Oorzaken en klinische consequenties van neonatale trombocytopenie bij 237 neonaten in 5 ziekenhuizen in het zuidoosten van Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oorzaken en klinische consequenties van neonatale trombocytopenie bij 237 neonaten in 5 ziekenhuizen in het zuidoosten van Nederland"

Transcriptie

1 Oorzaken en klinische consequenties van neonatale trombocytopenie bij 237 neonaten in 5 ziekenhuizen in het zuidoosten van Nederland Auteurs Trefwoorden M.J.P.M. Klaassen, V.M.J. Novotný en V.M.L. Serrarens-Janssen bloedingssymptomen, klinische consequenties, neonatale trombocytopenie, oorzakelijke factoren Samenvatting Neonatale trombocytopenie komt voor bij ongeveer 1-5% van de neonaten en is een bekend klinisch probleem. Desondanks is er weinig bekend over de oorzaken en gevolgen van neonatale trombocytopenie in Nederland. In dit onderzoek zijn de oorzaken, gevolgen en therapeutische mogelijkheden van neonatale trombocytopenie in Nederland bepaald. Dit is gedaan door middel van een retrospectieve, observationele studie, waarin 237 casussen van neonatale trombocytopenie vanuit 5 ziekenhuizen in het zuidoosten van Nederland werden onderzocht. Maternale en neonatale medische dossiers werden geanalyseerd om de oorzaken en gevolgen van neonatale trombocytopenie van deze neonaten te evalueren. Maternale en/of neonatale aandoeningen die geassocieerd zijn met neonatale trombocytopenie, werden gevonden bij 49,4% van de 237 gevallen. De meest voorkomende maternale aandoeningen waren hypertensieve aandoeningen (13,9%), auto-immuunaandoeningen (3,%) en diabetes (2,5%). De meest voorkomende neonatale aandoeningen waren prematuriteit (19,4%), dysmaturiteit (11,8%), asfyxie (1,5%), perinatale infectie/sepsis (8,4%) en foetale/neonatale allo-immuuntrombocytopenie (FNAIT) (4,6%). Er konden geen significante verschillen in ernst van de trombocytopenie aangetoond worden tussen preterme en aterme neonaten, tussen dysmature neonaten en neonaten met een normaal geboortegewicht en tussen asfyctische en niet-asfyctische neonaten. Bloedingssymptomen werden gezien bij 15 van de 237 (6,3%) neonaten met trombocytopenie. Zes van de 237 neonaten (2,5%) werden behandeld voor het lage trombocytenaantal: 2 neonaten met FNAIT kregen intraveneuze immuunglobulines (IVIG) en 4 neonaten met trombocytopenie kregen trombocytentransfusies. Geconcludeerd kon worden dat de prevalentie, de oorzaken en de gevolgen van neonatale trombocytopenie in het zuidoosten van Nederland gelijk zijn aan die beschreven in andere delen van Europa en Noord-Amerika. (Tijdschr Bloedtransfusie 28;1:88-95) Inleiding Het normale trombocytenaantal bij neonaten ligt rond x 1 9 /l. Als het trombocytenaantal onder 1 x 1 9 /l ligt, wordt gesproken van neonatale trombocytopenie. 1-7 Neonatale trombocytopenie is een bekend klinisch probleem. Een tot 5% van de neonaten wordt geboren met een trombocytopenie en bij,1-,5% van de neonaten is sprake van een ernstige trombocytopenie. 1-4,8-1 Trombocytopenie is zeldzaam (<1%) bij de gezonde populatie neonaten. Bij zieke en preterme neonaten komt het echter vaak voor. Tweeëntwintig t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 1 nr

2 Tabel 1. Oorzaken van foetale en neonatale trombocytopenie. 2-5,11 Trombocytopenie Oorzaken foetaal allo-immuun (FNAIT) congenitale infectie (CMV, rubella, toxoplasmose, syfilis, parvovirus B19) aneuploïdie (trisomie 13, 18, 21; triploïdie) maternale auto-immuunaandoening (ITP, SLE) rhesusziekte congenitale syndromen (TAR, Wiskott-Aldrich, Kasabach-Meritt) neonataal (<72 uur oud) placenta-insufficiëntie (HELLP, pre-eclampsie, PIH, IUGR, diabetes) asfyxie allo-immuun (FNAIT) prematuriteit perinatale infectie (GBS, E. coli, H. influenzae) gedissemineerde intravasculaire coagulatie maternale auto-immuunaandoening (ITP, SLE) congenitale infectie (CMV, syfilis, toxoplasmose, rubella) trombose (vena renalis, aorta) congenitale syndromen (TAR, Wiskott-Aldrich, Kasabach-Meritt) metabole ziekte beenmergtransplantatie medicatie (anti-epileptica, antibiotica, diuretica, heparine) neonataal (>72 uur oud) sepsis NEC congenitale infectie (CMV, syfilis, toxoplasmose, rubella) maternale auto-immuunaandoening (ITP, SLE) congenitale syndromen (TAR, Wiskott-Aldrich, Kasabach-Meritt) metabole ziekte heparinegeïnduceerd De meest voorkomende oorzaken zijn vetgedrukt. FNAIT=foetale/neonatale allo-immuuntrombocytopenie, CMV=cytomegalovirus, ITP=idiopatische trombocytopenische purpura, SLE=systemische lupus erythematodes, TAR= trombocytopenia absent radius syndrome, HELLP= hemolysis elevated liverenzymes and low plates, PIH= pregnancy induced hypertension, IUGR=intra-uteriene groeiretardatie, GBS=groep B-streptokokken, NEC=necrotiserende enterocolitis. tot 35% van alle neonaten op de afdeling Neonatale Intensive Care heeft een trombocytopenie en bij de ziekste en preterme neonaten kan de incidentie hoger zijn dan 6%. 1,2,4-6 Vele maternale en neonatale aandoeningen zijn geassocieerd met neonatale trombocytopenie (zie Tabel 1). 2-5,11 Vaak is sprake van een combinatie van oorzaken, bijvoorbeeld een verminderde trombocytenproductie door placenta-insufficiëntie gecombineerd met een toegenomen trombocytenafbraak tijdens een episode van sepsis. 2,3 De meeste gevallen van neonatale trombocytopenie zijn mild en gaan vanzelf over. Daarentegen kunnen zeer lage trombocytenaantallen (< x 1 9 /l) en langdurige trombocytopenie leiden tot ernstige bloedingen, zoals intracraniële bloedingen (ICB), die levenslange handicaps kunnen veroorzaken. 3,5,12 Het voornaamste doel van de behandeling is het voorkomen van langdurige ernstige trombocytopenie om het risico op bloedingen te minimaliseren. De enige snelwerkende behandeling bestaat uit trombocytentransfusies; bij immuuntrombocytopenie kunnen tevens intraveneus immuunglobulines (IVIG) worden toegediend. 3 Bovengenoemde gegevens komen uit studies die uitgevoerd zijn in andere landen dan Nederland. 1-6,8,11-13 In de Nederlandse literatuur is weinig terug te vinden over dit onderwerp. Om te achterhalen of de diagnostische en behandelingsstrategieën toepasbaar zijn in Nederland, is kennis over de meest voorkomende oorzaken en gevolgen van neonatale trombocytopenie in Nederland nodig. Deze kennis is ook nodig om het nut van prenataal screenen op neonatale trombocytopenie te onderzoeken. 89 v o l. 1 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

3 Tabel 2. Klinische kenmerken van de neonaten en hun moeders. Kenmerken Mild (n=153) Matig (n=7) Ernstig (n=14) Totaal (n=237) nulliparae 85 (62,5%) 42 (3,9%) 9 (6,6%) 136 (57,4%) multiparae 68 (67,3%) 28 (27,7%) 5 (5,%) 11 (42,6%) meerlingen 14 (58,3%) 8 (33,3%) 2 (8,3%) 24 (1,1%) sectio caesarea 55 (61,8%) 28 (31,5%) 6 (6,7%) 89 (37,6%) PROM 13 (,%) 9 (34,6%) 4(15,4%) 26 (11,%) dysmaturiteit (p<2,3) 18 (64,3%) 1 (35,7%) (%) 28 (11,8%) preterme <37 weken 29 (63,%) 12 (26,1%) 5 (1,9%) 46 (19,4%) à terme 37 weken 124 (64,9%) 58 (3,4%) 9 (4,7%) 191 (8,6%) Mediaan (spreiding) amenorroeduur (weken) 39,57 (26,14-42,86) 39,14 (29,-42,57) 37,79 (32,-4,43) 39,29 (26,14-42,71) geboortegewicht neonaat (g) 3.75 ( ) 3.35 ( ) 2.88 ( ) 3.45 ( ) apgarscore 1 min 8 (1-1) 9 (1-1) 8,5 (5-9) 8 (1-1) apgarscore 5 min 9 (3-1) 1 (3-1) 9,5 (7-1) 1 (3-1) ph navelstrengarterie 7,23 (6,68-7,49) 7,25 (6,98-7,38) 7,25 (6,98-7,36) 7,24 (6,68-7,49) trombocytenaantal x 1 9 /l 131 (-149) 74,5 (-99) 28 (7-46) 114 (7-149) in navelstrengbloed Milde trombocytopenie=trombocytenaantal -1 x 1 9 /l, matige trombocytopenie=trombocytenaantal - x 1 9 /l, ernstige trombocytopenie=trombocytenaantal < x 1 9 /l, PROM= prelabour rupture of membranes (>24 uur). Methoden In een retrospectieve, observationele studie werden 237 casussen met neonatale trombocytopenie bestudeerd in 5 ziekenhuizen in het zuidoosten van Nederland (Catharina ziekenhuis te Eindhoven, Elkerliek ziekenhuis te Helmond, Jeroen Bosch Ziekenhuis te s-hertogenbosch, Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen en Universitair Medisch Centrum St Radboud te Nijmegen). Deze casussen waren geselecteerd tijdens een eerdere prospectieve studie naar het voorkomen van neonatale trombocytopenie onder pasgeborenen in de genoemde 5 ziekenhuizen door bepaling van het trombocytenaantal in navelstrengbloed. Neonatale trombocytopenie werd gedefinieerd als een trombocytenaantal in navelstrengbloed <1 x 1 9 /l. Milde trombocytopenie werd gedefineerd als een trombocytenaantal tussen en 1 x 1 9 /l, matige trombocytopenie als een trombocytenaantal tussen en x 1 9 /l en ernstige trombocytopenie < x 1 9 /l. Aan de ouders van de neonaten met trombocytopenie werd door middel van een brief gevraagd deel te nemen aan deze follow-upstudie naar de oorzaken en de gevolgen van neonatale trombocytopenie. De casussen werden geïncludeerd in de follow-upstudie na het geven van informed consent door de ouders. De studie was goedgekeurd door de medischethische commissies van de 5 deelnemende ziekenhuizen. De medische dossiers van de 237 moeder-kindparen werden geanalyseerd om de oorzaken en gevolgen van neonatale trombocytopenie te evalueren. Er werd tevens gebruikgemaakt van correspondentie van de behandelende gynaecologen en kinderartsen. Gegevens werden verzameld over de medische indicatie van de zwangerschap, ziekten van de moeder, medicatiegebruik tijdens de zwangerschap, obstetrische complicaties, amenorroeduur, duur van gebroken vliezen, type partus, geboortegewicht, apgarscores na 1 en 5 minuten, arteriële en veneuze navelstreng-ph, laboratoriumuitslagen, symptomen van bloedingen bij de neonaat, tekenen van infectie, onderzoek naar immunologische oorzaken van de trombocytopenie, neonatale aangeboren afwijkingen, eventuele maternale en neonatale behandeling, follow-up van het neonatale trombocytenaantal en langetermijncomplicaties, zoals neurologische schade. De ouders kregen een lijst toegestuurd met vragen over de zwangerschap, de bevalling en de gezondheid van hun kind en over andere zwangerschappen en kinderen. Klinische kenmerken werden geanalyseerd op basis t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 1 nr

4 Tabel 3. Neonaten met de diagnose foetale/neonatale allo-immuuntrombocytopenie. Neonaten Trombocytenaantal navelstreng (x 1 9 /l) HPA-genotype in DNA Symptomen 1 12 HPA-1a petechiën 2 52 HPA-1a geen HPA-5b geen 4 8 HPA-1a petechiën 5 51 HPA-5b geen 6 17 HPA-5b geen HPA-5b geen 8 2 HPA-1a geen 9 11 HPA-5b geen 1 27 HPA-1a petechiën HPA-5b geen HPA= human platelet antigen. van de ernst van de trombocytopenie. De statistische analyse werd gedaan met het Statistical Package for Social Sciences (SPSS) versie 14. met behulp van de Mann/Whitney U-test. P-waarden <,5 werden als statistisch significant beschouwd. Resultaten Het mediane trombocytenaantal van de 237 neonaten met trombocytopenie bedroeg 114 x 1 9 /l (spreiding 7-149). Bij 153 (64,6%) neonaten was sprake van een milde trombocytopenie (-1 x 1 9 /l), 7 (29,5%) neonaten hadden een matige trombocytopenie (- x 1 9 /l) en 14 (5,9%) een ernstige trombocytopenie (< x 1 9 /l). De klinische kenmerken van de neonaten en hun moeders zijn weergegeven in Tabel 2 op pagina 9. Honderddrieënzeventig ouders gaven toestemming voor deelname aan de follow-upstudie (73%), 1 weigerden deelname, van 17 konden de juiste adresgegevens niet achterhaald worden en 37 gaven geen respons. Maternale en/of neonatale aandoeningen die geassocieerd zijn met neonatale trombocytopenie werden gevonden bij 117 (49,4%) van de 237 neonaten met trombocytopenie. Een combinatie van oorzakelijke factoren kon voorkomen bij een casus. Zeven (3,%) moeders hadden een auto-immuunaandoening (6 idiopatische trombocytopenische purpura (ITP) en 1 systemische lupus erythematodes (SLE)), 4 (1,7%) moeders gebruikten trombocytopenie-inducerende medicatie tijdens de zwangerschap (anti-epileptica, antibiotica, diuretica, heparine), 6 (2,5%) moeders hadden een vorm van diabetes tijdens de zwangerschap (3 diabetes gravidarum, 3 diabetes mellitus) en 33 (13,9%) hadden een hypertensieve aandoening (pre-eclampsie/ hemolysis elevated liverenzymes and low plates (HELLP)/ pregnancy induced hypertension (PIH)/ pregnancy aggravated hypertension (PAH)). Zesenveertig (19,4%) neonaten waren prematuur, 28 (11,8%) waren dysmatuur, bij 25 (1,5%) was sprake van perinatale asfyxie (apgarscore na 5 minuten 7 of ph navelstrengarterie <7,5), 2 (8,4%) neonaten hadden tekenen van een perinatale infectie en/ of sepsis en bij 11 (4,6%) was sprake van foetale/ neonatale allo-immuuntrombocytopenie (FNAIT) (zie Tabel 3). Acht (3,4%) neonaten hadden een congenitale hartafwijking, 6 (2,5%) neonaten hadden een chromosoomafwijking (1 keer trisomie 13, 1 keer trisomie 18 en 4 keer trisomie 21), bij 4 (1,7%) neonaten was sprake van bloedgroepantagonisme, 2 (,8%) neonaten hadden een congenitale cytomegalovirus (CMV)-infectie, 1 (,4%) neonaat had een necrotiserende enterocolitis (NEC), 1 neonaat had een hernia diafragmatica en deze neonaat kreeg heparine vanwege extracorporale membraanoxygenatie (ECMO)-behandeling. Bij 12 (,6%) gevallen van neonatale trombocytopenie werd geen oorzaak gevonden. Er waren geen significante verschillen in de ernst van de trombocytopenie tussen premature en aterme neonaten (p=,841), tussen dysmature neonaten en neonaten met een normaal geboortegewicht (p=,517) en tussen asfyctische en niet-asfyctische neonaten (p=,693) (zie Tabel 4). 91 v o l. 1 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

5 Tabel 4. Verschillen in trombocytenaantallen tussen groepen neonaten. Groepen Neonaten (n) Mediane trombocyten-aantal (x 1 9 /l) (spreiding) p-waarde preterme (7-149),841 à terme (8-149) dysmatuur normaal geboortegewicht asfyxie geen asfyxie ,5 (63-148) 114 (7-149) 18 (17-148) 116 (7-149),517,693 Symptomen van bloedingen, zoals petechiën, hematomen, intracraniële bloedingen, orgaanbloedingen en persisterende wondbloeding werden gezien bij 15 (6,3%) van de 237 neonaten met een trombocytopenie. Van deze neonaten hadden er 4 een ernstige, 3 een matige en 8 een milde trombocytopenie (zie Tabel 5). Bij een neonaat ontstond neurologische schade als gevolg van een ICB. Het trombocytenaantal in navelstrengbloed van deze neonaat was x 1 9 /l en het laagste trombocytenaantal 64 x 1 9 /l. Zeven (3%) neonaten overleden tijdens de studieperiode: 1 neonaat was geboren met een hernia diafragmatica en stierf 11 dagen na de geboorte door respiratoire insufficiëntie, 1 stierf een dag na de geboorte door respiratoire insufficiëntie als gevolg van prematuriteit, 1 prematuur kind met het syndroom van Down overleed na 5 dagen onder het beeld van sepsis en longschade na een longbloeding, 1 neonaat stierf op de dag van geboorte met de diagnose trisomie 18, 1 neonaat met trisomie 13 overleed na een half jaar, 1 neonaat stierf op 3-jarige leeftijd aan een onbekende metabole aandoening en 1 neonaat stierf aan een gemetastaseerd sarcoom op 4-jarige leeftijd. Een moeder werd antenataal behandeld met IVIG tijdens de zwangerschap vanwege FNAIT tijdens een vorige zwangerschap. De neonaat had een trombocytenaantal van 52 x 1 9 /l bij de geboorte. Post partum werden neonaten met trombocytopenie die een bewezen infectie of sepsis hadden, behandeld met antibiotica. Twee neonaten met FNAIT als oorzakelijke factor van de trombocyto- Tabel 5. Gevolgen van neonatale trombocytopenie. Symptomen van bloeding petechiën hematomen orgaan bloeding (longen) intracraniële hemorragie Neonaten (n) Trombocytenaantal x 1 9 /l in navelstrengbloed Mogelijke oorzaak van trombocytopenie - FNAIT - FNAIT - FNAIT - prematuriteit, CMV - onbekend - prematuriteit, ITP moeder - prematuriteit, asfyxie, DIC - prematuriteit, asfyxie - prematuriteit - congenitale hartafwijking prematuriteit, syndroom van Down, infectie prematuriteit, infectie, DIC - prematuriteit, asfyxie, infectie, hypertensie moeder, congenitale hartafwijking kind - prematuriteit, asfyxie, NEC, infectie bloeding schedelwond onbekende oorzaak FNAIT=foetale/neonatale allo-immuuntrombocytopenie, CMV=cytomegalovirus, ITP=idiopatische trombocytopenische purpura, DIC=gedissemineerde intravasculaire coagulopathie, NEC=necrotiserende enterocolitis. t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 1 nr

6 trombocytenaantal x1 9 /l A A trombocytenaantal x1 9 /l 2 1 T1 trombocytenaantal x1 9 9 /l /l B trombocytenaantal x1 x1 9 9 /l /l B x x 1 x x xx x x x x x x x x x x Start x T2IVIG x trombocytenaantal x1 9 /l Figuur 3 1. Het beloop van het trombocytenaantal van de 2 neonaten die behandeld zijn met intraveneuze immuunglobulines 2 1 (IVIG). penie kregen IVIG dagen na na de geboorte: 1 neonaat (zie Figuur 1, ) op dag 3 gedurende 3 dagen, waarna het trombocytenaantal herstelde op dag 5, de ander (zie Figuur 1, ) op dag 1 gedurende 4 dagen, waarna het trombocytenaantal herstelde op dag 8. Vier neonaten kregen trombocytentransfusies vanwege een laag trombocytenaantal (zie Figuur 2). Het trombocytenaantal van 2 van deze neonaten steeg niet boven 1 x 1 9 /l tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Een van deze neonaten (zie Figuur 2, T1) was geboren met een hernia diafragmatica en overleed op dag 11 door respiratoire insufficiëntie, en 1 premature neonaat (zie Figuur 2, T3) met het syndroom van Down overleed op dag 5 aan een sepsis en longschade na een longbloeding. Het trombocytenaantal van de andere 2 neonaten (zie Figuur 1, T2 en T4) was genormaliseerd op dag 19 en op dag 1. Zij kregen beiden meerdere trombocytentransfusies. Discussie In deze studie werden onderliggende maternale en/ of neonatale aandoeningen die geassocieerd zijn met neonatale trombocytopenie gevonden bij 49,4% van 237 neonaten. De meest voorkomende maternale aandoeningen waren hypertensieve aandoeningen, auto-immuunaandoeningen en diabetes. De meest voorkomende neonatale aandoeningen waren prematuriteit, dysmaturiteit, asfyxie en perinatale in- trombocytenaantal x1 x1 9 /l 9 /l C trombocytenaantal x1 9 /l 9 /l D trombocytenaantal x1 9 /l * 1 T3 * * Start * Start IVIG IVIG ** * * * * * dagen na na geboorte Start T4IVIG dagen dagen na na geboorte geboorte 3 Figuur 2 2. Het beloop van het trombocytenaantal van de 4 neonaten 2 die behandeld zijn met trombocytentransfusies. 1 fectie/sepsis. Bloedingssymptomen werden gezien bij 15 (6,3%) van de 237 neonaten met trombocytopenie. Een moeder kreeg IVIG tijdens de zwangerschap vanwege FNAIT. Zes (2,5%) van de 237 neonaten werden behandeld voor hun lage trombocytenaantal. Deze data komen overeen met wat er gevonden is in enkele andere studies. Er zijn slechts weinig studies bekend waarin de oorzaken van neonatale trombocytopenie worden beschreven, en meestal beschrijven deze alleen de meest voorkomende oorzaak van trombocytopenie. 8,11,14-16 In de hier beschreven studie werden alle mogelijke oorzaken van neonatale trombocytopenie onderzocht en bleek dat meestal * 93 v o l. 1 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

7 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Veel neonaten ontwikkelen trombocytopenie ten gevolge van meerdere oorzaken. De meest voorkomende zijn prematuriteit, maternale hypertensieve aandoeningen, dysmaturiteit, asfyxie en perinatale infectie/sepsis. 2. Intracraniële bloedingen komen voor bij 1,3% van de neonaten met een trombocytopenie. 3. Foetale/neonatale allo-immuuntrombocytopenie als oorzaak van neonatale trombocytopenie leidt niet altijd tot een ernstige trombocytopenie, maar kan ook tot een matige of milde trombocytopenie leiden. 4. Het risico op een bloeding hoeft niet gerelateerd te zijn aan de ernst van de trombocytopenie in navelstrengbloed. meerdere oorzaken voor trombocytopenie aanwezig zijn bij een pasgeborene. Een recente studie van Castro et al. toonde aan dat een allo-immuunoorzaak van neonatale trombocytopenie niet alleen voorkomt in geval van een ernstige trombocytopenie, waar men voorheen vanuit ging, maar ook bij milde trombocytopenie. 15 Dit werd bevestigd door onze studie: 2 van de 11 neonaten met FNAIT als oorzaak van de trombocytopenie hadden een matige trombocytopenie en 5 van de 11 neonaten met FNAIT hadden een milde trombocytopenie. De prevalentie van FNAIT in deze studie (4,6%) kan een onderschatting zijn, omdat de diagnose alleen gesteld werd in geval van zowel human platelet antigen (HPA)-incompatibiliteit tussen de ouders (of moeder en kind), als de aanwezigheid van HPA-antistoffen, en van lang niet alle pasgeborenen met een trombocytopenie was maternaal bloed voorhanden om HPA-antistoffen te bepalen. Bij neonaten met een ernstige trombocytopenie kon de complete diagnostiek naar FNAIT verricht worden. Bij de neonaten met milde of matige trombocytopenie was dit echter slechts in enkele gevallen mogelijk. Omdat het aantal gevallen zonder duidelijk oorzaak van neonatale trombocytopenie in deze studie hoog is, 12 (,6%) van de 237 neonaten, is een logische volgende stap het benaderen van de ouders van de 237 neonaten voor HPA-typering, om te onderzoeken of er een maternale-foetale mismatch is voor de HPA-allelen 1-5 en 15, en zodoende een eventuele onderliggende allo-immuunoorzaak van trombocytopenie op te sporen. De ernst van de trombocytopenie in navelstrengbloed was niet gerelateerd aan het risico op een bloeding: 4 neonaten met symptomen van bloeding hadden ernstige trombocytopenie, 3 een matige trombocytopenie en 8 een milde trombocytopenie. In de literatuur is geen eenduidige informatie te vinden over de relatie tussen de ernst van trombocytopenie en het risico op bloedingen. 9,16-19 Follow-up van het trombocytenaantal is bij alle neonaten met een laag trombocytenaantal in navelstrengbloed nodig. Conclusie In deze studie werd aangetoond dat de oorzaken en gevolgen van neonatale trombocytopenie in het zuidoosten van Nederland gelijk zijn aan die beschreven in andere delen van Europa en Noord-Amerika. De meeste studies beschrijven alleen de meest voorkomende oorzaak van trombocytopenie bij een neonaat. In werkelijkheid ontwikkelen veel neonaten trombocytopenie als gevolg van meerdere oorzaken, zoals ook uit de hier beschreven studie blijkt. De gebruikte diagnostische en behandelingsstrategieën zijn desondanks ook toepasbaar in Nederland. Op grond van het ontbreken van een duidelijke oorzaak van neonatale trombocytopenie bij een groot deel van casussen in dit onderzoek en het ontbreken van de relatie tussen bloedingssymptomen en een zeer laag trombocytenaantal, is de vraag naar de zin van prenataal screenen op neonatale trombocytopenie nog niet beantwoord. t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e v o l. 1 nr

8 Referenties 1. Kaplan RN, Bussel JB. Differential diagnosis and management of thrombocytopenia in childhood. Pediatr Clin North Am 24;51:119-4, xi. 2. Roberts I, Murray NA. Neonatal thrombocytopenia: causes and management. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed 23;88:F Roberts IA, Murray NA. Management of thrombocytopenia in neonates. Br J Haematol 1999;15: Roberts IA, Murray NA. Thrombocytopenia in the newborn. Curr Opin Pediatr 23;15: Chakravorty S, Murray N, Roberts I. Neonatal thrombocytopenia. Early Hum Dev 25;81: Fernandes CJ. Neonatal thrombocytopenia. 27. UpTo- Date. Te raadplegen op (bekeken op 5 november 27). 7. Serrarens-Janssen VM, Semmekrot BA, Novotný VM, Porcelijn L, Lotering FK, Delemarre FM, et al. Fetal/neonatal allo-immune thrombocytopenia (FNAIT): past, present and future. Obstet Gynecol Surv 28;63: Hohlfeld P, Forestier F, Kaplan C, Tissot JD, Daffos F. Fetal thrombocytopenia: a retrospective survey of 5,194 fetal blood samplings. Blood 1994;84: Roberts IA, Murray NA. Neonatal thrombocytopenia: new insights into pathogenesis and implications for clinical management. Curr Opin Pediatr 21;13: Udom-Rice I, Bussel JB. Fetal and neonatal thrombocytopenia. Blood Rev 1995;9: Sainio S, Jarvenpaa AL, Renlund M, Riikonen S, Teramo K, Kekomaki R. Thrombocytopenia in term infants: a population-based study. Obstet Gynecol 2;95: Burrows RF, Kelton JG. Fetal thrombocytopenia and its relation to maternal thrombocytopenia. N Engl J Med 1993;329: George D, Bussel JB. Neonatal Thrombocytopenia. Semin Thromb Hemost 1995;21: Burrows RF, Kelton JG. Thrombocytopenia at delivery: A prospective survey of 6715 deliveries. Am J Obstet Gynecol 199;162: Castro V, Kroll H, Origa AF, Falconi MA, Marques SB, Marba ST, et al. A prospective study on the prevalence and risk factors for neonatal thrombocytopenia and platelet alloimmunization among 9332 unselected Brazilian newborns. Transfusion 27;47: Christensen RD, Henry E, Wiedmeider SE, Stoddard RA, Sola-Visner MC, Lambert DK, et al. Thrombocytopenia among extremely low birth weight neonates: data from a multihospital healthcare system. J Perinatol 26;26: Andrew M, Castle V, Saigal S, Carter C, Kelton JG. Clinical impact of neonatal thrombocytopenia. J Pediatr 1987;11: Bonifacio L, Petrova A, Nanjundaswamy S, Mehta R. Thrombocytopenia related neonatal outcome in preterms. Indian J Pediatr 27;74: Lupton BA, Hill A, Whitfield MF, Carter CJ, Wadsworth LD, Roland EH. Reduced platelet count as a risk factor for intraventricular hemorrhage. Am J Dis Child 1988;142: Ontvangen 9 juli 28, geaccepteerd 1 oktober 28. Correspondentieadres Mw. drs. M.J.P.M. Klaassen, basisarts Vogellaan GS Nieuw Bergen dres: miekeklaassen@web.nl Mw. dr. V.M.J. Novotný, internist-hematoloog Universitair Medisch Centrum St Radboud Afdeling Bloedtransfusie en Transplantatie Immunologie (469) Postbus HB Nijmegen Mw. drs. V.M.L. Serrarens-Janssen, gynaecoloog Elkerliek ziekenhuis Afdeling Gynaecologie en Verloskunde Wesselmanlaan HA Helmond Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 95 v o l. 1 nr t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e

HIP-studie Eerste resultaten

HIP-studie Eerste resultaten HIP-studie Eerste resultaten Dian Winkelhorst, MD Department of Experimental Immunohematology, Sanquin Division Fetal Therapy, department of Obstetrics, LUMC 26 September 2018 1 Foetale en Neonatale Alloimmuun

Nadere informatie

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland. Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Een neonatale casus. Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016

Een neonatale casus. Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016 Een neonatale casus Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016 Casus Zwangere 36j Jeuk ++ Geïnduceerde, vaginale bevalling Geboorte baby V. op 36 weken en 2 dagen Hydronefrose re > li GG 3,205

Nadere informatie

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten

Nadere informatie

Trombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling. Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht

Trombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling. Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht Trombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht Zwangerschapgerelateerde trombocytopenie 3 e trimester

Nadere informatie

Probably not important

Probably not important Probably not important Definitie counseling Laagdrempelige vorm van (emotionele) hulpverlening Letterlijk: raadgeven Het doel van counseling is het helpen van mensen bij: Het oplossen of hanteren van problemen

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de

Nadere informatie

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap

Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Plasma volume expansie in ernstige hypertensieve aandoeningen van de zwangerschap Samenvatting Dit proefschrift beschrijft het effect van plasma volume expansie in de behandeling van ernstige

Nadere informatie

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:

Nadere informatie

Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks

Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks David van der Ham namens de PPROMEXIL projectgroep ISRCTN 29313500 ZonMW projectnummer:

Nadere informatie

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie.

Kinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie. Neonatale invasieve candida infectie Wat is een neonatale invasieve candida infectie? Een neonatale invasieve candida infectie is een infectie bij pasgeboren baby (vaak een baby die te vroeg geboren is)

Nadere informatie

CRF na Randomisatie. Algemene gegevens kind (General data newborn):

CRF na Randomisatie. Algemene gegevens kind (General data newborn): CRF na Randomisatie Algemene gegevens kind (General data newborn): Schedelomtrek (Head circumference) Apgar score 1min. Apgar score 5 min. Eenling of meerling zwangerschap (Singleton / multiple pregnancy)

Nadere informatie

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris

Nadere informatie

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden

Nadere informatie

Aangeboren hartafwijkingen, een prenatale diagnose. Lieke Rozendaal Kindercardioloog LUMC 20-01-2015

Aangeboren hartafwijkingen, een prenatale diagnose. Lieke Rozendaal Kindercardioloog LUMC 20-01-2015 Aangeboren hartafwijkingen, een prenatale diagnose Lieke Rozendaal Kindercardioloog LUMC 20-01-2015 20 januari 2015 Aangeboren hartafwijkingen (AHA) Zeldzaam: 6-8 op 1000 pasgeborenen Complexe hartafwijkingen:

Nadere informatie

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst 24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam

Nadere informatie

Vraag het aan uw zorgverlener

Vraag het aan uw zorgverlener Een eenvoudig, veilig bloedonderzoek dat zeer gevoelige resultaten geeft Een geavanceerde niet-invasieve test voor de bepaling van foetale trisomie en evaluatie van het Y-chromosoom Vraag het aan uw zorgverlener

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Ketenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam

Ketenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam Ketenprotocol Kraamconsulten kinderartsen Auteurs: E.D. Stam Datum: 19 januari 2017 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering

Nadere informatie

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies

Nadere informatie

Foto: v.l.n.r. dr. Anke Thaens, dr. Tinne Mesens en dr. Caroline Van Holsbeke. 6 Ziekenhuis Oost-Limburg ZOLarium 2018 nr. 68

Foto: v.l.n.r. dr. Anke Thaens, dr. Tinne Mesens en dr. Caroline Van Holsbeke. 6 Ziekenhuis Oost-Limburg ZOLarium 2018 nr. 68 Dr. Caroline Van Holsbeke, gynaecoloog: Als je beslist om een baby te vroeg op de wereld te zetten, moet je dit in de best mogelijke omstandigheden laten gebeuren. Foto: v.l.n.r. dr. Anke Thaens, dr. Tinne

Nadere informatie

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 1. Prenatale diagnostiek en behandeling met DXM Indicatie: Echtparen, die beiden drager zijn van een mutatie van de klassieke vorm van AGS. Als een van

Nadere informatie

Less- Tight versus Tight Control of Hypertension in Pregnancy (CHIPS) The New England Journal of Medicine 2015:372(5): 407-17 L.

Less- Tight versus Tight Control of Hypertension in Pregnancy (CHIPS) The New England Journal of Medicine 2015:372(5): 407-17 L. LessTight versus Tight Control of Hypertension in Pregnancy (CHIPS) The New England Journal of Medicine 2015:372(5): 40717 L. Magee et al Door Hedwig van de Nieuwenhof, Marjolijn de Vries en Ralph Scholten

Nadere informatie

Antistoffen tegen bloedplaatjes. Foetale en Neonatale Alloimmuun Trombocytopenie

Antistoffen tegen bloedplaatjes. Foetale en Neonatale Alloimmuun Trombocytopenie Antistoffen tegen bloedplaatjes Foetale en Neonatale Alloimmuun Trombocytopenie Pathogenese & Incidentie Differentiaal diagnose Trombocytopenie bij pasgeborene Destructie Immuun trombocytopenie Autoimmuun

Nadere informatie

VSV Preventie groep B streptokokken ziekte neonaat september 2011

VSV Preventie groep B streptokokken ziekte neonaat september 2011 VSV Preventie groep B streptokokken ziekte neonaat september 2011 1.0 EPIDEMIOLOGIE In Nederland is circa 20% van alle zwangeren draagster van GBS. Naar schatting zal gemiddeld 50% van alle kinderen, van

Nadere informatie

Stop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap.

Stop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap. Stop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleiders:

Nadere informatie

Feto en neonatale alloimmuun thrombocytopenie

Feto en neonatale alloimmuun thrombocytopenie Feto en neonatale alloimmuun thrombocytopenie tijdige opsporing Komt het al? Marije Kamphuis 10-4-2013 Symposium Sanquin zwangerschaps-immunisatie Stand van zaken Ernstige handicap door Rhesus ziekte vrijwel

Nadere informatie

kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 42 weken. kind geboren na een zwangerschapsduur langer dan 42 complete weken.

kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 42 weken. kind geboren na een zwangerschapsduur langer dan 42 complete weken. 45 Neonatologie.1 Definities Aterme neonaat (AT) voldragen (aterme geboren) pasgeborene. kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 4 weken. Dysmature neonaat/dysmatuur onderontwikkelde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Opzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli

Opzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Een kwart van de aterme perinatale sterfte betreft SGA (

Nadere informatie

VSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme

VSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme VSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteur Verloskunde, kraamzorg, kindergeneeskunde Alle leden aangesloten bij

Nadere informatie

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren Geboorte.. De mens Een minuutje geduld Vroeg- of Laattijdig afnavelen Dr. David Van Laere Neonatoloog UZ Antwerpen. andere zoogdieren Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? Zoek de verschillen?

Nadere informatie

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body

Nadere informatie

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind Obstetrie Extreme vroeggeboorte van uw kind Inhoudsopgave 1. Vroege geboorte...4 2. Perinatologisch Centrum...5 Overplaatsing...5 3. Levenskansen en kwaliteit van leven...6 Risico s...7 4. Gesprek over

Nadere informatie

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21710 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Buurma, Aletta Title: On the pathology of preeclampsia : genetic variants, complement

Nadere informatie

Beleidsadvies onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie

Beleidsadvies onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Beleidsadvies onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Inleiding Bij de voorlichting aan het begin van de zwangerschap, dient de zwangere vrouw die informatie

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Een hypotone pasgeborene. Drs. J.E. Deelen, Dr. S. Peeters, Prof. Dr. Y. Vandenplas, Drs. E.A. Smit-Kleinlugtenbeld

Een hypotone pasgeborene. Drs. J.E. Deelen, Dr. S. Peeters, Prof. Dr. Y. Vandenplas, Drs. E.A. Smit-Kleinlugtenbeld Een hypotone pasgeborene Drs. J.E. Deelen, Dr. S. Peeters, Prof. Dr. Y. Vandenplas, Drs. E.A. Smit-Kleinlugtenbeld Moeder 2 G3P2 Bloedgroep A positief Serologie negatief GBS positief Moeder Graviditeit

Nadere informatie

Ketenprotocol. Minder leven. Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt

Ketenprotocol. Minder leven. Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt Ketenprotocol Auteurs: E. Davelaar & S. van der Lugt Datum: September 2015 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering van

Nadere informatie

Risicoberekening voor TRISOMIE 21 in het eerste trimester

Risicoberekening voor TRISOMIE 21 in het eerste trimester Risico op trisomie 21 Centrum Menselijke Erfelijkheid Risicoberekening voor TRISOMIE 21 in het eerste trimester Hoewel de meeste baby s gezond zijn, heeft elke baby een kleine kans op een lichamelijke

Nadere informatie

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Preventie van groep B-streptokokken infectie Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep

Nadere informatie

Foetale / Neonatale Alloimmuun Trombocytopenie Actieve en tijdige opsporing?

Foetale / Neonatale Alloimmuun Trombocytopenie Actieve en tijdige opsporing? Foetale / Neonatale Alloimmuun Trombocytopenie Actieve en tijdige opsporing? Dian Winkelhorst, arts-onderzoeker Sanquin afdeling Experimentele Immunohematologie LUMC afdeling Obstetrie / Foetale Therapie

Nadere informatie

Samenvatting Chapter 15

Samenvatting Chapter 15 Samenvattting Samenvatting Chapter 15 Er zijn 2 soorten tweelingen: een-eiig en twee-eiig. Twee-eiige tweelingen komen vaker voor dan een-eiige tweelingen (65% versus 35%). Alle tweeeiige tweelingen hebben

Nadere informatie

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met

Nadere informatie

Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling

Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling Beste collega, Hierbij treft u het registratieformulier aan voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling van uw patiënte.

Nadere informatie

Inleiden bij 41 of 42 weken?

Inleiden bij 41 of 42 weken? INDuction versus EXpectant management INDEX Inleiden bij 41 of 42 weken? Een overzicht van de evidence Judit Keulen MSc Esteriek de Miranda PhD Doel & vraagstelling INDEX Heranalyse van perinatale en maternale

Nadere informatie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en

Nadere informatie

SSRI s bij moeder: richtlijn versus prak:jk

SSRI s bij moeder: richtlijn versus prak:jk SSRI s bij moeder: richtlijn versus prak:jk J.E. Wakker- Deelen, A.C. de Mol Albert Schweitzer Ziekenhuis Dordrecht Opbouw Achtergrond Richtlijn NVK Onderdeel 1: Enquête onder alle afdelingen neonatologie/kindergeneeskunde

Nadere informatie

Immunologische transitie van de neonaat.

Immunologische transitie van de neonaat. Immunologische transitie van de neonaat www.huidziekten.nl D.H. Visser, 28 januari 2015 Wereldwijd sterven 3000 neonaten per dag als gevolg van een infectie Lawn JE et al. Lancet 2005 30-50% van de prematuren

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Medicalisering van de partus:

Medicalisering van de partus: Medicalisering van de partus: Gevolgen voor de borstvoeding Rob Hardeman Klinisch verloskundige Ziekenhuis Rivierenland Tiel "Borstvoeding loont" 7-10-2008 Medicaliseren van de partus Actief ingrijpen

Nadere informatie

Voorwoord 13. Hoofdstuk 1 Fysiologisch en anatomisch rappel 15

Voorwoord 13. Hoofdstuk 1 Fysiologisch en anatomisch rappel 15 Inhoudstafel Voorwoord 13 Hoofdstuk 1 Fysiologisch en anatomisch rappel 15 1.1 Menstruele cyclus 15 1.1.1 Ovulatie 15 1.1.2 Menstruele cyclus ter hoogte van het endometrium 17 1.2 Gametogenese 18 1.3 De

Nadere informatie

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke

Nadere informatie

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P. Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene. Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree

Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene. Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree Klinisch beloop Foetale anemie Intrauteriene transfusie (IUT) Klinisch beloop

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

Idiopathische trombocytopenische purpura en zwangerschap

Idiopathische trombocytopenische purpura en zwangerschap Idiopathische trombocytopenische purpura en zwangerschap Auteurs Trefwoorden A. Brand, G.C.M.L. Christiaens en H.H.H. Kanhai idiopathische trombocytopenische purpura, graviditeit, trombocytopenie. Samenvatting

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken

Nadere informatie

Diabetes mellitus, zwangerschap en origine Maakthetwatuit? Harold W de Valk, internist-endocrinoloog Universitair Medisch Centrum Utrecht

Diabetes mellitus, zwangerschap en origine Maakthetwatuit? Harold W de Valk, internist-endocrinoloog Universitair Medisch Centrum Utrecht Diabetes mellitus, zwangerschap en origine Maakthetwatuit? Harold W de Valk, internist-endocrinoloog Universitair Medisch Centrum Utrecht Onderwerpen Bij welke soorten diabetes speelt origine een rol?

Nadere informatie

Beleidsadvies Onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie

Beleidsadvies Onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Prenatale screening Downsyndroom en SEO Beleidsadvies Onverwachte bevindingen bij het SEO opgesteld door de Werkgroep Foetale Echoscopie Inleiding Bij de voorlichting aan het begin van de zwangerschap,

Nadere informatie

Beleid bij Hemofiliedraagsters in de zwangerschap.

Beleid bij Hemofiliedraagsters in de zwangerschap. Beleid bij Hemofiliedraagsters in de zwangerschap. Kennisdomein Hemofilie is een erfelijke aandoening van het stollingssysteem waarbij factor VIII (Hemofilie A) of factor IX (hemofilie B) mist of verlaagd

Nadere informatie

K-immunisatie en zwangerschap

K-immunisatie en zwangerschap K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC

Nadere informatie

TROMBOCYTOPENIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0

TROMBOCYTOPENIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0 TROMBOCYTOPENIE EN ZWANGERSCHAP Versie 1.0 Datum Goedkeuring 28-03-2007 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Omschrijving van het probleem Trombocytopenie bij de zwangerschap

Nadere informatie

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 00 Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie 1 Inleiding Deze keuzehulp is bedoeld voor vrouwen die zwanger zijn en in een eerdere

Nadere informatie

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013 Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.

Nadere informatie

Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze

Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze Trombocytentransfusies bij kinderen 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze Inhoud Trombocytopenie en bloeden Trombocytentransfusietriggers Verschillende trombocytenconcentraten

Nadere informatie

Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar

Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar Onderzoeken Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar Auteurs dr. M.J.K. de Kleine, kinderarts-neonatoloog, dr. A.L. den Ouden*,

Nadere informatie

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene?

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? 6e Nationale Reanimatie Congres Frank van den Dungen Kinderarts-neonatoloog Afd. IC Neonatologie VU medisch centrum NVK werkgroep Reanimatie Pasgeborenen INHOUD

Nadere informatie

Mortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht

Mortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht Onderzoek Mortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht Annemieke C.C. Evers, Jeanette van Leeuwen, Anneke Kwee, Hens A.A. Brouwers, Corine Koopman-Esseboom,

Nadere informatie

} Omvang/aard van het probleem } Wat verandert er in de glucose huishouding } Voorbereiding en behandeling } Na de bevalling. } Insuline resistentie

} Omvang/aard van het probleem } Wat verandert er in de glucose huishouding } Voorbereiding en behandeling } Na de bevalling. } Insuline resistentie Zwangerschapswens Wanneer doorverwijzen Beleid na een zwangerschapsdiabetes } Omvang/aard van het probleem } Wat verandert er in de glucose huishouding } Voorbereiding en behandeling } Na de bevalling

Nadere informatie

Voorbeeld Perinatale Audit 1

Voorbeeld Perinatale Audit 1 Voorbeeld Perinatale Audit 1 Doel Doel van de audits is om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren door reflectie op het eigen handelen. Het uiteindelijke doel is een daling van de perinatale sterfte.

Nadere informatie

Pre-eclampsie en HELLP syndroom (zwangerschapsvergiftiging)

Pre-eclampsie en HELLP syndroom (zwangerschapsvergiftiging) Pre-eclampsie en HELLP syndroom (zwangerschapsvergiftiging) Zwangerschapsvergiftiging een serieuze zaak Pre-eclampsie en HELLP syndroom Inleiding 3 Ernstige vormen van zwangerschaps hoge bloeddruk; complicaties

Nadere informatie

Indicatie-stelling voor overleg en/of overdracht tussen de eerste lijns obstetrie en de tweede lijns obstetrie.

Indicatie-stelling voor overleg en/of overdracht tussen de eerste lijns obstetrie en de tweede lijns obstetrie. Doel Indicatie-stelling voor overleg en/of overdracht tussen de eerste lijns obstetrie en de tweede lijns obstetrie. Versie 2 Geaccordeerd 31 maart 2016 Verantwoordelijkheden Eerste lijns verloskundige:

Nadere informatie

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0 Ketenprotocol Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits 1 Inleiding Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35176 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Lindenburg, Irene Title: Intrauterine blood transfusion : indications, risks, quality

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor

Nadere informatie

Richtlijn Early-onset Infectie, Neonatale, Preventie van

Richtlijn Early-onset Infectie, Neonatale, Preventie van : Pagina 1 van 8 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Algemene aandachtspunten... 1 Epidemiologische gegevens... 1 Werkwijze... 2 ANAMNESE & LICHAMELIJK ONDERZOEK... 2 KIND... 2 Aanvullende diagnostiek... 4

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over screening op vasa praevia (2013Z01807).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over screening op vasa praevia (2013Z01807). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Transmuraal protocol GBS en zwangerschap

Transmuraal protocol GBS en zwangerschap Transmuraal protocol GBS en zwangerschap 1. Inleiding De groep-b-streptococ (GBS), ook wel Streptococcus agalactiae genoemd, behoort met onder andere de groep-a-streptococcen tot de pyogene streptococcen.

Nadere informatie

GyPsy screening. Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek

GyPsy screening. Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek GyPsy screening Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek Chantal Quispel Promovenda Verloskunde & Gynaecologie en Psychiatrie Conferentie Kennispoort

Nadere informatie

Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk.

Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk. Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk. Amerik de Mol Kinderarts-neonatoloog Albert Schweitzer ziekenhuis 1 e Symposium Regionale Neonatologie Inhoud Cochrane review Eén review, één richtlijn?

Nadere informatie

VSV-Samen protocol GBS, Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties.

VSV-Samen protocol GBS, Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties. VSV-Samen protocol GBS, Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties. Documentgebied Groep(en) Autorisatie Beoordelaar(s) Documentbeheerder(s) Auteurs Datum publicatie 15-04-2019 Openbaar

Nadere informatie

MRSA in de verloskunde Dépistage MRSA en gynécologie Sara Pinxten

MRSA in de verloskunde Dépistage MRSA en gynécologie Sara Pinxten MRSA in de verloskunde Dépistage MRSA en gynécologie Sara Pinxten Verpleegkundig ziekenhuishygiëniste AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV Probleemstelling uit de praktijk Sedert januari 2010 gebeurt in AZ Sint-Jan

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Samenvatting 149 Dit proefschrift richt zich op symptomen van neonatale adaptatie (NA) na blootstelling aan selectieve antidepressiva (SA) in utero. Deze symptomen zijn meestal

Nadere informatie

De Multidisciplinaire Richtlijn SSRI s tijdens zwangerschap, kraambed en lactatie. Tom Schneider, gynaecoloog Mede namens de Richtlijncommissie

De Multidisciplinaire Richtlijn SSRI s tijdens zwangerschap, kraambed en lactatie. Tom Schneider, gynaecoloog Mede namens de Richtlijncommissie De Multidisciplinaire Richtlijn SSRI s tijdens zwangerschap, kraambed en lactatie Tom Schneider, gynaecoloog Mede namens de Richtlijncommissie Waarom een richtlijn Prevalentie depressie 20%, angststoornissen

Nadere informatie

LIST OF ABBREVIATIONS

LIST OF ABBREVIATIONS list of abbreviations LIST OF ABBREVIATIONS B19V CMV CS DIC FBS FcR FNAIT GA GBS GP Hb HIV HPA IRB ICH IgG IVIG ITP IUGR IUPT IUT LUMC MCA-PSV NOICH PCR PLC RCT RhD SLE TAR congenital human parvovirus

Nadere informatie

Update NIPT sinds 1 april 2017

Update NIPT sinds 1 april 2017 Update NIPT sinds 1 april 2017 Katelijne Bouman klinisch geneticus UMCG, Isala en MCL Met dank aan Dr. Lidewij Henneman VUMC en N. Corsten Janssen, UMCG prenatale screening Geen invasieve Dx Normaal Afwijkend

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

PROTOCOL DREIGENDE PARTUS

PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PROTOCOL DREIGENDE PARTUS PREMATURUS Definitie We spreken van een dreigende partus prematurus wanneer er sprake is van gebroken vliezen en/of contracties bij een amenorroeduur tussen de 24 en 36+6 weken.

Nadere informatie

Kennispoort conferentie 2016

Kennispoort conferentie 2016 Kennispoort conferentie 206 Het effect van de geplande plaats van bevalling op obstetrische interventies en maternale uitkomsten bij laagrisico vrouwen Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Minder neonatale morbiditeit na electieve sectio caesarea vanaf een amenorroeduur van 39 weken

Minder neonatale morbiditeit na electieve sectio caesarea vanaf een amenorroeduur van 39 weken Onderzoek Minder neonatale morbiditeit na electieve sectio caesarea vanaf een amenorroeduur van 39 weken Helen L. Tanger, Anemone van den Berg, Antoinette C. Bolte en Ruurd M. van Elburg Gerelateerd artikel:

Nadere informatie

Obstetrische nefrologie

Obstetrische nefrologie ASN Review 2014 Obstetrische nefrologie Dr. A. van Tellingen Zaans Medisch Centrum Dr. A. van Tellingen Internist-nefroloog Disclosure potential conflicts of interest Research contracts: Geen Consulting:

Nadere informatie

Zorgpaden Indeling. Low risk A

Zorgpaden Indeling. Low risk A Zorgpaden Indeling Low risk A Zorg door 1 e lijnsverloskundige Kennismakings-, voorlichtingsconsult in het ziekenhuis indien gewenst Plaats partus te bepalen door zwangere Gezonde nullipara Gezonde zwangere

Nadere informatie

Regionaal Protocol Preventie van perinatale GBS ziekte bij à terme zwangerschap

Regionaal Protocol Preventie van perinatale GBS ziekte bij à terme zwangerschap Regionaal Protocol Preventie van perinatale GBS ziekte bij à terme zwangerschap Achtergrond Streptococcus agalactiae, ook wel groep-b-streptococcus (GBS) genoemd, is een groep bacteriën die vaak in het

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

Groep-B-streptokokken (GBS) en zwangerschap

Groep-B-streptokokken (GBS) en zwangerschap Groep-B-streptokokken (GBS) en zwangerschap 1 Groep-B-streptokokken (GBS) en zwangerschap De groep B streptokok is een bacterie die bij veel zwangere vrouwen in de vagina aanwezig is. Dat kan meestal geen

Nadere informatie