vwo AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw ANTWOORDENBOEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "vwo AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw ANTWOORDENBOEK"

Transcriptie

1 1 vwo Wereldwijs is zo opgezet dat je precies leert wat je moet leren, ongeacht de manier waarop. Veel vanuit het boek of juist veel online, klassikaal of zelfstandig, de heldere structuur houdt het altijd overzichtelijk. Met het multimedia pakket (epack) kunnen de leerstof en lessen verlevendigd en uitgediept worden. Waar dat uitkomt. Online oefeningen en Studiehulp maken zelfstandig leren leuk en makkelijk. En met de Presentator kan audiovisueel materiaal in elke les ingepast worden via een digitaal schoolbord of beamer. AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw ANTWOORDENBOEK Wereldwijs helpt je te verklaren wat je om je heen ziet. Geografische verschillen in de wereld worden uitgelegd aan de hand van concrete voorbeelden in landen en gebieden. Door er over te lezen, opdrachten te maken en vooral door te kijken. Foto s, animaties en simulaties laten aardrijkskunde echt tot leven komen. En een plek veroveren in je eigen wereld. ISBN o w v 1 NDE A _OM_AB.indd 1 SKUo uw K J I R ARD derb e on d r OEK o B o N v E ORD O W T AN :47:59

2 1 De wereld ontdekken met de atlas De atlas is het belangrijkste hulpmiddel bij aardrijkskunde. Het is een boek met kaarten van landen, gebieden en allerlei aardrijkskundige onderwerpen. Je gaat in dit hoofdstuk met de atlas leren werken. Je reist door Nederland langs een toeristische route. Europa ontdek je door een natuurramp die ook ons land bedreigt. De wereld zie je van bovenaf met een vliegtuig. En vanuit het heelal krijg je een compleet overzicht. Planner Oriëntatie Te doen Datum klaar Score oefentoets Score toets 1 Hoe vind je de weg in de atlas? e Computerles oriëntatie Kern 2 Wat moet je van kaarten weten? 3 Hoe kun je met kaarten overstromingen bestrijden? 4 Hoe verdeel je de wereld in stukken? 5 Hoe zie je de aarde vanuit het heelal? Vaardigheden: Hulpmiddelen van de atlas Vaardigheden: Uit het hoofd leren Vaardigheden: Hoofd- en bijzaken Vaardigheden: Inzoomen en uitzoomen Basistopografie Nederland Basistopografie Europa Basistopografie wereld Onderzoek 6 Waar plaatsen jullie een attractiepark? e Computerles onderzoek e Computerles onderzoek Afsluiting Samenvatting en begrippen e Oefentoets hoofdstuk 1 Eindtoets hoofdstuk 1 4

3 oriëntatie Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas 1 Hoe vind je de weg in de atlas? Intro-opdracht Aardrijkskunde is de wereld bekijken en begrijpen, van dichtbij en veraf. De wereld verandert voortdurend onder invloed van natuur en mens. Wereldproblemen, zoals overstromingen, klimaatveranderingen, bevolkingsgroei of verwoestijning vragen om een aardrijkskundig antwoord. a G Met Wereldwijs ga je prachtige regio s op aarde onderzoeken. Bekijk met je buurleerling het handboek. Vertel de docent welke twee regio s je het interessantst vindt. Motiveer jullie antwoord. b c G Bedenk vier aardrijkskundige vragen, zoals: Waarom beeft de aarde? Kijk of je in het handboek een bijpassende paragraaf kunt vinden. Formuleer een voorlopig antwoord. De docent verzamelt de beste vragen! G Waarom vinden jullie een atlas onmisbaar bij aardrijkskunde? Bijv. het is het belangrijkste hulpmiddel bij aardrijkskunde; een onschatbare bron van informatie over de werkelijkheid. De geografische vragen Aardrijkskunde of geografie beschrijft en verklaart de invloed van natuur en mens op de aarde. Je ontdekt de wereld door geografische vragen te stellen: Wat zie je? Waar is dat? Waarom is dat daar? 1 a G Werk samen met je buurleerling. Bekijk bron 1 in je handboek. De docent geeft steeds met een letter een foto uit het handboek aan. Iedereen ziet iets anders. Stel elkaar de geografische vragen. Verschillende antwoorden zijn mogelijk. Samen ontdekken jullie het juiste antwoord. b G De foto s zijn genomen in zes verschillende werelddelen. Kies een foto met je buurleerling. Vertel samen waarom dit aardrijkskunde is. 2 Je leert de geografische vragen toepassen op de foto s in het handboek. a Zoek op iedere foto wat je herkent. Dat noemen we een aanwijzing. Vul de tabel in onder aan de pagina. Kies de kolom Wat zie je?. Het begin is voorgedaan. b Bij een foto hoort een bijschrift met aanvullende informatie. Welke van onderstaande bijschriften hoort bij welke foto? Schrijf alleen de kernwoorden in de tabel. Zet er een pijltje ( ) tussen. Het begin is weer voorgedaan. Nederlandse emigranten bouwden overzee Nieuw- Amsterdam, het latere New York. Natuurgeweld teistert het eilandenrijk in de Japanse Zee. De Amazone is de slagader. Zomer- en wintersport in de Alpen zorgt voor verkeersproblemen. Gewelduitbarstingen en hongersnood zorgen in dit werelddeel voor veel vluchtelingen. Het werelddeel is erg droog en heeft vooral langs de oostkust neerslag. 3 De atlas is het belangrijkste hulpmiddel bij aardrijkskunde. Kaartlezen kun je zien als een ontdekkingstocht. Je krijgt daardoor meer informatie over de werkelijkheid. a A Zoek de werelddelen bij de foto s in het handboek. Vul de tabel in boven aan de volgende pagina. Kies de kolom Waar is dat?. b A Je gaat rondstruinen in de atlas! Zoek bij elke foto een kaart. Vul de tabel verder in. Kies de kolom Titel kaart. Foto Wat zie je? Welk bijschrift? a toerisme zomer- en wintersport Alpen verkeersproblemen b aardbeving natuurgeweld Japanse Zee c woestijn werelddeel droog alleen oostkust neerslag d honger hongersnood vluchtelingen e stad emigranten Nieuw-Amsterdam New York f tropisch regenwoud Amazone slagader tabel bij vraag 2 5

4 oriëntatie Foto Waar is dat? Titel kaart a Europa Alpen, toerisme b c d e f Azië tabel bij vraag 3 Australië Afrika Australië en Nieuw- Zeeland, neerslag Afrika, vluchtelingen Noord- Amerika Zuid- Amerika Japan, actieve aarde Verenigde Staten, steden, New York Zuid-Amerika, natuurkundig 4 A G Werk samen met je buurleerling. Onderzoek de kaart De aarde, klimaat, temperatuur in januari. Gebruik de drie geografische vragen: Wat zie je? Bijv. gebieden 20 C of hoger in januari. Waar is dat? Bijv. tussen 23,5 N.B. en 23,5 Z.B. Waarom is dat daar? Bijv. ligging bij de evenaar; loodrechte zon; warmer. 5 A G Aardrijkskunde onderzoekt de invloed van de natuur en de mens op aarde. Gebruik foto 1b en 1d. Ontdek samen met je buurleerling Waarom is dat daar?. Noteer een bijpassende kaart. Zoek het antwoord in je handboek. a Op foto 1b zie je de invloed van de natuur. Een bijpassende kaart is bijv. GB157A/B/D; [140A/ B/D]. Meer informatie staat in hoofdstuk 6. Aardbevingen kun je verklaren door breuken in de aardkorst. b Op foto 1d zie je de invloed van de mens. Een bijpassende kaart is bijv. GB165C/E; [149B/D]. Meer informatie staat in hoofdstuk 2. Vluchtelingen kun je verklaren door bijv. verschil in etnische samenstelling bevolking, burgeroorlogen en hongersnood in een gebied. Zoeken in de atlas 6 A In de atlas staan hulpmiddelen om de juiste kaart te zoeken. Wanneer gebruik je welk hulpmiddel? Maak de juiste combinatie. A Algemene inhoud B Landenregister C Register topografische namen (namenregister) D Trefwoordenregister (zaakregister) E Bladwijzer 1 Namen alfabetisch 2 Onderwerp 3 Onderwerp alfabetisch 4 Ligging land bekend 5 Landen alfabetisch 7 A Met het juiste hulpmiddel vind je snel de goede kaart. Vul de tabel in. Ik zoek Zuid-Nederland Europese Unie Parijs Europa klimaat Alpen Duitsland Landschappen Hulpmiddel Bladwijzer Trefwoordenregister Register topografische namen Trefwoordenregister Register topografische namen Bladwijzer Trefwoordenregister 8 A Je gaat kijken of je de weg in de atlas weet! Met de atlas ga je een wereldreis plannen. Je hebt verschillende kaarten met aardrijkskundige informatie nodig. Geef steeds de titel van de kaart aan. De landen die je kunt bezoeken staan op de kaart: De wereld, staatkundig. Je onderzoekt het klimaat: De aarde, klimaat. Belangrijk is de temperatuur: Temperatuur in januari/juli. Je wilt de hoeveelheid neerslag controleren: De aarde, klimaat, jaarlijkse neerslag. Goed voedsel is op reis belangrijk: Bijv. Ontwikkelingskenmerken, voedselvoorziening. Bij ziekte is een goede gezondheidszorg belangrijk: Ontwikkelingskenmerken, gezondheidszorg. Je kiest Azië. Engels moet de officiële landstaal zijn: Cultuur, officiële landstalen. Het land waar jij je wereldreis start is India. 9 A Blader door de atlas. Je vindt nog meer hulpmiddelen. a Welke? Bijv. statistiek, administratieve indelingen Nederland, afkortingen, geografische coördinaten, verklaring van topografische namen, algemene legenda. b Met de atlas kun je veel te weten komen over je eigen omgeving. Kijk maar! Gebruik Statistiek, Nederland. Zoek in de atlas de grootste plaats in de omgeving van je school. Bijv. s-hertogenbosch. Noteer zoveel mogelijk verschillende statistische gegevens over de plaats, bijvoorbeeld oppervlakte en aantal inwoners. Bijv [1999]; 84,6 km 2 [85,2]; [ ] inwoners. c Zoek een bijpassende kaart met extra informatie. GB 54-69; [48-65]. Motiveer je keuze. Bijv. met kaart GB64; [60] krijg je een beeld over de dichtheid van menselijke activiteiten. s-hertogenbosch behoort tot een sterk stedelijk gebied. 6 De juiste combinatie is: A-2; B-5; C-1; D-3; E-4.

5 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas d Nu begrijp je waarom statistiek belangrijk is. Leg uit. Bijv. met statistiek kun je de cijfers achter het kaartbeeld begrijpen. Belang van kaarten 10 In het dagelijks leven worden kaarten overal voor gebruikt. a Noem vier verschillende beroepen waarbij je kaarten moet gebruiken. Bijv. chauffeur, kapitein, piloot, loods, onderzoeker. b A Zoek bij twee beroepen een passende kaart. Noem de titel. Bijv. chauffeur Intensiteit wegverkeer; kapitein Zeestromen. De titel van de paragraaf 11 Hoe vind je de weg in de atlas? Door de juiste hulpmiddelen in de atlas te kiezen, zoals bladwijzer, register van namen, trefwoordenregister, landenregister, enzovoort. Extra stof 12 Kloppen kaarten wel? Wordt de wereld afgebeeld volgens de juiste grootte, vorm en afstand tussen de gebieden? De aarde is een bol, die je het beste kunt afbeelden op een globe. Dat is een werkelijkheidsgetrouwe, sterk verkleinde afbeelding van de aarde. Bekijk samen met je buurleerling figuur V1. a Wat is het voordeel van een globe? Bijv. op een globe zijn de verhoudingen in grootte, vorm en afstand tussen de landen correct, op een platte kaart niet. b Hoe is geprobeerd de ideale wereldkaart te ontwikkelen? Bijv. de aardbol verdelen in een aantal schillen; in een plat vlak plaatsen. c Welke nadelen zie je in figuur V1? Bijv. de kaart sluit alleen aan bij de evenaar; er zijn grote kieren bij de polen. 13 A G Bekijk met je buurleerling de kaart Kaartprojecties, wereldbeelden. Je krijgt alvast een moeilijk voorproefje van hoofdstuk 4. Kijk maar in je atlas. a Een kaart maken van een globe is moeilijk! Je moet gebieden kleiner of groter maken. Kaartenmakers doen dit op verschillende manieren. Vergelijk maar eens de projectie van Mercator en Goode. Lees de bijbehorende tekst in de atlas. Zet de informatie op de juiste plaats. Kies uit: weinig vervorming hoekgetrouw oppervlaktegetrouw bruikbaar voor de scheepvaart. Mercator hoekgetrouw; bruikbaar voor de scheepvaart. Goode oppervlaktegetrouw; weinig vervorming. b Zie je nadelen? Mercator Bijv. gebieden dicht bij de polen zijn veel te groot. Goode Bijv. Antarctica bestaat uit vier delen. c Welke projectie is een goede tussenoplossing? Motiveer je antwoord. Projectie van Winkel; niet erg vervormd; bijna oppervlaktegetrouw. d Welke projectie hebben de meeste kaarten in de atlas? Projectie van Winkel. KENNIS EN VAARDIGHEDEN HOOFDSTUK 1, 1 Vink aan wat je van je docent moet kennen of kunnen. Oriëntatie Leren kijken met aardrijkskunde (vraag 1 t/m 5). En verder... Vaardigheid hulpmiddelen van de atlas (vraag 6 t/m 9). Vaardigheid geografische vragen handboek 2 blz. 10 (vraag 1 t/m 5). evenaar figuur V1 Van aardbol tot wereldkaart. 7

6 kern 2 Wat moet je van kaarten weten? Introtekst 1 G Pavalli wil in korte tijd veel van Nederland zien. Zoek met je buurleerling de juiste aanpak. Zet in de juiste volgorde. A Een keuze maken uit de toeristische attracties. B De schaal van de kaart berekenen. C De ligging van de toeristische attracties zoeken. D De afstanden tussen de plaatsen uitrekenen. E De juiste kaart in de atlas zoeken. F De route plannen. De juiste volgorde is: A C E B D F. Topografie 2 a Om een route voor Pavalli te maken moet je de belangrijkste topografie van Nederland kennen (zie HB blz. 122). In figuur 1 ontbreken een aantal provincies en hoofdsteden. Schrijf de namen in de lege vakjes! b A Zoek met het juiste hulpmiddel de ligging van de volgende attracties: 1 Six Flags (Biddinghuizen); 2 Madurodam (Den Haag); 3 Dolfinarium (Harderwijk); 4 Safaripark Beekse Bergen (Tilburg); 5 Ouwehands Dierenpark (Rhenen); 6 Anne Frank Huis (Amsterdam); 7 Burgers Zoo (Arnhem); 8 Diergaarde Blijdorp (Rotterdam); 9 Attractiepark Slagharen (Hellendoorn); 10 Noorder Dierenpark (Emmen). Zet de nummers van de attracties op de juiste plaats in figuur 1. NOORD-HOLLAND Haarlem Amsterdam 6 L e e u w a r d e n F R I E S L A N D L e l y s t a d 1 FLEVOLAND 3 GRONINGEN G r o n i n g e n A s s e n DRENTHE Z w o l l e 9 10 O V E R I J S S E L 3 a A G Bespreek met je buurleerling welke route Pavalli het beste kan nemen. Pavalli reist vanuit Amsterdam. Zet de nummers van de attracties in de juiste volgorde. Bijv. 6, 3, 1, 9, 10, 7, 5, 4, 8, 2. Waarom kies je die volgorde? Bijv. kortste route via de windstreken. b Teken de route met pijltjes ( ) in figuur 1. In welke provincies komt Pavalli niet? Groningen, Friesland, Limburg en Zeeland. Kaartblad en kaartvak 4 A G Pavalli wil haar vader bezoeken. Hij werkt op de scheepswerf aan de rivier de Bergse Maas. a Bespreek met je buurleerling hoe je die rivier kunt vinden. Gebruik de woorden hulpmiddel kaartblad kaartvak horizontaal verticaal. Bijv. de Bergse Maas vind je met het hulpmiddel register met topografische namen. Daar staat bijvoorbeeld D3 E3 [38-39 D2 E2]. De rivier staat op kaartblad [38-39]. D3 en E3 [D2 en E2] zijn de kaartvakken waar je moet zoeken. Horizontaal staan de letters, verticaal de cijfers. b In welke plaats werkt Pavalli s vader? Heusden. c Pavalli wil per boot haar vader bezoeken, vanuit Zwolle over de vier grote Nederlandse rivieren. Gebruik het juiste kaartblad en kaartvak om de route te kiezen. Zet de rivieren in de juiste volgorde. IJssel Rijn Waal Maas. De kaart 5 a A Pavalli begrijpt waarom een kaart belangrijk is (bron 3 en 4). Zij krijgt een beeld van Nederland met behulp van de kaarten. Zoek in je atlas twee kaarten over de natuur en de mens die voor haar interessant zijn. Motiveer je keuze. s - G r a v e n h a g e 2 ZUID-HOLLAND 8 UTRECHT Utrecht 5 GELDERLAND 7 Arnhem figuur 1 De ligging van belangrijke attracties in Nederland. Z E E L A N D Middelburg 4 s - H e r t o g e n b o s c h NOORD-BRABANT L I M B U R G M a a s t r i c h t 8

7 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas Natuur: bijv. Nederland, klimaatschommelingen ijsdagen; klimaat met lage temperatuur. Mens: bijv. Nederland, multiculturele samenleving allochtonen in grote steden; veel inwoners van buitenlandse afkomst. b Waarvoor kan Pavalli de kaarten uit bron 3 en 4 gebruiken? Bron 3: bijv. bereikbaarheid van attracties per auto bekijken. Bron 4: bijv. de stad verkennen. 6 a In bron 3 en 4 kan Pavalli zien welke kenmerken op een goede kaart staan. Welke zijn dat? Titel, legenda, schaal, schaalstok en soms een noordpijl. b Waarom is de legenda belangrijk? Anders weet je niet wat de gebruikte kleuren en kaarttekens op de kaart betekenen. 7 a Pavalli heeft moeite met kaartlezen. De hoofdwindstreken kent ze. Het noorden is al ingevuld. Zet in figuur 2 de andere hoofdwindstreken. b De vier hoofdwindstreken kruisen elkaar onder een hoek van 90. Wat valt je op aan de exacte ligging van een tussenwindstreek zoals NO? Bijv. de hoek wordt gehalveerd. Zet de andere tussenwindstreken in figuur 2. c Een denkvraag. Een windstreek tussen NO en O noem je: ONO. Zet de overige windstreken in figuur 2. Schaal 8 Pavalli wil de afstanden weten. Daarvoor moet je werken met schaal. Hoe dat moet, staat in het tekstvak aangegeven. Welke drie grote fouten staan erin? Op elke kaart staat de schaal. Dat is de verhouding tussen de afstand op de kaart en de werkelijkheid. De schaal van bron 4 is 1: Dat wil zeggen dat de werkelijkheid maal is vergroot. De schaal van de kaart staat aangegeven in centimeters. Als je de schaal wilt omrekenen naar kilometers, dan streep je vijf nullen weg. Dus 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15 kilometer. Je kunt ook de schaalstok gebruiken. Hierop zie je dat 1 cm in werkelijkheid 150 m is. Bij bron 3 is de werkelijkheid 2,5 duizend keer verkleind, want de schaal is 1: Dit laatste getal noem je het schaalgetal. Fout zijn: vergroot moet zijn verkleind; 15 km moet zijn cm; 2,5 duizend keer verkleind moet zijn 2,5 miljoen keer verkleind. 9 Bekijk bron 3. Schrijf een tekst met de volgende woorden: schaalgetal werkelijkheid verkleind kilometers schaalstok. Bijv. het schaalgetal is Dat betekent dat de werkelijkheid keer is verkleind. Je streept vijf nullen weg. Dus 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 25 km. Dat kun je ook zien aan de schaalstok. 10 a Je kunt nu de afstanden tussen de attracties uitrekenen. In de tabel kun je oefenen met schaal en afstand. Van Naar Cm op de kaart Schaal kaart Afstand in km Amsterdam Emmen 12 cm 1: km Emmen Utrecht 30 cm 1: km Utrecht Tilburg 1,5 cm 1: km Tilburg Rotterdam 5 cm 1: km Rotterdam Amsterdam 0,4 cm 1: km b Teken de afstand van Utrecht naar Tilburg op de schaalstok van figuur Hoe leg je Pavalli de verschillen in schaal uit? Door kernwoorden van de begrippen (bron 3 en 4) te noteren en een soortgelijke kaart te zoeken. a Wat is een grootschalige kaart (bron 4)? Bijv. kaart klein gebied groot afgebeeld veel details. b A Een voorbeeld van een grootschalige kaart is bijv. Stadswijken. c Wat is een kleinschalige kaart (bron 3)? Bijv. kaart groot gebied klein afgebeeld weinig details. d A Een voorbeeld van een kleinschalige kaart is bijv. Wereldkaart. figuur 2 Kompasroos met windstreken. NW WNW 315 NNW N 360 NNO 45 NO ONO figuur 3 Schaalstok. U t r e c h t T i l b u r g km W O Schaalstok WZW OZO ZW 225 ZZW 180 Z ZZO 135 ZO 9

8 kern 12 A Er is een verband tussen de schaalbegrippen. Kijk maar! Gebruik de kaart Luchtfoto/kaart/schaal. Kies twee verschillende kaartschalen. Zet de juiste woorden erbij: grootschalige kaart kleinschalige kaart klein schaalgetal groot schaalgetal groot afgebeeld klein afgebeeld veel verkleind weinig verkleind. GB bijv. 15B [13D] grootschalige kaart; groot afgebeeld; weinig verkleind; klein schaalgetal. GB bijv. 15F [15K] kleinschalige kaart; klein afgebeeld; veel verkleind; groot schaalgetal. Uit het hoofd leren Bij aardrijkskunde moet je begrippen leren. Je moet begrippen begrijpen en kunnen gebruiken in nieuwe situaties. Hoe doe je dat? Stap 1 Kijk naar het begrip. Zit er iets in wat je herkent? Schrijf het begrip in stukjes op. Bijvoorbeeld schaalstok schaal stok. Stap 2 Probeer bij de woorden een uitleg of plaatje te verzinnen. Bijvoorbeeld: afstand kaart en werkelijkheid meten met een stok. Stap 3 Maak met de woorden een eigen zin. Bijvoorbeeld: maatstok waarmee je snel de afstand op de kaart kunt bepalen. Oefening Pas bij de volgende vraag deze leertechniek toe. Schrijf de drie stappen op. Wat betekent grootschalige kaart? Stap 1 Grote schaal. Stap 2 Bijv. gebouwen groot afgebeeld hoeveel verkleind? Stap 3 Op een grootschalige kaart staat alles groot afgebeeld. Soms lijken begrippen op elkaar. Zet dezelfde stappen met andere woorden. Je kunt ook heel eenvoudig het tegenovergestelde uitwerken, zoals in dit voorbeeld met het begrip kleinschalige kaart. De titel van de paragraaf 13 Beantwoord de vraag van de paragraaf. Bijv. kaarten geven compacte informatie over een gebied. Om goed met een kaart te kunnen werken kun je de legenda lezen. Je kunt de schaal herkennen en de afstand in werkelijkheid bepalen. Extra stof 14 G Pavalli kan met de schaal afstanden berekenen in kilometers. Je noemt dat ook wel de absolute afstand. Nu wil ze de afstand in tijd, kosten en moeite berekenen. Dat is de relatieve afstand. a Pavalli gaat een wandeltocht door Amsterdam maken, vanaf het Centraal Station via de Dam naar het Anne Frank Huis (bron 4). Bespreek met je buurleerling de route. Bereken eerst de absolute afstand hemelsbreed. Bijv. schaal 1: Dus 1 cm op de kaart is 0,15 km in werkelijkheid. De totale gemeten afstand is 7 cm. De afstand in werkelijkheid is 7 x 0,15 km = 1 km. b Bereken ook de relatieve afstand voor haar. Houd er rekening mee dat de echte afstand en de afstand hemelsbreed niet hetzelfde zijn. Bedenk ook dat het druk is in Amsterdam. Bereken de afstand en de tijd die Pavalli erover doet. Via de Dam is het 8,5 cm. Dat is 1,3 km. In tijd is het ongeveer 20 minuten lopen. 15 G Gebruik figuur V2. a Pavalli wil graag naar Texel toe, omdat het een eiland is, net als haar herkomstland Sri Lanka. Ze logeert in De Koog. Noteer de berekening van de absolute afstand van Den Helder naar De Koog. Ongeveer 4 x 4 km = 16 km. b De relatieve afstand van Den Helder naar de Koog is veel groter dan de absolute afstand. Leg dat uit. Bij de relatieve afstand gaat het om de tijd, de kosten en de moeite om ergens te komen. Pavalli moet in dit geval de boot nemen. Dat kost tijd, geld en moeite. In Den Helder moet je soms wel drie uur wachten voor je met de boot mee kunt. De relatieve afstand is dan heel groot. c Welke afstand kan veranderen? Verklaar je antwoord. Relatieve afstand; door toename snelheid van de vervoermiddelen verschillen de tijdsduur en kosten; verschil in moeite wordt bepaald door persoonlijke ervaring. 16 G Je kunt begrippen uit je hoofd leren, zoals in de oefening. Maar kun je het begrip ook toepassen in een nieuwe situatie? Zie je overeenkomsten of een relatie tussen begrippen? Werk samen met je buurleerling. Begin eenvoudig. Maak daarna combinaties met drie begrippen. Eén voorbeeld is voorgedaan! Gebruik de begrippen: kaart legenda schaal schaalgetal schaalstok grootschalig kleinschalig. Kaart en legenda Iedere kaart heeft een legenda nodig, anders weet je de betekenis van de kleuren en kaartsymbolen in werkelijkheid niet. 10

9 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas Schaalgetal en schaalstok Met beide kun je de afstand in werkelijkheid berekenen. Grootschalig en kleinschalig Grootschalig wil zeggen: groot afgebeeld; veel details. Kleinschalig wil zeggen: klein afgebeeld; weinig details. Kaart, grootschalig en kleinschalig Hoeveel de werkelijkheid is verkleind: bij een grootschalige kaart weinig; bij een kleinschalige kaart veel. Schaalgetal, grootschalig en kleinschalig Bij een grootschalige kaart een klein schaalgetal; bij een kleinschalige kaart een groot schaalgetal. KENNIS EN VAARDIGHEDEN HOOFDSTUK 1, 2 Vink aan wat je van je docent moet kennen of kunnen. Kern De kerntekst en de begrippen van deze paragraaf. De belangrijkste kenmerken van een kaart (bron 3 en 4). Werken met schaal (vraag 8 t/m 12). En verder... Basistopografie van Nederland (HB blz. 122). Vaardigheid schaal berekenen (vraag 8 t/m 10). Vaardigheid uit het hoofd leren. Vaardigheid absolute en relatieve afstanden (vraag 14 en 15). Vaardigheid relaties tussen begrippen ontdekken (vraag 16). handboek 3 blz. 12 Schaal 1: De Cocksdorp NOORDZEE TEXEL De Koog Oosterend Den Hoorn Oudeschild WADDENZEE Marsdiep figuur V2 De absolute en relatieve afstand naar Texel. Den Helder 11

10 kern 3 Hoe kun je met kaarten overstromingen bestrijden? Introtekst 1 Lees in het handboek de introtekst en bekijk de bronnen. a Waarom heb je bij overstromingen kaarten nodig? Bijv. kaarten geven compacte informatie over het gebied waar de ramp plaatsvindt. Met kaarten kun je de spreiding van een ramp in beeld brengen en een ramp bestrijden. b A Geef twee voorbeelden van atlaskaarten die te maken kunnen hebben met overstromingen. Licht je antwoord kort toe. Bijv. Nederland, dreigend water, ruimte voor rivieren, neerslag, waterkeringen, Deltawerken. Soorten kaarten 2 A Gebruik je atlas en de handboekbronnen. In kolom 1 staan verschillende soorten kaarten. Vul achtereenvolgens in: in kolom 2 een bijpassende bron uit het handboek; in kolom 3 een voorbeeld uit je atlas; in kolom 4 met één of twee kernwoorden het belangrijkste kenmerk. Soort kaart Bron Kaart atlas Kenmerk 7 6 staatkundige overzichtskaart natuurkundige overzichtskaart topografische kaart 9 thematische kaart 8 Europa Europa Eigen omgeving Nederland, Energie invloed mens natuur zeer nauwkeurig onderwerp 3 A Geografen gebruiken behalve overzichtskaarten en thematische kaarten een derde soort kaart: de navigatiekaart. a In de begrippenlijst staat de betekenis. Gebruik uit je atlas het kaartblad Kaartsoorten, gebruiksdoel. Kies een navigatiekaart en geef aan waarom dat een goed voorbeeld is. Bijv. de spoorkaart: het is een kaart om de route te bepalen die je wilt reizen. b Een navigatiekaart is eigenlijk een thematische kaart omdat het over een bepaald onderwerp (thema) gaat. c Bron 7 is een staatkundige overzichtskaart. Toch zou je het ook een thematische kaart kunnen noemen. Leg dat uit. In de staatkundige kaart zijn enkele geëvacueerde gebieden aangegeven. Het thema van de kaart zou kunnen zijn: geëvacueerde gebieden, januari Hoofd- en bijzaken Wat is belangrijk in een tekst? De hoofdzaken geven de kern weer. Het is de kapstok waar je de bijzaken aan ophangt. De bijzaken zijn minder belangrijk. Het zijn details. Hoe kun je hoofd- en bijzaken onderscheiden? We oefenen met vraag 2. Stap 1 Bekijk de titel. Waar gaat het over? Soorten kaarten. Stap 2 Lees doelgericht: weet wat je zoekt (denk aan de titel)! Zoek kernwoorden overzichtskaarten, thematische kaarten, topografische kaarten, enzovoort. Stap 3 Maak de kapstok bij figuur 4 af, zodat de hoofdzaken duidelijk worden. Soorten kaarten Overzichtskaarten Thematische kaarten Staatkundige overzichts kaart Natuurkundige overzichts kaart Topografische kaart Bijv. navigatiekaart figuur 4 Hoofd- en bijzaken ontdekken. 12

11 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas Topografie 4 In de vorige paragraaf heb je de belangrijkste wateren geleerd. Dat is nodig om de overstromingen in Nederland te begrijpen. Nu uit je hoofd! Zet de namen van de wateren op de goede plaats in figuur 5: Noordzee Waddenzee IJsselmeer Rijn Maas IJssel Waal. In de volgende vragen vul je de kaart en legenda steeds verder in. Nederland Water-Land 5 A Gebruik de kaart Nederland, reliëf en ook het inzetkaartje. a Welke vier grote rivieren stromen door Nederland? IJssel, Maas, Rijn, Waal. b Nederland kan door de hoogteligging gemakkelijk overstromen door de zee of door rivieren. Het Normaal Amsterdams Peil (NAP) geeft de gemiddelde hoogte van het land aan ten opzichte van de zeespiegel. Geef het hoogste en laagste punt van Nederland aan in figuur 5. Maak de legenda verder af. c Geef met een lijn de grens tussen laag en hoog Nederland aan. Teken met een kaartteken de plaats van je school. Zet de hoogteligging erbij. d Bepreek met de klas de mogelijkheden van een overstroming in je eigen woongebied. Gebruik de atlas om je antwoord te ondersteunen. Antwoorden verschillen. N o o r d z e e W a d d e n z e e Watersnoodramp van A Gebruik de kaart Nederland, waterkeringen. In bron 6 zie je het getroffen gebied van de watersnoodramp van Arceer dit gebied in figuur 5. Zet de windrichting tijdens de ramp met een pijl in de figuur. Maak de legenda verder af. 7 Bij de bestrijding van rampen zijn kaarten nodig. Je gaat de burgemeester van Nieuwerkerk in 1953 helpen. Moeilijke beslissingen ga je nemen! Je kent het gebied niet goed. Je hebt alleen de kaart van bron 9. Welke kaarten heb je nodig? a A De duidelijkste kaart is een topografische kaart, want die geeft heel nauwkeurig het gebied weer. Je zoekt een overzichtskaart in de atlas en vindt Midden-Nederland. Dan zie je de rivier de Hollandse IJssel, die het gebied bedreigt. Je hebt ook een kaart nodig met alleen de waterwegen van Nederland, ofwel een natuurkundige En een kaart met de plaatsen en overzichtskaart. wegen: een staatkundige overzichtskaart. b Zet de plaats en de rivier in figuur 5. c Je ziet de Groenedijk bij Nieuwerkerk in bron 9. Het is de enige dijk die drie miljoen mensen in Zuid- en Noord-Holland beschermt. De dijken in Zeeland zijn gebroken. De toestand is kritiek! Je moet de evacuatie snel voorbereiden. Je hebt kaarten met meer informatie nodig. Welk soort kaarten kies je? Noem twee voorbeeldkaarten: Nederland, bevolkingsspreiding, wegennet. d A Rond 5.30 uur in de ochtend van 1 februari 1953 breekt de dijk bij Nieuwerkerk. De burgemeester verzint een wanhoopsactie. De eigenaar van het schip de Twee Gebroeders krijgt de opdracht zijn schip in het gat van de dijk te varen. Welke gebied is gered? De Krimpenerwaard. Welke kaarttitel heb je gebruikt? Midden Nederland. Wat voor soort kaart is dat? Staatkundige overzichtskaart. N i e u w e r k e r k I J s s e l m e e r H o l l a n d s e I J s s e l I J s s e l Overstromingen in Europa 8 A Overstromingen in Europa leer je beter begrijpen met de drie geografische stappen: Wat? Waar? Waarom daar? Wat zie je? Europa is omgeven door zeeën. Zet in figuur 6 op de - 6, 7 m e t e r N. A. P. W a a l R i j n volgende pagina: Noordzee Atlantische Oceaan Oostzee Middellandse Zee Zwarte Zee. M a a s Legenda rivier hoogteligging laagste punt overstroomd gebied m e t e r N. A. P. figuur 5 Nederland, belangrijke wateren en hoogteligging. 13

12 kern Europa wordt doorsneden door rivieren. Zet in figuur 6: Po Maas Rijn Elbe Oder Wolga Donau Seine Ebro Rhône. Waar is dat? De volgende rivieren zijn overstroomd: de Rijn, Elbe, Oder en Maas. Zet een cirkel om deze rivieren in figuur 6. Dan zie je de ligging. Welke landen worden bedreigd door overstromingen? De landen Duitsland, Frankrijk, België en Nederland. Arceer het gebied langs de rivieren in figuur 6 blauw. Waarom is dat daar? Rivieren stromen richting zee. Welke rivieren monden uit in de Noordzee? Maas, Rijn en Elbe. En welke in de Oostzee? Oder. In het gebergte valt veel neerslag. Welke Europese gebergten zijn in figuur 6 met een cijfer aangegeven? 1 Alpen 2 Duits Middelgebergte 3 Centraal Massief 4 Pyreneeën 5 Apennijnen 6 Karpaten 7 Scandinavisch Hoogland Waarom zijn er overstromingen in Europa? Bijv. te veel neerslag in korte tijd zorgt voor overstromingen. Vanuit het gebergte stromen de rivieren richting zee. De mens heeft dijken en kaden aangelegd. De rivier kan zijn water niet kwijt. Het laaggelegen gebied overstroomt. Overstromingen in Nederland 9 a A G Werk samen met je buurleerling. Gebruik bron 6 en verschillende soorten kaarten in de atlas. Gebruik de drie geografische stappen. Wat? De Maas overstroomt in 1994 en Waar? Limburg, Gelderland, Noord-Brabant. Waarom daar? Bijv. veel rivieren en een lage ligging. b Noem de titels en de soort kaart (tussen haakjes) die je hebt gebruikt. Bijv. Zuid-Nederland (staatkundige overzichtskaart); Nederland, waterkeringen (thematische kaart); Nederland, reliëf (natuurkundige overzichtskaart). 10 A G Gebruik het kaartblad Luchtfoto/kaart/schaal Willemstad. Willemstad heeft kans op een overstroming. Door een tekst te schrijven leer je begrippen toe te passen in een andere situatie. Gebruik de begrippen: topografische kaart schaal staatkundige overzichtskaart schaalgetal grootschalig kleinschalig. Kies een kaart bij een overstroming in een klein gebied (Willemstad) en een groot gebied (Zeeland). Motiveer je antwoorden. a Willemstad Als Willemstad overstroomt, gebruik je bijv. kaartblad GB15 [GB13]. Daarop vind je topografische kaarten (zeer nauwkeurige overzichtskaarten). Het is een grootschalige kaart, want je ziet een klein gebied en alles staat groot afgebeeld. Dat zie je ook aan het kleine schaalgetal. b Zeeland Om de overstroming in een groter gebied te bekijken, gebruik je bijv. kaart GB 15E [13J]. Op deze staatkundige overzichtskaart staat alles klein afgebeeld. Het is een kleinschalige kaart met een groot schaalgetal. De titel van de paragraaf 11 Beantwoord de vraag van de paragraaf. Bijv. kaarten geven een beeld van de spreiding van de ramp. Met een goede kaart, zoals een hoogtekaart, weet je welke gebieden kunnen overstromen en waar je moet beginnen om de ramp te bestrijden. Extra stof A G Gegevens kun je op verschillende manieren afbeelden. Dat ga je samen met je buurleerling onderzoeken bij vraag 12 en 13. Gebruik daarbij het kaartblad Kaarttypen, afbeeldingsmethoden. Atlantische Oceaan Ebro 4 Seine 3 Rhône Noordzee Maas Rijn 1 Middellandse Zee Po 7 5 Elbe 2 Oostzee Oder 6 D ona u l g a Wo Zwarte Zee 14 figuur 6 Europa, belangrijke bergen en rivieren.

13 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas 12 a De meest voorkomende kaart in de atlas is de thematische kaart. Bekijk de stippenkaart en lees het bijschrift. Geef een korte beschrijving van de kaart. Bijv. stippen noemen we puntsymbolen; ze geven één bepaald verschijnsel aan; hoe meer stippen, hoe meer het verschijnsel voorkomt. b Gebruik de kaart Europa, energie. Water kan energie leveren, zoals een waterkrachtcentrale. Zoek de juiste stippenkaart: GB 79D [73C]. Gebruik de drie geografische stappen. Wat zie je? Spreiding waterkrachtcentrales. Waar? Vooral in de Alpen. Waarom daar? Bijv. veel rivieren en hoogteverschillen. c Een andere afbeeldingsmethode is de choropleet. Wat is dit voor een soort kaart? Bijv. de kaart gaat over één onderwerp; kleuren laten zien waar iets veel of weinig voorkomt; dezelfde kleurgroep die in tint verschilt. d Gebruik de kaart Nederland, droogteschade. Naast te veel water kent Nederland ook een droogteprobleem. Dat zie je op. Beschrijf deze kaart in de choropleet GB 52D [46D] een tekst op een geografische manier. Bijv. je ziet schade aan landbouwgewassen door watergebrek, vooral in hoog Nederland. Een verklaring kan zijn dat rivierwater wordt afgevoerd richting laag Nederland. 13 a Het ruimtelijk model bij de kaarttypen springt eruit, maar wordt weinig gebruikt. Waarom? Bijv. het is meer een tekening dan een kaart; bijna onmogelijk te lezen; delen vallen weg. b De kaart Watervervuiling, aarde laat zien waar dat veel of weinig op aarde voorkomt. Deze kaart is een voorbeeld van een choropleet. c Geef een voorbeeld van een cartogram of diagramkaart. Bijv. alle kaarten op GB200 [GB188]. 14 A G Gebruik het kaartblad Luchtfoto/kaart/schaal Willemstad. In paragraaf 2 en 3 zijn allerlei begrippen behandeld en met kaarten bekeken. Met een begrippenweb kun je begrippen ordenen en relaties ontdekken. Zoek naar relaties tussen schaal ( 2) en soorten kaarten ( 3). Verschillende antwoorden zijn mogelijk. Ieder begrippenweb is uniek! Tijdens de bespreking kun je relaties verklaren. Vul het begrippenweb in figuur V3 in. KENNIS EN VAARDIGHEDEN HOOFDSTUK 1, 3 Vink aan wat je van je docent moet kennen of kunnen. Kern De kerntekst en de begrippen van deze paragraaf. Soorten kaarten herkennen (bron 6 t/m 9). En verder... Basistopografie van Europa (figuur 6 + HB blz. 123). Vaardigheid hoofd- en bijzaken onderscheiden. Vaardigheid begrippenweb (vraag 14). handboek 4 blz. 14 Schaal Grootschalige kaart Kleinschalige kaart Klein gebied Groot afgebeeld veel details Klein schaalgetal Groot gebied Klein afgebeeld weinig details Groot schaalgetal Voorbeeld: GB15B [13D] Voorbeeld: GB15E/F [13F/K] Plattegrond Overzichtskaart Overzicht klein gebied Topografische kaart Overzicht groot gebied Staatkundige kaart figuur V3 Begrippenweb. 15

14 kern 4 Hoe verdeel je de wereld in stukken? Plaatsbepaling 1 a A Gebruik de kaarten van Europa en De aarde/wereld, staatkundig. Zoek op beide kaarten Amsterdam op. Kijk naar de kaartvakken. Wat valt je op? Amsterdam ligt op iedere kaart in een ander kaartvak. b Waarom kun je beter het graadnet van bron 11 en 12 gebruiken? Bijv. om nauwkeurig een plaats of gebied aan te geven op een manier die voor iedereen duidelijk is. Topografie 2 a Je gaat de ligging van plaatsen en gebieden over heel de wereld bepalen. Hiervoor moet je sowieso de basistopografie van de wereld achter in het handboek kennen (blz. 124). b Vul in figuur 7 in: de werelddelen en oceanen. de cijfers van de rivieren op de juiste plaats in het kaartje: Mississippi (1), Amazone (2), Nijl (3), Niger (4), Donau (5), Huang He (6), Chang Jiang (7). Kleur de belangrijkste gebergten bruin en zet er de naam bij. Graadnet 3 a De aarde is een bol die je het gemakkelijkst kunt afbeelden op een globe (bron 12). Schrijf een tekst met de woorden: aardas zuidelijk halfrond evenaar Noordpool noordelijk halfrond Zuidpool. Bijv. de aarde draait om zijn aardas. Boven aan de aardas ligt de Noordpool en onder aan de Zuidpool. Je kunt de aarde denkbeeldig in twee helften snijden, met middenin een cirkel: de evenaar. Hiermee wordt de aarde verdeeld in twee halfronden: het noordelijk en het zuidelijk halfrond. b A Gebruik de kaart Aarde, staatkundig. Wat is er bijzonder aan de ligging van de twee werelddelen Antarctica en Australië? De meeste werelddelen liggen geheel of gedeeltelijk op het noordelijk halfrond. Antarctica en Australië liggen volledig op het zuidelijk halfrond. 4 A Gebruik de kaart Aarde, staatkundig en bron 12. a De belangrijkste breedtecirkel is de evenaar. Die ligt op 0 graden. Ten noorden en zuiden vind je breedtecirkels of parallellen, genummerd van 0-90 graden. R o c k y M o u n t a i n s N o o r d - A m e r i k a A t l a n t i s c h e O c e a a n E u r o p a A l p e n 5 A z i ë 1 H i m a l a y a G r o t e O c e a a n 2 Z u i d - A m e r i k a A f r i k a I n d i s c h e O c e a a n A n d e s A u s t r a l i ë grens tussen werelddelen A n t a r c t i c a 16 figuur 7 De werelddelen met belangrijke bergen, oceanen en rivieren.

15 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas b Breedtecirkels geef je aan met een getal en soms een naam. Op de kaart zie je vijf bijzondere breedtecirkels: de evenaar, Kreeftskeerkring, Steenbokskeerkring, Zuidpoolcirkel en Noordpoolcirkel. c De belangrijkste lengtecirkel is de nulmeridiaan. Ten oosten en westen vind je lengtegraden of meridianen, genummerd van graden. d De plaatsen ten westen van de nulmeridiaan liggen op westerlengte, ten oosten op oosterlengte. 5 Als je het graadnet begrijpt, dan kun je figuur 8 invullen. Doe dit uit je hoofd. Zet in figuur 8: NP ZP evenaar N.B. Z.B. W.L N.B. 23,5 N.B 23,5 Z.B. 66,5 N.B. 66,5 Z.B. 90 Z.B. 180 O.L. nulmeridiaan 180 W.L. lengtecirkel (meridiaan). 6 A G Werk samen met je buurleerling. Gebruik bron 12. a Kun je met de kaart Europa, staatkundig de exacte positie van Amsterdam bepalen? Ja Nee, want Amsterdam ligt ergens tussen een lengte- en breedtegraad. b Met wat rekenwerk kun je de positie van plaatsen nauwkeurig bepalen. Elke breedte- of lengtegraad is onderverdeeld in 60 seconden. Vul de tabel in. Plaats Amsterdam Parijs Londen Plaats school Plaatsbepaling N.B. en 4 53 O.L N.B. en 2 20 O.L N.B. en 0 6 W.L. antwoorden verschillen c Een denkvraag! De omtrek van de aarde is kilometer. Bereken de afstand tussen elke breedtecirkel in kilometer. Bijv. omtrek aarde delen door 360 ; 111 km per breedtegraad. d Ontdek waarom de afstand tussen de meridianen niet overal gelijk is. Bijv. alleen op de evenaar is de afstand 111 km; naar de polen wordt de afstand steeds kleiner; oorzaak is de bolvorm van de aarde. Soorten geografie 7 A Je hebt ontdekt dat de natuur en mens centraal staan. Aardrijkskunde bestaat uit twee hoofdsoorten (bron 10). Bekijk de kaarten De aarde/de wereld. a Noem de titels van vier kaarten met fysische geografie. Bijv. de aarde natuurkundig, klimaatgebieden, oorspronkelijke plantengroei, geologie. b Ontdek nu sociale geografie. Noem vier kaarttitels die je interesseren. Bijv. bevolking/verstedelijking, cultuur, politiek, ontwikkelingskenmerken. c Welke vorm van aardrijkskunde is volgens jou het belangrijkste? Motiveer je antwoord. Bijv. beide soorten geografie kunnen niet zonder elkaar; natuur en mens zijn van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar. d Bekijk je handboek. Bij dit hoofdstuk leer je geografische vaardigheden. Noteer welke soort geografie centraal staat in de andere hoofdstukken. Hoofdstuk 2 en 5 sociale geografie; hoofdstuk 3 en 6 fysische geografie. NP 90ºN.B. 66,5 N.B. lengtecirkel (meridiaan) N.B. Z.B. 23,5 N.B. evenaar 23,5 Z.B. 0º nulmeridiaan 180º W.L. 180º O.L. figuur 8 De wereld in stukken met breedtegraden en lengtegraden. 66,5 Z.B. ZP 90ºZ.B. 17

16 kern 8 A Bekijk bron 10 en gebruik je atlas als dat nodig is. Markeer de fouten in de tekst. Noteer onder de vraag het goede antwoord. Bij fysische geografie kijk je naar de invloed van de mens op de aarde. We gaan deze fysische geografie vanuit de lucht bekijken. Eerst vlieg je naar de hoogste berg op aarde, de Mount Everest ( m). We zitten hier op het zuidelijk halfrond. Deze berg ligt dicht bij de parallel 30 N.B., net zoals de rivier de Brahmaputra. Deze rivier ontspringt in het hoogste gebergte de Andes met een ligging tussen de meridianen O.L. Via het oosten vliegen we over de Grote Oceaan naar Noord- Amerika. Ver onder je liggen de Rocky Mountains. Het hoogste punt ligt op m, vlakbij de parallel 40 Z.B. en tussen de meridianen W.L. Op naar het zuiden. We vliegen naar het gebergte de Andes in het werelddeel Zuid-Amerika. Dit gebergte ligt langs de kust van de Atlantische Oceaan, voornamelijk op het zuidelijk halfrond. Hier ontspringt de op één na langste rivier op aarde, met een lengte van km: de Amazone. Vlak langs de Steenbokskeerkring stroomt deze rivier naar de Atlantische oceaan. Verder naar het oosten op weg naar Afrika. We zoeken de langste rivier op aarde, met km: de Nijl. En dan van hieruit in noordoostelijke richting weer terug naar Amsterdam. De foute en goede antwoorden op een rij: mens natuur; m m; zuidelijk noordelijk; Andes Himalaya; Z.B. N.B.; Atlantische Oceaan Grote Oceaan; Steenbokskeerkring evenaar; noordoostelijke noordwestelijke 9 A De invloed van de mens op aarde ontdek je met sociale geografie. a Gebruik de kaart De aarde/wereld, staatkundig en bevolking. Schrijf een tekst met de woorden: Azië stedelijke gebieden graadnet dichtst bevolkt China sociale geografie. Bijv. bij sociale geografie kijk je naar de invloed van de mens, die enorme stedelijke gebieden heeft ingericht. Het werelddeel Azië is het dichtst bevolkt. Met het graadnet zie je de ligging van de grote steden in China, tussen N.B. en O.L. b Gebruik de kaart De aarde/wereld, ontwikkelingskenmerken. Mensen leven op aarde in arme en rijke gebieden. Met het graadnet kun je een grove verdeling maken. Schrijf een tekst over sociale geografie met de woorden: grofweg Afrika 23,5 N.B. 23,5 Z.B. levensomstandigheden. Verwerk een andere kaarttitel om je tekst te verduidelijken. Bijv. grofweg zijn de levensomstandigheden in de wereld tussen 23,5 N.B. en 23,5 Z.B. een stuk slechter dan in de rest van de wereld. Je ziet bijvoorbeeld dat vooral Afrika een hoge kraamvrouwensterfte kent. Titel paragraaf 10 Beantwoord de vraag van de paragraaf. Met het graadnet. Dat is een netwerk van breedte- en lengtecirkels, waarmee je nauwkeurig plaatsen en gebieden op aarde kunt aangeven. figuur 9 Aard is de tijd kwijt! 18

17 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas Extra stof 11 Op figuur 9 zie je onze aardrijkskundige vriend Aard weer. a Gebruik de kaart Tijdzones. Aard weet dat de aarde in 24 uur om zijn as (360 ) draait. Staat Aard op het deel van de aarde richting de zon, dan is het dag. Op het andere deel is het nacht. Aard ziet dat meridianen ook tijdzones aangeven. Centraal staat de nulmeridiaan, die de West-Europese Tijd aangeeft. Wat is het tijdsverschil tussen New York en Amsterdam? Zes uur. Hoe verandert de tijd van oost naar west? Naar het oosten een uur later; naar het westen een uur vroeger. b Bereken de gemiddelde breedte van een tijdzone. De aarde draait in 24 uur om zijn as. Het oostelijk en westelijk halfrond zijn samen 360. Dit gedeeld door 24 uur is 15 graden. c Waarom ziet Aard bij België een knik in de meridiaan? België valt onder de Midden-Europese tijd, maar heeft eigenlijk dezelfde tijdzone als de GMT of West Europese Tijd. Dat heeft een praktische reden: ongeveer de hele Europese Unie heeft zo dezelfde tijd. d Vliegreizen kunnen door het tijdsverschil erg vermoeiend zijn. Stel: je vertrekt vanaf Schiphol om uur naar Los Angeles. Je vliegt elf uur. Bereken je aankomsttijd. In de middag om uur; eigenlijk twee uur later dan vertrek; elf uur gevlogen richting westen; de tijd gaat achteruit. 12 A G Aard staat op de nulmeridiaan en kan twaalf tijdzones (uren) naar het oosten en het westen reizen. Dat is bij elkaar 24 uur. Aan de andere kant van de aardbol vindt Aard de datumgrens. Kijk in de atlas op de kaart Grote en Indische Oceaan. a Bedenk met je buurleerling wat men bedoelt met datumgrens. Bijv. denkbeeldige lijn (180 O.L./W.L.) van Noordpool naar Zuidpool, waar de datum verspringt. b Waarom zit er een knik in de datumgrens? Bijv. anders zouden sommige landen twee data hebben, bijvoorbeeld de Kiribati-eilanden. c Aard staat ten westen van de datumgrens en het is 1 januari 0:00 uur. Hij springt naar de andere kant van de grens. Hoe laat is het dan? Motiveer je antwoord. Bijv. richting oosten; 1 dag eerder; 31 december 0:00 uur. KENNIS EN VAARDIGHEDEN HOOFDSTUK 1, 4 Vink aan wat je van je docent moet kennen of kunnen. Kern De kerntekst en de begrippen van deze paragraaf. Fysische en sociale geografie herkennen (vraag 7, 8 en 9). En verder... Topografie Wereld gebergten, rivieren en oceanen (figuur 7). Vaardigheid plaatsbepaling met het graadnet (vraag 3 t/m 6). Tijdzones begrijpen (vraag 11 en 12). handboek 5 blz

18 kern 5 Hoe zie je de aarde vanuit het heelal? Remote sensing 1 a A Op bron 13 zie je een stukje van de Wester- schelde. Vergelijk dit beeld met je atlas. Rechtsboven ligt het plaatsje Hansweert. Dat kun je onder andere zien aan het kanaal door Zuid-Beveland. b Vergelijkbare remote-sensingbeelden staan ook in je atlas. De beelden zijn prachtig, maar wat is remote sensing? Kruis de juiste antwoorden aan. Scanners tasten de aarde af en meten de straling van warmte of licht. De computer maakt een plaatje, maar het zijn echte foto s. Je kunt veranderingen, zoals ontbossing, in een bepaald gebied in de tijd laten zien. Je krijgt veel informatie, die je met het blote oog niet kunt zien. Remote-sensingbeelden horen niet in de atlas thuis. 2 A Gebruik opnieuw Remote-sensingbeelden. Waar kun je remote sensing allemaal voor gebruiken? Zoek in de atlas een bijpassende kaart. De weerman kan razendsnel de veranderingen van het weer bekijken. GB19A [GB17A]. De ambtenaren op Ruimtelijke Ordening kunnen het grondgebruik van heel Nederland bekijken. GB19C [GB17C]. Milieudeskundigen kunnen het gat in de ozon bestuderen. GB19B [GB17B]. 3 A G Werk samen met je buurleerling. a Gebruik Remote-sensingbeelden, grondgebruik (in omgeving Dalem) en de topografische kaart van dit gebied. Als boer is het belangrijk dat je weet hoe het met je land is gesteld. Je wilt weten waar het te nat of te droog is. Bekijk de twee atlaskaarten. Aan welke kaart geef jij de voorkeur? Motiveer je antwoord. Bijv. het remote-sensingbeeld; heel gedetailleerd en actueel. b Gebruik Remote-sensingbeelden, Aralmeer. Wat zie je? Bijv. hoe het Aralmeer verdroogt. Is er een voordeel ten opzichte van de kaart? Bijv. een verschilbeeld is mogelijk; veranderingen in de loop der tijd zijn zichtbaar. 4 A G Bekijk met je buurleerling Remote-sensingbeelden, La Paz. Noteer hoe je het remote-sensingbeeld het beste kunt lezen. Wat zie je? Bijv. verstedelijking La Paz of zelfbouwwijken. Waar is dat? Zuid-Amerika, Bolivia. Waarom is dat daar? Mensen trokken naar de stad. Bouwden zelf hutten, die later werden vervangen door stenen huizen. GPS 5 Je kent vast het GPS-navigatiesysteem in de auto. Maar hoe werkt dat? Bekijk bron 15 en figuur 10. Kies de juiste volgorde. A De coördinaten geven je exacte positie aan. B Als je het navigatiesysteem aanzet, wordt de computer geladen. C Het satellietsignaal wordt omgezet in coördinaten. D De GPS-module in het apparaat berekent aan de hand van signalen van drie satellieten je locatie. E De routeplanner geeft de gewenste route tussen twee plaatsen aan. B D C A E. figuur 10 Plaatsbepaling met GPS. 20

19 Hoofdstuk 1 De wereld ontdekken met de atlas 6 a GPS wordt al langer gebruikt in bijvoorbeeld de scheep- en luchtvaart. Waarvoor? Bijv. om de richting en route te bepalen. zoals wandelaars, fietsers, ruiters, zeilers. Nu maken ook buitensporters er gebruik van, b Beschrijf hoe GPS gebruikt kan worden in de buitensport. Bijv. voor vertrek coördinaten invoeren; route volgen. 7 Probeer de uitspraken te ontrafelen! Geef aan waarom je denkt dat de uitspraak goed of fout is. De Amerikaanse overheid kan verdachten die een GPSontvanger hebben met GPS-satellieten opsporen. Fout, omdat de GPS-ontvanger alleen signalen kan ontvangen en niet kan terugzenden. In het Kluane National Park in Alaska verblijven beren met GPS-halsbanden. Biologen kunnen hiermee het gedrag van de beren bestuderen. Goed, omdat door de halsban- den de plaats van de beren kan worden vastgelegd. Piloten kunnen door GPS rechtstreeks naar hun bestemming vliegen en vervuilen minder. Goed, omdat hoe korter de afstand is, hoe minder brandstof er nodig is, dus hoe minder vervuiling. GIS 8 Gebruik bron 16. Ontdek dat GIS geografenwerk is. Welke zinnen hebben met geografie te maken? Eigenlijk allemaal, behalve zin A. A Met de hand worden allerlei gegevens in de computer ingevoerd. B In de VS en Canada is aardrijkskunde heel populair geworden dankzij GIS-gebruik. C GIS is een computersysteem met plaatsgebonden gegevens. D De gegevens kun je met moderne technieken (GIS) omzetten in kaarten. E GIS kun je als onderzoeksinstrument bij alle onderdelen van aardrijkskunde inzetten, zowel bij fysische als bij sociale geografie. F Bij aardrijkskunde leer je kaarten lezen en door aardrijkskundige kennis leer je kaarten begrijpen en verklaren. G Digitale kaarten geven veel informatie op een aantrekkelijke wijze. 9 Hoe werkt GIS? a Lees de introtekst in het handboek en bron 16. Vertel met eigen woorden wat GIS is. Bijv. een computerprogramma waarmee je allerlei plaatsgebonden informatie kunt invoeren; gegevens worden omgezet in interactieve digitale kaarten. b Wat betekent geografisch in dit verband? Bijv. dat de gegevens gekoppeld zijn aan een plaats op aarde. Postcodes, lengte- en breedtegraden zijn voorbeelden van ruimtelijke gegevens. c Verklaar de laatste zin uit het handboek: Geografische Informatiesystemen zijn niet alleen voor geografen interessant! Bijv. met software presenteert de computer allerlei gegevens in een kaart. Zo n kaart wordt gebruikt door bijvoorbeeld politie, managers, biologen, makelaars, planologen en overheden. d Hoe kun je gegevens overzichtelijk maken? Bijv. door het op elkaar leggen van meerdere lagen met gegevens kun je een probleem analyseren, zoals een topografische kaart, een satellietbeeld en de spreiding van bijvoorbeeld files. 10 Duidelijk is dat GIS een steeds belangrijkere rol in de samenleving speelt. GIS wordt overal voor gebruikt, maar je moet wel kennis hebben van aardrijkskunde. Vul in: fysische of sociale geografie. 1 Gegevens over de leeftijd van de inwoners bepalen het aantal scholen in een wijk sociale geografie. 2 Gegevens over auto-, bus- en fietsroutes laten de bereikbaarheid van je school in de plaats zien sociale geografie. 3 Gegevens over de hoogte van de dijken laten de kans op overstromingen in een gebied zien fysische geografie. 4 Gegevens over de bevolkingsgroei bepalen of woningbouw in een provincie nodig is sociale geografie. 11 G Werk samen met je buurleerling. Gebruik bron 16. a Met GIS kun je prachtige kaarten maken. Je kunt kaarten in lagen over elkaar heen leggen. Je moet wel rekening houden met de schaal. Wat wordt hiermee bedoeld? Bijv. wil je een kaart maken, dan moeten de gegevens over hetzelfde gebied gaan. Je moet dezelfde schaal gebruiken, anders klopt de kaart niet. b Steeds meer worden digitale kaarten gebruikt om informatie over te brengen. Dus zijn er meer geo-informatici nodig. Noem een beroep dat je leuk vindt. Heb je daarbij kennis van GIS nodig? Antwoorden verschillen. c Wat vind je van de uitspraak Zonder aardrijkskunde geen GIS? Bijv. allerlei gegevens worden verzameld. Gedegen aardrijkskundige kennis is nodig voor het invoeren, onderzoeken of presenteren van de gegevens. 21

20 kern Inzoomen en uitzoomen 12 A G Bekijk samen met je buurleerling bron 14. Geografie bestudeert de ruimte om ons heen. Van wijk tot werelddeel. Van dichtbij en veraf. Inzoomen en uitzoomen de schaalsprong Kerst Een allesverwoestende tsunami rond de Indische Oceaan. Een onvoorstelbaar aantal doden en gewonden. Vooral arme vissersfamilies worden getroffen. Veel Nederlanders voelen zich betrokken bij de slachtoffers. De getroffen kusten zijn bekend van vakanties vol goede herinneringen. Via televisie en internet komt de ramp dichtbij. Op allerlei manieren komt de hulp op gang. De problemen in het getroffen gebied worden in kaart gebracht. Met gedetailleerde kaarten gaat men van dichtbij de problemen aanpakken. Dat noem je inzoomen. Om de oorzaak van de tsunami in kaart te brengen moet je uitzoomen. De oorzaak lag namelijk honderden kilometers verderop. In de volgende hoofdstukken maak je veel gebruik van inzoomen en uitzoomen. Je bestudeert een voorbeeldland van dichtbij en gaat je kennis toepassen op een gebied veraf: een continent of de wereld. Oefening A Gebruik de kaart Nederland, watervervuiling. Hoe kun je door uitzoomen het probleem in Nederland beter aanpakken? Bijv. door een (GIS-)kaart van West-Europa te gebruiken met precieze plaatsgegevens over de waterkwaliteit van de Rijn, Maas en Schelde. Je ziet dan waar de grootste vervuilers zitten en kunt actie ondernemen. Titel paragraaf 13 Beantwoord de vraag van de paragraaf. Bijv. met satellieten krijg je aardrijkskundige gegevens over het aardoppervlak. Met kennis van fysische en sociale geografie kun je die gegevens met GIS invoeren, onderzoeken en presenteren. Extra stof 14 G Bij aardrijkskunde leer je ook argumenteren. Wat vind je? Waarom vind je dat? Maak de volgende vragen onder leiding van de docent. a Kijk denkbeeldig vanuit het heelal naar de aarde. Alles is geografie! Markeer in het volgende kader de woorden die met sociale geografie te maken hebben, dan blijft de fysische geografie over. Je docent is vraagbaak! kloof arm en rijk opwarming aarde vervoersstromen extreme weersomstandigheden aanleg hoge snelheidslijn ontwikkelingssamenwerking zeespiegelstijging klimaatverandering uitbreiding Schiphol vulkaanuitbarstingen bevolkingsgroei overstromingen toetreden EU vervuiling armoede achterstandswijken aardbevingen vergrijzing kringloop water zeestromen woningnood ontbossing vluchtsector gebergtevorming toerisme analfabetisme broeikaseffect. b Kies één onderdeel uit bovenstaande opsomming. Motiveer waarom bestudering belangrijk is. Bijv. opwarming aarde; vergaande gevolgen voor de mens. 15 G Bespreek met de klas de stelling: Aardrijkskunde is een wereldvak. Bijv. fysische geografie bestudeert processen die de landschappen in de wereld vormen. Wereldproblemen, zoals natuurrampen en klimaatverandering, komen aan de orde. Sociale geografie geeft inzicht in allerlei maatschappelijke problemen, zoals migratie of stedelijke groei. Beide onderdelen leren je de wereld te ontdekken, begrijpen en verklaren. 16 Aardrijkskunde kent verschillende vervolgstudies, zoals aardwetenschappen. a Kijk naar de titel. Bedenk met je docent enkele onderwerpen van de studie. Waar worden aardbevingen verwacht? Hoe vormen gebergten zich? Waardoor overstromen gebieden? Hoe beperk je de klimaatverandering? b Welke vakken heb je nodig? Bijv. wiskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde. 17 Aardrijkskunde is een veelzijdig vak. Je docent vertelt de keuze voor het vak, wat je ermee kunt en het belang voor de samenleving. Maak een samenvatting. Antwoorden verschillen. KENNIS EN VAARDIGHEDEN HOOFDSTUK 1, 5 Vink aan wat je van je docent moet kennen of kunnen. Kern De kerntekst en de begrippen van deze paragraaf. Remote-sensingbeelden lezen (vraag 1 t/m 4). Belang van GPS en GIS (vraag 5 t/m 11). En verder... Vaardigheid Inzoomen en uitzoomen (vraag 12). Belang van aardrijkskunde (vraag 14 t/m 17). 22 handboek 6 blz. 18

6,9. Samenvatting door een scholier 1093 woorden 21 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde HFD 1 1. Schaalniveaus

6,9. Samenvatting door een scholier 1093 woorden 21 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde HFD 1 1. Schaalniveaus Samenvatting door een scholier 1093 woorden 21 september 2016 6,9 12 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs HFD 1 1 Schaalniveaus Inzoomen: Dichter naar het aardoppervlak, details worden

Nadere informatie

Aardrijkskunde gaat over gebieden. Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak.

Aardrijkskunde gaat over gebieden. Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak. Boekverslag door Mark 1257 woorden 13 februari 2015 3.8 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo H1: Wat is aardrijkskunde B1 Op de wereld zijn grote verschillen, bijvoorbeeld in een woestijn

Nadere informatie

Ten noorden van de evenaar ligt het noordelijk halfrond. Ten zuiden daarvan het zuidelijk halfrond.

Ten noorden van de evenaar ligt het noordelijk halfrond. Ten zuiden daarvan het zuidelijk halfrond. Rekenen aan de aarde Introductie Bij het vak aardrijkskunde wordt de aarde bestudeerd. De aarde is een bol. Om te bepalen waar je je op deze bol bevindt zijn denkbeeldige lijnen over de aarde getrokken,

Nadere informatie

Opdracht Aardrijkskunde Atlasopdracht

Opdracht Aardrijkskunde Atlasopdracht Opdracht Aardrijkskunde Atlasopdracht Opdracht door een scholier 2510 woorden 4 november 2016 6,1 14 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1 De juiste kaart vinden Er zijn vier verschillende soorten kaarten,

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo

Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo Samenvatting door een scholier 1195 woorden 22 oktober 2012 4,3 30 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1.1 Op reis

Nadere informatie

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8 0 Hoofstuk 1. Globe of kaart 2. Over tekens en kleuren 3. Schaal: Van groot naar klein 4. Over richtingen 5. Kaarten in soorten 6. De wegenkaart 7. Maak je eigen weerkaart 1 Globe of kaart 1. Hieronder

Nadere informatie

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA

INHOUD 1 WAAR LIGT HET? 2 WAAR KOMT HET VANDAAN? 3 EUROPA INHOUD 1 WAAR LIGT HET? Hoe ziet de aarde eruit? 6-7 Hoe vind je de weg op aarde? 8-9 Afstanden 10-11 De zes continenten 12-13 Oceanen en zeeën 14-15 Waar leven walvissen en haaien? 16-17 De grootste rivieren

Nadere informatie

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7 KOPIEERBLAD 1a les 2 - zelfcorrectie jeugdatlas oude versie Taak 1 opdracht 1 Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17 de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7 het reliëf in Zuid-Amerika n W 31 Vul op

Nadere informatie

2 Landschapszones op aarde SO 1

2 Landschapszones op aarde SO 1 Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij

Nadere informatie

Kwt opdracht atlas gebruik

Kwt opdracht atlas gebruik Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Erik van Wijngaarden 22 september 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? 1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? Hoofdstuk 1 Les 1 Zoek het op Bij de evenaar staat de zon hoog. Het is er warm en daardoor verdampt het water. Die warme damp stijgt op en koelt af: dan gaat

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten kaarten

Er zijn 3 soorten kaarten Er zijn 3 soorten kaarten 1 Overzichtskaarten Onder te verdelen in: A topografische kaarten B natuurkundige kaarten C staatkundige kaarten 2 Navigatiekaarten 3 Thematische kaarten 1 Overzichtskaarten Op

Nadere informatie

1. Geef de titels van de kaarten die horen bij de bladzijden van de Grote Bosatlas.

1. Geef de titels van de kaarten die horen bij de bladzijden van de Grote Bosatlas. Atlasvaardigheden Kaarten en gegevens over landen zoek je op in een atlas. Maar hoe gebruik je ook alweer een atlas? Hoe vind je snel de juiste gegevens en informatie? De ster-vragen zijn iets moeilijker.

Nadere informatie

Eindtoets hoofdstuk 1

Eindtoets hoofdstuk 1 WERELDWIJS 1 VMBO-TH 1 WERELDEN ONTDEKKEN MET DE ATLAS EINDTOETS Eindtoets hoofdstuk 1 1 Hoe zoek je in de atlas? Noteer het juiste hulpmiddel. Kies uit: register van topografische namen [namenregister]

Nadere informatie

KWT opdracht Atlas gebruik

KWT opdracht Atlas gebruik Auteur Erik van Wijngaarden Laatst gewijzigd 22 September 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Atlasvaardigheden. banner. Sjaak van der Lee. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Atlasvaardigheden. banner. Sjaak van der Lee. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Sjaak van der Lee 03 september 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/52822 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid.

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid. VAN KLEIN NAAR GROOT België is verdeeld in meerdere kleine plaatsen. Er zijn gehuchten, dorpen, deelgemeenten, gemeenten, steden, provincies en gewesten. België behoort tot werelddeel Europa. Op een provinciekaart

Nadere informatie

klas: toezicht: lokaal: vakleerkracht: 3 STWB BELLM 3 STWC BELLM Vraag 1: Vul de letters aan van dit éénvoudig kaartje ( noteer ze rechts )

klas: toezicht: lokaal: vakleerkracht: 3 STWB BELLM 3 STWC BELLM Vraag 1: Vul de letters aan van dit éénvoudig kaartje ( noteer ze rechts ) leerkracht: Bellinkx vak: Aardrijkskunde Datum : lesuren: klas: toezicht: lokaal: vakleerkracht: 3 STWB BELLM 3 STWC BELLM Leerlingen mogen gebruiken: kleurtjes Ik heb aan mijn examen gewerkt tot uur Mijn

Nadere informatie

Atlas. Mens en Maatschappij GG. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Atlas. Mens en Maatschappij GG. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Mens en Maatschappij GG Laatst gewijzigd 05 October 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/66448 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Atlasvaardigheden. Sjaak van der Lee. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52822

Atlasvaardigheden. Sjaak van der Lee. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52822 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Sjaak van der Lee 03 september 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/52822 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Eindtoets hoofdstuk 1

Eindtoets hoofdstuk 1 WERELDWIJS 1 HAVO/VWO 1 DE WERELD ONTDEKKEN MET DE ATLAS EINDTOETS Eindtoets hoofdstuk 1 1 a Wat zijn de belangrijkste onderdelen die een cartograaf op een kaart tekent? windrichting, 1..., 2..., 3. b

Nadere informatie

Eindtoets hoofdstuk 1

Eindtoets hoofdstuk 1 WERELDWIJS 1 VMBO-BK 1 DE WERELD ONTDEKKEN MET DE ATLAS EINDTOETS Eindtoets hoofdstuk 1 1 Hoe zoek je in de atlas? Noteer het juiste hulpmiddel. Kies uit: het namenregister de bladwijzer het zaakregister.

Nadere informatie

Kaart- en atlasvaardigheden

Kaart- en atlasvaardigheden Kaart- en atlasvaardigheden Deel 1: kaartvaardigheden Klas 2 Naam:.. Klas:.. Voorwaarden aan een goede kaart In het verleden en tegenwoordig worden vaak kaarten gebruikt. 1. Noem 4 redenen waarom je een

Nadere informatie

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4. 1ste druk

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4.  1ste druk De Geo 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 4 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 1 TH 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie

Samen op één wereldbol. 1. Geschiedkundige personen.

Samen op één wereldbol. 1. Geschiedkundige personen. 1. Geschiedkundige personen. In de Middeleeuwen was de algemene gedachte dat de aarde plat was. Wanneer je lang genoeg zou varen dan zou je van de aarde vallen.. Toch wisten de oude Grieken al lang dat

Nadere informatie

Zon, aarde en maan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/87197

Zon, aarde en maan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/87197 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/87197 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Atlasvaardigheden T-excellent. Udens College. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Atlasvaardigheden T-excellent. Udens College. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Udens College Laatst gewijzigd 21 June 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73874 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Jouw wereld op de kaart. werkblad. VMBO tl, HAVO, VWO klas 1

Jouw wereld op de kaart. werkblad. VMBO tl, HAVO, VWO klas 1 Jouw wereld op de kaart werkblad VMBO tl, HAVO, VWO klas 1 Jouw wereld op de kaart WERKBLAD Recht zo die gaat! Varen op de kaart van Mercator Deze tentoonstelling gaat over Mercator, een beroemde kaartenmaker

Nadere informatie

St. Scouting St. Franciscus Wijchen

St. Scouting St. Franciscus Wijchen (Land)kaarten Een kaart geeft ons een schat aan informatie over de omgeving waarin we op pad zijn. Maar om al die informatie te kunnen gebruiken moet je natuurlijk wel weten waar je het kunt vinden. Daarom

Nadere informatie

Eindtoets hoofdstuk 1

Eindtoets hoofdstuk 1 WERELDWIJS 1 VMBO-KGT 1 DE WERELD ONTDEKKEN MET DE ATLAS EINDTOETS Eindtoets hoofdstuk 1 1 Hoe zoek je in de atlas? Noteer het juiste hulpmiddel. Kies uit: het namenregister de bladwijzer het zaakregister.

Nadere informatie

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is. Meander Samenvatting groep 6 Thema 4 Streken en klimaten Samenvatting Klimaatgebieden De aarde kun je verdelen in gebieden met verschillende klimaten. Nederland heeft een zeeklimaat. Dat is een gematigd

Nadere informatie

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten. Meander groep 5 Thema 1 Onderweg Aardrijkskunde Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

1 Het gevaar van water

1 Het gevaar van water 1 Het gevaar van water 1 a 1 Dordrecht 2 Enschede 3 Tiel 4 Eindhoven b Dordrecht Tiel 2 a 60% b Antwoord verschilt per leerling. 3 a Een door dijken omringd gebied waarbinnen de waterstand geregeld kan

Nadere informatie

WERKBLAD. Naam: Namen van de andere leerlingen uit jouw groepje:

WERKBLAD. Naam: Namen van de andere leerlingen uit jouw groepje: Jouw wereld op de kaart WERKBLAD Groep 7 en 8 Recht zo die gaat! Varen op de kaart van Mercator Deze tentoonstelling gaat over Mercator, een beroemde kaartenmaker uit de 16de eeuw. Zijn wereldkaart wordt

Nadere informatie

Atlasgebruik 53e hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Atlasgebruik 53e hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 18 August 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/76064 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 1 donderdag 27 mei 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Werken met De Grote BOSATLAS E D I T I E T W E E Ë N V I J F T I G

Werken met De Grote BOSATLAS E D I T I E T W E E Ë N V I J F T I G Werken met De Grote BOSATLAS E D I T I E T W E E Ë N V I J F T I G Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene inhoud blz. 3 Hoofdstuk 2 Achterschutblad/bladwijzer blz. 3 Hoofdstuk 3 Register blz. 4 Hoofdstuk 4

Nadere informatie

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11 GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11 Algemene inhoud Introductie Kaarten foto s en Satelliet

Nadere informatie

Atlasgebruik 53e hv123

Atlasgebruik 53e hv123 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 18 august 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/76064 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Nieuwe Steeg KG Herwijnen Projecties

Nieuwe Steeg KG Herwijnen Projecties Nieuwe Steeg 74 4171 KG Herwijnen 06-20614572 willemijn@geofort.nl Projecties Projecties Hoe maak je een sinaasappel plat? Je kunt de schil opensnijden of proberen de sinaasappel plat te stampen, maar

Nadere informatie

Jouw wereld op de kaart. werkblad. VMBO tl, HAVO, VWO klas 1

Jouw wereld op de kaart. werkblad. VMBO tl, HAVO, VWO klas 1 Jouw wereld op de kaart werkblad VMBO tl, HAVO, VWO klas 1 Jouw wereld op de kaart WERKBLAD Recht zo die gaat! Varen op de kaart van Mercator Deze tentoonstelling gaat over Mercator, een beroemde kaartenmaker

Nadere informatie

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade Chris Oxlade Chris Oxlade Anita Ganeri Anita Ganeri Boeken in deze serie e-book: 978-94-6175-825-5 gebonden versie: 978-90-5566-931-8 e-book: 978-94-6175-822-4 gebonden versie: 978-94-6175-285-7 e-book:

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 0-5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de kaart aan. Een legenda...... geeft aan

Nadere informatie

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD HET KLIMAAT Het klimaat is, zo luidt de officiële definitie, het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar. Dat wil zeggen dat het klimaat in een bepaald

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK 6 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK 6 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Marc ter Horst, Meie Kiel, Dianne Manders, Jacques van der Pijl

Nadere informatie

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder Lees het verhaal van de aardbeving. Stel je voor: de aarde beweegt. De lampen schudden heen en weer. Je hele huis schudt heen en weer. Het huis stort in! Alles is kapot. Dat kan gebeuren bij een aardbeving.

Nadere informatie

Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden

Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden Eindexamen vwo aardrijkskunde 214-I Aarde Opgave 3 Opbouw en afbraak van de Schotse Hooglanden Bestudeer de bronnen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen. Gebruik bron 3a en de

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Thema 1 Water De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde. Bij deze watersnoodramp kwamen veel mensen

Nadere informatie

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/67408

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/67408 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Leontine Helmer 15 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67408 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde.

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. 1-Maak een begrippenlijst van de rood gedrukte begrippen. 2-Wat zijn de drie elementen van weer en klimaat?

Nadere informatie

WERKBLAD. (Naam leerling) (Naam medeleerlingen)

WERKBLAD. (Naam leerling) (Naam medeleerlingen) Jouw wereld op de kaart WERKBLAD Groep 7 en 8 Recht zo die gaat! Varen op de kaart van Mercator Deze tentoonstelling gaat over Mercator, een beroemde kaartenmaker uit de 16de eeuw. Zijn wereldkaart wordt

Nadere informatie

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van:

ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS. Van: ONTDEKKINGSREIZIGERS en AVONTURIERS Van: Ieder groepje gaat op ontdekkingsreis, deze gebieden worden verdeeld: heelal, de zee, een onderaards gebied, een vulkanisch gebied, een bergachtig gebied, een woestijn

Nadere informatie

Landkaarten en coördinaten

Landkaarten en coördinaten Landkaarten en coördinaten Wat is nu eigenlijk een landkaart? Nou, hou je vast. Op een landkaart staat op een plat vlak een verkleind en toegelicht beeld van een bepaald deel van het aardoppervlak afgedrukt.

Nadere informatie

Ontwerp Paper 2 Bijlage 2

Ontwerp Paper 2 Bijlage 2 Ontwerp Paper 2 Bijlage 2 Gijs Bos - 10137157 Utrecht, 130410 De twee toetsen zijn qua inhoud verschillend maar qua moeilijkheidsgraad zo veel mogelijk identiek. Beide toetsen bestaan uit 10 vragen. 5

Nadere informatie

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt. Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen

Nadere informatie

Toets_Geowijzer_hfdst1

Toets_Geowijzer_hfdst1 Toets_Geowijzer_hfdst1 Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:01 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 2, 3, 4, 5, 7, 9, 11, 12, 12, 13, 13, 13, 14, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20,

Nadere informatie

Atlasgebruik 53e vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/77321

Atlasgebruik 53e vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/77321 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 25 juli 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/77321 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Reizen

Ik en de maatschappij. Reizen Ik en de maatschappij Reizen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ferry van de Put Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie: Daphne Ariaens

Nadere informatie

Woordenschat Hallo wereld! van groep 5 tot en met 8

Woordenschat Hallo wereld! van groep 5 tot en met 8 Woordenschat Hallo wereld! van groep 5 tot en met 8 Hoi, ik woon in Nederland. Mijn doel is zo veel mogelijk nieuwe Nederlandse woorden leren. Waarom is dat zo belangrijk? Nou, ik vind het fijn als ik

Nadere informatie

Atlasgebruik 53e vmbo12

Atlasgebruik 53e vmbo12 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 25 juli 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/77321 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Vaardigheden - Atlasgebruik. VO-content StudioVO. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Vaardigheden - Atlasgebruik. VO-content StudioVO. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content StudioVO 14 August 2013 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/45002 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Examen VWO 2019 tijdvak 1 vrijdag 17 mei 9.00-12.00 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk De Geo 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van hv - Docentenhandleiding 1 HV 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde Voorbeeld toetsen aardrijkskunde Afbuigers havo Gebieden en schaalniveaus 1. Uit een toespraak van de minister van financiën a. Welke schaalniveaus kun je uit de tekst van de minister halen? "Het gaat

Nadere informatie

Ontwerp Paper 2 Bijlage 4

Ontwerp Paper 2 Bijlage 4 Ontwerp Paper 2 Bijlage 4 Gijs Bos - 10137157 Utrecht, 130404 De volgende pagina s bevatten de opdrachten waarmee de leerlingen tijdens de workshops aan de slag gaan. Workshop atlasvaardigheden 1: Kaartselectie

Nadere informatie

Werkblad Meander Thema 1: Onderweg

Werkblad Meander Thema 1: Onderweg Werkblad Meander Thema 1: Onderweg 1.1 Vakantiebestemmingen Schrijf 1, 2, 3, 4, 5, en 6 1. De reis start in Nederland 2. België is klein, dat gaat snel 3. Frankrijk is groot, pffff.wat duurt het lang!!

Nadere informatie

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk De Geo 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 1 TH 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5 Tochttechnieken Cursus Bijlage cursus 5 Door: Maurits Westerik Jong Nederland De Lutte. December 2008 Inhoudsopgave 1. Kompas... 3 2. Kaarten... 4 3. Coördinaten... 5 4. Kruispeiling... 6 Jong Nederland,

Nadere informatie

Winterspelen in Vancouver, Canada

Winterspelen in Vancouver, Canada Winterspelen in Vancouver, Canada Van 12 tot en met 28 februari vinden de 21 e Olympische Winterspelen in Canada plaats. Nederland doet met verschillende sporten mee en maakt vooral kans op medailles bij

Nadere informatie

4 Het heelal 6. De zon. De aarde. Jupiter. De maan. Ons zonnestelsel. Mars. Mercurius Venus

4 Het heelal 6. De zon. De aarde. Jupiter. De maan. Ons zonnestelsel. Mars. Mercurius Venus Inhoud 4 Het heelal 6 De zon 10 8 De aarde De maan Jupiter 18 12 Ons zonnestelsel 14 15 16 Mars Mercurius Venus 22 Saturnus Verre planeten 24 Satellieten van het zonnestelsel 20 26 Planetoïden 27 Kometen

Nadere informatie

Leerdoelen. Wat is GPS? Na het uitwerken van deze werkbladen...

Leerdoelen. Wat is GPS? Na het uitwerken van deze werkbladen... Wiskunde en Cultuur 2-4 (vervangingsopdracht) Volkan Bugur (0871018) & Alejandra Figuera (0835166) Docent: S. Garst Datum: 2 juni 2014 Leerdoelen Na het uitwerken van deze werkbladen... weet je waar de

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP docentenmateriaal: 3 niveaus, incl. antwoorden Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP De toetsvragen staan gerangschikt

Nadere informatie

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Examen VWO 2016 tijdvak 1 donderdag 26 mei 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo

Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo OPDRACHTEN EXAMENPROGRAMMA FUNCTIE AFBEELDING 1. De afbeelding als motivator Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving

Nadere informatie

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar. Samenvatting door S. 1016 woorden 28 februari 2016 6,2 47 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde samenvatting H2: Nadeel tropische klimaten: het vocht, en de insecten/ziektes.

Nadere informatie

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk De Geo 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 1 TH 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade Chris Oxlade Chris Oxlade Anita Ganeri Anita Ganeri Boeken in deze serie e-book: 978-94-6175-825-5 gebonden versie: 978-90-5566-931-8 e-book: 978-94-6175-822-4 gebonden versie: 978-94-6175-285-7 e-book:

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK 5 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK 5 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Marc ter Horst, Jacques van der Pijl THEMA 4 thema 4 les 1 Wat eten

Nadere informatie

Drenthe Drenthe is de provincie waar de minste mensen op een vierkante kilometer wonen. In heel Drenthe wonen ongeveer mensen.

Drenthe Drenthe is de provincie waar de minste mensen op een vierkante kilometer wonen. In heel Drenthe wonen ongeveer mensen. Meander Samenvatting groep 6 Thema 3 De aarde beweegt Samenvatting Dag en nacht De aarde draait om haar as. De zon kan dus maar een helft van de aarde verlichten. Daardoor is het licht en donker, dag en

Nadere informatie

Atlasvaardigheden basisbosatlas

Atlasvaardigheden basisbosatlas banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres be27a44e45ff7ed43d44f850cbe6362fe6796097@magis.weredi21gv 13 september 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74289 Dit

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting

Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting Toets_Hfdst6_BevolkingEnRuimtelijkeInrichting Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:07 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15,

Nadere informatie

focusthema 2 1 Werkkatern 2 Wegwijs in mijn atlas en mijn land

focusthema 2 1 Werkkatern 2 Wegwijs in mijn atlas en mijn land 5e leerjaar 1 Werkkatern 2 Wegwijs in mijn atlas en mijn land Les 1 De atlas verkennen Naam: Klas: 1 Van foto naar kaart Opdracht 1 Bekijk de figuren 1 tot 5 op pagina 16 van het handboek. Vul aan met

Nadere informatie

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde.

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. 1-Maak een begrippenlijst van de rood gedrukte begrippen. 2-Wat zijn de drie elementen van weer en klimaat?

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Open vragen Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden

Nadere informatie

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN WERKBLAD Tijdlaag tot 1000 Thema: verdwenen rivieren en de Limes 1. Ligt landgoed De Haar binnen het projectgebied? o ja o nee 2. Wat is zavel? 3. Zet de woorden zand, zavel

Nadere informatie

aardrijkskunde vwo 2015-I

aardrijkskunde vwo 2015-I Aarde Opgave 3 Fjorden in Noorwegen Bestudeer de bronnen 1 en 2 die bij deze opgave horen. Gebruik de atlas. Noorwegen ligt vrijwel helemaal in het Scandinavisch Hoogland. Dit is een oud gebergte. In dit

Nadere informatie

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade Chris Oxlade Chris Oxlade Anita Ganeri Anita Ganeri Boeken in deze serie e-book: 978-94-6175-825-5 gebonden versie: 978-90-5566-931-8 e-book: 978-94-6175-822-4 gebonden versie: 978-94-6175-285-7 e-book:

Nadere informatie

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten.

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten. 0 1 Werkblad: Geografie van Europa. Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. -a-geef de landen van Europa allemaal een eigen kleurtje. (je mag dezelfde kleur vaker gebruiken) -b-zet

Nadere informatie

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde Voorbeeld toetsen aardrijkskunde Vwo doorstromers Lengte toets: 60 minuten 1. De lange adem van de geografie a. Figuur 1 Uiteenvallen Pangea. Ongeveer 200 miljoen jaar geleden begon het supercontinent

Nadere informatie

Noem de letters H t/m J en zeg welke oceaan het is. H = de Grote Oceaan (Stille Oceaan), I = de Atlantische Oceaan, J = de Indische Oceaan

Noem de letters H t/m J en zeg welke oceaan het is. H = de Grote Oceaan (Stille Oceaan), I = de Atlantische Oceaan, J = de Indische Oceaan Thuistopo. Noem de letters A t/m G en zeg welk werelddeel het is. A = Noord-Amerika, B = Europa, C = Azië, D = Zuid-Amerika, E = Afrika, F = Australië, G = Zuidpool/Antarctica Noem de letters H t/m J en

Nadere informatie

Kijk op kaarten! Titels in deze serie:

Kijk op kaarten! Titels in deze serie: Kijk op kaarten! Titels in deze serie: HB: 978-94-6175-096-9 EB: 978-94-6175-903-0 HB: 978-94-6175-095-2 EB: 978-94-6175-902-3 HB: 978-94-6175-094-5 EB: 978-94-6175-901-6 Over de schrijfster Melanie Waldron

Nadere informatie

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde HANDLEIDING THEMA 4 LES 3 6 Meander Aardrijkskunde 6 Thema 4 Streken en klimaten thema 4 Streken en klimaten les 1 les 2 les 3 les 4 72 VOORAF Vraag de kinderen naar buiten te kijken en laat een aantal

Nadere informatie

BZL WISKUNDE Naam: Klas:

BZL WISKUNDE Naam: Klas: BZL WISKUNDE Naam: Klas: Ruimtelijk Inzicht en driehoeksmeting in een Rechthoekige driehoek Doel van de taak Zelfstandig de geziene leerstof in verband met rechthoekige driehoeken gebruiken in het vlak

Nadere informatie

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2 X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN MAASVLAKTE 2 X De haven van Rotterdam x werd te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom

Nadere informatie

Drenthe Drenthe is de provincie waar de minste mensen op een vierkante kilometer wonen. In heel Drenthe wonen ongeveer mensen.

Drenthe Drenthe is de provincie waar de minste mensen op een vierkante kilometer wonen. In heel Drenthe wonen ongeveer mensen. Meander Samenvatting groep 6 Thema 3 De aarde beweegt Samenvatting Dag en nacht De aarde draait om haar as. De zon kan dus maar een helft van de aarde verlichten. Daardoor is het licht en donker, dag en

Nadere informatie