MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden"

Transcriptie

1 MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM 2006 G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 3 mei 2007 In opdracht van de stadsregio Rotterdam

2 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Project: Adres: Goudsesingel 78, 3011 KD Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) Telefax: (010) Website: 2

3 INHOUD Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Opzet onderzoek Leeswijzer 9 2 Productieresultaten over 2005 en Aantal opgeleverde woningen Relatieve productiecijfers Grootstedelijke gemeenten Groeistedelijke gemeenten Kleinstedelijke gemeenten Subtotalen per categorie 14 3 Oplevering plus in aanbouw genomen productie In aanbouw genomen woningen Relatieve cijfers productie + aanbouw Grootstedelijke gemeenten Groeistedelijke gemeenten Kleinstedelijke gemeenten Subtotalen per categorie 20 4 Sociale woningbouw Aantal opgeleverde sociaal bereikbare huurwoningen Relatieve productiecijfers Grootstedelijke gemeenten Groeistedelijke gemeenten Kleinstedelijke gemeenten Subtotalen per categorie Sociale koopwoningen Flankerende maatregelen Ontwikkeling sociaal bereikbare huurvoorraad 28 5 Seniorenwoningen Aantal opgeleverde seniorenwoningen en nultrapswoningen 33 6 Eigenbouw Productie eigenbouw Toevoegingen anderszins 37 Bijlagen 7.1 Aantal anderszins toegevoegde woningen 37 3

4 4

5 Samenvatting In deze monitor Woningbouwafspraken worden de afspraken gevolgd, die zijn vastgelegd in het Convenant Woningbouwafspraken tussen stadsregio en rijk en die zijn vertaald in convenanten tussen stadsregio en regiogemeenten. Met alle regiogemeenten zijn daarin taakstellende afspraken gemaakt over de productie van woningen. Daarbij is tevens vastgelegd welk aandeel van de productie in de vorm van sociaal bereikbare huurwoningen moet worden gerealiseerd. Verder is afgesproken op welke manier de voorraad sociaal bereikbare huurwoningen zich per gemeente dient te ontwikkelen. In het algemeen betekent dit een afname van deze voorraad in grootstedelijke gemeenten, een gelijk blijvende omvang in groeistedelijke gemeenten en een groei in kleinstedelijke gemeenten. Tenslotte wordt specifieke aandacht gevraagd voor de productie van seniorenwoningen en de ontwikkeling van woningen in eigen beheer. In deze samenvatting bespreken we puntsgewijs de resultaten. Woningproductie 2006 In 2006 zijn in de stadsregio Rotterdam nieuwbouwwoningen opgeleverd. Inclusief de 389 woningen die in de vorm van toevoegingen anderszins zijn gerealiseerd, is daarmee een productie van ruim woningen behaald. Met de productie van de in 2005 opgeleverde woningen komt het totaal daarmee op opgeleverde woningen in 2005 en Afgezet tegen de doelstelling van woningen vóór 2010 komt de regionale nieuwbouwproductie in 2005 en 2006 op 32 procent van die doelstelling. In de gemeentelijke convenanten is ook een inspanningsverplichting vóór 2007 opgenomen. Twee jaar na de start van de convenanten zou een productie van ruim woningen gerealiseerd moeten zijn. De productie is dus ongeveer woningen onder die inspanningsverplichting gebleven. Onderstaande figuur brengt de nieuwbouwproductie in 2005 en 2006 in relatie tot de inspanningsverplichting 2007 en de doelstelling 2010 als een soort thermometer in beeld. 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% subtotaal categorie 1 subtotaal categorie 2 subtotaal categorie 3 Totaal SRR productie 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling 2010 De inspanning vóór 2007 is door slechts één op de drie gemeenten gehaald. Het gaat om Rotterdam en de kleinstedelijke gemeenten Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse en Bleiswijk. Met uitzondering van Bergschenhoek en Bernisse liggen deze gemeenten ook goed op koers voor de doelstelling vóór 2010 (idealiter 40% na twee jaar). Een groot verschil tussen inspanningsverplichting en productie is er in Vlaardingen, Capelle aan 5

6 den IJssel, Rozenburg, Albrandswaard, Brielle en Krimpen aan den IJssel. In deze gemeenten ligt de productie op minder dan de helft van de geformuleerde inspanningsverplichting. In aanbouw zijnde woningen De inventarisatie van in aanbouw genomen bouwplannen laat zien dat er eind 2006 zo n woningen in de regio in de pijplijn zitten. Tezamen met de gerealiseerde productie van 2005 en 2006 is daarmee in de stadsregio Rotterdam als geheel 63 procent van de te bouwen woningen voor 1 januari 2010 opgeleverd of in aanbouw genomen. Desondanks zullen de komende twee jaren cruciaal zijn voor het behalen van de doelstelling in Uitgaande van een gemiddelde productietijd van zo n anderhalf jaar moeten er vóór eind 2008 nog maar liefst woningen in aanbouw worden genomen. Sociale woningbouw In de gemeentelijke convenanten zijn taakstellingen opgenomen over de productie van sociaal bereikbare huurwoningen. Grofweg geldt voor grootstedelijke gemeenten (categorie 1) een maximum van 20 procent van de totale productie, voor groeistedelijke gemeenten (categorie 2) een minimum van 40 procent en voor kleinstedelijke gemeenten (categorie 3) een minimum van 30 procent. Voor gemeenten met Vinex-afspraken geldt voor die productie een minimum van 20 procent. In 2006 zijn in de stadsregio ruim 800 sociaal bereikbare huurwoningen gerealiseerd, dat is 13 procent van de jaarproductie. Meer dan 60 procent van deze woningen is in Rotterdam gerealiseerd. Verder is zowel in Spijkenisse als in Barendrecht 9 procent van de gerealiseerde sociaal bereikbare huurwoningen gebouwd. De overige 19 procent is gebouwd in Maassluis, Schiedam, Ridderkerk en Berkel en Rodenrijs. De meeste gemeenten zijn nog ver van hun taakstelling vóór 2010 verwijderd. In de gemeentelijke convenanten is ook afgesproken welke omvang de sociaal bereikbare huurvoorraad in 2010 zal moeten hebben. Uitgaande van de door corporaties aangeleverde gegevens in het kader van de BBSH-verantwoording aan het rijk, blijkt de voorraad sociaal bereikbare huurwoningen in het grootstedelijk gebied conform de gewenste richting af te nemen. Ook in het groeistedelijk gebied is sprake van een afname, terwijl de woningbouwafspraken aansturen op een gelijkblijvende voorraad sociaal bereikbare huurwoningen (alleen in Rozenburg is een afname afgesproken). In het kleinstedelijk gebied is sprake van een lichte groei van de sociaal bereikbare huurvoorraad, maar ten opzichte van de afgesproken richting is deze groei nog vrij bescheiden. Seniorenwoningen De productie van sociaal bereikbare seniorenwoningen vormt een aandachtspunt in het regionale beleid, zowel om in de toenemende behoefte aan dergelijke woningen te voorzien, als ter bevordering van de doorstroming op de woningmarkt. Er zijn in de convenanten echter geen streefgetallen opgenomen. In 2006 bestond 6 procent van de totale regionale productie uit seniorenwoningen in de bereikbare huursector; dat zijn 358 woningen. Daarnaast zijn er nog 605 duurdere seniorenwoningen opgeleverd. Bereikbare seniorenwoningen werden in Maassluis, Rotterdam, Schiedam, Ridderkerk, Spijkenisse en Barendrecht gerealiseerd. 6

7 Eigenbouw De bouw van woningen door particulieren in eigen beheer wordt door het Rijk gestimuleerd. Wanneer in de stadsregio de productie van woningen in eigen beheer op meer dan 5,3 procent van de productie uitkomt, worden door het Rijk premies verstrekt voor de boven deze drempel gelegen productie. In 2006 werden in de stadsregio 126 woningen in eigen beheer opgeleverd; dat is 2,0 procent van de jaarproductie. Het Rijk zal daarom over 2006 geen premies uitkeren. 7

8 8

9 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De stadsregio Rotterdam heeft de uitgangspunten en doelstellingen van het regionale woonbeleid vastgelegd in concrete afspraken met verschillende partners. Het gaat om de volgende documenten: Convenanten met gemeenten in het kader van het Regionaal Koop-, Huur-, Bouw- en Sloopscenario (RKHBS-scenario) Regionale prestatieafspraken met de Maaskoepel Convenant woningbouwafspraken met het rijk, de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Rotterdam en Schiedam en de stadsregio Rotterdam. Onderdeel van de afspraken is de productie van woningen. Het afsprakenstelsel moet ertoe leiden dat er in de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2010 in totaal woningen in de stadsregio Rotterdam worden gebouwd en opgeleverd. Deze algemene taakstelling is vertaald naar taakstellingen per gemeente. Daarbij is tevens vastgelegd welk aandeel van de productie in de vorm van sociaal bereikbare huurwoningen moet worden gerealiseerd. Verder is afgesproken op welke manier de voorraad sociaal bereikbare huurwoningen zich per gemeente dient te ontwikkelen. In het algemeen betekent dit een afname van deze voorraad in de grootstedelijke gemeenten, een gelijk blijvende omvang in de groeistedelijke gemeenten en een groei in de kleinstedelijke gemeenten. Tenslotte wordt specifieke aandacht gevraagd voor de productie van seniorenwoningen en de ontwikkeling van woningen in eigen beheer. In alle documenten is vastgelegd dat jaarlijks wordt gerapporteerd over de voortgang van de afspraken. De voorliggende Monitor Woningbouwafspraken is daarvan de tweede in de reeks. 1.2 Opzet onderzoek Om de gegevensverzameling ten behoeve van de Monitor Woningbouwafspraken tijdig en eenduidig te laten verlopen zijn de noodzakelijke werkafspraken in een protocol vastgelegd. Uitgangspunt van de werkwijze is de administratieve last bij de gemeenten tot een minimum te beperken. Daarom is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande gegevensstromen tussen gemeenten en het CBS (gereedgekomen woningen) en tussen corporaties en het ministerie van VROM (sociaal bereikbare huurvoorraad). De gemeenten hoeven vervolgens nog maar enkele specifieke gegevens aan te vullen, die niet in de bestaande gegevensstroom zijn opgenomen. Voor een uitgebreid beeld van de werkwijze verwijzen we naar het protocol, dat als bijlage aan deze rapportage is toegevoegd. 1.3 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk wordt gekeken hoeveel woningen er in 2006 zijn opgeleverd en hoe de productie ligt ten opzichte van de streefcijfers voor 1 januari 2007 en de doelstelling voor 1 januari In het derde hoofdstuk worden de productieresultaten gecombineerd met de in aanbouw genomen productie, waardoor een beeld ontstaat over wat de komende jaren voor productie verwacht kan worden. Het vierde hoofdstuk richt zich op de gerealiseerde productie 9

10 van sociaal bereikbare huurwoningen, afgezet tegen de geformuleerde taakstellingen. Tevens wordt gekeken naar de productie van sociale koopwoningen over het afgelopen jaar en wordt de voorraad sociaal bereikbare huurwoningen per 1 januari 2006 behandeld. In hoofdstuk vijf wordt in beeld gebracht hoeveel sociaal bereikbare seniorenwoningen en nultrapswoningen zijn gerealiseerd in In het zesde hoofdstuk wordt vervolgens gekeken naar de productie van woningen door particulieren in eigen beheer, de eigenbouw. Ook hier wordt gekeken naar de productie in relatie tot de streefpercentages per gemeente. Het zevende hoofdstuk tenslotte laat zien hoeveel woningen in de vorm van toevoegingen anderszins tot de productie kunnen worden meegerekend. Dit rapport telt twee Bijlagen. In Bijlage I is een tabel opgenomen waarin voor elk jaar de productie staat weergegeven. In Bijlage II is het protocol voor de Monitor Woningbouwafspraken stadsregio Rotterdam opgenomen. Sinds 1 januari 2007 zijn de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk samengegaan in de gemeente Lansingerland. In deze monitor worden de resultaten van de drie voormalige gemeenten gevolgd. 10

11 2 Productieresultaten over 2005 en 2006 In dit hoofdstuk worden de gemeentelijke productieresultaten over 2005 en 2006 behandeld. Dit aantal wordt vervolgens afgezet tegen de inspanningsverplichting voor 1 januari 2007 en de doelstelling voor 1 januari Aantal opgeleverde woningen In de stadsregio Rotterdam zijn in nieuwbouwwoningen opgeleverd. Inclusief de toevoegingen anderszins is een productie van ruim woningen behaald. In tabel 2.1 staat het aantal opgeleverde woningen per gemeente, gecategoriseerd naar grootstedelijke (categorie 1), groeistedelijke (categorie 2) en kleinstedelijke gemeenten (categorie 3). In de tabel staat tevens de totale productie sinds 2005, de inspanningsverplichting voor en de doelstelling voor , conform artikel 2 van de gemeentelijke convenanten. Tabel 2.1 Aantal opgeleverde woningen in 2006 per gemeente en per categorie Productie 2006 Totale productie sinds 2005 Inspanning 2007 Doelstelling Maassluis Rotterdam Schiedam Vlaardingen subtotaal categorie Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Ridderkerk Rozenburg Spijkenisse subtotaal categorie Albrandswaard (1) Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Krimpen aan den IJssel Westvoorne subtotaal categorie Totaal stadsregio Rotterdam Toevoegingen anderszins Totaal toevoegingen (1) Voor Albrandswaard geldt een verplichtende doelstelling in 2010 van woningen en een streefdoelstelling van woningen 11

12 2.2 Relatieve productiecijfers De productiecijfers zijn hierna in figuren omgezet in relatieve cijfers en afgezet tegen de inspanning vóór 2007 en de doelstelling vóór 2010, zoals die zijn vastgelegd in de convenanten tussen de stadsregio Rotterdam en de gemeenten. Het blauwe deel van de balkjes geeft de gerealiseerde productie weer, het rode deel wat nog resteert van de inspanningsverplichting vóór 2007 en het oranje deel de nog te realiseren productie vóór Het is voor gemeenten derhalve een goede graadmeter, waaruit kan worden afgeleid of men met de woningbouw op de goede weg is of meer prioriteit moet geven aan nieuwbouw. Een andere referentie is dat bij een gelijkmatig gespreide productie over de convenantperiode van 5 jaar idealiter 40 procent van de productie eind 2006 zou moeten zijn gerealiseerd Grootstedelijke gemeenten Uit figuur 2.1 blijkt dat in het grootstedelijk gebied alleen Rotterdam goed op koers ligt: bijna 40% van de totale productie is gerealiseerd en men heeft de inspanning vóór 2007 op vijfentwintig woningen na gehaald. Van de overige gemeenten heeft Schiedam een grotere productie behaald ten opzichte van 2005, maar de inspanning vóór 2007 is niet gehaald. In Maassluis en Vlaardingen zijn in 2006 minder dan 100 woningen gerealiseerd. Daardoor is in beide gemeenten de inspanning vóór 2007 niet gehaald. In Vlaardingen blijft men hier zelfs ruim onder: van de 43 procent die vóór 2007 gerealiseerd had moeten zijn, is slechts 8 procent gerealiseerd. Voor Schiedam, Maassluis en Vlaardingen betekent dit dat de komende jaren nog stevig doorgebouwd zal moeten worden om aan de doelstelling vóór 2010 te komen. Figuur 2.1 Relatieve productie, inspanning en doelstelling in de grootstedelijke gemeenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Maassluis Rotterdam Schiedam Vlaardingen productie 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling Groeistedelijke gemeenten In figuur 2.2 is de relatieve productie voor de groeistedelijke gemeenten opgenomen. In geen van de gemeenten is de inspanning vóór 2007 behaald. In Capelle aan den IJssel en Rozenburg is ook de helft van de inspanning vóór 2007 niet behaald. Van de 80 woningen die 12

13 in 2006 in Rozenburg gerealiseerd hadden moeten worden om aan de inspanning te voldoen, zijn er slechts 24 gerealiseerd. In Capelle aan den IJssel is de realisatie van woningen in 2006 achtergebleven bij het aantal van In Hellevoetsluis was men na het eerste jaar over de helft van de inspanning vóór 2007, maar zijn in 2006 slechts 41 woningen gerealiseerd, waardoor de inspanning met een verschil van meer dan 10 procent niet is gehaald. In Ridderkerk zijn 100 woningen meer gerealiseerd dan in 2005, waardoor de inspanning vóór 2007 nog redelijk is benaderd. In Spijkenisse tenslotte is in 2006 minder gerealiseerd dan in 2005, waardoor ongeveer tweederde van de doelstelling vóór 2007 is behaald. Voor alle groeistedelijke gemeenten geldt dus dat de 40 procent, die men na twee jaar idealiter gerealiseerd zou moeten hebben, (ruimschoots) niet gehaald is en dat de komende jaren nog flink doorgebouwd zal moeten worden om aan de doelstelling vóór 2010 te komen. Figuur 2.2 Relatieve productie, inspanning en doelstelling in de groeistedelijke gemeenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Ridderkerk Rozenburg Spijkenisse productie 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling Kleinstedelijke gemeenten Figuur 2.3 toont de relatieve productie voor de kleinstedelijke gemeenten. In zes van de negen gemeenten is de inspanning vóór 2007 gehaald. Alleen in Albrandswaard, Brielle en Krimpen aan den IJssel is dat niet het geval. In Brielle zijn in 2006 zelfs geen woningen opgeleverd. In Barendrecht, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk is tenminste 40 procent van de doelstelling vóór 2010 gehaald. In Westvoorne is geen inspanningsverplichting vóór 2007 afgesproken, maar moet nog wel veel gebouwd worden om de doelstelling vóór 2010 te halen. Ook in Krimpen aan den IJssel, Brielle, Bergschenhoek en Albrandswaard is nog een flinke bouwinspanning nodig. 13

14 Figuur 2.3 Relatieve productie, inspanning en doelstelling in de kleinstedelijke gemeenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Krimpen aan den IJssel Westvoorne productie 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling Subtotalen per categorie Figuur 2.4 tenslotte toont de subtotalen per categorie en het totaal voor de stadsregio Rotterdam. Uit de figuur wordt duidelijk dat in alle drie de categorieën de inspanningsverplichting vóór 2007 niet gehaald is. In de grootstedelijke gemeenten zit men nog 4 procent onder de inspanning vóór 2007, in de groeistedelijke gemeenten 13 procent en in de kleinstedelijke gemeenten 6 procent. Vooral voor de groeistedelijke gemeenten betekent dit dat de productie van woningen flink omhoog moet gaan wil men de doelstelling vóór 2010 halen. De stadsregio als totaal zit met een productie van 31 procent nog 6 procent onder de inspanningsverplichting vóór 2007 (37%) en bijna op een derde van de doelstelling vóór

15 Figuur 2.4 Relatieve productie, inspanning en doelstelling per categorie en voor de totale stadsregio 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% subtotaal categorie 1 subtotaal categorie 2 subtotaal categorie 3 Totaal SRR productie 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling 2010 In het volgende hoofdstuk kijken we hoe de vlag erbij hangt, wanneer naast de productie ook de in aanbouw zijnde woningen worden meegerekend. 15

16 16

17 3 Oplevering plus in aanbouw genomen productie In dit hoofdstuk worden de productieresultaten uit het tweede hoofdstuk gecombineerd met de eind 2006 in aanbouw 1 zijnde woningen. Zo ontstaat een beeld van de productie die in de komende jaren verwacht kan worden. 3.1 In aanbouw genomen woningen Naast de opgeleverde woningen zijn in de stadsregio Rotterdam eind 2006 ruim woningen in productie. Met de bouw van deze woningen is dus wel gestart, maar de woningen zijn nog niet opgeleverd. Rotterdam spant de kroon met meer dan woningen, maar ook in Barendrecht en Berkel en Rodenrijs met grote Vinex-locaties zijn eind 2006 rond de duizend woningen in aanbouw. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de productie in 2006, de eind 2006 in aanbouw zijnde woningen, het totaal van geproduceerde en in aanbouw zijnde woningen sinds 2005 en de inspanningsverplichting en doelstelling vóór 2007 en Tabel 3.1 Totale productie in 2006 en eind 2006 in aanbouw zijnde woningen, per gemeente en per categorie Productie 2006 In aanbouwtotaal productie sinds in aanbouw Inspanning 2007 Doelstelling Maassluis Rotterdam Schiedam Vlaardingen subtotaal categorie Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Ridderkerk Rozenburg Spijkenisse subtotaal categorie Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Krimpen aan den IJssel Westvoorne subtotaal categorie Totaal stadsregio Rotterdam Met in aanbouw worden woningen bedoeld die in productie zijn genomen. Door Rotterdam en Berkel en Rodenrijs is aangegeven hoeveel woningen deel uitmaken van gestarte projecten. 17

18 3.2 Relatieve cijfers productie + aanbouw De geproduceerde woningen zijn samen met de in aanbouw zijnde woningen omgezet in relatieve cijfers en afgezet tegen de inspanningsverplichting en doelstelling voor respectievelijk 2007 en Overigens betekent het feit dat woningen in aanbouw zijn niet dat deze ook allemaal in 2007 zullen worden opgeleverd. De totale bouwtijd van projecten kan immers meer dan een jaar belopen. In de figuren is daarmee de minimaal te verwachten productie voor de komende twee jaar in beeld. Dat geeft tevens zicht op de hoeveelheid woningen die de komende twee jaar in aanbouw genomen zouden moeten worden om de doelstelling in 2010 te kunnen behalen. Van de woningen die in 2009 in aanbouw worden genomen zal immers slechts een zeer klein deel ook in 2009 opgeleverd kunnen worden Grootstedelijke gemeenten Inclusief de in aanbouw zijnde woningen komt Rotterdam boven de 80 procent van de doelstelling vóór 2010 en ligt daarmee goed op koers. In Schiedam zit men tegen de 50 procent van de doelstelling en zou men dus de komende twee jaar nog woningen in aanbouw moeten nemen. In Maassluis en in Vlaardingen zullen de komende twee jaar ongeveer 900 woningen in aanbouw genomen moeten worden om de doelstelling in 2010 te kunnen halen. Figuur 3.1 Productie + in aanbouw, inspanning en doelstelling in de grootstedelijke gemeenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Maassluis Rotterdam Schiedam Vlaardingen productie+aanbouw 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling Groeistedelijke gemeenten Van de groeistedelijke gemeenten ligt Ridderkerk redelijk op koers. In Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis en Rozenburg zijn - in verhouding tot de in 2006 opgeleverde woningen relatief veel woningen in aanbouw, maar moet nog meer dan de helft van de ten doel gestelde productie in aanbouw worden genomen (figuur 3.2). Vooral Spijkenisse blijft nog achter bij de doelstelling vóór

19 Figuur 3.2 Productie + in aanbouw, inspanning en doelstelling in de groeistedelijke gemeenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Ridderkerk Rozenburg Spijkenisse productie+aanbouw 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling Kleinstedelijke gemeenten Het meetellen van de in aanbouw zijnde woningen heeft positieve gevolgen voor de meeste kleinstedelijke gemeenten. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is de gemeente Bleiswijk, waar men dankzij 274 in aanbouw zijnde woningen zelfs boven de doelstelling vóór 2010 uitkomt. In Barendrecht zorgen de in aanbouw zijnde woningen voor een enorme sprong vooruit in de richting van de doelstelling vóór 2010: 97 procent van de woningen die voor 1 januari 2010 opgeleverd moeten zijn, is dat inmiddels ook of is in aanbouw. Ook in Berkel en Rodenrijs zal het behalen van de doelstelling weinig problemen opleveren. Redelijk op koers, maar nog een flinke opgave te gaan hebben de gemeenten Bernisse, Krimpen aan den IJssel en Albrandswaard. Hier zal de komende twee jaar nog tenminste de helft van de ten doel gestelde productie in aanbouw genomen moeten worden. De gemeenten Brielle, Bergschenhoek en Westvoorne hebben nog een enorme opgave voor zich om de doelstelling in 2010 te kunnen behalen. 19

20 Figuur 3.3 Productie + in aanbouw, inspanning en doelstelling in de kleinstedelijke gemeenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Krimpen aan den IJssel Westvoorne productie+aanbouw 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling Subtotalen per categorie Wanneer we de in aanbouw genomen productie meewegen, blijkt uit figuur 3.4 dat in de grootstedelijke gemeenten (categorie 1) 70 procent van de te realiseren woningen voor 1 januari 2010 inmiddels is gerealiseerd of in aanbouw is genomen. In de kleinstedelijke gemeenten (categorie 3) is dat 60 procent. De groeistedelijke gemeenten (categorie 2) blijven met 43 procent gerealiseerd of in aanbouw duidelijk achter. In de stadsregio als geheel is in procent van de te bouwen woningen voor 1 januari 2010 opgeleverd of in aanbouw. De komende twee jaar zal dus nog bijna 40 procent van de ten doelgestelde productie, ofwel woningen, in aanbouw genomen moeten worden. 20

21 Figuur 3.4 Productie + in aanbouw, inspanning en doelstelling per categorie en voor de totale stadsregio 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% subtotaal categorie 1 subtotaal categorie 2 subtotaal categorie 3 Totaal SRR productie+aanbouw 2005 en 2006 inspanning 2007 doelstelling

22 22

23 4 Sociale woningbouw In dit hoofdstuk staat de sociale woningbouw centraal. Allereerst wordt de gerealiseerde productie van sociaal bereikbare huurwoningen 1 in aantallen en als percentage van de totale productie gepresenteerd. Dit percentage wordt vervolgens afgezet tegen de per gemeente vastgestelde taakstelling. Daarna wordt gekeken naar het aantal geproduceerde sociale koopwoningen 2 in de gemeenten die hierover een afspraak hebben opgenomen in het convenant. Vervolgens geven we in het kort weer of er in de sfeer van flankerende maatregelen iets is gedaan aan de sociale huurvoorraad in die gemeenten die hierover een afspraak hebben gemaakt. Tenslotte besteden we aandacht aan de ontwikkeling van de omvang sociale huurvoorraad. 4.1 Aantal opgeleverde sociaal bereikbare huurwoningen Tabel 4.1 op de volgende pagina geeft de productie van sociaal bereikbare huurwoningen in 2006 en het totaal van de afgelopen twee jaren weer. In de kolom daarnaast staat het percentage opgeleverde sociaal bereikbare huurwoningen ten opzichte van het totaal aantal opgeleverde woningen in 2005 en 2006, zoals genoemd in hoofdstuk 2. Uit deze kolom valt onder meer op te maken dat in de stadsregio ongeveer één op de acht opgeleverde woningen een sociaal bereikbare huurwoning is. Meer dan de helft van de productie is in Rotterdam gebouwd. Van de 869 gebouwde sociaal bereikbare huurwoningen in Rotterdam zijn er 286 op grond van Vinex-afspraken in Nesselande gerealiseerd 3 ; dat is 27 procent van de productie in Nesselande in 2005 en In Maassluis, Spijkenisse en Bernisse vormen sociaal bereikbare huurwoningen een aanzienlijk deel van de productie in 2005 en 2006 (respectievelijk 58%, 45% en 35%). In Albrandswaard, Barendrecht en Bergschenhoek (waar Vinex-afspraken gelden) is de productie van sociaal bereikbare huurwoningen nog beperkt. In Berkel en Rodenrijs, waar ook Vinex-afspraken gelden, is één op de vijf opgeleverde woningen een sociaal bereikbare huurwoning. In de laatste kolom staat de sociale taakstelling, zoals die vóór 2010 in de convenanten is vastgelegd. Voor de grootstedelijke gemeenten (categorie 1) is die sociale taakstelling een maximum, met uitzondering van de Vinex-lokatie Nesselande. Voor de overige gemeenten (categorie 2 en 3) moet de sociale taakstelling worden gezien als een minimum. 1 Een woning, die gerealiseerd wordt door een toegelaten instelling of een niet toegelaten instelling zonder winstoogmerk zoals bedoeld in artikel 70 van de Woningwet en met een maximaal huurniveau afgeleid van de aftoppingsgrens van de Wet individuele huursubsidie. Per 1 juli 2004 is het maximum vastgesteld op 466,48 per maand voor 2- en 3-kamerwoningen ( : 485,33). Voor 4-kamerwoningen of meer is het maximale huurniveau vastgesteld op 499,92 per maand ( : 520,12) 2 Een door een woningcorporatie te verkopen woning met een koopprijs vrij op naam (V.O.N.) beneden ,-- prijspeil ( ), en die gedurende 10 jaar na oplevering in de sociale voorraad blijft, doordat de woning, bij eventuele verkoop door de koper, verplicht teruggekocht dient te worden door de woningcorporatie 3 Een deel van de productie van sociaal bereikbare huurwoningen in Nesselande wordt door de ontwikkelaar Woonbron Te Woon aangeboden. Waar deze woningen worden meegerekend is afhankelijk van de uitkomst van de discussie over het Te Woon -concept. 23

24 Tabel 4.1 Opgeleverde sociaal bereikbare huurwoningen, in aantal en percentage Productie 2006 Totaal 2005/2006 % tov de totale productie 2005/2006 sociale taakstelling vóór 2010 (abs.) Maassluis % 280 Rotterdam* % Schiedam % 460 Vlaardingen 0 0 0% 280 subtotaal categorie % Capelle aan den IJssel 0 0 0% 302 Hellevoetsluis % 300 Ridderkerk % 450 Rozenburg 0 0 0% 40 Spijkenisse % 450 subtotaal categorie % Albrandswaard* % 375 Barendrecht* % 568 Bergschenhoek* 0 7 5% 340 Berkel en Rodenrijs* % 750 Bernisse % 90 Bleiswijk 0 0 0% 82 Brielle 0 0 0% 144 Krimpen aan den IJssel 0 0 0% 382 Westvoorne 0 0 0% 75 subtotaal categorie % subtotaal categorie 2 en % Totaal stadsregio Rotterdam % *Met deze gemeenten zijn Vinex-afspraken gemaakt. Zie hiervoor de convenanten. 4.2 Relatieve productiecijfers De productie van sociaal bereikbare huurwoningen in 2005 en 2006 is vervolgens gepercenteerd op de absolute taakstelling vóór 2010 (laatste kolom tabel 4.1) en daar tegen afgezet. Wederom zijn deze cijfers per categorie in een figuur gezet Grootstedelijke gemeenten Conform de convenanten zijn er in de grootstedelijke gemeenten weinig sociaal bereikbare huurwoningen opgeleverd. In Maassluis en Schiedam maakten ze in 2006 voor het eerst deel uit van de productie. In totaal realiseerden deze gemeenten respectievelijk 20 procent en 5 procent van de (maximum) taakstelling tot In Rotterdam maakten sociaal bereikbare huurwoningen ook in 2006 deel uit van de productie. In totaal heeft Rotterdam nu 28 procent van de maximum taakstelling tot 2010 gerealiseerd. In Vlaardingen tenslotte zijn tot nu toe geen sociaal bereikbare huurwoningen gerealiseerd. 24

25 Figuur 4.1 Relatieve productie van sociaal bereikbare huurwoningen in de grootstedelijke gemeenten ten opzichte van de sociale taakstelling vóór % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Maassluis Rotterdam Schiedam Vlaardingen productie 2005/2006 soc. taakstelling Groeistedelijke gemeenten In de meeste groeistedelijke gemeenten zijn in 2006 geen sociaal bereikbare huurwoningen opgeleverd. Alleen in de gemeenten Ridderkerk en Spijkenisse maakten deze in 2006 deel uit van de productie. Hier is nu respectievelijk 4 procent en 28 procent van de sociale taakstelling vóór 2010 opgeleverd. In Hellevoetsluis zijn in 2005 al sociaal bereikbare huurwoningen opgeleverd en is in totaal 6 procent van de taakstelling vóór 2010 opgeleverd. In Capelle aan den IJssel en Rozenburg zijn nog geen sociaal bereikbare huurwoningen opgeleverd. Voor de groeistedelijke gemeenten geldt de taakstelling, in tegenstelling tot de grootstedelijke gemeenten, echter als een minimum. Figuur 4.2 Relatieve productie van sociaal bereikbare huurwoningen in de groeistedelijke gemeenten ten opzichte van de sociale taakstelling vóór % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Ridderkerk Rozenburg Spijkenisse productie 2005/2006 soc. taakstelling

26 4.2.3 Kleinstedelijke gemeenten Door de bouw van 71 sociaal bereikbare huurwoningen in Barendrecht in 2006 zijn inmiddels in vijf van de negen kleinstedelijke gemeenten sociaal bereikbare huurwoningen opgeleverd. In 2006 zijn verder alleen in Berkel en Rodenrijs sociaal bereikbare huurwoningen opgeleverd. In Albrandswaard is nu 8 procent, in Barendrecht 13 procent, in Bergschenhoek 2 procent, in Berkel en Rodenrijs 33 procent en in Bernisse 37 procent van de taakstelling vóór 2010 gerealiseerd. In Bleiswijk, Brielle, Kirmpen aan den IJssel en Westvoorne zijn nog geen sociale huurwoningen gerealiseerd. Ook voor de kleinstedelijke gemeenten moet de taakstelling worden opgevat als een minimum. Figuur 4.3 Relatieve productie van sociaal bereikbare huurwoningen in de kleinstedelijke gemeenten ten opzichte van de sociale taakstelling vóór % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Krimpen aan den IJssel Westvoorne productie 2005/2006 soc. taakstelling Subtotalen per categorie In figuur 4.4 zijn tenslotte de subtotalen per categorie opgenomen. Omdat voor de drie categorieën de taakstellingen verschillend van karakter zijn (maximum versus minimum) geven we hier geen totaalresultaat voor de gehele stadsregio Rotterdam weer. Uit de figuur kan worden opgemaakt dat de grootstedelijke gemeenten wat betreft de productie van sociaal bereikbare huurwoningen ongeveer op een kwart van de maximum-taakstelling vóór 2010 zitten. In de groeistedelijke gemeenten zit men op iets meer dan 10 procent van de minimum-taakstelling vóór 2010 en in de kleinstedelijke gemeenten ongeveer op 15 procent. 26

27 Figuur 4.4 Relatieve productie van sociaal bereikbare huurwoningen per categorie ten opzichte van de sociale taakstelling vóór % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% subtotaal categorie 1 subtotaal categorie 2 subtotaal categorie 3 productie 2005/2006 soc. taakstelling Sociale koopwoningen Met een zevental gemeenten is in de convenanten een afspraak gemaakt over op te leveren sociale koopwoningen. Voor de stadsregio als totaal gaat het om 245 woningen. In tabel 4.2 staat een overzicht van de gemeenten waarmee afspraken zijn gemaakt over de bouw van sociale koopwoningen, de productie daarvan in 2005 en 2006 en de doelstelling vóór Alleen in de gemeente Barendrecht zijn in 2006 sociale koopwoningen gebouwd; die productie betreft een vijfde van de doelstelling vóór Bleiswijk zat dankzij de productie in 2005 al bijna op de helft van de doelstelling. Tabel 4.2 Opgeleverde sociale koopwoningen, in aantal en percentage productie 2005 productie 2006 % ten opzichte van de doelstelling 2010 totale doelstelling vóór 2010 Ridderkerk 0 0 0% 20 Albrandswaard 0 0 0% 40 Barendrecht % 100 Bleiswijk % 26 Brielle 0 0 0% 36 Krimpen aan den IJssel 0 0 0% 8 Westvoorne 0 0 0% Flankerende maatregelen In het kader van het voorraadbeleid van de sociaal bereikbare huurvoorraad hebben vier gemeenten in hun convenanten afspraken gemaakt over flankerende maatregelen. Daarbij gaat het om uitstel van sloop (Capelle aan den IJssel), structurele huurverlaging (Ridderkerk), of combinaties daarvan (Spijkenisse en Bleiswijk). De stand van zaken begin 2007 hieromtrent is als volgt: In de gemeente Capelle aan den IJssel is in samenspraak met de corporatie Com.Wonen 27

28 voldaan aan de afspraak om de sloop van het complex De Hoven II (256 woningen) uit te stellen. Deze woningen blijven vooralsnog behouden voor de sociaal bereikbare voorraad. In de gemeente Ridderkerk is nog geen start gemaakt met de structurele huurverlaging van 200 woningen. In de gemeente Spijkenisse zijn 22 bijzondere woningen in de zorgsector in 2006 opgeleverd. Daar tegenover zijn in 2006 door middel van huurbeleid 46 woningen en door verkoop 18 woningen aan de sociaal bereikbare voorraad onttrokken. Tot slot is de gemeente Spijkenisse nog in gesprek met de stadsregio over de vraag hoe het concept Te-Woon van Woonbron moet worden geïnterpreteerd. De gemeente Lansingerland tenslotte is in overleg met de corporatie over de sloop van 20 sociaal bereikbare woningen in de voormalige gemeente Bleiswijk. In de voorbereidende fase waarin het plan momenteel verkeert wordt de sloop toegestaan, mits in de vervangende nieuwbouw tenminste 20 woningen als sociaal bereikbaar worden gerealiseerd. 4.5 Ontwikkeling sociaal bereikbare huurvoorraad In de gemeentelijke convenanten zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de omvang van de sociaal bereikbare huurvoorraad tot In het algemeen betekent dit voor categorie 1 gemeenten (de grootstedelijke gemeenten) een afname, voor categorie 2 gemeenten (groeistedelijk) een gelijkblijvende omvang en voor categorie 3 gemeenten (kleinstedelijk) een toename van de sociaal bereikbare huurvoorraad. In deze monitor volgen we de ontwikkeling van deze voorraad. Bij de voorbereidingen op het afsluiten van de convenanten is geïnventariseerd hoe groot de sociaal bereikbare huurvoorraad in de regiogemeenten op dat moment was. Daarvoor zijn gegevens opgevraagd uit een informatiesysteem van Maaskoepel en, voor de corporaties die niet zijn aangesloten bij Maaskoepel, zijn de desbetreffende gemeenten geraadpleegd. Een en ander heeft geresulteerd in een overzicht per gemeente van de sociaal bereikbare voorraad op Vervolgens zijn per gemeente afspraken gemaakt over de wenselijke voorraad op Om jaarlijks de stand van zaken te kunnen volgen is vorig jaar aan Maaskoepel gevraagd de relevante gegevens te leveren. Bij de behandeling van dat verzoek kwam echter een aantal problemen aan het licht, waardoor de gegevens niet bruikbaar bleken. In de vorige monitor is dan ook over dit onderwerp niet gerapporteerd. In 2006 is vervolgens in overleg met Maaskoepel naar een oplossing gezocht. In dat overleg is duidelijk geworden dat een andere bron meer betrouwbare informatie zou opleveren. Het gaat om de rapportages die de corporaties jaarlijks in het kader van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) aan het Ministerie van VROM dienen aan te leveren, onder andere over het aantal sociaal bereikbare huurwoningen in hun bezit. VROM heeft ons verzoek om die informatie beschikbaar te stellen gehonoreerd. Aangezien de BBSH-rapportagecyclus pas in het najaar informatie oplevert over de stand op 1 januari van het desbetreffende jaar, zal in deze monitor steeds met vertraging van een jaar gerapporteerd kunnen worden. We beschikken nu dus over de stand op 1 januari 2006 en de voorgaande jaren. 28

29 Bij de analyse van deze gegevens is echter gebleken dat de uitgangssituatie van 1 januari 2004, op basis waarvan de gemeentelijke afspraken zijn gemaakt, niet kon worden gereproduceerd. Kennelijk leveren beide bronnen toch een verschillend inzicht op. In tabel 4.3 is de situatie op vanuit beide bronnen weergegeven. Tabel 4.3 Voorraad sociaal bereikbare huurwoningen op volgens RKHBS-tabel en BBSH-rapportage en het verschil tussen beide bronnen RKHBS-tabel BBSH verschil abs % Maassluis ,2% Rotterdam ,7% Schiedam ,3% Vlaardingen ,4% totaal categorie ,1% Capelle ,0% Hellevoetsluis ,5% Ridderkerk ,9% Rozenburg ,2% Spijkenisse ,9% totaal categorie ,0% Albrandswaard ,9% Barendrecht ,9% Bergschenhoek ,6% Berkel en Rodenrijs ,1% Bernisse ,0% Bleiswijk ,4% Brielle Krimpen ,2% Westvoorne totaal categorie ,8% Voor een aantal gemeenten is het verschil niet erg groot, maar in veel gevallen wel zodanig dat zowel de afgesproken omvang als de gewenste eindsituatie in een ander daglicht komen te staan. Er zijn namelijk gemeenten waar er op basis van de BBSH-tabel in de uitgangssituatie een grotere voorraad sociaal bereikbare huurwoningen zou zijn geweest dan die op basis waarvan de afspraken zijn gemaakt. Voor de grootstedelijke gemeenten zou dit betekenen dat de gewenste afname van de sociaal bereikbare voorraad een nog grotere inspanning zou vergen, terwijl voor een aantal kleinstedelijke gemeenten de gewenste toename al bij een geringe inspanning bereikt zou zijn (bijvoorbeeld Albrandswaard, Bernisse en Krimpen aan den IJssel). In een aantal groeistedelijke gemeenten zou nu op grond van de BBSH-cijfers sloop of onttrekking mogelijk zijn, terwijl het doel was de voorraad gelijk te houden. Van de gemeenten Brielle en Westvoorne is op geen aantal sociaal bereikbare huurwoningen bekend vanuit de BBSH-bron, omdat er op dat moment gemeentelijke woningbedrijven actief waren die buiten de BBSH-rapportages vielen. Het woningbedrijf in Brielle is inmiddels overgegaan in een corporatie (Vestia), zodat daar nu per wel gegevens van beschikbaar zijn in de BBSH-bron. 29

30 Om in de toekomst goed in beeld te kunnen brengen of de wenselijke ontwikkeling van de sociaal bereikbare voorraad in de gemeenten is gerealiseerd is het noodzakelijk de gemeentelijke afspraken te transponeren naar nieuwe taakstellingen per , in lijn met de gekwantificeerde richting uit de convenanten. Mogelijk is de herijking een geëigend moment om zulks te realiseren. In tabel 4.4 wordt per gemeente de ontwikkeling van de voorraad sociaal bereikbare huurwoningen tussen en geschetst vanuit de BBSH-bron. We laten daarbij de precieze voorraadtaakstelling uit de RKHBS-tabel voor deze monitor los en gaan uit van de ontwikkeling zoals die is af te leiden uit de door de toegelaten instellingen aangeleverde BBSHcijfers. Voor de gemeente Westvoorne gaan we uit van de opgave van de gemeente. Tabel 4.3 Voorraad sociaal bereikbare huurwoningen in 2004, 2005 en 2006 (1 jan) en de ontwikkeling in die periode Ontwikkeling aantal % Maassluis ,7% Rotterdam ,3% Schiedam ,5% Vlaardingen ,3% totaal categorie ,3% Capelle ,2% Hellevoetsluis ,0% Ridderkerk ,3% Rozenburg ,2% Spijkenisse ,8% totaal categorie ,0% Albrandswaard ,6% Barendrecht ,0% Bergschenhoek ,3% Berkel en Rodenrijs ,3% Bernisse ,3% Bleiswijk ,7% Brielle Krimpen ,9% Westvoorne ,0% totaal categorie 3 (1) ,1% Bron: VROM; Cijfermatige Kerngegevens. Voor Westvoorne gemeentelijke opgave. (1) Exclusief Brielle, in verband met ontbreken voorraad op en Volgens de convenanten zou in de grootstedelijke gemeenten de sociaal bereikbare huurvoorraad moeten krimpen en dat is ook wat daar gebeurt. In totaal is in twee jaar tijd de sociaal bereikbare voorraad met woningen (ofwel 4,3 procent van de startvoorraad) afgenomen. Volgens de richting van de convenanten zou de voorraad op ongeveer 12 procent kleiner moeten zijn. 30

31 In de groeistedelijke gemeenten zou de sociaal bereikbare voorraad grosso modo gelijk moeten blijven. Daarbij is in Hellevoetsluis een taakstelling naar lichte groei (plus 150 woningen) afgesproken, in Rozenburg een taakstelling naar lichte afname (minus 150 woningen) en in de overige drie groeistedelijke gemeenten een gelijkblijvende voorraad. Vooralsnog is er per saldo in deze categorie sprake van een afname van de sociaal bereikbare voorraad van woningen (ofwel 3,0 procent) gerealiseerd. Alleen Rozenburg zou een afname mogen laten zien. In de kleinstedelijke gemeenten zou de sociaal bereikbare voorraad moeten groeien, wat in de meeste gemeenten ook (zij het soms in bescheiden mate) het geval is. Alleen in Krimpen aan den IJssel is sprake van een afname. Per saldo is de sociaal bereikbare huurvooraad in het kleinstedelijk gebied met iets meer dan 2 procent gestegen. Volgens de richting van de gezamenlijke convenanten zou de voorraad op ongeveer 13 procent groter moeten zijn. Volgens opgave van de gemeente Westvoorne zijn er nu sociaal bereikbare huurwoningen in de gemeente; daar is de afgelopen jaren geen verandering in geweest. Voor de voorraad in de gemeente Brielle is een reconstructie in de tijd niet mogelijk, omdat het woningbedrijf inmiddels is overgegaan in corporatiebezit (Vestia). Volgens Vestia is er door hen in Brielle geen huurbeleid doorgevoerd om bereikbare woningen duurder te maken. De BBSHbron geeft een bereikbare voorraad aan op van woningen. Herijking van de afspraak zou van dit aantal uit kunnen gaan. 31

32 32

33 5 Seniorenwoningen In dit hoofdstuk wordt in beeld gebracht hoeveel sociaal bereikbare seniorenwoningen 1 en hoeveel nultrapswoningen 2 zijn gerealiseerd in In de convenanten woningbouwafspraken tussen de stadsregio Rotterdam en de gemeenten worden geen streefpercentages genoemd, maar wel is in het regionaal woningbouwscenario de toenemende behoefte aan seniorenwoningen gesignaleerd en is ook aangegeven dat productie van dergelijke woningen wenselijk is voor de bevordering van de doorstroming op de woningmarkt. 5.1 Aantal opgeleverde seniorenwoningen en nultrapswoningen 3 Tabel 5.1 op de volgende pagina geeft een overzicht van het aantal opgeleverde seniorenwoningen en het aantal dat daarvan als sociaal bereikbare huurwoning is gerealiseerd. Verder staan in de tabel het aantal nultrapswoningen in 2006 en de percentages ten opzichte van het totaal aantal opgeleverde woningen in Daar de begrippen seniorenwoningen en nultrapswoning elkaar niet uitsluiten en de productiecijfers elkaar dus deels overlappen, is het niet mogelijk één kolom te maken met daarin het aantal opgeleverde senioren- én nultrapswoningen en één kolom met daarin het percentage ten opzichte van het totaal aantal opgeleverde woningen. Uit de tabel blijkt dat er in totaal 358 seniorenwoningen in de bereikbare huursector zijn opgeleverd; dat is 6 procent van de totale productie in Daarnaast zijn er nog 605 duurdere seniorenwoningen opgeleverd. Verder bestond bijna één op de vier gerealiseerde woningen in de stadsregio uit nultrapswoningen. Op gemeenteniveau zien we dat 7 procent van de opgeleverde woningen in Rotterdam bestaat uit bereikbare seniorenwoningen en 55 procent uit nultrapswoningen. In Maassluis bestaat 80% van de opgeleverde woningen uit nultrapswoningen en in Schiedam bijna de helft. In de groeistedelijke gemeenten zijn in seniorenwoningen opgeleverd. Deze productie is gerealiseerd in Ridderkerk en Spijkenisse. Ridderkerk is de enige groeistedelijke gemeente waar (ook) nultrapswoningen zijn gebouwd. Deze vormen tweederde van de totale woningproductie in In de kleinstedelijke gemeenten zijn alleen in Barendrecht bereikbare seniorenwoningen gerealiseerd. Het gaat om 4 procent van de totale productie in Bernisse is de enige andere kleinstedelijke gemeente waar seniorenwoningen zijn opgeleverd; deze vallen echter niet onder de categorie bereikbare seniorenwoningen. In Berkel en Rodenrijs en in Bernisse zijn (ook) nultrapswoningen opgeleverd. In Berkel en Rodenrijs gaat het om 5 procent van de totale productie in 2006, in Bernisse om 45 procent. 1 Een woning die in het kader van de regionale woonruimteverdeling wordt geoormerkt als seniorenwoning (55+) 2 Een woning die zonder traplopen van buiten bereikbaar is en waarin de primaire vertrekken (woonkamer, keuken, douche/bad, toilet en tenminste één slaapkamer) gelijkvloers liggen 3 Het is belangrijk op te merken dat beide begrippen elkaar niet uitsluiten. Een seniorenwoning is vaak een nultrapswoning en een nultrapswoning kan ook een seniorenwoning zijn. Dit hoeft echter niet altijd het geval te zijn. 33

34 Tabel 5.1 Opgeleverde (sociaal bereikbare) seniorenwoningen en nultrapswoningen, in aantal en percentage Senioren woningen waarvan bereikbaar % bereikbare senioren tov productie 2006 Nultraps woningen % nultraps tov productie 2006 Maassluis % 75 80% Rotterdam % % Schiedam % % Vlaardingen 0 0 0% 0 0% subtotaal categorie % % Capelle aan den IJssel 0 0 0% 0 0% Hellevoetsluis 0 0 0% 0 0% Ridderkerk % % Rozenburg 0 0 0% 0 0% Spijkenisse % 0 0% subtotaal categorie % % Albrandswaard 0 0 0% 0 0% Barendrecht % 0 0% Bergschenhoek 0 0 0% 0 0% Berkel en Rodenrijs 0 0 0% 28 5% Bernisse % 10 45% Bleiswijk 0 0 0% 0 0% Brielle 0 0 0% 0 0% Krimpen aan den IJssel 0 0 0% 0 0% Westvoorne 0 0 0% 0 0% subtotaal categorie % 38 2% Totaal stadsregio Rotterdam % % 34

35 6 Eigenbouw Dit hoofdstuk behandelt de eigenbouw, dat wil zeggen woningen die door particulieren in eigen beheer zijn gerealiseerd. De gerealiseerde aantallen in 2006 worden afgezet tegen de streefpercentages zoals die zijn vastgesteld in het convenant woningbouwafspraken Productie eigenbouw 2006 Tabel 6.1 geeft een overzicht van de woningen die door particulieren in eigen beheer zijn gerealiseerd in 2005 en 2006 en streefpercentages en aantallen vóór 2010, ten opzichte van het totaal aantal op te leveren woningen. Op twee gemeenten na (Vlaardingen en Rozenburg) zijn sinds 2005 in alle gemeenten woningen door particulieren gerealiseerd. In de meeste gevallen gaat het om geringe percentages ten opzichte van de totale productie. Brielle vormt daar de grootste uitzondering op: 82 procent van alle opgeleverde woningen in 2005 en 2006 bestaat uit eigenbouw. In Westvoorne gaat het om een kwart van alle opgeleverde woningen en in Bernisse en Krimpen aan den IJssel om iets meer dan één op de tien. Tabel 6.1 Eigenbouw: aantallen en percentage gerealiseerd en streefgetallen Productie 2005/006 % tov productie 2005/2006 streefpercentage streefaantal doelstelling Maassluis 3 3% 5% Rotterdam 117 2% 5% Schiedam 3 0% 5% Vlaardingen 0 0% 5% subtotaal categorie % 5% Capelle aan den IJssel 4 2% 10% Hellevoetsluis 7 3% 10% Ridderkerk 14 3% 10% Rozenburg 0 0% 10% Spijkenisse 5 2% 10% subtotaal categorie % 10% Albrandswaard 21 6% 10% Barendrecht 32 2% 10% Bergschenhoek 11 8% 10% Berkel en Rodenrijs 7 1% 10% Bernisse 12 13% 10% Bleiswijk 6 4% 10% Brielle 28 82% 10% Krimpen aan den IJssel 7 11% 10% Westvoorne 10 25% 10% subtotaal categorie % 10% Totaal stadsregio Rotterdam 287 2% 7%

MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden

MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM 2007 G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 24 april 2008 In opdracht van de stadsregio Rotterdam Centrum

Nadere informatie

MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM 2005

MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM 2005 MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM 2005 G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) april 2006 In opdracht van de Stadsregio Rotterdam Centrum voor

Nadere informatie

Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam

Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) April 2012

Nadere informatie

MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL

MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL . KANS VAN SLAGEN MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL 1 G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 7 september 2007 In opdracht van

Nadere informatie

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond Notitie -04 > Verhuringen - > via Woonnet Rijnmond Datum 4 juli 2013 Voor Maaskoepel Door Explica Explica > Beukelsdijk 106a > 3022 DK Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 01

Nadere informatie

MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL

MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL . KANS VAN SLAGEN MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL 3 G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 21 november 2007 In opdracht van

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Begin 2009 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2006 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009 Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009 Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009 G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 18 mei

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2010

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2010 Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2010 Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2010 G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 5 juli 2011 In opdracht van Maaskoepel

Nadere informatie

INVENTARISATIE BEDRIJVENTERREINEN REGIO ROTTERDAM

INVENTARISATIE BEDRIJVENTERREINEN REGIO ROTTERDAM INVENTARISATIE BEDRIJVENTERREINEN REGIO ROTTERDAM G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart 2006 In opdracht van Stadsregio Rotterdam en Ontwikkelingsbedrijf

Nadere informatie

Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland, Ontwerp-voorbereidingsbesluit van Provinciale Staten Provinciale Staten van Zuid-Holland, Overwegende dat het provinciaal woonbeleid, zoals neergelegd in de Visie Ruimte en Mobiliteit, tot doel heeft te

Nadere informatie

Huishoudens met inkomen naar belangrijkste bron

Huishoudens met inkomen naar belangrijkste bron INKOMENSBRONNEN ROTTERDAM EN REGIO 2002 In de zomer van 2005 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2002 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Monitor woningmarktpositie middeninkomens stadsregio Rotterdam

Monitor woningmarktpositie middeninkomens stadsregio Rotterdam Monitor woningmarktpositie middeninkomens stadsregio Rotterdam Monitor woningmarktpositie middeninkomens stadsregio Rotterdam G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2014

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2014 rotterdam.nl/onderzoek Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2014 Onderzoek en Business Intelligence Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2014 G.H. van der Wilt Onderzoek en Business

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet. Nummer 3683 / 13 Betreft zaak: Com-Wonen

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Schiedam

Aan de gemeenteraad van Schiedam gemeente Schiedam Aan de gemeenteraad van Schiedam Burgemeester en methoiiders Postbus 1501 3 100 EA SCHIEDAM Stadskantoor Stadsei-f 1 3 112 DZ SCHIEDAM T01021911 l1 F 010 246 53 51 W www.schiedam.nl UWKENMERK

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3833 / 15 Betreft

Nadere informatie

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen.

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen. 2016-03- 03 Aan:. de raden van bestuur van de corporaties die actief zijn in de regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam. de colleges van B&W van de gemeenten waar corporaties die actief zijn in

Nadere informatie

WONEN EN LEREN VAN VOLWASSENEN IN DE REGIO REGIOVERKEER IN DE VOLWASSENENEDUCATIE

WONEN EN LEREN VAN VOLWASSENEN IN DE REGIO REGIOVERKEER IN DE VOLWASSENENEDUCATIE WONEN EN LEREN VAN VOLWASSENEN IN DE REGIO REGIOVERKEER IN DE VOLWASSENENEDUCATIE drs. J.M. Reijnen Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 27 januari 2005 In opdracht van de Dienst Stedelijk Onderwijs

Nadere informatie

Overeenkomst Woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2006

Overeenkomst Woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2006 CONCEPT Versie 8 juni 2006 Overeenkomst Woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2006 Overeenkomst, houdende afspraken inzake de verdeling van huurwoningen in de aan de stadsregio Rotterdam deelnemende

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 5083 / 13 Betreft

Nadere informatie

Meer gedaan dan verwacht

Meer gedaan dan verwacht Meer gedaan dan verwacht 38.000 nieuwe woningen erbij in de stadsregio Rotterdam bouwen aan samenhang Meer gedaan dan verwacht 1 voorwoord In 2005 heeft de stadsregio Rotterdam met het Rijk en de regiogemeenten

Nadere informatie

Ontwikkeling van de omvang van de aandachtsgroepen

Ontwikkeling van de omvang van de aandachtsgroepen AANDACHTSGROEPEN VOLKSHUISVESTINGSBELEID ROTTERDAM EN REGIO 2004 (februari 2007, 2e druk) In februari 2007 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens

Nadere informatie

Ontwikkeling van de omvang van de aandachtsgroepen

Ontwikkeling van de omvang van de aandachtsgroepen AANDACHTSGROEPEN VOLKSHUISVESTINGSBELEID ROTTERDAM EN REGIO 2002 In de zomer van 2005 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2002

Nadere informatie

KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM

KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM 2005-2006 drs W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) april 2007 In opdracht van de gemeente Schiedam Centrum voor Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Inleiding Om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid op segregatie, is het noodzakelijk de lokale situatie en de samenstelling van de voorraad in ogenschouw

Nadere informatie

Feitenkaart. Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk)

Feitenkaart. Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk) Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk) Ed 2014 zijn de komensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2012 van

Nadere informatie

Gegevens over milieumeldingen per (deel)gemeenteb1

Gegevens over milieumeldingen per (deel)gemeenteb1 Gegevens over milieumeldingen per (deel)gemeenteb1 (Deel)gemeenten en aantal inwoners Lansingerland 47.927 Hoek van Holland 9.197 Overschie 15.916 Hillegersberg- Schiebroek 40.872 Prins Alexander 86.901

Nadere informatie

Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2015

Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2015 Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2015 Özcan Erdem 1, Ineke Mulder 2 1 Onderzoek en Business Intelligence (OBI), gemeente Rotterdam 2 Maaskoepel te Rotterdam Project: 5079 Oktober 2016 o.erdem@rotterdam.nl

Nadere informatie

Voortgangsrapportage woningbouwontwikkelingen 2014 en volgende jaren

Voortgangsrapportage woningbouwontwikkelingen 2014 en volgende jaren Voortgangsrapportage woningbouwontwikkelingen 2014 en volgende jaren Stand van zaken 2e halfjaar 2014 (peildatum: 1 november 2014) AFDELING: RO/FKR. VERSIE: NOVEMBER 2014 STATUS: OPENBAAR 1. INLEIDING

Nadere informatie

WONINGBOUW- MONITOR

WONINGBOUW- MONITOR 216-397 WONINGBOUW- MONITOR September 216 1 Inleiding Bij het vaststellen van de Woonvisie in september 215 is besloten het urgentieprogramma nog 3 jaar door te zetten om de plannen tot uitvoering te brengen.

Nadere informatie

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND DSO/2016.270 RIS 292840 VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Overwegende dat: - de Woningwet eisen stelt aan het werkgebied

Nadere informatie

Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017

Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017 rotterdam.nl/onderzoek Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017 Onderzoek en Business Intelligence 1 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 2 Inleiding 7 2.1 Inleiding... 7 2.2 Woonruimteverdelingssysteem

Nadere informatie

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA

Nadere informatie

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden Onderzoeksrapport Gemeente Den Haag / DSO / Programmamanagement, Strategie en Onderzoek Woningbezit SVH leden 01-01-2018 per gemeente in Haaglanden Rapportage Woningbezit SVH, 01-01-2018, per gemeente

Nadere informatie

Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2006 (april 2009, 2e, verbeterde druk)

Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2006 (april 2009, 2e, verbeterde druk) Feitenkaart volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2006 (april 2009, 2e, verbeterde druk) Begin 2009 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Lansingerland 2015

Bevolkingsprognose Lansingerland 2015 Bevolkingsprognose Lansingerland 2015 Auteur: Bart Waasdorp Afdeling: Team Planontwikkeling & RO Juridisch Versienummer: 1.0 Datum: 12 januari 2015 Corsanummer: T15.00406 Inleiding Lansingerland heeft

Nadere informatie

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008

Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Omvang doelgroep en omvang kernvoorraad in 2008 Van: college van BenW Aan: commissie RF 1. Inleiding In de op 8 juli 2004 gesloten prestatieafspraken tussen de gemeente Helmond en de Helmondse corporaties

Nadere informatie

Bestuursovereenkomst voor het Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

Bestuursovereenkomst voor het Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam De publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente (NAAM) te dezen krachtens volmacht van de burgemeester (NAAM) rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder (PORTEFEUILLE EN NAAM) op grond van het besluit

Nadere informatie

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt. COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Besluit tot aanwijzing gebied regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam als kernwerkgebied voor de woningcorporaties Te besluiten om 1. Kennis te nemen van de voorlopige

Nadere informatie

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden Onderzoeksrapport Gemeente / DSO / Programmamanagement, Strategie en Onderzoek Woningbezit SVH leden 01-01-2017 per gemeente in Haaglanden 23-05-2017 2 COLOFON Uitgave Gemeente DSO / Programmamanagement,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 6031 / 5 Betreft

Nadere informatie

Wanneer heeft u een huisvestingsvergunning nodig?

Wanneer heeft u een huisvestingsvergunning nodig? Wanneer heeft u een huisvestingsvergunning nodig? Wilt u wonen in Rotterdam-Zuid, -West of -Centrum? Dan heeft u in bepaalde straten en wijken een huisvestingsvergunning nodig. Vanaf 1 juli 2006 gaat de

Nadere informatie

Aan: Regiotafel Wonen, 20 juni 2018 Onderwerp: Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017

Aan: Regiotafel Wonen, 20 juni 2018 Onderwerp: Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017 Aan: Regiotafel Wonen, 20 juni 2018 Onderwerp: Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017 Sinds juli 2015 geldt in elk van de 14 gemeenten in de regio een identieke verordening Woonruimtebemiddeling.

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Sociale Woningbouw en Nieuwbouw in Haarlem

Nota van B&W. Onderwerp Sociale Woningbouw en Nieuwbouw in Haarlem Nota van B&W Onderwerp Sociale Woningbouw en Nieuwbouw in Haarlem Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Het college van burgemeester en wethouders, Telefoon 3564 E-mail: c.krikke@haarlem.nl SO/Wonen Reg.nr.

Nadere informatie

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2013

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2013 rotterdam.nl/onderzoek Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2013 Onderzoek en Business Intelligence Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2013 G.H. van der Wilt Onderzoek en Business

Nadere informatie

Bijdrage gemeenten in ROC problematiek. B&A Consulting Peter van der Loos 20 oktober 2009

Bijdrage gemeenten in ROC problematiek. B&A Consulting Peter van der Loos 20 oktober 2009 Bijdrage gemeenten in ROC problematiek B&A Consulting Peter van der Loos 20 oktober 2009 Inhoudsopgave 1. Opdracht 2. Context 3. Relatie met eerdere onderzoeken 4. Opzet onderzoek 5. Resultaten 6. Conclusies

Nadere informatie

Page 1 of 6 Kopers van nieuwbouwwoningen in Nesselande januari 2003 In opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) 1 Inleiding In oktober 2002 is in opdracht van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam

Nadere informatie

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio Fiets in de metro Fiets in de metro Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart 2008 In opdracht van de Stadsregio Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: Martijn Epskamp

Nadere informatie

Woningen en nieuwbouwwoningen per gemeente en provincie,

Woningen en nieuwbouwwoningen per gemeente en provincie, Woningen en nieuwbouwwoningen per gemeente en provincie, 2000-2008 Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

WoON bij Waterweg Wonen. Bas van Rosmalen, 5 maart 2015

WoON bij Waterweg Wonen. Bas van Rosmalen, 5 maart 2015 WoON bij Waterweg Wonen Bas van Rosmalen, 5 maart 2015 Waterweg Wonen Actief in Vlaardingen Grootstedelijk gebied Rotterdam Herstructureringsopgave conform Actieplan Wonen 56% is gebouwd in periode 1945-1969

Nadere informatie

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam Inleiding Het Tympaan Instituut heeft in de zomer van 2013 verschillende groepen (potentiële) zorgvragers en mantelzorgers

Nadere informatie

Regio Rotterdam: De eerste stap!

Regio Rotterdam: De eerste stap! RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl RAPPORT Regio Rotterdam: De eerste stap! Voldoende woningen en de eerste stap naar spreiding van de sociale voorraad De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2013

Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2013 Feitenkaart en volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2013 Feitenkaart en volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2013 Eind 2015 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau

Nadere informatie

Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2011 (juni 2014, 3e druk)

Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2011 (juni 2014, 3e druk) Feitenkaart en volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2011 Feitenkaart en volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2011 (juni 2014, 3e druk) Eind 2013 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 51 3 52 Volkshuisvesting Ambitie woningbouw niet gehaald De woningvoorraad van de is in 26 met 253 toegenomen tot 36.473 op 1 januari 27. Deze toename is het saldo van 357 toevoegingen, 19 onttrekkingen

Nadere informatie

UW BRIEF VAN DOORKIESNUMMER

UW BRIEF VAN DOORKIESNUMMER gemeente Schiedam Burgemeester en wethouders Postbus 5 3 EA SCHIEDAM Stadskantoor Stadserf 3 DZ SCHIEDAM T9 Aan de leden van de gemeenteraad p ^ ^ 59?g F 73 59 78 W www.schiedam.nl UW KENMERK ONS KENMERK

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid

Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid Vastgesteld en ondertekend in het bestuurlijk overleg d.d. 26 november 2014 1 Jaarlijks terugkerend

Nadere informatie

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018-2030 Kernboodschap De veertien gemeenten van het Samenwerkingsverband Wonen maken zich samen sterk om het aantal woningen in de regio

Nadere informatie

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden Onderzoeksrapport Gemeente Den Haag / DSO / Programmamanagement, Strategie en Onderzoek Woningbezit SVH leden 01-01-2016 per gemeente in Haaglanden 30-05-2016 COLOFON Uitgave Gemeente Den Haag DSO / Programmamanagement,

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP 's Gravenhage. 12 december 2014 149996 Ate Stam 010 267 3610

College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP 's Gravenhage. 12 december 2014 149996 Ate Stam 010 267 3610 STADSREGIO ROTTERDAM College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP 's Gravenhage datum ons kenmerk steller telefoon uw kenmerk betreft 12 december 2014 149996 Ate

Nadere informatie

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden

Woningbezit SVH leden per gemeente in Haaglanden Onderzoeksrapport Gemeente Den Haag / DSO / Programmamanagement, Strategie en Onderzoek Woningbezit SVH leden 01-01-2016 per gemeente in Haaglanden 30-05-2016 COLOFON Uitgave Gemeente Den Haag DSO / Programmamanagement,

Nadere informatie

Schoolconcentratie in het voortgezet onderwijs, een verkenning van ontwikkelingen in Rijnmond 1986-2010

Schoolconcentratie in het voortgezet onderwijs, een verkenning van ontwikkelingen in Rijnmond 1986-2010 Schoolconcentratie in het voortgezet onderwijs, een verkenning van ontwikkelingen in Rijnmond 1986-2010 Dr. Enne de Boer TU Delft, Faculteit CiTG, Afdeling Transport en Planning e.deboer@tudelft.nl Dirk-Jan

Nadere informatie

Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2015

Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio 2015 Feitenkaart Aandachtsgroepen volkshuisvestingsbeleid Rotterdam en regio Begin 2018 zijn inkomensgegevens over uit het Integraal Inkomens- en Vermogensonderzoek (het voormalige Regionaal Inkomens Onderzoek)

Nadere informatie

Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2013

Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2013 rotterdam.nl/onderzoek Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2013 Onderzoek en Business Intelligence Monitor bedrijventerreinen stadsregio Rotterdam 2013 G.H. van der Wilt Onderzoek en Business

Nadere informatie

Agenda. Hebben de portefeuillehouders interesse in een presentatie door bureau Kassander?

Agenda. Hebben de portefeuillehouders interesse in een presentatie door bureau Kassander? Portefeuillehoudersoverleg Wonen 28 juni 2012 Agenda Plaats: Tijd: Maassluis, stadhuis, raadzaal 10.00 uur 12.30 uur 1. Opening en mededelingen 2. Verslag vorige portefeuillehoudersoverleg Wonen Bijgevoegd:

Nadere informatie

BESLUIT TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

BESLUIT TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND Ons kenmerk RIS 294556 BESLUIT TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - de Woningwet eisen stelt aan het werkgebied

Nadere informatie

Bestuuriijke samenvatting Monitor Woonvisie Inleiding

Bestuuriijke samenvatting Monitor Woonvisie Inleiding Bestuuriijke samenvatting Monitor Woonvisie 2012 1. Inleiding De provincie Zuid-Holland monitort de voortgang van haar ambities op het gebied van wonen. Deze ambities zijn venwoord in de Woonvisie 2011-2020.

Nadere informatie

Eenheid Rotterdam. Reactietijden politie spoedmeldingen

Eenheid Rotterdam. Reactietijden politie spoedmeldingen Eenheid Rotterdam Reactietijden politie Eenheid Rotterdam Alblasserdam Albrandswaard Barendrecht Binnenmaas Brielle Capelle aan den IJssel Cromstrijen Dordrecht Giessenlanden Goeree-Overflakkee Gorinchem

Nadere informatie

RWU INVENTARISATIE VOORRAADONTWIKKELING EN NIEUWBOUWPLANNEN CORPORATIES

RWU INVENTARISATIE VOORRAADONTWIKKELING EN NIEUWBOUWPLANNEN CORPORATIES RWU INVENTARISATIE VOORRAADONTWIKKELING EN NIEUWBOUWPLANNEN CORPORATIES 2017-2022 1. De 3% groei ambitie De gemeenten van de U16 en de 22 corporaties, verenigd in het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht

Nadere informatie

15 Jaarbericht 2015 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties

15 Jaarbericht 2015 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Jaarbericht 2015 15 Jaarbericht 2015 // Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdam in cijfers 2015 Deze tabellen horen bij het Jaarbericht 2015 van de Federatie. De tabellen in dit jaarbericht

Nadere informatie

Ontwerp convenant woningmarktafspraken

Ontwerp convenant woningmarktafspraken Ontwerp convenant woningmarktafspraken De gemeente Maassluis, gelet op artikel 171 van de Gemeentewet en het ingevolge Boek 3 titel 3 van het Burgerlijk Wetboek verleende volmacht vertegenwoordigd door

Nadere informatie

De tarieven van de Onroerende Zaak Belasting. in de Regio Rotterdam

De tarieven van de Onroerende Zaak Belasting. in de Regio Rotterdam De tarieven van de Onroerende Zaak Belasting in de Regio Rotterdam 2003-2004 Gemeentelijke Lasten Conclusies De OZB-tarieven voor niet-woningen in de Kamerregio Rotterdam stegen met gemiddeld 4,8 %, tegen

Nadere informatie

Age Stinissen September 2017

Age Stinissen September 2017 Age Stinissen September 2017 Inhoud Inhoud 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 4 2 De respons 6 3 De resultaten 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Jongens en meisjes. 9 3.3 De Stadsdelen

Nadere informatie

Business Barometer. 2 e kwartaal 2006

Business Barometer. 2 e kwartaal 2006 Business Barometer 2 e kwartaal 26 Voor meer informatie: Peter Blasić, tel. 1-42 78 28, e-mail pblasic@rotterdam.kvk.nl. Voor een volledige rapportage: www.kvk.nl/businessbarometer. Samenvatting De Business

Nadere informatie

Monitor Kredietcrisis Zoetermeer

Monitor Kredietcrisis Zoetermeer Monitor Kredietcrisis Zoetermeer Economische gevolgen van de kredietcrisis 28-21 Monitor Kredietcrisis Zoetermeer ECONOMISCHE GEVOLGEN KREDIETCRISIS ZOETERMEER Samenstelling: Bestuur, afdeling FB, team

Nadere informatie

)324 GSO Wij hebben in onze vergadering van 10 juli 2012 de Bestuurlijke samenvatting Monitor Woonvisie 2012 vastgesteld.

)324 GSO Wij hebben in onze vergadering van 10 juli 2012 de Bestuurlijke samenvatting Monitor Woonvisie 2012 vastgesteld. Gedeputeerde Staten pr HOLLAND ZUID GSO 15.08.2012 )324 0324 5.e eygrvipl.clooify Contact CoUêCp >2P dhr. M. van Niel T 070-441 71 73 m.van.niel@pzh.nl Burgemeesters en Wethouders Zuid-Hollandse gemeenten

Nadere informatie

Monitor woonruimteverdeling Capelle aan den IJssel 2011

Monitor woonruimteverdeling Capelle aan den IJssel 2011 Monitor woonruimteverdeling Capelle aan den IJssel 2011 Monitor woonruimteverdeling Capelle aan den IJssel 2011 G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) oktober 2012 In opdracht van

Nadere informatie

VOORSTEL aan KAN-RAAD

VOORSTEL aan KAN-RAAD VOORSTEL aan KAN-RAAD 2004.209 Datum : 15 april 2004 Onderwerp : Voortgangsrapportage 2004 Samenvatting Uit de jaarlijkse voortgangsrapportage woningbouw blijkt dat de voortgang van de woningbouw in de

Nadere informatie

Factsheet pedagogische hulp in de stadsregio Rotterdam 1 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Factsheet pedagogische hulp in de stadsregio Rotterdam 1 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid? Factsheet pedagogische hulp in de stadsregio Rotterdam 1 213: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid? Inleiding Met de invoering van de nieuwe Jeugdwet in 215 is er veel veranderd in het jeugdbeleid van

Nadere informatie

Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam

Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam Samenwerkingsverband NOTITIE Notitie van: Betreft: Bestemd voor: Datum: Peter Groeneweg, adviseur weth. Versluijs Samenwerkingsovereenkomst met Maaskoepel 14 Colleges van B&W 21 juli 2015 Geachte leden

Nadere informatie

Rotterdam. Stook je rijk 2015. Monitoring Energiebesparing Huursector

Rotterdam. Stook je rijk 2015. Monitoring Energiebesparing Huursector Rotterdam Stook je rijk 2015 Monitoring Energiebesparing Huursector 9-10-2015 Inhoud Nieuwe Woningwet per 1 juli 2015 Doelstellingen landelijke Energieakkoord Stand van Zaken in Nederland Rotterdamse doelstellingen

Nadere informatie

Woonruimteverdeling in Breda

Woonruimteverdeling in Breda RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl EINDRAPPORT Woonruimteverdeling in Breda De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Notitie. Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen

Notitie. Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen Notitie Van Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E hjcm.kriek@spijkenisse.nl Bezoekadres Teilingerstraat 176 3032 AW Rotterdam Postadres Postbus 20 3000 AA Rotterdam T (010) 850 97 77 F (010) 850 97 78 www.wsprijnmond.nl

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2015

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2015 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2015 Begin 2018 zijn inkomensgegevens over 2015 uit het Integraal Inkomens- en Vermogensonderzoek (het voormalige Regionaal Inkomens Onderzoek 2015) van

Nadere informatie

Het convenant Naar Regionale Uitvoeringskracht gesloten tussen de partijen

Het convenant Naar Regionale Uitvoeringskracht gesloten tussen de partijen Het convenant Naar Regionale Uitvoeringskracht gesloten tussen de partijen Ministerie van Economische Zaken provincie Zuid-Holland Stadsregio Rotterdam gemeente Albrandswaard gemeente Barendrecht gemeente

Nadere informatie

Mobiliteit in Rotterdam, Stadsregio en Nederland,

Mobiliteit in Rotterdam, Stadsregio en Nederland, Mobiliteit in, en, 2004-2007 Mobiliteit in, en, 2004-2007 drs. C. de Vries & drs. R. Stevense Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) september 2008 In opdracht van ds+v, afdeling Verkeer en Vervoer

Nadere informatie

Woonmonitor Drechtsteden 2010

Woonmonitor Drechtsteden 2010 2 Woonmonitor Drechtsteden 2010 Onderzoekcentrum Drechtsteden drs. J.M.A. Schalk juni 2010 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie GR Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Impuls Publiciteit,

Nadere informatie

volkshuisvesting afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

volkshuisvesting afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 51 3 52 Volkshuisvesting Geringe toename woningvoorraad De woningvoorraad van de is in 29 met 46 toegenomen tot 36.777 op 1 januari 21. Deze toename is het saldo van toevoegingen (+236), onttrekkingen

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2009

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2009 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2009 Ed 20 zijn de komensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2009 van het CBS beschikbaar gekomen.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting

Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting RIS091044_26-11-2001 Gemeente Den Haag Bestuursdienst Commissie Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Aan de leden van de

Nadere informatie

Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2010

Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2010 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2010 Ed 2012 zijn de komensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2010 van het CBS beschikbaar gekomen.

Nadere informatie

Activiteiten Amsterdam

Activiteiten Amsterdam Activiteiten Woningbezit Zelfstandige huurwoningen naar woningtype = 1.570 2.328 15.018 236 19.152 Eengezinswoning Galerijflat Portiekflat Beneden-/ Totaal bovenwoning Bovenstaand woningbezit is exclusief

Nadere informatie

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2015

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2015 DATUM 30 oktober 2015 PROJECTNUMMER 3400.106/G OPDRACHTGEVER Woningmarktmonitor provincie : de staat van de woningmarkt medio 2015 Inleiding De woningmarkt is, na jaren van crisis, weer flink in beweging.

Nadere informatie

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november 2009. 1. Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november 2009. 1. Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling Provincie Noord-Brabant De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november 2009 1. Inleiding Voor de voortgang en continuïteit in de woningbouwproductie is het van belang dat

Nadere informatie

Wanneer heeft u een huisvestingsvergunning nodig?

Wanneer heeft u een huisvestingsvergunning nodig? Wanneer heeft u een huisvestingsvergunning nodig? Om te kunnen wonen In bepaalde straten en wijken van Rotterdam moet u in het bezit zijn van een huisvestingsvergunning. Dit betekent dat u als huurder

Nadere informatie