Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven"

Transcriptie

1 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven Antwoorden door een scholier 3074 woorden 9 juli ,1 50 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 11 Golven VWO (NG/NT2) Antwoorden 11.1 Inleiding 1. a Als de grafiek in het u,t-diagran een sinusoïde is; als de kracht voldoet aan F = -c*u b Amplitudo, frequentie, trillingstijd, uitwijking. 2. Tussen 0 en ongeveer 20 khz (voor ouderen lager). 3. Watergolven breiden zich (cirkelvornig) uit over het wateroppervlak en doven na verloop van tijd uit. 4 RADAR maakt gebruik van elektromagnetische straling en SONAR van geluid. 5. Her dopplereffect is het effect dat je een toon, uitgezonden oor een bewegende geluidsbron op een andere frequentie hoort dan de uitgezonden frequentie. Twee meetmethodes zijn bv. de directe meting met behulp van RADAR, of indircet met poortjes (bv. op franse tolwegen, waar op- en afrijden worden geklokt en zo een gemiddelde snelheid wordt gemeten) Golven 7. a Bij een transversale golf staat de trilling loodrecht op de voortbewegingsrichting van de golf; bij een longitudinale golf is de trilling in dezelfde richting als de voortplanting van de golf. b Een oppervlakte golf is een golf waarbij het golffront zich in een tweedimensionaal vlak uitbteidt; een ruimtegolf verspreidt zich in drie dimensies. 8 Nee, in een luchtkolom zijn alleen verdichtingen en verdunningen (van de luchtdruk) mogelijk, dus een longitudinale golf. 9. a Ja, want de golflengte is de afstand die de golf in een trillingstijd aflegt. Bij grotere frequentie is de golflengte kleiner. Er passen dus meer golven tussen de twee punten. b Ja, bij grotere golfsnelheid (en gelijke frequentie) legt een golf in een trillingstijd een grotere afstand af. Er passen dus minder golven tussen de twee punten. 10. a De deeltjes zitten daar dichterbij elkaar dan normaal. b De snelheid waarmee een golf zich voortplant. c Het gedeelte van de trilling waarin dat punt zich bevindt. Pagina 1 van 7

2 11. a t = s/v = 0.95/2,0 = 0,48 s. b λ/t = v;t = λ/v = 0,30/2,0 = 0,15 m. c Twee punten met dezelfde gereduceerde fase liggen precies een geheel aantal golflengtes uit elkaar: n*0,30 m, met n een geheel getal. d De gereduceerde fase verschilt een half bij (n - ½)*0,30 m e Φ = 95/30 = 3, a 2*l,5 = 3 trillingen. b 6,0/1,5 = 4,0 m/s. c λ = v*t = 4,0*0,50 = 2,0 m d Er zijn drie volledige sinussen te zien, met amplitudo 1,0 cm. Het koord na 6,0 m is gewoon vlak. 13. a 4,0*1,5 = 6,0 m. b In totaal zijn in die tijd 8 trillingen uitgevoerd. De insect bevindt zich op 6,75 trillingen van de bron. Dat is 3,375 s en dus 5,1 m van de bron. c Als de insect stil zou staan, komt hij iedere seconde twee golven tegen. Nu zwemt hij naar de volgende golf toe, zodat hij die al sneller tegenkomt. De tijd tussen twee opeenvolgende golven is voor de insect kleiner dan 0,50 s geworden. en de frequentie dus groter dan 2,0 Hz. 14, a λ = v/f = l,5*103/150*103 = 1,0 cm. b 0,30*10-3*150*103 = 45 golven in de golftrein. c De golftrein moet heen en terug 6,6 m afleggen. t = 6,6/l,5*l03 = 4,4 ms. d Anders zou het geluid nog uitgezonden worden terwijl het ook al weer teruggekaatst en ontvangen wordt Geluid a De verschillende frequenties die voorkomen in een bepaald geluid. b Geluid plant zich voort door middel van verdichtingen en verdunningen van de lucht (drukverschillen). c De intensiteit waarmee je geluid waarneemt hangt af van de afstand; als de afstand groter wordt, neemt de geluidsintensiteit kwadratisch af. 16. a v = s/t = l,00/2.91*10-3 = 344 m/s b De geluidssnelheid wordt groter bij hogere temperatuur; de tijd die het geluid doet over 1,00 m is dan kleiner. c 1,00/272 = 3,68 ms 17. a vg = 5,1*103 m/s; t = s/v = 100/5,1*103 = 0,020 s. b vg = 1,540*103 ms; t = s/v = 100/1,540*103 = 0,0649 s. 18. a De luchtdeeltjes komen in trilling. Ze voeren deze trilling uit in de richting waarin de golf zich voortplant. Doordat deeltjes naar elkaar toe en van elkaar af trillen, ontstaan op sommige plaatsen 'ophopingen' (verdichting) van luchtdeeltjes, terwijl op andere plaatsen juist 'ruimte' ontstaat. Hoe meer deeltjes erop een plaats zijn, des te hoger is de druk daar. b Een halve golflengte, dus 1,5 cm. 19 a λ = v/f = 3,4*102/50 = 6,8 m. b λ = 3,4*l02/15*l03 = 2,3*10-2 m. c λ = 3,4*102/5,0*106 = 6,6*10-5 m. d λ = 1,5*103/5,0*106 = 3,0*10-2m. Pagina 2 van 7

3 20 a P = I*4π*r2 = 0,80*l0-3*4π*(3.2)2 = 0,10W b Dan moet r2 tweemaal zo groot zijn, dus r 2 maal zo groot; r = 4,5 m. Anders: I = 0,10/(4π*r2) = 0,40*10-3; r = (0,l0/4π*0,40*l0-3) = 4,5 m. 21. a De informatie van het zien' gaat met de lichtsnelheid, de informatie van het 'horen' gaat met dc geluidssnelheid. De lichtsnelheid is veel groter, dus die informatie bereikt je eerder. b 190/0,60 = 3,2*102 m/s c De heipaal slaat voor de tweede maal op het moment dat de pensoon het geluid van de eerste klap hoort. d Na 410/317 = 1,3 s hoort de persoon het geluid; dat is de tijd die er zit tussen twee opeenvolgende klappen. 22 a 1 hokje = 0,6*T = 0,6/12*10³ = 5,0*10-5 s. De tijdsbasis staat ingesteld op 5 μs/div. b De amplitudo wordt minder groot. c Het hele scherm is 20 ms, daarin zijn vier perioden te zien T = 5 ms; f = 200 Hz 23 a Maak met een toongenerator een aantal tonen met verschillende frequenties Meet met een oscilloscoop direct het signaal dat de toongenerator geeft. Sluit ook de microfoon aan op de scoop Vergelijk de beide signalen met elkaar qua amplitudo en frequentie. Bedenk dat de luidspreker ook kan vervormen, en dat door de lucht een deel van de geluidsenergie wordt geabsorbeerd. b In een 'frequentiekarakteristiek', een diagram waarin je de door de microfoon gemeten geluidssterktc (= spanning) bij verschillende golflengtes uitzet. 24 a P = 0.020/30*10-³ = 0,67 W. I = P/4π*r² = 0,67/4π*(0,70)² = 0,11 W/m² b Per seconde 0,11 J per m²; op het trommelvlies 0,11*65*10-6 J. 25 a Een volledige trilling is 6,0 hokjes; T = 3,0 ms, tijdsbasis = 0,5 ms/div. b De amplitudo van A is minder hoog, dus de microfoon staat verder weg; A hoort bij microfoon 2 c A en B verschillen precies een halve fase oftewel 1,5 ms. vg = 0,51/1,5*10-3 = 3,4*10² m/s d Daar waar bij A een dal zit, zit hij B een top en vice versa. 26 a Verschil tussen pieken: 48 mm. De snelheid is 40 mm/s, dus T = 48/40 = 1,2 s. b Verschil is -7,0 mm = 41 mm. Φr = 41/48 = 0, Interferentie 26. a Interferentie is het verschijnsel dat een punt gelijktijdig aan twee trillingen meedoet. b Het gereduceerde faseverschil is het verschil in gereduceerde fase tussen twee golven die een punt bereiken. c Ieder punt dat door een golf bereikt wordt, gaat zelf functioneren als een puntbron d Coherente bronnen zijn bronnen die dezelfde trilling uitvoeren; dezelfde frequentie en dezelfde fase. 27. Volgens de golfeigenschap. Door geluid te laten interfereren kan volledige uitdoving plaatsvinden. Pagina 3 van 7

4 28-29 Als je het geluid maximaal hoort, zijn de golven van de hele luidsprekers in fase. De eerst mogelijkheid is, dat het weglengteverschil precies een λ is; f = 340/1,1 = 309 Hz; de volgende mogelijkheid is dat het weglengteverschil 2 λ is; f = 340/0,55 = 618 Hz, etc. f = n*318 Hz, met n een geheel getal. 30. a Het weglengteverschil b Groter. c De golflengte verandert daardoor ook Bij grotere frequentie wordt de goltlengte kleiner. 31. a Het vermogen van de bron wordt verdeeld over een cirkel, de intensiteit neemt af. b Er is sprake van destructieve interferentie, de golven van B doven de golven van A (deels) uit. c De golven uit A en B zijn in C precies in tegenfase. Omdat B iets verder weg staat van C, is de geluidsintensiteit iets kleiner. Door deze bron iets harder te zetten, kan de amplitudo die de golf van B in C heeft hetzelfde - maar in tegenfase - zijn als de golf van A in C. 32. a De snelheid in water is veel hoger als de snelheid in lucht. Er ontstaat breking volgens de wet van Snellius; sin i/sin r = vwater/vlucht. Er is sprake van breking naar de normaal toe. b Bij 293K: vg = 1,51 km/s; Dus in 10 K zit een verschil van 32 m/s, oftewel 3,2 m/s per K. Bij 18,6 C is de geluissnelheid l ,6*3,2 = 1506 m/s; λ = 1506/57,0 = 26,4 m. c vg = 2700*10³/l796,4 = 1503 m/s; ( )/3,2 = 7,8 K boven 283 K; de gemiddelde temperatuur van het water is 17,8 C d De geluidssnelheid in het eerste stuk is ,3*3,2 = 1508 m/s. Over de 700 km verloopt dan 700/1,508 = 464 s. Er zijn dan nog 1332 s over voor de laatste 2000 km; de snelheid over dat stuk is dan 2000/1332 = 1,501 km/s. Daarbij hoort een temperataur van ( )/ = 17,2 C 11.5 Staande golven en resonantie 33. Er ontstaat resonantie in de luchtkolom. De lengte van de luchtkolom is precies gelijk aan 1/4λ (grondtoon). Door het vullen van het glas, wordt deze lengte steeds kleiner, en de golflengte dus ook. Bij een kleinere golflengte hoort een hogere frequentie en dus een hogere toon. 34. De lengte van de huis is bepalend voor de golflengte die 'in de buis past', dus waarbij een staande golf ontstaat. Hoe langer de buis, hoe langer λ, hoe lager de toon. 35. Een belangrijk verschil is te vinden bij de uiteinden; een snaar heeft twee vaste uiteinden. Staande golven treden op als de lengte n*½λ. Er zijn dan n buiken en n + 1 knopen (uiteinden meegeteld). Een luchtkolom heeft een vast uiteinde en een open uiteinde. Staande golven ontstaan als de lengte van de kolom gelijk is aan (2n-1/4) λ. 36. a Resonantie b Door het aanslaan van de eerste stemvork is de lucht in trilling gebracht. De lucht zet de tweede stemvork in trilling (resonantie). Als de eerste gedempt wordt, zal de tweede nog verder gaan. c De toon is lager, dat betekent dat de golflengte groter is de klankkast moet langer zijn. 37 a λ = v/f = 960/500 = 1,92 m. Er past dus precies een volledige golf op het touw. Halverwege het touw zit een knoop, op 1/4 en 3/4 een buik. b K en L liggen op dezelfde helft, dat betekent dat die twee punten in fase zijn (maar met verschillende amplitudo!). K er M liggen op verschillende helften, dus die twee punten zijn juist in tegenfase. c De laagste frequentie kan ontstaan als de lengte van het touw precies 1/2λ is. De golflengte is dan twee maal zo groot als de bovenstaande situatie, dus de frequentie twee maal zo klein: f = 250 Hz. Pagina 4 van 7

5 38. De golflengte waarbij voor het eerst een staande golf kan optreden is groter bij een langere stemvork, dat betekent dat de frequentie kleiner is en de toon dus lager. 39. In de snaar zijn 3 buiken, l = 3/2λ; λ = 0,67 m; f = 120/0,67 = 180 Hz. 40. a De lengte van de buis is gelijk aan 1/4λ dus λ = 0,772 m; v = 343 m/s; f = 343/0,772 = 444 Hz. b Bij de eerste boventoon is de lengte van de buis gelijk aan 3/4λ; f = 343/0,257 = 1,33 khz (drie keer zo groot). 41, a Blijkbaar is 1/2λ gelijk aan 23 cm (steeds het verschil tussen opeenvolgende maxima). Dus λ = 46 cm. De eerste knoop zit op het wateroppervlak, de tweede op 23 cm er boven, de derde op 46 cm, de vierde op 69 etc. b De buiken zitten op 11,5 cm, 34,5 cm, 57,5 cm en 80,5cm; deze laatste ligt inderdaad 1,5 cm boven de rand. c v = 0.46*440 = 2,0.10² m/s. 42. a De klankkast van een stemvork is steeds 1/4λ, dus oorspronkelijk is λ = 0,72 m, v = 0.72*440 = 317 m/s. Bij de tweede stemvork is λ = 0,10 m; f = 317/0,10 = 3,2 khz. b Ja, je hoort de toon van 3,2 khz beter. Een tweemaal zo hoge toon heeft een tweemaal zo kleine golflengte, die kan ook geen staande golf geven in de gehoorgang met een buik aan het uiteinde (een drie of vijf keer zo hoge toon wel). c Nee. Een lagere frequentie geeft een grotere golflengte, deze 'past' niet meer in je oor. d De klankkast zal steeds groter worden, dat betekent de golflengte ook, de frequentie dus steeds lager. Je oor wordt steeds gevoeliger voor lagere tonen. 43. λ = 10 cm; v = 343 m/s; f = 3,4 khz. Dat is de grondtoon. Boventonen liggen bij drie, vijf, etc. keer zo hoge frequenties. 44 De geluidssnelheid in helium is bijna drie keer zo hoog als in lucht. Dat betekent dat bij de zelfde lengte van de mondholte de frequentie ongeveer drie keer zo hoog is. 45. a De grondtoon betekent 1/2λ. v = 2*0,640*440 = 563 m/s. b λ = 563/660 = 0,853 m: de snaar is 0,427 m lang. c 2*660 = 3*440 = 1320 Hz. d De langere snaar trilt dan in zijn tweede boventoon, en heeft dus drie buiken; de kortere snaar trilt in zijn eerste boventoon en heeft dus twee buiken. 46, a Op de afbeelding is 3/4 λ te zien; λ = 0,65 m. b Om van de ene uiterste stand naar de andere te komen, heeft de staaf 1/104 s nodig. Een volledige trillingstijd is dus 2/104 van een seconde; f = 52 Hz. v = 0,65*52 = 34 m/s. c De laagste frequentie is als 49cm = l/4λ; λ = 1,96 m; f = 34/1,96 = 17 Hz. Dat klopt, een drie keer zo kleine frequentie. d Je ziet de beide uiterste standen, met daartussen ook nog twee standen meer in het midden; de staaf doet er drie keer zo lang over om van links naar rechts te gaan. Bovendien zit er in het midden geen knoop meer. 47 a De grondtoon heen een lengte van 32,5 + 0,30*2,2 = 33,2 cm; λ = 1,33 m; f = 343/1,33 = 259 Hz. b v = c* T c Invullen: 293K; 343 m/s; c = ( 293)/343 = 0,050 K*s/m Pagina 5 van 7

6 d De temperatuur wordt groter, dus ook de geluidssnelheid. De golflengte blijft gelijk (zelfde buis), dat betekent dat de frequentie groter wordt. De toon wordt hoger Geluid hij de ontvanger. 48. a Geluidsintensiteit is de hoeveelheid geluidsenergie per seconde per oppervlak; W/m2 b Geluidsnivea is een maat om de geluidssterkte aan te geven; het is een verhouding met een standaardgeluidsintensiteit: db. c De hoeveelheid energe die per seconde wordt uitgezonden: W. 49. a L = l0*log(5,7*10-6/10-12) = 68 db. b 33 = l0*log(i/10-12); 10³,³ =I/10-12; I = 2,0*10-9 W/m a 72 db, dan is I = 1,58*10-5 W/m2; deze wordt drie keer zo groot; I = 4,75*10-5 W/m². Dat komt overeen met 77 db. b Er geldt dat l0*log(3*i) = l0*log(3) + 10*log(I); er komt dus steeds 10*log(3) = 4,8 db bij. 51. I(pijngrens) = l0² W/m2 L = 10*log(10²/10-12) = 140 db *log(0,001*I) = 10*log(I) + l0*log(0,00l) = l0*log(i) Er gaat dus 30 db verloren. 53. a I = 1,0*10-3 W/m² op 2,0 meter. De afstand wordt 10 keer zo groot, dan wordt de geluidsintensiteit 10² keer zo klein; I = 1,0*10-5 W/m2 b Het geluidsniveau neemt met 20 db af en wordt 70 db. 54. a I = 1,0*10-5 W/m2. b P = I*2π*r² = 1,0*10-5*2π*(0,25)² = 3,9*10-6 W c I(8.0 m) = 3,9*10-6/(2π*8,0²) = 9,8*10-9 W/m2; L = 40 db Dopplereffect 55. a - b De spoorovergang als je in de trein zit; een overkomend vliegtuig dat net is opgestegen. 56. Twee keer de dopplerformule nodig, 1 voor tegemoetkomend en 2 voor het verwijderen: fw,1 = f0*vg/(vg + vb) en fw,2 = f0*vg/(vg - vb), met fw,1 = 0,9*fw,2. Omschrijven naar f0 en die twee keer aan elkaar gelijk stellen: f0 = (vg + vb)/vg*fw,1 en f0 = (vg - vb)/vg*fw,2; Vul in fw,1 = 0,9*fw,2 en deel door fw,2: (vg + vb)/vg*0,9 = (vg - vb)/vg, hier nog alles vermenigvuldigen met vg: 1,9*vb = 0,1*vg dus vb = vg/19 = 330/19 = 17,4 m/s. 57. a fw = f0 * vg/(vg + vb); 2453/(2437*343) = l/(343 - vb); vb = 2,2 m/s b fw = 2437*343/( ,2) = 2,421 khz. c Dan verloopt de frequentie niet sprongsgewijs, maar veel geleidelijker. 58 a De afstand die de golf hebben afgelegd in een seconde is nu gelijk aan vg - vb m. Dat betekent dat de snelheid vg - vb m/s is, en dus dat λ = (vg - vb)/f m. b De uitdrukking uit vraag a is gelijk aan λw. Vul deze in de gegeven formule in, en de gevraagde uitdrukking staat er al. c λw = (vg + vb)/f0; immers, het aantal meters dat de golf nu in een seconde moet afleggen is groter geworden (zie afbeelding). d f0 = vg/λw = vg*fo/(vg + vb) e Je moet steeds de relatieve snelheid van bron t.o.v. waarnemer in de gaten houden. Pagina 6 van 7

7 59. a Dan is er in de richting van de transducer (de waarnemer) geen snelheidsverschil en dus ook geen dopplereffect. b vg in bloed is l,570*10³m/s (tabel 11.2); λ = 1,570*10³/5,0*106 = 3,1*10-4 m. c 0,33*l0³ = 2*vb*cos(60 )*5,0*106/1,570*l0³; vb = 0,10 m/s. 60. a Het uitgezonden signaal duurt maar heel kort. Het is een pulsje in plaats van een continu signaal. b De tijd die het signaal erover doet om heen en terug te gaan zegt iets over de afstand die het geluid in die tijd kan afleggen; dat is de diepte waarop de 'reflector' zich bevindt. 61. a Het magnetisch veld is van links naar rechts gericht. Met de linkerhandregel kun je dan nagaan dat de positieve ionen naar boven worden afgebogen en de negatieve ionen naar beneden. Er ontstaat dus een spanning waarbij de bovenkant positief is en de onderkant negatief. b [U] = V = J/C = N*m/C; [B] = T = N*s/C*m; [vb] = m/s; [R] = m; [B*vb*R] = (N*s/C*m)*(m/s)*m = N*m/C; klopt. c De Lorentzkracht en de elektrische kracht. d Fl = B*q*vb; Fel = q*upq/d = q*upq/2r; gelijk stellen, q valt weg, de uitdrukking voor de spanning blijft over: Upq = 2*B*vb*R. e R = 1,13 cm; vb = 0,68*10-3/(2*0,15*l,13*10-2) = 0,20 m/s f Per seconde komt 0,20*4,0*10-4 = 8,0*10-5 m³ bloed voorbij; per minuut is dat 60 keer zoveel: 4,8*10-3 m³. Pagina 7 van 7

Golven. 4.1 Lopende golven

Golven. 4.1 Lopende golven Golven 4.1 Lopende golven Samenvatting bladzijde 158: Lopende golf Transversale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/transversale_golfsimulation.html Longitudinale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/longitudinale_golfsimulation.html

Nadere informatie

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht Examentraining Natuurkunde havo 2015 Subdomein B1. Informatieoverdracht Een trilling is een periodieke beweging rond een evenwichtsstand Kenmerkende grootheden: trillingstijd T (in s). Uit T is de frequentie

Nadere informatie

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon.

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon. muziek; trillingen en golven Geluidsbron: alles dat geluid maakt. Een geluidsbron maakt geluid door te trillen. Periodieke beweging: een heen en weer beweging van een geluidsbron. Een zo een heen en weer

Nadere informatie

Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand.

Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand. Opgave 2 Periode Opgave 3 1 f T Opgave 4 Dan is het geluid een zuivere toon. Opgave 5 Een harmonische

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 9 Golven Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 9.1 Lopende golven Transversale en longitudinale golven Rekenvoorbeeld Welk van de onderstaande afbeeldingen kan absoluut geen transversale

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 9 Golven Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 9.1 Lopende golven Transversale en longitudinale golven Rekenvoorbeeld Welk van de onderstaande afbeeldingen kan absoluut geen transversale

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Opgave: Golf in koord... 3 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Staande golven... 5 Snaarinstrumenten... 6 Blaasinstrumenten... 7 Opgaven... 8 Opgave: Gitaar... 8 Opgave: Kerkorgel... 9 1/10

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Fase... 3 Opgave: Golf in koord... 4 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Opgave: Interferentie van twee puntbronnen... 5 Opgave: Antigeluid... 7 Staande golven... 7 Snaarinstrumenten... 8 Blaasinstrumenten...

Nadere informatie

13 Golven. e Transversale lopende golven. Onderwerpen:

13 Golven. e Transversale lopende golven. Onderwerpen: 3 Golven Onderwerpen: - Transversale lopende golven - Staande transversale golven - Longitudinale lopende golven - Longitudinale staande golven - Toepassingen 3. Transversale lopende golven In de onderstaande

Nadere informatie

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand.

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand. Uitwerkingen 1 Als dit heen en weer beweegt om de evenwichtsstand. Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand. Een trilling = de beweging van een voorwerp tussen twee opeenvolgende

Nadere informatie

Examentraining Leerlingmateriaal

Examentraining Leerlingmateriaal Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok V Informatieoverdracht (B1) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B1. Informatieoverdracht Eindterm

Nadere informatie

Samenvatting NaSk H7 geluid

Samenvatting NaSk H7 geluid Samenvatting NaSk H7 geluid Samenvatting door F. 1082 woorden 30 september 2017 5,4 15 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1. Geluidsbron = een voorwerp dat geluid maakt. Geluidsgolf = een afwisselende

Nadere informatie

Trillingen en Golven. Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn

Trillingen en Golven. Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn Trillingen en Golven Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn NOTE: DE HOOFDSTUKKEN IN DEZE SAMENVATTING KOMEN OVEREEN MET DE PARAGRAFEN UIT HET BOEK. BIJ EEN AANTAL PARAGRAFEN VAN DEZE

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf.

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf. Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 1 Een stemvork trilt met een trillingstijd van 2,27 ms. Bereken de bijbehorende frequentie. Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Lopende golven

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Lopende golven Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4. Lopende golven Opgave a De mensen bewegen hun armen omhoog, terwijl de golf zich opzij verplaatst. De voortplantingsrichting en de trillingsrichting staan dus loodrecht

Nadere informatie

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde boventoon; 4. De zevende boventoon. Een snaar vertoont

Nadere informatie

Tabellenboek. Gitaar

Tabellenboek. Gitaar 4T versie 1 Natuur- en scheikunde 1, Geluid Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Slj en Zan Tabellenboek 1. Neem de volgende tabel netjes over

Nadere informatie

. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec.

. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec. Samenvatting door Jelino 1367 woorden 19 oktober 2015 7 3 keer beoordeeld Vak NaSk Natuur-scheikunde H7 + H8 7.1 beweging vastleggen Bewegingen vastleggen doe je met een stroboscoopcamera. Dat kun je het

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Complete reader periode 1 leerjaar 2. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Complete reader periode 1 leerjaar 2. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Complete reader periode 1 leerjaar J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs,

Nadere informatie

Harmonische trillingen

Harmonische trillingen Periodieke verschijnselen hoofdstuk 8 Harmonische trillingen Fysica 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te

Nadere informatie

Vrije ongedempte trilling

Vrije ongedempte trilling Periodieke verschijnselen hoofdstuk 8 Harmonische trillingen Fysica 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te

Nadere informatie

NaSk overal en extra opgaven

NaSk overal en extra opgaven NaSk overal en extra opgaven Opg. 1. Extra opgaven Deel 1: Opgave 1: In de les heeft je docent een experiment uitgevoerd, waarbij een metalen liniaal in trilling gebracht werd. Bij het eerste experiment

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 7 Golven ( ) Pagina 1 van 12

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 7 Golven ( ) Pagina 1 van 12 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 7 Golven (2016-05-22) Pagina 1 van 12 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je er

Nadere informatie

4VMBO H5 LES.notebook January 27, Geluid. BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30. Luidspreker. Drukverschillen

4VMBO H5 LES.notebook January 27, Geluid. BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30. Luidspreker. Drukverschillen Geluid BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30 Luidspreker Drukverschillen Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Snaar Oor Trommelvlies met daarachter hamer aambeeld, stijgbeugel trilhaartjes met

Nadere informatie

1. 1 Wat is een trilling?

1. 1 Wat is een trilling? 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

Geluid - oscilloscoop

Geluid - oscilloscoop banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres P.J. Dreef 11 may 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/99348 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Vraag 1 Een luidspreker en een microfoon zijn in principe op dezelfde manier opgebouwd. Alleen werken ze in omgekeerde richting. Wat bij een luidspreker

Nadere informatie

voorbeelden geven dat je geluid kunt versterken met een klankkast.

voorbeelden geven dat je geluid kunt versterken met een klankkast. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf

Nadere informatie

4 Geluid 81213-4. Noordhoff Uitgevers bv

4 Geluid 81213-4. Noordhoff Uitgevers bv 4 Geluid 76 81213-4 In een stadion kan het soms heel stil zijn. Je kunt dan even praten met je buurman. Maar vaak is er een zee van geluid. Het publiek moedigt met zingen en spreekkoren de spelers aan.

Nadere informatie

Theorie: Eigenschappen van geluid (Herhaling klas 2)

Theorie: Eigenschappen van geluid (Herhaling klas 2) Theorie: Eigenschappen van geluid (Herhaling klas 2) Geluidsbron, tussenstof en ontvanger Een geluidsbron is een voorwerp dat trilt. Dat kan in principe ieder voorwerp zijn. Of je een geluid kan horen

Nadere informatie

2.1 Kenmerken van een trilling

2.1 Kenmerken van een trilling Uitwerkingen opgaven hoofdstuk. Kenmerken van een trilling Opgave Er is sprake van een periodieke beweging als een beweging zich regelmatig herhaalt. Als het voorwerp bovendien elke keer een evenwichtsstand

Nadere informatie

1 Harmonische trilling

1 Harmonische trilling Golven 1 Harmonische trilling 2 Transversale en longitudinale golven 3 Golflengte 4 Lopende en staande golven 5 Trillende snaar 6 Trillende luchtkolom Bijlage: een trillende luchtkolom modelleren met blokjes

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I Eindexamen natuurkunde vwo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Hoogspanningskabel uitkomst:,4 0 3 (draden) methode ρl ρl 7 0-9 3,0 0 3 Uit R = volgt A kabel = = = 7,08 0-4 m 2. A R 7,2 0-2 Er geldt A draad =

Nadere informatie

Goed voorbeeld is muziekinstrumenten. Snaar gitaar trilt, blokfluit lucht trilt, trommel, vlies trilt.

Goed voorbeeld is muziekinstrumenten. Snaar gitaar trilt, blokfluit lucht trilt, trommel, vlies trilt. Samenvatting door een scholier 1120 woorden 21 maart 2005 6,1 89 keer beoordeeld Vak NaSk Horen en gehoord worden (geluid) Geluid heeft alles te maken met trillingen hoeft niet altijd direct te worden

Nadere informatie

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz). 1. 1 Wat is een trilling? Een trilling is een beweging die steeds wordt herhaald. Bijvoorbeeld een massa m dat aan een veer hangt. In rust bevindt m zich in de evenwichtsstand. Als m beweegt noemen we

Nadere informatie

Suggesties voor demo s golven

Suggesties voor demo s golven Suggesties voor demo s golven Paragraaf 1 Demo s verschillende trillingsvormen Denk aan een massa-veer-systeem, een slinger, een liniaal die aan een kant op de tafel is geklemd. Projectie van cirkelbeweging

Nadere informatie

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db.

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db. Doppler A B PASSERENDE FLUIT Het vriest licht; de maan schijnt door de bomen. Ik sta op 100 m van de kruising van twee wegen. Op de kruisende weg rijdt een open auto. Een inzittende blaast op een fluitje

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - II Beoordelingsmodel Opgave Wega maximumscore 3 Voor het verband tussen de temperatuur van de ster en de golflengte waarbij de stralingsintensiteit maximaal is, geldt:

Nadere informatie

Domein C: Beeld en geluid. Subdomein: Beeld en geluid waarnemen

Domein C: Beeld en geluid. Subdomein: Beeld en geluid waarnemen Domein C: Beeld en geluid Subdomein: Beeld en geluid waarnemen 1 Twee vlakke spiegels S1 en S2 staan loodrecht op elkaar. Voor deze twee spiegels staat een pijl PQ. In de figuur zijn de pijlen P'Q' en

Nadere informatie

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager Examen 2014 1 ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager Blauwe vinvissen communiceren met elkaar door te zingen. blauwe vinvis Als vinvisvrouwtjes dichtbij zijn, zingen de mannetjes zachter en lager. 2p 33

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt. Proef van Melde Doel De voortplantingssnelheid (v) van golven in een gespannen koord hangt van de spankracht (F S ) en de massa per lengte-eenheid van het koord (m/l) af. De theoretisch af te leiden formule

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I Eindexamen vwo natuurkunde 03-I Beoordelingsmodel Opgave Sprint maximumscore De snelheid is constant omdat het (s,t)-diagram (vanaf 4 seconde) een rechte lijn is. De snelheid is gelijk aan de helling van

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Golven Pagina 1 van 8

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Golven Pagina 1 van 8 Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoodstuk 4 Golven Pagina 1 van 8 Opgaven 4.1 Lopende golven 1 a Het geluid legt de astand twee keer a: 2l = 4 0,25 l = 42,9 m De astand lijt hetzelde. Volgens tael 15A van

Nadere informatie

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Geluidsnelheid 1 Inleiding De voortplantingsnelheid v van geluidgolven (of: de geluidsnelheid) in lucht is zo n 340 m/s. Deze geluidsnelheid is echter

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Eindexamen vwo natuurkunde pilot 03-II Beoordelingsmodel Opgave Splijtstof in een kerncentrale maximumscore 3 35 7 87 U + n Ba + Kr + n of 9 0 56 36 0 35 7 87 U + n Ba + Kr + n één neutron links van de

Nadere informatie

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!) NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 15: TRILLINGEN OOFDSTUK 15: TRILLINGEN 22/01/2010 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (29 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Denk er

Nadere informatie

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A) Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A) Opgave 1 Twee kleine luidsprekers L 1 en L hebben een onderlinge afstand van d = 1,40 m. Zie de figuur hiernaast (niet op

Nadere informatie

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3 Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 3190 woorden 23 maart 2011 5,1 45 keer eoordeeld Vak Methode Natuurkunde Banas Tekstoek Gecursiveerde tekst is een toelichting op het antwoord.

Nadere informatie

Quiz. Golven en trillingen. Staande golven, dopplereffect, interferentie, frequentie, golflengte,

Quiz. Golven en trillingen. Staande golven, dopplereffect, interferentie, frequentie, golflengte, Quiz Golven en trillingen Staande golven, dopplereffect, interferentie, frequentie, golflengte, Golven en Trillingen SOORTEN GOLVEN EN HUN EIGENSCHAPPEN Wat is het verband tussen trillingen en golven?

Nadere informatie

4 Geluid. 4.1 Geluid horen en maken

4 Geluid. 4.1 Geluid horen en maken 4 Geluid 4.1 Geluid horen en maken 2 De luidspreker van de buren trilt, het is een geluidsbron. Daardoor wordt de lucht afwisselend ingedrukt en uitgerekt. Zo onstaat trillende lucht: gebiedjes van hoge

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Geluid. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Geluid. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Geluid 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo II

Eindexamen natuurkunde vwo II Eindexamen natuurkunde vwo 00 - II Beoordelingsmodel Opgave Sopraansaxofoon maximumscore 4 uitkomst: F d = 7, N voorbeeld van een bepaling: Er geldt: Fr z z= Fr d d. Opmeten in de figuur levert: rz =,7

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2001-I Eindexamen natuurkunde -2 vwo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Armbrusterium antwoord: 70 207 277 Zn + Pb 30 82 2 Ab notatie nieuwe isotoop keuze voor de 70 Zn-isotoop aantal nucleonen links en rechts kloppend

Nadere informatie

4 Geluid. 4.1 Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken

4 Geluid. 4.1 Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken 4 Geluid DO-IT Datum 4. Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken PARAGRAFEN Datum 4. Opdrachten -9 4.2 Opdrachten -24 4.3 Opdrachten -27 4.4 Opdrachten -8 Test jezelf 4 PRACTICUM

Nadere informatie

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt. Proef van Melde Doel De voortplantingssnelheid (v) van golven in een gespannen koord hangt van de spankracht (F S ) en de massa per lengte-eenheid van het koord (m/l) af. De theoretisch af te leiden formule

Nadere informatie

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Lichtsnelheid 1 Inleiding De voortplantingsnelheid c van elektromagnetische golven (of: de lichtsnelheid) in vacuüm is internationaal vastgesteld

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-II

natuurkunde havo 2017-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Panfluit maximumscore In de buis bevinden zich longitudinale geluidsgolven met verschillende frequenties. Er treedt resonantie op

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Geluid 10/6/2014. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Geluid 10/6/2014. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Geluid 10/6/2014 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm), Leen

Nadere informatie

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt: Uitwerkingen natuurkunde Havo 1999-I Opgave 1 Accu 3p 1. Het vermogen van de lampen wordt gegeven door P = VI. Dus de accu moet een stroom leveren van I = P/V = 100/12 = 8,33 A. De "capaciteit" wordt berekend

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m

Nadere informatie

NATUURKUNDE PROEFWERK

NATUURKUNDE PROEFWERK ATUURKUNDE 1 KLAS 5 10/05/06 NATUURKUNDE PROEFWERK N1V2 2.6-2.8 EN EN HOOFDSTUK 3 Proefwerk bestaat uit 2 opgaven. Geef duidelijke uitleg en berekeningen. Totaal: 33 punten. Opgave 1: een tl-buis Een tl-buis

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I Eindexamen natuurkunde vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Cesium 5 uitkomst:,40 (Bq) Het practicum vindt 7,5 jaar na de productiedatum van het preparaat plaats. t De activiteit is dan gelijk aan: 7,5

Nadere informatie

Y rijdag 14 mei, uur

Y rijdag 14 mei, uur 1 H- II EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1976 Y rijdag 14 mei, 14. 00-17. 00 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I - + Eindexamen natuurkunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Valentijnshart Maximumscore 4 uitkomst: b 2,9 mm Bij het fotograferen van een voorwerp in het oneindige geldt: b f Bij het fotograferen

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Eindexamen havo natuurkunde pilot II Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2003-I 4 Antwoordmodel Opgave Verwarmingslint voorbeeld van een antwoord: Ook bij hoge buitentemperaturen (waarbij geen gevaar voor bevriezing is) geeft het lint warmte af. Je bespaart energie / het lint gaat

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde havo I Beoordelingsmodel Opgave Lord of the Flies maximumscore voorbeelden van een antwoord: methode Alleen een bolle lens kan licht concentreren in één punt (zodat de temperatuur kan stijgen). De bril van de

Nadere informatie

TRILLINGEN & GOLVEN HAVO

TRILLINGEN & GOLVEN HAVO TRILLINGEN & GOLVEN HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan

Nadere informatie

9 De ruimtevaarders maken gebruik van straalzenders. Daarvoor is geen tussenstof nodig.

9 De ruimtevaarders maken gebruik van straalzenders. Daarvoor is geen tussenstof nodig. 3 Geluid 3.1 Geluid maken en horen 1 C Het geluid moet samen met de lucht je neus kunnen verlaten. 2 De trillende conus van de luidspreker in de tv is de geluidsron. Als de conus iets naar uiten gaat ontstaat

Nadere informatie

Begripsvragen: Trillingen en golven

Begripsvragen: Trillingen en golven Handboek natrkndedidactiek Hoofdstk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbow 4.2.3 Trillingen en golven Begripsvragen: Trillingen en golven 1 Meerkezevragen + Figr 1 1 [H/V] Een massa aan

Nadere informatie

Opgave: Deeltjesversnellers

Opgave: Deeltjesversnellers Opgave: Deeltjesversnellers a) Een proton is een positief geladen en wordt dus versneld in de richting van afnemende potentiaal. Op het tijdstip t1 is VA - VB negatief, dat betekent dat de potentiaal van

Nadere informatie

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra Acoustics The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra Onderwerpen: Wat is geluid? Een stukje theorie. Acoustics. Toepassingen. Vragen? Bedankt. Wat is geluid? Geluid is een verstoring van de atmosfeer

Nadere informatie

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden

Trillingen en tonen. 5.1 Inleiding. 5.2 Trillingsgrootheden 5 Trillingen en tonen 5.1 Inleiding A 1 a Hartslag (polsslag), enstruatiecyclus, adehaling b De snaren van een gitaar en de lucht in blaasinstruenten trillen. De toeschouwers aken heen en weer gaande bewegingen

Nadere informatie

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6 Dit oefen et 2 en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl 5vwo oefen-et 2 Et-2 stof vwo5: Vwo5 kernboek: Hoofdstuk 3: Trillingen Hoofdstuk 4: Golven Hoofdstuk 5: Numerieke natuurkunde Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Nadere informatie

Eindexamen havo natuurkunde II

Eindexamen havo natuurkunde II Eindexamen havo natuurkunde 0 - II Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore voorbeeld van een berekening: Voor de grondtoon bij een halfgesloten pijp geldt dat de lengte van

Nadere informatie

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet. Opgave 1 René zit op zijn fiets en heeft als hij het begin van een helling bereikt een snelheid van 2,0 m/s. De helling is 15 m lang en heeft een hoek van 10º. Onderaan de helling gekomen, heeft de fiets

Nadere informatie

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit. Voorbeeld opgave Electriciteit. Marjon heeft van haar juf een 9,0 V batterij gekregen en drie weerstanden die aan elkaar gesoldeerd zijn (zie afbeelding). Aan Marjon wordt gevraagd wat de stroom is die

Nadere informatie

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Eindexamen natuurkunde pilot havo I Beoordelingsmodel Opgave Tsjernobyl, ruim 0 jaar later maximumscore 3 uitkomst: Het percentage Cs-37 dat in het gebied terechtkwam, is 7,%. voorbeelden van een berekening: methode 3 6 6 5 De totale activiteit

Nadere informatie

Havo 5 oefen et

Havo 5 oefen et Toetsstof havo 5 et4 volgens PTA: examenjaar 2010/2011 Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Stof volgens het PTA: havo5 h2: Trillingen en golven Havo5 h3: Energie en warmte Havo5 h4: Elektromagnetisme

Nadere informatie

Woensdag 11 mei, uur

Woensdag 11 mei, uur 1 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 Woensdag 11 mei, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna

Nadere informatie

Midden tussen P en Q ligt het punt C. Dit punt trilt harmonisch met een amplitude van 2,0 cm.

Midden tussen P en Q ligt het punt C. Dit punt trilt harmonisch met een amplitude van 2,0 cm. Oefenopgaven et3: havo5 h1 Signaalverwerking en h2 Trillingen en golven oktober 2010 (Natuurkunde Havo 1997-I Opgave 7 Luidspreker De luidspreker, die nog steeds een toon voortbrengt met een frequentie

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Eindexamen natuurkunde pilot havo II Eindexamen natuurkunde pilot havo 0 - II Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Vooruitgang maximumscore 4 uitkomst: (met een marge van 5 m) s = 8 (m) voorbeeld van een bepaling: De afstand s die

Nadere informatie

Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven

Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven Opgave 1 Elektrische waterkoker Een waterkoker slaat automatisch

Nadere informatie

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen NATUURKUNDE Havo. Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen Schoolexamen Havo-5: SE4: Na code:h5na4 datum : 11 maart 2009 tijdsduur: 120 minuten. weging: 30%. Onderwerpen: Systematische

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde vwo I

Eindexamen natuurkunde vwo I Eindexamen natuurkunde vwo 0 - I Beoordelingsmodel Opgave Zonnelamp maximumscore antwoord: doorzichtige koepel buis lamp toepassen van de spiegelwet (met een marge van ) tekenen van de tweemaal teruggekaatste

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE Voorbeeldtentamen 2 tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 3 (bij opgave 1, 4 en 5) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

natuur- en scheikunde 1 CSE BB

natuur- en scheikunde 1 CSE BB Examen VMBO-BB 2014 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-15.00 uur natuur- en scheikunde 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS informatieboek.

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tentamen Golven en Optica 5 juni 008, uitwerking 1 Lopende golven en interferentie op een snaar a In[1]:= y 0 1; y 1 x, t : y x, t : y 0 x 300 t 4 y 0 x 300 t 4 4 In[4]:= Ploty 1 x, 0, y x, 0, x, 10, 10,

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling

Nadere informatie

Lessen wiskunde uitgewerkt.

Lessen wiskunde uitgewerkt. Lessen Wiskunde uitgewerkt Lessen in fase 1. De Oriëntatie. Les 1. De eenheidscirkel. In deze les gaan we kijken hoe we de sinus en de cosinus van een hoek kunnen uitrekenen door gebruik te maken van de

Nadere informatie

Suggesties voor demo s golven

Suggesties voor demo s golven Suggesties voor demo s golven Paragraaf 1 Demo s verschillende trillingsvormen Denk aan een massa-veer-systeem, een slinger, een liniaal die aan een kant op de tafel is geklemd. Projectie van cirkelbeweging

Nadere informatie

Naam: examennummer:.

Naam: examennummer:. Naam: examennummer:. Geef de uitwerking van de opgaven steeds op de lege zijde rechts naast de opgave. Geef duidelijk de onderdelen aan. De vragen moeten op de stencils beantwoord worden. Lever geen andere

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I Eindexamen natuurkunde - vwo 009 - I Beoordelingsmodel Opgave Mondharmonica maximumscore 3 In figuur 3 zijn minder trillingen te zien dan in figuur De frequentie in figuur 3 is dus lager Het lipje bij

Nadere informatie