ricore-project.eu DISCLAIMER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ricore-project.eu DISCLAIMER"

Transcriptie

1 DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien iets in deze vertaling onduidelijk is. Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

2 WP 3 Resultaten 3.1 Overzicht van de stand van de techniek en toekomstige richting van het Survey, Deploy and Monitor-beleid Rapport 3.1 PROJECTCOÖRDINATOR David Gray (Robert Gordon University) TAAKLEIDER Finlay Bennet, Ian Davies en Paul Smith van Marine Scotland AUTEURS Juan Bald (AZTI), Iratxe Menchaca (AZTI), Finlay Bennet (Marine Scotland), Ian Davies (Marine Scotland), Paul Smith (Marine Scotland), Anne Marie O Hagan (University College Cork - MaREI), Ross Culloch (University College Cork - MaREI), Teresa Simas (Wavec), Pierre Mascarenhas (E-Cube Strategy Consultants). INDIENINGSDATUM 17 juni 2015 Vermelding Bald, J., Menchaca, P., Bennet, F., Davies, I., Smith, P., O Hagan, A.M., Culloch, R., Simas, T. en Mascarenhas, P Overzicht van de stand van de techniek en toekomstige richting van het Survey, Deploy and Monitor-beleid. Rapport 3.1 RICORE Project. 34 blz. Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

3 Inhoud Samenvatting RiCORE project...3 Samenvatting INLEIDING DOEL HET SDM-BELEID Milieugevoeligheid Schaal van ontwikkeling Installatie- (of technologie-) risico Toepassing van het beleid Voorstellen beoordeeld als Hoog risico of Onzekerheid Voorstellen beoordeeld als Gemiddeld risico of Onzekerheid Voorstellen beoordeeld als Laag risico of Onzekerheid Impactmonitoringvereisten CASESTUDIES Casestudy 1: Hywind Floating Wind Demonstrator Achtergrond Milieubeperkingen Installatie- (of technologie-) risico Toepassing van het SDM-beleid Casestudy 2: Meygen Tidal Turbine Array Achtergrond Milieubeperkingen Installatie- (of technologie-) risico Toepassing van het Survey, Deploy and Monitor-beleid SCOPE VOOR VERBETERING EN TOEKOMSTIGE RICHTING REFERENTIES Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

4 Samenvatting RiCORE project Het doel van het RiCOREproject is het vaststellen van een risicogebaseerde benadering voor toestemming waarbij het niveau van onderzoeksvereisten gebaseerd is op de milieugevoeligheid van de locatie, het risicoprofiel van de technologie en de schaal van het voorgestelde project. Het project, dat subsidie heeft ontvangen van het onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie, Horizon 2020, loopt tussen 1 januari 2015 en 30 juni De toestemming voor duurzame offshore energie wordt vaak genoemd als een van de belangrijkste niet-technische barrières voor de ontwikkeling van deze sector. Een belangrijk aspect hiervan is de onduidelijkheid die eigen is aan de potentiële milieuimpacts van nieuwe technologie. Om ervoor te zorgen dat toestemming in overeenstemming is met de EU en nationale wetgeving, zoals de Milieueffectrapportagerichtlijn en de habitatrichtlijn, zijn kostbare en tijdrovende onderzoeken vereist, zelfs voor technologieën met een laag risico op locaties die niet de hoogste milieugevoeligheid hebben. Het RiCORE-project onderzoekt het juridische kader dat van kracht is in de lidstaten van de partners, om er zeker van te zijn dat het ontwikkelde kader van toepassing is voor uitrollen binnen deze lidstaten en in andere landen. Het volgende stadium van het RiCORE project is het bekijken van praktijken, methodes en implementatie van onderzoeken voorafgaand aan toestemming, na toestemming en controle na inzet. Hierdoor kan een feedbacklus de ontwikkeling van het risicogebaseerde kader voor de milieuaspecten van toestemming, van informatie voorzien en de best practice leveren. Het project bereikt deze doelen door contact met de relevante stakeholders waaronder regelgevende instanties, industrie en MER-uitvoerders door middel van een serie expertworkshops en het uitwerken van hun uitkomsten in richtlijnen. De impact van het project is het verbeteren van de toestemmingsprocessen, in lijn met de vereisten van de richtlijn duurzame energie, specifiek artikel 13 (1), om te zorgen voor een kostenefficiënte levering van de benodigde onderzoeken, duidelijke en 3

5 transparante redeneringen voor ondernomen werkzaamheden, verbetering van het delen van kennis en verlagen van niet-technische barrières voor de ontwikkeling van de offshore duurzame energiesector zodat deze schone, veilige energie kan leveren. 4

6 Samenvatting Het hoofddoel van het RiCORE project is zorgen voor de succesvolle ontwikkeling van offshore duurzame energie (ORE) in de EU-lidstaten door het verlagen van de kosten en tijd die nodig zijn om projecten met een laag milieurisico goed te keuren. Dit door de ontwikkeling van een risicogebaseerde benadering bij het goedkeuren van projecten, waarin de beoordeling van sleutelonderdelen van milieurisico's vanwege ORE-inzet wordt gestandaardiseerd. Dit wordt bereikt door het vergelijken en tegen elkaar afzetten van de huidige toestemmingsprocessen in lidstaten om te bepalen in welke mate een risicogebaseerde benadering (i) al wordt gebruikt, (ii) zou kunnen worden gebruikt of (iii) niet mogelijk is vanwege de huidige juridische en/of administratieve systemen. Het startpunt is de "Survey, Deploy and Monitor Licensing Policy Guidance (SDM) die is opgezet door Marine Scotland, en het project kijkt afzonderlijk naar het potentiële nut van een risicogebaseerde benadering om tijd en kosten te verlagen bij het verkrijgen van toestemmingen tijdens zowel onderzoek voorafgaand aan toestemming en monitoring na ingebruikname. De toestemming voor duurzame offshore energie wordt vaak genoemd als een van de belangrijkste niet-technische barrières voor de ontwikkeling van deze sector. Het SDM-beleid is een hulpmiddel om regelgevende instanties en ontwikkelaars een effectieve risicogebaseerde benadering te bieden voor het verder ontwikkelen van golfslag- en getijdenenergievoorstellen, waarbij een gefaseerde ontwikkelingsbenadering/benadering in stappen mogelijk wordt gemaakt (waarbij gevoelige omgevingen worden vermeden). Dit rapport geeft een overzicht van de stand van de techniek van het SDM-beleid om de basis te vormen voor de toekomstige ontwikkeling naar alle relevante technologieën in de ORE-sector, waaronder het aanpassen van het beleid nu nieuwe technologieën met een TRL van 5-9 opkomen (bijv. drijvende wind) en het invoegen in het beleid van de lidstaten van de partners. 5

7 Het rapport levert de beschrijving van twee casestudies als voorbeeld (Hywind Floating Wind Demonstrator en Meygen Tidal Turbine Array) om de implementatie van SDMbeleid te illustreren. Volgend op de beschrijving van het SDM-beleid en de analyse van de casestudies, identificeert het rapport enkele punten die zouden kunnen worden bekeken voor toekomstige verbetering en ontwikkeling. Het rapport wordt aangevuld door verdere besprekingen tijdens de expertworkshops binnen het RiCORE-project. 6

8 1. INLEIDING Op wereldniveau is het absoluut noodzakelijk om concurrerende energiebronnen met een lage koolstofuitstoot te ontwikkelen. Hierdoor kunnen we voldoen aan de toenemende vraag naar energie en tegelijkertijd de invloed van de mens op het klimaat verminderen. Offshore duurzame energie (gedefinieerd als offshore wind, golfslag en getijdenenergie) heeft een belangrijke rol te spelen als onderdeel van de gehele energiemix van de Europese Unie nu de lidstaten ernaar streven te voldoen aan hun duurzame energiedoelen (23% in Frankrijk, 16% in Ierland, 31% in Portugal, 20% in Spanje en 15% in de UK). De ontwikkeling van deze innovatieve sector in balans met andere belangrijke sectoren (visserij, aquacultuur, scheepvaart, enz.) is consistent met de EU Blue Growth-strategie en verbonden met nationaal beleid en andere nationale en regionale mariene plannen (bijv. 'Harnessing our Ocean Wealth' in Ierland wat als doel heeft de waarde van de oceaanrijkdom van Ierland te verdubbelen tot 2,4% BBP in 2030). In 2014 heeft de Europese Commissie een Communication on Blue Energy gepubliceerd met daarin de acties die nodig zijn om de potentie van oceaanenergie te gebruiken in Europese zeeën en oceanen voor 2020 en daarna. Hierin identificeerde de Commissie vijf punten die op korte tot middellange termijn aandacht vragen om de sector te helpen te vergroten en kostenconcurrerend te worden met andere vormen van elektriciteitsopwekking. Deze punten zijn de kosten van de technologie, infrastructuur van het overbrengingsnet, toestemmingsprocedures, milieu-impacts en ondersteuning door subsidies en inkomsten. RiCORE behandelt direct de toestemmingsprocedures en milieu-impacts en bouwt voort op bestaande kennis uit Europese projecten zoals het SOWFIA project (Simas et al., 2015), EquiMar project (Simas et al., 2009; 2010a; 2010b) en SI Ocean project (Macgillivray et al., 2013) die het regelgevende netwerk hebben geïdentificeerd als een belangrijke niet-technische barrière voor de vroege ontwikkeling van de mariene duurzame energiesector. Specifiek de onzekerheid over de juiste toepassing van milieuwetgeving, wat de 7

9 toestemmingsprocessen verder kan verlengen (wat kosten en vertraging veroorzaakt), wordt een belangrijk onderwerp van het project. Voor een tijdige exploitatie van onze oceanen en de duurzame ontwikkeling van offshore duurzame energie in de toekomst, moet het pad van de demonstratie tot het op de markt brengen van apparatuur zo efficiënt mogelijk verlopen. Op dit moment zijn de milieueffecten en impacts van ORE-apparatuur op de mariene mogeving, en de effecten van de omgeving op de apparatuur, gebieden met een grote onzekerheid. Het gebrek aan gegevens over de omgevingsinteracties van nieuwe technologieën betekent vaak dat ze worden ingedeeld als bedreiging, waarvoor vervolgens uitgebreide ondersteunende milieu-informatie nodig is wat kostbaar kan zijn op zowel financieel gebied als in de tijd die nodig is om de benodigde toestemmingen te verkrijgen. Gegevens en informatie over milieu-effecten worden afgeleid van in tijd beperkte demonstraties met één apparaat op zee, meestal in testcentra, of van specifieke aspecten van het toestemmingsproces, namelijk onderzoeken om de Milieueffectrapportage (MER) te ondersteunen. Deze laatste varieert aanzienlijk in omvang en intensiteit binnen lidstaten en tussen lidstaten, wat betekent dat er weinig integratie mogelijk is tussen de ervaringen tot nu toe: verschillende methodes en tijdsperiodes worden gebruikt en dit vermindert de mogelijkheid om sterke conclusies te trekken of trends te ontdekken uit milieu-impactinformatie. Hierdoor wordt de mogelijkheid om problemen op Europese schaal aan te pakken, beperkt. Een mogelijke oplossing is het gebruiken van een risicogebaseerde benadering voor toestemming van een prototype en de eerste inzet van apparatuur en systemen in hun ontvangende omgevingen. Deze benadering is ontwikkeld door de Schotse regering door middel van het Survey, Deploy and Monitor-beleid (SDM-beleid) voor golfslagen getijdenprojecten. De conceptrichtlijn voor SDM-vergunningsbeleid is ontwikkeld als resultaat van de bevindingen van de 2007 Marine Renewable Energy Strategic Environmental 8

10 Assessment (2007 duurzame mariene energie strategische milieubeoordeling) uitgevoerd door Marine Scotland. De conceptrichtlijn is opgenomen in de consultatie over mariene vergunningen van Marine Scotland in september 2010 en is gepubliceerd op de website van Marine Scotland in Het doel van de richtlijn is als eerste aan regelgevende instanties, en ten tweede aan ontwikkelaars, een efficiënte risicogebaseerde benadering te leveren voor het stimuleren van mariene duurzame energieprojecten (golfslag en getijde). Het is van toepassing voorafgaand en na het inzetten van installatie. Hij is op dit moment alleen van toepassing op oceaanenergie-installaties (golfslag en getijde), maar kan potentieel ook worden toegepast op het goedkeuren van drijvende offshore windinstallaties, als er onbekende milieu-impacts zijn. De richtlijn stelt een gefaseerde benadering voor voor het afgeven van vergunningen voor golfslag- en getijdeninstallaties. Ontwikkelaars ondernemen, na monitoring voorafgaand aan inzet, de inzet en monitoring van een testinstallatie of demonstratiestelsel voordat ze toestemming vragen voor grotere stelsels. De algemene benadering moedigt een meer flexibel, doelgericht aanvraagproces aan op basis van drie hoofdfactoren : milieugevoeligheid - hoe belangrijk is de locatie voor het ecosysteem, gebruik door dieren in het wild of mariene geschiedkundige omgeving; projectschaal - één installatie of klein stelsel of groot project; en installatierisico - moeten regelgevende instantie een turbinetype beschouwen dat als hoog risico wordt gezien vanwege een gebrek aan kennis over de impact, of is het een stelsel dat moet worden beschouwd als laag risico. Voor mariene duurzame plannen die zijn geïdentificeerd als met het laagste potentiële milieurisico, biedt het survey, deploy and monitor-beleid relatief beperkte testen voor inzet en locatiekenmerkingsonderzoeken, wat vroege inzet mogelijk maakt en het verzamelen van de empirische gegevens over omgevingsinteracties kunnen vervolgens het vergunningenproces ergens anders informeren. Omgekeerd zijn voor plannen die 1 9

11 worden gezien als het hoogste potentiële milieurisico met zich meebrengend, de testen voor inzet en locatiekenmerkingsvereisten uitgebreider, wat ervoor helpt te zorgen dat gevoelige soorten en habitats veilig zijn, evenals het voldoen aan de vereisten van de vogel- en habitatrichtlijnen. SDM heeft als doel om de flexibiliteit in de Marine Scotland-benadering mogelijk te maken voor wat betreft locatiekenmerking en monitoring in verband met de milieuimpacts van mariene installaties. Regulerende instanties en statutaire adviseurs zoals Scottish Natural Heritage (SNH) kunnen de relatieve risico's bespreken die verband houden met verschillende projecten op verschillende locaties en een uitgebalanceerd en in verhouding zijnd beeld krijgen van het belang van de milieuproblemen die in elk geval naar voren komen. Met de groeiende en concurrerende vraag naar mariene hulpbronnen, is het beleid gericht op het verminderen van de complexiteit van maritiem beheer en het uiteindelijk verbeteren van het wetgevende kader voor mariene duurzame energie. Parallel is op 25 maart 2015 het National Marine Plan (NMP) 2 aangenomen. Dit plan is opgesteld in overeenstemming met EU richtlijn EU die van kracht werd in juli Het plan dekt het beheer van alle mariene activiteit in zowel Schotse inshore wateren (tot 12 zeemijl) als offshore wateren (12 tot 200 zeemijl)

12 2. DOEL Het algehele doel van dit rapport is het bespreken van het SDM-beleid om de basis te vormen voor verdere ontwikkeling van dit beleid voor andere nieuwe technologieën en de opname in het beleid van partnerlidstaten. Deze bespreking richt zich op de identificatie van verbeterpunten of punten voor verdere ontwikkeling van de risicogebaseerde benadering die wordt bevorderd door het SDM-beleid, rekening houdend met het feit dat deze benadering ook andere nieuwe technologieën zal dekken naast golfslag en getijden (bijv. wind) met een TRL van 5-9. Dit rapport vormt de basis voor verdere besprekingen tijdens de expertworkshops binnen het RiCORE project. 11

13 3. HET SDM-BELEID Het beleid is gebaseerd op 3 hoofdfactoren: 1. Milieugevoeligheid (van de voorgestelde projectlocatie) 2. Schaal van project; en 3. Installatie- (of technologie-) classificatie. Er wordt echter erkend dat er omstandigheden zullen zijn waarin alleen deze drie parameters niet voldoende zijn om het risico definiëren waaraan een bepaalde receptor of receptoren worden blootgesteld, en de vergunningsproces(sen) kunnen een beter begrip van potentiële impacts vereisen dan wordt geleverd door de voorwaarden hierin. Een flexibele benadering van de toepassing van het beleid wordt daarom nagestreefd, waarbij het wordt gebruikt als richtlijn in plaats van strak wordt toegepast in elke situatie, en waardoor ervoor wordt gezorgd dat nog steeds wordt voldaan aan de statutaire vergunningvereisten. 3.1 Milieugevoeligheid Milieugevoeligheid voor de doeleinden van dit beleid, heeft betrekking op aangewezen gebieden, beschermde soorten en beschermde habitats en andere relevante milieufactoren. Marine Scotland beoordeelt de relatieve milieugevoeligheid van de voorgestelde locatie van een duurzaam energieproject, op basis van de milieugevoeligheidskaarten die worden getoond in afbeelding 1 en 2. Deze kaarten combineren gegevens van 19 verschillende milieudatasets, waardoor onderscheid kan worden gemaakt tussen gebieden met relatief hogere en lagere gevoeligheid. De kaarten mogen slechts als indicatief worden beschouwd (d.w.z. het is mogelijk dat specifieke locaties op lokale schaal een relatief hogere of lagere gevoeligheid hebben dan wordt getoond). Ze zijn alleen relevant voor oceaanenergieprojecten (golfslag en getijden) en die factoren die invloed kunnen hebben op de duur van de locatiekenmerkingsonderzoeken. Ze zijn geen algehele beoordeling van de milieurijkheid of biodiversiteit van een locatie, noch van de volledige milieugevoeligheid of gevoeligheid voor andere vormen van ontwikkeling. De kaarten 12

14 worden bijgewerkt en aangepast wanneer er meer gegevenssets beschikbaar komen en/of bestaande sets worden vernieuwd. Volgend op alle besprekingen met de ontwikkelaar die noodzakelijk worden geacht, zal Marine Scotland een algehele beoordeling van Hoge, Gemiddelde of Lage milieugevoeligheid toekennen. Figure 1. Milieurisicokaart voor golfslagenergieprojecten met daarop gebieden met een laag (groen), gemiddeld (geel) en hoog (bruin) milieurisico. 13

15 Figure 2. Milieurisicokaart voor getijdenenergieprojecten met daarop gebieden met een laag (groen), gemiddeld (geel) en hoog (bruin) milieurisico. 14

16 3.2 Schaal van project Relevante metingen van de schaal van project zijn gebaseerd op de voorgestelde totale geïnstalleerde opwekkingscapaciteit in megawatt (MW) van het project. De schaal van het project wordt beoordeeld op een schaal met drie punten; met bijbehorende beoordeling als Laag (L), Gemiddeld (M) of Hoog (H): Schaal Criteria Beoordeling Kleine schaal: Tot 10 MW L Middelgrote schaal: Meer dan 10 MW, tot 50 MW M Grote schaal: Meer dan 50 MW H 3.3 Installatie- (of technologie-) risico Installatie- (of technologie-) risico is een uitdrukking van hoe de installatie of de technologie (inclusief verankeringen of steun) wordt geïnstalleerd, beweegt, zich gedraagt en inwerkt op de omgeving en is een brede beoordeling van de potentiële effecten van de installatie op marien leven. Table 1 bevat een aantal voorbeelden van milieugevaren die worden overwogen. Hij is afgeleid van het rapport A Review of The Potential Impacts of Wave And Tidal Energy Development on Scotland s Marine Environment in opdracht van de Schotse regering en uitgegeven door Aquatera 3. De ontwikkelaar levert Marine Scotland, op verzoek, de informatie om een robuuste en aantoonbare beoordeling te ondersteunen van de elementen van projectrisico van de opgesomde gevaren. Marine Scotland onderneemt dan een risicobeoordeling met gebruik van het voorgenoemde rapport. De beoordeling van algeheel installatie- ( of technologie-) risico is gebaseerd op een reeks afzonderlijke beoordelingen van milieugevaren die kunnen voortkomen uit de beoordeelde installatie. Deze zijn elk ingedeeld als Hoog, Gemiddeld of Laag. Om het installatierisico te combineren met de milieugevoeligheidsbeoordeling en de schaal van het project, is het nodig om de reeks afzonderlijke beoordelingen samen te vatten in één installatie- (technologie-) risicobeoordeling

17 Table 1. Milieugevaren met betrekking tot installatie/technologie. Dit is geen uitputtende lijst. Schaal Milieugevaren met betrekking tot installatie/technologie 1 Potentie voor schadelijke botsing tussen zeezoogdieren/reuzenhaaien en offshore golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren 2 Potentie voor schadelijke botsing tussen duikende vogels en met de bewegende turbineschoepen/draagvleugels van energieconverters. 3 Direct verlies van beschermde of gevoelige sublittorale zeebodemgemeenschappen vanwege de aanwezigheid van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren op de zeebodem. Potentiële bredere/secundaire gevolgen voor beschermde of gevoelige sublittorale zeebodem vanwege installatie en werking van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren 4 Potentie voor vrijkomen van vervuilende stoffen in de zee 5 Potentiële barrière voor beweging van zeezoogdieren/reuzenhaaien vanwege de fysieke aanwezigheid van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren Potentie dat walvisachtigen/reuzenhaaien verstrikt raken in de verankeringslijnen Potentieel risico van verstrikking van zeezoogdieren (walvisachtigen/zeehonden)/reuzenhaaien van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren 6 Potentie voor direct verlies van habitat gebruikt door zeehonden/otters vanwege de installatie van golfslagenergieconverters bij de kunstlijn Direct verlies van broedhabitat gebruikt door kustvogels vanwege de installatie van golfslagenergieconverters bij de kustlijn Direct verlies van beschermde of gevoelige littorale kustgemeenschappen vanwege de plaatsing van golfslagenergieconverters bij de kustlijn/bij de eblijn Potentiële bredere/secundaire gevolgen voor beschermde of gevoelige littorale kustgemeenschappen vanwege installatie en/of werking van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren 7 Werkingsgeluid: potentiële effecten op zeezoogdieren en reuzenhaaien van onderwatergeluid gegenereerd door: installatiewerking; en de aanwezigheid van steunstructuren. Potentiële effecten op zeezoogdieren/reuzenhaaien van schok/drukgolven gegenereerd door golfslag- en getijdenenergieconverters. Potentiële effecten op zeezoogdieren van geluid boven het oppervlak gegenereerd door golfslag- en getijdenenergieconverters. Potentiële effecten op duikvogels van geluid en trillingen onder water gegenereerd door golfslag- en getijdenenergieconverters. Potentiële effecten op duikvogels van geluid boven het oppervlak gegenereerd door golfslag- en getijdenenergieconverters met generators/luchtturbines geplaatst in het oppervlak doorsnijdende onderdelen Beoordeling van milieubelang (H, M, L) 16

18 Table 2. (Vervolg) Milieugevaren met betrekking tot installatie/technologie. Dit is geen uitputtende lijst. Schaal Milieugevaren met betrekking tot apparaat/technologie 8 Installatiegeluid: potentiële effecten op zeezoogdieren en reuzenhaaien van onderwatergeluid gegenereerd door: installeren van de installatie Potentiële effecten op duikvogels van geluid en trillingen onder water gegenereerd door golfslag- en getijdenenergieconverters tijdens boorwerkzaamheden 9 Potentiële verplaatsing van essentiële activiteiten van zeezoogdieren/reuzenhaaien vanwege de aanwezigheid van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren Potentiële verplaatsing van essentiële activiteiten van zeevogels vanwege de aanwezigheid van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren Potentiële effecten van wijzigingen in turbulentie op fourageersucces van zeevogels vanwege de aanwezigheid van golfslag- en getijdenenergieconverters en bijbehorende verankeringen/steunstructuren 10 Potentie voor schadelijke botsing en andere interactie met migrerende vissen Beoordeling van milieubelang (H, M, L) 17

19 De te ondernemen procedure is als volgt: 1. Elke afzonderlijke beoordeling krijgt de score 1, 2 of 3 voor Lage, Gemiddelde en Hoge beoordelingen. 2. Het geometrische gemiddelde van de scores wordt berekend door de scores met elkaar te vermenigvuldigen en vervolgens de tiende wortel van de uitkomst te nemen. d.w.z. Geometrisch gemiddelde = ((X 1 )(X 2 )(X 3 )...(X N )) 1/N waarbij X = Individuele score N = Aantal scores 3. Het algehele apparaat- (technologie-) risico wordt uitgedrukt als Hoog, Gemiddeld of Laag afhankelijk van het geometrische gemiddelde, zoals hieronder getoond. Geometrische gemiddelde score Algeheel risico 1-1,60 Laag 1,61-2,20 Gemiddeld 2,21-3,0 Hoog 3.4 Toepassing van het beleid We stellen voor om het algehele risico voor het milieu van het project uit te drukken als een gecombineerde beoordeling volgens de drie boven besproken factoren, rekening houdend met de technologie en bijbehorende te gebruiken apparatuur, de grootte van het project en de milieugevoeligheid van de locatie. De beoordeling van het algehele projectrisico is gebaseerd op beoordelingen van milieugevoeligheid, projectgrootte en installatie- (technologie-) risico. Deze zijn elk ingedeeld als Hoog, Gemiddeld of Laag. Het is nodig om deze drie beoordelingen samen te vatten in één projectrisicobeoordeling. 18

20 De procedure hiervoor is hetzelfde als hiervoor uitgelegd in het gedeelte voor de installatie- (technologie-) risicobeoordeling en is als volgt: 1. Elke afzonderlijke beoordeling (voor milieugevoeligheid, projectgrootte en installatietechnologierisico) krijgt de score 1, 2 of 3 voor respectievelijk Lage, Gemiddelde en Hoge beoordelingen. 2. Het geometrische gemiddelde van de scores wordt berekend door de scores met elkaar te vermenigvuldigen en vervolgens de 10 e machtswortel van de uitkomst te nemen. d.w.z. Geometrisch gemiddelde = ((X 1 )(X 2 )(X 3 )) 1/3 3. Het algehele projectrisico wordt uitgedrukt als Hoog, Gemiddeld of Laag afhankelijk van het geometrische gemiddelde, zoals hieronder getoond. Geometrische gemiddelde score Algeheel risico 1-1,60 Laag 1,61-2,20 Gemiddeld 2,21-3,0 Hoog Dit uiteindelijke milieurisico van het project wordt uitgedrukt als laag, gemiddeld of hoog en wordt gebruikt om de vereisten voor voorafgaande toestemming te leiden op gebied van locatiekenmerking en beoordeling van de milieu-interacties van de installatie. In plaats van een "one size fits all" benadering, is het een risicobeheerproces met als doel het toepassen van een geschikte en proportionele benadering tot het afgeven van vergunningen, die afhankelijk is van de omstandigheden rondom het projectvoorstel. Deze benadering houdt rekening met onbekende risico's en/of het toepassen van voorzorgen in de vroege jaren van het beoordelen van nieuwe/controversiële vergunningen en potentieel risicovolle toepassingen, bijv. als het installatie- of technologierisico niet goed begrepen is of als Hoog wordt beoordeeld, is het waarschijnlijker dat het algehele milieurisico van het project als Hoog wordt beschouwd, wat dan de potentie om efficiënties toe te passen in het 19

21 vergunningsproces van het project kan beperken, rekening houdend met de milieugevoeligheid en schaal van het project Voorstellen beoordeeld als Hoog risico of Onzekerheid. Een groot project dat wordt voorgesteld voor een gebied met hogere milieugevoeligheid en installatierisico kan een Hoge algehele milieurisicobeoordeling van het project hebben. In een dergelijk geval is er weinig reden zijn om een snelle benadering toe te passen. Een minimum van 2 jaar locatiekenmerkingsgegevens is nodig om een aanvraag te ondersteunen. Daarnaast wordt normaal gesproken van de ontwikkelaar verwacht dat hij testen en impactmonitoring uitvoert van een testinstallatie of demonstratiestelsel 4 op een andere locatie, die de resultaten leveren van onderzoek naar interacties tussen dieren in het wild en zijn installatie als ondersteuning van hun aanvraag Voorstellen beoordeeld als Gemiddeld risico of Onzekerheid. Een Gemiddelde algehele milieurisicobeoordeling van het project vereist een benadering die ligt tussen die van plannen met Hoge en Lage risico's. De aanvankelijke aanname zou zijn dat er 2 jaar locatiekenmerkingsgegevens vereist zijn. Als Marine Scotland echter na een jaar vindt dat het milieurisico kleiner is dan verwacht, of dat de tot dat moment verzamelde gegevens voldoende zijn voor het leveren van informatie aan zowel de MER- als de habitatrichtlijnbeoordelings- (HRA) 5 processen, zouden ze bereid zijn een vermindering van de vereisten te bespreken voor verdere locatiekenmerking, op receptorspecifieke of gevaarspecifieke basis. Dit staat bekend als een 2-1 benadering en het is belangrijk, voor doeleinden van gegevenskwaliteit, dat de onderzoeken van het 2e jaar niet worden opgeschort, tenzij na uitdrukkelijke aanwijzing van Marine Scotland. Een aanvraag voor een plan dat is beoordeeld als 4 Een voorstel voor een grote (>50MW) serie moet worden geïnformeerd door onderzoeken met een kleinere 'demonstratieserie', een voorstel voor een demonstratieserie moet worden geïnformeerd door onderzoeken met één demonstratie-apparaat (en/of relatief kleinere demonstratieserie). 5 HRS is de equivalent van de Appropraite Assessment (AA) onder artikel 6(3) van de habitatrichtlijn in de rest van Europa. 20

22 Gemiddeld risico moet normaal ook moeten worden ondersteund door impactmonitoringgegevens van een relevante demonstratie-installatie/-stelsel Voorstellen beoordeeld als Laag risico of Onzekerheid. Een klein project dat wordt voorgesteld voor een gebied met lage milieugevoeligheid bestaande uit installaties met een beperkt installatierisico krijgt een Lage algehele milieurisicobeoordeling van het project. In een dergelijk geval, als de milieurisicoinformatie wordt beschouwd als stevig of ondersteund door strategische onderzoeksinformatie, kan een snelle aanvraag worden overwegen. Marine Scotland zal, in dergelijke gevallen, vragen om 1 jaar locatiekenmerkingsgegevens (of equivalent) voor informatie voor een MER, HRA (als deze is vereist) en vergunningsaanvraag. Het is mogelijk dat deze onderzoeksgegevens de regelgevende instantie waarschuwen dat verdere gegevensverzameling vereist is (bijv. vanwege onverwacht grote aantallen van een beschermde soort). Als dat het geval is, kunnen de MER en vergunningsaanvraag parallel doorlopen met het aanvullende onderzoekswerk, maar wordt er geen toestemming afgegeven totdat de aanvullende gegevens zijn verzameld en geanalyseerd. Impactmonitoring van een testinstallatie is geen vereiste voor beoordeling van een Laag risico toepassing, maar ontwikkelaars moeten zich ervan bewust zijn dat het leveren van dergelijke gegevens altijd de toestemmingsbeslissingen zal vergemakkelijk, onafhankelijk van het verwachte risico van het betreffende plan. 3.5 Impactmonitoringvereisten Dit beleid is gericht op de uitgebreidheid van locatiekenmerkingsonderzoeken en installatietesten die geschikt zijn voor het informeren van het toestemmingsproces, in relatie tot het verwachte relatieve milieurisico van het project. Verminderde gegevenspresentatie- of -verzamelvereisten, in relatie tot voorstellen met een lager risico, maken eerdere toestemmingsbeslissingen mogelijk en een snellere uitbouw van projecten met een algeheel laag risico. Impactmonitoring, na de bouw, van testinstallaties of -stelsel is waarschijnlijk een voorwaarde van de meeste toegekende 21

23 toestemmingen, niet in het minst om de informatie te leveren die nodig is als ondersteuning van volgende aanvragen voor verdere plannen, die misschien een Gemiddeld of Hoog risico hebben. De aard en duur van deze is echter projectspecifiek en wordt pas bepaald en overeengekomen zodra toestemming is verleend. 22

24 4. CASESTUDIES Om de implementatie van het beleid te illustreren, worden 2 casestudyvoorbeelden gegeven. 4.1 Casestudy 1: Hywind Floating Wind Demonstrator Achtergrond Dit voorstel, van Staoil, is voor een maximum van 5 drijvende offshore windturbines waarbij elke turbine maximaal 6 MW levert, in een gebied dat bekend staat als Buchan Deep, wat een gebied met diep water (95 tot 120 m) is dat ongeveer 25 km buiten de kust ligt bij Peterhead, noordoost Schotland, net buiten de 12 zeemijl territoriale zeelimiet (Figure 3). Het totale project is minder dan 50 MW, daardoor is de schaal van het project beoordeeld als 'Gemiddeld'. Details over het voorstel zijn te vinden op de website van de Schotse regering 6. Drijvende windkracht wordt nog niet formeel gedekt door het vastgestelde beleid van de Schotse regering. Deze casestudy is echter bedoeld om de adaptieve potentie van het beleid aan nieuwe scenario's, en de bijbehorende problemen, te illustreren Milieubeperkingen Baselinekennis van de potentiële milieubeperkingen van de locatie gaven aan dat het algehele gevoeligheidsniveau Gemiddeld was (Figure 4). De indeling als Gemiddeld geeft aan dat de locatie geen aangewezen gebied is voor beschermde habitats of soorten, maar dat wordt verwacht dat het wordt gebruikt door beschermde soorten die fourageren in grote gebieden. In dit voorbeeld omvat dit alksoorten van nestkolonies op de naastgelegen kustlijn die is aangewezen aan Special Protection Area voor broedende zeevogels. Een van de belangrijkste milieubeperkingen voor offshore wind is de potentiële impact op zeevogelpopulaties. Figure 5 illustreert de zeevogelaggregatielaag die wordt gebruikt binnen het milieumodel dat is genomen uit de analyse om potentiële

25 gebieden te identificeren voor zeevogelbescherming in de mariene omgeving (Kober et al., 2010). Deze informatie gaf aan dat het gebied niet de hoogste gevoeligheid heeft voor zeevogels. 24

26 Figure 3. Locatie van het Hywind Scotland Pilot Park Project. Van de website van de Schotse regering

27 Figure 4. Milieurisicokaart voor offshore windenergie. Figure 5. Belangrijke zeevogelaggregaties. 26

28 4.1.3 Installatie- (of technologie-) risico Deel 3.3 omschrijft hoe het algehele installatierisico wordt berekend op basis van het bereik aan milieugevaren en de beoordeling van het milieubelang van golfslag- en getijdentechnologieën. In de Schotse context is deze procedure nog niet specifiek toegepast op drijvende windenergie. De milieurisicokaart voor drijvende windenergie (Figure 4) is momenteel alleen gebaseerd op de milieugevoeligheden, zonder specifiek rekening te houden met de gevaren die voortkomen uit de interactie tussen technologie, schaal van inzet en de milieubeperkingen. In het geval van Hywind werd het begrip van het algehele risico voor drijvende windenergie voornamelijk geïnformeerd door vergelijking met ervaringen van conventionele offshore windtechnologieën. Botsingsrisico wordt over het algemeen gezien als belangrijk gevaar, wat nog steeds het geval is voor turbines die worden geplaatst op drijvende structuren Toepassing van het SDM-beleid De gemiddelde schaal van dit drijvende winddemonstratieproject leidde er in de praktijk toe dat een 2-1-benadering werd gebruikt, zoals beschreven in Nadat 1 jaar onderzoek voor toestemming was uitgevoerd door de ontwikkelaar om de MER en het toestemmingsproces te informeren voor alle receptoren (bentische habitats, zeezoogdieren en zeevogels) werd bekeken of er verdere onderzoeksinspanningen nodig waren. Hoge aantallen zeevogels werden vastgelegd op de locatie tijdens de dispersieperiode na het broedseizoen, waaronder alken in de rui die niet kunnen vliegen. Marine Scotland nam de beslissing onder het beleid om de extra onderzoeksinspanningen te richten op deze potentieel gevoelige periode, om de kracht van de algehele conclusie van de MER te garanderen. Dit voorbeeld geeft de aanpassingsflexibiliteit van het SDM-beleid weer om zich te richten op specifieke zorgen en deze te behandelen. De ontwikkelaar heeft nog geen toestemmingsaanvraag ingediend, dus het project geeft nog geen voorbeeld van het toepassen van monitoring na toestemming. 27

29 4.2 Casestudy 2: Meygen Tidal Turbine Array Achtergrond Dit voorstel is voor het genereren van maximaal 86 MW met meer dan 60 getijdenturbines die zich bevinden in de Inner Sound voor Pentland Firth, voor de noordkust van Schotland, tussen Caithness op het Schotse vasteland en het eiland Stroma. Meer gegevens zijn te vinden op de MeyGen projectwebsite 8. Het MeyGen Tidal Energy Project zal worden ontwikkeld in twee verschillende fases, in overeenstemming met het beleid van de Schotse regering: de eerste fase omvat de inzet van niet meer dan 6 turbines in Met gebruik van een 'Survey, Deploy and Monitor'-benadering, zal het eerste stelsel informatie leveren over de interactie tussen het stelsel en de omgeving, waardoor de kennis voor de volgende fases wordt vergroot. Fase 1 wordt gemonitord om kennis te vergroten en onzekerheid te verminderen voor de ontwikkeling van fase Milieubeperkingen De locatie van het Meygen-voorstel werd geïdentificeerd als algeheel hoge milieugevoeligheid (Figure 6). Dit kwam voornamelijk door de grootte van het voorstel, het potentiële botsingsrisico vanwege de technologie en de nabijheid van uittreklocaties voor zeehonden die meer gedetailleerd worden getoond op Figure 7. Deze nabijheid, in combinatie met de afnemende populatietrend voor gewone zeehonden, vormt een belangrijke overweging Installatie- (of technologie-) risico Het gevaar met het grootste milieubelang werd beoordeeld als de potentie voor botsing door zeezoogdieren, waarbij de nabijheid van uittreklocaties voor zeehonden werd geïdentificeerd als een belangrijk probleem. De combinatie van nabijheid tot milieubeperkingen, de schaal van het voorstel en de potentiële gevaren met betrekking tot getijdenturbines resulteerde in een hoge algehele risicoberekening. Deze hoge klassering heeft navolgende planning geïnformeerd

30 Figure 6. Milieurisicokaart voor getijdenenergie. Figure 7. Uittreklocaties van zeehonden in Pentland Firth. 29

31 4.2.4 Toepassing van het Survey, Deploy and Monitor-beleid Aangezien de totale grootte van het project meer dan 50 MW is, kwam het niet in aanmerking voor 1 jaar onderzoek voorafgaand aan toestemming. De ontwikkelaar ondernam de onderzoeken voor toestemming gedurende twee jaar voor mobiele soorten zoals zeezoogdieren en zeevogels 9. Vanwege de potentiële zorgen over botsingsrisico's met gewone zeehonden heeft Marine Scotland de toestemming gefaseerd, waarbij de eerste fase is beperkt tot niet meer dan 6 turbines. Monitoring na toestemming wordt ontwikkeld om doelgerichte onderzoeken te garanderen die het gedrag van mobiele soorten in de buurt van werkende turbines meten. Uiteindelijk is het de bedoeling om het risico op gewonde zeehonden, en andere mobiele soorten, vanwege botsingen beter te kwantificeren. Verdere fases van het project worden toegestaan zodra de voorwaarden voor monitoring na toestemming en bijbehorende bijgewerkte risicobeoordelingen zijn voltooid. Het Meygen-project is het eerste voorbeeld van een commercieel getijdenstelsel dat wordt ontwikkeld. Hoewel dit geen voorbeeld is van de toepassing van het 1 jaar SDM-beleid in de fase voorafgaand aan toestemming, is dit een voorbeeld van risicogebaseerd beheer door de regelgevende instantie in de context van nieuwe technologieën en onzekerheid voor wat betreft de milieu-impact. Zo illustreert het hoe het monitoringelement na toestemming van het SDM-beleid bedoeld is te werken in de praktijk. De MeyGen Environmental Statement 10 erkende dat er op dit moment weinig gegevens beschikbaar zijn en dat de toepassing op de beoordeling van een commercieel stelsel van turbines beperkt is. MeyGen's toestemmingsvoorwaarden vereisten bewijs om aan te tonen dat het botsingsrisico acceptabel is voor verdere turbines worden geïnstalleerd. Daardoor stelde MeyGen voor om de Survey, Deploy and Monitor-benadering van de Schotse regering te volgen om de onzekerheid te

32 reduceren rondom bepaalde impacts door het installeren en gebruiken van het eerste kleine stelsel dat wordt geïnstalleerd binnen het project, in de jaren een en twee (d.w.z en 2016) waardoor een betere definitie van vermijdingscijfers mogelijk is en een beter begrip van de mogelijke impacts van de hele serie. Waar impacts niet volledig kunnen worden gekwantificeerd (bijv. turbinebotsingsrisico), heeft MeyGen toegezegd zich in te zetten voor het ontwikkelen van een monitoringprogramma voor zeezoogdieren, vogels en vissen. Dit programma heeft als doel het meten van het gedrag van soorten in de nabijheid van de werkende turbines met een benadering met meerdere instrumenten/op meerdere schalen, bijv. gelijktijdig gebruik van actieve akoestische, passieve akoestische en optische apparatuur. Het informeert ook de potentiële vereisten voor toekomstige schadebeperking en garandeert geen aanzienlijke impacts op zeezoogdieren. Monitoring van de eerste fase turbines wordt gebruikt om de conclusies van de impactbeoordeling te herzien, wat de verdere installatie informeert en ook informatie geeft voor de volgende toestemmingsaanvragen en MER voor toekomstige fases van het project. Waar monitoring aangeeft dat aanvullende schadebeperkende maatregelen redelijkerwijs vereist kunnen worden, heeft MeyGen toegezegd deze te plaatsen. 31

33 5. SCOPE VOOR VERBETERING EN TOEKOMSTIGE RICHTING Volgend op de beschrijving van het SDM-beleid en de analyse van de case-studies, identificeert het rapport aspecten die zouden kunnen worden bekeken voor toekomstige verbetering en ontwikkeling. Er zijn de volgende typen: a) De risicogebaseerde benadering uitbreiden tot processen na toestemming. Dientengevolge zou punt 3.4 Toepassing van het beleid moeten worden herschreven om de monitoringbehoeften na toestemming te omvatten evenals scope afhankelijk van het risico van het apparaatproject. b) De criteria updaten voor de evaluatie van de schaal van het project, rekening houdend met nieuwe technologieën (specifiek offshore wind). c) Milieugevoeligheid: een set algemene criteria vaststellen voor de evaluatie van de milieugevoeligheid van een specifieke locatie en de methode om dat te doen. d) Technologierisico: updaten en herzien van de verwachte milieu-impacts van de verschillende technologieën om een algemene lijst van criteria vast te stellen voor de technologierisico-evaluatie. e) Het SDM-beleid stelt de behoefte vast om milieukenmerking van de installatie/projectlocatie te ondernemen als onderdeel van het proces voorafgaand aan toestemming. Ook zou een nuttige gids nodig zijn met daarin richtlijnen over de methode voor deze monitoring, zowel in de fase voorafgaand aan als na toestemming voor het project. f) Om het aspect van onzekerheid op te nemen in de risicogebaseerde benadering. Beoordelingen worden moeilijk als onzekerheden over milieu-impacts hoog zijn, en in sommige gevallen kunnen besluiten te veel nadruk leggen op milieuzorgen door zich te houden aan het voorzorgsprincipe. Beoordelingsmethodes die effectief en transparant gericht zijn op onzekerheden, zijn daarom nodig. 32

34 g) Evalueren van het mogelijke compenserende effect tussen de verschillende milieugevaren als het installatie- (of technologie-) risico wordt berekend volgens de methode die is uitgelegd in sectie 3.3 en onderzoeken van de mogelijkheid om milieufactoren gewogen mee te tellen. 33

35 6. REFERENTIES Kober, K., A. Webb, I. Win, M. Lewis, S. O Brien, L. J. Wilson and J. B. Reid, An analysis of the numbers and distribution of seabirds within the British Fishery Limit aimed at identifying areas that qualify as possible marine SPAs. JNCC report No blz. Macgillivray, A., H. Jeffrey, C. Hanmer, D. Magagna, A. Raventos and A. Badcock-Broe, Ocean Energy Technology: Gaps and Barriers. SI Ocean. Strategic initiative for ocean energy ( 64 blz. Simas, T., A. Moura, R. Batty, D. Thompson and J. Norris, Deliverable D6.3.1 Uncertainties regarding environmental impacts. A draft. Equitable Testing and Evaluation of Marine Energy Extraction Devices in terms of Performance, Cost and Environmental Impact (EQUIMAR, 19 blz. Simas, T., A. Moura, R. Batty, B. Wilson, D. Thompson, M. Lonergan and J. Norris, 2010a. Deliverable Uncertainties and road map. Equitable testing and evaluation of marine energy extraction devices in terms of performance, cost and environmental impact (EQUIMAR, 22 blz. Simas, T., A. Moura, R. Batty, B. Wilson, D. Thompson, M. Lonergan, J. Norris, M. Finn, G. Veron and M. Paillard, 2010b. Deliverable D Scientific guidelines on Environmental Assessment. Equitable Testing and Evaluation of Marine Energy Extraction Devices in terms of Performance, Cost and Environmental Impact (EQUIMAR, 24 blz. Simas, T., A. M. O Hagan, J. O Callaghan, S. Hamawi, D. Magagna, I. Bailey, D. Greaves, J.-B. Saulnier, D. Marina, J. Bald, C. Huertas and J. Sundberg, Review of consenting processes for ocean energy in selected European Union Member States. International Journal of Marine Energy, 9 (0):

DISCLAIMER

DISCLAIMER www.ricore-project.eu DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op http://ricore-project.eu/downloads/. Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De Directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN. 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer Pieter de Gooijer Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur

Nadere informatie

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new strategic approach ( Blueprint ) to sectoral cooperation

Nadere informatie

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen niet geautoriseerde Nederlandse vertaling Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen De feiten op een rijtje De EMA wil graag dat Europese burgers met zeldzame ziekten toegang hebben tot specifieke en werkzame

Nadere informatie

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Noordzeedagen Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Kader Ecologie en Cumulatie (KEC): cumulatieve effecten van offshore windparken op vogels, vleermuizen en zeezoogdieren in de zuidelijke Noordzee Maarten

Nadere informatie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Belgisch Biodiversiteits Platforum Belgisch Biodiversiteits Platforum Sonia Vanderhoeven Etienne Branquart [HET HARMONIA INFORMATIESYSTEEM EN HET ISEIA PROTOCOL] Verklarend document voor het Life + Project AlterIAS Oktober 2010 Algemene

Nadere informatie

Monte Carlo-analyses waarschijnlijkheids- en nauwkeurigheidsberekeningen van

Monte Carlo-analyses waarschijnlijkheids- en nauwkeurigheidsberekeningen van Waarom gebruiken we Monte Carlo analyses? Bert Brandts Monte Carlo-analyses waarschijnlijkheids- en nauwkeurigheidsberekeningen van gebeurtenissen kunnen een bruikbaar instrument zijn om de post Onvoorzien

Nadere informatie

(Tidal) Technology Center Grevelingendam (TTC-GD)

(Tidal) Technology Center Grevelingendam (TTC-GD) (Tidal) Technology Center Grevelingendam (TTC-GD) Basis voor: Laag-verval waterkracht en getijdenenergie Exportpotentieel voor De Nederlandse waterbouwsector 1 Agenda Introductie BT Projects Energie uit

Nadere informatie

Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018

Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018 Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018 - De verzekeringsmakelaars die hun beroepsactiviteiten uitoefenen in één of meerdere levensverzekeringstakken. - De andere verzekeringstussenpersonen

Nadere informatie

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015 ISO Revisions Nieuw en herzien Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015 Inleiding Dit document maakt een vergelijking tussen ISO 9001:2008 en de Final Draft International

Nadere informatie

ricore-project.eu DISCLAIMER

ricore-project.eu DISCLAIMER DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op http://ricore-project.eu/downloads/. Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien iets in deze vertaling

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 132/40 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/785 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame

Nadere informatie

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen bij kustverdediging Workshop Kustverdediging, visserij en toerisme : klimaatadaptatie warm aanbevolen?, Bredene 25 mei 2011 Overzicht 1. Internationaal adaptatiebeleid

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman

PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman Korte historie 2009: Nationale Waterplan! 2 windenergiegebieden aangewezen! Borssele en IJmuiden

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen IRO/CEDA lezing Bert Wilbrink (ministerie EZK) Suzanne Lubbe (RWS) 12 maart 2019 Inhoud presentatie Visie overheid op ecologische impact bouw

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie 27.3.2019 A8-0176/288 288 Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee Overweging 2 (2) Als wereldspeler in de oceanen en als de op vier na grootste producent van vis en schaal- en schelpdieren ter wereld, draagt

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

Evo Evolutionary Project Management. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

Evo Evolutionary Project Management. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Evo Evolutionary Project Management Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. EVO... 4 3. FASERING...

Nadere informatie

LIFE+: Verhalen uit de praktijk. Erik Jan Langkamp

LIFE+: Verhalen uit de praktijk. Erik Jan Langkamp LIFE+: Verhalen uit de praktijk Erik Jan Langkamp Evers + Manders subsidieadviseurs 19 adviseurs (Academisch+) Sectorspecialisatie, waaronder: o Water o Duurzame leefomgeving o Energie o Life Sciences

Nadere informatie

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.6.2018 COM(2018) 390 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken

Nadere informatie

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over het voorstel voor een verordening van het

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING Revisie van Bijlagen I, II en III en integratie van de Norm ISO 14001-2015 Sébastien Paquot Europese Commissie Agenda 1. Goedkeuring van de herziene bijlagen voornaamste wijzigingen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.10.2017 C(2017) 7136 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.10.2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de

Nadere informatie

TKI Wind op Zee Workshop Financiering

TKI Wind op Zee Workshop Financiering TKI Wind op Zee Workshop Financiering Met welk support regime worden ambities offshore wind NL bereikt? 7 mei 2013 Amersfoort Marco Karremans Wind op Zee cruciaal voor 16% duurzame energie in 2020 Doelstelling:

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.5.2018 L 132/35 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/784 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD OVER DE ES TRIN PROCEDURE VOOR ONTHEFFINGEN EN GELIJKWAARDIGHEDEN VAN DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VAN VOOR SPECIFIEKE VAARTUIGEN

INFORMATIEBLAD OVER DE ES TRIN PROCEDURE VOOR ONTHEFFINGEN EN GELIJKWAARDIGHEDEN VAN DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VAN VOOR SPECIFIEKE VAARTUIGEN INFORMATIEBLAD OVER DE PROCEDURE VOOR ONTHEFFINGEN EN GELIJKWAARDIGHEDEN VAN DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VAN ES TRIN VOOR SPECIFIEKE VAARTUIGEN Maart 2019 Europees Comité voor de opstelling van standaarden

Nadere informatie

Samenvatting. ENERQI Gids (Rapport nummer D3.2) 20 februari 2012

Samenvatting. ENERQI Gids (Rapport nummer D3.2) 20 februari 2012 Samenvatting ENERQI Gids (Rapport nummer D3.2) 20 februari 2012 Coordinator: DTV Consultants, Mr. Willem Buijs, PO Box 3559, 4800 DN, Breda Tel: +31 76 513 66 00 ENERQI@dtvconsultants.nl Start van het

Nadere informatie

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R.

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. Verwerking van advies Commissie m.e.r. (5 september 2017 / projectnummer 3228) in MER # Advies Commissie m.e.r. Waar beschreven in MER? 1 Essentiële

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 720, DE VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN DOCUMENTEN WAARIN GECONTROLEERDE FINANCIËLE OVERZICHTEN ZIJN OPGENOMEN

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

Zonnestroom en windstroom Samen meer

Zonnestroom en windstroom Samen meer Zonnestroom en windstroom Samen meer Van niche naar impact Wim Sinke -- Peter Eecen Perslunch ECN Amsterdam, CASA 400 2 juni 2015 www.ecn.nl Structuur Context klimaat + economie Uitzicht op 2050 Wind Technologie,

Nadere informatie

Goedgekeurd op 11 februari 2011

Goedgekeurd op 11 februari 2011 GROEP GEGEVENSBESCHERMING ARTIKEL 29 00327/11/NL WP 180 Advies 9/2011 betreffende het herziene voorstel van de industrie voor een effectbeoordelingskader wat betreft de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

Maarten Timmerman. Offshore Windenergie. Staalbouwdag / 2 oktober 2014

Maarten Timmerman. Offshore Windenergie. Staalbouwdag / 2 oktober 2014 Maarten Timmerman Offshore Windenergie Staalbouwdag / 2 oktober 2014 Wat doet TKI Wind op Zee? SEmuleert en faciliteert de ontwikkeling en implementaee van offshore windtechnologie voor de industrie (MKB)

Nadere informatie

http://keyconet.eun.org

http://keyconet.eun.org Europees Beleidsnetwerk met betrekking tot Sleutelcompetenties in het onderwijs http://keyconet.eun.org it her Health & Consumers Santé & Consommateurs Over het KeyCoNet project KeyCoNet (2012-14) is een

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt?

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt? DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID DIRECTORAAT C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN BURGERLIJKE VRIJHEDEN, JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.1.2018 C(2017) 9017 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.1.2018 ter aanvulling van Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad voor

Nadere informatie

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE Noordzeedagen Vlissingen, 2 oktober 2015 ARCADIS EN STICHTING TOEKOMSTBEELD DER TECHNIEK WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE NU EN IN DE TOEKOMST WELKOM! Eline van Onselen Stéphanie IJff Philip Drontmann

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

ISO 9001: Business in Control 2.0

ISO 9001: Business in Control 2.0 ISO 9001: 2015 Business in Control 2.0 Waarom Geintegreerd toepassen verschillende management normen Betere aansluiting normen op de strategie; zorgen voor een goede inbedding in de bedrijfsvoering WAAROM

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

NATUUR EN BIODIVERSITEIT NATUUR EN BIODIVERSITEIT Wat hebt u eraan? Biodiversiteit is de verscheidenheid van leven op onze planeet. Het is het fundament van ons welzijn en de economie. We zijn van de natuur afhankelijk voor ons

Nadere informatie

ISO 14001:2015 Readiness Review

ISO 14001:2015 Readiness Review ISO 14001:2015 Readiness Review Organisatie Adres Certificaat Nr. Contactpersoon Functie Telefoon Email BSI is vastbesloten ervoor te zorgen dat klanten die willen certificeren op ISO 14001:2015 een soepele

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

DISCLAIMER

DISCLAIMER www.ricore-project.eu DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op http://ricore-project.eu/downloads/. Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien

Nadere informatie

Safe production of Marine plants and use of Ocean Space. 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE

Safe production of Marine plants and use of Ocean Space. 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE Safe production of Marine plants and use of Ocean Space 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE Waarom dit project? De 2050 Challenge 2050: 10 billion people Voedsel Water

Nadere informatie

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen De wetgeving met betrekking tot machines en arbeidsmiddelen is niet eenvoudig. Er zijn diverse richtlijnen en wetten binnen de Europese Unie en

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.9.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0359/2012, ingediend door Maria Elena Solís Yánez (Spaanse nationaliteit), over de

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

TenneT. Strategie als netbeheerder op zee. Marco Kuijpers. Nationaal Windenergie Congres, 22 april 2015

TenneT. Strategie als netbeheerder op zee. Marco Kuijpers. Nationaal Windenergie Congres, 22 april 2015 TenneT Strategie als netbeheerder op zee Nationaal Windenergie Congres, 22 april 2015 Marco Kuijpers In deze presentatie TenneT in 20 seconden Netbeheerder op zee Stappen naar Net op zee Strategie TenneT

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

Inhoud presentatie 1. E+M. 2. Visie op subsidies. 3. LIFE kenmerken. 4. Voorbeeldproject Urban Adapt. 5. Ervaringen en Observaties

Inhoud presentatie 1. E+M. 2. Visie op subsidies. 3. LIFE kenmerken. 4. Voorbeeldproject Urban Adapt. 5. Ervaringen en Observaties Erik Jan Langkamp Inhoud presentatie 1. E+M 2. Visie op subsidies 3. LIFE kenmerken 4. Voorbeeldproject Urban Adapt 5. Ervaringen en Observaties 6. Succesfactoren en tips Evers + Manders subsidieadviseurs

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2002 (15.02) (OR. fr) 6226/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0033 (ACC) PECOS 47 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40158 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Sertlek, Hüseyin Ӧzkan Title: Aria of the Dutch North Sea Issue Date: 2016-06-09

Nadere informatie

TALENT KAMPIOENEN. www.epathways.eu. e-pathways CPD Handboek. Handboek nr. in serie

TALENT KAMPIOENEN. www.epathways.eu. e-pathways CPD Handboek. Handboek nr. in serie TALENT KAMPIOENEN e-pathways CPD Handboek Handboek nr. 15 in serie www.epathways.eu Wat zijn talentkampioenen? De pool met getalenteerd personeel is waarschijnlijk de grootste hulpbron die elke organisatie

Nadere informatie

INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN

INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN Inleiding De gewestelijke EPB-regelgevingen houden rekening met het energieverbruik voor koeling. Bovendien nemen de geldende regelgevingen voor nieuwe woningen

Nadere informatie

Doen of laten? Een dag zonder risico s is een dag niet geleefd

Doen of laten? Een dag zonder risico s is een dag niet geleefd Doen of laten? Een dag zonder risico s is een dag niet geleefd Wie, wat en hoe Eric Lopes Cardozo & Rik Jan van Hulst sturen naar succes Doel Delen van inzichten voor praktisch operationeel risico management

Nadere informatie

Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen.

Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen. Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen. Het Havenbedrijf Rotterdam wil investeren in de vermindering van de plastic soep. Samen met andere partijen gaan we de mogelijkheid onderzoeken

Nadere informatie

Offshore windenergie en de kansen voor de maritieme sector. Chris Westra General Manager

Offshore windenergie en de kansen voor de maritieme sector. Chris Westra General Manager Offshore windenergie en de kansen voor de maritieme sector. Chris Westra General Manager We@Sea 1973 2012 Energie potentieel van de Noordzee Offshore windturbineparken in NL Ronde 1 2 windturbineparken

Nadere informatie

CONCEPT. Criterium. De kennis en ervaring van de partij(en) die verantwoordelijk is/zijn voor het projectmanagement. windpark(en) op zee

CONCEPT. Criterium. De kennis en ervaring van de partij(en) die verantwoordelijk is/zijn voor het projectmanagement. windpark(en) op zee A 2 de partij(en) die verantwoordelijk is/zijn voor het projectmanagement leverancier(s) van de funderingen (en transitiestukken indien van toepassing) de betrokken partijen. Maximaal te behalen : aantal

Nadere informatie

Maatschappelijke acceptatie van energie projecten

Maatschappelijke acceptatie van energie projecten Maatschappelijke acceptatie van energie projecten Ynke Feenstra Ruimteconferentie 2011, workshop Energie en ruimte Rotterdam, 19 april 2011 www.ecn.nl Energieonderzoek Centrum Nederland 600 medewerkers

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 24.10.2018 L 265/3 VERORDENING (EU) 2018/1595 VAN DE CCOMMISSIE van 23 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

FS150422.7A. A: Beschrijving van de voorgestelde werkwijze B: Toelichting op het MSP en identificatie proces

FS150422.7A. A: Beschrijving van de voorgestelde werkwijze B: Toelichting op het MSP en identificatie proces FS150422.7A FORUM STANDAARDISATIE 22 april 2015 Agendapunt: 7. Internationaal Stuk 7A. Notitie omgang met standaarden van het Europese Multistakeholder Platform on ICT Standardisation Bijlage A: Beschrijving

Nadere informatie

Consultatie melden van nieuwe informatie

Consultatie melden van nieuwe informatie Consultatie melden van nieuwe informatie Bijlage 1. Tekst op de website voor meldingen door toelatinghouders Melding door toelatinghouders Gewasbeschermingsmiddelen Onmiddellijke melding door de toelatinghouder

Nadere informatie

ATLEC. Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum. State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting

ATLEC. Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum. State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting ATLEC Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting WP nummer WP titel Status WP2 State of the Art en Onderzoeksanalyse F Project startdatum

Nadere informatie

DISCLAIMER. ricore-project.eu

DISCLAIMER. ricore-project.eu DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op http://ricore-project.eu/downloads/. Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien iets in deze vertaling

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) PUBLIC 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad betreffende de

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 2.9.2010 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1356/2009, ingediend door O.C. (Ierse nationaliteit), over de voorziene aanleg van een elektriciteitsleiding

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 oktober 2003 (OR. fr) 14051/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0255 (COD) ENT 194 ENV 570 CODEC 1478 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur,

Nadere informatie

Demand Side Response in de praktijk

Demand Side Response in de praktijk Demand Side Response in de praktijk Verbeter uw bedrijfsresultaten Productreeks September 2017 De kracht van Demand Side Response Prestaties verbeteren Met Demand Side Response optimaliseert u het operationele

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD

Nadere informatie

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines De voorwaarden waaraan voldaan moet worden in het kader van de steunregeling voor kleine en middelgrote windturbines,

Nadere informatie

Beleidsdocument: Herregistratie van geneesmiddelen voor humaan gebruik ingeschreven via de nationale procedure

Beleidsdocument: Herregistratie van geneesmiddelen voor humaan gebruik ingeschreven via de nationale procedure OLLEGE TER BEOORDELING VAN GENEESIDDELEN Beleidsdocument: Herregistratie van geneesmiddelen voor humaan gebruik ingeschreven via de nationale procedure EB 42 14 maart 2013 EB-42 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 98 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

Vinci Rapport: Analyse van Deelname Nederlandse MKB bedrijven in Horizon2020 SME Instrument

Vinci Rapport: Analyse van Deelname Nederlandse MKB bedrijven in Horizon2020 SME Instrument Vinci Rapport: Analyse van Deelname Nederlandse MKB bedrijven in Horizon2020 SME Instrument Prof. Dr. Dries Faems, Rijksuniversiteit Groningen, d.l.m.faems@rug.nl Prof. Dr. Alberto Di Minin, Scuola Superiore

Nadere informatie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening. L 219/4 25.7.2014 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 799/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

Voor de offshore wind gaan: Kansen voor innovatief Nederland. David Molenaar. 27 november 2008 Siemens AG

Voor de offshore wind gaan: Kansen voor innovatief Nederland. David Molenaar. 27 november 2008 Siemens AG Voor de offshore wind gaan: Kansen voor innovatief Nederland David Molenaar Siemens Nederland N.V. Energy Renewables Wind Power 27 november 2008 1 Inhoud Siemens Energy Siemens offshore kenniscentrum :

Nadere informatie

Frisse Zeewind VISIE VAN DE NATUUR- EN MILIEUORGANISATIES OP DE ONTWIKKELING VAN WINDTURBINEPARKEN OFFSHORE

Frisse Zeewind VISIE VAN DE NATUUR- EN MILIEUORGANISATIES OP DE ONTWIKKELING VAN WINDTURBINEPARKEN OFFSHORE Frisse Zeewind VISIE VAN DE NATUUR- EN MILIEUORGANISATIES OP DE ONTWIKKELING VAN WINDTURBINEPARKEN OFFSHORE FRISSE ZEEWIND V ISIE VAN DE NATUUR- EN MILIEUORGANISATIES OP DE ONTWIKKELING VAN WINDTURBINEPARKEN

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) 11470/17 AGRILEG 145 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048947/06 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Gelet op artikel 62, derde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

Gelet op artikel 62, derde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie; Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ/, houdende regels over de toepassing van artikel 62, derde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie voor productie-installaties

Nadere informatie

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) 2019 Vragen en antwoorden Algemene informatie over de berekeningsmethode 1. Waarom is de berekeningsmethode die in de bijdrageperiode

Nadere informatie

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000 Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 11 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER...

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in

Nadere informatie

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s Documentcode: RvA-BR012-NL Versie 1, 22-12-2016 INHOUD 1. Toepassingsgebied 4 2. Definities en begrippen 5 3.

Nadere informatie

BIJLAGE I. EMEA/CVMP/495339/2007-NL november 2007 1/10

BIJLAGE I. EMEA/CVMP/495339/2007-NL november 2007 1/10 BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER/AANVRAGER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EMEA/CVMP/495339/2007-NL november

Nadere informatie

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Advies nr. 7/2014 (uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 322, lid 2, VWEU) over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr.

Nadere informatie