Naam: Nicole Bruin Profiel: Natuur & Gezondheid Vakken: Natuurkunde School: Het Hogeland College Warffum Klas: H5a Docent: Meneer Bouwman Datum: 11

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naam: Nicole Bruin Profiel: Natuur & Gezondheid Vakken: Natuurkunde School: Het Hogeland College Warffum Klas: H5a Docent: Meneer Bouwman Datum: 11"

Transcriptie

1 Naam: Profiel: Natuur & Gezondheid Vakken: Natuurkunde School: Het Hogeland College Warffum Klas: H5a Docent: Meneer Bouwman Datum: 11 December 11

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1:Verandering van het ijs en de ijshallen De geschiedenis van kunstijsbanen Met dak of zonder dak? Hoe word ijs nu gemaakt Omstandigheden die gelijk zijn gebleven 7 Hoofdstuk 2:De schaatskleding ook belangrijk Schaatskleding vroeger Schaatspakken, strips en aerodynamica Belangrijk Experiment aerodynamica 10 Hoofdstuk 3:De klapschaats Ontwikkeling van de schaats De klapschaats Maximale vermogen Experiment eigen gemaakt klapschaats 24 Hoofdstuk 4:Training en technieken Training vroeger Techniek vroeger Training nu 29 Hoofdstuk 5: Nieuwe uitvindingen De duo schaats De peakskate 34 Samenvatting 36 Literatuurlijst 37 Bijlagen 38 - Logboek 38 - Plan van aanpak 43 Pagina 2

3 Inleiding Profielwerkstuk: Verbetering schaatsprestaties Vanaf de Olympische winterspelen in Nagano kijk ik als schaatsen, omdat Marianne Timmer daar twee maal goud pakte werd zij mijn grote voorbeeld. Toen ik zes was ben ik zelf gaan schaatsen en me elk jaar weer verder gaan verdiepen in hoe je sneller kunt schaatsen. Nu ik een onderwerp voor mijn profielwerkstuk moest kiezen was dit ook heel makkelijk. De verbetering van de schaatsprestaties. Ik ben begonnen met te bekijken hoe snel Ard Schenk reed op de 1500m en het wereld record nu van Shani Davis op de 1500m. Hier zit een groot verschil in kwam ik achter. Ard Schenk reed in het jaar 1971 op de ijsbaan van Davos een tijd van Het wereld record van Shani Davis staat van het jaar 2009 op de ijsbaan in Salt Lake City dit is een tijd van Dit is ongeveer 17 seconde sneller in 38 jaar. Dit vind ik een groot verschil, omdat je ziet dat professionele schaatsers zich niet zo snel verbeteren en er dus niet elk jaar een record verbroken word. Nu was mijn hoofdvraag ook waarom word er tegenwoordig harder geschaatst dan in Nu leek het antwoord hierop heel gemakkelijk, de klapschaats. Maar met de klapschaats alleen schaats je niet zomaar 17 seconde sneller. Daarom heb ik meerdere factoren bekeken, zoals de ijsbanen, training en techniek, kleding, de klapschaats natuurlijk en nog nieuwe uitvindingen. 3

4 Hoofdstuk 1: Verandering van het ijs en de ijshallen. Iedereen weet dat bij het schaatsen de ijsvloer heel belangrijk is. Dit is ook een veel besproken iets onder de schaatsers. Maar wat is er allemaal aan veranderd en valt er nog veel nieuws aan te veranderen. Dit ga ik bespreken in dit hoofdstuk. 1.1 De geschiedenis van de kunstijsbanen. De eerste kunstijsbaan was in Engeland. Dit was al begin 19 e eeuw, echter was dit niet zoals we nu gewend zijn een rondje van 400m maar een klein ijsoppervlak. Dit was niet echt ijs maar een zout oplossing of een chemisch mengsel wat een beetje op ijs leek. Hierna werd er bedacht dat er een koelsysteem moest komen om ijs te kunnen maken. Er zijn in de volgende jaren dan ook veel verschillende dingen bedacht en uitgetest. Meneer John Gorrie was een Amerikaanse arts/natuurkundige en kreeg in 1851 patent op zijn ijsmachine. Wanneer hij zijn patiënten met koorts moest behandelen, hadden zij een koele ruimte nodig. Dit was echter op warme plekken niet altijd te realiseren, daarom bedacht Gorrie een koelsysteem waarmee die dit wel kon realiseren. Hij bouwde een compressiekoelmachine werkend op lucht die in een bassin bij - 7 C ijs kan produceren. Snel na Gorrie zijn uitvinding kregen de Engelsen grote belangstelling bij een koelsysteem. Rankine beschrijft in 1852 een openkoelsysteem die woningen in de tropen kon koelen. Ook verder in europa verschenen er verschillende koelsystemen. De Duitser Linde heeft ammoniak (NH3) als koelmiddel gebruikt, terwijl de Zwitser Raoul Pictet een machine die werkt op het zeer giftige zwaveloxide (SO2). Dit was allemaal rond het jaar In 1876 bedacht de Engelse Dr. John Gamnee dat je afgekoelde glycerine door een net van elliptische koperen buizen kon laten stromen om het te laten afkoelen. Deze glycerine werd afgekoeld en koel gehouden door het systeem van Raoul pictet. Deze eerste echte kunstijsbaan lag in Chelsea en was de eerste ter wereld. De wetenschap had dus al vrij vroeg bedacht hoe het principe van een kunstijsbaan maken in elkaar zat. Het principe van buizen onder de ijsvloer liggen en daar een koelvloeistof door rondpompen word nog steeds gebruikt. 4

5 In Nederland kwam dit echter vrij langzaam op gang. In 1934 kwam de eerste kunstijsbaan in Nederland. Dit was in Amsterdam, waar ze een ijsbaan maakte door weer buizen neer te leggen en vloeistof rond te pompen zoals het idee van Raoul pictet. De ijsbaan in Amsterdam was 60 X 40 meter, hier vonden de eerste trainingen op kunstijs van de Nederlandse schaatsers plaats. Voordat er 400 meter banen kwamen verstreken er een heel aantal jaren, dit kwam omdat het heel duur en moeilijk vanwege het grote oppervlak. Er werden toen al wel veel wedstrijden gereden en records gebroken op officiële afstanden. Dit werd dan allemaal gedaan op echt natuurijs. Zonder chemische stofjes en andere technieken. In de jaren 80 werden er nog steeds wedstrijden op natuurijs gereden. In Göteborg, Zweden werd in 1958 het wk voetbal gehouden. Hiervoor was een prachtig stadion aangelegd. Het Nya Ullevi stadion, dit stadion was echter niet alleen geschikt voor voetbal maar ook voor atletiek en schaatsen. Op de 400m atletiek baan werden stalen verzinken koelbuizen van ca 90 km lang gelegd en daar werd ijs op gemaakt. In 1959 vond hier dan ook het eerste ek op kunstijs plaats. Er kwamen maar liefst toeschouwers naar deze wedstrijd, omdat het zo bijzonder was dat je een wedstrijd kon rijden op kunstijs. Door de 90 km lange koelbuizen in het Nya Ullevi stadion werd pekel van 10 graden gepompt. Deze pekel werd afgekoeld met behulp van een compressie koelsysteem. In 1971 heeft Ard Schenk hier een wereld record gereden van Dit was het jaar wat ik wilde vergelijken met de tijden van nu. Hier houd dus voor mijn onderzoek ook de geschiedenis van de ijsbanen op. 1.2 Met dak of zonder dak? Vroeger werd er vooral buiten geschaatst en iedereen weet dat ze op buiten ijs langzamer gingen dan op binnen ijs. Waarom is dit eigenlijk zo? Dus de grootste vooruitgang op de ijsbanen van vroeger is dat vrijwel alle ijsbanen waar internationale wedstrijden worden gereden overkapte banen zijn. Hier worden dan ook veel snellere tijden gereden dan op de open ijsbanen, zelfs wanneer er buiten ideale omstandigheden zijn windstil, droge lucht en licht vriezend weer. Toch is de ijswrijving kracht van binnen banen niet lager dan die van buitenbanen met goede omstandigheden. De mogelijke oorzaak hiervoor is dat wanneer de omstandigheden buiten goed zijn er een hoge luchtdruk is, terwijl de snelste tijden binnen gereden worden met een lage luchtdruk. 5

6 Er is nog een tweede verklaring en dat is dat op een binnenijsbaan de schaatsers zelf de onderste luchtlaag in beweging brengen. De schaatsers gaan allemaal dezelfde kant op dus krijgen ze een beetje wind mee. Deze opgewekte wind is ongeveer 0,1 m/s en kan op de 10 km wel 6 seconde opleveren. Natuurlijk is er buiten altijd wel wind, en dus ook tegenwind. De invloed van deze tegenwind is altijd groter dan die van de meewind. Dit komt omdat de wrijvingskracht afhangt van het kwadraat van de snelheid ten opzichte van de wind. Als een schaatser met een constante snelheid van 10 m/s schaatst en een kracht levert van 20 N dan is het vermogen wat hij levert 200 watt, dit is wanneer er helemaal geen wind staat. Dus wanneer de windsnelheid verwaarloosbaar is. Wanneer de wind 3 m/s is, hoeft de schaatser om 10 m/s te schaats daar zelf nog maar 7 m/s van te leveren. De rest word door de wind mee gedaan. De schaatser moet dan een vermogen van 140 watt produceren. Bij 3 m/s tegenwind moet de schaatser het vermogen leveren om 13 m/s te schaatsen. Hij produceert dan 260 watt aan vermogen. Gemiddeld levert de schaatser dan per rondje 200 watt. Dit is gelijk aan het aantal vermogen wat de schaatser produceert wanneer de wind te verwaarlozen is. Toch gaat de schaatser binnen sneller dan buiten. De gevolgen van de tegenwind zijn dus dat de schaatser een hoger vermogen moet leveren, dit gaat natuurlijk niet zomaar. Hiervoor moet die een grotere arbeid leveren, dit kost veel energie dus zou die nooit een constante snelheid kunnen houden en steeds langzamer gaan schaatsen. Daarom kun je in een ijshal veel makkelijker je rondjes vlak houden, dit betekend een constante snelheid houden. Al met al is het dus goed geweest dat we van de buiten ijsbanen naar de binnen ijsbanen zijn gegaan, niet alleen omdat het eerlijker is doordat de omstandigheden gelijk zijn, maar ook omdat de schaatser hier veel beter alle kracht kan omzetten in een hoge snelheid en snelle tijden kan rijden. 1.3 Hoe word ijs nu gemaakt. Vroeger besteden ze niet zoveel werk aan het ijs maken, ze legden de buizen neer, deden er water bij en klaar was het. Nu word dat heel anders gedaan, de buizen liggen er al op een speciale manier met een betonlaag erover dus kan er veel meer tijd worden besteed aan een goede ijsvloer. Ik heb een youtube filmpje over hoe ze de ijsvloer van ijsbaan de Meent in almaar maken geanalyseerd. En ga met behulp van het filmpje uitleggen hoe de ijsmeesters nu een goede ijsvloer maken. 6

7 Ze beginnen zoals ik hier boven al zei met een gladde betonen vloer met hieronder glycolleidingen. Hier vloeit ammoniak doorheen. Het verdampen van het ammoniak onttrekt warmte, waardoor bevriezing optreedt. Er ontstaat dus ijs, op de betonlaag. Dit word allemaal nauwlettend in de gaten gehouden in de controle kamer, hier kunnen ze op allemaal beeldschermen kijken, wat de temperatuur is van een bepaald stuk van het beton oppervlak. Hier word ook de werking van de 5 compressoren in de gaten gehouden. Deze zijn erg belangrijk voor het koud houden van de betonvloer. Wanneer op de hele ijsbaan het beton bevroren is, word er met een trekker met sproeier erachter, water op de bevroren ondergrond gespoten. Dit word laagje voor laagje gedaan, heel rustig en netjes zodat je nergens een overlappende laag krijgt want het moet helemaal egaal zijn. Zodra er een dikke ijsvloer licht gaan de Zamboni het ijs op, om de bovenste nog vrij ruwe laag er af te schrapen en er weer water op te leggen. Dit wordt ook meerdere malen gedaan zodat je een mooie gladde ijsvloer krijgt. Dan word er een start lijn gelegd, en word er nog een aantal keer water over heen gelegd door de Zamboni, hierna kan er op het ijs geschaatst worden. 1.4 Omstandigheden die gelijk zijn gebleven. In de schaatswereld word als het om prestatie bevorderende omstandigheden gaat veel over de luchtdichtheid gepraat. Wanneer je als pupil wedstrijden rijd weet je al dat als je een keer naar bijvoorbeeld Inzell (Duitsland) zou gaan je daar vaak snellere tijden rijd dan in Kardingen of Heerenveen. Op dat moment weet je nog niet waarom dat zo is, maar naarmate je ouder word en je steeds serieuzer met de schaatssport omgaat kom je er achter dat dit komt door de luchtdichtheid. Daarom zie je ook dat de topschaatsers bijna geen pr s rijden in Heerenveen, Hamar en andere ijsbanen op zee niveau. De luchtdichtheid wordt dus minder naarmate de ijsbaan hoger licht. Een tabel van de luchtdichtheid bij een aantal bekende ijsbanen. Plaats Hoogte Luchtdruk Heerenveen 0 m 1000 mbar Hamar 130 m 984 mbar Nagano 375 m 954 mbar Inzell 690 m 917 mbar Calgary 1035 m 879 mbar Salt Lake City 1305 m 849 mbar Er zit verschil in de luchtdruk tussen bijvoorbeeld Heerenveen en Nagano, maar dit voel je bijna niet. De tijden zijn hier niet veel sneller dan in Heerenveen. Dit 7

8 komt omdat je ook nog te maken hebt het de hoeveelheid zuurstof, hoe hoger je zit hoe minder zuurstof. Het duurt dan ook eerst een aantal dagen voordat je in een hoger gelegen gebied optimaal kun presteren. Omdat de luchtdichtheden van Heerenveen en Nagano zo dicht bij elkaar zitten en het zuurstof gebrek veel groter word, zul je hier niet veel verschil zien, deze omstandigheden heffen elkaar op. Als we kijken naar de optimale omstandigheden voor een schaatser zul je zien dat dit heel erg verschild. Zo ook op het gebied van de luchtdruk, zuurstof verhouding. Eerst moet je kijken naar wanneer een schaatser de meeste zuurstof gebruikt. Dit is wanneer die over zijn omslagpunt gaat. Natuurlijk gaat elke topsporter in een wedstrijd hier overheen. Bij de een gebeurd dit alleen wat sneller dan bij de ander. Een schaatser die lang onder het omslag punt een goede prestatie kan neer zetten heeft dus meer aan een hoog gelegen ijsbaan. Die kan op dat eerste deel onder het omslag punt genoeg snelheid ontwikkelen om het goed uit te rijden. Wanneer een schaatser snel op het omslagpunt zit dus snel meer zuurstof nodig heeft, heeft deze schaatser bijna niks aan de hoogte. De snelheid die voordat de zuurstof nodig is, is gemaakt heft niet op tegen de hoeveelheid te weinig zuurstof en dus de verzuurde benen. Hieruit blijkt dus dat een schaatser met een groot uithoudingsvermogen meer heeft aan een hoog gelegen ijsbaan. Natuurlijk zal een schaatser uit bijvoorbeeld Canada waar ze bijna alleen maar hooggelegen ijsbanen hebben het makkelijker vinden om met het zuurstof tekort om te gaan. Dit komt omdat er hier ook getraind word op deze ijsbanen en hebben ze nergens last van. Ten derde zou de bouw van een schaatser ook nog veel uitmaken. Een wat stevig gebouwde schaatser zal eerder verzuren dus heeft eerder te maken met weinig zuurstof. Daarom zou een rank gebouwde schaatser als Martina Sablikova meer voordeel halen uit een hoog gelegen baan dan een schaatser als Paulien van Deutekom. Een optimale hoogte bestaat er dus niet, dit is voor iedere schaatser verschillend 8

9 Hoofdstuk 2: De schaatskleding ook belangrijk. Natuurlijk is er in al die jaren in de schaatssport heel veel veranderd als het om kleding gaat. Iedereen die wel eens een foto van een schaatser van vroeger heeft gezien weet dat ze toen in gewone kleren met muts schaatsen en nu in een helemaal aangepaste wedstrijdpak. Maar waarom? En hoe is deze ontwikkeling gegaan? 2.1 Schaatskleding vroeger In de tijd van Jaap Eden die van 10 februari 894 tot 10 februari 1900 boven aan de adelskalender stond, een ranglijst met de schaatsers met de beste pr s hadden de meeste schaatsers gewone kleren aan, een broek met een trui en vaak ook nog een jas omdat er geschaatst werd met alleen hele koude omstandigheden. En natuurlijk een muts. Deze kleding is natuurlijk verre van gunstig. Het slobbert om het lijf van de schaatsers en geeft heel veel weerstand. Hierdoor kunnen ze niet optimaal presteren. In de begintijd van Kees Verkerk en Ard schenk, werd er al meer gedacht aan kleding wat het schaatser makkelijk zou kunnen maken, toen werd er nog niet zo zeer gedacht aan een aerodynamisch pak, maar kleren die strak om het lijf zaten zodat je er zo min mogelijk last van had als het waaide. De muts werd ook anders, er kwam een muts die je haar en oren helemaal bedekte zodat je daar zo weinig mogelijk last van had. Dit was de Ard Schenk muts. Eind jaren 60 begin jaren 70 werd er al meer over de aerodynamica nagedacht. Zo werd er in 1974 voor het eerst met wedstrijdpakken gereden. Deze waren nog zonder mutsje, maar wel aerodynamisch en helemaal strak om het lijf. De meeste schaatsers keken hier eerst raar naar en zagen niet in waarom het beter was dan met trui, uiteindelijk na het zien van snelle tijden stapte iedereen over naar dit pak. Later werd het mutsje hieraan vast gemaakt en had je een echt wedstrijdpak. 9

10 2.2 Schaatspakken, strips en aerodynamica belangrijk. Op de zelfde winterspelen als waar de klapschaats belangrijk werd, de winterspelen in Nagano in het jaar 1998 deden de zigzag strips hun intrede. Bedacht door stromingsdeskundigen van de TU Delft. De Nederlandse schaatsploeg plakte een paar gekartelde stroken op onderbenen, onderarmen en hoofd, en de luchtweerstand bleek flink af te nemen. Hiervoor was hoe gladder het pak hoe sneller je kunt, dit was een algemene regel in de schaatssport. Dit kwam omdat de 45 jarige subtopper Franz Krienbühl in 1974 als eerste een pak uit een deel had en zijn persoonlijke records verpulverde. Toch gaat de stelling hoe gladder hoe sneller niet helemaal op. Bij gladde cilindervormige oppervlakken, armen en benen heeft de voorbij stromende lucht de nijging om snel los te laten van het oppervlak. Nu denk je dit is toch goed ben je snel van de luchtweerstand af, maar dit is niet zo achter de cilinder dreigt een vacuüm te ontstaan waarin turbulentie optreedt. Hierdoor ontstaan er krachten, wel hele zwakke, die de schaatser naar achteren trekt. Maak je het oppervlakte van een been of arm ruw, dan blijft de erlangs stromende lucht veel langer aan het lichaamsdeel zitten, waardoor veel minder turbulentie en dus snelheidsverlies optreedt. Er is door de ISU afgesproken dat de pakken van de schaatsers een natuurlijke vorm moeten aanhouden, daarom zijn veel schaatsers gaan denken dat er niet veel meer aan hun aerodynamische pak te veranderen was. Toch was er een schaatser Marnix ten Kortenaar, die aan de TU Delft had gestudeerd en daar nog veel contacten had, die vond dat er nog tijdwinst te behalen was. Daarom is die samen met zijn team genoot en vriend Bart Veldkamp allerlei testen gaan doen bij TU Delft met een hoogleraar in aerodynamica die hier eigenlijk ook wel in geïnteresseerd was. Geld was er alleen niet dus moesten ze doormiddel van kranten en televisie hun idee maar populair maken en voor publiciteit zorgen. Dan mochten ze bij de TU Delft in de windtunnels hun experimenten uitvoeren. De professor waar ze mee samenwerkten kwam met rubberen strips aanzetten, die hij vervolgens op verschillende plekken op de pakken plakte. De uitkomst van de test was tot ieders verbazing heel goed er bleek heel veel tijd mee te winnen zijn. De KNSB was hier eerst niet van overtuigd en kocht geen strips voor de Olympische winterspelen in Nagano. Bart Veldkamp en Marnix ten Kortenaar de uitvinders van de strip natuurlijk wel. Tot dat er resultaten uitlekten van de TU Delft, toen werden er toch nog koeriers van de knsb naar Delft gestuurd om de strips op te halen. De grote vraag was natuurlijk of zoiets mocht? Je mocht immers niet veel aan dit pak veranderen, want het moest een menselijke vorm houden. De dag van de wedstrijd ging dus ook iemand van de knsb en de manager van Bart Veldkamp 10

11 naar de ISU om te vragen of het toegestaan was, en dit was zo. Voordat de schaatsers aan de start verschenen werden strips op de armen benen en hoofd geplakt. Of het echt zoveel tijdwinst heeft opgebracht weet niemand zeker, maar wel zeker is dat het podium bestond uit mensen met de strips. Carl verhijen met een wedstrijd pak met ruwe onder armen en benen, als alternatief voor strips. Helaas zijn de strips nu verboden de reden daarvan is niet duidelijk, hierdoor hebben ze nu pakken met ruwe onder armen en benen. Dit zorgt voor het zelfde effect, als de strips. Deze pakken zijn alleen veel duurder dan de oude gladde pakken met strips. 2.3 Experiment Aerodynamica Om te bereken hoeveel een aerodynamisch pak nu oplevert naast een wollen trui heb ik een experiment uitgevoerd om dit te testen. De benodigdheden voor deze proef waren: 2 piepschuimballen Muts Oud wedstrijdpak Föhn Plank Touw Geo driehoek De opstelling: 11

12 Dit is de opstelling zoals ik hem gemaakt heb, met op ongeveer 1 meter afstand mijn vader met een Föhn die tegen het balletje aanblaast. De werkwijze: 1. Als eerste heb ik de twee balletjes gemaakt die een schaatser van vroeger en nu moeten simuleren. De ene met een kapot geknipte muts er strak omheen gebonden. De andere met een kapot geknipte wedstrijdpak er strak omheen gebonden. Ik heb ze toen als volgt genoemd en gewogen. De balletjes waren even groot. Bal 1 Bal 2 Stof Muts Wedstrijd pak Gewicht 21 Gram 12 Gram 2. Hierna heb ik het bal 1 aan het touwtje gehangen en met de föhn hier tegen aan geblazen. De hoek die van hoe veel verder die is geblazen opgemeten en opgeschreven dit heb ik ook voor bal 2 gedaan. Bal 1 Bal 2 Hoek Met deze gegevens kan ik een berekening maken met welke kracht de föhn tegen het balletje heeft aangeblazen. En onder welke hoe ze worden weg geblazen met de zelfde massa. Berekening: Om de kracht uit te rekenen die de föhn op het bolletje uitoefent moeten we eerst de kracht die het balletje zelf uitoefent uitrekenen. Bal 1 Bal 2 Fz 0,021 9,81 = 0,21 N 0,012 9,81 = 0,12 N Om de kracht die het balletje uitoefent te berekenen gebruik ik een tekening zie bijlage 3. Fw is de kracht die ik moet weten en Fz heb ik. Met tangens kan ik nu uitrekenen wat de kracht is die de föhn op het balletje uitoefent en dus heb balletje ook terug om in evenwicht te komen en stil te hangen. 12

13 Berekening Bal 1 Bal 2 Tan = Fw Tan = Fw Fz Fz Tan 9 = Fw 0,21 Fw = Tan 9 0,21 = 0,033 N Tan 13 = Fw 0,12 Fw = Tan 13 0,12 = 0,027 N Om nu uit te rekenen wel balletje de beste aerodynamica heeft moeten we het gewicht van beide balletjes gelijk stellen. Dus laten we aannemen dat de balletjes beiden 30 gram zijn. Dan kunnen we hiermee uitrekenen wat de hoek is waarin het balletje weg word geblazen. Bal 1 Bal 2 Fz 0,03 9,81 = 0,3 0,03 9,81 = 0,3 Berekening Tan = Fw Tan = Fw Fz Fz Tan = 0,033 0,3 = 0,11 tan 0,11 = 6,27 Hoek = 6 Tan = 0,027 0,3 = 0,09 tan 0,09 = 5,14 Hoek = 5 Balletje twee word dan dus onder de kleinste hoek weggeblazen deze hoek is 5. Dit betekent dat de aerodynamica van balletje twee het beste is. Dit is ook wat ik had verwacht en wat ook wel moest omdat de schaatsers anders niet zulke snelle tijden in deze pakken zouden rijden. Het experiment had nog beter uitgevoerd kunnen worden door ook nog een wedstrijdpak met strips of rubber te gebruiken, deze heb ik helaas niet en kon ik dus ook niet uittesten, voor de rest zijn de resultaten goed. 13

14 Hoofdstuk 3: De klapschaats Iedereen heeft wel eens een wedstrijd schaatser gezien, vaak rijd deze op een klapschaats maar dit is nog niet lang zo. Vanaf de winter spelen in 1998 word de klapschaats door veel Nederlandse schaatser en nu door alle schaatsers gebruikt, maar waarom geeft dit zoveel tijdwinst? En is dit wel helemaal eerlijk? Dit ga ik bekijken in dit hoofdstuk. 3.1 De ontwikkeling van de schaats. Er is een handschrift uit 1180 gevonden waarin Fitzstephen het winterse Londen beschrijft. Hier uit blijkt dat er toen in elk geval nog geen gebruik werd gemaakt van met ijzer beslagen schaatsen. Hij schreef het volgende: Als de grote plas of moeras is bevroren, spelen veel jongelui op het ijs sommigen binden botten aan hun voeten sommigen glijden zover als ze kunnen en zichzelf voort schuivend met een kleine puntige stok, glijden ze soepel als een vogel door de lucht of een pijl uit een kruisboog. Hier word verteld dat de kinderen in de 12 e eeuw schaatsten op botten van onder anderen paarden koeien en schapen. Die voor het glijden geschikt werden gemaakt door ze vlak te slijpen en te voorzien van enkele doorboringen om ze te bevestigen. Dit werd voornamelijk in west Europa gebruikt blijkt uit onderzoek. Er is geen precieze informatie over hoe de ontwikkeling van het schaatsen op botten naar het schaatsen op ijzers is verlopen. Dit komt omdat het zo lang geleden is. En het moeilijk is om al die geschriften die toen zijn gemaakt weer terug te vinden. De ontwikkeling van glis naar een plat met ijzer beslagen stukken hout lijkt heel logisch Hout kan gemakkelijk bewerkt worden en ijzer is duurzaam. De eerste schaats die terug gevonden is dateert van rond de dertiende eeuw, deze ligt nu in het Amsterdams historisch museum. 14

15 Begin 17 e eeuw begonnen de mensen na te denken of hun schaatsen met ijzers nu wel effectief waren. Ze kwamen er achter dat het veel handiger was dan op hun oude glissen. Deze waren heel breed en sneden niet in het ijs hierdoor kon je geen goede druk op het ijs uitoefenen en een hoge snelheid ontwikkelen. Een ijzer snijd als het ware in het ijs hierdoor oefen je meer druk uit en kun je dus sneller schaatsen. De ijzers waren eerst ronde de 1 cm breed. Er werden schaatsen van de 17 e en 18 e eeuw gevonden met hele andere afmetingen. De ijzers waren 35cm lang. De breedte van het ijzer verloopt van 6mm aan de achterzijde naar 10mm aan de voorzijde. De hoogt van het ijzer is achter 12mm en voor 3mm. De krul is 6 cm hoog. Tussen 1650 en 1850 heeft de ontwikkeling vrijwel stil gestaan. De schaatsen die gevonden zijn van begin 15 e eeuw lijken precies op de schaatsen van eind 19 e eeuw. Pas in 1848 werd er weer een boek gevonden van A.v.D. De hele naam van deze schrijver is niet bekend. Hij schreef een boek over hoe de schaatsen er in zijn tijd uitzagen. Van D. heeft ze op schaal getekend en je kunt ze dus goed met elkaar vergelijken. 15

16 Van boven naar beneden zijn het de volgende schaatsen: 1. Hollandse schaats van het Linschoter model 2. Friese schaats van Warringaaster model 3. Hollandse schaats van Bergambachtse 4. Engelse schaats. Veertig jaar later, in 1888 schreef de eerste secretaris van de in 1882 opgerichte Nederlandse schaatsrijders bond, mr. J. van Butingha Wichers, een boek met de duidelijke titel schaatsenrijden. Uit zijn boek blijkt dat er een 1888 een nieuw soort schaats is ontstaan. De doorloper, hierbij loopt het ijzer door tot onder de hak en dus tot het eind van het hout. Dit soort schaatsen werden toen alleen door smeden in noord Holland gemaakt. Pas aan het eind van de 19 e eeuw begonnen Friese smeden ook doorlopers te maken. Daarom ook de naam Friese doorlopers. Door de industriële revolutie stopte de meeste smeden in Holland met het maken van schaatsen, dit werd allemaal gemechaniseerd. En waren geen vakmensen meer voor nodig. De schaatsen veranderden dan ook in Holland, ze werden niet meer 3-D gesmeed, maar machinaal 2 D uit staalplaat gestanst. Daardoor verdwenen de krullen definitief. In Friesland gingen de smeden zich juist specialiseren in het maken van verschillende schaatsen. Zij wilden het niet machinaal doen. Ze maakten 3 verschillende modellen: De Friese doorloper, Hollandse zwierschaatsen en houten noren. 16

17 Friese doorlopers met houten krul Hollandse zwierschaatsen houten Noren De productie van houten schaatsen was uniek. Door de goeddoordachte productie methoden konden de prijzen laag blijven, maar de verkoop van schaatsen was toch afhankelijk van de hoeveelheid ijs dagen er in een jaar waren. Een schaatsen bedrijf was dan ook heel risicovol. In 1990 sloot het laatste bedrijf in houten schaatsen. Dit komt natuurlijk ook omdat er verschillende nieuwere schaatsen waren. In 1885 werden de eerste houten ijzeren schaatsen gemaakt en gebruikt. Deze metalen schaatsen hebben het grote voordeel van vormvastheid. Deze schaatsen werden vooral door hardrijders zoals Jaap Eden gebruikt. Omdat de schaatsijzers van de hardrijderschaatsen smal zijn, is het belangrijk dat ze over de volle lengte goed worden ondersteund. Na enig experimenteren ontdekten de Noren, Paulsen en Hagen dat dit het best in worden gedaan door de messen in ronde buizen te monteren. Een buis is zowel sterk als licht. Zij waren echter duur en zeker aan het begin van de 20 e eeuw slechts weggelegd voor een kleine kring van relatief welgestelde liefhebbers. De stalen noren zoals ze werden genoemd verdrongen in het midden van de 20 e eeuw de houten schaatsen. Deze noren werden later steeds meer geperfectioneerd. 3.2 De klapschaats Het eerste idee voor de klapschaats onstond binnen de Faculteit der bewegingswetenschappen van de Amsterdamse Vrije Universiteit op een receptie waar de toenmalige schaats onderzoekers van de Faculteit Gerrit Jan van Ingen Schenau en Gert de Groot, in gesprek kwamen met mensen van het Academisch Medisch Centrum, Wim Schreurs en Hans Meester. Zij besloten om het project met zijn vieren te doen als uitvinders. Aan het eind van het seizoen 1984/1985 werd de oud sprinter Ron Ket bereid gevonden zijn schaatsen door de instrumentenmakers te laten ombouwen. Hierop ging die vervolgens een 500m op rijden. De eerste officiële tijd op de klapschaats was toen door Ron Ket gereden, dit was een tijd van 40,63 met een opening van 10,20. Gezien de slechte voorbereiding van Ron Ket was dit genoeg reden om het project voort te zetten. Op 21 Februari 1985 werd op het volgnummer Nederlands octrooi aangevraagd. Na een markt onderzoek zijn de uitvinders in 1985 in contact gebracht met de firma Viking, dit is allemaal gedaan door het 17

18 Uitvindercentrum in Rotterdam. In 1986 besloten ze dan ook om alle rechten over te dragen aan Viking en het octrooi uit te breiden naar meer landen. In dit proces kwam aan het licht dat de hoofdredacteur van het blad Fiets, Guus van de Beek een soort gelijk idee had en in december 1985 daar ook een octrooi op had aangevraagd. Ze besloten om de krachten te bundelen en zo verder te gaan met de uitvinden. Ze hebben toen met de octrooigemachtigde van Viking één Europese aanvraag ingediend. Het nieuwheids onderzoek van het Europees octrooibureau bracht een teleurstellend resultaat uit. De klapschaats kon geen bescherming krijgen, aangezien tussen 1894 en 1937 maar liefst vijf keer een octrooi was verleend op verschillende typen kunstschaats. Deze ook allemaal met de naam klapschaats. De uitvinders hebben hun schaats toen maar slapskate genoemd. De schaats staat alleen overal bekend onder de naam klapschaats omdat het ijzer door een schanier aan de voorkant klapt en niet vanwege het geluid zoals bij de kunstschaatsen het geval was. In het seizoen 1994/1995 werd er voor het eerst op de klapschaats getraind en gereden door een grotere groep rijders, dit werd gedaan door de junioren selectie van zuid holland. Een van de trainers van dit gewest, Erik van Kordelaar, studeerde aan de faculteit en raakte ervan overtuigd dat de theorie achter de klapschaats in de praktijk moest werken. Nadat hij zijn persoonlijk records spectaculair had verbeterd vond hij met zijn collega Dick de Bles elf junioren bereid het avontuur aan te gaan. Zij boekten succes. Een jaar later bleek reeds meer dan de helft van de Nederlandse topjunioren overgestapt, waarna drie Nederlandse dames uit de seniorenkernploeg, Tonny de Jong, Carla Zijlstra en Barbara de Loor het aandurfden om de klapschaats in het internationale topschaatsen te introduceren. Andere dames waaronder Gunda Nieman (Duitsland) en Marianne Timmer volgende met wereldkampioenschappen en wereldrecords. Zelfs de mannen stapten over, die hadden eerst zoiets van het is een vrouwen schaats maar niks voor ons. De vraag of er met de klapschaats valt te behalen was door berekeningen al bewezen maar de praktijk is altijd anders toch was nu daarmee ook bewezen dat er voordeel mee te behalen viel. Afzet Door de klapschaats kunnen de schaatsers nu een optimale afzet maken. Hiervoor kun je niet een volledige en krachtige enkel strekking maken. Hardlopen doen dit wel en kunnen hierdoor veel kracht uitoefenen. Uit een Highspeed filmanalyse van tien schaatsers die in 1983 deelnamen aan het WK in Karl-Marx-Stadt, bleek dat bij de afzet de schaats al los was van het ijs ver voordat de knie gestrekt was. 18

19 De vergelijking met springen leidde tot het inzicht dat dit komt doordat tijdens het schaatsen geen explosieve enkelstrekking optreedt. Bij het schaatsen moet het ijzer in de afzet altijd op het ijs blijven, hierdoor kunnen we ook sneller dan bij het hardlopen. Bij de glijtechniek moet het been dan ook werden gestrekt terwijl de schaats gewoon door glijd. Energie We vergelijken wanneer we na de energie kijken een schaatser met een hardloper, niet omdat dit de zelfde beweging is maar je op dezelfde manier de zelfde kracht uitoefent om voort te bewegen. Een hardloper zet tegen een vaste posities af. Als de heup met een snelheid (v) naar voren beweegt moet de snelheid van de voet ten opzichte van de heup naar achteren worden bewogen. De grootste component die dit moet bewerkstelligen (vr) vergt een snelle rotatie van het gehele been ten opzichte van de romp. Na de afzet moet het been juist naar voren worden versneld. Een schaatser kan een veel efficiënter afzetten dan een hardloper doordat hij de schaats tijdens de beenstrekking mee laat glijden ( y richting). De noodzaak van snelle beenrotaties is bij de glijtechniek grotendeels afwezig. Een klein nadeel 19

20 van de glijtechniek is dat de afzetkracht Fp in het x-z-vlak loodrecht op de glijrichting valt, waardoor de schaatser een zig zag baan beschrijft. Door de afwezigheid van de krachtige enkelstrekking verlies een normale schaats het contact met het ijs voordat de knie helemaal gestrekt is, wat inhoud voordat alle kracht overgezet is op het ijs. Bij de foto s hierboven kun je het verschil zien tussen de zijwaartse afzet met vaste schaats (Kees Verkerk) en de klapschaats (Marianne Timmer). Je kunt zien dat Marianne Timmer haar been volledig gestrekt heeft maar het ijzer nog op het ijs heeft, Kees verkerk heeft ook het been helemaal gestrekt maar het ijzer een aantal centimeter van het ijs af. Een hardloper kan zich alleen maar voortstuwen door steeds tegen een nieuwe positie op de grond af te zetten. In het contactpunt met de grond zijn voet stil terwijl z n romp zich met een bepaalde snelheid naar voren beweegt. Het been moet dan ten opzichte van de romp naar voren worden versneld en weer afgeremd. Vervolgens moet het weer naar achteren worden gebracht. Berekeningen laten zien dat dit versnellen en vertragen de benen zo n tachtig procent van alle energie opslokt die in de spieren wordt vrijgemaakt. Een hardloper houd weinig energie over om luchtwrijving te overwinnen. Bij de glijdende afzet op de schaats kan de voor achterwaartse beweging van het been ten opzichte van de romp grotendeels achterwege blijven, waardoor de schaatsers zo n tachtig procent van zijn energie kaan aanwenden om ijs en luchtwrijving te overwinnen. Schaatsers zijn daarom ongeveer twee keer zo snel als hardlopers. Een groot nadeel van de glijtechniek bij schaatsers is dat de krachtige enkelstrekking aan het eind van elke slag onmogelijk is. Zou de schaatser z n tenen wel naar het ijs richten, dan zou de punt van de schaats in het ijs schieten. De wrijving neemt daarbij sterk toe en bij echt krachtig afzetten zou de schaatser zelfs onderuit gaan. Door de afwezigheid van een krachtige enkelstrekking verliest de schaats het contact met het ijs ver voordat de knie is gestrekt. 20

21 Tweekoppige kuitspier Er is vaak analyse gedaan naar bijvoorbeeld springen en hardlopen. Hier is gekeken hoe de kracht zo goed mogelijk op het oppervlak kan worden uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat dit alleen kan wanneer de knie helemaal gestrekt is, dus bij een volledig gestrekt been zet je de meeste kracht op het oppervlak. Hier is dan ook een enkelstrekking voor nodig. Dit is nodig om contact te houden met het oppervlak wanneer je, je been volledig strekt, anders komt de kracht niet op het oppervlak terecht. Uit het onderzoek bleek dat bij de knie en enkelstrekking de zogenaamde tweekoppige kuitspier (Musculus gastrocnemius (4) ) een bijzondere rol vervult. Deze grote spier in de kuit verbindt het bovenbeen net boven de knie met de hiel en overspant dus zowel het knie als het enkelgewricht. Door aan het eind van de afzet deze spier aan te spannen, blijven de kniestrekkers aan de voorkant van het been langer actief zonder dat de kracht die zij uitoefenen tot een beschadiging van het kniegewricht leidt. De tweekoppige kuitspier remt de streksnelheid van de knie af en draagt tegelijkertijd bij aan de strekking van de enkel. Zo is de arbeid van kuitspieren en kniestrekkers aan het eind van de afzet ook nog effectief. Uit model simulaties van het spierskeletstelsel hebben onderzoekers kunnen afleiden dat ongeveer een kwart van de engerie waarmee een hardloper zijn enkel strekt afkomstig is van de knie en heupstrekkers. Dit geld dan ook voor een schaatser. VoordeelDe vraag blijft natuurlijk is er voordeel te halen uit de klapschaats, en hoe groot mag je dit voordeel verwachten? Als eerst krijg natuurlijk niet de hele snelheid cadeau met de klapschaats, je moet er nog steeds hard voor trainen. Het klapmechanisme zort er alleen voor dat de schaatser vollediger kan afzetten en de kniestrekkers en kuitspieren meer arbeid kan laten leveren dan op gewone vaste schaatsen. Deze extra arbeid moet de schaatser natuurlijk wel kunnen maken. Gunda Niemann zei toen ze de klapschaats net in gebruik had: Es steckt kein Motor drin. Hiermee bedoelde ze dat ze 21

22 er echt nog wel wat voor moest doen en er zeker geen motortje inzat, om haar snelle tijden te behalen. Dit is dus anders dan de snelle pakken en de ijzers met lagere ijswrijving, waarbij je met dezelfde arbeid makkelijker sneller kunt schaatsen. Uit onderzoek waarin ze de schaatsbeweging hebben vergeleken met die van het hardlopen sprinten en springen, viel een theoretische voorspelling te doen over het mogelijke voordeel van de klapschaats. Toch kan er een foutje in deze vergelijking zitten, omdat je bij het schaats ook door de bocht moet en daar is hier geen rekening mee gehouden. De bocht bij het schaatsen gaat op een hele andere manier dan het rechte stuk, dus het hardlopen. Daarom klopt dit niet helemaal. In deze voorspelling hebben de onderzoekers aangenomen dat het aantal slagen per minuut constant blijft. Dit kan niet helemaal want in de bocht maakt een schaatser minder slagen dan op het rechte stuk, en automatisch ook minder per minuut. Daarom kan het zijn dat deze voorspelling niet klopt. Perfectie Tegenover de waarschijnlijke overschatting wordt er in deze voorspelling geen rekening gehouden met de ijswrijving, wat bij het schaatsen toch een grote rol speelt. Vooral wanneer bij schaatsers de vermoeidheid toe slaat gaan ze op de punten rijden in schaats taal, dit betekend zoiets als te ver voorop zitten en daardoor met de punten in het ijs schrapen. Dit vergroot de ijswrijving dus ga je niet harder maar steeds langzamer en word het steeds moeilijker. Om dit niet te doen op een vaste schaats heb je een goede techniek nodig. Op de klapschaats kun je niet op de punten rijden, want dan is de schaats al open geklapt, hierdoor hebben werkers misschien wel een groter voordeel bij deze schaats dan de technisch goede schaatsers. Sommigen vinden dit een negatief effect van de klapschaats. Toch kun je ook zeggen dat het nieuwe materiaal een nieuwe techniek vereist die weer een geheel andere manier van perfectie kent. Nu na meer dan 10 jaar met de klapschaats is iedereen het hier ook wel over eens, maar in de eerste jaren van de klapschaats waren hier veel discussies over, want was het nou wel goed een nieuwe schaats met een geheel nieuwe techniek. Voorspelling De voorspelling die de uitvinders en onderzoekers deden naar wanneer er wereldrecords gereden konden worden op de klapschaats waren heel onzeker. Er waren mensen die zijden dat het alleen voordeel zou hebben op de middenlange afstanden, omdat het starten nooit meer op het oude niveau zou terug keren. Toch werden er voorspellingen gedaan dat op de Olympische winterspelen in Nagano er weer wereldrecords gereden moesten worden. Dit kwam ook goed, een goed Nederlands voorbeeld is Marianne Timmer, zij werd Olympisch kampioene op zowel de 1500m als de 1000m. Op beide afstanden in nieuwe records. Door deze uitslagen hadden de onderzoekers 22

23 bewezen dat de klapschaats snel was en dat er nieuwe records mee zullen gaan komen. 3.3 Maximale vermogen Na alle theorie over de klapschaats was ik wel benieuwd hoe snel je nu maximaal kunt met de klapschaats. Dit heb ik berekend door het maximale vermogen te berekenen. Hoe hard een schaatser schaats op het rechte stuk hang natuurlijk van heel veel factoren af. De belangrijkste factoren zijn: Conditie Techniek Wrijvingsweerstand Luchtweerstand Conditie en techniek worden in deze berekeningen niet meegerekend, we passen hier alleen de natuurwetten toe. Als we er vanuit gaan dat een schaatser een bepaald vermogen overdraagt aan zijn voortbeweging dan ontstaat er een evenwicht tussen het geleverd vermogen en de bewegingsweerstand. De bewegingsweerstand bestaat uit de wrijvingsweerstand op het ijs en de luchtweerstand. De formule voor de luchtweerstand is: F1 = 1 2 ρv A Hierin geld: F= luchtweerstand P=soortelijke massa van lucht V= snelheid A= effectieve oppervlakte dat door de lucht beweegt De formule voor de wrijvingsweerstand is: Fw = fn Hierin geld: Fw= wrijvingsweerstand f = wrijvingscoëfficiënt N = normaal kracht 23

24 Het vermogen dat de schaatser levert word besteed om de weerstanden te overwinnen. De formule voor het vermogen van deze schaatser is: p = F1 s t + Fw s t Hierin geld: P= Vermogen F1 = Luchtweerstand S = Afgelegde afstand T = Tijd die over de afgelegde weerstand word gedaan Fw= Wrijvingsweerstand. Omdat we geen idee hebben van de wrijvingsweerstand is er een proef gedaan waarvan ik de uitslagen op het internet heb gevonden. De proef en uitslagen ga ik hier beschrijven en er daarna berekeningen mee doen. Het is een heel makkelijk experiment. Je laat een schaatser met een snelheid van 5 m/s schaatsen. Dan houd de schaatser de benen naast elkaar stil, hij zit goed diep en goed achterop zodat de maximale kracht op de schaats word uitgeoefend. Nu laat de schaatser zich uitglijden tot dat die stil staat. De schaatser stond na zo n 100m stil. Hier deed hij 40 sec. over. Met deze gegevens kun je de vertraging a uitrekenen en daarmee het wrijvingscoëfficiënt. De formule voor de vertraging is: a = 2s t Wanneer we deze invullen krijgen we: a = = 200 = 0,125 m s² 1600 Er geld: Fw = m a = fn = fmg dus f = Dus het wrijvingscoefficient is: f = a g = 0,125 9,81 = 0,0127 m a m g = a g 24

25 Dit is wanneer je 100 meter door glijdt. Fw = fnv = fmgv Als we dan een schaatser van 70 kg nemen kan die een vermogen rijden van: Pw = Fw = 0, ,81 10 = 88 Watt Dus het maximale vermogen wat een schaatser kan leveren is 88 Watt. Dit is op een 100 meter en worden conditie, techniek en luchtweerstand niet bij meegerekend. Hierdoor is het niet helemaal eerlijk, en is er geen schaatser die dit kan halen. 3.4 Experiment klapschaats Om zelf uit te testen of de klapschaats echt veel voordeel levert aan het schaatsen heb ik een eigen klapschaats gemaakt. En daar een test mee gedaan. Hoe de test in zijn werk ging en hoe de klapschaats heb gemaakt is ga ik hier uitleggen. Benodigdheden: 4 plankjes hout 2 touwtjes 2 schaniertjes 2 haakjes + 2 ringetjes Spiegelreflex camera Knipperend fietslampje Schoenen Werkwijze: 25

26 Om het experiment uit te voeren moest ik als eerst de klapschaats maken. Dit heb ik gedaan door twee plankje hout aan de voorkant met elkaar te verbinden doormiddel van schaniertjes. Aan de achterkant heb ik er een haakje aangemaakt zodat die ook dicht kan. Aan de voorkant heb ik er dan nog gaatjes in geboord met een touwtje er doorheen zodat de klapschaats maar op een bepaalde hoek kon openklappen. Als laatst heb ik er een schoen op vast gemaakt. En hieronder zie je het resultaat. Nu kan het echte experiment beginnen. Ik heb mijn klapschaats aan gedaan en ben eerst een paar keer gaan oefenen met het springen, wat nog vrij lastig bleek te zijn. Nadat dit gelukt was heb ik een foto gemaakt van mijn schoenen wanneer ik ze aan had op de zelfde afstand als waar ik zou gaan springen. Zo kan ik dit vergelijke met de werkelijk grote van mijn voeten om te kijken hoeveel kleiner de foto is dan de werkelijkheid. 26

27 In het echt was de schaats 31,5 cm en op de foto 3,5 cm. Hiermee kun je uitrekenen hoeveel cm op de foto 1 cm in het echt is. 31,5 cm 1 cm 3,5 cm 3,5 = 0,11 c m 31,5 Nu kan ik ook opmeten hoe hoog ik heb gesprongen op de foto s. Foto 1 is met klap, Foto 2 is zonder klap. Hiermee kan ik uitrekenen hoeveel centimeter ik in het echt gesprongen. Figuur 1 Figuur 2 Foto 2,3 cm 1,6 cm Werkelijkheid 2,3 0,11 = 20,9 cm 1,6 = 14,5 cm 0,11 Je kunt dus met de klapschaats hoger springen dan met een vaste schaats. Dit komt omdat je met de klapschaats een enkel strekking kunt uitvoeren bij de sprong. Met een vaste schaats blijft je voet vlak en spring je minder makkelijker. Bij springen gebruik je de zelfde kracht als bij de afzet met het schaatsen en is dus vergelijkbaar. Dus de klapschaats helpt goed als het gaat om meer kracht uitoefenen op het ijs. 27

28 Hoofdstuk 4: Trainingen & technieken Bij het schaatsen komt natuurlijk niet alleen materiaal kijken. Er zijn veel meer factoren waarvan de snelheid afhangt. In dit hoofdstuk behandel ik de factoren, training en techniek. In het schaatsen is een goede techniek heel belangrijk, dit word aangeleerd in trainingen, maar in trainingen word ook gewerkt aan kracht. Hoe ze dat vroeger deden en nu, daar zit heel veel verschil in en dat ga ik bekijken in dit hoofdstuk. De techniek is echter niet veel veranderd, het blijft het diep zitten en een goede afzet maken. 4.1 Trainingen vroeger. Vroeger in de tijd van Ard Schenk en Kees Verkerk werd er niet eens zo heel anders getraind dan nu in de tijd van Ireen Wust en Sven Kramer. De trainingen werden alleen op een hele andere manier gemaakt. In een verhaal dat Ard Schenk schrijft verteld die over hoe hij de trainingen altijd heeft ervaren hoe zijn visie op de trainingen zijn en de invloed van coaches, mede schaatsers en andere mensen om hem heen. Ard Schenk trainde altijd op de gemaakte trainingsschema s van zijn coaches, dit was alleen niet altijd mogelijk. De schaatsers verdienden toen nog niet zoveel geld met hun sport als ze tegenwoordig doen, hierdoor moest die vooral in de zomer, omdat er in de winter gewoon geen tijd voor was werken. Zo heeft hij bijvoorbeeld toen die in dienst zat het administratieve werk gedaan zodat die wel voor het schaatsen kon blijven trainen. Ook de trainers hadden het moeilijk met wanneer ze hun pupillen wel en niet konden zien. Als coach verdiende je vrijwel niks met het schaats coach zijn, daarom moesten ze door de week gewoon werken en konden ze alleen in de weekenden bij hun schaatser zijn. Voor veel coaches was het dan ook moeilijk om altijd met de pupillen in contact te blijven, wanneer een schaatser op woensdag ergens last van had kon de coach het hier pas op Zaterdag over hebben. Zo duurde het heel lang voordat makkelijke probleempjes opgelost waren. Ook was er in deze jaren nog niet veel bekend over welke training nu goed voor een schaatser was. Ze konden wel zien aan de uitslagen van de schaatsers of een training gewerkt had, maar wisten niet of dit nu kwam door omstandigheden of trainingsarbeid. Daarom waren er ook vaak discussies wat ze nu in de zomer moesten gaan doen, en wat nu voor welke schaatser het beste was. Fietsen, hardlopen of alleen schaatsoefeningen met kracht? 28

29 Hierdoor deed iedere schaatser in de zomer wat hij zelf leuk vond en waar hij zich goed bij voelde. Veel schaatsers waren dan ook in de zomer fanatieke wielrenners maar in de winter stond alles weer in het teken van het schaatsen. Toch lukte het de meeste schaatser om een goede balans te vinden en waren ze minder vaak overtraind en hadden ze minder last van blessures. Dit kan natuurlijk ook komen omdat ze daar niet over na dachten. Als het niet goed ging nam je even rust en ging je weer verder. 4.2 De schaatstechniek van vroeger De schaatstechniek van vroeger is door de klapschaats in een aantal opzichten veranderd. Dit komt alleen maar doordat we niet meer op de oude manier van de noren kunnen schaatsen op de klapschaats. De houding De houding bij het schaatsen, het diep zitten is een van de belangrijkste technische eigenschappen. Dit komt omdat je door deze houding de meeste kracht op het ijs kunt uitoefenen en zo min mogelijk luchtweerstand hebt. De afzet De afzet is natuurlijk ook heel belangrijk en kan door een goede houding optimaal worden. 29

30 Simpel gezien ziet de afzet er bij het schaatsen zo uit, maar er komt natuurlijk wat meer bij kijken dan je been opzij omhoog naar voren te bewegen en weer neer te zetten. De afzet op de noren is nog vrij makkelijk, en lijkt eigenlijk wel veel op deze makkelijke beweging. Er moet alleen om gedacht worden dat de schaatser niet te veel voor op gaat zitten, en dus met de punten gaat afzetten. Hierdoor krijg je meer ijswrijving en is de kans dat de schaatser valt veel groter. Je moet dus met je hakken afzetten, dit kan alleen niet de volledige afzet want dan kun je niet een volledige gestrekt been krijgen, daarom tilt de schaatser dan zijn schaats op en houd zijn voet vlak. Hierdoor word alleen niet alle kracht benut maar dit kan ook niet op de vaste schaats. 4.3 Trainingen nu. Er is over het algemeen niet veel veranderd in de trainingen van de schaatsers, er word nog steeds veel getraind en vooral ook heel intensief. Er zijn alleen nu veel meer hulpmiddelen ontwikkeld om bijvoorbeeld te kijken of de training effectief is en of je niet te veel traint, wat voor de schaatser fijn is om te weten, want die hebben vaak het gevoel dat ze nog te weinig doen. Hier ga ik een paar belangrijke apparaten en testen uitleggen die veel schaatsers gebruiken om te kijken hoe, hoelang en waarop ze moeten trainen. Voor het schaatsen is een goed trainingsschema heel belangrijk, want het schaatsen hangt af van veel verschillende factoren zoals, dat je een kwartier op je gemak moet kunnen diep zitten, hard kunnen rijden en dat kan alleen door een goede techniek. Hier moet op getraind worden en dat gaat niet zomaar. Het moet volgens een plan gaan, wanneer je twee en half uur gaat fietsen en je hebt dan zere benen denk je vaak mijn training is geslaagd maar dit is niet zo. Een trainingsschema moet je maken en dit is een grote moeilijke puzzel, waarin je moet proberen om zo efficiënt mogelijk om te gaan met je lichaam, tijd en energie, en dit met een zo hoog mogelijk rendement. Hierdoor moet je vaak meer dan 1 doel opstellen voor een training er zijn veel trainingsactiviteiten die samen kunne zoals, kracht en explosiviteit, tempo en techniek en weerstand en duur. Alle factoren van het schaatsen hangen dus aan elkaar vast. Om een goed beeld te krijgen van wat een schaatser aan kan word er met veel apparatuur gewerkt een paar van deze hulpmiddelen ga ik hier bespreken. Lactaatmeter Bij een lactaatmeting meet je het melkzuurgehalte in je bloed. Melkzuur dat produceer je bij een intensieve spierarbeid en word afgegeven aan het bloed. Wanneer de sporter een steeds hogere inspanning gaat uitvoeren word het melkzuur gehalte steeds hoger en 30

les 2 Langebaan --> inhoud van de les ------------------------------------------------Tijdens een wedstrijd zijn twee schaatsers tegelijk in de baan.

les 2 Langebaan --> inhoud van de les ------------------------------------------------Tijdens een wedstrijd zijn twee schaatsers tegelijk in de baan. les 2 Langebaan --> inhoud van de les Inleiding (10 minuten) Haal heel kort de voorkennis op over schaatsen. Introduceer het begrip langebaanschaatsen. Bekijk en bespreek vervolgens met de kinderen de

Nadere informatie

Historische innovaties

Historische innovaties Kort voor de start van de Tour de France in 1947 beloofde de Fransman Jean Robic aan zijn kersverse bruid dat hij de gele trui mee naar huis zou nemen als bruidsschat. Hij hield woord en won inderdaad

Nadere informatie

inhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15

inhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15 Op gladde ijzers inhoud 1. Inleiding 3 2. Geschiedenis 4 3. Kunstijs 9 4. Schaatssport 10 5. Filmpjes 13 Bronnen en foto s 14 Colofon en voorwaarden 15 1. Op gladde ijzers Nederland is een echt schaatsland.

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht

Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht "Welkom:... " Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de betekenis te vinden van moeilijke woorden. Dit noemen we 'Ophelderen van moeilijke

Nadere informatie

Laten wij eens kijken uit welke hoofdonderdelen de zwemtecniek van een race bestaat. (Zie de weergave op bladzijde..)

Laten wij eens kijken uit welke hoofdonderdelen de zwemtecniek van een race bestaat. (Zie de weergave op bladzijde..) De perfecte Race. Wieger Mensonides. De Race, of het nu 100 meter is of 50 meter of een andere afstand, deze bestaat uit een groot aantal onderdelen die stuk voor stuk uiterst belangrijk zijn voor de eindtijd.

Nadere informatie

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN

TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN TRAINING DESLY HILL : VOORBEREIDING OP HET NIEUWE SEIZOEN Een goede voorbereiding is immers het halve werk. Maar wat is nou een goede voorbereiding op een nieuw skeelerseizoen? Op www.skatepodium.com geeft

Nadere informatie

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo 1 Arbeid verrichten 1 a) = 0 b) niet 0 en in de richting van de beweging c) =0 d) niet 0 e tegengesteld aan de beweging 2 a) De wrijvingskracht

Nadere informatie

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa

OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa v (m/s) OEFENEN SNELHEID EN KRACHTEN VWO 3 Na Swa Moeite met het maken van s-t en v-t diagrammen?? Doe mee, werk de vragen uit en gebruik je gezonde verstand en dan zul je zien dat het allemaal niet zo

Nadere informatie

De houding en afzet op het rechte eind

De houding en afzet op het rechte eind De houding en afzet op het rechte eind door Aitske Ruben Wanneer je voor het eerst gaat schaatsen, krijg je te maken met een aantal factoren waar je misschien nog helemaal geen rekening mee hebt gehouden.

Nadere informatie

Finale weekend club competitie

Finale weekend club competitie Finale weekend club competitie Ploegentijdrit Zaterdag stond als allereerst de ploegentijdrit op programma. Jawel hoor we moesten als eerste van start. We waren maar met 5 in plaats van 6 man. Start ging

Nadere informatie

Het schaatsen van de bocht, deel 1 de krachten

Het schaatsen van de bocht, deel 1 de krachten Het schaatsen van de bocht, deel 1 de krachten door Aitske Ruben Veel liefhebbers van schaatsen hebben hun hart kunnen ophalen tijdens de natuurijsperiode in januari 2009. Tijdens de vele tochten werd

Nadere informatie

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut) Inleiding trainingsschema Onderstaand trainingsschema is geschikt voor beginnende fietsers die binnen vijf maanden 100 tot 300 kilometer willen fietsen. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is je maximale

Nadere informatie

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Trainersrichtlijn 2013-2014 Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Gebruik lichaam Blz. 4 Afzet Blz. 8 Plaatsen Blz. 10 Valbeweging Blz. 11 Bocht Blz. 12 Trainingsvormen

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut) Inleiding trainingsschema Onderstaand trainingsschema is geschikt voor gevorderde fietsers die al 100 km kunnen fietsen en willen trainen voor 200 tot 500 km. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Lastig zo n bocht! Altijd al willen weten hoe die toppers dat doen? Een. supersnelle bocht schaatsen? En waarom vind ik dat dan zo moeilijk!

Lastig zo n bocht! Altijd al willen weten hoe die toppers dat doen? Een. supersnelle bocht schaatsen? En waarom vind ik dat dan zo moeilijk! Lastig zo n bocht! Altijd al willen weten hoe die toppers dat doen? Een supersnelle bocht schaatsen? En waarom vind ik dat dan zo moeilijk! door Aitske Ruben Aitske Ruben Lid IJCE sinds 1977 Docent/ examinator

Nadere informatie

Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008

Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 Schaatstechniek Martijn Carol TCT 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 De schaatsbeweging... 4 De keyposes van het schaatsen... 5 De fases van het schaatsen... 6 De video feedback of techniekanalyse...

Nadere informatie

Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34

Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34 Rondje 400, rondje 384,18 of rondje 365,34 Door: Leon Schrage Datum: 16 januari 2006 Bron: KNSB Ik heb mijzelf menig maal afgevraagd hoe het nu zat met de snelheden die ik op de baan heb bereikt en dus

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

Krachten tijdens het schaatsen

Krachten tijdens het schaatsen Aitske Ruben Krachten tijdens het schaatsen het rechte eind en de bocht Aitske Ruben 2 de afzet de arbeid per afzet 1. kracht 2. richting 3. streksnelheid 4. tijd 3 Kg druk ijsbaan Rondetijd Snelheid neemt

Nadere informatie

6,8. Werkstuk door Een scholier 2009 woorden 9 januari keer beoordeeld. Inleiding.

6,8. Werkstuk door Een scholier 2009 woorden 9 januari keer beoordeeld. Inleiding. Werkstuk door Een scholier 2009 woorden 9 januari 2002 6,8 96 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding. Records breken, dat is waar het om gaat in de schaatssport en wel in de langebaansport, want daar hebben

Nadere informatie

Wat doet zwaartekracht met je lichaam? MARS MOVE. Marvin Holleman

Wat doet zwaartekracht met je lichaam? MARS MOVE. Marvin Holleman Wat doet zwaartekracht met je lichaam? MARS MOVE Marvin Holleman INHOUDSOPGAVE Mars Move 1 Inleiding 3 OnderzoeksAnalyse 4 Onderzoeksvragen: 4 Onderzoeksmethoden: 4 Desk research 5 Hoe kunnen we voorkomen

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

SCHAATSEN SLIJPEN Het belang van scherpe schaatsen: rechtop vlakke Braamvorming Het voelen van braam en scherpte De ronding

SCHAATSEN SLIJPEN Het belang van scherpe schaatsen: rechtop vlakke Braamvorming Het voelen van braam en scherpte De ronding SCHAATSEN SLIJPEN Het belang van scherpe schaatsen: Scherpe schaatsen zijn belangrijk voor de grip op het ijs. Zorg er dus voor dat de schaatsen altijd scherp zijn, zowel voor training als voor een wedstrijd.

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de

Nadere informatie

Werkblad. LES 9: Ouders. www.gavoorgezond.nl GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Werkblad. LES 9: Ouders. www.gavoorgezond.nl GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen. Werkblad GROEP 1-2 Bijlage 1 Rood actief inspannen/ sporten Oranje middelmatig inspannen Rust Werkblad GROEP 1-2, vervolg Bijlage 2 Dagen van de week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag

Nadere informatie

De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je?

De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je? Aeroob en anaeroob De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je? Om maar met de deur in huis te vallen de vertalingen: "aeroob"

Nadere informatie

Sheets inleiding ontwerpen

Sheets inleiding ontwerpen Sheets inleiding ontwerpen Boten bouwen Periode 4 themaklas Doel van het project Bedenk een ontwerp voor een boot Verkoop dit ontwerp aan de baas (ik) Bouw je eigen ontwerp De winnaars winnen een bouwpakket

Nadere informatie

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag.

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag. Dit heb je nodig: rondhout 6mm, handboor + 6mm boortje, plankje 10x10 cm, ijzerdraad 1,2 mm, houtlijm, kniptang, kurk, chenilledraad, push-pins, stiften, materialen om de kruk te versieren Beweging/Mechanica

Nadere informatie

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING Snelheid De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. Stel dat je een uur lang 40 km/h rijdt. Je gemiddelde snelheid in dat uur is dan

Nadere informatie

Het Geheim van Wielrennen. De natuurkunde van het fietsen

Het Geheim van Wielrennen. De natuurkunde van het fietsen Het Geheim van Wielrennen De natuurkunde van het fietsen Tot nu toe hebben we het in onze artikelen voor TriPro vooral gehad over het vermogen van onze menselijke motor. We hebben gezien dat ons vermogen

Nadere informatie

Winterhelden. met filmpjes en werkblad

Winterhelden. met filmpjes en werkblad Winterhelden met filmpjes en werkblad inhoud 1. Winterhelden 3 2. Sjoukje Dijkstra 4 3. Kees Verkerk 5 4. Carry Geijssen 6 5. Ans Schut 6 6. Ard Schenk 7 7. Stien Baas-Kaiser 8 8. Annie Borckink 8 9. Piet

Nadere informatie

Examen mechanica: oefeningen

Examen mechanica: oefeningen Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door

Nadere informatie

TRAININGSSCHEMA 300 KILOMETER

TRAININGSSCHEMA 300 KILOMETER Onderstaand trainingsschema is geschikt voor beginnende fietsers die binnen vijf maanden 100 tot 300 kilometer willen. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is je maximale hartslag. Dit kun je berekenen

Nadere informatie

TRAININGSPLAN. Buikspieren

TRAININGSPLAN. Buikspieren TRAININGSPLAN Buikspieren Buikspieren, waarom zijn deze spieren belangrijk? Al een lange tijd benadrukken fitnessexperts het belang van een sterke kern. Dat houdt in: sterke buik- en rugspieren. Bewegingsexperts

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want Sterkteberekening Dissel berekenen op afschuiving. Uitleg over de methode Om de dissel te berekenen op afschuiving moet men weten welke kracht de trekker kan uitoefenen op de bloemkoolmachine. Daarvoor

Nadere informatie

Trainen met een hartslagmeter

Trainen met een hartslagmeter Trainen met een hartslagmeter Giel Hermans 11-2008 Dit artikelt is gemaakt ten behoeve van PVB3.4 (kennis vergaren) van de ST3 cursus van de KNSB. Inleiding In iedere sportwinkel zie je ze liggen. Hartslagmeters.

Nadere informatie

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen?

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen? Het schaatsen van de bocht deel 2 door Aitske Ruben De techniek We weten nu (zie deel 1) dat we een kracht nodig hebben om ons van onze rechte lijn af te laten wijken en ons de bocht door te duwen De volgende

Nadere informatie

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Bijlage 2: 3.2 onderzoek Bijlage : 3. onderzoek Ik heb een onderzoek gedaan naar de fitheid van de kinderen van groep 7 en 8 van de Sint Lambertus school in Asten. Ik heb eerst een enquête afgenomen, en heb daarna testjes afgenomen

Nadere informatie

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%

Nadere informatie

Sport en Innovatie. Wetenschappers en innovatie

Sport en Innovatie. Wetenschappers en innovatie Wetenschappers en innovatie Sport en Innovatie Deelnemers rondetafelgesprek: Nico Delleman Hidde Haisma Marnix ten Kortenaar Koen Lemmink Hanno van der Loo Nando Timmer Huub Toussaint Bij innovatie speelt

Nadere informatie

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen

3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen 3 Oefeningen Voor Strakke Benen & Billen Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen.

Nadere informatie

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm. Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het

Nadere informatie

Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen!

Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! In nederland hebben hebben we ongeveer 1,2 miljoen mensen die hardlopen. Hiervan komen er ongeveer 720.000 per

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Waarom deze boot? Joop de Jong (47) Klasse IOM of 1-meterklasse Lengte 100 cm Nieuwprijs complete set vanaf 700 Website www.iomzeilen.nl.

Waarom deze boot? Joop de Jong (47) Klasse IOM of 1-meterklasse Lengte 100 cm Nieuwprijs complete set vanaf 700 Website www.iomzeilen.nl. Waterlanders Hoe klein de bootjes ook zijn, het fanatisme van modelzeilers is er niet minder om. En noem hen geen knutselaars, dit zijn stuk voor stuk echte wedstrijdzeilers, ieder in hun eigen klasse.

Nadere informatie

TRAININGSSCHEMA 500 KILOMETER

TRAININGSSCHEMA 500 KILOMETER Onderstaand trainingsschema is geschikt voor gevorderde fietsers die al 100 km kunnen fietsen en willen trainen voor 200 tot 500 km. Het schema is gebaseerd op je Hmax, dit is je maximale hartslag. Dit

Nadere informatie

Subject: Taak 1.2.20

Subject: Taak 1.2.20 Taak 1.2.20 Tutor : vd Biggelaar Mentor : vd Biggelaar Klas : MT1A Gemaakt door : Tommy & Paul van der Linden 1 Inhoud! Taak 1.2.20 Inhoud!... 2 Inleiding... 3 Trekken en Duwen... 4 Tillen... 4 Zitten...

Nadere informatie

Maximale inspanningstest

Maximale inspanningstest Maximale inspanningstest Je komt bij ons in het ziekenhuis voor een test. Die test heet maximale inspanningstest. Het is een onderzoek waarbij de dokter onderzoekt: Hoe jouw conditie is. Hoe je longen,

Nadere informatie

Fietsen Martijn Carol TCT 2008

Fietsen Martijn Carol TCT 2008 Fietsen Martijn Carol TCT 2008 Inhoud Voorwoord... 2 Fietsafstelling... 4 Comfort... 5 Weerstand... 6 Frontaal... 7 Drag... 8 Vermogen en Efficiëntie... 9 Techniektraining... 10 Trapbeweging... 10 Rechtuit,

Nadere informatie

Hardloopvermogensmeters 3: Nogmaals Garmin Running Power

Hardloopvermogensmeters 3: Nogmaals Garmin Running Power Hardlopen met Power! Hardloopvermogensmeters 3: Nogmaals Garmin Running Power Vorige week hebben we in ProRun als tweede artikel in de nieuwe serie over hardloopvermogensmeters onze eerste ervaringen met

Nadere informatie

foto s sina willmann haar mannetje

foto s sina willmann haar mannetje foto s sina willmann Sina Willmann staat haar mannetje De wereld van quadraces staat bij het brede publiek voornamelijk bekend als een echte mannenwereld. Er zijn echter ook dames die hun mannetje weten

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Gratis Rapport : Wat Te Doen Voor, Tijdens En Na Je Eerste Marathon. - Eelco de Boer -

Gratis Rapport : Wat Te Doen Voor, Tijdens En Na Je Eerste Marathon. - Eelco de Boer - Gratis Rapport : Wat Te Doen Voor, Tijdens En Na Je Eerste Marathon - Eelco de Boer - Gratis Rapport : Wat Te Doen Voor, Tijdens En Na Je Eerste Marathon Beste lezer, Ik hoop dat jouw doorzettingsvermogen

Nadere informatie

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel!

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel! We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel! We gaan de auto maken met een muizenval als aandrijving! Zo ziet die van mij eruit: Als we zelf zo n

Nadere informatie

Wat kan er nog over Joop Zoetemelk geschreven worden wat niet allang bekend is. Hij is met voorsprong de meest gewone van alle bekende Nederlanders.

Wat kan er nog over Joop Zoetemelk geschreven worden wat niet allang bekend is. Hij is met voorsprong de meest gewone van alle bekende Nederlanders. Wat kan er nog over Joop Zoetemelk geschreven worden wat niet allang bekend is. Hij is met voorsprong de meest gewone van alle bekende Nederlanders. En dat is ook zijn charme. Joop is Joop, zegt iedereen

Nadere informatie

2 15 kilometerwedstrijden, maar toch niet helemaal...

2 15 kilometerwedstrijden, maar toch niet helemaal... 2 15 kilometerwedstrijden, maar toch niet helemaal... Alweer een tijdje geleden, maar vanwege de drukte nog geen verslag, maar zondag 16 november jongstleden liep ik mijn eerste Zevenheuvelenloop in Nijmegen.

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach. Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden.

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach. Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. Vet-killer 320 Workout Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de Vet-killer 320 Workout. Deze training,

Nadere informatie

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk? 1. Zwaartekracht Als een appel van een boom valt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Er is iets dat zorgt dat de appel begint te vallen. De geleerde Newton kwam er in 1684 achter wat dat iets was. Hij kwam

Nadere informatie

Krachten (4VWO) www.betales.nl

Krachten (4VWO) www.betales.nl www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen

Nadere informatie

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde

Examen VBO-MAVO-C. Wiskunde Wiskunde Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 24 mei 13.30 15.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante, Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni 2004 4,4 127 keer beoordeeld Vak Natuurkunde De Veer Het bepalen van de veerconstante, Het bepalen van de trillingstijd van een veer, Het bepalen

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar. Lesbrief 1 Hefbomen Theorie even denken Intro Overal om ons heen zijn hefbomen. Meer dan je beseft. Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Hefbomen worden gebruikt om iets in beweging

Nadere informatie

februari 2013 vanaf 9 jaar Schaatsen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

februari 2013 vanaf 9 jaar Schaatsen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof februari 2013 vanaf 9 jaar Schaatsen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Schaatsen 1 Hoera, het heeft gevroren. Het is een mooi gezicht. We wachten tot we horen: de sloten liggen dicht! Kom op en

Nadere informatie

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak. Tik-tak - Lees het gedicht tik-tak voor. Doe dit in het strakke ritme van een langzaam tikkende klok: Tik - tak - tik - tak Ik tik - de tijd - op mijn - gemak. Enzovoort. - Laat de kinderen vrij op het

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Er gebeurt niets. Ze willen niet weg.

Er gebeurt niets. Ze willen niet weg. Veel nieuw bij de DUO Laatst was ik op bezoek bij de DUO om in het nieuwe gebouw in Groningen te kijken. Naar het gebouw zelf en het Nieuwe Werken dat ze daar toepassen. Er is veel nieuw, want is er blijkt

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde B Skeeleren

Praktische opdracht Wiskunde B Skeeleren Praktische opdracht Wiskunde B Skeeleren Praktische-opdracht door een scholier 1714 woorden 18 november 2004 5,4 15 keer beoordeeld Vak Wiskunde B Inhoudsopgave Inleiding Plaatjes Het wedstrijdverloop

Nadere informatie

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem. CRUESLI Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem. gegeven: b = 4,5 cm l = 14 cm gevraagd: A formule: A =

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat

Nadere informatie

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005 rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005 Provided by Fanart Central. http://www.fanart-central.net/stories/user/fightgirl91/21803/rijm Chapter 1 - rijm 2 1 - rijm Gepaard

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3: VLIEGEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3) Vliegen Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Ontwerp een vliegmachine Proefvliegen: drijven op

Nadere informatie

Extra opdrachten Module: bewegen

Extra opdrachten Module: bewegen Extra opdrachten Module: bewegen Opdracht 1: Zet de juiste letters van de grootheden in de driehoeken. Opdracht 2: Zet boven de pijl de juiste omrekeningsfactor. Opdracht 3: Bereken de ontbrekende gegevens

Nadere informatie

TECHNISCHE LEERLIJN VOOR VOLWASSENEN! VERENIGINGSDAG 4 OKTOBER 2014

TECHNISCHE LEERLIJN VOOR VOLWASSENEN! VERENIGINGSDAG 4 OKTOBER 2014 TECHNISCHE LEERLIJN VOOR VOLWASSENEN! VERENIGINGSDAG 4 OKTOBER 2014 VOORSTELLEN HANS BOOM LEERCOACH/ EXPERT/BEOORDELAAR (KNSB) MUSICUS/TRAINER/COACH (HET MUZIEKBOS) Programma Aanleiding Uitgangspunten

Nadere informatie

( Hoe moet deze oefeningen doen? )

( Hoe moet deze oefeningen doen? ) Relaxatieoefeningen ( Wat zijn Relaxatieoefeningen? ) Deze opdracht bestaat uit oefeningen die je kunnen helpen om te relaxen. ( Waarom relaxatieoefeningen? ) Mensen weten dikwijls niet meer hoe ze kunnen

Nadere informatie

Training Trainingsintensiteit:

Training Trainingsintensiteit: Training Niet de kwantiteit maar wel de kwaliteit van de trainingen zorgen voor resultaat. Iedere sporter heeft individuele eigenschappen qua aanpassingsvermogen en genetische kenmerken. Training is daarom

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 3.4.1 Basis Tijd meten 1 Juli heeft 31 dagen. Wanneer 25 juli op zaterdag valt, valt 31 juli dus op een vrijdag. Augustus heeft ook 31 dagen. 1 augustus valt dus op

Nadere informatie

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur. Tornado Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur. Geschreven in januari 2012 (Geïllustreerd t.b.v. het

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie)

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie) Pagina 1 van 5 Bij welke blessures werkt deze oefentherapie? Deze oefentherapie is effectief bij kuit, enkel, scheenbeen en fascia plantaris klachten. De fascia plantaris is de grote pees in de voetzool

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

Allesoverwielrennen.nl. Het50dagen. trainingsprogramma. Van 0 naar 60 kilometer in 50 dagen

Allesoverwielrennen.nl. Het50dagen. trainingsprogramma. Van 0 naar 60 kilometer in 50 dagen Allesoverwielrennen.nl Het50dagen trainingsprogramma Van 0 naar 60 kilometer in 50 dagen Inleiding Wat goed dat je dit e-book hebt aangevraagd. Misschien kun je het je nog niet voorstellen, maar over nog

Nadere informatie

Spreekbeurt informatie over de gymschoen

Spreekbeurt informatie over de gymschoen Spreekbeurt informatie over de gymschoen Vooraf: Je kunt deze informatie gebruiken als onderdeel van jouw spreekbeurt. Een tips is om de delen tekst in jouw taal te herschrijven. Je kunt ook de gehele

Nadere informatie

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen Neus correctie 2012 Aanleiding Al een tijdje heb ik last van mijn neus. Als kind van een jaar of 5 kreeg ik een schep tegen mijn neus, wat er waarschijnlijk voor heeft gezorgd dat mijn neus brak. Als kind

Nadere informatie

3 Super Oefeningen Voor Je Buik

3 Super Oefeningen Voor Je Buik 3 Super Oefeningen Voor Je Buik Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen. 3. Sluit

Nadere informatie

Til les, les 2. A : Hogerop in bed verplaatsen bij een persoon die nog veel zelf kan Beginsituatie: Een persoon onderuitgezakt in bed

Til les, les 2. A : Hogerop in bed verplaatsen bij een persoon die nog veel zelf kan Beginsituatie: Een persoon onderuitgezakt in bed Til les, les 2 Inhoudsopgave : Algemene instructies : blz. 1 A : hogerop in bed verplaatsen (geleid) actief blz. 1 A 1 : even uit bed blz. 1 A 2 : met een bruggetje blz. 2 A 3 : bruggetje en glijzeil blz.

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Wervelbedfilters. Van glas kan je het dus ook maken zoals ik al eerder op merkte Voordeel het is goedkoper Nadeel het is kwetsbaarder

Wervelbedfilters. Van glas kan je het dus ook maken zoals ik al eerder op merkte Voordeel het is goedkoper Nadeel het is kwetsbaarder Wervelbedfilters Een nieuwe ontwikkeling opgebied van filtering is een wervelbedfilter. Deze wordt al een geruime tijd toegepast op proffesioneelgebied denk maar aan Oceaan van Dierentuin Blijdorp te Rotterdam.

Nadere informatie

Inhoud Slaapkamer 6 Opwarming 8 Een jaar later 10 Genoeg 12 Terrorist 14 Geheim 16 Olie 20 R.O.A. 23 Betty 26 Vertrouwen 29 Feiten 32 G.O.F. 35 Protest 38 Warm 42 Reuzenmachine 44 Een bewaker! 47 Terrorist?

Nadere informatie

De foamroll oefeningen

De foamroll oefeningen www.bodyrelease.nl De foamroll oefeningen Wat je vooraf moet weten De foamroll oefeningen die je uitvoert moeten voelen als een diepe massage en kunnen zowel direct op de huid als met kleding aan worden

Nadere informatie