Christmas time 3.0. Spelverloop LESBRIEF CHRISTMAS TIME 3.0

Transcriptie

1 Christmas time 3.0 Lichtjes, kerstbomen, kadootjes... Je ziet het al overal om je heen. Het is bijna Kerstmis! Om alvast in de sferen te komen ga je in deze lesbrief verschillende opdrachten uitvoeren in een team. Wie haalt de meeste punten? Spelverloop Je gaat in teams een aantal opdrachten uitvoeren. De opdrachten liggen verspreid door het lokaal. De docent vertelt je bij welke opdracht jouw team begint. Je krijgt één minuut de tijd om de opdracht te lezen en vijf minuten om de opdracht uit te voeren. Daarna is er een korte pauze om naar de volgende opdracht te gaan. Bij elke opdracht verdien je punten met je team. De les eindigt met een klassikale muziekquiz waarmee je extra punten kunt verdienen. Het team wat aan het eind de meeste punten heeft, wint! Heel veel succes!

2 Christmas time 3.0 Scoreblad Naam spel Score Totale score

3 Raadsel Los met je groepje het raadsel hieronder op. Doe dit door: 1. samen het raadsel te lezen; 2. voor jezelf na te denken over de oplossing; 3. de oplossing aan je groepsgenoten te vertellen zodat iedereen het snapt; 4. jullie antwoord in steekwoorden op de schrijflijnen hieronder te schrijven; 5. je krijgt 10 punten als je het goed hebt, anders 0. Nakijken doen jullie aan het eind van de les. De weg kwijt Je loopt in het kerstbos en je zoekt de rendieren boerderij. Op een gegeven moment kom je op een splitsing waar je twee kanten op kunt. Je weet alleen niet welke kant je op moet. Bij de splitsing staan gelukkig twee mannen verkleed als de kerstman. De ene kerstman liegt altijd en de andere spreekt altijd de waarheid. Je weet niet welke van de twee de leugenaar is. Je mag één vraag stellen om erachter te komen waar je heen moet. Welke vraag stel je? Schrijf jullie antwoord op.

4 (Christmas) Tree Pose Deze opdracht doe je twee keer achter elkaar, telkens tegen een ander groepje. 1. Bekijk de foto hieronder, dit is een houding die (Christmas) tree pose heet. 2. Ga met jullie groepjes tegenover elkaar staan. 3. Neem dezelfde houding aan als op de foto. 4. Val je om of raakt je (tweede) voet de grond, dan ben je af. 5. Blijft iemand uit jouw groepje het langste in de tree pose staan? Dan wint jullie groepje en kun je 10 punten op je scoreblad schrijven! Het andere groepje krijgt geen punten. Bij gelijkspel krijgt ieder groepje 5 punten. Staat aan het einde van het spel niemand meer, dan krijgt niemand punten.

5 Mix n match Zoek met je groepje zo veel mogelijk matches. 1. Bekijk de foto s en lees de namen. 2. Welke horen bij elkaar? Verbind die met een lijn 3. Zoek zo veel mogelijk matches, elke goede match is 1 punt. Er kunnen maximaal 10 punten gehaald worden. 4. Nakijken doen jullie aan het eind van de les. B A C E D F G I J H 1. Hulst 2. Blauwspar 3. Nordmann 4. Maretak 5. Groene fijnspar 6. Servische spar 7. Ilex 8. Sneeuwklokje 9. Kerstster 10. Stro

6 Gedachten lezen Doe het spel gedachten lezen : 1. Spreek met elkaar af welke twee groepsgenoten deze ronde gaan spelen. 2. Deze twee gaan tegenover elkaar staan. 3. Een andere groepsgenoot leest één van de kaartjes voor (die de docent heeft klaargelegd) en telt tot drie. 4. Na de derde tel moeten de twee tegenover elkaar tegelijk een antwoord geven. 5. Alleen als jullie allebei hetzelfde antwoord geven, heeft jouw team 1 punt. 6. Schrijf het totaal aantal punten op je scoreblad. De maximum score is 10 punten. 7. Hebben jullie alle kaartjes gehad? Leg ze dan weer op een stapel met de rug naar boven, voor het volgende groepje.

7 Kerstboom Verplaats drie kersttakjes zodat de punt van de kerstboom naar beneden wijst. 1. Teken jullie antwoord uit op de achterkant van dit papier. 2. Nakijken doen jullie aan het eind van de les. 3. Hebben jullie drie stokjes verplaatst en ligt de punt van de kerstboom beneden? Dan krijgen jullie 10 punten. Bij het verplaatsen van vier of vijf stokjes krijgen jullie 5 punten, als jullie er meer dan vijf hebben verlegd, krijgen jullie geen punten.

8 Verboden woord Doe het verboden woord spel. 1. Pak om de beurt een kaartje en lees het woord wat je aan anderen moet uitleggen. Dit woord (en de drie andere woorden op het kaartje) mag je niet hardop noemen. 2. Omschrijf het woord dat op je kaartje staat aan je groepsgenoten. 3. Gebruik je één van de verboden woorden? Dan is je beurt voorbij. 4. Je groepje moet zo snel mogelijk het verboden woord raden. Geraden? Dan mag de volgende een kaartje pakken. 5. Probeer samen zo veel mogelijk verboden woorden te raden binnen de tijd. 6. Elk goed geraden woord is 1 punt waard. Schrijf de totale score op jullie scoreblad. Er kunnen maximaal 8 punten worden gehaald. 7. Hebben jullie alle kaartjes gehad? Leg ze dan weer op een stapel met de rug naar boven, voor het volgende groepje. Let op! Verboden bij alle woorden: - Meervoud - Enkelvoud (is je verboden woord oliebollen? Dan mag je ook geen oliebol zeggen!) - Verkleinwoorden (kerstboompje)

9 ! Kruiswoordpuzzel Los samen de kruiswoordpuzzel op. Nakijken doen jullie aan het eind van de les. Per goed geraden woord krijg je 1 punt. Er kunnen maximaal 8 punten gehaald worden. Horizontaal 3. Zijn geboorte vieren we met de kerst. 5. O, dennenboom, o dennenboom, wat zijn uw takken Dit zet je onder de kerstboom. Verticaal 1. Welk dier wordt veel gegeten met kerst? 2. Hoe heet het beroemde rendier met de rode neus? 4. Hoe noemen Engelstalige kinderen de Kerstman? 6. Hoe heet Kerstmis in het Engels? 8. Het vervoersmiddel van de Kerstman.

10 Musicbox Quiz Doe met de hele klas de muziekquiz. 1. Je docent gaat naar: 2. Klik op Quiz niveau In totaal zijn er acht kerstnummers met elk twee vragen. In totaal dus zestien vragen. 4. De docent laat telkens een fragment horen van de liedjes. Beantwoord de vragen samen met je groepje door hieronder het goede antwoord te omcirkelen. 5. Nakijken doen jullie aan het einde van de les. 6. Voor elk goed antwoord krijgen jullie 1 punt. Er kunnen maximaal 16 punten gehaald worden. 7. Schrijf de totale score op jullie scoreblad. Omcirkel wat volgens jullie het goede antwoord is: 1.1 A B C D 1.2 A B C D 2.1 A B C D 2.2 A B C D 3.1 A B C D 3.2 A B C D 4.1 A B C D 4.2 A B C D 5.1 A B C D 5.2 A B C D 6.1 A B C D 6.2 A B C D 7.1 A B C D 7.2 A B C D 8.1 A B C D 8.2 A B C D