UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. OPENBARE ZITTING VAN DINSDAG 28 FEBRUARI 2012

Transcriptie

1 PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE KASTERLEE Postnummer 2460 UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. OPENBARE ZITTING VAN DINSDAG 28 FEBRUARI 2012 Aanwezig : Ward Kennes, burgemeester Mies Meeus, Griet Noyens, Emiel Hermans, Jef Van de Perre, Bea Jaenen, Walter Van Baelen, schepenen; Ludo Gouvaerts, Maria Moeskops, Rob Guns, Koen Schuermans, Fons Vandebriel, Jef Van Hemelen, Jef Verrycken, Els Aerden, Guy Van Ballaer, Katrien De Seranno, Frank Van Nijlen, Jeroen Van de Water, Matthias Van Gorp, Bob Aerts, Monique Van Gilsen-Hens, Kurt Campforts, Rita Geerts, Fons Brosius, raadsleden; Tom De Munter, secretaris Verontschuldigd: Alois Peinen, raadslid; Afwezig: 14. Definitieve vaststelling stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg bij meergezinswoningen, bij verkavelingsprojecten en bij groepswoningbouwprojecten De gemeenteraad, Gelet op artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen belast is met het opmaken van gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen en de nodige maatregelen neemt tot opmaak ervan. Gelet op artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat stelt dat stedenbouwkundige verordeningen betrekking kunnen hebben op het inrichten van ruimten ten behoeve van het verkeer en het parkeren van voertuigen buiten de openbare weg. Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijk stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid, zoals gewijzigd; Overwegende dat de gemeente Kasterlee momenteel niet beschikt over een stedenbouwkundige verordening inzake parkeren buiten de openbare weg, noch over een gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan waarin een parkeernorm buiten de openbare weg wordt opgelegd. Overwegende dat het schepencollege een norm wenst op te leggen voor projecten met een parkeerdruk zoals groepswoningbouwprojecten, meergezinswoningen en verkavelingen om te voorkomen dat de parkeerdruk van private projecten wordt afgewenteld op het openbaar domein. Overwegende dat het schepencollege voornoemde parkeernorm wenst op te leggen voor het ganse grondgebied van de gemeente Kasterlee. Gelet op de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen d.d. 21 november 2011, van het ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg bij meergezinswoningen, bij verkavelingsprojecten en bij groepswoningbouwprojecten. Gelet op het advies van de gecoro d.d. 6 december 2011; Gelet op het advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 23 december 2011;

2 Overwegende dat op basis van deze adviezen het ontwerp is aangepast; Overwegende dat het gemeentebestuur van oordeel is dat de parkeerproblematiek bij meergezinswoningen, verkavelingsprojecten en groepswoningbouwprojecten niet mag afgewenteld worden op het openbaar domein; dat daarom uniforme normen vooropgesteld moeten worden op basis van reëel gemiddeld autobezit; Overwegende dat het gemeentebestuur een aantal bepalingen mbt. garages en poortoppervlaktes heeft opgenomen of zal opnemen in ruimtelijke uitvoeringsplannen van de dorpskernen, en dat het gemeentebestuur er voor gekozen heeft om de normen voor het aanleggen van parkeerplaatsen op te leggen in een aparte stedenbouwkundige verordening; overwegende dat deze verordening moet samengelezen worden met deze ruimtelijke uitvoeringsplannen, onder andere mbt. meergezinswoningen; Overwegende dat de visie van het gemeentebestuur op de uitbouw en verdichting in de dorpskernen is opgenomen in ruimtelijke uitvoeringsplannen en dat het gemeentebestuur van oordeel is dat projecten aan de opgelegde vereisten moeten kunnen voldoen om te kunnen voldoen aan deze beleidsvisie; Overwegende dat de beschikbaarheid van parkeerplaatsen onder de vermelde voorwaarden niet enkel op het moment van de bouw moet gegarandeerd worden, maar ook bij latere verkoop; Gelet op het 2 de advies van de Gecoro op datum van 7 februari 2012; Gelet op het 2 de advies van de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar bij mail van 26 januari 2012; BESLIST : 16 stemmen ja (Ward Kennes (CD&V / N-VA), Mies Meeus (CD&V / N-VA), Griet Noyens (CD&V / N-VA), Emiel Hermans (CD&V / N-VA), Jef Van de Perre (CD&V / N-VA), Bea Jaenen (CD&V / N-VA), Ludo Gouvaerts (CD&V / N-VA), Maria Moeskops (SP.A / GROEN!), Rob Guns (CD&V / N-VA), Koen Schuermans (SP.A / GROEN!), Els Aerden (CD&V / N-VA), Guy Van Ballaer (CD&V / N-VA), Katrien De Seranno (CD&V / N-VA), Matthias Van Gorp (SP.A / GROEN!), Kurt Campforts (CD&V / N-VA), Rita Geerts (CD&V / N-VA)). 5 stemmen tegen (Fons Vandebriel (ONAFHANKELIJK), Jef Verrycken (VLAAMS BELANG), Frank Van Nijlen (VRIJ KLT), Jeroen Van de Water (ONHAFHANKELIJK), Bob Aerts (CD&V / N-VA)). 3 onthoudingen Jef Van Hemelen (OPEN VLD), Monique Van Gilsen-Hens (OPEN VLD), Fons Brosius (OPEN VLD)); Enig artikel. De gemeenteraad keurt onderstaand ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg bij meergezinswoningen, bij verkavelingsprojecten en bij groepswoningbouwprojecten goed en bezorgt dit ter goedkeuring aan de bestendige deputatie. Ontwerp van stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg bij meergezinswoningen, bij verkavelingsprojecten en bij groepswoningbouwprojecten Artikel 1. Doel Deze verordening beoogt het parkeren bij meergezinswoningen, groepswoningbouwprojecten en verkavelingen te regelen voor aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning die vallen onder het toepassingsgebied van deze verordening en dit onverminderd de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

3 Artikel 2. Definities aanleggen van een parkeerplaats: onder het aanleggen van een parkeerplaats wordt verstaan het bouwen van een nieuwe parkeerplaats compensatoire vergoeding: een vergoeding aan de gemeente indien niet voldaan kan worden aan de minimumnormen inzake parkeren volgens voorliggende stedenbouwkundige verordening ééngezinswoning: een gebouw waarin één woning is gelegen functiewijziging: het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed groepswoningbouwprojecten: het tegelijk en gemeenschappelijk oprichten van woningen herbouw: een gebouw volledig afbreken, of méér dan 40 procent van de buitenmuren van een gebouw afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van het geheel of gedeeltelijk afgebroken gebouw een nieuw gebouw bouwen meergezinswoning: een gebouw waarin meer dan één woning is gelegen met uitzondering van toeristische verblijfsaccommodatie, collectieve verblijfsaccommodatie of zorgwoonaccommodatie nevenfunctie: een nevenfunctie is evenwaardig aan de hoofdfunctieparkeerplaats: een ruimte waar één autovoertuig kan worden geparkeerd, meer bepaald een gesloten garage, een carport, een staanplaats in een gesloten ruimte of in de open lucht daartoe speciaal aangelegd en uitgerust ondergeschikte functie: een ondergeschikte functie is steeds ondergeschikt aan de hoofdfunctie, alle ondergeschikte functies samen bedragen niet meer dan 50% van de vloeroppervlakte van het gebouw waarin de functies zich bevinden rooilijn: lijn die de grens aangeeft tussen het openbaar domein en het privaat domein uitbreiding: het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw verbouwing: het aanpassen van een gebouw binnen het bestaande bouwvolume waarvan de buitenmuren voor ten minste 60 procent behouden blijven vloeroppervlakte: als vloeroppervlakte worden alle vloeren van binnenruimten meegerekend, buitenkant muur, met uitzondering van kelders, ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimten; vloeren onder het dak worden enkel meegerekend vanaf 1,50m begaanbare ruimte; bijgebouwen worden eveneens meegerekend woning: gebouw of deel van een gebouw bestemd voor het wonen van één gezin zorgwonen: een vorm van wonen waarbij voldaan wordt aan alle voorwaarden gesteld in artikel , 18 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Artikel 3. Toepassingsgebied De vergunninghouder moet het nodige aantal parkeerplaatsen aanleggen, zoals bepaald in deze verordening bij volgende vergunningsplichtige werken in functie van meergezinswoningen: het bouwen, herbouwen of verbouwen van een meergezinswoning het uitbreiden van een meergezinswoning met meer dan 50m² vloeroppervlakte; het opsplitsen van een meergezinswoning of het wijzigen van het aantal woningen; het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging aan een meergezinswoning. Groepswoningbouwprojecten en verkavelingsaanvragen zijn eveneens onderworpen aan deze verordening. Wanneer het parkeren individueel georganiseerd wordt bij elke woning, dient het aantal parkeerplaatsen per woning apart berekend te worden. Wanneer het parkeren collectief wordt georganiseerd, dient het aantal parkeerplaatsen globaal berekend te worden op het totale aantal woningen.

4 Vallen niet onder deze verordening: een individueel opgerichte eengezinswoning; woningen die deel uitmaken van een toeristische verblijfsaccommodatie; zorgwoningen; woningen in het kader van sociale huisvesting. De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de stedenbouwkundige verordening, die voor de in deze verordening bedoelde werken worden afgeleverd. Dit wil zeggen dat: - de parkeerplaatsen nodig om te voldoen aan deze verordening als dusdanig aanwezig moeten blijven zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden; - de parkeerplaatsen geen andere functie mogen krijgen, niet mogen vervreemd worden van de inrichting waarvoor ze bedoeld zijn of voor niets anders mogen gebruikt worden; - elke woongelegenheid waarvoor volgens deze verordening parkeergelegenheid moet worden voorzien, ook steeds moet kunnen blijven beschikken over minstens 1 parkeergelegenheid; Artikel 4. Technische vereisten Minimale afmeting van verplicht te realiseren parkeerplaats: garage of carport: 5,25m lang, 2,75m breed en 2.00m hoog; staanplaats: 5,00m lang of 6,00m lang bij parallel parkeren, 2,50m breed en 2.00m hoog. Minimale breedte in- en uitrit naar parkeerplaatsen: 6,00m indien de hoek van tussen parkeerplaats en in- en uitrit 90 bedraagt 5,00m 60 4,00m 45 3,50m 30 3,00m 0 Maximale hellingsgraad en lengte hellende in- en uitritten: hellingen in de eerste 5,00m vanaf de rooilijn: max. 4%

5 hellingsgraad max. 24% indien de lengte van de hellingsbaan max. 10m bedraagt hellingsgraad max. 20% 10 tot 20m hellingsgraad max. 17% 20 tot 30m hellingsgraad max. 14% min. 35m Alle parkeerplaatsen die gerealiseerd worden om te voldoen aan deze verordening moeten langs één gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden, zonder dat zij daarbij bestaande parkeerplaatsen, die gelegen zijn langs de gemeenschappelijke toegang, isoleren. De toegangswegen moeten voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijk stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid, zoals gewijzigd; Parkeerplaatsen die toebehoren aan één en dezelfde eigenaar en die bovendien bestemd zijn voor één woning moeten niet rechtstreeks toegankelijk zijn langs de toegangsweg. In deze gevallen is het toegelaten dat één of meer wagens toebehorend aan dezelfde eigenaar, moeten verplaatst worden om een parkeerplaats in te nemen of te verlaten. Artikel 5. Voorschriften 5.1. Verplichting De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de stedenbouwkundige vergunning. Dit wil zeggen dat: de parkeerplaatsen nodig om te voldoen aan deze verordening als dusdanig aanwezig moeten blijven zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden; ze geen andere functie mogen krijgen of voor iets anders gebruikt worden. Indien een parkeerplaats, die werd gerealiseerd om te voldoen aan deze verordening, naderhand wijzigt van functie dient een andere parkeerplaats voorzien te worden of dient mits akkoord van het college van burgemeester en schepenen een compensatoire vergoeding (zie artikel 8) te worden betaald. De verplichting tot het voorzien van de vereiste parkeerplaatsen blijft bestaan tot de vergunde werken teniet gaan. Het wijzigen of opheffen van deze stedenbouwkundige verordening heeft geen impact op vroeger afgegeven stedenbouwkundige vergunningen; de verplichting tot het behoud van de vereiste parkeerplaatsen verdwijnt niet. Bovendien blijft de verplichting gelden dat de voorziene parkeerplaatsen ten allen tijde toegankelijk moeten zijn voor de functie waarvoor ze aangelegd werden Locatie De parkeerplaatsen moeten altijd voorzien worden op het bouwperceel zelf waarop het betreffende gebouw is gesitueerd. Dit bouwperceel kan bestaan uit meerdere

6 aanpalende kadastrale percelen van één en dezelfde eigenaar. In uitzonderlijke situaties kan ook toegestaan worden dat de parkeerplaatsen worden gesitueerd in een straal van 500 meter van het desbetreffende bouwperceel. Bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet de ligging van de parkeerplaatsen op het grondplan worden aangeduid. Op dat grondplan moeten ook de toegangen met hun afmetingen duidelijk worden aangeduid. Bij een aanvraag tot verkavelingsvergunning moet duidelijk vermeld worden of de parkeernorm in de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgenomen zodat deze kunnen worden opgelegd per individuele vergunningsaanvraag, dan wel via een groepsparking onmiddellijk via de verkaveling zelf gerealiseerd wordt. Indien geopteerd wordt voor een groepsparking in het verkavelingsproject moet duidelijk aangetoond worden dat de vereiste parkeernorm wordt behaald. Indien deze slechts gedeeltelijk wordt behaald, moet uit de stedenbouwkundige voorschriften blijken dat de niet behaalde parkeernorm in de individuele stedenbouwkundige vergunningsaanvragen wordt opgelegd Aantal parkeerplaatsen Wanneer een bestaande meergezinswoning wordt uitgebreid met meer dan 50m², of wanneer een meergezinswoning wordt opgesplitst of een functiewijziging wordt doorgevoerd, gelden de minimum aantallen, zoals bepaald in onderstaande tabellen 1 enkel voor de bijkomende delen van de meergezinswoning. Bestemmingen die eerder wederrechtelijk gerealiseerd werden, kunnen daarbij echter niet in aanmerking genomen worden voor de bepaling van de huidige toestand. Tabel 1. Minimum aantal parkeerplaatsen bij meergezinswoningen AANTAL WONINGEN MINIMUM AANTAL PARKEERPLAATSEN Het aantal verplicht aan te leggen parkeerplaatsen is gelijk aan het aantal bijkomende woningen x 1,5 (af te ronden naar boven tot volgend geheel getal). Tabel 2. Minimum aantal parkeerplaatsen bij groepswoningbouwprojecten en verkavelingen AANTAL WONINGEN MINIMUM AANTAL PARKEERPLAATSEN Het aantal verplicht aan te leggen parkeerplaatsen is gelijk aan het aantal bijkomende woningen x 2. Van zodra een parkeerruimte wordt aangelegd met 20 of meer parkeerplaatsen, moet minimum 1 parkeerplaats voor personen met verminderde beweeglijkheid per 20 parkeerplaatsen worden ingericht. Artikel 6. Procedure Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning dienen de parkeerplaatsen duidelijk weergegeven te worden op de bijgevoegde plannen. Er dient tevens een nota bijgevoegd te worden met een overzicht van het aantal te voorziene parkeerplaatsen overeenkomstig deze verordening alsook het aantal parkeerplaatsen dat voorzien is in de aanvraag.

7 Wanneer het vereiste aantal parkeerplaatsen niet kan worden aangelegd op het terrein, dient de motivatie hiervan ook opgenomen te worden in de nota. De vergunningverlenende overheid kan de stedenbouwkundige aanvraag of de aanvraag tot verkavelingsvergunning weigeren wanneer het om redenen van de goede plaatselijke ordening, de woonkwaliteit of omwille van verkeerstechnische overwegingen, niet wenselijk is de geplande parkeerplaatsen te realiseren. De vergunningverlenende overheid kan de stedenbouwkundige aanvraag of de aanvraag tot verkavelingsvergunning weigeren wanneer het om redenen van de goede plaatselijke ordening absoluut noodzakelijk is de vereiste parkeerplaatsen te realiseren en de aanvrager de parkeerplaatsen niet of slechts deels heeft voorzien in zijn aanvraag. Artikel 7. Vaststelling van gerealiseerde parkeerplaatsen Teneinde te kunnen vaststellen of aan de parkeernorm is voldaan, wordt na het bericht over het einde van de werkzaamheden dat de vergunninghouder zendt naar de gemeente, een proces-verbaal van vaststelling opgemaakt dat de gerealiseerde parkeerplaatsen opneemt. De vergunninghouder wordt minstens 8 kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn. Artikel 8. Compensatoire vergoeding Indien het vereiste aantal parkeerplaatsen volgens deze verordening niet kan worden aangelegd, dient een compensatoire vergoeding te worden betaald conform het gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen Compensatoire vergoeding bij meergezinswoningen De bouwheer heeft niet het recht om zelf het aantal te realiseren parkeerplaatsen te bepalen. Minstens 1 parkeerplaats per woning moet effectief gerealiseerd worden. Voor de overige te realiseren parkeerplaatsen, conform de norm opgelegd in bovenstaand artikel 5.3., kan een compensatoire vergoeding toegestaan worden per ontbrekende parkeerplaats. Deze compensatoire vergoeding wordt betaald conform het gemeentelijk belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen. Deze afwijking op het naleven van de normen van deze vergunning moet uitdrukkelijk gemotiveerd worden in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. De vergunningverlenende overheid moet deze afwijking eveneens uitdrukkelijk motiveren in de stedenbouwkundige vergunning Compensatoire vergoeding bij groepswoningbouwprojecten en verkavelingen Bij groepswoningbouwprojecten en bij verkavelingen is het niet mogelijk af te wijken van de normen van deze vergunning. Er kan bijgevolg geen compensatoire vergoeding betaald worden om van de normen van deze verordening af te wijken. Aldus gedaan in zitting de dato als boven De secretaris De burgemeester (get.) Tom De Munter Voor éénsluidend afschrift Kasterlee, 19 juni (get.) Ward Kennes De secretaris De burgemeester Tom De Munter Ward Kennes