Reactienota Wmo verordening 2016 Inhoudsopgave

Transcriptie

1 Reactienota Wmo verordening 2016 Inhoudsopgave Wmo Platform Giessenlanden... 2 Wmo adviesorgaan Gorinchem... 2 Stichting WMO-platform Hardinxveld-Giessendam... 3 Seniorenraad Zederik... 4 Wmo adviesraad Molenwaard... 6 Zedje Zedje/Seniorenraad Giessenlanden Stichting Gorinchems Platform voor Gehandicaptenbeleid (SGPG) Gemeente Leerdam

2 Wmo Platform Giessenlanden Advies: Reactie: Voorstel: Wij hebben de indruk dat de eigen bijdragen voor individuele begeleiding remmend werken om individuele begeleiding te accepteren. Ons advies sluit ook aan bij het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Wij adviseren u de eigen bijdrage van individuele begeleiding af te schaffen. Dit is mogelijk gezien de gelden die in het jaar 2015 zijn overgebleven. Dit advies valt buiten de scope van de opdracht van de werkgroep maar zal worden meegenomen door de regionale beleidsgroep Wmo. O.a. naar aanleiding van een rapport van de Nationale Ombudsman over de effecten van de eigen bijdrage zal vanuit de beleidsgroep een advies worden geformuleerd over het eigen bijdragebeleid. N.v.t. Betreft een ruimere formulering van de hardheidsclausule. Dit moet het beter mogelijk maken maatwerk te leveren in die gevallen waarbij sprake is van omstandigheden waar de cliënt geen invloed op heeft. Zoals bijvoorbeeld de stapeling van eigen bijdragen. Het leveren van maatwerk is het vertrekpunt vanuit de Wmo. Het toepassen van de hardheidsclausule zal dus slechts in bijzondere gevallen nodig zijn. Bijvoorbeeld wanneer er sprake lijkt te zijn van kennelijke onredelijkheid en onbillijkheid. De bestaande formulering biedt voldoende waarborgen. Het aangegeven voorbeeld wordt meegenomen in het advies over het eigen bijdragebeleid Hardheidsclausule niet aanpassen. Wmo adviesorgaan Gorinchem Advies: Reactie: Voorstel: In de afgelopen periode zijn we reeds geïnformeerd en hebben diverse op en aanmerkingen mogen maken, we vinden hiervan een aantal terug en kunnen ons derhalve vinden in het concept voorstel Verordening maatschappelijke ondersteuning 2016 met toegevoegde toelichting. Dit advies geeft geen aanleiding tot verdere reactie N.v.t. 2

3 Stichting WMO-platform Hardinxveld-Giessendam Advies: Reactie: Voorstel: Algemeen. We stellen er prijs op onze waardering ervoor uit te spreken dat enkele leden van Wmo- Adviesraden in de regio (waaronder een bestuurslid van ons Platform) in de gelegenheid waren mee te denken met de ambtelijke werkgroep die op basis van een soort evaluatie van de Verordening-2015 het ontvangen voorstel heeft voorbereid. De gekozen werkwijze is ook door de werkgroep positief ervaren en de inbreng vanuit de adviesorganen was positief kritisch en constructief. N.v.t. Op diverse punten is meer duidelijkheid geschapen, zeker op het punt van kortdurend verblijf als onderdeel van de mantelzorgondersteuning. Art Wij hebben moeite met de uitsluitingsgrond voor een maatwerkvoorziening waar het betreft vermijdbaarheid of voorzienbaarheid. Wie interpreteert het begrip redelijkerwijs dat in en gebruikt wordt? Eigen verantwoordelijkheid is een kernbegrip binnen de nieuwe Wmo. Daarin past een uitsluitingsgrond zoals vermijdbaarheid en voorzienbaarheid. De medewerkers van de uitvoeringsorganisaties geven invulling aan het begrip redelijkerwijs en worden geacht iedere aanvraag zorgvuldig te beoordelen. Cliënten die zich niet kunnen vinden in de uitkomst, hebben de mogelijkheid om in bezwaar/beroep te gaan. 3

4 Art Wij pleiten ervoor dat in de verordening vastgelegd wordt dat voor de regeling meerkosten geen kan -bepaling wordt gehanteerd, maar dat de gemeente zich duidelijk ervoor uitspreekt dat gebruik gemaakt wordt van de kan -bepaling in art in de WMO-2015: Bij verordening kan worden bepaald dat door het college aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming wordt verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie. In de redactie van de verordening volgen we de wetstekst. De kan-bepaling biedt het college de mogelijkheid om de regeling op termijn te kunnen beëindigen wanneer daar aanleiding voor zou zijn. Dit is op dit moment niet de intentie maar nu niet voorzienbare ontwikkelingen kunnen daar aanleiding toe zijn. We monitoren het gebruik van de huidige regeling meerkosten en evalueren de voortzetting jaarlijks. Seniorenraad Zederik Advies: Reactie: Voorstel: We dringen aan op spoedige vaststelling van deze nadere regels t.a.v. mantelzorgwaardering. Het oorspronkelijk door het SVB uitbetaalde mantelzorgcompliment gold tot Het is nu Het lijkt ons tijd dat er snel een regeling moet komen waar mensen op kunnen rekenen. Het onderdeel mantelzorgwaardering vraagt lokale keuzes. Per gemeente wordt hier verschillend mee omgegaan. Het ontbreken van nadere regels wil overigens niet zeggen dat er op dit gebied niets gebeurt. In 2015 heeft elke gemeente in de regio AV invulling gegeven aan mantelzorgwaardering in de vorm van een financiële bijdrage of anders. Per gemeente wordt bepaald of de mantelzorgwaardering in nadere regels wordt opgenomen. En of dit een vaste regeling wordt. Of dat dit per jaar anders wordt ingevuld. Iedere gemeente bepaalt zelf of de mantelzorgwaardering in hun nadere regels worden opgenomen. En of dit een vaste regeling wordt of per jaar anders wordt ingevuld. 4

5 Het gaat hier om respijtzorg. Wij dringen aan op wijziging van de tekst van de toelichting en daarmee ook de praktijk van de uitvoering. Dit klinkt onnodig wantrouwend en afhoudend. De doorgestreepte zin moet naar onze mening worden geschrapt. De sportvoorziening (niet zijnde een sportrolstoel) zal weinig of nooit voorkomen. Gorinchem hanteerde dat begrip wel in haar verordening omdat het daar voorkwam. Het lijkt ons dat het handig is om dit ook regionaal te hanteren, want als het voorkomt heb je een handvat om er mee om te gaan. De overschotten Wmo te reserveren voor de doelgroep: om eigen bijdrages te verlagen voorzieningen te verruimen de inkomensnorm voor de financiële maatwerkvoorziening te verhogen naar 150% van de bijstandsnorm De tekst van de toelichting sluit aan bij de systematiek zoals omschreven in artikel 4.1 van de verordening. De tekst geeft duidelijkheid over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor kortdurend verblijf. Schrappen van de voorgestelde tekst in de toelichting creëert niet de gewenste duidelijkheid die men van een toelichting mag verwachten. Indien sprake is van spoedeisend belang wordt een vraag voor respijtzorg met voorrang in behandeling genomen. Aanvragen voor sportvoorzieningen worden in behandeling genomen als zijnde een maatwerkvoorziening. De sportvoorziening hoeft daarom niet expliciet terug te komen in de verordening. In Gorinchem is ervoor gekozen om geen bijdrage te vragen voor een sportvoorziening. Dit is een lokale keuze. Dit advies valt buiten de scope van deze opdracht en vraagt bestuurlijke/beleidsinhoudelijke keuzes. Via deze reactienota zal dit advies aan de bestuurders worden voorgelegd. Per gemeente een besluit te nemen om de bijdrageplicht voor een sportvoorziening wel/niet in de verordening op te nemen. Bestuurlijk te bespreken 5

6 Wmo adviesraad Molenwaard Advies: Reactie: Voorstel: Artikel 3.3 Dagactiviteiten: Worden hiermee de Huizen van de Waard bedoeld? Ja, dat klopt. Huizen van de Waard zijn voorbeelden van inloopvoorzieningen, zoals N.v.t. Artikel 3.5 Mantelzorgwaardering. Niet alleen mantelzorgwaardering, maar ook mantelzorgondersteuning is een plicht van de gemeente. Daarom graag toevoegen: Continue onderzoeken en afstemmen of de mantelzorgondersteuning adequaat is en eventueel moet worden aangepast. die onder artikel 3.3 staan beschreven. Mantelzorgondersteuning is weliswaar een plicht van de gemeente, maar valt buiten de scope van deze opdracht. Behalve met de voorziening in de vorm van de mantelzorgwaardering, wordt mantelzorgondersteuning niet in voorzieningen op grond van deze Wmo-verordening geregeld. Mantelzorgondersteuning vraagt lokale keuzes. Per gemeente wordt hier verschillend mee omgegaan. In hoeverre het gemeentelijk beleid direct of indirect bijdraagt aan de ondersteuning van mantelzorgers, is uiteraard een relevante vraag. Via deze reactienota zal dit advies daarom worden voorgelegd.. Artikel 4.2 Algemene weigeringsgronden. De leden 7 (over vermijdbaarheid) en 8 (over voorzienbaarheid) zijn erg ruim geformuleerd en kunnen tot forse discussies leiden. De vraag is hoe toetsbaar de weigeringsgrond is. Graag aandacht hieraan besteden. Eigen verantwoordelijkheid en maatwerk zijn kernbegrippen binnen de nieuwe Wmo. Daarin passen uitsluitingsgronden zoals vermijdbaarheid en voorzienbaarheid. De medewerkers van de Wmouitvoeringsorganisaties geven invulling aan het begrip redelijkerwijs en worden geacht iedere aanvraag zorgvuldig te beoordelen. Cliënten die zich niet kunnen vinden in de uitkomst, hebben de mogelijkheid om in bezwaar/beroep te gaan. Tot op heden hebben de artikelen niet tot onbegrip en forse discussies geleid.. 6

7 Artikel 4.6 Kortdurend verblijf. Hebben cliënten die hier een beroep op doen niet in veel gevallen een indicatie voor Wlz, maar kiezen bewust voor de Wmo? Biedt dit artikel de gemeente een makkelijke weg om de aanvraag af te wijzen? Artikel 4.10 Vervoersvoorziening. Hierbij wordt alleen rekening gehouden met verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag. Valt ziekenhuisbezoek hier onder? Artikel 4.12 Financiële tegemoetkoming meerkosten en artikel 5.3 Ritbijdrage MolenHopper. Beide artikelen hebben een kan-bepaling. Dit is onnodig omdat het niet vrijblijvend is om nadere regels te stellen op deze onderdelen. Bij vervoersvoorzieningen meer out of the box denken. De voorgestelde omschrijving van kortdurend verblijf diende ertoe om het onderscheid met Wlz te verduidelijken en de doelgroep voor de Wmo beter af te bakenen. Voordat het artikel was gewijzigd, was de formulering namelijk zodanig dat een cliënt alleen een beroep kon doen op kortdurend verblijf als hij voldeed aan de criteria voor de Wlz. Bij een melding voor kortdurend verblijf wordt op grond van de Wmo-verordening zorgvuldig onderzoek gedaan naar mogelijke voorliggende voorzieningen, zoals de Wlz of Zvw. Ziekenhuisbezoek valt hier ook onder, mits er geen voorliggende oplossingen zijn, zoals vervoer door vrijwilligers of mantelzorgers, en de afstand tot het ziekenhuis niet groter is dan ca. 22 kilometer of voldaan wordt aan de uitzondering in lid 4 van dit artikel. De criteria staan verder uitgewerkt in de nadere regels. Bij artikel 4.12 vloeit de kan-bepaling voort uit de kan-bepaling die ervoor genoemd staat in hetzelfde artikel. Indien het college er op grond van dit artikel ervoor kiest geen vergoeding te verstrekken, is het stellen van nadere regels niet meer aan de orde. Bij artikel 5.3 is de kan-bepaling inderdaad overbodig, omdat in het voorgaande lid reeds wordt gesteld dat er een ritbijdrage is verschuldigd. Artikel 5.3 moet dus worden aangepast. Bij het zoeken naar een oplossing voor een vervoersprobleem, wordt steeds gekeken naar het beoogde resultaat. Wat wil/kan iemand ermee bereiken? In veel gevallen volstaat een voorziening uit het reguliere.. Artikel 5.3 wijzigen: Het college stelt nadere regels waarin de hoogte van de ritbijdrage wordt bepaald.. 7

8 Waar vallen sportrolstoelen onder? Artikel 5.4 Bijdrageplicht maatwerkvoorzieningen. Lid 4: In afwijking van het eerste en tweede lid, wordt buiten de in artikel 5.3 genoemde ritbijdrage geen bijdrage in de kosten gevraagd, zoals bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid onder b, van de wet, voor het collectief vraagafhankelijk vervoer, de toekenning van een verhuiskostenvergoeding en een sportvoorziening. In lid 4 wordt niet duidelijk aangegeven waar nu wel of geen eigen bijdrage voor geldt. Graag de tekst verduidelijken. Aan welke voorwaarden moet men voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor de verhuiskostenregeling? voorzieningenpakket. Waar dit niet mogelijk is, kan - mits goed gemotiveerd - er dan een (duurdere) out of the box oplossing komen. Ook kan de keuze voor een Pgb soms tot een oplossing leiden (al dan niet met bijbetaling). Aanvragen voor sportvoorzieningen worden in behandeling genomen als zijnde een maatwerkvoorziening. De sportvoorziening hoeft daarom niet expliciet terug te komen in de verordening. In Gorinchem is ervoor gekozen om geen bijdrage te vragen voor een sportvoorziening. Dit is een lokale keuze. Door de tussenvoegingen geeft dit artikel onvoldoende duidelijkheid. De verwijzing naar de wettelijke grondslag zou al in het eerste lid genoemd kunnen worden. Door de ritbijdrage al in artikel 5.3 te noemen, wordt reeds het onderscheid gemaakt met de bijdrageplicht voor maatwerkvoorzieningen. Lid 1 en lid 4 kunnen dus worden aangepast. Deze voorwaarden zijn uitgewerkt in de Wmobeleidsregels. Niet te verwarren met de urgentieregels (Huisvestingsverordening) om met voorrang een woning toegewezen te krijgen. In de uitvoering wordt dit integraal opgepakt. Per gemeente een besluit te nemen om de bijdrageplicht voor een sportvoorziening wel/niet in de verordening op te nemen. Verordening aanpassen. Voorstel (onderstreept is nieuw): Lid 1: De cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd, zoals bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid onder b, van de wet, voor het gebruik van een maatwerkvoorziening zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt. Lid 4: In afwijking van het eerste en tweede lid, wordt geen bijdrage gevraagd voor het collectief vraagafhankelijk vervoer, de verhuiskostenvergoeding en een sportvoorziening.. 8

9 Artikel 7.5 Toezichthouder Wmo. Kunt u ons aangeven of de gemeentelijk toezichthouder al benoemd is en zo ja heeft hij of zij al werkzaamheden verricht? Toelichting op de verordening Artikel 1.2 Doelgroep Het kan tot problemen leiden als iemand op twee adressen staat ingeschreven. Het alleen bezoekbaar maken van de ouderlijke woning is te beperkt. Voor het jaar 2015 is de heer C.M. de Kriek, directeur van Bureau Wmo Toezicht, als toezichthouder Wmo voor de regio AV benoemd. Het toezicht dat de heer De Kriek uitvoerde was vooral bedoeld om toe te zien op de kwaliteit en continuïteit van aangeboden voorzieningen door de gecontracteerde aanbieders. In 2015 zijn er geen meldingen geweest. De benoeming van een toezichthouder Wmo is verplicht, het staat gemeenten vrij inhoud en vorm van het toezicht zelf te bepalen. De regio AV heeft vanaf 2016 gekozen voor een vorm van toezicht die uitgaat van een combinatie van reactief (bij calamiteiten en incidenten) en proactief (een beperkte systematische controle op kwaliteit) handelen. Vanaf 2016 is de is de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid door de samenwerkende gemeenten binnen de regio AV aangewezen als toezichthouder. In het artikel wordt onderscheid gemaakt tussen inschrijving en hoofdverblijf. Dit hoeft niet per definitie op hetzelfde adres te zijn. Er is dus formeel geen sprake van een dubbele inschrijving. Mee eens, alhoewel het hier strikt genomen gaat om een toelichting op het begrip ingezetenen en niet zozeer om toetsingscriteria voor een woonvoorziening. De criteria over het bezoekbaar maken, zijn uitgewerkt in de beleidsregels en zullen n.a.v. het advies worden aangepast.. Toelichting op de verordening niet aanpassen. De toelichting op artikel 1.2 van de verordening wordt aangepast, evenals de toelichting bij artikel 4.8 ten aanzien van woonvoorzieningen. Beleidsregels inzake bezoekbaar maken worden aangepast. 9

10 Artikel 4.1 Criteria maatwerkvoorzieningen. De voorzienbaarheid van toekomstige beperkingen zal tot veel discussie leiden. Alleen toepassen als objectief kan worden vastgesteld dat het een gegeven is. Graag beter omschrijven. Vernummering artikel 4.8 onjuist. Tweede artikel 4.8: Wel toekennen huishoudelijke ondersteuning als huisgenoten zwaar belast worden. In de toelichting wordt de voorzienbaarheid geplaatst binnen de context van de eigen verantwoordelijkheid, een kernbegrip binnen de nieuwe Wmo. Daarin past een uitsluitingsgrond als voorzienbaarheid. De medewerkers van de Wmouitvoeringsorganisaties worden geacht iedere aanvraag hierop zorgvuldig te beoordelen. Bij twijfel wordt medisch advies opgevraagd. De gemeente zelf stelt geen diagnose en prognose vast. Cliënten die zich niet kunnen vinden in de uitkomst, hebben de mogelijkheid om in bezwaar/beroep te gaan. Tot op heden hebben de artikelen niet tot onbegrip en forse discussies geleid. Artikel 4.8 wordt tweemaal genoemd. Dit moet worden aangepast. Uitgangspunt is dat huisgenoten de gebruikelijke hulp, zoals huishoudelijk werk, voor hun rekening nemen en de taken herverdelen. Bij het onderzoek door de medewerker van de Wmo wordt altijd wel gekeken naar de mate van belasting van de huisgenoten. Als er sprake blijkt te zijn van (dreigende) overbelasting wordt dit meegewogen. Het bieden van huishoudelijke ondersteuning hoeft daarbij niet de enig denkbare oplossing te zijn, maar zijn er meerdere oplossingen mogelijk. Toelichting op de verordening niet aanpassen. Aanpassen vernummering Niet aanpassen van de verordening. 10

11 Zedje Advies: Reactie: Voorstel: Concluderend kunnen wij opmerken, dat de gekozen inspraakvorm in regionaal verband met de inbreng van de beleidsmedewerkers, geresulteerd heeft in een evenwichtig concept, waar weinig meer aan op te merken valt. Deze vorm van voorbereiding van ingrijpende beleidsstukken zoals deze Wmoverordening, verdient ook op andere terreinen navolging. De gekozen werkwijze is ook door de werkgroep positief ervaren en de inbreng vanuit de adviesorganen was positief kritisch en constructief. N.v.t. Zedje/Seniorenraad Giessenlanden Advies: Reactie: Voorstel: Concluderend kunnen wij opmerken, dat de gekozen inspraakvorm in regionaal verband met de inbreng van de beleidsmedewerkers, geresulteerd heeft in een evenwichtig concept, waar weinig meer aan op te merken valt. Deze vorm van voorbereiding van ingrijpende beleidsstukken zoals deze Wmoverordening, verdient ook op andere terreinen navolging. De gekozen werkwijze is ook door de werkgroep positief ervaren en de inbreng vanuit de adviesorganen was positief kritisch en constructief. N.v.t. Stichting Gorinchems Platform voor Gehandicaptenbeleid (SGPG) Advies: Reactie: Voorstel: In eerste instantie willen wij aangeven dat de onderliggende stukken goed te lezen zijn en wij u uitnodigen om een publieksversie te maken welke ook gepubliceerd kan worden en wij graag op onze website plaatsen. Daarnaast willen wij graag dat de gemeente steeds en regelmatig middels de weekbladen N.v.t. 11

12 aandacht heeft voor o.a. de Wmo maar ook aandacht voor de jeugdwet en participatiewet. Begripsbepalingen:1.1-a. wij willen pleiten voor uitbreiding met de volgende tekst- Bij een kleine groep lijkt zorg op maat toch belangrijk te zijn, o.a. personen met overgewicht. Voorliggende of gebruikelijke voorzieningen zijn vaak niet afdoende en is zorg op maat van toepassing. 1.1-e Wij missen hier de uitgankelijkheid, i.v.m. calamiteiten 1.1. k en l willen wij u voorstellen om deze items te wisselen art : Cliëntondersteuning moet een onafhankelijke cliëntondersteuning zijn, graag doorvoeren in de tekst. Begripsbepalingen zijn bedoeld om een algemene omschrijving te geven. De gevraagde aanpassing heeft meer het karakter van een toelichting en dat is binnen de begripsbepaling niet passend. Wanneer het gaat om woningen maakt uitgankelijkheid deel uit van het overkoepelend begrip toegankelijkheid Uitgankelijkheid in verband met calamiteiten is wel een afzonderlijk thema waar het gaat om openbare ruimtes en gebouwen. Daar heeft deze verordening geen betrekking op. De begripsbepalingen staan in alfabetische volgorde. Alfabetisch komt maatwerkvoorziening eerder dan mantelzorg. In de wetstekst Wmo is cliëntondersteuning in de begripsbepaling (artikel 1.1.1) gedefinieerd als onafhankelijke ondersteuning. Cliëntondersteuning dient binnen de gestelde wettelijke kaders aangeboden te worden dus strikt genomen is deze aanvulling overbodig. Omwille van duidelijkheid is toevoeging van het begrip onafhankelijkheid prima. Om dezelfde reden is in de verordening opgenomen dat cliëntondersteuning gratis is. Dat was strikt genomen ook niet nodig geweest. Verordening aanpassen 2.1-9: Verantwoordelijkheden i.p.v. gevolgen Bij het keukentafelgesprek wordt de 12

13 benoemen bij / van keuze voor zowel Z.I.N. als ook P.G.B / 4: De positie van mantelzorger(s) en vrijwilliger(s) is wankel, m.a.w. geen structurele (hulp) inzet voor langere periode. Mantelzorg is niet afdwingbaar en vrijwilligers zijn niet voor langere periode inzetbaar : Hier wordt allen iets gezegd over keuze P.G.B., de SGPG wil graag zien dat Z.I.N. wordt genoemd. Op deze wijze is er sprake van gelijkwaardigheid ; benoem wanneer er sprake is van een te betalen bijdrage en niet alleen in de beschikking. Hoofdstuk 4, : het SGPG mist hier de component van begeleiding van aanvrager gewezen over mogelijkheden van het Pgb en de gevolgen die voortvloeien uit de keuze voor het Pgb. Gevolgen bevatten o.a. de verantwoordelijkheden die dit met zich meebrengt. De term gevolgen is breder dan verantwoordelijkheden en daarmee meer passend. In het betreffende artikel maakt de aan- of afwezigheid van mantelzorg en vrijwillige inzet deel uit van het onderzoek. Dit is van belang voor de bepaling van de ondersteuningsvraag en de (omvang van de) inzet van een maatwerkvoorziening. Terechte constatering dat de positie van mantelzorgers kwetsbaar is maar in de context van het artikel behoeft dit geen aanpassing. Dit artikel heeft betrekking op vereisten ten aanzien van een aanvraag en is niet bedoeld om de gelijkwaardigheid van het Pgb te regelen. Gelijkwaardigheid van het Pgb is een beleidsuitgangspunt zoals geformuleerd in het beleidsplan. Het beleidsplan is het geëigende instrument om de gelijkwaardigheid te benadrukken. Dit artikel beschrijft de elementen die deel dienen uit te maken van de beschikking. Hoofdstuk 5 regelt wanneer er sprake is van een te betalen bijdrage. In het keukentafelgesprek wordt beoordeeld of een cliënt zelfstandig gebruik kan maken 13

14 deelnemende cliënten. Hoofdstuk 7, art 7.2: Het SGPG mist een reguliere controle ( jaarlijks, twee jaarlijks) van uitgezette hulpmiddelen. (Dit zal o.a. een preventieve werking hebben bij zowel gebruiker als aanbieder.) Hoofdstuk 9, art : Wij stellen voor om de indexering in te laten gaan op 1 juli i.p.v. 1 januari. Wij denken dat je de spelregels niet moet veranderen tijdens het spel. Toelichting: Art. 1,1 a: Geef aan dat er in specifieke situaties uitzonderingen ( zie artikel 1.2 Begripsbepalingen:1.1-a.) gemaakt kunnen worden, hebben preventieve werking. Art. 1.2: In zinsnede, Als ingezetenen gemeente X, denk ook aan kind(eren) met een beperking die niet instaat zijn om woning van ouders in te kunnen i.v.m. slechte toegankelijkheid. Art 2.5; Laat hier zien dat er sprake is van een keuze mogelijkheid. Waarom motiveren voor de ene keus, P.G.B., en niet voor de andere,z.i.n. In artikel 2 moet volgens ons de positie van de vertrouwenspersoon benoemd worden, waar kunnen wij onvoldoende inschatten, maar de cliënt moet hier van wel op de hoogte zijn. van het collectief vervoer of dat aanvullende begeleiding in het vervoer nodig is. Dit hoeft niet geregeld te worden in de verordening. De verordening geeft in algemene zin de mogelijkheid om rekening te houden met extra taken in verband met het hulpmiddel. Evt. te maken afspraken over reguliere controle kunnen hieronder vallen. Dit maakt dat aanpassing van de verordening niet noodzakelijk. Het is niet gebruikelijk en in de uitvoeringspraktijk onhandig om per 1 juli te indexeren. Begripsbepalingen zijn bedoeld om duidelijkheid te scheppen. Het voorstel van SGPG draagt hier niet aan bij. Algemene voorzieningen zijn voorliggend op maatwerkvoorzieningen. Deze suggestie heeft met name meerwaarde als aanvulling op de toelichting bij artikel 4.8. De toelichting start met de keuzemogelijkheid tussen ZIN en Pgb. Dat de keuze voor een Pgb motivering vraagt, is ingegeven door de wetstekst. Dit is geen gemeentelijke keuze. De functie vertrouwenspersoon is nog in ontwikkeling. Eind 2016 vindt een evaluatie plaats van de vertrouwenspersoon. Wanneer blijkt dat de vertrouwenspersoon van meerwaarde is en structureel zal worden belegd, is het logisch om deze functie op te nemen in de Wmo-verordening. Dit kan dan Toelichting niet aanpassen Toelichting aanpassen Toelichting niet aanpassen Toevoeging van de functie vertrouwenspersoon te bezien bij de eerstvolgende evaluatie van de Wmo verordening in

15 Art. 4.6: Wij missen in dit stuk het preventie, dit kan veel problemen voorkomen. Ga daarnaast op zoek naar een goede balans / gelijkwaardigheid van cliënt en mantelzorger. Dit mist het SGPG in dit artikel. Art. 4.11: Wij missen de spaartegoeden, conform de belastingwetgeving. De laatste regels van pagina 26 lijken niet te slaan op het voorgaande, volgens het SGPG is dit ook onjuist. 1.1-u; zijn voorliggende voorzieningen in alle gevallen de oplossing. Denk aan mogelijk preventie m.b.t specifieke aandoeningen ( overgewicht, ernstige meervoudige lichamelijke beperkingen etc. ) Hoofdstuk 3, art. 3.5: Er wordt gesproken over nadere regels, zijn deze al bekend? Het SGPG vraag het college om het mantelzorgcompliment uit te betalen in euro s worden meegenomen bij de eerstvolgende evaluatie van de Wmo verordening. Inzet van kortdurend verblijf is een belangrijk instrument in het kader van mantelzorgondersteuning en heeft mede een preventief karakter. Het is goed om het preventief karakter in de toelichting aan te vullen. Bij kortdurend verblijf is het verhaal van de mantelzorger leidend. Gelijkwaardigheid tussen cliënt en mantelzorger is niet in discussie. In de nadere regels is dit onderdeel nader uitgewerkt. Laatste regels van pagina 26: In afwijking van de reguliere maatwerkvoorzieningen vindt de inning van deze bijdrage plaats via de vervoerder, niet via het CAK. Dit onderdeel heeft specifiek betrekking op de ritbijdrage die gebruikers van de Molenhopper betalen. Dit onderdeel maakt deel uit van het hoofdstuk (eigen) bijdrage en past als zodanig hierin. En is bovendien inhoudelijk juist. Bij de beoordeling van aanvragen is een van de beoordelingscriteria of er sprake is van voorliggende voorzieningen. Dit staat los van de vraag of voorliggende voorzieningen de oplossing zijn. Het onderdeel mantelzorgwaardering vraagt lokale keuzes. Per gemeente wordt hier verschillend mee omgegaan. Het ontbreken van nadere regels wil De toelichting aan te vullen met het preventief karakter van kortdurend verblijf Toelichting niet aanpassen Toelichting niet aanpassen Iedere gemeente bepaalt zelf of de mantelzorgwaardering in hun nadere regels worden opgenomen. En of dit een vaste regeling wordt of per jaar anders wordt 15

16 i.p.v. verschillend aanbod aan mantelzorgers. Hoofdstuk 5, art.5.2-2; Heeft het college al nadere regels omschreven, zo ja, welke? Klopt het dat wij in hoofdstuk 2, Toegang, lezen dat medewerkers van het Wmo team contact kunnen zoeken met de Sociale Teams, welke voorwaarden zijn hier voor nodig en kunnen wij hier inzage in krijgen. Art. 2.1: Er wordt hier gesproken over het gesprek, wordt hiermee het zgn. Keukentafelgesprek bedoeld? Waarom is deze term niet meer terug te vinden in dit gehele stuk? Art. 4.3: De gemeente heeft de uitvoering van het P.G.B. uit besteed aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Onze vraag is waar cliënten met hun vraag moet zijn als zij het gevoel hebben dat de SVB in gebreke blijft of foute of slechte service verleent. Is de gemeente niet verantwoordelijke voor de gemaakte fouten bij de SVB en dient zij dit niet controleren. overigens niet zeggen dat er op dit gebied niets gebeurt. In 2015 heeft elke gemeente in de regio AV invulling gegeven aan mantelzorgwaardering in de vorm van een financiële bijdrage of anders. Mantelzorgwaardering maakt deel uit van het regionale te ontwikkelen mantelzorgprogramma. In de tweede helft 2016 zal dit bestuurlijk worden vastgesteld. Of dit leidt tot nadere regels zal per gemeente worden bepaald. Dit geldt ook voor keuzes ten aanzien van de uitvoering van het mantelzorgwaardering. Nee Ja, dit klopt. De ondersteuningsvraag bepaalt de noodzaak. Dit ligt niet vast in protocollen. Ja. Het keukentafelgesprek is een erkend begrip in Wmo-land maar heeft als begrip geen juridische status. Niet de gemeente maar ons parlement heeft bepaald dat de SVB belast is met de uitvoering van het Pgb. De gemeente is verantwoordelijk voor een deel van het totaalproces. Voor het gemeentelijk deel nemen wij volle verantwoordelijkheid en dat geldt ook voor de juistheid van gemeentelijke informatie. De gemeente is niet verantwoordelijk voor fouten van de SVB. Die ingevuld. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 16

17 Art. 9.3 : Wij willen graag van u horen hoe en op welke wijze er gebruik gemaakt kan worden op de hardheidsclausule? Wie kan het aanvragen of namens wie? verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk bij het rijk als opdrachtgever. De hardheidsclausule kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de regels. Dit geldt wanneer toepassing van de regels niet redelijk zou zijn jegens de cliënt. De cliënt of zijn vertegenwoordigers kan zelf vragen om toepassing van de hardheidsclausule, het college kan ook zelf besluiten om de hardheidsclausule toe te passen. n.v.t. Gemeente Leerdam De gemeente Leerdam heeft gekozen voor een ander adviestraject. Dit houdt in dat er nog geen advies is opgevraagd bij de Wmo-raad en het Platformgehandicaptebeleid. Dit zal zo spoedig mogelijk volgen, maar kan in deze versie nog niet worden meegenomen 17