Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

Transcriptie

1 Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

2 Colofon Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk, Aalten Opdrachtgever: H.Meerdink Centrum Plattelandsontwikkeling Oost Opgesteld door: Ing. Pim Leemreise juni 2010, aangepast december 2010 Correspondentieadres : Aladnaweg RR Aalten info@cpoweb.nl 1

3 1. Inleiding De heer H.Meerdink is voornemens een biogasinstallatie op te richten op zijn bedrijf. Om de bouw mogelijk te maken moet het bestemmingsplan aangepast worden. Voorliggend plan presenteert de erfbeplanting en landschappelijke inpassing van de geplande aanpassing van het bouwblok. Om het bestemmingsplan te wijzigen verlangt de gemeente Aalten een zorgvuldige inpassing- en een beperkte landschappelijke versterking van het erf door de aanleg van erfbeplanting. 2. Situering van het plangebied Het plangebied is gelegen aan de Hoeninkdijk 8 in de buurtschap t Klooster, gemeente Aalten. Het plangebied ligt ca 1,5 km ten noorden van de woonkern Bredevoort. Afbeelding 1. Globale ligging van het plangebied in het agrarische cultuurlandschap van Het Klooster. Het plangebied wordt met de cirkel aangeduid. 2

4 Afbeelding 2. Ligging van het plangebied. De geplande uitbreiding wordt met de rode contour aangeduid. 3. Beschrijving van het plangebied en de omgeving 3.1 Algemeen Het plangebied ligt in het jonge ontginningslandschap van de Schaarsheide, op de overgang naar een smalle strook kampenlandschap. Deze strekt zich uit langs weerszijden van de Kloosterdijk. De Schaarsheide is een grootschalig en relatief open agrarisch cultuurlandschap met een rationele verkaveling. Het landschapsbeeld wordt gekenmerkt door de lange rechte wegen en rechthoekige agrarische percelen. Opgaande beplanting treffen we aan langs de ontginningswegen en af en toe als kavelgrensbeplanting of solitaire bosjes. Her en der staan nog enkele oude inlandse eiken als solitaire bomen in de agrarische percelen als relicten van het oude landschap. De landschapsecologische waarde van het omringende landschap is beperkt. Het agrarische cultuurlandschap wordt intensief gebruik ten behoeve van de in het gebied liggende melkveebedrijven. 3

5 Het grondgebruik bestaat hoofdzakelijk uit grasland, afgewisseld door maïsakkers. Het plangebied bestaat voor het over grote deel uit agrarische grond. Momenteel in gebruik als grasland en bouwland (aardappelen). In het plangebied ligt verder nog een houtwal met daarlangs een sloot. Afbeelding 3. Detailluchtfoto van het erf. Het plangebied is met de gele contour aangeduid. Op deze afbeelding is duidelijk zichtbaar dat het plangebied grotendeels bestaat uit agrarische grond, inclusief een klein deel van de houtsingel. 3.2 Werkzaamheden Om de geplande bouw van de biogasinstallatie mogelijk te maken wordt ca 50 m1 van een bestaande houtwal gerooid. Het merendeel van de benodigde oppervlakte voor de installatie bestaat uit agrarische cultuurgrond, momenteel in gebruik als bouw- en grasland. Aan de Westzijde van deze houtwal ligt en ondiepe greppel. Deze greppel zal worden verbreed om te kunnen functioneren als retentiebassin voor hemelwater van de nieuwe installatie. 4

6 Afbeelding 4. Detailfoto van de houtwal. Ca 50m1 van deze bestaande houtwal worden gerooid. Op de voorgrond is de ondiepe greppel zichtbaar die reeds dienst doet als retentiebassin voor overtollig hemelwater. Afbeelding 5. Detailopname van het perceel waarop de biogasinstallatie volgens plan moet worden gebouwd. 5

7 4. het ontwerp 4.1 Uitgangspunten voor het ontwerp Voorliggend plan behelst de landschappelijke inpassing van een biogasinstallatie. Een boagasinstallatie is een moderne installatie die van oudsher niet voor komt in het agrarische cultuurlandschap. Er is daarom gekozen om het bouwblok rondom de nieuwe installatie geheel te omzomen met opgaande beplanting zodat de installatie geheel aan het zicht onttrokken wordt. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het ontwerp voor de landschappelijke inpassing; Biogasinstallatie niet zichtbaar zijn in het landschap; Aansluiten op bestaande landschappelijke beplanting in de vorm van een loofhoutsingel met opgaande inlandse eiken; Vergroting van een bestaande retentievoorziening met 200m3; Versterking van de landschappelijke inpassing van het gehele bedrijf, inclusief nieuw te bouwen bedrijfswoning aan de Noordwestzijde van het perceel. De nieuwe bedrijfswoning wordt omzoomd door een beukenhaag 4.2 uitgangspunten voor plantmateriaal Het te gebruiken plantmateriaal is geselecteerd aan de hand van de volgende uitgangspunten; Karakteristieke, streekeigen beplanting Inheems plantmateriaal 6

8 4.3 Het ontwerp Afbeelding 6. Erfbeplantingsplan en landschappelijke inpassing. 7

9 4.4 Toelichting op het ontwerp Bij het ontwerp is er voor gekozen om de biogasinstallatie aan de buitenzijde geheel te omzomen door de aanleg van een 5m1 brede strook beplanting, bestaande uit inheems en streekeigen plantmateriaal. Aan de Oostzijde wordt het huidige bouwblok versterkt door de aanleg van een 3m1 brede (hakhout) singel. De bestaande singel aan noordwestzijde van het plangebied wordt versterkt door de aanleg van één extra rij bosplantsoen. Om toekomstig hemelwater te kunnen bergen, wordt de bestaande retentieberging vergroot. Deze is gesitueerd aan de Westzijde van de geplande singel aan de westzijde van het perceel. Deze retentievijver bestaat uit een lange, brede sloot met een bergingsvermogen van ruim 200m³. De nieuwe bedrijfswoning wordt omzoomd door een beukenhaag. 4.5 Samenstelling beplanting Alle nieuwe beplanting bestaat uit inheems en streekeigen beplanting. De houtsingel bestaat uit een gemengde aanplant bestaande uit Krentenboompje, grootbladige linde, sleedoorn, hazelaar, boswilg, vuilboom, vlier, ruwe berk en zomereik. Als plantmateriaal wordt bosplantsoen gebruik met de maat cm en een plantverband van 1,5x1,5 m1. De laanbomen (inlandse eiken) hebben een minimale maat van cm. Deze laanbomen hebben een minimale onderlinge plantafstand van 8m1. De enkele rij bosplantsoen langs de bestaande singel aan de noordwestzijde bestaat uit een gemengde beplanting van Krentenboompje, sleedoorn, hazelaar, Gelderse roos, boswilg, vuilboom en vlier. Deze enkele rij beplanting wordt aangelegd met een plantverband van 1,5x1,5 m1. In totaal wordt ca 730 m1 nieuwe houtsingel aangelegd. Totale oppervlakte is ca 1825 m2. De haag om de nieuwe bedrijfswoning bestaat uit beuk (maat 60-80cm), minimaal 4 st./m beheer De omzoming van de biogasinstallatie en de houtsingel aan de oostzijde van het bedrijf worden beheerd als een hakhoutwal met overstaanders. De hakhoutwal wordt iedere jaar afgezet. De inlandse eiken blijven gespaard zodat deze kunnen uitgroeien tot een robuuste opgaande beplanting. De overige beplanting wordt beheerd als hakhout die iedere jaar wordt afgezet. Bij het afzetten wordt de opstand in z n geheel kort boven de grond afgezaagd waarna de bomen en struiken weer uitlopen en zo een dichte beplanting vormen. Bij het afzetten dienen de stobben/stoven voldoende licht te krijgen om het uitlopen mogelijk te maken. De beukenhaag om de bedrijfswoning wordt beheerd als knip- of scheerheg. Deze haag dient jaarlijks één à tweemaal geknipt of geschoren te worden om de haag een dichte structuur te laten houden. 8