AVONTURENTOCHT Handleiding

Transcriptie

1 AVONTURENTOCHT Handleiding 1

2 Hoe kan ik de Avonturentocht ontlenen? Voor de reservatie van het materiaal kan je terecht bij de dienst onthaal & info. De kostprijs van het gehuurde materiaal wordt verrekend in je eindfactuur. Je kan dit materiaal alleen ontlenen als je ook een verblijfsaccommodatie huurt. Het materiaal voor de avonturentocht ligt klaar in het rechtergedeelte van loods 327, vlakbij de Spiegelaar. Je kan de handleiding van de avonturentocht en de sleutel van de loods ophalen tijdens de openingsuren van de uitleendienst. Het afhaalpunt is gelegen naast het containerpark. We vragen je ook om de veiligheidsvoorschriften te lezen en te ondertekenen, zodat je weet hoe je deze activiteit op een veilige manier kan uitvoeren. Indien je iets kwijt raakt of stuk maakt, wordt dit nadien aangerekend in je eindfactuur volgens de prijzen die je vindt in de materiaallijst. Voor je start, kan je best controleren of er materiaal ontbreekt. We kijken dit na elk gebruik na, maar kunnen uiteraard ook eens iets over het hoofd zien. Ontbreekt er iets of is er iets stuk, dan meld je dit voor je aan de slag gaat aan onthaal & info (014/ ). In de loods hangt het materiaal geordend per activiteit. Zorg ervoor dat je het materiaal na gebruik netjes op dezelfde plaats terug zet. Dit vergemakkelijkt de controle van het materiaal. Als de medewerkers van natuur & avontuur het materiaal zelf moeten opruimen en op de juiste plaats moeten aanbrengen, rekenen we de werkuren van onze medewerkers aan. De medewerkers van de uitleendienst waarderen je opmerkingen over eventuele tekortkomingen, gebreken of gevaren bij het gebruik van de avonturentocht. 2

3 Wat kan ik verwachten van de Avonturentocht? OPZET Het materiaal van dit uitleenpakket stelt je in staat om samen met je groep op de aangegeven locaties avontuurlijke elementen op te stellen. Alles draait rond avontuur en actie in onze bossen: hindernissen overbruggen, klimmen en klauteren, naar beneden roetsjen langs de kabelbaan, op een vlot de vijver over varen, geblinddoekt een parcours afleggen, Kinderen en jongeren van 8 tot 14 jaar. DOELGROEP TIJDSDUUR Je leent deze activiteit uit voor een ganse dag. Hoe lang je er effectief mee bezig bent, hangt af van de grootte van de groep en het aantal onderdelen dat je wil doen. Je kiest zelf welke onderdelen de groep aanspreken. Je kan een paar locaties uitkiezen of ze allemaal doen. Bij elke activiteit vermelden we de tijd die je nodig hebt om alles op te stellen en er een leuke tijd op te beleven. De verste afstand is van de avonturenloods naar de kabelbaan: dit is een 20-tal minuten wandelen. Veiligheidsvoorschriften en afspraken Voor je aan de slag kan met de avonturentocht, vragen we je om de veiligheidsvoorschriften grondig door te lezen en deze te ondertekenen. Zorg er als verantwoordelijke voor dat alle begeleiders van deze activiteit op de hoogte zijn van deze voorschriften en dat ze deze ook aan de deelnemers kunnen doorgeven. ALGEMEEN - Opgestelde elementen laat je nooit onbeheerd achter. - Bij elk element is het noodzakelijk dat een volwassen begeleider de hele tijd actief toezicht houdt. Hij houdt continu de veiligheidsvoorschriften in de gaten, stuurt bij en helpt waar nodig. - Laat niet toe dat groepen dat andere groepen gebruik maken van het materiaal. - Je gebruikt het materiaal waarvoor het bedoeld is. Heb je zelf nog een idee dat je graag zou uitvoeren met het materiaal, overleg dan eerst met een medewerker van natuur & avontuur. - Na gebruik berg je het materiaal weer op zoals je het gevonden hebt en sluit je de loods af. - Merk je gevaarlijke situaties op of mankementen aan het materiaal, dan meld je dit na gebruik aan een medewerker. Ook van eventuele kwetsuren worden we graag op de hoogte gesteld, hoewel we hier niet aansprakelijk voor zijn. - De kans op schaafwonden, blauwe plakken of verstuikte enkele is niet onbestaande. Door de veilgheidsvoorschriften goed op te volgen, beperk je dit. De Hoge Rielen is niet verantwoordelijk voor ongevallen op het domein! 3

4 1. BRUG BOUWEN (ZONDER SJORTOUW) De 4 gepunte palen plaats je zeker 0,5 meter in de aarde. De brug, het gedeelte waarover je loopt, mag niet hoger zijn dan 1 meter. 2. HINDERNISSENLOOP Maximum 8 deelnemers tegelijk op het hele parcours. Maximum 1 deelnemer tegelijk op de slacklines en de X-cross. Voor het monteren van de touwen maak je gebruik van het inkliksysteem met musketon waarbij je deze vast klikt aan de haken in de bomen. Zorg ervoor dat je de musketons dichtdraait. Draai de musketons dicht tot op het einde en draai ze dan een kwartslag weer los. Zo krijg je ze na gebruik ook gemakkelijk weer los. De kleur van de tape op de touwen stemt overeen met de kleur van de bevestigingsringen in de bomen. Voor het monteren van de slacklines volg je nauwgezet de handleiding die er bij zit. Als je deze niet goed volgt, kan het wel eens moeilijk zijn om de slackline weer los te krijgen. Het principe is hetzelfde als dat van een spankabel. Hang de slackline nooit hoger dan 0,5m. Advies voor de uitvoering: Om kwetsuren te voorkomen werk je steeds met duo s van twee deelnemers. Eén persoon legt het parcours af, de andere persoon begeleidt degene die het parcours aflegt. Degene die volgt kan aanwijzingen geven en ondersteunen waar nodig. Onderaan deze veiligheidsinstructies lees je meer over de techniek van het spotten. Oefen deze samen met de deelnemers in en pas deze toe tijdens de hindernissenloop. 3. KLIMMEN, KLAUTEREN EN KRUIPEN Je monteert het spinnenweb met de musketons aan de overeenkomstig gekleurde haken in de bomen. Zorg ervoor dat bij elke klimmer op de muur of het spinnenweb minstens twee deelnemers de klimmers spotten om een mogelijke val op te vangen. Meer uitleg over de techniek van spotten vind je achteraan in de handleiding. 4. BLINDEMANPARCOURS Bij het opstellen van de verschillende touwen is het belangrijk de juiste kleurencombinatie te gebruiken. De kleur van de tape op de touwen stemt overeen met de kleur van de haken in de bomen. Laat de kinderen steeds per twee werken. Eén draagt een blinddoek, de andere begeleidt en geeft aanwijzingen waar nodig. Let erop dat kinderen mekaar niet expres ergens tegenaan doen lopen. 4

5 5. KABELBAAN Neem voor je aan deze activiteit begint grondig de aanwijzingen in deze handleiding door. Omdat dit onderdeel een voortbewegen op hoogte betreft moet dit onderdeel ook extra beveiligd worden. Monteer het platform zoals aangegeven in de handleiding. Controleer altijd vooraf of het harnas op de juiste manier is vastgemaakt. Zorg ervoor dat er altijd een begeleider op het platform staat. Deze begeleider maakt zichzelf vast met behulp van de lange leeflijn aan het daarvoor voorziene oog. De begeleider op het platform helpt steeds met het inklikken van de musketon aan het harnas van de deelnemer. Daarna klikt de begeleider de andere musketon vast aan de katrol. Volg hiervoor nauwgezet de foto s in de handleidingen. Let erop dat er tijdens het roetsjen geen andere deelnemers onder de kabelbaan staan of lopen. De deelnemer houdt zich tijdens het roetsjen vast aan het touw en niet aan de katrol. Maak na gebruik de katrol en het platform vast met de hangsloten. Laat de katrol zeker niet naar het midden glijden. 6. EHBO-MATERIAAL Natuur & avontuur van de Hoge Rielen voorziet geen EHBO-materiaal. Daarvoor moet je zelf zorgen. 7. CONTROLE De Hoge Rielen stelt het materiaal van de avonturentocht ter beschikking. Deze activiteit wordt niet begeleid door medewerkers van natuur & avontuur. De Hoge Rielen zorgt ervoor dat het materiaal veilig is en zich in goede staat bevindt. Het materiaal wordt na gebruik gecontroleerd door natuur & avontuur. De deelnemers kunnen vóór gebruik eveneens het materiaal controleren. Eventuele tekorten kan je dan nog melden aan natuur & avontuur. De begeleider oordeelt zelf of de deelnemers al dan niet geschikt zijn om deel te nemen aan de avonturentocht in zijn geheel of aan bepaalde onderdelen ervan. De Hoge Rielen is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen door het gebruik van het materiaal 5

6 Hoe kan ik aan de slag met de avonturentocht? LOCATIES Je haalt het materiaal van de onderdelen die je wil doen op in de loods 327 en gaat naar de juiste locaties.. Na afloop neem je het materiaal weer mee terug naar de loods. Achteraan in deze handleiding vind je een grote versie van bovenstaand plan. GROEPSINDELING Per onderdeel kan een groep van 10 tot 15 deelnemers aan de slag. Als je de groepen groter maakt, zullen de deelnemers langer moeten wachten. Je kan een doorschuifsysteem opzetten zodat elk groepje maar één onderdeel moet opbouwen en één onderdeel opruimen. Voorzie in dat geval wel een begeleider per activiteit en eventueel ook per groep om het doorschuiven te begeleiden. 6

7 Onderdeel 1: Hindernissenloop OPZET Op deze locatie kan je op een eenvoudige manier met het materiaal een hindernissenparcours opbouwen. Spreek je verbeeldingskracht aan en doe alsof het onder het parcours gevaarlijke dieren rondzwemmen, of gigantische kloven en afgronden bevinden. Met wat durf en samenwerking is het mogelijk het hele parcours af te leggen zonder de grond te raken. TIJDSDUUR Minimum 1 uur voor het vervoeren van het materiaal, de opbouw en het uitvoeren. Dit wordt langer als ook je volgende dingen doet: - De brug zonder sjortouw ook opbouwen (+20 minuten) - Extra hindernissen en avontuurlijke oversteekmaterialen uit het bos halen ( minuten) - Extra spelsuggesties ( minuten) - Afbreken + terugtocht ( minuten) Alles in totaal kan je dus gemakkelijk 2 tot 2,5 uur bezig zijn. MAXIMUM AANTAL DEELNEMERS BIJ DEZE LOCATIE Maximum 16 waarvan maximum 8 kinderen tegelijkertijd op het parcours. Je deelt je groep best in 2. Eén helft voert het parcours uit, de andere helft zorgt voor de veiligheid van de uitvoerders door te spotten. Daarna wordt er gewisseld. Op alle opgehangen onderdelen (slacklines en X-cross) mag maximum 1 persoon tegelijkertijd. VERLOOP PARCOURS Het parcours start normaal gezien bij de boomstammen. Dan gaat het naar de slackline met dubbel hulptouw, de x-cross en tenslotte de slackline met enkel hulptouw. Uiteraard kan je het ook in omgekeerde volgorde doen. Op de plaatsen waar geen hindernis voorzien is, kunnen de deelnemers de houten plankjes en schijven gebruiken om de afstand te overbruggen. Nog leuker wordt het als jullie allerlei dode boomstammen en takken gaan zoeken in het bos en deze als extra hindernis gebruiken. Uitdaging: zoek een gigantische boomstam en probeer deze met je groep te verplaatsen naar het hindernissenparcours. De brug zonder sjortouw kan een mogelijke extra hindernis zijn in het parcours. 7

8 BOOMSTAMMENOVERSTEEK Locatie Aan de ingegraven boomstammen Materiaal Eventueel 10 houten plankjes, kan ook zonder. Uitvoering Door gebruik te maken van de boomstammen probeer je al stappend of springend, recht op recht of zigzaggend, naar de overkant te geraken. Met de houten latten kan je bruggetjes maken tussen de olifantspoten. 8

9 SLACKLINEOVERSTEEK MET DUBBEL HULPTOUW Locatie Aan de bomen met groene bevestigingsringen. Materiaal Slackline 2 hulptouwen (groen gemarkeerd) met in totaal 4 musketons Opstelling Hang de slackline tussen de bomen die groene bevestigingsringen hebben. Voor het correct opstellen van de slackline volg je de instructies die bij de slackline zitten en achteraan in deze handleiding staan. Op die manier krijg je de slackline strak opgehangen en krijg je hem na gebruik ook vlot weer los. Bevestig de hulptouwen met de musketons in de groene bevestigingsringen aan de bomen. Draai de musketons toe en een kwartslag weer open. Extra uitdaging: Je kan er ook voor kiezen om dit touw aan je groep te geven, zonder het te bevestigen. De eerste moet dan zonder hulptouwen, eventueel met de hulp van de groep, aan de overkant proberen te geraken en het hulptouw zelf bevestigen.. Zorg in dit geval zeker voor spotters. Uitvoering en extra spelsuggesties Probeer aan de overkant te geraken zonder de grond raken. Wie kan zonder hulp van het hulptouw aan de overkant geraken? Achterwaarts over de slackline In het midden gaan zitten op de slackline en weer rechtstaan, zonder eraf te vallen te Veiligheid Slechts 1 deelnemer tegelijk op de slackline. Iemand doet de oefening, twee andere mensen volgen en breken indien nodig de val degene die de oefening doet. (zie de informatie over spotten achteraan in deze handleiding) 9

10 X-CROSS Locatie Tussen de bomen met blauwe bevestingingsringen. Materiaal 3 touwen (blauw gemarkeerd) met 6 musketons Opstelling Hang de touwen met de musketons vast aan de blauwe bevestigingsringen. Draai de musketons toe en een kwartslag weer open. Uitvoering Probeer van de ene kant naar de andere kant te gaan, zonder de grond te raken. In het midden van de X-cross zal je dus moeten overstappen op een ander touw. Veiligheid Dit is een vrij moeilijke evenwichtsoefening. Zorg zeker voor spotters. Laat maximum 1 persoon tegelijkertijd op de X-cross. 10

11 APENBRUG MET SLACKLINE Locatie Aan de bomen met gele bevestigingsringen. Materiaal Slackline Hulptouw (geel gemarkeerd) met 2 musketons Opstelling Hang de slackline tussen de bomen die een gele bevestigingsring hebben. Voor het correct opstellen van de slackline volg je de instructies die bij de slackline zitten en achteraan in deze handleiding staan. Op die manier krijg je de slackline strak opgehangen en krijg je hem nadien ook vlot weer los. Bevestig het hulptouw met de musketons in de gele bevestigingsringen aan de bomen. Draai de musketons toe en een kwartslag weer open. Extra uitdaging: Je kan er ook voor kiezen om dit touw aan je groep te geven, zonder het te bevestigen. De eerste moet dan zonder hulptouwen, eventueel met de hulp van de groep, aan de overkant proberen te geraken en het hulptouw zelf bevestigen.. Zorg in dit geval zeker voor spotters. Extra spelsuggesties Probeer aan de overkant te geraken zonder de grond te raken. Wie kan zonder hulp van het hulptouw aan de overkant geraken? Achterwaarts over de slackline In het midden gaan zitten op de slackline en weer rechtstaan, zonder eraf te vallen Veiligheid Slechts 1 deelnemer tegelijk op de slackline. Iemand doet de oefening, twee andere mensen volgen en breken indien nodig de val degene die de oefening doet. (zie de informatie over spotten achteraan in deze handleiding) 11

12 PLANKJES, SCHIJVEN EN BOOMSTRONKEN Locatie De plaatsen in het parcours waar geen hindernis voorzien is Materiaal Plankjes Schijven Boomstronken en boomstammen uit het bos. Opstelling en uitvoering Gemakkelijk: je legt op alle plekken waar er geen hindernis is, al schijven, plankjes of boomstammen klaar waar de deelnemers over kunnen lopen. Moeilijk: je geeft de groep bij het begin van het parcours de plankjes en de schijven (of een deel ervan, om het nog moeilijker te maken). Ze moeten deze hulpmiddelen dus meenemen over alle hindernissen. Bij grote afstanden en/of voor grote groepen zou het kunnen dat ze met meerdere mensen op één plankje of schijf moeten staan om het doorgeven van materiaal mogelijk te maken. Medium: Je legt telkens een aantal planken en/of schijven klaar op een hoopje bij de verschillende stukken waar geen hindernissen staan. Zo moeten ze het materiaal niet meenemen, maar wel zelf uitleggen. Je kan bij elk stuk bijvoorbeeld maar 2 of 3 planken voorzien om de oversteek moeilijker te maken. Extra spelsuggestie Je kan de groep in twee verdelen en hen elk de helft van de plankjes en schijven geven. Ze kunnen ieder langs één kant van het parcours vertrekken. Ze moeten elkaar dan in het parcours kruisen, zonder de grond te raken. Let hierbij wel op dat het maximum aantal per element niet overschreden wordt. Laat ze elkaar kruisen op een plaats waar geen vaste hindernis voorzien is. Een extra moeilijkheid kan zijn dat als iemand van de groep de grond raakt, ze terug opnieuw moeten beginnen. Veiligheid Deelnemers mogen elkaar niet van de hindernissen proberen te duwen. Let hier vooral op als je 2 groepen tegen elkaar om ter snelst over het parcours laat lopen. 12

13 BRUG BOUWEN ZONDER SJORTOUW Locatie Als onderdeel van het hindernissenparcours: tussen de ingegraven boomstammen en de eerste slackline oversteek of op een andere plaats in het parcours waar geen hindernis voorzien is. Een vlakke ondergrond maakt het bouwen van de brug gemakkelijker. OF Als jullie het niet zien zitten om alle balken tot bij de locatie van het hindernissenparcours te krijgen, kunnen jullie de brug ook vlakbij de loods 327 bouwen, net achter de omwalling. Materiaal 1 grondboor 14 balken: 2 balken van 6 meter, 4 balken van 2,5 meter, 4 balken van 2 meter en 4 balken van 1 meter Opstelling Zoek een plekje met een zachte en gelijke ondergrond (voor of na de boomstamoversteek) Maak met de grondboor putjes in de bodem van ongeveer 0,5 meter diep. De putjes vormen een rechthoek. In de breedte staan de putjes ongeveer de dikte van 4 sjorbalken (max.0,5m) uit elkaar. In de lengte staan de putjes maximum 5 meter uit elkaar. Hoe groter de afstand tussen de putjes, hoe minder stabiel de brug zal zijn. In de putjes plaats je de 4 palen van 2,5 meter. Leg de palen van 6 meter naast elkaar, tussen de 4 paaltjes die in de grond staan.. Bestudeer goed bovenstaande tekening en breng de palen aan zoals op de tekening wordt aangegeven. De foto s geven de verschillende stappen in de opbouw ook visueel weer. Succes! 13

14 14

15 Taakverdeling opbouw Zorg dat 6 tot 12 mensen mee de balken goed kunnen houden. Tien bouwers en één of twee coördinators/bouwmeesters is ideaal om de brug vlot in mekaar te zetten. Spelsuggesties Stap over de brug Stap achterwaarts over de brug Kruis mekaar op de brug Loop geblinddoekt over de brug. Loop op handen en voeten over de brug. Kruip onder de brug zonder deze aan te raken. Kruip onder de brug op handen en voeten. Kruip onder de brug waarbij enkel je voeten de grond mogen aanraken. Kruip dwars over de brug zonder deze aan te raken Spring over de brug. Veiligheid De 4 gepunte palen plaats je zeker 0,5 meter in de aarde. De brug, het gedeelte waarover je loopt, mag niet hoger zijn dan 1 meter. Laat nooit meer dan 2 mensen tegelijkertijd op de brug. Overweeg om spotters te laten meelopen met de deelnemers die over de brug gaan. Meer uitleg over spotten achteraan in deze handleiding. Na afloop Maak na afloop de putjes weer dicht 15

16 Onderdeel 2: Kruipen, klimmen en klauteren OPZET Er worden hier allerlei elementen voorzien om te klimmen, klauteren en kruipen. Ideaal als tussenstop op weg naar het blindemansparcours of de kabelbaan. TIJDSDUUR minuten verplaatsing + opbouwen minuten klimmen, klauteren en kruipen. MAXIMUM AANTAL DEELNEMERS BIJ DIT LOCATIE Maximum deelnemers. Onder het camouflagenet kunnen maximum 3 mensen tegelijkertijd. Op de muur en het spinnenweb maximum 1 persoon. CAMOUFLAGENET Locatie In de buurt van de klimmuur. Voorafgaand aan het spinnenweb of volgend op het klauternet. Naast de klimmuur ligt een heuveltje. Het camouflagenet op de heuvel leggen, maakt het nog wat leuker. Materiaal 4 piketten camouflagenet Opstelling Het camouflagenet maak je met de piketten in de grond vast. Op de grond kruipend probeer je de andere kant te bereiken. Spelsuggesties Wie durft geblinddoekt onder het net? Met twee aan elkaar vastgebonden De deelnemers moeten iets zoeken dat verstopt werd onder het net Onder het net liggen nog een aantal extra hindernissen (bijvoorbeeld boomstronken) waar ze rond moeten kruipen 16

17 AUTOBANDEN Locatie In de buurt van de muur en het spinnenweb: bijvoorbeeld voor of na het camouflagenet, voor of na het spinnenweb. Materiaal 4 autobanden Opstelling Ofwel leg je de banden geschrankt neer. Ofwel vraag je enkele deelnemers om de banden rechtop te houden. Spelsuggesties Je kan de autobanden op 2 manieren gebruiken. Ofwel leg je ze geschrankt neer op de grond en moeten de deelnemers zoals in het leger over de banden heen lopen door telkens een voet in de opening in het midden van de band te zetten. Ofwel laat je enkele deelnemers de banden rechtop vasthouden. De bedoeling is dan om door de banden heen te kruipen. 17

18 DE MUUR Locatie De muur staat permanent opgesteld. Materiaal niets Doel Over de muur geraken. Veiligheid Zorg ervoor dat iedereen die over de muur aan het kruipen is of op de muur zit om te helpen, gespot wordt. Meer uitleg over spotten vind je achteraan in deze handleiding. Maximum 1 persoon tegelijkertijd op de muur. 18

19 SPINNENWEB Locatie Aan de bomen met de gekleurde bevestigingsringen, vlakbij de muur. Materiaal Spinnenweb met 4 musketons. Opstelling Klik het spinnenweb met de 4 musketons vast aan de haken in de bomen. De kleuren aan de musketons moeten overeenkomen met de kleuren van de bevestigingsringen. Zorg ervoor dat de touwen van het spinnenweb niet gedraaid zitten, want dan is het vastklikken erg moeilijk. Spelsuggestie Je moet met de hele groep door het spinnenweb kruipen, maar je kan dat doen op verschillende manieren: iedereen gaat door dezelfde opening, iedereen gaat telkens door een andere opening, iedereen gaat door de kleinste opening... Veiligheid Maximum 1 persoon tegelijkertijd op het net. Zorg ervoor dat iedereen die op het spinnenweb aan het kruipen is, gespot wordt. Meer uitleg over spotten vind je achteraan in deze handleiding. 19

20 Onderdeel 3: Blindemansparcours OPZET Hier is het de bedoeling dat de deelnemers geblinddoekt een parcours afleggen. Ze hebben een leidtouw dat hen door het parcours leidt en iemand die hen helpt waar nodig. TIJDSDUUR Minimum 1 uur voor het vervoeren van het materiaal, de opbouw en het uitvoeren. AANTAL DEELNEMERS BIJ DEZE LOCATIE Tot 20 deelnemers, waarvan de helft gelijjktijdig. Materiaal 10 blinddoeken 1 touw blauw gemarkeerd 1 touw groen gemarkeerd 1 touw wit gemarkeerd 1 touw geel gemarkeerd 1 touw rood gemarkeerd 1 touw met verticale touwtjes en musketons (zwart gemarkeerd) Opstelling De touwen vormen de leidraad door het parcours, ze leiden de deelnemers van hindernis naar hindernis. Elk uiteinde van de touwen heeft een kleur. Deze kleuren vind je ook terug op de bevestigingsringen op de bomen. Je knoopt dus bijvoorbeeld het rode touw vast aan een rode bevestigingring in een boom. Je gaat met het touw langs alle bomen en ogen die dezelfde kleur hebben en eindigt met een knoop aan de laatste bevestigingsring in die kleur. Om de touwen gemakkelijk vast en los te kunnen maken, stellen we voor dat je een mastworp gebruikt. Deze staat uitgelegd bij de knopen van de vlotten. Je kan ook een eenvoudige knoop gebruiken, maar trek deze dan niet te strak aan. Het touw met de verticale touwtjes klik je vast met de musketons in de bevestigingsringen. 20

21 Parcours Het parcours begint met het touw met de blauwe tape aan de overkant van de sloot. Je gaat via het bruggetje (een dikke boomstam). De volgende oefening is de zwierende balken. Vanaf hier begint het groene touw. Aan het einde van het groene touw begint het witte touw. Dit touw brengt je op en weer af de heuvel in het parcours. Om het moeilijker te maken staan er wat paaltjes in de weg. Via een waggel bruggetje moet je nu overgaan op het touw met de rode tape. Ga nooit met meer dan één persoon op het bruggetje. De laatste oefening bestaat uit het touw (zwart) met de verticale touwtjes en musketons. Die klem je hoger aan de haken in de stammen. Je moet dus telkens op zoek gaan naar het volgende touwtje. Via de verticale touwen komen we aan het einde van het parcours. 21

22 Onderdeel 4: Kabelbaan OPZET Langs een kleine kabelbaan, zoef je naar beneden door ons bos. TIJDSDUUR Afhankelijk van hoe vaak er geroetsjt wordt. Voor de verplaatsing naar de kabelbaan en het opstellen reken je best minuten. GROEPSGROOTTE Hoe groter de groep hoe langer iedereen moet wachten om te roetsjen. Je gaat best niet met meer dan 15 deelnemers tegelijk naar de kabelbaan. Materiaal Het platform hangt klaar op de locatie zelf. Wat neem je mee vanuit de loods: - 2 steunbuizen - 3 klimharnassen: 1 voor de begeleider (rood gemarkeerd) 2 voor de roetsjers (groen gemarkeerd) - 1 terugtrektouw (paars) - 1 touwladder Opstelling Stel het platform op zoals op de foto Met de sleutel maak je het slot van het platform los. Kantel het platform naar boven. Schuif de het ene uiteinde van de steunbuizen over de pinnen. Het andere uiteinde van de steunbuizen komt in de holtes van de steunbalken. Klik de touwladder met behulp van de musketons vast aan de ringen onderaan het platform.. 22

23 HARNASSEN AANDOEN Leg de harnassen klaar zoals op de foto. De groen gemarkeerde harnassen zijn voor de roetsjers. Het met rood gemarkeerde harnas is voor de begeleider, om zich te beveiligen op het platform. Roetsj nooit met het rood gemarkeerde harnas. Dit harnas heeft een lange leeflijn, waardoor je hard de grond zou raken als je hiermee zou roetsjen. Ga met je voeten in de zwarte lussen staan en doe ze aan zoals je een broek aantrekt. De gele schouderriemen kan je aandoen zoals een rugzak. Zorg ervoor dat de kruising van de riemen tussen de schouderbladen is. Kijk ook na of er geen banden gedraaid zitten. Trek eerst de linten van de schouderriemen aan, vervolgens die van de beenriemen. Het harnas moet mooi aansluiten aan je lichaamsbouw en mag niet scheef zitten. Je moet nog wel comfortabel kunnen klimmen. 23

24 Klik de twee buiklussen samen met de musketon. KLAARMAKEN OM TE ROETSJEN De begeleider, die het harnas met de lange leeflijn aan heeft, klimt eerst naar boven. Zet iemand onderaan de touwladder om te spotten. Boven aan gekomen, klik het uiteinde van de leeflijn vast aan de metalen ring (Aan die ring hangt ook de ketting waarmee de katrol vast hangt.) Schroef de musketon toe. De eerste deelnemer, die het harnas met de korte leeflijn aan heeft, kan nu naar boven klimmen. Zorg dat iemand onderaan de touwladder staat om te spotten. Eventueel kan iemand ook de onderkant van de touwladder tegenhouden (oppassen voor de voeten van de klimmer!) De begeleider boven grijpt van zodra hij kan de metalen ring op de rugzijde van het harnas van de klimmer vast en help de klimmer tot op het platform. Klilk de schroefmusketon aan het uiteinde van de leeflijn van de deelnemer vast in de middengleuf van de katrol. Schroef de musketon dicht en een kwartslag weer open. 24

25 Klik het terugtrektouw met de schroefmusketon vast aan de musketon op de buik van de deelnemer. Leg het terugtrektouw losjes rond de hals van de deelnemer. ROETSJEN De deelnemer die gaat roetsje, neemt met twee handen de zwarte leeflijn vast. Laat nooit de ijzeren staven van de katrol vastnemen! GOED FOUT!!!! De deelnemer hurkt neer aan de rand van het platform en laat zich naar beneden glijden. Je hoeft niet af te remmen omdat de stalen kabel van de kabelbaan naar het einde toe omhoog gaat zodat je op een natuurlijke manier afremt en op het laagste punt blijft hangen. 25

26 Nadien trekt de groep je terug naar het platform. Let op: zij moeten je een zetje geven tot de begeleider die op het platform staat de katrol of het touw kan vastnemen en je weer op het platform kan heisen. Je begeleider helpt je verder op het platform klimmen. Hij zal je ook weer losmaken en van het platform helpen. Zorg dat er bij het naar beneden klimmen steeds iemand staat de spotten onderaan de ladder. Na gebruik maak je de katrol weer vast met het slot. Je klapt het platform weer naar beneden en haalt de steunpalen van de pinnen. Maak ook het slot van het platform weer vast. 26

27 Achtergrondinformatie SPOTTEN Wat is spotten? Met spotten bedoelen we het scheppen van een menselijk veiligheidsnet voor de persoon die de activiteit uitvoert. Hoewel geen enkel van de onderdelen van de avonturentocht echt hoog zijn, kan een val van een element toch een matige tot ernstige kwetsuur veroorzaken. Een kwetsuur kan voorkomen worden door de val van de deelnemer te breken met een menselijk opvangnet. Correct en waakzaam spotten van nek en rug voorkomt dus dat iemand zich kwetst. Opmerkingen over het spotten Het is niet de bedoeling dat de spotter iemand die valt letterlijk opvangt. Wel is het de bedoeling de nek en rug te beschermen bij een val, zodat deze niet rechtstreeks en met volle kracht op de grond komen. Het komt er dus op aan de val te breken. Het is bijgevolg niet zo dat alleen de grotere en/of zwaardere kinderen kunnen spotten, want iedereen zonder medische problemen kan een val breken Ook als de uitvoerder en de spotter samen op de grond belanden, heeft de spotter wellicht zijn werk goed gedaan. Spotten aanleren De spotter houdt de handen ter hoogte van de onder- en bovenrug van de uitvoerder, op 25 tot 40 cm afstand. De spotter moet de uitvoerder dus niet de hele tijd vasthouden, maar houdt wel de handen klaar op de juiste hoogte. Bij sommige oefeningen kan het fijn zijn om langs weerszijden (vooraan/achteraan of links/rechts)een spotter te hebben. De spotter volgt de bewegingen van de uitvoerder tijdens de activiteit. Als de uitvoerder zich horizontaal verplaatst, gaat de spotter mee, zodat zijn handen in dezelfde positie t.o.v. de rug blijven. Houd als begeleider de spotters goed in het oog, stuur bij waar nodig. Eén of twee spotters per deelnemer is voldoende. Te veel spotters per deelnemer kan het verantwoordelijkheidsgevoel bij de spotters verminderen. Stel een beurtrol voor het spotten in, niemand spot graag langer dan 5 minuten aan één stuk. Je kan dit ook oplossen door vaste duo s of trio s te maken: één iemand doet de activiteit terwijl de twee andere spotten. Daarna kunnen ze wisselen van taak. 27

28 Spotten inoefenen Je kan het spotten oefenen aan de hand van enkele vertrouwensoefeningetjes. Partner rugwaartse val (per 2): Eén van de twee zet zich klaar in spothouding, met de handen op 25 tot 40 cm van de rug van de partner. De andere laat zich stijf als een plank zachtjes naar achter vallen. De spotter vangt zachtjes op. Wilgen in de wind (in kleine groep): 4 tot 8 mensen zetten zich dicht bij elkaar in een cikrel met de handen in spothouding. Eén iemand staat in het midden. Die persoon laat zich stijf als een plank in een bepaalde richting vallen. De mensen in de cirkel vangen op en duwen zachtjes in een andere richting. 28

29 Een slackline is eigenlijk een soort van spankabel. SLACKLINE OPSTELLEN Een slackline heeft 2 delen. Elk deel heeft een uiteinde met een lus, waarmee je het rond een boom kan bevestigen: het losse uiteinde stop je door de lus. Houdt het aanspansysteem zoals op de tekening hiernaast. Stop het uiteinde van het andere deel in de gleuf van het aanspansysteem. Trek de slackline heel strak aan, in de richting die de pijl hiernaast op de tekening aangeeft. Maak het aanspansysteem los door aan het hendeltje te trekken (aangeduid door 1 ) op de tekening hiernaast. Daarna trek je de grotere hendel naar beneden (aangeduide door 2 ) 29

30 Je krikt deze hendel (2) op en neer, tot de slackline zo strak zit dat je de hendel niet meer op en neer kan bewegen. Je trekt opnieuw aan het kleine hendeltje (1) om het aanspansysteem weer dicht te klappen. Zoals op bovestaande tekeningen. SLACKLINE WEER LOS MAKEN Om de slackline weer los te maken. Klik je het aanspansysteem helemaal open, door aan het kleine hendeltje (1) te trekken en de grote hendel (2) 180 graden langs beneden te draaien, tot je een klik hoort. Je kan nu de slackline er weer uit trekken. 30

31 Materiaallijst ONDERDEEL + ARTIKEL AANTAL PRIJS/STUK IN 1 Hindernissenloop Houten plankjes 10 3 Houten schijven 10 1,5 Touw groen gemerkt 2 6 musketons 4 17 Touw blauw gemerkt 3 4 musketons 6 17 Touw geel gemerkt 1 8 musketons 2 17 Brug bouwen zonder sjortouw Balken 6m 2 15 Balken 2,5m 4 5,5 Balken 2m 4 4,5 Balken 1m 4 2 Kruipen, klimmen en klauteren autobanden 4 2,5 camouflagenet 1 60 spinnenweb 1 30 Musketons 4 16 Blindemansparcours Touw blauw gemarkeerd 1 8 Touw groen gemarkeerd 1 8 Touw wit gemarkeerd 1 8 Touw geel gemarkeerd 1 8 Touw rood gemarkeerd 1 8 Touw met verticale touwtjes, zwart gemarkeerd 1 15 Musketon 3 10 Blinddoeken in emmer 10 1,5 1 Bij beschadiging en/of verlies van materiaal zullen deze prijzen aangerekend worden 31

32 Kabelbaan Platform 1 50 Touwladder 1 20 Stalen musketon 2 16 Veiligheidsharnas 3 75 Musketons omni(maanvormig) 3 30 Leeflijn 60 cm 2 20 Leeflijn 1m 1 22,5 Musketon schroef 3 17 Ijzeren steunpalen 2 15 Paars touw

33 33