Ruimte om te groeien

Transcriptie

1 Ruimte om te groeien Pedagogisch werkplan Peutergroep De Loopplank Pedagogisch werkplan Buitenschoolse Opvang De Loopplank Pagina 1 van 33

2 Ruimte om te groeien Pedagogisch werkplan Peutergroep De Loopplank Pagina 2 van 33

3 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf De stamgroep Welbevinden en ontwikkeling Pedagogische doelen Begrippenlijst 30 Pagina 3 van 33

4 OPVANG ONTWIKKELING ONTSPANNING OPVOEDING ONDERWIJS WOORD VOORAF Voor u ligt het werkplan van Dagopvang De Loopplank. Dit werkplan maakt deel uit van ons pedagogisch beleidsplan, het Wasko ABC en het Convenant Kinderopvang. In dit convenant staan de landelijke kwaliteitsregels voor de kinderopvang beschreven. In ons pedagogisch beleidsplan beschrijven wij onze algemene pedagogische visie en werkwijze. Het Wasko ABC geeft praktische algemene informatie, van Aanmelding tot Voeding. Deze drie documenten zijn te vinden op de website van Wasko ( In hoofdstuk 1 staat praktische informatie die specifiek voor de op het voorblad genoemde locatie geldt. In hoofdstuk 2 beschrijven wij hoe we met de kinderen omgaan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven waar wij de komende periode op onze locatie extra aandacht aan besteden. In de bijlage is een begrippenlijst opgenomen. De onderstreepte begrippen in dit document worden daar toegelicht. Mocht u na het lezen vragen hebben dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden. De medewerkers Teamleider: Trudie van Kwawegen Vestigingsmanager: Els Boon Datum: februari 2016 GROEPS- OPBOUW LEIDSTER - KIND RATIO ACTIVITEITEN VEILIGHEID SAMENWERKING met het onderwijs Pagina 4 van 33

5 1. DE STAMGROEP Ieder kind zit in een stamgroep, waar vaste pedagogisch medewerkers werken. Tijdens afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers streven wij ernaar vaste invalkrachten op de groep in te zetten. Hierdoor zien de kinderen zoveel mogelijk vertrouwde gezichten. Op onze locatie zijn de volgende stamgroepen: De Bereboot 2,3-4 jaar 16 AANTAL PEDAGOGISCH MEDEWERKERS PER KIND Het aantal aanwezige pedagogisch medewerkers is afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen en wordt berekend via de PKR-regeling. Het kind aantal is zodanig dat er op de peutergroep altijd 2 pedagogisch medewerkers werken. Daarnaast is er regelmatig een stagiaire aanwezig voor een korte of langere periode. ACTIVITEITEN Dagritme uur Kinderen worden gebracht en mogen vrij spelen of aan tafel een activiteit doen met ouders/verzorgers uur Ouders/verzorgers gaan naar huis, kinderen spelen vrij. Tijdens vrij spel bieden we een kleine kringactiviteit aan of spelen we actief mee in het spel van de peuters. ( ) Buitenspelen uur We gaan opruimen met een liedje uur Kringactiviteit uur Drinken/eten en plas/verschoon ronde uur Activiteit die aansluit op het thema en/of buiten spelen (bij heel erg slecht weer hebben we een beweegactiviteit in het lokaal of in het speellokaal) uur Opruimen/afronden activiteit en in de kring. Hier zingen we een vast liedje en delen we de spullen uit die mee naar huis gaan uur Kinderen worden opgehaald. We werken volgens de methode Peuterplein. We bieden de activiteiten aan binnen thema s die meerdere weken duren. Tijdens de thema s hebben we wel eens grotere activiteiten of uitstapjes waar we hulp van ouders bij vragen. VEILIGHEID Naar aanleiding van een zedenzaak in Amsterdam heeft de commissie Gunning allerlei suggesties gedaan om de veiligheid te vergroten. Wij hechten groot belang aan een open en professioneel werkklimaat, waarbij de drempel om elkaar aan te spreken op bepaalde gedragingen zo laag mogelijk is. Voor zowel ouders als medewerkers hebben we beschreven waar ze terecht kunnen met vragen, signalen en klachten; meer informatie hierover kunt u vinden op We gaan uit van het vierogenprincipe. Dit houdt in dat we er zorg voor dragen dat er altijd iemand mee kan kijken of luisteren. Dit doen we onder andere door stamgroepen zo nodig samen te voegen en door de ruimtes transparant te houden. Pagina 5 van 33

6 Binnen Wasko zijn er afspraken gemaakt om zorg te dragen voor de veiligheid. Bijvoorbeeld: wanneer ouders hun kind niet zelf komen ophalen, wordt het kind uitsluitend na toestemming van de ouders aan een andere volwassene meegegeven. Elk jaar wordt er een risico-inventarisatie gemaakt inzake (brand-)veiligheid, gezondheid en hygiëne. Binnen onze organisatie hebben we een aandachtfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld. Leidinggevenden en medewerkers kunnen met vragen en twijfels op dit gebied bij haar terecht. Indien nodig wordt een hulpverleningstraject in gang gezet. Het inschakelen van Veilig Thuis (voorheen Advies en Meldpunt Kindermishandeling) en het melden in het Zorg voor Jeugd Signaleringssysteem behoren daarbij tot de mogelijkheden. Op onze locatie hebben we naast de algemene afspraken de volgende maatregelen genomen: Door veel glas in de wanden kan er altijd op de groep gekeken worden en is het handelen van de medewerker inzichtelijk voor iedereen. De buitendeuren kunnen niet van buitenaf geopend worden. Iemand die geen sleutel heeft, kan dus niet zomaar het gebouw binnen komen. Komt er een onbekend persoon, dan vragen we om de papieren van die persoon. SAMENWERKING MET HET ONDERWIJS De samenwerking met het onderwijs stimuleren wij door: De peuterspeelgroep is samen met de dagopvang, de buitenschoolse opvang en basisschool De Loopplank een kind centrum (KC). Een KC houdt in dat er een doorgaande lijn gecreëerd is van 0 tot 13 jaar. Door de doorgaande lijn is het voor de kinderen vertrouwd. De Bereboot en groep 1 en 2 van de basisschool werken met dezelfde methode, genaamd Peuterplein en Kleuterplein. Zo wordt er tegelijkertijd gewerkt aan dezelfde thema s en staat: Raai de Kraai centraal. Bij de peutergroep observeren we aan de hand van de observatielijst die bij Peuterplein zit. We vullen dit op dezelfde manier in als op school de observaties worden ingevuld. We kijken hoe de kinderen spelen en werken. Deze gegevens nemen we over in de observatie. We gaan dus de peuters niet aan tafel zitten toetsen/overhoren of ze kunnen tellen of de kleuren weten. Deze informatie is al bekend door goed te kijken tijdens het spelen. Wij maken met het buitenspelen regelmatig een uitstapje door te spelen op het kleuterplein. Soms is dit met 1 kleuterklas erbij en soms zijn we er alleen. De kinderen mogen dan niet op het speeltoestel en niet om de hoekjes van het gebouw. Samen met school hebben we een formulier dat na ondertekening van de ouders het mogelijk maakt om gegevens van de kinderen te bespreken en door te geven aan elkaar. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van 1 zorgstructuur en worden de gegevens op dezelfde manier verwerkt. De medewerkers van Wasko en van school zitten ook regelmatig bij elkaar om te overleggen. Dit gebeurt zeker bij de overdracht van de kinderen, dit is altijd een warme overdracht. Daarnaast zijn er kleine commissies waarin we gezamenlijk activiteiten en feesten voorbereiden en uitvoeren. Zoveel mogelijk activiteiten, die op school spelen worden gecombineerd, bijvoorbeeld de oudergesprekken. De zorgstructuur binnen school is op elkaar afgestemd. Als er kinderen zijn waar we zorg over hebben dan is er overleg met de intern begeleider van school en wordt er samen overlegd hoe we dit kind het beste kunnen begeleiden. VOEDING Wij hebben de volgende afspraken met betrekking tot traktaties en voeding: Pagina 6 van 33

7 Tijdens de peuterspeelgroep krijgen de kinderen van ons een koekje (volkoren) of iets vergelijkbaars. Dit kan een plakje ontbijtkoek zijn, een lange vinger, soepstengel, speculaasje of een verrassing die op dat moment bij het thema past. Hierbij proberen we er zo veel mogelijk op te letten dat dit niet te zoet is. Aan het eind van de ochtend krijgen de kinderen een stukje fruit. We maken verschillende soorten schoon en snijden deze in kleine stukjes. De kinderen kunnen dan uit de grote schaal kiezen wat ze willen tot deze leeg is. De appel wassen we en bieden we aan met schil en de druiven worden door midden gesneden (met oog op stikgevaar). Het standpunt van ons rondom traktaties is dat we de voorkeur geven aan gezond. Maar wat wij erg belangrijk vinden is dat er naar de hoeveelheid gekeken wordt. Peuters zijn al blij met een doosje rozijntjes wat er leuk en gezellig uitziet. Daar is geen grote snoepzak voor nodig. WENBELEID Wij hebben afspraken gemaakt over het wennen van de kinderen op onze locatie. Hierover zijn de volgende afspraken gemaakt: - Ouders worden ongeveer 2 weken voordat hun kind start op de peuterspeelgroep gebeld om een afspraak te maken. We nodigen ouders en kind dan uit om te komen tijdens speeltijd (zo rond half 11). Ouder en kind kunnen dan samen kijken wat er allemaal is en gebeurt. Nadat de kinderen om uur naar huis zijn gegaan is er het intakegesprek met de ouder(s). Het kind kan dan in de ruimte spelen zonder de andere kinderen. Dit is het eerste wennen aan de ruimte en de juffen. - De eerste keer spelen nodigen we het kind een half uur later uit, dus pas om 9.00 uur. Dan zijn alle andere ouders al weg en is de groep rustig. - Kijkend naar het kind proberen we het afscheid nemen passend te begeleiden en maken we de afspraak dat als het niet gaat we de ouders bellen. Pagina 7 van 33

8 2. WELBEVINDEN EN ONTWIKKELING Door haar/zijn manier van werken stimuleert de pedagogisch medewerker het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. Om invulling te geven aan de 5 O s worden de volgende interactievaardigheden gebruikt: Het bieden van emotionele ondersteuning Tonen van respect voor de autonomie Het bieden van structuur en het stellen van grenzen Praten, uitleggen en luisteren Het begeleiden van de interacties tussen de kinderen Het stimuleren van de ontwikkeling Op bovenstaande punten worden de pedagogisch medewerkers jaarlijks bijgeschoold door middel van beeldcoaching. Bij beeldcoaching wordt gebruik gemaakt van filmopnames die op de groep worden gemaakt en vervolgens worden nabesproken met de pedagogisch medewerkers. HET BIEDEN VAN EMOTIONELE ONDERSTEUNING Wij zorgen er voor dat de kinderen zich emotioneel veilig, gerespecteerd, gewaardeerd en geaccepteerd voelen bij ons; Dit doen wij o.a. op de volgende manieren: De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat het kind zich thuis voelt. Er wordt met de kinderen gespeeld en de kinderen krijgen de ruimte om zichzelf te zijn en zich te uiten. De pedagogisch medewerker verdiept zich in het kind zelf, zijn leefwereld en zijn ontwikkelingsfase door middel van de observatiemodel Peuterplein. Als we uitgebreider willen observeren dan vullen we het Ontwikkelings Volg Model zeer jonge kind in. De pedagogisch medewerker verdiept zich in de communicatie met het kind zelf, de ouders en de collega s. De pedagogisch medewerker betrekt het kind in de communicatie door het kind aan te spreken op ooghoogte en op passend taalniveau. Daarnaast zijn de medewerkers alert op hun eigen taalgebruik, vooral het mondelinge omdat dat hetgeen is wat de peuters meekrijgen. Door veel het goede voorbeeld te geven en veel te benoemen (ook gevoelens) ontwikkelen de kinderen een goed taalgevoel. Hierdoor kunnen ze zichzelf ook beter uiten en hebben ze meer oog voor elkaars emoties en hoe ze daarmee om kunnen gaan. Er is veel verschil tussen of iemand boos is of verdrietig. Het is belangrijk om de emotie die er is te benoemen. Bijv. jij bent niet blij he? Beter: ik zie dat je verdrietig/boos/bang/bent of dat je het spannend vindt. De pedagogisch medewerker daagt het kind uit om te spelen met nieuw materiaal en andere speelwerelden. De pedagogisch medewerker luistert actief en gaat in op initiatieven van het kind. Er wordt gestimuleerd dat het kind zelf naar oplossingen zoekt. Dit doen ze door geen antwoorden te geven, maar al vragend het kind te sturen naar een mogelijke oplossing. Pagina 8 van 33

9 Ieder kind heeft een eigen mentor. De mentor observeert de ontwikkeling van het kind, voert de oudergesprekken van haar eigen mentorkinderen is het eerste aanspreekpunt met betrekking tot bijzonderheden van het kind. De mentor zorgt ervoor dat speciale wensen rond de opvang en bijzonderheden in de thuissituatie e.d. bij alle pedagogisch medewerksters bekend zijn. Indien nodig regelt de mentor dat er afspraken met betrekking tot het kind gemaakt worden. Tevens bewaakt de mentor de voortgang hiervan. De kinderen worden op een positieve manier gecorrigeerd. We benoemen dus het gewenste gedrag dat we bij het kind willen zien. Dit is in het hele kind centrum de aanpak naar alle kinderen toe. Door de kinderen veel zelf te laten doen, ontdekken en oplossen waarbij we begeleiden waar nodig, laten we de kinderen zichzelf optimaal ontwikkelen. Als iets gelukt is geven we de kinderen een compliment, we benoemen dat we trots op ze zijn/dat ze het goed gedaan hebben/dat het knap is dat ze het nog een keer geprobeerd hebben, enz. Dit laten we ook aan de andere kinderen zien en met elkaar vieren we het trotsmoment. Hierdoor ontwikkelen we het zelfvertrouwen van de kinderen. HET TONEN VAN RESPECT VOOR DE AUTONOMIE Wij gaan ervan uit dat elk kind uniek is en recht heeft op eigen ideeën en wensen. Het bevorderen van de autonomie vinden wij erg belangrijk. De activiteiten worden zo aangeboden dat er ruimte is voor eigen initiatief en ideeën. Als er bijvoorbeeld wordt geknutseld en een kind heeft daar geen zin in, hoeft het kind niet te knutselen. We stimuleren de kinderen wel om mee te doen. We maken dan een afspraak dat hij nu niet hoeft maar dat we hem straks nog eens vragen. Er worden open vragen gesteld aan het kind, zodat het kind leert om keuzes te maken en na te denken over wat hij wel of niet wil. Er wordt geprobeerd de kinderen zoveel mogelijk de dingen zelf op te laten lossen, bijvoorbeeld door ze tegen het andere kind te laten zeggen stop hou op als ze iets niet leuk vinden wat een ander kind bij hun doet. Als iets niet lukt, laat de pedagogisch medewerker de kinderen het eerst zelf proberen met aanwijzingen erbij. Voordat er begonnen wordt met opruimen, worden alle kinderen bij elkaar geroepen en verteld dat we gaan opruimen. We verwachten en stimuleren dat iedereen mee helpt met opruimen. Tijdens het opruimen hebben we een vast liedje, dit is herkenbaar voor de kinderen en helpt ze om op te ruimen. HET BIEDEN VAN STRUCTUUR EN STELLEN VAN GRENZEN Kinderen ontwikkelen zich het beste in een liefdevolle, veilige omgeving. Door regels te stellen en structuur te bieden, krijgen kinderen vat op hun omgeving. Wij zorgen voor een veilig klimaat door: Er wordt naar het kind geluisterd en er wordt gereageerd op het kind, zodat het kind zich veilig voelt, hierdoor ontdekt en verlegt het kind zijn grenzen. De pedagogisch medewerkers corrigeren vanuit het positieve. We benoemen dat we dit (en dat is het ongewenste gedrag) niet doen op De Bereboot en daarna zeggen we wat we wel graag willen zien. Bij kleine dingen benoemen we alleen het gewenste gedrag, bv. in de kring; houd je voeten maar stil. De pedagogisch medewerker geeft elk kind het gevoel dat het bijzonder is door persoonlijke aandacht te geven. Er wordt geleerd dat de kinderen deel uitmaken van een groep en vaardigheden leren zoals: samen werken, delen en wachten. Er wordt structuur geboden aan het kind zodat het kind weet waar het aan toe is. Zo wordt er geprobeerd om zo weinig mogelijk van het dagritme af te wijken, zodat het kind weet wat er gaat gebeuren. Pagina 9 van 33

10 De pedagogisch medewerkers vragen het ook aan elkaar als ze iets willen hebben. Hierdoor geven ze de kinderen het goede voorbeeld. COMMUNICATIE: PRATEN, UITLEGGEN EN LUISTEREN Wij maken de buitenwereld en gevoelswereld voor kinderen begrijpelijk door te praten, uit te leggen en naar de kinderen te luisteren. De pedagogisch medewerker stimuleert de taalontwikkeling door voor te lezen, zingen, gesprekjes: zowel 1 op 1 als in de groep. De pedagogisch medewerker heeft een sturende rol bij het aanleren en ontwikkelen van respect hebben voor anderen, samen spelen, delen, omgaan met ruzie en omgangsvormen. Er wordt het kind geleerd dat het belangrijk is om je aan gemaakte afspraken te houden. Er wordt geleerd dat de kinderen moeten luisteren en op hun beurt moeten wachten. De regels worden duidelijk gemaakt en als de regels overtreden worden, wordt het kind hierop aangesproken. De pedagogisch medewerker staat open voor het kind en luistert naar de signalen die het kind afgeeft (ook non-verbale signalen). Op die manier kan de pedagogisch medewerker op een juiste en begripvolle manier de kinderen corrigeren of op andere gedachten brengen. Er wordt gecommuniceerd met de ouders als de kinderen gebracht en gehaald worden. Dit is de overdracht tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers en andersom. Verder informatie wordt verstrekt via de . Af en toe is er ook telefonisch contact, bijvoorbeeld als een ouder het kind op moet komen halen, omdat het kind ziek is. We werken met een ontwikkelingsschema vanuit OVM het zeer jonge kind en de peuterplein observatie. 1 keer per jaar vindt er een oudergesprek plaats naar aanleiding van de observatiemethode OVM het zeer jonge kind en peuterplein. Mogelijk vindt er nog een afsluitend gesprek plaats als het kind 4 jaar wordt als dit niet rond de periode van de oudergesprekken is. HET BEGELEIDEN VAN DE INTERACTIES TUSSEN DE KINDEREN Wij stimuleren de verbondenheid in de groep en het wij-gevoel. De kinderen eten en drinken samen in de kring, knutselen, spelen buiten, spelen samen spelletjes en zingen samen. Tijdens deze activiteiten worden de kinderen ondersteund, gestuurd, gestimuleerd en gecorrigeerd, zo leren ze om samen te werken en samen te spelen en te delen. Als de kinderen vrijspelen wordt gestimuleerd dat alle kinderen mee kunnen doen. De pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen in het vragen aan elkaar of ze mee mogen doen (en de reacties die daarop gegeven worden door de andere kinderen). Als er dingen niet goed gaan begeleiden wij in hoe je het moet oplossen (zeggen dat je iets niet leuk vindt, vragen i.p.v. pakken, vragen als je hulp nodig hebt, enz.). De kinderen worden ook gestimuleerd om hulp te vragen aan andere kinderen. Hierdoor worden de onderlinge contacten gestimuleerd. HET STIMULEREN VAN DE ONTWIKKELING Wij laten kinderen groeien door ze nieuwe ervaringen op te laten doen. Er is gevarieerd spelmateriaal en dat biedt het kind de kans om zelfstandigheid en zelfredzaamheid te ontwikkelen. Het kind krijgt de ruimte om te experimenteren in het lokaal, met verschillende voorwerpen en materialen. De ruimte is zo ingericht dat de kinderen veel zelf kunnen doen, zoals speelgoed pakken. De ruimte is open en overzichtelijk zodat kinderen elkaar en hun spelgedrag kunnen zien en dit van Pagina 10 van 33

11 elkaar kunnen nadoen of ervan kunnen leren. Ook is er de mogelijkheid voor het kind om zich terug te trekken als daar behoefte aan is. Door de methode Peuterplein komen de verschillende ontwikkelingsgebieden per thema aan bod. De medewerkers hebben een cursus spelen in hoeken gevolgd, samen met de leerkrachten van school. Hierdoor zijn ze beter in staat om de ontwikkeling tijdens het spel te stimuleren. Ze doen dit door: - Mee te spelen, maar eerst goed te kijken hoe het spel verloopt. - Uitdagende hoeken te maken of in een bestaande hoek uitdagende elementen toe te voegen. - Dicht bij de belevingswereld van het kind te blijven. - Spel niet onnodig te verstoren om complimentjes te geven. - Momenten in te bouwen dat ze rustig en laag aanwezig zijn. De kinderen die behoefte hebben kunnen naar de medewerkers toe, andere spelen zelf rustig door. Pagina 11 van 33

12 3. PEDAGOGISCHE DOELEN Eenmaal per twee jaar spreken wij drie pedagogische doelen af waar we op onze locatie extra aandacht aan besteden. Deze doelen komen tot stand in samenspraak met de oudercommissie. In de periode van staan de volgende onderwerpen centraal: Doel 1: Bevorderen van de motorische ontwikkeling. Instrument: Motoriek ontwikkelingslijnen uit OVM zeer jonge kind en het schema SLO doelen werkend naar groep 1. Activiteiten plannen, deels peuterplein deels zelf ingevuld kijkend naar de SLO doelen. Pedagogisch medewerkers spelen mee tijdens het buiten spelen en de geplande activiteiten. Actie: Elk kind in kaart brengen qua niveau OVM op gebied van grote motorische ontwikkeling. Beoogd resultaat: In de activiteiten staan dagelijks activiteiten op groot motorisch gebied, kijkend naar de SLO doelen en lijnen van de kinderen. Deze activiteiten worden dagelijks d.m.v. meespelen aangeboden. Doel 2: zelfredzaamheid wordt bevorderd; kinderen optimaal begeleid bij het zindelijk worden. Instrument: dagritme lijn, wc sticker kaarten, op vaste momenten naar de wc. Actie: kinderen de dagritme lijn uitleggen en deze dagelijks bekijken met de kinderen. Uitleggen aan alle kinderen dat iedereen op die vaste tijden naar de wc gaat/kan gaan. Beoogd resultaat: Elke dag zijn er 2 vaste wc momenten waarin alle kinderen naar de wc kunnen. Daarbuiten is het wc bezoek minimaal. Voor de kinderen die bijna zindelijk zijn wordt er gewerkt met een persoonlijke sticker-beloningskaart. Het pedagogisch werkplan wordt 1x per twee jaar geëvalueerd en op basis daarvan bijgesteld. Pagina 12 van 33

13 BEGRIPPENLIJST Begrip Definitie Opmerkingen Stamgroep Een vaste groep kinderen in de dagopvang met vaste pedagogisch medewerkers* met een vaste ruimte. * Dit geldt voor structurele rooster, behoudens ziekte, (bij) scholing, verlof of vakantie Vaste pedagogisch medewerker (Pm er) dagopvang Stamgroepruimte Vaste ruimte in relatie tot het halen en brengen Vaste ruimte in relatie tot samenvoegen groepen op bepaalde dagen Incidenteel extra dag(deel) afnemen Een pedagogisch medewerker die toegewezen is aan een vaste stamgroep per opvangdag. Een vaste, passend ingerichte ruimte waar het kind in de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig is. In principe hebben alle kinderen een vaste stam-/basisgroep. Wel kan besloten worden om kinderen in een andere ruimte te ontvangen of weer op te laten halen waarbij een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte dit is. Indien het kind aantal het toelaat, kunnen stamgroepen samengevoegd worden tot één groep waarbij in principe een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is, uitgaande van een kloppende PKR. Voor zowel kinderen als ouders moet inzichtelijk zijn welke ruimte en welke groep dit is. Een dag(deel) waarvoor opvang wordt afgenomen welke buiten de vaste contracturen valt. Aan één kind worden maximaal 3 vaste pedagogische medewerkers gekoppeld. Per opvang dag is minimaal één van deze pedagogisch medewerkers werkzaam op de groep van dat kind. Deze pedagogisch medewerker is tevens het vaste aanspreekpunt voor ouders. Indien in grotere groepen met drie pedagogisch medewerkers tegelijk wordt gewerkt**, dan worden er maximaal 4 vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. ** Afhankelijk samenstelling groepen en PKR. Het gaat hierbij om het begin en het eind van de opvangdag. Bijvoorbeeld tijdens vakanties en dagen met een (structureel) lage bezetting. Voorwaarde is dat maximale stamgroepsgrootte / basisgroepsgrootte evenals aantal pedagogisch medewerkers gehandhaafd blijft (PKR). Convenantpartijen zijn van mening dat geborgenheid en gevoel van veiligheid voor kind en voor de groep als geheel voorop staan. Pagina 13 van 33

14 Structureel dag(deel) op andere vaste groep Pedagogisch medewerker (Pm er) BSO Achterwachtregeling dagopvang en buitenschoolse opvang Achterwacht Ambulanceaanrijtijden Uitgangspunt is dat bij het afnemen van een extra dag(deel) het kind in de oorspronkelijke stam-/basisgroep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dag(deel) in deze groep te plaatsen, kan in overleg met ouders besloten worden het kind voor die dag/dagdeel in een andere vaste groep te plaatsen Een pedagogisch medewerker die toegewezen is aan een basisgroep. Indien de mogelijkheid bestaat dat er slechts een pedagogisch medewerker aanwezig is, op het moment dat er kinderen aanwezig zijn op de vestiging, is er een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen ambulance-aanrijtijden in de vestiging aanwezig kan zijn. Inzichtelijk moet zijn wie deze persoon is en waar deze te bereiken is. Tevens dient deze achterwacht tijdens de openingstijden bereikbaar te zijn. Een meerderjarig persoon met wie de aanbieder aantoonbaar de afspraak heeft gemaakt dat deze wordt ingezet in geval van een noodsituatie. Wettelijke toegestane norm vanaf moment dat melding is gedaan is opgenomen in de Wet Ambulancezorg. Schriftelijke toestemming van ouders is nodig. Indien deze situatie zich voordoet, mag een kind in maximaal 1 andere groep geplaatst worden, waarbij de eis van maximaal 2 stamgroepruimtes niet wordt losgelaten. Zodra plek is op de oorspronkelijke stam- of basisgroep wordt het kind automatisch overgeplaatst (dit wordt tevens vermeld in de plaatsingsovereenkomst, inclusief de uiterste datum die volgt uit de planning van het kindercentrum). Ondernemen moet (op verzoek van inspecteur) kunnen aantonen dat niet eerder in oorspronkelijke groep plek was. Indien de ouder het kind liever op de andere groep wil laten plaatsen dan dient hiervoor een regulier overplaatsingsverzoek ingediend te worden. Er worden geen specificaties gegevens over max. aantal pedagogisch medewerkers per kind (ook i.v.m. open deurenbeleid en flexibiliteit). Deze achterwachtregeling is niet van toepassing tijdens 3-uursregeling. Pagina 14 van 33

15 Drie-uursregeling Open deurenbeleid Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet dat volgens de pedagogisch medewerker kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal pedagogisch medewerkers. Is er in zo n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het kindercentrum, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Afwijken van de vereiste pedagogisch medewerker kind ratio is niet toegestaan tussen en uur en tussen en uur. Vóór uur en na uur mag de afwijking van de pedagogisch medewerker kind ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen en uur niet langer dan twee uur aaneengesloten. Dit alles met een maximum van drie uur per dag. In de informatie voor ouders wordt expliciet beschreven hoe invulling wordt gegeven aan de inzet van pedagogisch medewerkers een de randen van de dag en tijdens de middagpauze. Er wordt concreet aangegeven op welke tijdstippen wordt afgeweken van de vereiste pedagogisch medewerker- kind ratio. Een pedagogische methode waarbij kinderen de gelegenheid krijgen om binnen de locatie, buiten de eigen vaste ruimte met kinderen van andere groepen te spelen. In het pedagogisch beleidsplan wordt beschreven hoe aan het open deurenbeleid invulling wordt gegeven. Pagina 15 van 33

16 Wenbeleid Wenbeleid extern PKR-regeling Beleid dat beschrijft hoe omgegaan wordt met kinderen die doorstromen naar een andere groep binnen een kindercentrum. Er wordt voldoende tijd en aandacht besteed aan de versoepeling van de overgang naar een nieuwe situatie voor het kind. Afspraken over het wennen worden gemaakt in overleg met de ouders. Indien voor een bepaalde periode op een dag gewend wordt, mag de PKR voor beide groepen (de stamgroep waar het kind vandaan komt en de stamgroep waar het kind naar toe gaat) in totaal bepaald worden. Het kan hierbij gaan om: - kinderen die de leeftijd hebben om naar een andere groep door te stromen - kinderen die eerder toe zijn aan een volgende groep en alvast gaan spelen op de nieuwe groep - kinderen die een aangepast wenbeleid nodig hebben omdat ze vanwege hun ontwikkeling(sniveau) later dan de leeftijd waarop ze door zouden moeten schuiven, overgaan naar de volgende groep. Beleid dat beschrijft hoe omgegaan wordt met het wennen van kinderen die instromen op een kindercentrum. Er wordt voldoende tijd en aandacht besteed aan het wennen aan de nieuwe situatie voor het kind. Afspraken over het wennen worden gemaakt met de ouders. zie de nieuwe PKR-rekentool op de website Pagina 16 van 33

17 Ruimte om te groeien Pedagogisch werkplan Buitenschoolse Opvang De Loopplank Pagina 17 van 33

18 4. INHOUDSOPGAVE Woord vooraf De basisgroep Welbevinden en ontwikkeling Pedagogische doelen Begrippenlijst 30 Pagina 18 van 33

19 OPVANG ONTWIKKE- LING ONTSPAN- NING OPVOEDING ONDERWIJS WOORD VOORAF Voor u ligt het werkplan van locatie De Loopplank. Dit werkplan maakt deel uit van ons pedagogisch beleidsplan, het Wasko ABC en het Convenant Kinderopvang. In dit convenant staan de landelijke kwaliteitsregels voor de kinderopvang beschreven. In ons pedagogisch beleidsplan beschrijven wij onze algemene pedagogische visie en werkwijze. Het Wasko ABC geeft praktische algemene informatie, van Aanmelding tot Voeding. Deze drie documenten zijn te vinden op de website van Wasko ( In hoofdstuk 1 staat praktische informatie die specifiek voor de genoemde locatie geldt. In hoofdstuk 2 beschrijven wij hoe we met de kinderen omgaan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven waar wij de komende periode op onze locatie extra aandacht aan besteden. In de bijlage is een begrippenlijst opgenomen. De onderstreepte begrippen in dit document worden daar toegelicht. Mocht u na het lezen vragen hebben dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden. De medewerkers Teamleider: Trudie van Kwawegen Vestigingsmanager: Els Boon Datum februari 2016 Pagina 19 van 33

20 GROEPS- OPBOUW LEIDSTER - KIND RATIO ACTIVITEIT- EN VEILIGHEID SAMEN- WERKING AFSPRAKEN 1. DE BASISGROEP Ieder kind zit in een basisgroep, waar vaste pedagogisch medewerkers werken. Tijdens afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers streven wij ernaar vaste flexkrachten op de groep in te zetten. Hierdoor zien de kinderen zoveel mogelijk vertrouwde gezichten. Op onze locatie zijn de volgende basisgroepen: Naam groep Kom aan Boord Leeftijd 4-7 Maximum aantal kinderen totaal 30 Naam groep Leeftijd 7-12 AANTAL PEDAGOGISCH MEDEWERKERS PER KIND Het aantal aanwezige pedagogisch medewerkers is afhankelijk van het aantal aanwezige kinderen en wordt berekend via de PKR-regeling. In principe zijn er op iedere groep twee pedagogisch medewerkers aanwezig. Op de volgende momenten is er, gezien het aantal kinderen, slechts één pedagogisch medewerker aanwezig: Begin van de dag tot 8.30 uur. Vanaf uur tot het einde van de dag. Wanneer het aantal kinderen op onze locatie zodanig is dat er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is (conform de PKR regeling) dan hebben wij, als volgt de achterwacht geregeld: Binnen school zijn er altijd tot uur collega s aanwezig. Indien er een calamiteit is, dan is de locatie Het Palet te bereiken en zijn de medewerkers binnen 5 minuten hier. Conform de halfuur regeling kan het na schooltijd voorkomen dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan volgens de PKR regeling wordt vereist. Op onze locatie gebeurt dat tussen en uur en tussen en uur. Indien buitenschoolse opvang de hele dag wordt aangeboden geldt de drie-uursregeling; ook dan kan het gebeuren dat er minder pedagogisch medewerkers ingezet worden dan de kind-leidster ratio vereist. Dit gebeurt dan op de volgende tijdstippen: Begin van de dag: uur. Eind van de dag: uur. Tijdens de middagpauze: uur. Op onze locatie kan het zo zijn dat er tijdens de bovenstaande tijden geen twee pedagogisch medewerkers aanwezig zijn. Op de volgende manier zorgen wij er voor dat er altijd een andere volwassene in het pand aanwezig is: Binnen school zijn er altijd tot uur collega s aanwezig. Indien Pagina 20 van 33

21 er een calamiteit is, dan is de locatie Het Palet te bereiken en zijn de medewerkers binnen 5 minuten hier. Samenvoegen van basisgroepen aan het begin en einde van de dag. De kinderen van groep Het Kraaiennest worden aan het begin en einde van de dag samengevoegd met een andere groep, namelijk Kom aan Boord in beide ruimtes. Een vaste pedagogisch medewerker van de betreffende basisgroep is hierbij aanwezig. ACTIVITEITEN Op de BSO worden de kinderen ontvangen in de basisgroepsruimte. Vervolgens kunnen zij deelnemen aan diverse activiteiten. Op onze locatie worden op de volgende wijze activiteiten aangeboden en gebruik gemaakt van de volgende speelplekken: De kinderen komen zich melden in het lokaal van Kom aan Boord en daarna zijn ze vrij om te kiezen waar ze gaan spelen. Dit kan in het lokaal van Kom aan Boord, in het lokaal van Het Kraaiennest, buiten of in het speellokaal. Daarnaast kunnen ze er ook voor kiezen om in een lokaal van school zelfstandig te gaan computeren (max. 30 minuten en alleen de 8+ kinderen die hier in overleg met ouders en Pm-ers een contract voor hebben getekend). Als kinderen zelfstandig ergens gaan spelen, dit kan het speellokaal zijn, of op het plein of buiten het plein dan is dit in overleg met het kind en ouders zo afgesproken. In beide BSO lokalen is altijd een Pm-er aanwezig en elke dag is er op een moment een Pm-er buiten om daar het spel te begeleiden. Dagritme 7.30 uur: De pedagogisch medewerkers maken de groep klaar volgens de openingsprocedure. Vanaf deze tijd kunnen de kinderen gebracht worden. De kinderen mogen vrij spelen en zelf kiezen wat ze willen doen uur: Rond deze tijd gaan de kinderen opruimen, hun jassen en tassen pakken en naar school. De kinderen, die in groep 3 of hoger zitten, mogen zelf naar het schoolplein (of als de deur al open is naar de klas) en de kinderen van groep 1 en 2 worden door de pedagogisch medewerkers in de klas gebracht uur: De school gaat uit en de pedagogisch medewerkers halen de kinderen van groep 1 en 2 uit de klas. De andere kinderen komen zelfstandig naar de BSO. De kinderen die willen mogen een koekje. Daarna wordt er vrij gespeeld uur: De pedagogisch medewerkers vragen de kinderen wat voor fruit ze willen en gaan dat klaar maken. Zodra dit bijna klaar is, worden de kinderen aan tafel geroepen. Eerst even handen wassen en eventueel naar het toilet. Ieder kind krijgt het stuk fruit dat hij/zij gekozen heeft en een beker water of limonade uur: De activiteiten worden aangeboden aan de kinderen. Ze kiezen zelf of ze deel willen nemen aan een activiteit of vrij willen spelen uur: Ongeveer vanaf deze tijd worden de kinderen opgehaald. De pedagogisch medewerker geeft een overdracht aan de ouders en houdt bij wie er opgehaald is en of er nog bijzonderheden zijn om te vertellen. De kinderen die om uur geen koekje hebben gehad krijgen nu een koekje uur: Als het goed is zijn alle kinderen opgehaald en wordt er door de pedagogisch medewerker afgesloten volgens de sluitingsprocedure. Op de BSO worden de kinderen ontvangen in de basisgroepsruimte. Vervolgens kunnen zij deelnemen aan diverse activiteiten. Pagina 21 van 33

22 Op onze locatie worden op de volgende wijze activiteiten aangeboden en gebruik gemaakt van de volgende speelplekken: Op Kom aan Boord en Het Kraaiennest werken we met een activiteitenschema. Elke week bieden we verschillende activiteiten aan, rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsgebieden. De kinderen zijn niet verplicht om mee te doen aan de activiteiten maar we motiveren en stimuleren de kinderen wel om deel te nemen. Wij maken gebruik van 2 lokalen, 1 voor Kom aan boord en 1 voor Het Kraaiennest. We hebben twee speelpleinen. Daarnaast maken we gebruik van het speellokaal, het computerlokaal en soms een klaslokaal voor het digibord. Afhankelijk van het aantal kinderen dat mee wil doen aan een activiteit en hoe de activiteit eruit ziet, wordt gekeken naar het aantal pedagogisch medewerkers dat mee gaat met een activiteit. In de vakanties wordt deze locatie samengevoegd op BSO Het Palet. In vakanties is het dagritme ongeveer hetzelfde. Afhankelijk van de activiteiten wordt er mogelijk eerder of later gegeten. De kinderen mogen in vakanties tot 9.00 uur gebracht worden en vanaf uur weer worden opgehaald. In overleg met ouders kunnen we hiervan afwijken. Het programma van de vakantie wordt tijdig bekend gemaakt via onze Wasko-site en via de naar ouders. Er worden in de vakanties regelmatig uitstapjes gemaakt (bijv. kinderboerderij, speurtocht, speeltuin e.d.). VAKANTIEDAG (we blijven in dit geval op locatie): uur: De kinderen kunnen tot 9.00 uur op de BSO gebracht worden uur: We gaan met de kinderen aan tafel en geven hen fruit en/of koek en limonade uur: Activiteit uur: We lunchen aan tafel uur: Vrij spel uur: Activiteit uur: Aan tafel fruit en/of koek eten en limonade drinken uur: Vrij spel uur: Alle kinderen zijn opgehaald en de BSO sluit. VEILIGHEID Veiligheid is een belangrijk thema in onze organisatie. Het bieden van een veilig klimaat zit verweven in onze werkwijze. Naast het creëren van een open aanspreekcultuur, zijn er tal van afspraken en maatregelen die wij nemen om de veiligheid te waarborgen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Indien ouders hun kind niet zelf komen ophalen wordt het kind uitsluitend na toestemming van ouders met een andere volwassene meegegeven. Bij oudere kinderen worden de afspraken over halen en brengen vastgelegd in het zogenaamde zelfstandigheidscontract. Waar mogelijk zorgen we voor een transparante omgeving; glazen wanden, doorkijkjes etc. Bij het plaatsen van meubels en aanbrengen van versieringen houden we er rekening mee dat het zicht op de kinderen niet wordt belemmerd. Leerkrachten van school kijken ook bij onze lokalen naar binnen en kijken daarbij ook naar de pedagogische sfeer die ze waarnemen. Voor zowel ouders als medewerkers hebben we beschreven waar ze terecht kunnen met vragen, signalen en klachten. Meer informatie hierover kunt u vinden op We stimuleren dat kinderen zelf hun eigen grenzen aangeven. Een bekende uitspraak hiervoor is stop hou op. Elk jaar wordt er een risico-inventarisatie gemaakt inzake (brand-)veiligheid, gezondheid en hygiëne. Pagina 22 van 33

23 Binnen onze organisatie hebben we een aandachtfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld. Leidinggevenden en medewerkers kunnen met vragen en twijfels op dit gebied bij haar terecht. Indien nodig wordt een hulpverleningstraject in gang gezet. Het inschakelen van Veilig thuis (voorheen Advies Meldpunt Kindermishandeling) en het melden in het Zorg voor Jeugd Signaleringssysteem behoren daarbij tot de mogelijkheden. Alle medewerkers, stagiaires en vrijwilligers (klus opa) zijn in het bezit van een geldige VOG. Op onze locatie hebben we daarnaast de volgende maatregelen genomen: Kinderen mogen pas zelfstandig buiten spelen als ouders daarvoor getekend hebben. Dit doen ze per plein afzonderlijk. Als kinderen eraan toe zijn is er de mogelijkheid om buiten het plein te spelen. Dit gebeurt alleen met toestemming van ouders en in goed overleg over de afspraken die dan gelden. Kinderen mogen alleen zonder begeleiding naar het speellokaal als ouders daar toestemming voor hebben gegeven (richtlijn groep 5). Kinderen van 8 jaar en ouder kunnen, in overleg met hun ouders, een computercontract tekenen. Daarin staan de afspraken die gemaakt zijn over het computergebruik, bijv. op welke sites ze wel of niet mogen komen, kijken, spelen o.i.d. De buitendeuren kunnen niet van buitenaf geopend worden. Iemand die geen sleutel heeft, kan dus niet zomaar het gebouw binnen komen. Komt er een onbekend persoon, dan wordt hem/haar gevraagd zich te identificeren. Met de kinderen hebben we de afspraak dat ze niet zonder toestemming van ons de deuren open mogen doen. Wanneer iemand anders dan de desbetreffende ouder een kind komt halen en wij hebben dat niet te horen gekregen van de ouders, dan bellen we de ouders om na te gaan of dit klopt. SAMENWERKING MET HET ONDERWIJS De samenwerking met het onderwijs stimuleren wij door: Wij werken aan een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 t/m 12 jaar met een integraal pakket van voorzieningen die zijn gericht op Onderwijs en Opvang. Wij bieden alle kinderen optimale kansen om hun talenten te ontwikkelen. Hierbij houden wij rekening met de eigenheid van het kind. Er is een gezamenlijke visie en een doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot 12 jaar. Er is een goede samenwerking, waarbij inhoudelijk overleg is met elkaar. De begeleiding van de kinderen tijdens leer- en vrije tijd wordt met elkaar afgestemd. Zorg: Wij volgen de kinderen in hun totale ontwikkeling. Wij plegen op het juiste moment de nodige interventies. Een goede samenwerking met ouders is daarbij belangrijk. Vanuit de verschillende eindverantwoordelijkheid van ouders en kind centrum werken we aan een gemeenschappelijk doel: de optimale ontwikkeling van het kind. Praktisch worden veel zaken op elkaar afgestemd en opgepakt, zoals; feesten vieren, dezelfde thema s, gezamenlijk buitenspelen, 1 gezamenlijke jaarplanning, gezamenlijke studiedagen en teambuilding binnen het gehele team. VOEDING Wij hebben de volgende afspraken met betrekking tot traktaties en voeding: De kinderen krijgen van ons een koekje (volkoren) of iets vergelijkbaars. Dit kan een plakje ontbijtkoek zijn, lange vinger, soepstengel, speculaasje of een verrassing die op dat moment bij het thema past. Hierbij proberen we er zo veel mogelijk op te letten dat dit niet te zoet is. Pagina 23 van 33

24 Rond uur krijgen de kinderen een stuk fruit. De kinderen kunnen vooraf zelf kiezen welk fruit ze willen en soms wordt er een schaal met gemixt fruit klaar gemaakt waar de kinderen dan verschillende stukjes uit kunnen pakken. Het standpunt van ons rondom traktaties is dat we de voorkeur geven aan gezond. Als het veel is geven we de traktaties (deels) mee naar huis. 1 of 2 keer per week worden er kookactiviteiten aangeboden. Deze zijn soms wel en soms niet gezond. De kinderen mogen kiezen of ze hieraan meedoen, ze maken dit voor zichzelf of om mee naar huis te nemen. Wij bieden de kinderen bewust naast de limonade ook water aan. De kinderen mogen kiezen wat ze willen. AFSPRAKEN OVER HET GEBRUIK VAN MOBIELE TELEFOONS, IPADS, SPELCOMPUTERS, ETC. Over het gebruik van mobiele telefoons, IPads, spelcomputers en dergelijke hebben wij de volgende afspraken: Kinderen mogen hun mobiele telefoon niet gebruiken op de groep. De telefoon zit in een broekzak, wordt in hun laatje gelegd of geven ze aan de pedagogisch medewerker. De mobiele telefoon hebben sommige kinderen bij zich als voorwaarde om buiten het hek te spelen. IPad, spelcomputers en dergelijke worden op schooldagen niet toegestaan. De kinderen hebben op de BSO de mogelijkheid om te computeren of op de Wii te spelen. Dit mag maximaal een half uur per dag per kind en niet tijdens het eerste half uur van een aangeboden activiteit. Er zijn uitzonderingen en die zijn terug te lezen in de mentormap. Op vakantiedagen wordt het gebruik van IPad, spelcomputers en dergelijke wel toegestaan, maar het gebeurt erg weinig. Er staat een maximum van een half uur per dag voor. Het gebruik van de BSO computer door de kinderen hebben wij als volgt geregeld: Wanneer de kinderen 8 jaar zijn, kunnen ze een computercontract tekenen. Hierin staan afspraken die gaan over het computergebruik. Het tekenen van dit contract gaat in samenspraak met de ouders. Per dag mag een kind een half uur computeren en niet tijdens een activiteit. Op de volgende manier gaan wij met TV kijken om: Op de BSO-groep van Het Kraaiennest staat een tv met DVD speler. Deze is zonder zenderontvangst. Er is wel de mogelijkheid om in een lokaal op het digibord TV te kijken. Dit komt niet vaak voor in de planning van de activiteiten. Bij slecht weer, Sinterklaastijd of in vakanties kijken we iets vaker. We kijken welke kinderen er DVD willen gaan kijken en afhankelijk daarvan wordt er (door de kinderen) een keuze gemaakt uit de dvd s. Dvd s kijken we alleen als de pedagogisch medewerkers de dvd kennen en er wordt gekeken naar de kijkwijzer. Hierbij houden we ons ook zeker aan de leeftijdsgrens of gaan in overleg met ouders. Pagina 24 van 33

25 ONDERSTEU- NING AUTONOMIE STRUCTUUR COMMUNI- CATIE DING BEGELEI- STIMU- LEREN 2. WELBEVINDEN EN ONTWIKKELING Door haar/zijn manier van werken stimuleert de pedagogisch medewerker het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen. Om invulling te geven aan de 5 O s worden de volgende interactievaardigheden gebruikt: Het bieden van emotionele ondersteuning Tonen van respect voor de autonomie Het bieden van structuur en het stellen van grenzen Praten, uitleggen en luisteren Het begeleiden van de interacties tussen de kinderen Het stimuleren van de ontwikkeling Op bovenstaande punten worden de pedagogisch medewerkers jaarlijks bijgeschoold door middel van Beeldcoaching. HET BIEDEN VAN EMOTIONELE ONDERSTEUNING Wij zorgen er voor dat de kinderen zich emotioneel veilig, gerespecteerd, gewaardeerd en geaccepteerd voelen bij ons. Dit doen wij o.a. op de volgende manieren: De kinderen zijn allemaal uniek. Elk kind heeft een eigen manier van denken en doen. De pedagogisch medewerkers laten de kinderen in hun waarde. Ze nemen ruim de tijd om een kind te leren kennen en vice versa. Op deze manier kan er een vertrouwensband worden opgebouwd tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen. Deze vertrouwensband geeft kinderen rust en een veilig gevoel. Een veilig gevoel is nodig voor het kind om zich te kunnen ontwikkelen. Pas als het zich veilig voelt, durft het zich te uiten en vrijuit te spelen. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen om voor zichzelf op te komen, geven complimenten aan de kinderen, benaderen de kinderen op een positieve manier en tonen interesse in de kinderen. De pedagogisch medewerkers vragen hoe het met de kinderen gaat, wat ze thuis hebben gedaan, enz. De pedagogisch medewerkers luisteren naar de kinderen, wanneer ze iets aan het vertellen zijn en vragen later ook terug over de dingen die ze verteld hebben. Bijvoorbeeld als ze een dag weg zijn geweest of als ze op school een spreekbeurt moesten houden of ergens tegenop zagen. Als kinderen verdrietig zijn of boos gaan de pedagogisch medewerkers het gesprek met hen aan. Wat is er aan de hand? Hoe komt het dat ze zich zo voelen? Ze benaderen de kinderen positief. Door diverse activiteiten aan te bieden maak je het aantrekkelijk voor de kinderen. Ze hebben iets te doen wat ze leuk vinden en mogen zelf kiezen wat ze willen gaan doen. Elk kind heeft een vaste mentor die volgt hoe het kind zich ontwikkelt. De mentor zorgt ervoor dat speciale wensen rond de opvang bij alle pedagogisch medewerkers bekend zijn. Pagina 25 van 33

26 1x per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een oudergesprek. Indien nodig regelt de mentor dat er afspraken gemaakt worden met betrekking tot de verzorging en/of begeleiding van het kind. Tevens bewaakt de mentor hiervan de voortgang. Indien er bijzonderheden zijn, is de mentor het eerste aanspreekpunt. De mentor observeert het kind en brengt hierover verslag uit aan de ouders. HET TONEN VAN RESPECT VOOR DE AUTONOMIE Wij gaan er vanuit dat elk kind uniek is en recht heeft op eigen ideeën en wensen. Het bevorderen van de autonomie vinden wij erg belangrijk. Ieder kind is anders en met ieder kind ga je dus anders om. Het ene kind heeft het bijv. nodig om gestuurd te worden in het maken van keuzes terwijl een ander kind dit wel zelfstandig kan. Per kind kijk je wat de beste manier is om met dat kind om te gaan. De pedagogisch medewerkers maken een activiteitenplanning voor de kinderen om te laten zien waar ze uit kunnen kiezen. Bij het maken van die planning houden de pedagogisch medewerkers rekening met de behoeften van de kinderen. De pedagogisch medewerkers gaan met de kinderen in gesprek over welke activiteiten zij willen of wat ze veranderd willen zien. De kinderen denken zelf mee over de groepsregels. Zo hebben ze inspraak over de sfeer op de groep en wat daarvoor nodig is. Ook is er binnen Wasko per vestiging een kinderraad. Eén of twee kind(eren) van elke BSO locatie neemt deel aan de vergaderingen van de kinderraad waarin besproken wordt wat de wensen van de kinderen zijn op gebied van activiteiten, spelmateriaal, voeding, uitstapjes e.d. De vertegenwoordiger van de BSO neemt alle acties mee terug naar de groep om vervolgens te bespreken met de andere BSO kinderen. Kinderen mogen meehelpen daar waar het mogelijk is met de dagelijkse activiteiten zoals bijv. drinken inschenken, fruit schillen, materialen klaarzetten enz. Hierdoor stimuleren we de zelfstandigheid en geven we de kinderen de ruimte om hierin te groeien. HET BIEDEN VAN STRUCTUUR EN STELLEN VAN GRENZEN Kinderen ontwikkelen zich het beste in een liefdevolle, veilige omgeving. Door regels te stellen en structuur te bieden, krijgen kinderen vat op hun omgeving. Wij zorgen voor een veilig klimaat door: Het is voor kinderen heel belangrijk dat er een positieve sfeer heerst op de groep en dat de kinderen positief benaderd worden. De pedagogisch medewerkers benoemen zoveel mogelijk naar de kinderen de dingen die goed gaan en fijn zijn. De pedagogisch medewerker legt aan de kinderen uit waarom ze bepaalde dingen niet goed vindt en waarom ze bepaalde dingen niet mogen doen of zeggen etc. De pedagogisch medewerkers benoemen in een correctie het gewenste gedrag. Bijv. ze zeggen we lopen binnen, i.p.v. niet rennen te zeggen tegen een kind. De pedagogisch medewerkers geven de kinderen de kans om hun gedrag aan te passen. Met de kinderen zijn er regels opgesteld zodat ze precies weten wat er wel en wat niet mag en zijn de kinderen het even vergeten dan kan je met ze in gesprek gaan en ze er op wijzen. De regels zijn zoveel mogelijk positief opgesteld. Omdat ze zelf de regels bedacht hebben, zijn ze er bewuster van en is het makkelijker om ze erop aan te spreken. Pagina 26 van 33