Economische impact van de wijzigende welzijnsregels voor vleeskuikens
|
|
- Femke van Dam
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Economische impact van de wijzigende welzijnsregels voor vleeskuikens Maart 2006 Pieter Gabriëls Dirk Van Gijseghem Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Land- en Tuinbouw (ALT) Afdeling Monitoring en Studie (AM&S) Leuvenseplein Brussel
2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Achtergrond Algemeen Voorstel van de Europese Commissie Algemeen Specifiek Vleeskuikenhouderij in Vlaanderen Algemeen Statistische gegevens Welzijn Economische gevolgen Gevolgen voor Vlaanderen Gevolgen voor andere EU landen Gevolgen voor Nederland Conclusies Discussiepunten Literatuur
3 1. Samenvatting De Europese Commissie plaatst dierenwelzijn voor landbouwhuisdieren meer en meer op de voorgrond. Enerzijds wil zij via een holistische benadering dierenwelzijn stimuleren zoals uit haar actieplan blijkt, anderzijds werkt zij concrete maatregelen uit zoals voor kalveren, ganzen, varkens, en legkippen. Welzijn grijpt aan op verschillende facetten van de veehouderij. Waar dierenwelzijn bij zeugen en leegkippen in de eerste plaats over de inrichting van de stal gaat staat bij de vleeskuikens de bezettingsgraad centraal. Uit onderzoek van het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de provincie Antwerpen blijkt dat het voorkomen van voetzoolaantastingen door veel factoren bepaald wordt. De genetica, de kwaliteit en de vochtigheidsgraad van het strooisel, klimaat en lichtvoorziening spelen een rol. Via de controle op het aantal voetzoolaantastingen aan de slachtlijn en de mortaliteit op het bedrijf en bij transport naar de slachtlijn wordt de welzijnsstatus van het bedrijf gescoord. De terugkoppeling van deze scores naar de bezettingsgraad is economisch ingrijpend. De dreiging die uitgaat van een bezettingsgraad van 30kg/m² is een ware economische sanctie die tot 74% van zijn arbeidsinkomen kan kosten. De ontwerprichtlijn stimuleert de veehouder te zoeken naar een nieuw evenwicht bij de productie van vleeskuikens. Er wordt van hem verwacht dat hij enerzijds de economische voordelen van de industriële productie en het lage prijsniveau voor de consument kan bewaren en tegelijk hieraan meer dierenwelzijn voor de vleeskuikens kan koppelen. Om deze klus te klaren moeten ook de grootwinkelbedrijven en de consumenten hun steentje bijdragen. Een bezettingsdichtheid van 30 kg/m² doet de prijs aan producent per kg vleeskuiken met 0,0191 euro stijgen om eenzelfde arbeidsinkomen te kunnen behouden als in de uitgangssituatie met een bezetting van 46 kg/m². Deze prijsverhoging is een marginaal bedrag voor de consument maar vertegenwoordigd het grootste deel van het arbeidsinkomen van de producent. In Europa worden jaarlijks 5 miljard vleeskuikens geslacht. Met dergelijke productie is het niet te verwonderen dat de behoefte naar meer differentiatie en segmentatie naar verschillende doelgroepen en nichemarkten voor braadkuikens groeit. De evolutie naar meer dierenwelzijn kan mede aan deze consumentenbehoefte voldoen. De ontwikkeling van standaardindicatoren met bevattelijke informatie over thema s waarvoor de consument gevoelig is, of vanuit zijn dagelijkse leven gevoelig gemaakt kan worden is noodzakelijk. Dergelijke indicatoren transparant inbouwen in bedrijfsmanagement en vertalen in het aankoopgedrag van zowel grootdistributie als verbruikers is een verantwoordelijkheid voor heel de keten. 3
4 2. Inleiding Aanleiding voor deze verkennende studie is het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens van 30 mei De ontwerprichtlijn voorziet in welzijnsnormen voor vleeskuikens waarvan de voornaamste deze zijn met betrekking tot uitval van vleeskuikens en bezettingsgraad. De bepalingen in de het voorstel van richtlijn kunnen nog evolueren naarmate de onderhandelingen vorderen. In deze studie gaan we aan de hand van literatuur en modelberekeningen na wat de impact kan zijn van strengere bezettingsnormen voor de productieresultaten in de Vlaamse vleeskippenhouderij. In deze studie is uitgegaan van het ontwerp van richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens, medegedeeld door de EC op 24/01/2006 ( 13196/2/05 REV 2). De eisen met betrekking tot de bezettingsgraad voorzien een maximale bezetting van 38kg/m². Zij hebben tot doel het aantal poot- en voetzoolontstekingen te verminderen. Bij de berekening van de economische gevolgen voor de pluimveehouders wordt een mogelijke uitbreiding van de bedrijfsoppervlakte niet meegenomen. Op basis van een model van het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de provincie Antwerpen en eigen berekeningen wordt een raming van de economische gevolgen gemaakt wanneer de huidige bezettingsgraad daalt van 46 kg per m² naar 38 of 30 kg per m² hokoppervlakte. Tot slot worden op basis van de resultaten een aantal conclusies en discussiepunten vermeld en wordt aangegeven welke ontbrekende informatie een belangrijke impact kan hebben op het economisch resultaat. Deze studie kwam tot stand in samenwerking met Johan Zoons (Proefbedrijf voor de Veehouderij), Anneleen Neyt (VEPEK), Philippe Houdart (FAVV), Suzy Van Gansbeke, Norbert Vettenburg, Kristof Vandenberghe (Afdeling Voorlichting, ABKL), Martine Vandendriessche (ALVB), Wouter Wytinck (BB). 4
5 3. Achtergrond 3.1 Algemeen Op de Landbouwraad van heeft Commissaris Kyprianou in het actieplan dierenwelzijn de strategie voor dit thema toegelicht. De Commissie (EC) kiest in haar strategie voor een holistische benadering vanuit 5 invalshoeken. 1. Huidige minimumnormen verhogen op basis van wetenschappelijke informatie; 2. Stimuleren van onderzoek naar dierenwelzijn; 3. Standaardindicatoren voor het meten van dierenwelzijn introduceren; 4. Verbeteren van informatie en bewustwording via o.a. etikettering; 5. Zowel binnen de EU als daarbuiten in internationale fora een verbetering van dierenwelzijn blijvend ondersteunen; De EC wil de minimumnormen voor dierenwelzijn verhogen en de handhaving ervan verbeteren, rekening houdend met de regels voor internationale handel. Deze ontbreken echter vandaag nog. De EC geeft in een WTO proposal over handel in landbouw haar bezorgdheid voor dierenwelzijn aan (G/AG/NG/19, 28 juni 2000). Tegelijk zegt de EC geen voorstander te zijn om dierenwelzijn te gebruiken als een vorm van non-tarif barrier. Dierenwelzijn is voor de EC geen antwoord op de groeiende liberalisering van handel in landbouwproducten. De EC wil wel zekerheid dat de liberalisering de inspanningen om het dierenwelzijn te verbeteren niet ondermijnd. Zij wil een comparatief voordeel bieden bij het ontwikkelen van nichemarkten, door dierenwelzijn op te nemen in de etikettering van vlees en afgeleide producten van vleeskuikens in de EU. De Europese wetgeving voor dierenwelzijn heeft zich de afgelopen decennia langzaam ontwikkeld en komt met het actieplan en het voorstel van richtlijn voor vleeskuikens in een stroomversnelling. In het Verdrag van Rome uit 1957, dat de basis vormde voor de oprichting van de EG werd het dier nog als eenvoudig landbouwproduct gezien. De Raad van Europa heeft in 1976 een protocol aan het Verdrag tot oprichting van de EG gehecht betreffende de bescherming van dieren in veehouderijen. Op basis van dit verdrag zijn er aanbevelingen gedaan voor diersoorten, zoals runderen, schapen en ganzen. Dit verdrag ligt ook ten grondslag aan andere richtlijnen zoals Richtlijn 98/58/EG, de kaderrichtlijn inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren. De bepalingen in deze richtlijn zijn echter zeer algemeen en weinig bindend. De Europese Unie heeft zijn wetgeving sindsdien uitgebreid met teksten voor specifieke diersoorten zoals kalveren en legkippen. De ontwerprichtlijn ter bescherming van vleeskippen gaat in dezelfde richting. Pluimveehouderij en samenleving De industriële dierlijke productie zorgt vooral voor meer en goedkopere levensmiddelen, maar brengt onvermijdelijk ook risico's met zich mee. Deze risico s kunnen grote economische gevolgen hebben. De risico s met het oog op de gezondheid en het welzijn van dieren in de vleeskuikenhouderij moeten worden verminderd. De ontwikkeling van wetgeving op vlak van dierenwelzijn is mede een antwoord op een toenemende bezorgdheid van burgers en consumenten over de productiewijze van veehouderij met betrekking tot voedselveiligheid en gezondheid. 5
6 Het optreden van dierziektes en de wijze waarop ze worden aangepakt heeft de gevoeligheid van de consument vergroot voor de behandeling, de herkomst en de kwaliteit van dierlijke producten. Volgens de laatste Eurobarometer-enquête (2005) zien EU burgers vleeskuikens en legkippen als de twee belangrijkste diercategorieën waarvoor de leefomstandigheden het eerst moeten worden verbeterd. Kip van exclusiviteit over massaproduct naar een exclusief massaproduct In de jaren 50 was kip een exclusiviteit voor feest- en zondagen. Boeren hielden kleine tomen kippen op een zolder of in kleine stalletjes. Willem Spoormans, één van de eerste pluimveeintegratoren, reed met een bestelwagen in de Antwerpse Kempen van boer naar boer om met kennis en gevoel voor commercie, schaalvoordelen uit te werken. Vandaag worden in de EU-25 jaarlijks ongeveer 5 miljard vleeskuikens geslacht. De productiviteit in deze sector is in 40 jaar spectaculair gestegen. Dankzij doorgedreven genetische selectie, aangepaste voeding, gespecialiseerde huisvesting en professioneel management en integratie is de vleeskuikenhouder erin geslaagd de groei van de kuikens sterk te versnellen en schaalvergroting te realiseren. Vandaag is op de goed georganiseerde bedrijven voor de productie van één kilogram braadkip minder dan 1,8 kg voeder nodig. Ook de leeftijd waarop de dieren slachtrijp zijn is fors gedaald tot 6 à 7 weken. Met een uitval tussen 3 à 4% produceert een modern vleeskuikenbedrijf in Vlaanderen met een capaciteit van dieren vleeskuikens of kg kuikenvlees per jaar. De productie van vleeskuikens is een sterk staaltje van kwalitatief hoogstaande massaproductie voor in hoofdzaak bulkmarkten geworden. De integratie heeft vooral op vlak van kostprijsbeheersing het onderste uit de kan gehaald. Om in de toekomst de toegevoegde waarde te behouden staat zij voor de uitdaging om in hun bedrijfsstrategie, massaproductie, diversiteit en exclusiviteit te integreren. 3.2 Voorstel van de Europese Commissie Algemeen Het Wetenschappelijk Comité voor diergezondheid en dierenwelzijn stelt in zijn rapport van maart 2000 een aantal welzijnsproblemen bij vleeskuikens vast. Zo komen ziektebeelden zoals pootproblemen, ascitis en plotselinge dood regelmatig voor. Tevens is het welzijnsbeeld bij vleeskuikens in de Europese Unie zeer verschillend als gevolg van de grote verschillen in vormen van productie en productiebeheer (integratie, ketencontrole, ) van groei, genetica, huisvesting, slachtgewicht en slachtleeftijd. Deze verschillen gelden vandaag ook voor de bezettingsdichtheid in de stallen, die volgens het rapport varieert van 22,5 kg/m² tot 42,5 kg/m², met pieken van meer dan 50 kg/m². Dit komt deels door de heterogene klimatologische omstandigheden en de gevoeligheid voor hittestress. Het ontbreken van een uniforme wetgeving voor het welzijn van vleeskuikens in de gehele EU geeft vandaag aanleiding tot een gebrekkige basis voor communicatie over dierenwelzijn op het niveau van het Europees landbouwbeleid. Het toepassingsgebied waarvoor het ontwerp van richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens geldt is de gehele Europese Economische Ruimte. Dit is de EU-25 plus Noorwegen, Finland en IJsland. 6
7 De ontwerprichtlijn heeft een tweeledig doel: de leefomstandigheden voor vleeskuikens in de intensieve pluimveehouderij verbeteren; een einde maken aan een, tot op vandaag, uiterst heterogene regelgeving op vlak van dierenwelzijn en diergezondheid voor vleeskuikens in de verschillende lidstaten; Nu gelden op communautair vlak voor vleeskuikens alleen de algemene voorschriften van Richtlijn 98/58/EG betreffende de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren Specifiek In de ontwerprichtlijn voor dierenwelzijn van vleeskuikens zijn vooral de bepalingen met betrekking tot de bezettingsdichtheid (art.3) inkomensbepalend. Er is vandaag nog onzekerheid of de basisnorm nu 30- of 32 kg/m² wordt. Van deze basisnorm kan onder strikte voorwaarden worden afgeweken tot een bezetting van maximum kg/m². In art. 5 wordt een voorbereidende stap gezet naar etikettering van welzijn bij kippenvlees en afgeleide producten door de lidstaten. Daarbij is voorzien dat binnen 2 jaar na de vaststelling van de richtlijn, de Commissie een rapport indient bij het Europees Parlement en de Raad over de wenselijkheid van een geharmoniseerde etiketteringsregeling op communautair niveau, in relatie tot de naleving van normen inzake dierenwelzijn voor vleeskuikens. In dit rapport dient de Commissie aandacht te besteden aan de mogelijke sociaal-economische gevolgen in de EU. Ook dient de overeenstemming met de wereldhandelsorganisatie te worden onderzocht. Het rapport dient vergezeld te worden van passende wetgevingsvoorstellen die rekening houden met de genoemde overwegingen en de ervaring die de lidstaten met vrijwillige etikettering hebben opgedaan. In art. 6 wordt voorzien in een rapport binnen 5 jaar na vaststelling van de richtlijn. Dit rapport moet de Commissie toelaten om de invloed van de genetische parameters op de geconstateerde afwijkingen die het welzijn van vleeskuikens ondermijnen, te kennen. Art 6 bis beschrijft de voorziene inspecties terwijl art. 6 ter aanspoort om gidsen voor goede praktijken voor het houden van vleeskuikens uit te werken. Deze gidsen worden op nationaal niveau, door verscheidene lidstaten onderling, of op communautair niveau opgesteld. De ontwerprichtlijn bevat 5 bijlagen. In bijlage I van de richtlijn worden de standaardvoorschriften voor de drink- en voedervoorziening, strooisel en klimaatvereisten, lawaai, licht en hygiëne, registratie van aanen afvoer van kuikens besproken. Tot slot worden chirurgische ingrepen zoals castratie en snavelkappen besproken. Deze vereisten betekenen voor de moderne vleeskippenhouders weinig of geen extra kosten. Bijlage II behandelt de standaardvoorschriften voor de bezettingsdichtheid en de voorwaarden waarop van de norm van 30kg/m² mag worden afgeweken. Deze voorwaarden zijn van technische en administratieve aard. Bijlage III behandelt de follow-up van tekortkomingen in het pluimveebedrijf. Bijlage IV beschrijft de monitoring en de follow-up van mortaliteit en voetzooldermatitis bij het transport en in het slachthuis. 7
8 Bijlage V handelt over de eindtermen op vlak van kennis van wetgeving en verzorging die via ervaring of door opleiding door de vleeskuikenhouders moeten worden gehaald. Bezettingsdichtheid In de vleeskuikensector zijn de winstmarges voor de producenten krap. In het voorstel van richtlijn hebben in de eerste plaats de voorstellen met betrekking tot de bezettingsdichtheid een impact op het arbeidsinkomen. Via de opvolging van mortaliteit en het aantal en de graad van voetzoolontstekingen in het slachthuis wil de EC in het ontwerp van richtlijn voor dierenwelzijn bij vleeskippen de graad van welzijn voor de vleeskuikens verhogen. Om dit te bereiken wordt voorgesteld op termijn niet enkel de symptomen van onwelzijn weg te nemen maar ook de achterliggende factoren zoals selectie en voeding, klimaat en huisvesting. Het actieplan dierenwelzijn van speelt hierop in. De vleeskuikenhouders die op vlak van uitval en voetzoolontstekingen in het slachthuis goede score s kunnen halen mogen de bezetting van 30 kg/m² naar 38 kg/m² verhogen. Uitval De Commissie adviseert in haar ontwerp van richtlijn voor welzijnsnormen voor vleeskuikens de uitval op een leeftijd van zes weken te beperken tot maximaal 6,5 %. Komt de uitval hoger dan moet de pluimveehouder de bezettingsgraad in zijn stal aanpassen. In het oorspronkelijke advies ging het voorstel uit van een uitval van maximaal 3,5 procent voor een bezettingsgraad van maximaal 38 kg/m². Indicatoren De Commissie heeft enkele, eenvoudig te controleren parameters voorgesteld zoals - sterfte in de stal en verwondingen van de voetzool en hak. Aan de hand van de verwondingen kan men, vanuit de controle in de slachtlijn de mate van welzijn van de vleeskuikens bepalen. Bij overschrijding van de norm wordt teruggekoppeld naar de veehouder en de leefomstandigheden van de kuikens in de stal. Dit controlesysteem aan de slachtlijn is al in gebruik in Zweden en Denemarken. Van elke zending vleeskuikens wordt een representatief staal van 100 poten onderzocht op voetzooldermatitis. De onderzochte poten worden verdeeld in 3 groepen met respectievelijk geen, lichte en zware verwondingen aan de voetzool. Hieruit wordt een gezamenlijke score berekend waarbij het aantal poten zonder verwonding niet wordt meegerekend, deze met lichte verwondingen tellen mee voor de helft en deze met zware verwondingen tellen voor 2. De punten worden opgeteld om tot de globale voetzoolscore 0, 1 of 2 te komen. Ook mortaliteit wordt gescoord in functie van de mortaliteitsdrempel (MRT) uit de ontwerprichtlijn. Mortaliteit krijgt de score 0 indien lager dan de MRT, de score 1 tot een MRT + 2% en een score 2 indien de mortaliteit hoger is dan MRT + 2%. Sancties De opmaak en invoering van de sancties die aan de kwaliteitscriteria verbonden zijn, wil de Commissie in een eerste fase overlaten aan de lidstaten. In een tweede fase wil ze de sancties harmoniseren. De EC wenst de eerste fase kort te houden anders dreigen sterk uiteenlopende sancties uit te groeien tot instrumenten van interne marktverstoring. Dit is ten nadele van een uniform Europees landbouw- en concurrentiebeleid. 8
9 4. Vleeskuikenhouderij in Vlaanderen 4.1 Algemeen De vleeskuikenhouderij is door specialisatie en integratie, een internationaal verhandelbaar braadkuiken en een internationaal georganiseerde mestafzet uitgegroeid tot één van de modernste bedrijfstakken in de Vlaamse dierlijke productie. De sector heeft het engagement om te produceren tegen een lagere kostprijs kunnen nakomen maar loopt vandaag tegen economische, sanitaire en ethische grenzen aan. De vleeskuikenproductie in Vlaanderen is een sterk geïntegreerde productie, 95% van de vleeskuikens wordt in Vlaanderen op een contractuele basis geproduceerd. De integratie wordt voornamelijk aangestuurd vanuit de productiekosten (veevoedersector en broeierijen, slachterijen) en minder vanuit de productiebaten (vleesverwerkende bedrijven, distributie). Deze laatste hebben door hun marktimpact en hun directe relatie met de consument meer vat op meerwaardecreatie via het thema dierenwelzijn dan de producenten zelf. De vleeskuikenproducenten zijn in staat om op zes weken een ronde pakklare vleeskuikens te produceren met een aflevergewicht van 2,4-2,5 kg en een voederconversie van 1,7-1,8. Uit het selectie- en productiedoel om de spiermassa en groei te verhogen zijn moederdieren en vleeskuikens gegroeid met sterke spierontwikkeling, een verminderde weerstand en zwakke poten. Deze kwetsbaarheid verhoogt de mortaliteit wanneer zich stressperiodes voordoen (hitte, pakken, ) of wanneer de kuikens niet tijdig kunnen worden afgeleverd en door overgewicht door de poten gaan. De vleeskuikenproductie in Vlaanderen kent: een zeer gerichte selectie naar groei, bespiering en borstomvang, een huisvesting gericht op maximale benutting van de capaciteit een toegenomen kennis van management en diergezondheid een sterk aanbodgeïntegreerde productiekolom marketing gericht op massaproductie, uniformiteit en kwaliteit 4.2. Statistische gegevens In Vlaanderen is er een dalende trend van het aantal vleeskuikens de laatste 5 jaar ( ). Het aantal vleeskuikens is in Vlaanderen in die periode met 4 miljoen of 18% gedaald. In het jaar 2003 zakte het aantal vleeskuikens accidenteel als gevolg van de vogelpest in Vlaanderen (tabel 1). Tabel 1: Aantal vleeskuikens in Vlaanderen (15 mei telling NIS) In figuur 1 wordt de evolutie van het aantal vleeskuikens tussen 1997 en 2005 voor de 5 Vlaamse provincies weergegeven. De provincie Antwerpen en West-Vlaanderen huisvesten samen ongeveer 60% van de vleeskuikens, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant 40%. 9
10 De dalende trend van het aantal vleeskuikens in de periode doet zich in alle provincies voor. De knikken in de figuur in 1999 en 2003 door het optreden van crisissen op vlak van voedselveiligheid en diergezondheid wegen op de vleeskuikenhouderij. Figuur 1: Evolutie aantal vleeskuikens per provincie aantal vleeskuikens 15 mei telling N.I.S west-vl oost-vl limburg vl brab antwerpen Voor het geheel van Vlaanderen is het aantal bedrijven met vleeskuikens tussen 2000 en 2005 met een kwart gedaald tot 743. (tabel 2). Tabel 2: Aantal bedrijven met vleeskuikens in Vlaanderen (15 mei telling NIS) In figuur 2 wordt het aantal bedrijven met vleeskuikens per provincie weergegeven. Het aantal bedrijven is tussen 2000 en 2005 in alle provincies gedaald. De grootste daling deed zich voor in de provincie West-Vlaanderen. Daar verminderde het aantal bedrijven met braadkuikens met 96 tot juist onder de 300. De provincies Antwerpen, Limburg, Oost- Vlaanderen en Vlaams-Brabant kenden in dezelfde periode samen een daling met 147 bedrijven. Figuur 2: Aantal bedrijven met vleeskuikens per provincie aantal bedrijven met vleeskuikens 15 mei telling N.I.S west-vl oost-vl limburg vl brab antwerpen
11 Het gemiddelde aantal vleeskuikens per bedrijf in Vlaanderen is in de periode met 10 % toegenomen tot stuks.(tabel 3) Tabel 3: Gemiddeld aantal vleeskuikens per bedrijf in Vlaanderen (15 mei telling NIS) In figuur 3 worden de verschillen tussen de provincies wat betreft het aantal vleeskuikens per bedrijf weergegeven. De bedrijven in de provincie Antwerpen zijn het grootst (35.000). Limburg zit met vleeskuikens net boven het Vlaamse gemiddelde van De andere 3 provincies groeien op vlak van bedrijfsgrote naar elkaar toe met ongeveer vleeskuikens per bedrijf. Figuur 3: Aantal vleeskuikens per bedrijf Aantal vleeskuikens per bedrijf, 15 mei telling N.I.S antwerpen vl brab limburg oost-vl west-vl Vlaanderen In figuur 4 wordt de verdeling voorgesteld van het aantal braaadkuikens en het aantal bedrijven over verschillende klassen. Opvallend is naast het grote aantal kleine bedrijven de sterke vertegenwoordiging van vleeskuikens en bedrijven in de middengroep tussen en dieren. Het aantal bedrijven en in mindere mate het aantal dieren in de klassen boven de dieren is eerder laag. De 57 % kleinste bedrijven heeft minder dan braadkuikens en huisvesten 22 % van de kuikens. De 4,5% grootste bedrijven hebben meer dan braadkuikens en huisvesten 16,5 % van het aantal vleeskuikens. 11
12 Figuur 4: Verdeling aantal braadkuikens en aantal bedrijven volgens klasse aantal bedrijven < >= aantal vleeskuikens aantal braadkippen aantal bedrijven 4.3 Welzijn Er is al veel onderzoek gedaan naar effecten van de bezettingsdichtheid bij vleeskuikens op de technische resultaten. De resultaten zijn echter niet eenduidig omdat het niet altijd duidelijk is of randvoorwaarden zoals voederbaklengte, drinkwatervoorziening en klimaat aangepast worden aan de gewijzigde bezetting. In Nederland (Van Harn, 1995) en België (Zoons, 1997) zijn bezettingsproeven uitgevoerd in stallen met aan de bezetting aangepaste klimaatregeling per compartiment en proefopzet. Uit de proeven bleek dat de technische resultaten per dier bij een lagere bezetting iets verbeterden. Bij een verlaging van de bezetting van 22 dieren/m² naar 18 en 14 dieren/m² steeg het eindgewicht met 30 en 60g per afgeleverd kuiken. De voederconversie daalde met 0,02 en 0,04. Het voorstel van richtlijn gaat voor de berekening van de maximale uitval uit van een basisuitval van 1,5 procent met daarboven een uitval van 0,12 % per hokdag, of 6,5% op een periode van 42 dagen. Informatie van Boerenbond en het Proefbedrijf voor de Veehouderij geeft aan dat een uitvalpercentage onder de 6,5 % op een leeftijd van 6 weken voor de vleeskuikenproductie in Vlaanderen haalbaar is. Over het aantal vleeskuikens met voetzoolaantastingen in de slachtlijn zijn er tot hiertoe in Vlaanderen geen gegevens beschikbaar. Een Zweeds onderzoek naar het effect van voetzoolaantasting in het broiler foot-health programme gaf over de periode een daling van het aantal voetzoolaantastingen van 11% in 1994 tot 3% in De Zweedse producenten werden bij aanvang uitvoerig geïnformeerd hoe ze via hun management het aantal voetzoolaantastingen konden verminderen. Uit onderzoek van het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de provincie Antwerpen blijkt dat het voorkomen van voetzoolaantastingen vooral bepaald wordt door de genetica, de kwaliteit en de vochtigheidsgraad van het strooisel. Ook het Zweeds broiler foot-health 12
13 programme geeft aan dat management en huisvesting bepalend zijn voor dierenwelzijn en de terugkoppeling naar de bezettingsgraad eerder de rol speelt van stok achter de deur. 13
14 5. Economische gevolgen In deze studie beperken we ons tot de economische gevolgen in de overgangsfase waarbij uitgegaan wordt van de veronderstelling dat de primaire productie zich aan de wetgeving voor dierenwelzijn aanpast terwijl de markten nog business as usual bedrijven. In de realiteit is het aangewezen dat de markt voorop loopt. Vleeskuikens kennen een grote rotatiesnelheid, de productie past zich snel aan nieuwe marktomstandigheden aan. 5.1 Gevolgen voor Vlaanderen In Vlaanderen is er op vlak van regelgeving vandaag geen beperking om de staloppervlakte te vergroten binnen de milieuvergunning en de nutriëntenhalte door nieuwbouw of uitbreiding van bestaande stallen. De milieuvergunning en de mestwetgeving laten de pluimveehouder de mogelijkheid de staloppervlakte uit te breiden bij een lagere bezettingsgraad. Een bouwvergunning gekoppeld aan afstandsregels is wel noodzakelijk. Het uitbreiden van de hokoppervlakte wordt in de voorliggende berekeningen niet voorzien. De berekeningen zijn gebaseerd op een model uitgewerkt door het Proefbedrijf voor de Veehouderij. De berekening geeft de gevolgen van de verlaging van de bezetting voor vleeskuikens in een overgangsperiode. We gaan ervan uit dat een modern bedrijf met vleeskuikens per volwaardige arbeidskracht (VAK) vleeskuikens kan houden en er door de verlaging van de bezettingsdichtheid minder dieren in dezelfde stallen zullen gehouden worden. Het bijbouwen of uitbreiden van de stallen om hetzelfde aantal dieren te kunnen houden dan bij aanvang wordt in de overgangsfase niet voorzien. Uitgangspunten: De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van gegevens van het Proefbedrijf voor de Veehouderij en BB; In de berekeningen werd de uitval voor een bezettingsdichtheid van 46kg/m², 38 kg/m² en 30 kg/m², op 3,5% gehouden; Het eindgewicht stijgt met 30g en 60 g en de VC daalt met 0,02 en 0,04 bij een bezettingsdichtheid van 38, respectievelijk 30 kg/m²; Een gelijkblijvend voederverbruik per dier; De arbeidsbehoefte in de overgangsfase op 1 VTE te houden omdat dierenwelzijn meer controle, monitoring, administratie en kennis vraagt van de veehouder; In tabel 4 worden de uitgangspunten voor de berekening van de bruto opbrengst, het saldo en het arbeidsinkomen opgelijst. Als vleesprijs wordt de gemiddelde prijs van de markt van Deinze in de periode januari september 2005 genomen. De afschrijving van de stal loopt over een periode van 20 jaar, de afschrijving van de stalinrichting lopt over periode van 10 jaar. De rente bedraagt 5%. Een daling van de bezettingsdichtheid van 46kg/m² naar 38kg/m² en 30kg/m² komt overeen met respectievelijk vleeskuikens, en vleeskuikens per bedrijf. 14
15 Tabel 4: Uitgangspunten Omschrijving waarde eenheid Bezettingsdichtheid bezetting kuikens Eendagskuikens 0,27 0,27 0,27 Euro-pok voederprijs 0,25 0,25 0,25 euro/kg Vleesprijs 0,74 0,74 0,74 euro/kg Uitval 3,5 3,5 3,5 % Voederverbruik 406,0 406,0 406,0 kg -100 pok Gemiddeld netto aflevergewicht 2,400 2,430 2,460 kg voederconversie 1,75 1,73 1,71 Rente % Variabele kosten Euro- 100 pok* Gezondheid incl. enting 4, 99 4, 99 4, 99 Electr.-water-verwarming 6,11 6,11 6,11 Heffingen mest, sanitair, rendac mestafzet 3,00 3,00 3,00 Strooisel 0,87 0,87 0,87 Vangen en laden 2,97 2,97 2,97 Ontsmetten 1,19 1,19 1,19 Rente op levend kapitaal 0,65 0,65 0,65 Verzekering dieren 0,09 0,09 0,09 Voederkost 101,5 101,5 101,5 Vaste kosten Euro-100 pok Afschrijving, onderhoud en intrest gebouwen 7,60 9,50 12,17 Afschrijving, onderhoud en intrest inrichting 6,37 7,97 10,20 pok: per opgezet kuiken Onderstaande tabel geeft de berekening van de bruto opbrengst, het saldo en het arbeidsinkomen bij een bezettingsdichtheid van 46 kg, 38 kg en 30 kg/m². (tabel 5) Tabel 5: economische resultaten vleeskuikenhouderij in euro bruto opbrengst (euro/bedrijf) bruto opbrengst % voerkost (euro/pok) 1,015 1,015 1,015 kuikenkost (euro/pok) 0,270 0,270 0,270 voerwinst (euro/pok) 0,429 0,450 0,472 andere variabele kosten pok 0,213 0,215 0,218 saldo pok 0,216 0,235 0,254 saldo (euro/bedrijf/jaar) saldoverschil (euro/bedrijf/jaar) saldo % vaste kosten (afschrijving, onderhoud, intrest, verzekering)/pok 0,139 0,173 0,222 arbeidsinkomen (euro/pok) 0, , ,03174 arbeidsinkomen (euro/bedrijf/jaar) arbeidsinkomen verschil (euro/bedrijf/jaar) arbeidsinkomen % Bruto opbrengst = vleesproductie x vleesprijs; Saldo = bruto opbrengst variabele kosten; Arbeidsinkomen = saldo - vaste kosten 15
16 Uit de berekening blijkt dat de verlaging van de bezettingsdichtheid tot 30 kg/m² de rendabiliteit van de bedrijven sterk vermindert. Op het niveau van het bedrijfssaldo is het verschil tussen een bezetting van 46 kg/m² en 30 kg/m² beperkt tot 26%. De lichte verbetering van de groei met 60 g en de daling van de voederconversie met 0,04 doet het saldo per opgezet kuiken met 0,038 eurocent stijgen. Bij een bezettingsdichtheid van 30 kg/m² moet de prijs aan boer met 0,0191 euro/kg stijgen om eenzelfde arbeidsinkomen te behouden als in de uitgangssituatie. Deze prijsverhoging is marginaal voor de consument (0,04 euro/kg kippenvlees) maar is bepalend voor het arbeidsinkomen van de producent. De strenge bezettingsnorm doet vragen rijzen op vlak van de proportionaliteit in de richtlijn bij de realisatie van het streefdoel: meer dierenwelzijn voor de vleeskuikens samen met een volwaardig arbeidsinkomen voor de boer. 5.2 Gevolgen voor andere EU landen In diverse lidstaten (o.a. Zweden, Duitsland, Denemarken) en in diverse lastenboeken wordt volgens de Commissie al een bezettingsdichtheid toegepast die vergelijkbaar is met wat de ontwerprichtlijn voorstelt. Ook in Zuid-Europa wordt periodiek, afhankelijk van het heersende klimaat, een lagere bezetting toegepast omwille van de hitte. De EC heeft echter tot op vandaag geen socio-economische studie gemaakt over de gevolgen van de ontwerprichtlijn voor vleeskuikens in de EU. De ontwerprichtlijn voorziet in een rapport met de sociaaleconomische gevolgen uiterlijk 2 jaar na de vaststelling van deze richtlijn. De EC gaat er vanuit dat de Europese producenten, ongeacht de bezettingsdichtheid, op termijn niet op de vrije markt kunnen concurreren met landen als Brazilië of Thailand, vooral wat betreft diepgevroren gevogelte. Volgens haar zouden de Europeanen er daarom beter aan doen zich meer toe te leggen op kwaliteit, op de Europese markt voor verse producten in plaats van op de bulkproductie voor de Wereldmarkt. In figuur 5 wordt de evolutie van de stijgende productiekost per dier van 2,44 kg in functie van de dalende bezettingsgraad berekend. Daarbij wordt uitgegaan van de kostenstructuur op de grotere bedrijven in de UK ( kippen op jaarbasis). De kostprijs stijgt van 120 pence per dier bij een bezettingsgraad van 42 kg/m² naar 129 pence bij een bezetting van 30 kg/m² en 135 pence bij een bezetting van 25 kg/m². Dit komt overeen met een stijging van respectievelijk 10,8 en 18 eurocent per dier.(wisselkoers 1 pond = 1.20 euro) (Animal Welfare Division, Defra, 13/09/2005). 16
17 Figuur 5: Productiekost per kuiken (pence) in functie van de bezettingsdichtheid (kg lw/sqm) 5.3 Gevolgen voor Nederland Literatuuronderzoek van Het Spelderholt in Nederland ( Studiedag PVV, Geel 2005) komt tot volgende aanbevelingen rond aspecten i.v.m. dierenwelzijn en bezetting: De invloed van de bezettingsdichtheid is pas merkbaar na 3-4 weken; Groei neemt af en voederconversie stijgt bij een hogere bezettingsdichtheid, kuikens geraken hun warmte niet kwijt en gaan minder eten en minder groeien; De discussie over het welzijn van vleeskuikens mag niet beperkt worden tot de bezettingsdichtheid alleen; Management en stalinrichting (voeding, ventilatie, strooisel) is ook belangrijk. Er is een grote invloed van huisvesting en verzorging op het effect van de bezettingsdichtheid op het voorkomen van voetzoolontstekingen, Het LEI (Van Horne 2005) heeft in een studie; Economische gevolgen verlaging bezettingsdichtheid vleeskuikens de gevolgen voor Nederlandse pluimveehouders berekend. Hierbij werd de optie bijbouwen om het capaciteitsverlies te compenseren, niet weerhouden. De productie van vleeskuikens in Nederland is op technisch vlak vergelijkbaar met die van de grote bedrijven in Vlaanderen. De bedrijven zijn er gemiddeld groter. Ook het aantal dieren is er de laatste 5 jaar gegroeid. Een volwaardig bedrijf met een moderne inrichting in Nederland kan vleeskuikens houden. De berekeningen van de economische gevolgen van een lagere bezetting werden opgemaakt voor 2 groepen bedrijven, zij die uitladen en zij die niet uitladen. 17
18 De LEI studie stelt dat de toch al zwakke concurrentiepositie met derde landen in Nederland verder verslechtert bij de verlaging van de bezettingsdichtheid. In de huidige praktijk is de bezettingsdichtheid in Nederland gemiddeld circa kg. Het verlagen van de bezettingsdichtheid naar 38 kg/m² en 30 kg/m² geeft een inkomensdaling van gemiddeld euro en euro per bedrijf. Dit verschil is vergelijkbaar voor bedrijven die de vleeskuikens uitladen als deze die niet uitladen. De Nederlandse bedrijven realiseren bij een bezetting van 30kg/m² een negatief arbeidsinkomen. Uitladen is een middel om bij zowel een hoge als een lagere bezettingsnorm de toegevoegde waarde te verhogen. In het boekhoudnet van de LEI-bedrijven in Nederland wordt bij 55% van de bedrijven het systeem met uitladen toegepast. Daar is de gemiddelde bezetting 42 kg/m². Bij de bedrijven die niet uitladen is de gemiddelde bezetting 44 kg/m². Het arbeidsinkomen is zonder uitladen voor de drie bezettingen gemiddeld euro per VAK ( vleeskippen) lager dan met uitladen. 18
19 6. Conclusies De voorgestelde bezettingsdichtheid van 38 kg/m² en 30 kg/m² uit het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens betekent een vermindering van het arbeidsinkomen met 36 % en 74%. Een bezetting van 30 kg/m² zal lijden tot een versnelde afbouw van de productie van vleeskuikens in Vlaanderen. Uit berekeningen van het LEI blijkt dat de invloed van het bedrijfssysteem met uitladen een positief effect heeft op het arbeidsinkomen zowel bij een lage als bij een hoge bezettingsgraad. Bij een verlaging van de bezettingsgraad mag verwacht worden dat meer bedrijven zullen willen overschakelen naar een systeem met uitladen. De concurrentie op de EU markt uit derde landen neemt toe De vooruitzichten voor de pluimveehouders verslechteren wanneer de introductie van dierenwelzijn in de markt niet gepaard kan gaan met een betere en eerlijke prijszetting. Normen voor dierenwelzijn zoals een lagere bezetting (38kg/m²) opleggen om de producenten te stimuleren de scores voor dierenwelzijn te halen is een middel geen doel op zich. Verregaande normen (30 kg/m²) dienen facultatief, en vanuit de vraag te worden ingevuld. Voor de veehouder betekenen ze een ware sanctie. 19
20 7. Discussiepunten Voor Europa betekent 5 miljard slachtingen aan gemiddeld 1,6 kg per vleeskuiken een jaarlijkse productie van 8 miljard kg vleeskuiken. Met dergelijke productie is het niet te verwonderen dat de differentiatie en segmentatie naar verschillende doelgroepen en nichemarkten voor braadkuikens groeit. De evolutie naar meer dierenwelzijn kan aan een consumentenbehoefte voldoen. Hiervoor is de ontwikkeling van standaardindicatoren met informatie over thema s waarvoor de consument gevoelig is, of in het dagelijkse leven gevoelig gemaakt kan worden, een belangrijk hulpmiddel. Hoe die indicatoren transparant ingebouwd kunnen worden in ketenmanagement en lastenboeken en zich vertalen naar grootdistributie en verbruikers zal mee bepalen waar de economische balans van dierenwelzijn op termijn een evenwicht zal vinden. Om het arbeidsinkomen gelijk te houden zal de prijs van vleeskippen omhoog moeten. Hoewel deze verhoging voor de consument minimaal is, vrezen de pluimveehouders dat de sector bij een vermindering van de bezettingsdichtheid zowel op de communautaire markt als op de markt van derde landen gemarginaliseerd wordt. (Van Horne, 2005) Of de pluimveehouders zich zullen kunnen aanpassen aan de welzijnseisen wordt volgens de Commissie Landbouw en Plattelandsontwikkeling van het EU parlement vooral door twee voorwaarden bepaald: De extra kosten moeten kunnen worden doorgerekend in de verkoopprijs. De inkomens van de veehouders mogen niet verminderen. Recente peilingen (2005) duiden erop dat de Europese consument gevoelig is voor dierenwelzijn bij vleeskuikens en bereid is daarvoor te betalen. Ten tweede moet de EU etikettering worden gebruikt als actief middel om het welzijn van de dieren in de hele Unie, marktgericht onder de aandacht te brengen. De vraag is of dit in Vlaanderen pro-actief kan gebeuren. Wanneer we wachten op een initiatief op basis van het rapport van de Commissie zijn we 3-4 jaar verder. Dan is de kans groot dat het deel van de markt dat wil betalen voor dierenwelzijn al verdeeld is. De vertaling van een ethisch dierenrecht in een productierecht is enkel mogelijk wanneer elke schakel in de keten daaraan meewerkt. De vleeskuikenhouderij bewijst dat een duurzame landbouw zonder een duurzame keten weinig kansen heeft. De veehouders staan voor de opdracht om hun levende dieren te behandelen als dieren met bepaalde rechten en die rechten te vertalen naar de consument. Het formaliseren en maatschappelijk en marktgericht kunnen vertalen van die rechten is voor de keten een grote uitdaging. Sterke vraaggestuurde allianties en netwerken kunnen daartoe een hulpmiddel zijn. De meerprijs voor dierenwelzijn is voor de consument zeer laag. Het verlies aan arbeidsinkomen voor de pluimveehouder hoog. Dierenwelzijn kostenbewust introduceren vraagt om een vraaggestuurde ketenontwikkeling. Hoe kan de keten dit realiseren? 20
21 8. Literatuur EU, 2005 Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens. EU, Brussel EU, 2006 Ontwerp van richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens. EU, Brussel Meat Chicken Directive; Summary of some Economic Aspects from the UK Praktijkonderzoek pluimvee Nederland Van Horne P, Economische gevolgen verlaging bezettingsdichtheid vleeskuikens, LEI Wageningen UR, maart 2005 Van Middelkoop K, Vleeskuikenonderzoek in relatie tot welzijn, Studiemiddag Proefbedrijf voor de Veehouderij van de provincie Antwerpen, Geel, 31 mei WTO, European Communities Proposal, Food Quality Improvement of market acces opportunities, 28 juni 2000 WTO, EC Comprehensive Negotiating Proposal ( 20),
Economische gevolgen verlaging bezettingsdichtheid vleeskuikens
Economische gevolgen verlaging bezettingsdichtheid vleeskuikens Ir. P. van Horne Ing. L. Puister P.O. Postbus 35 6700 AA Wageningen peter.vanhorne@wur.nl Maart 2005 Project 30472 Landbouw-Economisch Instituut
Nadere informatieBezettingsdichtheid en regelgeving. Economische impact van bezettingsdichtheid. Bezettingsdichtheid en regelgeving
Kleinveehouderij: naar een meer diervriendelijke productie? Overzicht van recent onderzoek Studiedag 29 september 2011, IlVO-Dier Melle Bezettingsdichtheid vanuit bedrijfseconomisch oogpunt Bezettingsdichtheid
Nadere informatieProefbedrijf voor de Veehouderij
Bezetting bij vleeskuikens: hoe omgaan met de bezettingsnorm uit de EU-richtlijn? Pluimvee nr. 5 Kris De Baere AANLEIDING Vanuit economisch standpunt is het in West- Europa gebruikelijk om een hoge bezettingsgraad
Nadere informatieHet GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU
Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU De Europese Unie mikt hoog Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling Bijdrage van het landbouwbeleid Het GLB biedt landbouwers een aantal stimuli
Nadere informatieONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie internationale handel 20.3.2015 2013/0433(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie internationale handel aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 17 mei 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieProefbedrijf voor de Veehouderij
Gebruik van strooisel en voeders met lager eiwitgehalte bij vleeskuikens Pluimvee nr. 43 Kris De Baere INLEIDING Op 27 september jl. organiseerde het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de Provincie Antwerpen
Nadere informatieProefbedrijf voor de Veehouderij
Pluimvee nr. 36 Strooiselkwaliteit bij vleeskuikens: een belangrijk aandachtspunt Kris De Baere Johan Zoons INLEIDING Na de dioxinecrisis werd het gebruik van dierlijke producten in veevoeders sterk in
Nadere informatieTabel 6.1: Verdeling van de pluimveestapel, stuks, 2007
Pluimvee De pluimveesector kan ingedeeld worden in drie activiteiten: vermeerdering, productie van consumptie-eieren en vleesproductie. In de vermeerdering produceren lichte moederdieren (voor leghennen)
Nadere informatieHealthier plants and animals for safer food - package PHL. Seeds & PM AHL. Review of R 882/2004 on OC. Food & Feed Expenditure
Healthier plants and animals for safer food - package Seeds & PM PHL AHL Review of R 882/2004 on OC Food & Feed Expenditure 5-pack: Beleidsdocument COM 2013/0264 Gezondere dieren en planten en een veiligere
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 182/19 RICHTLIJNEN
12.7.2007 Publicatieblad van de Europese Unie L 182/19 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2007/43/EG VAN DE RAAD van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (Voor
Nadere informatieSturen op voetzoollaesies: niet eenvoudig, maar betaalt zich terug
Sturen op voetzoollaesies: niet eenvoudig, maar betaalt zich terug Pluimvee relatiedag, 13 juni 2013, Barneveld Jan van Harn Afsprakenkader In oktober 2009 is er overeenstemming bereikt tussen de pluimveesector
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 19 april 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatiePUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 januari 2006 (31.01) 13196/2/05 REV 2. Interinstitutioneel dossier: 2005/0099 (CNS) LIMITE AGRILEG 144
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 januari 2006 (31.01) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2005/0099 (CNS) 13196/2/05 REV 2 LIMITE AGRILEG 144 INLEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal
Nadere informatieL 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE
L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie 25.11.2006 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 november 2006 tot wijziging
Nadere informatiePUBLIC LIMITE NL. Brussel, 5 december 2006 (12.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 16263/06 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0099 (CNS)
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 december 2006 (12.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2005/0099 (CNS) 16263/06 ADD 1 LIMITE PUBLIC AGRILEG 207 ADDENDUM BIJ HET VERSLAG van: de Groep
Nadere informatieEconomische marges van vleesvarkens en vleeskuikens in 1980 tm 2013
Notitie voor Wakker Dier Economische marges van vleesvarkens en vleeskuikens in 1980 tm 2013 Arjan Wisman LEI Wageningen UR, Den Haag 24 juni 2015 Marges van vleesvarkens en vleeskuikens in 1980-2013 1.
Nadere informatiegespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf
De markt voor de varkenshouderij in Nederland Structuur In Nederland worden op ongeveer 1. bedrijven varkens gehouden. Het aantal bedrijven met varkens is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen (figuur
Nadere informatieWaardevermindering pluimveevlees besmet met Salmonella enteritidis en Salmonella typhymurium
Waardevermindering pluimveevlees besmet met Salmonella enteritidis en Salmonella typhymurium Peter van Horne Project2273000353 LEI Wageningen UR Den Haag November 2011 1 1. Aanleiding Als gevolg van EU
Nadere informatieB8-0484/2018 } B8-0485/2018 } B8-0487/2018 } B8-0489/2018 } RC1/Am. 5
B8-0489/2018 } RC1/Am. 5 5 Visum 11 bis (nieuw) gezien Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten
Nadere informatieVoor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa
UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft
Nadere informatieTECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK
FOCUS 2014 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2011-2013 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij
Nadere informatie(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag
VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het voorstel voor een
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.7.2008 SEC(2008) 2291 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Nadere informatieVERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening
VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het
Nadere informatieTrefdag VarkensAcademie 30 november 2018
Slimmer boeren met cijfers Trefdag VarkensAcademie 30 november 2018 De financiële marges in de varkenshouderij staan dit jaar weer zwaar onder druk. Lage verkoopprijzen gecombineerd met gestegen grondstoffen-
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieMarktontwikkelingen varkenssector
Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie
L 94/44 31.3.2004 VERORDENING (EG) Nr. 599/2004 VAN DE COMMISSIE van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer
Nadere informatieTECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK
FOCUS 2013 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2010-2012 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij
Nadere informatieTabel 1. Kengetallen van de intensieve veehouderij in 2005, in het referentiescenio in 2018 en bij doorvoering van het burgerinitatief in 2018.
SAMENVATTING Het burgerinitiatief van Milieudefensie en Jongeren Milieu Actief omvat, kort samengevat, de volgende elementen: een halvering van de veestapel in de intensieve veehouderij door middel van
Nadere informatieBijlage 12: Beoordelingssysteem vleeskuikens
IKB KIP Beoordelingssysteem vleeskuikens IKB Kip Bijlage 12: Beoordelingssysteem vleeskuikens Het bestuur van het Productschap Pluimvee en eieren heeft, gelet op Bijlage 1.1B Voorschriften IKB Kip slachterijen
Nadere informatieEen goede start van jonge vleeskuikens, de sleutel voor lager antibioticagebruik, beter dierenwelzijn en een verhoogd bedrijfsmanagement
Een goede start van jonge vleess, de sleutel voor lager antibioticagebruik, beter dierenwelzijn en een verhoogd bedrijfsmanagement 1-2/10/2017 Project informatie Projectduur: 1 april 2015-30 juni 2017
Nadere informatie1 VARKENSSECTOR. voorzitter: Luis Carazo verslaggever: Lieve De Smit
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 21 april 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieDierenwelzijn in de wereldhandel
Dierenwelzijn in de wereldhandel Studium Generale, Gluren bij de buren, VHL Leeuwarden 12 maart 2014, Robert Hoste, Econoom Varkensproductie Agenda WTO Internationale vergelijking welzijnsregelgeving Oplossingsrichtingen
Nadere informatieStructuur. Introductie. Methodologie. Na WO II: nooit meer honger. Inzicht nodig in maatschappelijk beeld. omtrent dierenwelzijn
Kleinveehouderij: naar een meer diervriendelijke productie? Overzicht van recent onderzoek Donderdag 9 september 011 ILVO-Dier, Melle Maatschappelijk belang van bezettingsdichtheid Filiep Vanhonacker,
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieVleeskuikenonderzoek Proefbedrijf Pluimveehouderij. trefdag pluimveehouderij 6 november 2018
Vleeskuikenonderzoek Proefbedrijf Pluimveehouderij trefdag pluimveehouderij 6 november 2018 1-19/11/2018 Vleeskuikenonderzoek - Proefbedrijf Pluimveehouderij Watermanagement gebruik van wateradditieven
Nadere informatieHoe kunnen melkveehouders bewegen naar een beter dierenwelzijn?
Hoe kunnen melkveehouders bewegen naar een beter dierenwelzijn? Jo Bijttebier 12/10/2011 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Landbouw & Maatschappij www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein
Nadere informatie*** ONTWERPAANBEVELING
Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december
Nadere informatieHet ontwapenen van kippen
Het ontwapenen van kippen Voorzorgsprincipe dierenwelzijn Wouter Wytynck Boerenbond Dierenwelzijn Dierenwelzijn wordt getoetst aan vijf vrijheden: - Vrij van honger en dorst - Vrij van ongemak - Vrij van
Nadere informatieOverzicht regelgeving ter voorlegging. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Overzicht regelgeving ter voorlegging aan Raadgevend d Comité in 2011 Voor te leggen regelgeving aan Raadgevend Comité in 2011 KB tot wijziging
Nadere informatiePRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012
AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto
Nadere informatieKostprijs biologische vleeskuikens Primaire productiekosten kuikenvlees. biokennis. biokennis
Kostprijs biologische vleeskuikens Primaire productiekosten kuikenvlees biokennis biokennis Colofon Uitgever Animal Sciences Group van Wageningen UR Postbus 65, 8200 AB Lelystad Telefoon 0320-238238 Fax
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014
1/7 PERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014 Minder vleesconsumptie in België maar aanzienlijk meer uitvoer Vleesconsumptie daalt in België. De productie van de vleessector blijft echter hoog dankzij de uitvoer.
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer
Nadere informatieVerwarming vleeskuikenstallen
Verwarming vleeskuikenstallen Kris De Baere, Jenny Löffel 15 juni 2011 1 Verwarmingssystemen Directe systemen: verbrandingsproces in stal zelf Warmtekanon => meest gebruikte verwarmingssysteem - zonder
Nadere informatieLANDELIJK BIGGENPRIJZENSCHEMA inclusief omzetbelasting
LANDELIJK BIGGENPRIJZENSCHEMA inclusief omzetbelasting Ingangsdatum: 1 juli 2013 I. INLEIDING Het landelijk biggenprijzenschema geeft een richtprijs voor de praktijk. Als basis geldt een evenredige verdeling
Nadere informatieLANDELIJK BIGGENPRIJZENSCHEMA inclusief omzetbelasting
LANDELIJK BIGGENPRIJZENSCHEMA inclusief omzetbelasting Ingangsdatum: 6 januari 2014 I. INLEIDING Het landelijk biggenprijzenschema geeft een richtprijs voor de praktijk. Als basis geldt een evenredige
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Corrigendum Concerning COM(2006) 13 final 23.1.2006 NL version pages 1 and 3. Brussel, 27.1.2006 COM(2006) 13 definitief/2 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
Nadere informatieNORMEN EN ECONOMISCHE WAARDERINGEN VOOR: DE RENTABILITEITSINDEX 2012 en HET PRODUCTIEGETAL 2013 VLEESVARKENSHOUDERIJ
NORMEN EN ECONOMISCHE WAARDERINGEN VOOR: DE RENTABILITEITSINDEX 2012 en HET PRODUCTIEGETAL 2013 VLEESVARKENSHOUDERIJ Wageningen UR Livestock Research berekent jaarlijks de waarderingsnormen voor de rentabiliteitsindex
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 30 augustus 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieGebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens
Gebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens In het kader van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of
Nadere informatieBepaling van het bedrijfseconomisch optimale slachtgewicht van vleesvarkens -Verder kijken dan de ronde lang is-
Bepaling van het bedrijfseconomisch optimale slachtgewicht van vleesvarkens -Verder kijken dan de ronde lang is- Frederik Leen, Alice Van den Broeke, Sam Millet en Jef Van Meensel Optimaal slachtgewicht?
Nadere informatieVarkens produceren in Argentinië: lage kosten en daglicht in overvloed
Varkens produceren in Argentinië: lage kosten en daglicht in overvloed Argentinië, het land van Maxima en pampa s, maar ook een wereldspeler in de dop als het gaat om varkens! Auteurs: M.A. de Winter P.
Nadere informatieNEIEREN PRIJS CONSUMPT BEDRIJF PRODUCTCATEGORIE LEGHENNEN UITVOER EINDPRODUCTIEWAARDE BEDRIJFSRESULTATEN H3 SCHARRELEIEREN PRODUCTIE
Els Bernaerts, Els Demuynck NEIEREN UKSPLUIMVEE EURO EI BEDRIJVEN UITVOER ARBEIDSINKOMEN PRIJS CONSUMPT EINDPRODUCTIEWAARDE BEDRIJFSRESULTATEN ZELFVOORZI SCHARRELEIEREN KIPPENVLEES LEGKIPPEN PRODUCTIE
Nadere informatieProefbedrijf voor de Veehouderij
Strooiselmateriaal in pluimveestallen Pluimvee nr. 40 Kris De Baere Johan Zoons INLEIDING Bij de huisvesting van pluimvee op de grond is goed strooisel van belang. Een goed strooiselmateriaal kan omschreven
Nadere informatieTwentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer
Twentse landbouw in nieuw krachtenveld Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Programma Voorstellen Stellingen Presentatie trends en ontwikkelingen Discussie Conclusies en afronding Pratensis Adviesbureau voor
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20608 31 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 27 december 2010,
Nadere informatiePLUIMVEE HARTSLAG #30
Een publicatie van MSD Animal Health September 2019 - Jaargang 8 PLUIMVEE HARTSLAG #30 door Peter gemeten Angst voor Gumboro hoeft niet... of toch? DYNAMIC IMMUNITY Neemt de kans op Gumboro toe? Een terugkerend
Nadere informatieGevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap
Gevolgen van megabedrijven in de intensieve veehouderij voor milieu en landschap Themabijeenkomst grootschaligheid in de veehouderij, 31 oktober 2008 Statencommissie voor het Fysieke Domein, provincie
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 14 december 2017 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieWerkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen
De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische
Nadere informatieINSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia
INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe
Nadere informatieBlij kuiken of veilig kuiken?
Blij kuiken of veilig kuiken? Een dilemma tussen welzijn en voedselveiligheid Mariska van Asselt, DVM Inhoud Aanleiding Welzijn vleeskuikens Voedselveiligheid Morele waarden Afweging Conclusie Aanleiding:
Nadere informatieVERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 25 september 2008 (OR. en) 2007/0102 (COD) PE-CONS 3667/08 AGRILEG 137 CODEC 989 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN
Nadere informatieInternationale handel visproducten
Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een
Nadere informatieFinanciële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant
Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) VERTROUWELIJK Vraagstelling
Nadere informatieNORMEN EN ECONOMISCHE WAARDERINGEN VOOR: DE RENTABILITEITSINDEX 2006 en HET PRODUCTIEGETAL 2007 VLEESVARKENSHOUDERIJ
NORMEN EN ECONOMISCHE WAARDERINGEN VOOR: DE RENTABILITEITSINDEX 2006 en HET PRODUCTIEGETAL 2007 VLEESVARKENSHOUDERIJ De Animal Sciences Group berekent jaarlijks de waarderingsnormen voor de rentabiliteitsindex
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs Oktober 21 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Inhoudstafel INHOUD Inleiding 3 Hoofdstuk
Nadere informatieVERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.2.2016 COM(2016) 48 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over fixatiesystemen waarin runderen ondersteboven of in een onnatuurlijke houding
Nadere informatieDiervriendelijke keuzes door consumenten
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Diervriendelijke keuzes door consumenten Monitor Duurzame Dierlijke Producten 2009 Deze brochure is een uitgave van: Rijksoverheid Postbus 00000 2500
Nadere informatieONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/2202(INI)
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling 18.12.2009 2009/2202(INI) ONTWERPVERSLAG over de evaluatie en beoordeling van het actieplan inzake de bescherming en het welzijn
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan
Nadere informatieDuurzame overheidsopdracht-fiche: uitgebreid
Duurzame overheidsopdracht-fiche: uitgebreid 1) Onderwerp 1) Voedsel en dranken uit de organische voedingsproducten en geproduceerd op een milieuvriendelijke wijze EN / OF 2) Voedsel en dranken die een
Nadere informatieZittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019
Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 28.1.2019 A8-0018/2019/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 24 augustus 2017 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieWerkpakket dierenwelzijn. Vleeskippen Verschil in groepsgrootte. Vleeskip Verschillende groepsgroottes
Werkpakket dierenwelzijn Hoe ervaren vleeskippen en -konijnen meer ruimte? Hoe beïnvloedt bezettingsdichtheid Dierenwelzijn Stephanie Buijs ILVO studiedag (29 september 211) Instituut voor Landbouw- en
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs
Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief NOVEMBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand
Nadere informatieTechnische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010
Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief OKTOBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand
Nadere informatieNeem contact met ons op voor meer informatie T E
Het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel (België) is het enige praktijkonderzoekscentrum voor pluimvee in Vlaanderen met een internationale uitstraling. Het proefbedrijf beschikt over een unieke, hoogtechnologische
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief DECEMBER 2012 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand
Nadere informatieNo.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007
... No.W11.07.0382/IV 's-gravenhage, 7 december 2007 Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 oktober 2007 heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State het voorstel van
Nadere informatieVlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij
Rapport Vlaamse bedrijfseconomische richtwaarden varkenshouderij Aanvulling: actuele tendensen voor 2011 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij VLAAMSE BEDRIJFSECONOMISCHE RICHTWAARDENSCHAPPEN
Nadere informatiePLUIMVEE HARTSLAG #25
Een publicatie van MSD Animal Health Maart 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #25 door Peter gemeten Een goed kuiken maken begint bij het moederdier DYNAMIC IMMUNITY MATERNALE ANTISTOFFEN BELANGRIJK VOOR
Nadere informatie30-11-2015 PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS. 2015 is prognose bedragen exclusief btw
PROGRAMMA DE ROL VAN DE ADVISEUR Woensdag 2 december 2015 Ontwikkelingen en trends Uitbreiden zin of onzin? Toekomst bedrijven Risicomanagement / prijsfluctuaties De succesvolle melkveehouders De rol van
Nadere informatieBijkomende informatie:
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 20 oktober 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieKengetallen: Welke zijn bepalend voor de evaluatie van de bedrijfsvoering? Isabelle Degezelle 27 nov 2015
Kengetallen: Welke zijn bepalend voor de evaluatie van de bedrijfsvoering? Isabelle Degezelle 27 nov 2015 Bedrijfsvoering EVENWICHT ZOEKEN KOSTEN BATEN Meten is weten wanneer je weet wat je meet!!! Kengetallen
Nadere informatieMijn achtergrond. Dierenbescherming. Inhoud presentatie. Uitgangspunten dierhouderij. Doelgroepen Dierenbescherming
Mijn achtergrond Perspectief vanuit de Dierenbescherming Het vleeskuiken van de toekomst: diergericht ontwerpen en robuuste rassen Studies: biologie en psychologie (Leiden) Gepromoveerd in de gedragsbiogie
Nadere informatiePPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig
PPE Statistisch Jaarrapport pluimveevlees en eieren 2012 voorlopig februari 2013 Productschap, Pluimvee en Eieren Louis Braillelaan 80 Postbus 460 2700 AL ZOETERMEER www.pve.nl -1- VOORWOORD Het Productschap
Nadere informatie1. Inhoudelijke beschrijving
Project voorstel/plan Wageningen UR Livestock Research Projecttitel Datum voorstel/plan Status Contactpersoon Wageningen UR Livestock Research Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Uitvoerende instellingen
Nadere informatieDossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:
Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel
Nadere informatie