Op 20 juni 2005 heeft een overleg plaatsgevonden met de NHL. In het overleg heeft de NVAO een nadere toelichting gekregen op een aantal aspecten.

Transcriptie

1 College van bestuur Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Postbus AB LEEUWARDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden datum 20 juli 2005 onderwerp Definitief besluit Accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde Noordelijke Hogeschool Leeuwarden ons kenmerk NVAO/ /CT bijlagen 2 1. Inleiding Bij brieven van 20 december 2004 en van 9 februari 2005 heeft de heer F. Kuipers, voorzitter van het College van Bestuur van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden te Leeuwarden, hierna: NHL, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, hierna WHW (Stb.2002, 302), voor de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde ingediend. Het betreft een opleiding met een voltijdse variant die blijkens de aanvraag te Leeuwarden wordt verzorgd. Ter ondersteuning van de aanvraag heeft de NHL een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): Certiked. Het rapport van Certiked, hierna VBI-rapport, gedateerd januari 2005, heeft de NVAO ontvangen op 17 februari De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 21 en 23 juni Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs (hbo-bachelor) van de NVAO, Stcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader. Op 20 juni 2005 heeft een overleg plaatsgevonden met de NHL. In het overleg heeft de NVAO een nadere toelichting gekregen op een aantal aspecten. 2. Bevindingen Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Ad: Doelstellingen opleiding Het Certiked-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan het Beroeps- en Opleidingsprofiel HBO Ingenieur Bouwkunde (november 1999) dat werd opgesteld door vertegenwoordigers van een aantal hogescholen in samenwerking met het Onderwijs Innovatie Centrum Bouwnijverheid. Het panel verneemt dat dit Beroeps- en Opleidingsprofiel HBO-Ingenieur Inlichtingen Nancy Van San n.vansan@nvao.net Parkstraat 28 Postbus CD Den Haag P.O. Box CD The Hague The Netherlands T +31 (0) F +31 (0) info@nvao.net

2 pagina 2 van 8 Bouwkunde voorafgaand aan de implementatie aan een breed draagvlak van betrokkenen (afgestudeerden, hogescholen, vertegenwoordigers van verschillende geledingen van het beroepenveld) is getoetst door middel van een enquête. Inhoudelijk zijn de kwalificaties in het Beroeps- en Opleidingsprofiel geënt op de algemene beschrijvingen van kwalificaties van het project Competent HTNO waarin de taken en functiecategorieën voor een beginnend beroepsbeoefenaar zijn vormgegeven. Naast een uitwerking van het beeld van de HBO-ingenieur Bouwkunde, maken tevens algemene competenties en kernkwalificaties voor de Ingenieur Bouwkunde deel uit van het Beroeps- en Opleidingsprofiel. Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij de Dublin descriptoren voor de HBO-bachelor. Het panel besluit dat het Beroeps- en opleidingsprofiel HBO Ingenieur Bouwkunde aansluit bij het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar in de Bouwkunde en constateert dat in het Beroeps- en opleidingsprofiel staat aangegeven dat het profiel op grond van input van de hogescholen en de vakgroepen van het Onderwijs Innovatie Centrum Bouwnijverheid kan worden geactualiseerd. Derhalve beoordeelt NVAO het onderwerp doelstellingen opleiding als voldoende. Ad: Programma Het Certiked-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het panel stelt vast dat het didactisch concept is gestoeld op projectgeoriënteerd onderwijs. De opleiding wordt ontwikkeld, onderhouden en gegeven in nauwe samenwerking met de beroepspraktijk en garandeert via een intensieve interactie met die beroepspraktijk actualiteit in onderwerpen en thema s, in projecten en in gebruikte vakliteratuur. De kernkwalificaties zijn ondergebracht in 65% van het totaal van het curriculum. De resterende 35% is de vrije ruimte die in de opleidingskwalificaties is voorzien en die de opleiding benut voor een brede oriëntatie en voor de verdieping en specialisatie van studenten. Het panel constateert dat in de modulen de relevante onderwerpen uit de Bouwkunde door middel van projecten in voldoende mate aan bod komen. Ook in de stages en afstudeerscripties komen volgens het panel de vakinhoudelijke aspecten van Bouwkunde in voldoende mate tot uitdrukking. De multidisciplinaire benadering van de bouwkundige vraagstukken vindt het panel niet in voldoende mate belicht. Financiële, veiligheids-, kwaliteitszorg- en milieukundige aspecten komen separaat wel in verschillende modulen aan de orde. Het panel mist echter de onderlinge samenhang van deze aspecten en een integrale aanpak ervan binnen de bouwkundige context. De internationale dimensie van de opleiding manifesteert zich in de verplichte internationale module (tiendaagse uitwisseling) en in de mogelijkheid tot het uitvoeren van een internationale onderzoeksopdracht. Het panel merkt dat de opleiding momenteel veel aandacht besteedt aan de verdere ontwikkeling van de internationale dimensie. Het panel stelt vast dat de moeilijkheidsgraad van de modulen, de graad van zelfstandigheid, de zelfsturing en de complexiteit van de uit te voeren opdrachten en van de context toenemen naarmate de studie vordert (drie realisatieniveaus). Naast de projecten worden ondersteunende vakken in de vorm van hoor- en werkcolleges gegeven die de kennisverwerving waarborgen en de samenhang van het programma bevorderen. Het panel noteert dat voor alle modulen en projecten in de moduleboeken van de opleiding toetsbare eindtermen zijn beschreven op de drie realisatieniveaus. De studiepunten zijn naar het oordeel van het panel evenwichtig over de verschillende vakken verdeeld en de zwaarte

3 pagina 3 van 8 van de vakken is in overeenstemming met het belang daarvan (gemiddeld aantal studieuren van 40 per week). Het panel vindt de beoordeling van de module-opdrachten correct en voldoende streng. Wat niet wegneemt dat de onderbouwing van de toetsingscriteria en de beoordeling in een aantal gevallen nog een aandachtspunt vormt volgens het panel. Daartegenover staat dat de opleiding een aantal mogelijkheden voor herkansing biedt van modulen en theoretische toetsen en hiermee flexibel omgaat. Verder stelt het panel in dit verband vast dat de beoordelingen van de opdrachten en de toetsen van de studenten door de docenten in voldoende mate worden nabesproken, dat oordelen van een eventuele externe bedrijfsbegeleider en van een vertegenwoordiger van de beroepenveldcommissie worden meegewogen, dat de docenten voor de studenten goed bereikbaar zijn ingeval van vragen over en problemen in de studievoortgang en dat de opleiding maatregelen treft om meeliftgedrag bij groepswerk te voorkomen. Aan het einde van de studie, tijdens de stage maar vooral bij de afstudeeropdracht, bevindt de complexiteit zich naar de mening van het panel op HBO-bachelorniveau. Het afnemende beroepenveld typeert de afgestudeerde als voldoende toegerust wat betreft zelfstandigheid en vaktechnische kennis om als beginnende beroepsbeoefenaar op te treden. Volgens het panel wordt de beoordeling onvoldoende op het facet relatie doelstellingen programma gecompenseerd doordat de opleiding erin geslaagd is om een actueel en sterk op de beroepspraktijk gericht programma te ontwikkelen en uit te voeren binnen een effectief projectgeoriënteerd didactisch concept. De NVAO stelt vast dat deze onderbouwing wordt gestaafd in het rapport. Derhalve beoordeelt NVAO het onderwerp programma als voldoende. Ad: Inzet personeel Het Certiked-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het panel stelt vast dat de opleiding beschikt over een goed gebalanceerd docententeam qua leeftijdsopbouw, achtergrond en oriëntatie, waarbij de koppeling met de praktijk een van de belangrijke sterke aspecten vormt. Het docentenkorps dat instaat voor de opleidingen Civiele Techniek, Bouwkunde en Verkeerskunde telt 18.7 FTE s. Het panel constateert dat bij projecten telkens twee docenten betrokken zijn, zodat eventuele ziekte kan worden opgevangen. Het panel stelt vast dat op basis van persoonlijke ontwikkelingsplannen functioneringsgesprekken worden gevoerd waarbij aandacht wordt besteed aan de nodige vakinhoudelijke, communicatieve en didactische vaardigheden. Het panel verneemt dat docenten een didactische cursus gevolgd hebben in verband met het projectgeoriënteerde onderwijs en dat een aantal van de huidige docenten de afgelopen jaren een stage van zes weken heeft gelopen bij een uitvoerend bouwbedrijf. Derhalve beoordeelt NVAO het onderwerp inzet van personeel als voldoende. Ad: Voorzieningen Het Certiked-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het panel constateert dat de materiële voorzieningen bestaan uit leslokalen en een studielandschap dat voorziet in

4 pagina 4 van 8 computers en subruimten waar de studenten in kleine groepen kunnen werken aan projectopdrachten. Het panel verneemt dat het studielandschap door de studenten zeer positief wordt gewaardeerd. Verder beschikken de studenten over een bouwsimulatiemanagement-systeem met behulp waarvan zij in een driedimensionale projectie de voortgang van een bouwproject kunnen volgen. Het panel merkt op dat het aantal computers niet op elk moment toereikend is voor alle studenten. Het panel stelt vast dat actuele berichten, planning van het cursusjaar en beschikbaarheid van docenten via de website worden bekendgemaakt. De studievoortgang kan worden besproken met een mentor, maar de praktijk wijst uit dat studenten in de eerste plaats de moduledocent als aanspreekpunt beschouwen. Om de studievoortgang te bevorderen, zijn regels vastgesteld in verband met het slagen voor een module en het aanvangen van stages. Het panel stelt vast dat er tijdens de uitvoering van een project en tijdens het afstuderen wekelijks overleg plaatsvindt met betrekking tot de voortgang. Tijdens de stage wordt de voortgang ondersteund aan de hand van de terugkomdagen en de voortgangsverslagen die de studenten om de vier weken inleveren. Het panel noteert dat de opleiding beschikt over een uitgewerkte stagehandleiding die bovendien mondeling aan de studenten wordt toegelicht. Derhalve beoordeelt NVAO het onderwerp voorzieningen als voldoende. Ad: Kwaliteitszorg Het Certiked-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het panel stelt vast dat de NHL in 2004 een nieuw kwaliteitszorgsysteem heeft ingevoerd. Op basis hiervan heeft de afdeling BCV voor de opleiding Bouwkunde een eigen kwaliteitszorgsysteem opgezet dat bestaat uit periodieke evaluaties bij stakeholders (studenten, alumni en beroepenveld) en overlegsituaties om de verbeteringen te begeleiden. Het panel verneemt dat de input uit studentenevaluaties om de drie jaar een aanleiding kan vormen voor het managementteam van de afdeling BCV tot aanpassingen in de modulen. De verbeteringen in de modulen worden vervolgens het volgende jaar weer opnieuw geëvalueerd om na te gaan of de verbetering ook als zodanig wordt ervaren door de studenten. Het panel stelt vast dat de inhoud van de modulen in het eerste en het tweede jaar ieder jaar wordt beoordeeld door de studenten om op deze manier het nieuwe projectgeoriënteerde curriculum te kunnen evalueren en te kunnen bijstellen. Verder worden de stages na afloop door de betrokken student geëvalueerd en vindt er om de twee jaar een alumni-enquête plaats. Het panel constateert dat de activiteiten van de beroepenveldcommissie beschouwd worden als een vorm van periodieke evaluatie van de opleiding vanuit het beroepenveld. Derhalve beoordeelt NVAO het onderwerp interne kwaliteitszorg als voldoende.

5 pagina 5 van 8 Ad: Resultaten Het Certiked-panel komt tot de volgende vaststellingen. Het panel stelt vast dat de afstudeeropdrachten ontleend zijn aan situaties uit de beroepspraktijk en qua probleemstelling, aanpak, diepgang, toepassen van kennis en oordeelsvorming in voldoende mate de eindkwalificaties weerspiegelen. Daarnaast garandeert de correcte beoordeling van de toetsen en tentamens volgens het panel dat de studenten aan de vereiste kwalificaties voldoen. Het panel verneemt dat de opleiding streefcijfers heeft geformuleerd voor het onderwijsrendement: een gemiddelde verblijfsduur van 4,3 jaar voor afstudeerders en van 2,1 jaar voor studiestakers. De opleiding haalt deze streefcijfers niet (cfr. respectievelijk 4.77 en 3.07 jaar), maar preciseert dat het genoemde streefcijfer van 2,1 jaar meer gebaseerd is op ervaringsgegevens uit het verleden dan dat er een echte doelstelling mee is vooropgesteld. Het panel noteert dat de opleiding de cijfers in de richting van de normen tracht te brengen o.a. door het versterken van het mentoraat, een strengere selectie en advisering na de propedeuse en het advies aan langstudeerders om zich niet meer in te schrijven. Daartoe heeft de opleiding een oriënterende en vooral ook selecterende propedeuse ontwikkeld. Het panel noteert verder dat het overgrote deel van de afhakers in het eerste jaar van de HAVO komt. In de exit-interviews komt naar voren dat die studenten zich vaak hebben verkeken op het brede curriculum in het eerste jaar, waardoor ze stof krijgen die niet tot hun voorkeursopleiding hoort. Derhalve beoordeelt NVAO het onderwerp resultaten als voldoende.

6 pagina 6 van 8 3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het College van bestuur van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden te Leeuwarden in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 28 juni 2005 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de hbo-bachelor Bouwkunde van de NHL te Leeuwarden. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaren na de dag van inwerkingtreding. Den Haag, 20 juli 2005 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie Guy Aelterman (bestuurslid) Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Bijlage 1: overzicht van beoordelingen van het panel Bijlage 2: samenstelling van het panel

7 pagina 7 van 8 Bijlage 1: Overzicht van beoordelingen in het VBI-rapport Onderwerp Facet Beoordeling door VBI voltijd 1. Doelstellingen 1. niveau bachelor/master Voldoende 2. domeinspecifieke eisen Voldoende 3. oriëntatie hbo/wo Voldoende 2. Programma 4. eisen hbo/wo Goed 5. relatie doelstellingen programma Onvoldoende 6. samenhang programma Voldoende 7. studielast Voldoende 8. instroom Voldoende 9. duur Voldoende 10. afstemming vormgeving en inhoud Goed 11. beoordeling en toetsing Voldoende 3. Inzet personeel 12. eisen hbo/wo Goed 13. kwantiteit personeel Voldoende 14. kwaliteit personeel Voldoende 4. Voorzieningen 15. materiele voorzieningen Voldoende 16. studiebegeleiding Voldoende 5. Interne kwaliteitszorg 17. evaluatie resultaten Voldoende 18. maatregelen tot verbetering Voldoende 19. betrokkenheid medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Voldoende 6. Resultaten 20. onderwijsrendement Voldoende 21. gerealiseerd niveau Voldoende

8 pagina 8 van 8 Bijlage 2: Samenstelling van het panel Naam Drs. R. de Lusenet (teamleider) Ir. S.J.J.M. Vermeulen (extern deskundige Bouwkunde) Drs. W.J.J.C. Vercouteren (secretaris) J.A.M. van Velthoven (student-lid) S. van Waveren (student-lid) Deskundigheid Auditdeskundigheid: sinds eind 2003 actief bij Certiked als teamleider en als extern deskundige Werkvelddeskundigheid: werkzaam als zelfstandig organisatieadviseur gespecialiseerd in opleiding en training, kwaliteitsmanagement en professionalisering van het management binnen organisaties; ruime ervaring in leidinggevende functies bij enkele toonaangevende internationale organisatieadviesbureaus (waaronder KPMG Consulting en GITP International) Werkvelddeskundigheid: momenteel werkzaam als directeur Kennis en Innovatie bij het bureau Hevo B.V.; na zijn studie werkzaam geweest als projectleider bij Vaessen Algemeen Bouwbedrijf B.V. te Vught, en sinds 1984 bij Hevo Bouwmanagement B.V. te s-hertogenbosch, onder andere in de functies Projectcoördinator, afdelingsleiding, projectmanagement, divisie- en afdelingsdirectie en Projectmanagement en bedrijfsdirectie; tevens als lid van een werkveldadviescommissie verbonden aan een bouwkundige opleiding van Avans hogeschool in Tilburg Domeindeskundigheid: lid van de stuurgroep Bouwbeter van SBR/VROM/EZ en voorzitter van de werkgroep Innovatie Academie Auditdeskundigheid: op zeer regelmatige basis treedt de heer Vercouteren op als secretaris van Certiked visitatieteams Onderwijsdeskundigheid: deeltijddocent in Nijenrode en in de afrondende fase van zijn postdoctorale controllersopleiding (Nijenrode) Werkvelddeskundigheid: na zijn studie economie heeft Wim Vercouteren een vijftal jaar managementfuncties bekleed; sinds 1990 heeft hij op basis van zelfstandigheid, analyse-werkzaamheden en interim management verricht, met name voor opleidingsinstituten: ISBW, Wolters-Kluwer Geneve, Ministerie OC&W Domeindeskundigheid: in 2001 behaalde hij zijn propedeuse Bedrijfskunde aan de Erasmus universiteit Rotterdam; momenteel studeert hij aan de faculty of architecture, Technische Universiteit Delft, afstudeerrichtingen Real estate en housing én Buildingtechnology Internationale deskundigheid: verrichtte onderzoek naar de complexe vastgoedmarkt van Mexico City en Canada Onderwijsdeskundigheid: lid van de Universiteitsraad & vice-voorzitter studentengeleding bij de UU Domeindeskundigheid: studeert Sociale Geografie & Planologie, afstudeerrichting Planologie, aan de Universiteit Utrecht; tevens heeft hij Politicologie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden; voor de Faculteit Geowetenschappen heeft hij diverse projecten als student-assistent uitgevoerd en in 2003 is hij betrokken geweest bij De Praktijk, een adviesbureau voor natuurwetenschappelijk onderwijs.