2.1 Kenmerken van een trilling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2.1 Kenmerken van een trilling"

Transcriptie

1 Uitwerkingen opgaven hoofdstuk. Kenmerken van een trilling Opgave Er is sprake van een periodieke beweging als een beweging zich regelmatig herhaalt. Als het voorwerp bovendien elke keer een evenwichtsstand passeert, is er sprake van een trilling. a Er is sprake van een herhaalde beweging door een evenwichtsstand. Alleen bij constante wind kan er sprake zijn van een periodieke beweging en dus van een trilling. Dit komt echter niet veel voor. b Als de draaisnelheid van de zweefmolen constant is, voert een stoeltje elke keer dezelfde cirkelbeweging uit. Er is nu sprake van een periodieke beweging. Er is geen evenwichtsstand op de doorlopen cirkel en dus is het geen trilling. c De eb- en vloedbeweging is periodiek en gaat door een evenwichtsstand. Het is dus een trilling. Door weersomstandigheden en het optreden van springtij is het mogelijk dat de evenwichtsstand iets verschuift. d Bij een constant toerental is het een trilling. e Het is een periodieke beweging, maar doordat de paal steeds dieper de grond in gaat, verschuift de evenwichtstand. Het is dan ook geen trilling. Opgave a 46 hele slingeringen in minuut slingering in 60, s 46 = T =, s b f = = = 0,77 Hz T, Opgave a Zowel bij het starten als bij het stoppen is er, als gevolg van de reactietijd, sprake van een meetonnauwkeurigheid; bijvoorbeeld 0, s. Als hij de tijd van één slingering meet, dan is de onnauwkeurigheid 0, s op T. Bij 0 slingeringen is die onnauwkeurigheid 0, s op 0T. Dat komt neer op 0, 0 = 0,0 s op T. b De omkeerpunten zijn het makkelijkst waar te nemen, want daar staat de slinger heel even stil. Opgave 4 a Zie figuur.. Figuur. In de grafiek zie je drie keer hetzelfde stukje terugkomen. Hieraan kun je zien dat de beweging periodiek is. Bovendien gaat de grafiek steeds over de lijn u = 0, de evenwichtsstand. Het is dus een trilling. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

2 b Zie figuur.. A = 5,0 cm c Zie figuur.. T = 0,6 s T = 0, s d f = = = 8, Hz T 0, e De maximale uitwijking wordt nu 0 cm. Hierbij verandert er niets aan de trillingstijd. Zie figuur.. Figuur. f Als de frequentie twee keer zo klein wordt, dan wordt de trillingstijd twee keer zo groot. Er is nu 0,4 s nodig voor één trilling. Hierbij verandert er niets aan de amplitude. Zie figuur.. Figuur. Opgave 5 a Zie figuur.4.. Onderzoek van trillingen Figuur.4 Op het scherm zie je T; het totale scherm is 0 schaaldelen breed en de tijdbasis is 0, ms/div = 0, ms per schaaldeel één trilling is 5,00 schaaldelen breed T = 5 0,0 ms =,00 ms =,0 0 s f = = =, 0 0 Hz T,00 0 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

3 b Zie figuur.5. Figuur.5 Op het scherm zie je T. Het totale scherm is 0 schaaldelen breed en de tijdbasis is ms/div = ms per schaaldeel één trilling is, schaaldelen breed T =, ms = 6,67 ms = 6,67 0 s f = = =, 5 0 Hz T 6, 67 0 c Zie figuur.6. Figuur.6 Op het scherm zie je T. Het totale scherm is 0 schaaldelen breed en de tijdbasis is ms/div = ms per schaaldeel één trilling is 6,67 schaaldelen breed T = 6,67 ms = 6,67 0 s f = = =, 5 0 Hz T 6, 67 0 d Zie figuur.7. Figuur.7 Op het scherm zie je 4 T. Het totale scherm is 0 schaaldelen breed en de tijdbasis is 0,5 ms/div = 0,5 ms per schaaldeel UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

4 één trilling is 4,44 schaaldelen breed T = 4,44 0,5 ms =, ms =, 0 s f = = = 4,5 0 Hz T, 0 Opgave 6 f = 00 Hz T = = s =, ms f 00 Zie figuur.8. Figuur.8 Op het scherm zie je 6 trillingen 6 trillingen op 0 schaaldelen Eerste manier: trilling op,67 schaaldeel,67 schaaldeel komt overeen met, ms schaaldeel komt overeen met,0 ms stand van de instelknop van de tijdbasis van de oscilloscoop:,0 ms/div Tweede manier: 0 schaaldelen komen overeen met 6, ms = 0,0 ms schaaldeel komt overeen met,0 ms stand van de instelknop van de tijdbasis van de oscilloscoop:,0 ms/div Zie figuur.9. Figuur.9 Op het scherm zie je,5 trilling,5 trilling op 0 schaaldelen Eerste manier: trilling op 6,67 schaaldeel 6,67 schaaldeel komt overeen met, ms schaaldeel komt overeen met 0,50 ms stand van de instelknop van de tijdbasis van de oscilloscoop: 0,50 ms/div UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 4 van

5 Opgave 7 Zie figuur.0. Tweede manier: 0 schaaldelen komen overeen met,5, ms = 5,00 ms schaaldeel komt overeen met 0,50 ms stand van de instelknop van de tijdbasis van de oscilloscoop: 0,50 ms/div Figuur.0 a De afstand tussen de eerste en de derde piek Δx = 94 mm. De afstand tussen twee pieken is dan 47 mm. Op het ECG staat in horizontale richting aangegeven 40 mm/s de afstand tussen twee pieken wordt afgelegd in 47 s,8 s 40 = T =,8 s f = = = 0,847 per seconde T,8 per minuut is dit 60 0,847 = 5 b Δy = 9 mm de hoogte van de spanningspiek ΔU =,9 mv. Harmonische trilling Opgave 8 a Het blokje is in rust, dus de zwaartekracht F zw en de veerkracht F veer zijn aan elkaar gelijk. F zw = m g = 0,50 9,8 =,47 N F veer =,47 N F = veer C u F, 47 C = = = 0,9 N/m u =,5 cm = 0,5 m u 0,5 b 0 trillingen in 7,4 s T = 0,74 s m T = π 0,50 C 0,74 = π C ( ) 0,50 T = 0,74 s 0,74 = π C 0,50 m = 0,50 kg C = π = 0,8 N/m (0,74) c Nee. De trillingstijd van een massa-veersysteem is alleen afhankelijk van de massa en de veerconstante. De uitwijking heeft dan ook geen invloed op de trillingstijd. d Ze kan een blokje met een grotere massa nemen of een veer met een kleinere veerconstante. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 5 van

6 Opgave 9 a De tweede slinger is 5 =, 5 maal zo lang als de eerste. 00 l b T = π g slinger : l = 00 cm =,00 m, 00 T00 = π =,00 s 9,8 slinger : l = 5 cm =,5 m, 5 T5 = π =, 00 s 9,8 T5, 00 = =, 5 T00,00 De slingertijd T van de tweede slinger is dan,5 maal zo groot als die van de eerste. c De tweede slinger voert in een bepaalde tijd,5 maal zo weinig slingeringen uit als de eerste. d De tweede slinger voert dan slechts 60 = 40 slingeringen uit in de dezelfde tijd, 5 als waarin de eerste slinger er 60 maakt. Opgave 0 a Zie figuur.. Figuur. Wordt aan de veer een bol met een massa van 00 g gehangen, dan krijgt de veer een uitrekking u evenwicht. Nadat het systeem tot rust gekomen is, geldt: de (omhoog gerichte) veerkracht F veer is even groot als de (omlaag gerichte) zwaartekracht F zw. F zw = m g = 0,00 9,8 =,94 N F veer =,94 N F = veer C u F,94 u = = = evenwicht 0,8 m =,8 cm C = 5,0 N/m C 5,0 b De bol wordt 6,0 cm omlaag getrokken en losgelaten. Hierdoor gaat de uitrekking van de veer variëren tussen,8 6,0 = 5,8 cm (hoogste stand van de bol) en,8 + 6,0 = 7,8 cm (laagste stand van de bol). De uitrekking van de veer u veer : 5,8 cm uveer 7,8 cm c In de uiterste stand boven: uveer = 5,8 cm Fveer = C uveer = 5,0 5,8 0 =, 45 N F zw = m g = 0,00 9,8 =,94 N UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 van

7 Omdat de omlaag gerichte zwaartekracht F zw groter is dan de omhoog gerichte veerkracht F veer, is er een resultante kracht F res van,94,45 =,49 N naar beneden F res =,49 N d In de uiterste stand beneden: uveer = 7,8 cm Fveer = C uveer = 5,0 7,8 0 = 4, 45 N F zw = m g = 0,00 9,8 =,94 N Omdat de omlaag gerichte zwaartekracht F zw kleiner is dan de omhoog gerichte veerkracht F veer, is er een resultante kracht F res van 4,45,94 =,5 N naar boven F res = +,5 N e De resulterende kracht is rechtevenredig met de uitwijking. Voor twee waarden van de uitwijking is de waarde van de resulterende kracht bekend, dus kun je het (F res,u)-diagram tekenen. Zie figuur.. Figuur. f Wordt aan de veer een bol met een massa van 00 g gehangen, dan krijgt de veer een andere uitrekking u evenwicht. Nadat het systeem tot rust gekomen is, geldt: de (omhoog gerichte) veerkracht F veer is even groot als de (omlaag gerichte) zwaartekracht F zw. F zw = m g = 0,00 9,8 =,96 N F veer =,96 N F = veer C u F,96 u = = = evenwicht 0,0785 m = 7,85 cm C = 5,0 N/m C 5,0 De bol wordt 6,0 cm omlaag getrokken en losgelaten. Hierdoor gaat de uitrekking van de veer variëren tussen 7,85 6,0 =,85 cm (hoogste stand van de bol) en 7,85 + 6,0 =,85 cm (laagste stand van de bol). In de uiterste stand boven: u veer =,85 cm F veer = C u veer = 5,0,85 0 = 0,465 N F zw = m g = 0,00 9,8 =,96 N Omdat de omlaag gerichte zwaartekracht F zw groter is dan de omhoog gerichte veerkracht F veer, is er een resultante kracht F res van,96 0,465 =,50 N naar beneden F res =,50 N In de uiterste stand beneden: u veer =,85 cm F veer = C u veer = 5,0,85 0 =,46 N F zw = m g = 0,00 9,8 =,96 N UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 7 van

8 Omdat de omlaag gerichte zwaartekracht F zw kleiner is dan de omhoog gerichte veerkracht F veer, is er een resultante kracht F res van,46,96 =,50 N naar boven F res = +,50 N g De resulterende kracht op een trillend massa-veersysteem is gelijk aan de veerconstante vermenigvuldigd met de uitwijking. Hierbij maakt het niet uit of de uitrekking in rust al een grotere waarde heeft. m h Voor de trillingstijd geldt T = π. Dus bij een massa van 00 g is C 0,00 T = π = 0,56 s. De vorm van de grafiek blijft hetzelfde met een 5,0 amplitude van 6,0 cm. Zie figuur.. Figuur..4 Lopende golven Opgave a De mensen komen na elkaar in beweging. Hierdoor verplaatst de kop van de golf zich. b De trillingstijd is de tijd die nodig is om één trilling te doorlopen. In dit geval komt een trilling overeen met het opstaan en weer gaan zitten van iemand in de wave, dus T = 8,0 s. Er geldt f =, dus f = 0, Hz. T s 0,60 c v = = =, 5 m/s t 0, 40 d λ = v T =,5 8,0 = m Opgave a Zie figuur.4. Figuur.4 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 8 van

9 Om te kunnen bepalen hoe een beweging is begonnen, kijk je altijd naar de kop van de golf. De golf verplaatst zich van links naar rechts, dus de kop van de golf bevindt zich aan de rechterkant. Daar bevindt zich een golfdal. Punt A is dus begonnen met een beweging naar beneden. b In het koord bevinden zich twee volledige golven. Punt A heeft dus twee trillingen uitgevoerd. c Er is sprake van een lopende golf zonder demping. Ieder punt van het koord voert dezelfde trilling uit. De amplitude van B en C zijn dan hetzelfde. d Tussen punt C en de kop van de golf bevindt zich alleen maar één golfdal. Punt C heeft dus een halve trilling uitgevoerd. e Door de golf te tekenen zoals die er korte tijd later uitziet, kun je zien waar punt C zich dan bevindt. In dit geval teken je de golf dan een stukje naar rechts. Zie figuur.5. Je ziet nu dat punt C zich naar boven heeft verplaatst. Figuur.5 Opgave Zie figuur.6. Figuur.6 a Opmeten in figuur.6: λtekening =,0 cm λtekening = 4,0 cm Het koord is 5 keer verkleind afgebeeld λ werkelijkheid = 5 4,0 = 60 cm b Het tijdsverschil tussen opname a en opname b bedraagt 0,6 s ( t = 0,6 s). De afstand die de golf heeft afgelegd tussen de twee opnames is in de tekening: c tekening = 6,0 cm Het koord is 5 keer verkleind afgebeeld c werkelijkheid = 5 6,0 = 90 cm = 0,90 m cwerkelijkheid 0,90 vgolf = = =,5 m/s Δt 0,6 c Opmeten in figuur.6; de afstand van A tot het golffront a tekening = 4,0 cm Het koord is 5 keer verkleind afgebeeld a werkelijkheid = 5 4,0 = 60 cm = 0,60 m awerkelijkheid 0,60 t = = = 0, 4 s v,5 golf UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 9 van

10 d In figuur.6 zie je alleen een golfdal, A heeft dus een halve trilling uitgevoerd λ = v T λ 0,60 λ = 60 cm = 0,60 m T = = = 0,4 s v,5 v =,5 m/s A heeft dus 0, s getrild. e Antwoord a blijft gelijk. De lengte van een puls blijft hetzelfde. Antwoord b blijft gelijk. De afstand die de kop van de golf heeft afgelegd, blijft hetzelfde. Wel zou het antwoord op vraag c veranderen, aangezien het dan zou gaan om de tijd vanaf het moment dat punt B voor het eerst in trilling is gebracht. De afstand van punt B tot het golffront, b in figuur.6, is groter is dan de afstand van punt A tot het golffront, a in de figuur. Er zou dan ook minder tijd zitten tussen het startmoment van B en de eerste opname. Het antwoord op vraag d blijft gelijk. Het aantal trillingen dat B heeft uitgevoerd is hetzelfde en de golflengte en de golfsnelheid veranderen ook niet. Opgave 4 a Zie figuur.7. Figuur.7 Opmeten in de figuur: λ figuur = 8,0 cm; de figuur is 50 maal verkleind λ werkelijkheid = 50 8,0 0 = m λ werkelijkheid = 6,0 m v, 0 b v = λ f f = = = 0,50 Hz λ 6,0 c Zie figuur.8. Figuur.8 Meet de afstand a van punt A tot de kop van de golf op. a tekening =,0 cm; de figuur is 50 maal verkleind a werkelijkheid = 50,0 0 = 6,5 m afstand 6,5 Het tijdstip t = = = 5,5 s tijd,0 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 0 van

11 d Zie figuur.9. Figuur.9 Meet de afstand b van de golf rechts van punt P op. b tekening = 4,4 cm; de figuur is 50 maal verkleind b werkelijkheid = 50 4,4 0 = 6,6 m Het aantal golven dat hiermee overeenkomt: 6,6 b werkelijkheid = =, λ 6,0 P heeft, trilling uitgevoerd. e Zie figuur.0. Figuur.0 De punten die in tegenfase trillen met P hebben T, T, T enzovoort langer of korter getrild dan punt P. Die punten liggen dus op een afstand van λ, λ, λ enzovoort van P. Dit geldt voor de punten Q en R (PQ = QR = λ ). Q heeft een halve trilling meer uitgevoerd en R een halve trilling minder. Opgave 5 a De afstand s van Hawaï tot La Punta, aan de kust van Zuid-Amerika, is 9000 km. De tijd t die de tsunami ervoor nodig had om La Punta te bereiken is ongeveer,5 uur. Zie figuur. in het kernboek op bladzijde 80. s s = v t v = t s = 9000 km = m t =,5 u =,5 600 = s v = = 00 m/s = 7, 0 km/h b De frequentie is het aantal golven dat per seconde een bepaald punt passeert. Deze wordt bepaald door de trillingsbron en kan dus alleen maar veranderen door de trillingsbron zelf. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

12 c De golfsnelheid bij een diepte van 5000 m: v 5000 = 00 m/s v v = C d C = d 00,0 C = =,88 m s v5000 = 00, 0 m/s 5000 d = 5000 m de golfsnelheid bij een diepte van 0 m: v0 = C d =,88 0 = 8,94 m/s De amplitude is omgekeerd evenredig met de golfsnelheid v5000 A5000 A0 = = v 0 A5000 A0 v ,0 A0 = A5000 = 0, 40 = 8,9 m v0 8,94 d Bij 5000 m diepte: v5000 v5000 = f λ5000 λ5000 = f v5000 = 00,0 m/s f = 5,0 0 Hz 00,0 λ5000 = = 4, 0 0 m = 4,0 km en A 5000 = 40 cm 5,0 0 Bij 0 m diepte: v0 λ0 = f v0 = 8,94 m/s f = 5,0 0 Hz 8,94 λ0 = =, 8 0 m en A 0 = 8, 9 m 5,0 0 Als de golflengte,8 0 m is, dan is de lengte van een golfdal 90 m. Over deze afstand is het water minder diep. Bij vraag c is berekend dat de amplitude van de golf ongeveer 9 meter is. Grote stukken strand vallen dus droog voordat de verwoestende golfberg over het land stroomt..5 Geluid Opgave 6 Opgave 7 In de ruimte is een vacuüm. Er is dus geen medium om de geluidstrilling door te geven. Het geluid is dan ook alleen bedoeld om de documentaire aantrekkelijker te maken. a De temperatuur van de lucht is 0 C = 9 K lucht (9 K) v geluid = 0,4 0 m/s (zie BINAS Voortplantingssnelheden) vgeluid 0,4 0 λ = = = 0,69 m f 5, 0 0 UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

13 b De temperatuur van het zeewater is 0 C = 9 K zeewater (9 K) v geluid =,5 0 m/s (zie BINAS Voortplantingssnelheden) vgeluid vgeluid,5 0 5 λ = f = = =, 0 0 Hz f λ 7,5 0 Opgave 8 a Zie figuur.. Figuur. Op het moment dat het vliegtuig zich in A bevindt, zendt het geluid uit. Als dat geluid je oor heeft bereikt, heeft het vliegtuig ook een bepaalde afstand afgelegd. Je ziet het vliegtuig dan in B. Je hoort het geluid dus uit een andere richting komen dan waarin je het vliegtuig ziet. b Zie figuur.. Je hoort het vliegtuig in A en je ziet het vliegtuig in B. In de tijd t dat het vliegtuig zich verplaatst van A naar B, verplaatst het geluid zich van A naar P. AB = v vliegtuig t en AP = v geluid t In ABP geldt: AB vvliegtuig Δt vvliegtuig 50 sinα = = = = = 0,75 AP v Δt v 40 α = 47, geluid geluid Opgave 9 a Een geluidssterkte van 00 db is te vergelijken met het geluid van een helikopter op 0 m hoogte, een zware vrachtwagen die rijdt met een snelheid van 5 km/h op een afstand van 7,5 m of het optreden van een band op 5 m afstand. Zie tabel. in het kernboek of BINAS tabel 5D. b Er geldt s = v t = 4 4,0 =,4 0 m =,4 km Opgave 0 a Zie figuur.. Figuur. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

14 Op het scherm zie je 4 trilling op 8 schaaldelen. Dat komt overeen met,78 schaaldelen per trilling. De tijdbasis is ingesteld op 0,50 ms/div. T =,78 0,50 = 0,889 ms = 8, s f = = = (, 0 ) =, 0 Hz 4 T 8,89 0 b Het geluid moet een grotere afstand afleggen door lucht. Hiervoor is tijd nodig. De elektrische trillingen op kanaal komen dus iets later binnen. Het beeld verschuift naar rechts. c De amplitude wordt kleiner. Als de afstand tussen de luidspreker en de microfoon groter wordt, dan wordt het ontvangen signaal zwakker. d In figuur. zijn de (u,t)-grafieken in tegenfase; het faseverschil tussen de signalen is dan. Ze zijn voor de eerste keer in fase als Bregje de afstand tussen luidspreker en microfoon λ groter heeft gemaakt. Er geldt: λ = 5,6 cm. Het faseverschil tussen de signalen is dan. De beide signalen zijn weer in fase als de afstand nog λ groter wordt gemaakt, dus 5,6 =, cm. e v = f λ =, 0 0, =,5 0 m/s Opgave Floris luistert naar muziek die 6 db harder staat dan de muziek van Karlijn. Als het geluid twee keer zo hard wordt, dan neemt het geluidsdrukniveau met db toe het geluid van Floris is vier keer harder dan het geluid van Karlijn. Als het geluid twee keer zo hard wordt, dan neemt de tijd met een factor twee af bij eenzelfde gehoorbeschadiging de tijd dat Floris naar zijn muziek kan luisteren, neemt met een factor vier af bij eenzelfde gehoorbeschadiging 8 uur Floris mag maar uur luisteren naar zijn muziek als hij dezelfde 4 gehoorbeschadiging wil oplopen als Karlijn..6 Resonantie en interferentie van geluid Opgave Opgave Opgave 4 De eigenfrequenties van de slingers moeten gelijk zijn. De (eigen)frequentie hangt bij een slinger af van de slingerlengte en de valversnelling. De valversnelling is hetzelfde, dus moeten de slingerlengtes ook hetzelfde zijn. a De ruit gaat meetrillen. Daardoor komt ook meer lucht in trilling en is het geluid sterker. b Door de resonantie wordt er trillingsenergie overgedragen aan de ruit en de omringende lucht. Hierdoor treedt een grotere demping op. a De weglengten l en l zijn even groot. Er is nu geen faseverschil, en dus zullen de geluidsgolven via l en l elkaar versterken. Het geluid in B heeft zijn maximale sterkte. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 4 van

15 b Zie figuur.. Figuur. x =,4 cm het weglengteverschil tussen l en l = x =,8 cm = 0,8 m Bij dit wegverschil is er voor de eerste keer geen geluid het weglengteverschil = λ λ = x = 0,8 m λ = 0,456 m De temperatuur van de lucht is 0 C = 9 K lucht (9 K) v geluid = 0,4 0 m/s (zie BINAS Voortplantingssnelheden) vgeluid 0,4 0 f = = = 75 Hz λ 0,456 c Op dit moment is het faseverschil. De eerstvolgende keer dat Ward helemaal geen geluid hoort, is het faseverschil. Het weglengteverschil moet dus nog met een afstand λ worden vergroot. De buis moet dan λ worden uitgeschoven, dus,8 cm. Opgave 5 a Als je je verwijdert van een geluidsbron, dan neemt de sterkte van het waargenomen geluid af. Afstand AR is groter dan afstand BR en dus is het in R waargenomen geluid afkomstig van luidspreker A minder sterk dan dat afkomstig van luidspreker B. De amplitude in figuur.46a is dus kleiner dan de amplitude in figuur.46b. b Twee golven kunnen elkaar in een bepaald punt alleen volledig uitdoven als ze daar in tegenfase zijn en als de amplitudes van de golven in dat punt even groot zijn. In dit geval zijn de golven in R wel in tegenfase, maar de amplitudes zijn niet even groot. De geluidsgolven kunnen elkaar in R dus niet volledig uitdoven. c Figuur W.6a: Door Q loopt een getrokken lijn, evenals door R. De richting van de uitwijking van de luchtdeeltjes in Q is dus gelijk aan die in R. Maar omdat afstand QA kleiner is dan afstand RA zal de amplitude van de golf uit A in punt Q groter zijn dan de amplitude van de golf uit A in punt R. Afstand QA is echter groter dan afstand RB. Dus zal de amplitude van de golf uit A in punt Q kleiner zijn dan de amplitude van de golf uit B in punt R. De grafieklijn van figuur W.6a lijkt dus op die van figuur W.5a (of kernboekfiguur.46a), maar de amplitude van de grafieklijn is groter dan die van figuur W.5a en kleiner dan die van figuur W.5b. Zie figuur.4a. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 5 van

16 Figuur W.6b: Punt Q ligt even ver van A als van B. Omdat de bronnen in fase trillen komen de golven uit B en A met gelijke fase aan bij punt Q. Ook hebben de golven uit B en A in punt Q gelijke amplitudes. De grafieklijn van figuur W.6b is daarom precies gelijk aan die van figuur W.6a. Zie figuur.4b. Figuur W.6c: In punt Q hebben de golven uit A en B gelijke amplitudes en de fase is gelijk. De golven versterken elkaar dus in Q. De resulterende amplitude in Q is twee keer zo groot als de amplitude in Q van elk van de trillingen afzonderlijk. De grafieklijn van figuur W.6c heeft dus de zelfde uitwijkingsrichting als die van de figuren W.6a en W.6b, maar heeft een twee keer zo grote amplitude. Zie figuur.4c. Figuur.4a Figuur.4b Figuur.4c Toelichting De afstand van B tot P is 4λ, de afstand van A tot Q is 4λ u B,P = u A,Q De bewegingsrichting in P van de golf afkomstig uit A is dezelfde als de bewegingsrichting van de golf afkomstig uit B, maar omdat de afstand van A tot P kleiner is dan de afstand van B tot P is de amplitude groter. De onderste tekening: u P = u A,P + u B,P..7 Snaar- en blaasinstrumenten Opgave 6 a De snaar wordt in trilling gebracht. Je hoort echter pas geluid als deze trilling via de lucht je oor bereikt. De snaar is echter zo klein dat er niet genoeg lucht in trilling kan worden gebracht om het geluid goed te kunnen horen. De lucht in de klankkast gaat echter meetrillen, resoneren, met de snaar. De klankkast heeft een veel groter oppervlak en kan daardoor veel meer lucht in trilling brengen. Nu kunnen we het geluid wel goed horen. b Zie figuur.5a. Grondtoon: n =. Figuur.5a c v f l f = n v = l n n = f = 0 Hz l = 65,0 cm = 0,650 m 0 0, 650 v = = 49 m/s UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 6 van

17 d Zie figuur.5b. Grondtoon: n =. Figuur.5b e Eerste manier: v f = n er geldt nog steeds n =. De lengte l is twee keer zo klein l geworden, terwijl de voortplantingssnelheid niet is veranderd. De frequentie van de grondtoon is dus twee keer zo groot geworden. Tweede manier: v 49 f = n = = 660 Hz l 0,5 twee keer zo groot geworden. f Zie figuur.5c. de frequentie van de grondtoon is dus Figuur.5c v Er geldt opnieuw f = n. Ten opzichte van de situatie bij vraag e is de snaar l twee keer zo lang geworden. Nu trilt de snaar echter niet in de grondtoon, maar in de eerste boventoon; n is dus twee keer zo groot geworden. Omdat de voortplantingssnelheid niet is veranderd, is de frequentie dus hetzelfde als bij vraag e. g Zie figuur.5d. Figuur.5d h Nu geldt dat f v 49 = n = = = l 0, 650 4, 0 Hz, khz Opgave 7 v a Voor een snaar met twee vaste uiteinden geldt dat f = n, waarbij voor de l grondtoon geldt dat n =. Met f = 0 Hz en l = 65,0 cm = 0,650 m bereken je dat v = 49 m/s. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 7 van

18 b Zie figuur.6. Figuur.6 We berekenen eerst op welke afstand l* de fret zit die bij een toon van 494 Hz hoort. v f = n * l v 49 l* = n = = 0,44 m = 4,4 cm f 494 Met behulp van figuur.57 in het kernboek op bladzijde 0 kun je nu te weten komen welke fret dat is. De afstand PQ bedraagt in deze figuur 7,0 cm en is in werkelijkheid 65,0 cm; dan moet 4,4 cm in deze tekening overeenkomen met 4,4 7,0 cm = 4,7 cm. Dit is dan de afstand PR, het betreft dus de zevende 65,0 fret vanaf Q. c Eerste manier De bovenste snaar in de figuur is de e-snaar. Die wordt zo gespannen dat hij bij aanslaan een toon voortbrengt met een frequentie van 0 Hz. Bij PQ hoort de toon e. Dit is de toon mi (zie BINAS Geluid, Muziek (toonladder)). Bij de daaropvolgende fret ga je op de toonladder één toon omhoog. Dit is de f (fa); weer een fret verder vind je de fis. Bij de zevende fret vind je dan de toon b. Deze toon noemt men de ti. Tweede manier De bovenste snaar in de figuur is de e-snaar. Die wordt zo gespannen dat hij bij aanslaan een toon voortbrengt met een frequentie van 0 Hz. Bij PQ hoort de toon e. Dit is de toon mi (zie BINAS tabel 5C Geluid, Muziek (toonladder) f e = 9,6 Hz). Bij de fret hoort een toon van 494 Hz. In tabel 5C f ti = 49,88 Hz de toon van 494 Hz is dus de ti. d Zie figuur.6. Neem de opeenvolgende fretten bij de punten S en Q. De afstand PS is kleiner dan de afstand PQ. De grondtoon van PS is hoger dan de daaropvolgende grondtoon van PQ. Volgens de tekst in het kernboek boven vraag d geldt dat fs f S = constante f Q. Dus er geldt dat constante = f Q UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 8 van

19 Als je hier de formules voor de frequentie van een snaar invult, dan vind je: v fs = n v n PS fs PS PQ constante = = = v f v Q n PS fq = n PQ PQ De afstanden PQ en PS kun je in figuur.57 in het kernboek opmeten. PQ = 7,00 cm en PS = 6,65 cm. fs PQ 7,00 constante = = = =,05 f PS 6,65 Q Opgave 8 a De temperatuur van de lucht is 0 C = 9 K lucht (9 K) v geluid = 0,4 0 m/s (zie BINAS Voortplantingssnelheden) Zie figuur.7. Figuur.7 Eerste manier De grondfrequentie van deze klankkast heeft bij het open uiteinde een buik en bij het dichte uiteinde een knoop de lengte van de klankkast is de afstand tussen een knoop en een buik l = 4 λ λ = 4 7,8 cm = 7, cm vgeluid 0,4 0 fstemvork = = = 48 Hz λ 0,7 Tweede manier De eigenfrequenties van een buis met een gesloten einde worden gegeven door v de volgende formule: f = (n ), met n =,,, 4 l Met de stemvork trilt de lucht in de klankkast in zijn grondtoon mee n = 0,4 0 fstemvork = ( ) = 48 Hz 4 0,78 b De lengte van de trillende luchtkolom is dus groter dan de lengte van de klankkast. De golflengte is dan groter, terwijl de temperatuur en dus de geluidssnelheid hetzelfde is gebleven. De frequentie is dus iets kleiner. Opgave 9 a Bij het aanblazen ontstaan trillingen met alle mogelijke frequenties. Als een frequentie gelijk is aan de eigenfrequentie van de luchtkolom in de buis, dan treedt er resonantie op en hoor je een toon. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 9 van

20 b Zie figuur.8(a). Het uiteinde van de slang maakt een cirkelbeweging: π r vdraai = T π r π 0, 70 Ttoon = = = 0, s vdraai, toon =,9 m/s vdraai, toon,9 r = 70 cm = 0,70 m c Zie figuur.8(b). Toon heeft een frequentie van 700 Hz. De temperatuur van de lucht is 0 C = 9 K v geluid = 0,4 0 m/s vgeluid 0,4 0 λtoon = = = 0, 49 m f 700 toon Figuur.8 d Zie figuur.8(c). Toon heeft een frequentie van 480 Hz. De muziekslang heeft twee open uiteinden. v f = n l f = 480 Hz v = 0,4 0 m/s l = 0,70 m l 0,70 n = f = 480 =,96, dus. v 0,4 0 Toon is dus niet de laagste toon. UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK 0 van

21 Opgave 0 Zie tabel...8 Elektromagnetische golven hoorbaar geluid zichtbaar licht,4 0 m/s,0 0 8 m/s voortplantingssnelheid in lucht bij kamertemperatuur is er is een medium nodig ja nee de frequentie bepaalt toonhoogte kleur het frequentiebereik is van 0 tot 0 4 Hz van 0 4 tot 0 5 Hz een golf bestaat uit verdichtingen en verdunningen golfbergen en golfdalen Tabel. Opgave a De frequentie blijft in iedere stof gelijk. De golflengte hangt af van het medium waar de straling door gaat. c b c= λ f λ = f 8 c =, 00 0 m/s f = 675 khz = Hz 8,00 0 λ = = 444 m c Dit is de middengolf. Zie BINAS tabel 9B. Opgave De golflengte λ = 0,78 μm is gelijk aan λ = 0, m. Dat is nabij infrarood; zie BINAS tabel 9B. Opgave a s s = v t t = v s = 0,496 0 m v 8 = c=, m/s 0,496 0 t = = 499,0 s 8, b Een lichtjaar komt overeen met 9, m. Zie BINAS tabel 5. Dus Proxima Centauri staat op 4, 9, = 4, 0 6 m = 4, 0 km. Opgave 4 a c c= λ f f = λ 8 c =,00 0 m/s 7 λ = 4,86 0 m 8,00 0 f = = 7 4, ,7 0 Hz UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

22 b λ = 4, m = 486 nm (blauw) De brekingsindex van blauw licht bij de overgang van lucht naar water: n lucht water =,7 (BINAS tabel 8B) clucht clucht nlucht water = cwater = cwater n lucht water 8 clucht =, m/s nlucht water =,7 8, cwater = =, 4 0 m/s,7 c c λ f λ water water = water water = f 8 water =,4 0 m/s 4 c f = 6,7 0 Hz 8,4 0 λwater = = 4 6,7 0 c 7,6 0 m UITWERKINGEN OPGAVEN HAVO 5 HOOFDSTUK van

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Lopende golven

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Lopende golven Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4. Lopende golven Opgave a De mensen bewegen hun armen omhoog, terwijl de golf zich opzij verplaatst. De voortplantingsrichting en de trillingsrichting staan dus loodrecht

Nadere informatie

Golven. 4.1 Lopende golven

Golven. 4.1 Lopende golven Golven 4.1 Lopende golven Samenvatting bladzijde 158: Lopende golf Transversale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/transversale_golfsimulation.html Longitudinale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/longitudinale_golfsimulation.html

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Opgave: Golf in koord... 3 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Staande golven... 5 Snaarinstrumenten... 6 Blaasinstrumenten... 7 Opgaven... 8 Opgave: Gitaar... 8 Opgave: Kerkorgel... 9 1/10

Nadere informatie

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon.

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon. muziek; trillingen en golven Geluidsbron: alles dat geluid maakt. Een geluidsbron maakt geluid door te trillen. Periodieke beweging: een heen en weer beweging van een geluidsbron. Een zo een heen en weer

Nadere informatie

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht Examentraining Natuurkunde havo 2015 Subdomein B1. Informatieoverdracht Een trilling is een periodieke beweging rond een evenwichtsstand Kenmerkende grootheden: trillingstijd T (in s). Uit T is de frequentie

Nadere informatie

Examentraining Leerlingmateriaal

Examentraining Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok V Informatieoverdracht (B1) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B1. Informatieoverdracht Eindterm

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting

Nadere informatie

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde boventoon; 4. De zevende boventoon. Een snaar vertoont

Nadere informatie

Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand.

Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand. Opgave 2 Periode Opgave 3 1 f T Opgave 4 Dan is het geluid een zuivere toon. Opgave 5 Een harmonische

Nadere informatie

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand.

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand. Uitwerkingen 1 Als dit heen en weer beweegt om de evenwichtsstand. Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand. Een trilling = de beweging van een voorwerp tussen twee opeenvolgende

Nadere informatie

Trillingen en Golven. Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn

Trillingen en Golven. Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn Trillingen en Golven Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn NOTE: DE HOOFDSTUKKEN IN DEZE SAMENVATTING KOMEN OVEREEN MET DE PARAGRAFEN UIT HET BOEK. BIJ EEN AANTAL PARAGRAFEN VAN DEZE

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf.

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf. Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 1 Een stemvork trilt met een trillingstijd van 2,27 ms. Bereken de bijbehorende frequentie. Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale

Nadere informatie

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!) NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 15: TRILLINGEN OOFDSTUK 15: TRILLINGEN 22/01/2010 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (29 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Denk er

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 9 Golven Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 9.1 Lopende golven Transversale en longitudinale golven Rekenvoorbeeld Welk van de onderstaande afbeeldingen kan absoluut geen transversale

Nadere informatie

1 Harmonische trilling

1 Harmonische trilling Golven 1 Harmonische trilling 2 Transversale en longitudinale golven 3 Golflengte 4 Lopende en staande golven 5 Trillende snaar 6 Trillende luchtkolom Bijlage: een trillende luchtkolom modelleren met blokjes

Nadere informatie

13 Golven. e Transversale lopende golven. Onderwerpen:

13 Golven. e Transversale lopende golven. Onderwerpen: 3 Golven Onderwerpen: - Transversale lopende golven - Staande transversale golven - Longitudinale lopende golven - Longitudinale staande golven - Toepassingen 3. Transversale lopende golven In de onderstaande

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Fase... 3 Opgave: Golf in koord... 4 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Opgave: Interferentie van twee puntbronnen... 5 Opgave: Antigeluid... 7 Staande golven... 7 Snaarinstrumenten... 8 Blaasinstrumenten...

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 9 Golven Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 9.1 Lopende golven Transversale en longitudinale golven Rekenvoorbeeld Welk van de onderstaande afbeeldingen kan absoluut geen transversale

Nadere informatie

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Vraag 1 Een luidspreker en een microfoon zijn in principe op dezelfde manier opgebouwd. Alleen werken ze in omgekeerde richting. Wat bij een luidspreker

Nadere informatie

Tabellenboek. Gitaar

Tabellenboek. Gitaar 4T versie 1 Natuur- en scheikunde 1, Geluid Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Slj en Zan Tabellenboek 1. Neem de volgende tabel netjes over

Nadere informatie

1. 1 Wat is een trilling?

1. 1 Wat is een trilling? 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

Samenvatting NaSk H7 geluid

Samenvatting NaSk H7 geluid Samenvatting NaSk H7 geluid Samenvatting door F. 1082 woorden 30 september 2017 5,4 15 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1. Geluidsbron = een voorwerp dat geluid maakt. Geluidsgolf = een afwisselende

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NAUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSUK 15: RILLINGEN 9/1/010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1 (3p+ 5p) Een

Nadere informatie

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A) Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A) Opgave 1 Twee kleine luidsprekers L 1 en L hebben een onderlinge afstand van d = 1,40 m. Zie de figuur hiernaast (niet op

Nadere informatie

NaSk overal en extra opgaven

NaSk overal en extra opgaven NaSk overal en extra opgaven Opg. 1. Extra opgaven Deel 1: Opgave 1: In de les heeft je docent een experiment uitgevoerd, waarbij een metalen liniaal in trilling gebracht werd. Bij het eerste experiment

Nadere informatie

Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven

Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven Opgave 1 Elektrische waterkoker Een waterkoker slaat automatisch

Nadere informatie

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen? Inhoud... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer... 5 Resonantie... 6 Opgave: in een vrachtauto... 7 Energiebehoud... 9 Energiebehoud in een massaveersysteem... 9 Energiebehoud in de slinger...

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Complete reader periode 1 leerjaar 2. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Complete reader periode 1 leerjaar 2. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Complete reader periode 1 leerjaar J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs,

Nadere informatie

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden 5 Trillingen en tonen 5.1 Inleiding A 1 a Hartslag (polsslag), enstruatiecyclus, adehaling b De snaren van een gitaar en de lucht in blaasinstruenten trillen. De toeschouwers aken heen en weer gaande bewegingen

Nadere informatie

TRILLINGEN & GOLVEN HAVO

TRILLINGEN & GOLVEN HAVO TRILLINGEN & GOLVEN HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fsica: Golven 25 juli 2015 dr. Brenda Castelen Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fsica/wiskunde/wiskunde.htm), Leen

Nadere informatie

Trillingen... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer II... 5

Trillingen... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer II... 5 Inhoud... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer I... 5 Opgave: Bol aan veer II... 5 Resonantie... 6 Biosensoren... 7 Opgave: Biosensor... 8 Energiebehoud... 9 Energiebehoud in een massaveersysteem...

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven Antwoorden door een scholier 3074 woorden 9 juli 2001 5,1 50 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven VWO (NG/NT2) Antwoorden 11.1 Inleiding 1. a Als

Nadere informatie

Suggesties voor demo s golven

Suggesties voor demo s golven Suggesties voor demo s golven Paragraaf 1 Demo s verschillende trillingsvormen Denk aan een massa-veer-systeem, een slinger, een liniaal die aan een kant op de tafel is geklemd. Projectie van cirkelbeweging

Nadere informatie

. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec.

. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec. Samenvatting door Jelino 1367 woorden 19 oktober 2015 7 3 keer beoordeeld Vak NaSk Natuur-scheikunde H7 + H8 7.1 beweging vastleggen Bewegingen vastleggen doe je met een stroboscoopcamera. Dat kun je het

Nadere informatie

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz). 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6 Dit oefen et 2 en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl 5vwo oefen-et 2 Et-2 stof vwo5: Vwo5 kernboek: Hoofdstuk 3: Trillingen Hoofdstuk 4: Golven Hoofdstuk 5: Numerieke natuurkunde Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Nadere informatie

Brede opgaven bij hoofdstuk 2

Brede opgaven bij hoofdstuk 2 Brede opgaven bij hoofdstuk 2 Opgave 1 In Zeeland heeft een ingenieur een wegdek bedacht dat de snelheid van auto s moet beperken: de kantelweg. Het wegdek loopt afwisselend naar links en naar rechts af

Nadere informatie

4VMBO H5 LES.notebook January 27, Geluid. BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30. Luidspreker. Drukverschillen

4VMBO H5 LES.notebook January 27, Geluid. BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30. Luidspreker. Drukverschillen Geluid BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30 Luidspreker Drukverschillen Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Oor Trommelvlies met daarachter hamer aambeeld, stijgbeugel trilhaartjes met

Nadere informatie

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T Naam: Klas: Practicum: slingertijd Opstelling en benodigdheden: De opstelling waarmee gewerkt wordt staat hiernaast (schematisch) afgebeeld. Voor de opstelling zijn nodig: statief met dwarsstaaf, dun touw

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt. Proef van Melde Doel De voortplantingssnelheid (v) van golven in een gespannen koord hangt van de spankracht (F S ) en de massa per lengte-eenheid van het koord (m/l) af. De theoretisch af te leiden formule

Nadere informatie

Domein C: Beeld en geluid. Subdomein: Beeld en geluid waarnemen

Domein C: Beeld en geluid. Subdomein: Beeld en geluid waarnemen Domein C: Beeld en geluid Subdomein: Beeld en geluid waarnemen 1 Twee vlakke spiegels S1 en S2 staan loodrecht op elkaar. Voor deze twee spiegels staat een pijl PQ. In de figuur zijn de pijlen P'Q' en

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11 Stevin havo deel Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen (-0-03) Pagina van Opgaven 3. Zwaaien en dansen a Ja, de periode is h. a Nee, de draaiing is geen eweging rondom een evenwichtsstand. a 5 T = 3600 =

Nadere informatie

Herhalingsopgaven 6e jaar

Herhalingsopgaven 6e jaar Herhalingsopgaven 6e jaar 1. Schijf A is door middel van een onuitrekbare rubber band verbonden met schijf B. Op schijf B is een grotere schijf C gemonteerd, zo dat ze draaien rond dezelfde as (zie figuur).

Nadere informatie

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941 1. Een astronaut vertrekt met zijn ruimteschip van de planeet Zylton. De valversnelling op Zylton is viermaal kleiner dan de valversnelling g op de aarde. Op het moment van de lancering is de verticale

Nadere informatie

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen NATUURKUNDE Havo. Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen Schoolexamen Havo-5: SE4: Na code:h5na4 datum : 11 maart 2009 tijdsduur: 120 minuten. weging: 30%. Onderwerpen: Systematische

Nadere informatie

Begripsvragen: Trillingen en golven

Begripsvragen: Trillingen en golven Handboek natrkndedidactiek Hoofdstk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbow 4.2.3 Trillingen en golven Begripsvragen: Trillingen en golven 1 Meerkezevragen + Figr 1 1 [H/V] Een massa aan

Nadere informatie

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt. Proef van Melde Doel De voortplantingssnelheid (v) van golven in een gespannen koord hangt van de spankracht (F S ) en de massa per lengte-eenheid van het koord (m/l) af. De theoretisch af te leiden formule

Nadere informatie

Midden tussen P en Q ligt het punt C. Dit punt trilt harmonisch met een amplitude van 2,0 cm.

Midden tussen P en Q ligt het punt C. Dit punt trilt harmonisch met een amplitude van 2,0 cm. Oefenopgaven et3: havo5 h1 Signaalverwerking en h2 Trillingen en golven oktober 2010 (Natuurkunde Havo 1997-I Opgave 7 Luidspreker De luidspreker, die nog steeds een toon voortbrengt met een frequentie

Nadere informatie

Natuurkunde. theorie. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer

Natuurkunde. theorie. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer Natuurkunde vwo theorie INKIJKEXEMPlAAR WisMon examentrainer NATUURKUNDE VWO Examentrainer theorie 1 Eerste Druk, Utrecht, 2017 ISBN 978-90-826941-4-7 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db.

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db. Doppler A B PASSERENDE FLUIT Het vriest licht; de maan schijnt door de bomen. Ik sta op 100 m van de kruising van twee wegen. Op de kruisende weg rijdt een open auto. Een inzittende blaast op een fluitje

Nadere informatie

Havo 5 oefen et

Havo 5 oefen et Toetsstof havo 5 et4 volgens PTA: examenjaar 2010/2011 Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Stof volgens het PTA: havo5 h2: Trillingen en golven Havo5 h3: Energie en warmte Havo5 h4: Elektromagnetisme

Nadere informatie

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Geluid. trillingen en sinusfuncties NATUURKUNDE KLAS 5 VWO

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Geluid. trillingen en sinusfuncties NATUURKUNDE KLAS 5 VWO NAAM: KLAS: SaLVO! Lesbrief Geluid trillingen en sinusfuncties NATUURKUNDE KLAS 5 VWO SaLVO! Dit lesmateriaal is een onderdeel van het samenwerkingsproject SaLVO! dat als doel heeft om meer samenhangend

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

Goed voorbeeld is muziekinstrumenten. Snaar gitaar trilt, blokfluit lucht trilt, trommel, vlies trilt.

Goed voorbeeld is muziekinstrumenten. Snaar gitaar trilt, blokfluit lucht trilt, trommel, vlies trilt. Samenvatting door een scholier 1120 woorden 21 maart 2005 6,1 89 keer beoordeeld Vak NaSk Horen en gehoord worden (geluid) Geluid heeft alles te maken met trillingen hoeft niet altijd direct te worden

Nadere informatie

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet. Opgave 1 René zit op zijn fiets en heeft als hij het begin van een helling bereikt een snelheid van 2,0 m/s. De helling is 15 m lang en heeft een hoek van 10º. Onderaan de helling gekomen, heeft de fiets

Nadere informatie

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager Examen 2014 1 ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager Blauwe vinvissen communiceren met elkaar door te zingen. blauwe vinvis Als vinvisvrouwtjes dichtbij zijn, zingen de mannetjes zachter en lager. 2p 33

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies Samenvatting door een scholier 1016 woorden 19 januari 2003 5,6 80 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

An analytical algebraic approach to determining differences in oscillation data between observed, computed and simulated environments

An analytical algebraic approach to determining differences in oscillation data between observed, computed and simulated environments Practicum Trillen en Slingeren 5VWO Natuurkunde Totaal An analytical algebraic approach to determining differences in oscillation data between observed, computed and simulated environments (PO Trillingen

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Naam: examennummer:.

Naam: examennummer:. Naam: examennummer:. Geef de uitwerking van de opgaven steeds op de lege zijde rechts naast de opgave. Geef duidelijk de onderdelen aan. De vragen moeten op de stencils beantwoord worden. Lever geen andere

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven.  'of) r.. I r. ',' t, J I i I. .o. EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWJS N 1979 ' Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE.,, Dit examen bestaat uit 4 opgaven ',", "t, ', ' " '"of) r.. r ',' t, J i.'" 'f 1 '.., o. 1 i Deze

Nadere informatie

Plaats van de frets op een gitaar

Plaats van de frets op een gitaar Plaats van de frets op een gitaar Praktische Opdracht Wiskunde Door: Martijn de Bruijn en Ramon Handulle Klas: 4HN5 Bronnen. Encyclopie van muziekinstrumenten, uitgeverij Helmond B.V. Helmond 977. Bladzijde

Nadere informatie

Harmonische trillingen

Harmonische trillingen Periodieke verschijnselen hoofdstuk 8 Harmonische trillingen Fysica 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te

Nadere informatie

Suggesties voor demo s golven

Suggesties voor demo s golven Suggesties voor demo s golven Paragraaf 1 Demo s verschillende trillingsvormen Denk aan een massa-veer-systeem, een slinger, een liniaal die aan een kant op de tafel is geklemd. Projectie van cirkelbeweging

Nadere informatie

Vrije ongedempte trilling

Vrije ongedempte trilling Periodieke verschijnselen hoofdstuk 8 Harmonische trillingen Fysica 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I 4 Antwoordmodel Opgave Verwarmingslint voorbeeld van een antwoord: Ook bij hoge buitentemperaturen (waarbij geen gevaar voor bevriezing is) geeft het lint warmte af. Je bespaart energie / het lint gaat

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II Eindexamen natuurkunde pilot havo 0 - II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Vooruitgang maximumscore 4 uitkomst: (met een marge van 5 m) s = 8 (m) voorbeeld van een bepaling: De afstand s die

Nadere informatie

Geluid : hoe en wat? 1. Wat is Geluid

Geluid : hoe en wat? 1. Wat is Geluid Geluid : hoe en wat? Het moet zowat eind jaren 70 geweest zijn dat ik mij, mede door de opkomst van de Tascam en Fostex portastudio s en multitrackers, begon bezig te houden met het opnemen van instrumenten

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo 2011 - II

Eindexamen natuurkunde havo 2011 - II Eindexamen natuurkunde havo 0 - II Beoordelingsmodel Opgave Vooruitgang maximumscore 4 uitkomst: s = 8 (m) (met een marge van 5 m) voorbeeld van een bepaling: De afstand s die het schip in de eerste 50

Nadere informatie

Geluid - oscilloscoop

Geluid - oscilloscoop banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres P.J. Dreef 11 may 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/99348 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

4 Geluid. 4.1 Geluid horen en maken

4 Geluid. 4.1 Geluid horen en maken 4 Geluid 4.1 Geluid horen en maken 2 De luidspreker van de buren trilt, het is een geluidsbron. Daardoor wordt de lucht afwisselend ingedrukt en uitgerekt. Zo onstaat trillende lucht: gebiedjes van hoge

Nadere informatie

Suggesties voor demo s golven

Suggesties voor demo s golven Suggesties voor demo s golven Paragraaf 1 Demo s verschillende trillingsvormen Denk aan een massa-veer-systeem, een slinger, een liniaal die aan een kant op de tafel is geklemd. Projectie van cirkelbeweging

Nadere informatie

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen? Inhoud... 2 Fase... 3 Voorbeeld: Fase en uitwijking van een trillende massa... 3 Faseverschil... 5 Gereduceerde fase... 5 In fase en in tegenfase... 5 Opgave: Uitwijking, fase en gereduceerde fase... 5

Nadere informatie

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 2 H-11 EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1975 Woensdag 27 augustus, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Uitwijking-tijddiagram

Uitwijking-tijddiagram Trillingen en geluid 1 Amplitude, trillingstijd en frequentie 2 Vrije en gedwongen trillingen; resonantie 3 Geluid van bron naar ontvanger 4 Toonhoogte en frequentie 5 Luidheid en geluidsniveau 6 Geluidssnelheid

Nadere informatie

m C Trillingen FREQUENTIE De periode is 0,73 s. Bereken de frequentie.

m C Trillingen FREQUENTIE De periode is 0,73 s. Bereken de frequentie. Trillingen FREQUENTIE De periode is 0,73 s. Bereken de frequentie. PERIODIEKE BEWEGING Een schijf met één stip wordt snel rondgedraaid. Het toerental van de schijf is 0 Hz. Je belicht de schijf met een

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2019-II

natuurkunde vwo 2019-II Pariser Kanone maximumscore 3 uitkomst: L = 34 m (met een marge van m) voorbeeld van een bepaling: De lengte van de loop is gelijk aan de door de granaat afgelegde weg. Deze volgt uit de oppervlakte onder

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : dinsdag 27 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-II

natuurkunde havo 2017-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Panfluit maximumscore In de buis bevinden zich longitudinale geluidsgolven met verschillende frequenties. Er treedt resonantie op

Nadere informatie

Thema: Multimedia/IT. Audio

Thema: Multimedia/IT. Audio Audio OPDRACHTKAART MM-02-07-01 Wat is geluid? Voorkennis: Je hebt Multimedia-opdrachten 1 tot en met 4 (MM-02-03 t/m MM-02-06) afgerond. Intro: Een multimediaproductie zonder geluid is bijna niet voor

Nadere informatie

5.1 De numerieke rekenmethode

5.1 De numerieke rekenmethode Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 Opgave 1 a Zie tabel 5.1. 5.1 De numerieke rekenmethode tijd aan begin van de tijdstap (jaar) tijd aan eind van de tijdstap (jaar) bedrag bij begin van de tijdstap ( )

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Golven 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht

Nadere informatie

= cos245 en y P = sin245.

= cos245 en y P = sin245. G&R havo B deel C. von Schwartzenberg / a b overstaande rechthoekszijde PQ PQ sinα = (in figuur 8.) sin = = PQ = sin 0, 9. schuine zijde OP aanliggende rechthoekszijde OQ OQ cosα = (in figuur 8.) cos =

Nadere informatie

voorbeelden geven dat je geluid kunt versterken met een klankkast.

voorbeelden geven dat je geluid kunt versterken met een klankkast. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf

Nadere informatie

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2016 PRACTICUMTOETS

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2016 PRACTICUMTOETS NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2016 PRACTICUMTOETS Opmerkingen 1. Schrijf bovenaan elk papier je naam. 2. Nummer elke bladzijde. 3. Schrijf op de eerste pagina het totale aantal bladen dat je inlevert.

Nadere informatie

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan:

koper hout water Als de bovenkant van het blokje hout zich net aan het wateroppervlak bevindt, is de massa van het blokje koper gelijk aan: Fysica Vraag 1 Een blokje koper ligt bovenop een blokje hout (massa mhout = 0,60 kg ; dichtheid ρhout = 0,60 10³ kg.m -3 ). Het blokje hout drijft in water. koper hout water Als de bovenkant van het blokje

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s

Nadere informatie

Y rijdag 14 mei, uur

Y rijdag 14 mei, uur 1 H- II EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1976 Y rijdag 14 mei, 14. 00-17. 00 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens

Nadere informatie

4 Geluid 81213-4. Noordhoff Uitgevers bv

4 Geluid 81213-4. Noordhoff Uitgevers bv 4 Geluid 76 81213-4 In een stadion kan het soms heel stil zijn. Je kunt dan even praten met je buurman. Maar vaak is er een zee van geluid. Het publiek moedigt met zingen en spreekkoren de spelers aan.

Nadere informatie

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van

Nadere informatie

4 Geluid. 4.1 Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken

4 Geluid. 4.1 Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken 4 Geluid DO-IT Datum 4. Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken PARAGRAFEN Datum 4. Opdrachten -9 4.2 Opdrachten -24 4.3 Opdrachten -27 4.4 Opdrachten -8 Test jezelf 4 PRACTICUM

Nadere informatie

formules havo natuurkunde

formules havo natuurkunde Subdomein B1: lektriciteit De kandidaat kan toepassingen van het gebruik van elektriciteit beschrijven, de bijbehorende schakelingen en de onderdelen daarvan analyseren en de volgende formules toepassen:

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben

Nadere informatie