Het landschap in het Meetjesland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het landschap in het Meetjesland"

Transcriptie

1 Meetjesland De landbouwer als 3de graad 2de graad ASO 7 Het landschap in het Meetjesland Inleiding Naast de fysisch-geografische processen wordt het landschap tevens bepaald door de mens. Sterker nog; in het Meetjesland kan men vooral de landbouwer als gaan beschouwen. De landbouwer speelt en speelde een belangrijke rol in het ontstaan van verschillende landschappen in de regio. Het mooie hieraan is dat een landschap zich laat lezen, hoe zijn deze vormen ontstaan, wat is de rol van de landbouwer en in welke mate zijn veranderingen zichtbaar. Aan de hand van dit pakket wil men leerlingen van de 3 de graad SO het landschap laten zien, analyseren en besluiten vormen. Deze excursiebundel neemt de leerlingen eerst mee naar de geschiedenis van het landschap. Via een PowerPoint-presentatie maken de leerlingen kennis met de verschillende landschappen van het Meetjesland en de interactieve geoloketten van gisvlaanderen. Zo worden ze klaargestoomd voor het echte veldwerk. De excursie ter plaatste betreft steeds een landbouwbedrijf in één typerend landschap, waar men via topografische kaarten, luchtfotoanalyse, een bodemboring, landschapsvensters, reliëfstudie en een geïntegreerde wandeling tot een analyse van het omringende landschap komt. De leerlingen leren observeren, typeren, verwoorden, schetsen, beschrijven om dit alles achteraf te bundelen in een levendige klasdiscussie, gestuurd door slagzinnen uit de excursiebundel. Het betreft een opsomming van vaardigheden die vooral in de leerplandoelen en eindtermen van de vakken aardrijkskunde en biologie aan bod komen en tevens de mogelijkheid bieden om verschillende ontwikkelingsdoelen te realiseren. De koffer bevat alle materialen die nodig zijn om dit veldwerk tot een goed einde te brengen. De leerkracht in kwestie kiest zelf welke onderdelen door de leerlingen uitgevoerd worden en het best bij het niveau van de leerlingen aansluiten.

2 Handleiding voor de leerkracht De excursie van de landbouwer als past dus vooral in de leerplannen aardrijkskunde en biologie, maar mag zeker vakoverschrijdend genoemd worden naar overige vakken toe. Vooral het onderdeel van de Vrije ruimte laat het toe een dergelijke excursie te kaderen binnen het schooljaar. De excursiebundel bevat verschillende items, die van belang zijn om de bundel optimaal te gebruiken, even uw aandacht: De leerkracht in kwestie beslist zelf in welke mate en welke onderdelen hij van de excursiebundel door de leerlingen laat uitvoeren. De bundel bevat een inleidende les, een opdracht die thuis uitgevoerd moet worden, de effectieve excursie die een halve dag in beslag neemt en een verwerking in de daaropvolgende les. In sommige bedrijven bestaat de mogelijkheid om de excursie als een dagopdracht te aanschouwen en alle onderdelen op het bedrijf uit te voeren. Meer info hieromtrent bij de vzw Plattelandsklassen. Inleidende les of ochtendsessie Inhoud Materiaal voor leerlingen Materiaal voor de leerkracht Benodigdheden pakket 1. Historie, algemene geologie van het Meetjesland Powerpointvoorstelling Bijhorende tekst Bijhorende notitiepagina s Computer, beamer, powerpointvoorstelling Presentatie beschikbaar via website CD-ROM 2 A Geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap Powerpointvoorstelling Bijhorende tekst Bijhorende notitiepagina s Computer, beamer, powerpointvoorstelling Presentatie beschikbaar via website CD-ROM 2 B Kleine landschapselementen: groot in het landschap 2

3 Thuisopdracht of verwerkingsmoment Inhoud Materiaal voor leerlingen Materiaal voor de leerkracht Benodigdheden pakket 3 A ICT-opdracht ehorizon Werkblad Verbeterblad Internetverbinding Bundel 3 B ICT-opdracht Geo-Vlaanderen Eigenlijke excursie Inhoud Materiaal voor leerlingen Materiaal voor de leerkracht Benodigdheden pakket 4 Topografische kaartstudie Topografische kaarten, kompas, werkblad Achtergrondinformatie topografische kaarten: oriënteren, situeren en lokaliseren Verbetering werkblad Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood) Bundel, koffer 5 Venster op het landschap Kleine landschaps elementen Werkblad en determinatietabellen bomen en struiken Achtergrondinformatie landschap Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood) Bundel, koffer 3

4 6 Reliëfprofiel Hoogtemeting Meetstok, waterpas, meettouw, kijkstok, millimeterpapier, werkblad Achtergrondinformatie reliëfprofiel Verbetering werkblad Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood en geodriehoek) Bundel, koffer 7 Bodemboring Bodemboor, goot, werkblad Achtergrondinformatie bodemkunde Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood en papieren zakdoekjes) Bundel, koffer 8 Luchtfoto s Luchtfoto s, stereobril, topokaarten, kalkpapier en kleurpotloden Achtergrondinformatie luchtfotografie Verbetering werkblad Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood) Bundel, koffer 9 Bedrijven Werkblad Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood) Bundel, koffer 10 Schaaloefening Werkblad Excursiekledij, harde kaft en schrijfgerief (potlood) Bundel, Koffer Naverwerking of verwerkende les Inhoud Materiaal voor lln Materiaal voor de leerkracht Benodigdheden pakket 11 Discussie Slagzinnen Het verhaal van de landbouwer (didactische wenken) Bundel 4

5 Organisatie van de excursie Onderstaand schema maakt een simulatie van een excursie 'de landbouwer als ' bij Steven Vanhecke. Het is uiteraard niet verplicht deze simulatie te gebruiken, maar zo hebben de leerlingen een tijdsbestek en blijven ze niet te lang met één bepaalde opdracht bezig. Het is de bedoeling dat de klas in vier groepen van 4-6 leerlingen onderverdeeld wordt. De simulatie start om 8u. en eindigt voor alle groepen om 12u.00. Simulatie organisatie excursie bij Steven Vanhecke Opdrachten Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Hoogtemeting en reliëfprofiel (40 min) 10u.30 8u.00 8u.50 11u.20 Topografische kaarten (30 min) 11u.10 8u.40 9u.30 8u.00 Bodemboring (20 min) 11u.40 11u.10 8u.30 10u.30 Luchtfotostudie (30 min) 10u.00 11u.30 8u.00 10u.50 Wandeling met schaaloefening, venster op het landschap en de bedrijfskartering. (2 uur) 8u.00 9u.10 10u.00 8u.30 Opmerkingen: Het tijdsbestek betreft het afhalen en terugbrengen van materiaal incluis. De leerkracht zit centraal met de materiaalkoffer en controleert op de opdrachtenfiche of de leerlingen al het materiaal terug brengen. 5

6 Historie van het Meetjesland Situering van het Meetjesland Het Meetjesland is noch historisch, noch administratief, noch geografisch, een entiteit te noemen. Om die reden vindt men vaak een variërende gebiedsinvulling van de regio. Het Meetjesland is die streek in noordelijk Vlaanderen die meestal vaag omschreven wordt als de regio waarvan de stad Eeklo het topografisch centrum vormt. 1 Schaal: 1/ Het Meetjesland betreft een regio in het noordwesten van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Het is de landelijke regio tussen de steden Gent en Brugge. 1 In het Noorden grenst het aan het Nederlandse Zeeuws-Vlaanderen 2 In het Westen aan de provincie West-Vlaanderen 3 In het zuidoosten aan de gemeente Gent en Deinze. De hoofdstad van het gebied is Eeklo. Het is één van de officieel erkende Vlaamse regionale landschappen. 6

7 Het Meetjesland bevat de gemeenten Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, behorende tot het arrondissement Eeklo, en de gemeenten Aalter, Evergem, Knesselare, Lovendegem, Nevele, Waarschoot en Zomergem, die bij het arrondissement Gent behoren. Het Meetjesland werd in 1996 door Prof. Dr. G. Allaert genoemd naar De ruit met een hoedje. De ruit wordt gevormd door de vier infrastructuurwegen: de N49, expresweg van Antwerpen naar de kust; de N44 Madegem Aalter; de R4-west, de ring rond Gent en de E40 autosnelweg Brussel-Oostende. Het hoedje vormt dan het noordelijk Krekengebied dat uitgesproken vlakke polders betreft. Schaal: 1/

8 Het Meetjesland: fysisch geografisch Op de schaal van de Benelux maakt het Regionaal landschap Meetjesland deel uit van twee fysisch-genetische landschapsclusters. Ten noorden van de Graafjansdijk maakt het deel uit van het Estuarian Polderlandschap met kreken. Ten zuiden van de Graafjansdijk maakt het deel uit van de Vlaamse vallei. A. Landschappen onder invloed van de zee (ten noorden van de Graafjansdijk) Hierin onderscheiden we: Landschappen historisch onder invloed van de zee Een deeltje van het Meetjesland maakt deel uit van het Estuarian polderlandschap met kreken (uiterste noorden van het Meetjesland) (5a op het kaartje) Landschappen actueel onder invloed van de zee (5b op het kaartje) B. Landschappen van de pleistocene zanden (ten zuiden van de Graafjansdijk) Hierin onderscheiden we: Landschappen van de Lage en Middelhoge Zandgronden: het zuidelijke en grootste deel van het Meetjesland maakt deel uit van het landschap van de Vlaamse Vallei (4b op het kaartje) Landschappen van de Hoge Zandgronden (4a op het kaartje) 1. Landschappen van het Paleozoïsch hoogplateau 1a. Landschappen van het hoogplateau 1b. Landschappen van het voorland van het hoogplateau 2. Landschappen van het Mesozoïsch Cuestagebied 2a. Landschap van Gutland en Belgisch Lotharingen 2b. Landschap van de achterhoek 3. Landschappen van het laat-mesozoïsch en Cenozoïsch laagplateau 3a. Landschappen van het loss- en krijtgebied 3b. Landschappen van het laagplateau met leemgrond 3c. Landschappen van heuvels met zandleem en leemgrond 4. Landschappen van de Pleistocene zanden 4a. Landschappen van de hoge zandgronden 4b. Landschappen van de lage- en middelhoge zandgronden 5. Landschappen onder invloed van de zee 5a. Landschappen historisch onder invloed van de zee 5b. Landschappen actueel onder invloed van de zee 6. Landschappen onder invloed van de grote rivieren 8 Schaal: 1/

9 Landschappen onder invloed van de zee Hier zijn water en veen belangrijke geomorfologische agentia. Deze landschappen werden vanaf het Vroeg Holoceen tot in de historische tijden bepaald door opeenvolgende mariene transgressies en regressies. De holocene periode begint na de laatste ijstijd, jaar geleden. Na de laatste ijstijd was de wind- en vorstwerking niet meer zo actief. Belangrijke landschapsvormende processen werden dus geërodeerd door water. Hierbij werden mariene sedimenten en veenpakketten gevormd, die samen met de lage ligging de basis vormen voor de huidige kenmerken van deze landschappen. Ook het ontginningstype heeft mee het uitzicht en de differentiatie van deze zone bepaald. Het maritiem-holocene landschap is in de loop van de laatste millennia gevormd onder de voortdurende invloed van de zee. Kenmerkend aan dergelijke gebieden is dat ze zich in een labiel evenwicht bevinden. Opgebouwd door wind en zee worden ze na verloop van tijd opnieuw uitgewist en heropgebouwd. De komst van de mens heeft hier uiteraard verandering in gebracht. Je mag dus wel stellen dat de mens voortdurend streeft naar stabilisatie in een dynamisch landschap. De ontstaansgeschiedenis van dit maritiemholocene landschap wordt gebaseerd op de opeenvolging van transgressies en regressies, waarin de zee zich periodiek opdrong en zich weer terugtrok. Dit veronderstelt het voorkomen van periodieke zeespiegelstijgingen en dalingen, hetgeen althans voor het holocene tijdperk nooit is aangetoond. Veeleer moet gedacht worden aan de verwoestende werking van grote individuele stormvloeden, waardoor het ontstane landschap in één keer plaatselijk werd aangetast, waarna de opbouw opnieuw begon. Ferrariskaart 18 de eeuw 9

10 Het ontstaan van het maritiem-holoceen landschap kent een opeenvolging van enkele essentiële periodes. Vooreerst was er de vorming van de strandwallen. Deze ontstonden in de ondiepe zee op plaatsen waar de golven de invloed van de bodem begonnen te voelen. De aanwezige zandbodem wordt in zo n geval onder invloed van de golfenergie omgezet in een dynamisch stelsel van evenwijdige zandruggen en daartussen gelegen laagten of zwinnen. Eens de zandruggen boven het gemiddeld hoogwater uitkomen, worden ze door pioniersvegetatie vastgezet. Op die manier ontstaat er een landschap van evenwijdige duinruggen en valleien. Een dergelijk landschap ontstond tijdens het subboreaal ( v Chr.) In de valleien, tussen de duinruggen, werd een kleipakket afgezet. Een moerasvegetatie op deze kleibodem leidde tot het ontstaan van een veenbodem. Dit werd slechts onderbroken door rivieren. In de loop van de eeuwen groeiden deze veenpakketten aan tot metershoge kussens. Kleine veenstroompjes zorgden voor de overtollige waterafvoer. Aan deze vrij stabiele toestand kwam in de tweede helft van de derde eeuw na Chr. een abrupt einde door een plotselinge aanval door de zee. Het zeewater kreeg geleidelijk aan weer toegang tot de veenpakketten en zorgde voor de gedeeltelijke opruiming van het veen. Door erosie van het veen en de daaronder liggende klei- en zandlagen ontstond een stelsel getijgeulen, dat zich sterk vertakte en het veenpakket opdeelde in een groot aantal eilanden. De getijstroom voerde een grote hoeveelheid zand en klei aan, waardoor het gevormde getijstromenstelsel onmiddellijk weer begon te verlanden. Zanddeeltjes sloegen hoofdzakelijk neer op de bodem en langs de oever van de getijgeulen. De kleideeltjes, die lichter zijn en langer blijven zweven, kwamen terecht aan het einde van de kleinste geultjes en vooral op het veenpakket als dat geheel door de vloed bedekt werd. Op die manier werd een typisch schorrenlandschap gevormd, een stelsel van getijgeulen met zand in de geulen en op de oevers en ertussen vlakke drassige gebieden met een dunne laag klei op het veenpakket. Doordat de aanvoer van zand langer doorging en de klei en het veen inklonken door hun eigen gewicht, kwamen de geulen uiteindelijk hoger te liggen dan de ertussen gelegen kleigronden. Als de geul volledig verzandde bleef die over in het landschap als een hoge zandige rug = reliëfinversie. Wat eens een diepe geul was, steekt nu boven de omgeving uit. Dit proces heeft zich enkele malen herhaald tussen

11 De invloed van de mens werd groter en men wilde een veilige omgeving waar men in kon wonen, werken,... zonder steeds aan de invloeden van de zee onderhevig te zijn. Het landschap werd ingedijkt en zo ontstond het typische polderlandschap met grote open percelen die soms door populieren worden afgelijnd. Kenmerkend is het strakke en vlakke karakter. De kavels zijn groot, de wegen zijn kaarsrecht en staan veelal loodrecht op elkaar. De dijken zijn dikwijls beweid met populieren of knotwilgen beplant. Door deze strakke en rationele indeling is dit landschapstype nogal eenvormig. Deze saaiheid wordt echter op veel plaatsen onderbroken door de aanwezigheid van kreken, die met hun natuurlijke kronkelende loop een speels element vormen in de strakke verkavelingen. De bodems zijn alluviaal, matig tot zeer nat en bevatten kalkhoudende zandleem-, kleien zware kleigronden. De ondergrond is zandig, schelphoudend en venig. De grondwatertafel is verzilt. Landschappen van de pleistocene zanden Het zuidelijke gebied van het Meetjesland vormt een onderdeel van de Vlaamse Vallei. Dit hele reliëfcomplex wordt gekenmerkt door het dagzomen van zandige tot licht zandlemige gronden en staat daarom ook gekend als zandig Vlaanderen. Het gebied kende zijn ontwikkeling in een glaciaal en periglaciaal milieu. De Vlaamse vallei steekt door haar ligging in vlakke topografie sterk af tegen de omringende landschappen. Geomorfologisch is dit te verklaren doordat het landschap gevormd is door de werking van rivieren in het quartair substraat, dit in tegenstelling tot de gebieden ten oosten, zuiden en westen ervan, die landschappelijk beïnvloed zijn door differentiële erosiegevoeligheid van het tertiair substraat. Topografische kaart van Bassevelde en omgeving 11

12 Ontstaan van de Vlaamse vallei. Vlaanderen kwam op het einde van het tertiair droog te liggen door het geleidelijke terugtrekken van de zeeën in noordelijke richting. Op dit drooggevallen oppervlak ontwikkelden zich al snel een stel evenwijdige rivierdalen. Deze sneden zich in, erosiefasen wisselden af met sedimentatiefasen. Het oppervlak van het tertiair substraat wordt verlaagd. De Vlaamse vallei ging bestaan uit een complex van jongquartaire dalen die diep ingesneden waren in het tertiaire materiaal, die op hun beurt in een latere fase opgevuld werden met jong-quartiare afzettingen. Hierdoor ontstond er een sterk vereffend zandig Wurm-opvullingsvlak. Het proces omsloot veel opeenvolgende en ingewikkelde fasen. Het huidige oppervlak dat gevormd is door een opvullingsvlak dat gevormd is door noordwaarts gerichte rivieren uit de jonge ijstijd. Vanaf het einde van deze ijstijd (Wurm-Tardiglaciaal) en het begin Holoceen is dit fluvioperiglaciale opvullingsvlak zwak aangetast door de wind, rivierinsnijding en afzetting en wijzigde het oppervlakkige drainagesysteem frequent. 12

13 De Vlaamse vallei kan je opdelen in twee delen, het deel waar de rivieren in zuidwest-noordoost-richting verlopen en het noordelijke deel waar overwegend oost-west-richtingen te herkennen zijn. Het microreliëf wordt bepaald door zandruggen vb Maldegem Stekene. In het fluvioperiglaciale opvullingsvlak van de Vlaamse vallei treft men fijne tot matig fijne zanden aan met een lichte lemige textuur. In de rivier en beekvalleien is de bodem samengesteld uit lemig en kleiïg materiaal. De stuifzandgebieden zijn door hun hogere ligging en door de grote doorlaatbaarheid van het moedermateriaal zeer sterk gedraineerd. Het landschap van de Vlaamse vallei in zijn geheel kan getypeerd worden als een vrij gesloten landschap met hagen, boomrijen, houtkanten en enkele boscomplexen. Grenzen: In het westen situeren zich de lage heuvels van Centraal-West- Vlaanderen waar de hoogte oploopt tot +25 à 50m In het zuiden liggen de heuvel- of plateau-achtige interfluvia waar de hoogte boven +50 en zelfs +100m reikt In het oosten reikt de zuidrand van het Land van Waas en van Boom tot +30m en domineert er het Vlaamse vallei landschap. Naar het noorden toe grenst het Vlaamse valleilandschap aan de Scheldepolders en naar het noordwesten aan de Kustpolders. Geen belangrijke hoogteverandering. De begrenzing wordt eerder gevormd door de overgang van zand naar klei. Verschillen en gelijkenissen De grens tussen beiden is morfografisch moeilijk merkbaar. Ze wordt gevormd door de oost-west verlopende poldergrens die nagenoeg op + 4 m gelegen is. Waar het vlakke polderland overgaat naar vlakke zones van het Vlaamse valleilandschap is de juiste aflijning alleen bodemkundig duidelijk. Afgezien van deze zuivere morfografische kenmerken contrasteren de beide landschappen door verschillend bodemgebruik. Het polderlandschap is open, heeft grote percelen, die soms door populieren zijn afgelijnd. De grote geïsoleerde hoeven zijn overwegend op akkerbouw afgestemd. Het Vlaamse Vallei-landschap is meer gesloten omdat kleinere percelen veelal door houtkanten, populieren of knotwilgen afgelijnd zijn. 13

14 4 Verschillende landschappen in het Meetjesland Schaal: 1/ Krekengebied = ten N van de Graafjansdijk Ontstaangeschiedenis, zie: landschappen onder invloed van de zee. Het huidige open landschap wordt gekenmerkt door akkerland als voornaamste bodemgebruik. De dunne kleilaag is het gevolg van de overstromingen. De gronden zijn kalkhoudend en hebben een grote landbouwkundige waarde. Het geheel heeft visueel landschappelijk een grootmazig patroon. De populierenrijen langs dijken, watergangen en sloten vormen een belangrijk landschapskenmerk. De bewoningskernen situeren zich op de hoger gelegen zandruggen. In het gebied worden de kleine landarbeiderswoningen op de dijken gebouwd, terwijl de grote kapitaalkrachtige hoeves zich verspreid in de polder vestigen. De Graafjansdijk is een belangrijk landschapelement. 14

15 2. Het centrale of eigenlijke Meetjesland Dit landschap is gevormd door de dekzanden die tijdens de laatste ijstijd het gebied hebben afgedekt. De grote dekzandrug en de kleinere zandige opduikingen of donken vormen het enige niveauverschil in het anders zeer vlakke landschap. In het algemeen bestaat de bodem uit droge of te natte, vaak onvruchtbare gronden. De grote zandrug blokkeert de afwatering in noordelijke richting. Hierdoor ontstaan afgesloten depressies en natte gebieden. Ten noorden van de grote dekzandrug is het reliëf zo vlak dat ook hier de natuurlijke afwatering erg moeilijk verloopt. Om de afwatering in dit centrale Meetjesland mogelijk te maken, graven de bewoners ontelbare grachten, greppels en geleden. Ze maken grote blokken land en verdelen die op hun beurt in smallere stroken, gescheiden door grachten. Langs die afwaterings- en scheidingsgrachten worden traditioneel elzenrijen en knotbomen geplant. 3. De cuesta s van Zomergem-Oedelem, Lotenhulle-Hertsberge en de veldlandschappen Tussen Zomergem en Oedelem en tussen Lotenhulle en Hertsberge strekken zich twee cuesta s uit. Deze reliëfvorm is ontstaan door de eroderende werking van de rivieren op de onderliggende lagen. Die dateren uit een vroegere ontwikkelingsfase, uit het tertiair. Afhankelijk van de samenstelling van de lagen (klei, zand, ) zijn ze in meer of mindere mate gevoelig voor erosie. Op de plaats van de cuesta s Zomergem-Oedelem en Lotenhulle-Hertsberge bestaat de onderliggende laag uit klei of zandsteen. Deze harde, erosiebestendige lagen weerstaan het schurende effect van het water van de rivieren. De aangrenzende zachte lagen worden wel weggeschuurd. Door het naast elkaar liggen van erosiegevoelige en erosiebestendige lagen ontstaat uiteindelijk een cuesta. De cuesta heeft langs de ene kant een steile (=cuestafront) en langs de andere een zwakke helling (= cuestarug). Meteen is duidelijk dat het ontstaan van de cuesta s als landschapstype totaal verschillend is van dat van het eigenlijke meetjesland. Waar we in het eigenlijke Meetjesland de invloed van de Vlaamse Vallei en het kwartair opvullingsmateriaal geldt, liggen de cuesta s net buiten de Vlaamse Vallei en domineert de invloed van het tertiair materiaal. Er komt slechts een dunne laag quartair materiaal (zand) voor. Op sommige plaatsen ontbreekt de quartaire laag volledig. Tussen beide cuesta s bevindt zich de depressie van het kanaal Gent-Brugge. De geologische doorsnede heeft een 15

16 noordoost-zuidwest richting. Het verhaal van de cuesta s houdt nauw verband met de veldlandschappen. Op de hoger gelegen plaatsen, op de cuestaruggen, ontwikkelen zich de eerste nederzettingen. De gronden zijn er beter gedraineerd en iets lemiger (=vruchtbaarder). Ook de oude verbinding van Brugge naar Gent situeert zich grotendeels op een cuestarug. Vanuit de nederzettingen worden pogingen,n ondernomen om de omliggende gronden te ontginnen. Die hebben onvruchtbaarheid als belangrijkste eigenschap. Door de aanwezigheid van die ondiepe kleilaag ontstaan stuwwatergronden die de bodem onbewerkbaar maken (Maldegemveld). Op andere plaatsen bestaat de bodem uit een zure, uitgeloogde zandgrond die zeer arm is (Bulskampveld). De arme gronden zijn aanvankelijk ongeschikt voor de landbouw en worden enkel extensief gebruikt als graasland. De eigenlijke ontginning gebeurt in verschillende fasen: 10 de -13 e eeuw: aanwezige bos wordt door houtwinning en begrazing aangetast. Er ontstaan woeste gronden: wastinas of veldgebieden. 13 e -14 e eeuw: veldgebied naar akkerland door kapitaalkrachtige hoeven, wat mislukt, gronden degraderen opnieuw tot woeste gronden. 18 e -19 e eeuw: systematisch herbebossen door tekort aan hout. 4. Het kouter- en bulkenlandschap Door het opstuiven van het zand uit de valleien ontstaan langs weerszijden van de rivier- en beekdalen droge, zandige of lichtlemige kouterruggen. Het zijn in het algemeen kwalitatief betere gronden. Op deze plaatsen ontwikkelt zich vanaf de prehistorie het eerste akkerland. Aan de rand van dit landbouwland vormen zich de eerste bewoningskernen. Vanaf de ME wordt meer landbouwgrond ontgonnen. De vroeger akkers worden herverkaveld. Ze worden samengevoegd en uitgebreid en er ontstaan uitgestrekte open kouters. De bulken zijn algemeen zandlemige gronden, tussen de kouterruggen en de laaggelegen rivier- en beekgronden. Langs de perceelsranden en grachten worden elzenhoutkanten en knotbomen aangeplant. Die geven het bulkenlandschap een gesloten karakter. De meersen liggen in het eigenlijke overstromingsgebied van rivieren en beken. Doorgaans zijn ze bestemd voor hooiland. Ze worden gekenmerkt door een strookvormige percelering met perceelsrandbegroeiing. Oorspronkelijk is het meersengebied een vrij open landschap. Door de sterke opdeling van de gronden en de perceelsrandbegroeiing ontstaat een gesloten landschap. 16

17 De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap Overzicht: Vanaf Middeleeuwen: eerste golf van ontginningen > ging geleidelijk verder tot de eerste helft van de negentiende eeuw. Op het einde van de negentiende eeuw t.e.m. het Interbellum kondigde de moderne landbouw zich aan. Mechanisatie, gebruik van kunstmeststoffen en andere modernisaties wonnen steeds meer belang in de landbouw. Er was sprake van een langzame transitie. Elementen uit de oude en de moderne landbouw functioneerden gedurende meerdere decennia naast elkaar. Na de Tweede Wereldoorlog echter kende de landbouw een zeer snelle ontwikkeling wat leidde tot schaalvergroting en intensifiëring. Dit had sterk (negatieve) ingrepen in het landschap tot gevolg. De ruilverkavelingen droegen daar sterk aan bij. Vooral de kleine landschapselementen verdwenen gestadig. Een kentering in het beleid komt vanaf de jaren Ruilverk avelingsprojecten beogen vandaag meer dan een eenvoudige perceelshergroepering. Zij zorgen voor de herstructurering van het landbouwgebied passend in een multifunctionele inrichting van het buitengebied. Het traditionele landschap met zijn talrijke kleine landschapselementen wordt langzaamaan in ere hersteld. 17

18 1.1 Van overlevingslandbouw 11 e eeuw > eerste helft 19 e eeuw In de Middeleeuwen kwam er in West-Europa een einde aan de lijfeigenschap. Vanaf de elfde eeuw konden steeds meer boeren op een zelfstandige basis als eigenaars, pachters of deelpachters een landbouwbedrijf exploiteren. Centraal stond het kleine landbouwbedrijf dat in gezinsverband werd uitgebaat. Alle bedrijven waren gemengde bedrijven. De grondbewerking en het oogsten gebeurde met eenvoudige instrumenten en de oppervlaktes van de percelen waren beperkt door de intensiteit van bewerking. De gezinslandbouweconomie was in de eerste plaats een overlevingslandbouw, een combinatie van zelfvoorziening met beperkte inkomsten uit de verkoop van sommige akkerbouwproducten. In de Middeleeuwen werd voor de eerste maal sterk in het Meetjeslandse landschap ingegrepen. Het Meetjesland met uitzondering van het Krekengebied was overdekt door heidevelden en bossen. Door een grote golf van ontginningen, waarbij landbouwgrond gewonnen werd op de woeste grond, evolueerde het landschap sterk. We kunnen hierin vier verschillende evoluties onderscheiden, naargelang het landschapstype binnen het meetjesland Het Centrale of Eigenlijke Meetjesland 2. Het Krekengebied 3. De Veldgebieden 4. Kouter- en Bulklandschappen (landschapstypes in het Meetjesland)

19 1. Het centrale of eigenlijke Meetjesland Vanaf de dertiende eeuw vinden er betekeniswaardige ontginningen plaats. Voordien zijn er vooral uitgestrekte, woeste gronden, de zogenaamde wastines. In de loop van de 13 e eeuw stijgt het bevolkingsaantal. Meer landbouw wordt in cultuur gebracht. Om de afwatering in het central Meetjesland mogelijk te maken, graven de bewoners ontelbare grachten en greppels. Ze maken grote blokken land vrij en verdelen dit op hun beurt in smallere stroken, gescheiden door grachten. Langs de afwaterings- en scheidingsgrachten worden traditioneel elzenrijen en knotbomen geplant. 19

20 2. Het Krekengebied De ontstaansgeschiedenis van het typische landschap van het Krekengebied kent een vrij dramatisch verloop. De meeste dorpen en bewoning die er vanaf de Middeleeuwen voorkwamen, zijn vergaan tijdens de overstromingen tussen de 14 e en de 17 e eeuw. Na de overstroming aan het eind van de 14 e eeuw, werd het krekengebied eerst tot een kustvlakte omgevormd en later, door toedoen van de mens, opnieuw ingedijkt met vorming van polders. Het huidige landschap is vooral door de inpolderingen in de 17 e eeuw ontstaan. De complexe overstromingsgeschiedenis heeft sporen in het actuele landschap nagelaten. Overal verspreid liggen kreken en zijn er restanten van dijkdoorbraken. Het hele krekengebied is een lappendeken van geulen, grachten, kanaaltjes, bredere bekkens, wielen, plassen en plasjes. Men kan het krekengebied in twee delen opdelen: het Braakmanpoldergebied in het oosten en het krekengebied in het westen. De meanderende kreken in het getijdengebeid ten zuiden van de Braakman zijn ontstan vanaf het einde van de 13 e en 14 e eeuw door verschillende stormvloeden en overstromingen vanuit de Westerschelde. De kreken in de omgeving van Sint-Laureins zijn eerder rechthoekig van vorm. Ze zijn vooral het resultaat van opzettelijke overstromingen tijdens de 16 e en de 17 e eeuwse godsdienstoorlogen. Het huidige, open landschap wordt gekenmerkt door akkerland als voornaamste bodemgebruik. Het geheel heeft visueel landschappelijk een grootmazig patroon. De populierenrijen langs de dijken, watergangen en sloten vormen een belangrijk landschapskenmerk. De bewoningskernen situeerden en situeren zich vooral op de hoger gelegen zandruggen. 20

21 3. De Veldgebieden: de cuesta s van Zomergem-Oedelem, Lotenhulle- Hertsberge en de veldlandschappen Binnen dit landschapstype hangt de landschapsvorming sterk samen met het verhaal van de veldlandschappen. Omdat de gronden op de hoger gelegen questa-ruggen beter gedraineerd zijn en iets lemiger dus vruchtbaarder ontwikkelen zich daar de eerste nederzettingen. Vanuit die oude nederzettingen heeft men getracht ook de gronden in de omgeving te ontginnen, maar die bleken onvruchtbaar of onbewerkbaar te zijn. Het Bulskampveld bijvoorbeeld dat in het Meetjesland uitloopt tot in Aalter bleek de bodem te bestaan uit zure uitgeloogde zandgrond die zeer arm is. Deze arme gronden worden dan ook aanvankelijk gebruikt als extensief graasland voor schapen en geiten. Ook het Maldegemveld bleek ongeschikt te zijn voor landbouw. Door de aanwezigheid van een ondiepe kleilaag maakte de daarop ontstane stuwwatergronden de bodem onbewerkbaar. Binnen de eigenlijke ontginning van deze woeste gronden kan men drie fasen onderscheiden: Tussen de 10 e en de 13 e eeuw wordt het aanwezige bos door houtwinning en begrazing aangetast. Zo ontstaan de woeste gronden: de wastines of veldgebieden. Tussen de 13 e en de 14 e eeuw tracht men het veldgebied om te zetten naar akkerland onder leiding van machtige hoeven en abdijen. Deze pogingen mislukken door de onvruchtbare gronden en de ongunstige economische situatie. De gronden degraderen opnieuw tot woeste gronden. Vanaf de 18 e en vooral vanaf de 19 e eeuw gaat men uit vrees voor houttekort systematisch herbebossen. Voor sommige veldgebieden betekent dit het begin van bloeiende bosbouwbedrijven (o.a. het Drongengoed in Ursel). In de loop van de 19 e eeuw wordt het dan mogelijk om delen van het bos en de woeste gronden om te zetten in akkerland. Het bosareaal krimpt in. Op tal van plaatsen blijven de bosdreven behouden. 21

22 4. Het kouter- en bulkenlandschap: open en gesloten landschappen Binnen dit gebied liggen de kwalitatief betere gronden. Hier kan men dan ook reeds vanaf de prehistorie de ontwikkeling van de eerste akkerlanden terugvinden. Vanaf de Middeleeuwen wordt meer landbouwland ontgonnen: De vroegere akkers worden herverkaveld. Ze worden samengevoegd en uitgebreid en er ontstaan uitgestrekte open kouters 1. De bulken zijn algemeen zandlemige gronden op de lagere komgronden, tussen de kouterruggen en de laaggelegen rivier- en beekgronden. Langs de perceelsranden en grachten worden elzenhoutkanten en knotbomen aangeplant. Die geven het bulkenlandschap een gesloten karakter (cf. beloken, beluiken, bulken: afgesloten). In het eigenlijke overstromingsgebied van de rivieren en beken lagen dan weer de meersen. Zij werden doorgaans als hooiland gebruikt. Ze worden gekenmerkt door een strookvormige percelering met perceelsrandbegroeiing. Oorspronkelijk waren de meersen een vrij open landschap. Door de sterke opdeling van de gronden en de perceelsrandbegroeiing ontstaat ook hier uiteindelijk een gesloten landschap. 1 Kouter is afgeleid van het Latijnse cultura en betekent bebouwd land. In Vlaanderen en Brabant is kouter de naam van de akkercomplexen uit de Gallo-Romeinse tijd of de vroegste middeleeuwen. 22

23 1.2 Naar de moderne landbouweconomie Einde 19 e eeuw > eerste helft 20 e eeuw De overgang van de oude overlevingslandbouw naar een moderne landbouweconomie is op het einde van de negentiende eeuw ingezet. De veranderingen in de sector waren ingrijpend, maar verliepen geleidelijk. De tijdspanne tussen 1880 en 1950 kan het best worden omschreven als een periode van transitie. Verschillende factoren lagen aan de basis van die transitie: De uitbreiding van de transportinfrastructuur, de grootschalige invoer van goedkope granen uit de nieuwe wereld, ingrijpende technologische en wetenschappelijke vernieuwingen in de landbouw, de toenemende aankoop van inputs buiten het landbouwbedrijf, zoals scheikundige meststoffen en de stijgende aandacht van de overheid en de landbouwersverenigingen voor landbouwonderwijs en professionele kennisoverdracht. 23

24 Elementen uit de oude en de moderne landbouw functioneerden gedurende meerdere decennia naast elkaar. Het landbouwbedrijf bleef opgebouwd rond het gezin en behield meestal een gemengd karakter, met een combinatie van akkerbouw, veeteelt en soms tuinbouw. Pas na de Tweede Wereldoorlog, en meer bepaald vanaf de jaren 1950, heeft het moderniserings- en mechanisatieproces met een sterke ontmenging en specialisatie zich doorgezet. 1.3 Na-oorlogse landbouw: een verarming van het landschap Eerste helft 20 e eeuw > jaren 1990 De eeuwenoude symbiose tussen landbouw, landschap en natuur is de laatste decennia sterk gestoord als gevolg van allerlei technologische en maatschappelijke evoluties. De landbouw is namelijk door de spectaculaire groei en industrialisering na de Tweede Wereldoorlog steeds verder ontkoppeld van de ecologische en sociale omgeving. Hierdoor is de landbouw sterk gaan intensifiëren. Dit maakt dat heden ten dage de landbouw medeverantwoordelijk is voor problemen zoals eutrofiëring, afname van biodiversiteit en het verdwijnen van kleinschalige landschapselementen. De kwaliteit van het cultuurlandschap, dat immers is ontstaan in een wisselwerking tussen landbouwactiviteiten en natuurlijke gebiedskenmerken, is hierdoor sterk afgenomen. 24

25 De landbouw had uiteraard altijd al een impact uitgeoefend op het milieu en het landschap. Maar de schaalvergroting en specialisering brachten een aantal nieuwe, specifieke problemen met zich mee. De sterk ontwikkeling van de niet-grondgebonden veehouderij creëerde een overschot aan mest. Ook het gebruik van kunstmest steeg aanzienlijk. Een aantal gewasbesche rmingsmiddelen bleken niet zo onschuldig als aanvankelijk werd gedacht. De mechanisering en het gebruik van grote machines leidden soms tot bodemerosie en vormden tevens de aanleiding om de percelen te vergroten en hagen en houtwallen te rooien. Lintvormige landschapselementen verdwenen. In de glastuinbouw kon het energieverbruik voor koeling en verwarming van de serres hoog zijn. Onder druk van milieu- en natuurverenigingen en van consumenten heeft de landbouwsector sedert de jaren 1980 meer oog voor de relatie landbouw en milieu en worden oplossingen uitgewerkt. Iedereen is het er mee eens: de landbouw van de toekomst moet en zal duurzaam zijn. 1.4 met ruilverkavelingen als middel Helft 20 e eeuw > jaren 1990 De overheid moedigde na WOII een herstructurering van het landbouwareaal aan. De verlangde modernisering en vooral mechanisering van de landbouwsector na de Tweede Wereldoorlog werd in België sterk immers belemmerd door de slechte ontsluiting van het cultuurareaal en de dominantie van de relatief kleine stukken landbouwgrond. De wet op de vrijwillige ruilverkaveling, uitgevaardigd in 1949, had evenwel weinig succes: de goedgekeurde aanvragen omvatten amper 215 hectare. Nochtans bood het concept van agrarische ruilverkavelingen een drietal belangrijke exploitatiegerichte voordelen: Vooreerst zorgde deze ingreep voor een uitbreiding van het cultuurareaal. Hagen en haagkanten, afsluitingen en niet-productieve grondstroken verdwenen. Ten tweede verhoogde de arbeids- en grondproductiviteit, aangezien de grotere percelen op een meer efficiënte wijze konden worden bewerkt. Ten derde zorgde de ruilverkaveling ervoor dat de landbouwers kleinere afstanden moesten afleggen, wat een gevoelige kostenbesparing opleverde. 25

26 De troeven voor de landbouwer van een actief ruilverkavelingsbeleid werden in tal van West-Europese landen al snel ingezien, soms zelfs al voor de Eerste Wereldoorlog. In België kreeg de ruilverkaveling pas een publiek-rechterlijk karakter met de wet van 25 juni Het opzet bestond erin om verspreid liggende percelen te hergroeperen, rekening houdend met de kwaliteit ervan zowel eigendoms- als gebruikspercelen de bereikbaarheid en geschiktheid te optimaliseren via het aanleggen of verbeteren van wegen en waterlopen, en het uitvoeren van grondverbeteringswerken, bijvoorbeeld het draineren van waterrijke gronden. De invloed van de ruilverkavelingen was dikwijls ingrijpend, zeker in de Antwerpse Kempen en in Limburgs Haspengouw. Het nivelleren van oneffen percelen, het aanleggen van rechte wegen, het droogleggen van venen en moerassen, het rechttrekken van sloten en beken en het rooien van houtkanten en bomenrijen veranderden het gevarieerde cultuurlandschap in een relatief monotone, groene vlakte. Ook in het Meetjesland hebben diverse ruilverkavelingen plaatsgevonden (o.a. Maldegem). 26

27 1.5 Ruilverkaveling wordt landinrichting Jaren 1990 > Heden Omstreeks 1990 volgde een ommekeer in het beleid. Een belangrijke institutionele ingreep was de oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM, in 1988) die voortaan op Vlaams niveau het beheer van de groene ruimte en het agrarisch landschap zou organiseren. De ruilverkavelingsprojecten kregen een nieuwe identiteit. Ruilverkavelingsprojecten beogen vandaag meer dan een eenvoudige perceelshergroepering. Zij zorgen voor de herstructurering van het landbouwgebied passend in een multifunctionele inrichting van het buitengebied. Naast de ruilverkaveling werd zelfs een nieuw instrument gecreëerd: de landinrichting (VLM). Landinrichtingsprojecten willen grote gebieden zodanig inrichten dat alle facetten die in het gebied aanwezig zijn (milieu, natuur, landbouw, recreatie, cultuurhistorie), zich volwaardig kunnen ontwikkelen. In dat kader werden sinds het midden van de jaren 1990 natuurgebieden hersteld en (her)ingericht. Poelen, bossen, en kleine landschapselementen werden aangelegd, historische relicten gerestaureerd, kleine waterzuiveringssystemen LINK: U kan een voorbeeld van een inrichtingsplan in het Meetjesland terugvinden, met name de herinrichting van de Oude Kale, gelegen in het kouter- en bulkenlandschap. Het plangebied Oude Kale ligt in het noordoosten van het landinrichtingsproject Leie en Schelde. Het heeft een oppervlakte van ca. 440 ha en is gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lovendegem (Lovendegem en Vinderhoute) en Nevele (Merendree) en de stad Gent (Drongen). Het is een valleigebied tussen Merendree en Vinderhoute van 100 à 600 m breed en ca. 5 km lang met de Oude Kale als meanderende beek. Ook aangrenzende meersen, kouter- en bulkengebieden zijn in het plangebied opgenomen. Zie downloadbaar document: Landinrichting oude Kale.pdf 27

28 Bronnen: Landschapskrant Regionaal Landschap Meetjesland. Zomer herfst Jaargang 7, nr. 14. Schoenmaker, L., Antrop, M., Van de Genachte, G., De Borgher, M., Van den Bremt, P., Tack, G., Leinfelder, H., Vloebergh, G., Hofkens, E., van Olmen, M., Bats, H., Cresens, A., Deventer, W., Vanmaele, N Nieuwe impulsen voor de landschapszorg. De landschapsatlas: baken voor een verruimd beleid. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Monumenten en Landschappen. 191p. Segers, Y. & Van Molle, L Leven van het land. Boeren in België Davidsfons, Leuven. 190p. Verhulst, A Landschap en landbouw in Middeleeuws Vlaanderen. Gemeentekrediet. Drukkerij Vanmelle, Gent. 191p. (14/10/2006) (14/10/2006)Tekst 28

29 Kleine landschapselementen: groot in het landschap 1.1 Verschillende landschappen, veranderende landschappen Onze landschappen veranderen voortdurend. Dat is ook te verwachten. Ze zijn immers het resultaat van een ingewikkelde wisselwerking tussen natuur en cultuur: Natuur: reliëf, bodem, waterhuishouding, plantengroei en dierenwereld op een bepaalde plaats Cultuur: menselijke activiteiten op die plaats door de eeuwen heen De rijke verscheidenheid aan milieuomstandigheden en de wijze waarop de mens daarop inspeelde, er gebruik van maakte, ze naar zijn hand zette, leidde ertoe dat het uitzicht en de opbouw van het landschap in Vlaanderen van streek tot streek verschillen. Oude plaatselijke gebruiken 29

30 en tradities, technologische ontwikkelingen en maatschappelijke machtsverhoudingen zijn eveneens in het landschap weerspiegeld. De grootte en de vorm van de kavels*, de aanwezigheid van statige dreven, van sterbossen, van hoeven met een ringgracht, de talrijke snoeivormen van bomen en de structuren van hagen en houtkanten, de soortensamenstelling van bermen en overhoekjes, de veedrinkpoelen etc., het zijn allemaal tekens waaraan we de landschapsgeschiedenis kunnen aflezen. Honderden jaren heeft die verscheidenheid bestaan en is ze geleidelijk geëvolueerd. Dit staat in schril contrast met de snelle veranderingen die tegenwoordig plaatsgrijpen. Tegenwoordig hebben moderne landbouwmethoden, uitdijende verstedelijking en lintbebouwing, een steeds dichter wordend wegennet, voor gevolg dat de landschappelijke verscheidenheid snel vermindert. Van enige regionale verschillen in landbouwmethoden en teelten is immers haast geen sprake meer en nieuwbouwwijken lijken ook mee door de enorme mengeling aan stijlen steeds meer op elkaar. Alleen cultuurhistorische relicten, een karakteristiek reliëf en de typische kleine landschapelementen, maken nog iets van de oude regionale differentiatie duidelijk. In de landschapszorg krijgen deze aspecten daarom de nodige LINK: De landbouw heeft door de eeuwen heen een grote invloed uitgeoefend op het landschap ( landbouwer als ). Voor een overzicht van de geschiedenis van de landbouw van de Middeleeuwen tot heden gelinkt met de veranderingen in het landschap verwijzen we u naar het onderdeel De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap. * De naam Meetjesland zou vooral ontleend zijn aan de typische kavelvorm. Het woord maat of meet slaat op een instroken-verdeelde blok. M.a.w. een meet kan dus getypeerd worden als een strokenverband dat samenvalt met een blok. Het is het verkleinwoord medekin ( meetje ) dat we in de naam Meetjesland terug vinden. De blokken waren door een rechthoekig net van treksloten afgebakend en om de waterafvoer te verbeteren werd ieder blok in stroken verdeeld die van elkaar gescheiden waren door grachten. Het zijn de houtkanten langs deze grachten die aan het landschap van het Meetjesland het bekende, sterk gesloten uitzicht hebben gegeven. We zien de opdeling in stroken als een proces dat later komt dan de verkaveling in blokken en vermoedelijk in verband staat met de overgang van een extensieve naar een meer intensieve vorm van landbouw. 30

31 1.2 Kleine landschapselementen Definitie kleine landschapselementen Kleine landschapselementen vormen een verzamelbegrip voor bijna alle individuele (natuurlijke) onderdelen met een beperkte oppervlakte of een klein volume, die het landschap mee opbouwen en er een inhoud en identiteit aan geven. Hun ontstaan en voortbestaan is haast altijd op de een of andere manier te danken aan menselijke activiteiten. Voorbeelden: Sloten Greppels en hun oevers Poelen Oude dijken Holle wegen Weg- en perceelsbermen Bomenrijen Hagen Houtkanten en houtwallen Knotbomen Alleenstaande bomen 31

32 1.3 Functies van kleine landschapselementen De functies van kleine landschapselementen waren vroeger talrijk. Zij dienden o.a. als windscherm, als veekering en voor gerief- en brandhout. Met het wegvallen van de functie stopte veelal ook het beheer van het element en werd veelal het element verwijderd. Daardoor zijn nu enkel nog resten aanwezig van wat eens een dicht netwerk was. Maar binnen onze huidige maatschappij worden kleine landschapselementen en hun functies opnieuw erkend. Ze zijn belangrijk voor de belevingswaarde van het landschap en dus voor recreatie, voor het behoud van biodiversiteit en voor erosiebestrijding. Voor planten en dieren hebben kleine landschapselementen in ons versnipperd landschap tal van functies: Als permanente verblijfplaats, bijv. steenuiltje in knotwilgen Plaats die tijdens een bepaald levensstadium of voor een bepaalde functie gebruikt wordt, bijv. haas en ree gebruiken hagen voornamelijk tijdens de winter als foerageerplek Voorkeursroute voor dieren die zich regelmatig door het landschap verplaatsen, bijv. vos en das volgen bij voorkeur hagen om zich te verplaatsen Plaatsen waarlangs soorten zich verbreiden, op zoek naar nieuwe leefgebieden, bijv. vlinder- en reptielensoorten Als restpopulatie van wat ooit uitgestrekte bossen en aaneengesloten populaties waren, bijv. bosloopkeversoorten overleven in oude houtkanten 32

33 1.4 Kleine lanschapselementen in het Meetjesland: verscheidenheid is rijkdom Heggen en houtkanten Een heg is een dichte rij struiken of bomen die vrij mag uitgroeien en die dus maar weinig wordt gesnoeid. Hagen verschillen van heggen doordat hagen elk jaar gesnoeid of geschoren worden. Voor veel planten en dieren is het belangrijk om tussen struiken te kunnen groeien en leven. Vleermuizen gebruiken heggen om zich te kunnen oriënteren. Niet alleen voor planten en dieren zijn heggen nuttig. Ook landbouwgewassen profiteren ervan doordat heggen de wind breken. Een heg op de rand van een perceel zorgt ervoor dat er minder windschade is. Een heg die nog slechts de helft van de wind doorlaat, vermindert de windsnelheid met een kwart tot zelfs de helft. Voor een heg van 3 m hoog is er dan over een afstand van 50 tot 60 m minder last van te sterke wind. Het is enkel net naast de heg dat de opbrengst wat lager is door beschaduwing en vocht- en voedselconcurrentie. Een houtkant is een strook grond waarop struiken groeien die af en toe afgezet (= gekapt tot bij de grond) worden. Afzetten is nodig om ervoor te zorgen dat de struiken jonge scheuten blijven vormen en niet uitgroeien tot bomen. Voor veel planten en dieren is het belangrijk om tussen struiken te kunnen groeien en leven. Reeën en egels gebruiken houtkanten ook als schutplaats. Aan de randen van de houtkanten komen veel vlindersoorten voor. Niet alleen voor planten en dieren zijn houtkanten nuttig. Ook landbouwgewassen profiteren ervan doordat houtkanten de wind breken. Een houtkant op de rand van een perceel zorgt ervoor dat er minder windschade is, net als bij de heg. Heggen en houtkanten vormen grensgebieden of overgangen in het landschap Veedrinkpoelen Veedrinkpoelen werden vrijwel altijd door de boeren gegraven om het vee in de weiden drinken te verschaffen. Het zijn vaak onopvallende 33

34 waterplassen te midden van het grasland, die onderhevig zijn aan een sterk wisselend waterpeil. De meeste overgebleven poelen zijn verland door gebrek aan onderhoud. Andere werden opgevuld of zijn sterk vervuild. Poelen bezitten door hun uiteenlopende diepte, beschaduwing, begroeiing en ligging een grote diversiteit aan levensvormen. Kikkers, salamanders en libellen leven allemaal in of aan de poel. Op de oevers van poelen groeien talrijke planten die je elders binnen het landbouwgebied niet aantreft Hoogstamboomgaarden Hoogstamboomgaarden hebben steeds deel uitgemaakt van het Vlaamse landschap. Een echte hoogstamboomgaard van respectabele leeftijd is tegenwoordig al een zeldzaamheid. Destijds trof men ze aan rond erven en op dijken. De laagstammige fruitboom verdrong zijn omvangrijkere voorouders. Het onderhoud daarvan is namelijk minder arbeidsintensief en ze leveren iets meer op. Toch lijken hoogstammige boomgaarden hier en daar weer in ere hersteld te worden. Ze bieden meer weerstand tegen ziekten en verlenen het landschap ontegensprekelijk meer charme. Bloeiende hoogstamboomgaarden zijn immers een lust voor het oog. Heel wat gemeenten nemen het initiatief om de aanplant en het onderhoud van deze boomgaarden als landschapselement te stimuleren en subsidiëren Alleenstaand bomen, bomenrijen en dreven Bomen zijn opvallende tekens in een vlak landschap. Ze worden vaak aangeplant uit praktische overwegingen: als perceelsafbakening, als oriënteringspunt, als weidepaal, als schaduwleverancier voor runderen. In het Meetjesland zijn vooral de knotwilgen rond weiden erg typisch. De landbouwer gebruikt ze voor de ontwatering van natte stukken weide en om zijn vee van schaduw- en schutplaats te voorzien. In weidegebieden breken ze de scherpe, koude wind. De wortels langs de waterkant zorgen voor oeverversteviging, en ook de takken kan je hiervoor gebruiken. Het knothout diende tot gerief- en brandhout. Oudere exemplaren hebben vaak een holle stam, die een uitgelezen broedof schuilplaats vormt voor vogels en kleine zoogdieren. Ook andere planten vinden hier vaak een groeiplaats. Knotbomen vragen een intensief beheer: het vijfjaarlijkse knotten. Slecht- 34

35 of niet beheerde knotwilgen degraderen na verloop van tijd, wat leidt tot opruiming en definitieve verwijdering van het landschapselement. Dreven vormen meestal toegangswegen naar verspreid liggende akkers en weilanden. Het zijn groene natuuraders temidden van het landbouwgebied. Heel wat beuken- of eikendreven groeiden uit tot statige bomenrijen. In het Meetjesland vormen zij vaak restanten van verloren bosgebieden (de bosdreven in het Velgebied bijv.) Beken, watergangen, sloten, grachten en kreken In het Meetjesland treffen we tal van waterwegen aan. Denk maar aan het Leiken, de Vliet, de Poekebeek, de Driesbeek, de Edebeek en de Splenterbeek. Ook sloten en grachten zijn talrijk aanwezig, vooral gericht op de ontwatering van de aangrenzende akkers en weilanden. In het noordelijke deel van het Meetjesland, met name in het krekengebied, liggen de meest karakteristieke waterelementen: de kreken. De complexe o verstromingsgeschiedenis heeft sporen in het actuele landschap nagelaten. Overal verspreid liggen kreken en zijn er restanten van dijkdoorbraken. Het hele krekengebied is een lappendeken van geulen, grachten, kanaaltjes, bredere bekkens, wielen, plassen en plasjes Dijken Vooral in het krekengebied komen dijken voor. Ze werden ontworpen om enerzijds de bewoners van deze gewesten te beschermen tegen overstromingen, anderzijds om land te winnen op de Westerschelde. De oudste dijktaluds dateren van de 13 e tot de 15 e eeuw. Sedert eeuwen hebben de dijken geen waterkeringsfunctie meer. Sommige zijn doorgestoken, afgegraven en ingeploegd. Dijken zijn tegenwoordig van belang omwille van hun cultuurhistorisch en landschappelijk betekenis en hun waarde als toevluchtsoord voor planten en dieren (Weg)bermen Vlaanderen beschikt over een uitgebreid weggennet. Vanzelfsprekend is hieraan een grote oppervlakte aan verscheidene duizenden hectaren wegbermen verbonden. Heel wat bedreigde dieren- of plantensoorten komen alleen nog op deze wegbermen voor omdat de voedsel- en 35

De landbouwer als landschapsbouwer. 2. De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap

De landbouwer als landschapsbouwer. 2. De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap 2. De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap Overzicht: Vanaf middeleeuwen: eerste golf van ontginningen > ging geleidelijk verder tot de eerste helft van de negentiende eeuw. Op het

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 1. Historie van het Meetjesland

De landbouwer als landschapsbouwer. 1. Historie van het Meetjesland 1. Historie van het Meetjesland Situering van het Meetjesland Het Meetjesland is noch historisch, noch administratief, noch geografisch, een entiteit te noemen. Om die reden vindt men vaak een variërende

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 1. Tekst bij de powerpointpresentatie Het Meetjesland

De landbouwer als landschapsbouwer. 1. Tekst bij de powerpointpresentatie Het Meetjesland 1. Tekst bij de powerpointpresentatie Het Meetjesland Pagina 1 Het Meetjesland: Situering Pagina 2 Situering in België Het Meetjesland betreft een regio in het noordwesten van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen.

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon 4. De landbouwer als ICT-opdracht ehorizon Bedrijf: Steven Vanhecke - Oude Burkelslag 10-9990 Maldegem 4.1 Richtlijnen voor de begeleidende leerkracht Een belangrijk doel in de derde graad van het secundair

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 2. Tekst bij de powerpointpresentatie De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap

De landbouwer als landschapsbouwer. 2. Tekst bij de powerpointpresentatie De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap 2. Tekst bij de powerpointpresentatie De geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap Pagina 1 Geschiedenis van de landbouw weerspiegeld in het landschap De landbouwer als Pagina 2 Overzicht

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

Stichting Landschapsbeheer Gelderland Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal www.landschapsbeheergelderland.nl HET PROJECT Programma: 19:30 Opening door Vereniging Landschap en Milieu Hattem Welkom Wethouder Carla Broekhuis 19:40 Presentatie streekeigen

Nadere informatie

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent)

Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent) Intern Rapport Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent) KARL CORDEMANS GENT - 2010 Verslaggever, vergunning en depot Karl

Nadere informatie

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes

Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes Beplantingsplan/inrichtingsplan in het kader van Landschappelijke inpassing Klaverdijk 5 opdrachtgever: De heer J. Roes Datum: 04-04-2016 Getekend door ing. J.Collou 1 Aanleiding De familie Roes heeft

Nadere informatie

Geschiedenis van de duinen

Geschiedenis van de duinen Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld

Nadere informatie

De Mandel aan de Durme gebonden.

De Mandel aan de Durme gebonden. De Mandel aan de Durme gebonden. A. Het Oer-Durmedal in de Vlaamse Vallei te Deinze. De afwatering langs de Vlaamse Vallei is in de loop der tijden vele malen gewijzigd. Het beken- en rivierenstelsel is

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

4)' 00. Vlaamse Regering ~~ >>J.n. Ministerieel besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats De Zegge te Geel

4)' 00. Vlaamse Regering ~~ >>J.n. Ministerieel besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats De Zegge te Geel 4)' 00 Vlaamse Regering ~~ >>J.n Ministerieel besluit tot definitieve aanduiding van de ankerplaats De Zegge te Geel DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN

Nadere informatie

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG (in drie exemplaren in te dienen) (Bijlage II bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997

Nadere informatie

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 - Inrichtingsplan Verlengde Looweg 7 Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

Drie aardkundige monumenten

Drie aardkundige monumenten 10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in

Nadere informatie

Index Natuurbeheer Landschapselementen

Index Natuurbeheer Landschapselementen Index Natuurbeheer Landschapselementen Houtwal en houtsingel Houtwallen en houtsingels komen in heel Nederland voor. Deze lijnvormige landschapselementen kennen een sterke samenhang met het omringende

Nadere informatie

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Glaciaal tijdens het pleistoceen 2.500.000-100.000 jaar geleden 1. ijs duwt de bodem naast en voor zich om hoog en zo ontstonden stuwwalen. 2. ijs

Nadere informatie

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo Landschapsleeskaart Verticale samenhang = de uitdrukking van de ondergrond (bodem, water, reliëf) in het landgebruik, de biotopen, de vegetatie etc. Hoe wordt het

Nadere informatie

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Vragen over landschappen die we gaan behandelen Landschappen Vragen over landschappen die we gaan behandelen Wat zijn landschappen? Waar komen ze voor? Hoe zien ze er uit? Welke informatie geven ze? Hoe zijn ze ontstaan? Wat is landschap? Dit? Kerk

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde Landschapsbeheer Drenthe aaaaaaaaaaaaa Landschapsplan van het perceel Grietmanswijk 5a te Bovensmilde t.b.v. nieuwbouw loonbedrijf provinciale organisatie beschikt Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1416 woorden 27 oktober 2004 5,3 30 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk 1 Het ontstaan van diversiteit

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 Agroforestry in het juridisch landschap Agroforestry was in Vlaanderen al aanwezig voor 2011 Voorbeelden: populieraanplant met

Nadere informatie

Cursus landschapsgeschiedenis. De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha

Cursus landschapsgeschiedenis. De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha Cursus landschapsgeschiedenis De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha Programma van de cursus 02-04 09-04 16-04 23-04 Ontstaansgeschiedenis Dorpsgeschiedenis Veldnamen Natuur 11-04 25-04 Fietsexcursie

Nadere informatie

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap. Werkstuk door een scholier 2220 woorden 4 maart 2003 6,1 59 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1.1 Inleiding Nederland, een land wat bestaat uit verschillende soorten landschappen. Al deze landschappen

Nadere informatie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage. 2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan

Nadere informatie

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Wij hopen dat het rapport "Biodiversiteit in Zundert" en deze korte samenvatting u zullen inspireren tot het nemen van maatregelen om de biodiversiteit in Zundert

Nadere informatie

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas Advies : landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas Ter attentie van Projectnummer : Commissie LKM : 211x05071 Opgesteld door

Nadere informatie

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos Concept Concept Concept Concept CRU05.095 Lekker leven in Flevoland Wat willen we bereiken: Een provincie met goede recreatieve mogelijkheden voor zowel de inwoners als de Randstadbewoners, het behoud

Nadere informatie

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi! De Stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel De stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel is opgericht door Landschap Overijssel en Natuurlijk Platteland Oost (de koepelorganisatie van Agrarische

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschapsbeheer Drenthe Landschapsbeheer Drenthe maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisa

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

de Dijlevallei De vorming van een meanderend ontbossingen en bodemerosie:

de Dijlevallei De vorming van een meanderend ontbossingen en bodemerosie: De vorming van een meanderend rivierlandschap als gevolg van historische ontbossingen en bodemerosie: de Dijlevallei Gert Verstraeten, Nils Broothaerts en Bastiaan Notebaert Afdeling Geografie, KU Leuven

Nadere informatie

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Helstraat 13, Reek.

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Helstraat 13, Reek. Landschappelijk inpassingsplan Helstraat 13, Reek. Werkdocument: Landschappelijke inpassing vormverandering en uitbreiding van het bouwvlak. Opdrachtgever: Dhr. H.A.M. van Kuppenveld, Helstraat 13, 5375

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

Berg en kroute reub 6,6 km

Berg en kroute reub 6,6 km Berg en Breukroute 6,6 km Een wandelroute die Berg en Breukroute heet en niet in Zuid- Limburg of de Ardennen ligt? Dat klinkt u wellicht vreemd in de oren. Tenminste, als u nog niet bekend bent met de

Nadere informatie

LEZEN. Terpentijd - 1500

LEZEN. Terpentijd - 1500 1 LEZEN Terpentijd - 1500 Friesland bestaat eigenlijk uit drie delen: de klei, het veen en het zand. De eerste boeren woonden op het zand (De Wouden en Gaasterland). Hun aardewerk in de vorm van trechters

Nadere informatie

P Parkeerplaats. Natuurwandelpad Halfmijl. Halfmijl. Wandelroute. Bebouwing. Informatiebord. Bos. Verharde weg. Weiland. Onverharde weg.

P Parkeerplaats. Natuurwandelpad Halfmijl. Halfmijl. Wandelroute. Bebouwing. Informatiebord. Bos. Verharde weg. Weiland. Onverharde weg. prijs ƒ 2,50 e 1,25 VESSEMSEDIJK Wintelre Oerle Groote Vliet KLEINE VLIET Papegaaiencentrum KLEIN E Kleine Vliet VLIET Hoogeloon-Vessem Vessem Halfmijl Postelsche Weijer WEIJERSEWEG VESSEMSE DIJK HOOGELOONSE

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Onderwerp Projectnummer : 211x07059 Datum : 30 januari 2015 : Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Van : Esther de Graaf & Ruud Tak BLAD 1 Bij het toestaan van een ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek COLOFON Opdracht: Archeologisch onderzoek Opdrachtgever: Huisvesting Zennevallei/Halle Molenborre 26/01 1500 Halle Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN 96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn

Nadere informatie

Het rivierklei-landschap

Het rivierklei-landschap Het rivierklei-landschap Kaart rivierlandschap in Het huidige rivierengebied omvat de stroomgebieden van de Maas en de Rijn. De Rijn vertakt vrijwel direct na binnenkomst in ons land bij Lobith in een

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen ANB-47-20131016 In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum registratienummer Waarvoor dient

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename Intern Rapport Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename KARL CORDEMANS GENT 2011 Verslaggever, vergunning en depot Karl Cordemans Archeoloog Adjunct van

Nadere informatie

Leesbaar Landschap. Een bruikbaar kader voor leren en beleven. Met mensen anders kijken naar en praten over landschap

Leesbaar Landschap. Een bruikbaar kader voor leren en beleven. Met mensen anders kijken naar en praten over landschap Leesbaar Landschap Een bruikbaar kader voor leren en beleven Met mensen anders kijken naar en praten over landschap IVN & Landschap IVN Missie: IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te

Nadere informatie

Staatsbosbeheer T Eexterveld. Wandelen in het plantenparadijs - 7 km

Staatsbosbeheer T Eexterveld. Wandelen in het plantenparadijs - 7 km Staatsbosbeheer T 0592 248 984 www.staatsbosbeheer.nl Eexterveld Wandelen in het plantenparadijs - 7 km Ruimte voor bijzondere planten In de verte ziet u ze al staan: de Schotse Hooglanders die meehelpen

Nadere informatie

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3 VELDWERK LANDSCHAP DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in het

Nadere informatie

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: www.eropuit.nl) Introductie Zuidlaren maakt deel uit van de Drentse gemeente Tynaarlo, en is daarvan met 10.000 inwoners de op een na grootste kern. Zuidlaren is gesitueerd

Nadere informatie

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL De ontwikkeling van het landschap Het perceel ligt ten oosten van Enschede aan de voet van de stuwwal waarop de stad is gevestigd. De voet

Nadere informatie

REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN SAMEN MAKEN WE WERK VAN NATUUR EN LANDSCHAP

REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN SAMEN MAKEN WE WERK VAN NATUUR EN LANDSCHAP REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN SAMEN MAKEN WE WERK VAN NATUUR EN LANDSCHAP 2 REGIONAAL LANDSCHAP DE VOORKEMPEN IS... EEN STREEK WAT DOEN WE? gelegen ten noordoosten van de stad Antwerpen en maakt onderdeel

Nadere informatie

Aanleiding / Problematiek / Doel

Aanleiding / Problematiek / Doel Dorpsranden een onderzoek naar dorpsranden in het landschap door Lea van Liere, Katarina Noteberg en Maike Warmerdam Aanleiding / Problematiek / Doel Aanleiding rivierverruimende maatregelen langs de IJssel

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Kaart analyse

Praktische opdracht Aardrijkskunde Kaart analyse Praktische opdracht Aardrijkskunde Kaart anal Praktische-opdracht door een scholier 1710 woorden 23 september 2004 4 3 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Met deze opdracht leer je omgaan met

Nadere informatie

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht 6. Ontwerp Visualisatie bovenaanzicht Het concept is vervolgens vertaald naar deze visualisatie. De voorgestelde beplantingen en materialen zijn uitgewerkt op pagina 20 en 21, aan de hand van enkele referenties.

Nadere informatie

Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien

Beplantingen en de wet. Door de bomen het bos niet meer zien Beplantingen en de wet Door de bomen het bos niet meer zien Een vergunning om te mogen aanplanten? In de regel : neen! Wanneer wel : Bebossingsvergunning : bij uw gemeentebestuur Wanneer beplanting in

Nadere informatie

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een andschapsisie Zuidimburg Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een bijzondere flora en fauna. Uniek ook

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

Landschappelijke Inpassing Hooglandse Tiendweg 1A te Kedichem

Landschappelijke Inpassing Hooglandse Tiendweg 1A te Kedichem Landschappelijke Inpassing Hooglandse Tiendweg 1A te Kedichem Gemeente Leerdam (Zuid-Holland) Opgesteld: november 2014 Aangepast: juli 2015 Janka Borgo, Tuin- en Landschapsarchitecte bnt Borgo Tuin- en

Nadere informatie

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland 15 september 2012 i.s.m. Provincie Noord-Holland o.l.v. Pim Beukenkamp (KNAG) Rob Adriaens (KNAG) Eric Khodabux (Provincie Noord-Holland) Deon Slagter

Nadere informatie

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap Drentsche Aa, 22 oktober 2008 Inleiders: stafmedewerker Jori Wolf, ecoloog Willem Molenaar en beheerder Pieter Jan Wolf (allen

Nadere informatie

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km LANDGOED BEERZE ROUTE 4,2 km Een heerlijke wandeling voor de hele familie door de bossen bij Beerze, vlak bij Ommen. Lekker lopen langs heide, stuifduinen en ook via het oude huis Beerze. Route gemaakt

Nadere informatie

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen) Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen) Projectcode: 2017F240 Juni 2017 ARCHEOLOGIENOTA BUREAUONDERZOEK (FASE 0) DEEL 2: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN Colofon Ruben Willaert bvba 8200 Sint-Michiels-Brugge

Nadere informatie

Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens

Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens Beplantingsplan Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo A.I.W.M. Christiaens 16 oktober 2014 Beplantingsplan Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo A.I.W.M. Christiaens Adres: Eendenkooiweg ong. Melderslo Initiatiefnemer:

Nadere informatie

Een andere mogelijke betekenis is dat het zou gaan over een verheffing naast de Zenne

Een andere mogelijke betekenis is dat het zou gaan over een verheffing naast de Zenne Heffen: Verklaring naam Heffen: Eerste maal vermelding in 1088 Heffena = Heffe en A Wil zeggen bezinksel en water Mogelijke betekenis: modderbeek of moerasgebied Een andere mogelijke betekenis is dat het

Nadere informatie

Het gebied Begrenzing

Het gebied Begrenzing Cursus Reitdiep Het gebied Begrenzing -In het Oosten: de lijn Westerdijkshorn Wolddijk - Noorderhogebrug -In het Westen: de lijn Zuurdijk Lammerburen - Balmahuizen -In het Noorden: de lijn Onderwierum

Nadere informatie

De ontginning van het woeste land

De ontginning van het woeste land De ontginning van het woeste land In een tijdsbestek van 2000 jaar is het onland van het huidige Nederlandse grondgebied door mensenhanden in cultuur gebracht. De serie kaarten toont de ontginning van

Nadere informatie

De economische structuur van het Oldambt*

De economische structuur van het Oldambt* 98 De economische structuur van het Oldambt* Onder het Oldambt verstaan wij thans de gemeenten Termünten, Noordbroek, Zuidbroek, Meeden, Scheemda, Midwolda, Finsterwold, Beerta, Nieuwe Schans, Winschoten,

Nadere informatie

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg

Nadere informatie

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap.

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap. NATUURVERBINDING HOORNEBOEG GOOIS NATUURRESERVAAT Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap. PRODUCTIEBOS MAAKT PLAATS VOOR OORSPRONKELIJK HEIDELANDSCHAP TEN ZUIDEN VAN HILVERSUM LIGGEN

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het

Nadere informatie

Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten Colofon Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk, Aalten Opdrachtgever:

Nadere informatie

13/ / Informatief deel

13/ / Informatief deel 13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante

Nadere informatie

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei

Nadere informatie

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT dia 1 RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT Helperzoomtunnel Jan Pieter Schuitemaker Helperzomtunnel dia 3 Geologie Noordoost Nederland GEOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN WAAR WE IN DE GEOTECHNIEK

Nadere informatie

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol Drs. Ing. L.M. Scholtens in opdracht van: Gemeente Emmen, Dienst Beleid Afdeling Fysiek Ruimtelijke Ontwikkeling December 2009 Het landschap

Nadere informatie

3.2.1 Dorpskarakteristiek

3.2.1 Dorpskarakteristiek 3.2 De Glind Wegbeplanting en bosjes in het kampenlandschap Recreatieve voorzieningen in de kern Oorspronkelijk bestond de Glind uit een verzameling boerderijen Beperkte nieuwbouw vindt plaats waarbij

Nadere informatie

Landschappelijk inpassingsplan Vliertwijksestraat 35, Rosmalen.

Landschappelijk inpassingsplan Vliertwijksestraat 35, Rosmalen. Landschappelijk inpassingsplan Vliertwijksestraat 35, Rosmalen. Werkdocument: Landschappelijke inpassing: bouwvlak en bestemmingswijziging. Opdrachtgever: Mvr. G. van Helvoirt, Dhr. H. van Helvoirt, Vliertwijksestraat

Nadere informatie

Vossekotstraat Keet Tielrode

Vossekotstraat Keet Tielrode ROUTEBESCHRIJVING Hieronder worden alle punten die jullie passeren, opgesomd. Zij staan niet in de juiste volgorde, het is aan jullie om de beste en kortste route uit te stippelen met behulp van bijgevoegde

Nadere informatie

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: (ON)VERZOENBAAR? Is een verdere scheldeverdieping mogelijk, gewenst, noodzakelijk? Jean Jacques Peters Raadgevend Ingenieur Leader Port of Antwerp International Expert Team Jean

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

NATUURGEBIED BOSSEN EN HEIDE (HOGE RUG) TOERISTISCH-RECREATIEF LANDSCHAP VALLEIGEBIED AGRARISCH GEBIED (FLANK) Masterplan toerisme en recreatie Nijlen

NATUURGEBIED BOSSEN EN HEIDE (HOGE RUG) TOERISTISCH-RECREATIEF LANDSCHAP VALLEIGEBIED AGRARISCH GEBIED (FLANK) Masterplan toerisme en recreatie Nijlen Vallei Kleine Nete Kesselse Heide Vallei Kleine Nete Nijlense Beek Goorbos Bevelse Beek Soldatenbos Bogaertse Heide Hollands Kamp Lindekensbeek Vallei Grote Nete Vallei Grote Nete NATUURGEBIED BOSSEN EN

Nadere informatie

VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER

VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER Mei 2003 Opgesteld door de Stichting Werkgroep Oosterbeekse Uiterwaard (WOU) De WOU zet zich in om de Rosandepolder te behouden en te beschermen tegen zinloos

Nadere informatie

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen. 5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing ten behoeve van aanvraag functieverandering Kollenburgweg 3 Didam Dhr. G.J. Hageman

Landschappelijke inpassing ten behoeve van aanvraag functieverandering Kollenburgweg 3 Didam Dhr. G.J. Hageman Landschappelijke inpassing ten behoeve van aanvraag functieverandering Kollenburgweg 3 idam hr. G.J. Hageman atum 14-03-2013 (aangepaste versie na gemeentelijk overleg) Getekend door ing. J.Collou anleiding

Nadere informatie

Wandeling n 12 : Al basse Hé : Durbuy Bewegwijzering :

Wandeling n 12 : Al basse Hé : Durbuy Bewegwijzering : Wandeling n 12 : Al basse Hé : Durbuy Bewegwijzering : Deze wandeling te midden van het oude dorpsgedeelte van Heyd neemt je mee langs een netwerk van hagen. Deze hagen, waarvan we het nut vergeten zijn,

Nadere informatie

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie 5 december 2013 Situering/Historiek Het onderzoek naar het nut van de ruilverkaveling Schelde-Leie werd opgestart in 2006. Na het inventarisatiewerk,

Nadere informatie

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan? Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap

Nadere informatie

Landgoed Setersheike

Landgoed Setersheike Praedium maakt het werkelijk Landgoed Setersheike Een robuuste verbinding tussen twee natuurgebieden Datum: november 2011 1 2 Opdrachtgever: Dhr. W. Vugts Ruiting 10a 5076 RA Haaren Inhoudsopgave: 1. Initiatief

Nadere informatie

FIETSEN ROND VOLLENHOVE

FIETSEN ROND VOLLENHOVE FIETSEN ROND VOLLENHOVE ROUTE 24 km Mooie vergezichten en een afwisselende route door Waterreijk, de Kop van Overijssel. De route gaat ook door de stadjes Vollenhove en Sint Jansklooster. Landschap Overijssel

Nadere informatie

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE 30-3-2015 1 INTRODUCTIE Andrea Suilen Planvormer bij Wetterskip Fryslân o.a. betrokken bij; Uitvoeringsplan Veenweidevisie Waterbeheersingsprojecten veenweidegebied

Nadere informatie