SML10-4 INGEKOMEN 0 6 JAN. 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SML10-4 INGEKOMEN 0 6 JAN. 2010"

Transcriptie

1 pr HOLLAND ZUID SML10-4 INGEKOMEN 0 6 JAN minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving/Economie Registratienummer PZH (DOS ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum u ü, JHN..1 ü I Ü Geheim 5 januari 2010 Nee Portefeuillehouder Vondervoort, AGM, van de Paraaf Provinciesecretaris Termijn 6 januari 2010 Onderwerp Convenanten landelijk werkende instellingen jeugdzorg Bijlagen Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken Convenanten landelijk werkende instellingen jeugdzorg 1. Onderwerp in kort bestek In 2005 zijn convenanten gesloten tussen de Minister voor Jeugd en gezin, de Minister van Justitie, de provincies/ stadsregio's en enkele landelijke instellingen jeugdzorg voor de financiering en aansturing van deze instellingen. Als gevolg van de invoering van de Wet op de jeugdzorg in 2005 kon de rijksoverheid deze instellingen niet meer rechtstreeks financieren. Enkele provincies/ stadsregio's werden penvoeder, dwz. fungeerden als subsidiënt van de instellingen voor een inpassingsperiode De Provincie Zuid- Holland is penvoerder voor de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld en de Stichting De Hoenderloo Groep. Deze convenanten moeten nu vernieuwd worden. De convenanten voor de inpassing zorgaanbod en inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende jeugdzorginstellingen worden ter ondertekening voorgelegd aan de Provincie Zuid-Holland. Namens de Provincie wordt mevrouw A.G.M. Van de Vondervoort, gedeputeerde jeugdzorg, gemachtigd de convenanten te ondertekenen. De convenanten worden ter kennisneming aangeboden aan Provinciale Staten. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Wet op de jeugdzorg, Landelijk Beleidskader Jeugdzorg , Provinciaal Beleidskader Jeugdzorg , Provinciaal Uitvoeringsprogramma Jeugd 2009 en b. Relatie andere interne beleidsterreinen c. Relatie externe partijen 1/2

2

3 P ZUID H0LLAND Minister voor Jeugd en Gezin, Minister van Justitie, Inter Provinciaal Overleg, overige provincies/ stadsregio's, Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld, Stichting De Hoenderloo Groep, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn, William Schrikker Stichting Pleegzorg, Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis De nieuwe convenanten zijn tot stand gekomen in overleg tussen alle betrokken partijen; de convenanten worden door de Minister voor Jeugd en Gezin ter ondertekening voorgelegd. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerking De inhoud van de nieuwe convenanten komt overeen met de inhoud van de oude convenanten voor de periode In de nieuwe convenanten is echter tevens opgenomen dat de toekenning van plaatsen bij de landelijk werkende instellingen gebeurt op basis van trekkingsrechten (art. 13). c. Vervolgprocedure 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) De Provincie Zuid-Holland is penvoerder voor de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld en de Stichting De Hoenderloo Groep. De Provincie financiert 67 plaatsen bij Jongerenhuis Harreveld en 248 plaatsen bij De Hoenderloo Groep. Deze budgetten zijn opgenomen in het Provinciaal Uitvoeringsprogramma 2009 en Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon M.W.M. Hekker Kamer 2/2

4

5 Convenant "Inpassing aanbod van Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn, William Schrikker Stichting Pleegzorg, Stichting Joods Maatschappelijk Werk, De Hoenderloogroep (exclusief de locatie Wezep) en Harreveld in stelsel van jeugdzorg" De ondergetekenden: De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie te Den Haag, De Commissarissen van de Koningin van de provincies en de grootstedelijke regio's, te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door onderstaande personen: de provincie Overijssel, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer G.J.H. Ranter, de provincie Utrecht, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw M. Haak-Griffioen, de Stadsregio Amsterdam, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer M.J.Cohen, voor deze, de heer L.F. Asscher, de provincie Friesland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, Mevrouw C. Schokker-Strampel, de provincie Drenthe, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw A. Haarsma, de provincie Gelderland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer J.J.W. Esmeijer, de provincie Flevoland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer J.M. Bos, de provincie Noord-Holland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw S. Baggerman, de provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw A.G.M, van de Vondervoort, de provincie Zeeland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer G.R.J. van Heukelom, de provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw S.C. van Haaften-Harkema, de provincie Limburg, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw O.M.T. Wolfs,

6

7 de Stadsregio Rotterdam, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer I. Aboutaleb, voor deze, de heer P.A.M. Lamers, het Stadsgewest Haaglanden, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer J. J. van Aartsen, voor deze, de heer F.H. Buddenberg, hierna gezamenlijk te noemen: provincies en de Stichting Gereformeerd Jeugdbescherming (SGJb), vertegenwoordigd door de algemeen directeur de heer Z.B. Nitrauw, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW), vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer H.G. Vuijsje, het Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (W&G), vertegenwoordigd door de algemeen directeur CA. Voorham, de William Schrikker Stichting Pleegzorg (WSSP), vertegenwoordigd door de voorzitter Raad van Bestuur van de Stichting William Schrikker Groep, de heer P. Kouwenberg, de Stichting de Hoenderloo Groep, vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer H.F.X. Geerdink, de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer V.C. Maas, te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door de in dit convenant genoemde personen, hierna te noemen: landelijk werkende instellingen. Overwegende dat: in het nieuwe stelsel van jeugdzorg op grond van de Wet op de jeugdzorg (Wjz) geen plaats meer is voor rechtstreekse financiering door de rijksoverheid van zorgaanbieders; de verantwoordelijkheid voor de planning en financiering van de voorzieningen voor jeugdhulpverlening respectievelijk jeugdzorg van de landelijk werkende instellingen met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wjz van Jeugd en Gezin is overgegaan naar de provincies en dat voor de landelijke instellingen in artikel 104, tweede lid, van de Wjz de mogelijkheid van een overgangsregime is gecreëerd en dat voor de inpassing van de door Jeugd en Gezin gesubsidieerde voorzieningen in het stelsel van jeugdzorg een inpassingsperiode is afgesproken. Deze periode eindigt op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip. Jeugd en Gezin zal zich inspannen om de inpassingsperiode zes jaar na inwerkingtreding van de Wjz te doen beëindigen; het uitgangspunt is dat per 1 januari 2011 een 'gelijk speelveld' is ontstaan, door het inwerking treden van het nieuwe financieringssysteem. Deze veronderstelling dient in 2010 te worden getoetst door middel van een onderzoek. Het onderzoek bevat de volgende vraagstelling: Bestaat er per 1 januari 2011 en 'gelijk speelveld' tussen de vigerende landelijk werkende instellingen en reguliere jeugdzorgaanbieders? Wat zijn mogelijk de problemen en hoe kunnen deze voor 1 januari 2011 afdoende worden opgelost?

8

9 Convenant "Inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel van de jeugdzorg" De ondergetekenden: 1. De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Justitie en de Minister voor Jeugd en Gezin te Den Haag, en 2. De Commissarissen van de Koningin van de provincies en de besturen van de grootstedelijke regio's, te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door de in de bijlage genoemde personen, hierna te noemen: provincies, en Overwegende dat; de Stichting Gereformeerd Jeugdbescherming (SGJb), te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur Z.B. Nitrauw, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW), te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur H.G. Vuijsje, het Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (W&G), te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur CA. Voorham, de William Schrikker Groep (WSGb), te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur F.P. Kouwenberg, hierna te noemen: landelijk werkende instellingen. als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg er geen basis meer is voor rechtstreeksefinancieringdoor derijksoverheidvan de voorheen landelijk werkende instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij; de verantwoordelijkheid voor de planning enfinancieringvan de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 10, eerste lid onder a tot en met d van de Wet op de jeugdzorg met ingang van de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg is overgegaan van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie naar de provincies; voor de landelijk werkende instellingen in artikel 104, eerste lid van de Wet op de jeugdzorg de mogelijkheid van een overgangsregime is gecreëerd; voor de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2009 de toen geldende afspraken zijn neergelegd in een convenant, waarbij voor de inpassing van de door het ministerie van Justitie gesubsidieerde instellingen in het stelsel van de jeugdzorg een inpassingsperiode was afgesproken met het oog op decentralisatie van elke afzonderlijke landelijk werkende instelling. Dit convenant komt in de plaats van het eerdere convenant (Stcrt. 2007, nr. 49);

10

11 leugd en Gezin > Retouradres Postbus BD Den Haag Aan alle provincies en landelijk werkende instellingen Bezoekadres: Parnassusplein VX Den Haag T F Inlichtingen bij Ruud van Herk T Datum 3 0 OKT 2009 Betreft: Ondertekening convenanten inpassing zorgaanbod en inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel voor jeugdzorg Geachte Hierbij treft u ter ondertekening aan de convenanten inpassing zorgaanbod en inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen. Dit zijn de Stichting Leger des Heils Welzijns- en gezondheidszorg, de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn, de William Schrikker Stichting Pleegzorg, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk, de Stichting De Hoenderloo Groep en de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld. Ons kenmerk JZ/GJ Bijlagen 2 Uw brief Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Het convenant inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken is vrijwel onveranderd. Voor de inpassing van het zorgaanbod zijn de twee oude convenanten samengevoegd, zodat in plaats van drie nu maar twee convenanten behoeven te worden ondertekend. De looptijd is twee jaar. Voor afloop van beide convenanten wordt onderzocht of er een gelijk speelveld is ontstaan met de reguliere regionale zorgaanbieders. Een andere wijziging is dat het landelijke budget wordt toegedeeld op basis van 50% historisch gebruik en voor 50% op basis van gewogen jeugdigen. Hierdoor worden provincies gestimuleerd ook bij landelijk werkende instellingen extra zorg in te kopen om de wachtlijsten terug te brengen. Procedure voor ondertekening Ter ondertekening van bijgevoegde convenanten inpassing zorgaanbod en inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel voor jeugdzorg, wordt de volgende procedure gehanteerd: 1) De Minister voor Jeugd en Gezin heeft bijgevoegd convenanten al ondertekend. Met het oog op de inwerkingtreding van de convenanten met terugwerkende kracht op 1 januari 2009, verzoek ik u bijgevoegde convenanten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor 1 december 2009 te retourneren door toezending aan: Programmaministerie voor Jeugd en Gezin T.a.v. mevrouw drs G.E.M. Tielen (directeur Jeugdzorg) Postbus VX Den Haag Pagina 1 van 3

12

13 2) Jeugd en Gezin bundelt de door provincies en de landelijk werkende instellingen getekende convenanten (38) in één katern. Deze katern met de originele handtekeningen zal Jeugd en Gezin in haar archief bewaren. Ons kenmerk JZ/GJ ) Jeugd en Gezin zal vervolgens iedere provincie c.q. grootstedelijke regio en de landelijke instellingen een afschrift van deze katern voor eigen gebruik aanbieden. Ik hoop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd en dank u voor uw constructieve bijdrage aan de totstandkoming van de convenanten. Hoogachtend, de Minister voor Jeugd en Gezin namens deze, de directeur jeugdzorg, mw. drs. G.E.M. Tielen. Bijlagen: Convenant inpassing zorgaanbod Convenant inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken Pagina 2 van 3

14

15 Convenant "Inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel van de jeugdzorg" De ondergetekenden: 1. De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Justitie en de Minister voor Jeugd en Gezin te Den Haag, en 2. De Commissarissen van de Koningin van de provincies en de besturen van de grootstedelijke regio's, te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door de in de bijlage genoemde personen, hierna te noemen: provincies, en Overwegende dat: de Stichting Gereformeerd Jeugdbescherming (SGJb), te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur Z.B. Nitrauw, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW), te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur H.G. Vuijsje, het Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (W&G), te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur CA. Voorham, de William Schrikker Groep (WSGb), te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur F.P. Kouwenberg, hierna te noemen: landelijk werkende instellingen. als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg er geen basis meer is voor rechtstreekse financiering door de rijksoverheid van de voorheen landelijk werkende instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij; de verantwoordelijkheid voor de planning en financiering van de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 10, eerste lid onder a tot en met d van de Wet op de jeugdzorg met ingang van de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg is overgegaan van de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie naar de provincies; voor de landelijk werkende instellingen in artikel 104, eerste lid van de Wet op de jeugdzorg de mogelijkheid van een overgangsregime is gecreëerd; voor de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2009 de toen geldende afspraken zijn neergelegd in een convenant, waarbij voor de inpassing van de door het ministerie van Justitie gesubsidieerde instellingen in het stelsel van de jeugdzorg een inpassingsperiode was afgesproken met het oog op decentralisatie van elke afzonderlijke landelijk werkende instelling. Dit convenant komt in de plaats van het eerdere convenant (Stcrt. 2007, nr. 49);

16

17 bij Koninklijk Besluit van 27 februari 2007 de Minister voor Jeugd en Gezin is benoemd en is belast met aangelegenheden betreffende Jeugd en Gezin met inbegrip van - voor zover hier relevant - de justitiële jeugdbescherming (met uitzondering van interlandelijke adoptie en internationale kinderontvoering) waaronder (gezins)voogdij en de landelijk werkende instellingen waarbij de Minister van Justitie verantwoordelijk blijft voor de jeugdreclassering; de Minister voor Jeugd en Gezin heeft aangegeven het wenselijk te vinden de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg af te wachten alvorens een beslissing te nemen over het al dan niet decentraliseren van de landelijk werkende instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij; in verband hiermee de duur van het convenant loopt tot 1 januari 2011; gedurende de looptijd van het convenant de cliënten voorzover zij behoren tot de doelgroep van de landelijk werkende instellingen uit alle provincies door het bureau jeugdzorg worden doorverwezen naar landelijk werkende instellingen voor de uitoefening van de (voorlopige) voogdij, (voorlopige) ondertoezichtstelling of de jeugdreclassering; gedurende de looptijd van het convenant de afspraken zoals neergelegd in dit convenant van kracht zijn; de provincies: Utrecht voor de SGJb, de Stadsregio Amsterdam voor JMW en WSGb en Overijssel voor de W&G (verder de financiers), gedurende de looptijd van het convenant mede ten behoeve van de overige provincies zorg dragen voor de planning en financiering van de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 10, eerste lid onder a tot en met d van de Wet op de jeugdzorg, door de landelijk werkende instellingen; de financiers belast zijn met het toezicht op, sturing, planning en subsidiering van de landelijk werkende instellingen. Tevens zijn de voornoemde provincies verantwoordelijk erop toe te zien dat desbetreffende instellingen voldoen aan de kwaliteitsmaatstaven die gelden voor de bureaus jeugdzorg alsmede toezicht te houden op de door de landelijk werkende instellingen aangeleverde informatievoorziening; het met het oog op de ontwikkelingen in het stelsel van de jeugdzorg en de continuïteit van de werkzaamheden van de landelijk werkende instellingen voor hun doelgroep wenselijk is dat er tussen de ministeries van Justitie en voor Jeugd en Gezin, de provincies, de financiers en de landelijk werkende instellingen, op basis van de bestuurlijke afspraken, afspraken worden gemaakt over de planning en financiering van de uitvoering van bedoelde wettelijke taken, waarbij wordt uitgegaan van het behoud van de specifieke deskundigheid, de landelijke bereikbaarheid van de instellingen en de praktische werkbaarheid van de afspraken; de landelijk werkende instellingen van de bureaus jeugdzorg mandaat hebben gekregen om besluiten te nemen ter uitvoering van de taken als genoemd in artikel 10, eerste lid onder a tot en met d van de Wet op de jeugdzorg (Stcrt. 2005, nr. 153, p. 8); de landelijk werkende instellingen met de bureaus jeugdzorg afspraken hebben gemaakt, neergelegd in een uitvoeringsovereenkomst, over de wijze waarop door de landelijk werkende instellingen uitvoering wordt gegeven aan de uitoefening van de taken als genoemd in artikel 10, eerste lid onder a tot en met d van de Wet op de jeugdzorg, alsmede op welke wijze samenwerking plaatsvindt;

18

19 partijen met deze afspraken geen afspraken maken die afwijken van de aard, inhoud en strekking van de Wet op de jeugdzorg; de landelijk werkende instellingen verantwoordelijk blijven voor het realiseren van een solide bedrijfsvoering. Komen als volgt overeen Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 In dit convenant wordt verstaan onder: a. Wjz: de Wet op de jeugdzorg; b. partijen: het ministerie van Justitie, het ministerie voor Jeugd en Gezin, de financier, de provincies en de landelijk werkende instellingen; c. provincie: een provincie die gebruik maakt van de diensten van de landelijk werkende instellingen, alsmede het bestuur van een regionaal openbaar lichaam van het samenwerkingsgebied waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, onderscheidenlijk Den Haag deel uitmaakt, indien het provinciaal bestuur de bevoegdheden inzake de uitvoering van zijn taken in het kader van de jeugdzorg op grond van artikel 20 van de Kaderwet bestuur in verandering heeft overgedragen aan het bestuur van het betrokken regionaal openbaar lichaam ; d. financier: de provincie Utrecht voor de SGJb, de provincie Overijssel voor de W&G en de Stadsregio Amsterdam voor het JMW en de WSGb; e. uitkering bureau jeugdzorg: de uitkering bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a van de Wet op de jeugdzorg; f. jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringstaken; uitvoering van de (voorlopige) voogdij, (voorlopige) ondertoezichtstelling en de jeugdreclassering. Paragraaf 2 Financiering Artikel 2 1. Gedurende de looptijd van het convenant krijgt de financier - conform artikel 104, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg - van het ministerie van Justitie en het ministerie voor Jeugd en Gezin de voor de desbetreffende landelijk werkende instelling bestemde gelden toegevoegd aan de uitkering bureau jeugdzorg. 2. De ministeries van Justitie en voor Jeugd en Gezin stellen jaarlijks het budget vast voor de landelijk werkende instellingen met inachtneming van de bekostigingssystematiek zoals vastgelegd in de Wjz en onderliggende regelgeving. 3. Indien tijdens de looptijd van het convenant de productiecapaciteit lager komt te liggen dan de in de bijlage bij het eerdere convenant opgenomen capaciteit, staan de ministeries van Justitie en voor Jeugd en Gezin garant voor het bekostigen van het verschil. 4. Als op enig moment feiten bekend worden die een risico vormen voor de continuïteit van een landelijk werkende instelling en waarvan het ontstaan is gelegen in de periode voorafgaand aan 1 januari 2005 beslissen de Minister van Justitie en de Minister voor Jeugd en Gezin samen met de financier verantwoordelijk voor het nemen van een besluit over de wijze waarop het betreffende risico wordt opgeheven dan wel zo veel mogelijk bestreden. 1 daar waar staat artikel 20 Kaderwet bestuur in verandering dient artikel 104 Wet gemeenschappelijke regelingen gelezen te worden vanaf het moment dat de WGR in werking treedt.

20

21 Artikel 3 De financier draagt zorg voor de totstandkoming van de subsidieverlening aan de landelijk werkende instelling die geen bepalingen bevat die belemmerend often nadele werken van de uitvoering van dit convenant. Artikel 4 1. De financier verstrekt gedurende de looptijd van het convenant aan de betrokken landelijk werkende instelling een subsidie ten bedrage van het budget dat zij op basis van artikel 104, eerste lid van de Wet op de jeugdzorg voor de financiering van de productiecapaciteit van die landelijk werkende instellingen ontvangt. 2. De financiering van de landelijk werkende instellingen vindt op dezelfde wijze plaats als de financiering van de bureaus jeugdzorg, zoals neergelegd in het Gewijzigd Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg. Artikel 5 Voor zover de financier financiële middelen ontvangt van het Ministerie van Justitie en het Ministerie voor Jeugd en Gezin ten behoeve van intensiveringstrajecten voor de jeugdbescherming en jeugdreclassering voor het bureau jeugdzorg, zal de financier deze naar rato toekennen aan de landelijk werkende instellingen. Paragraaf 3 Informatie Artikel 6 1. De landelijk werkende instellingen verstrekken de financiers één keer per kwartaal een overzicht van het aantal doorverwezen cliënten, onderverdeeld naar provincie van herkomst. De landelijk werkende instelling registreert en verwerkt het aantal zaken dat door bureau jeugdzorg wordt doorverwezen overeenkomstig het bepaalde in de Regeling beleidsinformatie jeugdzorg (Staatscourant 2005, nr. 174) en geeft dat door aan de financier. 2. De landelijk werkende instellingen hanteren voor de registratie als bedoeld in het eerste lid, het Landelijke Rapportage Format behorend bij de regeling beleidsinformatie jeugdzorg (en de daarbij behorende tabeldefinitie en begripsdefinitie). 3. De landelijk werkende instellingen leveren deze gegevens bedoeld in het eerste lid eveneens aan de bureaus jeugdzorg. 4. De financier verstrekt de in het eerste lid bedoelde informatie aan de minister van Justitie en aan de minister voor Jeugd en Gezin en zorgt daarbij voor tijdige toezending conform de regeling beleidsinformatie jeugdzorg. 5.De financier houdt toezicht op de betrouwbaarheid (juistheid en volledigheid) van gegevensaanlevering door de landelijk werkende instelling. 6. De informatiestromen als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid vinden plaats met inachtneming van de Wet bescherming persoonsgegevens. Paragraaf 4 Capaciteit Artikel 7 De bureaus jeugdzorg kunnen gedurende de looptijd van het convenant om niet capaciteit van de landelijk werkende instelling afnemen tot de hoogte waarop het budget in artikel 2, tweede lid, is bepaald.

22

23 Artikel 8 1. Indien op basis van de gegevens als bedoeld in artikel 6, blijkt dat de garantgestelde capaciteit van een landelijk werkende instelling niet volledig wordt benut door de gezamenlijke bureaus jeugdzorg dan wel de vraag naar de uitvoering van de jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringstaken door de landelijk werkende instellingen terugloopt, dan meldt de financier dat zo spoedig mogelijk aan de ministeries van Justitie en voor Jeugd en Gezin. 2. In het geval als bedoeld in het eerste lid vindt overleg plaats tussen de ministeries van Justitie (als het gaat om jeugdreclassering) en voor Jeugd en Gezin (als het gaat om de justitiële jeugdbescherming), de financier en de landelijk werkende instelling over de mogelijke oorzaken en maken zij afspraken over de wijze waarop de capaciteit maximaal kan worden benut. 3. Indien de financier besluit tot vaststelling van een lagere subsidie op grond van de feitelijk geleverde productie worden de niet bestede middelen toegevoegd aan de reserve als bedoeld in het Gewijzigd Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg. Paragraaf 5 Geschilbeslechting Artikel 9 1. Een geschil over dit convenant bestaat, indien een van partijen dat schriftelijk aan de andere partijen meedeelt. 2. Een partij zal zich niet eerder tot de rechter wenden, dan nadat hij in redelijkheid al het mogelijke heeft gedaan om het geschil in onderling overleg te beslechten. Artikel 10 Ten aanzien van besluiten genomen ingevolge de Wjz geldt de normale beroepsgang zoals neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Paragraaf 6 Slotbepalingen Artikel Indien de budgettaire omstandigheden van het rijk zich ingrijpend wijzigen dan wel onvoorziene omstandigheden zich voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van dit convenant, zullen partijen over (de noodzaak van) wijziging van dit convenant in overleg treden. 2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld. 3. Indien het overleg niet binnen tien weken na aanvang van het overleg tot overeenstemming heeft geleid, mag elke partij dit convenant schriftelijk opzeggen. Een opzegging geschiedt uiterlijk op 1 oktober tegen 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. Artikel 12 Wanneer het convenant door een partij wordt opgezegd, blijft het convenant voor de overige partijen in stand voorzover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten. Artikel 13 Partijen wijzigen dit convenant niet dan schriftelijk. Mocht er tussentijds sprake zijn van (voorgenomen) wijzigingen van wet- en regelgeving en/of kenbaar gemaakte wijziging van beleid van het rijk dat zou leiden tot wijziging van deze overeenkomst, dan zullen partijen - met inachtneming van eikaars belangen en in goed

24

25 overleg - deze overeenkomst dienovereenkomstig tijdig aanpassen, bij gebreke waarvan tijdelijk voor de duur van de impasse de bepalingen van deze overeenkomst, die strijdig zijn met deze wijzigingen buiten toepassing geraken en deze overeenkomst moet worden uitgelegd en aangevuld in het licht van deze wijzigingen. Artikel Dit convenant treedt in werking op de datum van ondertekening en werkt voor zover mogelijk terug tot 1 januari Dit convenant heeft een looptijd van de datum van ondertekening tot 1 januari 2011 of tot een ander bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip. Artikel 15 Deze overeenkomst wordt aangehaald als: Convenant Ministerie van Justitie en Jeugd en Gezin/Provincies/L WI' s. De tekst van het convenant wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus overeengekomen: De Minister van Justitie, de heer E. Hirsch Ballin, Den Haag De Minister voor Jeugd en Gezin, de heer A. Rouvoet, Den Haag

26

27 Bijlage de provincie Groningen, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer P.M. de Bruijne, Plaats: de provincie Friesland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw C. Schokker-Schrampel, Plaats: de provincie Drenthe, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw A. Haarsma, Plaats: de provincie Overijssel, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer G.J.H. Ranter, Plaats:

28

29 de provincie Overijssel, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin in de hoedanigheid van financier voor het Leger des Heils W&G, voor deze, de heer G.J.H. Ranter, Plaats: de provincie Gelderland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer J.J.W. Esmeijer, Plaats: de provincie Utrecht, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw M. Haak-Griffioen, Plaats: de provincie Utrecht, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin in de hoedanigheid van financier voor de SGJb, voor deze, mevrouw M. Haak-Griffioen, Plaats: de provincie Flevoland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer J.M. Bos, Plaats:

30

31 de provincie Noord-Holland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw S. Baggerman, Plaats: de provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw A.G.M. van de Vondervoort, Plaats: de provincie Zeeland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer G.R.J. van Heukelom, Plaats: de provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw S.C. van Haaften-Harkema, Plaats.' de provincie Limburg, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw O.M.T. Wolfs, Plaats:

32

33 Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer M.J. Cohen, voor deze, de heer L.F. Asscher, Plaats: Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam, in de hoedanigheid van financier voor de WSGb en JMW, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer M.J. Cohen, voor deze, de heer L.F. Asscher, Plaats: Het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer J.J. van Aartsen, voor deze, de heer F.H. Buddenberg, Plaats: Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Rotterdam, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer I. Aboutaleb, voor deze, de heer P.A.M. Lamers, Plaats: 10

34

35 de Stichting Gereformeerd Jeugdbescherming, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer Z.B. Nitrauw, Plaats: de Stichting Joods Maatschappelijk Werk, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer H.G. Vuijsje, Plaats: het Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, algemeen directeur mevrouw CA. Voorham, Plaats: Het Bestuur van de Stichting William Schrikker Groep, vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer F.P. Kouwenberg, Plaats: 11

36

37 Convenant "Inpassing aanbod van Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn, William Schrikker Stichting Pleegzorg, Stichting Joods Maatschappelijk Werk, De Hoenderloogroep (exclusief de locatie Wezep) en Harreveld in stelsel van jeugdzorg" De ondergetekenden: De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie te Den Haag, De Commissarissen van de Koningin van de provincies en de grootstedelijke regio's, te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door onderstaande personen: de provincie Overijssel, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer G.J.H. Ranter, de provincie Utrecht, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw M. Haak-Griffioen, de Stadsregio Amsterdam, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer M.J.Cohen, voor deze, de heer L.F. Asscher, de provincie Friesland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, Mevrouw C. Schokker-Strampel, de provincie Drenthe, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw A. Haarsma, de provincie Gelderland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer J.J.W. Esmeijer, de provincie Flevoland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer J.M. Bos, de provincie Noord-Holland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw S. Baggerman, de provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw A.G.M, van de Vondervoort, de provincie Zeeland, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, de heer G.R.J. van Heukelom, de provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw S.C. van Haaften-Harkema, de provincie Limburg, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin, voor deze, mevrouw O.M.T. Wolfs,

38

39 de Stadsregio Rotterdam, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer I. Aboutaleb, voor deze, de heer P.A.M. Lamers, het Stadsgewest Haaglanden, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer J. J. van Aartsen, voor deze, de heer F.H. Buddenberg, hierna gezamenlijk te noemen: provincies en de Stichting Gereformeerd Jeugdbescherming (SGJb), vertegenwoordigd door de algemeen directeur de heer Z.B. Nitrauw, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW), vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer H.G. Vuijsje, het Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (W&G), vertegenwoordigd door de algemeen directeur CA. Voorham, de William Schrikker Stichting Pleegzorg (WSSP), vertegenwoordigd door de voorzitter Raad van Bestuur van de Stichting William Schrikker Groep, de heer P. Kouwenberg, de Stichting de Hoenderloo Groep, vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer H.F.X. Geerdink, de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld, vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer V.C. Maas, te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door de in dit convenant genoemde personen, hierna te noemen: landelijk werkende instellingen. Overwegende dat: in het nieuwe stelsel van jeugdzorg op grond van de Wet op de jeugdzorg (Wjz) geen plaats meer is voor rechtstreekse financiering door de rijksoverheid van zorgaanbieders; de verantwoordelijkheid voor de planning en financiering van de voorzieningen voor jeugdhulpverlening respectievelijk jeugdzorg van de landelijk werkende instellingen met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wjz van Jeugd en Gezin is overgegaan naar de provincies en dat voor de landelijke instellingen in artikel 104, tweede lid, van de Wjz de mogelijkheid van een overgangsregime is gecreëerd en dat voor de inpassing van de door Jeugd en Gezin gesubsidieerde voorzieningen in het stelsel van jeugdzorg een inpassingsperiode is afgesproken. Deze periode eindigt op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip. Jeugd en Gezin zal zich inspannen om de inpassingsperiode zes jaar na inwerkingtreding van de Wjz te doen beëindigen; het uitgangspunt is dat per 1 januari 2011 een 'gelijk speelveld' is ontstaan, door het inwerking treden van het nieuwe financieringssysteem. Deze veronderstelling dient in 2010 te worden getoetst door middel van een onderzoek. Het onderzoek bevat de volgende vraagstelling: Bestaat er per 1 januari 2011 en 'gelijk speelveld' tussen de vigerende landelijk werkende instellingen en reguliere jeugdzorgaanbieders? Wat zijn mogelijk de problemen en hoe kunnen deze voor 1 januari 2011 afdoende worden opgelost?

40

41 Is er een reële kans dat de vigerende 'landelijk werkende instellingen onder het nieuwe regime een gelijke uitgangspositie hebben op het maken van meerjarige afspraken over het leveren van zorgaanbod? De prijzen voor het zorgaanbod binnen het landelijk budget voor de landelijk werkende instellingen zijn al jaren niet aangepast. In welke mate wordt hierdoor het 'gelijk speelveld' per 1 januari 2011 verstoord? Het onderzoek gaat in 2009 van start. de werking van het convenant wordt gemonitord, met daarin aandacht voor het trekkingsrecht, keuzevrijheid, vraagsturing en de zorgvuldigheid van het inkoopbeleid van provincies. Hiertoe wordt een overleg geëntameerd tussen LWI's, IPO, penvoerders en Jeugd en Gezin. voor het specifieke zorgaanbod, naast het gestelde in artikel 104, tweede lid, artikel 3, zevende lid, van de Wjz van bijzonder belang is. Hierin is voor gespecialiseerd zorgaanbod de mogelijkheid opgenomen dat een cliënt zijn aanspraak op jeugdzorg tot gelding kan brengen bij een zorgaanbieder die tot dat doel wordt gesubsidieerd door een andere provincie dan die jegens welke de cliënt aanspraak heeft. Ten behoeve van het tot gelding brengen van de aanspraken bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Wjz, moet tussen de provincies een overeenkomst gesloten zijn (artikel 3, zevende lid, van de Wjz); de provincies: Overijssel voor de W&G, Utrecht voor de SGJ, de Stadsregio Amsterdam voor de WSSP en het JMW en Zuid Holland voor Stichting de Hoenderloo Groep en Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld, gedurende de inpassingsperiode mede ten behoeve van de overige provincies zorg dragen voor de planning en financiering van het onderhavige specifieke zorgaanbod en dat dit convenant mede voorziet in de in artikel 3, zevende lid, van de Wjz bedoelde overeenkomst; de decentralisatie wordt uitgevoerd binnen de financiële ruimte die Jeugd en Gezin hiervoor beschikbaar stelt, waarbij ervan wordt uitgegaan dat het budget bij overdracht toereikend is voor een gezonde exploitatie van het aanbod; het met het oog op de ontwikkelingen in het stelsel van jeugdzorg en de continuïteit van het zorgaanbod van de landelijk werkende instellingen wenselijk is dat er tussen partijen, op basis van de bovengenoemde bestuurlijke afspraken, afspraken worden gemaakt over de planning en financiering van de voorzieningen, waarbij wordt uitgegaan van het behoud van de specifieke deskundigheid, de landelijke bereikbaarheid van het specifieke zorgaanbod en de praktische werkbaarheid van de afspraken; bij het omzetten van plaatsen in bekostigingseenheden de capaciteit wordt uitgedrukt in aantal bekostigingseenheden; de overgedragen capaciteit betreft: W&G 456 pleegzorgplaatsen en daarnaast 3 plaatsen voortgezette hulpverlening; SGJ 283 plaatsen, onderverdeeld naar 55 residentiële plaatsen, 204 pleegzorgplaatsen, 8 gezinshuisplaatsen en 16 plaatsen intensieve orthopedagogische gezinsbegeleiding en daarnaast 2 plaatsen voortgezette hulpverlening; WSSP pleegzorgplaatsen, waarvan 110 zogenoemde PIP-plaatsen voor intensieve begeleiding en ondersteuning en daarnaast 6 plaatsen voortgezette hulpverlening; JMW 15 plaatsen, onderverdeeld naar 8 pleegzorgplaatsen, 4 gezinshuisplaatsen en 3 plaatsen voor begeleid wonen; Hoenderloo 248 plaatsen intensieve residentiële behandeling en Harreveld 67 plaatsen intensieve residentiële behandeling;

42

43 bij toevoeging van extra middelen ter bestrijding van wachtlijsten aan de uitkering zorgaanbod door Jeugd en Gezin tijdens de inpassingsperiode, de provincies en stadsregio's, die gebruik maken van het zorgaanbod, in overleg met de provincie Overijssel, Utrecht, Zuid Holland en de Stadsregio Amsterdam, zullen aangeven hoe zij tot vermindering van de wachtlijst voor de W&G, de SGJ, de WSSP, Stichting de Hoenderloo Groep en Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld en het JMW zullen komen. Partijen beogen met dit convenant geen in rechte afdwingbare rechten en plichten in het leven te roepen. Komen overeen: Artikel 1 In dit convenant wordt verstaan onder: a. Wjz: de Wet op de jeugdzorg; b. inpassingsperiode: de periode tussen 1 januari 2009 tot 1 januari 2011; c. provincie: een provincie, alsmede het bestuur van een regionaal openbaar lichaam van het samenwerkingsgebied waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, onderscheidenlijk 's Gravenhage deel uitmaakt, indien het provinciaal bestuur de bevoegdheden inzake de uitvoering van zijn taken in het kader van de jeugdzorg op grond van artikel 20 van de Kaderwet bestuur in verandering heeft overgedragen aan het bestuur van het betrokken regionaal openbaar lichaam; d. uitkering zorgaanbod: de uitkering bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder b, van de Wjz; e. instellingen: dit zijn de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (W&G), de Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ), de William Schrikker Stichting Pleegzorg (WSSP), de Stichting de Hoenderloo Groep en Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld en het Joods Maatschappelijk Werk (JMW); f. penvoerders: dit zijn de provincies Overijssel voor de W&G, Utrecht voor de SGJ, de Stadsregio Amsterdam voor de WSSP en het JMW en Zuid Holland voor Stichting de Hoenderloo Groep en Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld, die gedurende de inpassingsperiode mede ten behoeve van de overige provincies zorg dragen voor de planning en financiering van het onderhavige specifieke zorgaanbod en dat dit convenant mede voorziet in de in artikel 3, zevende lid, Wjz bedoelde overeenkomst. Artikel 2 1. Gedurende de inpassingsperiode zal de Minister voor Jeugd en Gezin trachten zorg te dragen op grond van artikel 104, tweede lid, van de Wjz, het voor 2009 vastgestelde structurele budget voor de Stichting de Hoenderloo Groep en Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld, W&G en de SGJ over te hevelen naar de uitkering zorgaanbod van respectievelijk de provincie Zuid Holland, Overijssel en Utrecht en voor de WSSP en het budget voor JMW over te hevelen naar de uitkering zorgaanbod van de Stadsregio Amsterdam. 2. De minister spant zich in de in het eerste lid bedoelde middelen voor de duur van de inpassingsperiode door Jeugd en Gezin te garanderen. De eventuele loon- en prijscompensatie over deze middelen wordt toegekend overeenkomstig de besluitvorming over de indexeringen voor de gehele jeugdzorg. 3. Toekomstige afspraken tussen de staat en provincies over een nieuwe financieringswijze van het zorgaanbod zullen, met inachtneming van de hiervoor in het tweede lid genoemde garantie, ook van toepassing zijn op het zorgaanbod van de instellingen. Artikel 3 4

44

45 1. De penvoerders zullen de afstemming van vraag en aanbod van de instellingen voor de provincies coördineren met het doel aan het eind van de inpassingsperiode over een goed beeld te beschikken van de door de provincies benodigde capaciteit van het specifieke aanbod van de betreffende zorgaanbieders. 2. De penvoerders organiseren in het kader van de in het eerste lid bedoelde afstemming van vraag en aanbod jaarlijks een overleg met de overige provincies. De instellingen worden bij dit overleg uitgenodigd. Artikel 4 1. Alle provincies inventariseren jaarlijks de vraag naar het specifieke zorgaanbod van de instellingen voor hun provincie op basis van de verstrekte indicatiebesluiten in het voorafgaande jaar en bieden deze inventarisatie uiterlijk op 1 juni aan de penvoerders aan ten behoeve van het jaarlijkse overleg over de afstemming van vraag en aanbod. Dit overleg zal voor 1 juli plaatsvinden. 2. De instellingen geven aan de penvoerders ter voorbereiding van het planningsoverleg jaarlijks uiterlijk op 1 mei een overzicht van het aantal cliënten op de wachtlijst in het voorafgaande jaar, onderverdeeld naar provincie van herkomst. Artikel 5 De provincies kunnen onder eigen verantwoordelijkheid gedurende de inpassingsperiode extra zorg, boven de in de overwegingen bedoelde capaciteit, bij de instellingen inkopen. Met de inkoop van extra zorg is een realisatietermijn gemoeid waarmee bij de planning rekening moet worden gehouden. Artikel 6 De penvoerders spannen zich ervoor in dat hun subsidieverordeningen geen bepalingen bevatten die belemmerend of ten nadele werken van de uitvoering van dit convenant. Artikel 7 De provincies kunnen met inachtneming van artikel 13 gedurende de inpassingsperiode om niet, ter voldoening aan het gestelde in artikel 3, zevende lid, van de Wjz, van het zorgaanbod, tot de capaciteit als bedoeld in de overwegingen van het convenant, gebruik maken overeenkomstig artikel 12, tweede lid, van het convenant. Artikel 8 1. De penvoerders spannen zich in om gedurende de inpassingsperiode aan de instellingen een subsidie ten bedrage van het budget dat zij op basis van artikel 104, tweede lid, van de Wjz voor de financiering van het zorgaanbod van de instellingen ontvangen. 2. De subsidievaststellingen door de penvoerders worden gebaseerd op een bezetting van minimaal 95%, waarbij het werkelijke bezettingspercentage wordt vastgesteld op grond van de overgedragen capaciteitsplaatsen. Artikel 9 1. Op het moment dat tijdens de inpassingsperiode landelijk een nieuwe financieringssystematiek wordt ingevoerd stellen de penvoerders, na raadpleging van de overige provincies en na overleg met de instellingen, een nieuwe normprijs voor het zorgaanbod van de instellingen vast. 2. Indien de nieuwe normprijs afwijkt van de normprijs die de instellingen tot dat moment ontvingen, voeren de penvoerders overleg met de instellingen over de gevolgen daarvan. Artikel 10

46

47 1. De penvoerders kunnen van de instellingen een grotere mate van doelmatigheid in de vorm van een hogere productie of meer kwaliteit vragen dan thans het geval is. 2. Indien de penvoerder een hogere bezettingsgraad vraagt, heeft dit geen invloed op het budget als bedoeld in artikel 2, eerste lid. Artikel Indien de vraag naar het specifieke aanbod van de instellingen tijdens de inpassingsperiode zodanig terugloopt, dat het zorgaanbod (lagere bezettingsgraad dan 95%) onvoldoende wordt benut, vindt overleg plaats tussen de penvoerders en de instellingen over de mogelijke oorzaken en maken zij afspraken over de gevolgen. 2. Indien de penvoerders besluiten tot vaststelling van een lagere subsidie voor een van de instellingen op grond van de feitelijk gerealiseerde bezettingsgraad, worden de vrijkomende middelen ingezet voor de toekomstige ontwikkeling van het zorgaanbod van de instellingen. 3. Een besluit tot vaststelling van een lagere subsidie heeft gedurende de inpassingsperiode geen gevolgen voor de hoogte van de jaarlijks te verlenen subsidie aan de instellingen. Artikel Gedurende de inpassingsperiode kunnen cliënten uit alle provincies in aanmerking komen voor een plaats, met inachtneming van artikel 13 en de bijlagen 1 en 2 bij dit convenant. 2. Toekenning van de vrijkomende plaatsen geschiedt op grond van bijlage De provincies spannen zich ervoor in dat de provinciale verordeningen geen bepalingen bevatten die cliënten belemmeren om hun aanspraak, indien zij over een daartoe passend indicatiebesluit beschikken, tot gelding te brengen bij de instellingen. Artikel Provincies hebben in 2009 een trekkingsrecht op gebruik van de capaciteit van de instellingen. 2. Het in het eerste lid bedoeld trekkingsrecht wordt voor 2009 per landelijk werkende instelling/zorgaanbieder vastgesteld als vermeld in bijlage I op grond van de berekening: a. voor 50% van de capaciteit naar rato van het aantal gewogen jeugdigen per provincie; b. voor 50% van de capaciteit naar rato van het feitelijk gebruik per provincie van de capaciteit, vermeerderd met de wachtlijst per provincie. 3. De uitvoering van het trekkingsrecht geschiedt conform bijlage 2 bij dit convenant. 4. Bij de vaststelling en uitvoering van het trekkingsrecht geldt dat cliënten worden toegerekend naar de provincie van herkomst, ook indien de voogdij wordt uitgeoefend door een landelijk werkende instelling die is gevestigd in een andere provincie dan de provincie van herkomst van de cliënt. 5. Over de verdeling van het trekkingsrecht voor 2010 vindt nader overleg plaats tussen het Interprovinciaal Overleg en Jeugd en Gezin. Artikel 14 Extra rijksmiddelen die geen betrekking hebben op zorgcapaciteit maar op specifieke intensiveringstrajecten worden door Jeugd en Gezin naar rato geoormerkt voor de instellingen voor zover deze intensiveringstrajecten voor hen van toepassing zijn. Deze middelen worden door de penvoerders ter beschikking gesteld. Artikel 15

48

49 1. De instellingen leveren met betrekking tot de door hen aan cliënten geleverde zorg de informatie en gegevens, bedoeld in artikel 20 van de Wet op de jeugdzorg, aan de het bureau jeugdzorg dat eindverantwoordelijk is voor de daartoe vastgestelde indicatie. 2. De instellingen leveren aan de provincies die op grond van artikel 3 verantwoordelijk zijn voor de coördinatie inzake de afstemming van vraag en aanbod, per kwartaal de door deze provincies gevraagde gegevens over het aantal cliënten dat op peildatum wacht op zorg van de betreffende zorgaanbieder, uitgesplitst naar provincie van herkomst van de betreffende cliënten, onder toepassing van het gestelde in artikel 13, vierde lid. 3. De penvoerders leveren de in het tweede lid bedoelde gegevens aan de provincies. 4. De instellingen leveren aan de provincie die op grond van artikel 3 verantwoordelijk zijn voor de coördinatie inzake de afstemming van vraag en aanbod, de door deze provincies gevraagde gegevens op peildatum over het aantal cliënten in zorg en het aantal cliënten dat per kwartaal in zorg is genomen, onder toepassing van het gestelde in artikel 13, vierde lid. Artikel Een geschil bestaat, indien een van partijen dat schriftelijk aan de andere partijen meedeelt. 2. Partijen zullen zich niet eerder tot de rechter wenden, dan nadat zij in redelijkheid al het mogelijke hebben gedaan om het geschil in onderling overleg te beslechten. Artikel 17 Dit convenant treedt in werking op de datum van ondertekening, werkt zo veel als mogelijk terug tot 1 januari 2009 en expireert op 1 januari Artikel 18 Indien de budgettaire omstandigheden van de staat zich ingrijpend wijzigen dan wel onvoorziene omstandigheden zijdens de staat zich voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van dit convenant, zullen partijen over (de noodzaak van) wijziging van dit convenant in overleg treden. Artikel Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld. 2. Indien het overleg niet binnen tien weken na aanvang van het overleg tot overeenstemming heeft geleid, kan elke partij dit convenant schriftelijk opzeggen. Een opzegging kan uitsluitend ingaan per 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. Bij opzegging wordt een termijn van ten minste drie maanden in acht genomen. Artikel 19a Partijen wijzigen dit convenant niet anders dan schriftelijk. Artikel 20 Wanneer het convenant door een partij wordt opgezegd, blijft het convenant voor de overige partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23323 22 december 2011 Convenant Inpassing (gezins)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen

Nadere informatie

Convenant 'Inpassing (gezin5)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel van de jeugdzorg'

Convenant 'Inpassing (gezin5)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel van de jeugdzorg' Convenant 'Inpassing (gezin5)voogdij- en jeugdreclasseringstaken van de landelijk werkende instellingen in het stelsel van de jeugdzorg' De ondergetekenden: 1. De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22912 19 december 2011 Convenant Inpassing aanbod van Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, Stichting

Nadere informatie

Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij. Convenant. 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering

Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij. Convenant. 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering Concept-Convenant verlaging caseload gezinsvoogdij De ondergetekenden: Convenant 1. De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering en 2. De provincies en de grootstedelijke regio

Nadere informatie

SML09-30. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

SML09-30. Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht P TraD HoLLAND SML09-30 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registration ummer PZH-2009-209435 (DOS-2009-0001943) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum

Nadere informatie

De Commissarissen van de Koningin van de provindes en de grootstedelijke regio's te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door onderstaande personen:

De Commissarissen van de Koningin van de provindes en de grootstedelijke regio's te dezen bij volmacht vertegenwoordigd door onderstaande personen: Convenant "Inpassing aanbod van Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn, William Schrikker Stichting Pleegzorg, Stichting Joods Maatschappelijk Werk,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009 > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340

Nadere informatie

Bijlage 2 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Financieel kader provincies en grootstedelijke regio s 2005 tot en met 2008

Bijlage 2 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Financieel kader provincies en grootstedelijke regio s 2005 tot en met 2008 Bijlage 2 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Financieel kader provincies en grootstedelijke regio s 2005 tot en met 2008 Inleiding Het landelijk beleidskader bevat de uitgangspunten voor

Nadere informatie

CONCEPT-BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID OP 25 JANUARI 2007

CONCEPT-BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID OP 25 JANUARI 2007 Vergadering IPO-adviescommissie Sociaal Beleid op 24 mei 2007 agendapunt 1b, bijlage 1 CONCEPT-BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID OP 25 JANUARI 2007 aanvang : 14.00

Nadere informatie

Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg

Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg December 2004 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ministerie van Justitie Inhoudsopgave Inleiding...1 1. Algemene verplichtingen...3 2. Gegevenswoordenboek

Nadere informatie

Belastingdienst. Inspectie Leefomgeving en Transport. Convenant tussen de Belastingdienst en. Autoriteit woningcorporaties. Datum 15 juni 2019

Belastingdienst. Inspectie Leefomgeving en Transport. Convenant tussen de Belastingdienst en. Autoriteit woningcorporaties. Datum 15 juni 2019 CONCEPT Autoriteit woningcorporaties Inspectie Leefomgeving en Transport Belastingdienst Convenant tussen de Belastingdienst en Autoriteit woningcorporaties Datum 15 juni 2019 Convenant Belastingdienst

Nadere informatie

Betreft vergadering Commissie BFW 31 mei Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Commissie BFW 31 mei Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel 12009141 Brief GS van 10 april 2012 over verscherpt toezicht Inspectie Jeugdzorg op Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ) Betreft vergadering

Nadere informatie

SML * f APf. Zfffff APR Onderwerp Kwaliteitsinformatie Jeugdzorg Zuid-Holland en resultaten Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008

SML * f APf. Zfffff APR Onderwerp Kwaliteitsinformatie Jeugdzorg Zuid-Holland en resultaten Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008 SML09-35 * f APf. Zfffff 5 -minuten versie voor Provindale staten Directie DLB Afdeling Samenleving _,,,-_._ Registratienummer provmcie HOLLAND PZH-2009-254404 (DOS-2008- ZUID 0008911) Datum vergadering

Nadere informatie

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal provincie ZUID HOLLAND GEKOMEN 2 3 %&#T 5 -minuten versie voor Provinciale Staten 2011 Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2011-264621440 (DOS-2008- O01 1 003) Datum vergadering

Nadere informatie

BM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris

BM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris HOLLAND BM2009-139 NGEKOMFN 1 9 OKT. 2009 5 -minuten versie voor Provinciate Staten Directie DLB Afdeling Samenleving/Economie Reg istratien ummer PZH-2009-132160188 (DOS-2009-0015080) Datum vergadering

Nadere informatie

SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen

SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen provincie R o L L A N D ZUID SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2010-158483708 (DOS-2010-0003748)

Nadere informatie

Verzenddatum 2 7NOV 2. Paraaf Provinoii. etaris

Verzenddatum 2 7NOV 2. Paraaf Provinoii. etaris 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie HOLLAND ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-434915730 (DOS-2010-0013435) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2013-416610927 Datum vergadering Gedeputeerde Staten 9 juli 2013 Verzenddatum Geheim Nee Portefeuillehouder

Nadere informatie

SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU Paraaf Provinciesecretaris

SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU Paraaf Provinciesecretaris SML09-61 WGEKOMEN - 1 JUU 2008 5 -minuten versie voor Provinciate Staters P Zum HoLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving/Economische Zaken Registratienummer PZH-2009-458665 (DOS-2008-0008911) Datum vergadering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29722 23 oktober 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 oktober 2014, kenmerk

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 december 2005, nr. 2005/59635 tot bekendmaking van de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006. Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris SML09-105 NGEKOMEN 0 3 DEC. 20119 5 -minuten versie voor Provinciale Staten P HOLLAND Directie DLB Afdeling (oud) Samenleving Registratienummer PZH-2009-142752985 (DOS-2009-0022939) Datum vergadering Gedeputeerde

Nadere informatie

1 7 SEP, 2009 GWM Paraaf Provinciesecretaris 17 augustus 2009

1 7 SEP, 2009 GWM Paraaf Provinciesecretaris 17 augustus 2009 1 7 SEP, 2009 GWM2009-217 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DO Afdeling Milieu Registratienummer PZH-2009-425256 (DOS-2009-0007800) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Geptember 2009

Nadere informatie

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris 5 -minuten versie voor Provinciale Staten p^^^^j'^j^ HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2012-357088898 (DOS-2012-0010887) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-513301370 (DOS-2013-0010135) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 14 april

Nadere informatie

CONCEPT-BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE IPO-ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID VAN 18 MEI 2006 TE HEERENVEEN

CONCEPT-BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE IPO-ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID VAN 18 MEI 2006 TE HEERENVEEN CONCEPT-BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE IPO-ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID VAN 18 MEI 2006 TE HEERENVEEN op : 18 mei 2006 aanvang : 14.00 uur einde : 16.00 uur plaats : Abe Lenstra Stadion te

Nadere informatie

INGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris

INGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris 5 -minuten versie voor Provinciale Staten p ZUID HOLLAND INGEKOMEN 0 8 DEC. 2009 Directie DRM Afdeling Verkeer en Vervoer Registratienummer PZH-2009-144285304 (DOS-2007-0021019) Datum vergadering Gedeputeerde

Nadere informatie

2 5 MEI MEI Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Asv

2 5 MEI MEI Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Asv pr HOLLAND ZUID NGEKOMEN 2 5 MEI 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Projecten en Programma's Registratienummer PZH-2010-175484524 (DOS-2010-0010267) Datum vergadering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 826 Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de gelijkstelling van stadsregio s met een provincie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa

Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa Samenwerkingsconvenant informatieuitwisseling CIZ - NZa Samenwerkingsconvenant tussen de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met betrekking tot onderlinge

Nadere informatie

De GGD Rotterdam Rijnmond zal in 2017 het volgende plusproduct leveren: Plusprod. WMO toezicht C 6.611,-

De GGD Rotterdam Rijnmond zal in 2017 het volgende plusproduct leveren: Plusprod. WMO toezicht C 6.611,- GGD Rotterdam-Rijnmond Staf directie Publieke Gezondheid en Zorí; 33D den IJsSel Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling 2 5 NOV 2016 Bezoekadres: Halvemaanpassage 90 3011 DL Rotterdam Postadres: Postbus

Nadere informatie

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Belastingdienst Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Datum Convenant samenwerking 64 Suwt Pagina 1 van 5 Partijen: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheld handelend in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 53588 25 september 2017 Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 augustus 2017, kenmerk 1193476-166555-WJZ,

Nadere informatie

Overeenkomst Huishoudelijke Ondersteuning

Overeenkomst Huishoudelijke Ondersteuning Overeenkomst Huishoudelijke Ondersteuning, locatie... gevestigd te..., bij het aangaan van deze overeenkomst vertegenwoordigd door mevrouw M.A.C. van der Valk, hierna te noemen de zorgaanbieder en mevrouw/de

Nadere informatie

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B

[Geef tekst op] [Geef tekst op] bijlage B De ondergetekenden: 1. de Provincie Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Fransen, Commissaris van de Koningin ingevolge het besluit van Gedeputeerde

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2016-543213868 (DOS-2013-0010135) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 16 februari

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Drenthe. Nr. CVDR94351_1 29 november 2016 Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1, Begripsbepalingen In deze verordening wordt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 154 Besluit van 18 maart 1999, houdende instelling van de Adviescommissie Wet op de jeugdzorg (Besluit Adviescommissie Wet op de jeugdzorg) Wij

Nadere informatie

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie ZUID HOLLAND Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer PZH-2013- Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim

Nadere informatie

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. R.A.Janssen. Contact

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. R.A.Janssen. Contact p ZUID HOLLAND Lid Gedeputeerde Staten R.A.Janssen Contact 070 441 70 86 ra.janssen@pzh.nl C.J.F.M. van den Tillaar T 070-441 70 31 cjfm.vanden.tillaar@pzh.nl Dhr. J. Lodders Gedeputeerde provincie Flevoland

Nadere informatie

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris BM2010-111 NGEKOMEN 1 9 MEI 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie R o L L A N D ZUID Directie DCZ Afdeling Personeel, Processen en Organisatie Registratienummer PZH-2010-174556484 (DOS-2010-0010449)

Nadere informatie

Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer en Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Flevoland 2010,

Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer en Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Flevoland 2010, 2014/13 Nummer 1641892 Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer en Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland maken, gelet op het bepaalde in art.

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. GEDEPUTEERDE STATEN VAN PROVINCIE UTRECHT, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten;

PROVINCIAAL BLAD. GEDEPUTEERDE STATEN VAN PROVINCIE UTRECHT, hierna te noemen: Gedeputeerde Staten; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 3311 19 juni 2015 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van16 juni 2015 nr. 8150649C houdende verlening van mandaat en machtiging

Nadere informatie

SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR Verzenddatum. Onderwerp Ter kennisneming: Stand van zaken implementatie Wet ambulancezorg

SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR Verzenddatum. Onderwerp Ter kennisneming: Stand van zaken implementatie Wet ambulancezorg provincie HOLLAND ZUID SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registratienummer PZH-2010-168520201 Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Samenwerkingsconvenant Blauwe Verbinding juli 2009

Samenwerkingsconvenant Blauwe Verbinding juli 2009 Samenwerkingsconvenant Blauwe Verbinding juli 2009 PARTIJEN: 1. De Stadsregio Rotterdam, gevestigd te Rotterdam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Groen en Water, mevrouw

Nadere informatie

1 9 JUN Paraaf Provinciesw^ewm

1 9 JUN Paraaf Provinciesw^ewm 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie j^qlland ZUID Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH-2013-411835510 (DOS-2012-0007931) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

NGEKQMEN O 6 M. 2010

NGEKQMEN O 6 M. 2010 provincie R o L L A N D ZUID NGEKQMEN O 6 M. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving/Economie Registratienummer PZH-2009-146957770 (DOS-2008-0003422) Datum vergadering

Nadere informatie

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005 CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR84579_1 27 februari 2017 Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005 SUBSIDIEVERORDENING ZORGAANBIEDERS JEUGDZORG PROVINCIE LIMBURG 2005

Nadere informatie

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit Protocol tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de inzake samenwerking en coördinatie op het gebied van beleid, regelgeving, toezicht & informatieverstrekking en andere taken van gemeenschappelijk

Nadere informatie

OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort

OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort Cultuurconvenant 2009 2012 OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan,

Nadere informatie

2013, nr. 53. Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

2013, nr. 53. Gelet op artikel 158 van de Provinciewet en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht; Uitgegeven: 5 september 2013 2013, nr. 53 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLÂN Mandaatbesluit Stelsel Natuur en Landschap 2013 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân van 20 augustus 2013, nr.

Nadere informatie

Wijziging diverse regelingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Wijziging diverse regelingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport VWS Wijziging diverse regelingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 mei 2006, nr. DWJZ/WJP-2687118, houdende de wijziging

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 14 november 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio)

CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) Convenant tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de RMCcontactgemeente van de RMC-regio ( ) en onderstaande onderwijsinstellingen inzake het terugdringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Cultuurconvenant , Ministerie van OCW landsdeel Zuid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Cultuurconvenant , Ministerie van OCW landsdeel Zuid STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33690 4 december 2013 Cultuurconvenant 2013 2016, Ministerie van OCW landsdeel Zuid De minister van Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; Ontwerpbesluit nr. Provinciale Staten van Noord-Holland; overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; voorts overwegende dat het uit een oogpunt

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-506963964 (DOS-2007-0008946) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 3 maart 2015

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36393 20 december 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 18 december 2013, nr. IENM/ILT-2013/74125,

Nadere informatie

Document D: Model Taakuitvoeringsovereenkomst

Document D: Model Taakuitvoeringsovereenkomst Document D: Model Taakuitvoeringsovereenkomst Pagina 1 van 7 Taakuitvoeringsovereenkomst Gemeente X Veiligheidsregio Utrecht De ondergetekenden: 1. De gemeente X, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL

BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL BESTUURSCONVENANT PROVINCIE GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER BESTUURSCONVENANT Het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel, vertegenwoordigd door gedeputeerde P. Jansen, (de provincie) en de Gemeente

Nadere informatie

NGEKOMEN 1 2 MEI 2010

NGEKOMEN 1 2 MEI 2010 provincie R o L L A N D NGEKOMEN 1 2 MEI 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling DBI Registratienummer PZH-2010-161628325 (DOS-2010-0001689) Datum vergadering Gedeputeerde

Nadere informatie

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL Provinciale Staten Vragen van het statenlid Peter van Dijk (PVV) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL tot de notulen van de provinciale staten van Zeeland 2011 nummer 112. Vragen ingevolge

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen Nr. 9 DERDE

Nadere informatie

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas provincie ZUID HOLLAND pikiekw,en O 3 NOV. 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DCZ Afdeling Ontwikkeling en Grondzaken Registratienummer PZH-2010-214515391 (DOS-2010- O001 369) Datum

Nadere informatie

Paragraaf 1, Algemeen

Paragraaf 1, Algemeen MANDAAT- EN MACHTINGENBESLUIT PROGRAMMA BEHEER, SUBSIDIEVERORDENING NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER EN SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP Paragraaf 1, Algemeen Artikel 1 1. De algemeen directeur,

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Commissariaat voor de Media. Agentschap Telecom

Samenwerkingsprotocol. Commissariaat voor de Media. Agentschap Telecom Samenwerkingsprotocol Commissariaat voor de Media en Agentschap Telecom Partijen, 1. het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat ) en 2. Agentschap Telecom (hierna: AT ) Overwegen het volgende:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27263 29 september 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport en van de Staatssecretaris

Nadere informatie

RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten

RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten 1 RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten tussen de Staat der Nederlanden en de gemeente...betreffende het verrichten van loketdiensten door de gemeente...in het

Nadere informatie

Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan

Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan De gemeente Den Haag, Spui 70, Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. S. Dekker, wethouder van Onderwijs, Jeugdzaken

Nadere informatie

I gemeenten ook de Regionale Agenda Samenleving nieuwe stijl geleidelijk af te bouwen.

I gemeenten ook de Regionale Agenda Samenleving nieuwe stijl geleidelijk af te bouwen. Ons kenmerk provincie ZUID HOLLAND Erratum Vanwege de ontwikkelingen rond het vervolg van het RAS-beleid 2009-2012 stellen wij voor het beleidskader Jeugdzorg te wijzigen. De gevolgen hiervan zijn met

Nadere informatie

Paragraaf 1, Algemeen

Paragraaf 1, Algemeen Mandaat- en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap en de provinciale Subsidieverordening Inrichting

Nadere informatie

WORDT (vetgedrukte tekst zijn wijzigingen)

WORDT (vetgedrukte tekst zijn wijzigingen) Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. wet; Wet op de jeugdzorg; b. cliënt: jeugdige, zijn ouders of stiefouder of anderen die de jeugdige als behorend tot

Nadere informatie

Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen

Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen Beleidsregel Besluit locatiegebonden subsidies 2005 voor de stedelijke regio Emmen (geconsolideerde versie, geldend vanaf 13-12-2007 tot 21-6-2011) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17620 28 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid

Nadere informatie

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen: Nr. Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Noord-Holland, overwegende dat in de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 verzuimd is de bevoegdheid tot het vaststellen van subsidieplafonds aan gedeputeerde

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Zeventiende wijzigingsregeling Subsidieregeling jeugdbeleid Noord-Brabant 2009 Bijlage(n) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel

Nadere informatie

5 Hmlnuten verste Provincials

5 Hmlnuten verste Provincials 5 Hmlnuten verste Provincials Directie DRM Afdeling Afdeling Verkeer en Vervoer Registratienummer PZH-2008-474662 (DOS-2008-0005806) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum jj ^ jijlj 2, l)

Nadere informatie

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit Protocol tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Nederlandse Zorgautoriteit inzake samenwerking en coördinatie op het gebied van beleid, regelgeving, toezicht & informatieverstrekking en andere

Nadere informatie

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband

Nadere informatie

Overeenkomst Maatwerkdiensten Participatie Limburg-Noord

Overeenkomst Maatwerkdiensten Participatie Limburg-Noord Overeenkomst Maatwerkdiensten Participatie Limburg-Noord Contractnummer MGR2018.4 Regio Partijen: De gemeenten Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Venray te dezen rechtsgeldig

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 16166 2500 BD Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 50 30 F 070 340

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris, CONVENANT Kinderen doen mee! Partijen, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Staatssecretaris, Het College van

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe HOOFDSTUK I. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan

Nadere informatie

Partijen, overwegende dat:

Partijen, overwegende dat: Convenant tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Stichting Het Rijnlands Lyceum en de gemeente Den Haag inzake de start van de Europese School Den Haag (type II) Partijen, de Minister

Nadere informatie

Convenant. Behoud pasafgestudeerde leraren

Convenant. Behoud pasafgestudeerde leraren Convenant Behoud pasafgestudeerde leraren Partijen 1. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Maria J.A. van der Hoeven, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de minister; 2. De schoolbesturen

Nadere informatie

Partijen, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.G.J. Kamp, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister,

Partijen, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.G.J. Kamp, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister, CONVENANT Wachtlijsten kinderopvang Partijen, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H.G.J. Kamp, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister, Het College van burgemeester

Nadere informatie

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2008

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2008 Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2008 De commissie ex artikel 6 van de Waterschapswet voor de voorbereiding van

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67 Provinciale Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 16

Nadere informatie

Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014

Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 3 februari 2015 tot vaststelling van het Mandaatbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Noord-Holland 2014 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Nadere informatie

Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg

Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg. Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg Zicht op veiligheid kind bij start netwerkpleegzorg Rapportage implementatie protocol netwerkpleegzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, maart 2012 Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d Onderwerp Maatregelen voor het maximaal inzetten van de doeluitkering Jeugdhulpverlening voor Flevolandse Jongeren. Samenvatting Voor Jeugdzorg heeft dit kabinet de komende jaren extra structurele middelen

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

PROVINCIAAL BLAD. Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zeeland. Nr. 6757 19 december 2016 Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland aan Algemeen Directeur van de Rijksdienst

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek Samenwerkingsovereenkomst uitvoering regionaal contract- en leveranciersmanagement voor het Sociaal Domein Jeugd en Wmo, gemeenten regio Achterhoek De ondergetekenden: a. Gemeente Aalten, rechtsgeldig

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels lokale maatregelen luchtkwaliteit Limburg 2006-2012 Citeertitel: zie officiële naam regeling Naam ingetrokken regeling:

Nadere informatie

16 december 2014 Corr.nr , BJC Nummer 74/2014 Zaaknr

16 december 2014 Corr.nr , BJC Nummer 74/2014 Zaaknr 16 december 2014 Corr.nr. 2014-47.635, BJC Nummer 74/2014 Zaaknr. 546408 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de wijziging van de Archiefverordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39157 4 november 2015 Overeenkomst Staat NEN en NEC Partijen: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd

Nadere informatie

Logo. Zorgleveringsovereenkomst Extramuraal Huishoudelijke Verzorging

Logo. Zorgleveringsovereenkomst Extramuraal Huishoudelijke Verzorging Logo Zorgleveringsovereenkomst Extramuraal Huishoudelijke Verzorging Versie maart 2014 Zorgleveringsovereenkomst Extramuraal Huishoudelijke Verzorging Pag. 2 v. 9 De R.K. Stichting Zorgcentra Meerlanden,

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: Onderwerp Mandaatbesluit asbest eraf, zonnepanelen erop Meer Met Minder Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Nadere regelgeving Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG Tekst zoals deze geldt op 29 januari 2011 van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 december 2004, nr. DJB/JZ- 2540277,

Nadere informatie