerk: Onderwerp: Behandeld door. Bijlage: Datum: 10uit07530 brand 21 juli 2010
Nadere informatieAlgemeen Commandant Bevolkingszorg
Algemeen Commandant Bevolkingszorg Functie Als Algemeen Commandant Bevolkingszorg ben je lid van het Regionaal Operationeel Team bij opschaling vanaf GRIP 2. Je bent aanspreekpunt voor de Operationeel
Nadere informatieDecember Deelproces Verslaglegging en archivering
December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2
Nadere informatieCrisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna
Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie
Nadere informatieOverdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)
Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het
Nadere informatieBijlage 1 Alarmeringslijst
Bijlagen Bijlage 1 Alarmeringslijst... 2 Bijlage 2 Waarschuwingslijst leidingbeheerders Schiermonnikoog... 3 Bijlage 3 Ondersteuningspeloton Schiermonnikoog... 4 Bijlage 4 Bezetting actiecentrum (primaire
Nadere informatiein samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen
Nadere informatieGRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)
Veiligheidsregio Zeeland Vijf V s van Veiligheid Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure GRIP Zeeland (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Voorkomen Wij signaleren risico
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio
Nadere informatieAfsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail
Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten
Nadere informatieReferentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s
Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010
Nadere informatieNotitie inzet NL-Alert
Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van
Nadere informatieGelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;
CRU05.005 Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/04.031361/A; Gelet op artikel 14 van de Wet op de waterkering en op de Provinciewet;
Nadere informatieWaterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg
1 Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg 2 waterschap Hollandse Delta is, naast Rijkswaterstaat en de waterbedrijven, één van de mogelijke leveranciers van bluswater op de Zuid-Hollandse
Nadere informatieBeschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren
Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten
Nadere informatieBESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005
RIS129203_04-JUL-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BRW/2005.34 RIS 129203 BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op: artikel 1, tweede lid, artikel
Nadere informatie3 Oppervlaktewater en waterkering
3 Oppervlaktewater en waterkering Voor de Noordzee, zie bestuurlijke netwerkkaart Noordzee en zeescheepvaart crisistypen (dreigend) hoogwater (dreigend) laagwater (dreigende) waterverontreiniging en verontreiniging
Nadere informatieRampenplan en Rampenbestrijdingsplan
Datum Rampenplan en Rampenbestrijdingsplan Door ROC Oost-Nederland is een begin gemaakt om een samenhangend veiligheidsbeleid op te zetten. Het College van Bestuur heeft besloten dat er een 'Raamplan calamiteiten'
Nadere informatieCalamiteiten in de energievoorziening
Calamiteiten in de energievoorziening Samenwerking tussen de Netbeheerder en de Gemeente / Veiligheidsregio Ton Harteveld Manager Bedrijfsvoering Lustrumcongres Inspectie OOV 12 december 2007 2 Inhoud
Nadere informatieAGENDAPUNT VOOR HET AB
AGENDAPUNT VOOR HET AB Agendapunt: 2014.04.02/06 Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Operationele Regeling VRU Mevrouw Westerlaken Jacqueline Buitendijk 1. Gevraagd
Nadere informatieCalamiteitenplan van Waterschap Rivierenland
van Waterschap Rivierenland opgesteld door: dhr. drs. E.F.M. Janssen vastgesteld door: college van dijkgraaf en heemraden Waterschap Rivierenland vastgesteld op: 9 april 2013 status: definitief Inhoud
Nadere informatieRaads informatiebrief (Bestuurlijke pijler)
gemeente Eindhoven Raadsnummer og.rzoso.ooz Inboeknummer osbstoooo3 Classificatienummer Do ssiernummer 439.102 2I december 2004 Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) Betreft vaststelling van het
Nadere informatieConvenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland
Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland
Nadere informatieCONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44
CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 Partijen, de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, vertegenwoordigd door hun commissaris van de Koning, de veiligheidsregio
Nadere informatieSociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders
Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk
Nadere informatieOrganisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007
Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio
Nadere informatieOntruimingsplan. St. Jeugdvakantiewerk Goirle. Overnachting GOEDGEKEURD. Brandweer Hoofd Afdeling Preventie. d.d.
Ontruimingsplan St. Jeugdvakantiewerk Goirle Overnachting GOEDGEKEURD Brandweer Hoofd Afdeling Preventie d.d. Inhoud 1. Inleiding en toelichting... 3 2. Situatietekening... 4 3. Gebouw-, installatie- en
Nadere informatieBijlage 1 Alarmeringslijst
Bijlagen Bijlage 1 Alarmeringslijst...2 Bijlage 2 Bezetting actiecentrum (primaire kering en peilbeheer)... 3 Bijlage 3 Bezetting bewakingsteams primaire kering... 5 Bijlage 4 Overzichtskaart dijkvakken
Nadere informatieDOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen
DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven
Nadere informatieIn the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas
In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema
Nadere informatieBIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO
BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BHV Ontruimingsplan stroomschema BO Ontruimingsplan stroomschema Portier
Nadere informatieModelconvenant calamiteitenzender
Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari
Nadere informatieAlgemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen
AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,
Nadere informatieDraaiboek 2014 Operationele calamiteitenoefeningen waterkeringen
Draaiboek 2014 Operationele calamiteitenoefeningen waterkeringen Advies Waterbeheer Cluster waterkeringen Datum: 7 augustus 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en doel... 3 1.2 Kader...
Nadere informatieToelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V
Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland
Nadere informatie