De houdsterverliesregeling voor houdster en financieringsvennootschappen van artikel 20, lid 4 t/m 6, Wet VpB 69

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De houdsterverliesregeling voor houdster en financieringsvennootschappen van artikel 20, lid 4 t/m 6, Wet VpB 69"

Transcriptie

1 De houdsterverliesregeling voor houdster en financieringsvennootschappen van artikel 20, lid 4 t/m 6, Wet VpB 69 Waarom is de houdsterverliesregeling ingevoerd en welke kanttekeningen kunnen geplaatst worden bij artikel 20, lid 4 t/m 6, Wet VpB 69? Linda van Duijnhoven Universiteit van Tilburg Naam : Linda van Duijnhoven Adres : Hoefstraat 7a, 5046 BA, Tilburg Telefoonnummer : Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : Datum : 26 april 2011 Examencommissie : Prof. Dr. P.H.J. Essers Drs. F.J. Elsweier

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Een Introductie...3 Hoofdstuk Twee Arrest van het Europese Hof van Justitie in de zaak Bosal BNB 2003/344 c... 6 Paragraaf 2.1 Paragraaf 2.2 Paragraaf 2.3 Paragraaf 2.4 Achtergrond artikel 13 Wet VpB 69 (oud)...6 Korte situatieschets van Bosal Holding BV in BNB 2003/344 c..6 Belangrijkste conclusies uit het arrest Bosal...7 Welke invloed heeft het Bosal arrest gehad op de beperking van de verliesverrekening van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69?...7 Hoofdstuk Drie De houdsterverliesregelingen van houdster en financierings-vennootschappen van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB Paragraaf 3.1 Paragraaf 3.2 Wat houdt de houdsterverliesregeling van artikel 20 Wet VpB 69 in?...9 Op wie is de houdsterverliesregeling van toepassing? Houdsterstatus Werkzaamhedeneis Vorderingseis Hoofdstuk Vier Toetsing aan het EG-verdrag...13 Paragraaf 4.1 Inleiding houdsterverliesregeling en het EG-recht.13 Paragraaf 4.2 Toegang tot het EG-verdag...13 Paragraaf 4.3 Vrijheid van vestiging & vrijheid van kapitaalverkeer...14 Paragraaf 4.4 Toegang/recht op vrijheid van vestiging & vrijheid van kapitaalverkeer...14 Paragraaf 4.5 Wanneer is er sprake van (on)gelijke gevallen? Fiscale eenheid Rechtsvormneutraliteit: buitenlandse vaste inrichting vs. buitenlandse dochtervennootschap Nederland als vertrekstaat Nederland als gastland Paragraaf 4.6 Is er sprake van een belemmering?...19 Paragraaf 4.7 Is een onderscheid naar rechtsvorm gerechtvaardigd?

3 Paragraaf 4.8 Conclusie strijdigheid EG-vedrag...20 Hoofdstuk Vijf Geplaatste kanttekeningen bij artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 betreffende het nationale recht...21 Paragraaf 5.1 Inleiding...21 Paragraaf 5.2 Overkill...21 Paragraaf 5.3 Tegenbewijsregeling...22 Paragraaf 5.4 Onduidelijke formulering...22 Paragraaf 5.5 Werkzaamhedeneis...23 Paragraaf 5.6 Verliescompensatie, carry-back & carry-forward...23 Paragraaf 5.7 Dubbele maatregeling; thin-capitalisation en verliesverrekening..24 Paragraaf 5.8 Fiscale eenheid 24 Hoofdstuk Zes Aanbevelingen, conclusie en persoonlijke stellingname...26 Paragraaf 6.1 Algemene conclusies naar aanleiding van het onderzoek en... persoonlijke stellingname...26 Paragraaf 6.2 Kan houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4 6, Wet Vpb 69 niet beter worden afgeschaft?...26 Literatuurlijst...27 Jurisprudentieregister

4 Hoofdstuk Een Introductie Een goede samenwerking tussen Europese lidstaten is van groot belang. Het concept interne markt maakt dan ook deel uit van het Europese Gemeenschap Verdrag. 1 Onder een interne markt wordt een ruimte verstaan zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd. 2 De interne markt heeft als gevolg dat fiscale belemmeringen binnen de Europese Unie 3 niet zijn toegestaan. De kostenaftrekbeperking die Nederland in het toenmalige artikel 13, lid 1, Wet VpB 69 had staan, die tot 1 januari 2004 geldig was, is een voorbeeld van een fiscale belemmering. Deze bepaling hield in dat de kosten van een binnenlandse deelneming wel van de belastbare winst mochten worden afgetrokken, maar die van een buitenlandse deelneming niet. Deze kostenaftrekbeperking was in strijd met het Europees Gemeenschappelijk Recht 4, er was een strijdigheid met artikel 49 EG-verdrag 5 en artikel 56 EG-verdrag, de vrijheid van vestiging respectievelijk de vrijheid van kapitaalverkeer. In het Bosal arrest is bovengenoemde strijdigheid bevestigd. Bosal is een houdster- en financieringsvennootschap 6 die in Nederland gevestigd is. In 1993 wilde ze de kosten aftrekken die ze had gemaakt voor de financiering van haar deelnemingen in vennootschappen in andere lidstaten. Echter, deze kosten waren op grond van het toenmalige artikel 13, lid 1, Wet VpB 69 niet aftrekbaar, aangezien deze niet onmiddellijk voortvloeien uit activiteiten voor het behalen van in Nederland belastbare winst. Bosal vond het onderscheid van het toenmalige artikel 13, lid 1, Wet VpB 69 in strijd met het recht op vrijheid van vestiging en heeft hierin gelijk gekregen van het Hof van Justitie Europese Gemeenschap 7. 8 De wetgever was bang dat bovenstaand arrest zou leiden tot budgettaire derving. Nederlandse houdstervennootschappen zouden namelijk op grote schaal kunnen profiteren van het in aftrek brengen van deelnemingskosten. 9 Als reactie op het Bosal arrest werd vrijwel direct een wetswijziging aangekondigd 10, de houdsterverliesregeling ex artikel 20, lid 4-6, VpB 69 werd ingevoerd. De strekking van dit artikel is te voorkomen dat houdstervennootschappen andersoortige activiteiten gaan mengen 1 In het vervolg van deze studie zal Europese Gemeenschap Verdrag als volgt worden weergegeven: EG-verdrag 2 Artikel 14 EG 3 In het vervolg van deze studie zal de Europese Unie als volgt worden weergegeven: EU 4 In het vervolg van deze studie zal Europees Gemeenschappelijk Recht als volgt worden weergegeven: EG-recht 5 Voorheen was dit artikel 43 EG-verdrag 6 In het vervolg van deze studie zal houdster- en financieringsvennootschap als volgt worden weergegeven: houdstervennootschap 7 In het vervolg van deze studie zal het Hof van Justitie Europese Gemeenschap als volgt worden weergegeven: HvJ EG 8 In hoofdstuk twee zal verder worden ingegaan op dit arrest. 9 D.R. Post (2009) Beperking van verliesverrekening houdster- en financieringsvennootschappen. De handel in verlieslichamen en in houdsterverliesregeling (115). Kluwer 10 Kamerstuk II 2003/04, nr. 8, p. 5. Vrijwel onmiddellijk na het verschijnen van het Bosal-arrest werd de reparatiewetgeving aangekondigd. Zie de persberichten van het Ministerie van Financiën van 18 en 19 september, nr. 2003/227 en 2003/231, opgenomen in V-N 2003/

5 met houdster- en financieringsactiviteiten 11, met enkel als doel de verrekening van houdster- en financieringsverliezen 12. Bij het mengen van activiteiten kan gedacht worden aan het ontwikkelen van nieuwe andersoortige activiteiten of het inbrengen van bestaande activiteiten vanuit een ander lichaam. 13 Deze houdsterverliezen ontstaan aangezien houdstervennootschappen, die zich uitsluitend bezig houden met het houden van buitenlandse deelnemingen, weinig tot geen winst behalen omdat deze is vrijgesteld onder de deelnemingsvrijstelling 14. Deze houdstervennootschap gaat veelal een lening aan voor de financiering van deelnemingen, de rente op deze lening is aftrekbaar. Dit heeft een houdsterverlies als gevolg, aangezien de rente aftrekbaar is maar er geen tot weinig winst wordt behaald. Er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen bij de beperking van verliesverrekening van bovengenoemd artikel. De kanttekening die centraal staat in deze studie is of de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 in strijd kan worden geacht met het EG-recht, namelijk de vrijheid van vestiging. Alvorens antwoord te geven op de vraag of er sprake is van een strijdigheid van het EGrecht betreffende artikel 20 Wet VpB 69 zal eerst gekeken worden naar de vraag waarom in beginsel de houdsterverliesregeling op 1 januari 2004 is ingevoerd. De probleemstelling ziet er als volgt uit: Waarom is de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 destijds ingevoerd en is deze beperking hedendaags nog te verantwoorden rekening houdend met EG rechtelijke aspecten? Aan de hand van de volgende deelvragen zal getracht worden een antwoord te geven op de bovenstaande probleemstelling: Hoe ziet artikel 13, lid 1, Wet VpB 69 (oud) eruit? Wat is de invloed van het Bosal arrest op de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69? Wat houdt de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 in? Is er sprake van een belemmering voor een belastingplichtige betreffende de houdsterverliesregeling? Welke kanttekeningen zijn te plaatsen bij artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 betreffende het nationale recht? De opbouw van de studie is als volgt. In hoofdstuk twee zal artikel 13 Wet VpB 69 (oud) worden weergegeven, gevolgd door een kort situatieschets van het Bosal arrest met daarbij de belangrijkste 11 In het vervolg van deze studie zal houdster- en financieringsactiviteiten als volgt worden weergegeven: houdsteractiviteiten 12 In het vervolg van deze studie zal houderster- en financieringsverliezen als volgt worden weergegeven: houdsterverliezen 13 N.H. de Vries, S.A.W.J. Strik, Cursus Belastingrecht, Vennootschapsbelasting, uitgeverij Kluwer, 2010, hoofdstuk 4, paragraaf 4.0.0, onderdeel a1 14 D.R. Post (2009) Beperking van verliesverrekening houdster- en financieringsvennootschappen. De handel in verlieslichamen en in houdsterverliesregeling (116). Kluwer 4

6 conclusies. In het derde hoofdstuk zal worden ingegaan op artikel 20, lid 4-6 Wet VpB 69, de houdsterverliesregeling. Hierbij zal duidelijk naar voren komen waarom de houdsterverliesregeling destijds is ingevoerd. Vervolgens zal in hoofdstuk vier de houdsterverliesregeling getoetst worden aan de EG-verdragsvrijheden. In het vijfde hoofdstuk zullen de kanttekeningen, die te plaatsen zijn bij de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB, uiteen worden gezet. Deze studie zal worden afgesloten met de belangrijkste aanbevelingen, de conclusie en de persoonlijke stellingname. 5

7 Hoofdstuk Twee - Arrest van het Europese Hof van Justitie in de zaak Bosal BNB 2003/344 c Paragraaf 2.1 Achtergrond artikel 13 Wet VpB 69 (oud) Om dubbele belastingheffing tegen te gaan is artikel 13 Wet VpB 69 (oud) in het leven geroepen. Voordelen uit hoofde van buitenlandse deelnemingen zijn onbelast onder de deelnemingsvrijstelling. Dit betekent dat de winsten van buitenlandse deelnemingen niet in de grondslag worden betrokken en dus niet in Nederland belast zijn, in tegenstelling tot winsten van binnenlandse deelnemingen. Op grond van artikel 13 Wet VpB 69 kunnen alleen kosten van binnenlandse deelnemingen in mindering worden gebracht op de Nederlandse belastbare winst. Dit verschil in behandeling van de kostenaftrek bij binnenlandse- en buitenlandse deelnemingen heeft geleidt tot het Bosal-arrest. Paragraaf 2.2 Korte situatieschets van Bosal Holding BV in BNB 2003/344 c De directe aanleiding voor de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 was het Bosal arrest. Bosal is een in Nederland gevestigde besloten vennootschap die houdster-, financieringsen licentie/royaltyactiviteiten verricht en onderworpen is aan de Nederlandse vennootschapsbelasting. In 1993 heeft zij kosten aangegeven ( NLG) betrekking hebbende op de financiering van deelnemingen in vennootschappen die gevestigd zijn in negen andere lidstaten binnen de Europese Gemeenschap. Deze kosten wilde Bosal in aftrek brengen op haar winst. 15 De inspecteur weigerde echter om bovenstaande aftrek toe te staan, omdat artikel 13, lid 1, Wet VpB 69 van het onderhavige jaar deze aftrek niet toeliet. Het Gerechtshof te Arnhem heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Bosal was het hier echter niet mee eens, met als gevolg dat hij beroep in cassatie heeft ingesteld bij de Hoge Raad. 16 Bosal meende dat het toenmalige artikel 13 Wet VpB 69 in strijd was met de Europese Gemeenschappelijke verdragsvrijheden. 17 In artikel 13 Wet VpB 69 (oud) werd geen onderscheid gemaakt op basis van het vestigingsplaatscriterium, maar op basis van het winstjurisdictiecriterium. 18 Er werd namelijk rekening gehouden met de plaats waar de winst werd behaald in plaats van de vestigingsplaats. In de EG-verdragsvrijheden is niet alleen discriminatie naar nationaliteit verboden, ook het belemmeren van het vrije verkeer is niet toegestaan. In het toenmalige artikel 13 Wet VpB 69 is er 15 Bosal Holding Zaak C-168/01 / Rechtsoverweging 9 16 Bosal Holding Zaak C-168/01 / Rechtsoverweging In het vervolg van deze studie zal Europese Gemeenschappelijke Verdragsvrijheden als volgt worden weergegeven: EG-verdragsvrijheden 18 D.M. Weber, Het Bosal Holding-arrest: analyse, kritiek en gevolgen, WFR 2003/1844, paragraaf 3.3 6

8 sprake van het laatstgenoemde. Er werd namelijk een onderscheid gemaakt tussen de kosten die gemaakt zijn voor het behalen van een Nederlandse- of buitenlandse winst. De Hoge Raad was van mening dat voor de oplossing van bovenstaande situatie een uitleg van het gemeenschapsrecht van belang was. Vandaar dat de Hoge Raad der Nederlanden het HvJ EG twee prejudiciële vragen heeft gesteld. Het doel van deze twee vragen was om te kijken of het verenigbaar is met het EU-recht dat een nationale regeling kostenaftrek afhankelijk stelt aan het dienstbaar zijn van het behalen van in Nederland belastbare winst. 19 Paragraaf 2.3 Belangrijkste conclusies uit het arrest Bosal Het HvJ EG heeft de deelnemingsvrijstelling in strijd verklaard met artikel 49 EG-verdrag. Dit heeft als gevolg dat Nederland geen onderscheid mag maken tussen binnenlandse- en buitenlandse deelnemingen betreffende de deelnemingsvrijstelling 20. De nationale bepaling, het toenmalige artikel 13 Wet VpB 69, is in strijd met het recht op de vrijheid van vestiging. De beslissing van de moedervennootschap om in een andere lidstaat een dochteronderneming op te richten wordt namelijk negatief beïnvloed door de eis die is gesteld aan de aftrekbaarheid van verliezen in artikel 13 Wet VpB 69 (oud). De vraag die het HvJ EG zich hierbij stelt is of deze belemmering gerechtvaardigd kan worden door de samenhang van het Nederlandse belastingstelsel te garanderen. 21 Deze vraag wordt echter ontkennend beantwoord. Naar aanleiding van het Bosal arrest zijn er een drietal verandering in de Nederlandse fiscale wet doorgevoerd. De aftrekbeperking voor de kosten van (buitenlandse) deelnemingen, van het toenmalige artikel 13 Wet VpB 69, is komen te vervallen. Daarnaast is de thin capitalisation maatregel 22 ingevoerd. Als laatste is er een beperking ingevoerd voor de verrekening van verliezen van houdstervennootschappen. 23 Deze studie heeft betrekking op de laatstgenoemde verandering, de houdsterverliesregeling in artikel 20, lid 4-6, Wet VpB Paragraaf 2.4 Welke invloed heeft het Bosal arrest gehad op de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69? Het Bosal arrest gaf de aanleiding om de houdsterverliesregeling van artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 op te nemen in de Nederlandse fiscale Wet. In Nederland gevestigde houdstervennootschappen met 19 Bosal Holding Zaak C-168/01 / Rechtsoverweging De renteaftrek vormt hier echter een uitzondering op 21 Bosal Holding Zaak C-168/01 / Rechtsoverweging Opgenomen in artikel 10d Wet VpB 69; in bepaalde gevallen wordt de rente bij een financiering van te veel vreemd vermogen uitgesloten van aftrek bij de fiscale winstberekening. Te veel is gedefinieerd als een verhouding vreemd vermogen: eigen vermogen groter dan 3:1 23 VN 2003/57.18, Vennootschapsbelasting 24 In hoofdstuk 3 zal verder worden ingegaan op artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69. 7

9 buitenlandse deelnemingen hadden namelijk veel profijt bij de uitspraak van het HvJ EG betreffende het Bosal arrest. De kostenaftrekbeperking van het toenmalige artikel 13 Wet VpB 69 is namelijk, mede door toedoen van het Bosal arrest, komen te vervallen. Om precies te zijn, vervalt het tekstdeel alsmede kosten daaronder begrepen voordelen als gevolg van wijzigingen in valutaverhoudingen welke verband houden met een deelneming, tenzij blijkt dat deze kosten middellijk dienstbaar zijn aan het behalen van in Nederland belastbare winst. 25 Dit heeft als gevolg dat de kosten die verband houden met zowel binnenlandse- als buitenlandse deelnemingen kunnen worden afgetrokken. Hieronder ook begrepen de financieringskosten die verband houden met de financiering van buitenlandse deelnemingen. De Nederlandse regering was bang dat Nederlandse houdstervennootschappen gefinancierd zouden worden met veel vreemd vermogen, met als gevolg een grote rentelast in Nederland. Vanwege het feit dat houdstervennootschappen verder geen activiteiten hebben en deelnemingsresultaten zijn vrijgesteld onder de deelnemingsvrijstelling leidt de renteaftrek over het algemeen tot verliezen bij de houdstervennootschap. Vandaar dat de wetgever bang was dat houdstervennootschappen andere activiteiten zouden overbrengen waarmee een belastbare winst kan worden gerealiseerd, zoals ondernemingsactiviteiten. 26 De houdstervennootschap kan op deze manier zijn verliezen verrekenen met deze ondernemingswinsten. Dit levert echter voor de Nederlandse schatkist minder geld op, want voorheen was deze ondernemingswinst namelijk belast. Deze constructie zou dus een uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag als gevolg hebben. 27 Vandaar dat de wetgever de houdsterverliesregeling voor houdstervennootschappen heeft voorgesteld, welke is opgenomen in artikel 20, lid 4 6, Wet VpB E.J.W. Heithuis, De reparatiewetgeving naar aanleiding van het Bosal-arrest: een gemiste kans! WFR 2003/1869, paragraaf Kamerstukken II 2003/04, , nr. 8, blz. 12 en Het is echter de vraag of uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag daadwerkelijk plaats zal vinden. Immers als een concern in Nederland naast een houdstervennootschap een vennootschap heeft met bijvoorbeeld ondernemingsactiviteiten zal wellicht sprake zijn van een fiscale eenheid tussen beide vennootschappen. Bij het bestaan van een fiscale eenheid is het mengen van houdsteractiviteiten en ondernemingsactiviteiten niet meer aan de orde en kan er dus ook geen uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag optreden zie S.R. Pancham, G.W.J.M. Kampschoër, Beperking verliesverrekening: de echte Bosal-reparatie, WFR 2003/1929, paragraaf 2.3 8

10 Hoofdstuk Drie De houdsterverliesregelingen van houdster en financierings-vennootschappen van artikel 20 lid 4-6 wet VpB 69 Paragraaf 3.1 Wat houdt de houdsterverliesregeling van artikel 20 Wet VpB 69 in? De houdsterverliesregeling voor houdstervennootschappen wordt door de wetgever als volgt toegelicht: De voorgestelde aanpassing van artikel 20 Wet VpB 69 strekt ertoe dat verliezen die voortvloeien uit het houden van deelnemingen niet onbeperkt in mindering komen op winsten uit andersoortige werkzaamheden. Daarmee wordt bijvoorbeeld voorkomen dat de belastingheffing over productiewerkzaamheden wordt afgeroomd door verliezen uit deelnemingen. 28 De houdsterverliesregeling bestaat uit drie leden, de kern van deze regeling is neergelegd in artikel 20, lid 4, Wet VpB 69. Deze regeling ziet zowel toe op de voorwaartse als op de achterwaartse verliesverrekening. 29 De regeling creëert een verliesbox, hiermee wordt voorkomen dat houdsterverliezen worden verrekend met ondernemingswinsten. Houdsterverliezen zijn namelijk slechts verrekenbaar met winsten uit een jaar dat de belastingplichtige ook als houdstervennootschap kan worden aangemerkt. Dit artikel vormt dus een uitzondering op de regel dat een lichaam wordt geacht met zijn gehele vermogen de onderneming te drijven. 30 In beginsel zouden namelijk alle verliezen en winsten van verschillende activiteiten binnen één vennootschap met elkaar verrekenbaar moeten zijn. 31 Paragraaf 3.2 Op wie is de houdsterverliesregeling van toepassing? De houdsterverliesregeling is van toepassing op houdstervennootschappen. Echter, er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de aanleiding van de genoemde regeling, namelijk de houdstervennootschappen die profiteren van het Bosal-arrest, en de vennootschappen die geraakt worden door de houdsterverliesregeling. Enkel houdstervennootschappen met buitenlandse dochtervennootschappen konden namelijk profiteren van de uitspraak van het Bosal-arrest, echter de houdsterverliesregeling treft alle houdster- en financieringvennootschappen, ongeacht de locatie van hun deelnemingen. Dit is het gevolg van de Europees rechtelijke wet- en regelgeving. 32 Er mag namelijk op basis van het in het EG-verdrag opgenomen regeling vrijheid van vestiging geen onderscheid worden gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse deelnemingen. 28 Kamerstukken II 2003/04,29 210, nr. 8, blz Commentaar artikel 20 Wet VpB 69, paragraaf Artikel 2, lid 5, Wet VpB E. Thomas, Mensenrechten en beperkingen van de verliesverrekening Verliezen als eigendomsrecht in de zin van artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM, FED 2007/69, paragraaf VN 2003/

11 Houdsterstatus Zoals in artikel 20, lid 4, Wet VpB 69 staat weergegeven is er sprake van een houdstervennootschap indien de feitelijke werkzaamheid van een belastingplichtige gedurende het gehele of nagenoeg het gehele jaar uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestaat uit het houden van deelnemingen of het direct of indirect financieren van met de belastingplichtige verbonden lichamen. Deze definitie bestaat uit verschillende onderdelen, te beginnen met de feitelijke werkzaamheid. Uit de parlementaire toelichting blijkt dat bij de toets van de feitelijke werkzaamheid de volgende factoren een rol spelen: tijdsbesteding van werknemers, samenstelling van de commerciële winst en de activa en passiva op de commerciële balans. 33 Ten tweede wordt onder belastingplichtige zowel binnenlands als buitenlands belastingplichtigen met een filiaal in Nederland verstaan. Ten derde zal gekeken worden naar het onderdeel gedurende het gehele of nagenoeg het gehele jaar. Hiermee wordt bedoeld dat van een houdstervennootschap sprake is indien de feitelijke werkzaamheden van een lichaam voor 90% of meer bestaat uit het houden van deelnemingen of het (in)direct financieren van concernvennootschappen. 34 Als laatste kan uit de parlementaire geschiedenis niet duidelijk worden afgeleid wat er verstaan moet worden onder het direct of indirect financieren van met de belastingplichtige verbonden lichaam. Er wordt echter gesteld dat naar verwachting bij dit onderdeel aangesloten kan worden bij de ingevoerde thin capitalisation maatregel van artikel 10d Wet VpB 69, hierbij wordt ook de uitdrukking directe of indirecte financiering gebruikt. 35 De wetgever heeft aangegeven dat daaronder de rente valt die formeel aan een derde is verschuldigd, maar feitelijk aan een conernlichaam toekomt Werkzaamhedeneis Het verlies dat een houdstervennootschap in een jaar heeft geleden is slechts beperkt verrekenbaar. Dit verlies is namelijk alleen verrekenbaar met winsten van jaren waarbij aan twee vereisten is voldaan. Eén van deze vereisten is de werkzaamhedeneis, weergegeven in artikel 20, lid 4, sub a, Wet VpB 69, die zowel in het verlies- als winstjaar van toepassing is. De werkzaamhedeneis houdt kort gezegd in dat in het winstjaar de feitelijke werkzaamheden 37 van de belastingplichtigen gedurende (nagenoeg) het gehele jaar (nagenoeg) uitsluitend bestaat uit het houden van deelnemingen. Zowel in het winst- als verliesjaar moet er dus sprake zijn van een houdstervennootschap. Verliezen, afkomstig van een jaar dat de vennootschap als houdstervennootschap kwalificeerde, gaan niet definitief verloren in het jaar 33 Kamerstukken II 2003/04, , nr. 8, blz Besluit Staatssecretaris van Financiën van 11 augustus 2003, nr. CPP2003,1611, V-N 2003/46.12, vraag S.R. Pancham, G.W.J.M. Kampschöer, Beperking verliesverrekening: de echte Bosal reparatie, WFR 2003/1929, paragraaf Kamerstukken II 2003/04, , nr. 8, blz Ook hierbij dient dus gekeken te worden naar de volgende drie factoren: tijdsbesteding van werknemers, samenstelling van de commerciële winst, activa en passiva op de commerciële balans 10

12 dat een statuswijziging optreedt als gevolg van de bijmenging van activiteiten. Deze verliezen kunnen als nog worden verrekend in de jaren dat de belastingplichtige wederom als houdstervennootschap kwalificeert. 38 Hierbij dient echter wel rekening te worden gehouden met de verliesverrekeningstermijnen die weergegeven zijn in artikel 20, lid 2, Wet VpB Verder geeft de wetgever in artikel 20, lid 6, Wet VpB 69 aan dat niet voldaan wordt aan de werkzaamhedeneis, indien 25 of meer werknemers, berekend op basis van volledige werktijd, zich bezig houden met andere werkzaamheden dan het houden van deelnemingen. In dat geval is er geen sprake van houdsteractiviteiten, met als gevolg dat de houdsterverliesregeling van artikel 20, Wet VpB 69 niet van toepassing is Vorderingeneis Naast de werkzaamhedeneis moeten de jaren waarin winst wordt behaald voldoen aan een tweede vereiste, namelijk de vorderingseis welke is neergelegd in artikel 20, lid 4, sub b, wet VpB 69. Op grond van dit criterium mag gedurende het gehele of nagenoeg het gehele winstjaar het saldo van de boekwaarde van de gelieerde vorderingen en schulden niet groter zijn dan in het jaar waarin het verlies is ontstaan. 40 De wetgever wil met dit criterium voorkomen dat een concern in Nederland een lening van een vennootschap bij een houdstervennootschap onderbrengt, zodat de rente-inkomsten van deze lening verrekend kunnen worden met de verliezen van de houdstervennootschap. Indien concernfinanciering mogelijk zou zijn geweest, en dus geen anti-misbruikbepaling zou zijn opgenomen in de wet, zou de werking van de houdsterverliesregeling namelijk worden ontkracht. 41 Wanneer het winstjaar niet voldoet aan de vorderingseis, is het toch mogelijk voor de belastingplichtige om het verlies te verrekenen op basis van de tegenbewijsregeling die is opgenomen in artikel 20, lid 5, Wet VpB 69. De belastingplichtige moet in dat geval aannemelijk maken dat het saldo van de vorderingen en schulden aan verbonden lichamen in het winstjaar niet in overwegende mate is gericht op de verruiming van verliesverrekening. Het voorgaande kan als volgt schematisch worden samengevat: 38 E. Thomas, Mensenrechten en beperkingen van de verliesverrekening Verliezen als eigendomsrecht in de zin van artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM, FED 2007/69, paragraaf 2.2, onderdeel a. 39 De voorwaartse verliesverrekening is sinds 1 januari 2007 beperkt tot 9 jaar. De achterwaartse verliesverrekening is beperkt tot 1 jaar. 40 Indien derhalve het saldo van de leningen gedurende slechts een zeer korte periode van het winstjaar boven het saldo van de leningen aan het einde van het verliesjaar uitgaat, lijkt dit vereiste geen belemmering voor de verrekening van de verliezen, aldus Pancham en Kampschoër. Zie S.R. Pancham, G.W.J.M. Kampschöer, Beperking verliesverrekening: de echte Bosal reparatie, WFR 2003/1929, paragraaf D.R. Post (2009) Beperking van verliesverrekening houdster- en financieringsvennootschappen. De handel in verlieslichamen en in houdsterverliesregeling (129). Kluwer 11

13 Houdsterwinst Operationele winst Houdsterverlies Verrekening mogelijk onder Géén verrekening mogelijk voorwaarde* Operationeel verlies Verrekening mogelijk Verrekening mogelijk * Verrekening is slechts mogelijk indien aan de vorderingseis en werkzaamhedeneis van artikel 20, lid 4, Wet VpB 69 is voldaan. 12

14 Hoofdstuk Vier Toetsing aan het EG-verdrag Paragraaf 4.1 Inleiding houdsterverliesregeling en het EG-recht Net zoals de staatssecretaris van Financiën beweert 42, lijkt er in beginsel geen sprake te zijn van strijdigheid met het Europese recht. Toch zijn er een tweetal redenen aan te voeren dat de houdsterverliesregeling inbreuk zou kunnen maken op de gedragsvrijheden: Nederlandse vennootschappen vallen niet onder de houdsterverliesregeling voor houdstervennootschappen indien zij deel uitmaken van een fiscale eenheid. Houdstervennootschappen met buitenlandse deelnemingen kunnen echter geen deel uitmaken van een fiscale eenheid. 43 Pancham en Kampschöer achten het verschil in fiscale behandeling tussen houdstervennootschappen met binnenlandse en buitenlandse dochtervennootschappen in strijd met het EG-recht, namelijk de vrijheid van vestiging. 44, 45 Verder werkt de regeling, opgenomen in artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69, niet rechtsvormneutraal. Op basis van dit argument kan gesteld worden dat de houdsterverliesregeling in strijd is met het EGverdrag, namelijk de vrijheid van vestiging en/of de vrijheid van kapitaalverkeer. Alvorens uitspraak gedaan kan worden gedaan of in bovenstaande gevallen sprake is van strijdigheid met het EG-verdrag, zal eerst moeten vastgesteld worden wie toegang heeft tot het EG-verdrag. Daarna zal moeten worden vastgesteld wie toegang heeft tot de vrijheid van vestiging en/of vrijheid van kapitaalverkeer. Als laatste zal er sprake moeten zijn van objectief gelijke gevallen wil men kunnen spreken van een belemmering. In de volgende paragrafen zal bovenstaande worden uitgewerkt en wordt er toegewerkt naar de uiteindelijke vraagstelling of de houdsterverliesregeling in strijd kan worden verklaard met het EG-verdrag. Paragraaf 4.2 Toegang tot het EG-verdrag Voor toegang tot het EG-verdrag moet er sprake zijn van een grensoverschrijdende economische activiteit binnen de Gemeenschap, waarbij een beroep kan worden gedaan op een van de vrijheden genoemd in het EG-verdag. 46 Volgens D.M. Weber kunnen alle activiteiten die, met of zonder winstoogmerkt, direct of indirect, in geld of natura, al dan niet evenredig worden vergoed worden 42 Brief Staatssecretaris van Financiën, Kamerstukken II 2003/04, , nr. 34, blz. 6-7 en de NV, Kamerstukken I 2003/04, , nr. C, blz Artikel 15, lid 3, onderdeel c en d, Wet VpB S.R. Pancham, G.W.J.M. Kampschöer, Beperking verliesverrekening: de echte Bosal reparatie, WFR 2003/1929, paragraaf Dit argument wordt ook genoemd door D.R. Post, zie mr. drs. D.R. Post, De handel in verlieslichamen en de houdsterverliesregeling (FM 98), tweede herziene druk, 2009, onderdeel , blz. 138 en B.J. Kiekebeld, J.A.R. van Eijsden (2009) Nederlands belastingrecht in Europees perspectief (blz. 6). Kluwer 13

15 aangemerkt als een economische activiteit. 47 Dit betekent dat het verrichten van houdsteractiviteiten kan worden aangemerkt als een economische activiteiten en dat in casu dus toegang kan worden verleend tot het EG-verdrag. Paragraaf 4.3 Vrijheid van vestiging & vrijheid van kapitaalverkeer De vrijheid van vestiging is neergelegd is artikel 49 van het EG-verdrag. Dit artikel regelt dat de activiteiten van ondernemers en zelfstandigen niet mogen worden beperkt in de vestiging in een andere lidstaat. Het recht van vrije vestiging is onder te verdelen in drie situaties, namelijk het primaire vestigingsrecht, het secundaire vestigingsrecht en de rechtsvormneutraliteit. Artikel 49 van het EGverdrag is alleen van toepassing op vennootschappen welke zijn opgericht naar een recht van een lidstaat van de EU. Het is dus niet mogelijk voor een derde land om zich te beroepen op de vrijheid van vestiging. Verder is het vrijheidsbeginsel alleen van toepassing op een vennootschap die gevestigd is in een lidstaat en zich wil vestigen in een andere lidstaat. In tegenstelling tot de vrijheid van vestiging is de vrijheid van kapitaalverkeer, artikel 56 van het EG-verdrag, in beginsel wel van toepassing op het kapitaalverkeer van of naar derde landen. Paragraaf 4.4 Toegang/recht op vrijheid van vestiging & vrijheid van kapitaalverkeer Per geval zal bekeken moeten worden welke vrijheid van toepassing is. Indien een vennootschap invloed kan uitoefenen op het beleid van de deelneming, in de regel is dit het geval indien er sprake is van en meederheidsbelang, is de vrijheid van vestiging van toepassing. 48 De vrijheid van kapitaalverkeer zal in de regel van toepassing zijn als er sprake is van een minderheidsbelang. Indien er echter sprake is van een vaste inrichting in plaats van een deelneming dan is de vrijheid van vestiging altijd van toepassing, ongeacht of er sprake is van een minderheids- of meerderheidsbelang. 49 Paragraaf 4.5 Wanneer is er sprake van (on)gelijke gevallen? Als is gebleken dat er toegang tot de vrijheid van vestiging en/of de vrijheid van kapitaalverkeer is, zal onderzocht moeten worden of er sprake is van objectief gelijke gevallen. Immers, indien blijkt dat het gaat om ongelijke gevallen kan er ook geen belemmering optreden, met als gevolg dat er geen strijdigheid is met het EG-verdrag. Zoals weergegeven in paragraaf 4.1 werkt de houdsterverliesregeling niet rechtsvormneutraal. Er is namelijk een verschil in behandeling betreffende de vaste inrichting en een dochtervennootschap. De vraag is echter of hierbij sprake is van ongelijke gevallen, is een vennootschap met een vaste inrichting een objectief andere situatie dan een vennootschap met een 47 D.M. Weber (2003) Belastingontwijking en de EG Verdragsvrijheden (blz ). Kluwer 48 Dit criterium staat ook wel bekend als het zogenaamde Baars-criterium, zie HvJ EU, 13 april 2000, nr. C-251,98, r.o. 22 V-N 2000/ HvJ EU, 23 oktober 2008, nr. C-157/07 (Krankenheim Wansse), V-N 2008/

16 dochtervennootschap? Gekeken zal moeten worden of een vennootschap met een vaste inrichting op een andere manier in de heffing wordt betrokken dan een vennootschap met een dochtervennootschap. Een soortgelijke vraag zal ook gesteld moeten worden betreffende het eerste argument genoemd in paragraaf 4.1, de fiscale eenheid. Hierbij zal moeten worden gekeken of er sprake is van een ongelijke behandeling van vennootschappen die deel uit kunnen maken van een fiscale eenheid en van vennootschappen die deze mogelijkheid niet hebben Fiscale eenheid Uit de jurisprudentie blijkt dat het eerste argument genoemd is paragraaf 4.1, betreffende de fiscale eenheid, inmiddels is achterhaald. Het Hof s-gravenhage is van mening dat de houdsterverliesregeling, betreffende het argument van de fiscale eenheid, niet in strijd is met de vrijheid van vestiging. 50 De ongelijke behandeling van de vennootschappen die deel uit kunnen maken van een fiscale eenheid en van vennootschappen die deze mogelijkheid niet hebben vloeit namelijk niet voort uit artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69. Immers, deze ongelijkheid vloeit voort uit de regeling van de fiscale eenheid, artikel 15 Wet VpB 69. Het HvJ EU heeft bovenstaande inmiddels bevestigd in de zaak X-Holding. 51 Volgens het HvJ EU is het uitsluiten van een fiscale eenheid voor een bepaalde regeling niet in strijd met het Europese recht. De Advocaat-generaal Wattel heeft inmiddels bevestigd dat de houdsterverliesrsegeling betreffende de fiscale eenheid niet in strijd kan worden geacht met het Europese recht. 52 Volgens Wattel kan het verschil tussen de X-Holding zaak en de regeling in artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 niet van doorslaggevende betekenis zijn. Er is slechts een klein verschil aan te merken, bij de X-Holding zaak is er namelijk sprake van winstimport terwijl bij de houdsterverliesregeling sprake is van verliesimport. 53 Betreffende dit onderzoek wordt aangesloten bij het standpunt van Wattel. De Advocaat-generaal verdedigt namelijk dat het sinds de zaak X-Holding onmogelijk is geworden dat het uitsluiten van de fiscale eenheid in strijd wordt geacht met het EG-verdrag. Hierbij is het overbodig dat voor ieder element betreffende de fiscale eenheid, zoals de houdsterverliesregeling, apart wordt geprocedeerd. Naar aanleiding van de zaak X-Holding, de uitspraak van het HvJ EU en de uitspraak van de Advocaatgeneraal Wattel zal het argument van de fiscale eenheid in het vervolg van dit onderzoek dan ook buiten beschouwing worden gelaten. 50 Hof 's-gravenhage 17 november 2009, nr. BK-08/00311, V-N 2010/ HvJ EU 25 februari 2010, zaak C-337/08 (X-Holding), BNB 2010/ Conclusie Wattel 7 juli 2010, nr. 09/05115 (uitspraak Hof s-gravenhage) 53 S.A.W.J. Strik, N.H. de Vries, Cursus belastingrecht, Vennootschapsbelasting, Kluwer, hoofdstuk 4, paragraaf A, onderdeel b. 15

17 4.5.2 Rechtsvormneutraliteit: Buitenlandse vaste inrichting vs. buitenlandse dochtervennootschap In deze paragraaf zal gekeken worden naar het tweede argument genoemd in paragraaf 4.1. Aangezien er twee scenario s mogelijk zijn, zal hierbij een onderscheid worden gemaakt tussen de volgende twee situaties: - een Nederlandse vennootschap heeft een buitenlandse vaste inrichting of een buitenlandse dochtervennootschap in een andere lidstaat, Nederland is de vertrekstaat; - Een vennootschap in één van lidstaten heeft een buitenlandse vaste inrichting of een buitenlandse dochtervennootschap in Nederland, Nederland is het gastland. Bovenstaande situaties zullen beide worden behandeld in onderstaande paragrafen Nederland als vertrekstaat In de situatie waarbij de vennootschap in Nederland is gelegen wordt de buitenlandse vaste inrichting, met betrekking tot de houdsterverliesregeling, ten opzichte van een buitenlandse dochtervennootschap anders behandeld. Een Nederlandse vennootschap met een buitenlandse vaste inrichting moet de activiteiten van die vaste inrichting namelijk wel in aanmerking nemen, terwijl dit niet het geval is voor de activiteiten van een dochtervennootschap. 54 In het vervolg van deze paragraaf zal worden weergegeven waarom de houdsterverliesregeling dit onderscheidt maakt. Te beginnen bij de situatie waarbij de vennootschap in Nederland is gevestigd en er sprake is van een buitenlandse dochtervennootschap. Een buitenlandse dochtervennootschap is, als zelfstandig rechtspersoon, in beginsel onbeperkt belastingplichtig in de staat waar de deelneming haar zetel heeft. De activiteiten van de buitenlandse dochtervennootschap worden dus niet toegerekend aan de Nederlandse moedervennootschap. Voor de houdsterverliesregeling hoeft dan ook geen rekening te worden gehouden met de activiteiten van deze buitenlandse dochtervennootschap, 55 omdat deze regeling enkel van toepassing is op de activiteiten van de Nederlandse belastingplichtige. De winsten van de buitenlandse dochtervennootschap kunnen echter ook door de Nederlandse moedervennootschap tot uitdrukking worden gebracht. 56 Indien dit het geval is wordt er door Nederland een objectvrijstelling toegepast, ten aanzien van de deelnemingsvoordelen welke reeds in het buitenland in de heffing zijn betrokken, ter voorkoming van internationale (economische) dubbel belastingheffing. 54 S.R. Pancham, G.W.J.M. Kampschöer, Beperking verliesverrekening: de echte Bosal reparatie, WFR 2003/1929, paragraaf R. de Graaff, De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden, topmaster directe belastingen van de Stichting Europese Fiscale Studies, 25 mei 2010, paragraaf Hetzij - bij winstinhouding door de dochter - via opwaardering van de deelneming, hetzij -bij uitdeling van deze winst door de dochter via het genieten van een dividendbate zie N.H. de Vries, S.A.W.J. Strik Cursus Belasting Recht, Vennootschapsbelasting 2009/2010, paragraaf B. 16

18 Indien er sprake is van een binnenlandse vennootschap met een buitenlandse vaste inrichting is deze buitenlandse vaste inrichting deels onderworpen aan de fiscale jurisdictie van de lidstaat van oorsprong (Nederland in dit geval), 57 aangezien de vaste inrichting een onzelfstandig onderdeel is van de vennootschap. 58 De winsten en verliezen van de vaste inrichting maken deel uit van de wereldwinst van de Nederlandse vennootschap. 59 Dit betekent dat de activiteiten van de vaste inrichting moeten worden toegerekend aan de Nederlandse vennootschap, 60 met als gevolg dat artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69 ook van toepassing is op de activiteiten van de buitenlandse vaste inrichting. Als deze situatie zich voordoet wordt zowel door de afgesloten belastingverdragen van Nederland als het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 voorgeschreven dat Nederland een belastingvrijstelling toepast. In beginsel lijkt hier sprake te zijn van discrimminatie. Er wordt namelijk een onderscheid gemaakt op de manier waarop wordt gevestigd in het buitenland. Echter, in de zaak X-Holding is inmiddels bevestigd dat het bij een buitenlandse vaste inrichting en een buitenlandse dochtervennootschap gaat om objectieve ongelijke gevallen. 61 De verdeling van de heffingsbevoegdheid is namelijk niet hetzelfde. Immers, bij een buitenlandse dochtervennootschap worden de winsten in beginsel niet belast, indien deze toch tot uitdrukking komen in de winst van Nederlandse moedervennootschap wordt gesproken van een objectvrijstelling. Bij een buitenlandse vaste inrichting wordt echter gesproken van een belastingvrijstelling. Dit heeft als gevolg dat argument twee van paragraaf 4.1 niet in strijd kan worden geacht, betreffende de situatie waarbij Nederland de verstrekstaat is, met het EG-verdrag aangezien er in deze situatie sprake is van ongelijke gevallen en er dus geen belemmering kan optreden. In het vervolg van dit onderzoek zal het argument van de rechtsvormneutraliteit, betreffende de situatie waarbij Nederland de vertrekstaat is, om deze reden niet verder worden meegenomen Nederland als gastland Ook in de situatie waarbij de vennootschap in het buitenland is gelegen en er sprake is van een binnenlandse vaste inrichting/dochtervennootschap zou er sprake kunnen zijn van een belemmering. Immers, een dochtervennootschap zal eerder kwalificeren als houdstervennootschap in vergelijking tot een vaste inrichting, waardoor de houdsterverliesregeling eerder van toepassing is op een 57 X-Holding Zaak C-337/08 / Rechtsoverweging N.H. de Vries, S.A.W.J. Strik Cursus Belasting Recht, Vennootschapsbelasting 2009/2010, paragraaf B. 59 E.J.W. Heithuis, R.P. van den Dool (2009) Vennootschapsbelasting. Kluwer, bladzijde op grond van artikel 3 Wet VpB Volgens de Graaff zou deze conclusie anders luiden indien Nederland ook een objectvrijstelling zou invoeren voor de vaste inrichting, zie R. de Graaff, De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden, topmaster directe belastingen van de Stichting Europese Fiscale Studies, 25 mei 2010, paragraaf

19 dochtervennootschap. 62 Een dochtervennootschap zal eerder kwalificeren als een houdstervennootschap aangezien de dochtervennootschap zelf belastingplichtig is, voor de vaste inrichting is dit niet het geval. De kans dat de vaste inrichting kwalificeert als houdstervennootschap is gering, aangezien ook de activiteiten van de buitenlandse vennootschap mee worden genomen in de houdsterverliesregeling. In het vervolg van deze paragraaf zal worden weergegeven hoe de houdsterverliesrekening van toepassing is op een binnenlandse vaste inrichting/dochtervennootschap. Indien de situatie zich voordoet dat de vennootschap in het buitenland is gevestigd en Nederland het gastland is, kan er volgens de Graaff 63 en Wattel 64 wel worden gesproken van objectief vergelijkbare gevallen. Ook het HvJ EU komt tot deze conclusie in een aantal arresten. 65 Als eerste zal er gekeken worden naar de situatie waarbij er sprake is van een buitenlandse moedervennootschap met een binnenlandse dochtervennootschap. In beginsel wordt de dochtervennootschap belast voor het wereldinkomen. De dochtervennootschap is in deze situatie de belastingplichige, zij is namelijk een ieder die zelfstandig een economische activiteit verricht. 66 De houdsterverliesregeling is dan ook enkel van toepassing op de activiteiten van de binnenlandse dochtervennootschap, aangezien voor toepassing van de houdsterverliesregeling wordt aangeknoopt bij de activiteiten van de belastingplichtige 67. Echter, indien er sprake is van een buitenlandse vennootschap en een binnenlandse vaste inrichting wordt voor de houdsterverliesrekening zowel rekening gehouden met de activiteiten van deze vaste inrichting als met de activiteiten van de vennootschap. Immers de houdsterverliesregeling is van toepassing op de belastingplichtige en op grond van artikel 3 Wet VpB 69 is de vennootschap belastingplichtig en niet de vaste inrichting. De vaste inrichting zal in beginsel enkel belast worden voor het broninkomen. Ondanks bovenstaand verschil kan gesproken worden van objectief vergelijkbare gevallen. 68 Immers, de houdsterverliesregeling heeft betrekking op de verrekening van verliezen die tot de 62 Zie aantekening van de redactie van de Vakstudie Nieuws in V-N 2003/62.2, aantekening, kopje Verliesverrekening houdstervennootschappen, eerste alinea. 63 R. de Graaff, De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden, topmaster directe belastingen van de Stichting Europese Fiscale Studies, 25 mei 2010, paragraaf B.J.M. Terra, P.J. Wattel, European Tax Law (Fed Fiscale studieserie, student edition), fifth edition, 2008, paragraaf , blz F.C. de Hosson, Het onderscheid vaste inrichting dochtervennootschap bezien vanuit gemeenschappelijk perspectief, WFR 2003/1581, onderdeel 2.1 en P.G.H. Albert, Over vrijheid van vestiging, grensoverschrijdende fiscale eenheid en het mogelijke einde van de liquidatieverliesregeling en de belastingvrijstelling met progressievoorbehoud, FED 203/101, onderdeel Hiermee is voldaan aan het vereiste van een belastingplichtige op grond van artikel 9, lid 1, BTW/richtlijn, zie G.J. van Norden (2007), Het concern in de BTW, Kluwer, paragraaf Zie artikel 20, lid 4/6, Wet VpB 69, er wordt continue gesproken over de werkzaamheden van de belastingplichtige 68 Volgens de Graaff en Wattel kan dit impliciet worden afgeleidt uit het arrest Futura Participations, HvJ EU, 15 mei 1997, nr. C/

20 Nederlandse heffingsgrondslag behoren. 69 Deze binnenlandse houdsterverliezen worden in Nederland hetzelfde vastgesteld voor zowel een vaste inrichting als een dochtervennootschap. Dat voor de binnenlandse dochtervennootschap in beginsel het wereldinkomen wordt belast en enkel de activiteiten van de dochtervennootschap onder de houdersterverliesregeling vallen rechtervaardigt hierbij geen verschil. Indien er namelijk geen sprake is van buitenlands inkomen wordt deze binnenlandse dochtervennootschap ook gewoon belast, dan in feite alleen voor het broninkomen. Paragraaf 4.6 Is er sprake van een belemmering? Zoals is gebleken is er sprake van objectief vergelijkbare gevallen bij een vaste inrichting/dochtervennootschap gevestigd in Nederland en een vennootschap gevestigd in het buitenland. Hierbij zal een dochtervennootschap eerder kwalificeren als houdstervennootschap ten opzichte van een vaste inrichting, zoals weergegeven is in paragraaf Er zal onderzocht moeten worden of dit verschil in behandeling gebasseerd is op een verboden criterium. Bij de houdsterverliesregeling, waarbij de vennootschap in het buitenland is gelegen, wordt er onderscheid gemaakt aan de hand van de gekozen rechtsvorm. Bij een vaste inrichting worden de activiteiten van de buitenlandse vennootschap namelijk meegenomen voor de houdsterverliesregeling, terwijl dit niet het geval is bij dochtervennootschap. In de jurisprudentie is de toepassing van rechtsvormneutraliteit verschillende keren aan bod gekomen. Volgens de jurisprudentie zijn er een tweetal redenen aan te voeren waarom een verschil in behandeling tussen een vaste inrichting en een dochtervennootschap een inbreuk maakt op de vrijheid van vestiging. Er is echter slechts één reden van toepassing voor de houdsterverliesregeling en dat is de volgende: het onderscheid tussen de behandeling van een binnenlandse vaste inrichting/dochtervennootschap voor de houdsterverliesregeling vormt een belemmering bij de rechtsvormkeuze. Er is dus sprake van een inbreuk op de rechtsvormneutraliteit. 70 Zoals aangegeven in paragraaf 4.3 en is gebleken uit een aantal arresten 71, valt het recht van rechtsvormneutraliteit onder de vrijheid van vestiging. Zowel een binnenlandse vaste inrichting als een binnenlandse dochtervennootschap, waarbij de vennootschap in beide gevallen is gelegen in het buitenland, kunnen zich beroepen op de vrijheid van vestiging. 72 Paragraaf 4.7 Is een onderscheid naar rechtsvorm gerechtvaardigd? Zoals is gebleken is er sprake van een belemmering, namelijk de belemmering van rechtsvormkeuze en dus is er sprake van een belemmering van de vrijheid van vestiging. Echter, dit hoeft 69 R. de Graaff, De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden, topmaster directe belastingen van de Stichting Europese Fiscale Studies, 25 mei 2010, paragraaf HvJ EU, 28 januari 1986, nr. C-270/83 (Avoir Fiscal), r.o. 11, FED 1990/3 71 Saint-Gobain, nr. C-307/97, Futura C-250/95 72 HvJ EU, 18 juli 2007, nr. C-231/05 (Oy AA), r.o. 40, V-N 2007/

21 niet te betekenen dat er automatisch strijdigheid is met het EG-recht. Immers, het is mogelijk dat een belemmering gerechtvaardigd is. Er zijn verschillende rechtvaardigheidsgronden. De Graaff somt een aantal van deze rechtsvaardigheidsgronden op in zijn artikel 73, zoals budgettaire overwegingen, compenserende voordelen, territorialiteitsbeginsel en samenhang van het belastingstelsel. Er is echter geen enkele rechtsvaardigheidsgrond aan te voeren voor de belemmering van rechtsvormkeuze. Zo is de budgettaire overweging volgens vaste jurisprudentie van het HvJ EU geen rechtsvaardigingsgrond voor de belemmeringen van de EG-verdragsvrijheden. 74 Dit geldt ook voor compenserende voordelen. 75 Verder is de houdsterverliesregeling ook van toepassing op activititeiten buiten het territoir van Nederland, met als gevolg dat het territorialiteitsbeginsel niet van toepassing is. Als laatste is de samenhang van het belastingstelsel ook niet aan te voeren als rechtvaardigheidsgrond, de samenhang komt namelijk niet in gevaar door het invoeren van rechtsvormneutraliteit. Paragraaf 4.8 Conclusie strijdigheid EG-verdrag Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen rechtvaardigingsgrond van kracht is op de belemmering van rechtsvormkeuze, welke ontstaat in situatie dat een vennootschap in het buitenland is gevestigd en er sprake is van een binnenlandse vaste inrichting/dochtervennootschap. Dit betekent dat de houdsterverliesregeling, artikel 20, lid 4-6, Wet VpB 69, in strijd is met de vrijheid van vestiging voor zover Nederland het gastland is. Een binnenlandse vaste inrichting/dochtervennootschap welke wordt belemmerd/benadeeld door de houdsterverliesregeling kan zich dan ook met succes beroepen op de vrijheid van vestiging, mits het een buitenlandse vennootschap betreft en er sprake is van een meerderheidsbelang of een vaste inrichting R. de Graaff, De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden, topmaster directe belastingen van de Stichting Europese Fiscale Studies, 25 mei 2010, paragraaf Kamerstukken II 2003/04, , nr. 8, V-N 2003/ Zie bijvoorbeeld: HvJ EU, 28 januari 1986, nr. C-270/83 (Avoir Fiscal), r.o , FED 1990/3 76 Zie paragraaf

Bachelor Thesis. De beperking van de verliesverrekening voor houdster- en financieringsmaatschappijen

Bachelor Thesis. De beperking van de verliesverrekening voor houdster- en financieringsmaatschappijen Bachelor Thesis De beperking van de verliesverrekening voor houdster- en financieringsmaatschappijen In hoeverre is de beperking van de verliesverrekening voor houdster en financieringsmaatschappijen in

Nadere informatie

Tijd voor afschaffing van de houdsterverliesregeling?

Tijd voor afschaffing van de houdsterverliesregeling? Tijd voor afschaffing van de houdsterverliesregeling? Auteur: Mike van de Pas ANR: 143336 Datum: 11 oktober 2016 Opleiding: Universiteit: Master Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Examencommissie:

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Bachelorthesis Fiscale Economie

Bachelorthesis Fiscale Economie Bachelorthesis Fiscale Economie Het arrest X Holding BV Naam : Malou van Dijnsen Adres : Kromwaarde 3A 4714 GW Sprundel Telefoonnummer : 0165-386605 Studierichting : Fiscale Economie Datum : 09 mei 2011

Nadere informatie

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969.

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Naam: L. Horsmeijer Studie: Master Fiscaal Recht, accent directe belastingen

Nadere informatie

De reparatie van het Bosal-gat

De reparatie van het Bosal-gat De reparatie van het Bosal-gat Auteur: J.T.M. Bons Administratienummer: 480162 Studie: Fiscaal Recht Datum: september 2013 Examencommissie: mr. E. Alink prof. dr. J.A.G. van der Geld Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De objectvrijstelling in de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Tim Verhoeven. Administratienummer: Datum: April 2012

Bachelor Thesis. De objectvrijstelling in de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Tim Verhoeven. Administratienummer: Datum: April 2012 Bachelor Thesis De objectvrijstelling in de grensoverschrijdende fiscale eenheid Naam: Tim Verhoeven Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 265156 Datum: April 2012 Begeleider: D.S. Smit

Nadere informatie

De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden

De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden De houdsterverliesregeling vs. de EU-verdragsvrijheden drs. R. de Graaff 1 25 mei 2010 Verhandeling geschreven in het kader van de topmaster directe belastingen van de Stichting Europese Fiscale Studies.

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012 Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel

Nadere informatie

De grensoverschrijdende fiscale eenheid

De grensoverschrijdende fiscale eenheid De grensoverschrijdende fiscale eenheid Naam: Esther Op de Kamp Administratienummer: 459309 Studierichting: Examencommissie: Fiscale Economie Mr. dr. D.S. Smit Prof. mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave:

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Grondslagen van de interne markt De interne markt omvat een ruimte

Nadere informatie

Bachelor thesis. Arrest X Holding BV. : Quinten Volleman. Administratienummer : Datum : 23 november : Drs. C.A.T.

Bachelor thesis. Arrest X Holding BV. : Quinten Volleman. Administratienummer : Datum : 23 november : Drs. C.A.T. Bachelor thesis Arrest X Holding BV Naam Studierichting : Quinten Volleman : Fiscale Economie Administratienummer : 790544 Datum : 23 november 2010 Examencommissie : prof. Mr. E.C.C.M. Kemmeren : Drs.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Is het fiscale eenheidsregime in strijd met de vrijheid van vestiging?

Is het fiscale eenheidsregime in strijd met de vrijheid van vestiging? Is het fiscale eenheidsregime in strijd met de vrijheid van vestiging? Naam : Denise de Haard Studierichting : Fiscale economie ANR : 876104 Datum : 21 november 2011 Begeleider : mr. dr. D.S. Smit Hoogleraar

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing

Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing Daniël Smit ACTL Afternoon-seminar 20 maart 2018 De Industrieele Groote Club Het arrest van

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Het nieuwe artikel 13L. van de wet Vennootschapsbelasting 1969

Het nieuwe artikel 13L. van de wet Vennootschapsbelasting 1969 Het nieuwe artikel 13L van de wet Vennootschapsbelasting 1969 Auteur: F.M. (Freek) Meulendijks ANR: 288083 Jaar: 2013 Opleiding: Master Fiscaal Recht Universiteit: Universiteit van Tilburg Examencommissie:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 september 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 september 2003 * ARREST VAN 18. 9. 2003 ZAAK C-168/01 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 september 2003 * In zaak C-168/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011 ... No.W06.11.0119/III 's-gravenhage, 1 juni 2011 Bij Kabinetsmissive van 12 april 2011, no.11.000950, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding

DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding Deelnemingsrente Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2011/6922, blz. 1222-1226 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute of Tax Law of the University of Leiden j.vleggeert@law.leidenuniv.nl

Nadere informatie

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Zaak C-446/04 Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

Het nieuwe artikel 13l van de wet vennootschapsbelasting 1969

Het nieuwe artikel 13l van de wet vennootschapsbelasting 1969 Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Het nieuwe artikel 13l van de wet vennootschapsbelasting 1969 Naam: Coraline Evertsz Studentnummer: 265378 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De zaak Groupe Steria

De zaak Groupe Steria ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie De zaak Groupe Steria Het einde van de fiscale eenheid? Sander Geelhoed Studentnummer: 333229 Begeleider:

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

De grenzen van de grensoverschrijdende fiscale eenheid

De grenzen van de grensoverschrijdende fiscale eenheid De grenzen van de grensoverschrijdende fiscale eenheid Betreft: Verhandeling voor de Topmaster Directe Belastingen van het EFS Door: K.C. Willemars Tax Manager bij KPMG Meijburg & Co te Amstelveen Cursusjaar:

Nadere informatie

Bachelor thesis. Artikel 15c Wet op de Vennootschapsbelasting in verhouding met het EG-recht. Jasper Slootmans. Administratienummer:

Bachelor thesis. Artikel 15c Wet op de Vennootschapsbelasting in verhouding met het EG-recht. Jasper Slootmans. Administratienummer: Bachelor thesis Artikel 15c Wet op de Vennootschapsbelasting in verhouding met het EG-recht Naam: Studierichting: Jasper Slootmans Fiscale economie Administratienummer: 443550 Maand en jaar van afsluiten:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BL1902

ECLI:NL:GHSGR:2009:BL1902 ECLI:NL:GHSGR:2009:BL1902 Instantie Datum uitspraak 17-11-2009 Datum publicatie 03-02-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage BK-08/00311

Nadere informatie

15. 2. 2. 2. Is art. 10d Vpb. 69 in overeenstemming met art. 9 OESO modelverdrag?

15. 2. 2. 2. Is art. 10d Vpb. 69 in overeenstemming met art. 9 OESO modelverdrag? HOOFDSTUK 15. SAMENVATTING EN CONCLUSIES 15. 1. Inleiding De centrale vraag in dit proefschrift is of de aftrekbeperkingen van de rente die zijn opgenomen in de Nederlandse vennootschapsbelasting in overeenstemming

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten

Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Bachelor Thesis Fiscale Economie Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Naam: Tonia Nelen Adres: Oerlesestraat 217 5025 DC TILBURG Telefoonnummer: 06-15186932 Studierichting: Fiscale

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Met een grensoverschrijdend element. ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie

Fiscale eenheid. Met een grensoverschrijdend element. ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale eenheid Met een grensoverschrijdend element Naam: Sja iesta Sahebali Studentnummer: 339423 Begeleider: Dhr. drs. M. Nieuweboer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

Rente-aftrekbeperkingen in internationale context. Fred de Hosson

Rente-aftrekbeperkingen in internationale context. Fred de Hosson Rente-aftrekbeperkingen in internationale context Fred de Hosson >>Ahead of Tax 2010 Rente-aftrekbeperkingen Nu: - thin cap regeling: art. 10d Vpb; - anti-uitholling: art. 10a Vpb; - fraus legisrechtspraak

Nadere informatie

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats

Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

De liquidatieverliesregeling: De hoogte en het tijdstip van het in aanmerking nemen van het verlies nader unierechtelijk beschouwd

De liquidatieverliesregeling: De hoogte en het tijdstip van het in aanmerking nemen van het verlies nader unierechtelijk beschouwd ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN De liquidatieverliesregeling: De hoogte en het tijdstip van het in aanmerking nemen van het verlies nader unierechtelijk beschouwd Door: M.R. Lugten MSc 13

Nadere informatie

De nieuwe renteaftrekbeperking art. 13l wet vpb 1969

De nieuwe renteaftrekbeperking art. 13l wet vpb 1969 De nieuwe renteaftrekbeperking art. 13l wet vpb 1969 Auteur: Yini Cheung Art. 13l wet vpb, het sluitstuk van de Nederlandse renteaftrekbeperkingen? Naam Yini Cheung Kader Afstudeerscriptie Master Fiscaal

Nadere informatie

Papillon, Philips, rechtbankuitspraken, infractieprocedure hoe nu verder met de grensoverschrijdende fiscale eenheid?

Papillon, Philips, rechtbankuitspraken, infractieprocedure hoe nu verder met de grensoverschrijdende fiscale eenheid? Papillon, Philips, rechtbankuitspraken, infractieprocedure hoe nu verder met de grensoverschrijdende fiscale eenheid? 357 Mr. G.C.F. van Gelder 1 Na een bespreking van de Papillon-zaak en de recente Philips-zaak

Nadere informatie

Een nieuwe blik op de grensoverschrijdende fiscale eenheid

Een nieuwe blik op de grensoverschrijdende fiscale eenheid Fiscale Economie Bachelor Thesis Een nieuwe blik op de grensoverschrijdende fiscale eenheid Naam: Pim Vossen Administratienummer: 717472 Studierichting: Fiscale Economie Begeleiding: Mr. Dr. D.S. Smit

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

Het Bosalgat Anno 2013 hebben we eindelijk de oplossing gevonden om het gat te dichten of toch niet?

Het Bosalgat Anno 2013 hebben we eindelijk de oplossing gevonden om het gat te dichten of toch niet? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie NADRUK VERBODEN Het Bosalgat Anno 2013 hebben we eindelijk de oplossing gevonden om het gat te dichten of toch niet?

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Thesis. De Grensoverschrijdende Fiscale Eenheid in de Vennootschapsbelasting

Thesis. De Grensoverschrijdende Fiscale Eenheid in de Vennootschapsbelasting Thesis De Grensoverschrijdende Fiscale Eenheid in de Vennootschapsbelasting De invloed van de objectvrijstelling op de Europeesrechtelijke houdbaarheid van de Nederlandse regeling Naam: Julio Quijada Anr:

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

De fiscale eenheid na het arrest SCA Group Holding e.a.

De fiscale eenheid na het arrest SCA Group Holding e.a. ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Masterscriptie De fiscale eenheid na het arrest SCA Group Holding e.a. Een inventarisatie naar de mogelijkheden voor een fiscale

Nadere informatie

De Liquidatieverliesregeling:

De Liquidatieverliesregeling: De Liquidatieverliesregeling: Liquideren elimineren of corrigeren? Hakim Majidi Mimosalaan 65 5643 BM Eindhoven 06-41361637 Universiteit van Tilburg Administratienummer: 914324 Studierichting: Fiscaal

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

De grensoverschrijdende fiscale eenheid Een toetsing van de papillon-fiscale eenheid aan het EU-recht

De grensoverschrijdende fiscale eenheid Een toetsing van de papillon-fiscale eenheid aan het EU-recht De grensoverschrijdende fiscale eenheid Een toetsing van de papillon-fiscale eenheid aan het EU-recht Naam: Mieke Verhappen Studierichting: Fiscale economie ANR: 745107 Datum: Mei 2013 Examencommissie:

Nadere informatie

Grensoverschrijdende fiscale eenheid

Grensoverschrijdende fiscale eenheid Grensoverschrijdende fiscale eenheid De Papillon fiscale eenheid in Nederland Naam: Steven Koenders Studierichting: Fiscale economie ANR: 181807 Datum: 22 april 2014 Begeleider: mr. dr. D.S. Smit Hoogleraar:

Nadere informatie

Grensoverschrijdende verliesverrekening binnen de EU de mogelijkheden en ontwikkelingen

Grensoverschrijdende verliesverrekening binnen de EU de mogelijkheden en ontwikkelingen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Europese Fiscale Studies Post Master Directe Belastingen Grensoverschrijdende verliesverrekening binnen de EU de mogelijkheden en ontwikkelingen Door: drs.

Nadere informatie

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen

Inhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 24 mei 2018

No.W /III 's-gravenhage, 24 mei 2018 ... No.W06.18.0098/III 's-gravenhage, 24 mei 2018 Bij Kabinetsmissive van 24 april 2018, no.2018000763, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

MASTER THESIS. Verliesverrekening ten aanzien van vaste inrichtingen

MASTER THESIS. Verliesverrekening ten aanzien van vaste inrichtingen MASTER THESIS Verliesverrekening ten aanzien van vaste inrichtingen Naam: Ellen van Gastel Adres: Mosbulten 7 5491 PH Sint-Oedenrode Telefoonnummer: 06 10968554 Universiteit: Universiteit van Tilburg Studierichting:

Nadere informatie

De grensoverschrijdende fiscale eenheid

De grensoverschrijdende fiscale eenheid De grensoverschrijdende fiscale eenheid De vestigingsplaatseis nader bezien in het licht van het EU-recht. Naam: Tim Theunis Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 778595 Datum: mei 2013

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/03/2013

Datum van inontvangstneming : 22/03/2013 Datum van inontvangstneming : 22/03/2013 Luxembourg C -4~ /43 - GERECHTSHOF AMSTERDAM Datum uitspraak: 17 januari 2013 uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van Ingeschreven

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

Zijn de Nederlandse verliesverrekeningsregels voor buitenlandse verliezen in overeenstemming met het Unierecht?

Zijn de Nederlandse verliesverrekeningsregels voor buitenlandse verliezen in overeenstemming met het Unierecht? Zijn de Nederlandse verliesverrekeningsregels voor buitenlandse verliezen in overeenstemming met het Unierecht? De toereikendheid van de Nederlandse verliesverrekeningsregels getoetst aan de gewezen jurisprudentie

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's Gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's Gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao

Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao Belangrijk advies A-G bij Europees Hof over dividendbelasting op dividend aan moedervennootschap gevestigd op Curaçao Recent heeft de advocaat-generaal bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg (HvJ)

Nadere informatie

Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK

Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK 1 STELLING Er moet het een en ander veranderen of beter worden geregeld in de regelgeving 2 PROGRAMMA o Onderzoeksvragen o Rechtskarakter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 241 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De Grensoverschrijdende Fiscale Eenheid

Bachelor Thesis. De Grensoverschrijdende Fiscale Eenheid Bachelor Thesis De Grensoverschrijdende Fiscale Eenheid Naam: J. Verwaaijen Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 368338 Datum: December 2011 Examencommissie: Mr. D.S. Smit Prof. Mr. E.C.C.M.

Nadere informatie

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht 87 HOOFDSTUK 1 Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht AFDELING 1 Het fiscale stelsel opgelegd door de Europese fiscale fusierichtlijn van 23 juli 1990 (veelvuldig gewijzigd) 1. Toepassingsgebied

Nadere informatie

Toelichting op de raming van de budgettaire effect van de maatregelen bij het wetsvoorstel

Toelichting op de raming van de budgettaire effect van de maatregelen bij het wetsvoorstel RAMINGSTOELICHTING Toelichting op de raming van de budgettaire effect van de maatregelen bij het wetsvoorstel Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking Inleiding In dit document treft

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL N. FENNELLY van 21 september

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL N. FENNELLY van 21 september CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL N. FENNELLY van 21 september 2000 1 1. Staat richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (hierna:

Nadere informatie

De toekomst van de fiscale eenheid

De toekomst van de fiscale eenheid De toekomst van de fiscale eenheid Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Sabine van Hest Studentnummer: 10975985 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Dr. mr. N.G.H. Speet RA Datum: 22

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

De exitheffing in de vennootschapsbelasting en het EU-recht

De exitheffing in de vennootschapsbelasting en het EU-recht De exitheffing in de vennootschapsbelasting en het EU-recht Naam : Saskia de Ryck Adres : Irenestraat 5, 4569 AM, Graauw Telefoonnummer : 0114-635703 Studierichting : Master Fiscale Economie Administratienummer

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450 Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i

Nadere informatie

Is de fiscale eenheid in Nederland in strijd met Europese btw-richtlijn?

Is de fiscale eenheid in Nederland in strijd met Europese btw-richtlijn? Is de fiscale eenheid in Nederland in strijd met Europese btw-richtlijn? Naam: Eline Fleuren Studierichting: Fiscale economie Studentennummer: S798936 Datum: 26-4-2011 Begeleider: Mr. N. Sayedi 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

De fiscale eenheid en de reis door Europa

De fiscale eenheid en de reis door Europa De fiscale eenheid en de reis door Europa Scriptie opleiding Fiscaal Recht Geschreven door: Juul Thijssen Studentnummer: 831674 Begeleider: Prof. dr. J.A.G. van der Geld Datum: 3 juli 2011 Voorwoord Voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 88 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling

Nadere informatie

Beperking van de buitenlandse verliesverrekening

Beperking van de buitenlandse verliesverrekening Naam: R. Alferink Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: s528653 Datum: Oktober 2010 Examencommissie: prof. dr. J.A.G. van der Geld prof. dr. S.A. Stevens Beperking van de buitenlandse verliesverrekening

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Edelhoogachlbare dames, heren,

Edelhoogachlbare dames, heren, Edelhoogachlbare dames, heren, lil aanvulling op het cassatieberoepschrift van 27 januari 2011 volgt hierna namens.v. (hierna te noemen "belanghebbende"), wiélliihlilillnilé ip m ï, de motivering daarvan.

Nadere informatie

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap Rashmi Gangaram Panday 5606306 Semester 2, studiejaar 2008/2009 Juli 2009 Bachelorscriptie Begeleider : dhr. mr. drs. W.A.P.

Nadere informatie