Gemeente Delft. De hoofdconclusies t.a.v. het WWB- bestand zijn:

Transcriptie

1 Samenleving M Gemeente Delft Programmeren De Torenhove Martinus Nijhofflaan ES Delff IBAN NL21 BNGH t.n.v. gemeente Delff Retouradres : Programmeren, Postbus 78, 2600 ME Delfl Aan de gemeenteraad Behandeld door Theo den Hertog Telefoon tdhwtog@delff.nl Internet Telefoon Datum Ons kenmerk Uw brief van Onderwerp : Factsheet Reintegratie. Uw kenmerk Bijlage Geachte dames en heren, Bijgaand treft u aan de factsheet reïntegratie, waarin de resultaten over in beeld worden gebracht. Medio is u reeds de factsheet over het eerste halfjaar 2013 aan u toegezonden. Voorts worden in het Rekenkamerrapport soms prognoses voor gehanteerd. Het lijkt ons daarom goed u te informeren over de definitieve cijfers Voorts had u gevraagd om een vervolgrapportage over het thema "social return". Wij hebben de kernresultaten daarvan geïntegreerd in deze factsheet. De hoofdconclusies t.a.v. het WWB- bestand zijn: - Sinds 2008 is de stijgende lijn van het WWB-bestand in de gemeente Delft in de loop van 2012 omgebogen in een tijdelijk licht dalende lijn. De omvang van het bestand stijgt weer heel licht in Dit terwijl de landelijke lijn behoorlijk blijft stijgen. Over de hele periode is het WWB-bestand Delft 4,5 % minder hard gestegen dan het landelijk gemiddelde. De doelstelling van de gemeente Delft, ten minste gelijk en zo mogelijk beter, is hiermee gehaald. - De instroom is in 2013 ten opzichte van 2012 gestegen met 18%. - De uitstroom is in 2013 ten opzichte van 2012 gestegen met 23%. Wij hopen u met de factsheet voldoende te hebben geïnformeerd en gaan er vanuit hiermee te hebben eerder gedane toezegging (12-37). Hoogachtend, het college van b

2 FACTSHEET RE-INTEGRATIE 2013 DELFT FEBRUARI 2014 FACTSHEET RE-INTEGRATIE DELFT

3 dec 2007 mrt 2008 jun 2008 sep 2008 dec 2008 mrt 2009 jun 2009 sep 2009 dec 2009 mrt 2010 jun 2010 sep 2010 dec 2010 mrt 2011 jun 2011 sep 2011 dec 2011 mrt 2012 jun 2012 sep 2012 dec 2012 mrt 2013 jun 2013 sep 2013 Toename / afname in % 1. Resultaten Ontwikkeling WWB Delft Eerder is een fact-sheet opgesteld over de resultaten reïntegratie periode eerste halfjaar Deze factsheet gaat over geheel Wij hebben ervoor gekozen hierin dezelfde gegevens-set te hanteren. Voor het jaar 2014 volgt een nieuw format, waarin we ook de resultaten van het Rekenkamerrapport verwerken. Het beleid van de gemeente is er op gericht dat de ontwikkeling van het WWB-bestand ten minste gelijk is aan het landelijke gemiddelde en zo mogelijk beter. Om dit te monitoren had Delft gekozen om hier de cijfers op basis van de APE tool (ontwikkeld door Ape Onderzoek & Advies) te gebruiken. Omdat deze cijfers nu niet meer worden geleverd is gekozen om de cijfers van het CBS Statline te gebruiken. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt hoe Delft het doet ten opzichte van de landelijke cijfers. Bij de gegevens van CBS vindt niet zoals bij de APE-cijfers een bewerking plaats op basis van af-of toename van het aantal huishoudens in een specifieke gemeente. Bij het maken van deze factsheet waren bij het CBS de cijfers bekend tot en met november WWB bestand vanaf 2008 De cijfers over 6 jaar laten zien dat sinds 2008 de stijgende lijn van het WWB-bestand in de gemeente Delft in de loop van 2012 is omgebogen in een tijdelijk licht dalende lijn en dat deze in 2013 weer heel licht stijgt. Dit terwijl de landelijke lijn behoorlijk blijft stijgen. Over de hele periode is het WWBbestand Delft 4,5 % minder hard gestegen dan het landelijk gemiddelde. De doelstelling van de gemeente Delft, ten minste gelijk en zo mogelijk beter, is hiermee gehaald. +30,00% +25,00% +20,00% +15,00% +10,00% +5,00% 0,00% -5,00% -10,00% WWB trend vanaf (CBS) Delft Nederland Bron : CBS Staline Ontwikkeling WWB t/m november

4 dec 2012 jan 2013 feb 2013 mrt 2013 apr 2013 mei 2013 jun 2013 jul 2013 aug 2013 sep 2013 okt 2013 nov 2013 Toename / afname in % 1.2 WWB-bestand 2013 Onderstaand overzicht geeft inzicht in het volume en de trend van het WWB bestand in Delft ten opzichte van de landelijke cijfers in 2013 t/m november Uit onderstaande tabel blijkt dat het WWB-bestand in 2013 schommelt met een stijging tussen de 0-2 procent. Landelijk is het aantal WWB-ers harder gestegen tot bijna 7 procent. 8,0% WWB trend vanaf (CBS) 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% Delft Bron : CBS Staline WWB-ontwikkeling t/m november 2013 Nederland 1.3 Instroom in WWB vanaf 2011 De tabel geeft inzicht in de instroom in de WWB vanaf De instroom in de WWB in 2012 kent een daling van 3,1 % ten opzichte van het jaar In 2013 is de instroom in met name de tweede helft van 2013 gestegen tot Dit is een stijging van 18% ten opzichte van Tabel 1 : Instroom WWB uitkeringsdossiers vanaf 2011 Instroom Delft Aantal uitkeringen WWB/WIJ Aantal uitkering IOAW/IOAZ Aantal uitkeringen BBZ Totaal Bron: KCC monitor januari 2014, het betreft dynamische gegevens op uitkeringsdossier. Cijfers over 2013 hebben nog een indicatief karakter. NB : Een uitkeringsdossier kan meerdere personen betreffen. Bijvoorbeeld bij een gezinsuitkering. 1.4 Uitstroom WWB vanaf 2011 In 2012 zijn in totaal 1050 uitkeringsdossiers afgesloten omdat er sprake was van uitstroom uit de uitkering. In 2013 is dit aantal gestegen tot 1291 uitkeringsdossiers. De uitstroom is hiermee gestegen met 23% ten opzichte van Tabel 2: Uitstroom WWB uitkeringsdossiers vanaf 2011 Uitstroom Delft Aantal uitkeringen WWB Aantal uitkering IOAW/IOAZ Aantal uitkeringen BBZ Totaal Bron: KCC monitor januari 2014, het betreft dynamische gegevens op uitkeringsdossier. Cijfers over 2013 hebben nog een indicatief karakter. NB: Een uitkeringsdossier kan meerdere personen betreffen. Bijvoorbeeld bij een gezinsuitkering. 3

5 1.5 Leeftijdsopbouw WWB-bestand en uitkeringsduur Onderstaande tabellen geven inzicht in de leeftijdsopbouw en de uitkeringsduur van het WWBbestand. Tabel 3: WWB-bestand naar leeftijdsklasse Leeftijdsklasse < 20 jaar tot 30 jaar tot 50 jaar tot 70 jaar >70 jaar Totaal Bron: GWS selectie op uitkeringsdossiers, KCC monitor januari 2014 Binnen het WWB-bestand is 38 % (1.151) van de klanten 50 jaar of ouder. Tabel 4: WWB-bestand naar uitkeringsduur Uitkeringsduur maanden maanden maanden > 24 maanden Totaal Bron: GWS selectie op uitkeringsdossiers, januari 2014 Binnen het WWB-bestand is 55 % (1.653) van de klanten langer dan 24 maanden in de uitkering. 4

6 2. Re-integratie Delft 2013 Voor een efficiënte ondersteuning en effectieve inzet van re-integratiemiddelen worden klanten ingedeeld in klantgroepen. Wij onderscheiden hierbij de groepen Jongeren, Kerndienstverlening, Werk Direct, Werktraject en de doelgroep Participatie. 2.1 Uitstroom uit de uitkering per doelgroep Tabel 5 geeft de uitstroom van klanten weer die volledig uitkeringsonafhankelijk zijn geworden. Uit de tabel blijkt dat uit de klantgroep Werkdirect relatief de meeste klanten uit de uitkering stromen. Deze klantgroep bestaat uit klanten met een geringere afstand tot de arbeidsmarkt. Bij de klantgroep Kerndienstverlening en Participatie is relatief gezien de minste uitstroom uit de uitkering. Deze klanten hebben dan ook de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. Tabel 5: totale uitstroom WWB-uitkering per klantgroep Klantgroepen Totaal Jongeren Werk Direct Werktraject Participatie Nog niet ingedeeld Aantal klanten in doelgroep 1/1/ Instroom in doelgroep in Volledige uitstroom uit WWB in % uitstroom ten opzichte van aantal klanten per 1/1/2013 plus instroom % 50% 54% 36% 23% 18% 26% Bron: GWS selectie 14 februari 2014, het betreft dynamische gegevens op klantniveau < 65 jaar In onderstaande tabel 6 wordt een onderscheid gemaakt in de reden van uitstroom uit de uitkering. Er wordt onderscheid gemaakt in uitstroom door het vinden van werk en aanvang studie en uitstroom met overige redenen. In de klantgroep Werkdirect is het percentage uitstroom door vinden werk/aanvang studie met 70 % het hoogst. Bij de groep jongeren zijn in totaal 123 jongeren uitgestroomd uit de uitkering door werk of studie. Het betrof hier 61 jongeren die betaald aan het werk gingen, 3 jongeren die zijn gestart als zelfstandig ondernemer en 59 jongeren die met een opleiding zijn gestart. Bij de klantgroepen Kerndienstverlening en Participatie is relatief gezien de minste uitstroom uit de uitkering. Uit deze klantgroepen vindt slechts incidenteel uitstroom naar betaald werk plaats. Een groep klanten is nog niet ingedeeld in een klantgroep. Het betreft voornamelijk klanten die kort in de uitkering zitten en nog in het proces van diagnosestelling zitten. Tabel 6: Volledige uitstroom uit de uitkering met reden uitstroom Klantgroepen Totaal Jongeren Werk Direct Werktraject Participatie Kerndienstverlening Kerndienstverlening Nog niet ingedeeld Totale volledige uitstroom uit WWB waarvan aan het werk of aanvang studie in aantallen/percentages 441 (=34%) 123 (=51%) 136 (=70%) 106 (=42%) 28 (=7%) 22 (=6%) 26 (=41%) waarvan overig (bijvoorbeeld handhaving, verhuizing) Bron: GWS selectie 14 februari 2014, het betreft dynamische gegevens op klantniveau < 65 jaar In 2012 waren in totaal 382 klanten uitgestroomd naar werk of studie. In 2013 zijn 441 klanten uitgestroomd naar werk of studie. Dit is een stijging van 15 % tov

7 Social Return On Investment De doelstelling in 2013 betrof 30 plaatsingen van WWB-ers op betaald werk door de invulling van Social Return afspraken. In 2013 zijn er 46 plaatsingen gerealiseerd op betaalde arbeid in het kader van SROI. Het gaat onder andere op plaatsingen bij organisaties en bedrijven als Reinier de Graaf, Sodexo, Daalin, Bijdorp, Blanksma Groep en Oosthoek en verschillende plaatsingen bij bouwbedrijven die betrokken zijn bij de aanleg van de A4. Andere vormen van alternatieve SROI-afspraken waren : Medefinanciering project Brandpreventie Buitenhof door het bedrijf Instituform; Medefinanciering van een multi-probleem gezin waardoor een andere werkgever de betreffende persoon een baan kon aanbieden door het bedrijf Instituform; Advisering en medefinanciering van het project Wassen en Drogen Buitenhof door Argonaut; Aanbieden twee stageplekken en twee parttimebanen door Yes Delft; Aanbieden werkervaringsbanen en arbeidsovereenkomst voor mensen van Combiwerk door DOK; Inhuur/detachering bij Combiwerk door Weverling; Voorlichting en empowermenttraining als aanvulling op sollicitatieclub door Kwadraat. In regionaal verband zijn er in 2013 afspraken gemaakt over de invulling van SROI bij aanbestedingen van het Rijk, de Provincie Zuid Holland en de waterschappen. Delft is eerste aanspreekpunt en coördinator bij aanbestedingen van de Provincietaakstelling. Dit zijn geen gemeentelijke aanbestedingen. De verwachting is dat deze afspraken in 2014 leiden tot extra plaatsingen. Voor 2014 is de SROI taakstelling vastgesteld op 45 plaatsingen. Er zijn inmiddels 7 plaatsingen gerealiseerd waarvan enkele n.a.v. de aanbesteding van het nieuwe Huis van de Stad. Groene Werkgelegenheid Vanaf 2011 zijn in het kader van de projecten Groene Werkgelegenheid 157 trajecten en stages gerealiseerd voor personen met een WWB uitkering. De taakstelling realisatie 120 trajecten is hiermee behaald. Naast trajecten en leerwerkplekken voor deelnemers met een WWB-uitkering konden 21 stages gerealiseerd worden voor jongeren in het kader van hun opleiding en zijn er 9 arbeidsmatige dagbestedingsplekken gerealiseerd voor deelnemers met psychische problemen. Tenslotte waren 10 personen actief als vrijwilliger. Qua uitstroom hebben 32 deelnemers een betaalde baan gevonden en zijn 18 deelnemers uitgestroomd naar structureel vrijwilligerswerk. Bij 3 jongeren is het gelukt om ze weer terug naar school te leiden. Voor 16 deelnemers was er sprake van doorstroom van een activeringstraject naar een werktraject. 2.2 Gedeeltelijke uitstroom uit de uitkering door vinden van parttime werk Het einddoel van onze inzet van re-integratie is om klanten te plaatsen op werk waardoor ze volledig onafhankelijk worden van een uitkering. Dit is ook gezien de huidige arbeidsmarkt niet voor alle klanten mogelijk. In dat geval richten wij ons ook op het vinden en plaatsen van klanten op parttime werk. Vanuit deze parttime baan kan dan een vervolgstap worden gezet naar een volledige baan. Wanneer een klant inkomsten heeft uit parttime werk dan verrekenen we dit met de uitkering. Parttime werk levert dan ook een besparing op in uitkeringslasten. In de tabel staan de klanten die in 2013 jaar parttime aan het werk zijn gegaan. Hierbij is een onderscheid gemaakt in het aantal uren van de parttime baan. 6

8 Tabel 7: Uitstroom naar parttime werk 2013 Aantal uur parttime werk < 12 uur uur > 24 uur Totaal aantal Aantal klanten Bron: GWS selectie per 12 februari 2014, het betreft dynamische gegevens op klantniveau In december 2013 waren er in totaal 291 klanten die parttime aan het werk waren. Daarbij werd in december voor ,- loonvorming verrekend met de uitkering. 2.3 Uitstroom uit de uitkering in relatie met inzet re-integratie In onderstaande tabel staan de uitstroomredenen uit de WWB vermeld en waar de inzet van reintegratie wel of niet van toepassing was. Bij 308 klanten was sprake van uitstroom uit de uitkering zonder inzet van re-integratie. Zij deden het op eigen kracht en zonder directe reintegratieondersteuning. Voor 1005 klanten (77 %) die uitstroomde uit de uitkering was sprake van inzet van re-integratie op het moment van uitstroom of in de 12 maanden daarvoor. Tabel 8: Uitstroom uit uitkering 2013 in relatie met inzet re-integratie Uitstroom uit WWB Totaal Geen inzet reintegratie Wel inzet reintegratie % inzet reintegratie Volledige uitstroom uit uitkering % Waarvan aan het werk, zelfstandig werk, regulier onderwijs % Waarvan overig( bv partner werkt, handhaving) % Bron: GWS selectie 14- februari 2014, het betreft dynamische gegevens op klantniveau < 65 jaar 2.4 Participatie van klanten Naast de inzet van re-integratie direct gericht op (gedeeltelijke) uitstroom uit de uitkering richten wij ons op het verhogen van het participatieniveau van klanten. We meten hierbij de stijging van treden op de participatieladder. Op de participatieladder zijn er 6 treden. Dit zijn : Trede 1 = Geïsoleerd Trede 2 = Sociale contacten buitenshuis Trede 3 = Deelname georganiseerde activiteiten Trede 4 = Onbetaald werk Trede 5 = Betaald werk met ondersteuning Trede 6 = Betaald werk Het participatiepotentieel is de inschatting die de individuele consulent maakt over de doorgroeimogelijkheden van de cliënt op de participatieladder rekening houdend met opleiding, werkervaring, competenties, persoonlijke vaardigheden en belemmeringen. De groep die op de treden 3, 4 en 5 staan is de groep met perspectief om binnen een periode van maximaal 2 jaar door te stromen naar het hoogste participatieniveau, zijnde betaald werk. Tabel 9: Huidig en verwacht niveau participatieladder klanten 2013 Verwacht niveau op participatieladder 2013 Huidig niveau Trede 1 Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6 7

9 Trede Trede Trede Trede Trede Trede Totaal Bron: GWS selectie per 17 februari, het betreft dynamische gegevens op klantniveau Vet gedrukt is verwacht groeipotentieel per trede Een analyse geeft aan dat einde 2013: klanten (36 %) geen groeipotentieel hebben. - Van 1909 klanten (64 %) groeipotentieel wordt verwacht, dus minimaal 1 trede hoger. Voor 887 klanten (30 % ) betreft het potentieel regulier werk. Voor 357 klanten (12%) betreft het betaald werk met ondersteuning. Voor 665 klanten (22 %) staat een participatiedoel centraal. De gemeente Delft maakt een analyse naar de inschattingen van het groeipotentieel. Daarbij wordt met name gekeken of de inschaling van klanten op de treden 1 tot en met 3 met groeipotentieel naar trede 6 (potentieel regulier werk) op termijn realistisch is. 2.5 Ontwikkeling Participatie in 2013 In 2013 hebben 441 klanten de hoogste trede op de participatieladder bereikt omdat ze werk vonden of zijn gestart met een opleiding. Daarnaast hebben 336 klanten een positieve participatieontwikkeling gerealiseerd waarbij ze gemiddeld 1,5 treden zijn gestegen op de participatieladder. Op trede 4 zijn 605 klanten ingedeeld. Zij verrichten onbetaald werk (vrijwilligerswerk, mantelzorg) en leveren op deze wijze een positieve bijdrage aan de stad. 8