Hoofdstuk 5 BETROUWBAARHEID EN ITEMANALYSE 5.1 INLEIDING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 5 BETROUWBAARHEID EN ITEMANALYSE 5.1 INLEIDING"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 5 BETROUWBAARHEID EN ITEMANALYSE 5.1 INLEIDING In het vorige hoofdstuk is de ontwikkeling van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie aan de orde geweest. In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd betreffende betrouwbaarheid en itemanalyse van deze instrumenten in de constructiefasen en bij het normeringsonderzoek. Deze resultaten hebben bij het bewerken van de verschillende testonderdelen een belangrijke rol gespeeld in de besluitvorming omtrent de verdere ontwikkeling van deze onderdelen. Goede betrouwbaarheidsresultaten zijn van belang voor de kwaliteit van een test. Itemanalyse is vooral van belang wanneer een test of subtest nog onvoldoende betrouwbaar is. Itemanalyse levert informatie over de items afzonderlijk, met behulp waarvan kan worden bepaald op welke wijze de test of het testonderdeel kan worden verbeterd. Bij de constructie van de RTB en de STP werd gestreefd naar een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid (interne consistentie). Zolang een onderdeel nog een alpha onder de.80 had werd de betrouwbaarheid onvoldoende gevonden maar ook zolang een onderdeel nog een alpha onder de.90 had was dit onderdeel, indien mogelijk, nog voor verbetering vatbaar. In tot en met is de constructie van de verschillende testonderdelen besproken. De test-hertestbetrouwbaarheid speelde bij de constructie van de instrumenten geen rol omdat het niet mogelijk was in de constructiefases herhaalde testafnames bij dezelfde proefpersonen te organiseren. Bij het normeringsonderzoek bestond er hiervoor wel gelegenheid, zodat er van de definitieve instrumenten wèl test-hertestbetrouwbaarheden bekend zijn. In het normeringsonderzoek is tevens nagegaan òf, en in hoeverre er sprake is van testleidereffecten. In de nu volgende paragrafen worden, na een korte bespreking van de gehanteerde betrouwbaarheidsindices en itemstatistieken, de resultaten van de RTB en de STP en van de onderdelen hiervan gepresenteerd. 87

2 5.1.1 Betrouwbaarheidsindices Bij de constructieversies van de instrumenten is de betrouwbaarheid van de verschillende testonderdelen onderzocht door coëfficiënt alpha te berekenen. De betrouwbaarheid van de definitieve instrumenten is geschat met behulp van coëfficiënt lambda-2. Betrouwbaarheidscoëfficiënten zijn steeds berekend per leeftijdsgroep in de betreffende onderzoeksfase. Tevens zijn gemiddelde betrouwbaarheidscoëfficiënten berekend over de relevante leeftijdsgroepen om de betrouwbaarheid van het totale bereik van een test of testonderdeel te bepalen. Coëfficiënt alpha wordt veelal gezien als een maat voor interne consistentie ofwel homogeniteit van een instrument, door Drenth en Sijtsma (1990) gedefinieerd als de mate waarin de items in een test dezelfde eigenschappen meten. Drenth en Sijtsma maken echter bezwaren tegen deze opvatting omdat alpha een hoge waarde kan hebben terwijl de test in sterke mate heterogeen is. Een tweede bezwaar is dat de hoogte van alpha mede wordt bepaald door het aantal items; wanneer het aantal - homogene - items wordt verhoogd neemt ook alpha toe. Zij merken daarbij echter op dat in de praktijk het gebruik van alpha veelal tot systematische onderschatting van de betrouwbaarheid leidt en zien daarom alpha als ondergrens van de betrouwbaarheid. Dat wil zeggen dat de betrouwbaarheid in de populatie minimaal de waarde van alpha heeft, maar mogelijk hoger is. Volgens Drenth en Sijtsma is een betere schatting van de betrouwbaarheid Guttmanns (1945) lambda-2. Ten Berge en Zegers (1978) raden aan om deze coëfficiënt in het algemeen te berekenen als ondergrens voor de betrouwbaarheid, omdat deze waarde in de populatie in ieder geval net zo dicht en mogelijk dichter bij de ware betrouwbaarheid ligt dan alpha. Afhankelijk van het doel van een instrument waarvoor de betrouwbaarheid wordt berekend worden richtlijnen gegeven voor de minimumwaarde hiervan door Nunnally (1978). Volgens hem heeft het geen zin voor researchdoeleinden een hogere betrouwbaarheid dan.80 na te streven. Voor het gebruik in klinische situaties, waarbij keuzes omtrent plaatsing en/of speciale behandeling in het geding zijn dient de betrouwbaarheid tenminste.90 maar liever nog.95 te zijn. Ook De Groot (1961) geeft als minimale waarde voor de betrouwbaarheid van psychologische tests.90. Lienert (1969) eist een interne consistentie van.90 en een her- of paralleltestbetrouwbaarheid van minimaal.80. In de testconstructiepraktijk wordt toch vaak een minder strenge eis gehanteerd; men is tevreden met betrouwbaarheidscoëfficiënten van boven de.80. In Evers, Van Vliet-Mulder en Ter Laak (1992), die richtlijnen voor tests en testgebruik geven, wordt de volgende vuistregel gehanteerd: bij tests die voor selectiedoeleinden worden gebruikt wordt een betrouwbaarheid tussen.80 en.90 als matig gekenschetst; een betrouwbaarheid van.90 of hoger als goed. Ten behoeve van de schatting van de betrouwbaarheid van de definitieve instrumenten is, naast de interne consistentie, ook de test-hertestbetrouwbaarheid bepaald. Deze wordt geschat door de correlatie te berekenen tussen de scores van twee afnames van dezelfde test. De test-hertestbetrouwbaarheid geeft een indicatie van de 88

3 mate waarin tijdstip gebonden foutenbronnen een rol spelen. De test-hertestcorrelatie wordt gezien als een maat voor de stabiliteit van een testscore (Drenth 1975). Tenslotte is nagegaan in hoeverre testleidereffecten een rol spelen in de scores die in het normeringsonderzoek zijn behaald met de RTB en de STP Itemstatistieken Uitgangspunt bij de itemanalyse is het onderzoeken van de bruikbaarheid en geschiktheid van de items die tezamen een subtest vormen. Indien een test onvoldoende betrouwbaar blijkt kunnen items die ongunstige itemkarakteristieken vertonen hetzij worden verwijderd, hetzij vervangen door items met naar verwachting gunstiger eigenschappen. Belangrijke eigenschappen van items dit verband zijn de mate van samenhang met de overige items van de test en de moeilijkheid van de items. De mate van samenhang van het item met de overige items wordt uitgedrukt als item-restcorrelatie, dit is de correlatie van de itemscore met de som van de overige items van de test of het testonderdeel. Items met een zeer geringe of negatieve itemrestcorrelatie dragen niet bij aan het meten van de vaardigheid waar de test of het testonderdeel een beroep op doet. De moeilijkheid van items is van belang voor de totale itemsamenstelling van een test of testonderdeel. Deze itemsamenstelling dient zodanig te zijn dat de subtest voldoende discrimineert binnen het gewenste bereik van de te onderzoeken vaardigheid. Hiertoe moeten de items een ruime en regelmatige variatie in moeilijkheid te vertonen. De moeilijkheid van een item kan worden afgeleid van de p-waarde van het item. Dit is de proportie proefpersonen die het item goed scoort. Deze p-waarde drukt in feite het omgekeerde van het begrip moeilijkheid uit, namelijk de populariteit van het item, de kans dat een item goed wordt gescoord. 5.2 RESULTATEN In het nu volgende worden de interne consistentie en de test-hertestbetrouwbaarheid van de RTB en de STP gegeven. Tevens wordt een overzicht van de itemstatistieken in de verschillende onderzoeksfasen gegeven. Tenslotte worden resultaten betreffende testleidereffecten gepresenteerd. Voor de opzet van het onderzoek wordt verwezen naar Hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk worden ook de steekproeven in de verschillende onderzoeksfasen beschreven. Omdat sommige testonderdelen tijdens het onderzoek een naamswijziging hebben ondergaan worden deze in het navolgende soms met beide namen, soms met de aanvankelijke naam en soms met de uiteindelijke naam aangeduid. Dit is afhankelijk van de onderzoeksfase waarover gesproken wordt. 89

4 5.2.1 Interne consistentie In Tabel 5.1 worden, van alle onderzoeksfasen, de alpha s per leeftijdsgroep en over alle leeftijdsgroepen samen gegeven. Tabel 5.2 geeft een overzicht van de waarden van lambda-2 bij de normgroepen binnen het uiteindelijke leeftijdsbereik van de definitieve onderdelen Taalbegrip (RTB) en Zinsontwikkeling, Woordontwikkeling en Auditief Geheugen (STP). Voor de aantallen proefpersonen per leeftijdsgroep in de verschillende onderzoeksfasen wordt verwezen naar Tabel 3.2, Tabel 3.3 en Tabel 3.7. Het onderdeel Taalbegrip heeft vanaf het begin van het onderzoek hoge betrouwbaarheidsindices. In de eerste constructiefase zijn alle waarden van alpha voldoende hoog. Echter in constructiefase C2, bij de leeftijdsgroepen 63 en 69 maanden, is alpha lager dan.80. In de normeringsfase, na aanpassing van de moeilijkste secties (zie 4.2.2), is lambda-2 bij deze leeftijdsgroepen wel voldoende hoog. Alleen bij de normgroep van 75 maanden is lambda-2 een weinig te laag, met een waarde van.79. De resultaten van Taalstructuur/Zinsontwikkeling zijn als volgt. In de eerste constructiefase is alleen bij drie van de vier jongere leeftijdsgroepen alpha voldoende hoog. Bij de leeftijdsgroep van 21 maanden is de betrouwbaarheid aan de lage kant; itemanalyse resultaten wijzen uit dat dit komt omdat slechts weinig items bruikbaar zijn voor deze leeftijdsgroep, verreweg de meeste items zijn te moeilijk. Een beter resultaat kan echter nauwelijks worden verwacht; bij een leeftijd van 15 maanden wordt er door de meeste kinderen hooguit een enkel woordje gesproken. Dat alpha bij de oudere leeftijdsgroepen onvoldoende is ligt aan het feit dat in deze fase nog maar weinig items voor deze leeftijdsgroep in dit onderdeel zijn opgenomen (zie 4.2.3). Bij de tweede constructiefase zijn de resultaten bij de jongere leeftijdsgroepen wederom voldoende; bij de oudere leeftijdsgroepen zijn de resultaten, na het toevoegen van geschikte items voor deze leeftijdsgroepen, verbeterd maar nog niet voldoende. Bij het normeringsonderzoek zijn de resultaten, na verdere aanpassing van dit onderdeel, sterk verbeterd: slechts bij de extreme leeftijdsgroepen, namelijk van 15, 21 en 75 maanden is alpha lager dan de gewenste.80. De lambda-2 coëfficiënt geeft ongeveer hetzelfde beeld: waarden onder de.80 bij de extreme leeftijdsgroepen. Bij de normgroep van 15 maanden is lambda-2, ten gevolge van het bodem-effect, zó laag, dat normering voor deze leeftijd niet zinvol is. Bij de normgroepen van 21 en 75 maanden is lambda-2 slechts weinig lager dan.80. Voor wat betreft de resultaten van Woordenschat/Woordontwikkeling kan het volgende worden vermeld. In de eerste constructiefase blijkt dat de uitgebreide subtest Woordenschat (zie 4.2.4) slechts bij twee van de zes onderzochte leeftijdsgroepen een voldoende hoge alpha te hebben. Alpha is vooral erg laag bij de oudste leeftijdsgroep, namelijk.43. In de tweede constructiefase is de geheel nieuwe versie van het onderdeel onderzocht, hier zijn de alpha s bij alle leeftijdsgroepen voldoende hoog. Een aanpassing van het nieuwe instrument - korter - is gebruikt in het normerings- 90

5 onderzoek. De waarden van lambda-2 van Woordontwikkeling zijn voldoende hoog in het normeringsonderzoek, behalve bij de normgroep van 75 maanden waar lambda- 2 met een waarde van.78 een weinig te laag is. Het onderdeel Auditief Geheugen heeft in de eerste constructiefase bij alle leeftijdsgroepen een onvoldoende hoge alpha. In het tweede constructieonderzoek, na toevoeging van items (zie 4.2.5), is alpha voldoende hoog bij de jongste twee van de zes leeftijdsgroepen. In het normeringsonderzoek is alpha voldoende hoog bij de een drietal middengroepen, namelijk de normgroepen van 33, 39 en 45 maanden. Vooral bij de normgroepen van 21, 63 en 75 maanden is lambda-2 laag: respectievelijk.47 en.74 en.75. Bij de normgroep van 15 maanden kan geen coëfficiënt worden berekend omdat er te weinig proefpersonen zijn die tenminste één item goed hebben. Uiteindelijk is voor het leeftijdsbereik van 33 tot en met 57 maanden genormeerd, omdat bij deze leeftijdsgroepen de betrouwbaarheid nog acceptabel is. Een tweede reden om niet te normeren vanaf 63 maanden is het nauwelijks toenemen van de ruwe score vanaf de leeftijd van 57 maanden (zie en 6.4). De vragenlijst Eerste Woordenschat/Lexilijst (zie 4.2.6) heeft zowel in de constructie- als in de normeringsfase zeer hoge alpha s. Lambda-2 coëfficiënten zijn hierom niet berekend. Tabel 5.2 Lambda-2 coëfficiënten van de testonderdelen over de normgroepen gem. TB ZO * WO AG * * * * *.85 * Deze leeftijdsgroepen zijn niet in de normering opgenomen Test-hertestbetrouwbaarheid Ter bepaling van de test-hertestbetrouwbaarheid zijn bij een deel van de kinderen uit de normeringssteekproef, een half jaar na de eerste afname, de RTB en de STP opnieuw afgenomen. De verdeling van de proefpersonen met een herafname van de RTB en de STP over de normgroepen wordt gegeven in Tabel 5.3. Voor overige informatie over de normeringssteekproeven wordt verwezen naar

6 Tabel 5.3 Verdeling van hertests over de normgroepen normgroep aantal hertests 21 mnd mnd mnd mnd mnd mnd 19 totaal 134 De test-hertestcorrelatie is berekend over de genormeerde, dus leeftijdsonafhankelijke, scores op Taalbegrip (TB), Zinsontwikkeling (ZO), Woordontwikkeling (WO) en Auditief Geheugen (AG). In Tabel 5.4 worden van deze testonderdelen de testhertestcorrelaties gegeven, vergezeld van gemiddelden en standaarddeviaties van de standaardscores van de hertestgroep bij de eerste en tweede afname. Tabel 5.4 Test-hertestcorrelaties en standaardscores bij de testonderdelen standaardscores test-hertest- eerste afname tweede afname onderdeel correlatie gem. s.d. gem. s.d. n TB ZO WO AG Gunstig zijn de resultaten bij Taalbegrip, Zinsontwikkeling en Woordontwikkeling, zeker gezien de lange tussentijd van 6 maanden. In een dergelijk lange tussenperiode zijn niet alleen foutenbronnen, maar verschillen in ontwikkelingssnelheid en persoonlijke geschiedenis verantwoordelijk voor een niet perfecte testhertestcorrelatie. De test-hertestbetrouwbaarheid van Auditief Geheugen valt tegen. De verkregen test-hertestbetrouwbaarheid is zo laag dat een score op dit onderdeel slechts als een momentopname kan worden gezien. Het aantal proefpersonen bij Auditief Geheugen is gering omdat voor dit onderdeel uiteindelijk alleen normen zijn ontwikkeld voor de leeftijd van 31 tot 57 maanden, door de tegenvallende betrouwbaarheid bij de overige leeftijdsgroepen. 93

7 Uit de tabel blijkt voorts dat de gemiddelde standaardscores bij alle testonderdelen een weinig toenemen. Dit, zeer geringe, verschil kan wellicht worden toegeschreven aan een leereffect Itemstatistieken In Tabel 5.5 en Tabel 5.6 worden de itemgegevens van de testonderdelen in de constructiefasen en het normeringsonderzoek per leeftijdsgroep samengevat: in Tabel 5.5 worden de gemiddelde p-waarden (itempopulariteiten; zie 5.1.2) gegeven en in Tabel 5.6 de gemiddelde item-restcorrelaties. Om de interpretatie van de resultaten te vergemakkelijken worden de gemiddelde p-waarden per leeftijdsgroep van de onderdelen Taalbegrip, Zinsontwikkeling, Woordenschat en Auditief geheugen tevens grafisch weergegeven in respectievelijk Figuur 5.1 tot en met 5.4. In Bijlagen 2 tot en met 5 worden van de testonderdelen in het normeringsonderzoek de p-waarden, de range van p-waarden en de item-restcorrelaties per item over de leeftijdsgroepen samengevat gegeven. Bijlage 6 bevat de p-waarden en item-restcorrelaties per item van de drie leeftijdsgroepen van het normeringsonderzoek van de Lexilijst. P-waarden In Tabel 5.5 worden per onderzoeksfase en per leeftijdsgroep de gemiddelde p- waarden bij de verschillende testonderdelen gegeven. In Figuur 5.1 tot en met Figuur 5.4 worden de gemiddelde p-waarden van de testonderdelen, behalve de Lexilijst, nogmaals, maar nu grafisch gepresenteerd. Om een voldoende hoge betrouwbaarheid en tevens een duidelijk ontwikkelingsverloop te garanderen dienen er voor elke leeftijdsgroep voldoende items te zijn die goed differentiëren tussen proefpersonen met een verschillend niveau van ontwikkeling. Een duidelijk ontwikkelingsverloop blijkt uit een duidelijke toename in gemiddelde p-waarden bij een toename in leeftijd. De resultaten van Taalbegrip, waaraan gedurende het onderzoek weinig veranderd is, zijn vrij stabiel over de onderzoeksfasen. Over het algemeen geldt, dat de p- waarden gelijkmatig toenemen bij toenemende leeftijd (zie Figuur 5.1). Na de tweede constructiefase blijkt dat er bij de hoogste leeftijdsgroepen echter weinig differentiatie wordt gevonden. Op grond hiervan zijn de moeilijkste secties van Taalbegrip na deze onderzoeksfase aangepast (zie 4.2.2). Bij het normeringsonderzoek is er bij deze leeftijdsgroepen sprake van een gunstiger patroon, dat wil zeggen een meer regelmatige toename van de p-waarden bij toenemende leeftijd, op grond waarvan geconcludeerd kan worden dat de aanpassing succesvol is geweest. Uit de p-waarden per item, gemiddeld over de normgroepen in Bijlage 2 blijkt voorts dat de secties 1 tot en met 12 toenemen in moeilijkheid. Binnen de secties 1 tot en met 7 komt de (afname- )volgorde van de items vrijwel overeen met de rangschikking in moeilijkheid. Bij de 94

8 secties 8 tot en met 12 behoren de eerste items van een sectie steeds tot de makkelijkste, dit in verband met de afbreekregels per sectie (zie 4.2.2). De test voor Zinsontwikkeling bestaat in de eerste constructiefase vooral uit items die geschikt zijn voor de jongere leeftijdsgroepen. De gemiddelde p-waarden lopen dan ook snel op (zie Figuur 5.2). In de tweede constructiefase (zie 4.2.3) zijn items toegevoegd voor het hogere leeftijdsbereik. De gemiddelde p-waarden nemen echter vanaf een leeftijdsbereik van 57 maanden nog te weinig toe. Om deze reden zijn na de tweede constructiefase nog meer moeilijke items toegevoegd. Ook deze aanpassing is succesvol geweest: bij het normeringsonderzoek is er zeker sprake van een voldoende differentiatie tot de leeftijd van 69 maanden. Doordat de versie in het normeringsonderzoek nog afweek van de laatste constructieversie was het niet mogelijk, voorafgaande aan het normeringsonderzoek, de moeilijker items in een perfecte moeilijkheidsrangschikking te plaatsen. Uit methodologische overwegingen was het evenmin mogelijk dit achteraf, na het normeringsonderzoek, te doen. Uit de gemiddelde p-waarden per item (Bijlage 3) blijkt dan ook dat vanaf item 12 de items niet perfect oplopen in moeilijkheidsgraad. In verband hiermee moet helaas een vrij lange afbreekregel (8 items; zie ook 4.2.3) worden gehanteerd. Bij de subtest Woordenschat is er in eerste instantie, ondanks de Vlaamse toevoegingen, sprake van onvoldoende differentiatie in het hogere leeftijdsbereik (zie Figuur 5.3). De nieuwe opzet van dit onderdeel, de Test voor Woordontwikkeling (zie 4.2.4), is in de tweede constructiefase onderzocht. Het patroon van p-waarden geeft in deze onderzoeksfase een duidelijke verbetering te zien. In de normeringsfase, na reductie van het aantal items (zie 4.2.4), is het patroon van p-waarden eveneens gunstig; er is nu sprake van een regelmatige toename bij toenemende leeftijd. Bij de constructie van dit onderdeel is er naar gestreefd de items zodanig te rangschikken dat de items per sectie vergelijkbaar zijn in moeilijkheid en dat de secties toenemen in moeilijkheid. Uit Bijlage 4 blijkt dat dit redelijk gelukt is. Evenals bij Zinsontwikkeling zijn na de tweede constructiefase nog wijzigingen aangebracht, zodat een optimale moeilijkheidsvolgorde op itemniveau niet vooraf te realiseren was. Voorzichtigheidshalve is de afbreekregel van drie secties volledig fout gehanteerd, zowel bij het normeringsonderzoek als bij het definitieve instrument. Bij Auditief Geheugen zijn er weinig items, die echter theoretisch (zie 4.2.5) zowel als empirisch (zie Bijlage 5) duidelijk oplopen in moeilijkheid. Om de betrouwbaarheid van dit onderdeel te vergroten zijn tussen de onderzoeksfasen steeds items toegevoegd, waaronder ook zeer moeilijke.

9 Tabel 5.5 Gemiddelde p-waarden per leeftijdsgroep van de testonderdelen in de onderzoeksfasen (C1 en C2 en N) leeftijd: aantal items Taalbegrip C C N Taalstructuur/ Zinsontwikkeling C C / 33 N Woordenschat/ Woordontwikkeling C C / 79 N Auditief Geheugen C C N Eerste Woordenschat/ Lexilijst C N

10 Tabel 5.6 Gemiddelde item-restcorrelaties per leeftijdsgroep van de testonderdelen in de onderzoeksfasen (C1, C2 en N) leeftijd: Taalbegrip C C N Taalstructuur/ Zinsontwikkeling C C N Woordenschat/ Woordontwikkeling C C N Auditief Geheugen C C N Eerste Woordenschat/ Lexilijst C N

11 Figuur 5.1 Taalbegrip. Gemiddelde p-waarden per leeftijdsgroep bij de onderzoeksfasen C1, C2 en N. 96

12 Figuur 5.2 Zinsontwikkeling. Gemiddelde p-waarden per leeftijdsgroep bij de onderzoeksfasen C1, C2 en N. 96

13 Figuur 5.3 Woordontwikkeling. Gemiddelde p-waarden per leeftijdsgroep bij de onderzoeksfasen C1, C2 en N. 96

14 Figuur 5.4 Auditief Geheugen. Gemiddelde p-waarden per leeftijdsgroep bij de onderzoeksfasen C1, C2 en N. 96

15 Toch nemen in het normeringsonderzoek vanaf de leeftijd van 63 maanden de gemiddelde p-waarden nauwelijks meer toe (zie Figuur 5.4). Dit lijkt een effect van het ontwikkelingsverloop van de vaardigheid om series losse woorden na te zeggen. Weinig kinderen in de normeringssteekproef lijken in staat te zijn om series van meer dan 4 woorden foutloos te herhalen. Het toevoegen van eenvoudige items biedt evenmin een oplossing. Afgezien van het feit dat het weinig zin lijkt te hebben nog meer items met series van één tot en met vier woorden te construeren, wordt verwacht dat de betrouwbaarheid van de test afneemt door een verder afnemen van de motivatie bij de proefpersoon om deze tamelijk lastige en saaie taak te volvoeren. Bij de Lexilijst is er zowel in de eerste constructiefase als in de normeringsfase sprake van een duidelijke en regelmatige toename in p- waarden bij toenemende leeftijd, zo moge blijken uit zowel Tabel 5.5 als uit Bijlage 6. Item-restcorrelaties In Tabel 5.6 worden per onderzoeksfase en per leeftijdsgroep de gemiddelde item-restcorrelaties bij de verschillende testonderdelen gegeven. Wanneer een test veel items met een lage of negatieve item-restcorrelatie bevat zal de betrouwbaarheid onvoldoende zijn. Omdat het ontwikkelingsbereik van de verschillende onderdelen zeer groot is (van 1;3 tot en met 6;3 jaar), valt echter niet te vermijden dat bij de jongste en oudste leeftijdsgroepen veel items gevonden worden die niet of nauwelijks differentiëren en dus een lage item-restcorrelatie hebben. Het gaat hier om items die hetzij tot de gemakkelijkste, hetzij tot de moeilijkste items van een testonderdeel behoren. Ten gevolge hiervan zijn de gemiddelde item-restcorrelaties in Tabel 5.6 bij de jongste en de oudste leeftijdsgroepen steeds lager dan die van de middelste leeftijdsgroepen. Uit Bijlagen 2 t/m 6, waarin per testonderdeel de gemiddelde item-restcorrelaties per item, samengevat over de normgroepen, worden gegeven, moge blijken dat de gemiddelde item-restcorrelaties per item redelijk hoog zijn, en dat de maximale item-restcorrelaties tot zeer hoog kunnen zijn. Ook valt uit Bijlagen 2 t/m 6 te constateren dat er slechts in uitzonderlijke gevallen sprake is van items met een negatieve itemrestcorrelatie in een normgroep. 97

16 5.2.4 Testleidereffecten Een van de foutenbronnen bij het bepalen van testscores ligt in de interactie tussen testleider en onderzochte. Het gedrag van het kind en kan dat van de testleider beïnvloeden en omgekeerd. Een testscore kan hierdoor mede tot stand komen door niet bedoelde testleiderfactoren. In hoeverre dergelijke factoren een rol spelen is in principe gemakkelijk te onderzoeken: laat verschillende testleiders verschillende groepen kinderen testen. Als die groepen onafhankelijk van elkaar zijn en aselect getrokken zijn uit dezelfde populatie, dan zou een eventueel testleidereffect tot uiting moeten komen in significante verschillen tussen de groepsgemiddelden. In het RTB/STP ijkingsonderzoek hebben dertien testleiders (elf reguliere en twee vervangers ) in totaal 1049 kinderen getest. De vraag is hierbij echter of de testleidergroepen wel uit dezelfde populatie komen. De groepen zijn namelijk bepaald op basis van regio en derhalve mogelijk verschillend qua dialect. Dialect is immers een variabele die met testscores op taaltests kan samenhangen. Wel is het zo dat de testleiders die dialectsprekende kinderen hebben onderzocht ook niet dialectsprekende kinderen in hun steekproef hadden. Het testleidereffect is daarom onderzocht met een éénweg variantieanalyse op de niet dialectsprekende kinderen met testleider als onafhankelijke variabele. Twee testleiders (de vervangers) zijn buiten beschouwing gelaten omdat zij slechts twee Nederlandssprekende kinderen hadden getest. Het aantal Nederlandssprekende proefpersonen dat door de elf resterende testleiders is getest is 645. De resultaten van de variantieanalyse staan vermeld in tabel 5.7. Tabel 5.7 Testleidereffecten bij de testonderdelen variabele F df significantie eta 2 TBQ , ZQ , WQ , AGQ ,

17 Bij een significantieniveau van 0.05 zijn bij het TBQ, het WQ en het AGQ de F-ratio s significant, hetgeen op zich zelf niet veel hoeft te betekenen gezien het grote aantal vrijheidsgraden. Meer zegt - bij een significante F-ratio - de sterkte van het testleidereffect, uitgedrukt in 2 het percentage verklaarde variantie: de eta -coefficiënt. Dan blijkt dat alleen bij AGQ sprake is van een substantieel testleidereffect: 23% van de scorevariantie kan door een testleidereffect worden verklaard. Deze test is kennelijk gevoelig voor kenmerken van de testleider. Wellicht is de ene testleider beter in staat aan het eind van een lange testsessie proefpersonen nog te motiveren in het nazeggen van losse woorden dan de andere. Dat de reden is dat tempo en intonatie van het voorzeggen van de na te zeggen woorden moeilijk te standaardiseren zijn, lijkt onwaarschijnlijk. Er is namelijk een voorbeeld cassettebandje bij de testinstructie gegeven, om dit probleem te ondervangen. 99

18 5.3 BESLUIT In dit hoofdstuk is verslag gedaan van het onderzoek naar de betrouwbaarheid en de kenmerken van de items van de onderdelen van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie tijdens de constructie van deze instrumenten. Van de definitieve instrumenten worden behalve gegevens betreffende de interne consistentie test-hertestbetrouwbaarheden gepresenteerd. De resultaten van de itemanalyse zijn dienstbaar geweest bij het verbeteren van (nog) onvoldoende betrouwbaarheden van testonderdelen tijdens de ontwikkeling van de instrumenten. Deze ontwikkeling is beschreven in Hoofdstuk 4. In de constructiefase van het onderzoek per testonderdeel steeds, indien nodig, getracht zodanig wijzigingen aan te brengen dat de betrouwbaarheid (interne consistentie) van het betreffende onderdeel in een volgende onderzoeksfase zou toenemen. Waar uiteindelijk in een testonderdeel bij een bepaald leeftijdsbereik de betrouwbaarheid onvoldoende bleef (bij Zinsontwikkeling en Auditief Geheugen), is besloten geen normen te ontwikkelen voor dit leeftijdsbereik. Voor wat betreft de definitieve instrumenten valt te concluderen dat de verschillende testonderdelen voldoende betrouwbaar zijn. Dit maakt dat het niet nodig is de scores op de verschillende onderdelen te combineren tot een totaalscore. Voor de verschillende testonderdelen kunnen aparte scores worden gehanteerd. Hierdoor wordt een gedifferentieerde diagnostiek mogelijk, hetgeen de bruikbaarheid van de RTB en de STP verhoogt. De test-hertestbetrouwbaarheid is voldoende. Een substantieel testleidereffect wordt alleen gevonden bij het STP-onderdeel Auditief Geheugen. 100

Hoofdstuk 6 NORMERING 6.1 INLEIDING

Hoofdstuk 6 NORMERING 6.1 INLEIDING Hoofdstuk 6 NORMERING 6.1 INLEIDING In paragraaf 1.2 is ingegaan op de redenen voor het bewerken van de RDLS tot een instrument waarmee het taalbegripsniveau van Nederlandstalige kinderen in het leeftijdsbereik

Nadere informatie

METEN VAN TAALBEGRIP EN TAALPRODUCTIE Constructie, normering en validering van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor

METEN VAN TAALBEGRIP EN TAALPRODUCTIE Constructie, normering en validering van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor METEN VAN TAALBEGRIP EN TAALPRODUCTIE Constructie, normering en validering van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie ISBN 90-71000-74-5 NUGI 725 / 716 Trefw.: taalontwikkeling;

Nadere informatie

Schlichting test voor Taalbegrip

Schlichting test voor Taalbegrip Schlichting test voor Taalbegrip Toelichting bij de COTAN-beoordeling van september 2010 In september 2010 hebben wij de COTAN-beoordeling met betrekking tot de Schlichting Test voor Taalbegrip ontvangen.

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Taalstoornissen Primair: specifieke taalontwikkelingsstoornissen (SLI) Secondair: niet-specifiek

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect 10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 4.1 INLEIDING

Hoofdstuk 4 BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 4.1 INLEIDING Hoofdstuk 4 BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 4.1 INLEIDING In Hoofdstuk 1 zijn de belangrijkste redenen genoemd voor de keuze om deels de RDLS te gaan bewerken en normeren en deels nieuw instrumentarium

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items 1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items item Persoon 1 2 3 1 1 0 0 2 1 1 0 3 1 0 0 4 0 1 1 5 1 0 1 6 1 1 1 7 0 0 0 8 1 1 0 Er geldt: (a) de p-waarden van item 1 en item 2 zijn

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:

Nadere informatie

Scoreformulier, normtabellen en computerprogramma 163

Scoreformulier, normtabellen en computerprogramma 163 Scoreformulier, normtabellen en computerprogramma 163 programma te gebruiken. Met het programma wordt de berekening van de genormeerde totaalscore, de referentieleeftijd, en de betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid,

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 DISCUSSIE 8.1 INLEIDING

Hoofdstuk 8 DISCUSSIE 8.1 INLEIDING Hoofdstuk 8 DISCUSSIE 8.1 INLEIDING De doelstelling van het in deze dissertatie beschreven onderzoek was de constructie, normering en validering van een instrument voor het meten van taalbegrip en taalproductie

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling Kwantitatieve Data Analyse (KDA) Onderzoekspracticum Sessie 2 11 Aanpassingen takenboek! Check studienet om eventuele verbeteringen te downloaden! Huidige versie takenboek: 09 Gjalt-Jorn Peters gjp@ou.nl

Nadere informatie

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren?

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Op grond van de principes van eerlijkheid en transparantie van toetsing mogen kandidaten verwachten dat het examen waarvoor ze opgaan gelijkwaardig

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

KWALITEITSCENTRUM. DIAGNOSTIEK vzw. Bayley-III-NL. Aandachtspunten voor een verantwoord gebruik in Vlaanderen

KWALITEITSCENTRUM. DIAGNOSTIEK vzw. Bayley-III-NL. Aandachtspunten voor een verantwoord gebruik in Vlaanderen KWALITEITSCENTRUM DIAGNOSTIEK vzw Bayley-III-NL Aandachtspunten voor een verantwoord gebruik in Vlaanderen Verantwoordelijke uitgever Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek vzw Henegouwenkaai 29, bus 12 1080

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 INTRODUCTIE EN DOELSTELLING 1.1 INLEIDING

Hoofdstuk 1 INTRODUCTIE EN DOELSTELLING 1.1 INLEIDING Hoofdstuk 1 INTRODUCTIE EN DOELSTELLING 1.1 INLEIDING Deze dissertatie betreft instrumenteel nomologisch onderzoek: onderzoek dat is uitgevoerd ten behoeve van de constructie, validering en normering van

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. De omvang van een steekproef bepalen

Hoofdstuk 13. De omvang van een steekproef bepalen Hoofdstuk 13 De omvang van een steekproef bepalen Steekproefnauwkeurigheid Steekproefnauwkeurigheid: verwijst naar hoe dicht een steekproefgrootheid (bijvoorbeeld het gemiddelde van de antwoorden op een

Nadere informatie

Leesvaardigheid en leesattitude:

Leesvaardigheid en leesattitude: Leesvaardigheid en leesattitude: een onderzoek bij 520 kinderen van 6 tot 12 jaar als basis voor nieuwe leestests: LVT1-6 en LAT 2-6 Hilde Niessen Ronny Boey 36ste VVL Congres 20 maart 2015 Inleiding lezen

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Caroline Bastiaenen, PhD

Caroline Bastiaenen, PhD Caroline Bastiaenen, PhD Department of Epidemiology, CAPHRI Research School, Maastricht University Onderzoeksopzet Kwalitatieve studie (exploratief, hypothese ontwikkeling) Onderdeel van een validatie

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum Executieve functies

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum Executieve functies IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 27.09.2018 Executieve functies Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/6 Inleiding De intelligentie-

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

Tools voor itemanalyse

Tools voor itemanalyse Tools voor itemanalyse Wido La Heij Cognitieve Psychologie laheij@fsw.leidenuniv.nl Klazine Verdonschot ICT en Onderwijscoach kverdonschot@fsw.leidenuniv.nl De weg naar het Grade Center Menu van de toetskolom

Nadere informatie

Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen

Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen Opvoeding op school en in het gezin. Onderzoek naar de samenhang tussen opvoeding en de houding van jongeren ten opzichte van sociale grenzen Mooren, Francisca Catharina Theodora van der IMPORTANT NOTE:

Nadere informatie

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. David-Jan Punt ID 255-4 Datum 10.11.2015. Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. David-Jan Punt ID 255-4 Datum 10.11.2015. Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam d2-r Aandachts- en concentratietest HTS Report ID 255-4 Datum 10.11.2015 Standaard d2-r Inleiding 2 / 14 INLEIDING De d2-r is een instrument voor het meten van de visuele selectieve aandacht, snelheid

Nadere informatie

Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K.

Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K. Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K. Sijtsma Opmerking vooraf: Enkele docenten hebben ons laten weten dat zij

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) Maart 2017 Review: 1. Sonja Bauhoff 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Lichaamsregio Aandoening

Nadere informatie

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam d2-r Aandachts- en concentratietest HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Standaard d2-r Inleiding 2 / 16 INLEIDING De d2-r is een instrument voor het meten van de visuele selectieve aandacht, snelheid

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool. Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap

Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool. Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap Samenvatting De Lexiconlijst is een nuttig instrument voor de voorschool, zo blijkt uit

Nadere informatie

EXAMEN kunst (algemeen) havo 2015. Hugo Gitsels, toetsdeskundige, Cito

EXAMEN kunst (algemeen) havo 2015. Hugo Gitsels, toetsdeskundige, Cito EXAMEN kunst (algemeen) havo 2015 Hugo Gitsels, toetsdeskundige, Cito Op dinsdag 12 mei maakten ongeveer 7.400 kandidaten het examen kunst (havo). De N-term werd vastgesteld op 1,4.Vrijwel geen van de

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

College 6 Eenweg Variantie-Analyse

College 6 Eenweg Variantie-Analyse College 6 Eenweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 11, 1 (t/m p. 55) - MM&C: Hoofdstuk 1 (t/m p. 617), p. 63 t/m p. 66 - Aanvullende tekst 6, 7 en 8 Jolien Pas ECO 01-013 Het Experiment: een voorbeeld

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Voorbeeld regressie-analyse

Voorbeeld regressie-analyse Voorbeeld regressie-analyse In dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van het SPSS data-bestand vb_regr.sav (dit bestand kan gedownload worden via de on-line helpdesk). We schatten een model waarin de afhankelijke

Nadere informatie

Centrale vmbo examens: geslaagd.

Centrale vmbo examens: geslaagd. Centrale vmbo examens: geslaagd. 0. Samenvatting De eerste indruk is dat het centraal examen in het vmbo in het algemeen goed verlopen is: organisatorisch, inhoudelijk en qua resultaat. In de basisberoepsgerichte

Nadere informatie

b) Het spreidingsdiagram ziet er als volgt uit (de getrokken lijn is de later uit te rekenen lineaire regressie-lijn): hoogte

b) Het spreidingsdiagram ziet er als volgt uit (de getrokken lijn is de later uit te rekenen lineaire regressie-lijn): hoogte Classroom Exercises GEO2-4208 Opgave 7.1 a) Regressie-analyse dicteert hier geen stricte regels voor. Wanneer we echter naar causaliteit kijken (wat wordt door wat bepaald), dan is het duidelijk dat hoogte

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

Berekenen en gebruik van Cohen s d Cohen s d is een veelgebruikte manier om de effectgrootte te berekenen en wordt

Berekenen en gebruik van Cohen s d Cohen s d is een veelgebruikte manier om de effectgrootte te berekenen en wordt A. Effect & het onderscheidingsvermogen Effectgrootte (ES) De effectgrootte (effect size) vertelt ons iets over hoe relevant de relatie tussen twee variabelen is in de praktijk. Er zijn twee soorten effectgrootten:

Nadere informatie

Beoordelingssysteem. voor de. Kwaliteit van Tests

Beoordelingssysteem. voor de. Kwaliteit van Tests Beoordelingssysteem voor de Kwaliteit van Tests Deel 2 * Ingekort en aangepast voor de opdracht Diagnostiek en Testtheorie COTAN, Commissie Testaangelegenheden Nederland van het Nederlands Instituut van

Nadere informatie

Detector Ability Achtergronden bij het instrument

Detector Ability Achtergronden bij het instrument Detector Ability Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl

Nadere informatie

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013 TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NASK 1 VMBO EERSTE TIJDVAK 2013 Inleiding Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal examen

Nadere informatie

Van de Schoot, et al. (2013) A black bear story. European Journal of Developmental Psychology

Van de Schoot, et al. (2013) A black bear story. European Journal of Developmental Psychology Van de Schoot, et al. (2013) A black bear story. European Journal of Developmental Psychology Weet u het nog? Stel, Julia behaalt een (T)IQ-score van 97 met betrouwbaarheidsinterval 90-104. Hoe zou u dit

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is

Nadere informatie

SIGNALERING VAN KINDEREN MET EEN TAALACHTERSTAND

SIGNALERING VAN KINDEREN MET EEN TAALACHTERSTAND SIGNALERING VAN KINDEREN MET EEN TAALACHTERSTAND Simea, 19 april 2018 Conja Adriaanse, Karin Wiefferink & Noëlle Uilenburg 1 AAN HET EINDE HEBBEN JULLIE Meer kennis over de vroegsignalering (door de JGZ)

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

RESULTATEN. Rapportage OBS De Tuimelaar, Hoogvliet 2017

RESULTATEN. Rapportage OBS De Tuimelaar, Hoogvliet 2017 RESULTATEN Rapportage OBS De Tuimelaar, Hoogvliet 2017 april 2017 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school en/of het schoolbestuur

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

Protocol overgang groep 2 naar groep 3

Protocol overgang groep 2 naar groep 3 Protocol overgang groep 2 naar groep 3 Fatimaschool Algemeen. In principe stromen alle groep 2 kinderen door naar groep 3. Er is echter een groep kinderen, de zgn. herfstkinderen, de kinderen die tussen

Nadere informatie

Meertalige kleuters met en zonder TOS

Meertalige kleuters met en zonder TOS Meertalige kleuters met en zonder TOS AUTEURS LIESBETH SCHLICHTING Orthopedagoog, onafhankelijk onderzoeker Het maatschappelijk leven in Nederland richt zich steeds meer op meertalige groepen. Dat geldt

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition Een kijk op het oog (update 2012) DTVP-2 1 Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition Omschrijving van de test Doel Doelgroep auteurs: D.D. Hammil, N.A. Pearson, & J.K. Voress uitgever:

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

Lienke de Kroon Testadvies. - Afnameduur: 30-45 minuten (individueel) - 12 subtests verschillende deelvaardigheden van rekenen

Lienke de Kroon Testadvies. - Afnameduur: 30-45 minuten (individueel) - 12 subtests verschillende deelvaardigheden van rekenen ZAREKI-R-NL Lienke de Kroon Testadvies ZAREKI-R-NL Wat is de ZAREKI-R-NL? 1. Wat is de ZAREKI-R-NL? 2. Subtests 3. Scoring en percentielrange 4. Psychometrische eigenschappen 5. Casus uit de handleiding

Nadere informatie

DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE

DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE Versiedatum: 30-8-2008 Jan Blaas Blz. 1 van 7 Versiedatum: 30-8-08 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Hoe groot is de invloed van pech

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam HTS Report DESIGMA - A Design a Matrix ID 5107-4177 Datum 31.01.2017 Advanced 1. Editie DESIGMA - A Inleiding 2 / 10 INLEIDING Structuur van dit rapport Interpretatie Profielformulier Schaalscores Schaalinformatie

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

ACT Algemene Intelligentie

ACT Algemene Intelligentie Rapport Datum ACT Algemene Intelligentie Voor u ligt het rapport van de ACT Algemene Intelligentie. Door middel van subtests zijn uw cognitieve capaciteiten gemeten. Allereerst wordt uw totaalscore weergegeven.

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 6 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van een instrument om sociale competentie van basisschoolleerlingen te meten. Het doel van die meting is om aanknopingspunten te bieden voor het bevorderen

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs 1 De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs Sieneke Goorhuis-Brouwer, KNO, UMCG, Groningen Kees de Bot, Toegepaste Taalwetenschap RUG, Groningen April

Nadere informatie

ATL: wat doe je er mee?

ATL: wat doe je er mee? ATL: wat doe je er mee? 1 Ruud Bosscher Fac. Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Bezint eer ge begint! 2 Veel werk Wat is het doel? Wat voegt het toe? Zijn er niet al voldoende? Wanneer is het goed?

Nadere informatie

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. Link to publication Citation for published version (APA): Klijn, W. J. L. (2013).

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Zelfrapportageversie BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is een vragenlijst waarmee executieve

Nadere informatie

EXAMEN tehatex vwo 2014 Hugo Gitsels toetsdeskundige kunstvakken, Cito

EXAMEN tehatex vwo 2014 Hugo Gitsels toetsdeskundige kunstvakken, Cito Jules Breton, Les Glaneuses, 1854 EXAMEN tehatex vwo 2014 Hugo Gitsels toetsdeskundige kunstvakken, Cito Op dinsdag 13 mei maakten zo'n 2.300 kandidaten het examen tehatex vwo. Het examen ging voorde tweede

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN. ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN HOOFDRAPPORTAGE www.klantok.nl O Inhoudsopgave Æ Inleiding 3 Æ Samenvatting 4 Æ Een overall beeld 5 Het onderzoek 5 Toegekend eindcijfer vervoer 6 Beoordeling

Nadere informatie

Fysieke Vaardigheid Toets DJI

Fysieke Vaardigheid Toets DJI Fysieke Vaardigheid Toets DJI Naar normering van toetstijden dr. R.H. Bakker dr. G.J. Dijkstra TGO, februari 2013 TGO Fysieke Vaardigheid Toets DJI: naar normering van toetstijden 1 TGO Fysieke Vaardigheid

Nadere informatie

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis M200814 Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat A. Ruis Zoetermeer, december 2008 Prognoses vanuit het MKB Ondernemers in het MKB zijn over het algemeen goed in staat

Nadere informatie