ricore-project.eu DISCLAIMER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ricore-project.eu DISCLAIMER"

Transcriptie

1 DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien iets in deze vertaling onduidelijk is. Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

2 WP 3 Resultaten 3.3 Ontwikkeling van risicoprofilering Rapport 3.3 PROJECTCOÖRDINATOR David Gray (Robert Gordon University) TAAKLEIDER Juan Bald (AZTI) AUTEURS Juan Bald (AZTI), Iratxe Menchaca (AZTI), Finlay Bennet (Marine Scotland), Pierre Mascarenhas (E-Cube Strategy Consultants). INDIENINGSDATUM 09 februari 2016 Vermelding Bald, J., Menchaca, I., Bennet, F. en Mascarenhas, P., Ontwikkeling van risicoprofilering. Rapport 3.3 RICORE Project. 83 blz. Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

3 Inhoud Samenvatting RiCORE project... 4 Samenvatting INLEIDING DOEL MILIEUGEVOELIGHEID Achtergrond Benadering Ontwikkelen van milieurisicoprofielen TECHNOLOGIERISICOPROFILERING Fysieke aanwezigheid van de installatie Icthyofauna Zeezoogdieren Vogels Landschap Fysieke aanwezigheid van ondersteunende bouwwerken Bentische gemeenschappen Icthyofauna Zeezoogdieren Integriteit van de zeebodem Dynamische effecten van installaties Icthyofauna Zeezoogdieren Vogels Mariene dynamica Chemische effecten Akoestische effecten Icthyofauna Zeezoogdieren Elektromagnetische velden Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

4 4.6.1 Icthyofauna Bentische gemeenschappen Zeezoogdieren en schildpadden SCHAAL VAN HET PROJECT Aanvankelijke risicobeoordeling van de schaal van het project binnen het SDM-beleid Risicobeoordeling van de schaal van het project Fysieke schaal van het project Duur van het project RISICOBEOORDELING Milieugevoeligheid Technologierisico (TR) Schaal van het project Algehele beoordeling BESPREKING CONCLUSIES REFERENTIES Dit project heeft financiering ontvangen van het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie onder subsidie-overeenkomst nr

5

6 Samenvatting RiCORE project Het doel van het RiCORE project (Risicogebaseerde toestemming voor offshore duurzame energie) is het vaststellen van een risicogebaseerde benadering voor toestemming waarbij het niveau van het vereiste milieu-onderzoek gebaseerd is op de gevoeligheid van het milieu van de locatie, het risicoprofiel van de technologie en de schaal van het voorgestelde project. Het project, dat subsidie heeft ontvangen van het onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie, Horizon 2020, loopt tussen 1 januari 2015 en 30 juni De toestemming voor duurzame offshore energie wordt vaak genoemd als een van de belangrijkste niet-technische barrières voor de ontwikkeling van deze sector. Een belangrijk aspect hiervan is de waargenomen onduidelijkheid die eigen is aan de potentiële milieu-impacts van nieuwe technologieën. Om ervoor te zorgen dat toestemming in overeenstemming is met de EU en nationale wetgeving, zoals de Milieu-effectrapportagerichtlijn (85/337/EEG) en de habitatrichtlijn (92/43/EEG), zijn kostbare en tijdrovende onderzoeken vereist, zelfs voor technologieën met een laag risico op locaties die niet de hoogste milieugevoeligheid hebben. Het RiCORE-project onderzoekt het juridische kader dat van kracht is in de lidstaten van de partners, om er zeker van te zijn dat het ontwikkelde kader van toepassing is voor uitrollen binnen deze lidstaten en in andere landen. Het volgende stadium van het RiCORE-project is het bespreken van de praktijken, methodes en implementatie van onderzoeken voorafgaand aan toestemming, na toestemming en monitoring na inzet. Hierdoor kan een feedbacklus de ontwikkeling van het risicogebaseerde kader voor de milieu-aspecten van toestemming van informatie voorzien en de best practice leveren. Het project bereikt deze doelen door contact met de relevante stakeholders waaronder de regelgevende instanties, industrie en MER-uitvoerders door middel van een serie expertworkshops en het ontwikkelen van hun uitkomsten in richtlijnen. Een belangrijk doel van het project is het verbeteren van toestemmingsprocessen, in lijn met de vereisten van de richtlijn duurzame energie (2009/28/EG) (specifiek artikel 4

7 13-1), om te zorgen voor een kostenefficiënte levering van de benodigde onderzoeken, duidelijke en transparante redeneringen voor ondernomen werkzaamheden, verbetering van het delen van kennis en verlagen van niet-technische barrières voor de otnwikkeling van de offshore duurzame energiesector zodat deze schone, veilige energie kan leveren. 5

8 Samenvatting Het hoofddoel van het RiCORe-project is zorgen voor de succesvolle ontwikkeling van offshore duurzame energie (ORE) in de EU-lidstaten door het verlagen van de kosten en tijd die nodig zijn om projecten met een laag milieurisico goed te keuren door de ontwikkeling van een risicogebaseerde benadering bij het goedkeuren van projecten, waarin de beoordeling van sleutelonderdelen van milieurisoco's door ORE-inzet wordt gestandaardiseerd. Het startpunt is de "Survey, Deploy and Monitor Licensing Policy Guidance (SDM) die is opgezet door Marine Scotland 1, en het project kijkt afzonderlijk naar het potentiële nut van een risicogebaseerde benadering om tijd en kosten te verlagen bij het verkrijgen van toestemmingen tijdens zowel onderzoek voorafgaand aan toestemming, als monitoring na ingebruikname. Het SDM-beleid is een hulpmiddel om regelgevende instanties en ontwikkelaars een effectieve risicogebaseerde benadering te beiden voor het verder ontwikkelen van golfslag- en getijdenenergievoorstellen, waarbij een gefaseerde ontwikkelingsbenadering/benadering in stappen mogelijk wordt gemaakt (waarbij gevoelige omgevingen worden vermeden). Dit rapport heeft tot doel bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de richtlijn van het SDM-beleid (Survey, Deploy and Monitor), die is ontwikkeld door Marine Scotland. Deze dient als richtlijn voor gebruikers die een risicogebaseerde benadering willen toepassen op lidstaatniveau. Hiervoor zijn de drie hoofdpilaren waarop deze benadering is gebaseerd, beoordeeld en verder ontwikkeld: (i) milieugevoeligheid van de locatie, (ii) het risicoprofiel van de technologie en (iii) de schaal van het voorgestelde project. Deel 3 bespreekt de benadering in Schotland voor de milieugevoeligheidsbeoordeeling met als doel het informeren van de overweging van die aspecten die andere lidstaten verder willen ontwikkelen

9 Deel 4 behandelt de identificatie van de belangrijkste impactpaden van MRE-projecten op het mariene milieu gebaseerd op de technologie-identificatie die is ondernomen in Rapport 3.2 (Mascarenhas et al., 2015). Deel 5 verfijnt of verbetert de parameters die zijn gebruikt om de schaal van het project te beschrijven door introductie van de fysieke schaal van het project (bezet oppervlak en opwekkingscapaciteit) en de duur van de projectparameters. Deel 6 ontwikkelt de methode voor de algehele beoordeling van het risico van een project, op basis van beoordelingen van milieugevoeligheid, projectschaal en technologierisico volgens de voorstellen uit de voorgaande delen. 7

10 1. INLEIDING Nu de wereld zich steeds meer richt op duurzame energiebronnen, vereisen de potentiële risico's van duurzame energieontwikkeling voor verschillende ecologische receptoren, benaderingen die potentiële schade kunnen voorspellen en die kunnen worden gebruikt voor het identificeren van de belangrijkste onderzoeksbehoeften om het risico voor ecoreceptoren voor en tijdens de werking te begrijpen en tolereren. Risico is in principe een maat voor de waarschijnlijkheid en de grootte van negatieve gevolgen van een gebeurtenis (Suter and Barnthouse, 1993). Volgens ISO omvat risicobeoordeling drie verschillende stappen (Figure 1): 1. Risico-identificatie omvat de identificatie van risicobronnen, gebieden van impact, gebeurtenissen (inclusief veranderingen in omstandigheden) en hun oorzaken en potentiële gevolgen. 2. Risicoanalyse omvat de processen om de aard van het risico te begrijpen en het risiconiveau te bepalen, wat de basis vormt voor risco-evaluatie en beslissingen over risicobehandeling. 3. Risicoevaluatie omvat de processen van het vergelijken van de resultaten van de risicoanalyse met risicocriteria om te bepalen of een risico en/of de grootte daarvan acceptabel of tolereerbaar zijn, helpend bij de beslissing over risicobehandeling. Ecologische risicobeoordeling (EcoRA) is een flexibel proces voor het organiseren en analyseren van gegevens, aannames en onzekerheden om de waarschijnlijkheid te evalueren van negatieve ecologische effecten die zich kunnen hebben voorgedaan of kunnen voordoen als gevolg van blootstelling aan een of meer stressfactoren met betrekking tot menselijke activiteiten (Hope, 2006). Ecologische risicobeoordeling wordt steeds meer gezien als een manier om wetenschap, beleid en beheer te 2 ISO 31000:2009(E). Risicomanagement - Principes en richtlijnen, ISO copyright office, Genève, Zwitserland, blz

11 integreren om het brede scala aan problemen met ecologische impactbeoordeling te behandelen (Cenr, 1999). Figure 1. Risicomanagementproces (van ISO ). De voordelen van het volgen van een kader voor ecologische risicobeoordeling zijn tweeledig: (a) het levert een kader voor het verzamelen van gegevens en evalueren of deze voldoende zijn voor besluitvorming en (b) het erkent, beschouwt en rapporteert onzekerheden bij het schatten van negatieve effecten van stressfactoren (vanwege de nationale variatie in ecosystemen en soortenpopulaties, is onzekerheid altijd tot op zekere hoogte aanwezig) (Chapman and Wang, 2000). Daarnaast is EcoRA een iteratief proces dat bestaat uit drie fases (Usepa, 1998) (Figure 2): 1. Probleemformulering 2. Analyse 3. Karakterisering van het risico. Volgens Harman et al. (2004) kunnen de resultaten van een ecologische risicobeoordeling worden gebruikt om: (i) het risico voor het milieu te bepalen dat 9

12 voortkomt uit energieontwikkelingsactiviteiten; (ii) te bepalen of deze risico's herstel vereisen; en (iii) potentiële herstellende reacties te bepalen. Figure 2. Ecologisch risicobeoordelingsproces (USEPA 1998). Sommige uitdagingen met betrekking tot EcoRA zijn: Het integreren van de zorgen van stakeholders en risicomanagers met de wetenschappelijke kennis van risicobeoordelaars. Het uitvoeren van risicobeoordeling die grote gebieden beslaan en waarbij meerdere stressfactoren betrokken zijn. Verder gaan dan de invloeden op afzonderlijke organismen en soorten voor het voorspellen van wijzigingen in populaties en ecosystemen. Het communiceren van ecologische risico's aan stakeholders. EcoRA is een goed gefundeerde methode die, naast de vele toepassingen op land, is gebruikt in mariene duurzame energie (Nunneri et al., 2008; Boehlert and Gill, 2010; 10

13 Stelzenmüller et al., 2010; Burger et al., 2011; Chou and Ongkowijoyo, 2014; Hammar et al., 2014). Het is bewezen als geschikte tool voor het structureren van de complexiteit en onzekerheden in verband met ecosysteemgebaseerde beoordelingen van opkomende oceaanenergietechnologieën. Hammar et al. (2014) hebben een EcoRA toegepast op een offshore windparkproject om een voor het milieu acceptabele ontwikkeling te garanderen en regelgevende instanties te helpen bij een geïnformeerde besluitvorming. Het kan worden gebruikt om ontwikkelaars de mogelijkheid te geven verantwoordelijkheid te nemen voor besluitvorming over gegevensverzameling voorafgaand aan aanvraag, om de beweegredenen achter voorgestelde gegevensverzameling volledig te begrijpen en om de kosten en voordelen van onderzoekswerk te begrijpen. Het laat ontwikkelaars de risico's begrijpen van het niet verzamelen van voldoende informatie voor een geschikte MER en de hierop volgende beperkingen die kunnen resulteren, in de vorm van beperkingsmaatregelen of andere vergunningsvoorwaarden (Sparling et al., 2015). Naast het gebruik van de informatie die is verzameld voor een EcoRa voor besluitvorming over het beheer van offshore uitsluitingszones, kan het ook worden gebruikt voor het vaststellen van openbaar beleid (Burger et al., 2011). In deze context heeft de Schotse regering een risicogebaseerde benadering aangenomen voor het toestemmen van prototypes en eerste iteratie-installaties en -stelsels in hun ontvangende omgevingen via de ontwikkeling van het SDM-beleid (Survey, Deploy and Monitor) 3 voor golfslag- en getijdenprojecten. SDM heeft als doel om de flexibiliteit in de Marine Scotland-benadering mogelijk te maken voor wat betreft locatiekenmerking en -monitoring in verband met de milieu-impacts van mariene installaties. Regelgevende instanties en statutaire adviseurs zoals Scottish Natural Heritage (SNH) kunnen de relatieve risico's bespreken die verband houden met verschillende projecten in verschillende locaties en een uitgebalanceerde en in verhouding zijnd beeld krijgen van het belang van de milieuproblemen die in elk geval naar voren komen. Met de groeiende en concurrerende vraag naar mariene

14 hulpbronnen, is het gericht op het verminderen van de complexiteit van maritiem beheer en het uiteindelijk verbeteren van het wetgevende kader voor mariene duurzame energie. 12

15 2. DOEL Het algemene doel van dit rapport is bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van de richtlijn van het SDM-beleid (Survey, Deploy and Monitor), die is ontwikkeld door Marine Scotland. Dieze dient als richtlijn voor gebruikers die een risicoprofiling benadering willen toepassen op lidstaatniveau. Conclusies worden gepresenteerd in het formaat van een checklist van de punten waar mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van risicoprofilering is geïdentificeerd door het RiCORE project. Om dit algemene doel te bereiken, gebruikt dit rapport de SDM-benadering sie is ontwikkeld in Schotland als casestudy. Er is overwogen waar de SDM-benadering als best practice wordt beschouwd en waar verdere ontwikkeling van risicoprofilering wordt aangeraden voor elk van de volgende punten: a) Milieu: ontwikkeling van het risicoprofiel voor milieugevoeligheid. Door het bekijken van de profiling van milieurisico's die wordt ondernomen door Marine Scotland, worden opties voor het verfijnen van de benadering op lidstaatniveau aangegeven. b) Technologie: ontwikkelen van het risicoprofiel voor de nieuwe technologieën die zijn geïdentificeerd in Rapport 3.2 en verbeteren van de profiling voor golfslag- en getijdentechnologie met internationale ervaring om een stevige basis te garanderen voor besluitvorming volgens het beleid. Dit gedeelte bekijkt de huidige kennis met betrekking tot belangrijke impactwegen tussen stressfactoren en receptoren. De inhoud kan worden gebruikt om technologierisicoprofilierng te informeren die wordt ondernomen op lidstaatniveau, daarbij erkennend dat de bewijsbasis voor het belang van impactwegen waarschijnlijk wijzigt in de loop der tijd. c) Schaal: overeenkomen wat kleine, middelgrote en grote schaal vormt voor de verschillende technologietypes. Dit is eerder gedefinieerd voor golfslag en 13

16 getijden als 10MW, 10-50MW en >50MW. Nieuwe aanbevelingen worden gedaan. Deze taken nemen nieuwe aanbevelingen op zich van: (i) taak 2.3 (D2.3) om te garanderen dat de risicoprofilering universeel wordt erkend en geaccepteerd; (ii) taak 3.1 (D3.1) waarin het SDM-beleid is bekeken om de basis te vormen voor de verdere ontwikkeling van het beleid naar andere nieuwe technologieën en de opname in het beleid van partnerlidstaten en (iii) taak 3.2 (D3.2) waarin nieuwe technologieën die momenteel worden ontwikkeld zijn bekekend, gericht op TRL 5-9, maar ervoor zorgend dat de scope de volgende tranche technologieën die worden ontwikkeld omvat, met name om uit te breiden om de verschillende opkomende drijvende windtechnologieën op te nemen. Het rapport bouwt voort op de bevindingen van Expertworkshops die zijn gehouden in Dunkeld, Perthshire (UK) op 9-10 november

17 3. MILIEUGEVOELIGHEID 3.1 Achtergrond Dit deel bespreekt de benadering in Schotland met als doel het informeren van de overweging van die aspecten die andere lidstaten verder willen ontwikkelen. Bij het ontwikkelen van het SDM-beleid (Survey, Deploy and Monitor) heeft Marine Scotland een kaartgebaseerd profiel ontwikkeld van milieugevoeligheden. Milieugevoeligheden werden gekarakteriseerd voor golfslagenergie-, getijdenenergie- en offshore windenergie-installaties. De gebruikte methodes zijn opgenomen in scopingonderzoekdocumenten voor elke set technologieën en zijn gepubliceerd in de Scottish Marine and Freshwater Science Report services (Davies and Watret, 2011). De gegevens die zijn gebruikt om afzonderlijke gevoeligheidslagen te creëren werden als de best beschikbare op het moment beschouwd en waren voornamelijk in handen van The Crown Estate in hun interne geografische informatiesysteem genaamd Marine Resource System (MaRS) (Davies et al., 2012). De scopingonderzoeken die de ontwikkeling van de milieugevoeligheidskaarten van het SDM-beleid hebben geïnformeerd, zijn ondernomen op een rasterschaal van 1,8 km, wat overeen kwam met de schaal waarop de resourcegebieden in kaart waren gebracht. De rapporten erkennen dat die resourcegebieden en bijbehorende gevoeligheden die voorkomen op kleinere ruimtelijke schaal, misschien slecht zijn weergegeven. Dit is het meest waarschijnlijk voor het geval van getijdenstroomresource vanwege het grote aantal kleine gebieden rondom Schotland waar een krachtige stroom kan voorkomen. Dit zijn o.a. gebieden bij landtongen en gebieden rondom drempels bij de ingangen naar smalle zeearmen (en die delen binnen zee-armen scheiden) en in kanalen en zeestraten tussen eilanden en tussen eilanden en grote landmassa's. Om overeenkomstige redenen kunnen zeer gelokaliseerde milieugevoeligheden misschien niet zijn opgenomen in de kaarten, waarbij de indicatieve aard van het project wordt benadrukt. 15

18 De scopingonderzoeken in 2011 hebben een eerder rapport uit 2010 (Harrald et al., 2010) geüpdated, door nieuwe informatie over het milieu op te nemen, samen met updates in de manier waarop onderliggende gegevens werden behandeld. Dit reflecteert een beleidsstrategie om continu het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs te gebruiken, met name met betrekking tot interacties met nieuwe installaties waarvan de potentiële impact bijbehorende wetenschappelijke onzekerheden kent die waarschijnlijk afnemen met de tijd. Dit wordt aanbevolen als best practice omdat conclusies gevoelig zijn voor technische factoren, zoals de categorisering van milieugegevenslagen als weergave van volledige of gedeeltelijke beperking op locatie van mariene duurzame energie, de gewichten die worden toegekend aan de lagen, en het classificeringsysteem dat wordt gebruikt om de algehele score's te creëren. 3.2 Benadering Bij het maken van een kaartweergave van milieugevoeligheid om het SDM-beleid te informeren, was het nodig om een aantal beslissingen te nemen met betrekking tot gegevens en hun gebruik in modellen die eveneens van toepassing zullen zijn op elk vergelijkbaar project. Deze beslissingen omvatten: Specificatie van de factoren die moeten worden meegewogen met betrekking tot de potentiële impact van energie-installaties, en de beschikbaarheid van ruimtelijke gegevens die kunnen worden meegenomen; Of bepaalde gevoeligheden moeten worden beschouwd als incompatibel met de aanwezigheid van energie-installaties, of dat de gevoeligheden moeten worden beschouwd als de aanwezigheid van gradaties van beperking voor de aanwezigheid van installaties (bijv. hoog, gemiddeld en laag); Het relatieve belang (weging en scoring) dat moet worden toegepast op verschillende gevoeligheden in de uiteindelijke integratie van algehele milieugevoeligheid; De relatieve kwaliteit, betrouwbaarheid an algehele stevigheid van gegevenslagen. 16

19 Het SDM-beleid heeft kaarten gecreëerd van gecombineerde gevoeligheden voor elke sociaal-culturele gevoeligheid, milieugevoeligheid en menselijke activiteiten (waaronder industrieel en commerciële visserij). De gecombineerde milieugevoeligheidlaag bestond uit een totaal van 19 afzonderlijke lagen (of factoren), waarvan elke werd gewogen en gescoord om de potentiële relatieve invloed te berekenen binnen de algehele gevoeligheid (Table 1). Table 1. Milieugevoeligheden gebruikt voor getijdenenergie in SDM-beleid: weging, scoring en relatieve invloed. Gegevenslaag Gewicht Maximum score Potentiële relatieve invloed Vogelreservaten Belangrijke vogelgebieden Lokale natuurreservaten Speciale milieubeheerzones Speciale beschermingszones Locaties van specifiek wetenschappelijk belang Offshore kandidaat SAC's en SPA's Offshore ontwerp SAC's en SPA's Offshore mnogelijke SAC's en SPA's RAMSAR-locaties Mogelijke zeehonden uittreklocaties Locaties van belang voor reuzenhaaien Kinderkamers voor commerciële vissoorten Paaigebieden voor commerciële vissoorten Onderzoeksgebieden voor potentiële Mariene Beschermde Gebieden (MPA's) 7 Onderzoeksgebieden voor zeevogelaggregaties Gebieden van belang voor broedende zeevogels Gebieden van belang voor zeevogels in de winter Locaties van belang voor zeezoogdieren In Schotland zijn deze vastgesteld in juni 2014 volgens de The Protection of Seals (Designation of Haul-Out Sites) (Scotland) Order 2014 ( 6 Coull, K.A., Johnstone, R en Rogers, S.I. (1998). Fisheries Sensitivity Maps in British Waters. Gepubliceerd en gedistribueerd door UKOOA Ltd., Aberdeen, 58 blz

20 Een algehele milieugevoeligheidslaag voor elke getijden-, golfslag en drijvende windtechnologie, waarin het feit dat elke technologie zijn eigen impactpaden heeft, wordt weergegeven. Daarom verschilt het relatieve belang van bepaalde gevoeligheden tussen de technologieën. Als voorbeeld, hoewel duikvogels relevant zijn voor alle technologieën, is hun aanwezigheid belangrijker met betrekking tot getijdentechnologieën (vanwege de potentie voor botsingen onder het oppervlak) en dus krijgt deze factor een hogere weging in de getijdengevoeligheidskaart dan op de kaart die is opgesteld voor golfslagstroom en drijvende windprojecten. Landschappelijke waarde of karakter, aan de andere kant, is weliswaar belangrijk voor de locatieselectie, maar wordt niet beschouwd als van invloed op de lengte van tijd waarop locatiekenmerkingsonderzoeken moeten worden uitgevoerd, en is daarom niet opgenomen. Er wordt vanuit gegaan dat voor elke risicogebaseerde kenmerking, de milieugevoeligheden een vergelijkbaar proces zouden volgen voor het identificeren van de afzonderlijke factoren die potentieel beïnvloed kunnen worden, en aanname van een scoresysteem voor het classificeren van het relatieve belang van elke factor in de algehele milieugevoeligheid. De specificatie van factoren is afhankelijk van beschikbare informatie en de mening van experts met betrekking tot de impactpotentie. Deze specificatie verschilt waarschijnlijk tussen lidstaten. Het algehele doel van het scoresysteem is ervoor te zorgen dat die milieugevoeligheden waarvan wordt gesteld dat ze belangrijker zijn voor de besluitvorming, relatief meer invloed krijgen (potentiële relative invloedkolom van Tabel 1). Het systeem van score en weging dat is aangenomen door Marine Scotland is gespecificeerd om statistische redenen om verbonden te zijn met MaRS en is niet noodzakelijkerwijd van toepassing op andere gegevenssets. Met betrekking tot het in kaart brengen van algehele milieugevoeligheid is er onder het SDM-beleid een classificering van beperkingsniveau geleverd in kaartvorm (Figure 3). Hierdoor kan onderscheid worden gemaakt tussen gebieden met een relatief hogere en lagere gevoeligheid. Bij het ontwikkelen van het SDM-beleid koos Marine Scotland ervoor de kaarten slechts als indicatief te beschouwen (d.w.z. het is mogelijk 18

21 dat specifieke locaties op lokale schaal een relatief hogere of lagere gevoeligheid hebben dan wordt getoond). Ontwikkelaars/aanvragers moeten deze informatie meenemen en de beste beschikbare locatiespecifieke informatie gebruiken om te bepalen welke aanvullende gegevens nodig kunnen zijn om MER/HRA uit te voeren (waar nodig) om te voldoen aan de vereisten van de richtlijnen, d.w.z. het identificeren en beschrijven van potentiële aanzienlijke effecten. Daarnaast zijn ze alleen relevant voor mariene duurzame energie (golfslag- en getijdenstroom) projecten en die factoren die invloed kunnen hebben op de duur van de locatiekenmerkingsonderzoeken. Ze zijn geen algehele beoordeling van de milieurijkheid of biodiversiteit van een locatie, noch van de volledige milieugevoeligheid of gevoeligheid voor andere vormen van ontwikkeling. Het opgegeven doel onder het SDM-beleid is dat de kaarten worden bijgewerkt en aangepast wanneer er meer gegevenssets beschikbaar komen en/of bestaande sets worden vernieuwd. 19

22 Figure 3. Output van het milieurestrictiemodel voor golfstroomenergieprojecten in Schotse wateren. Afkomstig uit Davies et al. (Davies et al., 2012). 20

23 3.3 Ontwikkelen van milieurisicoprofielen Volgend op raadpleging heeft Marine Scotland een algehele beoordeling van Hoge, Gemiddelde of Lage milieugevoeligheid toegekend aan bepaalde gebieden die worden overwogen voor projecten. Deze kwalitatieve benadering aan het eind van het proces voor het scoren van de algehele milieugevoeligheid is op dat moment aangenomen om een aantal redenen: Vanwege de zorg dat meer kwantitatieve benaderingen om onderscheid te maken tussen de milieugevoeligheidslagen een vals gevoel van stevigheid zou kunnen oproepen binnen wat uiteindelijk een subjectieve benadering was; De voorkeur voor een benadering die snel toepasbaar was; Hierdoor was een grotere mate van flexibiliteit in het proces mogelijk, waardoor consensus kon ontstaan rondom het bewijs dat beschikbaar was op het moment van besluitvorming; Door gewicht te geven aan de mening van experts was er een pragmatische interpretatie van beschikbaar bewijs mogelijk; Verdere ontwikkeling van meer kwantitatieve benaderingen moet rekening houden met de mate waarin ze de risicoprofilering met zekerheid kunnen verbeteren. De factoren die worden beschouwd als milieugevoeligheden volgens SMD reflecteerde algemene zorgen dat habitats en soorten die bescherming genieten onder de Vogel- en habitatrichtlijnen, of onder nationale wetgeving, prioriteit moeten krijgen. Andere lidstaten die dit plan voor de eerste keer uitvoeren, kunnen ervoor kiezen de factoren anders te wegen, of aanvullende of alternatieve factoren kiezen. De methode die is gebruikt om afzonderlijke milieurisicofactoren te combineren om te komen tot een algeheel milieurisico omvat kwantificatie die uiteindelijk is gebaseerd op een serie van expertbeoordelingen die de waarden reflecteren die waarschijnlijk moet worden toegekend aan elke milieufactor volgens het vergunningenregime voor 21

24 projectvoorstellen. In Schotlad maakt de FEAST-tool een beoordeling van de gevoeligheden van receptoren voor druk mogelijk ( met een duidelijke focus op het bepalen van de managementvereisten van Marine Protected Areas. Bestaand werk van dit type kan expertbeoordelingen informeren. Delphi-technieken moeten ook worden toegepast bij het beoordelen van de gevoeligheid van milieufactoren (Certain et al., 2015). Een belangrijke overweging voor lidstaten die het risicoprofiel voor milieugevoeligheid ontwikkelen, is dat ze misschien geen toegang hebben tot gegevenssets die kunnen worden gebruikt om het relatieve belang van de mariene omgeving ruimtelijk in kaart te brengen. Dit probleem is geïdentificeerd tijdens expertworkshops en wordt beschouwd als potentiële beperking die invloed heeft op de ontwikkeling van SDM in met name Portugal, Spanje en Ierland. Zorgen met betrekking tot de gegevenskwaliteit zijn ook meegenomen tijdens de ontwikkeling van het SDM-beleid in Schotland, waarbij waarnemers de ouderdom van sommige gegevenssets opmerkten, en de beperkte ruimtelijke dekking van andere. De aanbeveling is om het beste beschikbare bewijs te gebruiken. Waar er geen gegevens zijn van het lokale mariene milieu (bijv. er is niet geprobeerd om zeevogels op zee te monitoren), kan vaak worden verwezen naar bestaande uitgegeven literatuur ter informatie van het in kaart brengen. In het voorbeeld van zeevogels kan literatuur over de voederbereiken van zeevogels in kolonies worden gebruikt als er geen lokale gegevens bestaan. Tot slot, als de taak wordt herhaald in Schotland, zijn er verschillende nieuwe, aanvullende stukken informatie die kunnen worden gebruikt, die eerder niet beschikbaar waren. Recentelijk geïdentificeerde mariene beschermingsgebieden, en uittreklocaties van zeehonden langs de kustlijn, zijn hier voorbeelden van. 22

25 4. TECHNOLOGIERISICOPROFILERING De identificatie van de belangrijkste impactpaden van MRE-projecten in het mariene milieu is een van de conclusiepunten van Expertworkshop 3 in Dunkerk, Perthshire (UK). Het definiëren van een geschikte risicobeoordelingsbenadering omvat het bekijken van potentiële impacts. Daaruit volgt dat onderzieksvereisten moeten worden bepaald door de potentiële aanzienlijke impacts die zouden kunnen voortkomen uit een voorgesteld project. Deze impacts hangen af van de kenmerking van een project, waaronder het type energieopwekkingstechnologie, ondersteundende vaartuigen en te gebruiken infrastructuur. Volgens Rapport 3.2 (Mascarenhas et al., 2015) hebben 11 technologietypes al een mate van volwassenheid bereikt waardoor ze onmiddellijk kunnen profiteren van de risicogebaseerde benadering die wordt voorgesteld door het RiCORE-project. Een aantal van deze bevinden zich in de drijvende windcategorie (Table 2). Table 2. MRE-technologietypes geïdentificeerd in Rapport 3.2. Overgenomen uit Mascarenhas et al. (2015). Technologiecategorie Technologietype Technologiecategorie Getijde Tidal impoundment 9 Tidal stream - Horizontal axis turbine 8 Tidal stream - Enclosed Tips (Venturi) 8 Attenuator 8 Golfslag Point Absorber 7 Oscillating Wave Surge Converter 8 Oscillating Water Column (OWC) 7 Spar-horizontal axis WT 7-8 Drijvende wind Semi-submersible platform - Horizontal axis WT 8-9 Semi-submersible platform - Vertical axis WT 7 Tension leg - submerged platform 7 Ze hebben allemaal algemene aspecten die kunnen werken als stressfactoren (werking van het project die impacts kan genereren) voor verschillende receptoren 23

26 (milieufactoren die kunnen worden beïnvloed door de projectwerking) van het mariene milieu. Volgens Boehlert en Gill (2010), zijn de belangrijkste stressfactoren van MRE-projecten verbonden met: a) De fysieke aanwezigheid van de installatie. b) De fysieke aanwezigheid van verankeringen, ankerlijnen en ondersteunende structuren. c) De dynamische onderdelen van de installatie: de bewegende delen van de installatie kunnen leiden tot "het raken van schoepen". d) De chemicaliën die worden gebruikt in de installatie (hydraulische vloeistoffen, anode erosie en aangroeiwerende lak) en de vervuilende stoffen die lekken uit vaartuigen tijdens de in werking stelling, regelmatig onderhoud en het buiten gebruik nemen. e) De akoestische effecten tijdens in werking stelling, regelmatig onderhoud en werking van installatie, en tijdens het buiten gebruik nemen. f) Het elektromagnetische veld dat wordt gegenereerd tijdens de transmissie van de opgewekte elektriciteit door onder water liggende kabels tijdens de werking van de installatie. In de volgende delen worden de verschillende impactpaden van de MREtechnologietypes die zijn geïdentificeerd in Rapport 3.2 beschreven. Het doel is het leveren van de benodigde criteria aan de experts die zich bezig houden met de risicoanalyse van deze technologieën zodat ze een waarde van Laag, Gemiddeld of Hoog risico kunnen toekennen afhankelijk van de verwachte impacts. 24

27 4.1 Fysieke aanwezigheid van de installatie Zoals gesteld door Boehlert en Gill (2010) kan alleen al de aanwezigheid van nieuwe structuren in mariene ecosystemen resulteren in aanzienlijke wijzigingen in de habitat, zowel boven als onder het wateroppervlak Icthyofauna Over het algemeen kan elk artefact dat zich in zee bevindt een aantrekkend effect op visgemeenschappen veroorzaken, zeker als het drijvend is. Vergelijkbare effecten zijn geobserveerd door Morrisey et al. (2006) met betrekking tot drijvende structuren voor aquacultuur (viskooien, mosselnet, enz.). Dergelijke aantrekkingskrachten kunnen veranderingen in de soortsamenstelling veroorzaken in het onderzoeksgebied en de relatie roofdier-prooi wijzigen (Boehlert, 2008). Deze aanwezigheid van MREinstallaties op de zeebodem of hangend in de waterkolom kan werken als Fish Attractant Devices (FAD), en bepaalde zeezoogdieren aantrekken zoals is geobserveerd voor bepaalde vissoorten zoals kabeljauw, platvissen, zandalen, enz. (Dempster and Taquet, 2004; Wilhelmsson et al., 2006; Fayram and De Risi, 2007; Kramer et al., 2015). Aan het zeeoppervlak kunnen bepaalde golfslagapparaten aanzienlijke ruimte innemen die moet worden meegenomen als fysieke barrière voor migrerende oppervlaktedieren. Daarnaast kunnen apparaten langs de kustlijn en estuaria grote onbeweegbare en niet passeerbare objecten vormen voor migrerende soorten (Boehlert and Gill, 2010). Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van apparaten voor visgemeenschappen de volgende zijn: IP1: Veranderingen in gedrag van vissen; kan werken als visaantrekkende apparaten. IP2: Barrière voor beweging (een echt of beschouwd obstakel voor normale beweging van zeeleven tijdens migratie of dagelijkse activiteiten). 25

28 Al deze effecten worden duidelijk tijdens de werkingsfase van MRE-projecten Zeezoogdieren De aantrekking van vissen die is beschreven in deel kan er weer toe leiden dat andere mariene soorten zoals zeezoogdieren (walvisachtigen en zeeroofdieren) worden aangetrokken door de voedselmogelijkheid. Net zoals bij vissen, kunnen sommige golfslagapparaten aan het zeeoppervlak aanzienlijke gebieden in beslag nemen wat invloed kan hebben op migrerende oppervlaktedieren als fysieke barrière of verplaatsing uit het gebied stimuleren, waardoor ze verwijderd blijven van belangrijke voedsel-, voortplantings-, zoog- of rusthabitatten, of van belangrijke beweging en migratiecorridors. Zelfs als barrièreeffecten meer gerelateerd kunnen zijn aan het geluid dat wordt veroorzaakt door zowel golfslag- als getijdenapparaten, worden fysieke barrières een groter probleem met de inzet van stelsels. Daarnaast kunnen installaties langs de kustlijn en estuaria grote onbeweegbare en niet passeerbare objecten vormen voor migrerende soorten (Boehlert and Gill, 2010). Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van apparaten voor zeezoogdieren de volgende zijn: IP3: Veranderingen in gedrag van zeezoogdieren; kan werken als aantrekkende installaties. IP4: Barrière voor beweging (een echt of beschouwd obstakel voor beweging van zeeleven tijdens migratie of dagelijkse activiteiten) en verplaatsing van activiteiten zoals voeden, paren, groot brengen of rusten) Vogels Volgens Copping et al. (2013) kunnen, als de installatie invloed heeft aan het oppervlak, vogels worden aangetrokken tot de installatie of grote aantallen installaties mijden. Er is echter geen bewijs dat zeevogels waarschijnlijk vermijding of een extreme 26

29 verandering in verspreiding tonen als gevolg van de aanwezigheid van een Wave Energy Converter (WEC) (Lees et al., 2016). In het geval van offshore wind is de energie die wordt verbruikt door zeevogels die verdrongen zijn een zorgelijke impact (Masden et al., 2009). Voor volwassen vogels die afhankelijke jongen hebben, kan de aanvullende tijd door de verdringing een kritieke factor spelen voor de overleving van de kuikens. Energetische kosten voor volwassen kunnen een kleinere impact zijn voor de populatie. De potentiële impact op trekvogels over lange afstanden, worden als klein beschouwd, maar voor dagelijks trekkende vogels kunnen habitatfragmentatie op de lange termijn en verlengde routes gemiddelde effecten hebben op de samenstelling (Wilhelmsson et al., 2010). Bewijs tot nu toe suggereert dat vogels windturbinestructure mijden en goed kunnen navigeren door het stelsel van turbines (Desholm and Kahlert, 2005). Met betrekking tot botsingsrisico zijn vermijdingspercentages waarschijnlijk soortspecifiek (afhankelijk van verschillende factoren zoals gedragsreactie en manoeuvreerbaarheid tijdens vlucht), hoewel vroege beoordelingen van botsingsrisico met het 'Bandmodel" een vast 95% vermijdingspercentage voor alle soorten hebben aangenomen (Band, 2012; 2014). Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van apparaten voor vogels de volgende zijn: IP5: Verdringing. IP6: Botsingsrisico met turbineschoepen Landschap De effecten op het landschap tijdens de bouwfase worden voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van drijvende bouwwerken, machines en landapparatuur voor vaste bouwwerken in het gebied van toekomstige bezetting van de infrastructuur. Tijdens de werkingsfase komt de impact op het landschap voort uit de aanwezigheid van de bouwwerken zelf (zowel infrastructuren van drijvende installaties en 27

30 markeerboeien die meestal nodig zijn voor vaste bouwwerken). Met betrekking tot deze impact is het belangrijk te vermelden dat de meeste WEC's zich op het wateroppervlakniveau bevinden en daarom wordt een minimale visuele impact verwacht. Maar in het geval van drijvende of vaste windparken kunnen deze bouwwerken meer dan 100 m hoog zijn, met een rotordiameter tussen 100 en 130 m. In het geval van offshore facilieiten zoals tidal impoundment- en OWC-technologieën kunnen de wijzigingen van het onshore landschap aanzienlijk zijn. Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van installaties voor het landschap de volgende zijn: IP7: verandering van het landschap door de aanwezigheid van installaties. 4.2 Fysieke aanwezigheid van ondersteunende bouwwerken Onder water omvatten de apparaten boeien, kabelsystemen, harde vaste bouwwerken (zoals monopiles of jackets), rock scour bescherming, ankers, elektriciteitskabels, enz Bentische gemeenschappen Verankering leidt tot een wijziging in de bentische gemeenschappen via de voetafdruk van waar ze worden geplaatst (Energi en Elsam, 2005). Het verloren oppervlak en, dientengevolge, totaal beïnvloede biomassa hangt af van het totaal aantal bouwwerken dat is geïnstalleerd op de bodem en hun grootte. Aan de andere kant, als er nieuw materiaal onder water in de zee wordt aangebracht, wordt het gekoloniseerd door zeeorganismen. Met name in habitats met een zachte bodem, maar in bepaalde mate ook in gebieden met een voornamelijk harde bodem, kan de toevoeging van harde substraten, zoals verankeringsfunderingen, de heterogeniteit van de habitat en de biodiversiteit van sessiele organismen vergroten (Wilhelmsson et al., 2010). Typische koloniserende soorten omvatten sponzen, cnidaria, bryozoa en polychaeta en mobiele ongewervelden (zoals krabben, garnalen, inktvissen, enz.) die voorkomen in een gebied (Langhamer, 2010, 2012). Dit is een goed gedocumenteerd effect, met name voor wind- en getijdentechnologieën, maar ook in 28

31 kustbeschermingen, olie- en gasstructuren, enz. (Page et al., 1999; Petersen and Malm, 2006a; Vaselli et al., 2008; Wilhelmsson en Malm, 2008; Langhamer en Wilhelmsson, 2009; Langhamer et al., 2009; Langhamer, 2010, 2012; Krone et al., 2013a; Krone et al., 2013b; Munari, 2013; Wehkamp en Fischer, 2013a; Wehkamp en Fischer, 2013b; Broadhurst et al., 2014). MRE-installaties kunnen zo hard substraat leveren in gebieden en op dieptes die worden gedomineerd door zachte bodemhabitats. Dit kan gaten opvullen tussen natuurlijke gebieden met hard substraat en zo de biogeografische verdeling van soorten binnen een regio wijzigen (Bulleri en Airoldi, 2005) en ook de mogelijkheid van een mogelijk toegangspunt en stapsteen voor invasieve rotskustsoorten die worden toegevoerd als larven door ballastwater (Airoldi et al., 2005; Glasby et al., 2007; Villareal et al., 2007; David en Gollasch, 2008; Hulme et al., 2008; Simkanin et al., 2009). De installatie zelf kan ook een substraat vormen voor biovervuilende processen met vergelijkbare effecten als hierboven genoemd. Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van installaties voor bentische gemeenschappen de volgende zijn: IP8: toename van de heterogeniteit en biodiversiteit van sessiele en mobiele bentische organismen vanwege de toevoeging van hard substraat door verankeringen, funderingen en kabels. IP9: veranderingen in de biogeografische verdeling van hard substraatsoorten en toevoeging van pad voor invasieve soorten Icthyofauna De installatie van MRE-installaties kan ook mogelijkheden leveren voor het creëren en verbeteren van habitats waardoor het aantal vissen in een gebied toeneemt als ze rondom de ondersteunende bouwwerken van de installaties leven (op zoek naar bescherming, aanwezigheid van voedsel en gebruik van de bouwwerken als referentiepunt voor ruimtelijke oriëntatie) en de facto mariene beschermde gebieden 29

32 creëren als ander menselijk gebruik, zoals sleepnetvissen (wat een van de grootste bedreigingen is voor het mariene milieu voor zowel bentische als vissoorten) worden vermeden in de omgeving of binnen gebieden voor MRE-projecten. Dit rifvormend effect is gedocumenteerd en gehypotetiseerd voor getijden- (Broadhurst et al., 2014; Broadhurst en Orme, 2014) en wind- en golfslagprojecten (Page et al., 1999; Petersen and Malm, 2006b; Vaselli et al., 2008; Wilhelmsson en Malm, 2008; Inger et al., 2009; Langhamer en Wilhelmsson, 2009; Langhamer et al., 2009; Lindeboom et al., 2011; Krone et al., 2013a; Munari, 2013; Kramer et al., 2015). Als ze niet worden begraven, kan de fysieke aanwezigheid van stroomkabels ook bescherming bieden voor bentische vissen, met name jongen (Wilhelmsson et al., 2010). Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van ondersteunende bouwwerken voor visgemeenschappen de volgende zijn: IP10: rifvormend effect Zeezoogdieren Grote zeedieren zoals zeezoogdieren kunnen ook risico lopen door botsingen met of verstrikt raken in verankeringslijnen en kabels. Zoals gesteld door Boehlert en Gill (2010), voor apparaten met kabels en verankeringen, is de aard van de verankeringskabels (strak of slap, horizontaal of verticaal, diameter) van groot belang voor verstrikkingsproblemen. Desalniettemin vormen volgens Benjamins et al. (2014) verankeringen van MRE-apparaten waarschijnlijk geen groot risico voor de meeste megafauna. Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van ondersteunende bouwwerken voor zeezoogdieren de volgende zijn: IP11: verstrikking in en botsing met kabels en verankeringslijnen. 30

33 4.2.4 Integriteit van de zeebodem Tijdens de bouwfase zijn de effecten op sedimenten voornamelijk verbonden met opnieuw ophangen tijdens verankering en installatie van vaste installaties aan de bodem, en is dus een extreem tijdelijke impact in aard met een snel herstel (Bald et al., 2010). Tijdens de werkingsfase kunnen slepende of schurende materialen zoals kettingen, lijnen, touwen of kabels over de zeebodem worden verwacht. Kristof en Linfoot (2012) hebben een onderzoek uitgevoerd naar de schurende werking op bodemsedimenten en de daaruit volgende verstoring van bentische habitats van een typische (hoogte 19 m, diameter 16 m, massa 900 ton) golfslagenergieconverter (WEC) van het oscillerende waterkolomtype (OWC) met een driepuntsverankering geïnstalleerd in 40 m waterdiepte en een golfslagregime dat overeenkomt met regelmtige golven tussen 2 en 6 m hoog met een 8 sec. periode. De resultaten van het onderzoek toonden aan dat in regelmatige golven van 6 m hoogte en 8 sec. periode, het gebied van bentische habitats dat negatief werd beïnvloed door verankeringslijnen groter kan zijn dan 60 m 2. Ook kunnen verankeringen die worden gesleept na een uitzonderlijk zware storm invloed hebben op rotsstructuren, waardoor rotsen en stenen roteren en dus ook de sedimentaire bodem van het installatiegebied, indien aanwezig. Volgens Fairely et al. (2015) kan het installeren van getijdenturbines in locaties met mobiele sedimenten leiden tot wijzigingen in het sedimentvervoerregime en ook in de morfologie van zanderige gebieden. Een ander effect van verankeringen vormt de artificialisatie van substraat. Als verankeringspunten zich voornamelijk bevinden op sedimentaire bodems, kan een accumulatie van ankers leiden tot een aanzienlijke verandering in de verhouding tussen hard/zacht substraat in het installatiegebied (Bald et al., 2010). Dus kunnen de belangrijkste impactpaden door de fysieke aanwezigheid van ondersteunende bouwwerken voor integriteit van de zeebodem de volgende zijn: 31

34 IP12: slepen of schuren van materialen zoals kettingen, lijnen, touwen of kabels over de zeebodem en veranderingen in sedimenttransportregime en de morfologie van zanderige gebieden. IP13: artificialisatie en verandering in verhouding van hard/zacht substraat in het installatiegebied. 4.3 Dynamische effecten van installaties Dynamische onderdelen van MRE-installaties (roterende getijdenturbineschoepen, de verschillende golfslagapparaten die oscilleren, balanceren en bewegen als golven langskomen en offshore windapparaten) kunnen inwerken op de mariene omgeving. Zoals gesteld door Boehlert en Gill (2010) kunnen bewegende delen van MREtechnologieën leiden tot "raken door schoepen". Vanwege de grote variëteit in MREtechnologieën kunnen dynamische onderdelen van deze technologieën zich boven of onder het zeeoppervlak bevinden en kunnen hun potentiële milieu-impacts variëren. In-water turbines (zoals stroom- of getijdenenergieapparaten) bewegen over het algemeen bij lagere snelheden en dus is de waarschijnlijkheid van raken door schoepen lager. De snelheid van de punt van sommige horizontale as rotoren kan echter een probleem zijn voor walvisachtigen, vissen of duikvogels (Wilson et al., 2007). De potentie dat zeezoogdieren botsen met de bewegende onderdelen van getijdenapparatuur, met name de rotoren van horizontale as getijdenstroomturbines, is een grote zorg voor toestemming en vergunningen voor projecten (Sparling et al., 2015). In het geval van windenergieapparatuur is de interactie tussen vogels en windturbines de meest uitgebreid onderzochte milieuzorg met betrekking tot windenergie. Dit botsinsrisico/raken door schoepen is een veel waarschijnlijkere milieuzorg voor offshore wind dan voor getijdenstroom. 32

35 4.3.1 Icthyofauna Verschillende veldonderzoeken hebben zich gericht op het evalueren van het potentiële risico voor vissen om te botsen met golf- en getijdentechnologieën en hebben aangetoond dat er een lage waarschijnlijkheid is van het samengaan van vissen en een roterende turbine bij stromen sterker dan 1 m/s, dit gedrag kan echter soortspecifiek zijn en het risico kan groter zijn bij grotere vissen (Hammar et al., 2013; Broadhurst et al., 2014; Viehman en Zydlewski, 2015). Laboratorium en semigecontroleerde veldonderzoeken suggereren hoge overlevingspercentages (> 95%) van vissen nadat ze door turbinerotor aangedreven gebieden doorkruisten (Amaral et al., 2015; Castro-Santos en Haro, 2015). Andere onderzoeken hebben het gebruik van numerieke modellen omvat (Romero-Gomez en Richmond, 2014; Hammar et al., 2015) en suggereren een botsingswaarschijnlijkheid van 1 tot 10%. Het risico neemt toe als functie van de turbinediameter en stroomsnelheid. Dus kunnen de belangrijkste dynamische effecten door installaties voor visgemeenschappen de volgende zijn: IP14: botsing met bouwwerken en bewegende onderdelen Zeezoogdieren Hoewel er vooruitgang is geboekt op modelgebied (Wilson et al., 2007; Carlson et al., 2014; Band, 2015) is er nog steeds gebrek aan empirische gegevens die het gedrag van zeezoogdieren rondom werkende getijdenturbines beschrijven, wat het begrip en de voorspelling van hoe MRE-projecten zeezoogdieren kunnen beïnvloeden, beperkt. De huidige onzekerheid over de aard en grootte van botsingsrisico vertraagt de ontwikkelingssnelheid van de getijdenenergiebranche in sommige delen van de wereld. Slechts weinig onderzoeken naar de gevolgen van een dier dat botst met een MREinstallatie zijn voltooid. Veel van het werk over zeezoogdieren in getijdenomgevingen is gericht op bruinvissen (Pierpoint, 2008; Marubini et al., 2009; Embling et al., 2010; 33

36 Wilson et al., 2014; Macaulay et al., 2015). Al deze onderzoeken hebben het belang van baselinedichtheid en gedrag (dagverloopvariatie in diepte) van zeezoogdieren onderstreept als belangrijke voorspeller van botsingsrisico. Directe observaties van zeezoogdieren zijn gemaakt bij Marine Current Turbine's (MCT's) SeaGen in Strangford Lough, Noord-Ierland, en OpenHydro's open-center turbine in het European Marine Energy Centre (EMEC), Orkney, Schotland. Bij SeaGen is er geen impact op zeezoogdieren door de getijdenturbine opgemerkt (Keenan et al., 2011; Savidge et al., 2014). Bij Open Hydro's open-center turbine zijn er geen directe interacties tussen zeezoogdieren en turbines waargenomen, en er waren regelmatige observaties van zeezoogdieren (zeehonden, bruinvissen en kleine walvissen) rondom de turbine (Copping et al., 2013). Modellen van botsingen tonen dat het risico op botsingen varieert binnen de getijdencyclus vanwege verschillen in rotorsnelheid door de stroomsnelheid, nadersnelheden van dieren, enz. en met variatie in aanwezigheid van dieren binnen de getijdencyclus (Wilson et al., 2007; Pierpoint, 2008; Wilson et al., 2013; Carlson et al., 2014; Sparling et al., 2015; Thompson et al., 2015b). Dus kunnen de belangrijkste dynamische effecten door installaties voor zeezoogdieren de volgende zijn: IP15: botsing met bouwwerken en bewegende onderdelen Vogels a) Windturbines De impacts van mariene windenergie-installaties op vogels zijn behandeld in diverse onderzoeken (Chamberlain et al., 2006; Larsen and Guillemette, 2007; Wilson et al., 2007; Minerals Management Service, 2008; Masden et al., 2009; Wilhelmsson et al., 2010; Band, 2012; Band, 2014; Grant et al., 2014; Henkel et al., 2014). Er wordt breed gesuggereerd dat het botsingsrisico met offshore windturbines minimale sterfte binnen populaties veroorzaakt. Er zijn echter nog aanzienlijke onderzoekshiaten (bijv. 34

ricore-project.eu DISCLAIMER

ricore-project.eu DISCLAIMER DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op http://ricore-project.eu/downloads/. Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien iets in deze vertaling

Nadere informatie

DISCLAIMER

DISCLAIMER www.ricore-project.eu DISCLAIMER De originele versie van dit document werd in het Engels opgemaakt, en is beschikbaar op http://ricore-project.eu/downloads/. Gelieve de Engelse versie te raadplegen indien

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40158 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Sertlek, Hüseyin Ӧzkan Title: Aria of the Dutch North Sea Issue Date: 2016-06-09

Nadere informatie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Belgisch Biodiversiteits Platforum Belgisch Biodiversiteits Platforum Sonia Vanderhoeven Etienne Branquart [HET HARMONIA INFORMATIESYSTEEM EN HET ISEIA PROTOCOL] Verklarend document voor het Life + Project AlterIAS Oktober 2010 Algemene

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38704 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Shafiei Sabet, Saeed Title: The noisy underwater world : the effect of sound on

Nadere informatie

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen IRO/CEDA lezing Bert Wilbrink (ministerie EZK) Suzanne Lubbe (RWS) 12 maart 2019 Inhoud presentatie Visie overheid op ecologische impact bouw

Nadere informatie

Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018

Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018 Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018 - De verzekeringsmakelaars die hun beroepsactiviteiten uitoefenen in één of meerdere levensverzekeringstakken. - De andere verzekeringstussenpersonen

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Richtlijn van de Commissie

BIJLAGE. bij. Richtlijn van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2017 C(2017) 2842 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Richtlijn van de Commissie tot wijziging van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de indicatieve

Nadere informatie

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Noordzeedagen Kennis Beleid Beheer Wind op Zee Kader Ecologie en Cumulatie (KEC): cumulatieve effecten van offshore windparken op vogels, vleermuizen en zeezoogdieren in de zuidelijke Noordzee Maarten

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/968 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/968 VAN DE COMMISSIE 10.7.2018 L 174/5 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/968 VAN DE COMMISSIE van 30 april 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft risicobeoordelingen

Nadere informatie

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? ... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Voornemen

BIJLAGE 2. Voornemen BIJLAGE 2 Voornemen 1 NADERE OMSCHRIJVING VOORNEMEN De volgende paragrafen beschrijven de onderdelen van het voornemen in meer detail: Individuele turbines; Turbineopstellingen; Type funderingen; Aanlegwijzen

Nadere informatie

PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman

PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur. Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman PlanMER/PB Structuurvisie Wind op Zee Resultaten beoordeling Natuur Windkracht14 22 januari 2014 Erik Zigterman Korte historie 2009: Nationale Waterplan! 2 windenergiegebieden aangewezen! Borssele en IJmuiden

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De Directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN. 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer Pieter de Gooijer Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen De wetgeving met betrekking tot machines en arbeidsmiddelen is niet eenvoudig. Er zijn diverse richtlijnen en wetten binnen de Europese Unie en

Nadere informatie

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015

Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015 ISO Revisions Nieuw en herzien Vergelijking van de eisen in ISO 9001:2008 met die in ISO FDIS 9001:2015 Inleiding Dit document maakt een vergelijking tussen ISO 9001:2008 en de Final Draft International

Nadere informatie

Zonnestroom en windstroom Samen meer

Zonnestroom en windstroom Samen meer Zonnestroom en windstroom Samen meer Van niche naar impact Wim Sinke -- Peter Eecen Perslunch ECN Amsterdam, CASA 400 2 juni 2015 www.ecn.nl Structuur Context klimaat + economie Uitzicht op 2050 Wind Technologie,

Nadere informatie

Correlatie: Kerndoelen W T - Curriculum Noord-Amerika - Mad Science Nederland. Amerikaans Curriculum. Wetenschappelijk onderzoek doen

Correlatie: Kerndoelen W T - Curriculum Noord-Amerika - Mad Science Nederland. Amerikaans Curriculum. Wetenschappelijk onderzoek doen GROEP 1 + 2 onderzoek is een set van samenhangende processen gebruikt om vragen te stellen over de natuurlijke wereld en het onderzoeken naar verschijnselen. alle lessen aan techniek werken Sommige zaken

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/27 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2017/845 VAN DE COMMISSIE van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de indicatieve lijsten van elementen

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

Adaptief beheer van everzwijnen. 11/05/2012 Jim Casaer & Thomas Scheppers

Adaptief beheer van everzwijnen. 11/05/2012 Jim Casaer & Thomas Scheppers Adaptief beheer van everzwijnen 11/05/2012 Jim Casaer & Thomas Scheppers Adaptief beheer?? Maatwerk Onzekerheden Participatief overleg ~ belanghebbenden Monitoring Doelstellingen, indicatoren Leren door

Nadere informatie

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen

Nadere informatie

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord 74100160-NMEA/PGR 11-0259 Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord Arnhem, 3 februari 2011 Auteurs Merih Cibis, Hans Cleijne In opdracht

Nadere informatie

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R.

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. Verwerking van advies Commissie m.e.r. (5 september 2017 / projectnummer 3228) in MER # Advies Commissie m.e.r. Waar beschreven in MER? 1 Essentiële

Nadere informatie

Wind op Zee: Effecten van onderwatergeluid? Christ de Jong

Wind op Zee: Effecten van onderwatergeluid? Christ de Jong Wind op Zee: Christ de Jong Mogelijke effekten van onderwatergeluid op zeeleven Verstoring van gedrag: Geluid is hét middel voor orientatie en communicatie Stress Gehoorbeschadiging: Temporary Threshold

Nadere informatie

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over het voorstel voor een verordening van het

Nadere informatie

Effectief Risicomanagement. Peter Heijmans, senior adviseur

Effectief Risicomanagement. Peter Heijmans, senior adviseur Effectief Risicomanagement Peter Heijmans, senior adviseur De uitdaging De gezondheidszorg wordt steeds complexer. Uitdagingen worden groter. KERTEZA biedt oplossingen in de zorgsector. Onze missie De

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult Kleine windturbines Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur Filip Arnou Green Energy Consult Windenergie De wind is een onuitputtelijke en natuurlijke bron om elektriciteit

Nadere informatie

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.3.2019 C(2019) 1848 final GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE van 13.3.2019 tot vaststelling van het meerjarenprogramma van de Unie voor de verzameling en het beheer

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Waddenfonds. Nr. 390 1 augustus 2016 Verordening van 30 juni 2016 van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling

Nadere informatie

VISUELE EFFECT RAPPORTAGE

VISUELE EFFECT RAPPORTAGE VISUELE EFFECT RAPPORTAGE Windturbines in het Hattemerbroek Steffen Nijhuis Ph.D.-can TU Delft, Faculteit Bouwkunde Leerstoel Landschapsarchitectuur s.nijhuis@tudelft.nl 4 januari 2010 1. Visueel-ruimtelijke

Nadere informatie

MARIN onderzoek

MARIN onderzoek MARIN onderzoek 2010-2014 Technologie Plan Henk Prins - MARIN 1 Ontstaan technologie plan Evaluatie van huidige onderzoek Kennis audit Adviesraad R&D seminar 2008 Vaststellen onderzoekslijnen Toetsing

Nadere informatie

Risico's en veiligheid

Risico's en veiligheid Risico's en veiligheid Nationaal Symposium Schoon Fossiel voor Nederland Mart van Bracht, Directeur Kennis, TNO B&O Infrastructuur voor schoonfossiele energie Risicobeheersing Operationele fase Post-operationele

Nadere informatie

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new strategic approach ( Blueprint ) to sectoral cooperation

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

Big Data: wat is het en waarom is het belangrijk?

Big Data: wat is het en waarom is het belangrijk? Big Data: wat is het en waarom is het belangrijk? 01000111101001110111001100110110011001 Hoeveelheid 10x Toename van de hoeveelheid data elke vijf jaar Big Data Snelheid 4.3 Aantal verbonden apparaten

Nadere informatie

Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming

Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming Aanbeveling 5: Investeer in effectieve gebiedsbescherming De Taskforce Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen adviseert: Het verleden leert dat gebiedsbescherming een succesvolle strategie kan zijn,

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

NATUUR EN BIODIVERSITEIT NATUUR EN BIODIVERSITEIT Wat hebt u eraan? Biodiversiteit is de verscheidenheid van leven op onze planeet. Het is het fundament van ons welzijn en de economie. We zijn van de natuur afhankelijk voor ons

Nadere informatie

100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL

100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL TIDAL POWER 100 MW GETIJDENENERGIE 100% VOORSPELBAAR 100% FLEXIBEL In 2025 100.000 Zeeuwse huishoudens voorzien van duurzame electriciteit uit getijdenenergie met een totale CO2-reductie van 140.000 ton

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Noordzee 2050 gebiedsagenda

Noordzee 2050 gebiedsagenda Noordzee 2050 gebiedsagenda MUST bijeenkomst Amsterdam Humans do not live @ sea Jeroen Vis g.a.j.vis@minez.nl www.noordzeeloket.nl Hoe gaan we met de (Noord)zee om? Een zee aan ruimte Geen zee te hoog

Nadere informatie

BEVRAGING LEDEN FMC MARIEN RUIMTELIJK PLAN

BEVRAGING LEDEN FMC MARIEN RUIMTELIJK PLAN BEVRAGING LEDEN FMC MARIEN RUIMTELIJK PLAN De federale overheid heeft een oproep gelanceerd om voorstellen in te dienen in het kader van de herziening van het Marien Ruimtelijk Plan voor de periode 2020-2026.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen niet geautoriseerde Nederlandse vertaling Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen De feiten op een rijtje De EMA wil graag dat Europese burgers met zeldzame ziekten toegang hebben tot specifieke en werkzame

Nadere informatie

Programma 14 november middag. Risicomanagement Modellen. Strategisch risicomanagement

Programma 14 november middag. Risicomanagement Modellen. Strategisch risicomanagement Programma 14 november middag Risicomanagement Modellen Strategisch risicomanagement Kaplan 1www.risicomanagementacademie.nl 2www.risicomanagementacademie.nl Risicomanagement modellen Verscheidenheid normen

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie 27.3.2019 A8-0176/288 288 Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee Overweging 2 (2) Als wereldspeler in de oceanen en als de op vier na grootste producent van vis en schaal- en schelpdieren ter wereld, draagt

Nadere informatie

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening gehouden met de omvang en het type

Nadere informatie

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen September 12, 2012 Deze marktstudie werd uitgevoerd in samenwerking met Gfk Significant uit Leuven. 1 Gemeenten van de 308 Vlaamse gemeenten werden geïnterviewed.

Nadere informatie

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam

Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Risicomanagement en NARIS gemeente Amsterdam Robert t Hart / Geert Haisma 26 september 2013 r.hart@risicomanagement.nl / haisma@risicomanagement.nl 1www.risicomanagement.nl Visie risicomanagement Gemeenten

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Introductie Natuurversterking in windparken Wind op zee na 2035

Introductie Natuurversterking in windparken Wind op zee na 2035 Agenda Introductie Floris v. Hest (SDN) Natuurversterking in windparken Keuzemenu natuurversterking in windparken Guido Schild 10.10-10.20 Stellingen natuur in windparken (interactieve sessie) Tinka Murk

Nadere informatie

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE Noordzeedagen Vlissingen, 2 oktober 2015 ARCADIS EN STICHTING TOEKOMSTBEELD DER TECHNIEK WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE NU EN IN DE TOEKOMST WELKOM! Eline van Onselen Stéphanie IJff Philip Drontmann

Nadere informatie

Business Workflow innovaties in SAP S/4 HANA

Business Workflow innovaties in SAP S/4 HANA Business Workflow innovaties in SAP S/4 HANA Op dit moment vindt er wereldwijd een technologie gebaseerde bedrijfsrevolutie plaats die op het eerste gezicht geen grenzen kent. Met zeer grote snelheid worden

Nadere informatie

Beweging van zeezoogdieren in de Noordzee

Beweging van zeezoogdieren in de Noordzee Beweging van zeezoogdieren in de Noordzee Geert Aarts In samenwerking met Sophie Brasseur, Roger Kirkwood, Peter Reijnders, Steve Geelhoed, Meike Scheidat en vele anderen... Waarom bewegen? Geert Aarts

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

Samenvatting. Hoe wordt (vermijdbare) ziektelast geschat?

Samenvatting. Hoe wordt (vermijdbare) ziektelast geschat? Samenvatting Hoe wordt (vermijdbare) ziektelast geschat? Een van de hoofddoelen van het milieubeleid in ons land is bijdragen aan een betere volksgezondheid. Dat kan door schadelijke invloeden te verminderen,

Nadere informatie

Toekomstverwachtingen en onderzoek uitdagingen in windenergie

Toekomstverwachtingen en onderzoek uitdagingen in windenergie Toekomstverwachtingen en onderzoek uitdagingen in windenergie Gijs van Kuik, em. HL TU-Delft 3 april 2017 Waar staat windenergie: 164 m Ø 8 MW turbine 5 windcentrales van 700 MW in de Noordzee Inbedding

Nadere informatie

BELGISCHE ERVARINGEN MET WINDMOLENPARKEN OP ZEE

BELGISCHE ERVARINGEN MET WINDMOLENPARKEN OP ZEE BELGISCHE ERVARINGEN MET WINDMOLENPARKEN OP ZEE ir Sylvie RAYMACKERS GeoSea 05/10/2013 INHOUD Inleiding Geologie van het Belgisch continentaal plat Funderingstypes en aspecten installatie Gravitaire funderingen

Nadere informatie

Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH

Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH Ref.: ECHA-11-FS-06-NL ISBN-13: 978-92-9217-609-9 Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH Een van de hoofdredenen voor het uitwerken en aannemen van de REACH-verordening was

Nadere informatie

LABORATORIUM TESTS IDENTIFICEERT HET SCALEWATCHER EFFECT OP BIO FILMS

LABORATORIUM TESTS IDENTIFICEERT HET SCALEWATCHER EFFECT OP BIO FILMS LABORATORIUM TESTS IDENTIFICEERT HET SCALEWATCHER EFFECT OP BIO FILMS De Scalewatcher Elektronische Water Conditioner heeft bewezen een duidelijk effect te hebben op de ontwikkeling en het bestaan van

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Hoezo dé nieuwe ISO-normen?

Hoezo dé nieuwe ISO-normen? De nieuwe ISO-normen Dick Hortensius Senior consultant Managementsystemen NEN Milieu & Maatschappij dick.hortensius@nen.nl 1 Hoezo dé nieuwe ISO-normen? 2 1 De cijfers voor Nederland (eind 2013) Norm Aantal

Nadere informatie

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd.

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. TH-MI Motivation Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 30-08-2013 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 30-08-2013. OVER DE MOTIVATION

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/37037 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/37037 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37037 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Lupatini, Manoeli Title: Microbial communities in Pampa soils : impact of land-use

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Implicaties van de Sociale Gedragspraktijkentheorie voor het Duurzaam Ontwerpen

Implicaties van de Sociale Gedragspraktijkentheorie voor het Duurzaam Ontwerpen Samenvatting Implicaties van de Sociale Gedragspraktijkentheorie voor het Duurzaam Ontwerpen Doel van dit proefschrift is om bij te dragen aan de ontwikkeling van methoden voor het ontwerpen van duurzame,

Nadere informatie

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018

Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk. 4 oktober 2018 Wind experience innogy windpark Kattenberg Reedijk 4 oktober 2018 Agenda 13:30 14:15 uur 14:15 14:30 uur 14:30 15:30 uur 15:45 uur Presentatie innogy Busreis naar windpark Bezoek Windpark Kattenberg Reedijk

Nadere informatie

Recognition and Detection of Objects Using Visual and Textual Cues S. Karaoğlu

Recognition and Detection of Objects Using Visual and Textual Cues S. Karaoğlu Recognition and Detection of Objects Using Visual and Textual Cues S. Karaoğlu Samenvatting Met dit proefschrift richten we onze aandacht op object herkenning en detectie voor een beter begrip in afbeeldingen.

Nadere informatie

DATAMODELLERING SIPOC

DATAMODELLERING SIPOC DATAMODELLERING SIPOC Inleiding In dit whitepaper wordt de datamodelleervorm Sipoc beschreven. Deze modelleervorm staat in verhouding tot een aantal andere modelleervormen. Wil je een beeld krijgen van

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 17.12.2008 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0433/2005, ingediend door Berhard Stitz (Duitse nationaliteit), over de gevaren van veerboten

Nadere informatie

Energie uit getijstroming

Energie uit getijstroming Royal Netherlands Institute for Sea Research Energie uit getijstroming Janine Nauw a, Marck Smit a, Walther Lenting a, Belen Blanco b, Jurre de Vries c, Herman Ridderinkhof, Hendrik van Aken en Mathijs

Nadere informatie

Advies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven

Advies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven Advies over een voorstel tot monitoring en beoordelingskader voor de bouw en exploitatie van vier windturbines in Zonhoven Nummer: INBO.A.2013.87 Datum advisering: 2 oktober 2013 Auteur: Contact: Kenmerk

Nadere informatie

04 Support staff training

04 Support staff training Het introduceren van referentiekaders voor kwaliteitsborging op het gebied van beroepsonderwijs en training (VET) is de afgelopen jaren tot een prioriteit uitgegroeid. Tijdens de vroege stadia van de ontwikkeling

Nadere informatie

IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R

IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R 2 0 1 8 Introductie Werkzaam bij Kempen, onderdeel van Van Lanschot Kempen Fiduciair manager van NL pensioenfondsen Lid ESG council Kempen

Nadere informatie

Dutch Summary. Dutch Summary

Dutch Summary. Dutch Summary Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij

Nadere informatie

Samenvatting. ENERQI Gids (Rapport nummer D3.2) 20 februari 2012

Samenvatting. ENERQI Gids (Rapport nummer D3.2) 20 februari 2012 Samenvatting ENERQI Gids (Rapport nummer D3.2) 20 februari 2012 Coordinator: DTV Consultants, Mr. Willem Buijs, PO Box 3559, 4800 DN, Breda Tel: +31 76 513 66 00 ENERQI@dtvconsultants.nl Start van het

Nadere informatie

Data Driven Defensie. Kooy Symposium 2016 AI en Big Data. Prof.dr. Paul C. van Fenema. Nederlandse Defensie Academie

Data Driven Defensie. Kooy Symposium 2016 AI en Big Data. Prof.dr. Paul C. van Fenema. Nederlandse Defensie Academie Data Driven Defensie Prof.dr. Paul C. van Fenema Kooy Symposium 2016 AI en Big Data Nederlandse Defensie Academie Niet noodzakelijkerwijs opinie van het Ministerie van Defensie hicago Telefoonlijn 311

Nadere informatie

Mocht u vragen hebben dan kunt u mij op bovenstaande telefoonnummer bereiken.

Mocht u vragen hebben dan kunt u mij op bovenstaande telefoonnummer bereiken. Mark Touwen Oostelijk Halfrond 55 1183EN Amstelveen Tel. : 06-48318963 e-mail : mrtouwen@gmail.com NAW Amstelveen, 8 juli 2012 Geachte heer., Als bijlage vindt u een model dat risicomanagement bij ERP

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke

Nadere informatie

Enquete over invasieve Exoten (Invasive Aliens). Graag uw aandacht en hulp gevraagd. Thursday, 22 March 2012 12:01

Enquete over invasieve Exoten (Invasive Aliens). Graag uw aandacht en hulp gevraagd. Thursday, 22 March 2012 12:01 De Europese commissie gaat er van uit dat vreemde exotische (niet inheemse) planten en diersoorten schadelijk kunnen zijn voor het plaatselijke ecologische evenwicht in Europa. Dit is in bepaalde gevallen

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling

Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling Gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie en -beoordeling Thierry BREYNE, Dragan JOVICIC Europees Spoorwegbureau Eenheid Veiligheid Dienst Veiligheidsbeoordeling Adres: 120 Rue Marc LEFRANCQ

Nadere informatie

Cookies beleid. 1. Wat is een cookie? 2 Waarom gebruiken we Cookies? 3 Wat zijn de verschillende soorten Cookies die we gebruiken?

Cookies beleid. 1. Wat is een cookie? 2 Waarom gebruiken we Cookies? 3 Wat zijn de verschillende soorten Cookies die we gebruiken? Cookies beleid Dit cookies beleid (de "Cookies Policy") beschrijft hoe Pernod Ricard België, naar Belgisch recht, gevestigd in Chaussée de Charleroi 112, 1060 Brussel ( "Pernod Ricard" of "wij"), vastbesloten

Nadere informatie

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt Samenvatting Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt hierbij de voorspelde blootstelling aan de stof

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20225 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20225 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20225 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Heijstek, Werner Title: Architecture design in global and model-centric software

Nadere informatie

Maarten Timmerman. Offshore Windenergie. Staalbouwdag / 2 oktober 2014

Maarten Timmerman. Offshore Windenergie. Staalbouwdag / 2 oktober 2014 Maarten Timmerman Offshore Windenergie Staalbouwdag / 2 oktober 2014 Wat doet TKI Wind op Zee? SEmuleert en faciliteert de ontwikkeling en implementaee van offshore windtechnologie voor de industrie (MKB)

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.3.2017 C(2017) 1951 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 24.3.2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling

Nadere informatie

Goedgekeurd op 11 februari 2011

Goedgekeurd op 11 februari 2011 GROEP GEGEVENSBESCHERMING ARTIKEL 29 00327/11/NL WP 180 Advies 9/2011 betreffende het herziene voorstel van de industrie voor een effectbeoordelingskader wat betreft de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN Samenvatting INTRODUCTIE Een groot deel van het landoppervlak op aarde is bedekt met graslanden en deze worden doorgaans door zowel inheemse diersoorten als door vee begraasd. Dit leidt vaak tot een zeer

Nadere informatie