PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Vrijstelling artikel 19 WRO VOOR AANLEGWERKZAAMHEDEN MAASVLAKTE 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Vrijstelling artikel 19 WRO VOOR AANLEGWERKZAAMHEDEN MAASVLAKTE 2"

Transcriptie

1 PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Vrijstelling artikel 19 WRO VOOR AANLEGWERKZAAMHEDEN MAASVLAKTE _omslag_AV.indd :39:42

2

3

4

5

6 Goede ruimtelijke onderbouwing t.b.v. Vrijstelling ex artikel 19 WRO (aanlegfase) Versie februari 2007

7 Inhoudsopgave: 1 Inleiding Samengevat Achtergrond en aanleiding Aanleg Maasvlakte Vooruitlopende activiteiten in kuststrook Procedureel Leeswijzer Projectinformatie Beschrijving projectgebied en omgeving Huidig gebruik Verwachte aanlegactiviteiten Algemeen Ontwerp en fasering De zandwinning De aanleg van de zeewering Fasering van aanleg Bouwvolgorde en methode van aanleg Planning Afweging van alternatieven Relevant Beleid Rijksbeleid Provinciaal, regionaal en lokaal beleid Vigerend bestemmingsplan Effecten van de aanlegfase op omgeving en milieu Inleiding MER Aanleg Maasvlakte Effecten Natuur Cultuurhistorische en archeologische aspecten Luchtkwaliteit Geluid Morfologische effecten Nautische veiligheid Veiligheid voor kust en overstroming Externe Veiligheid Duurzaamheid Waterhuishouding Recreatie Relatie met gebruiksfuncties Cumulatieve effecten Conclusie Effecten op omgeving en milieu: gebruiksfase Motivering / samengevat Motivering project Planologische aanvaardbaarheid Gevraagd besluit Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid Bijlage 1: Overzicht deelrapporten & bijlagen van MER Aanleg en MER Bestemming Bijlage 2: Kadastrale gegevens

8 1 Inleiding 1.1 Samengevat Voor de aanleg van Maasvlakte 2 is een aantal vergunningen nodig. Een deel van de aanleg van Maasvlakte 2, te weten de kuststrook voor de noordwesthoek van Maasvlakte 1 (zie figuur 1), is strijdig met de vigerende bestemming. Daarom is voor de aanleg van deze kuststrook een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) nodig. Voor het opstarten van een dergelijke vrijstelling is een goede ruimtelijke onderbouwing (GRO) noodzakelijk. Dit rapport is de goede ruimtelijke onderbouwing waarin tevens de motivering voor het verzoek wordt gegeven. De aanleiding en het doel van de vrijstelling zijn gelijk aan die van het bestemmingsplan Maasvlakte 2, namelijk de in de PKB Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) besloten zeewaartse uitbreiding van het havengebied van Rotterdam met circa ha. haven- en industrieterrein, waarvan ha uitgeefbaar. Discussie over nut en noodzaak van de uitbreiding van de haven heeft plaatsgevonden in het kader van de PKB PMR De daar genoemde overwegingen ten aanzien van nut en noodzaak van Maasvlakte 2 zijn hierop onverkort van toepassing. Figuur 1: Overzichtskaart westelijk gebied Maasvlakte. Gearceerd is het gebied weergegeven waar dit vrijstellingsverzoek betrekking op heeft (deze kaart is tevens als bijlage bijgevoegd) Gelijktijdig met dit vrijstellingsverzoek wordt ook het bestemmingsplan Maasvlakte 2 door de gemeente Rotterdam in procedure gebracht. De goedkeuring van dit bestemmingsplan wordt in de tweede helft van 2008 voorzien. Vooruitlopend op de goedkeuring van het bestemmingsplan Maasvlakte 2 is het gezien de planning en benodigde bouwtijd gewenst zo vroeg mogelijk te starten met de voorbereidende werkzaamheden (met name zandsuppletie) aan de bestaande Maasvlakte grenzende delen van de zeewering (noordzijde) en terreinen (midden en zuidzijde). De procedure ex artikel 19 WRO is korter dan de procedure van het bestemmingsplan, waardoor een vroegere start van de werkzaamheden mogelijk is. Het bestemmingsplan regelt 3

9 de bestemming van het totale gebied van Maasvlakte 2. Dit vrijstellingsverzoek heeft dan ook alleen betrekking op de aanlegactiviteiten van de kuststrook. 1.2 Achtergrond en aanleiding In deze paragraaf worden de achtergrond en de nut en noodzaak van de aanleg van Maasvlakte 2 toegelicht. NB. Alle argumenten welke in de PKB PMR 2006 en het bestemmingsplan Maasvlakte 2 zijn opgenomen ter onderbouwing van de nut en noodzaak dienen in deze GRO als ingelast te worden beschouwd. Hieronder volgt een samenvatting van de meest relevante daaruit. Nut en Noodzaak van Maasvlakte 2 Discussie over nut en noodzaak van de uitbreiding van de haven heeft plaatsgevonden in het kader van de reeds genoemde PKB PMR Onderdeel van deze discussie is ook een maatschappelijke kosten-baten-analyse (mkba) geweest. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) onderstreept dat nut en noodzaak voldoende is aangetoond. Bovendien heeft de Europese Commissie zich positief uitgesproken over de uitbreiding van de haven. De gemeente deelt deze conclusies en bouwt voort op de door het Rijk genomen besluit in de PKB PMR Daarmee is voor de gemeente de nut en noodzaak van Maasvlakte 2 voldoende aangetoond In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de belangrijkste facetten uit de PKB PMR 2006 betreffende nut en noodzaak; het economische belang, de betekenis van de haven binnen Europa en het ruimtegebrek. Het economische belang van de haven Het integrale economische belang van het geheel van functies in de mainport Rotterdam reikt verder dan cijfers over toegevoegde waarde en werkgelegenheid van het haven- en industrieel complex in de Rijnmond kunnen aangeven. Het zijn juist de omvang en de verwevenheid met de Nederlandse en Europese economie die leiden tot een belangrijke economische kracht van de mainport Rotterdam. De mainport vervult drie, onderling samenhangende, economische functies: Knooppunt in transportketen Mede door de gunstige ligging aan de rivier de Maas en de goede verbindingen met het achterland, heeft de Rotterdamse haven zich ontwikkeld tot een haven waar grootschalig een breed scala aan op- en overslag en productiebedrijven zijn gevestigd. Kennisontwikkeling en innovatie hebben de efficiency en diversiteit van de dienstverlening versterkt. Het grootschalige karakter maakt een bundeling van zeegaande goederenstromen mogelijk die met alle mogelijke vervoersmodaliteiten (binnenvaart, kustvaart, wegtransport, trein en buisleiding) vervoerd worden van en naar het achterland. De in Rotterdam overgeslagen goederen worden aangevoerd vanuit alle grote wereldhavens, maar ook vanuit het Europese achterland. Vestigingsplaats voor clusters van industrie en dienstverlening Mede door de beschikbaarheid van goede transportmogelijkheden zijn in en om de Rotterdamse haven clusters van industriële bedrijvigheid en daarmee samenhangende diensten en distributie ontstaan. Deze clusters versterken elkaar onderling (onder andere door kennisuitwisseling) en trekken op hun beurt nieuwe bedrijvigheid aan. Met de ontwikkeling van het havengebied is de regio Rijnmond uitgegroeid tot een grootstedelijk gebied waarin veel mensen wonen en werken, met een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor velerlei economische functies. Knooppunt in internationale productienetwerken De functie van knooppunt in internationale productienetwerken legt, evenals de functie in de transportketen, de nadruk op de nationale en internationale betekenis van de regio. De clusters van bedrijvigheid in de regio Rijnmond maken deel uit van internationale productienetwerken. Deze positie is te danken aan het relatief gunstige vestigingsklimaat in dit gebied. De regio 4

10 Rijnmond draagt op zijn beurt weer bij aan de concurrentiekracht van bedrijvigheid elders in het land en daarbuiten. De betekenis van de haven binnen Europa Rotterdam vervult een belangrijke rol bij het vervoer van en naar het Noordwest- en Midden- Europese achterland. De stad heeft haar sterke Europese positie te danken aan de beschikbaarheid van hoogwaardige achterlandverbindingen op alle vervoersmodaliteiten (water, spoor, weg en buisleiding). Voor de onderlinge aansluiting van weg, water en spoor bestaan uitgebreide faciliteiten. Rotterdam is daarnaast de enige haven tussen Hamburg en Le Havre die de nieuwste generatie containerschepen ongehinderd kan ontvangen. Het ruimtegebrek Met betrekking tot de vraag naar ruimte in het haven- en industrieel complex van Rotterdam zijn ten behoeve van de PKB PMR 2006 diverse economische (sector)analyses uitgevoerd. Daarnaast zijn bedrijven in het kader van de marktconsultatie over Mainportontwikkeling Rotterdam gevraagd naar hun belangstelling voor ruimte op een eventuele landaanwinning. De prognoses laten zien dat met name in de containersector de marktdruk toeneemt; al vanaf 2010 ontstaat een tekort aan operationele bedrijfsterreinen in het huidige havengebied. De omvang van het te verwachten ruimtetekort voor het Rotterdamse haven- en industrie complex tot 2035 laat zich moeilijk exact ramen. Naar huidig inzicht zal tot 2033 ongeveer 625 hectare nodig zijn om de vraag naar haventerreinen in de containersector op te vangen. Voor de chemiesector is 210 hectare benodigd en voor de distributiesector 165 hectare. Uit onderzoek is gebleken dat binnen Nederland het ruimtetekort voor activiteiten die zijn gebonden aan diep vaarwater alleen in Rotterdam kan worden opgelost. Rekening houdend met de mogelijkheden in het bestaande haven- en industrie gebied, is een landaanwinning noodzakelijk. Figuur 2: Artist impression Maasvlakte 2 5

11 1.3 Aanleg Maasvlakte 2 Maasvlakte 2 is een nieuw haven- en industrieterrein, dat aansluitend op de bestaande Maasvlakte gerealiseerd zal gaan worden. Maasvlakte 2 bestaat uit een binnengebied met havens en bedrijventerreinen, omringd door een zeewering. Het zand voor de zeewering en de terreinen wordt voor het overgrote deel gewonnen op de Noordzee. Harde elementen (bijv. breuksteen) worden van elders per schip aangevoerd. Maasvlakte 2 wordt in fasen gerealiseerd. In de eindsituatie is er hectare netto uitgeefbaar haven- en industrieterrein op Maasvlakte 2. De zeewering, het havenbassin, de infrastructuur en de overige voorzieningen nemen dan eveneens circa hectare in beslag. Maasvlakte 2 krijgt dus een bruto omvang van circa hectare. 1.4 Vooruitlopende activiteiten in kuststrook De aanleg van Maasvlakte 2 is een omvangrijk project. Gezien de diepte ter plekke en de resulterende benodigde volumes zand voor de aanleg van land kent het een lange aanlegperiode. Pas als het zad is aangebracht kan aangevangen worden met de aanleg van de infrastructuur en de verdere inrichting. Daartoe dienen bijvoorbeeld kadeconstructies en spoorlijnen te worden aangelegd. Om eind 2013 de eerste terreinen in gebruik te nemen is de planning krap. Gepland is om in het voorjaar van 2008 te starten met (-) de voorbereidende werkzaamheden aan de aan de noordzijde gelegen zeewering en (-) de aanleg van terreinen te starten aan de zuidzijde en in het midden in de vorm van zandsuppletie en de realisatie van een informatiecentrum. De definitieve planning en bouwvolgorde ter plekke van de bedoelde kuststrook is afhankelijk van de bouwmethode die de te selecteren aannemer zal toepassen. Voor de aanleg van Maasvlakte 2 loopt momenteel een aanbestedingstraject waarin twee consortia in procedure zijn. Naar verwachting vindt in de tweede helft van 2007 selectie plaats van de definitieve aannemer, waarna de contractvorming plaatsvindt. 1.5 Procedureel Een deel van de aanleg van Maasvlakte 2 vindt plaats binnen het voor Maasvlakte 1 geldende bestemmingsplan Maasvlakte 81 en de eerste herziening daarvan. De aanleg van Maasvlakte 2 past niet binnen de bestemmingen van dit bestemmingsplan. Daarom is voor de aanleg van Maasvlakte 2 in deze kuststrook een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO nodig. Op termijn zal voor het gebied waar deze vrijstelling wordt gevraagd het nieuwe bestemmingsplan Maasvlakte 2 gaan gelden. De vrijstellingsprocedure loopt daarmee vooruit op dit nieuwe bestemmingsplan Maasvlakte 2. De aanleg van de kuststrook is een uitvoeringshandeling ten behoeve van een groter m.e.r.- plichtig geheel. Voor zowel de planbesluiten als de vergunningen voor Maasvlakte 2 zijn de gevolgen voor het milieu onderzocht. Hiertoe zijn het afgelopen jaar verschillende onderzoeken gedaan en milieu-effectrapporten (MER s) opgesteld voor: (-) de aanleg en aanwezigheid en (-) het gebruik van Maasvlakte 2. Het MER Aanleg beschrijft onder meer de effecten op het milieu door de aanleg van de landaanwinning en ten gevolge van de winning van het zand. De effecten van de aanleg binnen het gebied van de artikel 19 WRO-procedure worden niet apart beschreven, omdat dat niet apart kan worden aangelegd. Het MER Bestemming is gericht op de inrichting van Maasvlakte 2 en beschrijft de effecten van de bedrijvigheid (exploitatie) die er gaat plaatsvinden. Daarom worden in deze GRO voor de kuststrook de aanlegeffecten van MV2 op uitvoerbaarheid getoetst met de informatie uit MER Aanleg. Tevens wordt een doorkijk naar de gebruiksfase gegeven in verband met de uitvoerbaarheid met de informatie uit MER Bestemming. MER Bestemming en MER Aanleg zijn beide als bijlage bij dit verzoek opgenomen. 6

12 Figuur 3: Het gebied waar aanlegwerkzaamheden plaatsvinden die binnen een bestemmingsplan vallen. Goede ruimtelijke onderbouwing en voorbereidingsbesluit In artikel 19 van de WRO is opgenomen dat vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan mogelijk is mits een dergelijk verzoek is voorzien van een GRO. Het onderhavige document voorziet hierin. De vrijstelling regelt alleen de aanleg in reeds bestemd gebied en voorziet niet in het gebruik van het aan te leggen gebied. Omdat het geldende bestemmingsplan Maasvlakte 81 en de eerste herziening daarvan ouder zijn dan 10 jaar is het noodzakelijk dat een voorbereidingsbesluit wordt genomen voordat de gevraagde vrijstelling wordt verleend. Deze GRO heeft een grote overeenkomst met de toelichting van het bestemmingsplan Maasvlakte 2. De toelichting is overgenomen als deel van de onderbouwing van dit verzoek en maakt daarmee tevens dat dit verzoek zelfstandig leesbaar is. Uitgebreidere informatie over Maasvlakte 2 is te vinden in het bestemmingsplan Maasvlakte 2 en in het MER Bestemming en het MER Aanleg, die beide als bijlage bij deze artikel 19 zijn gevoegd. De overzichten in de bijlage bij dit verzoek tonen de verschillende documenten van MER Aanleg en MER Bestemming. Planning en afstemming Dit vrijstellingsverzoek wordt gelijktijdig in procedure gebracht met het voorontwerpbestemmingsplan Maasvlakte 2, MER Aanleg en MER Bestemming. Naar verwachting wordt het bestemmingsplan eind 2008 vastgesteld. Deze besluiten zijn voor beroep vatbaar. 7

13 Dit verzoek tot vrijstelling voor de kuststrook zal naar verwachting het eerste ruimtelijk besluit zijn in verband met Maasvlakte 2. Het is de bedoelding om in het voorjaar van 2008 (-) de eerste voorbereidende werkzaamheden aan de aan de noordzijde gelegen zeewering te starten (m.n. zandsuppletie) en (-) aanleg van terreinen te starten aan de zuidzijde en in het midden (zandsuppletie). Daarnaast zijn, om te kunnen beginnen met de aanleg van Maasvlakte 2, meer vergunningen nodig, waaronder (-) een zogeheten concessie voor het winnen van land in zee en (-) een vergunning voor het winnen van het zand noodzakelijk (ontgrondingenvergunning). Hieromheen is ook een aantal vergunningen nodig in het kader van de natuurbescherming. Bovendien is toetsing vereist aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze aanvragen worden door de diverse bevoegde gezagen behandeld in Leeswijzer In deze GRO wordt ingegaan op de volgende aspecten, te weten: - Projectinformatie (hoofdstuk 2) - Relevant beleid (hoofdstuk 3) - Effecten op omgeving en milieu van de aanlegfase van Maasvlakte 2 (hoofdstuk 4) - Effecten tijdens de gebruiksfase van Maasvlakte 2 (hoofdstuk 5) In hoofdstuk 6 wordt een en ander samengevat en komen ook de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid aan de orde. 8

14 2 Projectinformatie 2.1 Beschrijving projectgebied en omgeving Maasvlakte 2 wordt gerealiseerd op een landaanwinning die aansluit op de bestaande Maasvlakte. De buitencontour wordt gevormd door de harde zeewering en de zachte zeewering en vormt een scheiding tussen de inrichting en de zee. Deze GRO behelst het deel van de aanleg van Maasvlakte 2, dat valt binnen het vigerende bestemmingsplan Maasvlakte 81 en daarmee strijdig is. Het betreft een strook land en het water westelijk van Maasvlakte 1 (zie figuur 4). Figuur 4: Overzichtskaart westelijk gebied Maasvlakte. Met een arcering is het gebied aangegeven waar dit vrijstellingsverzoek betrekking op heeft. NB. De volledige kaart is bijgevoegd als bijlage 1 9

15 2.2 Huidig gebruik Zeewering Langs de oost- en zuidzijde van het gebied van dit vrijstellingsverzoek bevindt zich de zeewering van Maasvlakte 1. In het noorden bestaat deze uit een harde zeewering, de zogenaamde blokkendam, met erachter deels een dijk en deels een duin. Langs de zuidzijde van het gebied van dit vrijstellingsverzoek is de zeewering zacht in de vorm van een duin. Tijdens de aanleg van Maasvlakte 2 in dit gebied zal de zeewering gehandhaafd voor zover nodig uit veiligheidsoogpunt blijven. Recreatie Op de huidige Maasvlakte is momenteel ongeveer 22 hectare strand beschikbaar voor incidenteel intensief recreatief gebruik op mooie zomerse dagen. Dit strand, ten westen van de Slufter, heeft een lengte van meter en een gemiddelde breedte droog strand van 100 meter. Deze oppervlakte varieert echter vanwege kustafslag en periodieke zandsuppleties. De kuststrook aan de zuidzijde van het gebied van dit verzoek, langs Distripark Maasvlakte, is om veiligheidsredenen niet bestemd voor recreatief gebruik. Daarom vindt momenteel slechts incidenteel extensief recreatief gebruik plaats. Dit strand wordt nauwelijks door strandrecreanten, anders dan buitensporters, gebruikt. Het extensieve strand is beperkt toegankelijk met 1 strandopgang in het noorden nabij de harde zeewering via Slag Dobbelsteen en via het incidenteel intensieve strand in het zuiden. Bij het strand worden verspreid langs de harde en zachte zeewering de bermen en delen van de zeewering gebruikt als niet-officiële parkeerplaats. Net ten zuiden van de harde zeewering ligt een eenvoudige trailerhelling in de vorm van een geasfalteerde strandopgang die bereikbaar is voor auto s met trailer (vooral gebruikt voor motorboten). Tijdens de aanleg van Maasvlakte 2 zal het huidige strand van Maasvlakte 1 verloren gaan. De plannen voor Maasvlakte 2 voorzien overigens in een tenminste gelijk oppervlak bruikbaar stand. Windturbineparken In de huidige situatie zijn verschillende windturbineparken aanwezig op de Maasvlakte. Langs de zuidzijde van het gebied van dit verzoek bevindt zich windpark Zeestroom (2 turbines) en het windpark Distridam (5 turbines). Aan de oostzijde van het gebied bevindt zich het windpark Dobbelsteen (7 turbines). De aanwezigheid van windturbines resulteert in ruimtelijke beperkingen voor nabijgelegen functies of activiteiten als gevolg van risico s. In de huidige situatie liggen de stranden buiten de risicocontouren van de aanwezige windturbines. Tijdens de aanleg van Maasvlakte 2 blijven deze windturbines gehandhaafd. Koelwateruitlaat Binnen het plangebied is de koelwaterlozing van de Maasvlaktecentrale gelegen. Deze loost water in het plangebied op de Noordzee. Hiermee wordt bij de aanleg van de Maasvlakte 2kuststrook rekening gehouden. 2.3 Verwachte aanlegactiviteiten Algemeen Voor de aanleg van Maasvlakte 2 is een afzonderlijk MER opgesteld (MER Aanleg). Hierin zijn de effecten beschreven van de aanleg van Maasvlakte 2. Als basis voor MER Aanleg dient het zogenaamde Doorsteekalternatief met een toegang via de bestaande Maasvlakte, zodat de landaanwinning zo compact mogelijk blijft. Na uitvoerig onderzoek naar stroming, sedimenttransport en morfologische aspecten is bovendien gekozen voor een gebogen zeewering. Dit brengt de minste effecten met zich mee. Om voldoende kadelengte voor containerterminals te realiseren worden twee insteekhavens aangelegd, parallel aan de overheersende windrichting. 10

16 Maasvlakte 2 omvat een gebied van in totaal circa hectare en zal bestaan uit een binnengebied met havens en bedrijventerreinen aansluitend aan de bestaande Maasvlakte, aan zeezijde begrensd door een nieuwe zeewering. Het zand voor de terreinen en de zeewering wordt voor het overgrote deel gewonnen op de Noordzee. De aanleg van Maasvlakte 2 vindt in twee fasen plaats. Het streven is in 2008 met de landaanwinning en de zandwinning te starten. De eerste fase, uiterlijk in 2013 gereed, staat in het teken van de bouw van de zeewering en de aanleg van de eerste circa 600 hectare van het binnengebied. Vanaf 2013 kunnen de eerste bedrijven op Maasvlakte 2 operationeel zijn. In de tweede fase, na 2013, worden de resterende terreinen, conform de marktvraag, aangelegd en geleidelijk in gebruik genomen. In de eindsituatie is er hectare netto uitgeefbaar havenen industrieterrein op Maasvlakte 2. De overige 1000 hectare bestaat uit de zeewering, het havenbassin, de infrastructuur en de overige voorzieningen. De PKB PMR 2006 geeft verschillende soorten randvoorwaarden aan voor de aanleg van Maasvlakte 2. Bijvoorbeeld randvoorwaarden voor de maximale omvang van de landaanwinning en de begrenzing van het gebied waarin het zand gewonnen moet worden. De PKB PMR 2006 legt ook vast in aansluiting op de natuurbeschermingswetgeving dat ernaar gestreefd moet worden schade voor beschermde natuur zo veel mogelijk te voorkomen of te verzachten. Waar blijkt dat significante natuureffecten onvermijdelijk zijn, is compensatie vereist. De PKB PMR 2006 maakt zogenoemde ruimtelijke reserveringen voor deze natuurcompensatie. De navolgende paragrafen geven de essentie van de aanleg van Maasvlakte 2 weer, dat wil zeggen de wijze waarop de landaanwinning vorm heeft gekregen en de daarvoor benodigde zandwinning Ontwerp en fasering Van Referentiealternatief (PKB) naar Doorsteekalternatief In de PKB, die in 1998 van start ging, zijn twee Referentieontwerpen voor de landaanwinning uitgewerkt. Beide ontwerpen hebben een bruto omvang van circa hectare. In het ene ontwerp heeft Maasvlakte 2 een eigen zeevaarttoegang, in het andere ontwerp wordt Maasvlakte 2 toegankelijk via de bestaande havenmond en een te realiseren doorsteek van de Yangtzehaven op de huidige Maasvlakte. Figuur 5: De Referentieontwerpen en het Doorsteekalternatief 11

17 De Referentieontwerpen zijn in de PKB gebruikt om de milieueffecten van de landaanwinning te inventariseren. Na het in procedure brengen van de PKB is ten behoeve van de vervolgbesluiten uitgebreid onderzoek verricht om het ontwerp van de landaanwinning te optimaliseren. Op basis daarvan werd duidelijk dat de zeevaarttoegang het beste via de door te steken Yangtzehaven kon worden gerealiseerd. Met deze zeevaarttoegang was het niet meer nodig om lange en ver in zee reikende havendammen, met grotere milieueffecten en kosten, aan te leggen. Ook bleek het mogelijk om de bruto omvang van de landaanwinning terug te brengen tot circa ha waarbij de zeewering ook gunstiger lag ten opzichte van de kustlijn en stromingspatronen in de Noordzee. Uiteindelijk heeft de optimalisatiestudie geleid tot een keuze voor het Doorsteekalternatief, waarin de eigen haventoegang, kleinere oppervlakte en gunstigere oriëntatie zijn opgenomen (zie figuur 5). Het Doorsteekalternatief: minimaal ruimtebeslag, optimale oriëntatie van de zeewering De figuur laat zien wat de belangrijkste verschillen zijn tussen de Referentieontwerpen en het Doorsteekalternatief: Ruimtebeslag. Met passen en meten is de landaanwinning zodanig in te delen dat alle noodzakelijke elementen passen binnen een uitgekiend ontwerp met een bruto omvang van circa hectare. Ten opzichte van de Referentieontwerpen bespaart dit 500 hectare aan ruimtebeslag in de Voordelta, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit van Maasvlakte 2. Dit is vooral bereikt door een optimalisatie van de openbare ruimten: wegen, spoor, leidingstroken, havenbekkens en zwaaikommen. Oriëntatie zeewering. In vergelijking met de Referentieontwerpen voegt de ligging van de zeewering in het Doorsteekalternatief zich veel beter naar de richting van de stroming van het water langs de Nederlandse kust. De effecten voor kust, zee en zeenatuur zijn bijgevolg kleiner. Door de gebogen vorm van de zeewering is het stroombeeld tevens gunstig voor de nautische veiligheid en bereikbaarheid van de Rotterdamse haven voor het scheepvaartverkeer. In het Doorsteekalternatief houdt de landaanwinning bovendien door de compactere vorm meer afstand tot de beschermde duinen van Voorne en Goeree. Figuur 6 geeft het doorsteekalternatief in detail weer. Figuur 6: Het Doorsteekalternatief in detail. Fasering als strategie om risico s te beheersen In de PKB PMR 2006 wordt uitgegaan van een gefaseerde aanleg. Leidraad hierbij is de functie van de fasering. Gefaseerd aanleggen, aldus de PKB PMR 2006, is een strategie om bewust om te gaan met onzekerheden. Het volgen van de feitelijke ontwikkeling voorkomt leegstand van terreinen, stelt aantasting van natuurwaarden zo lang mogelijk uit en maakt bijstelling mogelijk. Met andere woorden: fasering is geen doel op zich, maar een middel om risico s rond marktontwikkelingen en effecten voor beschermde natuur te beheersen. 12

18 Gefaseerde aanleg binnengebied De eindsituatie met hectare uitgeefbaar terrein betekent niet automatisch dat het binnengebied in één keer aangelegd moet worden. Integendeel, in lijn met de PKB PMR 2006 is ervoor gekozen het binnengebied gefaseerd te realiseren conform de huidige inzichten in de marktvraag: de eerste circa 600 hectare van de uitgeefbare terreinen in de periode , de resterende circa 400 hectare in de periode daarna. Dit spreidt de investeringen over een langere periode, en tempert de effecten in de periode Voor de fasering van de aanleg van de zeewering zijn in het MER Aanleg verschillende varianten onderzocht. Dit onderwerp was vooral vanuit ecologisch perspectief belangrijk voor natuur- en milieuorganisaties. De inzichten die zijn voortgekomen uit de dialoog met deze organisaties zijn meegenomen in afwegingen met betrekking tot effectbeschrijvingen in MER Aanleg, het ontwerp van Maasvlakte 2 en het bestemmingplan. Uiteindelijk is geconcludeerd dat gezien de natuureffecten en de beheersbaarheid van risico s een gefaseerde aanleg van de zeewering geen meerwaarde biedt. Vanuit nautische, bedrijfseconomische en milieuoverwegingen is er wel een eenduidige voorkeur om de aanleg van de zeewering niet te faseren. De uiteindelijke keuze is dan ook de zeewering meteen op de eindpositie aan te leggen. Het binnengebied wordt wel gefaseerd gerealiseerd conform de ontwikkelingen in de marktvraag De zandwinning De zandwinning gaat plaatsvinden binnen het zoekgebied dat in de PKB PMR 2006 voor de zandwinning begrensd is. In het MER Aanleg is uitwerking gegeven aan een aantal uitvoeringsaspecten: de locatiekeuze, de windiepte, de uitvoeringstechniek en de mogelijke combinatie met toekomstige winning van beton- en metselzand. In deze paragraaf wordt ingegaan op het te winnen volume en de te hanteren werkwijze. Zandwinopgave: het te winnen volume op zee De onderstaande tabel laat zien hoeveel zand er nodig is voor de bouw van de landaanwinning, het kustonderhoud en de duincompensatie Delfland. Het kustonderhoud en de duincompensatie maken ook deel uit van de zandwinopgave van Maasvlakte 2. De opbrengst van de interne winning komt hierop in mindering. Het resterende volume is afgerond circa 290 miljoen m3. Tabel 1: Overzicht benodigde netto hoeveelheid zand voor de aanleg van Maasvlakte 2 - bouw landaanwinning: 332 miljoen m 3 - zand voor kustonderhoud Maasvlakte 2 gedurende 10 jaar: 12 miljoen m 3 - zand voor realisatie duincompensatie Delfland: 6 miljoen m 3 Totaal benodigd: 350 miljoen m 3 Aftrek: opbrengst interne winning (havenbassins, doorsteek): circa 60 miljoen m 3 Verschil: totale hoeveelheid die de Noordzee moet gaan leveren 290 miljoen m 3 (afgerond): Bij het ontwerp van de landaanwinning is gekeken op welke wijze de benodigde hoeveelheid zand zoveel mogelijk is te beperken. In MER Aanleg wordt hierop uitgebreid ingegaan. Werkwijze In de milieueffectrapportage zijn de effecten bepaald van verschillende zandwinscenario s. Bij de zandwinning spelen drie punten een hoofdrol, die hierna uiteengezet worden. 1 Zandwinlocatie In MER Aanleg zijn drie locatiealternatieven beschouwd (zie figuur 7): Locatie 1: zo dicht mogelijk bij Maasvlakte 2. Dichtbij winnen zorgt ervoor dat de totale milieubelasting (energiegebruik, emissies) zo klein mogelijk blijft en heeft voordelen voor de kosten van het transport. Locatie 2: ver weg van de Voordelta. Deze locatie ligt aan de rand van het zoekgebied en is zodanig gesitueerd dat de afstand tot de beschermde Voordelta het grootst is. Locatie 3: beton- en metselzand. Op deze locatie zijn lokaal op grotere diepten naar verwachting winbare zandlagen met grof zand aanwezig. Door de afdekkende toplaag 13

19 te verwijderen komt dit grove zand vrij te liggen. Het zou dan in de toekomst gewonnen kunnen worden om te voorzien in beton- en metselzand. Figuur 7: Overzicht potentiële zandwinlocaties De drie locaties zijn representatief voor het gehele zoekgebied. Daarmee geven ze samen een goede afspiegeling van de keuzemogelijkheden, en van de bandbreedte van de milieueffecten van de zandwinning voor zover de keuze van de locatie van de winning hiervoor bepalend is. Geen van de locaties leidt tot significante effecten op de beschermde natuurwaarden. Bij de winning in locatie 1 is echter de milieubelasting (energieverbruik en emissies) vanwege de kortere vaarafstanden het kleinst. Daarom is gekozen voor locatie 1. 2 Windiepte: tot maximaal 20 meter beneden de zeebodem De belangrijkste variabele voor de inrichting van de zandwinputten is de windiepte. Voor de milieubelasting (energiegebruik, emissies) is de windiepte niet onderscheidend; voor de natuureffecten wel. Het gaat daarbij om het ruimtebeslag. Bij een winning van 2 meter beneden de zeebodem zou de zandwinning zich gaan uitstrekken over een oppervlakte van circa 240 km 2. Bij een winning van 20 meter beneden de zeebodem loopt het verstoorde oppervlak terug tot 30 km 2. Voor de windiepte wordt een bandbreedte van minimaal gemiddeld 10 meter en maximaal 20 meter beneden de zeebodem aangehouden. Een belangrijke overweging hierbij is dat voldoende beschikbaarheid van materieel een knelpunt zou kunnen vormen bij een verplichte windiepte van 20 meter. Op grond van ecologische overwegingen (beperking van het ruimtebeslag van de zandwinning) wordt minimaal een gemiddelde windiepte aangehouden van 10 meter onder de zeebodem. 3 Wintempo Een variabele voor de uitvoering is het wintempo. Het wintempo is afhankelijk van een aantal factoren: de hoeveelheid materieel die wordt ingezet; de weersomstandigheden; 14

20 de voortgang van de aanleg van de harde zeewering, die als afscherming voor het elders aan te brengen zand fungeert. Uit het MER volgt dat effecten van het wintempo min of meer worden overschaduwd door de natuurlijke omstandigheden. Het wintempo wordt daarom bepaald door de mogelijkheden die het project biedt: de maximaal inzetbare vloot aan baggerschepen, de weersomstandigheden en voortgang van de aanleg van de harde zeewering. Het tempo dat op basis van deze factoren is bepaald, is maximaal 150 miljoen m 3 per jaar De aanleg van de zeewering Maasvlakte 2 wordt gerealiseerd op een landaanwinning die aansluit op de bestaande Maasvlakte. De buitencontour wordt gevormd door de harde zeewering en de zachte zeewering en vormt een scheiding tussen de inrichting en de zee. Pas als de zeewering van Maasvlakte 2 de functie van de bestaande zeewering kan overnemenis, wordt de bestaande zeewering van de huidige Maasvlakte verwijderd en/of hergebruikt. Binnen deze buitencontour bevindt zich het zandlichaam. Het zandlichaam vormt de ondergrond van het haventerrein, de kadeconstructie en de infrabundel. Dit lichaam grenst aan de objecten havenbassin, zachte zeewering, harde zeewering, gebied rond de koelwateruitlaat en kadeconstructie, Maasvlakte 1 en een niet te dempen zone binnen het gebied van Maasvlakte 2. Waar het zandlichaam grenst aan de bestaande zeewering van Maasvlakte 1 maakt deze zeewering in zijn geheel deel uit van het object. Het havenbassin van Maasvlakte 2 is een geheel van vaargeulen en twee havenbekkens. De objectgrens van Maasvlakte 2 wordt gevormd door het westelijk einde van de Yangtzehaven en een lijn parallel aan een door derden op te leveren kadeconstructie van de Euromax Terminal, de haventerreinen van DFDS/TOR-Line en de Antarticaweg ten zuiden van de Yangtzehaven. Verder wordt het havenbassin gedeeltelijk begrensd door het zandlichaam van beoogde haventerreinen en gedeeltelijk door de huidige zee Fasering van aanleg Maasvlakte 2 wordt gefaseerd aangelegd. Het Havenbedrijf Rotterdam N.V. streeft er naar om in 2013 de eerste containerterminal operationeel te hebben op Maasvlakte 2. De eerste fase van de zandwinning staat in het teken van de aanleg van de (zachte) zeewering en het eerste deel van het binnengebied. Deze periode duurt circa vijf jaar. Bij een start in het voorjaar van 2008 is Maasvlakte 2 in 2013 gereed voor de eerste gebruikers. Op dat moment is de buitencontour dicht en is de doorsteek gerealiseerd. De volgende periode (valt buiten onderhavige art. 19 GRO) is de instelperiode van de zeewering van Maasvlakte 2. Het natuurlijke evenwichtsprofiel zal uiterlijk in 2018 moeten zijn ingesteld. Hierna vindt door het Havenbedrijf Rotterdam N.V. nog 5 jaar onderhoud van de zeewering plaats, hetgeen tot uiterlijk 2023 duurt. Het tempo van de verdere invulling van het binnengebied (de 2 e fase) is mede afhankelijk van marktontwikkelingen. In de eindsituatie is er hectare netto uitgeefbaar haven- en industrieterrein gerealiseerd. Het havenbassin, de zeewering, de droge infrastructuur en overige voorzieningen nemen dan circa hectare in beslag. Maasvlakte 2 krijgt dus een bruto omvang van circa hectare Bouwvolgorde en methode van aanleg De mogelijke variaties in de bouwvolgorde van de buitencontour en de methode van de aanleg van de harde en zachte zeewering en het binnengebied zijn niet onderscheidend ten aanzien van milieu en waterstaatskundige effecten, zoals gesteld in aanvraag vergunning in het kader van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr). Daarom is er geen aanleiding tot het stellen van functionele randvoorwaarden ten aanzien van de methode van de aanleg van het binnengebied. 15

21 Buitencontour De buitencontour bestaat uit een harde gedeelte en een zachte zeewering (zie figuur 8). In de Wbr worden ten behoeve van de aanleg van de buitencontour uitvoeringseisen gesteld ten aanzien van (-) de bouwvolgorde en (-) de methode van aanleg van de zeewering. De uitvoeringseisen houden rekening met (-) de stromingscondities, (-) de nautische veiligheid en (- ) de veiligheid van bestaande constructies en infrastructuur. De eerste fase van Maasvlakte 2 moet uiterlijk in 2013 gebruiksgereed zijn. Om binnen de gestelde uitvoeringsduur tijdig de eerste terreinen te kunnen opleveren wordt de buitencontour relatief snel gesloten. De bestaande zeewering van de huidige Maasvlakte en de zogenaamde doorsteek Yangtzehaven worden pas gerealiseerd nadat langs de nieuwe buitencontour een weg is aangelegd die gebruiksgereed is om de noordwest-hoek van de bestaande Maasvlakte te bereiken. Aan de opdrachtnemer wordt de vrijheid gelaten om zelf voorstellen uit te werken voor de methode van aanleg van de harde zeewering. Bij de aanleg van de zachte zeewering is variatie mogelijk in de methode van het aanbrengen van het zand. Met varend materieel kan het zand worden aangebracht door middel van klappen, rainbowen en walpersen. Figuur 8. De harde (A) en de zachte (B) zeewering in de buitencontour. Tevens is een arcering aangegeven van de eerste uitgeefbare terreinen Binnengebied De eerste terreinen voor Maasvlakte 2 zullen in het zuiden van de toekomstige landaanwinning worden gerealiseerd (containerterminal) en het midden (chemieterrein) (zie de contouren in figuur 8). Ook de aanleg van de benodigde infrastructuur wordt bij voorkeur vanuit het zuiden begonnen. Ook in het noorden zal een zandlichaam worden aangelegd. In eerste instatie ten behoeve van de harde zeewering, later als nieuw bedrijfsterrein. Met deze bouwvolgorde kunnen de eerste terreinen tijdig worden opgeleverd. Opleverhoogte terreinen Het zandlichaam wordt zodanig gemaakt dat het geschikt is voor het toekomstig gebruik als haventerrein of als ondergrond voor de infrabundel. Het ontwerp van het zandlichaam voorziet (na de zetting van het aangebrachte zand) in een basis-terreinhoogte van NAP + 5 meter voor het binnengebied van Maasvlakte 2 waar containerterreinen zijn gepland. De aanleghoogte van de chemieterreinen zal echter hoger zijn en worden bepaald middels een inrichtingsspecifieke 16

22 risicobenadering. Waterhuishouding (regen en verdroging/verstuiving) zal worden voorkomen (zie verder hoofdstuk 4 van deze GRO). Het havenbassin Het havenbassin wordt dusdanig aangelegd dat het geschikt is voor het accommoderen van zeescheepvaart en binnenvaart. Voor het gehele havenbassin, exclusief taluds, bedraagt het bodempeil minimaal NAP -20,0 m. Een verdere verdieping wordt begrensd door de manoeuvreerbaarheid van schepen, dat wil zeggen dat in de geulen vrijwel geen ruimte is voor verdere verdieping maar dat in de voorziene draaicirkel verdieping goed mogelijk is. Op de grensvlakken van het havenbassin met de bestaande bodem wordt een aaneengesloten stabiele overgang gerealiseerd. Daarnaast wordt rekening gehouden met het golfklimaat en de ontwerplevensduur van taluds. Bouwvolgorde binnengebied Voor de fasering van de aanleg van het binnengebied zijn geen haalbare variatiemogelijkheden voorhanden. De eerste terreinen voor Maasvlakte 2 zullen in het zuiden van de toekomstige landaanwinning worden gerealiseerd, omdat de nieuwe terreinen daar het eenvoudigst kunnen aansluiten op de bestaande voorzieningen van de huidige Maasvlakte. Ook de aanleg van de benodigde infrastructuur wordt bij voorkeur vanuit het zuiden begonnen. Alleen op die manier kunnen de eerste terreinen tijdig worden opgeleverd. Op grond van economische overwegingen moet in de eerste fase ruwweg de helft van het binnengebied worden aangelegd. De andere helft wordt volgend op de marktvraag in een periode van 10 tot 15 jaar aansluitend op de eerste fase aangelegd. Mogelijkheden om op hoofdlijnen op de fasering te variëren (bijvoorbeeld eerst het noordelijke gedeelte en daarna het zuidelijke gedeelte) zijn niet aanwezig. Methode van aanleg binnengebied Het type materieel dat ingezet wordt voor de aanleg van de buitencontour is mede bepalend voor de methode van aanleg van de zandlichamen in het binnengebied van Maasvlakte 2. Op hoofdlijnen is onderscheid te maken tussen het werken met varend materieel, stationair materieel en rijdend materieel. Naast dit onderscheid in het in te zetten type materieel, kan ook gevarieerd worden met (-) de locaties van in te zetten materieel en (-) de intensiteit (en timing) van het in te zetten materieel. De (milieu)effecten die veroorzaakt worden door de methode van aanleg van het binnengebied komen aan de orde in hoofdstuk Planning De planning is erop gericht om met de eerste aanlegwerkzaamheden van Maasvlakte 2 in 2008 te starten. De uiteindelijke werkwijze wordt bepaald door de wijze van uitvoering door de gekozen aannemer. Logischerwijs zal gestart worden met de aanleg van de zachte zeewering vanuit het zuidwesten (vanaf de Slufter). Tevens wordt dan gestart met de onderwaterfase van de harde zeewering aan de noordzijde om ongeveer in 2009/2010 de eerste bovenwater elementen te kunnen afronden (zie figuur 9). Ook de aanleg van het binnengebied volgt direct na de start van de aanleg van de zachte en harde zeewering. Tot 2012 wordt het havenbekken uitgediept en de zeewering gesloten. Dan kan het restant van de oude zeewering van Maasvlakte 1 aan de noordzijde worden afgebroken en de Yangtzehaven worden doorgegraven (zie figuur 10). 17

23 Figuur 9 : Aanlegwerkzaamheden Maasvlakte 2 (waarschijnlijk): opname 2009 Figuur 10 : Aanlegwerkzaamheden Maasvlakte 2 (waarschijnlijk): opname Afweging van alternatieven Bij het ontwerpen van maatregelen om de mainport Rotterdam te versterken en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, zijn verschillende alternatieven onderzocht (mede in het kader 18

24 van artikel 6 van de Habitatrichtlijn). Doel hiervan was onder meer om te achterhalen of de dubbele doelstelling van het project [versterking van de positie van de mainport Rotterdam en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond] gerealiseerd kan worden zonder significante effecten op de prioritaire soorten en/of habitats in de speciale beschermingszones Voordelta, Voornes Duin, Duinen van Goeree/Kwade Hoek die verbonden zijn aan een uitbreiding van de Maasvlakte in westelijke richting. De onderzoeken richtten zich op de volgende alternatieven: - Beter benutten van bestaande en voorziene haven en industriegebieden in Zuidwest- Nederland (Moerdijk, Vlissingen, Terneuzen); - Beter benutten van de bestaande haven- en industrieterreinen in het Rotterdamse haven gebied; - Een landaanwinning voor een nieuw haven- en industriegebied in de vorm van uitbreiding van de Maasvlakte. Naar aanleiding van het onderzoek stelt het kabinet dat uitbreiden van de Rotterdamse haven in zee, in combinatie met een betere benutting van de bestaande haven, de enige oplossing voor het ruimtetekort van de haven is die leidt tot de gewenste versterking van de mainport Rotterdam en niet strijdig is met de doelstelling om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. De onderbouwing van deze beslissing komt naar voren in de toelichtende hoofdstukken in de PKB-plus deel 1. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft naar aanleiding van het tegen de PKBplus ingestelde beroep het alternatievenonderzoek toereikend geacht. Nadien hebben zich geen ontwikkelingen voorgedaan die nopen tot een bijstelling van de afweging van alternatieven. Deze conclusie is eveneens van toepassing voor deze vrijstellingsprocedure. 19

25 3 Relevant Beleid In dit hoofdstuk wordt het beleid behandeld op Rijksniveau, op provinciaal, regionaal en lokaal niveau en het vigerend bestemmingsplan. 3.1 Rijksbeleid Planologische Kernbeslissing Project Mainportontwikkeling Rotterdam (2006) Op 10 oktober en 20 november 2006 hebben respectievelijk de Tweede en de Eerste Kamer definitief ingestemd met de PKB PMR Deze PKB heeft een geldingsduur van 15 jaar en is het belangrijkste beslisdocument voor de aanleg van Maasvlakte 2. In dit document is nut en noodzaak van Maasvlakte 2 beschreven en zijn in verschillende beslissingen van wezenlijk belang de ruimtelijke voorwaarden bepaald voor de versterking van de positie van de mainport en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in de Rijnmond. Met de instemming door de Eerste Kamer is ook het Bestuursakkoord inzake uitvoering van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR, juni 2004) bekrachtigd, alsmede de Uitwerkingsovereenkomsten (UWO s) voor de drie PMR deelprojecten: 1. De uitbreiding van de Rotterdamse haven met een landaanwinning van maximaal hectare netto uitgeefbaar terrein, in combinatie met maatregelen om schade aan beschermde natuur te compenseren. 2. Een betere benutting van het bestaande havengebied teneinde de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. 3. De ontwikkeling van nieuwe natuur- en recreatiegebieden op Midden-IJsselmonde en ten noorden van Rotterdam. Ten behoeve van deze drie deelprojecten zijn 25 zogenoemde beslissingen van wezenlijk belang (bwb) genomen, waarmee het rijk randvoorwaarden heeft geformuleerd die deze beide beleidsuitvoering dienen te worden gerespecteerd. De beslissingen die van invloed zijn op de aanleg van de landaanwinning staan in het volgende kader. Beslissing van wezenlijk belang 2: Het beoogde resultaat van het deelproject Landaanwinning is een nieuw haven- en industrieterrein in de Noordzee van ten hoogste hectare netto uitgeefbaar terrein, aansluitend op het bestaande havengebied (de Maasvlakte). Een landaanwinning ten behoeve van haven- en industrieterrein wordt mogelijk gemaakt in het gebied dat begrensd wordt door de Euro- Maasgeul in het noorden, de verlengde demarcatielijn in het zuiden en in het westen door de lijnen zoals aangeduid op figuur 3.1. (in de PKB). Beslissing van wezenlijk belang 3: De huidige demarcatielijn zal conform het vigerend streekplan Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020 in west-zuidwestelijke richting worden verlengd, hetgeen betekent dat in de Haringvlietmond direct ten zuiden van deze lijn geen landaanwinning voor een haven- en industrieterrein is toegestaan. Beslissing van wezenlijk belang 6: De landaanwinning wordt ingericht, geëxploiteerd en beheerd volgens de principes van een duurzaam bedrijventerrein. Beslissing van wezenlijk belang 7: De negatieve milieueffecten van het uiteindelijke ontwerp voortvloeiend uit het projectenspoor mogen niet groter zijn dan de milieueffecten van de twee referentieontwerpen, zoals geïnventariseerd in de strategische milieubeoordeling. Beslissing van wezenlijk belang 9: Er dient te worden gestreefd naar maximale flexibiliteit van de uitvoering van de landaanwinning. Dit betekent een fasering van de 20

26 aanleg die is afgestemd op de feitelijke marktvraag naar ruimte. Nota Zeehavens (2004) In de Nota Zeehavens heeft het kabinet de ambitie uitgesproken om de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse zeehavens te verbeteren, binnen de randvoorwaarden van leefomgeving en veiligheid. De aanleg van Maasvlakte 2 wordt daarbij gezien als een unieke kans om Rotterdam verder te laten uitgroeien tot de Noordwest-Europese hub met grote aantrekkingskracht als vestigingsplaats. Tegelijkertijd kan de kwaliteit van de leefomgeving in Rotterdam worden verbeterd. Het kabinet heeft dit beleidsvoornemen bevestigd in de reeds besproken PKB PMR Nota Ruimte (2006) De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de Nota Ruimte wordt het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, met een doorkijk naar de periode Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om op een duurzame en efficiënte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies, de leefbaarheid te waarborgen en de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland te verbeteren. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. In de Nota Ruimte worden de ecologische hoofdstructuur (EHS), de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden en de gebieden die vallen onder de Natuurbeschermingswet 1998 aangeduid als beschermde gebieden. Voor deze beschermde gebieden geldt voor de verplichting tot instandhouding van de wezenlijke kenmerken en waarden een nee, tenzij regime. Het ruimtelijk beleid is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van deze wezenlijke kenmerken en waarden, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de medebelangen die in het gebied aanwezig zijn. De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen. Uitwerking daarvan vindt plaats in sectorale nota s, zoals de Nota Mobiliteit (zie onder). De gebieden en netwerken die het kabinet van nationaal belang acht, vormen samen de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. De haven van Rotterdam is als mainport onderdeel van deze hoofdstructuur. Nota Mobiliteit (2006) De Nota Mobiliteit is een uitwerking van de Nota Ruimte en beschrijft de hoofdlijnen van het nationale verkeers- en vervoersbeleid voor de komende decennia. Centraal staat dat mobiliteit een noodzakelijke voorwaarde is voor economische en sociale ontwikkeling. Een goed functionerend systeem voor personen- en goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid zijn essentieel om de economie en de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Het beleid voor de Mainport Rotterdam loopt langs drie hoofdlijnen: verbeteren van de marktwerking, stellen van heldere randvoorwaarden en het in stand houden en zonodig verbeteren van de capaciteit van de infrastructuur en de haventerreinen. Voor dat laatste is concreet de uitbreiding van de haven met Maasvlakte 2 genoemd. Het kabinet heeft in de Nota Mobiliteit het streven vastgelegd om de maatschappelijke meerwaarde van de zeehavens voor de Nederlandse economie te versterken. De ambitie is om de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse zeehavens te verbeteren, binnen de randvoorwaarden van veiligheid, milieu en leefomgeving. De prioriteit ligt hier bij de Mainport Rotterdam. Om de capaciteit van de zeehavens en de Mainport in stand te houden en te verbeteren wordt naast voldoende ruimte voor bedrijvigheid gestreefd naar een goede bereikbaarheid (zowel via zee als over land staat een betrouwbare reistijd centraal). 21

27 Nota Pieken in de Delta (2005) De nota Pieken in de Delta bevat een gebiedsgerichte economische agenda, waarbij het ministerie van Economische Zaken de kansen en de mogelijkheden omschrijft voor zes economische regio's in Nederland. De agenda draagt bij aan de ambitie om van Nederland een concurrerende en dynamische economie te maken in een sterk en innovatief Europa. Het centrale uitgangspunt in Pieken in de Delta is dat het kabinet gebiedspecifieke economische ontwikkelingen van nationaal belang verder wil brengen, door deze ontwikkelingen te stimuleren en knelpunten weg te nemen. Vierde Nota Waterhuishouding en Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Het rijksbeleid op het gebied van water is vastgelegd in de 4 e Nota Waterhuishouding (december 1998). Deze Nota staat in het teken van het integraal duurzaam waterbeheer, met het oog op zowel kwaliteit als kwantiteit. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) van 2 juli 2003 zijn aanvullende afspraken gemaakt over de taken en verantwoordelijkheden van het rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen, zowel qua inhoud als financiering. In het NBW is ook de watertoets opgenomen, die via de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) wettelijk verplicht is gesteld. Derde Kustnota De derde Kustnota vormt de uitwerking van de vierde Nota Waterhuishouding voor het onderwerp kustveiligheid. De Nota kent een sterke relatie tussen kustveiligheid en ruimtegebruik. Zo worden onder andere zoekgebieden aangewezen waar ruimte moet worden gereserveerd om de kustveiligheid te kunnen waarborgen. De uitwerking van deze zoekgebieden vindt momenteel op provinciaal niveau plaats (onder andere voor de Zwakke schakels Delflandse kust en Voorne). De duinen bij de Delflandse kust zijn in het kader van de compensatie voor Maasvlakte 2 onderzocht en (deels) aangewezen als compensatieproject. Beheerplannen Rijkswaterstaat Naast bovengenoemde beleidsdocumenten zijn voor Maasvlakte 2 ook de beleids- en beheersplannen van Rijkswaterstaat van belang. Het gaat hierbij onder andere om het Beheersplan Rijkswateren en het Beheersplan Nat Het eerstgenoemde zorgt voor de vertaling van beleidsdoelstellingen naar uitvoering. Ten opzichte van de voorgaande planperiode legt het plan grote nadruk op de waterkwaliteit, in verband met de invoering van de Kaderrichtlijn Water. In het Beheersplan Nat geeft de regionale directie Rijkswaterstaat Zuid-Holland de vertaling van het rijksbeleid naar haar regionale beheersgebied wat overeenkomt met de provincie Zuid-Holland. Besluit Luchtkwaliteit (Blk) (2005) De Europese normen voor luchtkwaliteit (grenswaarden) zijn vastgelegd in het Besluit luchtkwaliteit (Blk). Voor de voorgenomen activiteit is alleen de normstelling voor fijn stof (PM 10 ) relevant (artikel 20). Hiervoor geldt een norm van 40 g/m3 als jaargemiddelde concentratie en een norm van 50 g/m3 als etmaalgemiddelde concentratie. Deze laatste normering mag maximaal 35 maal per jaar worden overschreden. Op 5 augustus 2005 is het Blk 2005 samen met de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 in werking getreden (Stb. 2005, 398). Het nieuwe besluit regelt dat zeezout in de lucht niet meegerekend hoeft te worden bij vaststelling van de concentraties fijn stof. Zeezout is van natuurlijke oorsprong en ongevaarlijk voor de gezondheid. In de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 staat hoeveel zeezout mag worden afgetrokken van de fijnstof concentratie. Het besluit maakt het verder mogelijk ruimtelijke plannen uit te voeren in gebieden waar te veel fijn stof en stikstofdioxide in de lucht zit. Het gaat enerzijds om plannen die de luchtkwaliteit niet verslechteren of juist verbeteren. Anderzijds maakt het besluit het ook mogelijk om ruimtelijke plannen uit te voeren die de luchtkwaliteit iets verslechteren. In dat geval moet de luchtkwaliteit in een ander gebied (binnen of deels buiten een gemeente) wel worden verbeterd. Per saldo vermindert dan de luchtvervuiling (saldobenadering). Het besluit zal in 2007 worden vervangen door de Wet luchtkwaliteit. Het wetsvoorstel is in oktober 2006 door de Tweede Kamer goedgekeurd en ligt ter behandeling in de Eerste Kamer. 22

Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Zienswijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Zienswijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Zienswijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Zienswijzer Mogelijkheden voor inbreng in procedures Maasvlakte 2 Ontwerp-besluiten voor aanleg Maasvlakte 2 mogelijkheid

Nadere informatie

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer meer ruimte voor haven verbetering kwaliteit leefomgeving 2 Projecten voor haven en leefomgeving procedures voor de uitvoering Het Project Mainportontwikkeling

Nadere informatie

1.3 Globale beschrijving van de aanvraag

1.3 Globale beschrijving van de aanvraag Ter realisering van deze tweeledige doelstelling zijn drie deelprojecten opgezet die samen het PMR vormen, namelijk: 1. Bestaand Rotterdams gebied, bedoeld om het bestaande Rotterdamse havengebied beter

Nadere informatie

Ontwerp Bestemmingsplan MAASVLAKTE 2

Ontwerp Bestemmingsplan MAASVLAKTE 2 Ontwerp Bestemmingsplan MAASVLAKTE 2 Januari 2008 Ontwerp Bestemmingsplan MAASVLAKTE 2 PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Opgesteld door: ds+v Ruimtelijke Ordening, team Bestemmingsplannen Vastgesteld d.d.

Nadere informatie

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Leeswijzer en toelichting bij de milieueffectrapporten. Maasvlakte 2

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Leeswijzer en toelichting bij de milieueffectrapporten. Maasvlakte 2 PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Leeswijzer en toelichting bij de milieueffectrapporten Aanleg en Bestemming Maasvlakte 2 Havenbedrijf Rotterdam N.V. Projectorganisatie Maasvlakte 2 Postbus 6622 3002 AP Rotterdam

Nadere informatie

M AAS V L AK TE 2 RUIMTE VOOR DUURZAME GROEI. Rotterdam, 16 juni 2014 René van der Plas, Directeur

M AAS V L AK TE 2 RUIMTE VOOR DUURZAME GROEI. Rotterdam, 16 juni 2014 René van der Plas, Directeur M AAS V L AK TE 2 RUIMTE VOOR DUURZAME GROEI Rotterdam, 16 juni 2014 René van der Plas, Directeur 1 Projectlocatie Copyright - Port of Rotterdam - Maasvlakte 2 2 Noodzaak uitbreiding haven 2008-2030 1960-1970

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van. Houdende verlening van een concessie aan het Havenbedrijf Rotterdam N.V. voor de a An-le--van de Tweede Maasvlakte ONTWERP

Ontwerpbesluit van. Houdende verlening van een concessie aan het Havenbedrijf Rotterdam N.V. voor de a An-le--van de Tweede Maasvlakte ONTWERP Ontwerpbesluit van. Houdende verlening van een concessie aan het Havenbedrijf Rotterdam N.V. voor de a An-le--van de Tweede Maasvlakte ONTWERP Op de voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 158 Besluit van 29 april 2008, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Wet

Nadere informatie

Aanvraag om vergunning

Aanvraag om vergunning PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Aanvraag om vergunning INGEVOLGE DE WET BEHEER RIJKSWATERSTAATSWERKEN -00056_omslag_AV.indd 2 03-04-2007 11:39:11 Aanvraag vergunning ingevolge de Wet beheer rijkswaterstaatswerken

Nadere informatie

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Aanvraag om vergunning

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Aanvraag om vergunning PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Aanvraag om vergunning INGEVOLGE DE NATUURBESCHERMINGSWET 1998-00056_omslag_AV.indd 4 03-04-2007 11:39:21 Samenvattend verzoek om vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

1. AANHEF. 1.1 Inleiding. 1.2 Algemene Toelichting. 17 december Kenmerk

1. AANHEF. 1.1 Inleiding. 1.2 Algemene Toelichting. 17 december Kenmerk Datum 17 december 2007 Kenmerk Onderwerp Wet beheer rijkswaterstaatswerken; vergunning voor de aanleg en het gebruik van 2.000 ha landaanwinning in de Noordzee met gebruiksbestemming haven- en industrieterrein,

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Overeenkomst tussen de Staat, HbR en de Provincie Zuid-Holland

Overeenkomst tussen de Staat, HbR en de Provincie Zuid-Holland BIJLAGE 1a: Overeenkomst tussen de Staat, HbR en de Provincie Zuid-Holland ONDERGETEKENDEN I II III de Staat der Nederlanden (hierna "de Staat"), gezeteld te 's-gravenhage, in deze zaak rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Van referentieontwerp naar doorsteekalternatief

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Van referentieontwerp naar doorsteekalternatief PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Van referentieontwerp naar doorsteekalternatief -00056_omslag_A_PP.indd 9 03-04-2007 11:38:29 Van referentieontwerp naar Doorsteekalternatief geactualiseerde versie bij MER

Nadere informatie

Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied.

Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied. Herziening PIP Greenportlane: Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied. 1. Inleiding Deze Toelichting baseert zich op het inpassingsplan Greenportlane, zoals

Nadere informatie

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven. 1 Reclamant 1 Gedateerd 19-01-2013 Ontvangen 22-01-2013 1. Aangegeven wordt het niet eens te zijn met de manier waarop de boegkavel en Brouwhuisse Heide is weergegeven op p. 11 van de toelichting van het

Nadere informatie

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling

Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Deelrapport Luchtkwaliteit Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

Gemeente Oosterhout. Kantorenlocatie Beneluxweg- Zuid

Gemeente Oosterhout. Kantorenlocatie Beneluxweg- Zuid Gemeente Oosterhout Kantorenlocatie Beneluxweg- Zuid Netto oppervlakte: ca. 1.4 hectare Aantal bedrijven: 1 bedrijf Bereikbaarheid (wegen, spoor, water, openbaar vervoer): A27 en openbaar vervoer Type

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

Natuur en de Haven - van last tot waarde

Natuur en de Haven - van last tot waarde Kennismiddag Natuur en Ondernemen Kasteel Groeneveld Baarn, 10 april 2014 Natuur en de Haven - van last tot waarde Tiedo Vellinga Hoofd Milieumonitoring Maasvlakte 2 Professor Havens en Scheepvaartwegen

Nadere informatie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 2

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 2 VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 2 februari 2007 VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 2 Opgesteld door: ds+v Ruimtelijke Ordening, team Bestemmingsplannen Vastgesteld d.d. Galvanistraat 15 Postbus

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Milieueffectrapport SAMENVATTING

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Milieueffectrapport SAMENVATTING PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Milieueffectrapport SAMENVATTING Documenttitel Milieueffectrapport Aanleg Maasvlakte 2 Samenvatting Datum 5 april 2007 Projectnummer 9R7008.A1 Referentie 9R7008.A1/R012/MVZ/Rott1

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-II Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam bron 4 Den Haag Rotterdam Legenda: zandwinningsgebied landaanwinningsgebied (Tweede Maasvlakte) haven- en industriegebied

Nadere informatie

Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied

Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane Uitwerking nadere inzichten inzake nationale buisleidingenstrook Rotterdam - Ruhrgebied revisie 02 7 april 2010 Eerste herziening inpassingsplan Greenportlane:

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer Zeetoegang IJmond Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets 3 november 2011 / rapportnummer 2525 85 1. Voorgeschiedenis en stand van zaken Rijkswaterstaat (RWS) heeft het voornemen

Nadere informatie

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics Nota Ruimte budget Klavertje 25,9 miljoen euro (waarvan 3 miljoen euro voor glastuinbouwgebied Deurne) Planoppervlak 908 hectare (waarvan 150 hectare voor glastuinbouwgebied Deurne) (Greenport Trekker

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

Alternatieve locaties Hoeksche

Alternatieve locaties Hoeksche Alternatieve locaties Hoeksche Waard Nieuw Reijerwaard / Westelijke Dordtse Oever Nota Ruimte budget 25 miljoen euro (11 miljoen euro voor Nieuw Reijerwaard en 14 miljoen euro voor Westelijke Dordtse Oever)

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Actualisatie Bestemmingsplan Industrieterrein Heusden. Startnotitie

Actualisatie Bestemmingsplan Industrieterrein Heusden. Startnotitie Actualisatie Bestemmingsplan Industrieterrein Heusden Startnotitie 1 Doelstelling project Het project is gericht op het tot stand brengen van een actuele bestemmingsregeling (eindproduct) voor de bedrijventerreinen

Nadere informatie

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Besluit. 17 april 2008 DRZW/

Besluit. 17 april 2008 DRZW/ 17 april 2008 DRZW/2008-1670 2 Bij brief van 12 december 2007, kenmerk 495648, heeft u een wijziging van de aanvraag voor wat betreft de zandwingebieden ingediend. Dit in verband met nieuwe inzichten in

Nadere informatie

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO DUURZAAM PRODUCEREN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is. ... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 DEEL C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Deel C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Voor de belangrijkste tekstblokken uit het Omgevings plan Flevoland 2006 is hierna een voorstel gedaan voor

Nadere informatie

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Raad op dd maand jjjj) 1 Raad op dd maand jjjj) 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer. Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015

Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer. Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015 Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015 Agenda toelichting milieurapport Context Doel onderzoek (scope) Bevindingen per thema Kansen en nadere onderzoeken

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

"Administratieve herziening Hoogspanningsleiding"

Administratieve herziening Hoogspanningsleiding Bestemmingsplan "Administratieve herziening Hoogspanningsleiding" Inhoud. Toelichting Regels Kaart nr. 090207 Procedure. Kennisgeving voorbereiden bestemmingsplan Gepubliceerd d.d. : 10 december 2009 Ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT ABB Ontwikkeling B.V. / 29 december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding/Projectomschrijving 3 1.2 Vigerend bestemmingsplan 4 1.3 Procedure 6 2.

Nadere informatie

Hengelo, Hart van Zuid

Hengelo, Hart van Zuid Hengelo, Hart van Zuid Nota Ruimte budget 14,5 miljoen euro Planoppervlak 50 hectare Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ROC van Twente Internationale potentie

Nadere informatie

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen Planstatus: vastgesteld Datum: 2015-09-22 Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Colofon Titel: Opdrachtgever: Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen

Nadere informatie

Ontwikkelingen Maasvlakte 2 Jaarcongres Public Finance. Utrecht, 29 oktober 2008 Paul Swanenvleugel

Ontwikkelingen Maasvlakte 2 Jaarcongres Public Finance. Utrecht, 29 oktober 2008 Paul Swanenvleugel Ontwikkelingen Maasvlakte 2 Jaarcongres Public Finance Utrecht, 29 oktober 2008 Paul Swanenvleugel Inhoud Inleiding Maasvlakte 2 Stand van Zaken Maasvlakte 2 Publiek-private samenwerking (PPS) bij MV2

Nadere informatie

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013 Startdocument Schuytgraaf Veld 17b juni 2013 1 Inleiding In mei 2012 heeft de gemeente Arnhem het project Schuytgraaf overgenomen van de GEM (Grondexploitatie maatschappij). De gemeente heeft nu de leiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Hoofdrapport 4 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en context pagina 3 3. Geografische afbakening pagina 4 4. Ontwikkeling

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - HAVO DUURZAAM PRODUCEREN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Maastricht Belvédère. Nota Ruimte budget 10 miljoen euro

Maastricht Belvédère. Nota Ruimte budget 10 miljoen euro Maastricht Belvédère Nota Ruimte budget 10 miljoen euro Planoppervlak 56 hectare (als onderdeel van 280 hectare herstructurering oude bedrijventerreinen) Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk Jaarcongres Nederlandse Vereniging van Binnenhavens, Venlo, 5 oktober 2012 Hans Smits, CEO Havenbedrijf Rotterdam N.V. 1 Haven Rotterdam in cijfers

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/17A

Statenvoorstel 52/17A Statenvoorstel 52/17A Voorgestelde behandeling Procedurevergadering : 11 september 2017 PS-vergadering : Onderwerp Vaststelling PIP Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69-1e herziening. Aan Provinciale Staten

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude)

Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude) 1 Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude) Opdrachtgever Stedin, Rotterdam Referentie Heijden, E. van der 2015. Natuurcompensatieplan aanleg

Nadere informatie

Kapelle-Biezelinge 2e wijziging

Kapelle-Biezelinge 2e wijziging Kapelle-Biezelinge 2e wijziging Gemeente Kapelle bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0678.kapbiezWZ002-VAST 05-07-2011 ontwerp 15-05-2012 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE 2010-2020 POSITIONERING DELTALANDSCHAP 2010 BESTAANDE TOEKOMST DELTALANDSCHAP 2010-2020 STRUCTUURBEELD DELTALANDSCHAP 2020 POSITIONERING STEDELIJKE DELTA 2010

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

aanvraag tijdelijke ontheffing ex artikel 3.22 Wro GEMEENTE SCHERMER ten behoeve de realisatiewerkzaamheden Bergermeer Gasopslag pag 2 van 3 DATUM: 20-10-2009 Gasopslag Bergermeerproject en rijkscoördinatieregeling

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Ontwerp - Partiële herziening BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 81

Ontwerp - Partiële herziening BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 81 Ontwerp - Partiële herziening BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 81 Januari 2008 2 INHOUDSOPGAVE 1 TOELICHTING 4 2 GELUID 5 2.1 Wet- en regelgeving 6 2.2 Industrielawaai 6 2.3 Methodiek 9 3 PLANOPZET 9 4 INSPRAAK

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID? Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW DUURZAAM BOUWEN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip

Nadere informatie

Deel 3 PKB PMR (2006) Kabinetsstandpunt Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Deel 3 PKB PMR (2006) Kabinetsstandpunt Project Mainportontwikkeling Rotterdam Deel 3 PKB PMR (2006) Kabinetsstandpunt Project Mainportontwikkeling Rotterdam PKB PMR (2006) Deel 3: Kabinetsstandpunt juni 2006 2 PKB PMR deel 3 (2006) Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Opdrachtgever: projectnummer: Memo vormvrije m.e.r.-beoordeling Herziening bestemmingsplan in Weststellingwerf

Opdrachtgever: projectnummer: Memo vormvrije m.e.r.-beoordeling Herziening bestemmingsplan in Weststellingwerf Memo Opdrachtgever: projectnummer: 650.02.00.01.00 Onderwerp: Datum: 30-06-2016 Memo vormvrije m.e.r.-beoordeling Herziening bestemmingsplan in Weststellingwerf 1. I n l e i d i n g N.V. Nederlandse Gasunie

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Vossenstraat 81 Doetinchem Ihkv functieverandering agrarisch naar natuur.

Ruimtelijke onderbouwing Vossenstraat 81 Doetinchem Ihkv functieverandering agrarisch naar natuur. Ruimtelijke onderbouwing Vossenstraat 81 Doetinchem Ihkv functieverandering agrarisch naar natuur. Project : Ruimtelijke onderbouwing Vossenstraat 81, Doetinchem Datum : 21 juni 2013 Status : Definitief

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen NOTITIE AAN Dienst Regelingen VAN Sara Zehenpfenning ONDERWERP Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk Notitie Contactpersoon Suzanne Swenne Datum 1 maart 2016 Kenmerk N001-1235703SBO-wga-V01-NL Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk 1 Aanleiding De gemeente Urk is momenteel

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari 2014 20102687-06v3 M. Blankvoort

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari 2014 20102687-06v3 M. Blankvoort Wilhelm Röntgenstraat 4 8013 NE Zwolle Postbus 1590 8001 BN Zwolle T +31 (0)38-4221411 F +31 (0)38-4223197 E Zwolle@chri.nl www.chri.nl Notitie 20102687-06v3 Clarissenhof te Vianen Beoordeling luchtkwaliteitseisen

Nadere informatie

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Milieueffectrapport BIJLAGE MILIEUKWALITEIT

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Milieueffectrapport BIJLAGE MILIEUKWALITEIT PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE Milieueffectrapport BIJLAGE MILIEUKWALITEIT Documenttitel Milieueffectrapport Aanleg Maasvlakte 2 Bijlage Milieukwaliteitt Verkorte documenttitel Datum 5 april 2007 Projectnummer

Nadere informatie

Nieuwe bedrijvigheid. Flevokust Lelystad. unieke multimodale situering. Lokale ontwikkeling. 115 hectare havengebonden bedrijventerrein

Nieuwe bedrijvigheid. Flevokust Lelystad. unieke multimodale situering. Lokale ontwikkeling. 115 hectare havengebonden bedrijventerrein Flevokust Lelystad Nieuwe bedrijvigheid Flevokust spoorverbinding Filevrij Lelystad synergie unieke multimodale situering groen milieucategorie 5 transportmodaliteiten Bereikbaarheid flexibiliteit in kavelgrootte

Nadere informatie

Ruimtelijke inrichting van Nederland

Ruimtelijke inrichting van Nederland Ruimtelijke inrichting van Nederland De rijksoverheid zet een mix van instrumenten in bij de ruimtelijke inrichting: - Uitvoering door de rijksoverheid Er zijn 3 categorieën rijksbeleid: - Internationale

Nadere informatie