BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN"

Transcriptie

1 The European Agency for the Evaluation of Medicinal Products BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 7 Westferry Circus, Canary Wharf, London E14 4HB, UK Tel: ( ) Fax: ( ) E_Mail: mail@emea.eudra.org

2 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BeneFIX 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING BeneFIX 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat nominaal in elke injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie 250 IE nonacog alfa (recombinante coagulatiefactor IX). Wanneer het product gereconstitueerd is met de bijgeleverde 5 ml water voor injecties bevat het ongeveer 50 IE/ml nonacog alfa. De sterkte (IE) wordt bepaald door gebruik te maken van een in vitro eenfasig stollingsonderzoek tegen de Internationale Standaard van de Wereld-Gezondheidsorganisatie (WGO). De specifieke activiteit van BeneFIX bedraagt niet minder dan 240 IE/mg proteïne. BeneFIX bevat recombinante coagulatiefactor IX, (INN = nonacog alfa). Nonacog alfa is een gezuiverd proteïne dat 415 aminozuren in één enkele keten heeft. Het heeft een primaire opeenvolging van aminozuren die gelijk is aan de Ala 148 allelische vorm van de plasmaafgeleide factor IX en sommige post-translatorische veranderingen van de recombinantmolecule zijn verschillend van deze van de plasma-afgeleide molecule. Recombinante coagulatiefactor IX is een glycoproteïne dat wordt afgescheiden door genetisch gemodificeerde zoogdiercellen afgeleid van een Chinese hamster ovarium (CHO) cellijn. 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties BeneFIX is geïndiceerd voor het beheersen en het voorkomen van bloedingen en voor routine en heelkundige profylaxis bij voordien behandelde patiënten met hemofilie B (aangeboren coagulatiefactor IX deficiëntie of Christmas-ziekte). Een behandeling met BeneFIX kan worden uitgevoerd in aanwezigheid van een factor-ixinhibitor (neutraliserende antistof) van minder dan 5 Bethesda-eenheden, indien de patiënt klinisch blijft reageren met een stijging van factor IX die zich in de circulatie bevindt. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering De dosering en de duur van de behandeling hangen af van de ernst van de factor-ixdeficiëntie, van de locatie en de omvang van de bloedingen, van de klinische toestand en de leeftijd van de patiënt en van de recuperatie van factor IX bij de patiënt. Toegediende doses zouden moeten worden aangepast volgens de klinische respons van de patiënt en, indien klinisch aangewezen, ook volgens de recuperatieniveaus van de factor-ixactiviteit. 1

3 Om er zeker van te zijn dat het gewenste niveau van de factor-ix-activiteit werd bereikt, wordt een precieze controle met gebruik van de raming van de factor-ix-activiteit aangeraden. Om de dosis op de juiste wijze te kunnen aanpassen, moeten de doses worden berekend met inachtneming van de farmacokinetische parameters van de factor-ix-activiteit, zoals halveringstijd en recuperatie, en van de klinische toestand. 2

4 Een schatting van de vereiste dosis BeneFIX kan worden gebaseerd op de bevinding dat één eenheid factor-ix-activiteit per kg lichaamsgewicht verwacht wordt om het circulatieniveau van factor IX met gemiddeld 0,7 IE/dl te doen stijgen (gaande van 0,3 tot 1,4 IE/dl). De farmacokinetiek moet regelmatig worden gecontroleerd bij elke patiënt en de dosering moet overeenkomstig worden aangepast. De methode voor de berekening van de dosis wordt in de volgende voorbeelden geïllustreerd : aantal van factor IX = lichaamsgewicht x gewenste stijging x reciproque van vereiste IE (in kg) van factor IX waargenomen (%) recuperatie Als u bijvoorbeeld een gemiddelde stijging van 0,7 IE/dl van factor IX gebruikt, dan: aantal van factor IX = lichaamsgewicht x gewenste stijging x 1,4 IE/kg vereiste IE (in kg) van factor IX (%) De volgende tabel kan dienen als leidraad voor de dosering bij bloedingen en tijdens de operatie: Type bloeding Klein Ongecompliceerde hemartroses, oppervlakkige spieren of zacht weefsel. Middelmatig Intramusculair of zacht weefsel met spierscheiding slijmvliezen, tandextracties, of hematurie. Factor IX in de circulatie Vereiste activiteit (%) Interval tussen de doses (h) Duur van behandeling(d) Behandelen tot de bloeding stopt en de genezing begint; ongeveer 2 tot 7 dagen. Groot Pharynx, retropharynx, retroperitoneum, CZS, heelkunde. Bron: Roberts HR, Eberst ME. Current Management of Haemophilia B. Hematol Oncol Clin North Am 1993 ; 7 (6) : De hoeveelheid BeneFIX die moet worden toegediend alsook het aantal infusies, zal verschillen van patiënt tot patiënt en van de klinische situatie. 3

5 BeneFIX kan ook worden toegediend volgens een regelmatig schema (2-3 keer per week). De vereiste dosis moet voor elke patiënt worden getitreerd met inachtneming van de farmacokinetische gegevens en de klinische toestand van de patiënt. De initiële behandeling kan worden gestart met een benaderde dosis van IE/kg. Zelfs bij afwezigheid van een factor-ix-inhibitor werden de doses bij verschillende patiënten in klinische werkzaamheidsstudies verhoogd. In klinische studies verhoogden 57% van de patiënten hun doses als gevolg van recuperatie of om een voldoende therapeutische reactie te verkrijgen, of beide. 4

6 Sommige patiënten haalden een gemiddelde dosis van 50 IE/kg. Er moet dan ook een nauwkeurige controle van de factor-ix-plasma-activiteit en een berekening van de farmacokinetische parameters, zoals recuperatie en halveringstijd, worden uitgevoerd zoals klinisch geïndiceerd. Dit om de doses juist te kunnen aanpassen. Patiënten die BeneFIX gebruiken, moeten worden gecontroleerd op de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren. Indien de verwachte plasmaniveaus van de factor-ix-activiteit niet worden verkregen of indien de bloeding niet onder controle wordt gehouden met een aangepaste dosis, moeten biologische testen worden uitgevoerd om te kunnen bepalen of een factor-ix-inhibitor aanwezig is. Patiënten met inhibitoren De factor-ix-behandeling blijft doeltreffend bij patiënten die minder dan 5 Bethesdaeenheden (B.E.) factor-ix-inhibitoren (neutraliserende antistoffen) hebben ontwikkeld. De factor-ix-niveaus en inhibitor-titer moeten worden bepaald om een adequate substitutiebehandeling te verzekeren. Het controleren van bloedingen bij patiënten met hoge titer-inhibitoren, typisch boven 5 B.E., kan een uitgebreide factor-ix-infusietherapie vereisen, maar kan eventueel moeilijk uitvoerbaar zijn omwille van de zeer grote doses die nodig zijn om adequate factor-ix-niveaus te behouden. Indien geen hemostase kan worden bereikt met factor IX in de aanwezigheid van hoge titer-inhibitoren, moet het gebruik van (geactiveerd) protrombine complex concentraat (PCC) of geactiveerd factor-vii-preparaat worden overwogen. Deze behandelingen moeten worden uitgevoerd door artsen die ervaring hebben met het behandelen van patiënten met hemofilie B. Wijze van toediening De behandeling met BeneFIX moet worden gestart onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de behandeling van hemofilie B. BeneFIX wordt toegediend als intraveneuze infusie na reconstitutie van het gevriesdroogde poeder voor oplossing voor injectie met steriel water voor injecties. De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt. Aangezien het gebruik van BeneFIX in een continu infuus niet werd geëvalueerd, mag BeneFIX niet worden gemengd met infusie-oplossingen of worden toegediend in een continu infuus. BeneFIX moet worden toegediend tegen een lage infusiesnelheid. In de meeste gevallen was een infusiesnelheid van maximum 4 ml per minuut goed te verdragen. 4.3 Contra-indicaties BeneFIX kan gecontra-indiceerd zijn bij patiënten met een bekend verleden van overgevoeligheid voor hamsterproteïnen en andere bestanddelen van het preparaat. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Activiteit-neutraliserende antilichamen (inhibitoren) worden zeer zelden aangetroffen bij voordien behandelde patiënten (PTPs) die werden behandeld met producten die factor IX bevatten. Aangezien één voordien behandelde patiënt (PTP) gedurende klinische studies met BeneFIX een klinisch relevante inhibitor met een lage respons heeft ontwikkeld en aangezien 5

7 de ervaring over de antigeniciteit met recombinante factor IX nog steeds beperkt is, moeten patiënten die met BeneFIX worden behandeld, nauwkeurig worden gevolgd om de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren na te gaan die moet worden getitreerd in Bethesdaeenheden door gebruik te maken van de geschikte biologische testen. Tot nu toe zijn er nog geen resultaten bekend van lopende klinische studies met BeneFIX over de behandeling van patiënten die vroeger nog niet behandeld werden (Previously Untreated Patients, PUPs). 6

8 Zoals bij alle intraveneuze proteïneproducten kunnen allergische overgevoeligheidsreacties worden waargenomen. Patiënten moeten worden geïnformeerd over de vroege tekenen van overgevoeligheidsreacties zoals daar zijn: ademhalingsmoeilijkheden, kortademigheid, zwelling, urticaria, jeuk, beklemming van de borst, piepende en hijgende ademhaling, hypotensie en anafylaxie. Er werd gemeld dat patiënten die inhibitoren tegen factor IX ontwikkelen een verhoogd risico kunnen lopen van anafylaxie bij daaropvolgende nieuwe toediening van factor IX. Indien er zich allergische reacties of anafylactische reacties voordoen, moet de toediening van BeneFIX onmiddellijk worden stopgezet en moet een geschikte behandeling worden ingesteld. De huidige medische standaards voor noodbehandelingen moeten daarbij worden in acht genomen. Er zijn meldingen in de wetenschappelijke literatuur die een verband aantonen tussen het voorkomen van een factor-ix-inhibitor en allergische reacties. Patiënten die allergische reacties ondervinden moeten dan ook worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een inhibitor. Er moet worden opgemerkt dat patiënten met factor-ix-inhibitoren een verhoogd risico kunnen lopen op anafylaxie bij daaropvolgende nieuwe toediening van factor IX. Als gevolg van het risico van allergische reacties met factor-ix-concentraten moeten de initiële toedieningen van factor IX, volgens het oordeel van de behandelende arts, worden uitgevoerd onder medisch toezicht daar waar een geschikte medische verzorging voor allergische reacties kan worden aangeboden. De dosering moet worden aangepast overeenkomstig de farmacokinetiek van elke patiënt. Hoewel BeneFIX enkel factor IX bevat, moet het risico van trombose en verspreide intravasculaire coagulatie (VIC) worden erkend. Aangezien het gebruik van concentraten van factor-ix-complexen historisch werd geassocieerd met de ontwikkeling van tromboembolische complicaties, kan het gebruik van producten die factor IX bevatten mogelijk gevaarlijk zijn bij patiënten die tekenen vertonen van fibrinolyse of bij patiënten met een verspreide intravasculaire coagulatie (VIC). Gezien het potentiële risico op trombotische complicaties, moet een klinisch toezicht worden ingesteld voor het opsporen van vroege tekenen van trombotische coagulopathie en verbruikscoagulopathie met de geschikte biologische testen, bij de toediening van dit product aan patiënten met leverziektes, postoperatieve patiënten, pasgeborenen of patiënten die het risico lopen op trombotische verschijnselen of VIC. In elk van deze situaties moet het voordeel van een behandeling met BeneFIX worden afgewogen tegen het risico van deze complicaties. Indien gelijk welke reactie optreedt waarvan wordt gedacht dat zij samenhangt met de toediening van BeneFIX, moet de infusiesnelheid worden verminderd of moet de infusie worden stopgezet op geleide van de reactie van de patiënt. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er zijn geen formele studies met betrekking tot geneesmiddeleninteracties uitgevoerd met BeneFIX. 4.6 Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding Er werden geen studies i.v.m. voortplanting bij dieren en borstvoeding uitgevoerd met BeneFIX. Men weet niet of BeneFIX het voortplantingsvermogen kan aantasten of schade toebrengt aan de foetus wanneer het aan zwangere vrouwen wordt toegediend. BeneFIX mag 7

9 enkel aan zwangere vrouwen en aan vrouwen die borstvoeding geven worden toegediend als er een duidelijke indicatie voor bestaat. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen aanwijzingen dat BeneFIX de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken negatief beïnvloedt. 8

10 4.8 Bijwerkingen Ontwikkeling van inhibitoren tegen factor IX Overgevoeligheid of allergische reacties (waaronder o.a. angioedemen, brandend of branderig gevoel op de injectieplaats, koude rillingen, blozen, veralgemeende urticaria, urticaria, hypotensie, slaapzucht, misselijkheid, rusteloosheid, verhoogde hartfrequentie, beklemming van de borst, tintelingen, braken, piepende en hijgende ademhaling) werden slechts zelden waargenomen bij patiënten die werden behandeld met BeneFIX. In sommige gevallen hebben deze reacties zich ontwikkeld tot ernstige anafylaxie. Bij patiënten die werden behandeld met plasma-afgeleide (pa) FIX-producten hebben allergische reacties zich in sommige gevallen ontwikkeld tot ernstige anafylaxie en kwamen ze voor in nauwe tijdelijke samenhang met de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren. Als gevolg van het productieproces bevat BeneFIX opspoorbare hoeveelheden hamstercelproteïnen. Er kunnen zich overgevoeligheidsreacties voordoen. Indien er zich allergische/anafylactische reacties voordoen, moet de toediening van BeneFIX onmiddellijk worden stopgezet. De vereiste behandeling hangt af van de aard en de ernst van de bijwerking (zie ook 4.4). Er werd melding gemaakt van een nefrotisch syndroom na de toediening van hoge doses pafix voor immunotolerantie-inductie bij hemofilie-b-patiënten met factor-ix-inhibitoren en een voorgeschiedenis van allergische reacties. Ongemakken op de injectieplaats, veranderde smaakzin, brandend gevoel in kaak en schedel, ijlhoofdigheid, hoofdpijn, duizeligheid, droge hoest/niezen, koorts en phlebitis/cellulitis op de injectieplaats werden soms waargenomen bij patiënten die werden behandeld met BeneFIX. Twaalf dagen na de toediening van een dosis BeneFIX ter behandeling van een bloeding ontwikkelde één patiënt een nierinfarct. De relatie van het infarct tot de vroegere toediening van BeneFIX is onzeker. De patiënt werd verder behandeld met BeneFIX. Een klinisch relevante inhibitor met een lage respons werd ontdekt bij 1 van de 56 BeneFIX patiënten die eerder plasma-afgeleide producten hadden ontvangen. Deze patiënt kon verder worden behandeld met BeneFIX zonder anamnestische verhoging van inhibitoren of anafylaxis. Patiënten die worden behandeld met BeneFIX, moeten worden gevolgd om de ontwikkeling van inhibitoren na te gaan. 4.9 Overdosering In geval van een incidentele overdosering wordt de ontwikkeling van trombotische complicaties of verspreide intravasculaire coagulatie (VIC) versterkt bij risicopatiënten voor deze complicaties. Daarom moet er een bewaking worden uitgevoerd om de eerste tekenen van trombose en complicaties i.v.m. consumptie-coagulopathie op te sporen. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische groep : antihemorragische Bloed-Coagulatiefactor IX, ATC-code B02BD04 9

11 BeneFIX bevat recombinante coagulatiefactor IX, (nonacog alfa). Recombinante coagulatiefactor IX is een glycoproteïne bestaande uit één enkele keten met een benaderde moleculaire massa van Daltons. Het behoort tot de familie van de serine-proteasen van vitamine-k-afhankelijke coagulatiefactoren. Recombinante coagulatiefactor IX is een recombinant proteïne-geneesmiddel op basis van DNA, dat structurele en functionele eigenschappen bezit die vergelijkbaar zijn met de endogene factor IX. Factor IX wordt geactiveerd door het factor VII/weefselfactor-complex in de 10

12 extrinsieke baan alsook door factor XIa in de intrinsieke coagulatiebaan. De geactiveerde factor IX, in combinatie met de geactiveerde factor VIII, activeert factor X. Dit resulteert uiteindelijk in de conversie van protrombine in trombine. Trombine zet daarna fibrinogeen om in fibrine waardoor een klonter kan worden gevormd. De factor-ix-activiteit is afwezig of erg gereduceerd bij patiënten met hemofilie B en een substitutiebehandeling kan noodzakelijk zijn. Laboratoriumtests Tijdelijke correctie van de partiële tromboplastine tijd (PTT) werd waargenomen. Er werd geen effect waargenomen op de normale protrombine-tijd. 5.2 Farmacokinetische gegevens De infusie van BeneFIX bij 56 patiënten met hemofilie B heeft een in vitro recuperatie aangetoond die varieerde tussen 12 en 62 % (een gemiddelde van 33,6 +/- 10,2 %). Eén Internationale Eenheid BeneFIX toonde een gemiddelde stijging van 0,7 IE/dl (gaande van 0,3 tot 1,4 IE/dl) aan in het circulatieniveau van factor IX. De biologische halveringstijd varieerde tussen 10 en 38 uur (een gemiddelde van 19,5 +/- 5,0 uur). De recuperatie van rfix lag 30 % lager in vergelijking met de recuperatie van pafix. De farmacokinetische parameters van rfix werden eveneens bepaald, na enkelvoudige en meervoudige intraveneuze doses bij verschillende species. De farmacokinetische parameters die werden verkregen in vergelijkende studies met rfix en pafix waren gelijk aan deze die werden verkregen in menselijke studie. Structurele verschillen van de rfix-molecule in vergelijking met pafix lijken bij te dragen tot de verschillende recuperatie in vergelijking met pafix. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek BeneFIX werd in preklinische studies gebruikt om op een veilige en doeltreffende manier hemostase te herstellen. Alle farmacologische effecten van BeneFIX waargenomen in preklinische studies zijn consistent met de veilige toediening van het product aan patiënten. BeneFIX vertoont geen genotoxische eigenschappen. Er werden geen onderzoeken verricht naar carcinogeniteit, aantasting van de vruchtbaarheid en ontwikkeling van de foetus. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Poeder Sacharose Glycine L-Histidine Polysorbaat 80 Oplosmiddel Water voor injecties 11

13 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Bij afwezigheid van compatibiliteitsstudies mag dit geneesmiddel niet worden gemengd met andere geneesmiddelen. 12

14 6.3 Houdbaarheid 2 jaar De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag BeneFIX niet meer gebruiken na de vervaldatum die op het etiket staat vermeld. Invriezen moet worden vermeden om te voorkomen dat de injectieflacon met oplosmiddel beschadigd wordt. BeneFIX moet door de groothandelaar/apotheker constant in de koelkast worden bewaard bij een temperatuur van 2 C tot 8 C. De patiënt zelf moet BeneFIX ook constant in de koelkast bewaren bij een temperatuur van 2 C tot 8 C. Voor ambulant gebruik kan het product van deze bewaarvoorwaarden worden vrijgesteld en mag het gedurende één enkele periode van maximum 1 maand bij kamertemperatuur (maximum 25 C) worden bewaard. Op het einde van deze periode mag het product niet terug in de koelkast worden geplaatst. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Het verpakkingsafsluitsysteem voor de 250-IE-dosis BeneFIX, bestaat uit een USP Type I glazen injectieflacon van 10 ml, een rubberen dop met een buitendiameter van 20 mm en een flip-off krimpzegel met een diameter van 20 mm. Elke injectieflacon BeneFIX wordt geleverd met een injectieflacon steriel water voor injecties en de volgende toebehoren: - één naald met dubbel uiteinde - één filternaald - één mini-infusieset - één steriele wegwerpbare toedieningsspuit van 10 ml - twee alcoholdoekjes - twee pleisters 6.6 Instructies voor gebruik en verwerking, en aanwijzingen voor het afvoeren van niet-gebruik product en afgeleide afvalstoffen (indien van toepassing) Gedetailleerde instructies voor de bereiding en toediening zijn opgenomen in de Bijsluiter die bij BeneFIX wordt geleverd. Reconstitueer gevriesdroogd BeneFIX, poeder voor oplossing voor injectie, met het bijgeleverde oplosmiddel (water voor injecties) door gebruik te maken van de steriele transfernaald met dubbel uiteinde. Draai de injectieflacon voorzichtig rond totdat alle poeder is opgelost. Na reconstitutie wordt de oplossing doorheen de steriele filternaald (bijgeleverd) in een steriele wegwerpbare spuit geleid. De oplossing moet worden weggegooid indien er zichtbaar partikeltjes of verkleuring worden waargenomen. De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt. 13

15 Alle ongebruikte oplossingen, lege injectieflacons en gebruikte naalden en spuiten moeten op een geschikte manier worden weggegooid. Bewaar alle geneesmiddelen op een gepaste manier. Buiten het bereik en het zicht van kinderen houden. 14

16 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Genetics Institute of Europe, B.V. 8, rue de la Michodière F Paris Frankrijk 8. NUMMER IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER EU/1/97/047/ DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 27 augustus DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 15

17 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BeneFIX 500 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING BeneFIX 500 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat nominaal in elke injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie 500 IE nonacog alfa (recombinante coagulatiefactor IX). Wanneer het product gereconstitueerd is met de bijgeleverde 5 ml water voor injecties bevat het ongeveer 100 IE/ml nonacog alfa. De sterkte (IE) wordt bepaald door gebruik te maken van een in vitro eenfasig stollingsonderzoek tegen de Internationale Standaard van de Wereld-Gezondheidsorganisatie (WGO). De specifieke activiteit van BeneFIX bedraagt niet minder dan 240 IE/mg proteïne. BeneFIX bevat recombinante coagulatiefactor IX, (INN = nonacog alfa). Nonacog alfa is een gezuiverd proteïne dat 415 aminozuren in één enkele keten heeft. Het heeft een primaire opeenvolging van aminozuren die gelijk is aan de Ala 148 allelische vorm van de plasmaafgeleide factor IX en sommige post-translatorische veranderingen van de recombinantmolecule zijn verschillend van deze van de plasma-afgeleide molecule. Recombinante coagulatiefactor IX is een glycoproteïne dat wordt afgescheiden door genetisch gemodificeerde zoogdiercellen afgeleid van een Chinese hamster ovarium (CHO) cellijn. 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties BeneFIX is geïndiceerd voor het beheersen en het voorkomen van bloedingen en voor routine en heelkundige profylaxis bij voordien behandelde patiënten met hemofilie B (aangeboren coagulatiefactor IX deficiëntie of Christmas-ziekte). Een behandeling met BeneFIX kan worden uitgevoerd in aanwezigheid van een factor-ixinhibitor (neutraliserende antistof) van minder dan 5 Bethesda-eenheden, indien de patiënt klinisch blijft reageren met een stijging van factor IX die zich in de circulatie bevindt. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering De dosering en de duur van de behandeling hangen af van de ernst van de factor-ixdeficiëntie, van de locatie en de omvang van de bloedingen, van de klinische toestand en de leeftijd van de patiënt en van de recuperatie van factor IX bij de patiënt. 16

18 Toegediende doses zouden moeten worden aangepast volgens de klinische respons van de patiënt en, indien klinisch aangewezen, ook volgens de recuperatieniveaus van de factor-ixactiviteit. Om er zeker van te zijn dat het gewenste niveau van de factor-ix-activiteit werd bereikt, wordt een precieze controle met gebruik van de raming van de factor-ix-activiteit aangeraden. Om de dosis op de juiste wijze te kunnen aanpassen, moeten de doses worden berekend met inachtneming van de farmacokinetische parameters van de factor-ix-activiteit, zoals halveringstijd en recuperatie, en van de klinische toestand. 17

19 Een schatting van de vereiste dosis BeneFIX kan worden gebaseerd op de bevinding dat één eenheid factor-ix-activiteit per kg lichaamsgewicht verwacht wordt om het circulatieniveau van factor IX met gemiddeld 0,7 IE/dl te doen stijgen (gaande van 0,3 tot 1,4 IE/dl). De farmacokinetiek moet regelmatig worden gecontroleerd bij elke patiënt en de dosering moet overeenkomstig worden aangepast. De methode voor de berekening van de dosis wordt in de volgende voorbeelden geïllustreerd : aantal van factor IX = lichaamsgewicht x gewenste stijging x reciproque van vereiste IE (in kg) van factor IX waargenomen (%) recuperatie Als u bijvoorbeeld een gemiddelde stijging van 0,7 IE/dl van factor IX gebruikt, dan: aantal van factor IX = lichaamsgewicht x gewenste stijging x 1,4 IE/kg vereiste IE (in kg) van factor IX (%) De volgende tabel kan dienen als leidraad voor de dosering bij bloedingen en tijdens de operatie: Type bloeding Klein Ongecompliceerde hemartroses, oppervlakkige spieren of zacht weefsel. Middelmatig Intramusculair of zacht weefsel met spierscheiding slijmvliezen, tandextracties, of hematurie. Factor IX in de circulatie Vereiste activiteit (%) Interval tussen de doses (h) Duur van behandeling(d) Behandelen tot de bloeding stopt en de genezing begint; ongeveer 2 tot 7 dagen. Groot Pharynx, retropharynx, retroperitoneum, CZS, heelkunde. Bron: Roberts HR, Eberst ME. Current Management of Haemophilia B. Hematol Oncol Clin North Am 1993 ; 7 (6) :

20 De hoeveelheid BeneFIX die moet worden toegediend alsook het aantal infusies, zal verschillen van patiënt tot patiënt en van de klinische situatie. BeneFIX kan ook worden toegediend volgens een regelmatig schema (2-3 keer per week). De vereiste dosis moet voor elke patiënt worden getitreerd met inachtneming van de farmacokinetische gegevens en de klinische toestand van de patiënt. De initiële behandeling kan worden gestart met een benaderde dosis van IE/kg. Zelfs bij afwezigheid van een factor-ix-inhibitor werden de doses bij verschillende patiënten in klinische werkzaamheidsstudies verhoogd. In klinische studies verhoogden 57% van de patiënten hun doses als gevolg van recuperatie of om een voldoende therapeutische reactie te verkrijgen, of beide. 19

21 Sommige patiënten haalden een gemiddelde dosis van 50 IE/kg. Er moet dan ook een nauwkeurige controle van de factor-ix-plasma-activiteit en een berekening van de farmacokinetische parameters, zoals recuperatie en halveringstijd, worden uitgevoerd zoals klinisch geïndiceerd. Dit om de doses juist te kunnen aanpassen. Patiënten die BeneFIX gebruiken, moeten worden gecontroleerd op de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren. Indien de verwachte plasmaniveaus van de factor-ix-activiteit niet worden verkregen of indien de bloeding niet onder controle wordt gehouden met een aangepaste dosis, moeten biologische testen worden uitgevoerd om te kunnen bepalen of een factor-ix-inhibitor aanwezig is. Patiënten met inhibitoren De factor-ix-behandeling blijft doeltreffend bij patiënten die minder dan 5 Bethesdaeenheden (B.E.) factor-ix-inhibitoren (neutraliserende antistoffen) hebben ontwikkeld. De factor-ix-niveaus en inhibitor-titer moeten worden bepaald om een adequate substitutiebehandeling te verzekeren. Het controleren van bloedingen bij patiënten met hoge titer-inhibitoren, typisch boven 5 B.E., kan een uitgebreide factor-ix-infusietherapie vereisen, maar kan eventueel moeilijk uitvoerbaar zijn omwille van de zeer grote doses die nodig zijn om adequate factor-ix-niveaus te behouden. Indien geen hemostase kan worden bereikt met factor IX in de aanwezigheid van hoge titer-inhibitoren, moet het gebruik van (geactiveerd) protrombine complex concentraat (PCC) of geactiveerd factor-vii-preparaat worden overwogen. Deze behandelingen moeten worden uitgevoerd door artsen die ervaring hebben met het behandelen van patiënten met hemofilie B. Wijze van toediening De behandeling met BeneFIX moet worden gestart onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de behandeling van hemofilie B. BeneFIX wordt toegediend als intraveneuze infusie na reconstitutie van het gevriesdroogde poeder voor oplossing voor injectie met steriel water voor injecties. De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt. Aangezien het gebruik van BeneFIX in een continu infuus niet werd geëvalueerd, mag BeneFIX niet worden gemengd met infusie-oplossingen of worden toegediend in een continu infuus. BeneFIX moet worden toegediend tegen een lage infusiesnelheid. In de meeste gevallen was een infusiesnelheid van maximum 4 ml per minuut goed te verdragen. 4.3 Contra-indicaties BeneFIX kan gecontra-indiceerd zijn bij patiënten met een bekend verleden van overgevoeligheid voor hamsterproteïnen en andere bestanddelen van het preparaat. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Activiteit-neutraliserende antilichamen (inhibitoren) worden zeer zelden aangetroffen bij voordien behandelde patiënten (PTPs) die werden behandeld met producten die factor IX 20

22 bevatten. Aangezien één voordien behandelde patiënt (PTP) gedurende klinische studies met BeneFIX een klinisch relevante inhibitor met een lage respons heeft ontwikkeld en aangezien de ervaring over de antigeniciteit met recombinante factor IX nog steeds beperkt is, moeten patiënten die met BeneFIX worden behandeld, nauwkeurig worden gevolgd om de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren na te gaan die moet worden getitreerd in Bethesdaeenheden door gebruik te maken van de geschikte biologische testen. Tot nu toe zijn er nog geen resultaten bekend van lopende klinische studies met BeneFIX over de behandeling van patiënten die vroeger nog niet behandeld werden (Previously Untreated Patients, PUPs). 21

23 Zoals bij alle intraveneuze proteïneproducten kunnen allergische overgevoeligheidsreacties worden waargenomen. Patiënten moeten worden geïnformeerd over de vroege tekenen van overgevoeligheidsreacties zoals daar zijn: ademhalingsmoeilijkheden, kortademigheid, zwelling, urticaria, jeuk, beklemming van de borst, piepende en hijgende ademhaling, hypotensie en anafylaxie. Er werd gemeld dat patiënten die inhibitoren tegen factor IX ontwikkelen een verhoogd risico kunnen lopen van anafylaxie bij daaropvolgende nieuwe toediening van factor IX. Indien er zich allergische reacties of anafylactische reacties voordoen, moet de toediening van BeneFIX onmiddellijk worden stopgezet en moet een geschikte behandeling worden ingesteld. De huidige medische standaards voor noodbehandelingen moeten daarbij worden in acht genomen. Er zijn meldingen in de wetenschappelijke literatuur die een verband aantonen tussen het voorkomen van een factor-ix-inhibitor en allergische reacties. Patiënten die allergische reacties ondervinden moeten dan ook worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een inhibitor. Er moet worden opgemerkt dat patiënten met factor-ix-inhibitoren een verhoogd risico kunnen lopen op anafylaxie bij daaropvolgende nieuwe toediening van factor IX. Als gevolg van het risico van allergische reacties met factor-ix-concentraten moeten de initiële toedieningen van factor IX, volgens het oordeel van de behandelende arts, worden uitgevoerd onder medisch toezicht daar waar een geschikte medische verzorging voor allergische reacties kan worden aangeboden. De dosering moet worden aangepast overeenkomstig de farmacokinetiek van elke patiënt. Hoewel BeneFIX enkel factor IX bevat, moet het risico van trombose en verspreide intravasculaire coagulatie (VIC) worden erkend. Aangezien het gebruik van concentraten van factor-ix-complexen historisch werd geassocieerd met de ontwikkeling van tromboembolische complicaties, kan het gebruik van producten die factor IX bevatten mogelijk gevaarlijk zijn bij patiënten die tekenen vertonen van fibrinolyse of bij patiënten met een verspreide intravasculaire coagulatie (VIC). Gezien het potentiële risico op trombotische complicaties, moet een klinisch toezicht worden ingesteld voor het opsporen van vroege tekenen van trombotische coagulopathie en verbruikscoagulopathie met de geschikte biologische testen, bij de toediening van dit product aan patiënten met leverziektes, postoperatieve patiënten, pasgeborenen of patiënten die het risico lopen op trombotische verschijnselen of VIC. In elk van deze situaties moet het voordeel van een behandeling met BeneFIX worden afgewogen tegen het risico van deze complicaties. Indien gelijk welke reactie optreedt waarvan wordt gedacht dat zij samenhangt met de toediening van BeneFIX, moet de infusiesnelheid worden verminderd of moet de infusie worden stopgezet op geleide van de reactie van de patiënt. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er zijn geen formele studies met betrekking tot geneesmiddeleninteracties uitgevoerd met BeneFIX. 4.6 Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding 22

24 Er werden geen studies i.v.m. voortplanting bij dieren en borstvoeding uitgevoerd met BeneFIX. Men weet niet of BeneFIX het voortplantingsvermogen kan aantasten of schade toebrengt aan de foetus wanneer het aan zwangere vrouwen wordt toegediend. BeneFIX mag enkel aan zwangere vrouwen en aan vrouwen die borstvoeding geven worden toegediend als er een duidelijke indicatie voor bestaat. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen aanwijzingen dat BeneFIX de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken negatief beïnvloedt. 23

25 4.8 Bijwerkingen Ontwikkeling van inhibitoren tegen factor IX Overgevoeligheid of allergische reacties (waaronder o.a. angioedemen, brandend of branderig gevoel op de injectieplaats, koude rillingen, blozen, veralgemeende urticaria, urticaria, hypotensie, slaapzucht, misselijkheid, rusteloosheid, verhoogde hartfrequentie, beklemming van de borst, tintelingen, braken, piepende en hijgende ademhaling) werden slechts zelden waargenomen bij patiënten die werden behandeld met BeneFIX. In sommige gevallen hebben deze reacties zich ontwikkeld tot ernstige anafylaxie. Bij patiënten die werden behandeld met plasma-afgeleide (pa) FIX-producten hebben allergische reacties zich in sommige gevallen ontwikkeld tot ernstige anafylaxie en kwamen ze voor in nauwe tijdelijke samenhang met de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren. Als gevolg van het productieproces bevat BeneFIX opspoorbare hoeveelheden hamstercelproteïnen. Er kunnen zich overgevoeligheidsreacties voordoen. Indien er zich allergische/anafylactische reacties voordoen, moet de toediening van BeneFIX onmiddellijk worden stopgezet. De vereiste behandeling hangt af van de aard en de ernst van de bijwerking (zie ook 4.4). Er werd melding gemaakt van een nefrotisch syndroom na de toediening van hoge doses pafix voor immunotolerantie-inductie bij hemofilie-b-patiënten met factor-ix-inhibitoren en een voorgeschiedenis van allergische reacties. Ongemakken op de injectieplaats, veranderde smaakzin, brandend gevoel in kaak en schedel, ijlhoofdigheid, hoofdpijn, duizeligheid, droge hoest/niezen, koorts en phlebitis/cellulitis op de injectieplaats werden soms waargenomen bij patiënten die werden behandeld met BeneFIX. Twaalf dagen na de toediening van een dosis BeneFIX ter behandeling van een bloeding ontwikkelde één patiënt een nierinfarct. De relatie van het infarct tot de vroegere toediening van BeneFIX is onzeker. De patiënt werd verder behandeld met BeneFIX. Een klinisch relevante inhibitor met een lage respons werd ontdekt bij 1 van de 56 BeneFIX patiënten die eerder plasma-afgeleide producten hadden ontvangen. Deze patiënt kon verder worden behandeld met BeneFIX zonder anamnestische verhoging van inhibitoren of anafylaxis. Patiënten die worden behandeld met BeneFIX, moeten worden gevolgd om de ontwikkeling van inhibitoren na te gaan. 4.9 Overdosering In geval van een incidentele overdosering wordt de ontwikkeling van trombotische complicaties of verspreide intravasculaire coagulatie (VIC) versterkt bij risicopatiënten voor deze complicaties. Daarom moet er een bewaking worden uitgevoerd om de eerste tekenen van trombose en complicaties i.v.m. consumptie-coagulopathie op te sporen. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen 24

26 Farmacotherapeutische groep : antihemorragische Bloed-Coagulatiefactor IX, ATC-code B02BD04 BeneFIX bevat recombinante coagulatiefactor IX, (nonacog alfa). Recombinante coagulatiefactor IX is een glycoproteïne bestaande uit één enkele keten met een benaderde moleculaire massa van Daltons. Het behoort tot de familie van de serine-proteasen van vitamine-k-afhankelijke coagulatiefactoren. Recombinante coagulatiefactor IX is een recombinant proteïne-geneesmiddel op basis van DNA, dat structurele en functionele eigenschappen bezit die vergelijkbaar zijn met de endogene factor IX. Factor IX wordt geactiveerd door het factor VII/weefselfactor-complex in de 25

27 extrinsieke baan alsook door factor XIa in de intrinsieke coagulatiebaan. De geactiveerde factor IX, in combinatie met de geactiveerde factor VIII, activeert factor X. Dit resulteert uiteindelijk in de conversie van protrombine in trombine. Trombine zet daarna fibrinogeen om in fibrine waardoor een klonter kan worden gevormd. De factor-ix-activiteit is afwezig of erg gereduceerd bij patiënten met hemofilie B en een substitutiebehandeling kan noodzakelijk zijn. Laboratoriumtests Tijdelijke correctie van de partiële tromboplastine tijd (PTT) werd waargenomen. Er werd geen effect waargenomen op de normale protrombine-tijd. 5.2 Farmacokinetische gegevens De infusie van BeneFIX bij 56 patiënten met hemofilie B heeft een in vitro recuperatie aangetoond die varieerde tussen 12 en 62 % (een gemiddelde van 33,6 +/- 10,2 %). Eén Internationale Eenheid BeneFIX toonde een gemiddelde stijging van 0,7 IE/dl (gaande van 0,3 tot 1,4 IE/dl) aan in het circulatieniveau van factor IX. De biologische halveringstijd varieerde tussen 10 en 38 uur (een gemiddelde van 19,5 +/- 5,0 uur). De recuperatie van rfix lag 30 % lager in vergelijking met de recuperatie van pafix. De farmacokinetische parameters van rfix werden eveneens bepaald, na enkelvoudige en meervoudige intraveneuze doses bij verschillende species. De farmacokinetische parameters die werden verkregen in vergelijkende studies met rfix en pafix waren gelijk aan deze die werden verkregen in menselijke studie. Structurele verschillen van de rfix-molecule in vergelijking met pafix lijken bij te dragen tot de verschillende recuperatie in vergelijking met pafix. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek BeneFIX werd in preklinische studies gebruikt om op een veilige en doeltreffende manier hemostase te herstellen. Alle farmacologische effecten van BeneFIX waargenomen in preklinische studies zijn consistent met de veilige toediening van het product aan patiënten. BeneFIX vertoont geen genotoxische eigenschappen. Er werden geen onderzoeken verricht naar carcinogeniteit, aantasting van de vruchtbaarheid en ontwikkeling van de foetus. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Poeder Sacharose Glycine L-Histidine Polysorbaat 80 Oplosmiddel 26

28 Water voor injecties 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Bij afwezigheid van compatibiliteitsstudies mag dit geneesmiddel niet worden gemengd met andere geneesmiddelen. 27

29 6.3 Houdbaarheid 2 jaar De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag BeneFIX niet meer gebruiken na de vervaldatum die op het etiket staat vermeld. Invriezen moet worden vermeden om te voorkomen dat de injectieflacon met oplosmiddel beschadigd wordt. BeneFIX moet door de groothandelaar/apotheker constant in de koelkast worden bewaard bij een temperatuur van 2 C tot 8 C. De patiënt zelf moet BeneFIX ook constant in de koelkast bewaren bij een temperatuur van 2 C tot 8 C. Voor ambulant gebruik kan het product van deze bewaarvoorwaarden worden vrijgesteld en mag het gedurende één enkele periode van maximum 1 maand bij kamertemperatuur (maximum 25 C) worden bewaard. Op het einde van deze periode mag het product niet terug in de koelkast worden geplaatst. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Het verpakkingsafsluitsysteem voor de 500-IE-dosis BeneFIX, bestaat uit een USP Type I glazen injectieflacon van 10 ml, een rubberen dop met een buitendiameter van 20 mm en een flip-off krimpzegel met een diameter van 20 mm. Elke injectieflacon BeneFIX wordt geleverd met een injectieflacon steriel water voor injecties en de volgende toebehoren: - één naald met dubbel uiteinde - één filternaald - één mini-infusieset - één steriele wegwerpbare toedieningsspuit van 10 ml - twee alcoholdoekjes - twee pleisters 6.6 Instructies voor gebruik en verwerking, en aanwijzingen voor het afvoeren van niet-gebruik product en afgeleide afvalstoffen (indien van toepassing) Gedetailleerde instructies voor de bereiding en toediening zijn opgenomen in de Bijsluiter die bij BeneFIX wordt geleverd. Reconstitueer gevriesdroogd BeneFIX, poeder voor oplossing voor injectie, met het bijgeleverde oplosmiddel (water voor injecties) door gebruik te maken van de steriele transfernaald met dubbel uiteinde. Draai de injectieflacon voorzichtig rond totdat alle poeder is opgelost. Na reconstitutie wordt de oplossing doorheen de steriele filternaald (bijgeleverd) in een steriele wegwerpbare spuit geleid. De oplossing moet worden weggegooid indien er zichtbaar partikeltjes of verkleuring worden waargenomen. 28

30 De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt. Alle ongebruikte oplossingen, lege injectieflacons en gebruikte naalden en spuiten moeten op een geschikte manier worden weggegooid. Bewaar alle geneesmiddelen op een gepaste manier. Buiten het bereik en het zicht van kinderen houden. 29

31 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Genetics Institute of Europe, B.V. 8, rue de la Michodière F Paris Frankrijk 8. NUMMER IN HET COMMUNAUTAIRE GENEESMIDDELENREGISTER EU/1/97/047/ DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 27 augustus DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 30

32 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BeneFIX 1000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING BeneFIX 1000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat nominaal in elke injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie 1000 IE nonacog alfa (recombinante coagulatiefactor IX). Wanneer het product gereconstitueerd is met de bijgeleverde 10 ml water voor injecties bevat het ongeveer 100 IE/ml nonacog alfa. De sterkte (IE) wordt bepaald door gebruik te maken van een in vitro eenfasig stollingsonderzoek tegen de Internationale Standaard van de Wereld-Gezondheidsorganisatie (WGO). De specifieke activiteit van BeneFIX bedraagt niet minder dan 240 IE/mg proteïne. BeneFIX bevat recombinante coagulatiefactor IX, (INN = nonacog alfa). Nonacog alfa is een gezuiverd proteïne dat 415 aminozuren in één enkele keten heeft. Het heeft een primaire opeenvolging van aminozuren die gelijk is aan de Ala 148 allelische vorm van de plasmaafgeleide factor IX en sommige post-translatorische veranderingen van de recombinantmolecule zijn verschillend van deze van de plasma-afgeleide molecule. Recombinante coagulatiefactor IX is een glycoproteïne dat wordt afgescheiden door genetisch gemodificeerde zoogdiercellen afgeleid van een Chinese hamster ovarium (CHO) cellijn. 3. FARMACEUTISCHE VORM Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties BeneFIX is geïndiceerd voor het beheersen en het voorkomen van bloedingen en voor routine en heelkundige profylaxis bij voordien behandelde patiënten met hemofilie B (aangeboren coagulatiefactor IX deficiëntie of Christmas-ziekte). Een behandeling met BeneFIX kan worden uitgevoerd in aanwezigheid van een factor-ixinhibitor (neutraliserende antistof) van minder dan 5 Bethesda-eenheden, indien de patiënt klinisch blijft reageren met een stijging van factor IX die zich in de circulatie bevindt. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering De dosering en de duur van de behandeling hangen af van de ernst van de factor-ixdeficiëntie, van de locatie en de omvang van de bloedingen, van de klinische toestand en de leeftijd van de patiënt en van de recuperatie van factor IX bij de patiënt. Toegediende doses zouden moeten worden aangepast volgens de klinische respons van de patiënt en, indien klinisch aangewezen, ook volgens de recuperatieniveaus van de factor-ixactiviteit. 31

33 Om er zeker van te zijn dat het gewenste niveau van de factor-ix-activiteit werd bereikt, wordt een precieze controle met gebruik van de raming van de factor-ix-activiteit aangeraden. Om de dosis op de juiste wijze te kunnen aanpassen, moeten de doses worden berekend met inachtneming van de farmacokinetische parameters van de factor-ix-activiteit, zoals halveringstijd en recuperatie, en van de klinische toestand. 32

34 Een schatting van de vereiste dosis BeneFIX kan worden gebaseerd op de bevinding dat één eenheid factor-ix-activiteit per kg lichaamsgewicht verwacht wordt om het circulatieniveau van factor IX met gemiddeld 0,7 IE/dl te doen stijgen (gaande van 0,3 tot 1,4 IE/dl). De farmacokinetiek moet regelmatig worden gecontroleerd bij elke patiënt en de dosering moet overeenkomstig worden aangepast. De methode voor de berekening van de dosis wordt in de volgende voorbeelden geïllustreerd : aantal van factor IX = lichaamsgewicht x gewenste stijging x reciproque van vereiste IE (in kg) van factor IX waargenomen (%) recuperatie Als u bijvoorbeeld een gemiddelde stijging van 0,7 IE/dl van factor IX gebruikt, dan: aantal van factor IX = lichaamsgewicht x gewenste stijging x 1,4 IE/kg vereiste IE (in kg) van factor IX (%) De volgende tabel kan dienen als leidraad voor de dosering bij bloedingen en tijdens de operatie: Type bloeding Klein Ongecompliceerde hemartroses, oppervlakkige spieren of zacht weefsel. Middelmatig Intramusculair of zacht weefsel met spierscheiding slijmvliezen, tandextracties, of hematurie. Factor IX in de circulatie Vereiste activiteit (%) Interval tussen de doses (h) Duur van behandeling(d) Behandelen tot de bloeding stopt en de genezing begint; ongeveer 2 tot 7 dagen. Groot Pharynx, retropharynx, retroperitoneum, CZS, heelkunde. Bron: Roberts HR, Eberst ME. Current Management of Haemophilia B. Hematol Oncol Clin North Am 1993 ; 7 (6) : De hoeveelheid BeneFIX die moet worden toegediend alsook het aantal infusies, zal verschillen van patiënt tot patiënt en van de klinische situatie. 33

35 BeneFIX kan ook worden toegediend volgens een regelmatig schema (2-3 keer per week). De vereiste dosis moet voor elke patiënt worden getitreerd met inachtneming van de farmacokinetische gegevens en de klinische toestand van de patiënt. De initiële behandeling kan worden gestart met een benaderde dosis van IE/kg. Zelfs bij afwezigheid van een factor-ix-inhibitor werden de doses bij verschillende patiënten in klinische werkzaamheidsstudies verhoogd. In klinische studies verhoogden 57% van de patiënten hun doses als gevolg van recuperatie of om een voldoende therapeutische reactie te verkrijgen, of beide. 34

36 Sommige patiënten haalden een gemiddelde dosis van 50 IE/kg. Er moet dan ook een nauwkeurige controle van de factor-ix-plasma-activiteit en een berekening van de farmacokinetische parameters, zoals recuperatie en halveringstijd, worden uitgevoerd zoals klinisch geïndiceerd. Dit om de doses juist te kunnen aanpassen. Patiënten die BeneFIX gebruiken, moeten worden gecontroleerd op de ontwikkeling van factor-ix-inhibitoren. Indien de verwachte plasmaniveaus van de factor-ix-activiteit niet worden verkregen of indien de bloeding niet onder controle wordt gehouden met een aangepaste dosis, moeten biologische testen worden uitgevoerd om te kunnen bepalen of een factor-ix-inhibitor aanwezig is. Patiënten met inhibitoren De factor-ix-behandeling blijft doeltreffend bij patiënten die minder dan 5 Bethesdaeenheden (B.E.) factor-ix-inhibitoren (neutraliserende antistoffen) hebben ontwikkeld. De factor-ix-niveaus en inhibitor-titer moeten worden bepaald om een adequate substitutiebehandeling te verzekeren. Het controleren van bloedingen bij patiënten met hoge titer-inhibitoren, typisch boven 5 B.E., kan een uitgebreide factor-ix-infusietherapie vereisen, maar kan eventueel moeilijk uitvoerbaar zijn omwille van de zeer grote doses die nodig zijn om adequate factor-ix-niveaus te behouden. Indien geen hemostase kan worden bereikt met factor IX in de aanwezigheid van hoge titer-inhibitoren, moet het gebruik van (geactiveerd) protrombine complex concentraat (PCC) of geactiveerd factor-vii-preparaat worden overwogen. Deze behandelingen moeten worden uitgevoerd door artsen die ervaring hebben met het behandelen van patiënten met hemofilie B. Wijze van toediening De behandeling met BeneFIX moet worden gestart onder toezicht van een arts die ervaring heeft met de behandeling van hemofilie B. BeneFIX wordt toegediend als intraveneuze infusie na reconstitutie van het gevriesdroogde poeder voor oplossing voor injectie met steriel water voor injecties. De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk of binnen de 3 uur worden gebruikt. Aangezien het gebruik van BeneFIX in een continu infuus niet werd geëvalueerd, mag BeneFIX niet worden gemengd met infusie-oplossingen of worden toegediend in een continu infuus. BeneFIX moet worden toegediend tegen een lage infusiesnelheid. In de meeste gevallen was een infusiesnelheid van maximum 4 ml per minuut goed te verdragen. 4.3 Contra-indicaties BeneFIX kan gecontra-indiceerd zijn bij patiënten met een bekend verleden van overgevoeligheid voor hamsterproteïnen en andere bestanddelen van het preparaat. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Activiteit-neutraliserende antilichamen (inhibitoren) worden zeer zelden aangetroffen bij voordien behandelde patiënten (PTPs) die werden behandeld met producten die factor IX bevatten. Aangezien één voordien behandelde patiënt (PTP) gedurende klinische studies met BeneFIX een klinisch relevante inhibitor met een lage respons heeft ontwikkeld en aangezien 35

Bijsluiter. BeneFIX 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nonacog alfa (recombinante coagulatiefactor IX)

Bijsluiter. BeneFIX 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nonacog alfa (recombinante coagulatiefactor IX) B. BIJSLUITER 1 Bijsluiter Naam van het geneesmiddel BeneFIX 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Nonacog alfa (recombinante coagulatiefactor IX) Werkzame bestanddelen en hulpstoffen

Nadere informatie

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik.

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Water voor injecties 100 g Per 100 ml oplosmiddel

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam)

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Typherix, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Tyfus polysaccharidevaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis vaccin à 0,5 ml bevat: Vi-polysaccharide

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplosmiddel

Nadere informatie

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde: 1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet bevat: Amylmetacresol 0,60 mg 2,

Nadere informatie

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Calcipotriol 50 microgram/g PCH,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zalf: calcipotriol 50 microgram per gram. Hulpstoffen:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Broncho-Pectoralis Carbocisteïne 250mg/5ml siroop 5% Carbocisteïne (m/v) 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Carbocisteïne

Nadere informatie

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie. Thymoseptine 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Thymoseptine siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 5 ml siroop bevat 750 mg vloeibaar extract (1:1) van Thymus vulgaris L., herba (tijm). Oplosmiddel

Nadere informatie

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4 Bijsluiter 1/4 ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE. Humaan plasma antitrombine III-concentraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml oplossing

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref ) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref. 14.03.2014) 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Antistax Forte filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet bevat 360

Nadere informatie

BETAMINE 474,5 mg dragees

BETAMINE 474,5 mg dragees BETAMINE 474,5 mg dragees BETAMINE NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BETAMINE 474,5 mg omhulde tabletten (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke omhulde

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX 1 B. BIJSLUITER 2 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

Samenvatting van de Kenmerken van het Product

Samenvatting van de Kenmerken van het Product 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Vitalipid Novum Adult, concentraat voor oplossing voor infusie Vitalipid Novum Infant, concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, thiaminehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BIFITERAL siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml Bifiteral siroop bevatten 66,7 g lactulose galactose lactose epilactose

Nadere informatie

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GHRH Ferring 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 66,7 µg somatorelineacetaat,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL trianal vitis caps harde capsules 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke harde capsule bevat 300 mg Vitis vinifera L., folium

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 20% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 30% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose

Nadere informatie

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik 100.000 E/ml 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose EG 10 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING : Lactulose 670 mg/ml Lactulose EG 10 g, poeder voor

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Cluvot 250 IE Cluvot 1250 IE Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie of infusie. Humane plasmastollingsfactor XIII-concentraat Dit geneesmiddel is onderworpen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL suspensie voor injectie voor konijnen (1 dosis). concentraat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor konijnen (verpakking

Nadere informatie

Baxter S.A. Water voor Injecties (Viaflo) Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Baxter S.A. Water voor Injecties (Viaflo) Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor Injecties Viaflo, oplosmiddel voor parenteraal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zak bevat 100

Nadere informatie

De verpakking bevat een oplossing die klaar is voor gebruik. De oplossing in de voorgevulde spuit is klaar voor injectie.

De verpakking bevat een oplossing die klaar is voor gebruik. De oplossing in de voorgevulde spuit is klaar voor injectie. HYALGAN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hyalgan 20 mg/2 ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natrium hyaluronaat (Hyalectin) 20 mg/ 2 ml. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing

Nadere informatie

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Opticrom, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml Opticrom Unit Dose, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Endekay 0,4 % ThixotropeFluogel 0,4% met mintsmaak 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat het werkzame bestanddeel 0,4% fluoride

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hirudoid 300 mg/100 g crème Hirudoid 300 mg/100 g gel 2. KWALITATIVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat

Nadere informatie

CERULYX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

CERULYX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS CERULYX SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CERULYX 4,55% oordruppels, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Xyleen mengsel van isomeren: Xylol: 455mg/10ml

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Oculo-Heel; Oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Oculo-Heel bevat per monodosis van 0,45 ml

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL GESTAVET 3000 poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie voor varkens. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Liophilisaat

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BRONCHO-VAXOM Kinderen, capsules, hard BRONCHO-VAXOM Volwassenen, capsules, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING BRONCHO-VAXOM

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ferrum-Homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing bevat:

Nadere informatie

Summary of the Product Characteristics

Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1 Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend

Nadere informatie

Recombinate 250 IE/5 ml IE/5 ml IE/5 ml Bijsluiter 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Recombinate 250 IE/5 ml IE/5 ml IE/5 ml Bijsluiter 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Bijsluiter 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Recombinate 250 IE/5 ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Recombinate 500 IE/5 ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL ANTI-TETANUSSERUM 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Kwalitatief is een gezuiverd gemengd antiserum bekomen van

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET MEDISCH PRODUCT BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 pastille bevat: 51,1 mg

Nadere informatie

Canestene Intim 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

Canestene Intim 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS Canestene Intim 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Canestene Intim 1% crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame stof: Clotrimazole 1% Hulpstof(fen) met bekend effect: Cetylstearylalcohol

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Endekay 0,4 % Thixotrope Fluogel 0,4% met fruitsmaak 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat het werkzame bestanddeel 0,4%

Nadere informatie

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11 ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actieve bestanddelen:

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nux vomica-homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Zaditen 0,25 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén ml bevat 0,345 mg ketotifenfumaraat, wat

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN 1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Pentofel 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 1 ml : Actieve bestanddelen Geïnactiveerd kattenziekte

Nadere informatie

LACTULOSE KELA 500ML FLES

LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose Kela vloeistof voor oraal gebruik (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving MAAGDARMKANAAL EN STOFWISSELING LAXANTIA

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. WILFACTIN 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. WILFACTIN 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Page 1 of 9 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL WILFACTIN 100 IE/ml, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Humane

Nadere informatie

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten Strepsils Sinaasappel & Vitamine C bij beginnende

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL emulsie voor injectie voor varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 2 ml bevat: Werkzaam bestanddeel:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL suspensie voor injectie voor varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosering (2 ml): Werkzaam bestanddeel: Actinobacillus

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Nonafact

Nadere informatie

Addiphos Samenvatting van Product Kenmerken

Addiphos Samenvatting van Product Kenmerken Samenvatting van Product Kenmerken 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Addiphos 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ml Addiphos bevat: Monokaliumfosfaat Dinatriumfosfaat 2H20 Kaliumhydroxide 170,1

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik, bevat E nystatine per ml.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik, bevat E nystatine per ml. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik 100.000 E/ml 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik, bevat 100.000 E nystatine

Nadere informatie

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2015/REG NL 8652/zaak 458188 3 BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2015/REG NL 8652/zaak 458188 4 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL MAMYZIN, poeder voor suspensie voor injectie voor runderen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS 2%, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20 mg povidon (polyvinylpyrrolidon).

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Varkensfollitropine : 500 µg Varkenslutropine : 100

Nadere informatie

Package leaflet

Package leaflet CF 100 mg/ml, injectievloeistof RVG 50810 1.3.1.3 Package leaflet 1.3.1.3-1 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker CF 100 mg/ml, injectievloeistof Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 / 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Hedera, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml siroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 5,4 mg extract

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Cystoforce blaasformule 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml [ 0,955 g] A.Vogel Cystoforce blaasformule bevat: 715

Nadere informatie

Oplossing voor injectie. Het diergeneesmiddel moet helder tot opaalachtig zijn zonder zichtbare deeltjes.

Oplossing voor injectie. Het diergeneesmiddel moet helder tot opaalachtig zijn zonder zichtbare deeltjes. 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CYTOPOINT 10 mg oplossing voor injectie voor honden CYTOPOINT 20 mg oplossing voor injectie voor honden CYTOPOINT 30 mg oplossing voor injectie voor honden CYTOPOINT 40

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN November 2015 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL LACTEOL 170 mg, capsule 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING - Lactobacillus acidophilus, geïnactiveerd... 5x10

Nadere informatie

In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2009/REG NL 3718/zaak 132285 In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Alfasan Nederland B.V. te WOERDEN d.d. 9 december 2009 tot wijziging van

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ADVATE 250 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Octocog alfa

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Virbagen Omega 5 ME voor honden Virbagen Omega 10 ME voor honden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING FLACON

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Addaven concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GAVISCON anijs, suspensie GAVISCON pepermunt, suspensie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natriumalginaat 500 mg/10 ml Natriumbicarbonaat

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Neurexan; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Avena sativa D2 0,6 mg Coffea cruda

Nadere informatie

Influvac 2011/2012, suspensie voor injectie 0,5 ml (influenza vaccin, oppervlakte antigeen, geïnactiveerd).

Influvac 2011/2012, suspensie voor injectie 0,5 ml (influenza vaccin, oppervlakte antigeen, geïnactiveerd). 1.3.1 Summary of Product Characteristics, Influvac 2011/2012 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Influvac 2011/2012, suspensie voor injectie 0,5 ml (influenza vaccin, oppervlakte antigeen, geïnactiveerd). 2.

Nadere informatie

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Natrium cromoglicaat 20 mg per ml.

Nadere informatie

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Natriumcromoglicaat oogdruppels 20 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat

Nadere informatie

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT - 1 - SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. BENAMING Uro-Vaxom 6 mg, harde capsules. 2. SAMENSTELLING 1 capsule bevat 60 mg x-om-89 lyofilisaat overeenkomend met 6 mg E. coli extract. Voor een

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Proteq West Nile suspensie voor injectie voor paarden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van 1 ml

Nadere informatie

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Norit 200, capsules 200 mg, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De capsule bevat 200

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Syncrostim 500 IU, lyofilisaat en oplosmiddel voor oplossing voor injectie voor runderen en schapen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Corsodyl mondspoeling, oplossing voor oromucosaal gebruik 2 mg/ml. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat 0,2% m/v ( = 2

Nadere informatie

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MEDIAVEN 10 mg, tabletten MEDIAVEN FORTE 30 mg, filmomhulde tabletten (Naftazon) 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING - Actief bestanddeel: MEDIAVEN

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Pagina 1 van 5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Solutio Aluminii Aceto-Tartratis Conforma, oplossing voor cutaan gebruik Synoniem: Burowoplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Nonafact

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL

1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL BOVALTO Respi 3 suspensie voor injectie voor runderen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een dosis (2 ml) bevat: Werkzame

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. BeneFIX 3000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. BeneFIX 3000 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Product BENEFIX poeder en oplossing voor injectie Farmaceutisch bedrijf (PFIZER) Bijsluiter: informatie voor de gebruiker BeneFIX 250 IE poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie BeneFIX 500 IE

Nadere informatie

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Strepsils Aardbei Suikervrij bij beginnende keelpijn, zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Amylmetacresol 0,6 mg en 2,4-dichloorbenzylalcohol 1,2 mg

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL SELSUN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SELSUN bevat 25 mg seleniumsulfide per ml. Voor een volledige lijst van hulpstoffen: zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE

Nadere informatie

BIJSLUITER :INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER :INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER BIJSLUITER :INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Wilate 450, 450 IE FVIII en 400 IE VWF, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Wilate 900, 900 IE FVIII en 800 IE VWF, poeder en oplosmiddel voor

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hepeel; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Colocynthis D6 90 mg Veratrum album

Nadere informatie

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine HCl Teva 1 mg/ml bevat 1 mg noscapinehydrochloride

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DURATEARS oogzalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dit geneesmiddel bevat geen werkzame stoffen. Hulpstof met gekend effect: 1 g oogzalf bevat 30 mg lanoline.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN l. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Minims Tetracaïnehydrochloride 5 mg/ml, oogdruppels, oplossing. Minims Tetracaïnehydrochloride 10 mg/ml, oogdruppels, oplossing. 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk:

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk: 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mitosyl 200mg/g 270mg/g, zalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Visleverolie 200 mg Zinkoxide 270 mg ad 1 g. Hulpstoffen met bekend effect: butylhydroxyanisol

Nadere informatie

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA MODULE 1.3.1.1 APPLICATION FORM SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA Regulatory Affairs February 2017 Page 1 of 6 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis van

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL FLAMMAZINE 1% Crème 50 g 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zilversulfadiazine 1 g per 100 g crème. Voor hulpstoffen:

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de Productkenmerken Samenvatting van de Productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dimeticon 4% g/g Voor een volledige lijst van

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Natriumdocusaat 0,12

Nadere informatie

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5 Deel IB1 1/5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING g/l L-Isoleucine 6,70 L-Leucine 10,0 L-Valine 7,60 L-Lysine 11,0 L-Methionine 2,40 L-Fenylalanine 4,20 L-Treonine

Nadere informatie